NIEUWS VOOR DE SALARISADMINISTRATIE
#15-04 1 augustus 2015
ief Salaris Inhoud Bijdrage Zvw over wachtgeld Dekkingsgraad blijft problematisch Oudercommissie kinderopvang Voordeelregel is niet altijd voordelig Ziekteverzuim 2014 historisch laag Vaste telefoon belast Sortering loonstroken gewijzigd Subsidie praktijkleren Nieuwe salarisreeks CAO GGZ Premiekorting jonge uitkeringsgerechtigden
Loopbaanbudget CAO W&MD WW lager door nieuwe berekeningswijze Vervallen ouderentoeslag grote gevolgen Meerlingenverlof uitgesteld tot april 2016 Rekeningmaatregel Belastingdienst Betaling transitievergoeding Transitievergoeding terugvorderen Aanzeggen bij de aanstelling Agenda Opleidingen
Bijdrage Zvw over wachtgeld
Oudercommissie kinderopvang
De Regeling Zorgverzekering beschrijft in welke gevallen niet de werkgever, maar de werknemer de premie Zvw verschuldigd is. Daarbij verwijst de regeling naar de Wet LB 1964 artikel 11, eerste lid. Omdat het wachtgeld een periodieke uitkering is waarop de ex-werknemer aanspraak kan maken, werd het in het verleden aangemerkt als een stamrecht. In de Wet LB 1964 artikel 11, eerste lid, werd dit in onderdeel g als zodanig benoemd. Maar dit onderdeel is uit de wet geschrapt. Dat maakt dat niet langer de werknemer, maar de werkgeversheffing Zvw van toepassing is op het wachtgeld. Dit wordt bevestigd door paragraaf 7.6.3 van het Handboek Loonheffingen 2015. Als de ex-werkgever periodiek een aanvulling betaalt op de uitkering (WWuitkering gaat rechtstreeks), dan is dit loon uit vroegere dienstbetrekking. Over het wachtgeld zijn geen premies werknemersverzekeringen verschuldigd. De (ex-) werkgever houdt de loonheffing over het wachtgeld in en draagt deze af tezamen met de werkgeversheffing Zvw.
In de kinderopvang wordt de positie van de ouders verder versterkt. Het adviesrecht van de oudercommissie wordt uitgebreid. De commissie zal in de toekomst ook gaan adviseren over de pedagogische kwaliteiten van de kinderopvangorganisatie. Daartoe wordt tenminste één maal per jaar gesproken met de organisatie. Bovendien zijn kinderopvanginstellingen en peuterspeelzalen vanaf 1 januari 2016 verplicht zich aan te sluiten bij de Geschillencommissie Kinderopvang. Als ouders en kinderopvang er in een interne klachtenprocedure niet uitkomen, kunnen zij de Geschillencommissie Kinderopvang vragen een bindend advies uit te brengen.
Dekkingsgraad blijft problematisch Pensioenfonds PFZW meldt dat de beleidsdekkingsgraad eind april 2015 is uitgekomen op 104%. De financiële positie van PFZW is in april dus niet verbeterd vergeleken met maart. De beleidsdekkingsgraad is de gemiddelde dekkingsgraad over de afgelopen twaalf maanden. Deze moet tenminste 110% zijn om de pensioenen te kunnen indexeren. Met een beleidsdekkingsgraad van 104% voor de maand april is de kans dat PFZW eind dit jaar de pensioenen laat meestijgen met de inflatie wel bijzonder klein geworden.
Pagina 1
Voordeelregel is niet altijd voordelig Opvallend vaak is in de maand mei de voordeelregel toepast bij de bepaling van de loonheffing over het vakantiegeld. Eenmalige betalingen, zoals bijvoorbeeld het vakantiegeld, worden gebruikelijk belast volgens de tabel bijzondere beloningen. Maar het is ook toegestaan de bijzondere beloning bij te tellen bij het tijdvakloon en dan op het totaal de maandtabel toe te passen. Voor deze mogelijkheid wordt gekozen als dit tot een lagere loonheffing leidt. Dit wordt ‘de voordeelregel’ genoemd. De voordeelregel wordt automatisch toegepast door SDB*Salaris. De reden dat veel vaker dan in het verleden de voordeelregel is toegepast, is de verhoging van de percentages bijzondere beloningen die dit jaar is doorgevoerd. Deze verhoging is het gevolg van de afbouw van de loonheffingskorting die met ingang van 2015 in de percentages is verwerkt. Als de werknemer geen aangifte Inkomstenbelasting hoeft in te dienen, is de toepassing van de voordeelregel ook daadwerkelijk een voordeel. Anders wordt het
www.sdbgroep.nl Deze nieuwsbrief is met grote zorgvuldigheid samengesteld. SDB Groep aanvaardt geen aansprakelijkheid voor welke schade dan ook als gevolg van de toepassing van de informatie uit deze nieuwsbrief.
