Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie & Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Documentbeheer Voor de samenstelling van dit lokale opleidingsplan is gebruik gemaakt van: • Het nationale opleidingsplan HOOG, september 2005. • Herziening opleiding Obstetrie & Gynaecologie, april 2011, Projectgroep BOEG. • Opleidingsdocumenten van de Opleiding St. Antonius Ziekenhuis. Auteurs Auteur 1 Auteur 2 Auteur 3 In samenspraak met
Versie Datum 1.0 Februari 2011 2.0 April 2013
2.1
Juni 2014
Beheer Inhoudelijk beheer Digitaal beheer
dr. J.H. Schagen van Leeuwen, gynaecoloog en opleider dr. G.C.M. Graziosi, gynaecoloog en plaatsvervangend opleider drs. F.J. Klomp, sr. opleider/adviseur, St. Antonius Academie Opleidingsgroep Obstetrie & Gynaecologie M. Rijken, S. Kuc en J. Disseldorp: AIOS Grote wijzigingen Wijzigingen nav BOEG, met nieuwe opleidingsstructuur: 2-2-2 Verandering opleidingslocatie Utrecht Toevoeging Hoofdstuk Kwaliteitszorg Toevoeging Beschrijving Scholing en Toetsing Minimaal Invasieve Chirurgie (MIC), Bijlage 6
dr. J.H. Schagen van Leeuwen, gynaecoloog en opleider I.F. Verbaan, management assistent Medische Opleidingen St. Antonius Academie
© St. Antonius Academie, Nieuwegein Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze (hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enig andere manier) zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de St. Antonius Academie te Nieuwegein.
Inhoudsopgave
1. Inleiding
4
2. Inhoud en structuur van de opleiding
6
2.1 Opleidingsschema Opleiding Obstetrie & Gynaecologie 2.2 Toelichting op en nadere uitwerking van het opleidingsschema 2.3 Beschrijving Klinische settings en opleidingsinhoud 2.3.1 Overzicht Bekwaamheidsniveaus per thema en ijkpunt 2.3.2 Overzicht Klinische settings en Thema’s 2.3.3 Opleidingsinhoud per setting en BN einde opleiding 2.3.4 Opleidingsactiviteiten per setting 2.3.5 Toetsing per opleidingsjaar 2.4 Beschrijving Differentiaties St. Antonius Ziekenhuis 3. Kwaliteitszorg
9 10 14 15 16 17 19 23 32 35
4. Ten slotte
37
Bijlagen 1. Begrippenlijst
38
2. Planning Introductie-Onderwijsprogramma
40
3. Dienstrooster Afdeling Obstetrie & Gynaecologie
42
4. Introductiedocument Arts-assistenten Gynaecologie
43
5. Beschrijving Differentiatie Perinatologie
70
6. Scholing en Toetsing Minimaal Invasieve Chirurgie (MIC)
73
7. Beschrijving Differentiatie Algemene gynaecologie inclusief minimaal invasieve chirurgie (MIC)
76
8. Beschrijving Differentiatie Urogynaecologie
80
9. Beschrijving Differentiatie Gynaecologische oncologie
83
10. Beschrijving Differentiatie Voortplantingsgeneeskunde
86
11. Overzicht Cursorisch Onderwijs
89
12. Formulier Overdrachtsgesprek
92
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
1. Inleiding Dit document beschrijft het lokale opleidingsplan van de Opleiding Obstetrie en Gynaecologie van het St. Antonius Ziekenhuis. Het lokale opleidingsplan is een operationele uitwerking van het landelijke opleidingsplan BOEG 1 1-12 van de NVOG, naar de lokale opleidingssituatie in het St. Antonius Ziekenhuis. Het lokale opleidingsplan is ook op het regionale plan van het opleidingscluster afgestemd. Met behulp van de opleidingsplannen kan de individuele AIOS zijn of haar individuele opleidingsplan (IOP) samenstellen.
Nationaal Opleidingsplan BOEG
Regionaal Opleidingsplan Opleidingscluster UMCU
Lokaal Opleidingsplan St. Antonius Ziekenhuis
Individueel Opleidingsplan AIOS
De Opleiding Obstetrie en Gynaecologie wordt in het St. Antonius Ziekenhuis sinds april 1994 uitgevoerd en heeft op dit moment een zelfstandige MSRC 2 -erkenning voor de duur van drie jaar conform het Kaderbesluit CCMS en het Besluit Obstetrie en Gynaecologie. In het najaar van 2012 is in het opleidingscluster Utrecht het besluit genomen de opleiding volgens BOEG te structureren. Feitelijk was hier al sprake van in het St. Antonius Ziekenhuis sinds het voorjaar van 2012 met het instromen van de beginnende AIOS. Voor de volgende visitatieronde (2013) wordt de opleiding met een tweede opleidingsjaar uitgebreid. Na een positieve visitatie en erkenning zal er voor de jaren 1 en 2 (basis met hoog volume) en 5 en 6 (consolidatie en differentiatie) een opleidingsbevoegdheid bestaan. Dit opleidingsplan is gebaseerd op een (toekomstige) erkenning door het RGS van deze vier opleidingsjaren. De opleiding wordt uitgevoerd op beide ziekenhuislocaties van het St. Antonius Ziekenhuis: Nieuwegein en Utrecht. 3 De inhoud en structuur van de opleiding in het St. Antonius Ziekenhuis worden bepaald door de landelijke kaders, zoals beschreven in BOEG en is gebaseerd op lineaire planning voor de klinische settings waarbinnen gewerkt en geleerd wordt.
1
BOEG: Bezinning Op Eindtermen Gynaecologen. Vanaf 1 januari 2013 RGS: Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten. 3 Vanaf 16 september 2013 in de nieuwbouw op locatie Leidsche Rijn (voorheen Oudenrijn). 2
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 4
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Het lokale opleidingsplan van de Opleiding Obstetrie en Gynaecologie heeft een drieledige functie: 1. Vastleggen van de inhoud en structuur In het plan worden de verschillende opleidingsonderdelen, zoals de te verwerven competenties, klinische settings en stages, thema’s en toetsen, in hun onderlinge samenhang beschreven. 2. Communicatie Het opleidingsplan is een hulpmiddel bij de communicatie tussen de opleiders, de AIOS en het beroepenveld over wat er, hoe en wanneer wordt geleerd. 3. Legitimatie Het lokale opleidingsplan wordt bij interne- en externe visitaties ingezet, om inzicht te geven in de inhoud en structuur van de opleiding. dr. J.H. Schagen van Leeuwen, gynaecoloog en opleider. dr. G.C.M. Graziosi, gynaecoloog en plaatsvervangend opleider.
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 5
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
2. Inhoud en structuur van de opleiding De opleiding van het St. Antonius Ziekenhuis kan uit vier van de zes jaar durende opleiding Obstetrie en Gynaecologie bestaan. De Opleiding Obstetrie en Gynaecologie geschiedt in samenwerking met de clusterziekenhuizen in het OOR-Utrecht. De volledige opleiding bestaat standaard uit eerst twee jaar in een perifeer ziekenhuis, gevolgd door twee jaar in het academisch ziekenhuis UMCU te Utrecht. In opleidingsjaar 5 en 6 vindt de consolidatie en differentiatie van de opleiding plaats. In het St. Antonius Ziekenhuis kunnen vijf differentiaties gevolgd worden: Perinatologie en Verloskundige regie, Benigne gynaecologie en minimaal invasieve chirurgie, Urogynaecologie, Gynaecologische oncologie en Voortplantingsgeneeskunde Differentiaties kunnen samen met andere partners in de OOR-Utrecht ingevuld worden, waarbij er in principe uit gegaan wordt van een fifty-fifty verdeling (5e-6e opleidingsjaar) tussen de verschillende klinieken. Een combinatie van differentiaties behoort tot de mogelijkheden. Ook kan een differentiatie worden gevolgd door AIOS uit een ander OOR. Een AIOS kan ook kiezen voor een algemene opleiding, dus zonder een differentiatie te volgen. De plenaire OOR (cluster) vergadering dient na voordracht van de betrokken opleider(s) goedkeuring te geven voor het volgen van een differentiatie. Voor het St. Antonius Ziekenhuis kan het opleidingsschema als volgt er uit zien, waarbij de opleidingslocatie van opleidingsjaar 5 en 6 in overleg met de AIOS en de opleiders bepaald wordt: Opleidingsjaren St. Antonius Ziekenhuis UMC Utrecht
1
2
3
4
5
6
Er kunnen om verschillende redenen (opleidingskundig, organisatorisch en persoonlijk) voor de individuele AIOS afwijkingen in het regionale opleidingsschema bestaan. De afstemming van de ene naar de andere opleidingskliniek over de vorderingen van de AIOS vindt tijdens een overdrachtsgesprek plaats. Hierbij wordt een formulier gebruikt (Bijlage 12). De leerinhoud van de opleiding bestaat uit zeven geoperationaliseerde competenties, 15 BOEG-thema’s met bijbehorende Nested EPA’s 4 en uit de 5 differentiaties. Het leren zelf vindt plaats binnen de klinische setting waarin de gynaecoloog en de AIOS werken. De AIOS leert en werkt vanuit een lineair model. Ook wordt deelgenomen aan gestructureerd (cursorisch) onderwijs, dat zowel ‘on the job’ als ‘off the job’ plaatsvindt. De toetsing van de te verwerven competenties vindt plaats met formatieve (ontwikkelingsgerichte) en summatieve (selectiegerichte) toetsen.
4
Entrustable professional activities (kenmerkende professionele activiteiten). St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 6
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Alle onderdelen van de opleiding hebben een sterke onderlinge samenhang en dragen ieder op hun eigen wijze bij aan leren, toetsen en het uiteindelijke resultaat: een competente professionele gynaecoloog. De inhoud en structuur van de Opleiding Obstetrie en Gynaecologie van het St. Antonius Ziekenhuis, zijn weergegeven in een opleidingsschema dat afgeleid is van de 2e en 3e etage van het ‘huisje’ van de BBOV (zie schema volgende pagina).
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 7
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Klinische settings
Leren
Verloskundig Praktijkdomein Antonius • Verloskamer • Poli Verloskunde • Verpleegafdeling E2 Verloskunde/AlNatal • Echoscopie • 333 Verloskamer en Verloskundige OK • Diensten
Gynaecologisch Praktijkdomein Antonius • Verpleegafdeling Gynaecologie F2 • OK • Poli Gynaecologie • Colposcopie • Bekkenbodem MD poli • Poli Seksuologie • Poli Fertiliteit en Endocrinologie • Diensten Cursorisch onderwijs
Landelijk, Regionaal en Lokaal (zie Bijlage 11) Leerinhoud 7 Competenties: • Medisch handelen • Communicatie • Kennis en Wetenschap • Samenwerking • Maatschappelijk Handelen • Professionaliteit • Organisatie 7 Thema’s Verloskunde 8 Thema’s Gynaecologie 1.1 Zwangerschapsbegeleiding ongecompliceerd 2.1 Basis voortplantingsgeneeskunde 1.2 Basis zwangerschapsbegeleiding gecompliceerd 3.1 Poli Benigne gynaecologie 1.3 Gewone bevalling 3.2 Basis OK 1.4 Gecompliceerde bevalling 4.1 Basis Urogynaecologie en Bekkenbodem 1.5 Basis gecompliceerde bevalling hoog risico 4.2 Seksuologie 1.6 Kraamperiode en Kind ongecompliceerd 5.1 Basis Oncologie 1.7 Kraamperiode en Kind gecompliceerd 5.2 Peri-operatief 6.1 Kwetsbare oudere 5 Differentiaties Toetsen 3 Vormen van summatieve toetsen 8 Vormen van formatieve toetsen • Geschiktheidsbeoordelingen • Voortgangsgesprekken • Jaarlijkse voortgangstoets • 360˚ beoordeling • Bekwaamheidsverklaringen • Zelfreflectie • Critical Appraised Topic (CAT) • Referaten • Korte Klinische Beoordelingen (KPB’s) • Objective Structured Assessment of Technical Skills (OSATS) • Voordracht wetenschappelijke vereniging NVOG (of vergelijkbaar podium) e • 1 Auteur peer-reviewed artikel Competente Professionele Gynaecoloog
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Toetsen
Resultaat
Versie 2.1 8
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
2.1 Opleidingsschema Opleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis In dit schema wordt op hoofdlijnen en per jaar de inhoud en structuur van de volledige Opleiding Obstetrie en Gynaecologie van het St. Antonius Ziekenhuis weergegeven. Opleidingsjaar 1
Opleidingsjaar 2
Klinische settings Verloskundig Gynaecologisch Praktijkdomein Antonius Praktijkdomein Antonius Cursorisch onderwijs Landelijk, Regionaal en Lokaal (zie bijlage 11) Leerinhoud 7 Competenties, 15 BOEG-thema’s met EPA’s
Klinische settings Verloskundig Gynaecologisch Praktijkdomein Antonius Praktijkdomein Antonius Cursorisch onderwijs Landelijk, Regionaal en Lokaal (zie bijlage 11) Leerinhoud 7 Competenties en 15 BOEG-thema’s met EPA’s
Formatieve toetsen Summatieve toetsen Formatieve toetsen Summatieve toetsen 4 x voortgangsgesprek 1 x geschiktheidsbeoordeling 4 x voortgangsgesprek 1 x geschiktheidsbeoordeling 1 x 360º beoordeling 1 x kennistoets continue zelfreflectie 1 x kennistoets continue zelfreflectie 2 x CAT 2 x CAT 1x referaat 1x referaat 10 x KPB/KPB* 10 x KPB/KPB* min. 20 x OSATS min. 20 x OSATS 2 x bekwaamheidsverklaring 2 x bekwaamheidsverklaring Minimaal één voordracht of posterpresentatie of minimaal één publicatie artikel in wetenschappelijk tijdschrift of medisch vakblad Opleidingsjaar 5 Differentiatie Klinische settings Verloskundig Gynaecologisch Praktijkdomein Praktijkdomein Antonius Antonius Cursorisch onderwijs Landelijk, Regionaal en Lokaal (zie bijlage 11)
Opleidingsjaar 6 Differentiatie Klinische settings Verloskundig Gynaecologisch Praktijkdomein Antonius Praktijkdomein Antonius Cursorisch onderwijs Landelijk. Regionaal en Lokaal (zie bijlage 11)
Leerinhoud
Leerinhoud 7 Competenties, 15 BOEG-thema’s met EPA’s Differentiaties (keuze): • Perinatologie en Verloskundige regie • Benigne gynaecologie en minimaal invasieve chirurgie • Urogynaecologie • Gynaecologische oncologie • Voortplantingsgeneeskunde Formatieve toetsen Summatieve toetsen Formatieve toetsen Summatieve toetsen 2 x voortgangsgesprek 1 x geschiktheidsbeoordeling 2 x voortgangsgesprek 1 x geschiktheidsbeoordeling continue zelfreflectie 1 x kennistoets continue zelfreflectie 1 x kennistoets 2 x CAT 2 x CAT 1x referaat 1x referaat 10 x KPB/KPB* 10 x KPB/KPB* min. 20 x OSATS min. 20 x OSATS 2 x bekwaamheidsverklaring 2 x bekwaamheidsverklaring Minimaal één voordracht of posterpresentatie of minimaal één publicatie artikel in wetenschappelijk tijdschrift of medisch vakblad
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 9
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
2.2 Toelichting op en nadere uitwerking van het opleidingsschema Introductieprogramma St. Antonius Ziekenhuis De AIOS neemt bij indiensttreding in het St. Antonius Ziekenhuis deel aan een IntroductieOnderwijsprogramma voor arts-assistenten (zie bijlage 2). Het programma duurt een week en bestaat uit twee delen: • Deel 1: Een algemeen programma waarbij de AIOS voorbereid wordt op het werken en leren in het Antonius, met onder andere onderwijs in: Werken met het EPD, Registreren van DBC’s en Patiëntveilig handelen. • Deel 2: Acute Geneeskunde waarbij de AIOS de vitaal bedreigde patiënt leert herkennen en behandelen. Aan dit programma gaat een algemene ziekenhuisintroductie van één dag vooraf. Toelichting op BOEG-structuur Het vakgebied en de vakuitoefening van de gynaecoloog is de laatste jaren zodanig veranderd dat de HOOG-structuur hier niet meer voldoende op aansluit. De NOVG heeft daarom besloten om de opleidingsstructuur (en daarmee de ordening van de leerinhoud) te herzien. De mantra voor de herziening van de opleiding is: Diagnostisch breed, therapeutisch smaller. Samenvattend levert BOEG een gynaecoloog met de volgende eigenschappen: • Diagnostisch breed. • Kan diensten doen. • Therapeutische breedte op basis van portfolio. • CanMEDS basis. • Facultatieve CanMEDS rolspecialisatie in de opleiding. • Portfolio ontwikkeling ook na de opleiding. Voor een volledige beschrijving van de BOEG-structuur wordt verwezen naar: ‘Herziening Obstetrie en Gynaecologie 1-12. Het HOOG-curriculum, blijft voor alle niet genoemde aspecten in BOEG gehandhaafd. Er bestaat nog geen leergang binnen het St. Antonius Ziekenhuis die rolspecialisatie binnen het vakgebied Obstetrie en Gynaecologie faciliteert. Hierover wordt momenteel gesproken. Klinische setting De klinische settings voor een individuele AIOS worden vastgesteld aan de hand van een IOP en een digitaal rooster (zie https://gynantonius.dienstrooster.nu/ inloggen: gyn wachtwoord: gyn. In bijlage 3 is af te lezen hoe de supervisie van de AIOS is geregeld en bijvoorbeeld voor het doen van een KPB. Tevens kan zo kwantitatief worden vastgelegd hoeveel diensten de AIOS doet op poli, verloskamer, OK, etc. In het Introductiedocument Arts-assistenten Gynaecologie (bijlage 4) worden verschillende aspecten met betrekking tot de klinische settings beschreven, zoals de taken en verantwoordelijkheden voor de AIOS op de afdelingen waar gewerkt en geleerd wordt en de wijze waarop de supervisie is geregeld. Ook het weekprogramma en een overzicht met alle besprekingen staan in dit document.
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 10
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Competenties en Thema’s De inhoud van de opleiding wordt bepaald door de zeven (CanMEDS-) competenties, de 15 BOEG-thema’s met hun Nested EPA’s en de vijf differentiaties met hun eigen thema’s. Minimaal Invasieve Chirurgie De scholing en toetsing van bekwaamheid m.b.t. minimaal invasieve chirurgie (MIC) vindt conform het lokale opleidingsplan competentie- en themagericht plaats. De AIOS leert onder supervisie zich bekwamen in het uitvoeren van verschillende laparoscopische ingrepen, met een oplopende complexiteit en bekwaamheidsniveau. Voorafgaand aan het leren in praktijk neemt de AIOS aan meerdere externe, gecertificeerde cursussen plaats. Daarnaast traint de AIOS vaardigheden met betrekking tot oog-handcoördinatie, tweedimensionaal zicht en eenvoudige verrichtingen. Hiervoor beschikt de AIOS over een mobiele oefenbox. In het Skillslab van de Antonius Academie zijn twee Simendo-trainers beschikbaar waarmee niet alleen geoefend wordt, maar waarmee ook een toets afgenomen en gerapporteerd wordt. Na de uitvoering van de operatieve ingrepen met MIC vindt beoordeling van de getoonde bekwaamheid plaats aan de hand van OSATS. Verslaglegging van de verrichting en de OSATS-beoordeling vindt plaats in het e-portfolio van de AIOS. In Bijlage 6 is beschreven hoe de scholing en toetsing rondom minimaal invasieve chirurgie plaatsvindt. In bijlage 7 is dit beschreven voor de differentiatie Algemene (benigne) gynaecologie. Cursorisch onderwijs (zie voor een volledig overzicht Bijlage 11) Eenmaal per jaar vindt er landelijk plenair cursorisch onderwijs plaats. Daarnaast vindt cursorisch onderwijs voor alle thema’s plaats. Dit wordt verdeeld over de opleidingsjaren en is verplicht: SAFER (of variant), foetale bewaking, echoscopie, cobra basischirurgie en gynaecologische anatomie. Regionaal wordt een verplichte laparoscopiecursus verzorgd. Regionaal onderwijs wordt in de opleidingsregio OOR-Utrecht drie keer per jaar aangeboden middels refereeravonden. In het UMCU is er tweemaandelijks gestructureerd thematisch onderwijs dat gesplitst is voor de ‘jongere’ AIOS en de ‘oudere’ AIOS. In het St. Antonius Ziekenhuis is er wekelijks cursorisch onderwijs op het gebied van (spoedeisende) medische zorg, maandelijks is er vakoverstijgend cursorisch onderwijs en de afdeling gynaecologie verzorgt vier keer per week gestructureerd onderwijs in de vorm van een referaat. Maandelijks zijn er calamiteitstrainingen met het personeel van de verloskamer waar de AIOS verplicht aan deelnemen. Evenals de reanimatiecursus neonatologie die met de kinderartsen en verpleegkundigen tweemaal per maand gegeven en geoefend wordt. Tijdens ochtend - en avondoverdracht wordt altijd ingegaan op vragen en de praktische- en theoretische achtergrond van de ziektebeelden waar patiënten zich mee presenteren. Ad hoc wordt tijdens de begeleiding van de AIOS op de VK aandacht besteed aan fantoomonderwijs, dit laatste wordt echter ook structureel onderwezen. Alle arts-assistenten van het St. Antonius Ziekenhuis hebben via het digitale leerportaal van de St. Antonius Academie toegang tot het E-ducatieprogramma Medisch. Het programma omvat op dit moment de volgende e-modulen en presentaties: • ALS. • BLS. • Fysieke Belasting. • Omgaan met Agressie. St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 11
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
• Presentaties Introductie-Onderwijs Acute Geneeskunde. Het E-ducatieprogramma wordt in de komende periode uitgebreid. Toetsen Toetsing vindt plaats conform de Toetsmatrix in BOEG, pag. 22. Er is jaarlijks een verplichte kennistoets. In de kliniek wordt daarnaast met bekwaamheidsverklaringen gewerkt. Bekwaamheidsverklaringen Op basis van bekwaamverklaringen vindt een stapsgewijze toekenning plaats van meer verantwoordelijkheid in de zorg voor patiënten. Bekwaamheid in thema’s wordt verkregen via 1. Bekwaamheid in taken en verrichtingen die als belangrijk aangewezen zijn en in het portfolio op een bepaald niveau van zelfstandigheid afgetekend. 2. Voldoende ervaring binnen het thema. 3. Diverse toetsmomenten. 4. Globale beoordeling van algemene competenties (CanMEDS rollen; communicatie, samenwerking, organisatie, wetenschap, maatschappelijk handelen en professionaliteit). 5. Onderwijsactiviteiten en wetenschappelijke activiteiten. 6. De mening van het opleidersteam.
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 12
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
In de praktijk doet de AIOS een aanvraag voor een hoger bekwaamheidsniveau van een taak, verrichting of thema. Die aanvraag wordt voorzien van een motivatie die leunt op factoren 1, 2, 3, 4 en 5 voor bekwaamverklaring. De opleider bekijkt die en sluit belangrijke besluiten kort met de opleidersgroep (factor 6). Bij het vaststellen van het bekwaamheidsniveau worden de volgende vijf bekwaamheidsniveaus onderscheiden: 1 Heeft kennis van
2 Handelt onder strenge supervisie
3 Handelt met beperkte supervisie
4 Handelt zonder supervisie
5 Superviseert en onderwijst bij de handeling
Opleidingsgesprekken Tijdens de opleiding vinden de volgende formele gesprekken plaats: • Kennismaking- en introductiegesprek. Tijdens het introductiegesprek bespreekt de (plaatsvervangend) opleider met de AIOS verschillende onderwerpen, zoals: dit lokale opleidingsplan, het individuele opleidingsplan en het portfolio van de AIOS, de organisatie van de vakgroep, de administratie en het introductiedocument (zie bijlage 4). • Voortgangsgesprekken, waarbij de voortgang van de opleiding wordt besproken, de verzamelde portfoliogegevens en nieuwe afspraken voor de volgende opleidingsperiode worden gemaakt. • Beoordelingsgesprekken, waarbij een geschiktheidsbeoordeling plaatsvindt. Individueeel opleidingsplan (IOP) en Portfolio Het IOP is een ‘groeidocument. Bij het eerste gesprek bij aanvang van de opleiding bestaat het IOP uit het opleidingsschema, de relevante ervaring van de AIOS en een overzicht van eventuele vrijstellingen. Na ieder gesprek (aanvangs-, voortgangs- of eindgesprek van opleidingsonderdelen, voortgangsgesprek of op indicatie) kan het IOP zo nodig worden ingevuld/aangevuld met specifieke leerdoelen van de AIOS, inclusief afspraken hoe die leerdoelen bereikt moeten worden en wanneer zij geëvalueerd worden. De AIOS moet kunnen aangeven hoe zijn/haar IOP tot stand gekomen is en welke rol het speelt in zijn/haar opleiding. Actuele informatie over het IOP en over andere opleidingszaken zijn te vinden op: http://knmg.artsennet.nl/Opleiding-en-Registratie/RGS-1/Opleiding.htm. De verslaglegging van de opleidingsgesprekken vindt plaats in het ePASS-portfolio van de AIOS (https://portfolio.epass-maastricht.nl/) en in het opleidingsdossier van de medisch opleider.
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 13
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
2.3 Beschrijving Klinische settings en opleidingsinhoud De structuur en inhoud van de klinische settings wordt in de volgende opeenvolgende tabellen beschreven: Paragraaf 2.3.1 Paragraaf 2.3.2 Paragraaf 2.3.3 Paragraaf 2.3.4 Paragraaf 2.3.5
Overzicht Bekwaamheidsniveaus per thema en IJkpunt. Overzicht Klinische settings en Thema’s. Opleidingsinhoud per setting en BN einde opleiding. Opleidingsactiviteiten per setting. Toetsing per opleidingsjaar.
