In samenwerkingen met
datac e nte rwo r ks | f e b r ua r i 2 0 1 0
praktijk
Groenste datacenter verrijst in Steenwijk bekabeling
NEN EN-50174 schept orde in de netwerkwereld management
Reis naar de cloud begint bij het datacenternetwerk
en verder d atahouse kiest voor led-verlichting | facebook gaat eigen datacenters bouwen | linxtelecom bouwt datacenters in voormalig oostblok | koelinstallaties verduurzamen met pcm
Groen in denken en doen.
Rittal Precisie-airconditioner Goed voor klimaat en portemonnee: met een Rittal Precisie-airconditioner haalt u de krachtigste, de stilste én de zuinigste airco in zijn soort in huis. U bespaart honderden euro’s per jaar op uw energiekosten. Hoe dat kan? Rittal plaatst de ventilatoren in de verhoogde vloer waardoor er minder luchtweerstand ontstaat en de behuizing ruimte biedt aan een grotere warmtewisselaar. Het resultaat: een groter koelvermogen én een lager energieverbruik.
Rittal Precisie-airconditioner: - Laagste energieverbruik in de markt - Leverbaar zowel in koudwater (CW) als directe expansie (DX) - Altijd exact het juiste koelvermogen - Energiezuinige EC-ventilatortechnologie - Multiple compressortechnologie (DX)
Rittal - Het Systeem
Rittal bv - Postbus 246 - 6900 AE Zevenaar - Tel. (0316) 59 16 40 - www.rimatrix5.nl
i n d it n um m e r
datac e nte rwo r ks
In dit nummer
praktijk 04 groenste datacenter verrijst
DCW goes global? “Wat? Zitten wij op Twitter?” De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat deze uiting van verbazing afkomstig is van ondergetekende. Bij een relatief nieuw blad als DatacenterWorks gaan de ontwikkelingen zo snel dat het soms niet is bij te benen. Maar inderdaad, wie twitter.com/datacenterworks intikt, krijgt een onuitputtelijk overzicht van het wereldwijde datacenternieuws voorgeschoteld. Ook zijn we al geruime tijd multimediaal actief met het Youtube-kanaal van DatacenterWorks waar inmiddels een behoorlijk aantal datacentervideo’s is verzameld. En uiteraard mag Linkedin, de zakelijke netwerktool bij uitstek, niet ontbreken. DatacenterWorks heeft hier een eigen hoekje waar datacenterspecialisten met elkaar in contact kunnen treden. DatacenterWorks gaat nu ook internationaal, en die stap is misschien een beetje raar maar wel heel erg lekker.Vanaf begin februari werken we samen met ‘The Data Center Professionals Network’, een (vooral) Europees netwerk dat inmiddels al ruim 1.100 professionals met elkaar in contact brengt. De samenwerking houdt in dat ‘onze eigen’ Michiel van Blommestein dagelijks zal bloggen op www.datacenterprofessionals.net over het wel en wee in datacenterland in de hoop de discussie op gang te brengen. Of, zoals Michiel het zelf omschrijft, informatie bieden die ‘geheel is toegesneden op het werk van de gebouwenbeheerder, beveiliger, infrastructuurmanager en ieder ander die zijn geld verdient in koude gangen, tussen zoemende servers en daar omheen’. Een mogelijke volgende stap staat nog in de kinderschoenen: het opzetten van een veilingsite of marktplaats om tweedehands datacenterproducten te verhandelen. Zoals u verderop kunt lezen, bestaat er momenteel nauwelijks handel in gebruikte ups’en, koelsystemen of vloeren. De meeste datacenterspullen die worden afgedankt, verdwijnen rechtstreeks op de schroothoop. Het zou toch mooi zijn als we de spulletjes een tweede leven kunnen geven? Ideeën? Suggesties? We horen het graag. Ferry Waterkamp
[email protected]
in steenwijk
producten?
08 datahouse kiest voor led-verlichting 13 facebook gaat eigen datacenters bouwen 33 markt voor afgedankte datacenterbekabeling 10 nen en-50174 schept orde
in de netwerkwereld
management 14 linxtelecom bouwt datacenters
in voormalig oostblok
het datacenternetwerk
24 luchtbewegingen in kaart met cfd 36 reis naar de cloud begint bij koeling 18 koelinstallaties verduurzamen
met pcm
energievoorziening 28 kostenbesparing door
slim energiebeheer
en verder 40 it room infra 41 productnieuws 45 bicsi 46 column
advertentie Download APC White Paper 73 “De verborgen kosten van capaciteitsupgrades van datacenters verminderen” en maak kans om n Samsung Home Theatre te winnen! Kijk op onze website op www.apc.com/promo en gebruik toegangscode 74413T
Datacenterworks_NL_74413t.indd 1
|3
2010-01-28 07:53:02
P ra kti j k
“Belangrijkste uitgangspunt is
lake source cooling”
Groenste datacenter verrijst in Steenwijk
Teus Molenaar is freelance journalist
een klimaatneutraal rekencentrum in steenwijk. dat is eco2dc aan het bouwen. het moet eind 2010 operationeel zijn. “dan hebben we het groenste datacenter van heel europa”, stelt wessel graatsma, een van de initiatiefnemers. “en met de bedoeling er nog meer te bouwen in de landen waar we actief zijn.”
4|
datac e nte rwo r ks
Wessel Graatsma heeft in de IT-wereld naam gemaakt als mededirecteur van Touch The Progress, een value added distributeur van opslagoplossingen. In 2001 is TTP verkocht aan Bell Microproducts Solu tions. In 2004 is Graatsma gestart met Green Data Systems, een distributiebedrijf van energie-efficiënte producten voor datacenters. Hierbij gaat het niet alleen om hardware, maar ook om software en diensten. “In die tijd was de trend naar vergroening van rekencentra al zichtbaar”, verklaart hij de oprichting van Green Data Systems. Maar het unieke aan het rekencentrum, dat nu in Steenwijk verrijst onder de vlag van Eco2DC, vindt hij vooral de innige samenwerking tussen de drie partijen die dit mogelijk maken. Eco2DC is een initiatief van Compello, Unica en Green Data Systems. Compello is erg bedreven in het naar klanten toe brengen van managed services, Unica Installatiegroep is de technische knobbel in het driemanschap en Green
Data Systems heeft de kennis en de contacten om ervoor te zorgen dat de apparatuur die het rekencentrum wordt binnengedragen, zo energiezuinig mogelijk is. Daarom zit ook Piet Giesbers bij het gesprek. Hij is directeur Noord-Europa bij Brocade Communications Systems.
druk op kostenbesparing
Giesbers’ inbreng in het gesprek is niet alleen de opmerking dat de (SAN-)producten van Brocade tweederde minder energie gebruiken dan vergelijkbare producten van concurrenten. Bij de IP-producten (via de overname van Foundry) is dat nog niet het geval. “Maar onze onderzoekers doen er alles aan dat wel voor elkaar te krijgen.Wij moeten wel sterk innoveren, omdat wij aan het begin staan van productlijnen; HDS, HP en IBM bijvoorbeeld hebben een licentie op onze technologie.”
“We zorgen ervoor dat de aanwezige apparatuur zo efficiënt mogelijk wordt gebruikt. Virtualisatie is een no-brainer.” |5
P ra kti j k
“Het opgewarmde water gebruiken we om ons eigen kantoor te verwarmen, evenals gebouwen in de buurt.”
IT-doeleinden. Het merendeel zegt dat geld te gebruiken om de beveiliging van de systemen te verbeteren. Op de tweede plaats staat een investering in opslagmedia en -structuren in het rekencentrum. Vooral managers uit Frankrijk en Spanje kiezen ervoor het kapitaal aan te wenden voor de opwaardering van het laptop- en pc-park. Volgens Giesbers is het feit dat energie-efficiëntie een steeds belangrijker criterium bij het beslissingsproces bij IT-aankopen is, een bemoedigend resultaat. “Bovenaan staat interoperabiliteit, gevolgd door performance, prijs, merk en op de vijfde plaats energiegebruik. Toch lopen IT-managers tegen een aantal hindernissen aan als zij zuiniger apparatuur willen kopen. Daarbij noemen zij de hogere aanschafprijs, het gemis van te verwezenlijken oplossingen, en ten slotte het gemis van enthousiasme en ondersteuning door het algemeen management”, stelt Giesbers.
lake source cooling
Hij licht toe wat de bevindingen zijn van senior IT-beslissers als het gaat om terugdringing van energiegebruik. Hij doet dit aan de hand van de uitkomsten van een onderzoek hiernaar door onderzoeksbureau Vanson Bourne, in opdracht van Brocade. Zo blijkt dat bijna 80 % van hen aangeeft dat hun bedrijven meer dan een kwart van het IT-budget uitgeeft aan energiegerelateerde zaken, terwijl dat een jaar geleden in een gelijksoortig onderzoek nog maar 44 % was. Het belang van energiereductie is dus sterk gestegen. Er blijkt een sterke druk vanuit de organisatie op IT-managers te worden uitgeoefend die energie-uitgaven terug te dringen. Voornamelijk vanuit het oogpunt van kostenverlaging. Hier neemt de Benelux overigens een bijzondere positie in. Mensen uit Duitsland zeggen voor 59 % dat kostenverlaging de drijfveer is, tegenover 35 % in de Benelux. Als ecologie de drijfveer is om aan te dringen op vermindering van het energiegebruik, komt het percentage in de Benelux op 57, terwijl dat in Duitsland blijft hangen op 34.
investeren in beveiliging
Het onderzoek ‘Power and the IT Department’ is uitgevoerd in NoordAmerika, Benelux, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Italië, Spanje, Denemarken, Noorwegen, Zweden, Turkije en Dubai. De studie bracht aan het licht dat in de meeste gevallen het facilitair management, het elektriciteitsbudgetbeheer en de IT-afdeling (wellicht daarom) het effect van het stroomverbruik op het bedrijf niet evalueert. Ook hier springt de Benelux er positief uit. Op de vraag waarom de IT-afdeling geen processen heeft ingericht om het stroomverbruik te meten, antwoorden de respondenten uit Noord-Amerika voor 48 % omdat het ‘geen belangrijk onderwerp is’, in de Benelux en Turkije blijft dat percentage beperkt tot 16. Van de IT-managers die het wel lukt te besparen op energiekosten geeft een groot deel aan dat zij het bespaarde geld mogen aanwenden voor 6|
Van gemis aan enthousiasme kan Graatsma in elk geval niet worden beticht. Zijn droom is een keten van klimaatneutrale (wellicht energieleverende) datacenters in Europa, te beginnen op het industrieterrein Eeserwold te Steenwijk. Waarom dit Overijssels stadje dat alleen maar tijdens de Tachtigjarige Oorlog flink van zich deed spreken? Graatsma heeft een aantal antwoorden paraat. Hij begint met de aanwezigheid van een meertje (ontstaan door een zandafgraving) bij Steenwijk. “Want ons belangrijkste uitgangspunt is lake source cooling. Op een diepte van 40 tot 50 m heeft het grondwater onder dat meertje een constante temperatuur van 7 °C. Dat water gebruiken wij om het rekencentrum te koelen.” De aanwezigheid van zo’n waterdragende laag in de bodem is dus een vestigingsargument, maar er speelt meer. “Je moet ook toestemming krijgen van de betreffende autoriteiten om die waterlaag te gebruiken. Ik moet zeggen dat de overheden in ons geval positief hebben meegedacht en meegewerkt.” Maar er spelen nog meer zaken een rol, zoals de aanwezigheid van elektriciteit. De indruk bestaat dat je in de Randstad niet meer om stroom hoeft aan te kloppen bij de elektriciteitsmaatschappijen. De aanwezigheid van afnemers van warmte is eveneens een vereiste. Het koelwater warmt immers op gedurende zijn rondgang door het rekencentrum. “We hebben een overschot aan koelcapaciteit”, legt Graatsma uit. “Het opgewarmde water gebruiken we om ons eigen kantoor te verwarmen, evenals gebouwen in de buurt. Maar dat is natuurlijk alleen ’s winters nodig. Hoewel, we leveren ook aan een wasserij die bij ons in de wijk staat. Die heeft het hele jaar door warmte nodig.” Tot slot komt er nog een argument om voor Steenwijk te kiezen. Het ligt boven NAP. “Dat is voor een aantal klanten echt een pluspunt”, vertelt Graatsma. “Zij willen niet het risico lopen dat hun bedrijfsvoering stil komt te liggen, omdat het rekencentrum waar een groot deel van hun processen draaien onder water is komen te staan.”
laagste pue
Behalve lake source cooling zorgt het gebruik van elektriciteit dat lokaal is opgewekt met biomassa, voor het bereiken van klimaatneutraliteit. Graatsma geeft aan dat Eco2DC door innovatieve toepassingen wil
datac e nte rwo r ks
uitkomen op een energieconsumptie die lager ligt dan 1,1 PUE (Power Usage Effectiveness). Deze eenheid geeft het quotiënt weer tussen energieaanvoer en het energiegebruik van de infrastructuur in het rekencentrum. In de ideale situatie ligt dit dus op 1. De efficiëntste rekencentra van tegenwoordig komen uit op 1,2 PUE. Een record dat Eco2DC wil kloppen. Hierbij geholpen door gebruikmaking van de zuinigste apparatuur van onder andere Brocade. “Wij werken samen met duurzame leveranciers van hardware en software”, verklaart Graatsma. Want software is eveneens van uitermate belang de duurzaamheid van een rekencentrum op te krikken. “Daarmee zorgen we ervoor dat de aanwezige apparatuur zo efficiënt mogelijk wordt gebruikt.Virtualisatie is een no-brainer.” Hij verwacht dat het grootste deel van het rekencentrum in wording als host gaat optreden voor klanten. “In Denemarken, Zweden en Finland heeft hosting de overhand. Ook voor semi-overheidsinstanties als ziekenhuizen”, weet Graatsma. Het rekencentrum van Eco2DC is niet het eerste dat klimaatneutraal opereert. Evoswitch en Strato claimen dit stempel ook. Wel is het bedrijf de eerste die streeft naar een PUE van minder dan 1,1. “Wij willen onze klanten hierbij betrekken. We zullen al doende veel leren en die lessen willen we ter beschikking stellen aan eenieder die er wat mee wil. Ook dat is een aspect van duurzaamheid dat wij onderschrijven”, besluit Graatsma.
brocade sponsort roeister Van La Gomera (het op één na kleinste eiland van de Canarische Eilanden) naar het Caribische eiland Antigua is ongeveer 4.700 km. Deze eilanden zijn begin- en eindpunt van de Atlantic Rowing Race die voor het eerst in 1997 is gehouden. Sindsdien hebben 153 mensen de Atlantische Oceaan in een roeiboot overgestoken. De Britse Roz Savage was in 2005 de eerste vrouw die zo solo de oceaan bedwong. Het is haar zo goed bevallen dat ze nu bezig is de Stille Oceaan over te steken: van Californië naar Hawaï, van Hawaï naar Tuvalu en (in 2010) van Tuvalu naar Australië. Brocade sponsort Savage, omdat de onderneming is geraakt door de aandacht die zij vraagt voor een schone wereld. Toen Savage bijvoorbeeld door de ‘plastic soep’ op de Atlantische Oceaan roeide, riep zij op alleen nog maar biologisch af breekbaar plastic te gebruiken. We kunnen niet allemaal de oceanen overroeien om te pleiten voor een schonere aarde, aldus Brocade. Eraan toevoegend dat de bijdrage van dit bedrijf bestaat uit het maken van producten die zo weinig mogelijk energie nodig hebben. Brocade is bezig een nieuw kantoor te bouwen in San Jose. Dit moet een toonbeeld worden van een klimaatneutraal gebouw. Het pand is in de tweede helft van 2010 klaar. De belevenissen van Roz Savage zijn trouwens te volgen via www. roz-savage.com.
advertentie
All IT Rooms is een computerruimte System Integrator. Wij ontwerpen en bouwen nieuwe computerruimtes maar ook de herinrichting, verbouwing of verhuizing van uw huidige computerruimte is bij ons in goede handen. Onze dienstverlening op een rij: Consultancy Ontwerp Project management Realisatie Service
www.allitrooms.com Lange Kleiweg 50B ● 2288 GK Rijswijk ● Tel 070 31 98 999 ●
[email protected]
P ra kti j k
Nieuw concept voor regionale datacenters
Datahouse bouwt datacenter in Alkmaar datahouse legt momenteel de laatste hand aan een nieuw carrierneutraal datacenter in alkmaar. het regionale datacenter gaat volledig op groene stroom draaien en zal bovendien worden voorzien van led-verlichting in plaats van traditionele tl-buizen. Hans Vandam is freelance journalist
Datahouse Alkmaar moet eind maart of begin april de deuren openen en is de eerste grote serverruimte in Noord-Holland boven het Noordzeekanaal. De gemeenten in het gebied hopen dat de komst van het datacenter de lokale ict-sector stimuleert. Ook zijn de gemeenten zelf de eerste klanten van Datahouse; het datacenter gaat diensten leveren aan onder andere de gemeenten Bergen en Alkmaar. Het datacenter wordt gevestigd in het oude pand van een telecomprovider aan de Edisonweg in Alkmaar. Belangrijke voorzieningen als airco, noodstroomaggregaat en bekabeling waren hier al aanwezig wat de start van het datacenter heeft versneld. Het pand heeft een datavloer van 300 m² die plaatsbiedt aan 153 racks die worden gevoed door een modulair 1.600 A-busbarsysteem. Gedurende een gedeelte van de tijd zal de serverruimte worden gekoeld door vrije koeling.
led-verlichting
Datahouse belooft dat het datacenter volledig zal draaien op groene stroom. Ook bij de inrichting is gedacht aan het milieu en aan kostenbesparing. Opvallend is dat Datahouse in de serverruimte geen gebruikmaakt van traditionele tl-verlichting maar van led-tl’s, wat volgens Datahouse een energiebesparing van maar liefst 70 % oplevert. “Een gewone tl-buis van 120 cm neemt 36 W op, maar andere onderdelen in het armatuur nemen ook stroom op”, zegt Bauke Ybema van Unique Lights, dat de verlichting in Datahouse Alkmaar verzorgt. “Een armatuur met twee tl-buizen neemt in totaal 96 W op en dat is dus 48 8|
W per buis. Een armatuur met twee led-tl’s neemt 30 W op en dat is dus 15 W per led-tl. Wat voor een datacenter bovendien belangrijk is: led-verlichting geeft zeer weinig warmte af waardoor er dus minder gekoeld hoeft te worden.” Volgens Ybema biedt led-verlichting niet alleen voordelen voor het milieu en de portemonnee. “Het is rustig licht want het knippert niet. Gewone tl’s knipperen vijftig keer per seconde wat mensen onbewust toch merken. Dat knipperen kan bijvoorbeeld vermoeidheid veroorzaken.”
toekomst
Marco van Gink van Datahouse heeft al geruime tijd ervaring met het opzetten en exploiteren van datacenters. “Het team van Datahouse is samengesteld uit verschillende mensen die hun sporen hebben verdiend binnen de branche. Met een nieuw concept en de expertise die wij hebben opgedaan met andere datacenters op regionale locaties, willen wij van Datahouse Alkmaar een succes maken. Uiteraard ligt hierbij de nadruk op maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het duurzaam omgaan met energie trekt veel aandacht waardoor wij dit concept in 2010 ook middels meerdere regionale datacentra verder zullen uitrollen.”
datac e nte rwo r ks
De Genset-motor.
