Masterproef: Praktische Aspecten Inhoudstafel 1. Inhoud en vorm van de paper 2. Inhoud en vorm van de studie van de Integrale Context 3. Praktische afhandeling van de masterproef in 6 stappen
Bijlage 1: Evaluatiematrix Masterproeven
Heeft u vragen of opmerkingen bij dit document, contacteer dan het decanaat van GROEP T Leuven Engineering School.
Decanaat GROEP T Leuven Engineering School 2007-2008
1/6
1. Inhoud en vorm van de paper Inhoud van de paper De masterproef leidt tot verschillende resultaten: de eigenlijke projectresultaten, een paper, de integrale context, de bijlagen en een eindpresentatie. De paper is dus in tegenstelling tot de vroegere eindwerktekst niet per se een weerslag van alle aspecten die onderzocht of geïmplementeerd werden tijdens de masterproef. Veeleer is het de bedoeling de essentie of het belangrijkste resultaat van de masterproef weer te geven via een wetenschappelijk-technologische paper zoals die in de onderzoekswereld worden geschreven. Indien de studenten daarnaast nog een aantal zaken verwezenlijkt hebben én vanwege de promotor, de co-promotor of de studenten zelf de wens wordt geuit hierover ook een tekst, handleiding, etc. te produceren, dan is het logischer deze (samen met bv. technische tekeningen, elektr(on)ische schema’s, programma’s,...) in de bijlagen van de masterproef op te nemen. Uiteraard zullen deze aspecten ook aan bod komen in de eindverdediging. Maar niet alles hoeft dus in die paper terecht te komen - dit houdt de paper ook kort. Merk op dat we ook vragen om in de bijlagen een uiteindelijke versie van je projectplan op te nemen! Er zijn ook studenten die twee los van elkaar staande belangrijke wetenschappelijktechnologische resultaten hebben behaald die ze toch beide in de paper willen kunnen zetten. In het licht van het voorgaande wordt hen aangeraden iwee papers te genereren. Hierbij dienen we op te merken dat online slechts één abstract kan ingegeven worden. Deze dient om potentiële juryleden een idee te geven waarover de masterproef handelt, dus de student kan één abstract kiezen om hioer in te vullen - gelieve wel ook de andere abstract goed te laten keuren door de promotor (op papier). Hierbij valt op te merken dat de titel(s) van de paper(s) niet dezelfde hoeven te zijn dan de globale titel van de masterproef! Anders gezegd, de titel op het titelblad van de masterproef (zijnde degene die online ingegeven wordt !) is niet noodzakelijk exact dezelfde als deze van de paper!
Vorm van de paper De docenten van Communicatie hebben voor deze paper een template gemaakt die kan afgehaald worden via de Toledo site van de Master’s Thesis. In deze template wordt een structuur voorgesteld. Deze is niet dwingend, in die zin dat de indeling kan aangepast worden om een logischere structuur, aangepast aan de inhoud, te bekomen. De paper telt maximaal 10000 woorden. De promotor kan zelf een “kortere” richtlijn (bv. maximaal 5000 woorden) opleggen. In overleg met de promotor en de copromotor kan ervoor geopteerd worden de paper in te dienen voor een conferentie of journal. In dat geval is het uiteraard aangewezen meteen de template en/of de richtlijnen van de conferentie of journal in kwestie te volgen. Decanaat GROEP T Leuven Engineering School 2007-2008
2/6
De student beslist in onderling overleg met promotor en co-promotor over de taal van de paper. De paper wordt uiteindelijk afgedrukt op dubbel te vouwen en te nieten A3 papier. Op module 8 is hiervan een voorbeeldexemplaar beschikbaar.