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 14
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
2.3.1 Overzicht Bekwaamheidsniveaus per thema en ijkpunt IJkpunten Thema’s
IJkpunt I 2 Jaar
IJkpunt II 4 Jaar
IJkpunt III 6 Jaar (differentiatie)
(4)
5 DS
(4)
5
1.1 Zwangerschapsbegeleiding ongecompliceerd
5
1.2 Basis zwangerschapsbegeleiding gecompliceerd
3
1.3 Gewone bevalling
5
1.4 Gecompliceerde bevalling
3
1.5 Basis gecompliceerde bevalling hoog ingeschat risico
3
1.6 Kraamperiode en Kind ongecompliceerd
5
1.7 Kraamperiode en Kind gecompliceerd
3
(4)
5 DS
2.1 Basis voortplantingsgeneeskunde
2
(4)
5 DS
3.1 Poli benigne gynaecologie
3
(4)
5 DS
3.2 Basis OK
3
(4)
5
4.1 Basis Urogynaecologie en Bekkenbodem
2
(4)
5 DS
4.2 Seksuologie
3
(4)
5.1 Basis Oncologie
2
(4)
5.2 Peri-operatief
3
(4)
6.1 Kwetsbare oudere
3
4
5 DS
5 DS
Perinatologie en Verloskundige regie
Zie bijlage
Benigne gynaecologie en minimaal invasieve chirurgie
zie par. 2.4
Urogynaecologie
zie par. 2.4
Gynaecologische oncologie
zie par. 2.4
Voortplantingsgeneeskunde
(4) = BOEG-vereiste, met een hoger te behalen bekwaamheidsniveau in Antonius-opleiding. 5 DS = Te behalen bekwaamheidsniveau na een differentiatiestage in Antonius-opleiding.
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 15
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
2.3.2 Overzicht Klinische settings en Thema’s
1
3
1.1 Zwangerschapsbegeleiding ongecompliceerd 1.2 Basis zwangerschapsbegeleiding gecompliceerd 1.3 Gewone bevalling
x
4
1.4 Gecompliceerde bevalling
x
2
5
1.5 Basis gecompliceerde bevalling hoog risico 6 1.6 Kraamperiode en Kind ongecompliceerd 7 1.7 Kraamperiode en Kind gecompliceerd Gynaecologie 8 9
2.1 Basis voortplantingsgeneeskunde 3.1 Poli benigne gynaecologie
x x
x x
x
x
x x
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
10 3.2 Basis OK
x
11 4.1 Basis Urogynaecologie en Bekkenbodem 12 4.2 Seksuologie
x
13 5.1 Basis Oncologie
x
x
x
14 5.2 Peri-operatief
x
x
x
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
15 6.1 Kwetsbare oudere
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Diensten
Poli Fertiliteit en Endocrinologie
Poli Seksuologie
Bekkenbodem multidisciplinair Poli
Colposcopie
Poli Gynaecologie
355 Gynaecologie en OK
Verpleegafd. Gynaecologie F2
Gynaecologie 333 Verloskamer + verloskundige OK
Echoscopie
Verpleegafd E2 Verloskunde/Al Natal
Poli Verloskunde
Thema's Verloskunde
Verloskunde
Verloskamer
Klinische settings
x
x
Versie 2.1 16
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
2.3.3 Opleidingsinhoud per setting en BN* einde opleiding Setting Thema’s1 1.1 Zwangerschapsbegeleiding ongecompliceerd Verloskunde 1.2 Basis zwangerschapsbegeleiding gecompliceerd 1.3 Gewone bevalling
BN 5
5*(4)
5
1.4 Gecompliceerde bevalling
5(4)
1.5 Basis gecompliceerde bevalling hoog risico
5*(3)
1.6 Kraamperiode en Kind ongecompliceerd
5
1.7 Kraamperiode en Kind gecompliceerd
5*(4)
Gynae- 2.1 Basis voortplantingsgeneeskunde cologie
Opleidingsactiviteiten - Counseling verloskundig onderwerp - Dienstoverdracht - Communicatie met het verloskamerteam - Communicatie met de barende - Slecht nieuwsgesprek - Gebruik literatuurbronnen e - Samenwerking 1 lijn - Behandelplan met verpleegkundige doorspreken - Beheer en timemanagement meerdere verloskamers - Triage - Teamwork in stresssituaties - Omgaan met het verloskundige zorgsysteem - Inspelen op de lokale infrastructuur - Overplaatsing naar ander ziekenhuis regelen - Extra begeleiding geven waar nodig - Begeleiding barende - Reflectie op eigen functioneren op verloskamers
4.2 Seksuologie
5*(4) - Correspondentie en ad hoc e contact met 1 lijn - OK- verslaglegging 5*(4) - Aandacht voor psychosomatiek - Goed gebruik van supervisie 5(4) - Omgang met personeel en assistentie 5*(4) - Omgaan met complicaties, zich onder meer uitend in een schriftelijke audit 4
5.1 Basis Oncologie
5*(4)
5.2 Peri-operatief
5*(4)
3.1 Poli benigne gynaecologie 3.2 Basis OK 4.1 Basis Urogynaecologie en Bekkenbodem
6.1 Kwetsbare oudere
4
Algemene competenties
4 5 5
- ALS cursus - Kennis van WGBO en BIG - 5 modelbrieven Huisarts
Toetsing - KPB’s - Kennistoets - 360° feedback - Simulatietoets - CAT Portfolio 4: - Spreekuren / Gesprekken - Documentatie ziektebeelden - CAT - Verslagen - Cursus klinische genetica - Cursus echoscopie - Cursus foetale bewaking - Cursus MOET/Cursus stuit - Bevallingen - Verrichtingen - Reflectieverslagen - Toetsen
- KPB’s / OSATS - Kennistoets / Simulatietoets - CAT - 360° feedback Portfolio: - Documentatie ziektebeelden - Verslagen / Verrichtingen - Toetsen
Portfolio: - Cursus ALS - Modelbrieven
BN = Bekwaamheidsniveau
* = Na differentiatiestage (…) = BOEG-vereiste. Alleen aangegeven indien binnen de Antonius-opleding een hoger niveau bereikt wordt
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 17
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Setting Thema 3.2 Basis OK OK 5.2 Peri-operatief
Poli- 3.1 Poli benigne gynaecologie kliniek 4.1 Basis Urogynaecologie en Bekkenbodem 5.1 Basis Oncologie 4.2 Seksuologie 2.1 Basis voortplantingsgeneeskunde
BN Opleidingsactiviteiten 5(4) - Overzicht over de vakuitoefening 5*(4) - Bijdragen aan continuïteit van zorg - Riskmanagement - Onderwijs aan jonge collegae - Leiderschapsrollen - Supervisie
Toetsing KPB / OSATS: - Kennistoets /Simulatietoets - 360° feedback
5*(4) - Overzicht over de vakuitoefening - Bijdragen aan continuïteit van 5*(4) zorg - Riskmanagement 4 - Onderwijs aan jonge collegae - Leiderschapsrollen 4
KPB: - Kennistoets - CAT
5*(4)
Super- Inhoudelijke focus op basis van visie voortgangsgesprek.
1.6 Kraamperiode en Kind ongecompliceerd
5
1.2 Basis zwangerschapsbegeleiding gecompliceerd
5*(4)
2.1 Basis voortplantingsgeneeskunde
5*(4)
Gehele Algemene competenties periode
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
5
- Alle momenten waar supervisie gegeven kan worden en waarvoor bekwaamheidsniveau 5 is vereist (ongecompliceerde bevalling, etc.)
- Wetenschappelijke publicaties - Begeleiding CAT’s jongerejaars en co-assistenten - Bijdragen aan maatschappelijke discussies, op de hoogte van vakbladen als Medisch Contact - Bijscholingen gevolgd voor acute zorg
Portfolio: - Verrichtingen - Documentatie ziektebeelden
Portfolio: - Documentatie ziektebeelden - Verrichtingen (en assisteren) - Toetsen - Cursus urogynaecologie - Participatie overleg - Cursus oncologie Portfolio: - Bekwaamheidsverklaringen
Portfolio: - Wetenschappelijke publicatie - Begeleiding CAT jongere AIOS en co-assistenten - Bijscholing acute zorg - Bijdrage maatschappelijke discussie
Versie 2.1 18
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
2.3.4 Opleidingsactiviteiten per setting Opleidingsactiviteiten jaar 1, 2, 5 en 6 Setting Verloskunde
Met name gericht op medisch Handelen - Participatie in laag risico spreekuren - Participatie aan poliklinieksessies met hoogzwangeren - Doen van bevallingen / placenta verwijderen - Leren vacuümextractie / leren hechten / episiotomie zetten - Aanwezigheid bij sectio’s / vacuümextracties, forcipale extracties, totaalrupturen - Leren meerling bevallingen / stuitgeboorten - Participatie fertiliteitspoli - Simulatie training oefening oog-handcoördinatie - OK; leren voor de opleidingsfase relevante aspecten van laparoscopische / hysteroscopische / conventionele gynaecologische chirurgie - Registratie ziektebeelden Cursorisch onderwijs - Cursus klinische genetica - Cursus echoscopie - Cursus foetale hartbewaking - Cursus MOET of vergelijkbaar onderwijs - Cursus stuitbevalling
Gynaecologie
- Participatie in polikliniek - Registratie ziektebeelden - Participatie voortplantingsendocrinologie en fertiliteitspreekuur - Doen van aantal verrichtingen (zie landelijk opleidingsplan) - Documentatie en bespreking van ziektebeelden
Algemene competenties
- ALS cursus - Kennis van WGBO en BIG - 5 modelbrieven Huisarts
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Met name gericht op algemene Competenties - Counseling verloskundig onderwerp - Dienstoverdracht - Communicatie met het verloskamerteam - Communicatie met de barende - Slecht nieuwsgesprek - Gebruik literatuurbronnen e - Samenwerking 1 lijn - Behandelplan met verpleegkundige doorspreken - Beheer en timemanagement meerdere verloskamers - Triage - Teamwork in stressituaties - Omgaan met het verloskundige zorgsysteem - Inspelen op de lokale infrastructuur - Overplaatsing naar ander ziekenhuis regelen - Extra begeleiding geven waar nodig - Begeleiding barende - Reflectie op eigen functioneren op verloskamers
- Voorzitten polikliniek bespreking - Correspondentie en ad hoc contact met e 1 lijn - OK-verslaglegging - Aandacht voor psychosomatiek - Goed gebruik van supervisie - Omgang met personeel en assistentie - Omgaan met complicaties, zich onder meer uitend in een schriftelijke audit
Versie 2.1 19
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Opleidingsactiviteiten jaar 1, 2, 5, 6 (vervolg) Setting Fertiliteit
Met name gericht op medisch handelen - Participatie in fertiliteitspoli - Documentatie en bespreking diversiteit ziektebeelden Cursorisch onderwijs: - Cursus VEF
Algemene competenties
Met name gericht op algemene competenties - Prognose counseling - Omgaan met eisende patiënten - Positief beïnvloeden van het team - Gebruik van patiëntverenigingen - Functioneren in een zorgnetwerk met transmurale afspraken - Eigen positie kiezen bij ethische dilemma’s
- Wetenschappelijke publicaties - Begeleiding CAT’s jongerejaars en co-assistenten - Bijdragen aan maatschappelijke discussies, op de hoogte van vakbladen als Medisch Contact - Bijscholingen gevolgd voor acute zorg
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 20
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Opleidingsactiviteiten jaar 1, 2, 5 en 6 Setting Verloskunde
Met name gericht op medisch handelen
Met name gericht op algemene competenties - Participatie hoogrisico zwangeren polikliniek - Voeren slecht nieuws gesprek - Documentatie en bespreking van - Counseling van kansen diversiteit van ziektebeelden - Begeleiding rouw - Participatie in sectio’s, vacuümextracties, - Omgaan met emotioneel belastende forcipale extracties, manuele situaties placentaverwijderingen, totaalrupturen - Multidisciplinaire behandeling - Participatie in meerlingbevallingen, - IC-zorg pasgeborenen vaginale stuitgeboorten - Teamwork bij stress - Verdieping in casuïstiek rond WGBO - Verdieping in wetgeving perinatale onderwijs sterfte en (late) zwangerschapsafbreking zie bijlage/schema - Procedures aangifte en begraven hanteren - Onderwijs - Gebruik EBM - Overzicht tonen - Verantwoordelijkheid tonen voor continuïteit van zorg
Gynaecologie - Deelname aan poli gynaecologie Bekkenbodem - Doen van aantal vastgestelde verrichtingen (zie landelijk opleidingsplan) Seksuologie - Documentatie en bespreking diversiteit ziektebeelden - Verrichten van laparotomie, laparoscopie en hysteroscopie
Oncologie
- Participatie in gynaecologische oncologische poli - Documentatie en bespreking diversiteit ziektebeelden
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
- Goede seksuologische anamnese doen - EBM gebruiken - Samenwerken met seksuoloog - Multidisciplinair overleg gebruiken en organiseren - Multidisciplinair complicaties bespreken - Complicatieregistratie verzorgen - OK-programma’s helpen plannen - Leiden van indicatiebesprekingen - Leiding geven aan assistentie bij stress - Plannen logistiek op de polikliniek - Omgaan met vrouwen met seksuele geweldservaring - Bekendheid met procedures voor medisch onderzoek na seksueel geweld - Participatie oncologie overleg - Omgaan met angst, verdriet, onzekerheid en boosheid van patiënten en familie - Optimaal gebruik van foldermateriaal en patiëntvoorlichting - EBM - Functioneren in een oncologisch netwerk - Omgaan met en euthanasieverzoek - Omgaan met eigen gevoelens betreffende sterven van patiënten - Stervensbegeleiding
Versie 2.1 21
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Opleidingsactiviteiten jaar 1, 2, 5, 6 Setting
Met name gericht op medisch handelen
OK
- Doen van aantal vastgestelde verrichtingen (zie landelijk opleidingsplan) Onderwijs: Zie bijgaand schema
Polikliniek
- Documentatie en bespreking diversiteit ziektebeelden - Doen van aantal vastgestelde verrichtingen (zie landelijk opleidingsplan) - Participatie in gynaecologische oncologie poli - Assisteren bij grote gynaecologische ingrepen - Participatie in poli voortplantingsgeneeskunde
Met name gericht op algemene competenties - Overzicht over de vakuitoefening - Bijdragen aan continuïteit van zorg - Riskmanagement - Onderwijs aan jonge collegae - Leiderschapsrollen - Supervisie -
Participatie oncologie overleg of WOG Overzicht over de vakuitoefening Bijdragen aan continuïteit van zorg Riskmanagement Onderwijs aan jonge collegae Leiderschapsrollen
Onderwijs: Zie bijgaand schema
Supervisie
Algemene competenties
Inhoudelijke focus bepaald door voortgangsgesprek
- Alle momenten waar supervisie gegeven kan worden en waarvoor bekwaamheidsniveau 5 is vereist (ongecompliceerde bevalling, etc.)
- Wetenschappelijke publicaties - Begeleiding CAT’s jongerejaars en co-assistenten - Bijdragen aan maatschappelijke discussies, op de hoogte van vakbladen als Medisch Contact - Bijscholingen gevolgd voor acute zorg
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 22
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
2.3.5 Toetsing per opleidingsjaar OpleidingsJaar 1 en 2
Korte Praktijk Beoordelingen (KPB) / OSAT Verloskunde 1.1 Zwangerschapsbegeleiding ongecompliceerd
- 2 KPB’s observatie deel van een spreekuur, met minstens 1 counselinggesprek. - 1 observatie van adequaat uitgevoerd echoscopisch onderzoek - 1 KPB’s op polikliniek of afdeling zwangeren
1.2 Basis zwangerschapsbegeleiding gecompliceerd 1.3 Gewone bevalling
1.4 Gecompliceerde bevalling 1.5 Basis gecompliceerde bevalling hoog risico 1.6 Kraamperiode en Kind ongecompliceerd 1.7 Kraamperiode en Kind gecompliceerd
OpleidingsJaar 1 en 2
- Praktijkbeoordeling: minimaal 5 KPB’s van een (gedeelte van een) partus, 1 x techniekbeoordeling episiotomie - Minimaal 3 KPB’s FE en/of VE en 3 SC in de eerste 4 jaar - 2 KPB’s (meerlingen of vaginale stuitbevallingen) tijdens de opleiding - 1 KPB op de kraamafdeling - Minimaal 4 KPB’s: waarvan minimaal 1 over een nieuwe patiënt / controle patiënt / inbrengen IUD / gynaecologische echoscopie
Korte Praktijk Beoordelingen (KPB) / OSAT Gynaecologie 3.1 Poli benigne gynaecologie
- Minimaal 4 KPB’s: waarvan minimaal 1 over een nieuwe patiënt / controle patiënt / inbrengen IUD / gynaecologische echoscopie
2.1 Basis voortplantingsgeneeskunde
- 2 KPB’s over: • echoscopie • ovulatie-inductie • OFO-anamnese en 1e counseling • Fertiliteitsbespreking leiden waaruit het etiologisch en prognostisch redeneren blijkt
3.2 Basis OK
- Per jaar 3 OSATS verdeeld over laparotomie, laparoscopie en hysteroscopie. - Per jaar 5 praktijkbeoordelingen op de OK van communicatie, samenwerking en professioneel gedrag. - Per jaar 2 praktijkbeoordelingen leiding geven aan de organisatie en behandeling van een spoedingreep
5.2 Peri-operatief
- 2 KPB’s: • afdelingsvisite • preoperatief gesprek • postoperatief gesprek patiënt of familie
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 23
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Opleidingsjaar 1 en 2
Portfolio Verloskunde 1.1 Zwangerschapsbegeleiding ongecompliceerd
- 20 laagrisico spreekuren - 5 counselinggesprekken - Verslag van enkele dagen ervaring in de 1e lijns verloskundige zorg. - 1 Critical Appraised Topic over zwangerschapsbegeleiding - Cursus klinische genetica - Cursus echoscopie
1.2 Basis zwangerschapsbegeleiding gecompliceerd
- 5 polikliniek sessies met hoogrisico zwangeren - Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de polikliniek zijn gezien
1.3 Gewone bevalling
-
1.4 Gecompliceerde bevalling
- 25 sectio’s - 10 vacuümextracties - 3 forcipale extracties, eventueel te vervangen door fantoom - 4 manuele placentaverwijderingen - 3 totaalrupturen - Verslag slecht nieuwsgesprek (max. 1 A4) - 1 Critical Appraised Topic betreffende de gecompliceerde bevalling - Cursorisch onderwijs: volgen MOET of vergelijkbaar onderwijs
1.5 Basis gecompliceerde bevalling hoog risico
- 8 meerlingbaringen - 2 vaginale stuitgeboorten - 1 Critical Appraised Topic betreffende vaginale stuitgeboorte of meerlingbevalling - Cursorisch onderwijs: stuitcursus
1.6 Kraamperiode en Kind ongecompliceerd 1.7 Kraamperiode en Kind gecompliceerd
- 1 Critical Appraised Topic
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
50 bevallingen geteld 10 2e graads rupturen; 5 episiotomieën 10 MBO’s 1 critical appraised topic op het terrein van de gewone bevalling - Schriftelijke reflectie op de behandeling van een eigen patiënt met sociaal probleemgedrag. - Cursus foetale bewaking
- Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke kraambedziektebeelden zijn op de afdeling en polikliniek door de AIOS gezien
Versie 2.1 24
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Portfolio Gynaecologie Opleidingsjaar 1 en 2 3.1 Poli benigne gynaecologie
- Minstens 30 polidagdelen - Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de polikliniek zijn gezien - Afgetekend kort verslag van voorzitten polikliniekbespreking - 2 Critical Appraised Topics over veel voorkomende gynaecologische vraagstukken die binnen dit thema werden ontmoet
2.1 Basis voortplantingsgeneeskunde
- Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de polikliniek zijn gezien
3.2 Basis OK
- 5 polidagdelen VEF basis - Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de polikliniek zijn gezien Portfolio Verrichting
5.2 Peri-operatief
Streefgetal (totaal)
Laparoscopische chirurgie - Diagnostische laparoscopie / Sterilisatie - Eenvoudige adhesiolysis - Salpingectomie / salpingotomie inclusief EUG
10 5 5
Hysteroscopische chirurgie - Diagnostische hysteroscopie - Resectie gesteelde intracavitaire afwijkingen - Resectie myomen (type O-I)
25 5 3
Conventionele gynaecologische chirurgie - Marsupialisatie van de klier van Bartholin - Kleine ingrepen aan de vulva (verwijdings- en vernauwingplastieken, labium resectie) - Kleine ingrepen aan de cervix (diathermische lisexcisie) - (vacuüm) Curettage - Adnexextirpatie per laparotomie - Sterilisatie per laparotomie (bijv. bij sectio)
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
4 4 15 20 20 8
Versie 2.1 25
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Portfolio Gynaecologie Opleidingsjaar 1 en 2
Laparoscopische chirurgie
Streefgetal (totaal)
- Cystectomie 5 Hysteroscopische chirurgie - Resectie myomen (type II)
5
Conventionele gynaecologische chirurgie
5.2 Peri-operatief
- Operatieve correctie ongecompliceerde prolapsen en perineoplastiek - Myoomenucleatie per laparotomie - Hysterectomie abdominaal - Hysterectomie vaginaal - Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de afdeling zijn gezien
20 4 10 20 portfolio
Simulatietoets Verloskunde Opleidingsjaar 1 en 2
1.3 Gewone bevalling
1.4 Gecompliceerde bevalling 1.5 Basis gecompliceerde bevalling hoog risico
-
Fantoom gewone partus / schouderdystocie / fluxus / stuit Episiotomie CTG toetsing op locatie Resuscitatie pasgeborene Jaarlijkse fantoomtoets VE/FE/schouderdystocie
- Jaarlijkse fantoomtoets op complexe stuitbevallingen Simulatietoets Gynaecologie
3.2 Basis OK
- Basis instrumentenleer (op locatie) / basis hecht - en knooptechniek / endotrainer oefeningen oog-hand motoriek
Algemene competenties Opleidingsjaar 1 en 2
- ALS cursus - Kennis van WGBO en BIG - 5 modelbrieven Huisarts
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 26
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Korte Praktijk Beoordelingen (KPB) / OSAT verloskunde Opleidings- 1.1 Zwangerschapsbegeleiding jaar 5 en 6 ongecompliceerd 1.4 Gecompliceerde bevalling 1.5 Basis gecompliceerde bevalling hoog risico
- 2 KPB’s op polikliniek of afdeling zwangeren - Minimaal 2 KPB’s FE en/of VE en 2 SC - 2 KPB’s (meerlingen of vaginale stuitbevallingen) tijdens de opleiding
Korte Praktijk Beoordelingen (KPB) / OSAT Gynaecologie / Bekkenboden /Seksuologie 3.1 Poli benigne gynaecologie
- Minimaal 4 KPB’s
4.1 Basis Urogynaecologie en Bekkenbodem 4.2 Seksuologie
- 1 KPB
3.2 Basis OK
- Per jaar 3 OSATS verdeeld over laparotomie, laparoscopie en hysteroscopie - Per jaar 5 praktijk beoordelingen op de OK van communicatie, samenwerking en professioneel gedrag - Per jaar 2 praktijkbeoordelingen leiding geven aan de organisatie en behandeling van een spoedingreep
5.2 Peri-operatief
- 1 KPB
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
- 2 KPB’s seksuele anamnese
Versie 2.1 27
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Portfolio Verloskunde Opleidings- 1.2 Basis jaar 5 en 6 zwangerschapsbegeleiding gecompliceerd
- 15 polikliniek sessies met hoog risico zwangeren - Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de polikliniek zijn gezien - 2 Critical Appraised Topics -
1.4 Gecompliceerde bevalling
1.7 Kraamperiode en Kind gecompliceerd
-
-
25 sectio’s 10 vacuümextracties 3 forcipale extracties, eventueel te vervangen door fantoom 5 manuele placentaverwijderingen 3 totaalrupturen Verslag slecht nieuwsgesprek (max. 1 A4) 1 Critical Appraised Topic betreffende de gecompliceerde bevalling Cursorisch onderwijs: volgen MOET of vergelijkbaar Onderwijs 10 meerlingbaringen 2 vaginale stuitgeboorten 1 Critical Appraised Topic betreffende vaginale stuitgeboorte of meerlingbevalling Cursorisch onderwijs: stuitcursus Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke kraambedziektebeelden zijn op de afdeling en polikliniek door de AIOS gezien 1 Critical Appraised Topic
Portfolio Gynaecologie Portfolio gynaecologie
Algemene poli gynaecologie weinig voorkomend
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
- Minstens 20 polidagdelen - Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de polikliniek zijn gezien - Afgetekend kort verslag van voorzitten polikliniek Bespreking - Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de polikliniek zijn gezien - 1 Critical Appraised Topic over weinig voorkomende gynaecologische vraagstukken die binnen dit thema werden ontmoet
Versie 2.1 28
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Korte Praktijk Beoordelingen (KPB) / OSAT OK Opleidings- 3.2 Basis OK jaar 5 en 6
- Per jaar 3 OSATS verdeeld over laparotomie, laparoscopie en hysteroscopie - Per jaar 5 praktijk beoordelingen op de OK van communicatie, samenwerking en professioneel gedrag - Per jaar 2 praktijkbeoordelingen leiding geven aan de organisatie en behandeling van een spoedingreep
5.2 Peri-operatief
- 1 KPB Korte Praktijk Beoordelingen (KPB) / OSAT in de polikliniek
4.1 Basis Urogynaecologie en Bekkenbodem
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
- 1 KPB
Versie 2.1 29
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Portfolio in de OK Opleidingsjaar 5 en 6
3.2 Basis OK
Verrichting
Streefgetal (totaal)
Laparoscopische chirurgie - Diagnostische laparoscopie /Sterilisatie - Eenvoudige adhesiolysis - Salpingectomie /salpingotomie inclusief EUG
10 10 10
Hysteroscopische chirurgie - Diagnostische hysteroscopie - Resectie gesteelde intracavitaire afwijkingen - Resectie myomen (type O-I)
20 10 5
Conventionele gynaecologische chirurgie - Marsupialisatie van de klier van Bartholin - Kleine ingrepen aan de vulva (verwijdings- en vernauwingplastieken, labium resectie) - Kleine ingrepen aan de cervix (diathermische lisexcisie) - (vacuüm) Curettage - Adnexextirpatie per laparotomie - Sterilisatie per laparotomie (bijv. bij sectio)
5 5 10 25 8 10
Laparoscopische chirurgie - Cystectomie
5
Hysteroscopische chirurgie - Resectie myomen (type II)
8
Conventionele gynaecologische chirurgie - Operatieve correctie ongecompliceerde prolapsen en perineoplastiek - Myoomenucleatie per laparotomie - Hysterectomie abdominaal - Hysterectomie vaginaal
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
20 4 25 20
Versie 2.1 30
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Portfolio in de OK Opleidingsjaar 5 en 6
5.2 Peri-operatief
Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de afdeling zijn gezien Portfolio in de polikliniek
3.1 Poli benigne gynaecologie - Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de polikliniek zijn gezien - 1 Critical Appraised Topic over weinig voorkomende gynaecologische vraagstukken die binnen dit thema werden ontmoet 4.1 Basis Urogynaecologie en - Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke Bekkenbodem ziektebeelden op de polikliniek zijn gezien - Aantal verrichte UDO’s - Aantal verrichte prolapsoperaties - Aantal midurethrale suspensies - 1 Critical Appraised Topic aangaande bekkenbodemvraagstukken - Cursus urogynaecologie (sterk aanbevolen) 5.1 Basis Oncologie
- Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de polikliniek zijn gezien - Aantallen assistentie bij grotere gynaecologische ingrepen - 1 Critical Appraised Topic op oncologisch terrein - Participeren oncologieoverleg of bijeenkomsten WOG - Cursorisch onderwijs over oncologie gevolgd (sterk aanbevolen)
Simulatietoets in de OK Opleidingsjaar 5 en 6 3.2 Basis OK
Endotrainer oefeningen oog-hand motoriek
Algemene Competenties Opleidingsjaar 5 en 6 -
Wetenschappelijke publicaties Begeleiding CAT’s jongerejaars en co-assistenten Bijdragen aan maatschappelijke discussies, op de hoogte van vakbladen als Medisch Contact Bijscholingen gevolgd voor acute zorg
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 31
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
2.4 Beschrijving Differentiaties St. Antonius Ziekenhuis In opleidingsjaar 5 en 6 kunnen vijf differentiaties gevolgd worden: In het 5e en 6e opleidingsjaar kan de AIOS onder voorwaarden in het St. Antonius Ziekenhuis een differentiatieprogramma naar keuze volgen: • Perinatologie en Verloskundige regie. • Benigne gynaecologie en minimaal invasieve chirurgie. • Urogynaecologie. • Gynaecologische oncologie. • Voortplantingsgeneeskunde. Het landelijk opleidingsplan voor de opleiding Obstetrie en Gynaecologie BOEG van de NVOG van december 2012 gaat uit van de visie dat de opleiding in de toekomst diagnostisch brede en therapeutisch smalle gynaecologen moet gaan opleveren. In die toekomst zal namelijk steeds meer worden gewerkt met aandachtsgebieden. De adviezen van BOEG behelzen ondermeer dat de AIOS na een basisprogramma van 4 jaar de laatste 2 jaar van de opleiding in de vorm van een differentiatie gaat besteden aan het ontwikkelen van een aandachtsgebied. Het opleidingscluster Obstetrie en Gynaecologie van de OOR Utrecht heeft de regionale structuur van de opleiding aangepast aan de eisen van het nieuwe landelijk opleidingsplan volgens het model van BOEG. Reden om de transitie snel te implementeren was mede dat de oude regionale opleidingsstructuur, volgens het ‘1-3-2model’ (het 1e opleidingsjaar niet-universitair, het 2e t/m 4e jaar universitair en het 5e en 6e jaar niet-universitair), onvoldoende kansen bleek te bieden aan de AIOS om een aandachtsgebied te ontwikkelen aan het einde van de opleiding, o.a. omdat de HOOGcompetenties ‘Algemene poli gynaecologie veel voorkomend’ en ‘OK laag ingeschat risico’ te laat werden behaald. Er is in het nieuwe regionale opleidingsplan gekozen voor een ‘2-2-2model’: het 1e en 2e opleidingsjaar niet-universitair, het 3e en 4e jaar universitair en het 5e en 6e jaar gecombineerd universitair en niet-universitair tijdens welke de AIOS door een differentiatieprogramma een aandachtsgebied kan ontwikkelen. De differentiatie Oncologie duurt 12 maanden, de andere duren 24 maanden. De AIOS die voor een differentiatie oncologie kiest heeft daarom in het differentiaties 5e en 6e jaar ook ruimschoots tijd en gelegenheid om andere competenties te ontwikkelen. Zij of hij kan die gebruiken voor het ontwikkelen van competenties die op IJkpunt II nog niet op niveau zijn of (deels) differentiëren in een ander aandachtsgebied. Alle vijf differentiatieprogramma’s bestaan in principe uit een universitair en een nietuniversitair deel. De duur van het universitaire en het niet-universitaire deel verschillen per differentiatie. De achtergrond van de verdeling tussen universitair en niet-universitair wordt voor elk van de vijf differentiaties bepaald door wat de AIOS waar kan leren, gelet op de mogelijkheden die de patiëntenpopulatie en het profiel van het UMC Utrecht en de NUklinieken bieden. Tijdens een differentiatie besteedt de AIOS niet alle opleidingstijd aan het aandachtsgebied van keuze. Zij of hij ontplooit ook voldoende opleidingsactiviteiten die in de eerste 4 jaar ontwikkelde competenties onderhouden of versterken. De AIOS die differentieert participeert volledig in het rooster van de avond-, nacht- en weekenddiensten van de kliniek waar zij of hij op dat moment in dienst is. Behalve aan de vakinhoudelijke differentiatie werkt de AIOS in het 5e en 6e jaar ook aan de verdere ontwikkeling van tenminste één generieke competentie. Het gaat hier om één van de ‘andere’ CanMEDS-rollen: organiseren, communiceren, samenwerken, maatschappelijk handelen en professioneel handelen.
