Lokaal OpleidingsPlan heelkunde Groene Hart Ziekenhuis Gouda
Index 1 2
3
4
voorwoord de (wettelijke) kaders voor de opleiding heelkunde 2.1 algemene competenties van een medisch specialist 2.2 specialismegebonden competenties van de chirurg de opleiding heelkunde in het GHZ 3.1 opleidingsgroep 3.2 opbouw van de opleiding 3.2.1 opleidingsinhoud: de thema’s 3.2.2 opleidingsinhoud: de activiteiten 3.2.3 toetsing 3.2.4 ijking stages 4.1 SEH 4.2 zaal 4.3 intensive Care (ICU) 4.4 gastro-intestinale en oncologische chirurgie basis 1 4.5 traumatologie basis 1 4.6 vaatchirurgie basis 1 4.7 gastro-intestinale en oncologische chirurgie basis 2 4.8 traumatologie basis 2 4.9 vaatchirurgie basis 2 4.10 differentiatie chirurgische oncologie 4.11 differentiatie traumatologie 4.13 dienst
tabel 1: tabel 2: tabel 3: tabel 4: tabel 5: tabel 6:
bijlage 1: bijlage 2: bijlage 3: bijlage 4:
schema opleiding matrix thema, verantwoordelijke en kennis toetsing GHZ verplicht cursorisch onderwijs en andere niet-patiënt gebonden activiteiten opleiding heelkunde (landelijk, regionaal en lokaal) matrix thema en onderwijzen eindtermen Competenties (naast Medisch Handelen) per fase de verrichtingen voor bepaling competentieniveau D en E voor wat betreft de vaardigheden in het GHZ Introductie portfolio en structuur Individueel OpleidingsPlan (IOP) GHZ lokaal modulair cursorisch onderwijs en ander niet-patiëntgebonden onderwijs in GHZ koppeling Typisch Klinische Situatie, thema en leermiddel (werkplek) document Specifieke Taken en Verplichtingen Opleidingsgroep Heelkunde GHZ
2
1 Voorwoord De medische vervolgopleidingen zijn in beweging. Door het nieuwe kaderbesluit per 1 januari 2011 en besluiten van de diverse medische specialismen geeft het Centraal College Medische Specialismen (CCMS) uitvoering en nadere invulling aan het kabinetsstandpunt over de vernieuwing van beroepen- en opleidingenstructuur in de gezondheidszorg (voor kaderbesluit en besluit heelkunde zie GHZ-intern serviceloket chirurgie). In het Projectplan Modernisering Specialisten Opleidingen zijn doelstellingen geformuleerd over de inhoud en vorm van de ‘moderne’ opleiding, zoals een flexibel en transparant curriculum, de beschrijving van specialisme gebonden competenties als uitwerking van de algemene competenties en de invoering van gestructureerd cursorisch onderwijs. Ook de verdere opleidersprofessionalisering wordt genoemd. Daarnaast zou in de moderne opleiding duidelijk moeten zijn waarop en hoe een aios getoetst wordt. Deze doelstelling heeft geleid tot de invoering van een integrale toetsings- en beoordelingsregeling met een modern instrumentarium, zoals de kennistoets, de korte praktijk-beoordeling en het portfolio. Als onderdeel van de modernisering is voor elk van de specialismen ressorterend onder het CCMS per wetenschappelijke vereniging een landelijk opleidingsplan ontwikkeld waarin de in het Projectplan Modernisering Specialisten Opleidingen gestelde kaders zijn uitgewerkt. Voor de chirurgie is dit het plan Scherp (Structuur Curriculum Heelkunde voor Reflectieve Professionals) (voor het landelijk opleidingsplan Scherp zie GHZ-intern serviceloket chirurgie). Het voorliggend document Lokaal OpleidingsPlan heelkunde Groene Hart Ziekenhuis Gouda geeft nadere invulling aan de opleiding heelkunde in het Groene Hart ziekenhuis.
N.B.: Het OpleidingsPlan heelkunde Groene Hart Ziekenhuis Gouda is dynamisch; voor het laatste lokale opleidingsplan zie GHZ-intern serviceloket chirurgie.
Dr. R.F. Schmitz, opleider F.M. van der Linden, plaatsvervangend opleider
Gouda, april 2013
3
2 De (wettelijke) kaders voor de opleiding heelkunde De relevante (wettelijke) kaders voor de opleiding heelkunde zijn beschreven in: - Kaderbesluit CCMS (Centraal College Medische Specialismen) - Besluit heelkunde - Landelijke Opleidingsplan Heelkunde ‘Scherp’ Deze besluiten zijn integraal gepubliceerd op GHZ-intern serviceloket chirurgie. Alle leden van de opleidingsgroep en de aios dienen kennis te nemen van de inhoud. Het ligt in de lijn der verwachting dat deze kennis zal worden getoetst tijdens een visitatie. De opleiding is gericht op het bereiken van de door de Centraal College Medische Specialismen (CCMS) vastgestelde algemene competenties en specialisme gebonden competenties. (competentie: de bekwaamheid van een medisch specialist om een professionele activiteit in een specifieke authentieke context adequaat uit te voeren door de geïntegreerde aanwezigheid van kennis, inzichten, vaardigheden, attitude, persoonskenmerken of eigenschappen).
De voortgang van het verwerven van de competenties vindt zijn weerslag in de vormen van toetsing die in het portfolio van de aios worden opgeslagen (in het GHZ wordt gebruik gemaakt van het digitale portfolio Vrest en een papieren Individueel OpleidingsPlan (IOP); zie bijlage 1). Het portfolio en IOP worden gebruikt voor de (zelf)evaluatie van de aios en vormt de basis voor de voortgangs- en beoordelingsgesprekken met de opleider. (Vrest: Digitaal Competentie Portfolio Platform (DCPF Platform). Op dit platform kan de health care professional de eigen competenties beheren en inzichtelijk maken aan derden).
2.1 De algemene competenties van een medisch specialist zijn de volgende: a. ten aanzien van medisch handelen: i. De specialist bezit adequate kennis en vaardigheid naar de stand van het vakgebied; ii. De specialist past het diagnostisch, therapeutisch en preventief arsenaal van het vakgebied goed en waar mogelijk evidence based toe; iii. De specialist levert effectieve en ethisch verantwoorde patiëntenzorg; iv. De specialist vindt snel de vereiste informatie en past deze goed toe; b. ten aanzien van communicatie: i. De specialist bouwt effectieve behandelrelaties met patiënten op; ii. De specialist luistert goed en verkrijgt doelmatig relevante patiëntinformatie; iii. De specialist bespreekt medische informatie goed met patiënten en desgewenst familie; iv. De specialist doet adequaat mondeling en schriftelijk verslag over een patiëntencasus; c. ten aanzien van samenwerking: i. De specialist overlegt doelmatig met collegae en andere zorgverleners; ii. De specialist verwijst adequaat; iii. De specialist levert effectief intercollegiaal consult; iv. De specialist draagt bij aan effectieve interdisciplinaire samenwerking en ketenzorg; d. ten aanzien van kennis en wetenschap: i. De specialist beschouwt medische informatie kritisch; ii. De specialist bevordert de verbreding van en ontwikkelt de wetenschappelijke vakkennis; iii. De specialist ontwikkelt en onderhoudt een persoonlijk bij- en nascholingsplan; iv. De specialist bevordert de deskundigheid van studenten, aios, collegae, patiënten en andere betrokkenen bij de gezondheidszorg; e. ten aanzien van maatschappelijk handelen: i. De specialist kent en herkent de determinanten van ziekte; ii. De specialist bevordert de gezondheid van patiënten en de gemeenschap als geheel; iii. De specialist handelt volgens de relevante wettelijke bepalingen; iv. De specialist treedt adequaat op bij incidenten in de zorg; f. ten aanzien van organisatie:
4
i. De specialist organiseert het werk naar een balans in patiëntenzorg en persoonlijke ontwikkeling; ii. De specialist werkt effectief en doelmatig binnen een gezondheidszorgorganisatie; iii. De specialist besteedt de beschikbare middelen voor de patiëntenzorg verantwoord; iv. De specialist gebruikt informatietechnologie voor optimale patiëntenzorg, en voor bij- en nascholing; g. ten aanzien van professionaliteit: i. De specialist levert hoogstaande patiëntenzorg op integere, oprechte en betrokken wijze; ii. De specialist vertoont adequaat persoonlijk en interpersoonlijk professioneel gedrag; iii. De specialist kent de grenzen van de eigen competentie en handelt daar binnen; iv. De specialist oefent de geneeskunde uit naar de gebruikelijke ethische normen van het beroep.
2.2 De specialismegebonden competenties van de chirurg zijn de volgende: a. ten aanzien van medisch handelen: i. De chirurg bezit adequate kennis, vaardigheden en gedrag om de diagnostiek en behandeling van die aangeboren en verworven aandoeningen van organen en orgaansystemen, weke delen en bewegingsapparaat, die door hun aard doorgaans een interventie vereisen dan wel in enige fase zouden kunnen vereisen, uit te voeren; ii. De chirurg past deze kennis en kunde zo mogelijk evidence based, effectief en ethisch verantwoord toe; iii. De chirurg is in het bijzonder bekwaam in het verrichten van operaties, waarin zijn technische vaardigheid naar voren komt; iv. De chirurg combineert deze bekwaamheid met specifieke eigenschappen, die het optimaal functioneren als chirurg in de operatiekamer, op de spoedeisende hulp en op andere plaatsen mogelijk maken; b. ten aanzien van communicatie: i. De chirurg kan zich voor het goede verstaan van de patiënt inleven in diens vragen, cultuur en levensomstandigheden, maar weet de eigen gevoelens en waarden te onderkennen en deze te scheiden van die van patiënt; ii. De chirurg is in staat om een effectieve communicatie met de patiënt en andere healthcare professionals te onderhouden; iii. De chirurg bespreekt medische informatie met de patiënt en eventueel met diens familie en legt deze volgens geldende normen vast; c. ten aanzien van samenwerking: i. De chirurg is een breed opgeleide teamspeler die in staat is zich te concentreren op de hoofdlijnen; Hij is bij uitstek geschikt om bij multidisciplinaire zorg de leidende rol op zich te nemen; ii. De chirurg is uitstekend in staat om doelmatig en efficiënt met collegae en andere zorgverleners te overleggen; iii. De chirurg kent de grenzen van eigen specialisme en verwijst dientengevolge adequaat; iv. De chirurg is in de operatiekamer en op andere plaatsen waar chirurgische expertise wordt gevraagd in staat om optimaal in het team te functioneren en desgewenst leiding te geven; v. De chirurg is bij uitstek een teamspeler; e. ten aanzien van kennis en wetenschap: i. De chirurg is op de hoogte van de state of the art van het eigen vakgebied waardoor hij in staat is medische zorg op een kwalitatief hoog niveau te leveren; ii. De chirurg benut relevante kennisbronnen efficiënt en effectief; iii. De chirurg onderhoudt een persoonlijk bij- en nascholingsplan; iv. De chirurg deelt zijn kennis met collegae, aios, studenten en andere betrokkenen in de gezondheidszorg; f. ten aanzien van maatschappelijk handelen:
5
i. De chirurg is zich bewust van zijn rol als behartiger van het belang van de volksgezondheid in brede zin. Hij beseft zich dat deze belangenbehartiging een essentieel onderdeel is van het bevorderen van de gezondheid op het niveau van patiënt, praktijk en gemeenschap; ii. De chirurg is zich bewust van de mogelijke consequenties van zijn eigen handelen in het algemeen en bij de introductie van nieuwe technieken in het bijzonder; iii. De chirurg realiseert zich dat complicaties kunnen optreden, zal proberen deze zoveel mogelijk te voorkomen en indien deze toch optreden hier op adequate wijze mee om gaan; iv. De chirurg hanteert patiëntveiligheid als leidend thema bij zijn handelen; v. De chirurg handelt volgens de relevante wettelijke bepalingen; vi. De chirurg treedt adequaat op bij incidenten in de zorg en neemt daarbij een leidende rol aan; g. ten aanzien van organisatie: i. De chirurg werkt effectief en doelmatig binnen een gezondheidszorgorganisatie en besteedt de beschikbare middelen voor patiëntenzorg verantwoord; ii. De chirurg heeft een centrale en coördinerende rol bij het nemen van dagelijkse beslissingen over taken, beleid, medewerkers en middelen, noodzakelijk om hoog kwalitatieve individuele zorg te leveren en in bredere context een substantiële bijdrage te leveren aan praktijkorganisaties en het gezondheidszorgsysteem; iii. De chirurg is in staat om zijn rol op efficiënte en effectieve wijze te realiseren waarbij hij een goede balans vindt tussen patiëntenzorg en persoonlijke ontwikkeling; h. ten aanzien van professionaliteit: i. De chirurg bewaakt en verhoogt de kwaliteit van het eigen werk, dat van de beroepsgroep en van de organisatie waarin hij werkt door de benodigde elementen van kwaliteitssystemen toe te passen; ii. De chirurg neemt in de omgeving waar hij werkzaam is de leiding, omdat de chirurg een van de weinige medische specialisten is met een brede geneeskundige blik op de patiënt en hij zich als geenander beseft dat alleen door uitstekend teamwerk optimale zorg voor de patiënt kan worden geboden; iii. De chirurg heeft een unieke rol in de maatschappij met specifieke kennis, vaardigheden en gedrag die erop gericht zijn de gezondheid en welzijn te verbeteren; iv. De chirurg streeft de hoogst mogelijke normen na in klinische zorg en ethisch gedrag en streeft er tevens naar zijn vakkennis continue te perfectioneren; v. De chirurg komt door middel van morele en ethische argumenten tot het al dan niet instellen of voortzetten van medische interventies en kan dit verantwoorden; vi. De chirurg overziet de complexiteit van de begeleiding van patiënten in hun levenseinde en handelt daarin adequaat; vii. De chirurg kent zijn eigen grenzen en is zich bewust van zijn verantwoordelijkheden; viii. De chirurg staat open voor feedback en vertoont reflectief gedrag; ix. De chirurg realiseert zich dat zijn handelen complicaties kent. Hij gaat daar op een transparante en professionele wijze mee om, realiseert zich de consequenties voor de individuele patiënt maar ook in bredere zin voor de gehele heelkundige discipline en de maatschappij; x. De chirurg weet klachten over de behandeling en/of bejegening bespreekbaar te maken en is in staat om daar met de patiënt en/of bemiddelaar open over te communiceren; xi. De chirurg heeft respect voor de competenties van andere zorgverleners en weet deze op waarde te schatten in de multidisciplinaire behandeling van de patiënt.
