Reis naar de Dodecanesos Door Denise Sengulen (groep 1) en Francis Pirsoul (groep 2)1 Vooraleer te beginnen met het relaas van de reis, denk ik, dat het aangewezen is een korte historische en geografische inleiding te geven van de Dodecanese archipel. Deze Griekse eilandengroep in de Egeïsche Zee ter hoogte van Turkije telt meer dan 160 eilanden en eilandjes, waarvan de meeste onbewoond zijn en Rhodos het belangrijkste is. Eerst waren ze onder Ottomaanse heerschappij, daarna, in 1912, werden ze bezet door de Italianen, om tenslotte in 1947 te worden aangehecht bij Griekenland. Omwille van het enorme succes zagen de organisatoren zich verplicht twee vertrekdata te organiseren voor deze reis die ons tot op Rhodos, Patmos en Kos zou brengen. Afspraak dus voor de eerste groep van 30 senioren op zondag 24 mei om 4.00 u ’s ochtends op de vlieghaven van Zaventem. Misschien niet allemaal even fris en in topvorm maar klaar voor het avontuur, dat zeker. De tweede groep vertrekt op 6 juni. Na een aangename vlucht van 4 uur landt het vliegtuig op Griekse bodem. De bagageafhandeling van de eerste groep verloopt vlekkeloos, voor de tweede groep is dat iets minder het geval. Na de bagageband te hebben zien draaien en nog draaien blijkt algauw duidelijk dat er een koffer ontbreekt, achtergebleven in Brussel Nationaal. Hij zou pas ’s anderdaags aankomen. Jos en Tony brengen groep 1 tot bij hun gids die fier een bordje met NBB in hoofdletters vasthoudt. Ik noem hem Adonis, heb het niet zelf bedacht maar hij doet zijn naam alle eer aan... De gids van groep 2 heet Julia. Na een lekker viergangendiner en een kort middagdutje stellen de respectievelijke gidsen, Adonis voor de enen en Julia voor de anderen, voor een wandeling te maken door de stad Rhodos met dezelfde naam als het eiland. Gedurende twee uur kuieren we langs het oude stadsgedeelte, de stadswallen, de haven en de Italiaanse overdekte markt. We komen ook voorbij de ruïnes van een oude kerk en een synagoge (een der oudsten van Europa maar, helaas, gesloten op dat moment). Tot slot wat vrije tijd in de omgeving van de winkelstraat (Sokratousstraat) en afspraak bij de prachtige fontein op het het Hippokratousplein. Ah, al deze namen, geleerd op school, geven ons reeds een voorsmaak van wat Griekenland te bieden heeft. Een mooie wandeling die het water in de mond brengt en de eetlust stimuleert. s’ Anderdaags, maandag, begint het echte bezoek. De bus brengt ons naar de ingang van de oude stad. Van daaruit gaat het verder te voet. We gaan binnen langs de poort van Amboise, genoemd naar de grootmeester, en lopen verder langs het Paleis van de Grootmeesters, dat uitgebreid en aangepast werd door de Orde van Sint Johannes in Jeruzalem (hij stichtte de orde in Jeruzalem maar moest dan vluchten eerst naar Cyprus, dan naar Rhodos en tenslotte naar Malta). 1
Het verslag van de verschillende uitstappen en bezoeken is van de hand van Francis Pirsoul, met Julia als gids of groep 2. De notities in cursief werden toegevoegd door Denise Sengulen, met Adonis als gids of groep 1.