NIEUWS VOOR DE SALARISADMINISTRATIE
#15-04 1 augustus 2015
ieuwsbrief Salari als wel een aangifte Inkomstenbelasting moet worden ingediend. De kans is dan erg groot dat het voordeel van de voordeelregel alsnog moet worden betaald aan de Belastingdienst. De Belastingdienst is zich bewust van dit effect, maar wijst er op dat de voordeelregel een facultatieve regeling is. Het staat de werkgever en de werknemer vrij om de voordeelregel in voorkomende gevallen niet toe te passen, om daarmee een naheffing in de Inkomstenbelasting te voorkomen. Toepassing van de voordeelregel kan in SDB*Salaris op werknemersniveau worden uitgeschakeld met behulp van invoercode 631: Onderdrukken voordeelregel (op het scherm Heffingen)
Ziekteverzuim 2014 historisch laag Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) meldde dat het ziekteverzuim in 2014 ten opzichte van voorgaande jaren bijzonder laag is geweest, namelijk 3,8%. Zo laag is het sinds 1996 niet meer geweest. Volgens het CBS kan dit lage cijfer verband houden met de economisch situatie van ons land. Werknemers zijn bang om hun baan te verliezen, waardoor zij zich minder snel ziekmelden. Maar ook de milde griepgolf begin 2014 is van invloed geweest. Het verzuimcijfer van 3,8% is een gemiddelde over alle bedrijven. Wordt gekeken naar bedrijfsgrootte, dan zijn er aanzienlijke verschillen. Het gemiddelde verzuim over 2014 naar grootte van het bedrijf: Tot 10 werknemers: 1,6%; Tussen 10 en 100 werknemers: 3,3%; Boven 100 werknemers: 4,6%. Tussen de diverse bedrijfstakken bestaan ook grote verschillen. Het gemiddelde ziekteverzuim over 2014 in de bedrijfstak Gezondheids- en welzijnszorg is becijferd op 4,8%. Slechts een fractie lager dan het Onderwijs en het openbaar bestuur, beiden met 4,9% verzuim.
Vaste telefoon belast Een vergoeding voor een vaste telefoon van de werknemer thuis is niet onbelast. Het noodzakelijkheids criterium geldt namelijk alleen voor mobiele communicatiemiddelen en dergelijke apparatuur, zoals tablet, mobiele telefoon en smartphone. De abonnementskosten van vaste telefoonaansluitingen vallen hier niet onder en komen dus ofwel ten laste van de vrije ruimte of zijn belast bij de medewerker. Als een vaste kostenvergoeding wordt gegeven voor telefoongebruik, geldt ook in dat geval dat voldaan moet zijn aan het noodzakelijkheidscriterium en dat de kosten dus betrekking moeten hebben op mobile telefonie. De Belastingdienst verlangt dat de werkgever bij de toepassing van een vaste kostenvergoeding vastlegt aan welke eisen de mobiele telefoon moet voldoen om
Pagina 2
in aanmerking te komen voor een onbelaste kostenvergoeding. Is het noodzakelijkheidscriterium niet van toepassing of is niet expliciet vastgelegd voor welke telefoon de onkostenvergoeding geldt, dan komt ook de vaste vergoeding ten laste van de vrije ruimte of wordt belast bij de medewerker.