Binnen de competentie medisch handelen wordt er een onderscheid gemaakt tussen kennis en handelen; immers het is in de heelkunde niet zelden dat de kennis wel aanwezig moet zijn zonder dat de chirurg (in opleiding) over de klinische vaardigheden van de behandeling hoeft te beschikken. Kennis A beheerst basis feitenkennis voldoende (voor de fase van de opleiding) B kan kennis onder strikte supervisie toepassen C kan onder beperkte supervisie kennis toepassen D past zelfstandig gestructureerd kennis adequaat toe E kan gestructureerd kennis overdragen Vaardigheden
6
A assisteert adequaat B handelt adequaat onder strenge supervisie C handelt adequaat onder beperkte supervisie D handelt adequaat zonder supervisie E superviseert en onderwijst adequaat
7
3. De opleiding heelkunde in het GHZ De strategische doelstelling van het GHZ om een aansprekend opleidingscentrum te zijn voor (para)medische en verpleegkundige opleidingen heeft onder andere geresulteerd in de oprichting van het Landsteiner instituut ter ondersteuning van opleiding en wetenschap. Het GHZ maakt als opleidingsziekenhuis deel uit van de onderwijs- en opleidingsregio van het LUMC (heelkunde; regio 3) en verzorgt (een deel van) de medische opleiding tot cardioloog, chirurg, gynaecoloog, internist, kinderarts, KNO-arts, klinisch chemicus, neuroloog en revalidatiearts. 3.1 De opleidingsgroep In april bestaat de opleidingsgroep heelkunde uit 10 chirurgen (9,4 FTE). Alle chirurgen zijn vakinhoudelijk breed georiënteerd en hebben (een) aandachtsgebied(en): W.B. van Gent (vaatchirurgie), R.S.L. Liem (traumatologie en en bariatrische chirurgie), F.M. van der Linden (traumatologie, longchirurgie en chirurgie bij kinderen), mw E.M.H. Linthorst (mammachirurgie), Dr R.T. Ottow (maag- darmchirurgie en oncologie), P.M. Schlejen (vaat- en longchirurgie), Dr R.F. Schmitz (maag- darmchirurgie, hoofd/halschirurgie, chirurgie bij kinderen en oncologie), Dr D.J. Swank (traumatologie en bariatrische chirurgie), mw L.N.L Tseng (0,8 FTE; maag- darmchirurgie, hoofd/hals- en bariatrische chirurgie) en Dr E.J. Waasdorp (vaatchirurgie). Specifieke verantwoordelijkheden: P.M. Schlejen: leider Resultaat Verantwoordelijke Eenheid (RVE) en voorzitter maatschap Dr. R.F. Schmitz: opleider en plaatsvervangend RVE-leider F.M. van der Linden: plaatsvervangend opleider en affiliatie coördinator coassistentschapppen, semiartsen en VPC’s voor het GHZ De totale opleidingsgroep is verantwoordelijk voor de kwaliteit, inhoud en vormgeving van de opleiding tot chirurg. Organisatie, taken en verantwoordelijkheden Dr. R.F. Schmitz is de opleider vanaf oktober 2010 en geeft leiding aan de opleidingsgroep. Hij is primair verantwoordelijk voor alle zaken die de opleiding betreffen: - aannemen van aio’s (volgens CAO en rechtspositieregeling GHZ inclusief secundaire arbeidsvoorwaarden) - introductie gesprek bij aanvang opleiding op de afdeling (bespreking modelinstructie a(n)ios en portfolio) - stage rooster cq individueel opleidingsplan aios - eerst verantwoordelijke en aanspreekpunt bij problemen van aios betreffende de opleiding - coördinatie wetenschappelijk onderzoek van de aios (samen met Dr. E.J. Waasdorp) - begeleidt aios bij het verrichten van onderzoek en schrijven van een artikel. - stuurt de opleidinggroep aan en bewaakt het nakomen van afspraken gemaakt in het lokaal opleidingsplan - onderhoudt de contacten met regionale en landelijke gremia betreffende de opleiding - lid centrale opleidingscommissie GHZ - voorzitter opleidersvergaderingen met de leden van de opleidingsgroep - aanpassen en aanzet tot implementeren van het Lokale OpleidingsPlan - ontwikkelen en implementeren van nieuwe kwaliteitsinstrumenten, ter verdere verbetering opleiding - samenstelling onderwijsrooster (samen met dr E.J. Waasdorp) - monitoren en bijhouden van de voortgang van de opleiding van de individuele aios door: o controle portfolio’s aios o houden van voortgangsgesprekken en toetsingsmomenten cf regelgeving CCMS/RGS - aanvragen en voorbereiden van de opleidingsvisitatie F.M. van der Linden, plaatsvervangend opleider, neemt de verantwoordelijkheid van de opleider over waar deze niet in staat is deze in te vullen door afwezigheid of ziekte. Tevens heeft de plaatsvervangend opleider afwisselend met de opleider een taak om voortgangsgesprekken met de aios te houden op basis van zelfreflectie. Voorts:
8
- aannemen van anio’s (volgens CAO en rechtspositieregeling GHZ inclusief secundaire arbeidsvoorwaarden) - introductie gesprek bij start klinische werkzaamheden (bespreking modelinstructie a(n)ios en portfolio) De leden van de opleidingsgroep superviseren de aios bij (poli) klinische activiteiten en nemen actief deel aan overdrachten en onderwijsmomenten. Hiertoe volgen zij onder meer het Teach the Teachers nascholingsprogramma’s. De opleidingsgroep bewaakt de (individuele) medisch-inhoudelijke en professionele voortgang van de aios en begeleiden hem/haar tijdens de gehele opleiding. De stagebegeleider wordt door de opleider betrokken bij de beoordelingen en toetsmomenten van de aios. Bovendien streven alle leden van de opleidingsgroep naar een positieve opleidingscultuur van laagdrempelig, horizontaal overleg tussen aios en henzelf, waarin over en weer feedback kan worden gegeven. De opleidingsgroep is verantwoordelijk voor het implementeren en bewaken van het lokale opleidingsplan. Dit opleidingsplan is afgeleid van het landelijk opleidingsplan van de opleiding tot tot chirurg. Het voldoet aan de daarin gestelde eisen en aan de regelgeving met betrekking tot het specialisme heelkunde (voor kaderbesluit, besluit heelkunde en opleidingsplan heelkunde ‘Scherp’ zie GHZ-intern serviceloket chirurgie).
3.2 Opbouw van de opleiding De opleiding heelkunde bestaat uit de verplichte onderdelen: (1) vier jaar heelkunde (algemeen) gevolgd door (2) twee jaar heelkunde (differentiatie). Ad 1. vier jaar heelkunde (algemeen) In het GHZ bestaat de eerste twee jaar uit de volgende verplichte onderdelen (stages): SEH (maximaal vier maanden), intensive care (ICU; 4 maanden) en een zaalstage (maximaal 4 maanden). Voorts onderdelen algemene heelkunde volgens de thema’s uit het landelijk opleidingsplan heelkunde ‘Scherp’ ingedeeld met nadruk op vaatchirurgische of gastro-intestinale en oncologische of traumatologische aspecten (in het vervolg aangeduid als respectievelijk stage vaatchirurgie basis 1 en 2, stage GE-oncologie basis 1 en 2 en stage traumatologie basis 1 en 2; * duur: ieder 4 maanden) . Er wordt gestreefd om de Stages SEH, zaal en traumatologie basis 1 in het eerste jaar te laten plaatsvinden en IC-stage in het tweede jaar. Ad 2. twee jaar heelkunde (differentiatie) Dit onderdeel van de zesjarige opleiding heelkunde kent de volgende differentiaties ieder van 2 jaar: gastro-intestinale chirurgie, traumatologie, vaatchirurgie, kinderchirurgie en chirurgische oncologie. In het GHZ worden de differentiaties vaatchirurgie en kinderchirurgie niet aangeboden. Voorts is er de functie van klinisch planner. (Voor schema opleiding zie tabel 1)
In regio 3 wordt in de regel gekozen voor een standaard schema met 2 jaar academisch en 4 jaar perifeer. Deze keuze is gemaakt om aios voldoende exposure aan heelkundige klinische zorg te bieden, waarbij rekening is gehouden dat het volume perifeer groter is dan academisch. Het perifere deel wordt dan ook gekenmerkt door de nadruk op patiëntenzorg met veel directe patiëntencontacten en chirurgische verrichtingen. In de academische fase ligt de nadruk op conceptueel denken bij ingewikkelde problematiek, intensieve begeleiding van de aios en kennismaking met tertiaire zorg. De laatste 2 jaar zijn differentiatiejaren in één van de aandachtsgebieden zoals benoemd in het Besluit heelkunde. In individuele gevallen kan worden afgeweken van dit schema. Bijvoorbeeld kan in de laatste 2 jaar gewisseld worden wanneer dit voor een optimale ontwikkeling in de differentiatiefase wenselijk is. In de differentiatiefase (laatste 2 jaar) kan ook gekozen worden voor 1 jaar perifeer en 1 jaar academisch. Ook kan in overleg besloten worden tot een langere academische fase bijvoorbeeld omdat de aios een specifieke universitaire chirurgische ambitie heeft. Al deze zaken worden besproken in de Regionale OpleidingsCommissie (ROC) vergadering, waar gestreefd wordt naar consensus.