Het paleis werd gedeeltelijk verwoest door een aardbeving en de ontploffing van een Ottomaans kruitfabriek. Later werd het gerestaureerd door de Italianen Julia en Adonis zijn onklopbaar wat de kennis van de geschiedenis van hun land, het eiland, de muzen en de mythologie betreft. De mooie mozaïeken komen echter niet van Rhodos maar van Kos waar de Italianen ze gebruikten om hun paleizen te versieren. Eén mozaïek in het bijzonder verklaart de mythische oorsprong van de eilanden en de vulkanen: het gevecht van de reuzen tegen de goden. Bij het verlaten van het paleis komen we in de befaamde Ridderstraat met de Taal Herbergen terecht (hier hadden de ridders per taal hun eigen herberg waar ze samen kwamen om te vergaderen, te eten en te overnachten). Eén groep bezoekt de nog goed bewaarde Herberg van de Provence, de andere gaat naar de Herberg van Frankrijk. Dan laten we het Middeleeuws kwartier achter ons en komen in de Ottomaanse wijk terecht. De moskee van de befaamde Sultan Suleiman kunnen we spijtig genoeg niet bezoeken (alles is hier dicht!) maar wel de bibliotheek er recht tegenover (met korans daterend van de 16de eeuw, het verhaal van de inname van Rhodos gezien door de Ottomanen) en een klein gebouw met een torenschouw waar er werd gekookt voor de armen (het toenmalige OCMW maar dan wel in de handen van religieuze moslims). Onderweg stoppen we even bij een hammam uit de 16de eeuw nog altijd in gebruik als publieke badplaats. In dezelfde buurt en in de schaduw van de bomen wordt ons het middagmaal opgediend, een keer door een Belgische en de andere keer door een Nederlandse gastvrouw. Welke groep wie krijgt laat ik in het midden, feit is : ze spreken beide Nederlands. In de namiddag: bezoek aan het hospitaal van de Ridders, nu een museum met mooie kunstvoorwerpen gevonden tijdens de opgravingen op het eiland (met name in Kamiros). Het plan van het hospitaal doet denken aan een karavanserai maar het is wel degelijk een gebouw opgetrokken door westerlingen om dienst te doen als hospitaal. Hier werden niet alleen zieken en gewonden maar ook wezen opgevangen. De grote ziekenzaal is indrukwekkend maar het hoogtepunt van het bezoek krijgen we in het kleine museum: een graf met een beeld erop van een klein meisje - Krito - dat afscheid neemt van haar overleden moeder Timaritsa, (uitgevoerd in marmer en daterend van de 5de eeuw voor Christus). Tijdens het vrije uurtje nadien genieten sommigen van een paar Margherita’s terwijl anderen kiezen voor een koffie in een taverne daterend uit de 14de eeuw (en nog praktisch intact). De twee reizen hadden moeten identiek verlopen maar omstandigheden hebben ervoor gezorgd dat beide groepen wel hetzelfde gezien hebben maar niet in dezelfde volgorde. Vanaf hier worden de feiten niet meer in chronologische volgorde weergegeven, maar, in de mate van het mogelijke, rekening houdend met de situatie van elke groep apart. Patmos Julia vertrekt met haar groep zeer vroeg in de ochtend per snelboot naar Kos. De reis voorziet drie tussenstops vóór Kos. Tijdens het eerste traject is de zee zo woelig dat vele reizigers met moeite hun ontbijt in de maag houden. In de havens van de kleine eilandjes waar halt gehouden wordt gaat alles vlot en snel: amper 10 minuten (in- en uitstappen inbegrepen).