Een blik onder de verhoogde vloer.
Datahouse Alkmaar biedt een datavloer van 300 m2.
“Led-verlichting geeft zeer weinig warmte af waardoor er dus minder gekoeld hoeft te worden.” De Novec 1230-gasblusflessen.
|9
B e ka b e l i n g
Oene-Wim Stallinga is marketing director bij Nexans Cabling Solutions (www.nexans.com/LANsystems)
na jaren voorbereiding is in 2009 de nieuwe nen en-50174-bekabelingsnorm gepubliceerd. oene-wim stallinga analyseert welke impact deze standaard heeft op administratie en beheer van bekabeling.
Stapsgewijze handleiding voor aanleg bekabeling
NEN EN-50174 schept orde in de netwerkwereld Hoewel er over het algemeen een zerotolerancebeleid is voor netwerkuitval, vooral in de informatie-intensieve industrieën, is het onvermijdelijk dat incidenten tot enige inactiviteit leiden. Ongeveer 70 % van de netwerkuitval is te wijten aan iemand die het verkeerde patchsnoer eruit trekt. Dat maakt de noodzaak van richtlijnen op basis van ‘best practices’ duidelijk. Dit is grotendeels wat er in de Europese norm NEN EN-50174 staat, die in drie delen is gepubliceerd en die bedoeld is om een adequate planning, uitvoering en exploitatie van ITbekabeling te garanderen, of het nu koper of glasvezel is. We concentreren ons op het eerste deel van de norm – NEN EN-50174-1 – dat gericht is op een aantal functies, zoals veiligheid, specifi-
Ervoor zorgen dat het om hetzelfde nummer gaat aan beide uiteinden van een kabel, is slechts een van de richtlijnen in deze norm! 10 |
catieoverwegingen, kwaliteitsborging, documentatie, bekabelingsadministratie, herstel en onderhoud. In wezen is het een stapsgewijze handleiding van alles waarmee je rekening moet houden bij de aanleg van bekabeling voor informatietechnologie.
risico’s beheersbaar
De normen zijn bestemd voor iedereen die kabels specificeert, plant of implementeert, zoals architecten, ontwerpers, installateurs, inspecteurs, facilitair managers en eindgebruikers. Hoewel, behalve bij publiek gefinancierde projecten, er geen wettelijke redenen zijn de normen te volgen, zijn er genoeg andere redenen om de normen te volgen. Omdat de kosten voor een bedrijf erg hoog zijn als een bedrijfskritisch systeem uitvalt, is het zinvol dit risico beheersbaar te maken met adequate planning en installatie van de bekabeling. In de meeste omgevingen kunnen relatief kleine wijzigingen in het netwerk een enorme impact hebben. Als bijvoorbeeld een server die creditcardtransacties verwerkt, uitvalt, kan het een bedrijf in korte tijd duizenden euro’s kosten en dan is nog niet eens rekening gehouden met reputatieverlies. Het lijkt erop dat hoe bedrijfskritischer processen zijn, des te gevoeliger ze zijn voor veranderingen.
Daarbij zijn netwerken complexer geworden in vergelijking met vijf jaar geleden; door IPconvergentie is apparatuur, zoals cctv,VoIP en gebouwbeheersystemens, ook deel gaan uitmaken van het netwerk. De nieuwe NEN EN-50174-norm erkent de gevoeligheid en complexiteit van netwerken en hoe tijdrovend het is deze handmatig te beheren, vooral wanneer slechts een of twee mensen de ‘code’ voor de kabelverbindingen begrijpen. Ervoor zorgen dat het om hetzelfde nummer gaat aan beide uiteinden van een kabel, is slechts een van de richtlijnen in deze norm!
veiligheid
Een ander belangrijk element is veiligheid. Het spreekwoordelijke voorbeeld van een school waar twee gebouwen worden verbonden door een kabel die loopt van het ene raam naar het andere, is sprekend. Als deze norm voorkomt dat mensen denken dat het niet zoveel kwaad kan een potentiële bliksemafleider dwars door een kamer vol met kinderen te laten lopen, is dat des te beter! In het eerste deel van de norm wordt duidelijk aangegeven dat frames en kasten niet in toiletfaciliteiten moeten worden geïnstalleerd of in ruimten waar zich de brandblusapparatuur bevindt.
datac e nte rwo r ks
1. Dynamic Free Cooling van Stulz Airconditioning.
administratie en documentatie
De veiligheid in deze norm draait echter niet alleen om de locatie, maar richt zich in het bijzonder ook op kabels met lage ontvlambaarheid en leidingen en kabels die brandvertragend en niet-corrosief zijn en die weinig uitstoot van rook en giftige stoffen veroorzaken. Andere belangrijke elementen voor de norm,
zoals connectiviteit, documentatie, plattegronden van locaties, gaan meer over garanties voor bedrijfskritische naleving. Steeds vaker zijn ook andere richtlijnen hierop van toepassing, zoals Sarbanes-Oxley, Basel II en Itil. Nergens is dit belangrijker dan in de complexe en steeds groter wordende omgeving van een datacenter. Naast de traditionele uitdagingen
als betrouwbaarheid, flexibiliteit, groei en veiligheid wordt van datacenters nu ook verwacht dat ze functioneren onder toenemende druk van energiereductie en efficiënter gebruik van ruimte. De norm geeft richtlijnen over de wijze van administratie en documentatie voor diverse omgevingen, waaronder datacenters (zie tabel |11
B e ka b e l i n g
Tabel 1. Relatie tussen grootte van netwerk en type van administratie van poorten.
1). Hoe groter het netwerk is in aantal poorten, hoe sterker de noodzaak voor een goed georganiseerde administratie. De classificatie loopt uiteen van niveau 1, waarbij geen administratie nodig is, tot niveau 3, waarin de administratie elektronisch moet worden bijgehouden. Niet beschreven in tabel 1, maar wel in de bijbehorende tekst van de norm is de ‘best practice’ voor een zogenoemde uitgebreide (enhanced) administratie. Hiermee wordt bedoeld het automatisch administreren van vaste kabels en aansluitsnoeren in vooral kritische bedrijfsomgevingen. Het behoeft weinig betoog dat veel datacenters in deze laatste categorie vallen.
intelligent infrastructure management
Een IIM-oplossing (intelligent infrastructure management) kan bedrijven helpen aan deze norm te voldoen door hen te ondersteunen bij zaken als de garantie van IT-continuïteit tot en met de bewaking en controle van het stroomverbruik. IIM-oplossingen gebruiken
aantal te administreren poorten
2 t/m 100
101 t/m 15000
> 5001
Kantoor
1
2
3
Industrie
1
2
3
Woning
1
1
1
Datacenter
2
3
3
Niveau 1: geen verplichte administratie, Niveau 2: manuele administratie, Niveau 3: elektronische administratie
hardware en software voor het beheer van de fysieke infrastructuur en integreren informatie van diverse netwerklagen inclusief die van de aangesloten actieve apparatuur. IIM kan worden gebruikt om defecten te ontdekken, inbreuken op de beveiliging, veranderde apparatuur en verbindingsproblemen, terwijl tegelijk ook de locatie van het incident wordt vastgesteld. IIM vervangt tijdrovende handmatige controles door automatisch onbevoegde verbindingen of onderbrekingen in het systeem te detecteren. Al deze gebeurtenissen worden vastgelegd in realtime en opgeslagen in de database met een tijd- en datumstempel, zodat aan alle eisen voor audit trails
advertentie
Dynamisch in techniek www.hig.nl
HIG IT & Communicatie is uw turnkey partner voor Datacenters en Computerruimtes. Zowel voor bestaand als nieuw. Onze dienstverlening bestaat uit: • Consultancy • Engineering/Projectmanagement • Bouwkundig • Power/Noodstroom • Koeling • Security • Bekabeling • Inrichting • Onderhoud/Service Postbus 200 • 2810 AE Reeuwijk • Tel: 0182-398000 • Fax: 0182-398008
voor systeemwijzigingen wordt voldaan. Er kunnen rapporten met de actuele status worden gegenereerd die de systeemconfiguratie en het gebruik van de bedrijfsmiddelen weergeven. Dit alles bevordert betrouwbare en vlotte doorstroming van informatie. Deze standaarden geven op zich geen aanzet tot kostenbesparing. Maar met een dergelijke aanpak kunnen datacentermanagers een aanzienlijke verbetering van de totale beheerskosten bereiken en kunnen besparingen worden gerealiseerd door: • realtime bedrijfsmiddelenregistratie die tijdrovende, fysieke netwerkaudits overbodig maakt; • identificatie van de reservecapaciteit van bedrijfsmiddelen; • locatiecontrole op afstand; • verbeterd veranderingsmanagement; • minder diagnosetijd; • automatische waarschuwingen die ongeoorloofde verbindingen of verbrekingen tonen; • snelle, corrigerende maatregelen dankzij detectie-instrumenten; • minder uitvaltijd; • bewaking en controle van de temperatuuren stroomregeling.
tot slot
De norm NEN EN-50174 omvat een aantal standaarden waarvan het eerste deel zich toespitst op beheer en administratie. De normen zijn gebaseerd op ‘best practices’, die zich reeds hebben bewezen in de praktijk. Het valt te verwachten dat hiermee een aanzet zal worden gegeven voor het toenemend gebruik van hulpmiddelen, zoals IIM.
meer informatie
In DatacenterWorks november 2009 is een eerste artikel aan deze norm besteed.
P ra kti j k
datac e nte rwo r ks
Facebook gaat eigen datacenters bouwen
Bouw eerste faciliteit gestart Ferry Waterkamp is hoofdredacteur van DatacenterWorks
de sociale netwerksite facebook gaat zijn eigen datacenters bouwen om zijn 350 miljoen leden te bedienen. het eerste eigen datacenter verrijst in prineville in de amerikaanse staat oregon. “Toen we begonnnen als start-up kon de volledige dienst draaien op een enkele server en leasden we datacenterruimte in gebouwen die ook werden gebruikt door andere bedrijven”, vertelt hoofd techniek Jonathan Heiliger in een blogpost. “Naarmate het aantal gebruikers toenam en Facebook omvangrijker werd, werd het voor ons aantrekkelijker om volledige datacenters te leasen. Nu zijn we op het punt aangekomen dat we zelf datacenters gaan bouwen. Het voordeel van een eigen datacenter boven het huren van datacentercapaciteit is dat de infrastructuur geheel volgens eigen inzichten en behoeften kan worden ontworpen.” Het eerste Facebook-datacenter dat moet verrijzen in Prineville, Oregon, zal bijna 11.000 m² beslaan en naar verluidt ongeveer 180 miljoen dollar gaan kosten. Het datacenter wordt ontworpen volgens de Leed Gold-standaarden en uitkomen op een PUE-waarde van onder de 1,15.
energie-eff iciënt
Volgens Heiliger zal Facebook er alles aan doen om het datacenter zo energie-efficiënt mogelijk te maken en de impact op de omgeving te minimaliseren. Zo zal de nieuwe faciliteit gebruikmaken van vrije koeling en van koeling door verdamping van water in plaats van chillers. ‘Evaporative cooling’ is een systeem dat vaak minder energie kost dan de gebruikelijkere compressiekoeling. Ook wordt een ups-systeem ingezet dat volgens Facebook verdergaat dan de traditionele systemen en waarvoor Facebook een patent heeft aangevraagd. Het nieuw ontworpen systeem moet zorgen voor een energiebesparing van 12 %. De servers worden bovendien uitgebreid met een 12 V-batterij. De warmte die door de servers wordt afgegeven, wordt hergebruikt. Volgens Tom Furlong, bij Facebook directeur ‘site operations’ is ook de locatie gekozen mede met het oog op energie-efficiëntie. “Na een grondige analyse van de westkust concludeerde Facebook dat Prineville
het beste pakket te bieden had: een klimaat dat geschikt is voor vrije koeling, duurzame energiebronnen voldoende grond beschikbaar, getalenteerde arbeidskrachten en een stimulerende arbeidsomgeving aanwezig.” Het startsein voor de bouw is inmiddels gegeven. De constructie van het datacenter duurt twaalf maanden en zorgt voor de duur van de bouw voor tweehonderd banen. Na voltooiing zal het complex aan 35 mensen werk bieden, waarbij parttimers en werknemers op contract basis niet zijn meegerekend.
Facebook zet een ups-systeem in dat volgens Facebook verdergaat dan de traditionele systemen en waarvoor de netwerksite patent heeft aangevraagd. |13
Ma n ag e m e nt
“We willen nog verder oostwaarts”
Linxtelecom bouwt in voormalig Oostblok
bepaald geen alledaagse onderneming: datacenters bouwen en runnen in het voormalige oostblok! toch is dat precies wat het nederlandse bedrijf linxtelecom al sinds 2003 doet. en met succes, want linxtelecom beschikt inmiddels over twee datacenters in moskou en tallinn, terwijl nog dit jaar een derde in sint petersburg en een vierde in warschau operationeel worden. datacenterworks had een gesprek met erwin sparreboom, vicepresident operations van linxtelecom, over de mogelijkheden en moeilijkheden die het werken in deze regio met zich meebrengt. Paul Matthijsse is freelance journalist
In 2000 vatten enkele telecomveteranen het niet-alledaagse plan op carrier-activiteiten in het voormalige Oostblok te starten. Dit groepje, gelouterd in het telecomvak en eerder werkzaam bij onder meer bij Unisource, AT&T, Global Crossing en KPNQuest, zag al vroeg in dat dit een markt was die in de nabije toekomst heel wat potentie in zich zou kunnen hebben. Na de nodige voorbereidingen werd in het laatste kwartaal van 2000 het bedrijf Linxtelecom opgericht, met als thuisbasis Amsterdam. Eind 2003 werd het bedrijf operationeel. 14 |
focus op oost-europa
Linxtelecom positioneert zich als een internationale serviceprovider met een nadrukkelijke focus op Oost-Europa. Inmiddels beschikt het bedrijf over een eigen onderzees 120 Gbps DWDM-glasvezelnetwerk dat de landen rond de Baltische Zee verbindt. In combinatie met andere faciliteiten is daardoor een uniek netwerk ontstaan, dat de volgende steden omspant: Moskou en Sint Petersburg (Rusland), Tallinn (Estland), Riga (Letland), Vilnius (Litouwen), Kiev en Lviv (Oekraïne), Stockholm (Zweden), Helsinki
datac e nte rwo r ks
(Finland), Tbilisi (Georgië), Warschau (Polen), Boedapest (Hongarije), Frankfurt, Londen en Amsterdam. DCW: Waarom besloot Linxtelecom om activiteiten in Oost-Europa te gaan ontplooien? Erwin Sparreboom: “In 2000 heeft een aantal telecomveteranen, onder wie onze huidige CEO Jules Delahaije, het plan opgevat activiteiten in het voormalige Oostblok te starten, omdat de praktijk uitwees dat het voor telecombedrijven moeilijk was daar goede netwerkverbindingen op te zetten. De ict-diensten daar waren op dat moment ook minder volwassen dan hier in het westen. Linxtelecom voorzag dat deze regio zou gaan groeien en binnen een aantal jaren ook behoefte zou hebben aan kwalitatief hoogwaardige verbindingen en diensten. Behalve de internationale verbindingen tussen Oost
“Er is bijna overal een vergunning voor nodig en alles moet ook nog eens tot in de kleinste details worden beschreven.” en West wilden we op termijn ook de eindklanten op de lokale markten daar bedienen. Het opzetten van datacenters op strategische punten in het bestaande netwerk was hierbij een logische vervolgstap.”
datacenters
En die zijn er gekomen. Linxtelecom beschikt inmiddels over twee datacenters, waarvan er een in Tallinn (500 m 2 ) en een in Moskou (2.500 m 2 ) staat. Deze centers zijn verkregen door overname van twee lokale partijen, respectievelijk in 2003 (Datatelecom - voormalig KPNQwest, Estland) en in 2007 (het Russische deel van WideXS - voormalig Cable & Wireless). Daarnaast wordt binnenkort een derde datacenter in Sint Petersburg geopend, dat geheel van de grond af aan is opgebouwd en dat met zijn 7500 m 2 een van de grootste en kwalitatief hoogwaardigste data-
Erwin Sparreboom van Linxtelecom: “Het vinden van goede en betrouwbare lokale leveranciers, is van enorm groot belang.”
centers van heel Rusland wordt. Een vierde datacenter in het centrum van Warschau is in aanbouw, terwijl Linxtelecom nog dit jaar de eerste steen wil leggen voor een vijfde. Voor 2011 staan nog eens twee tot drie centers gepland en voor de jaren daarna nog meer. Kortom: aan groeiambities geen gebrek! Sparreboom: “Het probleem is dat maar heel weinig partijen in die regio kwalitatief goede datacenters kunnen bouwen. En dat is precies het gat waar we inspringen. We richten ons hierbij dan ook nadrukkelijk op het highend-datacentersegment.”
