De Reis naar Londen 16 -18 december 2006
Veerle woont met vriend Anton nu bijna vijf maanden in Londen aan de North Gowerstreet op nummer 192, en half december brengen wij ze een bezoekje. Met de piepkleine fokker van VLM waarin wonderlijk veel ruimte voor de benen is, vliegen we om acht uur van Antwerpen op een uurtje naar London city airport waar we ook om acht uur landen. Op de luchthaven zullen we de DLR (Docklands Light Railway) nemen naar Bank. Aan de kaartjesautomaat merkt een behulpzame beambte onze aarzeling op en geeft ons een uitvoerige uitleg over de kaartjes wat meteen een deuk zet in onze kennis van de taal van Shakespeare. Deze beambte is ook de enige blanke autochtone werknemer die we zullen ontmoeten tot we op het einde van ons verblijf het grondpersoneel van VLM weer ontmoeten. De allochtonen oefenen allerlei functies uit. Het gaat van de kelners en kamermeisjes, over de bestuurders van bus en metro, de verkopers en kassiers in alle zaken en beoefenaars van straatanimatie, tot de suppoosten en verkopers van souvenirs in musea al of niet met hoofddoek. Ze zijn ook zeer uitdrukkelijk te zien bij de gewapende Britse politie. Als we in Bank aangekomen zijn, zullen we overschakelen op de ‘underground’ de naam van de metro in Engeland, tot we in Euston Station zijn. We hadden afgesproken dat we om 10 uur zouden komen en daar het nog vroeg is zullen we eerst Kerstkaartjes kopen aan een stalletje in Euston station. Natia had een plannetje getekend volgens de aanwijzingen van Veerle hoe we vanuit Euston station bij haar terecht zouden komen. Waar de juiste uitgang moest zijn was alleen maar een nooduitgang te vinden, we zijn dus een paar rondjes gedraaid om uiteindelijk maar te doen zoals iedereen deed en door de nooduitgang gegaan om onmiddellijk oog in oog te staan met het Ibis hotel waar we zouden logeren en vandaar naar North Gowerstreet was kinderspel. Ruw geschat was de totale oppervlakte van het appartement 135 vierkante voet, maar toch was er plaats voor, nee niet thee maar koffie. Anton en Veerle vertelden honderd uit over patiënten die 7 of 8 stones wogen en de ziektematen van de diabetici die niet in (milli)grammen maar in mollen gemeten wordt . Maar uiteindelijk waren we niet gekomen om alle ziekten van Engeland te bestuderen en we werden vergast op een sight seeing met de hop-onhop-off bus, een dubbeldekbus met bovenaan een cabrioversie. Met de vlam in de pijp en de haren in de kap hebben we de bezienswaardigheden 2
van Londen leren kennen: Hyde Park met speakers corner, Trafalgar square met Nelson, Buckingham Palace zonder Diana, Westminster en the Houses of Parliament met Big Ben. Daar de najaarszon ons maar matig verbrandde in de open bus houden we aan de overkant van de Thames halte in de nabijheid van het Eye of London voor een beker warme chocolade waaraan we onze handen warmen en die voorzien is van een met deksel met drinkgat. Met die kachel in de hand lopen we langs het Sint Thomas ziekenhuis waar Veerle werkt en over de Thames terug even de binnenstad in en gaan dan onze kaartjes voor het eye afhalen.
London Eye is het grootste reuzenrad ter wereld, waarmee maar eens gezegd is dat Londen New York heeft voorbijgestoken op het vlak van superlatieven. In 32 capsules waarin 25 mensen plaats nemen heeft men een schitterend uitzicht over Londen. De grootste hoogte die men bereikt is 135 meter.