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 32
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Aan het begin van een differentiatie formuleert en start de AIOS een wetenschappelijke eindopdracht, in nauwe afstemming met de stagebegeleiders in het UMC Utrecht en het NUziekenhuis waar de AIOS een deel van de differentiatie volgt. Het doel van de wetenschappelijke opdracht is inhoudelijke verdieping en minimaal één publicatie in een internationaal tijdschrift. De AIOS die een differentiatieprogramma wil volgen legt in de loop van het 4e opleidingsjaar een verzoek voor aan de opleidingscommissie van het cluster in de vorm van een individueel opleidingsplan, dat is opgesteld in overleg met de opleiders van de klinieken waar de AIOS de differentiatie wil gaan volgen. De AIOS beschrijft in dit individueel opleidingsplan haar of zijn leerdoelen voor de differentiatie, de beoogde setting (klinieken en duur van de deelstages in die klinieken) en de te ontplooien opleidingsactiviteiten. Leerdoelen en opleidingsactiviteiten voor de te versterken generieke competentie maken onderdeel uit van het individueel opleidingsplan. Uit het individueel opleidingsplan moet ook blijken hoe is geborgd dat de AIOS tijdens het differentiatieprogramma voldoende toekomt aan opleidingsactiviteiten die in de eerste 4 jaar ontwikkelde competenties onderhouden of versterken. Verder legt de AIOS de opleidingscommissie haar of zijn geactualiseerd portfolio voor. Uitgangspunt is en blijft vooralsnog dat de AIOS aan het eind van de opleiding de competenties en bekwaamheidsniveaus van IJkpunt III van het landelijk opleidingsplan HOOG moeten hebben behaald. De opleidingscommissie geeft een bindend besluit over het verzoek, op grond van het individueel opleidingsplan en portfolio van de AIOS, en uitgaande van het belang van de AIOS en de kwaliteit van diens opleiding. Voorwaarde voor een positief besluit is de verwachting dat de AIOS aan het eind van het 4e jaar de bekwaamheidsniveaus zal hebben behaald van IJkpunt II van het regionaal opleidingsplan. Daarnaast beoordeelt de opleidingscommissie of de opleidingscapaciteit van de door de AIOS voor de differentiatie voorgestelde klinieken in de periode waar het om gaat voldoende is om de AIOS haar of zijn leerdoelen te laten behalen. Deze capaciteit hangt af van volumina en de op dat moment in de betreffende kliniek werkzame andere AIOS. Tijdens de differentiatie organiseert en voert de AIOS geregeld overleg met de U- en de NUopleider voor het evalueren van de voortgang aan de hand van het portfolio en waar nodig aanpassing van het individueel opleidingsplan voor wat betreft de aard en inhoud van de opleidingsactiviteiten. De transitie van het oude ‘1-3-2-model’ en het nieuwe ‘2-2-2-model’ markeert een belangrijke mijlpaal in de modernisering van de opleiding Obstetrie en Gynaecologie in de OOR-Utrecht. AIOS die na 1 januari 2012 zijn gestart met de opleiding worden opgeleid volgens het nieuwe model. Dat is verheugend. Anderzijds beseffen de opleiders goed dat er tot 1 januari 2016 sprake is van een transitiefase van het oude naar het nieuwe model van de opleiding. AIOSnieuwe-stijl en AIOS-oude-stijl worden naast elkaar opgeleid en dat vraagt aandacht. Niet alle AIOS-oude-stijl zullen aan een (volledig) differentiatieprogramma toekomen omdat zij niet (geheel) zullen voldoen aan de voorwaarde dat zij alle HOOG-competenties hebben behaald aan het eind van het 4e (of zelfs het 5e) opleidingsjaar. 1e en 2e jaars AIOS-nieuwestijl, 3e en 4e jaars AIOS-oude-stijl en 5e en 6e jaars AIOS die differentiëren kunnen elkaar tegenkomen met conflicterende leerdoelen en opleidingsbelangen. Dit vraagt om flexibiliteit van AIOS en opleiders en veel maatwerk voor individuele AIOS. Zeker in de transitieperiode tot 1 januari 2016 zullen de hierna beschreven differentiaties niet altijd tot in detail uitvoerbaar zijn. Kortere differentiatieprogramma’s, van 6 tot 12 maanden of zelfs nog korter, zullen worden overwogen door AIOS die willen differentiëren maar daar geen 12 of 24 maanden aan kunnen besteden. Naar verwachting zullen er ook AIOS zijn die zelf een differentiatieprogramma willen ontwerpen waarin combinaties van twee aandachtsgebieden worden geleerd. Het opleidingscluster zal dit alles zo goed als mogelijk faciliteren, waarbij het behalen van de HOOG-competenties en bekwaamheidsniveaus randvoorwaarde is en de kwaliteit van de opleiding van de individuele AIOS te allen tijde als hoogste belang geldt. St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 33
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Vanaf 1 januari 2016 zullen naar verwachting de meeste AIOS-nieuwe-stijl een volledig differentiatieprogramma kunnen volgen volgens de hoofdlijnen die in het hierna volgende staan beschreven. In bijlage 5 tot en met 9 worden voor alle differentiaties de volgende aspecten beschreven: A. Algemeen doel. B. Specifieke leerdoelen en competenties. C. Setting. D. Opleidingsactiviteiten. E. Toetsing. Ook in de opleidingsetalage van de Orde van Medisch Specialisten: www.opleidingsetalage.nl worden de vijf differentiaties van het St. Antonius Ziekenhuis beschreven.
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 34
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
3. Kwaliteitszorg De kwaliteit van de opleiding Obstetrie en Gynaecologie in het St. Antonius Ziekenhuis is geborgd vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de Centrale Opleidingscommissie (COC) en de Opleidingsgroep Obstetrie en Gynaecologie. De opleidingsgroep als geheel en de afzonderlijke leden staan garant voor een kwalitatief goede opleiding. Vanuit de COC wordt de kwaliteit van de opleiding Obstetrie en Gynaecologie bewaakt en geborgd met een ziekenhuisbreed kwaliteitszorgsysteem. Het kwaliteitszorgsysteem is opgebouwd uit twee componenten, te weten kwaliteitsmetingen en docentprofessionalisering. Kwaliteitsmeting In 2011 is in de COC van het St. Antonius Ziekenhuis een algemeen kwaliteitszorgplan vastgesteld dat gebaseerd is op de PDCA-cyclus, waarmee een continue kwaliteitsimpuls bewerkstelligd wordt. In het plan is aandacht voor zowel kwaliteitsmetingen die specifiek gericht zijn op de opleiding Obstetrie en Gynaecologie, als manieren om ziekenhuisbrede verbeterthema’s te kunnen identificeren.
De PDCA-cyclus kent vier stappen: 1. Plan: formuleer haalbare doelen op basis van informatie uit de verschillende instrumenten. Een actielijst met de beoogde resultaten, een taakverdeling en een termijn om de doelen te bereiken vergroot de slagingskans. 2. Do: voer de geplande verbetering uit conform afspraak. 3. Check: bespreek tijdens verschillende overlegmomenten de status van de geplande acties. De gestelde criteria of vooraf benoemde resultaten zijn hierin behulpzaam. 4. Act: waar nodig bijsturen (evalueren en ingrijpen/herontwerpen) van de acties. Formuleren nieuwe doelen.
Bron: www.knmg.nl/modernisering
Onderdeel van het kwaliteitszorgplan voor de opleiding Obstetrie en Gynaecologie is een cyclus van interne audits. Dit houdt in dat gedurende de erkenningperiode minimaal één keer een proefvisitatie plaatsvindt, bij voorkeur halverwege de periode. Een interne visitatiecommissie ad hoc legt op basis van de audit in een verslag de sterke punten, de aandachtspunten en aanbevelingen voor verbetering voor de opleiding Obstetrie en Gynaecologie vast. Het verslag wordt vervolgens plenair besproken in de COC vergadering, waarna bindende afspraken worden gemaakt over een eventueel verbetertraject en een termijn voor de volgende proefvisitatie.
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 35
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Binnen de opleiding Obstetrie en Gynaecologie van het St. Antonius Ziekenhuis wordt daarnaast in clusterverband gebruik gemaakt van de SETQ-vragenlijst om het opleidingsklimaat te monitoren. Deze meting zal elke drie jaar worden herhaald. Op initiatief van het cluster worden, vanuit het project dOORkijk, mogelijk nog andere meetinstrumenten ingezet, zoals bijvoorbeeld EFFECT en D-RECT en een quickscan van het cursorisch onderwijs. De uitkomsten van zowel de interne audit als de dOORkijk-metingen worden met de AIOS besproken in de formele opleidingsvergadering, waarna gezamenlijk een plan van aanpak wordt gemaakt. De voortgang van dit plan is een vast punt op de agenda van de opleidingsvergadering, waardoor het vier maal per jaar wordt geëvalueerd en bijgesteld. Vanuit de COC vindt een doorlopende monitoring van de voortgang van de kwaliteitscyclus van alle Medische Vervolgopleidingen plaats. Om daarnaast ook ziekenhuisbrede verbeterthema’s te kunnen identificeren worden de notulen van de opleidingsvergadering van elke opleiding ieder kwartaal geanalyseerd. Ook wordt vanuit de COC driejaarlijks onder alle in het ziekenhuis aanwezige AIOS een D-RECT enquête afgenomen. Belangrijke specialisme-overstijgende verbeterthema’s worden in de COC vergadering besproken. Op deze manier wordt volgens de PDCA-cyclus de kwaliteit van de opleiding geëvalueerd, verbeterd, gewaarborgd en verantwoord. Doordat ook de COC telkens wordt geïnformeerd, kan zij deze kwaliteitszorg monitoren en waar nodig of gewenst, bijsturen en ondersteuning bieden. Docentprofessionalisering Alle leden van de opleidingsgroep: • dragen naar hun beste kunnen bij aan de opleiding Obstetrie en Gynaecologie; • committeren zich aan de eisen en verplichtingen die zijn verbonden aan de opleidingserkenning voor de opleider en leden van de opleidingsgroep, zoals deze zijn bepaald in hoofdstuk C van het Kaderbesluit CCMS; • voeren de competentiegerichte opleiding met de daarmee samenhangende uitgangspunten, doelstellingen en opleidingsinstrumenten, zoals beschreven in het nationale opleidingsplan uit. Alle leden van de opleidingsgroep staan op deze wijze garant voor een kwalitatief goede opleiding en een optimaal leerklimaat. Als onderdeel hiervan volgen alle leden van de opleidingsgroep bij- en nascholing om zich op didactisch gebied verder te ontwikkelen. Alle leden van de opleidingsgroep Obstetrie en Gynaecologie van het St. Antonius Ziekenhuis dienen Teach the Teacher (TTT) geschoold te zijn. De opleider en plaatsvervangend opleider volgen minimaal twee vervolgmodules van de training. De overige leden van de opleidingsgroep volgen de basistraining. Wanneer een nieuw lid toetreedt tot de opleidingsgroep volgt deze zo snel mogelijk de basistraining TTT. In opdracht van de COC wordt in de eerste helft van 2013 op basis van een ‘needsassessment’ een aanvullend scholingsprogramma samengesteld, waaraan ook de opleiders(groep) Obstetrie en Gynaecologie zal deelnemen, om hun didactische kwaliteiten op peil te houden en waar nodig te verbeteren.
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 36
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
4. Ten slotte Het opleidingsplan is een weergave van de inhoud en structuur van de huidige Opleiding Obstetrie en Gynaecologie van het St. Antonius Ziekenhuis. De verdere modernisering van de medische opleidingen zal ongetwijfeld tot verbeteringen van de opleidingen leiden en dus ook van dit opleidingsplan. Ook aanpassingen in het regionale plan kan aanleiding zijn dit plan te herzien. Ten slotte geldt dat, gezien vanuit de communicatiefunctie van dit opleidingsplan, de opvattingen over de Opleiding Obstetrie en Gynaecologie verder aangescherpt kunnen worden. Hierdoor zullen de kwaliteit van het curriculum, het leerklimaat en de opleiding in totaliteit nog verder verbeteren.
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 37
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Bijlage 1 Begrippenlijst AIOS
Arts(en) In Opleiding tot (medisch) Specialist
ANIOS
Arts(en) Niet In Opleiding tot (medisch) Specialist
BBOV-huisje
Een afbeelding van een huisje waarin verschillende onderdelen van het opleidingsplan zijn ondergebracht En welke een samenvatting geeft van het opleidingsplan als geheel
Bekwaamheidsniveau
Minimale combinatie van kennis, kunde en gedrag die nodig is om een omschreven vaardigheid op een bepaald niveau te beheersen
BOEG
Bezinning Op de Eindtermen voor Gynaecologen
CanMEDS
Canadian Medical Education Directives for Specialists
CAT Critically Appraised Topic Competentie
Presentatie van een antwoord op een individuele klinische vraag • •
Het vermogen om een professionele activiteit in een specifieke context adequaat uit te voeren door geïntegreerde aanwezigheid van kennis, vaardigheden en attitude Een getoonde bekwaamheid of gedragsrepertoire waaruit blijkt dat kennis, vaardigheden, attitude, eigenschappen en inzichten in het handelen zijn geïntegreerd
EPA Entrustable Professional Activities
Kenmerkende professionele activiteiten
nested EPS’s
Kenmerkende professionele activiteiten (zoals taken en verrichtingen) die binnen een thema vallen Electronisch Patiënten Dossier electronic Portfolio and Assessment Support System
EPD ePASS 360° Feedback
Gestructureerde beoordeling van een persoon of groep door staf, assistenten, analisten en andere medewerkers met wie geleerd en/of gewerkt wordt
HOOG
Herziening Opleiding Obstetrie en Gynaecologie
Kerncompetentie
Een van de zeven competentiegebieden volgens CanMEDS: Medisch handelen, Samenwerking, Communicatie, Kennis en wetenschap, Maatschappelijk Handelen, Organisatie en Professionaliteit
KPB (Korte Praktijk Beoordeling)
Instrument om gestructureerde feedback te geven op een geobserveerde taak die door de AIOS in de praktijk wordt uitgevoerd
NVOG
Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie
Opleidingsplan
• • •
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Een opleidingsplan geeft een beschrijving van de opleiding tot specialist Het omvat het geheel van eindcompetenties, onderwijsmethode, -activiteiten en -materiaal, toetsing en kwaliteitszorg over het opleidingsplan Dit geheel wordt beeldend samengevat in het ‘BBOV-huisje’ Versie 2.1 38
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
NOP LOP IOP PDCA-cyclus Portfolio
• • •
Nationaal OpleidingsPlan Lokaal OpleidingsPlan Individueel OpleidingsPlan Plan Do Check Act cyclus Een verzameling van documenten, waarin de verplichtingen voortvloeiende uit het kaderbesluit CCMS en de specifieke besluiten worden bijgehouden, en waaruit de voortgang van de opleiding en de zelfreflectie van de AIOS blijken. Het bevat ten minste de documenten ten behoeve van de beoordeling van de AIOS, de gehouden voordrachten en referaten, de gepubliceerde artikelen, de gevolgde cursussen en de uitgevoerde verrichtingen.
Reanimatietraining BLS
Training in basale reanmiatie
RGS
Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten
Rolspecialisatie (facultatief)
Leergang parallel aan en beoefend in opleidingspraktijk (bijvoorbeeld Patiëntveiligheid, management, Wetenschap, Onderwijs) • Omschreven gebied van stoornissen, problemen en/of situaties, relevant en/of kenmerkend voor het vakgebied • Thema’s geven als het ware een indeling van de opleiding op basis van de werkzaamheden van de specialist • Thema’s zijn bundelend en vereenvoudigend, geven overzicht over het specialisme en vormen een leidraad voor het opleidingsplan, en dus ook voor de toetsing • Thema’s zijn idealiter een vereenvoudigde weergave van een zo groot mogelijke dekking van het vakgebied.
Thema
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 39
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Bijlage 2 Planning Introductie-Onderwijsprogramma Arts-assistenten Deel 1 Algemeen Dag 1 (maandag) 12.30 - 13.00 13.00 - 13.30 13.30 - 14.00 14.00 - 14.20 14.20 - 14.40 14.40 - 15.00 15.00 - 15.15 15.15 - 15.45 15.45 - 16.15 16.15 - 16.45 16.45 - 17.30 17.30 - 20.30
Ontvangst en introductie St. Antonius Academie Bibliotheek Patiënt- en Marketingcommunicatie Introductie Klinische Chemie Introductie Nucleaire Geneeskunde Introductie Mortuarium Pauze Introductie Pathologie Introductie Medische Microbiologie en Immunologie Introductie Klinische Farmacie Pauze Training Werken met het EPD
Dag 2 (dinsdag) 11.00 - 12.00 12.00 - 12.30 12.30 - 13.00 13.00 - 13.45 13.45 - 14.20 14.20 - 14.30 14.30 - 17.00 17.00 - 17.30 17.30 - 20.30
Pretest Acute Geneeskunde Pauze Weefsel- en orgaandonatie Introductie SEH Omgaan met schokkende gebeurtenissen Pauze Workshop Patiëntveilig handelen Pauze Training Registeren van DBC’s
Planning Deel 2 Acute Geneeskunde Dag 3 AB-Problematiek (woensdag) 08.00 - 08.45
Airway
08.45 - 09.30
Breathing
09.30 - 09.45
Pauze
09.45 - 11.30
Simulatiesessie
11.30 - 12.15
ALS-theorie
12.15 - 12.45
Pauze
12.45 - 13.45
ALS-theorie
13.45 - 14.45
Simulatie sessie ALS/BLS
14.45 - 15.00
Pauze
15.00 - 16.30
Simulatie sessie ALS/BLS
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 40
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Dag 4 C-problematiek en Reanimatietraining (donderdag) 08.00 - 09.00
C-problematiek (shock)
09.00 - 10.00
Reanimatieprotocol
10.00 - 10.15
Pauze
10.15 - 12.15
Simulatiesessie Reanimatietraining
12.15 - 12.45
Pauze
12.45 - 14.45
ATLS Light
14.45 - 15.00
Pauze
15.00 - 16.00
Simulatiesessie Opvang traumapatiënt
16.00 - 17.00
Sepsis en SIT-criteria
Dag 5 Casuïstiek 5 (vrijdag) 08.00 - 09.00
Patiënt met een acute buik
09.00 - 10.00
Patiënt met pijn op de borst
10.00 - 10.15
Pauze
10.15 - 11.00
De benauwde patiënt
11.00 - 12.00
Simulatiesessie …
12.00 - 12.45
Pauze
12.45 - 13.45
De niet-aanspreekbare patiënt (niet traumatisch)
13.45 - 14.45
Simulatiesessie Opvang patiënt in shock
14.45 - 15.00
Pauze
15.00 - 16.00
Simulatiesessie Opvang niet-aanspreekbare patiënt
16.00 - 17.00
Posttest Acute Geneeskunde
5
Diagnostiek en eerste behandeling, SEH patiënt en afdelingspatiënt
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 41
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Bijlage 3 Dienstrooster Afdeling Obstetrie en Gynaecologie (gedeeltelijke weergave) Achter vele cellen (o.a. met rode driehoekjes) bevindt zich aanvullende opleidingsinformatie zoals: supervisor, KPB en voortgangsgesprek.
AIOS 1 AIOS 2 AIOS 3
Tropen 1
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 42
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Bijlage 4
Introductiedocument Arts-assistenten Gynaecologie, versie januari 2011
INHOUDSOPGAVE 1.
Inleiding
39
2.
Algemene informatie 2.1 Staf 2.2 Praktische zaken 2.3 Beginnen 2.4 Overdracht, onderwijs en roosters
40 40 41 42 45
3.
Taken en Verantwoordelijkheden 3.1 Verloskamers 3.2 De Afdeling 3.3 Diensten
48 48 50 53
4.