*
Basis 1: in jaar 1 of 2; basis 2: in jaar 3 of 4
9
3.2.1 Opleidingsinhoud: de thema’s De opleiding is inhoudelijk opgedeeld in 44 thema’s (met aspecten van kennis, vaardigheden en gedrag) waarin de aios zich voldoende dient te bekwamen. Sommige thema’s zijn gekoppeld aan stages (blokleren) en andere aan lijnleren (stage overschrijdend bijvoorbeeld diensten en supervisie verpleegafdeling). Voor elk thema is een lid van de opleidingsgroep verantwoordelijk voor het lokale † cursorische onderwijs voor dat thema . Eventueel kan voor een specifiek thema door de verantwoordelijke een gastspreker worden uitgenodigd. Het verantwoordelijke lid van de opleidingsgroep heeft een vervanger (naam). De kennis (onderdeel van de competentie medisch handelen) zal door de stagebegeleider worden getoetst in de vorm van een KPB niet-patiënt gebonden (formatief) als theorietoets (in Vrest) (Voor matrix themaverantwoordelijken en kennistoetsing zie tabel 2) 3.2.2 Opleidingsinhoud: de activiteiten De opleiding tot chirurg is sterk praktijkgericht en vindt primair plaats op de werkvloer (de leermiddelen: bijvoorbeeld operatiekamer, polikliniek, zaal en -verplichte- besprekingen). Het onderwijs met betrekking tot de thema’s is grotendeels gerelateerd aan activiteiten tijdens het dagelijkse werk (opleidingsactiviteiten). Hiermee worden o.a. bedoeld: overdracht, visite (peri-operatieve zorg), operatieve verrichtingen, (spoed)consulten, dienst, klinische planner, trauma opvang, poliklinische spreekuren, patiëntbesprekingen, evidence based medicine besprekingen, radiologiebesprekingen, wetenschapsbesprekingen, pathologie- en obductie-, necrologie-, complicatie- en kwaliteitsbesprekingen, subspecialistische bijeenkomsten, refereeravonden. Bovendien is er naast landelijk/regionaal -veelal verplicht- onderwijs, verplicht lokaal cursorisch onderwijs en andere niet-patiëntgebonden -onderwijsbijeenkomsten. De 44 thema’s dienen minimaal eens per twee jaar te worden geagendeerd in het maandprogramma en is primair gericht op die onderdelen in het vak die niet worden onderwezen in de dagelijkse klinische praktijk. (Voor verplicht cursorisch onderwijs opleiding heelkunde (landelijk, regionaal en lokaal) zie tabel 3,4 en bijlage 2)
De planning van en met name over de inhoud van de stages vindt plaats in overleg tussen opleider, stagebegeleider en aios. Op die manier is men gezamenlijk regisseur van het leertraject. Bijzondere aandacht dient hierbij uit te gaan naar het individuele leerdoel. Deze individuele leerdoelen worden vastgesteld tijdens het voortgangsgesprek met de opleider. Zo wordt niet nodeloos veel energie gestoken in competenties die al op het nodige niveau blijken te zijn ontwikkeld en slechts ‘periodiek onderhoud’ behoeven, en wordt extra aandacht besteed aan achterblijvende competenties, zodat een evenwichtig competentieprofiel ontstaat tijdens de opleiding. Met de aios worden inhoudelijke doelen met betrekking tot de thema’s gesteld. Bij het volgen van stages zal de aios zich gedurende een bepaalde periode verdiepen in de problematiek van de thema’s die bij de stages horen en zal hier ook formatief op worden getoetst (Kennis als onderdeel van de competentie medisch handelen; KPB niet-patiënt gebonden in Vrest). De stagebegeleider en de (plaatsvervangend) opleider zijn met name verantwoordelijk voor de bewaking van de voortgang van het leerproces van de aios ten aanzien van de niet-medische competenties door onder andere te toetsen. (eindtermen Competenties (naast Medisch Handelen) per fase zie tabel 5)
3.2.3 Toetsing Toetsen zijn het krachtigste instrument om leren (bij) te sturen. De toets is ontwikkelingsgericht/formatief of selectiegericht/summatief. Het moge duidelijk zijn dat aan een summatieve toets een hogere betrouwbaarheid noodzakelijk is dan voor een formatieve toets. Er wordt getoetst op kennis, vaardigheden en gedrag. Competenties zijn op zichzelf niet zichtbaar en niet geïsoleerd toetsbaar. De (mate van) aanwezigheid van competenties blijkt uiteindelijk door gedrag. Kennis en vaardigheden zijn hier weliswaar onderdeel van maar nemen in het dagelijks functioneren van de chirurg een dermate belangrijke plaats in dat separate toetsing noodzakelijk is. Typisch Klinische Situaties zijn themagebonden voorbeelden op de werkvloer om competenties te ontwikkelen en deze -formatief- te toetsen. (Koppeling Typisch Klinische Situatie, thema en leermiddel (werkplek) zie bijlage 3) Een aparte plaats nemen het portfolio en het voortgangsgesprek in, welke beide worden voorgeschreven door het CCMS en derhalve is er de verplichting voor de aios om een portfolio aan te leggen en voor de (plaatsvervangend) opleider om een voortgangsgesprek te organiseren. Het portfolio en het voortgangsgesprek hangen met elkaar samen. Het portfolio levert de informatie op basis waarvan het †
Dit onderwijs wordt op het maandprogramma geagendeerd en de themaverantwoordelijke informeert de a(n)ios de voor dit onderwijs noodzakelijke voor bereidingen (bijvoorbeeld artikel, richtlijn, deel van boek of vragen)
10
voortgangsgesprek wordt gevoerd. Het portfolio en de voortgangsgesprekken zijn een leidraad in de opleiding, waarbij het portfolio de informatie verschaft op basis waarvan het voortgangsgesprek wordt gevoerd. Portfolio Het portfolio is een verzameling van informatiebronnen en beoordelingsgegevens op basis waarvan leerdoelen geformuleerd kunnen worden en reflectie op het functioneren van de aios door zichzelf en anderen kan plaatsvinden. Tevens worden verplichte onderdelen hierin afgetekend en toetsuitslagen verzameld. (Introductie portfolio en structuur Individueel OpleidingsPlan (IOP) GHZ zie bijlage 1)
Kennistoets Er wordt op dit moment onder verantwoordelijkheid van het Concillium een voortgangstoets ontwikkeld. Deze toets wordt, totdat een acceptabele validiteit en betrouwbaarheid is bereikt, op een formatieve wijze ingezet. De kennistoets wordt samengesteld door een afvaardiging van de opleidersgroepen uit alle opleidingsregio’s van het land. De regels en procedures voor deze kennistoets worden door het Concilium Chirurgicum in een toetsreglement vastgelegd. MultiSource Feedback (360 graden beoordeling) De MSF is een beoordelingsmethode waarbij aan alle betrokkenen op de werkplek wordt gevraagd het functioneren van de aios te beoordelen volgens een vast format (zie protocol GHZintern/servicelokel chirurgie/opleiding). Dit houdt in dat verpleegkundigen, secretariële medewerkers, facilitaire medewerkers, collega aios, paramedici, etc naar een korte beoordeling wordt gevraagd. Het zal op een formatieve wijze worden ingezet. Zelfreflectie Aan de hand van een bijzondere situatie (moeilijk gesprek, reanimatie, overlijden, lastige operatie, conflict, etc.) wordt door de aios een analyse verricht van de omstandigheden en de gevolgen van de situatie voor de betrokkenen en de aios zelf. Formatief aspect. Critically Appraised Topic (CAT) Een CAT is een kritische beoordeling van een artikel, gerelateerd aan een concreet klinisch scenario. Dit leidt vervolgens tot een gestandaardiseerd, op recente literatuur gebaseerd, antwoord op de klinische vraag. Een dergelijke exercitie begint bij het formuleren van een bruikbare vraagstelling, vervolgt in het omzetten van de vraagstelling in een gerichte literatuursearch, waarna selectie van relevante literatuur plaatsvindt. Het eindigt vervolgens met een conclusie die antwoord geeft op de initiële vraag. Deze methode komt tegemoet aan de noodzaak vakliteratuur te leren lezen, interpreteren en op waarde te schatten in relatie tot de dagelijkse praktijk. De referaten, klinische presentaties en CAT’s worden met een specifiek beoordelingsformulier beoordeeld. Formatieve feedback. Case based discussion (CBD) Aan de hand van een casus worden de medische gegevens geanalyseerd en de verschillende behandelingsopties beargumenteerd besproken. Hierbij dienen de indicaties, contra-indicaties, complicaties, peri-operatieve zorg aspecten en de behandeling van complicaties aan de orde te komen. Het is een gestructureerde diepte discussie tussen aios en stagebegeleider en een formatieve beoordeling (VREST: KPB patiënt gebonden) op conceptueel en probleemoplossend denken. Bespreking van juridische en ethische aspecten als ook het voeren van administratie, werken in een team kan onderbeel zijn van een CBD. De meeste evaluaties duren niet langer dan 20 minuten. Bij twijfel aantal beoordelingen uitbreiden. Korte PraktijkBeoordelingen (KPB’s) De Korte Praktijk Beoordeling (KPB) is een toetsinstrument dat gemakkelijk in de dagelijkse praktijk is uit te voeren. Het is bedoeld als observatiebeoordeling van de aios in de dagelijkse praktijk; voor deze toets hoeft dus niets extra georganiseerd te worden. Ook overdrachten, overlegsituaties en besprekingen worden hiermee getoetst. Het beoordelingsmoment wordt in eerste instantie formatief ingezet. De KPB wordt nabesproken en er worden leerpunten geformuleerd. Er zijn patiënt gebonden KPB en niet-patiënt gebonden KPB's. Voorbeelden van patiënt gebonden KPB's zijn: CBD, visite verpleegafdeling, poliklinieksessie, consulentschap, weekenddienst. Objective Structured Assesment of Technical Skills (OSATS)
11
De beoordeling van (operatieve) vaardigheden vindt plaats direct na afloop van een (operatieve) verrichting (key-procedures; zie landelijk opleidingsplan heelkunde ‘Scherp’). Het is een toetsinstrument waarmee de aios in korte tijd op belangrijke aspecten (o.a. weefselbehandeling, kennis van de procedure, voortgang, gebruik en aansturen van assistentie) van de ingreep kan worden beoordeeld. Er is tevens ruimte voor tips en trucs. Uiteindelijk kan de beoordelaar aangeven of de aios onder, op of boven niveau gepresteerd heeft. Het instrument is op zichzelf formatief maar bij voldoende beoordelingen van een verscheidenheid van verrichtingen kan de opleider tijdens de geschiktheidsbeoordeling er op summatieve wijze gebruik van maken. Voor de procedure voor bepaling competentie niveau D en E voor wat betreft de vaardigheden wordt verwezen naar tabel 6. Operatieverslag / verslag gecompliceerd beloop klinische patient De beoordeling van het operatieverslag en het patiëntendossier gebeurt aan de hand van een specifiek beoordelingsformulier. Dit zal gebaseerd zijn op de criteria die ook gehanteerd worden bij de kwaliteitsvisitaties van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde. Vervolgens wordt aan de hand van de inhoud de casus medisch inhoudelijk en zo nodig op andere gebieden doorgesproken en beoordeeld. Het doel van de beoordelingen is het verbeteren van de kwaliteit van de operatieverslagen, correspondentie en statusvoering. Het betreft een formatieve toets. Voordracht NVvH (of vergelijkbaar podium) De aios dient tijdens de opleiding tot chirurg minimaal éénmaal een voordracht te presenteren op een wetenschappelijk congres. Bij voorkeur een congres van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde. Eerste auteur peer-reviewed artikel De aios dient aan het einde van de opleiding tot chirurg minimaal één wetenschappelijk artikel gepubliceerd te hebben in een peer-reviewed tijdschrift. Examens in het kader van cursorisch onderwijs Een aantal (landelijke en regionale) onderwijsbijeenkomsten (specialistencursus Heelkunde, ATLS, Basis Chirurgisch Examen, basiscursus stralingshygiëne etc.) worden met een toets afgesloten. Deze examens dienen met goed gevolg afgelegd te zijn. Stage in het kader van de opleiding De aios doorloopt een aantal stages, veelal in de eerste twee jaren, hiertoe wordt de stage SEH en stage ICU gerekend. Deze stages worden met goed gevolg afgerond volgens de lokaal heersende normen. Referaten De aios verzorgt minimaal drie referaten gedurende de opleiding. Hierbij volgens de EBM-methode een artikel besproken en becommentarieerd.
3.2.4 Ijking Op basis van het portfolio kan de aios aantonen dat de eindtermen voor de competentiedomeinen zijn bereikt en wordt besproken welke zaken eventueel meer aandacht behoeven in de komende termijn. Tevens op basis van het portfolio gekeken of wordt voldaan aan de verplichtingen en of er sprake is van geschiktheid voor de beroepsuitoefening (Introductie portfolio en structuur Individueel OpleidingsPlan (IOP) GHZ zie bijlage 1). In het voortgangsgesprek bekijkt de opleider met de aios of alle competenties in de ¥ achterliggende periode aan bod zijn gekomen en doen dit aan de hand van de toetsing/competentietabel . De voortgangsgesprekken worden met de aios gevoerd door de opleider of plaatsvervangend opleider en eventueel in bijzijn van de stagebegeleider. De geschiktheidbeoordeling worden gevoerd door de opleider.
¥
zie landelijk opleidingsplan heelkunde ‘Scherp’.