aanwezigheid een must is, op grote regionale operators die op zoek zijn naar snelle connecties met het westen en op regionale bedrijven, operators en ISP’s die internationale verbindingen en kwalitatief hoogwaardige diensten willen bieden. Linxtelecom biedt hen onder meer glasvezel- en ethernetverbindingen, VPN’s, virtuele PoP’s, beheerde diensten, IP-transit en lambda’s. De regionale dienstverlening bestaat daarnaast uit technieken als internettoegang, hosting, colocatie, VoIP en disasterrecovery.
diensten en klanten
gestapelde servicelagen
Met zijn regionale netwerk richt Linxtelecom zich op wereldwijde operators die Fortune 500-bedrijven bedienen en voor wie lokale
Sparreboom: “Voor wat betreft het netwerk zijn we destijds begonnen met het aanbieden van standaarddiensten, zoals E1’s. In de |15
Ma n ag e m e nt
afgelopen jaren hebben we ons netwerk echter voortdurend opgewaardeerd, waardoor we inmiddels ook in staat zijn op moderne technieken te focussen, zoals MPLS-VPN en ethernet-gerelateerde diensten. In onze datacenters bieden we ook verschillende services aan die zijn gekoppeld aan onze colocatie en netwerkdiensten, zoals een dienst als disasterrecovery. Deze dienst is heel gewild bij grote lokale en internationale banken, waarvan we er veel als klant hebben. We bouwen dan in het datacenter zelf een disaster-recoveryunit. Deze units bevatten gemiddeld twintig tot zestig volledig ingerichte werkplekken. Onze klanten creëren zo een uitwijkmogelijkheid om hun ict-diensten op hun eigen locatie beschikbaar te houden als er calamiteiten zijn.”
regionale vestigingen
In de loop der jaren is Linxtelecom flink gegroeid, door zowel autonome groei als acquisities. Inmiddels heeft het bedrijf naast het hoofdkantoor in Amsterdam ook regionale vestigingen en dochtermaatschappijen in Moskou, Sint Petersburg, Warschau, Tallinn, Riga, Vilnius, Kiev, Tbilisi, Boedapest, Helsinki, Stockholm, Frankfurt en Londen. Er werken in totaal ruim 150 mensen, van wie ongeveer 120 in de Oost-Europese regio. Samen bedienen zij ongeveer 6.000 klanten en sinds 2008 is Linxtelecom winstgevend. Sparreboom benadrukt het belang van deze lokale kantoren: “Een uitdaging voor een regionale dienstverlener als Linxtelecom is dat onze markt vele landen omspant. Al die landen hebben hun eigen cultuur, hun eigen tradities, hun eigen taal en vooral ook hun eigen manier van werken. Ook de regelgeving voor datacenters en netwerken verschilt van land tot land. Dat levert een grote stapel papierwerk op waar je je doorheen moet worstelen. Dat is niet altijd even leuk, maar vormt nu eenmaal onderdeel van onze business. Toch hebben we al in een vroeg stadium onderkend dat we niet alles vanuit Nederland konden regelen, je moet vooral niet denken dat wij in Nederland alles beter weten dan de mensen in de regio zelf, integendeel. Vandaar dat het 16 |
Binnen in Moskou.
een zeer belangrijk onderdeel van onze strategie is zoveel mogelijk mensen lokaal, dus in de regio, aan te nemen. Die weten veel beter dan wij hoe het werkt zaken lokaal te regelen en welke paden je daarvoor het best kunt bewandelen. Persoonlijk denk ik dat dit een van de belangrijkste redenen is waarom we succesvol zijn: wij respecteren de lokale culturen en de manier van werken en dat wordt vanuit de regio duidelijk gewaardeerd.”
it in oost-europa
Cisco geeft jaarlijks een lijst uit met de ‘IT awareness’ van landen over de hele wereld, met als doel de acceptatie van ict door een samenleving te kwantificeren. Hoe is het daarmee in Oost-Europa gesteld?
“Het probleem is dat maar heel weinig partijen in die regio kwalitatief goede datacenters kunnen bouwen.”
Sparreboom: “Dat is daar op dit moment nog niet zo belangrijk als hier in het westen. Vergelijk het met hoe de markt hier was een jaar of tien geleden. Datacenters, zoals we die hier nu kennen, bestonden vrijwel niet. Organisaties die dergelijke diensten nodig hadden, plaatsten dat daarom vaak in-house. Deze in-housefaciliteiten waren echter beperkt in beschikbaarheid en schaalbaarheid. Nu de datacenters en de daaraan gerelateerde diensten in het westen volwassen zijn geworden, is een duidelijke trend naar outsourcen ontstaan. In Oost-Europa staat deze ontwikkeling nog in de kinderschoenen. De kwaliteit van veel van de bestaande datacenters in de regio is nog niet goed genoeg klanten over te laten stappen. Maar wij merken dat de markt daar de trend in het westen volgt en dat de vraag naar kwalitatief hoogwaardige datacenters toeneemt. Naarmate de contacten met de omliggende landen en het westen verder toenemen en steeds meer kritische bedrijfsprocessen via netwerken worden afgehandeld, zullen bedrijven gaan inzien dat het wel degelijk loont te investeren in een goede ict-infrastructuur. Anders gezegd: naarmate het gebruik van ict in de bedrijfsvoering toeneemt, zullen de eisen met betrekking tot zaken als beschikbaarheid, back-up en security hoger worden. Klanten zullen daarbij de serviceniveaus steeds meer willen vastleggen in SLA’s, net zoals we dat in het westen inmiddels gewend zijn.”
datac e nte rwo r ks
specif ieke problemen
Brengt het werken in het voormalige Oostblok nog specifieke problemen met zich mee? Sparreboom: “Uiteraard komen we daar veel zaken tegen die anders zijn dan we hier in het westen gewend zijn. Een voorbeeld hiervan is de dienstverlening van leveranciers van hardware. Er wordt vaak veel beloofd, maar dat kan uiteindelijk in veel gevallen niet worden nagekomen. Als je bijvoorbeeld een kapot onderdeel hebt, zegt de leverancier jou in het servicecontract toe dat je binnen 24 uur een nieuw onderdeel zult ontvangen. Maar dat onderdeel blijkt je leverancier dan toch niet op voorraad te hebben, waardoor je zes weken of meer moet wachten op een vervangend onderdeel. Daarmee hebben we in het begin een aantal teleurstellende ervaringen gehad. Dit hebben we uiteindelijk ondervangen door lokaal onze eigen voorraad reserveonderdelen voor kritische systemen aan te houden. Uit dit voorbeeld blijkt wel dat het vinden van goede en betrouwbare lokale leveranciers, van enorm groot belang is. Een ander probleem is bijvoorbeeld het vergunningenstelsel in Rusland, dat vele malen complexer is dan we hier gewend zijn. Er is bijna overal een vergunning voor nodig en alles moet ook nog eens tot in de kleinste details worden beschreven, waarbij er weinig tot geen ruimte voor flexibiliteit is. Als je dan denkt alles op orde te hebben, veranderen de regels weer. Dit is een enorme uitdaging en om hiermee goed om te gaan moet je dergelijke complexe regels heel goed uitzoeken en leren begrijpen. Een bijkomend probleem is nog dat sommige zaken niet landelijk, maar regionaal zijn geregeld, waardoor het in Sint Petersburg vaak net weer iets anders is geregeld dan in Moskou.”
aan de weg timmeren
De afgelopen jaren heeft Linxtelecom flink aan de weg getimmerd. Voorziet u nog expansie buiten uw huidige werkterrein? Sparreboom: “Jazeker, we blijven ambitieus! We hebben uiteraard een plan hoe we willen uitbreiden, maar in de praktijk is het uiter-
Het datacenter van Linxtelecom in Tallinn.
aard toch vaak de markt die dicteert. Dikwijls komt er een vraag van een klant of is er ineens een mogelijkheid ergens een overname te doen, waardoor we kunnen besluiten het plan iets aan te passen. Maar voor wat betreft datacenters willen we op de korte tot middellange termijn uitbreiden naar landen als Oekraïne, Roemenië, Hongarije en Bulgarije, en in de Kaukasus (Armenië, Georgië en Azerbeidzjan). Op de langere termijn wil-
len we nog verder oostwaarts (bijvoorbeeld Kazachstan en aansluitende regio’s). We zien daar op dit moment echter nog een achterstand op telecomgebied en deregulering, waardoor het voor het bouwen van datacenters momenteel te vroeg is. Dit kan uiteraard binnen een aantal jaren sterk zijn veranderd. Vandaar dat we ook daar in een vroeg stadium voet aan de grond willen krijgen!” advertentie
Toe aan een nieuwe computerruimte? Van
Gratis ontwerp tot realisatie Quick Scan!
Vaultex neemt u alle zorg uit handen!
AN AEGIDE COMPANY
www.vaultex.eu/qs
[email protected] Tel. 0413-311 111
Ko e l i n g
Harry Schmitz en Walter van Kampen zijn werkzaam bij Autarkis bv
Koelinstallaties verduurzamen met PCM
Een nieuwe generatie autarkische datahotels de markt van datacenters is sterk groeiende en verantwoordelijk voor een stijgende koelbehoefte zowel in nederland als wereldwijd. deze groei gaat gepaard met sterke stijging van het energiegebruik en met een toenemende hfk-emissie door koudemiddellekkage wat sterk bijdraagt aan het broeikaseffect. volgens harry schmitz en walter van kampen is het dan ook tijd voor een nieuwe generatie koeling die gebruikmaakt van pcm-koeling in plaats van dx-koeling. Uit vooronderzoek komt naar voren dat de tot nu toe toegepaste koelinstallaties voor datacentra technisch niet noodzakelijk zijn en dat door mechanische ventilatie gecombineerd met faseovergangsmateriaal in een ‘buitenlucht closecontrole-unit’ een grote energiebesparing te realiseren valt zonder dat dit ten koste gaat van de bedrijfszekerheid. Bovendien maakt toepassing van deze techniek de verduurzaming van de klimaatinstallatie van datacenters gemakkelijker, immers er wordt nog maar een fractie van het elektrisch vermogen opgesteld voor koeling. Bijkomend voordeel is dat door de eenvoud van deze installatie ook het onderhoud tot een minimum wordt beperkt. In dit artikel onderscheiden we drie generaties datahotels: – De huidige generatie datahotels. – Een nieuwe generatie datahotels. – Een nieuwe generatie autarkische datahotels. De nieuwe generatie datahotels onderscheidt zich van de huidige generatie datahotels doordat de computerrekken in de serverruimte niet worden aangesloten op AC- maar op DC-stroom. Ook wordt de bouwkundige schil van het datahotel in plaats van goed zeer slecht geïsoleerd. En niet te vergeten de DX-koeling wordt vervangen door PCM-koeling. Qua koelprincipe maakt dit geen enkel verschil, omdat DX-koeling gebruikmaakt van de overgang van vloeibaar naar gas en de PCM-koeling daarentegen alleen maar gebruikmaakt van de fase18 |
wat is pcm-koeling?
PCM staat voor Phase Change Materials, in het Nederlands vertaald als faseovergangsmateriaal. PCM-koeling en -verwarming is niets anders dan een geavanceerdere manier van mechanische compressiekoeling. In de huidige directe expansie (DX) closecontrole-units wordt koelvloeistof ingespoten in de verdamper. De koelvloeistof verdampt en koelt daardoor de omgevingslucht. Het verdampte koelgas wordt door de compressor aangezogen en condenseert weer in de condensor. In de condensor verwarmt het condenserende gas de omgevingslucht. Via het expansieventiel wordt de koelvloeistof weer ingespoten in de verdamperbatterij. Het betreft een momentaan thermodynamische kringproces met bewegende delen. PCM-koeling en -verwarming functioneert op exact dezelfde wijze, alleen de woorden verdampen en condenseren worden vervangen door de woorden smelten en weer bevriezen en het betreft een tijdverschoven thermodynamisch kringproces zonder bewegende delen. Je kunt met een gerust hart zeggen conventionele, directe expansiekoeling in closecontroleunits is een ouderwetse en niet duurzame wijze van PCM-koeling met bewegende delen die uiteindelijk toch alleen maar stuk zullen gaan en veel onderhoud behoeven. Echte innovatieve PCMkoeling via de faseovergangen smelten en weer bevriezen bezit al deze nadelen in het geheel niet.
datac e nte rwo r ks
overgang van vast naar vloeibaar. De nieuwe generatie autarkische datahotels onderscheidt zich van de nieuwe generatie datahotels doordat een overstap wordt gemaakt van een centrale energievoorziening naar een decentrale energievoorziening. De computerrekken op zich worden omgevormd tot gedecentraliseerde datacentra. Alle stellingen worden hier onderbouwd op een rekenkundige wijze, zodat iedere lezer in staat is alle berekeningen en uitgangspunten te verifiëren en zo nodig te corrigeren.
de huidige generatie
De dataverwerking. Het betreft een datahotel voorzien van twaalf computerrekken elk met een voelbare warmtedissipatie van 6,5 kW, totaal 78,0 kW. De rekken worden aangesloten op het 230/300 V wissel- en draaistroomnet (= alternating current, dat wil zeggen een ACelektriciteitsnet). De specifieke koelbelasting in de ruimte bedraagt 1.560 W/m2 netto vloeroppervlak (NVO). De bouwkundige constructie. De computerrekken worden geplaatst in een goed geïsoleerde ruimte met een NVO van 50 m2 en een isolatiedikte van de buitenschil van 10 cm. Het maximale transmissieen infiltratieverlies onder nominale winterse ontwerpcondities bedraagt 2,6 kW, dit stemt overeen met een specifieke verwarmingsbelasting van 52 W/m2 NVO dus slechts 3 % van de interne voelbare koelbelasting. De werktuigbouwkundige installatie. De tot dusverre meest geëigende manier van klimaatconditionering van kleinere datacentra betreft de installatie van redundante luchtgekoelde, directe expansie close-controle-units (DX-CCU), die bestaan uit een binnenunit met recirculatieventilator, DX-verdamper en expansieventiel en een buitenunit voorzien van een buitenluchtventilator, DX-condensor en koelmiddelcompressor. Een en ander elektrisch aangesloten op weer het AC-net. De computerrekken worden in het datacenter gepositioneerd in een zogenoemde warme-tunnelopstelling. De gekoelde lucht wordt via de verhoogde computervloer tussen de rekken toegevoerd en door de computers opgewarmd, waarna de opgewarmde lucht in de downflow DX-CCU wordt gekoeld en als geconditioneerde lucht weer via de verhoogde plenumvloer in de up-flow tunnel wordt toegevoerd. De maximale luchttoevoertemperatuur bedraagt 22 °C, terwijl de maximale retourluchttemperatuur 32 °C bedraagt. Het benodigde recirculatieluchtdebiet V= 3 x 78.000 = 23.400 m3/h. betreft dan Met een 10 opvoerhoogte van de recirculatieventilator van 500 Pa en een overall ventilator-motorrendement van 70 % bedraagt het opgenomen krachtx 500 vermogen van de Pfan 23.400 3.600 x 0,7 =4,6 kW. ventilator De gemiddelde verdampingstemperatuur van het koelmiddel in de verdamper zal zo rond de 10 °C liggen en de condensortemperatuur bedraagt circa 45 °C bij een buitenluchttemperatuur van 30 °C. Indien het een thermodynamisch goed geconstrueerde DX-CCU betreft, functioneert de compressor onder vollastcondities met een coëfficiënt of performance van (273 = 10) COP=0,60 x (45 - 10) = 4,9. Het te installeren compressorvermogen betreft 78 dan kW. 4,9 = 15,9 Het benodigde buitenluchtdebiet voor de koeling van de condensor wordt uitgelegd op een temperatuurverschil tussen de intredende en uittredende buitenlucht van circa 6 °C, aldus resulteert een + 15.900) benodigd buitenluchtdebiet van Vk 3 x 4.600 + 78.000 = 49.250 m3/h. 6
Met een opvoerhoogte van 250 Pas en een ventilatorrendement van 80 % bedraagt het opgenomen krachtvermogen voor de buitenluchtx 250 ventilator Pfan 49.250 De berekening van de overall 3.600 x 0,8 =4,3 kW. COP-waarde van de luchtgekoelde DX-CCU-installatie levert dan op: 78 COP 4,6 + 15,9 + 4,3 = 3,2 . Hoewel de koelbelasting een continu karakter vertoont, functioneert de luchtgekoelde koelinstallatie verre van altijd op vollast. De gemiddelde buitentemperatuur in Nederland bedraagt 10 °C. Onder deze buitenluchtcondities draait de compressor op deel(273 + 10) last met een gemiddelde COP van 0,60 x ((45 - 20) - 10) = 23.400. 78 Het gemiddeld opgenomen krachtvermogen bedraagt dan 11,3 = 6,9 kW. De SPF (seasonal performance factor) van de koelinstallatie voor een 78 continue koelbelasting bedraagt dan 4,6 + 6,9 + 4,3 = 4,9. De reguliere regeling van een DX-close-controle-installatie betreft een constant-volumeregeling, dat wil zeggen de ruimtetemperatuur wordt geregeld via deel- en vollastbedrijf van de compressor en niet door toerenregeling van de binnenventilator. De elektrotechnische installatie. Aldus is een all-electrical oplossing voor de energievoorziening ontworpen. Met een cosinus phi van 0,85 bedraagt het elektrische aansluitvermogen van het datahotel 4,6 + 15,9 + 4,3 + 78,0 121 kVA. 0,85 Het jaarlijkse elektriciteitverbruik van de huidige generatie datahotels bestaat dan uit twee posten: • elektraverbruik voor de computers, groot ; 78 (kW) x 365
(dagen) (h) kWh(e) x 24 dag = 683.280 a a
• het elektraverbruik van de luchtgekoelde DX-CCU-installatie groot 683.280 kWh(e) 4,9 = 139.450 a
Samengevat geeft tabel 1 samen met afbeelding 1 een en ander weer.
1. Het procesflowdiagram van de huidige generatie datahotels.
|19
Ko e l i n g
Tabel 1. De fysische data van de huidige generatie datahotels.