De Operatieafdeling
53
5.
De Polikliniek 5.1 Zwangeren spreekuur 5.2 Gynaecologiespreekuur 5.3 Spoedpoli zwangeren
55 56 56 56
6.
Co-assistenten en Verloskunde studenten
57
7.
Bijlagen I t/m IV
58
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 43
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
1. Inleiding Dit document is bedoeld als leidraad voor de nieuwe arts-assistenten en tevens als discussiestuk tussen de gynaecologen en arts-assistenten. Het dient een up to date zwart op wit weergave te zijn van bestaande afspraken en verantwoordelijkheden. Het spreekt voor zich dat dit document permanent in overleg met elkaar kan worden bijgesteld en veranderd. De arts-assistenten zijn georganiseerd als groep en hebben iemand uit hun midden aangewezen die als aanspreekpunt fungeert. Hij/zij verzorgt samen met de opleider de schema’s van de arts-assistenten. De opleider (Dr. Schagen van Leeuwen) is voor opleidingsaangelegen aanspreekpunt en bij afwezigheid is dat de waarnemend opleider (dr Graziosi). In principe is er éénmaal per drie maanden een opleidingsvergadering voor alle aanwezige assistenten en een aantal gynaecologen, waaronder ten minste de (waarnemend) opleider. De notulen van de vergadering staan op de G schijf.
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 44
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
2. Algemene informatie 2.1 Staf Gynaecologen (16) Dr. E. van Beek Drs. A.M. Bouwmeester Dr. G.C.M. Graziosi Drs. M.E. Kars Drs. J.G. Lange Drs. J.N. v.d. Leij Dr. WM. Monincx Dr J. Oosterhuis Dr. L.S.M. Ribbert Dr. J.H. Schagen van Leeuwen Dr. H.S. The Drs. S. Veersema Drs. M.M.A. Vernooij Dr. A v Heusden. Fellows: Dr P Janssen (endoscopie) Chef de clinique: Dr J Becker : Arts-assistenten (10) Nog updaten. Klinisch Verloskundigen L. van der Esch M.I.L. v.d. Leun – Lammens S. Mutsaers M. Rijckevorsel-Bladt A. van Veen J.A. de Wit – Smink B. Warsame H. de Zwaan J. Ummels Fertiliteitsartsen, arts seksuologie en arts echografisten Tessa Cox-Witbraad (fertiliteitsarts) Carola Güse (fertiliteitsarts) Anneke van Loevesijn (arts-seksuologe NVVS) Mw. L.M.T. Breteler, psychiater- seksuoloog NVVS Drs. Maaike Stigter-de Vries (arts-echoscopiste) Ruby Blokland-Geerlings(echoscopiste) Dr. Els de Jong-Pley (arts-echoscopiste) Githa Kelder (echoscopiste)
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 45
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
2.2 Praktische Zaken Belangrijk is dat je een VPN verbinding aanvraagt. Je kunt dan van buiten het ziekenhuis middels een versleutelde code inloggen op het intranet van het ziekenhuis. Je kunt dan patiënten volgen die je mee gaat opereren,of die je geopereerd hebt. Maar het intranet is ook een portal voor zeer veel medische kennis. Zo kun je o.a. gebruik maken van een goed geoutilleerde medische bibliotheek. Telefoon en Nummers Deze nummers krijg je op een geplastificeerd kaartje. 81… : bellen 82… : opnemen 9 : receptie Een 0900 nummer via de receptie laten bellen. Bij voorkeurstoets intikken eerst de 9. Alnatal 088-3206400
toets 1: 1e lijn toets 2: 2e lijn toets 3: alg
Dienstdoende gynaecoloog Arts assistent verloskamers Verloskundige verloskamers Dienstdoende gynaecoloog achterwacht Arts assistent afdeling Arts assistent spoedpoli zwangeren
333 396 395 355 534 635
Verpleegpost E2 Verpleegpost F2 Secretariaat Gyn/Obst Poli Gyn (35) Alnatal receptie Avondhoofd
3221 2784 2086 3929 3625 sein 269
Klinisch chemisch Lab uitslagen Klinisch chemisch Lab bloedgroep/transfusie Klinisch chemisch Lab cito Dienstdoende Klinisch chemicus Microbiologisch Lab uitslagen Dienstdoende Microbioloog Pathologie uitslagen
2500 2540 2532 sein 696 2422 sein 858 2438
Kinderarts SPOED Anesthesie epiduraal dag Anesthesie dienstdoende OK planning Dienstdoende Radioloog
612 304 102 111 667/108
Consult Chirurgie Consult Interne Consult Cardiologie Consult Long Consult Urologie Consult Neurologie
610/103 329/106 122/104 385/107 820 246
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 46
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Consult psychiatrie dag Consult psychiatrie nacht Computer en Websites Emailadres: “je naam”@antoniusziekenhuis.nl Online > http://gynantonius.dienstrooster.nu gebruikersnaam:….. wachtwoord:……. (dienstrooster gynaecologen) www.studies-obsgyn.nl website overzicht lopende onderzoeken https://mobiel.antonius.net online inloggen op je email-account Inloggen op de … > PC gebruikersnaam: “je naam” wachtwoord: zelf aanpassen Intrazis gebruikersnaam: “je naam” wachtwoord: zelf aanpassen (Bij problemen > server aansluiting is microsoft exchange server en typ dan azn-svma002amg) PC algemeen Mosos CTG Mosos O en P
gebruikersnaam: gyn-assistent wachtwoord: welkom gebruikersnaam: ctg wachtwoord: baby gebruikersnaam: “je naam” wachtwoord: zelf aanpassen.
Het ziekenhuis heeft een website: http://www.antoniusziekenhuis.nl/ op de website staat informatie over het ziekenhuis en de vakgroep.
2.3
Beginnen
Introductie Het is in het belang van iedereen dat een nieuwe arts-assistent zich snel en goed thuis voelt in ons ziekenhuis. De introductiedag (eerste werkdag van de maand) die door het ziekenhuis wordt georganiseerd moet dan ook worden bezocht. De tweede dag valt echter samen met de introductiedag specifiek voor arts assistenten geregeld door de assistentenvereniging. De dag georganiseerd door assistentenvereniging gaat voor. Er wordt momenteel naar een oplossing voor deze dubbele afspraak gezocht. De arts-assistenten van het ziekenhuis zijn verenigd in een assistenten vereniging. Afgevaardigden van de arts-assistenten hebben onder andere zitting in de opleidingscommissie en in de bibliotheekcommissie. Het wordt de arts-assistenten aangeraden zich bij deze vereniging aan te sluiten. Minimaal de eerste maand zal je als beginnend arts assistent dubbel in het rooster gepland staan met een collega. Het is de bedoeling om in deze tijd zoveel mogelijk te leren van je collega. Zoals het reilen en zeilen van de afdeling gynaecologie en obstetrie en het gebruik van de computerprogramma’s Mosos en IntraZis en andere administratieve bezigheden. Het inwerkprogramma op de verloskamers en afdelingen is geïndividualiseerd en afhankelijk van de werkervaring van de arts-assistent bij binnenkomst. Gebruik deze periode om zoveel mogelijk te observeren hoe wij de gynaecologie en verloskunde in dit ziekenhuis uitvoeren. Er zijn evenwel geen wetten van Meden of Perzen. Suggesties ter verbetering zijn van harte welkom. Ook al heb je geen ervaring, wees kritisch t.a.v. organisatie en elkaars functioneren. St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 47
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Via www.aioschecklist.nl kun je een formulier downloaden waarmee je samen met een van de opleiders kunt nagaan of je na een maand voldoende op de hoogte bent en/of voldaan hebt aan de eisen van het inwerkprogramma. - CTG beoordeling vindt plaats volgens de STAN criteria. De theoretische kennis hierover is te vinden op www. Studies-obsgyn.nl/stan of in de STAN leerboekjes op de assistenten kamer. Deze kennis moet liefst binnen 4 weken worden opgedaan en getoetst. Een afspraak kan hiervoor gemaakt worden bij dr van Beek. Verdere basis informatie die beheerst moet worden is bijvoorbeeld te verkrijgen via de boeken “Foetale bewaking” auteur J. Nijhuis en “praktische verloskunde” van Prins en “praktische gynaecologie” van Lammes. - Calamiteiten oefeningen (met als aandachtspunten de coördinatie, afstemming en werken in een team) worden onder leiding van de tweedelijns verloskundige (Liesbeth van der Esch) en een gynaecoloog (Erik van Beek) onderwezen; de onderwerpen worden behandeld conform de MOET cursus. Voorbeelden van de onderwerpen: eclamptisch insult, schouderdystocie, fluxus post partum, solutio placentae, uitgezakte navelstreng. Aanwezigheid bij de calamiteitentraining is verplicht. - Via “Biomedic= leverancier van onze Aloka apparatuur dhr P. Seegers” kan altijd een aanvraag worden ingediend (via van Beek) om onder leiding van hun applicatiespecialist de bediening en de mogelijkheden van de verschillende echo toestellen te onderkennen. De bedoeling is dat alle arts-assistenten training krijgen in het verrichten van basale obstetrische en gynaecologische echo’s. Bij aanvang van het dienstverband dient een rooster gemaakt te worden voor het leren van de echo’s onder leiding van een arts-echografist. Via de polikliniek is er inzage van het rooster van de Echo spreekuren. In principe geef je dan tijdens dit spreekuur de telefoon aan één van de collega arts-assistenten. Indien er onverhoopt iets tussen komt dan dien je je af te melden bij de echografiste. Er is een lijst van echovaardigheden die ook getoetst worden. Houd deze lijst bij en bespreek de vorderingen en de hiaten met je opleider. Geef tijdig bij de opleider aan als je denkt de kennis voldoende eigen te hebben gemaakt. Er bestaat een klapper met theoretische achtergronden van de echo-techniek, de verschillende scan methoden en artefacten. Het is zeker de bedoeling dat als het apparaat niet goed ingesteld is, de assistenten dit als eerste opmerken en dit tot op zekere hoogte ook kunnen oplossen. Het is de bedoeling dat uiterlijk in het tweede opleidingsjaar een echo-examen wordt afgelegd bij de echografiste Dr E. de Jong, de gynaecologen Dr Van Beek, Dr Monincx, drs Kars of Dr Ribbert (zie de lijst in de klapper over leerdoelen). Daarna kan zelfstandig echospreekuur worden gedaan volgens het rooster. Voortgangsgesprekken Door opleider en/of plaatsvervangend opleider, data onderling overeen te komen. De opleiders hebben in hun schema tijd gereserveerd (wekelijks minimaal een dagdeel, meestal meer) o.a. voor deze besprekingen. In ieder geval wordt binnen een maand na aanvang (proeftijd) een evaluatiegesprek gehouden. De aioschecklist en de aioschecklist voor ANW diensten wordt dan ook afgenomen. (www.aioschecklist.nl). Vervolgens in principe elke 3 maanden met elke assistent, tenzij er bij een van de partijen behoefte is aan een tussentijdsoverleg. De arts-assistent kan altijd vragen of beide opleiders of een andere gynaecoloog naar eigen keuze bij het gesprek aanwezig kan zijn. Op de G-schijf onder mapje opleiding staat een beoordelingsformulier welke door beide partijen dient te worden ondertekend na overeenkomen van de beoordeling. Voor AIOS wordt het portfolio digitaal bijgehouden, inclusief de voortgangsgesprekken. Mentoren Iedere arts-assistent heeft een mentor, deze kies je in principe zelf, wel onderling verdelen. Dit moet op de G schijf worden vastgelegd en aan de opleider worden door gegeven. St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 48
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Portfolio Zowel AIOS als ANIOS dienen een portfolio bij te houden met OSAT’s en KPB’s en hun verrichtingen. Individuele leerdoelen kunnen zodoende waar nodig steeds worden bijgesteld. Zie hiervoor het voorbeeld en uitleg over portfolio in het mapje opleiding op de G-schijf. De OSAT’s en KPB’s worden door de supervisor (alle leden van de maatschap hebben minimaal Teach the Teachers I gevolgd,) ten laatste aan het eind van ieder dagdeel (M3, poli, functiespreekuur) ingevuld. Mevrouw Modderman, secretaresse, maakt hiervoor een schema dat vastgelegd wordt in het rooster zodat altijd duidelijk is wie wanneer door wie beoordeeld wordt en er ook tijd is ingeruimd hiervoor op bijv. de poli. Voor OSAT’s op OK is de assistent verantwoordelijk door het betreffende formulier onder de aandacht van de supervisor te brengen en te houden. Voor de aios is een digitaal portfolio verplicht. https://portfolio.epass-maastricht.nl/ Alle gynaecologen dienen zich hier ook geregistreerd te hebben zodat het portfolio steeds op locatie digitaal worden vastgelegd. Het hiervoor benodigde BIG nr. kan worden gevonden op http://www.bigregister.nl/zoeken/zoekenopnaam Werkplekken Als arts assistent kom je te werken op de afdeling, polikliniek, de verloskamers of op de operatiekamers. De afdeling bestaat uit de F2 en E2. Op de F2 liggen patiënten met gynaecologische pathologie en geopereerde patiënten. Op de E2 liggen zwangere vrouwen met een medische indicatie en kraamvrouwen. Op de afdeling H2 liggen soms gynaecologische patiënten voor een dagbehandeling. Er is een polikliniek voor zwangeren genaamd Alnatal op de 2e verdieping naast de verloskamers. Alhier zal je samen met de gynaecoloog een dagdeel zwangerenpoli doen. Op de zelfde afdeling is ook de spoedpoli voor zwangeren, ook wel Obsa genoemd. Op de begane grond zit de polikliniek gynaecologie, nummer 35, alhier heb je een eigen spreekuur onder supervisie van de gynaecoloog. In het rooster is ook vastgelegd wie je supervisor is. Alle patiënten dienen met de supervisor te worden besproken. Het is nuttig van te voren na te gaan wie op de poli komen. Je kunt dan checken of uitslagen bekend zijn en welke consequenties deze hebben. Richtlijnen en/of protocollen kunnen dan tevoren worden geraadpleegd en het beleid met de supervisor afgestemd. Via een VPN verbinding kun je dit ook deels van huis uit doen. Voorts zijn er dagelijks spreekuren op de locaties Utrecht (Leidsche Rijn) en Houten. De verloskamers spreken voor zich en als arts assistent zal je samen met een 2e lijns verloskundige hier werken onder supervisie van de dienstdoende en hiervoor vrijgestelde gynaecoloog. Dat betekent ook dat deze aan de hand van rijkelijk voorhanden zijnde fantomen en lesmateriaal in principe in moet gaan op verzoeken om les te geven en handelingen bij het fantoom door te nemen. De Operatiekamers bevinden zich op de begane grond. De kleedkamers zijn op de 1e etage in het groene gedeelte. Arbeidstijden, compensatie na diensten en vakantiedagen Volgens de CAO ziekenhuiswezen.. Er is compensatie voor de weekend/avond en nachtdiensten. Er zijn in de praktijk zes vakantieweken per jaar. Het rooster wordt gemaakt door een van je collega arts-assistenten en dit wordt vervolgens ingevoerd in Harmony door de roosteraar van de maatschap, Verkerk - Zaal, M.C. (Gynaecologie) of bij afwezigheid van deze, mevrouw Modderman. In principe moet minimaal 3 maanden vooruit geroosterd kunnen worden. Data voor vakantie en congressen dienen dus tijdig kenbaar gemaakt te worden. Om te voorkomen dat aan het eind van het jaar er nog veel op te nemen dagen staan door een groot aantal arts-assistenten dient vanaf augustus tot eind december alle vrije dagen van die periode aan de roosteraar vóór 1 augustus te zijn doorgegeven. Het te maken rooster is te vinden op de G-schijf onder mapje St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 49
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
dienstschema’s. Dit rooster zal na accordatie door de opleider ook op de dienstrooster van de gynaecologen online gezet worden. Zie boven voor de website! Onregelmatigheidstoeslag wordt berekend uit Harmony. Afzeggen van reeds ingeroosterde activiteiten kan alleen met toestemming van dr. Monincx, voorzitter van de maatschap en met medeweten en toestemming van de opleiders. Werkzaamheden voortvloeiend uit het binnen 6 weken afzeggen van een ingeroosterde activiteit worden in principe verricht door degene die de activiteit afzegt, zoals bijvoorbeeld het afbellen van patiënten en hen een nieuwe poliafspraak geven. Congres- en onderwijsdagen Er worden door de maatschap 10 congres/onderwijsdagen per jaar beschikbaar gesteld. De kosten worden tot 1500 euro per jaar vergoed. Zowel voor AIOS als ANIOS. Afwezigheid/ziekte Ziekte wordt gemeld aan # 333. Tevens dient er een ziek/beter melding plaats te vinden bij PenO op telefoonnummer 030-6092550. 2.4 Overdracht, onderwijs en roosters Elke ochtend om 08:00 uur vindt de overdracht plaats in de overdrachtsruimte, ook wel Niemijer kamer genoemd, op de E2 bij de verloskamers. Dan wordt kort de patiënten die op dat moment op de verloskamers liggen, nieuw opgenomen patiënten en bevallingen of bijzonderheden van opgenomen patiënten van die nacht besproken. Niet relevant is te vermelden wie er allemaal tijdens de dienst zijn gezien. Alleen patiënten met wie een vervolgbehandeling is geïndiceerd die overgedragen moet worden besproken. Elke morgen na de overdracht zijn er vergader / onderwijs / besprekingen. Er zijn vaste onderdelen zoals OK indicatie bespreking en grote papieren visite. (zie schema). Tevens worden praatjes gepland van co-assistenten, arts assistenten en gynaecologen en er kan praktisch onderwijs gegeven worden bv. fantoom of calamiteiten training. De dienstdoende gynaecoloog 333 en 355 bij geringe drukte/werkzaamheden en de opleider indien daarvoor vrijgeroosterd, kunnen altijd gevraagd worden om bijvoorbeeld fantoomonderwijs te geven. Veel onderwijsmateriaal in de vorm van DVD’s, boeken en internet is aanwezig. Tips hiervoor kunnen altijd gevraagd worden. Onderwerpen voor voordrachten worden besproken met een gynaecoloog, evenals de voortgang van de presentatie. Wekelijks wordt er op maandagmiddag om 17:30 uur vakoverstijgend cursorisch onderwijs in de acute geneeskunde gegeven. Assistenten die hieraan deelnemen hoeven dan niet bij de overdracht aanwezig te zijn mits relevante informatie via een collega wordt overgedragen. Twee maandelijks is er vakoverstijgend cursorisch avond onderwijs onder auspiciën van de Antonius academie. Deelname hieraan is in principe verplicht. Afzeggen moet met reden aan de opleiders vermeld worden. Voor de artsen in opleiding is er clusteronderwijs. Vanuit het UMCU wordt voor zowel jongsten als oudsten onderwijs verzorgd op vrijdag eenmaal in de 2 maanden. Rooster via onderwijs commissie UMCU. Grote visite Wekelijks op dinsdag aansluitend aan ochtendoverdracht: alle patiënten die op de afdeling liggen, worden besproken. (Alle gynaecologie patiënten, zwangeren en complexe kraamvrouwen). De arts-assistent die op de afdeling staat, bereidt de grote visite voor.
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 50
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Perinatologiebespreking Op maandagmiddag, 12.15 uur is de perinatologie bespreking in de overdracht ruimte. Tijdens deze bespreking worden de problemen van opgenomen zwangeren en kinderen op de neonatologieafdeling besproken. De zaal-arts van de week dient de relevante zwangeren te melden. Dit kan zo mogelijk worden gedelegeerd aan een co-assistent, die door de afdelingsarts-assistent wordt begeleid. Alternerend wordt er een voordracht verzorgd door de specialisten, assistenten en co-assistenten van de verloskunde en kindergeneeskunde. Eenmaal per maand is er reanimatieonderwijs verzorgt door de kinderartsen. Twee maal per jaar is er een obstetrie intervisie/audit bespreking met een gynaecoloog uit het UMCU. Data en tijdstippen staan op het vergaderrooster vermeld. Per toerbeurt van 6tot 8 maanden is hiervoor één van de Aio’s inhoudelijk verantwoordelijk. Nieuwe patiënten bespreking obstetrie Woensdag tussen 12.30 en 13.30 worden de interessante nieuwe zwangeren besproken samen met Alnatal 1e lijn. Wanneer een patiënte als nieuwe zwangere op de poli komt, dient de arts met de gynaecoloog te bespreken of die casus in aanmerking komt voor de bespreking. De arts die patiënte gezien heeft vult in het kopje “beleid” van mosos
een voorstel in, vraagt zo nodig informatie aan en probeert een en ander zo goed mogelijk alvast te regelen. Daarna wordt het verder voorbereid en gebracht door de arts die verantwoordelijk is voor de bespreking. Multi disciplinaire oncologiebespreking Alle Oncologische patiënten dienen genoteerd te worden in de betreffende PPL van het EPD. De oudste AIOS is verantwoordelijk voor het onderhoud hiervan en dient van elke nieuwe oncologische patiënt op de hoogte te worden gehouden. Klinische patiënten na een operatie of oncologie patiënten bij wie multidisciplinair overleg gewenst is kunnen worden besproken op de wekelijkse oncologie bespreking. (maandag 17:00 uur stipt in colloquium ruimte op F1, er zal dan teleconferencing met de consulenten van het UMCU plaats vinden.) Opgeven hiervoor per e-mail aan secretariaat pathologie uiterlijk op maandag vóór 12.00 uur. Graag volledige naam + meisjes naam, nummer en geboorte datum opgeven. Op de bespreking worden USB sticks gebruikt, kom dan dus op tijd zodat voor aanvang van de bespreking jouw gegevens al overgezet zijn op het bureau blad van de plaatselijke computer. Omdat de bespreking op maandag is, is het raadzaam al vóór het weekend de voorbereiding van de oncologiebespreking te starten. Een van de oudste assistenten is verantwoordelijk voor de bespreking, indien nodig kan dit overgedragen worden aan een andere arts assistent bv wanneer OK uitloopt. In principe superviseert één van de twee oncologische gespecialiseerde gynaecologen. Zo nodig springt de dienstdoende gynaecoloog bij. PA intervisie bespreking De oncologie-intervisie bespreking met een consulent uit het UMCU vindt elke derde maandag van de maand plaats om 16.30 uur op afdeling pathologie op A1. Alle oncologische patiënten van die maand worden besproken. Een week van tevoren wordt gemaild met secretariaat van de pathologie en met het UMCU om de namen en het soort maligniteit door te geven. Ook terug rapportage vanuit het UMCU van verwezen patiënten kan plaats vinden, gaarne vermelden in de mail. De leerdoelen zijn : retrospectieve patiëntenbespreking, scholing, onderwijs en verbeteren kwaliteit van de patiëntenzorg. De oudste assistent die ook de oncologie bespreking doet is verantwoordelijk voor deze bespreking.
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 51
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Bekkenbodembespreking Elke 1e woensdag van de maand is er bekkenbodem bespreking in een colloquium ruimte op J1 van om 16.15 uur samen met fysiotherapeuten, uroloog en MDL arts. Een van de oudste assistenten is verantwoordelijk voor de voorbereiding en voordracht van deze patiënten. Fertiliteitbespreking Op dinsdagmiddag om 12.30 uur is deze bespreking, voorbereid door T. Cox fertiliteits arts. Er wordt beleid mbt fertiliteits patiënten besproken en er worden HSG’s beoordeeld. Bespreking MDL/CHIR/radiodiagnostiek/GYN Op donderdagmiddag om 17.00 uur in principe elke week. Opgeven bij secretariaat mdl door oudste assistent. Locatie: F1 Is bedoeld voor complexe chirurgische ingrepen (bijv. uitgebreide endometriosis externa met uitgebreide adhesies), waarbij mee opereren of stand by zijn van GE chirurg gewenst is Middag/Avondoverdracht 17:00 tot 17:30 Net zoals de ochtenoverdracht een overdracht van de verloskamers. Partus van die dag inclusief ctg en wetenswaardigheden. Activiteiten van afgelopen dag die van belang zijn voor de dienst, zoals OK’s, Opnames en Problemen op afdeling. Verder nog eventueel overleg over (acute) beleidsbeslissingen
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 52
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Maandag 08:00 Overdracht
Dinsdag
Donderdag
Vrijdag
08:00 Overdracht 08.30 OK-bespreking
08:00 Overdracht 08.30 referaat
08:00 Overdracht 08.30 referaat
Locatie: Locatie: Overdracht Overdracht ruimte: Niemijer ruimte
Locatie: overdracht ruimte
Locatie: overdracht ruimte
Locatie: overdracht ruimte
12.15 Perinatologie
12.30 Nieuwe zwangeren
12.30 uur Cursorisch onderwijs door gynaecoloog.
12.15 (dinsdag of vrijdag) fertiliteitbesprek ing
Met referaat. Locatie: Overdracht ruimte
08:00 Overdracht 08.30 Grote visite
Woensdag
12.30 (dinsdag of vrijdag) fertiliteitbespr eking
16.30: Oncologie bespreking Locatie: F1 (3e maandag v.d. maand) pathologie bespreking Locatie: pathologie
Locatie: Vpk. ruimte E2 16.15 (1e woensdag v.d. maand) Bekkenbodem bespreking Locatie: F1 colloquium
17.00 Bespreking MDL/CHIR/GY N Locatie: F1
3. Taken en Verantwoordelijkheden 3.1 De Verloskamers De arts-assistent op de verloskamers heeft de verantwoordelijkheid over de patiënten op de verloskamers. Je werkt samen met een 2e lijns verloskundige en bij aanvang van de dienst verdeel je met de verloskundige de begeleiding van de patiënten op de verloskamers. Er dient ook visite gelopen te worden bij de kraamvrouwen op E2. Momenteel is het zo geregeld dat de arts assistent visite loopt bij de ‘pathologische’ kraamvrouwen en de 2e lijns verloskundige bij de overige kraamvrouwen, inclusief na een sectio caesarea. Afhankelijk van de drukte kan dit anders worden verdeeld en kan de arts assistent van de afdeling iets overnemen. Het is de bedoeling dat de inleidingen vóór de overdracht van 08.00 uur opgestart zijn. Van maandag t/m vrijdag zijn er in principe maximaal 5 inleidingen en 2 primaire sectio's, 2 inleidingen starten om 7.00 uur en de andere 3 om 7.45 uur. In het weekend zijn er maximaal 4 inleidingen die om 8.00 starten. Inplannen van inleidingen/ primaire sectio's gaan in overleg met een verpleegkundige van de vk. Registratie gebeurd op het planbord.