12
4.1 Stage: Lokatie: Duur: Stagebegeleider:
SEH GHZ 4 maanden van der Linden (Liem)
Thema’s: in deze stage ligt het accent op de volgende thema’s • Vastleggen en overdragen (thema 5) • Primaire opvang en triage van traumapatiënten (thema 33) • Polytrauma (thema 34) • Extremiteitsletsel (thema 35) • Het groeiende skelet en de oudere patiënt (thema 36) • Brandwonden (thema 37) Leermiddelen en opleidingsactiviteiten Spoedeisende hulp, overdracht, lokaal cursorisch onderwijs en andere lokale onderwijs activiteiten (zie maandprogramma). Eventueel discipline overstijgend onderwijs georganiseerd door Landsteiner instituut, Onderwijs en OpleidingsRegio (OOR) Leiden en LUMC. Consultatie nieuwe patiënten, statusvoering en ontslagbrief, maken behandelplan en regelen opname. (voor verplicht cursorisch onderwijs en andere niet-patiënt gebonden onderwijs activiteiten opleiding heelkunde (landelijk, regionaal en lokaal) zie bijlage 3)
Competenties (opleidingsplan heelkunde ‘Scherp’ zie GHZ-intern serviceloket chirurgie; thema 5 en 33 tot en met 37 en bijlage 5 van ‘Scherp’ Key Procedures)
Toetsing (minimaal) Lokale kennistoets thema 33, 34 en 37 (door stagebegeleider; KPB niet-patiënt gebonden in µ Vrest) , 1 case based discussion binnen 3 maanden na beëindiging stage (aanmelden bij planner onderwijs!); 1 Critically Appraissed Topic (CAT) binnen 3 maanden na beëindiging stage (aanmelden bij planner onderwijs!); 360 graden beoordeling (collega a(n)ios, verpleegkundige, secretariële medewerker; aanvraag bij opleider!); verslag gecompliceerd beloop klinische patiënt (met stagebegeleider); zelfreflectie met stagebegeleider. (voor verplichte regionale en landelijke examens, zie opleidingsplan heelkunde ‘Scherp’)
leermiddel SEH overdracht
leerdoel∗ Zie Scherp jongste
Werkplek en opleidingsactiviteit SEH - consultatie nieuwe patiënten - Maken behandelplan / regelen opname - nabespreking met verpleging - bespreking patiënten met supervisor - statusvoering en brief huisarts overigen - Case Based Discussion - Critical Appraised Topic - verslag gecompliceerd beloop patiënt
Groei in rol A-C A-C ∞
±
Feedback/competenties
Toetsing en portfolio
-
M, C M, MH, O S, O, P M, MH, P C, O, MH, P
-
KPB patiënt gebonden KPB patiënt gebonden KPB niet pat. geb. / 360 KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden
-
M, KW KW M, MH, P
-
KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden /
µ
meerdere thema’s mogen worden besproken tijdens één toetsingsmoment NB ook aandacht voor niet medische competenties, zie tabel 5 ∞ M = medisch handelen; C = communicatie; KW = kennis en wetenschap; S = samenwerking; O = organisatie; MH = maatschappelijk handelen; P = professioneel gedrag ± niet allemaal verplicht zie Toetsing (minimaal) ∗
13
-
overdracht zelfreflectie
-
S, O M, C, S, O, MH, P
Stagebegeleiding
gesprek met stagebegeleider
voor aanvang stage
-
leerdoel stage afspraken stage
halverwege stage
-
bespreken gegevens portfolio beoordeling 7 competenties zelfreflectie afspraken komende periode
einde stage
-
bespreken gegevens portfolio beoordeling 7 competenties leerdoelen behaald? zelfreflectie
§
-
voortgangsgesprek KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden / voortgangsgesprek
actie -
Leerdoelen en afspraken toevoegen aan IOP (door aios)
-
KPB niet patiënt gebonden afspraken toevoegen aan IOP (door aios)
-
KPB niet patiënt gebonden
§
facultatief verplicht
@
14
@
4.2 Stage: Lokatie: Duur: Stagebegeleider:
zaal GHZ 4 maanden Schmitz (van der Linden)
Thema’s: in deze stage ligt het accent op de volgende thema’s • Perioperatieve zorg en post operatieve complicaties (thema 4) • Vastleggen en overdragen (thema 5) • Chirurgische infecties (thema 9) • Diepe veneuze trombose (thema 13) Leermiddelen en opleidingsactiviteiten Verpleegafdeling, overdracht en indicatiebespreking, grote visite met gehele vakgroep, multidisciplinair overleg verpleegafdeling, radiologiebespreking, lokaal cursorisch onderwijs en andere lokale onderwijs activiteiten (zie maandprogramma). Eventueel discipline overstijgend onderwijs georganiseerd door Landsteiner instituut, Onderwijs en OpleidingsRegio (OOR) Leiden en LUMC. Visite met visitechirurg, statusvoering en ontslagbrief, eerst verantwoordelijke tijdens radiologiebespreking en slecht nieuws gesprek (voor verplicht cursorisch onderwijs en andere niet-patiënt gebonden onderwijs activiteiten opleiding heelkunde (landelijk, regionaal en lokaal) zie bijlage 3)
Competenties (opleidingsplan heelkunde ‘Scherp’ zie GHZ-intern serviceloket chirurgie; thema 4,5,9 en 13 en bijlage 5 van ‘Scherp’ Key Procedures)
Toetsing (minimaal) Lokale kennistoets thema 4, 9, 12, 13, 22 en 25 (door stagebegeleider; KPB niet-patiënt µ gebonden in Vrest) , 1 case based discussion binnen 3 maanden na beëindiging stage (aanmelden bij planner onderwijs!), 360 graden beoordeling (medisch specialist, collega a(n)ios, verpleegkundige, secretariële medewerker; aanvraag bij opleider!), verslag gecompliceerd beloop klinische patiënt (met stagebegeleider); zelfreflectie (met stagebegeleider). (voor verplichte regionale en landelijke examens, zie opleidingsplan heelkunde ‘Scherp’)
leermiddel overdracht visite patiëntenbespreking
leerdoel∗ jongste jongste jongste
Werkplek en opleidingsactiviteit verpleegafdeling - opname nieuwe patiënten - visite - nabespreking met verpleging - multidisciplinair overleg - slecht nieuwsgesprek - bespreking patiënten met visitechirurg - statusvoering en ontslagbrief overigen - Case Based Discussion
Groei in rol B-C A-C A-C ∞
±
Feedback/competenties
Toetsing en portfolio
-
M, C C, S, P S, O, P S, O, MH, P C, P M, S, MH, P C, O, MH, P
-
KPB patiënt gebonden KPB patiënt gebonden KPB niet pat. geb. / 360 KPB niet patiënt gebonden KPB patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden
-
M, KW
-
KPB niet patiënt gebonden
µ
meerdere thema’s mogen worden besproken tijdens één toetsingsmoment NB ook aandacht voor niet medische competenties, zie tabel 5 ∞ M = medisch handelen; C = communicatie; KW = kennis en wetenschap; S = samenwerking; O = organisatie; MH = maatschappelijk handelen; P = professioneel gedrag ± niet allemaal verplicht zie Toetsing (minimaal) ∗
15
-
verslag gecompliceerd beloop patiënt
-
M, MH, P
-
-
overdracht zelfreflectie
-
S, O M, C, S, O, MH, P
-
Stagebegeleiding
gesprek met stagebegeleider
voor aanvang stage
-
leerdoel stage afspraken stage
halverwege stage
-
bespreken gegevens portfolio beoordeling 7 competenties zelfreflectie afspraken komende periode
einde stage
-
bespreken gegevens portfolio beoordeling 7 competenties leerdoelen behaald? zelfreflectie
§ ≈
KPB niet patiënt gebonden / voortgangsgesprek KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden / voortgangsgesprek
actie -
Leerdoelen en afspraken toevoegen aan IOP (door aios)
-
KPB niet patiënt gebonden afspraken toevoegen aan IOP (door aios)
-
KPB niet patiënt gebonden / voortgangsgesprek≈
§
facultatief voortgangsgesprek door (plaatsvervangend) opleider
16
4.3 Stage: Lokatie: Duur: Stagebegeleider: Stagesupervisor:
Intensive Care (ICU) GHZ 4 maanden Schmitz (van der Linden) A. Draisma, intensivist
Thema’s: in deze stage ligt het accent op de volgende thema’s • Intensive zorg (thema 3) • Perioperatieve zorg en post operatieve complicaties (thema 4) • Vastleggen en overdragen (thema 5) • Chirurgische infecties (thema 9) Leermiddelen en opleidingsactiviteiten Intensive Care, IC-overdracht, multidisciplinaire IC-bespreking, radiologiebespreking voor IC patienten, lokaal intensive care onderwijs, regionale IC bijeenkomsten of refereer-avonden. Visite met intensivist, statusvoering/ontslagbrief, opname nieuwe patiënten en slecht nieuws gesprek (voor verplicht cursorisch onderwijs en andere niet-patiënt gebonden onderwijs activiteiten opleiding heelkunde (landelijk, regionaal en lokaal) zie bijlage 3)
Competenties (opleidingsplan heelkunde ‘Scherp’ zie GHZ-intern serviceloket chirurgie; thema 3,4,5 en 9 en bijlage 5 van ‘Scherp’ Key Procedures )
Toetsing (minimaal) µ Lokale kennistoets thema 3, 4 en 9 (door stagebegeleider; KPB niet-patiënt gebonden in Vrest) , 1 Critically Appraised Topic (CAT) binnen 3 maanden na beëindiging stage (aanmelden bij planner onderwijs!), 360 graden beoordeling (medisch specialist, collega a(n)ios, verpleegkundige, secretariële medewerker; aanvraag bij opleider), verslag gecompliceerd beloop klinische patiënt (met stagebegeleider); zelfreflectie (éénmaal met stagebegeleider en éénmaal met stagesupervisor). (voor verplichte regionale en landelijke examens, zie opleidingsplan heelkunde ‘Scherp’)
Leermiddel Intensive Care overdracht visite patiëntenbespreking
Leerdoel∗ zie Scherp jongste jongste jongste
Werkplek en opleidingsactiviteit Intensive Care - opname nieuwe patiënten - visite - nabespreking met verpleging - multidisciplinair overleg - slecht nieuwsgesprek - ontslag patiënt naar afdeling en nazorg overigen - Case Based Discussion - Critical Appraised Topic
Groei in rol A-D B-C B-C B-C ∞
±
Feedback/competenties
Toetsing en portfolio
-
M, C C, S, O, P S, O, P S, O, P C, P M, C, S
-
KPB patiënt gebonden KPB patiënt gebonden KPB niet pat. geb. / 360 KPB niet patiënt gebonden KPB patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden
-
M, KW KW
-
KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden
µ
meerdere thema’s mogen worden besproken tijdens één toetsingsmoment NB ook aandacht voor niet medische competenties, zie tabel 5 ∞ M = medisch handelen; C = communicatie; KW = kennis en wetenschap; S = samenwerking; O = organisatie; MH = maatschappelijk handelen; P = professioneel gedrag ± niet allemaal verplicht zie Toetsing (minimaal) ∗
17
-
verslag gecompliceerd beloop patiënt
-
M, MH, P
-
-
stagebeoordeling (zelfrefectie) door stagebegeleider én stagesupervisor
-
M, C, S, O, MH, P
-
Stagebegeleiding
gesprek (met stagebegeleider en –supervisor)
voor aanvang stage
-
leerdoel stage afspraken stage
halverwege stage
-
bespreken gegevens portfolio beoordeling 7 competenties zelfreflectie afspraken komende periode
einde stage
-
bespreken gegevens portfolio beoordeling 7 competenties leerdoelen behaald? zelfreflectie
≈
KPB niet patiënt gebonden / voortgangsgesprek KPB niet patiënt gebonden / voortgangsgesprek
actie -
Leerdoelen en afspraken toevoegen aan IOP (door aios)
-
afspraken toevoegen aan IOP (door aios)
-
KPB niet patiënt gebonden / voortgangsgesprek≈
voortgangsgesprek door (plaatsvervangend) opleider
18
4.4 Stage: Lokatie: Duur: Stagebegeleider:
Gastro-intestinale en oncologische chirurgie basis 1 (GE-oncologie basis 1) GHZ 4 maanden Tseng (Ottow)
Thema’s: in deze stage ligt het accent op de volgende thema’s • Zwelling in de buik (thema 15) • Galsteenlijden en icterus (thema 16) • (Peri-)anale klachten (thema 18) • Passageklachten onderste tractus digestivus (thema 20) • Bloedverlies tractus digestivus (thema 21) • Acute buik (thema 22) • Mammatumor (thema 24) • Huidtumoren (thema 25) Leermiddelen en opleidingsactiviteiten Operatiekamer, verpleegafdeling, polikliniek, overdracht en indicatiebespreking, interne chirurgische overdracht, MDO mamma en oncologiebespreking, radiologiebespreking, lokaal cursorisch onderwijs en andere lokale onderwijs activiteiten (zie maandprogramma), regionale bijeenkomsten de GE-oncologie betreffend. Eventueel discipline overstijgend onderwijs georganiseerd door Landsteiner instituut, Onderwijs en OpleidingsRegio (OOR) Leiden en LUMC. Operatieve verrichtingen, (spoed)consulten, poliklinisch spreekuur differentiatie GE-oncologie (één dagdeel), proctoscopie en rubberbandligatie, statusvoering. (voor verplicht cursorisch onderwijs en andere niet-patiënt gebonden onderwijs activiteiten opleiding heelkunde (landelijk, regionaal en lokaal) zie bijlage 3)
Competenties (opleidingsplan heelkunde ‘Scherp’ zie GHZ-intern serviceloket chirurgie; thema 15, 16, 19, 20 tot en met 22, 24 en 25 en bijlage 5 van ‘Scherp’ Key Procedures)