Sortering loonstroken gewijzigd De sortering van de duplicaat salarisspecificaties wordt bepaald door de klantoptie 10: Sortering duplicaat salarisspecificaties (SDB Beheer | Organisatie | Klantopties). In een aantal sorteermogelijkheden is de ‘naam’ van de medewerker verwerkt. Tot voor kort werd uitgegaan van de ‘eigen naam’ van de medewerker. Voorbeeld: T. Akersloot H. van Gerven – Appel K. van As Sinds juli is dit gewijzigd in de naam zoals deze op de salarisspecificatie wordt afgedrukt, dus gebaseerd op de tenaamstelling. Voorbeeld: T. Akersloot K. van As H. van Gerven - Appel
Subsidie praktijkleren Van 2 juni tot en met 15 september kan weer de subsidie praktijkleren worden aangevraagd bij de Rijksdienst voor Ondernemers Nederland. De subsidie wordt na 15 september verstrekt. Iedere werkgever die een aanvraag heeft ingediend en voldaan heeft aan de eisen van de regeling, ontvangt subsidie. Daarbij wordt het totale beschikbare bedrag naar evenredigheid onder alle aanvragers verdeeld. De hoogte van de subsidie hangt dus af van het aantal aanvragen. Het subsidiebedrag is echter nooit hoger dan € 2.700 per leer-werkplek.
Nieuwe salarisreeks CAO GGZ De nieuwe salarisreeks van de CAO GGZ 2015-2017 is recent gepubliceerd. De reeks is SDB*Salaris per 1 juli 2015 verwerkt. In de productie van de maand augustus zal met terugwerkende kracht naar 1 juli de nieuwe reeks automatisch worden toegepast.
Premiekorting jonge uitkeringsgerechtigden Een werkgever heeft sinds 1 juli 2014 recht op een premiekorting van maximaal € 3.500 op jaarbasis als een jonge uitkeringsgerechtigde in dienst wordt genomen. Voorwaarden voor de toepassing van deze premiekorting zijn:
www.sdbgroep.nl Deze nieuwsbrief is met grote zorgvuldigheid samengesteld. SDB Groep aanvaardt geen aansprakelijkheid voor welke schade dan ook als gevolg van de toepassing van de informatie uit deze nieuwsbrief.
NIEUWS VOOR DE SALARISADMINISTRATIE
#15-04 1 augustus 2015
ieuwsbrief Salari
De jongere moet in 2014 of 2015 in dienst worden genomen, en De jongere moet bij indiensttreding minimaal 18 jaar en maximaal 26 jaar oud zijn (wordt de jongere tijdens het dienstverband 27 jaar, dan mag de korting gewoon doorgaan), en De jongere moet een arbeidsovereenkomst krijgen van minimaal zes maanden en minimaal 32 uur per week, en De jongere moet vóór indiensttreding een WW- of bijstandsuitkering ontvangen en een doelgroepverklaring hebben van het UWV of de gemeente, waarin staat dat de jongere op de dag voordat deze in dienst trad een uitkering ontving.
Vanaf 1 juli 2015 is de regeling versoepeld ten aanzien van het urencriterium: de regeling mag dan worden toegepast als de arbeidsovereenkomst die Het urencriterium van 24 uur per week geldt alleen voor de dienstverbanden die worden aangegaan vanaf 1 juli 2015. Voor dienstverbanden die zijn aangegaan vóór 1 juli 2015 blijft het criterium van 32 uur per week gelden.