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 53
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
De patiënten die voor inleiding op het planbord staan krijgen een * als ze evt. afgebeld kunnen worden (voor 6.30 bellen als vk. vol is). Om 8.30 worden ze dan teruggebeld voor verdere afspraken. De patiënten komen om 07.00 uur, de arts assistent en verloskundige van de nachtdienst start in principe de inleidingen. Bij twijfel over het beleid n.a.v. het VT of bij twijfel over amniotomie in geval van bijv. een hoogstaand caput, wordt de casus eerst met de dienstdoende gynaecoloog of op de overdracht besproken. Bij opname van een patiënte op de verloskamers dient een zwangerenkaart opgeborgen te worden in het vakje aan de muur van de datakamer van de betreffende verloskamer nadat de zwangerenkaart is ingescand in de computer. Bij een patiënte van de 1e lijn betekend dit een kopie van de zwangerenkaart en bij een patiënte bekend bij de 2e lijn dient de zwangerenkaart via Mosos te worden uitgeprint ( > selecteer het printericoon (“brieven en documenten”) en ga naar “rapportage uit nieuw” en maak dan aan de zwangerschapkaart of dossier). Alle gegevens van een zwangere die bij de 2e lijn is geweest zijn te vinden in Mosos . Controleer het memo(randum) in Mosos op specifiek voor de patiënte afgesproken beleidsafspraken! Mosos wordt voor de statusvoering gebruikt op de verloskamers. Na de bevalling of als patiënte naar de operatiekamers gaat voor bijvoorbeeld een S.C of MPV dan dient er een korte samenvatting in het elektronisch patiëntendossier, ofwel EPD, te worden gezet. Zodat op elk moment iedereen geïnformeerd is over de medische situatie van patiënte. Voor de gegevens over de partus en de automatische brief wordt gebruikt gemaakt van Mosos . Voor vrouwen die zijn bevallen, wordt nog diezelfde dag alle info ingevoerd in Mosos
. Patiënten die een sectio hebben ondergaan, uitgevoerd door een andere artsassistent, worden door de VK arts-assistent ingevoerd. Mosos , en zijn gekoppeld, waardoor veel gegevens automatisch overgenomen worden. Het is uiteraard wel afhankelijk van correct en volledig invullen bij het eerste bezoek van een zwangere op de poli, obsa of de vk. Gedurende de dag is het belangrijk om Mosos
alvast zoveel mogelijk in te vullen en een kinderarts consult te schrijven. Aangezien alle neonaten nagekeken worden door de kinderarts, moet de logistiek van deze administratie gestroomlijnd verlopen. Vandaar de volgende afspraken: het vel wordt in principe bij opname op de VK ingevuld. Direct postpartum kunnen de laatste gegevens genoteerd worden. Als het vel compleet is ingevuld, wordt er een krul in de rechter bovenhoek gezet. Vervolgens kan het vel op de VK gelaten worden of aan de VPK worden gegeven. Hij/zij draagt zorg voor verdere afhandeling. Post partum dient de Mosos statusvoering compleet te worden gemaakt en Mosos volledig ingevuld te worden. De partus wordt geregistreerd in het partusboek en het kinderarts consult dient te worden geschreven. Het consultvel altijd in het grijze bakje (per vk genummerd) aan de muur op de artsenkamer te doen. (dus niet op de vk laten of aan de verpleegkundige geven), zo kan het niet kwijt raken. In mosos
kan je dan via het printericoontje een partusverslag, kraamoverdracht en overdracht pediatrie aanmaken en de partusbrief schrijven. Voorts dient er via het EPD een DBC gemaakt te worden. Sluit de eventuele DBC “begeleiding huidige graviditeit” een dag voor de partus af en open een nieuwe DBC voor de partus. Vergeet ook niet een korte samenvatting van de partus in de decursus van het EPD te zetten voor de kraamvisites de volgende dagen. Bij de middag overdracht van 17:00 uur zullen de patiënten op de verloskamers worden besproken. De indicaties tot inleiding en priming zijn op de ochtendoverdracht kort genoemd. St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 54
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
’s middags worden de activiteiten met betrekking tot de verloskamer uitvoeriger besproken. Ook slechte CTG’s, STAN registraties, en registraties van onverwacht slechte kinderen worden getoond, tezamen met relevante laboratorium gegevens als de uitslagen van het MBO. Nota Bene: Zwangerschapafbrekingen op de afdeling vallen in principe onder de verantwoordelijkheid van de afdelingsarts-assistent. Uiteraard kan dit in overleg met elkaar anders afgesproken worden. Te allen tijde is het van belang dat de verpleging hiervan op de hoogte is. Een IUVD wordt in principe altijd tenminste door twee personen gediagnosticeerd, hetzij mede door een ouderejaars arts-assistent hetzij door een gynaecoloog. Er mag geen afbreking gestart worden als deze regel niet is nageleefd. De nabespreking van een IUVD is de mede- verantwoordelijkheid van de arts-assistent die de betreffende partus doet. Er wordt een poli afspraak gemaakt na 3 en 6 weken in principe bij de gynaecoloog die patiënte het beste kent. Overleg hiervoor met de dienstdoende gynaecoloog 333. De nabespreking vindt dan plaats na het vergaren van alle uitslagen van de onderzoeken die zijn ingezet. Zo nodig worden vervolg afspraken gemaakt. Een korte schriftelijke samenvatting wordt gepresenteerd op de perinatale sterfte bespreking. Deze bespreking vindt 3 x per jaar plaats op de afdeling pathologie. De samenvatting gaat in de map voor het jaarverslag, in de status en op de G-schijf (perinatale sterfte). Een bespreking eindigt zo mogelijk met een advies voor aanvullend onderzoek en het beleidsadvies voor een eventueel volgende zwangerschap. In principe komt de betreffende patiënt voor nagesprek bij de gynaecoloog die de patiënt kent c.q. gezien heeft. In overleg met de betreffende gynaecoloog kan hiervan worden afgeweken. Supervisie wordt uitgevoerd door een van de gynaecologen overdag gedurende een dag(deel), bereikbaar op sein 333. Dat betekent supervisie over de werkzaamheden van de arts-assistenten op alle afdelingen. Een andere gynaecoloog heeft toezicht over de gynaecologische spoed, bereikbaar op sein 355, dat betekent zorg over de behandelunit. De hulp van deze gynaecoloog kan en moet ook ingeroepen worden als een arts-assistent het te druk heeft en patiënten onnodig lang moeten wachten wegens overvolle werkzaamheden. Als een besluit is overlegd, wordt er in de status geschreven met wie is overlegd. Ook tijdens de dienst wordt de naam van de betreffende gynaecoloog vermeld. Als je twijfelt over de juiste verslaglegging, vraag dan de verantwoordelijke gynaecoloog om hulp, neem samen de tekst door en kijk waar het verslag kan worden verbeterd.
3.2 De Afdeling Gyn F2 De arts-assistent van de afdeling heeft de verantwoordelijkheid over de patiënten op de afdeling F2 (gynaecologie) en E2 (obstetrie). De arts-assistent dient dagelijks visite te lopen bij alle patiënten van de F2 en de zwangere patiënten op de E2. Elke werkdag start de visite om 09:00hr. Het is prettig voor jou als zaalarts en voor de E2 verpleging als je voordat je naar de F2 doorloopt even kort aanklopt bij de ster-verpleegkundige van de E2 om te vragen of er hele dringende zaken zijn, zo niet dat je dan nu naar de F2 gaat. Evt kun je dit telefonisch via hun pieper 552 doen. Je begint door op de F2 in de behandelkamer met de verpleegkundige en de ASAS de papieren visite te doen. Prettig is als je reeds zelf de opgenomen patiënten in het EPD doorgenomen hebt. Dit verhoogd de snelheid van de visite. St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 55
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Alleen van patiënten OK+1 worden de controles: RR, pols en temperatuur doorgegeven. Ander dagen alleen als er aanleiding toe is. Met maximaal 30 min. moet de papieren visite gedaan zijn. Gaarne activiteiten zoals regelen van bijv. röntgenafspraak of voor de visite of na de visite doen. 3.3 Afdeling Obstetrie E2 Daarna loop je langs de patiënten en ga je door naar de E2 (rond 10:30hr). Aldaar zoek je de verpleegkundige op die verantwoordelijk is voor de zwangere patiënten. En samen loop je eerst op papier deze patiënten langs, waarna je bij de patiënten zelf langs loopt. Erg zieke patiënten hebben natuurlijk voorrang en dienen eerst te worden gezien. Op het whiteboard bij de secretaresse is zichtbaar welke verpleegkundige welke patiënte verzorgd. Tijdens de papieren visite kan de assistent of de verpleegkundige aangeven dat er een indicatie is dat de dienstdoende gynaecoloog meeloopt met de visite. Dit kan zijn bij een zieke patiënte, gecompliceerd beloop, bij een grote ingreep (zoals debulking), bij veel vragen etc. Aan het einde van de papieren visite moet je dit meteen kort sluiten met de 333 en afspreken wanneer hij/zij met voorrang bij betreffende patiënte visite loopt. Op dinsdag na de grote visite en vrijdag wordt er samen met de gynaecoloog (sein 333) langs alle patiënten gelopen. Wanneer om wat voor reden dan ook de arts-assistent niet op tijd op afdeling F2 – E2 kan zijn geeft ze dit telefonisch door aan de afdeling en doet een voorstel voor een ander tijdstip. De afdeling zal er alles aan doen om op die alternatieve tijd dezelfde service te bieden. Wanneer de arts-assistent klachten heeft over de verpleegkundige kwaliteit van het visite lopen meldt zij/hij dit bij de dienstdoende gynaecoloog (333). Het moet ook gemeld worden aan Elly Vernooij. Zij is verantwoordelijk voor het beleid en de communicatie daarover op de afdeling F2. In de middag zal er een speciale verpleegkundige van de thuismonitoring je bellen op je sein. Deze is bij de patiënten die in de TM (thuismonitoring) zitten langs geweest en heeft de CTG’s en eventueel andere informatie op een laptop opgeslagen. Samen met deze verpleegkundige loop je zo ook bij deze patiënten de visite. Beleidsvragen en problemen dienen zoveel mogelijk overdag opgelost te worden met de superviserend gynaecoloog, sein 333. Anders worden de problemen en/of beleidsdiscussies op de middagoverdracht om 17:00 uur besproken. Dan dienen ook nieuw opgenomen patiënten te worden besproken. De statusvoering vind plaats via het EPD. Een nieuwe opname kan plaatsvinden via een reguliere of spoedpoli van zowel gynaecologie als obstetrie. Zwangeren tot AD 16+0 weken worden in principe opgenomen op afdeling gynaecologie (F2), bij capaciteitsproblemen overleg met de verloskunde (E2). Bij opname van een nieuwe patiënt dient de opname uitvoerig in het EPD gezet te worden. In het EPD wordt de patiënt als klinisch aangegeven. Beleidsafspraken moeten in de verpleegkundigenmap worden geschreven. Eventueel gemaakte echo’s kunnen worden ingescand in het EPD met de scan op de behandelkamer van F2. Indien een zwangere wordt opgenomen dient de statusvoering ook in het EPD te worden geschreven. Let er echter op dat de relevante informatie uit het Mosos is overgenomen, zoals bijvoorbeeld de obstetrische voorgeschiedenis, medische indicatie, medicatie en beleidsafspraken durante partu. Verder dient in het Mosos de opname te worden gezet (in Mosos onder kopje opnames). Vergeet niet bij alle nieuwe patiënten een DBC aan te maken in het EPD.
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 56
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Complicaties (= iedere, potentiële onbedoelde uitkomst) worden bijgehouden in een Excel registratie, te vinden op de G-schijf onder map registratie. Vergeet niet elke complicatie daar in te vermelden, bij twijfel kan dit op de overdracht worden besproken en ter plekke worden ingevuld. Tevens wordt elke complicatie geregistreerd in de betreffende DBC. Zie update van de wijze van registratie complicaties in document ‘Complicatieregistratie Afspraken 2013’ in de map met werkdocumenten Assistenten. Een UWI is een complicatie en dient dus geregistreerd te worden. Urine retenties na bijv. prolapschirurgie worden als een complicatie geregistreerd als de patiënte langer opgenomen blijft en/of met CISC of CAD naar huis gaat. Iedere donderdagmiddag door afdelingsassistent: controle van alle gynaecologische klinische opnames van de voorafgaande week (F2) via Complicatie afvinklijst. In de regel is er dagelijks een ASAS, ofwel een co-assistent in het laatste deel van de opleiding, aanwezig. Deze kan al veel zelfstandig, maar je moet goede afspraken maken over supervisie. De dienstdoende gynaecoloog houdt jou verantwoordelijk. In de middag doet de assistent van de afdeling zelf poli. De ASAS neemt dan de taken van de afdeling waar. De ASAS moet dan laagdrempelig met de 355 kan overleggen over acute / belangrijke zaken. Voorts doen de reguliere co-assistenten in de middag een POP-rondje. Ofwel PreOperatieve Poli waarop patiënten die de komende week voor operatie gaan nogmaals ‘op papier’ gescreend worden. Tevens worden dan door jou de medicatie opdrachten geschreven van de standaard recepten zoals fraxiparine maar ook van de actuele medicatie van patiënte. Indien bv de dosering niet bekend is, schroom niet patiënte even te bellen. Of te vragen dat de patiënte bij opname een uitdraai van het actuele medicatie overzicht van de apotheek meeneemt. De medicatielijst wordt dan in het EPD op de betreffende plaats ingevoerd. Als arts-assistent controleer je de gegevens die de co-assistent heeft verzameld. De POProndjes worden altijd 2 dagen van te voren gedaan. Dus maandag voor de operatiepatiënten voor woensdag, dinsdag voor donderdag etc. Neem kennis van de ingrepen waarbij kruisbloed prikken vereist is; deze is beperkt. Zie document ‘Kruisbloed: beleid’ Verder kan je gebeld worden voor spoedconsulten. Deze worden over het algemeen aangemeld aan de gynaecoloog via sein 355 en in overleg kan je deze patiënten op de behandelkamer op F2 of op de poli gynaecologie zien. Consulten in kantoortijd in principe op de poli gynaecologie laten komen. Alleen als daar geen kamer beschikbaar is kan patiënte gezien worden op F2. Bij IEDER consult – ook in avond en nachtdiensten- een verrichtingformulier (laten) maken. In principe legt de verpleging van F2 een los verrichtingenformulier van de spoedpatiënte klaar op de balie. Denk er zelf ook aan: - datum (!) invullen, naam + eventuele verrichting. Na invullen in blauwe bakje "secretariaat" op datakamer of F2 leggen (wordt iedere dag geleegd) Alternatief is vanuit het EPD een mail sturen naar gyn-registratie. Dan wordt het consult vandaar uit door ons secretariaat verwerkt. Elke dag rond 15 uur is er een overlegmoment met de verpleging. Dit voorkomt dat je voor elke kleine vraag gebeld wordt. Idem om 21 uur, aan het einde van je avonddienst zodat vragen afgehandeld kunnen worden. Het wordt erg gewaardeerd als je zelf het initiatief St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 57
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
neemt om bij de verpleging langs te gaan. Graag ook even melden als je op OK bent; hoeft de verpleging niet nodeloos te bellen. Ontslag Op OK+1 wordt in de regel overlegd met patiënte wanneer de datum van ontslag verwacht wordt. Het niet hebben gehad van deficatie is nooit een reden om patiënte opgenomen te houden. Zij krijgt daarvoor instructies en zonodig Microlax mee. Dag van ontslag is niet alleen gekoppeld aan welke ingreep verricht is, maar ook aan individueel herstel en opvang/zorg thuis. Verifieer dit met patiënte en eventueel met operateur of degene die de indicatie voor de operatie heeft gesteld. Alle patiënten die behandeld zijn voor een prolaps krijgen bij ontslag MgO 3dd500mg. Dosering zo nodig wel individueel afstemmen. In principe dit tot 3 maanden post operatief continueren. Patiënten met een MESH continueren synapause tot 3 maanden na ingreep. Afspraak is dat met elke patiënte een ontslaggesprek gevoerd wordt. Niet op zaal, maar in een apart vertrek, ivm privacy. Indien een patiënte de volgende dag met ontslag gaat wordt er geen visite op zaal gelopen, maar een ontslaggesprek gevoerd. Hierin wordt besproken of men de ingreep begrepen heeft; wat de postoperatieve afspraken zijn. Nadrukkelijk vermelden van wel/niet verwijdering van de cervix en daarmede de noodzaak om nog een uitstrijk te laten maken. De leefregels worden door de verpleegkundige besproken. Ook seksualiteit komt hierbij ter sprake. Deze werkwijze biedt met name de patiënte de gelegenheid vragen te stellen. Het wordt gewaardeerd door patiënte en draagt bij aan een verbetering van de kwaliteit van zorg. Dit gebeurd dus 's ochtends in aansluiting op de visite. Bij standaard ingrepen kan de ASAS dit doen; anders de arts-assistent zelf. Gaarne jullie aandacht dat dit een vaste routine wordt in de taken van de assistent op de afdeling. Belafspraken: niet standaard afspreken. Alleen als er twijfel over de PA is en na overleg met operateur. Bij oncologie en sterke twijfel een controle afspraak 2 weken na de ingreep op de poli maken. Oncologie patiënten krijgen altijd een CP bij een van de gynaecologen met oncologie als aandachtsgebied: The/SvL/Lange en Becker. Gaarne na ingreep door operateur een notitie maken in EPD waarin ook genoteerd wordt bij wie en op welke termijn de na controle plaats moet vinden en wel/niet TK. Dit geldt voor beide locaties. In Oudenrijn gaarne zelfde notitie in EPD maken zodat secretaresse van de dagbehandeling al een afspraak voor de patiënte kan maken en niet hoeft te wachten tot de operateur langs komt. Van de patiënten die naar huis gaan worden dezelfde dag nog ontslagbrieven gemaakt. Voor de gynaecologische patiënten worden deze in het EPD gemaakt. Zie kopje ontslag en maak aldaar een tijdelijke ontslagbrief aan, welke je doorstuurt naar het secretariaat. Over de zwangere patiënte wordt een brief in Mosos geschreven. Stuur dan via een email het patiëntnummer aan het secretariaat met de melding dat je de ontslagbrief in Mosos hebt geschreven. Let er ook op dat je de opname in Mosos afsluit. De arts-assistent betrokken bij de ingreep maakt het ok-verslag en ontslagbrief. De zaalarts vult dit aan met het postoperatief beloop en verstuurt elektronisch de brief. Dit moet ook bij patiënten waarbij geen arts-assistent betrokken was. De gynaecoloog maakt uiteraard dan zelf wel het ok-verslag. In de nachtdienst worden de ontslagbrieven van de kraamvrouwen die de komende dag naar huis gaan in het Mosos afgemaakt en uitgeprint. Dit wordt gedaan aan de hand van de laatste gegevens die de verpleegkundige rond 06:00 uur zal komen brengen. De bedoeling is om een partusbrief met verslag voor de huisarts en de verloskundige uit te draaien, en een kopie voor in de status. Verder dien je ook nog een kraamoverdracht opnieuw aan te maken St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 58
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
voor de kraamzorg thuis. Deze kan je in het bakje naast de computer leggen op de datakamer en zal de verpleegkundige weer komen ophalen voor de dagdienst. De uitdraai van de verpleegkundige met de laatste controles dien je onder het bakje te leggen zodat de dagdienst deze overdag kan doorbellen naar de verloskundige. Aan het eind van de dag zorg je dat het afdelingsoverzicht van de opgenomen patiënten is ingevuld en actueel is. Deze is te vinden op de G-schijf en wordt gebruik door de artsen en gynaecologen van de dienst. Op dinsdag na de ochtendoverdracht vind er een grote visite plaats waarbij alle opgenomen patiënten van F2 en E2 (zwangeren en zieke kraamvrouwen) worden besproken. Deze dien je dan ook op maandag voor te bereiden en in het EPD onderin bij klinische samenvatting samen te vatten. Vergeet niet ook de patiënten van de thuismonitoring te bespreken. Organisatie verpleegafdeling E2 Binnen de verpleegafdeling wordt leiding gegeven door een verpleegkundig afdelingshoofd, Yvonne Touw (tel nr. 06 23458352) en 2 teamleiders, Jan van Bruggen (0610495250) en Carla van Lint (0630232171). Yvonne Touw geeft ook leiding aan de polikliniek Alnatal, de echoscopisten en klinisch verloskundigen. Jan van Bruggen is teamleider van het kraamgedeelte van de afdeling en Carla van Lint van de verloskamers. Met vragen en problemen met betrekking tot verpleegkundige zaken kun je bij hen terecht. Afdelingsmedewerkers Er werken verschillende disciplines op de afdeling. Hieronder staat een opsomming van deze disciplines. Een aantal daarvan zijn continue op de afdeling aanwezig en een aantal zijn op meerdere afdelingen werkzaam. • Obstetrieverpleegkundigen • Verpleegkundigen • Kraamverzorgenden • Roomservice medewerkers • Verloskundigen 1e en 2e lijn • Lactatiekundigen • Secretaresse Ondersteunende diensten en/of afdelingen • Fysiotherapeut • Maatschappelijk werker • Diëtist Dag-, avond- en nachtcoördinator afdeling Alnatal: In elke dienst is er zowel op het kraamgedeelte als op de verloskamers een verpleegkundige die een coördinerende rol heeft voor het totale werk- en zorgproces op de afdeling Alnatal. Bij vragen over opnames en ontslag kun je bij hen terecht. Telefoonnummers: coördinerend verpleegkundige kraam 06 52741445 coördinerend verpleegkundige verloskamers 030 6093706 Diensttijden verpleegkundigen Dagdienst: 07:30 uur – 16:00 uur Avonddienst: 15:30 uur – 23:45 uur Nachtdienst: 23:30 uur – 07:45 uur
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 59
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
De verpleegkundigen en kraamverzorgenden vinden het prettig om tijdens de overdrachtsmomenten niet gestoord te worden. In acute situaties is storen uiteraard geen enkel probleem. 3.3 Diensten arts-assistenten Nacht en weekenddiensten vinden in principe plaats in blokken. Blok 1: Weekend nachtdienst: vrijdagnacht t/m maandag morgen Blok 2: Weekend dagdiensten, aansluitend 4 nachtdiensten: Zaterdag en zondag dagdienst, maandagnacht t/m vrijdag morgen Avonddienst Aanvang 17.00 uur. Overdracht van allen aan zowel diensdoend arts-assistent als dienstdoend gynaecoloog. Einde avonddienst 22.00 uur, dan dien je zelf over te dragen aan de arts assistent van de nacht (de dienstdoende gynaecoloog wisselt dan namelijk niet). Over het algemeen ben je overdag ingeroosterd vanaf 13:00 hr, meestal eerst op de poli en vanaf 17:00 uur voor de avonddienst. Nachtdienst De arts-assistent van de nachtdienst start door de weeks om 22:00 uur met een korte overdracht met de arts-assistent van de avonddienst. Bij onduidelijkheden wordt op dat moment overlegd met de dienstdoende gynaecoloog. Op de ochtend overdracht om 08:00 uur worden alle belangrijke activiteiten gemeld. De afwijkende CTG’s worden besproken en ook andere zinvolle aanvullingen worden vermeld. Eventuele problemen op de afdelingen worden gemeld. Zaken die niet belangrijk genoeg zijn voor de overdracht, worden met de dienstdoende gynaecoloog besproken. Aldaar worden ook in vogelvlucht de papieren, echo-foto’s, beleidsafspraken en de administratie doorgesproken en eventueel geparafeerd. Weekenddienst Op zaterdag van 09.00 tot 21.00 uur en op zondag van 09:00 uur tot 21:00 uur. is de overdracht met de dienstdoende gynaecoloog en arts assistent van zowel de dag als van de nacht. Na de overdracht wordt met de dienstdoende gynaecoloog van de dag in overleg besproken hoe de taken verdeeld zullen worden, bv gynaecoloog obsa / fertiliteits consulten en gynaecologie visite en arts assistent de VK en verloskunde visite. Momenteel hebben de fertiliteitsartsen ook in het weekend dienst voor de fertiliteitsconsulten. In het weekend wordt op zaterdag en zondag dus ook visite gelopen bij alle patiënten. Consulten die in de dienst worden gezien dienen altijd zorgvuldig te worden opgeschreven in het EPD of Mosos (bij de zwangeren). Verder dient er altijd een DBC verrichtingenformulier te worden ingevuld. En een DBC in het EPD te worden aangemaakt. Zolang de dienstdoend arts-assistent en de dienstdoend gynaecoloog elkaar nog niet goed kennen, strekt het tot aanbeveling dat bij aanvang van de dienst even met elkaar wordt afgestemd waarover wel of niet moet worden overlegd. In grote lijnen zijn alle gynaecologen op de hoogte van de vorderingen en de verleende autorisaties aan arts-assistenten (zie Gschijf: assistenten – Bekwaamheid A(GN)IO). In principe wordt geen kunstverlossing gedaan zonder dat de achterwacht dit weet tenzij hiervoor autorisatie is verleend. Verschillen van inzicht hierover door hetzij de gynaecoloog hetzij de arts-assistent worden op de overdracht of bij de (waarnemend) opleider gemeld.