Toetsing (minimaal) Lokale kennistoets thema 15, 16, 18, 20, 21 en 24 (door stagebegeleider; KPB niet-patiënt µ gebonden in Vrest) ; 1 Critically Appraised Topic (CAT) binnen 3 maanden na beëindiging stage (aanmelden bij planner onderwijs!); beoordeling OK verslag (door stagebegeleider; zelfreflectie met stagebegeleider. (voor verplichte regionale en landelijke examens, zie opleidingsplan heelkunde ‘Scherp’)
leermiddel operatiekamer overdracht polikliniek patiëntenbespreking
leerdoel∗ @ Zie Scherp jongste jongste jongste
Groei in rol A-D B-C A-C B-C
µ
meerdere thema’s mogen worden besproken tijdens één toetsingsmoment NB ook aandacht voor niet medische competenties, zie tabel 5 @ zie ook Tabel 6: de verrichtingen voor bepaling competentieniveau D en E voor wat betreft de vaardigheden in het GHZ ∗
19
∞
±
Werkplek en opleidingsactiviteit operatiekamer - voorbereiding patiënt - operatie - operatieverslag polikliniek - consultatie nieuwe patiënten - Maken behandelplan / regelen opname - bespreking patiënten met supervisor - statusvoering en brief huisarts overigen - Critical Appraised Topic - verslag gecompliceerd beloop patiënt
Feedback/competenties
Toetsing en portfolio
-
M, C, S, P M, S, P M
-
OSATS OSATS KPB niet patiënt gebonden
-
M, C M, MH, O M, MH, P C, O, MH, P
-
KPB patiënt gebonden KPB patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden
-
KW M, MH, P
-
-
-
S, O M, C, S, O, MH, P
-
KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden / voortgangsgesprek KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden / voortgangsgesprek
overdracht zelfreflectie
Stagebegeleiding
gesprek met stagebegeleider
voor aanvang stage
-
leerdoel stage afspraken stage
halverwege stage
-
bespreken gegevens portfolio beoordeling 7 competenties zelfreflectie afspraken komende periode
einde stage
-
bespreken gegevens portfolio beoordeling 7 competenties leerdoelen behaald? zelfreflectie
actie -
Leerdoelen en afspraken toevoegen aan IOP (door aios)
-
KPB niet patiënt gebonden afspraken toevoegen aan IOP (door aios)
-
KPB niet patiënt gebonden
§
∞
M = medisch handelen; C = communicatie; KW = kennis en wetenschap; S = samenwerking; O = organisatie; MH = maatschappelijk handelen; P = professioneel gedrag ± niet allemaal verplicht zie Toetsing (minimaal) § facultatief @ verplicht
20
@
4.5 Stage: Lokatie: Duur: Stagebegeleider:
Traumatologie basis 1 GHZ 4 maanden Liem (van der Linden)
Thema’s: in deze stage ligt het accent op de volgende thema’s • Primaire opvang en triage traumapatiënten (thema 33) • Polytrauma (thema 34) • Extremiteitsletsel (thema 35) • Het groeiende skelet en de oudere patiënt (thema 36) • Brandwonden (thema 37) Leermiddelen en opleidingsactiviteiten Operatiekamer, polikliniek, overdracht en indicatiebespreking, multidisciplinaire traumabespreking, radiologiebespreking, lokaal cursorisch onderwijs en andere lokale onderwijs activiteiten (zie maandprogramma), regionale bijeenkomsten de traumatologie betreffend. Eventueel discipline overstijgend onderwijs georganiseerd door Landsteiner instituut, Onderwijs en OpleidingsRegio (OOR) Leiden en LUMC. Operatieve verrichtingen, (spoed)consulten, poliklinisch spreekuur differentiatie traumatologie (één dagdeel), gipspolikliniek (één dagdeel), eerst verantwoordelijke tijdens multidisciplinaire traumabespreking, statusvoering. (voor verplicht cursorisch onderwijs en andere niet-patiënt gebonden onderwijs activiteiten opleiding heelkunde (landelijk, regionaal en lokaal) zie bijlage 3)
Competenties (opleidingsplan heelkunde ‘Scherp’ zie GHZ-intern serviceloket chirurgie; thema 33 tot en met 37 en bijlage 5 van ‘Scherp’ Key Procedures )
Toetsing (minimaal) µ Lokale kennistoets thema 35 en 36 (door stagebegeleider; KPB niet-patiënt gebonden in Vrest) ; beoordeling OK verslag (door stagebegeleider); zelfreflectie met stagebegeleider. (voor verplichte regionale en landelijke examens, zie opleidingsplan heelkunde ‘Scherp’)
leermiddel operatiekamer overdracht polikliniek patiëntenbespreking
µ
leerdoel∗ @ Zie Scherp jongste jongste jongste
Groei in rol A-C B-C A-C B-C
meerdere thema’s mogen worden besproken tijdens één toetsingsmoment NB ook aandacht voor niet medische competenties, zie tabel 5 @ zie ook Tabel 6: de verrichtingen voor bepaling competentieniveau D en E voor wat betreft de vaardigheden in het GHZ ∗
∞
±
Werkplek en opleidingsactiviteit operatiekamer - voorbereiding patiënt - operatie - nazorg patiënt - operatieverslag polikliniek - consultatie nieuwe patiënten - Maken behandelplan / regelen opname - bespreking patiënten met supervisor - statusvoering en brief huisarts overigen - verslag gecompliceerd beloop patiënt
Feedback/competenties
Toetsing en portfolio
-
M, C, S, P M, S, P M, C M
-
OSATS OSATS 360 KPB niet patiënt gebonden
-
M, C M, MH, O M, MH, P C, O, MH, P
-
KPB patiënt gebonden KPB patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden
-
M, MH, P
-
-
-
S, O M, C, S, O, MH, P
-
KPB niet patiënt gebonden / voortgangsgesprek KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden / voortgangsgesprek
overdracht zelfreflectie
Stagebegeleiding
gesprek met stagebegeleider
voor aanvang stage
-
leerdoel stage afspraken stage
halverwege stage
-
bespreken gegevens portfolio beoordeling 7 competenties zelfreflectie afspraken komende periode
einde stage
-
bespreken gegevens portfolio beoordeling 7 competenties leerdoelen behaald? zelfreflectie
actie -
Leerdoelen en afspraken toevoegen aan IOP (door aios)
-
KPB niet patiënt gebonden afspraken toevoegen aan IOP (door aios)
-
KPB niet patiënt gebonden
§
∞
M = medisch handelen; C = communicatie; KW = kennis en wetenschap; S = samenwerking; O = organisatie; MH = maatschappelijk handelen; P = professioneel gedrag ± niet allemaal verplicht zie Toetsing (minimaal) § facultatief @ verplicht
22
@
4.6 Stage: Lokatie: Duur: Stagebegeleider:
Vaatchirurgie basis 1 GHZ 4 maanden van Gent (Schlejen)
Thema’s: in deze stage ligt het accent op de volgende thema’s • Vasculaire toegangsweg (thema 27) • Chronische veneuze insufficiëntie (thema 28) • Aneurysmatisch vaatlijden (thema 31) Leermiddelen en opleidingsactiviteiten ¥ Operatiekamer, polikliniek, vaatlaboratorium , overdracht en indicatiebespreking, multidisciplinaire vaatbespreking, radiologiebespreking, lokaal cursorisch onderwijs en andere lokale onderwijs activiteiten (zie maandprogramma), regionale bijeenkomsten de vaatchirurgie betreffend. Eventueel discipline overstijgend onderwijs georganiseerd door Landsteiner instituut, Onderwijs en OpleidingsRegio (OOR) Leiden en LUMC. Operatieve verrichtingen, (spoed)consulten, poliklinisch spreekuur differentiatie vaatchirurgie (één dagdeel), diabetische voetenspreekuur, eerst verantwoordelijke tijdens multidisciplinaire vaatbespreking, statusvoering. (voor verplicht cursorisch onderwijs en andere niet-patiënt gebonden onderwijs activiteiten opleiding heelkunde (landelijk, regionaal en lokaal) zie bijlage 3)
Competenties (opleidingsplan heelkunde ‘Scherp’ zie GHZ-intern serviceloket chirurgie; thema 27, 28, 31 en bijlage 5 van ‘Scherp’ Key Procedures )
Toetsing (minimaal) Lokale kennistoets thema 27, 28 en 31 (door stagebegeleider; KPB niet-patiënt gebonden in Vrest); beoordeling OK verslag (door stagebegeleider); zelfreflectie met stagebegeleider. (voor verplichte regionale en landelijke examens, zie opleidingsplan heelkunde ‘Scherp’)
leermiddel operatiekamer overdracht polikliniek patiëntenbespreking
leerdoel∗ @ Zie Scherp jongste jongste jongste
Werkplek en opleidingsactiviteit operatiekamer - voorbereiding patiënt - operatie - nazorg patiënt - operatieverslag polikliniek - consultatie nieuwe patiënten - Maken behandelplan / regelen opname - bespreking patiënten met supervisor - statusvoering en brief huisarts
Groei in rol A-C B-C A-C B-C ∞
±
Feedback/competenties
Toetsing en portfolio
-
M, C, S, P M, S, P M, C M
-
OSATS OSATS 360 KPB niet patiënt gebonden
-
M, C M, MH, O M, MH, P C, O, MH, P
-
KPB patiënt gebonden KPB patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden
¥
korte stage NB ook aandacht voor niet medische competenties, zie tabel 5 @ zie ook Tabel 6: de verrichtingen voor bepaling competentieniveau D en E voor wat betreft de vaardigheden in het GHZ ∞ M = medisch handelen; C = communicatie; KW = kennis en wetenschap; S = samenwerking; O = organisatie; MH = maatschappelijk handelen; P = professioneel gedrag ± niet allemaal verplicht zie Toetsing (minimaal) ∗
23
overigen - verslag gecompliceerd beloop patiënt
-
M, MH, P
-
-
-
S, O M, C, S, O, MH, P
-
overdracht zelfreflectie
Stagebegeleiding
gesprek met stagebegeleider
voor aanvang stage
-
leerdoel stage afspraken stage
halverwege stage
-
bespreken gegevens portfolio beoordeling 7 competenties zelfreflectie afspraken komende periode
einde stage
-
bespreken gegevens portfolio beoordeling 7 competenties leerdoelen behaald? zelfreflectie
§
KPB niet patiënt gebonden / voortgangsgesprek KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden / voortgangsgesprek
actie -
Leerdoelen en afspraken toevoegen aan IOP (door aios)
-
KPB niet patiënt gebonden afspraken toevoegen aan IOP (door aios)
-
KPB niet patiënt gebonden
§
facultatief verplicht
@
24
@
4.7 Stage: Lokatie: Duur: Stagebegeleider:
Gastro-intestinale en oncologische chirurgie basis 2 (GE-oncologie basis 2) GHZ 4 maanden Ottow (Tseng)
Thema’s: in deze stage ligt het accent op de volgende thema’s • Galsteenlijden en icterus (thema 16) • Chronische buikpijnklachten (thema 17) • (Peri-)anale klachten (thema 18) • Passageklachten bovenste tractus digestivus (thema 19) • Passageklachten onderste tractus digestivus (thema 20) • Bloedverlies tractus digestivus (thema 21) • Zwelling extremiteit (weke delen tumor) (thema 23) • Mammatumor (thema 24) • Benigne longpathologie (thema 38) Leermiddelen en opleidingsactiviteiten Operatiekamer, verpleegafdeling, polikliniek, endoscopie-afdeling, overdracht en indicatiebespreking, intern-chirurgische overdracht, MDO mamma en oncologiebespreking, radiologiebespreking, lokaal cursorisch onderwijs en andere lokale onderwijs activiteiten (zie maandprogramma), regionale bijeenkomsten de GE-oncologie betreffend. Eventueel discipline overstijgend onderwijs georganiseerd door Landsteiner instituut, Onderwijs en OpleidingsRegio (OOR) Leiden en LUMC. Operatieve verrichtingen, supervisie verpleegafdeling, (spoed)consulten, poliklinisch spreekuur differentiatie GE-oncologie (één dagdeel) en endoscopisch onderzoek (één dagdeel), eerst verantwoordelijke tijdens interne-chirurgische overdracht/oncologiebespreking, statusvoering. (voor verplicht cursorisch onderwijs en andere niet-patiënt gebonden onderwijs activiteiten opleiding heelkunde (landelijk, regionaal en lokaal) zie bijlage 3)
Competenties en opleidingsactiviteiten (opleidingsplan heelkunde ‘Scherp’ zie GHZ-intern serviceloket chirurgie; thema 16 tot en met 21, 23, 24 en 38; en bijlage 5 van ‘Scherp’ Key Procedures )
Toetsing (minimaal) Lokale kennistoets thema 16 tot en met 19, 21, 23, 24 en 38 (door stagebegeleider; KPB nietµ patiënt gebonden in Vrest) ; 1 case based discussion binnen 3 maanden na beëindiging stage (aanmelden bij planner onderwijs!); 360 graden beoordeling (collega a(n)ios, verpleegkundige, secretariële medewerker; aanvraag bij opleider!) (alleen jaar 3); beoordeling OK verslag (door stagebegeleider)(éénmaal in jaar 3 of 4); 1 referaat (EBM methodiek); zelfreflectie met stagebegeleider. (voor verplichte regionale en landelijke examens, zie opleidingsplan heelkunde ‘Scherp’)
leermiddel operatiekamer overdracht polikliniek verpleegafdeling Endoscopie-afdeling patiëntenbespreking
leerdoel∗ @ Zie Scherp oudste oudste oudste oudste oudste
Groei in rol B-D C-D C-E C-E B-C B-D
µ
meerdere thema’s mogen worden besproken tijdens één toetsingsmoment NB ook aandacht voor niet medische competenties, zie tabel 5 @ zie ook Tabel 6: de verrichtingen voor bepaling competentieniveau D en E voor wat betreft de vaardigheden in het GHZ ∗
25