Loopbaanbudget CAO W&MD Per 1 juli 2015 is voor werkgevers en werknemers binnen de CAO Welzijn het loopbaanbudget van kracht geworden. In SDB*Salaris zijn 5 vrije loonfactoren aangewezen om de opbouw van het loopbaanbudget en de opnamen ten laste van het budget te kunnen registreren. Dit zijn: Loonfactor 166: Grondslag loopbaanbudget Loonfactor 167: Reservering loopbaanbudget Loonfactor 168: Besteding loopbaanbudget (onbelast) Loonfactor 169: Besteding loopbaanbudget (belast) Loonfactor 170: Besteding loopbaanbudget (t.l.v. vrije ruimte) Bij de reserveringsloonfactor (loonfactor 167: Reservering loopbaanbudget) en de bestedingsloonfactoren (loonfactoren 168, 169 en 170) zijn steeds 2 grootboekrekeningen nodig. Deze dient u in uw boekhoudsysteem te hebben ingericht: een neutrale rekening (rubriek 1) en een kostenrekening (rubriek 4). In een voorbeeld van de MO-groep wordt gebruik gemaakt van de grootboekrekeningnummers 17100 en 41000. In SDB*salaris zijn deze rekeningnummers overgenomen, maar ze dienen door de gebruiker te worden aangepast aan het eigen rekeningschema. De reservering van 1,5% wordt maandelijks in de loonproductie berekend over de waarde van loonfactor 166: Grondslag loopbaanbudget. De grondslag is een cumu-
Pagina 3
latie van een aantal loonfactoren. Dit zijn de loonfactoren: 014: Extra uren 016: Overwerk 026: ORT tijdens ziektewet 027: Onregelmatigheidstoeslag 028: Extra uren tijdens ziektewet 043: Loontoeslag 048: Salaris ziektewet 051: Salaris 053: Salaris tijdens ziekte 054: Extra uren tijdens ziekte 100: Reservering vakantietoeslag 111: WAO/WW uitkering 112: WAO/WW suppletie 113: ORT tijdens ziekte 125: Correctie ziekengeld toeslag 182: Korting ziekengeld 212: Reservering eindejaarsuitkering 213: Nabetaling salaris 214: Nabetaling ORT 215: Nabetaling vakantietoeslag 492: 2e ziektejaar aanvulling 100% Wilt u loonfactoren toevoegen of verwijderen uit deze opsomming, dan moet u als volgt handelen: in SDB*Beheer gaat u in het menu “Organisatie” naar “Loonfactoren”. Daar ziet u de 5 toegevoegde loonfactoren 166 t/m 170. Bij loonfactor 166: Grondslag loopbaanbudget staat een symbool (zie afbeelding hieronder). Als u deze aanklikt, komt u in een scherm waar de bovenstaande lijst met loonfactoren wordt getoond. Met de pijltjestoetsen kunt u de samenstelling van de grondslag wijzigen.
De reservering voor het loopbaanbudget wordt voor alle werknemers automatisch berekend met uitzondering van: Werknemers die zijn geboren vóór 1 januari 1954; Werknemers die op of vóór 1 mei 2007 in dienst zijn en zijn gebleven. Op grond van de geboortedatum en de datum in dienst worden deze medewerkers automatisch uitgeschakeld van de reservering. Ook voor stagiaires (herkenbaar
www.sdbgroep.nl Deze nieuwsbrief is met grote zorgvuldigheid samengesteld. SDB Groep aanvaardt geen aansprakelijkheid voor welke schade dan ook als gevolg van de toepassing van de informatie uit deze nieuwsbrief.
NIEUWS VOOR DE SALARISADMINISTRATIE
#15-04 1 augustus 2015
ieuwsbrief Salari aan invoer code 529: Code aard arbeidsverhouding = ‘07’) wordt geen loopbaanbudget gereserveerd. Op dit moment is het nog niet mogelijk om andere medewerkers met behulp van een invoer code te blokkeren, maar dit wordt in een volgende maandversie alsnog geregeld.
2015 Inkomen uit AOW (box 1) Vermogen Af: algemene vrijstelling Af: ouderentoeslag Inkomen uit vermogen (box 3) Totaal belast inkomen 2015
€ 14.000 € 49.000 -/- € 21.330 -/- € 28.236 €0 € 14.000
2016 Inkomen uit AOW (box 1) Vermogen Af: algemene vrijstelling Inkomen uit vermogen (4% box 3) Totaal belast inkomen 2016
€ 14.000 € 49.000 -/- € 21.330 € 1,106 € 15.106
WW lager door nieuwe berekeningswijze De WW-uitkering is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon per dag. Voorheen werd het dagloon bepaald door het loon van het jaar voorafgaande aan de werkloosheid, te delen door het aantal gewerkte dagen in dat jaar. Was slechts een deel van het jaar gewerkt, dan telde alleen het loon en de gewerkte dagen van die periode. Maar sinds 1 juli van dit jaar is deze wijze van berekening gewijzigd. Het dagloon wordt nu bepaald door het loon van het voorafgaande jaar altijd te delen door het maximum aantal werkdagen van dat jaar. Dit ongeacht of slechts een deel van het jaar is gewerkt. Voor werknemers die het hele voorafgaande jaar hebben gewerkt, zal dit geen verschil maken. Maar werknemers die slechts een deel van het jaar inkomen uit arbeid hebben gehad, maakt deze berekeningswijze een groot verschil. Een voorbeeld: een werknemer werkt vanaf 1 juli en heeft een bruto loon van € 3.000. Het jaarinkomen is 6 maanden x € 3.000 = € 18.000. In de oude situatie komt dit neer op een dagloon van € 18.000 gedeeld door 132 dagen = € 136,36. In de nieuwe situatie vanaf 1 juli komt het gemiddelde dagloon uit op € 68,97. Een verschil van bijna 50%.