2. Inhoud en vorm van de Integrale Context Inhoud van de studie van de Integrale Context Zoals de naam aangeeft, is het de bedoeling een studie te maken van (bepaalde aspecten van) de context waarin de masterproef plaatsheeft. Zo kunnen afhankelijk van onderneming en onderwerp bijvoorbeeld aspecten als innovatie, ecologie, estethiek, ethiek, politiek, economie, PR, ontwikkelingssamenwerking, wetgeving, marktstudie, etc. aan bod komen. Deze studie van de Integrale Context heeft uiteraard een eigen titel. Enkele voorbeelden: “Consumenteneisen in de luidsprekersector” (onderwerp op expliciete vraag van de onderneming) “Bewakingscamera’s en de privacy-wet” “Warmtekrachtkoppelingen in relatie tot duurzaam energiebeleid” “The ongoing fight against malaria” “Bierbrouwen in een abdij t.o.v. in een multinational” “Maatschappelijke aspecten bij de ontwikkeling van anti-HIV-medicatie” “The Integral Biosphere” Een fout die vele studenten maken, is om deze studie op te delen in vijf hoofdstukken, één voor elke “E”. Dit is absoluut niet de bedoeling, de E-woorden hoeven zelfs niet expliciet vermeld te worden in deze studie. Wel is het de bedoeling de (context van de) masterproef vanuit verschillende gezichtspunten te benaderen en op die manier verscheidene aspecten van alle of sommige E’s binnen deze studie aan bod te doen komen. De vragen om aan deze studie te beginnen die vermeld worden in de handleiding voor co-promotoren en die middels seminaries aan de studenten zijn voorgelegd, zijn dan ook louter suggestief bedoeld. Vorm van de studie van de Integrale Context De studie bestaat uit een wetenschappelijk rapport van ongeveer 5000 woorden. Dit rapport kan gezien worden als een (zij het lang) wetenschappelijk artikel voor pakweg de wetenschapskatern van de Standaard of de Knack, of voor een populair-wetenschappelijk tijdschrift als EOS of New Scientist. Deze studie kan door de student worden ingebonden en van een titelblad (met enkel titel en auteurs op) worden voorzien of kan op dezelfde manier als de paper (samengevouwen en geniete A3) worden ingediend.
Decanaat GROEP T Leuven Engineering School 2007-2008
3/6
3. Praktische afhandeling van de masterproef in 6 stappen Stap 1: Het gele formulier Een voorlopige titel en alle andere gegevens betreffende de masterproef worden binnengebracht bij het decanaat aan de hand van het beruchte gele formulier. Dit zal ook in de toekomst zo blijven. Op die manier kan het decanaat deze gegevens op een correcte manier in de databank ingeven en zijn we op de hoogte van welke studenten organisatorisch in orde zijn met hun masterproef en welke niet. Deze stap gebeurt typisch vlak voor het kerstverlof. Stap 2: Online aanpassen van de gegevens en invullen van de abstract van de paper Ten laatste op 9 mei dienen alle studenten hun gegevens te hebben aangepast op mijn.groept.be en de abstract van hun paper te hebben ingegeven als informatie voor mogelijke assessoren en juryleden. Zodra een promotor zich akkoord verklaart met deze gegevens, kan hij ze online vergrendelen De deadline voor de promotoren is hier 16 mei. Vanaf die dag kan de student het titelblad van zijn masterproef genereren. Dit is het overkoepelend titelblad voor de gehele masterproef. Draag er zowel als student, als als promotor, zorg voor dat de titel een beknopte, maar volledige weergave is van het geheel van de masterproef van de student. Zoals hoger vermeld, hoeft dit niet per se de titel van de paper te zijn! Stap 3: Feedback betreffende de teksten Tegen 12 mei zou de student ook de laatste feedback moeten gekregen hebben vanwege promotor, co-promotor en/of adviseur van de Integrale Context op alle te genereren teksten. Uiteraard dienen deze mensen met de student af te spreken tegen wanneer een laatste draftversie van de teksten daarvoor moet afgegeven worden. Zoals vastgelegd op de unit manager