De warmtedissipatie in het datahotel. 1. 12 [stuks] datarekken van elk 6,5[kW] = 78 [kW]. 2. Aansluitspaning 230 - 300 [VAC]. De bouwkundige constructie. 3. Netto vloeroppervlak 50 [m2 NVO] W 4. U-waarde schil = 0,4 [ m2.K ]. W ]. 5. Nominaal transmissie en infiltratieverlies = 52 [ m2.NVO De werktuigbouwkundige installatie. 6. Luchtgekoelde DX-CCU met een voelbaarkoelvermogen van W 1.560 [ m2.NVO ]. m2 7. Een recirculatieluchtdebiet van 470 [ h.m2 NVO ]. . 8. Een SPF = 4,9 De elektrotechnische installatie. 9. Een E-aansluiting van 2.420 10. Aansluitspanning 230 - 300 [VAC]. De meet- en regelinstallatie. 11. Een constant-volumedebiet = CV-systeem. Het jaarlijkse energiegebruik. 12. Het betreft een all electrical solution met een continue bedrijfswijze 8.760 [ ha]. kWh(e) 13. Het jaarlijkse elektriciteitsverbruik bedraagt 16.455 [ a.m2 NVO ].
een nieuwe generatie datahotels
De dataverwerking. Het betreft weer een datahotel met twaalf computerrekken met elk een informatievermogen van 6,5 kW equivalent, totaal dus weer 78,0 kW. De rekken worden echter niet meer aangesloten op het 230/300 V wissel- en draaistroomnet (= alternating current, dat wil zeggen een AC-elektriciteitsnet), maar op bijvoorbeeld een 16 V-gelijkspanningsnet (= direct current, dat wil zeggen een lokaal DC-elektriciteitsnet). De conversie van AC naar DC wordt niet meer ingebouwd in de computerrekken, maar verplaatst naar buiten het datacenter. Elke computer werkt namelijk intern op gelijkspanning. Het conversieverlies van AC naar DC bedraagt circa 10 %. De specifieke koelbelasting in de ruimte zakt daardoor van 1.560 naar 1.400 W/m2 NVO, totaal dus 70 kW.
De nieuwe generatie autarkische datahotels onderscheidt zich van de nieuwe generatie datahotels doordat een overstap wordt gemaakt van een centrale energievoorziening naar een decentrale energievoorziening. 20 |
De bouwkundige constructie. De computerrekken worden niet meer geplaatst in een goed geïsoleerde ruimte, maar bij wijze van spreken in een slecht geïsoleerde circustent met wel weer een NVO van 50 m2. De U-waarde van de gebouwschil neemt toe van 0,4 naar 5,5 W/m2 per K-temperatuurverschil tussen binnen en buiten. Het maximale transmissie- en infiltratieverlies onder nominale winterse ontwerpcondities neemt dan toe van 52 naar 490 W/m2 NVO dus 490 1.400 x 100 = 35% van de nieuwe interne voelbare koelbelasting. Zoals in afbeelding 2 schematisch is weergegeven, wordt de circustent of het glazen datahotel voorzien van een zomersstralingsscherm. Op het te installeren voelbare koelvermogen heeft de circustent weinig invloed, maar op de jaarlijkse koelenergie wel. De gemiddelde buitentemperatuur in Nederland bedraagt 10 °C. De gratis jaarlijkse koelenergie door transmissieen infiltratieverlies bedraagt bij een gemiddelde binnentemperatuur van W 27 - 10 dagen h 2 27° C dan 27 + 10 x 490 [m2 NVO] x 50 [m NVO] x 365 a x 24 dag = 98.609 kW thermische koelenergie per jaar. Dat deze energiebesparing optreedt, wordt op twee wijzen gerealiseerd: • de warme lucht van 32 °C wordt expliciet langs het dak en de buitengevel gevoerd; • de meet- en regelinstallatie wordt omgebouwd van een constantvolumesysteem (CV-systeem) naar een variabel-volumesysteem (VAV-systeem). Hierover later meer. De werktuigbouwkundige installatie. De luchtgekoelde redundante DX-CCU’s worden vervangen door PCM-CCU’s. Smeltend ijs is een bijzonder goed voorbeeld van een faseovergangsmateriaal. Als ijs van 0 °C overgaat in water van 0 °C bedraagt de koelenergie 332 kJ/kg ijs. Ter vergelijking 1 kg koelwater met een temperatuurtraject van 6 naar 12 °C, een zeer gebruikelijk koeltraject in oudere koelinstallaties, vertegenwoordigt maar een koelenergie van 1 [kg]x4,2 [ kg.kJK ] x12 (12-60[K]=25kJ/kg oftewel slechts 8 % van de aggregatieovergang van vast (= ijs) naar vloeibaar (= ijswater). Kortom aggregatieovergangen worden gekenmerkt door thermodynamisch beschouwd twee fundamentele grootheden: • een vaste temperatuur tijdens de overgang; • bijzonder grote koel- en verwarmingsenergieën. Het grote nadeel van ijs als PCM-materiaal voor het klimatiseren van ruimten is dat de smelttemperatuur van 0 °C te laag is om via directe vrije-buitenluchtkoeling weer te regenereren. Daarom hanteert Autarkis een PCM-materiaal met een smelttemperatuur van 22 °C voor datahotels. Nu, zoals in afbeelding 2 is weergegeven, wordt in de CCU in plaats van een DX-koelbatterij een PCM-koelbatterij ingebouwd die de luchttoevoertemperatuur conditioneert op 22 °C. De aangezogen buitenlucht heeft zomers, overdag, een maximale temperatuur van 28 °C. In tegenstelling tot de buitenunit met de DX-condensor, die opgesteld staat op het dak van het datahotel, heeft de buitenluchtaanzuiging plaats op maaiveldniveau. De buitentemperatuur op maaiveldniveau is altijd circa 2 °C koeler dan boven op het dak van het datahotel. De aangezogen buitenlucht wordt overdag voelbaar gekoeld naar 22 °C waarbij het PCM-materiaal smelt. De minimale zomerse nachtelijke temperatuur bedraagt 16 °C en deze wordt door de PCM-batterij opgewarmd naar
datac e nte rwo r ks
ook weer 22 °C waarbij het PCM-materiaal dan invriest. Door de continue bedrijfswijze van het datahotel wordt het PCMmateriaal automatisch weer geregenereerd. Net hetzelfde als bij de DX-CCU waarbij het koelmiddel een kringproces doorloopt van verdamping, compressie, condensatie en expanderen, doorloopt de PCMkoeling ook een kringproces van smelten en weer bevriezen. Dus de DX-koeling bestaat uit de aggregatietoestanden vloeibaar en gas, terwijl de PCM-koeling uit de aggregatietoestanden vast en vloeibaar is opgebouwd. De PCM-installatie bestaat verder uit een luchttoevoer- en -afvoerventilator met mengsectie. De installatie wordt geregeld als een variabel-volumedebiet. Het temperatuurverschil tussen toevoer van 32 °C en de luchttoevoertemperatuur van 22 °C wordt constant gehouden op 10 °C. Als extra transmissie- en infiltratieverlies optreedt zal het toerental van de beide ventilatoren worden teruggeregeld. Dit gedrag vinden we terug in de navolgende energieberekeningen. Onder wintercondities, als de toevoerlucht dreigt te zakken onder de 22 °C, zal meer recirculatielucht van 32 °C worden bijgemengd bij de toevoerlucht via aansturing van de mengsecties. Als laatste resulteert nog de te installeren redundantie. Deze wordt verzorgd door conventionele DX-CCU’s. Mocht nu door wat voor reden dan ook de PCM-koeling falen dan springt de DX-koeling bij. Met recht kan hier worden gesproken van een hybride combinatie van PCM- en DX-koeling. 1400 = 420 m3/h/m2 Het luchttoevoer- en -afvoerdebiet bedraagt V = 3 x 10 m2 oftewel totaal 21.000 [ h ] . Het te installeren luchttoevoer- en -afvoerventilatorvermogen, elk met een maximale opvoerhoogte van 250 21.000 x 250 2 x 3.600 x 0,75 =3,9 kW. P, bedraagt dan De elektrotechnische installatie. Aldus is weer een all-electrical oplossing voor de energievoorziening ontworpen. De conversie van AC naar DC is gelegd buiten de serverruimte, wat weliswaar heeft geleid tot een verlaging van de warmtedissipatie in het datahotel, maar de cosinus phi van 0,85 blijft gehandhaafd en het elektrische aansluitvermogen van + 78,0 96 kVA. de het datahotel bedraagt uiteindelijk dan 3,90,85 De jaarlijkse energiebesparing. De jaarlijkse energiebesparing wordt als volgt berekend: dagen h • de jaarlijkse koelvraag bedraagt 70[kW]x365[ a ]x24 dag=613.200kWh/a Zoals reeds berekend, bedraagt het extra transmissie- en infiltratieverlies 98.609 kWh/a. Door de maatregelen DC-elektriciteit en het slechter isoleren van de gebouwschil reduceert de jaarlijkse koelenergie van naar 683.280 [ kWh(t) ] naar 613.200-98.609=514.590kWh/a; a • gelet op de variabel-volumeregeling en de slechte isolatie van de gebouwschil draaien de ventilatoren doorgaans in deellast en wel 514.590 maar op 613.200 x100=84% %. Het jaarlijkse elektraverbruik bedraagt d h 3 dan 0,84 kWh/a; x 3,9[kW] x 365 [ a ]x24 d =20.250 kWh/a • Uiteindelijk resulteert een SPF 683.280 20.250 = 33,7. Samengevat geeft tabel 2 samen met afbeelding 2 een en ander weer.
2. Het proces-flowdiagram van een nieuwe generatie datahotels.
Tabel 2. De fysische data van de nieuwe generatie datahotels. De warmtedissipatie in het datahotel. 1. 2. De 3. 4. 5. De 6.
12 [stuks] datarekken van elk 8,85 [kW] = 70 [kW]. Aansluitspanning 16 of 24 of 48 [VDC]. bouwkundige constructie. Netto vloeroppervlak 50 [m2 NVO]. U-waarde schil = 55[ mW2.K ] Nominaal transmissie en infitratieverlies = 490 [ m2W .NVO ] werktuigbouwkundige installatie. Luchtgekoelde PCM - CCU met een voelbaar koelvermogen van W 1.400 [ m2.NVO ] 2 7. Een recirculatieluchtdebiet van 420 [ h.mm2 NVO ] 8. Een SPF = 33,7 De elektrotechnische installatie. 9. Een E-aansluiting van 1.920 [ m2VA .NVO ] 10. Aansluitspanning 230 - 300 [VAC] De meet- en regelinstallatie. 11. Een variabel volumedebiet = VAV-systeem. Het jaarlijkse energiegebruik. 12. Het betreft een all electrical solution met een continue bedrijfswijze 8.760 [ ha ] kWh(e) 13. Het jaarlijkse elektriciteitverbruik bedraagt 14.070 [ a.m 2 NVO ] Algemene conclusies Op grond van de tabellen 1 en 2 kan worden geconcludeerd dat: 2.420 - 1.920 = 20[%] • de elektrische aansluitkabel voor het datahotel met 2.420 kan worden verkleind; • het elektrische energiegebruik voor de klimatisering van het data- 4,9 hotel met 33,7 33,7 = 85[%] wordt gereduceerd; 822.730 - 703.530 = 15[%] • het overall elektrische energiegebruik met 822.730 wordt gereduceerd. |21
Ko e l i n g
de nieuwe generatie autarkische datahotels
Het grote probleem van de nieuwe generatie datahotels, ondanks het feit dat het elektriciteitverbruik voor koeling extreem is gereduceerd, vormt nog steeds dat het voorzien in een ‘off the grid’ krachtstroom door lokale UWT’s (urban wind turbines) en pv-zonnecellen in Nederland vooralsnog een ondoenlijke zaak is. Het betreft twaalf computer2 rekken, waarvoor benodigd 50 m2 NVO. Dus circa 50 per 12 =4 m NVO computerrek. Elk computerrek wordt samen met een ups in een nietgeïsoleerde zeecontainer geplaatst (het dak van de zeecontainer en de zuidgevel worden wel geïsoleerd). Deze zeecontainer wordt nu uitsluitend van DC-stroom voorzien, zodat de lokale cosinus phi toeneemt van 0,85 naar 1,00. In deze niet-geïsoleerde zeecontainer wordt natuurlijk ook weer PCM-koeling geïnstalleerd en lokaal aangesloten op een hybride combinatie van 40 % pv-vermogen en 60 % UWT-vermogen die zijn uitgerust met synchrone gelijkstroomgeneratoren. De DC- naar AC-conversie van de lokale pv- en UWT-stroomproductie vervalt dan overeenkomstig, waardoor deze lokale elektriciteitsproductie circa 10 % kleiner wordt gedimensioneerd. In tabel 3 en afbeelding 3 zijn de fysische data gegeven voor een zeecontainer met een computer rek.
Het proces-flowdiagram van een nieuwe generatie autarkische datahotels.
22 |
Het betreft dan een stand-alone, ‘off the grid’ zeecontainer met een computerrek van 5,6 kW aan computervermogen dat als gedecentraliseerde eenheid in een internationaal informatienetwerk fungeert. Het betreft dan een autarke decentrale informatievoorziening.
Tabel 3. De fysische data van de nieuwe generatie autarkische datahotels. De warmtedissipatie in de zeecontainer. 1. 1[stuk] datarek van 5,6 [kW] . 2. Aansluitspanning 16 of 24 of 48 [VDC]. De bouwkundige constructie. 3. Netto loeroppervlak 4 [m2 NVO]. W 4. U-waarde schil = 55[ m2.K ]. W 5. Nominaal transmissie en infiltratieverlies = 490 [ m2.NVO ] De werktuigbouwkundige installatie. 6. Luchtgekoelde PCM - CCU met een voelbaar koelvermogen van kW 1,4 [ m2 NVO ] = totaal 5,6 [kW]. 2 2 7. Een recirculatieluchtdebiet van420 [ h.mm2 NVO ] = totaal 1.680 [ mh ]. 8. Een SPF = 33,7 De elektrotechnische installatie. 9. Het betreft weer een all electrical solution. 10. Een E-aansluiting van 1,6 [ mkVA 2 NVO ] = totaal 6,4 [kVA]. 11. Aansluitspanning 16 of 24 of 48 [VDC]. De meet- en regelinstallatie. 12. Een variabel volumedebiet = VAV-systeem. Het jaarlijkse energiegebruik. 13. Het betreft een all electrical solution met een continue bedrijfswijze 8.760 [ ha ] 14. De jaarlijkse lokale elektriciteitsproductie bedraagt kWh(e) kWh(e) 14.070 [ a.m2 NVO ] = totaal 56.280 [ ] a 15. Hierin wordt voorzien door 40 % pv-cellen zonder invertor voor de transformatie van DC naar AC, dat wil zeggen de lokaal geproduceerde stroom wordt direct benut. Het benodigde pv-oppervlak bedraagt circa 140 [m2]. 16. Verder wordt hierin voorzien door 60 % gelijkstroom UWT’s dus weer zonder invertor voor de transformatie van DC naar AC. Het benodigde UWT-vermogen bedraagt dan 25,6 [kW] .
Ma n ag e m e nt
datac e nte rwo r ks
Koeling en ventilatie van datacenters
Rol CFD-berekeningen en -metingen Marcel van Uffelen is werkzaam bij adviesbureau Peutz B.V.
in datacenters worden grote hoeveelheden servers en storage-apparatuur geplaatst in veelal wisselende opstellingen. al die apparaten produceren grote hoeveelheden warmte. met cfd (computational fluid dynamics) kunnen de luchtbewegingen, luchtdrukken en luchttemperaturen gedetailleerd worden berekend.