Vervallen ouderentoeslag grote gevolgen Elke burger betaalt belasting over het vermogen (de vermogensrendementsheffing in box 3). Niet het hele vermogen, want er geldt een vrijstelling. Dat wil zeggen dat alleen belasting betaald moet worden over het deel van het vermogen dat boven een bepaald bedrag uitkomt. De AOW-gerechtigde heeft tot en met 2015 recht op een extra vrijstelling. Dit wordt ook wel de ouderentoeslag genoemd. Die extra verhoging van het heffingsvrij vermogen vervalt vanaf 2016. Ouderen met vermogen worden vanaf 1 januari 2016 dus hetzelfde behandeld als andere burgers met vermogen. Het vervallen van de ouderenkorting heeft gevolgen voor AOW-gerechtigden die op 1 januari 2015 een hoger vermogen hebben dan € 21.330 (of € 42.660 bij een gezamenlijk vermogen). Een rekenvoorbeeld: een alleenstaande AOW gerechtigde met alleen een AOW en daarnaast een eigen vermogen van € 49.000.
Pagina 4
Volgens de huidige belastingtarieven (box 3 is 30% over 4% van het belast vermogen) betekent dit verschil een extra belastingheffing van € 331. Maar er zijn meer gevolgen, zoals voor de huurtoeslag en de eigen bijdrage voor zorg en verblijf: Voor de huurtoeslag geldt dat deze vervalt op het moment dat over het vermogen de vermogensrendementsheffing van toepassing is. En dat is in dit voorbeeld het geval vanaf 2016. De eigen bijdrage voor ‘zorg en verblijf’ wordt berekend over het inkomen, plus 8% van het bedrag waarover in box 3 vermogensrendementsheffing wordt berekend. Hoewel er meer bepalingen een rol spelen, zal het wegvallen van de ouderenkorting niettemin gevolgen hebben voor de hoogte van de eigen bijdrage.
Meerlingenverlof uitgesteld tot april 2016 Tijdens de behandeling van de Wet modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden in oktober 2014 heeft de Tweede Kamer het amendement Heerma aanvaard. Dit amendement voorziet in een verlenging van het zwangerschapsverlof voor werkneemsters die een meerling verwachten. Op 14 juni heeft minister Asscher bekend gemaakt dat het meerlingenverlof niet eerder dan per 1 april 2016 in werking zal treden. Dit is omdat het UWV hiervoor noodzakelijk aanpassingen moet doorvoeren in hun ICT-systeem. Het meerlingenverlof houdt in dat, wanneer werknemers zwanger zijn van een meerling, het zwangerschapsverlof 10 tot uiterlijk 8 weken voor de uitgerekende bevallingsdatum ingaat. Nu is dat nog 6 tot uiterlijk 4 weken voor de uitgerekende datum.
www.sdbgroep.nl Deze nieuwsbrief is met grote zorgvuldigheid samengesteld. SDB Groep aanvaardt geen aansprakelijkheid voor welke schade dan ook als gevolg van de toepassing van de informatie uit deze nieuwsbrief.
NIEUWS VOOR DE SALARISADMINISTRATIE
#15-04 1 augustus 2015
ieuwsbrief Salari Rekeningmaatregel Belastingdienst Sinds 1 juli kan een burger een toeslag of teruggaaf alleen nog krijgen op een bankrekening die op de eigen naam staat. De Belastingdienst maakt geen geld meer over op een bankrekening waarvan het niet kan vaststellen op de zelfde naam staat als de naam van de aanvrager. Met deze maatregel moeten fraude en vergissingen worden voorkomen. Dat is nodig nu steeds vaker fraudezaken met toeslagen aan het licht komen.