vergadering, ligt deze datum voor de laatste draftversie bij voorkeur tussen 18 april en 1 mei, al kan de promotor hierop uitzonderingen toestaan. Stap 4: Het binnenbrengen van de teksten Voor 26 mei, 12u, moeten alle teksten van de masterproeven - in 4-voud binnengebracht zijn op het decanaat (bij Edwin Dillaerts). - persoonlijk zijn afgegeven aan promotoren en copromotoren. We zullen hiervoor speciale kaften voorzien voor de studenten waarop het titelblad kan worden aangebracht. Zodra deze beschikbaar zijn, hoort u hoe u ze kan verkrijgen en hoe u het titelblad dient aan te brengen op deze kaft. De sanctie voor het te laat binnenbrengen bedraagt -1/20 op het geheel van de masterproef, en nog eens -1/20 op het geheel van de masterproef voor elke 24u extra dat ze te laat binnen is. Bovendien vragen we u de paper en de integrale context ook in pdf-formaat te bezorgen. De juiste richtlijnen hieromtrent volgen binnenkort. De adviseurs van de Integrale Context kunnen één van de binnengebrachte exemplaren afhalen op het decanaat. Decanaat GROEP T Leuven Engineering School 2007-2008
4/6
Stap 5: Samenstelling van de jury De verdedigingen worden gepland door de units en ten tijde van het paasverlof uitgehangen op module 8. Eventuele wijzigingen worden via de promotor doorgegeven aan de unit manager en het decnaat. De unit managers duiden voor elke jury een voorzitter aan (bij voorkeur extern) en een secretaris (intern). De rol van de voorzitter is alles in goede banen te leiden en het debat omtrent de evaluatie te modereren. De taak van de secretaris is om de belangrijkste opmerkingen die tijdens dit debat naar voor komen te noteren en achteraf in samenspraak met de jury de kolommen 1, 2 en 4 van de evaluatiematrix (zie Bijlage 1) in te vullen. Opgelet: de promotor brengt hiertoe voor elk van zijn studenten een matrix mee waarbij kolommen 3 en 5 (Proces en projectresultaten en Integrale Context) reeds volledig zijn ingevuld. Zodra de planning vastligt kunnen docenten zich opgeven als assessor of jurylid van een bepaalde masterproef door hun naam bij te schrijven op het blad van de planning. Copromotoren ontvangen een uitnodiging van GROEP T om in de jury te zetelen, en worden bij voorkeur ook uitgenodigd door de studenten in kwestie. De samenstelling van de jury zal ook online te bekijken zijn. Stap 6: De evluatie en feedback aan de hand van de evaluatiematrix Op de evaluatiematrix wordt door middel van kruisjes op een zevenpuntenschaal aangeduid op welke criteria (= de rijen) de student hetzij (zeer) zwak, hetzij gewoon, hetzij (zeer) sterk scoorde. Deze kruisjes dienen vooral als feedback naar de studenten toe. Hierbij hanteren we de volgende regel (de tabel representeert de zeven vakjes om een kruisje in te zetten) volstrekt onaanvaard- minimaal aanvaard- volwaardig uitzonder- hoogst uitonaanvaard- baar aanvaard- baar lijk zonderlijk baar baar Het is de taak van de secretaris deze evaluatiematrix in te vullen op basis van de richtlijnen van de voorzitter (die hierover gebrieft wordt via een brief van het decanaat en via de unit manager) en van de uitkomsten van het debat tussen de juryleden. Daarnaast wordt voor de kolommen 1, 2 en 4 een score vastgelegd door de evaluatoren van die kolom. Opgelet, deze score is geen rekenkundig gemiddelde van en dus niet rechtstreeks te berekenen uit de “scores” van de kruisjes, aangezien het een globale score betreft waarbij de verschillende criteria een verschillend gewicht kunnen hebben. De betekenis van de globale score is als volgt: Score Waardering lager of gelijk aan 6/20 volstrekt onaanvaardbaar 8/20 onaanvaardbaar 10/20 minimaal aanvaardbaar 12/20 aanvaardbaar 14/20 volwaardig 16/20 uitzonderlijk 18/20 hoogst uitzonderlijk Decanaat GROEP T Leuven Engineering School 2007-2008
5/6
Bijlage 1
Decanaat GROEP T Leuven Engineering School 2007-2008
6/6