Gezien de hoge kosten van vervanging en de kosten die samenhangen met onderbreking van het dataverkeer of dataverlies voor gebruikers, is het erg belangrijk dat een datacenter ongestoord kan functioneren, zonder dat servers uitvallen. Belangrijke parameters hierbij zijn de kwaliteit en hoeveelheid van de lucht in het datacenter, dat wil zeggen luchttemperatuur, -vochtigheid en hygiëne. Gezien de enorme warmteproductie van de servers, incidenteel oplopend tot 5 of zelfs 10 kW/m 2 op de footprint van de serverracks, is adequate koeling de grote uitdaging. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen een low, medium of high density-omgeving. Levensduur en kwaliteit van de componenten in servers worden gegarandeerd tot circa 60 ºC, zodat in theorie lucht tot circa 40 ºC zou kunnen worden aangeboden aan de servers. Meestal wordt echter naar maximaal 25 ºC gestreefd. Het is niet eenvoudig dit in de gehele ruimte gelijkmatig en te allen tijde te realiseren. Zeker gezien het feit dat ook de dichtheid van de hoeveelheid apparatuur in datacenters toeneemt.
wisselende vraag
Bij de koeling van de datacenters is een gelijkmatige verdeling van de gekoelde lucht om alle kasten te bedienen van belang, maar tevens de luchtverdeling in elke individuele kast. Bij dit laatste speelt ook de interactie tussen naburige kasten een rol, want de warme lucht uit een kast mag niet worden aangezogen door de aangrenzende kast. Bovendien worden er nog al eens kasten weggehaald of nieuwe bijgeplaatst. Er is dus een wisselende vraag naar koellucht. Het systeem moet daarop makkelijk aan te passen zijn. Een ander risico is ongewenste menging van koude en warme lucht door kortsluiteffecten, waarbij relatief veel koele lucht direct naar de afzuigpunten stroomt (af beelding 1). Hierdoor kan veel koelcapaciteit worden verspild. Blijkens een inventarisatie van het ECN is het energiebesparingspotentieel ervan enorm [4]. Overigens kan dit worden voorkomen door fysieke barrières aan te brengen tussen de warme en de koude gangen, ‘heat containment’ genoemd [2] [3]. Ook in de serverracks moet een goede afdichting aanwezig zijn en
moet er een goede balans bestaan tussen het ventilatiedebiet van de Crac units en de servers zelf. Een alternatief is ‘close-coupled cooling’ van de serverracks, waarbij elk serverrack een afgesloten geheel vormt, waarnaar koud water wordt toegevoerd via leidingen om lokaal te kunnen koelen.
risico’s
We willen wijzen op de mogelijke impact van de thermische isolatie en de luchtdichtheid van de gevels en het dak van datacenters. Luchtlekkages of de airco-installaties in het gebouw, aanwezig voor de luchtverversing voor het personeel, kunnen ongewenst binnendringen van warme vochtige, slecht geconditioneerde buitenlucht met zich meebrengen met alle risico’s van dien, zoals een lager koelrendement. Vaak wordt met ‘trial and error’ gepoogd de verdeling van de gekoelde lucht aan te passen, bijvoorbeeld door dichte vloertegels lokaal te vervangen door meer geperforeerde tegels of door koelmachines bij te plaatsen [2]. Dit kan |23
Ma n ag e m e nt
glasfabriek met grote ovens en overige, zeer hete machines, waardoor Peutz met metingen vooraf en CFD-berekeningen naar een optimale verdeling van luchttoevoer en -afvoerroosters heeft gezocht ( af beelding 5). Achteraf hebben controlemetingen plaatsgehad.
echter weer ten koste gaan van de koeling van andere kasten en houdt tevens een risico in op verspilling van gekoelde lucht en dus een onnodig hoog energiegebruik voor koeling.
cfd-techniek
Met CFD (Computational Fluid Dynamics), ondersteund door of gevalideerd door metingen in bestaande datacenters, kunnen de luchtbewegingen, luchtdrukken en luchttemperaturen gedetailleerd worden berekend. Hiermee kunnen zowel de luchtstromingen ín een kast met servers als de luchtbewegingen tussen de kasten, in de gangen en eventueel in het plenum, onder een verhoogde vloer en in de rest van het datacenter worden berekend. In een CFD-rekenmodel kan de drukverdeling in een eventueel plenum worden berekend, rekening houdend met de plenumhoogte en met drukval in het plenum dicht bij de inblaasopening van de koelmachine [1]. Ook kan de stromingsweerstand van de geperforeerde tegels worden gemodelleerd, eventueel rekening houdend met mogelijke lekstroming tussen tegels. Daarnaast kunnen de stroming van opgewarmde lucht in de warme gangen en de afzuiging ervan in het CFD-rekenmodel worden gemodelleerd, evenals luchtaanzuiging en -uitblaas van alle serverracks. Zwaartekrachtseffecten, ‘stackeffects’, en daardoor temperatuurverschillen in het datacenter (of in de kasten) als functie van de hoogte worden eveneens berekend. Behalve de convectieve warmteoverdracht wordt warmteoverdracht door straling berekend, zodat ook het effect van bijvoorbeeld vloerkoeling kan worden berekend. Dit is van belang, omdat steeds vaker een mix van verschillende koeltechnieken wordt gebruikt.
rekenen en meten
Van belang is CFD-berekeningen te valideren aan metingen, liefst uitgevoerd onder goed gecontroleerde condities, zoals in een klimaatkamer. In grote fabrieken spelen deze zaken overigens ook. Een voorbeeld is een 24 |
1. Drukverdeling en snelheidsvectoren in plenum.
2. Temperatuurmetingen en CFD-berekeningen van glasfabriek.
Ook het inblaaspatroon van de lucht uit de koelmachines (Crac) of uit de ventilator van een kast met servers kan van belang zijn voor de temperatuur- of de drukverdeling in een plenum. Ook hier kan de combinatie met metingen ter controle en verbetering van de CFD-berekeningen tot een verhoging van de betrouwbaarheid leiden. Een voorbeeld zijn metingen van Peutz aan inblaasroosters en spleten voor CFD-berekeningen aan de Grote Zaal van het Concertgebouw te Amsterdam (af beelding 3). Ook hier zijn later ter controle opleveringsmetingen uitgevoerd. Een ander voorbeeld is de combinatie van metingen aan de luchttemperaturen, luchtvochtigheid en stralingstemperatuur voor het datacenter van een grote Nederlandse bank. Hier is ook het aspect luchtdichtheid van gevels en dak onderzocht via metingen. Ook zijn daarvoor de koeling en de temperaturen in de computairs of crac units gemeten (afbeelding 4).
energiebesparing en duurzaamheid 2.
CFD-berekeningen en metingen zorgen ervoor dat er geen ‘trial and error’ nodig is, wat een kostbare bezigheid kan zijn.
Door ‘meerjarenafspraken’ probeert de overheid onder meer de ict-sector te stimuleren meer aan energiebesparing te doen. Op Europees niveau is door de Europese Commissie met hetzelfde doel een Code of Conduct [5] opgesteld. De Europese Commissie probeert ontwikkelaars en eigenaren van datacenters zover te krijgen dat zij zich vastleggen op het beperken en monitoren van hun energiegebruik en stelt daar een aantal voordelen tegenover. Zo mogen ze gebruikmaken van logo’s en certificaten van de Code of Conduct, krijgen toegang tot de meest actuele technieken en hun deelnames en bijdragen
datac e nte rwo r ks
3.
worden wereldkundig gemaakt. Volgens het ECN is ict namelijk een van de energie-intensiefste sectoren in het afgelopen decennium [4]. Zij beschrijven welke beoordelingscriteria kunnen helpen om mogelijke verbeteringen te kwantificeren. De SPF {seasonal performance factor) is een goede maat voor de prestatie van een koelmachine en de energie-efficiëntie van een geheel datacenter kan worden aangegeven met de EUE. De EUE is de verhouding tussen het totale energiegebruik van het datacenter en het energiegebruik van alleen de ict-apparatuur. In af beelding 5 is het verband tussen de twee beoordelingscriteria weergegeven. Veel bestaande datacenters hebben een EUE van rond de 1,8 en enkele oudere datacenters komen zelfs boven de 2 uit. De verwachting van ECN is dat bestaande datacenters met de huidige technieken tot een EUE van 1,4 kunnen worden opgewaardeerd en nieuwe datacenters 1,3 moeten kunnen halen. Het eerder besproken scheiden van de warme en koude lucht is een belangrijke eerste stap [6] [7].
3. Metingen inblaaspatroon en controle CFD-modellen van Concertgebouw te Amsterdam.
ontwerpen, variëren en optimaliseren
4. Temperatuur en Infraroodmetingen aan ‘computair’.
duurzaamheid datacenters
Interessante mogelijkheden zijn verder het gebruik van natte condensors om de efficiëntie van de koelmachines te verhogen en vrije koeling met koudewielen om de gerecirculeerde lucht voor te koelen met buitenlucht. Buitenlucht is immers verreweg het grootste gedeelte van het jaar koel genoeg en is gratis. Toch kunnen dit soort technieken onverwacht problemen opleveren, bijvoorbeeld door windaanval op de koudewielen bij harde wind of storm of, zoals in de inleiding genoemd, gebrekkige luchtdichting van de gebouwomhullende. Ook warmte- en koudeopslag in de bodem wordt onderzocht, maar gevreesd wordt dat daarvan de terugverdientijd erg groot is [4]. Verder ontstaat meer belangstelling voor de duurzaamheid van datacenters en de impact van zowel de bouw als het beheer ervan op het milieu. De Breeam-methode voor de beoordeling van duurzaamheid van gebouwen
wordt thans door de DGBC (Dutch Green Building Counsil) in Nederland geïntroduceerd. Overigens is Peutz een van de ‘founding partners’ van de DGBC en kan adviseren op Breeam-gebied. De methode wordt door het BRE in samenwerking met Digital Realty Trust aangepast aan de specifieke situatie van datacenters [8]. Het gaat hierbij om het materiaalgebruik, de bereikbaarheid, management, locatiekeuze en dergelijke. Wellicht dat dit in de nabije toekomst ook in Nederland gaat spelen. Het is voor klanten interessant als datacenters het predikaat ‘groen’ of ‘duurzaam’ kunnen dragen en als deze claim ook daadwerkelijk hard te maken is met een dergelijke methode.
4.
In een CFD-model kan worden gevarieerd met de opstelling van de serverracks, met de verdeling van gesloten en geperforeerde vloertegels en met de hoogte en de inrichting van het eventuele plenum. Verder kan met een CFD-model de hele lay-out van koude en warme gangen, en mogelijkheden de koude en warme lucht beter te scheiden, worden onderzocht. Ook kan met gedetailleerde CFD-berekeningen de warmtehuishouding door straling en convectie in de serverracks zelf worden verbeterd [9] [10]. Zo kan in detail een systeem van bijvoorbeeld ‘close-coupled cooling’ worden ontworpen. Hierbij vormen alle serverracks een gesloten geheel waar koeling door toevoer van koud water plaatsheeft en waar in de kast zelf een geoptimaliseerde verdeling van de koeling moet worden bereikt. In af beelding 6 is ter illustratie een opengewerkt CFD-detailmodel opgesteld door Peutz van een serverrack te zien. Te zien is dat als de ventilatoren van de servers in het rack te veel lucht verplaatsen, vergeleken met wat uit de geperforeerde tegels stroomt en door de crac units afgezogen wordt, er terugstroming van de warme naar de koude gang plaatsheeft. Daarom wordt het in de koude gang bovenin |25
Ma n ag e m e nt
te warm (linker plaatje af beelding 6). Ook kan terugstroming door het rack zelf plaatshebben. In de rechter plaatje af beelding 9 is het oppervlak (iso-surface contour) met een temperatuur van 35 °C getoond. Dit gebied wordt door en over de serverrack getrokken. Als er wijzigingen worden aangebracht, bijvoorbeeld in de hoeveelheid kasten, kan eerst met het CFD-model worden berekend wat het effect zal zijn. Let wel dat een datacenter normaal een facilitaire inrichting is, waar minimaal twee tot drie generaties apparatuur in moeten kunnen worden geplaatst zonder grote renovaties. 5. SPF en EUE van datacenters.
6. Detail CFD-model van een serverrack.
aktiefkoeldak
Een ander voorbeeld zijn dynamische CFDberekeningen die door Peutz zijn uitgevoerd voor DataCenter Infra Solutions (DC-IS) voorafgaande aan het ontwerp van het Aktief Koeldak. DC-IS heeft het Aktief Koeldak ontwikkeld en brengt dit samen met Getronics, Peutz en StatiqCooling op de markt. Dit systeem werkt op basis van luchtkoeling, waarbij de lucht van boven in de koude straat wordt ingeblazen en waarbij de koude straat wordt afgescheiden van de rest van het datacenter door een luchtgordijn. Door een proef met inblazen van rook in het systeem is het resultaat gecontroleerd. Dit ter voorbereiding van een CFD-model van de plaatsing van het Aktief Koeldak boven op een koude straat. Vooraf is daarmee voorspelbaar hoe het luchtconcept na installatie zal gaan functioneren. Via dit CFD-model is onderzocht hoe het systeem zich gedraagt in een praktijksituatie met twee rijen serverracks met een flinke warmteproductie en is onderzocht hoe het luchtgordijn moest worden ingesteld qua luchtsnelheid en inblaashoek.
professioneler en sneller
6.
26 |
Dit soort CFD-berekeningen en -metingen zorgen ervoor dat er geen ‘trial and error’ nodig is, wat een kostbare bezigheid kan zijn. Het ontwerp van een datacenter kan zo op professionelere wijze worden aangepakt en vooraf kunnen mogelijke knelpunten worden gedetecteerd. Dit is nuttig bij het bedenken van nieuwe concepten, het voorbereiden van
datac e nte rwo r ks
een proef of demo-opstelling, of bij het extrapoleren van metingen naar afwijkende situaties. Ook kunnen specifieke problemen bij tests worden opgelost. Zeker bij toepassing van nieuwe koel- of ventilatietechnieken wil de klant vooraf meer zekerheid in de functionaliteit. Hierbij kunnen goed gevalideerde rekenmodellen, ondersteund door metingen op locatie, van dienst zijn. CFD-berekeningen met goed gevalideerde modellen kunnen ertoe bijdragen dat het proces van innovatie professioneler en sneller gaat verlopen en dat de klant makkelijker kan worden overtuigd van de functionaliteit.
literatuur
1. S.V. Patankar, CFD simulation of airflow and cooling in a data center, ICHMT international Symposium on Advances in Computational Heat Transfer, Marrakech, 2008 2. Open Gate Data Systems, High Density Cooling Strategy Comparison, November 2007 3. PTS Data Center Solutions , Computational Fluid Dynamics (CFD) Services for Data Center & Computer Room Design, Operations, and Maintenance 4. Energiebesparing in datahotels, meer met minder, Niels Sijpheer, ECN-E-08-019, ECN, 2008 5. Code of Conduct on Data Centres Energy Efficiency Version 1.0 European Commission Directorate-General JRC (Joint Research Centre) Institute for Energy Renewable Energies Unit Ispra, 30 October 2008 6. Ashrae Datacom Series, Design Considerations for Datacom Equipment Centers, 2005, Thermal Guidelines for Data Centers and Other Data Processing Environment, 2004 and New Guideline for Data Center Cooling, Don Beaty and Davidson, Asharae Journal. 2003. 7. High Density Data Centers; Case Studies and Best Practises, Ashrae Datacom Series, 2008 8. Breeam voor datacenters, site BRE: www.breeam.org. 9. Data Center Dynamics, Energy Efficiency Opportunities in Data Centers, Mukesh K. Khattar, Ph.D., PE, San Francisco, July 2006
10. A CFD-Based Tool for Studying Temperature in Rack-Mounted Servers, Jeonghwan Choi, Youngjae Kim, Anand Sivasubramaniam, Member, IEEE, Jelena Srebric, Qian Wang, Member, IEEE, and Joonwon Lee IEEE Transactions on computers, vol. 57, NO. 8, August 2008
Vaak wordt met ‘trial and error’ gepoogd de verdeling van de gekoelde lucht aan te passen, bijvoorbeeld door dichte vloertegels lokaal te vervangen door meer geperforeerde tegels of door koelmachines bij te plaatsen. advertentie
Don’t look now, but I think your PDUs back there are trying to tell you
something.
Your data center has a lot to say. Are you listening? Get powerful analytics from every PDU in your data center. Visit Raritan.nl/analytics or call +31 (0)10 284 4040. Reduce costs and improve efficiency, uptime and capacity planning
E n e rg i evo o rz i e n i n g
energiegebruik is voor veel organisaties een belangrijke kostenpost, die vanwege de stijgende energieprijzen alsmaar groter dreigt te worden. efficiënt energiebeheer met de nieuwste techniek kan echter aanzienlijke besparingen opleveren. cimpro levert een programma van draadloze sensoren, tussenstations en softwaretools waarmee het energiegebruik overzichtelijk is te volgen en te beheren. Marcel Laes is directeur van CimPro
Gebruik draadloos volgen en beheren
Kostenbesparing door slim energiebeheer
Het TBox-onderstation verzamelt de meetgegevens van verschillende locaties en stuurt deze door naar een centrale server, scada-systeem of TView-weergavepakket.
28 |
datac e nte rwo r ks
De DreamReport-software presenteert metingen en andere gegevens in overzichtelijke en aantrekkelijke rapporten, die op maat zijn geconfigureerd.
CimPro biedt zijn monitoringproducten aan in drie marktsectoren: industrie, infra en gebouwen. Technisch gesproken is er tussen de drie marktsectoren niet zoveel verschil voor wat dat betreft het productenpakket. In alle gevallen gaat het namelijk om het op afstand bewaken van wat er in objecten gebeurt, of dat nu watergemalen, industrieën of datacenters zijn. Cimpro heeft nu onder andere het datacenter van Honda Europe in Gent als klant. Onderhandelingen met het Unetdatacenter in Almere lopen. In het kort komen de activiteiten van CimPro neer op het automatiseren van gegevensoverdracht om systemen te beheren. Naast het energiegebruik kunnen ook zaken als temperatuur en relatieve luchtvochtigheid worden gevolgd. Om het energiegebruik te volgen wordt meestal onafhankelijk van bestaande systemen gemeten. In gebouwen houdt CimPro zich bijvoorbeeld niet bezig met het regelen van de installaties voor luchtbehandeling. Daarvoor zijn in het gebouw al regelsystemen aanwezig die het normaal gesproken prima doen. Een gebouw is echter meestal een stand-alonesysteem. Er is een aanvullende oplossing nodig om verschillende gebouwen, zoals datacenters, tegelijk te monitoren voor een totaalbeeld. CimPro biedt daarvoor draadloze componenten waarmee de verschillende gebouwen als het ware aan elkaar te knopen zijn. De energiegegevens van de diverse gebouwen worden samengebracht, ongeacht waar deze staan, en als heldere informatie gepresenteerd op een bepaalde, vaste locatie of via internet.
wi-lem-sensor
Het grootste deel van de energierekening wordt bij de meeste organisaties in beslag genomen door elektriciteit. Om het elektriciteitsverbruik goed in kaart te brengen heeft CimPro de Wi-Lem-sensor in zijn programma. De sensor is aan te brengen zonder kabels te onderbreken, te beschadigen of aan te passen. In veel gebouwen geeft het monitoren van tien tot vijftien grootverbruikers al heel wat inzicht in het energiegebruik. De Wi-Lem meet precies wat er allemaal in de kabel gebeurt en zendt die gegevens draadloos door het gebouw. Dat kan naar een scada-systeem of een plc zijn, of naar een TBox van CimPro. De TBox is een onderstation dat metingen vanuit uiteenlopende locaties verzamelt, opslaat en doorstuurt naar een locatie buiten het gebouw, bijvoorbeeld een centrale server.