2
Op Kos: vlug naar het restaurant, hop, hop, vlug eten en hop, hop, vlug terug naar de haven voor alweer een andere snelboot naar Patmos. Op Kalimnos, nog een klein eilandje, worden we in de haven begroet door een zeemeermin. ’s Namiddags gaat het zonder onderbreking verder: eerst een bezoek - te Patmos - aan de grot waar St Jan een visioen van het einde der tijden had. (De trap die toegang verleent is moeilijk, om niet te zeggen gevaarlijk, vooral omdat ook op hetzelfde moment passagiers van een cruiseschip op bezoek zijn). Daarna bergop naar het klooster van Johannes de Theoloog, gesticht in 1088 door Christodoulos en door Unesco geklasseerd als werelderfgoed. De keizer van Constantinopel had hem het eiland (34 km²) plus nog een paar andere voorrechten geschonken zoals het vrijstellen van belasting en de toelating voor het handhaven van een koopvaardijvloot. Het is dus reeds sinds lange tijd een rijk klooster, getuige hiervan: de fraaie fresco’s in de kerk die dateert van de 11de eeuw. Deze muurschilderingen zijn vermeldenswaard. De meeste zijn van de 16de eeuw maar sommige reeds van de 12de eeuw. Het museum beschikt over zeer oude boeken, een originele uitgave (uit de 11de eeuw) met het handvest van de giften van de keizer van Constantinopel en een zeer pakkend maar weinig gekend schilderij (Julia ging er achteloos aan voorbij) dat “de kruisweg van Jezus” voorstelt en geschilderd werd door El Greco (toen nog onder de naam Domenikos Theotokopoulos). Het avondmaal wordt opgediend in een eetgelegenheid in de nabijheid van het klooster en de groep wordt er bij zijn aankomst vrolijk begroet door de medereizigers die zich niet naar boven hadden gewaagd. (De kloosters hier in de streek zijn bijna allemaal zo hoog gelegen dat ze haast niet bereikbaar zijn voor de gewone mens). Daarna gaat het richting hotel. Wat een verassing! Een prachtig 5 sterren hotel: modern, recent met verfijnde hedendaagse architectuur. Het is een droom al moet gezegd dat het niet overbevolkt is. Sommige van de groep overwegen de volgende dag liever nog wat langer te genieten in dit paradijs en niet verder te reizen. Neen, neen, neen, toeristen, vooruit, de boot richting Kos wacht in de haven! De groep van Adonis die verondersteld werd ‘s ochtends de boot te nemen naar Patmos, moet zich tevreden stellen met de dagelijkse overzetboot van 17.00 u. Sinds de nieuwe uurroosters is er geen snelboot meer op donderdag. Voor hen wordt het een sober avondmaal in het zelfbedieningsrestaurant op de boot en ze kunnen ook beschikken over een cabine om even uit te rusten. Zij bereiken uiteindelijk rond 23.30 u het 5 sterren hotel waarvan sprake hierboven en bezoeken dan ’s anderdaags ‘s morgens Patmos vooraleer de snelboot te nemen richting Kos.
3
Cos Kos was eerst onder Italiaanse heerschappij, daarna hadden de Duitsers het voor het zeggen en tenslotte, in 1947, werd het bij Griekenland aangehecht. Kos is het 3de grootste eiland van de Dodecanesos archipel en geniet de voorkeur van vele Noord-Europeanen (vooral fietsliefhebbers). Onmiddellijk na de aankomst brengt een bus de groep van Julia naar Zia voor de lunch. Daarna volgt een bezoek aan de site van Asklepion, in de oudheid bekend als bedevaartsoord (het lokale Lourdes). De befaamde Hippocrates heeft hier zeker bijgedragen tot de genezing van zieken. Het zijn christenen die beslag leggen op de plaats en haar reputatie want de genezing gebeurde aan de hand van bronwater en bij het verschijnen van Asklepion in een droom. Dit laatste is absoluut onaanvaardbaar vanuit christelijk standpunt! ’s Avonds, wordt er eerst ingecheckt in het hotel en daarna is er een wandeling langs de opgravingen in het oude stadsgedeelte. Eindigen doen we met het avondmaal op een klein romantisch pleintje om dan terug te