Werkplek en opleidingsactiviteit operatiekamer - voorbereiding patiënt - operatie - nazorg patiënt - operatieverslag polikliniek - consultatie nieuwe patiënten - Maken behandelplan / regelen opname - bespreking patiënten met supervisor - statusvoering en brief huisarts endoscopie afdeling - endoscopisch onderzoek - nazorg patiënt verpleegafdeling - supervisie overigen - Case Based Discussion - Overdracht - referaat - zelfreflectie
∞
±
Feedback/competenties
Toetsing en portfolio
-
M, C, S, P M, S, P M, C M
-
OSATS OSATS 360 KPB niet patiënt gebonden
-
M, C M, MH, O M, MH, P C, O, MH, P
-
KPB patiënt gebonden KPB patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden
-
M, S, P M, C
-
OSATS 360
-
M, S, MH, P
-
KPB niet patiënt gebonden
-
M, KW S, O KW M, C, S, O, MH, P
-
KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden / voortgangsgesprek
Stagebegeleiding
gesprek met stagebegeleider
voor aanvang stage
-
leerdoel stage afspraken stage
halverwege stage
-
bespreken gegevens portfolio beoordeling 7 competenties zelfreflectie afspraken komende periode
einde stage
-
bespreken gegevens portfolio beoordeling 7 competenties leerdoelen behaald? zelfreflectie
actie -
Leerdoelen en afspraken toevoegen aan IOP (door aios)
-
KPB niet patiënt gebonden afspraken toevoegen aan IOP (door aios)
-
KPB niet patiënt gebonden
§
∞
M = medisch handelen; C = communicatie; KW = kennis en wetenschap; S = samenwerking; O = organisatie; MH = maatschappelijk handelen; P = professioneel gedrag ± niet allemaal verplicht zie Toetsing (minimaal) § facultatief @ verplicht
26
@
4.8 Stage: Lokatie: Duur: Stagebegeleider:
Traumatologie basis 2 GHZ 4 maanden van der Linden (Liem)
Thema’s: in deze stage ligt het accent op de volgende thema’s • Primaire opvang en triage traumapatiënten (thema 33) • Polytrauma (thema 34) • Extremiteitsletsel (thema 35) • Het groeiende skelet en de oudere patiënt (thema 36) • Brandwonden (thema 37) Leermiddelen en opleidingsactiviteiten Operatiekamer, verpleegafdeling, polikliniek, SEH, overdracht en indicatiebespreking, multidisciplinaire traumabespreking, radiologiebespreking, lokaal cursorisch onderwijs en andere lokale onderwijs activiteiten (zie maandprogramma), regionale bijeenkomsten de traumatologie betreffend. Eventueel discipline overstijgend onderwijs georganiseerd door Landsteiner instituut, Onderwijs en OpleidingsRegio (OOR) Leiden en LUMC. Operatieve verrichtingen, supervisie verpleegafdeling, (spoed)consulten, poliklinisch spreekuur differentiatie traumatologie (één dagdeel), gipskamer (één dagdeel), supervisor tijdens de multidisciplinaire traumabespreking, statusvoering. (voor verplicht cursorisch onderwijs en andere niet-patiënt gebonden onderwijs activiteiten opleiding heelkunde (landelijk, regionaal en lokaal) zie bijlage 3)
Competenties (opleidingsplan heelkunde ‘Scherp’ zie GHZ-intern serviceloket chirurgie; thema 33 tot en met 37 en bijlage 5 van ‘Scherp’ Key Procedures )
Toetsing (minimaal) 1 case based discussion binnen 3 maanden na beëindiging stage (aanmelden bij planner onderwijs!) (éénmaal in jaar 3 of 4); 1 Critically Appraised Topic (CAT) binnen 3 maanden na beëindiging stage (aanmelden bij planner onderwijs!)(éénmaal in jaar 3 en 4); zelfreflectie met stagebegeleider. (voor verplichte regionale en landelijke examens, zie opleidingsplan heelkunde ‘Scherp’)
leermiddel operatiekamer overdracht polikliniek verpleegafdeling SEH patiëntenbespreking
leerdoel∗ @ Zie Scherp oudste oudste oudste oudste oudste
Groei in rol B-D C-D C-E C-E B-D B-D
∗
NB ook aandacht voor niet medische competenties, zie tabel 5 zie ook Tabel 6: de verrichtingen voor bepaling competentieniveau D en E voor wat betreft de vaardigheden in het GHZ @
27
Werkplek en opleidingsactiviteit operatiekamer - voorbereiding patiënt - operatie - nazorg patiënt - operatieverslag polikliniek - consultatie nieuwe patiënten - Maken behandelplan / regelen opname - bespreking patiënten met supervisor - statusvoering en brief huisarts verpleegafdeling - supervisie SEH - supervisie overigen - Case Based Discussion - Critical Appraised Topic - overdracht - zelfreflectie
∞
±
Feedback/competenties
Toetsing en portfolio
-
M, C, S, P M, S, P M, C M
-
OSATS OSATS 360 KPB niet patiënt gebonden
-
M, C M, MH, O M, MH, P C, O, MH, P
-
KPB patiënt gebonden KPB patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden
-
M, S, MH, P
-
KPB niet patiënt gebonden
-
M, S, MH, P
-
KPB niet patiënt gebonden
-
M, KW KW S, O M, C, S, O, MH, P
-
KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden / voortgangsgesprek
Stagebegeleiding
gesprek met stagebegeleider
voor aanvang stage
-
leerdoel stage afspraken stage
halverwege stage
-
bespreken gegevens portfolio beoordeling 7 competenties zelfreflectie afspraken komende periode
einde stage
-
bespreken gegevens portfolio beoordeling 7 competenties leerdoelen behaald? zelfreflectie
actie -
Leerdoelen en afspraken toevoegen aan IOP (door aios)
-
KPB niet patiënt gebonden afspraken toevoegen aan IOP (door aios)
-
KPB niet patiënt gebonden
§
∞
M = medisch handelen; C = communicatie; KW = kennis en wetenschap; S = samenwerking; O = organisatie; MH = maatschappelijk handelen; P = professioneel gedrag ± niet allemaal verplicht zie Toetsing (minimaal) § facultatief @ verplicht
28
@
4.9 Stage: Lokatie: Duur: Stagebegeleider:
Vaatchirurgie basis 2 GHZ 4 maanden Waasdorp (Schlejen)
Thema’s: in deze stage ligt het accent op de volgende thema’s • Vasculaire toegangsweg (thema 27) • Chronische veneuze insufficiëntie (thema 28) • Ischemische been (thema 29) • Ischemische arm (thema 30) • Aneurysmatisch vaatlijden (thema 31) Leermiddelen en opleidingsactiviteiten ¥ Operatiekamer, polikliniek, vaatlaboratorium , verpleegafdeling, overdracht en indicatiebespreking, multidisciplinaire vaatbespreking, radiologiebespreking, lokaal cursorisch onderwijs en andere lokale onderwijs activiteiten (zie maandprogramma), regionale bijeenkomsten de vaatchirurgie betreffend. Eventueel discipline overstijgend onderwijs georganiseerd door Landsteiner instituut, Onderwijs en OpleidingsRegio (OOR) Leiden en LUMC. Operatieve verrichtingen, supervisie verpleegafdeling, (spoed)consulten, poliklinisch spreekuur differentiatie vaatchirurgie (één dagdeel), statusvoering. (voor verplicht cursorisch onderwijs en andere niet-patiënt gebonden onderwijs activiteiten opleiding heelkunde (landelijk, regionaal en lokaal) zie bijlage 3)
Competenties (opleidingsplan heelkunde ‘Scherp’ zie GHZ-intern serviceloket chirurgie; thema 26 tot en met 32 en bijlage 5 van ‘Scherp’ Key Procedures)
Toetsing (minimaal) µ Lokale kennistoets thema 27 en 29 (door stagebegeleider; KPB niet-patiënt gebonden in Vrest) , 1 case based discussion binnen 3 maanden na beëindiging stage (aanmelden bij planner onderwijs!) (éénmaal in jaar 3 of 4); 1 Critically Appraissed Topic (CAT) binnen 3 maanden na beëindiging stage (aanmelden bij planner onderwijs!)(éénmaal in jaar 3 en 4); beoordeling OK verslag (door stagebegeleider) (éénmaal in jaar 3 of 4). (voor verplichte regionale en landelijke examens, zie opleidingsplan heelkunde ‘Scherp’)
leermiddel operatiekamer overdracht polikliniek verpleegafdeling patiëntenbespreking
leerdoel∗ @ Zie Scherp oudste oudste oudste oudste
Groei in rol B-D C-D C-E C-E B-D
¥
(eventueel) korte stage meerdere thema’s mogen worden besproken tijdens één toetsingsmoment ∗ NB ook aandacht voor niet medische competenties, zie tabel 5 @ zie ook Tabel 6: de verrichtingen voor bepaling competentieniveau D en E voor wat betreft de vaardigheden in het GHZ µ
29
Werkplek en opleidingsactiviteit operatiekamer - voorbereiding patiënt - operatie - nazorg patiënt - operatieverslag polikliniek - consultatie nieuwe patiënten - Maken behandelplan / regelen opname - bespreking patiënten met supervisor - statusvoering en brief huisarts verpleegafdeling - supervisie overigen - Case Based Discussion - Critical Appraised Topic - overdracht
∞
±
Feedback/competenties
Toetsing en portfolio
-
M, C, S, P M, S, P M, C M
-
OSATS OSATS 360 KPB niet patiënt gebonden
-
M, C M, MH, O M, MH, P C, O, MH, P
-
KPB patiënt gebonden KPB patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden
-
M, S, MH, P
-
KPB niet patiënt gebonden
-
M, KW KW S, O
-
KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden
Stagebegeleiding
gesprek met stagebegeleider
voor aanvang stage
-
leerdoel stage afspraken stage
halverwege stage
-
bespreken gegevens portfolio beoordeling 7 competenties zelfreflectie afspraken komende periode
einde stage
-
bespreken gegevens portfolio beoordeling 7 competenties leerdoelen behaald? zelfreflectie
actie -
Leerdoelen en afspraken toevoegen aan IOP (door aios)
-
KPB niet patiënt gebonden afspraken toevoegen aan IOP (door aios)
-
KPB niet patiënt gebonden
§
∞
M = medisch handelen; C = communicatie; KW = kennis en wetenschap; S = samenwerking; O = organisatie; MH = maatschappelijk handelen; P = professioneel gedrag ± niet allemaal verplicht zie Toetsing (minimaal) § facultatief @ verplicht
30
@
4.10 Stage: Lokatie: Duur: Stagebegeleider:
Differentiatie chirurgische oncologie GHZ 2 jaar Schmitz (Ottow)
Thema’s: in deze stage ligt het accent op de volgende thema’s • Zwelling hoofd/halsgebied volwassenen (thema 2) • Zwelling in de buik (thema 15) • Passageklachten bovenste tractus digestivus (thema 19) • Passageklachten onderste tractus digestivus (thema 20) • Bloedverlies tractus digestivus (thema 21) • Zwelling extremiteit (weke delen tumor) (thema 23) • Mammatumor (thema 24) • Huidtumoren (thema 25) • Maligne longpathologie (thema 39) • Zwellingen thoraxwand/pleura/mediastinum (thema 40) • Zwelling hoofd/halsgebied kind (thema 43) ∞
Leermiddelen en opleidingsactiviteiten Operatiekamer, verpleegafdeling, polikliniek, endoscopie-afdeling, overdracht en indicatiebespreking, interne chirurgische overdracht, MDO mamma en oncologiebespreking, radiologiebespreking, lokaal cursorisch onderwijs en andere lokale onderwijs activiteiten (zie § maandprogramma), regionale/landelijke bijeenkomsten de oncologie betreffend . Eventueel discipline overstijgend onderwijs georganiseerd door Landsteiner instituut, Onderwijs en OpleidingsRegio (OOR) Leiden en LUMC. Operatieve verrichtingen, supervisie verpleegafdeling, (spoed)consulten, poliklinisch spreekuur differentiatie (GE)-oncologie / mammapolikliniek (één dagdeel), endoscopisch onderzoek (één dagdeel), eerst verantwoordelijke tijdens MDO mamma en oncologiebespreking, statusvoering. (voor verplicht cursorisch onderwijs en andere niet-patiënt gebonden onderwijs activiteiten opleiding heelkunde (landelijk, regionaal en lokaal) zie bijlage 3)
Competenties en opleidingsactiviteiten (opleidingsplan heelkunde ‘Scherp’ zie GHZ-intern serviceloket chirurgie; thema 2, 15, 19 tot en met 21, 23 tot en met 25, 39, 40 en 43, en bijlage 5 van ‘Scherp’ Key Procedures)
Toetsing (minimaal) Lokale kennistoets thema 2, 15, 19 tot en met 21, 23 tot en met 25, 39, 40 en 43 (door µ stagebegeleider; KPB niet-patiënt gebonden in Vrest) ; 2 case based discussions (aanmelden bij planner onderwijs!); 2 Critically Appraissed Topic (CAT)(aanmelden bij planner onderwijs!); 2 referaten (EBM methodiek); 4 zelfreflecties met stagebegeleider. (voor verplichte regionale en landelijke examens, zie opleidingsplan heelkunde ‘Scherp’)
leermiddel operatiekamer overdracht polikliniek verpleegafdeling
leerdoel∗ µ@ Zie Scherp differentiatie differentiatie differentiatie
Groei in rol A-E D-E D-E D-E
∞
korte deelstages zijn mogelijk, zoals: medisch oncologie, nucleiare geneeskunde, pathologie, plastische en reconstructieve chirurgie, radiologie, radiotherapie, basiscusus oncologie, chirurgenweek NKI/AvL § tenminste lidmaatschap NVCO, lidmaatschap tumorwerkgroepen IKW, toehoorder oncologiecommissie Groene Hart Ziekenhuis en toehoorder Regionaal Professioneel Netwerk van Oncologisch Chirurgen IKW µ meerdere thema’s mogen worden besproken tijdens één toetsingsmoment ∗ NB ook aandacht voor niet medische competenties, zie tabel 5 µ laparoscopische colonresecties: competentieniveau D @ zie ook Tabel 6: de verrichtingen voor bepaling competentieniveau D en E voor wat betreft de vaardigheden in het GHZ
31