3
Terug op de begane grond maar ditmaal zonder houvast, want we treden de surrealistische wereld van Salvador Dalí binnen. In dit museum zijn 500 werken van Dalí te bezichtigen. Vooral de vele sculpturen met weke uurwerken zijn me bijgebleven alsook de ‘giraffevrouw’ met lange nek en de noodzakelijke schuiven alsmede de vrouw met de vlammen die me doen denken aan de brandende giraf maar daarvoor zullen we ooit eens naar Bazel moeten. Als we Dalí gezien hebben keren we terug naar Euston, we moeten nog inchecken in ons hotel. Volgens de reisgids (ANWB) gaat de categorie goedkoop ‘ van 65 tot 90 pond per tweepersoonskamer per nacht. Wij betalen voor twee nachten met ontbijt 171 pond. Het appartementje van Anton en Veerle kan zonder veel moeite een plaats vinden in onze kamer. Is Londen ook op weg naar de ‘most expensive’ in the world’? Voor vanavond heeft Veerle kaartjes gekocht voor Mama Mia maar eerst energie opladen. Het eerste restaurant gaan we voorbij omdat er wat veel volk is, aan het tweede is er niet minder volk maar er rest ons maar een uurtje, dus gaan we in de rij staan. Nog geen minuut later is er
4
plaats omdat we met vieren zijn en we mogen voorlopen. Ik heb vroeger veel kwaad verteld over het eten in Engeland maar ik moet toegeven, Ze hebben bijgeleerd en hun frieten zijn meer dan eetbaar. Mijn disgenoten overgieten hun eetmaal met een glas Stella Artois. Ikzelf hou het bij Guiness. En dan vooruit in halve looppas naar de musical die door Benny en Björn aaneengerijgd is met een banaal verhaaltje maar waarin ook de mooiste onvergetelijke Abbaliedjes voorkomen. De gemiddelde leeftijd van het publiek schat ik op meer dan veertig jaar, echt opvallen doe ik niet. Heeeeeel mooi en een uitzinnig publiek bij ‘Waterloo’ als toemaatje. We besluiten de avond bij ‘an other pint’ in een pub maar snuiven eerst nog even de radioactieve poloniumlucht op van het University College Hospital. De volgende ochtend zullen Natia en ik na het ontbijtbuffet met warme worst en ei (de bruine bonen hoefden echt niet meer), eerst het British museum bezoeken waar we absoluut het beeld van Paaseiland willen gaan bekijken. Er is ook een speciale tentoonstelling van voorwerpen uit de stille oceaan maar die opent pas om 10 uur. We bellen dus dat we wat later op de afspraak zullen zijn om naar speakers corner te gaan. Om het British Museum heb ik één goede reden, namelijk het beeld van de ‘moai’ zien dat door de bemanning van de Topaze in 1868 was meegebracht van een reis naar Rapa Nui, ofte Paaseiland. Dit zou een echt beeld zijn, terwijl Brussel het met een replica moet stellen. Op de tentoonstelling ‘Power and Taboo - sacred objects from the pacific’ staan in een glazen kast twee mooie beeldjes van vogelmannen, de cultuur die op Rapa Nui waarschijnlijk ontstaan is na de gewoonte van het beelden – moai – construeren. Ik leg aan met mijn fototoestel, regel wat en probeer de lichtreflectie van de glazen kast te vermijden als ik een stemmetje steeds luider van fluisteren naar roepen hoor overgaan: ‘excuse me sir, excuse me sir, excuse me sir, - ik bedenk dat de vogelman onmogelijk engels kan gesproken hebben – en dan dringt het tot me door dat fotograferen op de tentoonstelling verboden is, en is het mijn beurt om excuse me sir te zeggen.
5
Hoa Hakananai’a
Na nog wat rondkuieren in de Egyptische afdeling kan je de vraag stellen of er eigenlijk nog wel iets te zien is in Egypte. We verlaten het British Museum en gaan naar onze afspraak maar het blijkt dat we te laat zijn voor spaekers corner want het recht op vrije meningsuiting geldt er maar op zondag tot 12 uur. We vertrekken dan maar met de metro richting Tower. Een van de veiligheidssystemen in de metro bestaat erin dat iedereen die binnen komt en buiten gaat, in het oog gehouden wordt. Ze lopen niet te koop met alle systemen maar camera’s zie je overal en nog een zichtbaar detail dat je niet kan overslaan zijn de hekjes waar je vervoerbewijs gecontroleerd wordt telkens je in of uit de metro gaat. Dit is een controle waar (bijna) geen personeel voor nodig is want alles gaat automatisch en het wordt daardoor moeilijk om snel te ontsnappen. Als we ons eindstation bereikt hebben stopt Natia het vervoerkaartje in de gleuf en het hekje gaat niet open maar op een schermpje verschijnt de aansporing hulp te zoeken bij het personeel. In plaats daarvan proberen we het nogmaals, zowel Natia als ikzelf blijven voor een gesloten deur staan. Anton en Veerle hebben er merkbaar plezier in en Veerle bekijkt
6
onze kaartjes die van gisteren zijn……Met het kaartje van vandaag opent het hekje zich ogenblikkelijk. Conclusie van het verhaal is dat de metro niet geschikt is voor daklozen, daarom zagen we gisteren er een bij het verlaten van de musical liggen. Aan de Tower verlaat Anton ons om zijn ouders af te halen op de luchthaven en wij nemen de boot om zuidwaarts de Thames af te varen van Tower Bridge tot Greenwich. Het is een soort drijvende serre en een gulle winterzon streelt aangenaam.
Greenwich was de geboorteplaats van Hendrik VIII en we wandelen er door het imposante park waar Hendrik zijn tweede vrouw Anna Boleyn het hof maakte naar een steile heuvel waar bovenop de koninklijke sterrenwacht staat. Een foto op de nulmeridiaan is een verplichting. Die middagcirkel ligt er pas van 1884 als erkenning voor de wetenschappers van het observatorium inzake het vaststellen van lengte- en breedtegraden.