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 60
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Ook met de verpleging is afgesproken dat als men van mening is dat de arts-assistent iets fout inschat, zelfstandig de dienstdoend gynaecoloog kan worden gebeld. Ook dit kan alleen nadat men dit aan de arts-assistent heeft gemeld. De wachttijd van ingestuurde patiënten mag maximaal een half uur bedragen. Als dit langer dreigt te gaan duren, wordt de dienstdoende gynaecoloog te hulp geroepen. Dit geldt ook voor overmatige drukte op de afdeling en verloskamers. Het insturen van patiënten moet altijd overlegd worden met de coördinerend verpleegkundige van de verloskamers. Zij heeft het overzicht over de vk. en weet of er nog plek is en genoeg personeel. Dit geldt ook voor aanname van consulten in de avond, nacht en het weekend. De geplande consulten in het weekend bellen zelf om 9.00 uur naar de verpleging. De verpleegkundige spreekt dan een tijd af met de patiënte in overleg met de arts-assistent of gynaecoloog.
4. De Operatieafdeling De OK start om 08.00 uur. Meestal op operatiekamer 2, soms ergens anders. Zie daarvoor het planbord bij de koffiekamer. Alle opgenomen OK-patiënten zijn de week voor de opname besproken tijdens de OK indicatie bespreking op woensdagochtend (zie eerder). Gesignaleerde onvolkomenheden en/of onduidelijkheden kunnen zo pre-operatief worden opgelost. De arts assistent die (mede)- operateur is dient zich tevoren uit het EPD zich minimaal verdiept te hebben in de indicatiestelling, de comorbiditeit en de te verrichten operatie. Indien de gynaecoloog operateur de kennis van de arts assistent hierover als onvoldoende beschouwd, moet de operatie door de gynaecoloog zelf verricht worden. De arts assistent overlegt voor de OK met de gynaecoloog welke verrichtingen door hem of haar kunnen worden uitgevoerd. Van die verrichtingen wordt de gehele administratie inclusief het OK verslag gedaan door de arts-assistent. Voor de arts-assistenten in het eerste jaar wordt aangeraden het OK verslag zelf te schrijven / typen zodat het leereffect niet verdwijnt door kopiëren van andermans verslag. Het verslag wordt voor akkoord voorgelegd aan de gynaecoloog totdat er overeenstemming is dat dit niet meer nodig is. Een OSAT (via e-pass) completeert het geheel. De OK arts-assistent zorgt ervoor dat: - De Time out procedure correct verloopt. Afhankelijk van wie de ingreep heeft gedaan het OK verslag in het EPD. Zie hiervoor kopje documenten, aldaar kan je een standaard OK verslag vinden en aanpassen voor verschillende ingrepen. - Een korte notitie in de klinische status, ofwel EPD, met belangrijke informatie over bloedverlies, CAD en/of tampon in situ, afspraken over AB, hechtingen of anderszins. - Gecontroleerd wordt of de medicijn opdrachten geschreven zijn en doet dat zo nodig alsnog. - De familie of contactpersoon van de patiënte telefonisch over het verloop van de operatie wordt ingelicht. - De ingreep genoteerd wordt in het OK boek van de gynaecologie en in de digitale OK registratie van de gynaecologie. - Het operatie formulier ingevuld wordt: namen operateurs en ingreep en de CODE van de ingreep. - De DBC wordt aangepast. - De ontslagbrief geschreven is, zo nodig overleg over wie pte op de poli het beste terug kan zien. De datum van ontslag en evt. complicaties of bijzonderheden tijdens opname kunnen door de afdelingsassistent worden toegevoegd.
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 61
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
-
-
Bij patiënten in dagbehandeling aan eind van het dagdeel wordt langsgelopen om verslag te doen van de ingreep en om patiënten te ontslaan. Aan eind van de dag langs wordt langsgelopen bij de klinische OK patiënten om verslag te doen van de operatie. Bij dagbehandelingpatiënten dient dezelfde dag een spoedbrief gedicteerd te worden, zodat de huisarts snel op de hoogte is van wat er gebeurd is. Laparoscopie:
Oefenen op laparoscopische oefenbox verplicht voor opleidingsassistenten, (dit is een clusterbrede afspraak) zie hiervoor uitgebreide instructies die aan de pelvitrainer module hangen op de assistenten kamer. Na aftekenen competenties/osats kan laparoscopisch geopereerd gaan worden onder supervisie. - De arts assistent moet zelf het dagboekje bijhouden met de standaard oefeningen en competenties laten aftekenen bij voorkeur door Veersema of Graziosi. Let ten slotte altijd op de juistheid van de DOT/DBC-registratie. Op de middag-overdracht worden de operaties van de opgenomen patiënten besproken. Eventuele complicaties worden gemeld op de G-schijf onder registraties / complicaties (t.z.t. registratieformulier NVOG in pdf file te downloaden via G-schijf onder “Complicatie”) en ook bij het afsluiten van de DBC op bijv. de poli moet een complicatie digitaal worden vastgelegd. Laagdrempelig dient dan via MIP- expert een MIPmelding gemaakt worden. Dit kan eenvoudig met enkele muisklikken. De OK arts-assistent gaat altijd bij zijn/haar patiënten langs, indien dit incidenteel niet mogelijk is dient dit aan de supervisor gemeld en gedelegeerd te worden . Discussies en vragen over operatie-indicaties en beleid zijn tijdens te allen tijde welkom.
5. De Polikliniek Indien men ingedeeld is voor een polikliniek kan dat verschillende dingen inhouden, die je uit het schema kunt opmaken. Het kan betekenen dat je een poliklinieksessie met één van de gynaecologen samen doet (meestal jongerejaars arts-assistenten). De praktische invulling van zo’n spreekuur en de supervisie gaan in overleg met deze spreekuur doende gynaecoloog. Indien op het werkschema wel een apart arts-assistentenspreekuur is vermeld, is het een zelfstandig spreekuur dat onder supervisie van de gynaecoloog van dienst valt, in de praktijk is het makkelijker om een gynaecoloog te consulteren die ook op de poli werkzaam is. In het werkschema is vermeld op wie je een beroep kunt doen Voor jongerejaars arts-assistenten staat 15 minuten voor een controlepatiënte en 30 minuten voor een nieuwe patiënte gereserveerd. Er lopen meestal geen co-assistenten mee met dit arts-assistenten spreekuur. Voor een ouderejaars arts-assistent is het schema wat minder ruim (10respectievelijk 20 minuten). Ook kan het incidenteel gebeuren dat een ouderejaars artsassistent het spreekuur van één van de gynaecologen overneemt omdat deze afwezig is. Het tijdschema is dan 10 minuten per controle patiënt. De supervisie voor acute zaken is door de dienstdoende gynaecoloog (sein 355). Indien de arts assistent een operatie indicatie stelt voor een patiënte dan dient te worden overlegd met de superviserende gynaecoloog dan wel de gynaecoloog op wiens OKprogramma die patiënte wordt ingeschreven. Op het OK-formulier moet de omschrijving van de ingreep en de duur van de ingreep worden vermeld.. Een eerste sectio duurt 30 minuten, St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 62
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
repeat sectio 40 minuten, onafhankelijk de operateur. Een sectio wordt in principe na minimaal 38 voldragen weken gepland. LET OP: van alle patiënten die je gezien hebt wordt een verrichtingen- en een DBCregistratie ingevuld. Schroom niet om iets te vragen als je iets niet weet.
5.1 Zwangeren Spreekuur Het zwangerenspreekuur vindt plaats op Alnatal, 2e etage naast de verloskamers. In principe staat dit spreekuur op een van de gynaecologen en zal je in een aparte kamer enkele patiënten zelf zien. De patiënten zijn in principe op de hoogte dat het spreekuur afwisselend door de gynaecoloog en arts assistent gedaan wordt. Indien ze liever door de gynaecoloog zelf gezien worden kunnen ze dit aan de balie aangeven. Het is de bedoeling dat je in ieder geval de nieuwe zwangeren ziet, en daarnaast zoveel mogelijk controles. Nieuwe zwangeren: de gegevens van MOSOS worden nauwkeurig ingevuld, een evt. zwangeren kaart van de 1e lijn in principe altijd gescand door de medewerksters van de polikliniek. De patiënte wordt nabesproken met de gynaecoloog. Het kopje “beleid” wordt ingevuld en er wordt besloten of deze casus op de nieuwe zwangeren bespreking (zie eerder) moet worden besproken. Zo ja, dan wordt een duidelijke vraagstelling verwacht. Vergeet niet een korte samenvatting in het EPD te zetten en een DBC aan te maken. Indien informatie moet worden opgevraagd van andere hulpverleners, dient men een toestemmingsformulier te laten ondertekenen.. Overigens geldt dit ook voor informatie die moet worden opgevraagd bij een kinderarts buiten dit ziekenhuis. Denk bij dit alles ook aan het geven van informatie over AlNatal en prenatale diagnostiek. Protocol zwangeren controles is te vinden op de G schijf (prenatale controles). Via Mosos wordt een brief gemaakt door degene die patiënte het eerst heeft gezien. Na bepalen van beleid en evt. na de nieuwe zwangeren bespreking wordt deze brief inclusief beleid gestuurd aan de huisarts en eventuele andere hulpverleners inclusief de verloskundige. 5.2 Gynaecologie spreekuur De gynaecologie polikliniek bevindt zich op de begane grond, nummer 35. Het gynaecologie spreekuur staat over het algemeen op je eigen naam. Het programma kan je voortijdig inzien in het EPD bij spreekuur specialist. Het is aan te raden om dit te doen zodat je jezelf enigszins kan voorbereiden. Bij vragen of problemen kan je de gynaecoloog die op dat moment ook poli loopt vragen om te superviseren. Anders dien je de dienstdoende gynaecoloog op sein 355 te bellen. Momenteel zijn er nog weinig protocollen voor de gynaecologie. Er is wel een protocol miskraam op de G-schijf te vinden. Van alle nieuwe patiënten en patiënten waar al een tijdje geen brief voor is geschreven dient er in het EPD een brief aan de huisarts te worden geschreven. Dit kan je doen door onder het kopje intake de gegevens in te vullen en een brief van te laten maken. Of door naast de statusvoering het brief-icoontje aan te klikken om direct een brief te schrijven. Vergeet niet deze brief tijdelijk op te slaan en door te sturen aan het secretariaat. Tenzij je al bevoegd bent om zelfstandig brieven te versturen. Voorts dient er een verrichtingenformulier te worden ingevuld en een DBC in het EPD te worden aangemaakt. 5.3 Spoedpoli zwangeren (obsa) Op Alnatal is er dagelijks een spoedpoli voor zwangeren. In de ochtend of middag kan je hiervoor gepland worden. De doktersassistente van Alnatal zal de patiënten over het algemeen afhankelijk van de indicatie eerst aan het CTG leggen en eventueel een bloeddruk St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 63
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
en urine afnemen. Net zoals bij de reguliere poli dien je de patiënten te zien en de gegevens te noteren in Mosos . De dienstdoende gynaecoloog van de verloskamers, sein 333, heeft de supervisie en kan je bellen voor overleg. Vaak komen er patiënten op het spreekuur voor serotiniteitscontrole, minder leven voelen, bloedverlies in het 2e of 3e trimester of andere klachten waarvoor ze snel gezien moeten worden. Vergeet ook niet bij deze patiënten een DBC aan te maken en een verrichtingenformulier in te vullen. Bij deze patiënten is het niet altijd nodig om een brief te maken, afhankelijk van de indicatie. Maar het is wel belangrijk om de verloskundige altijd nog dezelfde dag te bellen. Echo spreekuur - Alleen nadat een echo-examen is gedaan (van Beek/Ribbert) - Alle obstetrische echo’s, exclusief nekplooimeting en structurele echo Locatie Utrecht (Leidsche Rijn) en Houten Hier wordt om half negen gestart met de polikliniek. Op deze locatie worden obstetrie, gynaecologie en kleine verrichtingen spreekuren gedaan. Er is in principe alleen een gynaecoloog werkzaam. De co-assistent participeert op de polikliniek.
6. Coassistenten en Verloskunde studenten Er zijn co-assistenten uit Utrecht. Daarnaast zijn er zogenaamd ASAS co-assistenten die als keuze co-assistentschap twaalf weken op onze afdeling meewerken. Deze komen uit Utrecht. De student verloskundigen komen uit Rotterdam. Bij inwerken op VK is afgesproken dat nieuwe arts-assistenten prioriteit hebben tav de anderen.
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 64
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
7. Bijlagen Bijlage I: Bijlage II: Bijlage III: Bijlage IV:
Rooster besprekingen Taakverdeling Mentoren To do list Nieuwe Assistent
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 65
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Bijlage I Rooster besprekingen
Maandag
Dinsdag 08.30 Grote visite Locatie: overdracht ruimte
Woensdag 8.30 OK-bespreking Locatie: overdrachtruimte
Donderdag 8.30 Voordracht Locatie: overdracht ruimte
12.15 12.30 12.30 (dinsdag of vrijdag) Nieuwe zwangeren Perinatologie Locatie: kinderafdeling fertiliteitbespreking Locatie: overdrachtruimte
16.30 (3e maandag v.d. maand) Pathologie bespreking Locatie: pathologie
16.15 (1e woensdag v.d. maand) Bekkenbodembespreking Locatie: F1 colloquium
Vrijdag 8.30 Voordracht Locatie: overdracht ruimte 12.15 (dinsdag of vrijdag) Fertiliteitbespreking
17.00 Bespreking MDL/CHIR/GYN Locatie: F1
17:00 Oncologiebespreking Locatie: F1
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 66
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Bijlage II
Takenverdeling
Grote visite
Zaalarts
Perinatologiebespreking
Zaalarts
OK-bespreking
AIOS Ingeroosterde arts
Multi disciplinaire oncologiebespreking
Oudste AIO
PA intervisie bespreking
Oudste AIO
Bekkenbodembespreking
Oudste AIO
Perinatale sterfte bespreking
Jongste AIO
Nieuwe patiënten bespreking obstetrie
Jongste AIO
Fertiliteitbespreking
Fertiliteitsarts
Dienstrooster
Oudste AIO
Rooster voordrachten KA en do- en vrijdag morgen
jongste AIO
Bijhouden werkdocument assistenten opleidingsvergadering. Assistentenpot
vacature
Onregelmatigheidstoeslag
vacature
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 67
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Bijlage III
Mentoren
Mentoren Van Beek Bouwmeester Van Heusden Kars Lange Vd Leij Monincx Ribbert Oosterhuis The Veersema Vernooij
Iedere A(N)IOS heeft een mentor. Ieder mentor begeleidt in principe een A(N)IOS. Uit deze mentoren kan men kiezen. De formele opleiders zijn niet geschikt om als mentor te fungeren.
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 68
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Bijlage IV
To do list Nieuwe Assistent
O
1e dag van de maand introductiedag
O
Binnen 4 weken STAN EXAMEN
O
Inwerken door 333
O
Mentor kiezen
O
Kennismaking Andrea Modderman, secretaresse and know it all
O
Kennismaking AlNatal 1e lijn
O
Kennismaking met Kathy en Coby, R&D verpleegkundigen
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 69
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Bijlage 5. Beschrijving Differentiatie Perinatologie A. Algemeen doel Het doel van een differentiatie Perinatologie in het 5e/6e opleidingsjaar is om de competenties te verwerven die nodig zijn om na het einde van de opleiding binnen een niet‐universitaire kliniek het aandachtsgebied perinatologie te gaan organiseren, leiden en innoveren. Deze competenties zijn niet behaald tijdens de eerste vier jaren van de (basis)opleiding tot gynaecoloog. De differentiatie bestaat uit deelstages binnen de afdeling Obstetrie en de afdelingen Neonatologie, Anaesthesiologie, Medische Genetica en het IC‐centrum voor volwassenen in het UMC Utrecht, en een deelstage in een van de niet‐universitaire klinieken van het cluster. B. Specifieke leerdoelen en competenties Na het basisgedeelte van de opleiding, aan het eind van het 4e opleidingsjaar heeft de AIOS voor de zeven verloskunde thema’s van HOOG de bekwaamheidsniveaus bereikt uit de 3e kolom van de onderstaande tabel. Het eerste doel van een differentiatie Perinatologie in het 5e en 6e opleidingsjaar is het bereiken van bekwaamheidsniveau 5 voor de thema’s ‘Gecompliceerde bevalling’ en ‘Gecompliceerde bevalling hoog ingeschat risico’ (zie 4e kolom). Zie ook de basistabel van het regionaal opleidingsplan in hoofdstuk 4.1.2. HOOG‐thema’s op 3 ijkpunten v.w.b. IJkpunt I IJkpunt II IJkpunt III Na differentiatie bekwaamheidsniveaus 1 t/m 5 Na 2 jaar Na 4 jaar Na 6 jaar in 5e en 6e jaar Zwangerschapsbegeleiding ongecompliceerd 5 Zwangerschapsbegeleiding gecompliceerd 3 4 5 Gewone bevalling 5 Gecompliceerde bevalling 3 (2) 4 (3) 4 5 Gecompliceerde bevalling hoog ingeschat risico 2 3 3 5 Kraamperiode en kind ongecompliceerd 5 Kraamperiode en kind gecompliceerd 3 4 5 De te behalen bekwaamheidsniveaus zonder () horen bij het schema van de OOR Utrecht; als deze afwijkingen van de minimumeisen van het landelijk opleidingsplan (HOOG) dan zijn de bekwaamheidsniveaus van HOOG tussen () toegevoegd. Voor de thema zwangerschapsbegeleiding ongecompliceerd, Gewone bevalling en Kraamperiode en kind ongecompliceerd is na de 1e tweeopleidingsjaren bekwaamheidsniveau 5 al behaald. De differentiatie richt zich daarom op het bereiken van bekwaamheidsniveau 5 voor de thema’s Zwangerschapsbegeleding gecompliceerd, Gecompliceerde bevalling, Gecompliceerde bevalling hoog ingeschat risico en Kraamperiode en kind gecompliceerd. Specifieke leerdoelen (zowel uit HOOG als niet uit HOOG): 1. Kunnen verlenen van verloskundige zorg aan zwangeren met psychiatrische en psychosomatische aandoeningen, bij voorkeur in multidisciplinair verband (POP‐poli). 2. Kennis hebben van stoornissen van de vitale functies van pasgeborenen en intensive en medium care van zieke neonaten. 3. Kennis hebben van de meest voorkomende problemen en behandelingen van de obstetrische anaesthesiologie. 4. Kennis hebben en toepassen van elementaire genetische counseling. 5. Beheersen van het structureel echoscopisch onderzoek (SEO) van de foetus. 6. Kennis hebben en toepassen van de behandeling van stoornissen van de circulatie, respiratie en de stolling bij volwassenen en beheersing van de elementaire behandeling en ondersteuning daarvan. 7. Lokaal de perinatale zorg kunnen organiseren en multidisciplinair samenwerken, o.a. in een verloskundig samenwerkingsverband (VSV). 8. Kunnen geven van verloskundig vaardigheidsonderwijs (fantoomonderwijs, calamiteitentraining). St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 70
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
9. Registreren, interpreteren, gebruiken en bespreken van LVR2, VOKS2i, PRNinsight en kwaliteitsindicatoren obstetrie van de NVOG, kwaliteitsinstituut, IGZ en zorgverzekeraars. 10. Lokale organisatie en uitvoering van landelijke multicenter (consortium) studies in de verloskunde. 11. Leiding kunnen geven aan een multidisciplinair team op de verloskamers en de OK. 12. Kunnen coachen en superviseren van en feedback geven aan ANIOS, jongerejaars AIOS, klinisch verloskundigen, co‐assistenten, etc. 13. Kunnen implementeren van evidence based medicine binnen een afdeling. 14. Ontwikkelen van ‘clinical leadership’. C. Setting De differentiatie perinatologie in opleidingsjaar 5 en 6 wordt verzorgd door het UMC Utrecht samen met een van de niet‐universitaire clusterklinieken. De differentiatie begint met 15 maanden in het UMC Utrecht en wordt vervolgd met 9 maanden in een niet‐universitaire kliniek. D. Opleidingsactiviteiten Het universitair gedeelte van de differentiatie perinatologie bestaat uit de volgende deelstages: • Genetica, PGD, ultrageluidsonderzoek en zwangerenthemaspreekuren diabetes, hartaandoeningen, vasculaire aandoeningen, preconceptiezorg en immunologie. De AIOS participeert in de spreekuren prenatale diagnostiek (PND), preïmplantatie genetische diagnostiek (PGD), genetische counseling, foetale echoscopie, en de themaspreekuren voor zwangeren met diabetes, hartaandoeningen, immunologische aandoeningen, vasculaire aandoeningen en specialistische preconceptiezorg (PCA). De AIOS speelt een actieve rol in de wekelijkse besprekingen voor prenatale diagnostiek, poliklinische en klinische perinatologie, de tweewekelijkse multidisciplinaire bespreking obstetrie anaesthesiologie, de maandelijkse PA‐bespreking, de lokale en regionale perinatale audits en de bijeenkomsten van het VSV. De AIOS loopt zo mogelijk een stage van een week op de afdeling Prenatale diagnostiek en Foetale therapie van het LUMC. Duur: 6 maanden. • Neonatologische medium en intensive care. De AIOS werkt als zaalarts op de afdeling medium care en participeert in visites en overleg op de intensive care. Duur: 2 maanden. • Volwassenen intensive care. Na een inwerkprogramma met scholing (samen met de AIOS heelkunde en neurologie) werkt de AIOS onder supervisie als zaalarts op de volwassenen intensive care. Duur: 2 maanden. • Obstetrische anaesthesiologie. Tijdens deze deelstage leert de AIOS o.a. pijnbestrijding tijdens de ontsluitingsfase, sectio caesarea en andere operatieve ingrepen te bekijken vanuit het perspectief van de anaesthesioloog. DE AIOS participeert o.a. in de polikliniek voor pre‐operatieve screening (POS) en het post‐operatieve pijn (POP) team. Duur: 2 maanden. • Supervisie en regie (over A(N)IOS, klinisch verloskundigen) van het verloscentrum en de afdeling obstetrische high care (OHC). De AIOS groeit naar het zelfstandig uitvoeren van sectio’s en andere operatieve ingrepen. Duur: 3 maanden. Het niet‐universitair gedeelte van de differentiatie perinatologie bestaat uit de volgende activiteiten: • Supervisie en regie (over A(N)IOS, klinisch verloskundigen) van het verloscentrum en de afdeling zwangeren en kraamvrouwen. De AIOS doet zelfstandig sectio’s en andere operatieve ingrepen. • Onder beperkte supervisie houden van spreekuren (high risk) obstetrie en ultrageluidsonderzoek. • Participatie in multidisciplinaire POP‐spreekuren. Voor de ontwikkeling van discipline‐overstijgende competenties (de ‘andere’ CanMeds‐rollen) worden de volgende opleidingsactiviteiten aangeboden: • Participeren in het VSV. • Voorbereiden en leiden van multidisciplinaire besprekingen (prenatale diagnostiek en/of obstetrie anaesthesiologie en/of de complicatie/indicatiebespreking). • Geven van onderwijs binnen het curriculum geneeskunde of de opleiding voor klinisch verloskundigen. • Als trainer participeren in het lokale verloskundig vaardigheidsonderwijs. • Maken van het dienstrooster voor AIOS. • Participeren in de lokale VIM commissie (veilig incidenten melden). • Het schrijven van een eenvoudige ‘business case’ voor een organisatorische verbetering of zorginnovatie. St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 71
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
• •
Bespreken van een LVR2‐jaarverslag, en/of de VOKS2, de kwaliteitsindicatoren van de NVOG, de IGZ of de zorgverzekeraar. Een wetenschappelijke presentatie tijdens een (inter)nationaal congres/symposium of een wetenschappelijk artikel over een perinatologisch onderwerp. • In zowel het 5e als het 6e jaar een cursus uit het aanbod van het disciplineoverstijgend onderwijs voor AIOS van de OOR Utrecht: Begeleide intervisie, Communicatiemodules, Evidence based medicine, Management I, Management II, Patientveilighied of Leren en werken in balans.
Lidmaatschappen • Lidmaatschap en participatie in tenminste een van de volgende werkgroepen van de NVOG: Foetale Echoscopie, Perinatologie en Maternale Ziekten, Prenatale Diagnostiek en Foetale Therapie. • Lidmaatschap en participatie in tenminste een van de commissies van de NVOG koepels Opleiding en Wetenschap, Kwaliteit, Gynaecoloog en Maatschappij of Communicatie. Specifieke deskundigheidsbevordering voor het aandachtsgebied perinatologie en generieke competenties • Een maal bezoek van de Annual Meeting of the Society for Maternal Fetal Medicine (SMFM) of het jaarlijks congres van de Fetal Medicine Foundation (FMF). • MOET provider of refresher course. • SBAR training. E. Toetsing • • •
• • •
Simulatietoetsen bij het lokale verloskundig vaardigheidsonderwijs. Portfolio: aantallen obstetrische interventies, cursussen en documentatie ziektebeelden. Per jaar: o 12 KBPs o 12 KPBVs (voorheen OSATS) o 2 CATs en presentatie daarvan o 5 beschrijvingen van begeleide hoog‐risico zwangerschappen of partus in het portfolio o 1 Multi Source Feedback door middel van E‐pass Bekwaamheidsverklaringen voor de verschillende verrichtingen Eenmaal per jaar voortgangsgesprekbeoordeling e Eindgesprek met de oordelend opleider 1 maand voor het einde van het 6 opleidingsjaar
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 72
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Bijlage 6 Scholing en Toetsing Minimaal Invasieve Chirurgie (MIC) De scholing en toetsing van minimaal invasieve chirurgie binnen de opleiding Obstetrie en Gynaecologie wordt beschreven door de beantwoording van de volgende vragen 1. Hoe wordt minimaal invasieve chirurgie vanuit de opleiding in de praktijk van het St. Antonius Ziekenhuis toegepast? 2. Welke MIC scholing en toetsing vindt voorafgaand aan toepassing in de praktijk plaats? 3. Wat leert de AIOS in welk opleidingsjaar met betrekking tot minimaal invasieve chirurgie? 4. Welk beheersingsniveau geldt in welke opleidingsfase? 5. Hoe en door wie vindt supervisie plaats? 6. Welke opleidingsgesprekken worden gevoerd? 7. Welke toetsinstrumenten worden wanneer ingezet?