endoscopie-afdeling patiëntenbespreking
differentiatie differentiatie
Werkplek en opleidingsactiviteit operatiekamer - voorbereiding patiënt - operatie polikliniek - consultatie nieuwe patiënten - maken behandelplan / regelen opname - bespreking patiënten met supervisor - statusvoering en brief huisarts endoscopie afdeling - endoscopisch onderzoek verpleegafdeling - supervisie overigen - Case Based Discussion - Critical Appraised Topic - overdracht - referaat - zelfreflectie
C-D D-E
∞
±
Feedback/competenties
Toetsing en portfolio
-
M, C, S, P M, S, P
-
OSATS OSATS
-
M, C M, MH, O M, MH, P C, O, MH, P
-
KPB patiënt gebonden KPB patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden
-
M, S, P
-
OSATS
-
M, S, MH, P
-
KPB niet patiënt gebonden
-
M, KW KW S, O KW M, C, S, O, MH, P
-
KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden / voortgangsgesprek
Stagebegeleiding
gesprek met stagebegeleider
voor aanvang stage
-
leerdoel stage afspraken stage
na 6, 12, 18 maanden
-
bespreken gegevens portfolio beoordeling 7 competenties zelfreflectie afspraken komende periode
einde stage
-
bespreken gegevens portfolio beoordeling 7 competenties leerdoelen behaald? zelfreflectie
actie -
Leerdoelen en afspraken toevoegen aan IOP (door aios)
-
KPB niet patiënt gebonden afspraken toevoegen aan IOP (door aios)
-
KPB niet patiënt gebonden
§
∞
M = medisch handelen; C = communicatie; KW = kennis en wetenschap; S = samenwerking; O = organisatie; MH = maatschappelijk handelen; P = professioneel gedrag ± niet allemaal verplicht zie Toetsing (minimaal) § facultatief @ verplicht
32
@
4.11 Stage: Lokatie: Duur: Stagebegeleider:
Differentiatie traumatologie GHZ 2 jaar van der Linden (Liem)
Thema’s: in deze stage ligt het accent op de volgende thema’s • Primaire opvang en triage van traumapatiënten (thema 33) • Polytrauma (thema 34) • Extremiteitsletsel (thema 35) • Het groeiende skelet en de oudere patiënt (thema 36) • Brandwonden (thema 37) • Benigne longpathologie (thema 38) ∞
Leermiddelen en opleidingsactiviteiten Operatiekamer, verpleegafdeling, polikliniek, SEH, overdracht en indicatiebespreking, multidisciplinaire traumabespreking, radiologiebespreking, lokaal cursorisch onderwijs en andere lokale onderwijs activiteiten (zie maandprogramma), regionale/landelijke bijeenkomsten de § traumatologie betreffend . Eventueel discipline overstijgend onderwijs georganiseerd door Landsteiner instituut, Onderwijs en OpleidingsRegio (OOR) Leiden en LUMC. Operatieve verrichtingen, supervisie verpleegafdeling, (spoed)consulten, poliklinisch spreekuur differentiatie traumatologie (één dagdeel), supervisor multidisciplinaire traumabespreking, statusvoering. (voor verplicht cursorisch onderwijs en andere niet-patiënt gebonden onderwijs activiteiten opleiding heelkunde (landelijk, regionaal en lokaal) zie bijlage 3)
Competenties en opleidingsactiviteiten (opleidingsplan heelkunde ‘Scherp’ zie GHZ-intern serviceloket chirurgie; thema 33 tot en met 38, en bijlage 5 van ‘Scherp’ Key Procedures)
Toetsing (minimaal) Lokale kennistoets thema 33 tot en met 38 (door stagebegeleider; KPB niet-patiënt gebonden in µ Vrest) ; 2 case based discussions (aanmelden bij planner onderwijs!); 2 Critically Appraissed Topic (CAT)(aanmelden bij planner onderwijs!); 2 referaten (EBM methodiek); 4 zelfreflecties met stagebegeleider. (voor verplichte regionale en landelijke examens, zie opleidingsplan heelkunde ‘Scherp’)
leermiddel operatiekamer overdracht polikliniek SEH verpleegafdeling patiëntenbespreking
leerdoel∗ @ Zie Scherp differentiatie differentiatie differentiatie differentiatie differentiatie
Groei in rol A-E D-E D-E D-E D-E D-E
∞
korte deelstages zijn mogelijk, zoals: orthopedie, plastische chirurgie tenminste lidmaatschap NVvT, TOWN µ meerdere thema’s mogen worden besproken tijdens één toetsingsmoment ∗ NB ook aandacht voor niet medische competenties, zie tabel 5 @ zie ook Tabel 6: de verrichtingen voor bepaling competentieniveau D en E voor wat betreft de vaardigheden in het GHZ §
33
Werkplek en opleidingsactiviteit operatiekamer - voorbereiding patiënt - operatie polikliniek - consultatie nieuwe patiënten - maken behandelplan / regelen opname - bespreking patiënten met supervisor - statusvoering en brief huisarts SEH - supervisie verpleegafdeling - supervisie overigen - Case Based Discussion - Critical Appraised Topic - overdracht - referaat - zelfreflectie
∞
±
Feedback/competenties
Toetsing en portfolio
-
M, C, S, P M, S, P
-
OSATS OSATS
-
M, C M, MH, O M, MH, P C, O, MH, P
-
KPB patiënt gebonden KPB patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden
-
M, S, MH, P
-
KPB niet patiënt gebonden
-
M, S, MH, P
-
KPB niet patiënt gebonden
-
M, KW KW S, O KW M, C, S, O, MH, P
-
KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden / voortgangsgesprek
Stagebegeleiding
gesprek met stagebegeleider
voor aanvang stage
-
leerdoel stage afspraken stage
na 6, 12, 18 maanden
-
bespreken gegevens portfolio beoordeling 7 competenties zelfreflectie afspraken komende periode
einde stage
-
bespreken gegevens portfolio beoordeling 7 competenties leerdoelen behaald? zelfreflectie
actie -
Leerdoelen en afspraken toevoegen aan IOP (door aios)
-
KPB niet patiënt gebonden afspraken toevoegen aan IOP (door aios)
-
KPB niet patiënt gebonden
§
∞
M = medisch handelen; C = communicatie; KW = kennis en wetenschap; S = samenwerking; O = organisatie; MH = maatschappelijk handelen; P = professioneel gedrag ± niet allemaal verplicht zie Toetsing (minimaal) § facultatief @ verplicht
34
@
4.12 Lijnleren: Lokatie: Duur: Stagebegeleider:
Dienst GHZ 6 jaar Schmitz (van der Linden)
Thema’s: het accent op de volgende thema’s • Intensieve zorg (thema 3) • Perioperatieve zorg en post operatieve complicaties (thema 4) • Vastleggen en overdragen (thema 5) • Chirurgische infecties (thema 9) • Diepe veneuze trombose (thema 13) • Galsteenlijden en icterus (thema 16) • (Peri-)anale klachten (thema 18) • Passageklachten onderste tractus digestivus (thema 20) • Bloedverlies tractus digestivus (thema 21) • Acute buik (thema 22) • Ischemisch been (thema 29) • Aneurysmatisch vaatlijden (thema 31) • Primaire opvang en triage van traumapatiënten (thema 33) • Extremiteitsletsel (thema 35) • Brandwonden (thema 37) Leermiddelen en opleidingsactiviteiten Verpleegafdeling, intensive care, SEH, operatiekamer en overdracht. Consultatie opgenomen patiënten, consultatie nieuwe patiënten op de SEH, statusvoering en ontslagbrief, maken behandelplan en regelen opname, operatieve verrichtingen. Competenties (opleidingsplan heelkunde ‘Scherp’ zie GHZ-intern serviceloket chirurgie)
Toetsing (minimaal) Overdracht en zelfreflectie met stagebegeleider ten minste 3 van ieder in de eerste 2 jaar.
leermiddel verpleegafdeling intensive care SEH operatiekamer overdracht
Jaar 1 en 2 (leerdoel)∗ A - C (jongste) A - C (jongste) A - C (jongste) A - C (jongste)
Jaar 3 en 4 (leerdoel) C - E (achterwacht) § C - E (achterwacht) C - E (achterwacht) @ Zie Scherp C - E (achterwacht)
µ
Jaar 5 en 6 (leerdoel) D - E (achterwacht) D - E (achterwacht) D - E (achterwacht) Zie Scherp D - E (achterwacht)
∗
NB ook aandacht voor niet medische competenties, zie tabel 5 Achterwachtdienst start om 11.45 uur met multidisciplinaire bespreking intensive care § tevens consulent intensive care @ zie ook Tabel 6: de verrichtingen voor bepaling competentieniveau D en E voor wat betreft de vaardigheden in het GHZ µ
35
Werkplek en opleidingsactiviteit
Feedback/competenties
Toetsing en portfolio
±
∞
operatiekamer - voorbereiding patiënt - operatie overigen - bespreking patiënt met dienstdoend chirurg - overdracht - zelfreflectie
-
M, C, S, P M, S, P
-
OSATS OSATS
-
M, MH, P S, O M, C, S, O, MH, P
-
KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden KPB niet patiënt gebonden / voortgangsgesprek
∞
M = medisch handelen; C = communicatie; KW = kennis en wetenschap; S = samenwerking; O = organisatie; MH = maatschappelijk handelen; P = professioneel gedrag ± niet allemaal verplicht zie Toetsing (minimaal)
36
±
Tabel 1: Schema opleiding
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
©
Stage SEH
Stage GE -oncologie basis 1
∞¥
@
Jaar 4
©
Stage traumatologie basis 2
Jaar 5
Jaar 6
©
Stage traumatologie basis 2
Differentiatie ©
Stage vaatchirurgie basis 1
¥
Stage zaal
©
Stage traumatologie basis 1
Stage ICU
µ
©
Stage vaatchirurgie basis 2
©
Stage GE -oncologie basis 2
§
©
Stage vaatchirurgie basis 2
(traumatologie of Gastro-intestinale chirurgie of chirurgische oncologie)
©
Stage GE -oncologie basis 2
±
twee van de zes jaren worden verzorgd door LUMC (regio 3); zie derhalve ook opleidingsplan LUMC - heelkunde Tijdens (een gedeelte van) de differentiatie periode wordt de functie van klinisch planner verricht (inplannen operaties, bijstellen werkverdeling gedurende de dag, roostering en/of logistiek begeleiden van acute klinische problemen; mag eventueel in het vierde jaar) ∞ er is in het Groene Hart Ziekenhuis een verplichte algemene introductie en voor a(n)ios, die werkzaam zullen zijn op de SEH; een verplichte cursus ABCDE en reanimatie inclusief toetsing ¥ maximaal vier maanden © Als onderdeel van de opleiding tot (algemeen) chirurg (nadruk op stagethema’s) § Als onderdeel van de opleiding tot (algemeen) chirurg (nadruk op differentatiethema’s) µ vier maanden @
37
Tabel 2: matrix thema, themaverantwoordelijke en kennis toetsing GHZ
¥
¥
1 2 3 4
Thema Zwelling of defect buikwand Zwelling hoofd/halsgebied Intensieve zorg Perioperatieve zorg en postoperatieve complicaties
Verantwoordelijke Ottow (Schmitz) Tseng (Schmitz) Schmitz (van der Linden) Ottow (Schmitz)
5 6 7
Vastleggen en overdragen Opleiding Wetenschap
Schmitz (Ottow) Schmitz (van der Linden) Schmitz (Swank)
8 9
Wondbehandeling Chirurgische infecties
van Gent (Schlejen) Ottow (Schmitz)
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29
Chronische handafwijkingen Huidverplaatsing en -transplantatie Kleine niet-complexe chirurgie Diepe veneuze trombose Morbide obesitas Zwelling in de buik Galsteenlijden en icterus Chronische buikpijnklachten (Peri-)anale klachten Passageklachten bovenste tractus digestivus Passageklachten onderste tractus digestivus Bloedverlies tractus digestivus Acute buik Zwelling extremiteit (weke delen tumor) Mammatumor Huidtumoren Cerebrovasculaire pathologie Vasculaire toegangsweg Chronische veneuze insufficiëntie Ischemisch been
Liem (van der Linden) van Gent (Schlejen) Van Gent (Schmitz) Schmitz (Gent) Swank (Tseng) Ottow (Schmitz) Tseng (Swank) Swank (Ottow) Tseng (Ottow) Swank (Tseng) Tseng (Schmitz) Ottow (Schmitz) Schmitz (Tseng) Schmitz (Ottow) Ottow (van der Linden) Schmitz (Ottow) Schlejen (van Gent) van Gent (Schlejen) van Gent (Schlejen) van Gent (Schlejen)
Jaar 1 en 2 X (zaal)
Jaar 3 en 4
Jaar 5 en 6
X (GE-onco)
X (onco-diff)
IOP (elke 3 mnd) IOP (elke 3 mnd) CAT 4 X X
IOP (elke 3 mnd) IOP (elke 3 mnd) CAT 1
X (ICU) X/X (zaal & ICU) IOP (elke 3 mnd) IOP (elke 3 mnd) CAT 2 X X/X (zaal & ICU) X
X X (zaal) X (zaal) X (GE-onco) X (GE-onco) X (GE-onco) X (GE-onco) X (GE-onco) X (zaal) X (GE-onco) X (zaal) X (vaat) X (vaat)
X X (GE-onco) X (GE-onco) X (GE-onco) X (GE-onco) X (GE-onco) X (GE-onco) X (GE-onco) X (GE-onco)
X (vaat) X (vaat)
X (GE-diff) X (GE-onco-diff) X (GE-diff) X (GE-diff) X (GE-diff) X (GE-onco-diff) X (GE-onco-diff) X (GE-onco-diff) X (onco-diff) X (onco-diff) X (onco-diff) X (vaat-diff) X (vaat-diff) X (vaat-diff) X (vaat-diff)
meerdere thema’s mogen worden besproken tijdens één toetsingsmoment
38
30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 • • • • • • • • • • • •
Ischemische arm Aneurysmatisch vaatlijden Vasculaire varia Primaire opvang en triage van traumapatienten Polytrauma Extremiteitsletsel Het groeiende skelet en de oudere patiënt Brandwonden Benigne longpathologie Maligne longpathologie Zwellingen thoraxwand/pleura/mediastinum Zwelling lies/externe genitalia kind Peri-operatieve zorg bij kinderen Zwelling hoofd/halsgebied kind Speciële kinderchirurgie