Betaling transitievergoeding Vanaf 1 juli geldt de transitievergoeding voor beëindigingsprocedures die op of ná 1 juli zijn gestart.. De werkgever is deze vergoeding verschuldigd als hij besluit de arbeidsovereenkomst te beëindigen van een werknemer die minimaal twee jaar in dienst is, dan wel besluit om de tijdelijke arbeidsovereenkomst die tenminste 2 jaar heeft geduurd niet voort te zetten. Ook als het dienstverband na twee jaar ziekte wordt beëindigd, is de transitievergoeding verschuldigd. De transitievergoeding bedraagt 1/6 maandsalaris per elk half dienstjaar in de eerste 10 jaar van de arbeidsovereenkomst en 1/4 maandsalaris per half dienstjaar dat de werknemer langer dan 10 jaar in dienst is geweest. Er geldt een maximum van € 75.000 euro (of een jaarsalaris indien dat hoger is). Voor 50-plussers is er een overgangsregeling. Voor het bepalen of een werknemer in aanmerking komt voor de transitievergoeding, kan het volgende beslissingsmodel worden gebruikt: 1. Beëindiging door werkgever? Nee: geen transitievergoeding Ja: vraag 2 2. Minimaal 2 jaar in dienst? Nee: geen transitievergoeding Ja: vraag 3 3. Werknemer jonger dan 50 jaar? Nee: vraag 4 Ja: vraag 5 4. Aantal medewerkers minder dan 25? Nee: vraag 4a Ja: vraag 4b 4a. Werknemer is 10 jaar of langer in dienst? Nee: variant 1 Ja: variant 3 4b. Werknemer is 10 jaar of langer in dienst? Nee: variant 1 Ja: variant 2 5. Werknemer jonger dan 18 jaar? Nee: variant 1 Ja: vraag 5a
Pagina 5
5a. Aantal uren per week kleiner dan 12 uren Nee: variant 1 Ja: geen transitievergoeding Variant 1 Transitievergoeding = (gemiddeld maandsalaris / 6) x aantal “halve” dienstjaren Variant 2 Transitievergoeding = ((gemiddeld maandsalaris / 6) x 20) + ((gemiddeld maandsalaris / 4) x (aantal “halve” dienstjaren -/- 20)) Variant 3 (Overgangsregeling) Transitievergoeding = ((gemiddeld maandsalaris / 6) x 20) + ((gemiddeld maandsalaris / 2) x (aantal “halve” dienstjaren -/- 20)). Dit gaat in vanaf de eerste volledige periode van 6 maanden nadat men 50 is geworden. Tot aan dat moment geldt variant 1. Gemiddeld maandsalaris Het bedoelde maandsalaris is een bruto all-in maandsalaris. Is er sprake van een 0-uren contract, dan wordt het bruto uurloon vermenigvuldigd met de gemiddelde arbeidsduur over de laatste 12 maanden. Voor de transitievergoeding tellen naast het bruto maandsalaris de volgende looncomponenten ook mee: 1/12de deel van de vakantiebijslag en de eindejaarsuitkering waar de werknemer binnen 12 maanden recht op zou hebben 1/12de deel van de overeengekomen vaste looncomponenten in de 12 maanden voorafgaand aan het einde van het contract Tot de vaste looncomponenten behoren de onregelmatigheidstoeslag en de overwerkvergoeding. Onder variabele looncomponenten worden verstaan componenten die afhankelijk zijn van het resultaat van de onderneming of van de prestaties van de werknemer. Stappenplan Het stappenplan dat gevolgd kan worden is: Bepaal of de transitievergoeding van toepassing is. Zie beslissingsmodel. Bereken de transitievergoeding o Bereken het all-in maandsalaris o Bepaal de vergoeding volgens variant 1, 2 of 3 (uitkomst van het beslissingsmodel) Voer een nieuwe medewerker op met een nieuw personeelsnummer en met de volgende gegevens: o Kleur tabel: groen o Jaarloon bijzondere beloningen: zoals bij het oorspronkelijke personeelsnummer o Geen premies werknemersverzekeringen berekenen
www.sdbgroep.nl Deze nieuwsbrief is met grote zorgvuldigheid samengesteld. SDB Groep aanvaardt geen aansprakelijkheid voor welke schade dan ook als gevolg van de toepassing van de informatie uit deze nieuwsbrief.