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 73
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Scholing en Toetsing Minimaal Invasieve Chirurgie Welke MIC toepassingen
• • •
Welke MIC scholing en toetsing
Wat wordt geleerd in praktijk Welk beheersingsniveau in welke fase
Minimaal invasieve chirurgie bestaat voor de gynaecologie uit laparoscopie en hysteroscopie Minimaal invasieve chirurgie wordt toegepast conform de landelijke Richtlijn Minimaal invasieve chirurgie, 2011 De AIOS leren, onder supervisie van een ervaren chirurg laparoscopische ingrepen met minimaal invasieve chirurgie verrichten
Landelijk/Regionaal: • Cluster-cursus Utrecht Laparoscopie Dierenlab, Rotterdam (jaar 1/2/5) • COBRA cursus alpha (chirurgische vaardigheden), LUMC/Bureau Boerhave Commissie, 2 dagen. • Cursus Hysteroscopie, Catharina Ziekenhuis Eindhoven, 1 dag. • Landelijke cursus Laparoscopie voor gevorderden, OLVG Amsterdam, 1 dag. • Facultatief landelijke cursussen laporascopie en hysteroscopie (WGE) en internationale cursussen Lokaal: • Oefenen en toetsen met de Simendo MIC-trainer Academie, met novice diploma • Oefenen met Tyco-oefenbox Gynaecologie (vast oefenprogramma, virtual reality, geen toetsing) • Kadaveronderwijs voor AIOS die de differentiatie volgen Validatiemetingen • Vaste serie oefeningen op Tyco box met VR • Gevalideerde meetmomenten UMCU o Easy (jaar 1-2), medium (jaar 2, 3 en 4) en hard (jaar 4, 5 en 6) • OSATS gestructureerd toepassen o Stramien RCOG e e e o Bijv. 1 , 5 , 10 ingreep Door assistent zelf bij te houden, wanneer te laten beoordelen 1e /2e jaar niet academisch Beginnen met assisteren op OK en leren inbrengen verresnaald en trocars. Na behalen easy VR: WGE cursussen Starten met zelf opereren onder supervisie van Level 1 en 2 ingrepen in de niet-academische kliniek en adequate OSATS 3e / 4e jaar academie voortgang met level 2 ingrepen als: • behalen medium level VR • goede beoordeling OSATS • bewezen kennis van de procedure o www.websurg.com (filmpjes van de ingrepen) o Hoeveel ingrepen Level 2 gezien. 5e / 6 e jaar afhankelijk van gekozen differentiatie Level 2 ingrepen uitbreiden met 3 en 4 indien: • voldoende procedurele kennis • www.websurg.com • WGE cursussen • OSATS beoordelen vertonen stijgende lijn • behalen hard level VR trainer Zie voor te behalen beheersingsniveaus ook bijlage 7 Beschrijving Differentiatie Algemene gynaecologie inclusief minimaal invasieve chirurgie
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 74
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
(MIC) Welke supervisie
•
Welke opleidingsgesprekken
•
Welke toetsinstrumenten
• • • • •
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Supervisie vindt plaats door in minimaal invasieve chirurgie bekwame gynaecologen (experts): Veersema, Graziozi, Oosterhuis en Schragen van Leeuwen De toepassing, het beheersingsniveau en eventueel aanvullende opleidingsactiviteiten met betrekking tot minimaal invasieve chirurgie worden besproken en geëvalueerd en beoordeeld tijdens kwartaalgesprekken en beoordelingsgesprekken (eindgesprekken) Continue zelfreflectie MIC verrichtingen (in portfolio) VR beoordelingen/uitslagen (in porfolio) OSATS (registratie in portfolio) OK verslag
Versie 2.1 75
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Bijlage 7. Beschrijving Differentiatie Algemene gynaecologie inclusief minimaal invasieve chirurgie (MIC) A. Algemeen doel Het doel van een differentiatie Algemene Gynaecologie in het 5e/6e opleidingsjaar is om de competenties te verwerven die nodig zijn om aan het einde van de opleiding binnen een niet‐universitaire kliniek het aandachtsgebied algemene gynaecologie te gaan organiseren, leiden en innoveren. Deze competenties zijn niet behaald tijdens de eerste vier jaren van de (basis)opleiding tot gynaecoloog. De thema’s abnormaal uterien bloedverlies, benigne adnexpathologie, anticonceptie, SOA‐behandeling, psychosomatische klachten, climacteriële klachten, vulvaire pathologie en endometriose zullen uitgebreid aan bod komen. Waar in de eerste vier jaar vooral de diagnostiek naar deze aandoeningen is onderwezen, zal in deze differentiatiestage juist vooral de therapie aan bod komen. B. Specifieke leerdoelen en competenties e
Na het basisgedeelte van de opleiding, aan het eind van het 4 opleidingsjaar heeft de AIOS voor de algemeen gynaecologische thema’s van HOOG de bekwaamheidsniveaus bereikt uit de 3e kolom van de onderstaande tabel. Het eerste doel van een differentiatie Algemene Gynaecologie in het 5e en 6e opleidingsjaar is het bereiken van de bekwaamheidsniveaus uit de 5e kolom. Zie ook de basistabel van het regionaal opleidingsplan in hoofdstuk 4.1.2. HOOG‐thema’s op 3 ijkpunten v.w.b. IJkpunt I IJkpunt II IJkpunt III Na differentiatie bekwaamheidsniveaus 1 t/m 5 Na 2 jaar Na 4 jaar Na 6 jaar in 5e/6e jaar Algemene poli gynaecologie veel voorkomend 4 (3) 4 5 Algemene poli gynaecologie weinig voorkomend 2 3 4 5 OK laag ingeschat risico 4 (2) 4 (3) 5 OK hoog ingeschat risico 2 3 4 5 Perioperatieve zorg 3 (2) 4 (3) 4 5 De te behalen bekwaamheidsniveaus zonder () horen bij het schema van de OOR Utrecht; als deze afwijkingen van de minimumeisen van het landelijk opleidingsplan (HOOG) dan zijn de bekwaamheidsniveaus van HOOG tussen () toegevoegd. Specifieke leerdoelen (zowel uit HOOG als niet uit HOOG): 1.
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Het verrichten van de “klassieke” “open” gynaecologische ingrepen zoals een hysterectomie, ovariectomie, of proeflaparatomie. De AIOS kan zowel een abdominale als een vaginale hysterectomie uitvoeren op bekwaamheidsniveau 5 (onderwijzen aan anderen). Als de AIOS dit competentieniveau heeft bij aanvang van de differentiatie, kan zij/hij zich vooral gaan richten op: Het zich eigen maken (bekwaamheidsniveau 4) van de laparoscopische en hysteroscopische chirurgie tot en met niveau 3 volgens de European Society of Gynaecological Endoscopy (ESGE) standaarden. Het verwerven van bekwaamheidsniveau 5 voor de ingrepen tot en met niveau 2 volgens de ESGE standaarden. Beheersen van gynaecologische echoscopie inclusief SIS/GIS Leiding geven aan een polikliniek voor abnormaal uterien bloedverlies. Leiding kunnen geven aan een polikliniek voor menopauseproblematiek. Omgaan met en gebruik van Evidence Based Medicine in de praktijk. Voorlichting patiënten met gebruikmaking van folders en patiëntenverenigingen Kennis hebben en toepassen van de behandeling van psychosomatische gynaecologische klachten Registreren, interpreteren en gebruiken van informatie verkregen uit complicatieregistraties en/of POMT.
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 76
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
11. In staat zijn om onderwijs te geven op het gebied van algemeen gynaecologische onderwerpen aan huisartsen, arts‐assistenten en verpleegkundigen. 12. Kunnen coachen en superviseren van en feedback geven aan ANIOS, jongerejaars AIOS, klinisch verloskundigen, co‐assistenten, etc. 13. Ontwikkelen van algemene (maatschappelijke en/of organisatorische) competenties op het gebied van de algemene gynaecologie. 14. Ontwikkelen van ‘clinical leadership’. C. Setting • •
• • • •
Jaar 5 en 6 worden in twee verschillende clusterklinieken verzorgd. De volgende tandems worden gevormd: o Sint Elisabeth Ziekenhuis Tilburg ‐ TweeStedenziekenhuis Tilburg o Diaconessenziekenhuis Utrecht ‐ Sint Antoniusziekenhuis Nieuwegein o Meander Medisch Centrum Amersfoort ‐ Gelre Ziekenhuizen Apeldoorn De tandems verzorgen samen het gehele palet. Per koppel ziekenhuizen kunnen twee AIOS geplaatst worden. De stages worden in jaar 5 in de ene kliniek gevolgd en in jaar 6 in de andere. Er wordt nauw samengewerkt tussen de twee NU‐klinieken. Tussen deze twee klinieken wordt er gezocht naar complementariteit en geen concurrentie. Dit wordt vervolgens helder vastgelegd. Daarbij is continuïteit van zorg van belang.
D. Opleidingsactiviteiten Poliklinische activiteiten: Poli algemene gynaecologie Poliklinische verrichtingen (POK)
2 dagdelen per week 1‐2 dagdelen per week
Klinische activiteiten Perioperatieve zorg (opname, visite, ontslag) opgeteld 1 dagdeel per week Operatieve vaardigheden 2‐3 dagdelen per week Uit te voeren operatieve ingrepen (minimumaantallen en bekwaamheidsniveaus, mede gebaseerd op de ESGE normen): Laparoscopie Niveau 1 laparoscopische chirurgie (in totaal minimaal 50): Diagnostische laparoscopie 5 op niveau 4 en 5 op niveau 5 Laparoscopische sterilisatie 5 op niveau 4 en 5 op niveau 5 LEO of naaldaspiratie/fenestratie simpele cyste 2 op niveau 4 en 2 op niveau 5
Niveau 2 laparoscopische chirurgie (in totaal minimaal 40): Salpingectomie/salpingotomie inclusief EUG: 5 op niveau 4 en 3 op niveau 5 Salpingo‐oophorectomie: 5 op niveau 4 en 3 op niveau 5 Cystectomie: 5 op niveau 4 en 3 op niveau 5 Eenvoudige adhesiolysis incl darmadhesies: 2 op niveau 4 en 2 op niveau 5 Endometriose behandeling (mild‐matig): 2 op niveau 4 en 2 op niveau 5 Niveau 3 laparoscopische chirurgie (in totaal minimaal 30): Laparoscopische uterusextirpatie: 5 op niveau 4 Myoomextirpatie: minimaal op niveau 3 Chirurgie bij ernstige endometriose minimaal op niveau 3 Uitgebreide adhesiolysis inclusief darm en ureter minimaal op niveau 3 Herstel eenvoudige darm of blaas laesies minimaal op niveau 3 Niveau 4 laparoscopische chirurgie eventueel robot geassisteerd (geen aantallen verplicht): Laparoscopische sacrocolpopexie: minimaal op niveau 2 Oncologische procedures (lymfeadenectomie, etc): minimaal op niveau 2 Verwijdering rectovaginale noduli: minimaal op niveau 2 St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 77
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Hysteroscopie: Niveau 1 hysteroscopische chirurgie (in totaal minimaal 50): Diagnostische hysteroscopie: 5 op niveau 4 en 5 op niveau 5 Eenvoudige procedures (IUD verwijderen, biopsie) 5 op niveau 4 en 5 op niveau 5 Niveau 2 hysteroscopische chirurgie (in totaal minimaal 40): Resectie gesteelde intracavitaire afwijkingen: 5 op niveau 4 en 3 op niveau 5 Resectie myomen (type 0): 5 op niveau 4 en 3 op niveau 5 Resectie adhesies: 3 op niveau 4 Klieven/resectie uterien septum: 3 op niveau 4 Niveau 3 hysteroscopische chirurgie (in totaal minimaal 30): Resectie myomen (type 1): 5 op niveau 4 Resectie myomen (type 2): 5 op niveau 4 Intrauteriene procedures: ® Novasure (minimaal 20): SIS/GIS echoscopie (minimaal 20): Optioneel: Essure®(minimaal 30):
5 op niveau 4 en 5 op niveau 5 5 op niveau 5 5 op niveau 4 en 3 op niveau 5
Algemene competentie‐ontwikkeling Verdieping van maatschappelijke/organisatorische competenties. Voorbeelden: participatie in VIM‐commissie, voorbereiden endometriosebespreking/multidisciplinaire benadering endoscopie, geven van endoscopie‐ skillslab onderwijs aan mede‐assistenten, bijhouden van complicatieregistratie en besprekingen, zich inzetten voor ‘risk‐management’, participatie in inkoopbeleid van apparatuur en materialen. Lidmaatschappen • Lidmaatschap en participatie in Werkgroep Gynaecologische Endoscopie (WGE) • Mogelijke lidmaatschappen andere werkgroepen: o Werkgroep Kindergynaecologie o Werkgroep Psychosomatische Obstetrie en Gynaecologie o Werkgroep Anticonceptie o Werkgroep Jonge Zwangerschap o Werkgroep Adhesies o Werkgroep Infecties Specifieke cursussen voor aandachtsgebied algemene gynaecologie • Jaarlijks internationaal congres van de European Society of Gynaecologic Endoscopy (ESGE): www.esge.org • Cursus Hysteroscopie in het Catharina Ziekenhuis Eindhoven, e‐mail: [email protected] • Cursus Laparoscopie voor gevorderden in OLVG Amsterdam, e‐mail: http://www.nvog.nl/vago/dynamic/[email protected] • Elancourt cursus voor Advanced Laparoscopy • Kadaver laparoscopie cursus Nijmegen • Society of Gynaecologic Investigation (SGI) congres E. Toetsing • • •
Simulatietoetsen op Simendo/Endotrainer Portfolio: aantallen verrichtingen, cursussen en documentatie ziektebeelden. Per jaar: o 2 KPB’s afdelingvisite o 2 KPB’s preoperatief gesprek o 2 KPB’s postoperatief gesprek met patiënt/familie o 6 KPB’s poliklinische consultvoering o minimaal 2 OSATs per type verrichting, waarvan in jaar 6 minimaal 1 OSAT op bekwaamheidsniveau 4. o Minimaal 5 beschreven ziektebeelden in portfolio o Voorbereiden en leiden van ten minste één complicatiebespreking o 2 x presentatie CAT op verschillende onderdelen
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 78
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
• • • •
o 1x Multi Source Feedback door middel van E‐pass Bekwaamheidsverklaringen aanvragen voor de verschillende verrichtingen Eenmaal per jaar geschiktheidsbeoordeling op differentiatie‐onderwerp Minimaal eenmaal per jaar een voortgangsgesprek Een wetenschappelijke publicatie (minimaal case‐report in peer‐reviewed tijdschrift) op algemeen gynaecologisch onderwerp
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 79
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Bijlage 8. Beschrijving Differentiatie Urogynaecologie A. Algemeen doel Het doel van een differentiatie Urogynaecologie in het 5e/6e opleidingsjaar is om de competenties te verwerven die nodig zijn om na het einde van de opleiding binnen een niet‐universitaire kliniek het aandachtsgebied Urogynaecologie te gaan organiseren, leiden en innoveren zoals beschreven in de Nota Gynaecoloog met Urogynaecologie als Aandachtsgebied (GUA), versie 1.0 d.d. 23‐03‐2011. Deze competenties zijn niet behaald tijdens de eerste vier jaren van de (basis)opleiding tot gynaecoloog. De differentiatie bestaat uit deelstages binnen de afdeling voortplantingsgeneeskunde en gynaecologie in het UMC Utrecht (samenwerking met Alant Vrouw), en een deelstage in een van de niet‐universitaire klinieken van het cluster. . B. Specifieke leerdoelen en competenties e
Na het basisgedeelte van de opleiding, aan het eind van het 4 opleidingsjaar heeft de AIOS voor de urogynaecologische thema’s van HOOG de bekwaamheidsniveaus bereikt uit de 3e kolom van de onderstaande tabel. Het eerste doel van een differentiatie Urogynaecologie in het 5e en 6e opleidingsjaar is het bereiken van de bekwaamheidsniveaus uit de 5e kolom. Zie ook de basistabel van het regionaal opleidingsplan in hoofdstuk 4.1.2. Hoog Thema’s op 3 ijkpunten v.w.b. IJkpunt II IJkpunt II IJkpunt III Na differentiatie bekwaamheidsniveau ’s 1 t/m 5 Na 2 Jaar Na 4 Jaar Na 6 Jaar in 5e en 6e jaar Urogynaecologie en Bekkenbodem 2 4 (3) 5(4) Seksuologie 2 3 (4) 5 (4) De te behalen bekwaamheidsniveaus zonder () horen bij het schema van de OOR Utrecht; als deze afwijkingen van de minimumeisen van het landelijk opleidingsplan (HOOG) dan zijn de bekwaamheidsniveaus van HOOG tussen () toegevoegd. Specifieke leerdoelen uit HOOG: 1. Diagnostiek (inclusief urodynamisch onderzoek). 2. Conservatieve (medicatie, pessarium en fysiotherapie) behandeling. 3. Chirurgische therapie van genitale prolaps en incontinentie (voorwand, achterwand, 4. perineoplastiek, vaginale uterus extirpatie en portio amputatie). 5. Multidisciplinaire samenwerking met urologie en proctologie. 6. In praktijk brengen van kennis van de gynaecologische problemen die een negatieve invloed op seksueel functioneren hebben. 7. Seksuologische problemen signaleren en seksuologische anamnese afnemen. 8. Informatie geven over therapeutische mogelijkheden en eenvoudige seksuologische behandelingen toepassen. 9. Signaleren negatieve seksuele ervaringen patiënte, hiermee omgaan en een juiste plaats geven t.a.v. de klachten van patiënte. 10. In praktijk brengen van kennis van de gevolgen seksueel geweld voor gedrags‐en klachtenpatroon. 11. Kennis en toepassing van multidisciplinaire en NVOG‐richtlijnen . 12. Kunnen coachen en superviseren van en feedback geven aan ANIOS, jongerejaars AIOS, co‐ assistenten, etc. 13. Kunnen implementeren van evidence based medicine binnen een afdeling. 14. Ontwikkelen van ‘clinical leadership’. Specifieke leerdoelen die niet vermeld staan in HOOG: 15. Het kunnen uitvoeren van uterus‐sparende vaginale chirurgische techniek(en) bij een descensus uteri 16. Het kunnen assisteren bij laparoscopische prolaps operaties. 17. Het kunnen uitvoeren van mid‐urethrale synthetische sling procedures 18. De indicatie kunnen stellen tot, en het toepassen van vaginale prolaps chirurgie met behulp van synthetisch materiaal. St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 80
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
19. Het zelfstandig kunnen uitvoeren en interpreteren van urodynamisch onderzoek, anorectaal functieonderzoek en cystoscopisch onderzoek. 20. Bekendheid met, en uitvoeren van percutane nervus tibialis zenuwstimulatie en intravesicale botuline‐ toxine injecties. 21. Kennis van de diagnostiek en behandelopties van chronische bekkenpijnsyndromen (pudendus neuralgie, piriformis syndroom, etc). 22. Kennis van de diagnostiek en behandelopties van functionele colorectale problematiek (outlet obstipatie, fecale incontinentie). C. Setting De differentiatie Urogynaecologie in opleidingsjaar 5 en 6 wordt verzorgd door het UMC Utrecht/Alant Vrouw Bilthoven samen met een van de niet‐universitaire clusterklinieken. De differentiatie begint met 12 maanden jaar in het UMC Utrecht en wordt vervolgd met 12 maanden in een niet‐universitaire kliniek. D. Opleidingsactiviteiten Het universitair gedeelte van de differentiatie Urogynaecologie wordt uitgevoerd in samenwerking met Alant Vrouw Bilthoven en bestaat uit de volgende activiteiten: • Drie dagdelen per week urogynaecologische spreekuur bij Alant Vrouw Bilthoven. • Een dag per 2 weken participatie in de complexe urogynaecologische operaties in het UMC Utrecht. Voor de streefgetallen, zie de aantallen genoemd onder ‘portfolio’ onder E (Toetsing). • Een dag per week participatie in het dagbehandeling operatieprogramma van Alant Vrouw Bilthoven. • Opleiding in en het uitvoeren en beoordelen van cystoscopisch, urodynamisch en anorectaal functieonderzoek gedurende de stage. • Participatie in fysiotherapie, seksuologie, continentie verpleegkundige, proctologische en MDL spreekuren. • Het formuleren van‐ en starten met de wetenschappelijke eindopdracht. Het wetenschappelijk onderzoek van de subafdeling Urogynaecologie van het UMC Utrecht, deels uitgevoerd in een landelijk consortium, richt zich op vergelijkende studies tussen diverse behandelingen, beeldvorming en zwangerschap, genetische factoren van blaasstoornissen en regeneratieve geneeskunde. • Lokale organisatie van consortium studies. Het niet‐universitair gedeelte van de differentiatie Urogynaecologie bestaat uit de volgende activiteiten: • Het uitbreiden van de operatieve vaardigheden in volume, maar waar mogelijk ook in aard van de verrichting. Immers, het vakgebied ontwikkelt zich voortdurend. Voor de streefgetallen, zie de aantallen genoemd onder ‘portfolio’ onder E (Toetsing). • Het bekwaamheidsniveau zoals vermeld in onderstaande tabel wordt na het NU‐jaar gehaald. Vereiste daarvoor is dat de AIO minimaal 2 1/2 dag per week zich volledig op de urogynaecologie kan concentreren en dat daarvoor een voldoende volume aan nieuwe patiënten is. Ook dienen er minimaal twee GUA’s in het perifere centrum aanwezig te zijn. • Het voltooien van de eindopdracht wetenschappelijk onderzoek. • Registreren, interpreteren, gebruiken en bespreken van kwaliteitsindicatoren van de NVOG, IGZ, ZiZo en zorgverzekeraars, registreren in POMT. Voor de ontwikkeling van discipline‐overstijgende competenties (de ‘andere’ CanMeds‐rollen) worden de volgende opleidingsactiviteiten aangeboden: • Voorbereiden en leiden van multidisciplinaire besprekingen . • Geven van onderwijs binnen het curriculum geneeskunde. • Participeren in de lokale Decentrale Incidenten Analyse (DIA) commissie. • Participeren als docent in het onderwijs rooster met 2‐jaarlijkse cyclus opgesteld door de opleiders • In zowel het 5e als het 6e jaar een cursus uit het aanbod van het disciplineoverstijgend onderwijs voor AIOS van de OOR Utrecht: Begeleide intervisie, Communicatiemodules, Evidence based medicine, Management I, Management II, Patientveiligheid of Leren en werken in balans. Lidmaatschappen • Lidmaatschap en participatie in de werkgroep bekkenbodem (WBB) van de NVOG. St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 81
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Specifieke deskundigheidsbevordering voor het aandachtsgebied Urogynaecologie en generieke competenties • Een maal bezoek van het congres van de International Urogynaecological Association (IUGA) of ICS. E. Toetsing Portfolio: aantallen chirurgische interventies, cursussen en documentatie ziektebeelden. Het minimale aantal chirurgische interventies aan einde 6e jaar staat in onderstaande tabel Operatieve verrichtingen aantal BN Voorwandplastiek 50 5 Achterwandplastiek 25 5 VUE (± vaw‐plastiek) 25 5 Sacrospinale Fixatie of Manchester(±vaw‐plastiek) 25 4 TVT(O) 50 5 Mesh implantaten 20 3 Lparsocopische Sacrokolpopexie 10 3 Kolpocleisis technieken 10 3 Fistelchirurgie 5 2 Cystoscopie 50 4 Percutane nervus tibialis stimulatie 10 3 Intravesicale botox 10 3 • Per jaar: o 12 KBPs o 12 KPBVs (voorheen OSATS) o 2 CATs en presentatie daarvan o 5 beschrijvingen van begeleide hoog‐complexe urogynaecologische problematiek o 1 Multi Source Feedback door middel van E‐pass • Bekwaamheidsverklaringen voor de verschillende verrichtingen • Eenmaal per jaar voortgangsgesprekbeoordeling e • Eindgesprek met de oordelend opleider 1 maand voor het einde van het 6 opleidingsjaar
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 82
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Bijlage 9. Beschrijving Differentiatie Gynaecologische oncologie A. Algemeen doel Het doel van een differentiatie Oncologie in het 5e/6e opleidingsjaar is om de competenties te verwerven die nodig zijn om na het einde van de opleiding binnen een niet‐universitaire kliniek het aandachtsgebied oncologie te gaan organiseren, leiden en innoveren, zoals beschreven in de Nota Gynaecoloog met Oncologie als Aandachtsgebied (GOA), versie 1.0 d.d. 09‐11‐2007. Deze competenties zijn niet behaald tijdens de eerste vier jaren van de (basis)opleiding tot gynaecoloog. De differentiatie bestaat uit deelstages binnen de afdeling Voortplantingsgeneeskunde en Gynaecologie, Oncologische Gynaecologie in het UMC Utrecht, en een deelstage in een van de niet‐universitaire klinieken van het cluster die fungeren als (onderdeel van) een Oncologisch Centrum. B. Specifieke leerdoelen en competenties e
Na het basisgedeelte van de opleiding, aan het eind van het 4 opleidingsjaar heeft de AIOS voor de oncologisch gerelateerde thema’s van HOOG de bekwaamheidsniveaus bereikt uit de 3e kolom van de onderstaande tabel. Het eerste doel van een differentiatie Oncologie in het 5e en 6e opleidingsjaar is het bereiken van de bekwaamheidsniveau 4 voor (het HOOG‐)thema ‘Oncologie’. Zie ook de basistabel van het regionaal opleidingsplan in hoofdstuk 4.1.2. HOOG‐thema’s op 3 ijkpunten v.w.b. bekwaamheidsniveaus 1 t/m 5 Oncologie OK hoog ingeschat risico
IJkpunt I Na 2 jaar
IJkpunt II Na 4 jaar
2 2
3 3
IJkpunt III Na differentiatie Na 6 jaar in het 5e / 6e jaar 3 4
4 4
Specifieke leerdoelen uit HOOG: 1. Van (pre) maligne gynaecologische tumoren de risicofactoren en de symptomatologie kennen. 2. Na diagnostiek de follow‐up en het beleid bepalen. 3. Kennis van (palliatieve) pijnbestrijding. 4. Basale kennis over radiotherapie en chemotherapie. 5. Slechtnieuwsgesprek voeren, rouwverwerking herkennen en daarmee omgaan, omgaan met verdriet, angst of onzekerheid en boosheid van patiënten of hun partner. 6. Kennis en toepassing van multidisciplinaire en NVOG‐richtlijnen (www.oncoline.nl), overige kwaliteitsdocumenten bij thema ‘Oncologie’ (zie tabel) en protocollen van lopende wetenschappelijke onderzoeken. 7. Voorlichting patiënten over beschikbare folders en brochures en over patiëntenverenigingen. 8. Omgaan met en gebruik van EBM. 9. Multidisciplinaire aanpak. 10. Omgaan met de bestaande overlegstructuren en afspraken met betrekking tot verwijzingen. 11. Omgaan met euthanasieverzoek. 12. Stervensbegeleiding. 13. Met inzicht toepassen van basale chirurgische technieken (Cobraklapper chirurgische technieken). 14. Ingrepen: a. kleine ingrepen vulva/vagina, b. cervix lisexcisie en exconisatie, c. vacuüm en gefractioneerde curettage, d. hysteroscopische chirurgie tot en met verwijdering gesteeld intracavitaire afwijking, e. laparoscopische chirurgie inclusief tubatesten en cystectomie f. sterilisatie, EUG en salpingectomie. g. Laparotomie met kleine adhesiolysis en eenvoudige benigne adnexchirurgie. h. Abdominale hysterectomie (AUE), i. overhechten blaas‐/darmlaesie. St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 83
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23.