keren naar het hotel langs de buurt met nachtclubs en bars. ’s Anderdaags is er dan het echte bezoek. Julia, onvermoeibaar, start bij de agora (een van de grootste uit de oudheid: dank zij de opgravingen is het stadsplan duidelijk ‘leesbaar’ met straten in genormaliseerde afmetingen die loodrecht kruisen) en de tempel van de Aphrodite, beschermgodin van de zeelui. Vervolgens brengen we een bezoek aan de Burcht van Neratzia (zure appelsien). Van hieruit kan men de Turkse stad Bodrum aanschouwen. Op het plein overschaduwt een eeuwenoude plataan de prachtige fontein voor rituele reiniging maar een ondersteunend metaalwerk is storend voor een mooie foto. Na een uurtje vrij in de omgeving van de overdekte markt wordt er gegeten op een achterkoertje van een typisch huis in een van de drukke winkelstraten. Het bezoek is afgelopen en dus keren we terug richting haven voor de snelboot die ons terugbrengt naar Rhodos, op een kalme zee deze keer. De boottochten (met snelboot nochtans) van groep 2 duren in totaal 7.00 u terwijl groep 1 er +/- 6.00 u meer over doet omwille van de overzet van Rhodos naar Patmos met de veerboot i.p.v. de snelboot (zie hoger). Niet alleen heeft de groep van Adonis alles bezichtigd wat groep 1 zag, ze zijn ook nog getuige van de aankomst van 1200 oorlogsvluchtelingen uit Syrië. Ze bereiken de haven van Kos via Turkije dat op een paar tientallen km daar vandaan ligt. ’s Middags staan ze in groep voor het stadhuis te wachten op een maaltijd die hen tweemaal per dag, ’s middags en ’s avonds, toebedeeld wordt. (“ze”, de migranten, niet wij). Regelmatig wordt de stad Kos, zoals vele andere Europese steden, overspoeld door deze mensen op de vlucht voor de oorlog, maar de stad beschikt niet over de nodige infrastructuur om ze te herbergen.
4
A Rhodes-ville, le groupe de Julia retrouva l'hôtel du début et ses salles de bain étriquées. Le pire, c’était le rideau de douche qui collait à la peau, tout le monde s'en est plaint sauf ceux qui ont eu une douche sans rideau! (mêmes commentaires pour le groupe 1). Ialissos/Kamiros/Monolithos Het eiland Rhodos telt drie antieke steden: Ialissos, Kamiros en Lindos die samen aan de grond liggen van het ontstaan van Rhodos-stad en ideaal gesitueerd waren voor de aanleg van havens (een militaire en een handelshaven). Ialissos ligt op een heuvel. Veel bewoners hebben de oude stad verlaten bij het ontstaan van Rhodos-stad. Er staat nog een klooster, oorspronkelijk opgericht rond een katholieke kerk. De religieuze gebouwen in Griekenland, een land met een zeer oude beschaving, hebben vaak verschillende religieuze riten gediend in functie van de op dat moment plaatselijk heersende religie. Het klooster werd gerestaureerd door de Italianen maar nu verblijven er geen monniken meer. Kamiros heeft als eerste stad in de regio zijn eigen munt geslagen (6de eeuw). Er zijn complexe Griekse baden te bewonderen alsook een volledige stad opgegraven door archeologen.
Van hier komen de glazen objecten en de Egyptische figuurtjes die we in het museum van het Riddershospitaal in Rhodos konden bewonderen: nl. overblijfselen van objecten geofferd aan Athena en opgegraven door archeologen. Opmerkelijk ook hier in Kamiros is het complexe watervoorzieningssysteem dat de hele stad bevoorraadde. Onderweg houdt de groep halt bij de Monolithos, een stijle rots met daarop de ruines van een Byzantijns fort. Mogelijkheid hier voor de reizigers om wat souvenirs te kopen aan de kraampjes langs de weg. Terug naar Rhodos-stad waar we het verhaal te horen krijgen van de Kolossus van Rhodos opgericht aan de ingang van de haven. De kolossus was een meer dan 30 meter hoog bronzen beeld van Helios, god van de zon. Het stortte in tijdens een aardbeving nog in dezelfde eeuw waarin het gemaakt werd.