robuust
De Wi-Lem-elektriciteitsmeter zendt met Zigbee, dat een soort industriële uitvoering is van de Wifi-netwerken op kantoren. Het is een uitgesproken robuust protocol, dat bijvoorbeeld zelf vraagt om data opnieuw te versturen als deze niet goed zijn aangekomen. Zigbee vormt een webstructuur waarin het zelf de beste weg kiest naar de bestemming. Elk tussenpunt is zowel zender als ontvanger. Tussen twee antennes, die in elkaars zicht staan, is een afstand tot 300 m te overbruggen. Behalve de stroom en de spanning meet de Wi-Lem in de kabel waarop hij is aangebracht ook het actief, reactief en schijnbaar vermogen, de cosinus en maxima en minima. De richting van de stroom maakt daar-
bij niets uit. Als dus vanuit een zonnepaneel of windmolen via de kabel energie wordt teruggeleverd aan het net, is een extra meter niet nodig. Ook heeft CimPro een pulstransmitter in zijn programma om het gasen waterverbruik te meten. Deze transmitter neemt de pulsjes op die een gas- of watermeter afgeeft, en zendt zijn gegevens draadloos door. De bestaande gas- en watermeters blijven dus gewoon op hun plaats; de pulstransmitter neemt alleen de pulsen over. Op weg naar de TBox of plc passeren de meetsignalen eventueel een aantal tussenversterkers, afhankelijk van de situatie ter plaatse. Doordat de gegevensoverdracht draadloos gebeurt, zijn de componenten gemakkelijk te installeren. Kostbare en tijdrovende werkzaamheden om bekabeling aan te leggen door een gebouw zijn overbodig. Alleen de meters moeten op hun plaats worden aangebracht en het Zigbeenetwerk zoekt vervolgens zelf zijn gemakkelijkste route uit. De TBox verzamelt alle gegevens en stuurt deze via ethernet of gprs verder. Bij een systeem dat verschillende gebouwen beheert, heeft elk gebouw een subsysteem van meetsensoren en een onderstation.Via TCP/IP staan de subsystemen in contact met een centrale, waar de gegevens van alle gebouwen samenkomen.
|29
Flexible power solutions
advertentie
lokaal beslissen
Dankzij zijn ingebouwde plc kan de TBox ook lokaal beslissingen nemen. Zo is te programmeren dat automatisch een grootverbruiker wordt afgeschakeld, wanneer het energiegebruik lijkt af te stevenen op een piek. In datacenters is het meestal niet wenselijk om systemen uit te schakelen en moet meer worden gedacht aan het beter balanceren van servers en het slimmer koelen van het datacenter. Feitelijk combineert de TBox dus drie functies binnen één behuizing: dataloggen, lokale besturing en datacommunicatie. CimPro richt zich niet zozeer op de centrale server, waar de data uiteindelijk terechtkomen, maar op de informatiestroom naar die centrale toe. Het bedrijf heeft zich bewust gespecialiseerd in de onderliggende
Door gerichte ‘narrow casting’ wordt iedereen zich veel bewuster van wat hij aan het doen is. telemetrie van gegevens verkrijgen en doorgeven. Een overweging hierbij is dat er op energiegebied al diverse goede en uitgebreide softwarepakketten op de markt zijn om aangeboden meetgegevens te verwerken. Wel zorgt CimPro ervoor, dat zijn producten met alle pakketten kunnen communiceren. Daarom is informatie over protocollen en andere details open toegankelijk en vrij beschikbaar. Vaak wordt in deze markten gewerkt met totaalsystemen, die opgebouwd zijn uit componenten die alleen onderling kunnen communiceren. Dit betekent echter dat de systeemcomponenten niet zonder meer apart te vervangen zijn. Bij een overstap naar andere beheersoftware of nieuwe meetapparatuur moet het gehele systeem worden vervangen. Bij open systemen met componenten die veelzijdig zijn in hun communicatie doet dit nadeel zich niet voor, en is een systeem geheel naar eigen keuze op te bouwen. Juist die openheid stimuleert het gebruik van producten en systemen, zodat ze kunnen uitgroeien tot een algemeen ingevoerde standaard.
overzichtelijk
Klanten die hun meetgegevens niet naar een scada-pakket sturen voor verwerking, maar deze vooral willen bekijken en volgen, kunnen het pakket TView van CimPro op hun pc installeren. TView brengt de verkregen data in beeld en legt deze vast, zonder dat daar verdere syste30 |
men bij nodig zijn. Een aantal gemeentes beheert bijvoorbeeld hun rioolgemalen via TView, en heeft zo een helder inzicht in onder meer het niveauverloop, het elektriciteitsverbruik en de storingenhistorie. Omdat getallen in een tabel maar weinig inzichtelijk maken wat er precies aan de hand is, heeft CimPro het rapportagepakket DreamReport in het programma opgenomen. DreamReport maakt grafische rapportages die echt aanspreken, en kan bijvoorbeeld op één pagina overzichtelijk samenvatten hoe de afgelopen week het energiegebruik was.Van rapporten wordt tegenwoordig niet alleen verlangd dat ze feitelijk correct zijn, maar ook dat ze er goed uitzien zodat ze inspireren om er kennis van te nemen. De klant krijgt met DreamReport een soort energieportaal op zijn beeldscherm, waarin allerlei rapportvormen vooraf zijn geconfigureerd op basis van zijn specifieke wensen. Dan is het alleen nog een kwestie van kiezen welk rapport getoond moet worden, en in één oogopslag is duidelijk hoe de situatie ervoor staat, waar besparing mogelijk is en waar ingrijpen nodig is.
slim besparen
Hoe zijn nu met efficiënt energiebeheer concrete besparingen te bereiken? In datacenters komt het dan neer op bijvoorbeeld het virtualiseren van servers en het slimmer omgaan met koeling. Door te meten weet je hoe je dat optimaal kunt doen. Deze besparen op de elektriciteitsrekening begint allereerst met het voorkomen van piekbelastingen. Bedrijven hebben met hun energieleverancier afspraken over het maximum dat ze kunnen afnemen, bijvoorbeeld 100 A stroom. Zodra het verbruik hoger uitvalt, betaalt het bedrijf een boete en stijgt het tarief. Voortaan is de rekening dus elke maand hoger vanwege die eenmalige overschrijding. In de energiebeheersystemen van CimPro zijn waarschuwingen tegen piekbelastingen te programmeren. Er wordt bijvoorbeeld gewaarschuwd, wanneer het elektriciteitsverbruik 90 % van het toegestane maximum heeft bereikt, en vervolgens met meer nadruk bij 95 en 98 %. Het bedrijf wordt er voortijdig van bewust gemaakt dat er een piek gaat ontstaan, en kan nog op tijd het verbruik bijsturen en extra kosten besparen die al snel richting € 10.000 per jaar belopen. Het even afschakelen van elektriciteitsverbruikers bij bepaalde percentages kan ook automatisch worden gedaan. Het bedrijf kiest dan zelf wat het eerst wordt gestopt, wat daarna en wat beslist moet doorgaan. Door zo piekbelastingen te vermijden heeft CimPro al veel besparingen gerealiseerd in de industrie en in grote gebouwencomplexen, zoals universiteiten.
wherever you need them.
vergelijken
Daarnaast zijn met een energiebeheersysteem eventuele sluimverbruikers te achterhalen. Als er ’s nachts of in het weekend een sluimerend gebruik van 20 of 30 % van de dagwaarde is, terwijl alles stilstaat, is op te sporen of er misschien nog een verwarming of koeling aanstaat, de compressor op het dak zichzelf niet meer uitschakelt of te veel verlichting aanblijft. Ook levert een energiebeheersysteem besparingen op als het wordt gebruikt om gelijkwaardige objecten met elkaar te vergelijken. Dat kunnen productielijnen in één fabriek zijn, of lijnen die zich ver van elkaar bevinden, of gebouwen die met elkaar vergelijkbaar zijn. Door onderling te benchmarken blijkt waar de minste energie wordt gebruikt, waarna deze ‘best practice’ ook in de andere productielijnen of gebouwen kan worden toegepast. Een supermarktketen heeft bijvoorbeeld vaak identieke vestigingen in het land, met dezelfde oppervlakten aan kantoren, magazijn en winkelruimte en dezelfde koelinstallaties. Door het energiegebruik van al die vestigingen met elkaar te vergelijken, komt naar voren welke vestigingen er in gunstige of ongunstige zin uitspringen en is vervolgens te analyseren hoe dat komt. Gebouwbeheerders hebben daarvoor alleen toegang tot internet nodig. Met een inlogcode kunnen ze vanuit hun kantoor of waar dan ook het energiegebruik van al hun gebouwen in beeld krijgen. Verder probeert CimPro de betrokken medewerkers in bedrijven bewust te maken van het energiegebruik. Wie niet weet wat er wordt gebruik, kan er immers geen rekening mee houden. Daarom plaatst CimPro grote beeldschermen, die een helder overzicht geven van het energiegebruik. Productielijnen kunnen worden gerangschikt naar efficiënt energiegebruik of krijgen een energielabel toegekend. Door dit gerichte ‘narrow casting’ wordt iedereen zich veel bewuster van wat hij aan het doen is.
cimpro
CimPro heeft twee vestigingen: in het Nederlandse Breda en in het Belgische Sint Niklaas.Vanaf de start van het bedrijf heeft het accent altijd gelegen op de levering van producten en niet op de uitvoering van totale projecten. Oorspronkelijk komt het bedrijf uit de infrahoek, met name het watergerelateerde deel daarvan. De eerste klanten waren vooral waterschappen, een groep die ook nu nog een belangrijke plaats inneemt. Bij de Nederlandse waterschappen bedraagt het marktaandeel inmiddels 50 %.
When it comes to providing flexible, overhead, build-as-needed power to data centers, there’s no place we can’t reach. To learn about saving time, labor and money, or to see for yourself how easy it is to expand with zero downtime, visit www.uecorp.com.
Ma n ag e m e nt
DCP en The Green Grid werken samen
“Invloed op ontwikkelingen als PUE” Hans Vandam is freelance journalist
de datacenterindustriegroep data center pulse gaat samenwerken met the green grid. door samen de ‘datacenteruitdagingen’ aan te pakken, hopen de twee organisaties meer invloed te kunnen uitoefenen op de industrie.
The Green Grid is een wereldwijde organisatie die zich bezighoudt met energie-efficiëntie voor datacenters. De achterban is een mix van fabrikanten, serviceproviders en eindgebruikers die samen 175 grote bedrijven vertegenwoordigen. Data Center Pulse is een eindgebruikersgemeenschap van datacentereigenaren en -operators. De exclusieve community vertegenwoordigt inmiddels 1350 leden die af komstig zijn uit 55 landen en samen ruim honderd industrieën vertegenwoordigen. “De samenwerking tussen The Green Grid en DCP is een mijlpaal in het bestaan van DCP”, zegt Jan Wiersma, international director bij Data Center Pulse. “De Green Grid is de grondlegger van onder andere de PUE en heeft op dat vlak uitstekend werk verricht. De aansluiting met de echte eindgebruikers miste een beetje. Dat is waar DCP in beeld komt. The Green Grid krijgt een platform waarbij men in een korte tijd hun ideeën kan toetsen met eindgebruikers. DCP krijgt invloed die de eindgebruiker nodig heeft op ontwikkelingen als PUE.”
-diensten terwijl de anonimiteit van onze leden blijft gewaarborgd”, vult DCP-oprichter en -voorzitter Dean Nelson aan. “Onze focus als community van eindgebruikers is het bevorderen van de efficiëntie en de performance in het datacenter. De samenwerking versnelt dat proces waar zowel gebruikers als de industrie profijt van hebben.” “Deze overeenkomst brengt ons een stuk dichterbij de eindgebruikers”, zegt Jeannie Diefender, voorzitter van de Green Grid Advisory Council. Deze adviserende raad bestaat uit de eindgebruikers van acht leden van The Green Grid waaronder Strato, Verizon en AT&T en is opgericht om onder andere het bestuur van The Green Grid te adviseren en actief te participeren in technische comités. De Advisory Council zal het kanaal zijn voor de relatie met Data Center Pulse.
anonimiteit
“Deze overeenkomst brengt ons een stuk dichterbij de eindgebruikers”
“Deze samenwerking stelt ons in de gelegenheid invloed uit te oefenen op de industrie via de consumenten van datacenterproducten en
32 |
P ra kti j k
datac e nte rwo r ks
Ferry Waterkamp is hoofdredacteur van DatacenterWorks
“Meestal wordt het schroot” Markt voor afgedankte datacentercomponenten? wie op zoek is naar tweedehands servers, switches of opslagsystemen kan bij een reeks gespecialiseerde aanbieders terecht, zoals rl networks en network hardware resale. ook zijn er marktplaatsen, zoals computer broker exchange, die zijn gespecialiseerd in het verhandelen van tweedehands ict-apparatuur. maar is er ook markt voor tweedehands ups’en, koelsystemen en datavloeren? |33
p ra kti j k
“Gebruikte 19”-kasten kunnen interessant zijn voor de verkoop, want dat is alleen maar staal.”
“For sale: 19”-racks, cooling alley, metered power strips, verhoogde vloer, crac’s, chiller, Novec-blusgasinstallatie plus bmc, verhoogde vloer, et cetera. Het betreft hier failliete inboedel; alles is ‘state-of-the-art’ en bijna nieuw.” Dit aanbod werd gedaan via de Linkedin-groep van DatacenterWorks, en gezien het huidige economische klimaat zou je verwachten dat er op internet wel meer gebruikte datacenterspullen worden aangeboden. Een zoektocht levert echter vrijwel niets op, althans niet in Europa. Wie bereid is zijn gekochte spullen te importeren uit de Verenigde Staten kan terecht bij een hele reeks aanbieders waar Critical Power Exchange, RefurbUPS.com en Baker Street Resources drie willekeurige voorbeelden van zijn. In Europa lijkt de handel in tweedehands datacenterapparatuur nauwelijks te bestaan.
maatwerk
“Ik ken enkele aanbieders van tweedehands ITapparatuur, maar voor vloeren en koelsystemen ben ik hen nog nooit tegengekomen”, zegt Jan Wiersma, ‘datacenterevangelist’ bij de voorziening tot samenwerking Politie Nederland (vtsPN). “Ik heb in elk geval nog nooit een aanbieding ontvangen voor gebruikte datacenterspullen. Dat komt misschien doordat veel in het datacenter toch maatwerk is.” “Bij bouw en verbouwing laten we vaak een aannemer komen die de sloop uitvoert, zoals dat bij de verbouwing van een kantoor ook gaat”, legt Wiersma uit.“Een deel wordt hergebruikt, een deel afgevoerd. Van het afgevoerde deel zal wat naar de schroothandelaar gaan en een deel zal misschien worden hergebruikt door de installateur.” 34 |
niet rendabel
Ook volgens Bas van Asten van Remtech, gespecialiseerd in de bouw van computerruimten, is de handel in tweedehands datacenter componenten geen florerende markt. “Het gebeurt wel dat oude apparatuur door de leverancier van de nieuwe apparatuur wordt ingenomen, en je hoort wel eens dat de apparatuur wordt doorverkocht. Maar meestal wordt het schroot.” Ecoserver lijkt de uitzondering te zijn. “Wij nemen regelmatig apparatuur retour van klanten die upgraden naar nieuwe technologie”, zegt Ad van de Put, de oprichter van het bedrijf. “Deze oude apparatuur is nog uitstekend bruikbaar en wordt dan ook verkocht. Voor grote koelinstallaties is dit misschien moeilijker, maar denk aan een vloer of rekken, het zou belachelijk zijn om deze allemaal te vernietigen en nieuwe te kopen.” “Gebruikte 19”-kasten kunnen interessant zijn voor de verkoop, want dat is alleen maar staal”,
bevestigt Van Asten. “Het probleem met bijvoorbeeld een ups is dat je de accu’s moet vervangen en het systeem helemaal moet nakijken wil je de 100 % beschikbaarheid kunnen garanderen. Dan betaal je voor een gebruikt apparaat uiteindelijk nog 70 % van de nieuwprijs, en dan is het niet meer interessant.” Van Asten krijgt bijval van Hans Wenger, directeur van Alteco dat is gespecialiseerd in verhoogde vloeren. “Een gebruikte vloer voldoet meestal niet aan de huidige specs. Daar komt bij dat het naar rotte eieren gaat stinken als je de verlijmde pootjes schoonmaakt.”
inzamelsysteem
Volgens Edwin Zoontjes, bij ICT~Office manager ICT~Milieu en betrokken bij het ict-inzamelsysteem van de organisatie, zijn er momenteel verschillende kanalen voor afgedankte datacentercomponenten. Eén daarvan zijn de opkopers die de spullen in Afrikaanse landen weer op de markt brengen. Vervolgens
datac e nte rwo r ks
2e hands datacenterapparatuur
Hebben we in Nederland (of Europa) behoefte aan een veilingsite of marktplaats voor het verhandelen van tweedehands datacenterproducten? Ideeën, suggesties, opmerkingen? Laat het ons weten via
[email protected].
worden de in onbruik geraakte componenten in de open lucht verbrand of gestort. “En dat past niet binnen het maatschappelijk verantwoord ondernemen door de ict-sector. Als datacenters hun spullen door ons laten ophalen, blijft de apparatuur zeker binnen Nederland.” Het ict-inzamelsysteem is in 1999 opgezet om ervoor te zorgen dat ict-hardware op een goede en verantwoorde manier wordt ingezameld en gerecycled.Vanaf 200 kg komt ICT~Milieu de afgedankte spullen op locatie ophalen. Wat minder bekend is, is dat deze regeling ook geldt voor datacenterapparatuur. De ict-branche zorgt op deze manier voor 97 % recycling van haar afgedankte apparatuur die zo als nieuwe grondstoffen worden ingezet bij productie van bijvoorbeeld nieuwe ict.
marktplaats?
Maar zijn er dan geen andere opties denkbaar voor afgedankte datacentercomponenten dan vermalen tot schroot of afvoeren naar Afrika?
“Het probleem met bijvoorbeeld een ups is dat je de accu’s moet vervangen en het systeem helemaal moet nakijken wil je de 100 % beschikbaarheid kunnen garanderen.”