OK verslaglegging. Overleg met patiënten en naasten. Basis chirurgische technieken kennis en anatomische kennis. Cobraklapper chirurgische technieken. Kennis en toepassing van multidisciplinaire en NVOG‐kwaliteitsdocumenten bij thema ‘OK gemiddeld lage risicograad’ . Omgang met OK personeel. Leiding geven in acute situaties. Omgaan met complicaties, multidisciplinair complicatie behandelen en registratie. Kennis en toepassing van multidisciplinaire en NVOG‐richtlijnen ‘OK hoog ingeschat risico’.
Leerdoelen met betrekking tot deelgebied‐ en/of HOOG‐overstijgende competenties: 24. Kennis hebben en toepassen van elementaire oncogenetische counseling. 25. Kennis en bijgewoond hebben van radicale gynaecologisch oncologische ingrepen (niveau 3). 26. Beheersen van het echoscopisch onderzoek en herkennen van oncologische problematiek van pelvis en abdomen (m.n. Risk of Malignancy Index). 27. Registreren, interpreteren, gebruiken en bespreken en kwaliteitsindicatoren oncologie van de NVOG, Kwaliteitsinstituut, IGZ, ZN en zorgverzekeraars. 28. Lokale organisatie en uitvoering van landelijke en internationale multicenter (consortium) studies van met name Dutch Gynaecological Oncology Group (DGOG) en European Organization of Research on Treatment of Cancer (EORTC). 29. Kunnen coachen en superviseren van en feedback geven aan ANIOS, jongerejaars AIOS, co‐assistenten, etc. 30. Ontwikkelen van ‘clinical leadership’. C. Setting De differentiatie oncologie in opleidingsjaar 5 en/of 6 wordt verzorgd door het UMC Utrecht samen met een van de niet‐universitaire clusterklinieken die (onderdeel van) een oncologisch centrum zijn. Binnen het regionaal Centrum Gynaecologische Oncologie (rCGO) Utrecht werken het UMC Utrecht, Meander Medisch Centrum, St. Antonius Ziekenhuis en Diakonessenhuis samen. De differentiatie bestaat uit 6 maanden in het UMC Utrecht en met 6 maanden in een van deze vier niet‐universitaire centrum klinieken. Deze differentiatie duurt 12 maanden, in tegenstelling tot de andere die 24 maanden duren. De AIOS die voor een differentatie e e oncologie kiest heeft daarom in het 5 en 6 jaar ook tijd en gelegenheid om andere competenties te ontwikkelen. Zij of hij kan die gebruiken voor het ontwikkelen van competenties die op IJkpunt II nog niet op niveau zijn of (deels) differentiëren in een ander aandachtsgebied. Het St. Elisabeth Ziekenhuis en het TweeStedenziekenhuis vormen geen onderdeel van het rCGO Utrecht maar behoren tot de Organisatie Oncologische Gynaecologie, Integraal Kankercentrum Zuid (OOG‐IKZ). Deze twee ziekenhuizen verzorgen daarom samen een differentiatie oncologie; waarin de AIOS in beide ziekenhuizen wordt opgeleid door gynaecologisch oncologen en gynaecologen met oncologie als aandachtsgebied (GOA). D. Opleidingsactiviteiten Het UMCU gedeelte van de differentiatie oncologie bestaat uit de volgende deelstages: • gynaecologische oncologie: participatie in alle (poli)klinische zorg door de gynaecologisch oncologen. • medische oncologie: participatie in klinische zorg door de medisch oncologen. Alsmede uit incidentele en ingeroosterde wekelijkse activiteiten op andere afdelingen: • deelname aan multidisciplinair spreekuur Erfelijke Tumoren. • medebeoordeling preparaten en kennis nemen van diagnostiek op afdeling pathologie. • kennis nemen van en kennis maken met palliatief pijnteam. • kennis nemen van en deelname aan radiologische diagnostiek. Het niet‐universitair gedeelte van de differentiatie oncologie bestaat uit de volgende activiteiten: • deelname aan colposcopie‐/CIN‐spreekuren. • deelname aan multidisciplinaire (pre‐operatieve) besprekingen. • deelname aan (multidisciplinaire) oncologiespreekuren. • coördinatie van behandelingstraject nieuwe patiënten. St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 84
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
• supervisie van klinische behandeling van oncologische patiënten. Voor de ontwikkeling van discipline‐overstijgende competenties (de ‘andere’ CanMeds‐rollen) worden de volgende opleidingsactiviteiten aangeboden: • Voorbereiden en leiden van multidisciplinaire besprekingen (röntgen board, tumourboard) • Geven van onderwijs binnen het curriculum geneeskunde. • Participeren in de lokale VIM (veilig melden incidenten) commissie. • Het beschrijven en vernieuwen van een zorgpad. • Een wetenschappelijke presentatie tijdens een (inter)nationaal congres/symposium of een wetenschappelijk artikel over een oncologisch onderwerp. e e • In zowel het 5 als het 6 jaar een cursus uit het aanbod van het disciplineoverstijgend onderwijs voor AIOS van de OOR Utrecht: Begeleide intervisie, Communicatiemodules, Evidence based medicine, Management I, Management II, Patientveiligheid of Leren en werken in balans. Lidmaatschappen • Participatie in de volgende werkgroepen van de NVOG: Werkgroep Oncologische Gynaecologie (WOG), Werkgroep Trofoblasttumoren (WTT) en Werkgroep Cervix Uteri (WCU) • Lidmaatschap en participatie in tenminste een van de commissies van de NVOG koepels Opleiding en Wetenschap, Kwaliteit, Gynaecoloog en Maatschappij of Communicatie. Specifieke deskundigheidsbevordering voor het aandachtsgebied oncologie • Een maal deelname aan EORTC‐vergadering • Een maal bezoek aan international congress of symposium op oncologisch terrein (bijv. ESGO, IGCS, ISSVD, EFC, IFCPC etc.) • Colposcopie‐cursus (indien nog niet gevolgd in een eerder jaar) • WOG‐cursus (indien nog niet gevolgd in een eerder jaar) E. Toetsing • •
• • •
Portfolio: aantallen operaties (zelf gedaan en geassisteerd), cursussen en documentatie ziektebeelden. Verdeeld over de 2 halve jaren: o 12 KBP’s o 12 KPB‐V’s (voorheen OSATS) o 2 CATs en presentatie daarvan o 5 beschrijvingen van oncologische casus o 1 Multi Source Feedback door middel van E‐pass Bekwaamheidsverklaringen voor de verschillende verrichtingen Vier maal per jaar voortgangsgesprek. Eindgesprek met de oordelend opleider 1 maand voor het einde van het differentiatiejaar.
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 85
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Bijlage 10. Beschrijving Differentiatie Voortplantingsgeneeskunde A. Algemeen doel Het doel van een differentiatie Voortplantingsgeneeskunde in het 5e/6e opleidingsjaar is om de competenties te verwerven die nodig zijn om na het einde van de opleiding binnen een niet‐universitaire kliniek het aandachtsgebied voortplantingsgeneeskunde te gaan organiseren, leiden en innoveren, zoals beschreven in de Nota Organisatie van de Voortplantingsgeneeskunde, versie 1.0 d.d. 15‐11‐2002. Deze competenties zijn niet behaald tijdens de eerste vier jaren van de (basis)opleiding tot gynaecoloog. De differentiatie bestaat uit deelstages binnen de afdeling Voortplantingsgeneeskunde en Gynaecologie , Oncologische Gynaecologie in het UMC Utrecht, en een deelstage in een van de niet‐universitaire klinieken van het cluster die fungeren als (onderdeel van) de opleidingscluster Utrecht. Hier wordt de differentiatie beschreven die in het St Antonius Ziekenhuis Nieuwegein‐Utrecht gevolgd kan worden. B. Specifieke leerdoelen en competenties e
Na het basisgedeelte van de opleiding, aan het eind van het 4 opleidingsjaar heeft de AIOS voor de de HOOG‐ thema’s Voortplantingsendocrinologie & Fertiliteit basis en specieel de bekwaamheidsniveaus bereikt uit de 3e kolom (IJkpunt 2) van de onderstaande tabel. Het doel van een differentiatiestage in het 5e en 6e opleidingsjaar is het bereiken van de bekwaamheidsniveaus uit de 4e kolom. Zie ook de basistabel van het regionaal opleidingsplan in hoofdstuk 4.1.2. HOOG‐thema’s op 3 ijkpunten v.w.b. IJkpunt I IJkpunt II IJkpunt III Na differentiatie bekwaamheidsniveaus 1 t/m 5 Na 2 jaar Na 4 jaar Na 6 jaar in het 5e/6e jaar Voortplantingsendocrinologie & Fertiliteit basis Voortplantingsendocrinologie & Fertiliteit specieel
2 (3) 1 (2)
4 3
5 3 (4)
4
De te behalen bekwaamheidsniveaus zonder () horen bij het schema van de OOR Utrecht; als deze afwijkingen van de minimumeisen van het landelijk opleidingsplan (HOOG) dan zijn de bekwaamheidsniveaus van HOOG tussen () toegevoegd. Leerdoelen uit HOOG: Thema endocrinologie en fertiliteit basis: a. Medisch handelen: Kennis toepassen van de endocrinologie, hormonale substitutie, endocriene disfuncties die aanleiding kunnen geven tot cyclusstoornissen, en van oorzaken, diagnostiek en behandeling van primaire en secundaire oligo‐ en amenorroe, galactorroe, hyperprolactinemie en hirsutisme. Hanteren van de prognostische factoren voor zwangerschap, de oorzaken van en diagnostiek bij mannelijke en vrouwelijke subfertiliteit, riscio’s en complicaties van ovulatie‐inductie en geassisteerde voortplantingstechnieken. Indicatie stellen tot en uitvoeren van het oriënterend fertiliteitonderzoek en vervolgens het beleid bepalen. Indicatie stellen voor en de waarde kennen van diagnostische testen: hysterosalpingografie en diagnostische laparoscopie met tubatesten en vervolgens beleid bepalen. Omgaan met globale kennis van kansen op doorgaande zwangerschap, spontane abortus en EUG bij de verschillende fertiliteitsbehandelingen. b. Communicatie: c. Kennis en wetenschap: Patiënten inlichten over waar zij aanvullend informatie kunnen verkrijgen en wijzen op bestaan van patiëntenverenigingen. Gebruik van EBM d. Samenwerking: Samenwerken in teamverband e. Organisatie: Omgaan met landelijke transmurale afspraken over 1e en 2e lijn en over behandelingen in gespecialiseerde 2e of 3e lijnscentra f. Maatschappelijk handelen g. Professionaliteit: St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 86
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Eigen positie bepalen bij ethische dilemma’s Thema endocrinologie en fertiliteit specieel: h. Medisch handelen: Diagnostiek uitvoeren en beleid bepalen bij primaire en secundaire oligo/amenorroe, galactorroe en hirsutisme. De verschillende vormen van ovulatie‐inductie, intra‐uteriene inseminaties uitvoeren en monitoren. Voorlichting geven over geavanceerde technieken: tubachirurgie, IVF, ICSI, KID, eiceldonatie en adoptie. Behandeling OHSS. Landelijke registratiesystemen voortplantingsgeneeskunde kennen. i. Communicatie: Over het voorgesteld beleid, slechtnieuwsgesprek j. Kennis en wetenschap: Gebruik van EBM k. Samenwerking: Samenwerken in teamverband l. Organisatie: Omgaan met transmurale afspraken m. Maatschappelijk handelen n. Professionaliteit o. Ethiek gespecialiseerde technieken C. Setting De differentiatie voortplantingsgeneeskunde in opleidingsjaar 5 en 6 wordt verzorgd door het UMC Utrecht samen met de niet‐universitaire klinieken. Binnen het regionaal Centrum Voortplantingsgeneeskunde Utrecht werken het UMCU, Antonius ZH, Diaconessenhuis, Meander Amersfoort samen in het kader van de geassisteerde voortplantingsbehandelingen. Het Gelre ziekenhuis heeft een algemene fertiliteitspraktijk, samenwerkend met het IVF Centrum Zwolle. Binnen Tilburg werken het EZ en TSZ binnen het Fertiliteitscentrum Tilburg, waarbij de IVF activiteiten plaatsvinden in het EZ. De differentiatie kan bestaan uit 6 tot 18 maanden in het UMC Utrecht en met 6 tot 12 maanden in een van de niet‐universitaire centrum klinieken. D. Opleidingsactiviteiten Het UMCU gedeelte van de differentiatie voortplantingsgeneeskunde biedt de volgende thema poli’s, zoals een PGD poli, Fertiliteitspoli, IVF poli, CyclusStoornissen poli (COLA screening), Preconceptiepoli, Habituele Abortus poli en Endometriose/Myomen poli. Tevens bestaan mogelijkheden om kennis te vergaren in Reproductieve genetica, Urologische infertiliteit en Kinder endocrinologie. Er zijn gestructureerde besprekingen op het gebied van infertiliteit/endocrinologie/PGD. Het operatie palet omvat ovariumcyste chirurgie, tuba reconstructie, myoom chirurgie (hysteroscopisch en laparotomisch), endometriose chirurgie (laparoscopisch en tomisch) en ambulante hysteroscopie. Het niet‐universitair gedeelte van de differentiatie voortplantingsgeneeskunde biedt vooral de mogelijkheden van het klinisch in praktijk brengen van de voortplantingsgeneeskunde. Er zijn ruime mogelijkheden voor het organiseren en aansturen van het oriënterend fertiliteitsonderzoek, de uitvoering van geassisteerde voortplantingsbehandelingen, zoals ovulatie inductie, intrauteriene inseminatie en de verschillende vormen van in vitro fertilisatie. Voor de ontwikkeling van discipline‐overstijgende competenties (de ‘andere’ CanMeds‐rollen) worden de volgende opleidingsactiviteiten aangeboden: • Voorbereiden en leiden van multidisciplinaire fertiliteitsbesprekingen. • Geven van onderwijs binnen het curriculum geneeskunde. • Participeren in de lokale incidenten of VIM commissies. • Het beschrijven en vernieuwen van een zorgpad. • Een wetenschappelijke presentatie tijdens een (inter)nationaal congres/symposium of een wetenschappelijk artikel over een oncologisch onderwerp. Lidmaatschappen St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 87
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
• Participatie in de volgende voortplantingsgeneeskundige werkgroepen van de NVOG: • Lidmaatschap en participatie in tenminste een van de commissies van de NVOG koepels Opleiding en Wetenschap, Kwaliteit, Gynaecoloog en Maatschappij of Communicatie. Specifieke deskundigheidsbevordering voor het aandachtsgebied voortplantingsgeneeskunde en generieke competenties • Deelname aan IVF werkgroep‐vergaderingen. • Een maal bezoek aan international congress of symposium (bijv. ESHRE of ASRM). • In zowel het 5e als het 6e jaar een cursus uit het aanbod van het disciplineoverstijgend onderwijs voor AIOS van de OOR Utrecht: Begeleide intervisie, Communicatiemodules, Evidence based medicine, Management I, Management II, Patientveiligheid of Leren en werken in balans. E. Toetsing • •
• • •
ePass Portfolio: aantallen operaties (zelf gedaan en geassisteerd), cursussen en documentatie ziektebeelden. Verdeeld over de 2 halve jaren: o 12 KBPs. o 12 KPBVs (voorheen OSATS). o 2 CATs en presentatie daarvan. o 5 beschrijvingen van voortplantingsgeneeskundige casus. o 1 Multi Source Feedback door middel van E‐pass. Bekwaamheidsverklaringen voor de verschillende verrichtingen. Vier maal per jaar voortgangsgesprek met aan het begin van elke stage een planningsgesprek. Eindgesprek met de beoordelend opleider 1 maand voor het einde van het differentiatiejaar.
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 88
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Bijlage 11 Overzicht Cursorisch Onderwijs Obstetrie en Gynaecologie Landelijk Onderwijs Cursus en ander onderwijs
Plaats
Wanneer
Organisatie
Duur
Toetsing
Landelijke opleidingsdagen onderwijs
Jaarlijks in december
Houten
NVOG
1 dag
ja
Gynaecongres
Twee maal per jaar
Wisselend
NVOG
2 dagen
nee
Jaarlijks
Amsterdam
AMC A’dam
2 dagen
Maastricht
Universitair Medisch Centrum LUMC/Bureau Boerhaave Commissie
Toegepaste Gynaecologische Anatomie Foetale Bewaking COBRA alpha (chirurgische vaardigheden) Echoscopie
jaarlijks jaarlijks jaarlijks
Leiden Amsterdam
Colposcopie
Competenties MH, KW, C, MA, Pro MH, KW, C, S, O, MA, Pro MH, KW
Opmerking
Verplicht
Verplicht
Verplicht MH, KW, O MH, KW, Pro
2 dagen 2 dagen
MH, KW
Verplicht Verplicht
VUMC
2 dagen
Verplicht
Stichting Onderwijs Oncologische Gynaecologie
2 dagen
MH, KW, O, MA
Aanbevolen.
Stichting ALSG Tilburg
2 dagen met voor en na e-earning
MH, KW, O
Verplicht www. moetcursus.nl
jaarlijks
Rotterdam
jaarlijks
Riel (Brabant)
Hysteroscopie
jaarlijks
Eindhoven
Catharina Ziekenhuis
1 dag
MH, KW, O
Aanbevolen
Cursus Laparoscopie (voor gevorderden)
jaarlijks
Amsterdam
Onze Lieve Vrouwe Gasthuis
1 dag
MH, KW, O
Aanbevolen
2 dagen
MH, KW C
Aanbevolen
2 dagen
MH, KW, O
Aanbevolen
MH, KW, O
Aanbevolen
MOET-cursus
Seksuologie Female Urology & urogynaecology
Groningen
jaarlijks
Utrecht
Wenckebach Instituut UMCG Werkgroep Bekkenbodem van de NVOG Sint Lucas Andreas Ziekenhuis
Contrast Echoscopie
jaarlijks
Amsterdam
EBM
jaarlijks
Utrecht
NVOG
2 dagen
Stuitligging en Schouderdystocie
jaarlijks
Leiderdorp
TrainingsCentrum Rijnland
1 dag
MH, KW, O
Aanbevolen
Gynaecologische Oncologie
jaarlijks
Maastricht
WOG/SCEM
2 dagen
MH, KW, O
Aanbevolen
Competenties: MH = Medisch Handelen KW = Kennis en wetenschap St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
C = Communicatie S = Samenwerking O = Organisatie
MH, KW
Aanbevolen
MA = Maatschappelijk Handelen Pro = Professionaliteit
Versie 2.1 89
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Regionaal Onderwijs Cursus en ander onderwijs
Wanneer
Stan cursus
2x jaar
1 dag
3x jaar
2 uur
Refereeravond
Plaats Organisatie Duur
Cursorisch onderwijs
nee
1x jaar
1 dag
4x jaar
middag
Competenties: MH = Medisch Handelen KW = Kennis en wetenschap
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
UMCU
C = Communicatie S = Samenwerking O = Organisatie
Competenties
Opmerking
MH, KW nee
Utrecht OOR-dag
Toetsing
MH, KW, O, S, C, MA,Pro MH, KW, O, S, C, MA, Pro MH, KW
MA = Maatschappelijk Handelen Pro = Professionaliteit
Versie 2.1 90
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Lokaal Onderwijs Cursus en ander onderwijs Overdracht
Perinatologie
Wanneer
Organisatie en Plaats
Doelgroep
Duur
Toetsing
Competenties
2x dag
Vakgroep en St. Antonius Academie
Gynaecologen/ arts-assistenten/ co-assistenten/ klinisch verloskundigen. Kinderartsen/ gynaecologen
30-45 min
KPB
MH, KW, C, S, O, MA, Pro
1 uur
KPB
Gynaecologen/ arts-assistenten/ co-assistenten Oncologie cie.
30 min
ja
1 uur
KPB
MH, KW, O, S, C, MA, Pro MH, KW, O, S, C, MA, Pro MH, KW
2 uur
KPB
MH, KW
1 uur
KPB
MH, KW, C, S, O, MA, Pro
45 min
KPB
1,5 uur
KPB
1 uur
KPB
Kinderartsen
1 uur
KPB
MH, KW, O, S, C, MA MH, KW, O, S, C, MA MH, KW, C, S, O, MA, Pro MH, KW
Verpleging/ verloskundigen/ arts-assistenten/ gynaecologen Alle arts-assistenten St. Antonius Ziekenhuis
3 uur
nee
MH, KW, C, S, O, Pro
1,5 uur
nee
1 uur
nee
MH, KW, C, S, O, MA, Pro MH, KW, C, S, O
Variabel
Variabel
wekelijks Nieuwegein/ Utrecht
Referaat/ presentatie
2x week
Oncologiebespreking
1x week
PA oncologie
1x maand
Fertiliteit
1x week
Indicatiebespreking operatiepatiënten Bekkenbodem
1x week
Seksuologie
1x maand
Reanimatie neonaten
2x maand
Pathologen/ gynaecologisch oncoloog/ gynaecologen Fertiliteitsartsen/ gynaecologen/ klinisch chemicus/ laboranten. Gynaecologen/ arts-assistenten.
1x maand
Crew resource management obstetrische calamiteiten. Discipline Overstijgend Onderwijs Spoedeisende Zorg
1x per 2 maanden
E-ducatieprogramma Medisch
Continu
Gynaecologen/urologen/ bekkentherapeuten/ seksuologen Arts-seksuoloog, gynaecoloog
5x per jaar 1x week
SEH arts curriculum
Antonius Academie Internet
Competenties: MH = Medisch Handelen KW = Kennis en wetenschap
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
arts-assistenten/
C = Communicatie S = Samenwerking O = Organisatie
MH, KW, Pro
Opmerking
Meerdere e-modulen
MA = Maatschappelijk Handelen Pro = Professionaliteit
Versie 2.1 91
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Bijlage 12.
Formulier OVERDRACHTSGESPREK Naam AIOS AIOS Verlaat kliniek Antonius ziekenhuis Naar kliniek UMC Utrecht Datum gesprek Tijd Ontwikkeling CanMEDS‐rollen tot nu toe:
Is nu in opleidingsjaar Zendende opleider Ontvangende opleider Te
Dr. J.H. Schagen van Leeuwen Prof. Dr. A. Franx Utrecht
1. Medisch handelen
Onder gemiddeld / gemiddeld / boven gemiddeld (plus eventuele toelichting):
2. Samenwerken
3. Communiceren
4. Organiseren
5. Wetenschap
6. Professioneel handelen
7. Maatschappelijk handelen
Ontwikkeling BOEG‐thema’s:
Bereikt bekwaamheidsniveau:
1.1 Zwangerschapsbegeleiding ongecompliceerd
1.2 Basis zwangerschapsbegeleiding gecompliceerd
1.3 Gewone bevalling 1.4 Gecompliceerde bevalling 1.5 Basis gecompliceerde bevalling hoog risico
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Versie 2.1 92
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
1.6 Kraamperiode en Kind ongecompliceerd 1.7 Kraamperiode en Kind gecompliceerd 3.1 Poli benige gynaecologie 2.1 Basis voortplantingsgeneeskunde 3.2 Basis OK 5.2 Thema Oncologie peri‐operatief 6.1 Kwetsbare oudere 4.1 Basis Bekkenbodem, urogynaecologie 5.1 Basis Oncologie 4.2 Seksuologie Specifieke handvaardigheden Toelichting AIOS op opleidingsactiviteiten en ervaringen in afgelopen periode:
Toelichting zendend opleider:
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
Opleidingsactiviteiten: • • • • • • • • • Ervaringen: • • • • • • • • • • • • • Versie 2.1 93
Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie en Gynaecologie St. Antonius Ziekenhuis
Leerdoelen en aandachtspunten komende tijd:
Adviezen van de AIOS aan de zendend opleider: Overige opmerkingen en afspraken:
Handtekening AIOS
Handtekening zendende opleider Handtekening ontvangende opleider
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, juni 2014
• • • • • • • • • • • •
.
Versie 2.1 94