7
Wij waren op de nulmeridiaan Vroeger waren er verschillende nulmeridianen, Parijs en Greenwich waren tot het laatst in concurrentie met elkaar. Mercator hield het bij een meridiaan die over de Canarische eilanden liep. Tot in de 19° eeuw had elke plaats zijn eigen uurregeling gebaseerd op de zonnetijd. De opkomst van de spoorwegen veroorzaakte de noodzaak van eenzelfde tijd of ten minste één per land. Vanop de heuvel heeft men een prachtig uitzicht en kan men een blik werpen op de millennium dome, een omstreden maar alleszins opvallende constructie. Het is tijd om terug naar Euston te gaan want we hebben een afspraak om samen met de ouders van Anton te gaan eten. Aperitieven doen we met Ann en Frank op het tot penthouse geuppgrade appartementje. Daarvoor moeten we in Londen zijn, zegt Frank, maar ik vind het kader zeer geschikt. We kijken er naar de foto’s van Anton en Veerle en iedereen die er al op bezoek geweest alsook die van hun uitstapjes naar zee, het eiland Wight en Schotland.
8
En dan gaan we op stap. Er is een middel om de wachtrijen te vermijden als je ’s avonds gaat eten in Londen, namelijk een betere categorie van restaurant kiezen. Dat kan vandaag want Anton en Veerle trakteren. We treden binnen in de kleine eetzaal van het helemaal in roze geschilderde Indische restaurantje. Bij ieders bord ligt een doosje met ingrediënten om je in oudejaarssfeer te brengen maar Ann neemt het initiatief om de surprise paketjes voor te behouden voor een feestje van Anton en Veerle met de vrienden. De kaart biedt ruime keuze tussen Indische gerechten maar met de vertaling ervan blijven de gerechten toch mysterieus. We nemen verschillende schotels en verschillende soorten rijst en daarna eten we van alle schotels.
9
Het gesprek gaat natuurlijk ook over de vakanties. Frank volgt de reeks over Siberië op tv en wil wel eens naar Rusland, Ann heeft teleurstellende foto’s van Cuba gezien en wil daar nu niet meer heen en wil liever naar Egypte, Veerle wil niets goeds over zeggen over Noorwegen, We wisselen onze ervaringen met New York uit. Gerechten en gesprek, het lijkt wel Bécaud’s liedje: ‘On a tout mélangé’ en dat het niet tot ‘et on a chanté’ gekomen is hebben we te danken aan het schitterend idee van Ann om de eindejaarsfeestjes elders te bestemmen. Er blijft nog eten over in de borden als we opstappen maar zo hoort het in het oosten volgens Natia. Frank vraagt of we nog een glas gaan drinken in de bar van het hotel maar ik ben doodop en discussieer nog even met Natia of de schilderij met de boot in Hamburg nu al of niet surrealistisch is en ik ben een paar uurtjes uitgeteld. Mogelijk suggereerde ons uiterlijk de volgende ochtend een status van dakloze want bij het ontbijt worden we gecontroleerd op ons kamernummer en de naam die gelukkig voorkomen op de lijst van betalende gasten. Een fruitsap, croissants, hot chocolate, en de ‘times’ die tegenwoordig meer op de ‘sun’ lijkt, bereiden ons goed voor op een ochtendwandeling door Regents park waar de viooltjes volop bloeien. Terug langs het hotel – waar we door het raam Ann en Frank hun ontbijt zien genieten - naar Veerle voor een shoppingtocht door Londen. We gaan door Covent Garden, waar eens scènes uit My Fair Lady werden opgenomen. Veel volk, oude en nieuwe rommel, fotogeniek en stemmig waar volgens de reisgids kunstenaars en schrijvers graag vertoeven. Straatkunstenaars zijn er niet maar in een van de aanpalende straatjes kan je een kerstliedje zingen samen met twee beroepsacteurs en er mogelijk mee op de BBC komen.
10
Covent Garden In Fnac en de Standaard hebben we tevergeefs gezocht naar een boek dat ons kon helpen bij de voorbereiding van onze volgende reis naar de Gallocanta lagune in Spanje. Londen is inderdaad een winkelstad waar je iets kan vinden dat in Brussel niet kan want enkele ogenblikken later lopen we met :’ Where to watch birds in North & East Spain’ de winkel buiten. Naast een ruim gelijkvloers met boeken en kaarten van alle Europese landen, staan op de verdieping de boeken per werelddeel gerangschikt. Gelukkig zijn we buitengeraakt vooraleer ik gezien had wat ze van Paaseiland hadden.