Is een (Europese) marktplaats denkbaar, waar vragers en aanbieders van gebruikte datacentercomponenten elkaar vinden? “Voor kleine sites kan het zeker interessant zijn”, zegt datacenterontwikkelaar Robert Hogeling van R. Hogeling Projectmanagement. “Ik heb ooit generatoren en pdu’s uit Parijs laten halen en die draaien nog steeds perfect.” “Ik denk dat deze handel er zeker is, zeker gezien de huidige ontwikkelingen”, bevestigt ook de Van Put. “Ik zie een hoop initiatieven waarbij ict-bedrijven zelf een eigen datacenter bouwen. Hierbij zijn de eisen niet zo hoog als bij de commerciële datacenters, en dat is meestal ook niet nodig.” Ook Van Asten van ziet wel potentie in een dergelijke marktplaats: “Maar dan moet je het goed oppakken en de gebruikte componenten op de juiste markt afzetten.” Zo kan een oude verhoogde vloer volgens Van Asten nog prima dienst doen in bijvoorbeeld een winkel. “Ook zijn er misschien mogelijkheden in landen waar nu nog lagere eisen aan de beschikbaarheid worden gesteld.” Van Asten ziet ook mogelijkheden voor de eigen Remtech-panelen. “Die zijn prima te hergebruiken. We denken nu na over een systeem met statiegeld zodat de klant geld terugkrijgt voor elk ingeleverd paneel. Op het moment dat we een vrachtwagen vol hebben, hoeven we maar één telefoontje te plegen en we zijn de panelen kwijt.” |35
Ma n ag e m e nt
Edwin de Brave is Director Solutions bij Dimension Data
Begin bij het datacenternetwerk
Reis naar de cloud virtualisatie was in 2009 een van de meest besproken it-onderwerpen. de economische druk om meer te doen met minder, en het einde van de levenscyclus van de ‘oude’ generatie technieken hebben dit onderwerp hoog op de agenda van cio’s gezet. de virtualisatietrend zet zich dit jaar door, zeker nu experts cloud computing als model van de toekomst hebben uitgeroepen. 36 |
datac e nte rwo r ks
Servervirtualisatie wordt steeds populairder als oplossing voor de uitdagingen op het gebied van kostenbeheersing en het draaiende houden van de serveromgeving in datacenters. Het zorgt voor een beter gebruik, vereenvoudigd beheer en kostenverlaging. Toch brengt deze ontwikkeling ook nieuwe uitdagingen met zich mee. Want zonder een krachtig highspeed netwerk als fundament kan een datacenter virtualisatie niet ondersteunen. Om die reden kijken bedrijven op dit moment met een kritische blik naar de netwerken in hun data centers.
negatieve impact op applicatieprestaties
Bedrijven moeten zich realiseren dat virtualisatie niet van de ene op de andere dag is te verwezenlijken. Het is meer een reis naar een ‘ideale’ wereld van cloud computing, waarin alle functies als dienst worden geleverd. Organisaties die geen goede basis leggen, zullen nooit de vruchten plukken van virtualisatie. De meeste bedrijven beschikken al over een netwerk dat de servers in het datacenter verbindt met de ‘buitenwereld’. En de kans is groot dat dit via een ethernet-verbinding gebeurt met een snelheid van 1 Gbps of minder. Deze capaciteitsbeperking kan om diverse redenen een negatieve impact hebben op prestaties van applicaties. Zo is steeds meer bandbreedte nodig voor de huidige generatie applicaties: Oracle Rac alleen al vereist bijvoorbeeld 700 Kbps in bepaalde bedrijfsomgevingen. Daar komen de stijgende populariteit van web- en videoapplicaties en de capaciteit die deze innemen, nog eens bij. Bij virtualisatie draaien verschillende applicaties op één server, waarbij elke applicatie de netwerkinterfacekaart op de server nodig heeft om met gebruikers te communiceren.
hoge netwerksnelheid
Een van de grote voordelen van virtualisatie is dat applicaties mobieler worden en bij een ontdekte fout van de ene naar de andere fysieke machine zijn te plaatsen. Bovendien zijn extra virtuele machines (VM) snel toe te voegen als er meer capaciteit vereist is voor een applicatie. Een hoge netwerksnelheid is dan
cruciaal om dit naadloos te laten verlopen. Te weinig netwerkcapaciteit zal dan ook een directe invloed hebben op datacenteractiviteiten. Daar komt bij dat virtualisatie gevolgen heeft voor de manier waarop een bedrijf het netwerk beheert. Traditionele netwerken bieden geen volledig inzicht in al het verkeer dat specifieke virtuele machines op een gevirtualiseerde server in- of uitgaat. Bij deze netwerken houdt de netwerkgrens op bij de netwerkinterfacekaart en er is dus niet te bepalen welk verkeer naar welke VM gaat. Bovendien is er geen inzicht in het verkeer tussen de virtuele machines.
snelgroeiend aantal ip-adressen
Virtualisatie heeft duidelijk een grote impact op de prestaties en vereist een krachtige architectuur. Alleen dan kan een organisatie gebruikers eenvoudige en snelle toegang bieden tot netwerkapplicaties, ongeacht waar ze zijn of welk apparaat ze gebruiken. Daarnaast moeten Domain Name Services (DNS) kunnen omgaan met een snelgroeiend aantal IP-adressen en dynamisch genoeg zijn om een virtuele omgeving te ondersteunen. DNS zijn als het ware de ‘Gouden Gids’ van het netwerk: ze
Zonder een krachtig highspeed netwerk als fundament kan een datacenter virtualisatie niet ondersteunen. vertalen domeinnamen in IP-adressen, vinden de informatie en bieden deze via het netwerk aan de gebruiker aan. In een virtuele omgeving is het vertaalproces van domeinnamen in IP-adressen nog complexer, aangezien het aantal IP-adressen sterk stijgt. En als virtuele servers worden verplaatst, is het voor de DNS-server nog lastiger zijn taken uit te voeren. Ook een uitdaging – hoewel niet gerelateerd aan virtualisatie – is, dat traditionele netwerken voor servertoegang grotere (maar minder) netwerkswitches gebruiken, die langere kabels nodig hebben om elke server met het netwerk |37
Ma n ag e m e nt
te verbinden. Het gevolg hiervan is dat de rijen in datacenters zijn vergeven van ethernet-kabels die niet alleen kostbaar zijn in installatie en onderhoud, maar uitbreiding fysiek lastig maken.
interne cloud
Bovengenoemde uitdagingen zijn weg te nemen door de architectuur en capaciteit van het datacenternetwerk (DCN) aan te pakken. Dit is cruciaal om virtualisatie effectief en met een optimaal resultaat te ondersteunen. Er is geen twijfel dat computingmodellen evolueren en een virtuele realiteit met zich meebrengen, waarin computing, storage en netwerk in elkaar vloeien om zo IT-diensten aan te bieden, ongeacht de locatie of gebruikte fysieke hardware. De opzet van interne clouds is cruciaal voor een organisatie: alleen dan kan een bedrijf hierin groeien en ervaring opdoen, en de inzet van externe cloud-
providers overwegen. Om een interne cloud op te zetten, moeten bedrijven diverse stappen doorlopen. De eerste stap is het creëren van een basis voor het DCN door de serverkant van het netwerk opnieuw in te richten. Zo moet een bedrijf de netwerkbandbreedte verhogen naar 10 Gpbs om zo voldoende capaciteit voor virtualisatie te bieden. Op basis van VM-switchingtechniek zijn de virtuele wereld en het netwerk dichter bij elkaar te brengen door de netwerkgrens uit te breiden naar de virtuele machine.Toepassing van Topof-Rack switchtechnieken vergroten ook de datacenterflexibiliteit en die zorgen ervoor dat minder bekabeling nodig is, wat resulteert in lagere kosten.
opschalen
Een tweede stap is het opnieuw onder de loep nemen van netwerkdiensten, zoals die voor benaming (DNS), adressering (DHCP)
en beheer van de IP-adresruimte (IPAM). Elk stuk van de IT-infrastructuur – het netwerk, de servers, applicaties et cetera – heeft deze netwerkdiensten tenslotte nodig om te kunnen functioneren. Als deze diensten niet werken, vallen alle IT-systemen uit. De netwerkdiensten moeten kunnen opschalen met netwerkgroei en een stijgend aantal IP-adressen, maar toch flexibel genoeg zijn om hiermee te kunnen omgaan in verband met virtualisatie. Kortom: bedrijven moeten ervoor zorgen dat hun netwerkdiensten een flexibele IT-infrastructuur op basis van virtualisatie ondersteunen. De inzet van technieken voor applicatie-delivery draagt bij aan het maximaliseren van de applicatiebeschikbaarheid en zorgt voor voldoende beschikbare capaciteit om ze zonder vertragingen en fouten te laten werken. Ook bieden deze technieken mogelijkheden om het beveiligingsniveau van applicatietransac-
advertentie
Rittal – Het Systeem
De complete IT-infrastructuur voor een veilig en betrouwbaar Data Center
IT SECURITY ROOMS
POWER DISTRIBUTION
KASTSYSTEMEN KASTSYSTEMEN
datac e nte rwo r ks
ties te verhogen. Op het moment dat de serverkant van het netwerk het platform wordt voor het convergente datacenternetwerk, gaan bedrijven profiteren van convergentie en kan storage via het ethernet-netwerk verlopen.
unified fabric
De combinatie van computer- en storageverkeer op één netwerk staat ook wel bekend als een ‘unified fabric’. Deze architectuur vereenvoudigt de netwerkopbouw en daarmee het beheer. Het aantal netwerkkaarten wordt
teruggedrongen doordat verschillende verkeersstromen via hetzelfde netwerk verlopen. Dit resulteert in minder bekabeling, betere benutting van de rackruimte en betere luchtstromen. Bedrijven profiteren van technische, operationele en commerciële voordelen in het datacenter. Vanuit technisch oogpunt vormt het eenvoudige, gestroomlijnde ontwerp van een unified fabric het fundament voor een snelle en krachtige infrastructuur die virtualisatie mogelijk maakt.Verplaatsingen, toevoegingen en veranderingen zijn makkelijker uit te voeren en technologie-investeringen eenvoudiger te plannen. Zo is het toevoegen van capaciteit niet langer een operationele uitdaging; een bedrijf plaatst snel nieuwe switches en racks zonder de hoge kosten van extra kabels. Een unified fabric vereenvoudigt de infrastructuur. Door de infrastructuur te stroom-
lijnen, besparen bedrijven tot 50 % op kosten. Tel daar een reductie van het energiegebruik van 30 %, minder licenties en minder onderhoud bij op, en de keuze om vandaag nog te starten met virtualisatie is snel gemaakt. Edwin de Brave heeft bij Dimension Data als Director Solutions veel expertise op het gebied van netwerkintegratie, datacenternetwerk, operations management en OSS/BSS-oplossingen. Hij werkt al ruim vijftien jaar voor Dimension Data.
De eerste stap is het creëren van een basis voor het datacenternetwerk door de serverkant van het netwerk opnieuw in te richten.
advertentie
Sneller – Beter – Wereldwijd
SYSTEEMKLIMATISERING
IT-SOLUTIONS Rittal bv – Hengelder 56 – Postbus 246 – 6900 AE Zevenaar Tel. (0316) 59 16 60 – E-mail:
[email protected] – www.rittal.nl
IT Ro om I n f ra
Ups wezenlijk onderdeel van Green IT
Paul Petersen, namens IT Room Infra
voor veel bedrijven en instellingen is groen de kleur van nu en de toekomst. alle apparatuur en bedrijfsmiddelen worden op directe en indirecte economische en ecologische gronden getoetst. in een computerruimte is dit niet anders. Natuurlijk moeten de servers en dataopslag passend zijn voor de applicaties, maar ook de ruimte zelf krijgt steeds meer aandacht. Vanuit het oogpunt van energiebesparing is zeker in de IT-ruimte letterlijk en figuurlijk de meeste winst te behalen. Dat zit in details van de ruimte. Iedereen wil de IT-ruimte goed laten functioneren voor de organisatie, met beperkte kosten en energiezuinig. Met het opschalen van het gebruik van servers en data worden de keuzes voor alle belangrijke details in die ruimte bepalend voor het energiegebruik. De laatste editie van het IT Room Infra-event had een groen karakter, om beheerders zo goed mogelijk over al deze onderdelen te informeren. De leden van het IT Room Infra-cluster geven al jaren deskundig advies op het gebied van energiebesparing. De meeste aandacht gaat terecht naar koeling uit, maar ook de keuze van het ups-systeem (no-break) kan een belangrijke energie- en daarmee financiële besparing opleveren. Een van de leden van FHI IT Room Infra is de Zwitserse ups-fabrikant Newave. Newave is begin jaren negentig opgericht vanuit de overtuiging dat een ups energiezuiniger kan en moet. De ontwikkelingen op dit vlak staan niet stil, of om Ronald Lagenberg van Newave te citeren: “De nieuwste serie (de DPA UPScale) biedt het beste van twee werelden. Allereerst heeft deze ups het laagste eigen energiegebruik in zijn klasse. Zelfs bij deelbelasting van het systeem. Daarnaast is deze ups de nieuwste generatie van de unieke modulaire DPA-technologie. De ups is dan ook modulair uitbreidbaar voor verhoogde redundantie of meer vermogen en dat zonder ‘single points of failure’.” Een ups is een essentieel onderdeel van een betrouwbare computerruimte. Omdat de ups zijn werk 24 uur per dag 365 dagen per week uitvoert en daarnaast nog eens een technische levensduur van circa tien jaar heeft, kan een goed advies een organisatie geld en energie 40 |
besparen. Een beheerder van een IT-ruimte wil geen risico’s nemen met de beschikbaarheid van data en servers. De keuzes voor een goede invulling gaan samen met keuzes op het gebied van energie. Van alle kanten goed geïnformeerd worden is dan de kunst.
P ro d u c tn i e uws
datac e nte rwo r ks
EMC voert opslagsystemen op EMC, leverancier van informatie-infrastructuuroplossingen, introduceert high-density configuraties van de EMC Clariion CX4 en EMC Celerra gateway. De opslagsystemen bieden hierdoor twee keer de capaciteit van de originele systemen op de helft van het vloeroppervlak. De benutting van datacenterruimte en resources wordt hierdoor geoptimaliseerd. Daarnaast ondersteunen de nieuwe opslagsystemen high-capacity 2TB low-power Sata-diskdrives. Hierdoor gebruiken de systemen
aanzienlijk minder energie. Andere opslagmogelijkheden waarmee de high-density configuraties kunnen worden gecombineerd zijn enterprise flashdrives en door EMC ontwikkelde opslagtechnieken, zoals disk spin-down en EMC fully automated storage tiering (Fast). De oplossingen zorgen voor lagere energie- en koelingskosten en kunnen worden gebruikt in datacenters waar ruimtegebrek en gewichtsbeperkingen een rol spelen. Meer informatie: www.emc.com
Panduit belooft dunste Cat. 6A-kabel
Panduit introduceert het Small diameter Cat. 6A-bekabelingssysteem met MaTriX-techniek. Het gaat volgens Panduit om het TX6A-SD 10Gig UTP koperbekabelingssysteem met de dunste Cat. 6A-kabel ter wereld. Het systeem voldoet aan de elektrische en overspraakeisen van channelprestaties die door de normen Ansi/TIA/EIA en ISO Cat. 6A voor 10GBase-Ttransmissies tot 70 m zijn voorgeschreven. Door de kleinere diameter van de horizontale kabel en patchsnoeren van 6,1 mm ontstaat meer vulcapaciteit. Daarnaast introduceert het bedrijf de 10Gig SFP-kabelessemblages, een HSDT-oplossing (high speed data transport). De oplossing is bedoeld voor gebruik in datacenteromgevingen waar virtualisatie steeds belangrijker wordt. Met de 10Gig SFP+ koperbekabelings essemblages is een 10 Gb poort-tot-poortprestatie, zonder bijkomende signaalprocessing of -conversie, haalbaar. De kabels zijn beschikbaar in lengtes van 1,5, 2,5 en 3,5 m. Meer informatie: www.panduit.com
Slimme spanningsdistributie van Starline
Mulder-Hardenberg heeft met het Starline Track Busway System een slimme oplossing voor datacenters in zijn aanbod opgenomen. Het gaat om een high-density elektrisch distributiesysteem dat volgens de leverancier ‘alle nadelen van traditionele systemen elimineert met eenvoudige turn-n-lockunits die op elke willekeurige plaats zijn te bevestigen’. Volgens Mulder-Hardenberg wordt de montagetijd daarmee aanzienlijk verkort.
Meer informatie: www.m-h.biz |41
p ro d u c tn i e uws
Draka introduceert buigbestendige MaxCap-kabels
all it rooms investeert in warmtebeeldcamera All IT Rooms investeert in een warmtebeeldcamera voor klimaatonderzoek in datacenters. Dit is één van de zaken waar volgens All IT Rooms vaak problemen mee ontstaan. Met de warmtebeeldcamera moeten hotspots worden opgespoord. All IT Rooms zegt de eerste partij te zijn in Nederland die gebruikmaakt van deze techniek. Het klimaat in het datacenter kan ook gedurende langere tijd worden onderzocht. Hiervoor wordt tijdelijke meetapparatuur op een aantal plaatsen in het datacenter geplaatst. Deze apparatuur verzamelt vervolgens met een datalogger alle gegevens op het gebied van klimaat. Meer informatie: www.allitrooms.com
eaton en hp ontwikkelen minicontainer Eaton, dat is gespecialiseerd in stroomdistributie, werkt samen met HP aan de ontwikkeling van een volledig gesloten racksysteem dat is voorzien van eigen stroomvoorziening en koeling. Volgens de ontwikkelaars moet het systeem een energiebesparing opleveren van 38 % bij een IT-belasting van 100 kW. Ook is het de bedoeling dat de oplossing van Eaton en HP kan worden gevoed met alternatieve bronnen als wind- en zonne-energie. De twee bedrijven hebben van het Amerikaanse ministerie voor Energie een subsidie van 7,4 miljoen dollar als onderdeel van een subsidieprogramma dat energie-efficiëntie in de IT moet stimuleren. Het systeem van HP en Eaton moet plaats bieden aan vier tot acht racks, oftewel een klein datacenter in een kleine, modulaire container. Meer informatie: www.eaton.com en www.hp.com
42 |
Draka Communications, producent en leverancier van multimodeglasvezels, introduceert buigbestendige versies van de MaxCap-multimodekabels. De MaxCap-BB-OM3 en MaxCap-BB-OM4 combineren de ‘high capacity’ multimodeglasvezeltechniek en BendBright, een techniek van Draka voor buigbestendige glasvezelkabels. Het voordeel van de buigbestendige MaxCap-multimodekabels is dat zij minder ruimte in beslag nemen en minder energie vergen dan gewone multimodekabels. Ook de betrouwbaarheid wordt door de combinatie van de 10 Gbps multimodefibers met de BendBrighttechniek verbeterd. Zowel de MaxCap-BB-OM3 als de MaxCapBB-OM4 zullen in Europa worden getoond op de Datacentre World Conference in Londen op 23 en 24 februari 2010. Meer informatie: www.draka.com
advertentie
SWITCH TO NEWAVE UPS SYSTEMS -
Meer modulariteit Meer efciëntie Meer exibiliteit Beter voor het milieu Zwitserse kwaliteit Past altijd bij uw organisatie
WWW.NEWAVEUPS.NL
datac e nte rwo r ks
Rittal introduceert moderne IT-infrastructuur voor mkb Rittal introduceert CooledRack, een IT-systeem dat is voorzien van een geïntegreerde warmtewisselaar van 5, 8 of 10 kW en een energiezuinige buitenunit. Met CooledRack wil Rittal kleine en middelgrote bedrijven de mogelijkheid bieden een moderne IT-infrastructuur aan te schaffen. CooledRack is gebouwd op basis van het Rittal TS8 19”-serverrack. Het systeem bevat een geïntegreerd koelsysteem, automatische inblaasregeling en voedingsspanning- en temperatuurbewaking. Daarnaast wordt een buitenunit meegeleverd die via R410A-koudemiddelleidingen met het rack wordt verbonden. Deze moet door een toerengeregelde en energiezuinige compressor zorgen voor een laag energiegebruik, een lage geluidsbelasting en een lange levensduur. De koeling wordt automatisch traploos aangepast op de gemeten temperatuur voor de server.