NIEUWS VOOR DE SALARISADMINISTRATIE
#15-04 1 augustus 2015
ieuwsbrief Salari o
Wel de werkgeverspremie ZVW berekenen (hoge tarief) o Pensioen niet van toepassing, code PFZW (650) dus uitzetten o Vakantiegeld, verlof en eindejaarsuitkering blokkeren o Contractvorm 0-uren contract o Salaris nominaal € ‘0’ Voer de transitievergoeding als variabele mutaties in met behulp van loonfactor 181: Transitievergoeding. Deze loonfactor, met belastbaarheidscode 3 (bijzonder tarief) is speciaal hiervoor ingericht.
De transitievergoeding moet altijd tegen de groene tabel worden uitgekeerd. Ook als de werknemer op het moment van uitkeren nog bij de werknemer in dienst is. Wordt de vergoeding in één keer betaald, dan geldt de groene tabel voor bijzondere beloningen. Wordt de transitievergoeding in termijnen betaald, dan geldt de groene maandtabel.
De ex-werknemer moet de terugbetaling van het bruto bedrag als negatief loon opgeven bij de aangifte inkomstenbelasting. Pas dan vindt de verrekening van de loonheffing plaats.
Aanzeggen bij de aanstelling Bij een tijdelijk dienstverband van minimaal zes maanden, moet de werkgever uiterlijk één maand voor het aflopen van het contract schriftelijk aanzeggen of het contract wel of niet wordt voortgezet. Wordt het dienstverband voortgezet, dan moet schriftelijk worden aangegeven tegen welke voorwaarden dat gebeurt (art 7:668 BW). Het is de werkgever toegestaan om al bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aan te zeggen dat er geen opvolgende arbeidsovereenkomst zal komen. Dat kan door de aanzegging op de nemen in de arbeidsovereenkomst.
De afrekening van vakantiegeld, verlofrechten en andere arbeidsvoorwaarden moeten bij het oorspronkelijke dienstverband worden afgerekend. Dus niet tezamen met de transitievergoeding.
Transitievergoeding terugvorderen De werkgever is verplicht de transitievergoeding te betalen, ook als de werknemer het ontslag aanvecht bij de rechter. Krijgt de werknemer gelijk van de rechter en blijft het dienstverband in stand, dan kan de werkgever de transitievergoeding terugvorderen. Hoe de terugvordering in de loonadministratie moet worden verwerkt, hangt af van het moment waarop wordt teruggevorderd: In hetzelfde salarisjaar De werkgever geeft het betaalde bruto bedrag van de transitievergoeding negatief op met loonfactor 181: Transitievergoeding. De werknemer stort de netto transitievergoeding terug op de rekening van de werkgever. In een ander salarisjaar Als de werknemer nog in dienst is, moet deze de bruto transitievergoeding terugbetalen. De werkgever geeft deze terugbetaling negatief op met loonfactor 181: Transitievergoeding. Daarmee betaalt de werknemer per saldo de netto transitievergoeding (maar dan wel tegen de belastingtarieven van het andere fiscale jaar). In een ander salarisjaar maar de werknemer heeft inmiddels een andere werkgever Ook dan moet de ex-werknemer de bruto transitievergoeding terugbetalen. De ex-werkgever moet de storting als negatief loon in de loonadministratie verwerken, maar mag geen loonheffing verrekenen.
Pagina 6
Agenda Opleidingen De opleiding agenda voor de komende maanden: 22 september 2015 Praktijkspecial strategisch personeelsplanning Eind oktober 2015 Praktijkspecial verzekeringen
loonbelasting
en
werknemers-
November/december 2015 Salaris-instructiedagen 2015 Voor meer informatie kijk http://www.sdbgroep.nl/agenda/
op
onze
website
SDB Groep BV Weigelia 25 2260 AB Leidschendam Postbus 302 2260 AH Leidschendam Hebt u vragen of opmerkingen over de inhoud van deze nieuwsbrief, dan kunt u contact opnemen met SDB*SalarisService tel. 070 357 08 88
www.sdbgroep.nl Deze nieuwsbrief is met grote zorgvuldigheid samengesteld. SDB Groep aanvaardt geen aansprakelijkheid voor welke schade dan ook als gevolg van de toepassing van de informatie uit deze nieuwsbrief.