11
The national gallery vanop Trafalgar square Nu gaan we wat aan onze cultuur doen. Veerle wil naar ‘ the national gallery’ die pal achter Trafalgar square staat. De interesse gaat vooral uit naar een schilderij van Leonardo Da Vinci: ‘The virgin of the rocks’ . Het is opvallend hoeveel werken van Rubens hier aanwezig zijn maar de blikken richten zich meer op Vermeer. We bekijken de lichtinval op de vrouwen die aan het virginaal staan of zitten, hoewel ‘Het meisje met de ring’ in Den Haag gebleven is. We onderbreken ons bezoek even voor een hapje van de bakeri waarna we ons bezoek verder zetten in de tentoonstelling: ‘van Manet tot Picasso. Alle aandacht gaat hier naar een versie van Van Goghs zonnebloemen. Maar toch is Seurat’s Baignade de meest in het oog springende. Veerle zegt dat ze nu wel genoeg cultuur gehad heeft en we maken een laatste wandeling terwijl de avond valt. Van Trafalgar Square lijkt het alsof je via de poort de stad uitloopt, net zoals in Brussel aan de halfeeuwfeestpaleizen.
12
In alle parken zie je deze eekhoorns We trekken langs nog een park en zien een laatste maal hoe een Londense eekhoorn om eten bedelt, we gaan nog even langs Buckingham Palace waar Natia opmerkt dat de Queen de kachel heeft aangestoken en dan de bus op terug naar Euston station, waar Veerle ons naar de juiste metro leidt, we nemen afscheid en dan naar Bank waar we overstappen op de DLR en komen spoedig aan de luchthaven. Aan de balie zegt een hostess: ‘Your flight is cancelled’ Waarom? vraagt Natia, ‘Bad weather in Antwerp’ . We moeten over Brussel naar huis vliegen. De vlucht is om 21 uur. We bereiden ons voor op een lange nacht en ploffen neer in het restaurant van de luchthaven waar een ebbenhouten man onze bestelling opneemt en zijn ebbenhouten vrouw even later ons frieten en biefstuk brengt. Tijdens het maal duiken altijd meer met machinegeweren gewapende politieagenten op, een TV scherm meldt dat de vijfvoudige moordenaar zou gevat zijn. De vlucht naar Brussel is ondertussen verdaagd tot 21.30 uur.
13
Daar VLM meer grondpersoneel in Londen lijkt te hebben dan passagiers vraag ik nog eens bij een ander kantoor wat er aan de hand is. Hetzelfde antwoord en ze weet dat Antwerpen maar 30 mijlen van Brussel is. We passeren de controle en zullen in de vertrekwachtzaal gaan zitten. Terwijl ik even in de boekwinkel kijk wordt de vlucht naar Brussel opnieuw verdaagd tot 21.45 uur. Plots verschijnt het bericht ‘boarding gate 4’. Zou het dan toch waar zijn? Als we beneden in de vertrekhal zijn komt het vliegtuig uit Brussel juist aan. Zodra de passagiers uitgestapt zijn, mogen we ook spoedig aan boord. De airhostess krijgt het aan de stok met een joodse mevrouw die met een kindje plaats wil nemen op een business seat. De business seats blijven leeg, en de passagiers voor Antwerpen kunnen moeiteloos samen met de passagiers voor Brussel in het kleine vliegtuig. Als we vertrokken zijn verontschuldigt de stewardess zich ervoor dat de gebruikelijke service niet voorzien is. Gelukkig hebben we onze voorzorgen genomen. Het blijkt dat er geen koffie of thee bij het broodje is. Dan maar een glas rode wijn. Ofschoon de luchtzakken uitblijven en de vlucht kalm verloopt zit een piloot reeds de halve vlucht op het enige toilet aan boord. Zodra hij die plaats verlaat wordt ze ingenomen door de stewardess maar minder lang. De passagiers hebben blijkbaar hun voorzorgen genomen. Op Zaventem priemt het vliegtuig door de dichte mist, de bagage is vlugger uit het vliegtuig dan wijzelf, de passagiers voor Antwerpen worden naar een klaarstaande bus geleid die kan vertrekken zodra de chauffeur het parkeergeld is gaan betalen. De bus zoeft over de autoweg. De joodse mevrouw heeft haar kindje aan haar man afgestaan die er moeite mee heeft om op twee kinderen tegelijk te letten, terwijl mevrouw een druk gesprek over de GSM voert. De dreumes verliest zijn evenwicht, tolt door het middenpad van de bus, laat zijn waterlanders lopen en heeft om zijn verdriet of pijn te uiten echt geen klaagmuur nodig. Heel stilletjes hoor ik de vogelman zonder enige stemverheffing fluisteren: ‘excuse me sir’ ‘excuse me sir’ ‘excuse me sir’
14