Meer informatie: www.rittal.nl
wipro beveiligt dynamische datacenters
met Trend Micro
Beveiligingsspecialist Trend Micro is een samenwerking aangegaan met Wipro Technologies, de wereldwijd opererende IT-dienstentak van Wipro. Volgens de overeenkomst wordt Wipro een wereldwijde Trend Micro-reseller op het gebied van threat management en web-, chat-, server- en eindpuntbeveiliging. Doel van de samenwerking is het ontwikkelen van oplossingen die helpen de publieke en private cloud-computingomgevingen beter te beveiligen. Onderdeel van de strategische overeenkomst tussen Trend Micro en Wipro is het samen bouwen van ‘Centres of Excellence’. Deze centra moeten klanten wereldwijd toegang bieden tot de expertise van de twee bedrijven. “De meeste datacenters maken tegenwoordig gebruik van virtualisatietechniek”, zegt Wael Mohamed, senior vicepresident Business Development van Trend Micro. “Maar zonder een beveiligingstrategie hiervoor zijn deze dynamische datacenters minder veilig dan hun fysieke broertjes en zusjes.” Meer informatie: www.wipro.com en www.trendmicro. com
advertentie
Altijd het laatste nieuws over de installatie- en energiesector |43 |43
Colt biedt zakelijke klanten cloudpakket
Dienstenaanbieder Colt introduceerde in januari haar Cloud Infrastructure Services, een pakket diensten om de flexibiliteit van cloudsystemen beschikbaar te maken voor zakelijke klanten. Colt Cloud Infrastructure Services bieden zakelijke klanten een combinatie van dedicated, virtuele en gedeelde infrastructuren. Daarnaast biedt het dienstenpakket opslagmogelijkheden voor de
systemen in de cloud infrastructure, waarbij verschillende opslagmogelijkheden beschikbaar zijn, afhankelijk van de eisen van de klant. Als onderdeel van de Cloud Infrastructure Services zorgt Colt ook voor actieve bewaking van de prestaties en kwaliteit van apparatuur. Dit om het ontstaan van knelpunten of een tekort aan opslagcapaciteit te voorkomen. Het ‘managed service’-aanbod van Colt maakt gebruik van een infrastructuur die is opgebouwd uit 25.000 km netwerk en negentien datacenters in heel Europa. Deze basis stelt Colt naar eigen zeggen in staat de volledige verantwoordelijkheid op zich te nemen voor de veiligheid, beschikbaarheid en continuïteit van IT-processen en computerdeskundigheid. Meer informatie: www.colt.net
DatacenterWorks participeert in community-site DatacenterWorks is een samenwerking aangegaan met ‘The Data Center Professionals Network’. Vanaf begin februari treedt DatacenterWorks op als een ‘contentpartner’ van de Engelstalige community-site. DatacenterWorks-redacteur Michiel van Blommestein zal op www. datacenterprofessionals.net dagelijks bloggen over het laatste nieuws op datacentergebied en proberen de discussie op gang te brengen. “We willen een centrale, online ontmoetingsplek bieden voor datacenterprofessionals wereldwijd”, vertelt Van Blommestein. “Bij ons kunnen ze, zoals bij alle sociale netwerken, terecht voor contacten en onderlinge discussies, maar we willen meer bieden. Dagelijks plaatsen we content op de site die geheel is toegesneden op het werk van de gebouwenbeheerder, beveiliger, infrastructuurmanager en ieder ander die zijn geld verdient in koude gangen, tussen zoemende servers en daar omheen. Denk aan nieuws, video, discussiepunten, en meer.” Meer informatie: www.datacenterprofessionals.net
44 |
raritan versleutelt kvm-verkeer Raritan introduceert wat volgens de fabrikant de eerste digitale kvm-switch is met geïntegreerde Federal Information Processing Standards (fips) 140-2-gecertificeerde encryptiemodule. De module is beschikbaar op alle Dominion KX II-modellen met versie 2.2 van de firmware. De module is ontworpen voor de beveiliging van gevoelige gegevens in datacenters en versleutelt het verkeer dat tijdens een kvm-sessie wordt gegenereerd. Encryptie van het kvm-verkeer, virtuele media en smartcards wordt afgedwongen als de module is ingeschakeld. Meer informatie: www.raritan.com
advertentie
Your cooling our business
www.western.nl 033 247 78 00 Hoevelaken
BICSI
datac e nte rwo r ks datac e nte rwo r ks
Bicsi-conferentie merkt weinig van crisis In deze Bicsi-bijdrage eerst een terugblik op de jaarlijkse winterconferentie in Orlando, die door bijna 4.700 mensen is bezocht. Tijdens die conferentie zijn behalve veel diepgaande technische presentaties ook de nieuwe Board of Directors, downloadable manuals en de installateur van het jaar gepresenteerd. Verder bevat het tweemaandelijkse Bicsi News weer diverse artikelen over actuele installatiezaken. Peter Gloudemans is directeur/eigenaar van AddIT Benelux en nauw betrokken bij de ontwikkeling van Bicsi.
Ondanks de economische crisis hebben 4.666 mensen van 17 tot en met 21 januari de jaarlijkse Bicsi-conferentie in Orlando bezocht. Daar kregen de leden hun nieuwe Bicsi Board of Directors gepresenteerd, die onder leiding staat van Brian Hansen, RCDD, NTS. Hansen werkt al ruim 24 jaar in de ict-industrie en gaat met zijn nieuwe managementteam het Bicsi Strategic Plan implementeren. De vele technische presentaties varieerden van antenne- en noodcommunicatiesystemen, tot diverse ontwikkelingen op het gebied van twisted-pair en glasvezelbekabeling. Vooral de presentatie over 40 Gbps over twisted-pairbekabeling viel bij veel aanwezigen in de smaak. Verder maakte Bicsi bekend dat de veelgebruikte technische manuals voortaan ook elektronisch te downloaden zijn. Die nieuwe distributiewijze verlaagt de kosten en vergroot de wereldwijde beschikbaarheid. Ten slotte slaagde Jessie Spearman, ITS-technician van Vision Technologies, er voor de derde keer op rij in om de titel Bicsi Installer of the Year te bemachtigen.
Bicsi News
De januari/februari-editie van Bicsi News begint met een artikel van vijf pagina’s over de impact van ip-gebaseerde beveiligingsinstallaties op ict-infrastructuren. Omdat de convergentie van data, spraak en video met hoge resolutie al jarenlang boven ons hoofd hangt, wordt het volgens Carol Everett Oliver, RCDD, ESS, hoog tijd om te analyseren of uw infrastructuur op die toepassing(en) is voorbereid. Zij blikt eerst terug op de ontwikkeling van onze bekabelingstandaarden om daarna een aantal scenario’s voor het installeren en integreren van beveiligingssystemen te belichten. Er wordt volgens haar nog steeds veel gediscussieerd over de toepasbaarheid van twisted-paircomponenten (RJ45-connector/jackcombinatie, flexibele patchkabels en de juiste aansluitmethode), in vergelijking met traditionele cctv-aanslui-
tingen. Verder is de 100 m lengte van horizontale verbindingen een beperkende factor voor IP-camera’s. Een ander aspect om rekening mee te houden is de PoE-stroomvoorziening. Voor videotoepassingen met hoge resolutie moet zorgvuldig naar de totale infrastructuur worden gekeken, omdat de zwakste schakel uiteraard telt. Dat begint al bij het ontwerp: vormen de camera’s een centraal systeem waarin alle beelden over het netwerk worden verstuurd, of is sprake van een decentrale oplossing die alleen verkeer genereert bij vooraf gedefinieerde incidenten? Verder zijn er diverse oplossingen om camera’s op grotere afstanden aan te sluiten, onder andere via glasvezel, of om oude aansluitingen op te waarderen voor hoogresolutievideo en PoE, zoals Mx2wire. Het volledige Bicsi News is voor iedereen online toegankelijk via: http://www.nxtbook.com/ nxtbooks/bicsi/news_20100102/#/0.
Bicsi conferenties
Vanwege de veranderende eisen worden er de komende maanden verspreid over de wereld diverse RCDD-examens afgenomen, waarvan alle data en locaties op de Bicsi-website te vinden zijn. Verder organiseert Bicsi de komende maanden onderstaande conferenties: • 19-21 april, 2010 Bicsi South Pacific Conference in Melbourne, Australië • 2-5 mei, 2010 Bicsi Canadian Conference in Montreal • 22-24 juni, 2010 Bicsi European Conference & Exhibition in Dublin
|45
co lum n
Elbert Raben is bij Rittal(www.rittal.nl) projectmanager IT en ervarings deskundige op het gebied van klimatiseringsoplossingen.
Colofon datac e nte rwo r ks is hét vakblad over de technische infrastructuur van datacenters.
jaargang 3, februari 2010, nummer 2 datacenterworks verschijnt tienmaal per jaar. toezending geschiedt op abonne mentbasis en controlled circulation.
Nuchter
boerenverstand Eindelijk is het dan zover. Sinds kort ben ik de trotse eigenaar van een hypermoderne ‘full hd led pro lcd-televisie’. Het kost wat, maar dan heb je ook wat. Met één druk op de knop tovert het apparaat mijn woonkamer om tot een heuse thuisbioscoop. En zuinig dat het is! In de stand-bystand verbruikt mijn nieuwe televisie slechts 150 mW/h, dat is nog minder dan mijn digitale wekkerradio. Nu behoor ik tot een generatie die heeft geleerd alle apparaten voor het slapengaan gewoon helemaal uit te zetten, gewoon uit zuinigheid (en omdat alle apparaten groene apparaten worden als je die uitzet). Behalve de koelkast natuurlijk, maar die van mij heeft dan wel een groen energielabel. Nu ik erover nadenk: hoe zit het met mijn laptop? Hoeveel verbruikt die in de slaapstand? Even opzoeken: 30 W. Wow! Nooit geweten - hoe is het mogelijk? Ik investeer in een groene koelkast en een ultra-energiezuinige led-tv en achter mijn rug om slurpt mijn vertrouwde huiscomputertje stilletjes alle energie weg! In veel organisaties gebeurt op dit moment iets vergelijkbaars. Zodra je praat over energiebesparing en groene IT vliegt het vakjargon je om de oren: EUE (Energy Usage Effectiveness), PUE (Power Usage Effectiveness), COP (Coefficient of Performance) en EER (Energy Efficiency Ratio). Overal zijn we druk in de weer energiezuinige ups- en koelsystemen te plaatsen, en daar is op zichzelf natuurlijk niets mis mee. Zo lijkt het wel alsof we allemaal bijzonder duurzaam bezig zijn, maar is dat echt waar? Een EUE van 1,3? Dat kan beter: op naar de 1,2! Leuk hoor, maar de belangrijkste vraag blijft doorgaans onbeantwoord: kan die warmteontwikkeling zelf niet ook een stuk omlaag? Is die 100 kW warmteverlies echt nodig? Kunnen we niet volstaan met 80 kW door bijvoorbeeld energie-efficiëntere servers te plaatsen? Nog steeds gaan veel actieve IT-componenten uiterst inefficiënt met energie om. En veel IT-managers doen onbewust hetzelfde, wanneer zij componenten aanschaffen die weliswaar uitblinken in performance maar niet altijd even energie-efficiënt zijn. Over energie-efficiëntie gesproken: warmte die niet wordt gegenereerd, hoeft ook niet te worden afgekoeld. Kijk naar het geheel en denk vanaf het eerste begin goed na over energiezuinige IT-apparatuur, dan boek je een dubbele winst. Want wat heb je aan een EUE van 1,2 in je energie-efficiënt gekoelde IT-ruimte, wanneer in de rest van het gebouw honderden verouderde processors en stoffige ventilatortjes voortdurend energie verspillen? Stel de juiste vragen: hoeveel rekenkracht hebben we werkelijk nodig? Kunnen we pc’s vervangen door terminals? Is het slimmer de hele zaak te hosten door een veilig en energie-efficiënt datacenter? Duurzaamheid is geen rocket science, beste mensen – het is vooral een kwestie van je boerenverstand gebruiken. En aan het eind van de dag betekent dat: deur op slot, verwarming laag, lichten en computers uit. 46 |
u itg e v e r robbert hoeffnagel
[email protected]
H o o f d r e dacti e
ferry waterkamp
[email protected] e i n d r e dacte u r m. rubel p o sta d r e s r e dacti e
postbus 82, 2460 ab ter aar te l e f o o n 0172 - 78 21 20 e - m a i l
[email protected] a dv e rte nti e - e xp lo itati e
bureau van vliet bv, ruud van viersen postbus 20, 2040 aa zandvoort te l e f o o n 023 571 47 45 e m a i l
[email protected] i n d it n u m m e r b i j d r ag e n va n
edwin de brave, peter gloudemans, wouter hoeffnagel, walter van kampen, marcel laes, paul matthijsse, teus molenaar, paul petersen, elbert raben, harry schmitz, oene-wim stallinga, marcel van uffelen, ferry waterkamp, hans vandam vo r m g e v i n g laura willemsen
grafisch ontwerp
druk
3l drukkerij bv, rotterdam kopij kan worden ingezonden in overleg met de redactie. geplaatste artikelen vertegenwoordigen niet noodzakelijk de mening van de redactie. de redactie noch de uitgever aanvaarden enige aansprakelijkheid voor de inhoud van artikelen van derden, ingezonden mededelingen, advertenties en de juistheid van genoemde data en prijzen. fotokopie en overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk op welke wijze dan ook, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder vermelding van: ‘overgenomen uit datacenterworks, vakblad over de technische infrastructuur van datacenters’, met vermelding van de jaargang en het nummer. datacenterworks is een uitgave van fenceworks bv
datac e nte rwo r ks
DatacenterWorks nu ook online
Kijk voor alle artikelen en het laatste nieuws op www.datacenterworks.nl (En voor datacentervideo’s op www.youtube.com/user/DatacenterWorks)
Bijna ¤70 miljoen aan onderzoek op het gebied van serverruimtes. Maar u betaalt NIETS! rgy
e g En ntin eme Data l p Im ient Effic res t Cen
Deploy in Densit g Highy Zones inn Data C a Low-Densit entre y
The Advantages of Row and RackOriented Cooling Architectures for Data Centres
d hprove An Im ture for Hig c e it Arch cy, Highn Efficie y Densit ntres e Data C
White
Paper
#130
White Paper #130 White
ite Wh
er
Pap
Pow Cap er an d Ma acity Cool ing n for agem Dat e a C nt ent res
#130
Paper
#130
Wh
ite
“Implementing Energy Efficient Data Centres” White Paper nr. 114 00
51
¤
GRATIS!
“An Improved Architecture for High-Efficiency, High-Density Data Centres” White Paper nr. 126
94 GRATIS!
¤
00
“The Advantages of Row and Rack-Oriented Cooling Architectures for Data Centres” White Paper nr. 130 00
67
¤
GRATIS!
Pap
“Deploying High-Density Zones in a Low-Density Data Centre” White Paper nr. 134
90 GRATIS!
¤
00
er #
150
“Power and Cooling Capacity Management for Data Centres” White Paper nr. 150
17700 GRATIS!
¤
Download GRATIS whitepapers van APC om de meest voorkomende fouten bij het plannen van ITstroomvoorziening en –koeling te voorkomen Zorg dat u beschikt over een plan voor uw datacenter. We hebben duizenden klanten gesproken, van Baltimore tot Beijing, en hebben de goede, minder goede en ook slechte maatregelen gezien die klanten troffen bij de planning van hun datacenter. In veel gevallen was er door omzetvermindering en bezuinigingen helemaal geen plan. Krijg antwoorden op uw vragen en voorkom toekomstige problemen. Weten u en uw personeel wat de tien belangrijkste fouten zijn die u moet vermijden? De gemakkelijkste manier om koeling te verbeteren zonder dat het u iets kost? U vindt deze antwoorden en meer in onze nieuwste verzameling whitepapers. Profiteer vandaag van onze waardevolle onderzoeken en bespaar uzelf onkosten en problemen in de toekomst.
Download GRATIS uw white paper(s) binnen de komende 30 dagen en maak kans om een Samsung Home Theatre (Model BD 7200) te winnen! Kijk op onze website op www.apc.com/promo en gebruik toegangscode 74398t Tel 0800 020 3244 • Fax 0347 325225 ©2010 Schneider Electric, Alle rechten voorbehouden. Schneider Electric en APC zijn eigendom van Schneider Electric of hun dochtermaatschappijen in de Verenigde Staten en andere landen. Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectievelijke eigenaren. 998-2524_NL APC Benelux - Postbus 219 - 4130 EE Vianen - Nederland