5
Vooraleer terug te keren naar het hotel doorkruisen de reizigers nog een moslim kerkhof daterend van de 16de eeuw (maar nu totaal verlaten). Te vermelden hier: het mausoleum van de Turkse piraat: Murad Rai. Lindos/De 7 bronnen/Mandraki Voor groep 2 is de laatste bezoekdag in het oosten ook een ‘pech’ dag. De bus brengt de groep naar Monte Smith, genoemd naar de Engelse admiraal die de plaats gebruikte als uitkijkpost om de vloot van Napoleon te volgen, voor een bezoek aan de archeologische site (3 kolommen van Apollo’s tempel, het stadium en het theater), maar bij het vertrek aldaar dient, omwille van motorpech, overgestapt te worden op en de bagages overgeladen in een andere bus. De karavaan is weer op weg. Eerst brengen we een bezoek aan een klooster gebouwd op een hoogte in de nabijheid van Rhodos-stad. Een tiental luidruchtige pauwen die er rondlopen maken het zo bont dat de groep zich verplicht ziet verderop een plekje te zoeken in de schaduw om de uitleg van de gids te verstaan. Deze site is de acropolis van de oude stad. De stad Lindos is geklasseerd als historisch monument en is ook autovrij. De tempel ter ere van Athena staat op een hoogte. De bus mag het dorp aan de voet van de heuvel niet in en moet parkeren op een steile weg. Niet erg, vindt Julia, de groep kan te voet naar het dorpsplein en terug met de pendelbus, georganiseerd door de plaatselijke dienstverlening. Vooruit dan maar. Wanneer Julia ter plaatse informeert naar de pendeldienst blijkt die niet voorhanden omwille van ... motorpech... Vervloekt! Het kerkje in het dorp is zeer mooi (het heeft ook de wisselende erediensten ondergaan) met geslaagde fresco’s (glimlachende gelaten) uit de 18de eeuw. De versiering van de iconostases is zoals gewoonlijk veel te overladen maar in het aangrenzend klein museum zijn er enkele mooie ikonen en prachtige kazuivels te bewonderen. De klim naar de tempel van Athena is zwaarder dan werd voorgesteld maar minder moordend dan werd gezegd. Wat we daarboven te zien krijgen loont echt de moeite vooral ook dankzij de uitleg van Julia en de restauratiewerken uitgevoerd door de Italianen die het eiland bezetten tussen de twee wereldoorlogen. Het is geen grote tempel maar de site moet al in de prehistorie aanzien zijn als heilige plaats want onder de tempel bevindt er zich een grot waarin een kerk werd gebouwd. Na het avondmaal in restaurant Petalas, dat Wolfgang zeer nauw aan het hart ligt (zie later), keren we terug naar Rhodos-Stad maar stoppen onderweg nog even in een aangelegd natuurpark met achteraan een riviertje gevoed door 7 bronnen. 6
Een deugdoend en ontspannend intermezzo voor de groep van Adonis na een wandeling op houten bruggen en langs kleine watervallen op zoek naar de 7 bronnen. En er dient ook nog vermeld te worden dat enkele uren voordien, na het middagmaal in het restaurant Petalas, gelegen aan de kust, de groep van Adonis getuige van was van hoe Adonis en de kok van het restaurant hun vriend Wolfgang, vechtend tegen de stroming, uit het water redden. Gelukkig liep dit avontuur goed af. De groep kreeg zelfs de kans de gids in bijnaadamskostuum te zien. Een primeur voor hen en voor de gids maar tegelijk confronteerde het de toeristen ook met de huidige armzalige toestand in Griekenland wanneer ze het comfort van de ziekenwagen zagen (Wolfgang lag op een plank) en ook dat van het medisch centrum waarheen hij gevoerd werd (armtierig!).
Vooraleer terug te keren naar het hotel brengt Adonis de groep nog naar de haven van Mandraki. Aan de ingang van de haven staan 2 stenen kolommen met op de ene een hert en op de andere een hinde, de symbolen van Rhodos. Deze kolommen staan, volgens de legende, op de plaats waar de kolos van Rhodos werd opgetrokken. Zondag en maandag, logeren we allemaal (beide groepen) in een hotel langs de kust van Falikari voor 2 dagen ‘zalig nietsdoen’ met de formule ‘all in’. Een mooie reis en voor Jos een mooi afscheid als reisorganisator.
___________
7