Schlejen (van Gent) Schlejen (van Gent) Schlejen (van Gent) Liem (van der Linden) Liem (van der Linden) van der Linden (Liem) van der Linden (Liem) Liem (Schlejen) van der Linden (Schlejen) van der Linden (Schlejen) van der Linden (Schlejen) Schmitz (van der Linden) Schmitz (van der Linden) Schmitz (Tseng) Schmitz (van der Linden)
X (vaat) X (SEH) X (SEH) X (trauma) X (trauma) X (SEH) X (GE-onco)
X (vaat-diff) X (vaat-diff) X (vaat-diff) (X-trauma-diff) (X-trauma-diff) (X-trauma-diff) (X-trauma-diff) (X-trauma-diff) (X-trauma-diff) X (onco-diff) X (onco-diff)
X X (zaal) X (onco-diff) X
X = verplicht toetsingsmoment theorie (KPB niet-patient gebonden (Vrest)) (SEH) = tijdens stage SEH (ICU) = tijdens stage intensive care (zaal) = tijdens zaalstage (GE-onco) = tijdens stage GE-oncologie basis (vaat) = tijdens stage vaatchirurgie basis (trauma) = tijdens stage traumatologie basis (onco-diff)/(GE-onco-diff) = tijdens differentiatie chirurgische oncologie (vaat-diff) = tijdens differentiatie vaatchirurgie (trauma-diff) = tijdens differentiatie traumatologie IOP = Individueel OpleidingsPlan CAT = Critically Appraised Topic
39
Tabel 3 (versie mei 2012): verplicht cursorisch onderwijs en andere niet-patiënt gebonden onderwijs activiteiten opleiding heelkunde (landelijk, regionaal en lokaal) Jaar 1 Skills 3
laparoscopic basic
Jaar 4
advanced laparscopic (OCEH)
endovasculaire technieken / vaathechtingen / darmnaden / osteosynthese
LISA
LISA
LISA
4
Communicatie Deel 2 stralingsbescherming
Osteosynthese (bv AObasis/weke delen, AOID) Basiscursus vaatnaden Klinisch onderwijskunde
MOD cursus Evidence Based Medicine
Management en zorg Medische ethiek
basiscursus AO Trauma 6 SEOHS
CASH 2
CASH 2
CASH 3
Verplicht onderwijs regionaal
ATLS 5 FCCS professionaliteit Communicatie Deel 1 Competentiegericht opleiden CASH 1.1 CASH 1.2 Onco
6
Jaar 5/6
LISA
LISA
Regionaal en landelijk congres
Jaar 3
6
Anatomie
Verplicht onderwijs landelijk
Jaar 2
6
6
Regionale refereeravonden; chirurgendagen en najaarsvergadering van de NVvH Differentiatiecursussen≈
Keuze onderwijs¥ Lokaal cursorisch onderwijs7
6
Volgens maandschema afdeling heelkunde GHZ
4
Advanced Trauma Life Support Fundamental Critical Care Support 6 Symposium Experimenteel Onderzoek Heelkundige Specialismen ¥ wordt geadviseerd ≈ Differentiatiecursus/congres in overleg met stagebegeleider (in individueel opleidingsplan kan opleider een cursus- of congresverplichting opleggen) 7 Bijlage 2 6 LISA: Jaar 1: 2 dagdelen. Jaar 2: 2 dagdelen. Jaar 3: 1,5 dagdeel. Jaar 4: 1,5 dagdeel. Jaar 5: 1,5 dagdeel. Jaar 6: geen 5
40
Opmerkingen: verplicht onderwijs mag naar voren gehaald worden OTC basis cursus intra-medullaire osteosynthese via http://www.otc-nederland.nl/ Basic Laparoscopic Skills via http://www.erasmusmc.nl/skillscentrum/skillslab/ AO Nederland: Fractuurbehandeling en weke delen benadering via http://www.erasmusmc.nl/skillscentrum/skillslab/ OCEH laparoscopie cursus via http://www.nvec.nl/opleidingen/chirurgie/ Advanced Suturing Course via http://www.vumc.nl/afdelingen/PAOG/Laparoscopiecursus/ aios aanbod regionaal, cursus communicatie, professionaliteit, Evidence Based Medicine, medische ethiek, management en zorg, Teach the Clinical Teachers en stralingsbeschermingscursus via www.boerhave.net ATLS via www.atls.nl FCCS via www.fccs.nl SEOHS via www.seohs.nl MOD cursus = masterclass chirurgische aspecten orgaanuitname voor chirurgen via www.transplantatiestichting.nl CASH= Cursorisch onderwijs AIOS Heelkunde (CASH). http://www.congresscompany.com LISA=Lowlands Institute of Surgical and Applied Anatomy http://www.erasmusmc.nl/SkillsLab/cursus/LISA/3658457/?lang=en
Regionaal skillslab onderwijs via skillslab heelkunde LUMC: http://www.lumc.nl/con/2090/82566/86616/90121035529185/86618/ Specialistencursus via www.heelkunde.nl
41
Tabel 4: matrix thema en onderwijzen
¥
¥
1 2 3
Thema Zwelling of defect buikwand Zwelling hoofd/halsgebied Intensieve zorg
Verantwoordelijke Ottow (Schmitz) Tseng (Schmitz) Schmitz (van der Linden)
Jaar 3 en 4 Onderwijs co-ass
4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31
Perioperatieve zorg en postoperatieve complicaties Vastleggen en overdragen Opleiding Wetenschap Wondbehandeling Chirurgische infecties Chronische handafwijkingen Huidverplaatsing en -transplantatie Kleine niet-complexe chirurgie Diepe veneuze trombose Morbide obesitas Zwelling in de buik Galsteenlijden en icterus Chronische buikpijnklachten (Peri-)anale klachten Passageklachten bovenste tractus digestivus Passageklachten onderste tractus digestivus Bloedverlies tractus digestivus Acute buik Zwelling extremiteit (weke delen tumor) Mammatumor Huidtumoren Cerebrovasculaire pathologie Vasculaire toegangsweg Chronische veneuze insufficiëntie Ischemisch been Ischemische arm Aneurysmatisch vaatlijden
Ottow (Schmitz) Schmitz (Ottow) Schmitz (van der Linden) Schmitz (Swank) van Gent (Schlejen) Ottow (Schmitz) Liem (van der Linden) van Gent (Schlejen) Van Gent (Schmitz) Schmitz (Gent) Swank (Tseng) Ottow (Schmitz) Tseng (Swank) Swank (Ottow) Tseng (Ottow) Swank (Tseng) Tseng (Schmitz) Ottow (Schmitz) Schmitz (Tseng) Schmitz (Ottow) Ottow (van der Linden) Schmitz (Ottow) Schlejen (van Gent) van Gent (Schlejen) van Gent (Schlejen) van Gent (Schlejen) Schlejen (van Gent) Schlejen (van Gent)
Onderwijs co-ass
Jaar 5 en 6
Onderwijs co-ass (typisch klinische situatie)
Onderwijs co-ass Onderwijs co-ass Onderwijs co-ass
Onderwijs co-ass
Onderwijs co-ass Onderwijs co-ass Onderwijs co-ass Onderwijs co-ass Onderwijs co-ass Onderwijs co-ass Onderwijs co-ass
Onderwijs co-ass Onderwijs co-ass Onderwijs co-ass Onderwijs co-ass Onderwijs co-ass Onderwijs co-ass Onderwijs co-ass Onderwijs co-ass Onderwijs co-ass Onderwijs co-ass
toetsing door visitechirurg (KPB niet patiënt gebonden)
42
32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 • • • • • •
Vasculaire varia Primaire opvang en triage van traumapatienten Polytrauma Extremiteitsletsel Het groeiende skelet en de oudere patiënt Brandwonden Benigne longpathologie Maligne longpathologie Zwellingen thoraxwand/pleura/mediastinum Zwelling lies/externe genitalia kind Peri-operatieve zorg bij kinderen Zwelling hoofd/halsgebied kind Speciële kinderchirurgie de
Schlejen (van Gent) Liem (van der Linden) Liem (van der Linden) van der Linden (Liem) van der Linden (Liem) Liem (Schlejen) van der Linden (Schlejen) van der Linden (Schlejen) van der Linden (Schlejen) Schmitz (van der Linden) Schmitz (van der Linden) Schmitz (Tseng) Schmitz (van der Linden)
Onderwijs co-ass Onderwijs co-ass Onderwijs co-ass Onderwijs co-ass Onderwijs co-ass Onderwijs co-ass Onderwijs co-ass Onderwijs co-ass Onderwijs co-ass Onderwijs co-ass
de
Stage klinische planner is verplicht voor alle 5 en 6 jaars en mag in het vierde jaar worden verricht de de Onderwjjs co-assistent (rood): verplicht voor alle 5 en 6 jaars Onderwijs co-assistent (blauw): in overleg met differentiatiebegeleider gastro-intestinale en oncologische chirurgie; minimaal 2 keer Onderwijs co-assistent (geel): in overleg met differentiatiebegeleider vaatchirurgie en oncologische chirurgie; minimaal 2 keer Onderwijs co-assistent (groen): in overleg met differentiatiebegeleider traumatologie; minimaal 2 keer In jaar 5 of 6 mag onderwijs co-assistent onderwijs aan verpleegkundigen of voordracht voor bijvoorbeeld patiëntenvereniging zijn (in overleg met stagebegeleider)
43
Tabel 5: Eindtermen Competenties (naast Medisch Handelen) per fase Verpleegafdeling communicatie
samenwerking organisatie professionaliteit
Jaar 1 en 2 - tijdens visite zelfstandig - familie zelfstandig - slecht nieuwsgesprek onder supervisie - overleg verpleging en anderen zelfstandig - organisatie afdeling zelfstandig - zelfstandig
Jaar 3 en 4 - slecht nieuwsgesprek zelfstandig
Jaar 5 en 6 - superviseert
- zoals jaar 1 en 2 - zoals jaar 1 en 2 - zoals jaar 1 en 2
- superviseert - superviseert - superviseert
Jaar 3 en 4 - slecht nieuwsgesprek zelfstandig
Jaar 5 en 6 - superviseert
- zoals jaar 1 en 2 - zoals jaar 1 en 2 - zoals jaar 1 en 2
- superviseert - superviseert - superviseert
Jaar 3 en 4 - zoals jaar 1 en 2 - superviseert
Jaar 5 en 6 - superviseert - leidt bespreking
- superviseert
- leidt discussie probleem
Jaar 3 en 4 - zoals jaar 1 en 2 - superviseert
Jaar 5 en 6 - superviseert - leidt bespreking
- superviseert
- leidt discussie probleem
Polikliniek communicatie
samenwerking organisatie professionaliteit
Jaar 1 en 2 - bezoekt patiënt zelfstandig - familie zelfstandig - slecht nieuwsgesprek onder supervisie - overleg verpleging en anderen zelfstandig - organisatie eigen poli zelfstandig - zelfstandig
Overdracht en indicatiebespreking Kennis en wetenschap organisatie professionaliteit
Jaar 1 en 2 - kan casus presenteren en becommentariëren - vlotte zakelijke overdracht - in dienst goede timing - zelfstandig
Probleemoplossende besprekingen Kennis en wetenschap organisatie professionaliteit
Jaar 1 en 2 - kan casus presenteren en becommentariëren - vlotte zakelijke overdracht - in dienst goede timing - zelfstandig
44
Tabel 6: De verrichtingen voor bepaling competentieniveau D en E voor wat betreft de vaardigheden in het GHZ Voor het behalen van het D- en E-competentie niveau voor wat betreft de vaardigheden dienen twee leden van de opleidingsgroep dit niveau te bevestigen en te documenteren in een OSATS (in Vrest) onder aandachtspunten. Vervolgens dient een theorietoets met goed gevolg te zijn afgelegd bij de verantwoordelijke van het thema waar deze verrichting onder valt (KPB; niet-patiënt gebonden in Vrest). Op initiatief van de verantwoordelijke van het betreffende thema zal de eerst volgende vakgroepvergadering de D- en E competentie worden vastgesteld.
Kleine niet-complexe chirurgie (onder lokale verdoving) Lies- of femoraalbreuk bij volwassenen (open) Buikwanddefect, geen lies- of femoraalbreuk (open) Buikwanddefect, geen lies- of femoraalbreuk (laparoscopisch) Hemithyreoidectomie Vasculaire toegang (Port-a-cath) AV fistel Varices (EVLT) Varices (excerese VSM of VSP) Boven- of onderbeenamputatie Herstel achillespeesruptuur Onbloedige repositie en immobilisatie Thoraxdrainage Osteosynthese olecranon/patella Osteosynthese onderarmsfractuur Osteosynthese distale radius Osteosynthese proximale femur Osteosynthese femur- of tibiaschacht Oseosynthese enkel Niet complexe perianale problematiek (Laparoscopische) appendectomie Laparoscopische cholecystectomie Maagperforatie Hemicolectomie rechts Sigmoidresectie Laparoscopische colectomie Hartmann procedure Low anterior resectie/APR Opheffen stoma Sigmoidoscopie Proctoscopie/RBL Mammasparende behandeling Mamma ablatieve therapie Okseldissectie Liesbreuk kind Orchidopexie Torsio testis Mediane en laterale halscyste
van Gent (Schmitz) Ottow (Schmitz) Ottow (Schmitz) Schmitz (Tseng) Tseng (Schmitz) van Gent (Schlejen) van Gent (Schlejen) van Gent (Schlejen) van Gent (Schlejen) van Gent (Schlejen) van der Linden (Liem) van der Linden (Liem) van der Linden (Liem) van der Linden (Liem) van der Linden (Liem) van der Linden (Liem) van der Linden (Liem) van der Linden (Liem) van der Linden (Liem) Tseng (Ottow) Tseng (Schmitz) Tseng (Schmitz) Swank (Tseng) Tseng (Schmitz) Ottow (Schmitz) Tseng (Schmitz) Ottow (Schmitz) Tseng (Schmitz) Ottow (Schmitz) Schmitz (Ottow) Tseng (Ottow) Ottow (Linthorst) Ottow (Linthorst) Ottow (Linthorst) Schmitz (van der Linden) Schmitz (van der Linden) Schmitz (van der Linden) Schmitz (Tseng)
____________________________________________________________________________________________________________ Pagina 45 van 56
Bestemd voor: • Artsen en medisch specialisten van de afdeling chirurgie en intensive care Gerelateerde documenten:
Auteur: R.F. Schmitz Autorisatie: R.F. Schmitz, chirurg en opleider Aantal kopieën en plaats kopieën: Publicatie op GHZ Intern
Gebaseerd op: • Lokaal opleidingsplan heelkunde GHZ Introductie portfolio en structuur Individueel OpleidingsPlan (IOP) GHZ Doel portfolio Het portfolio is een instrument dat door de Medisch Specialisten Registratie Commissie/CCMS is gekozen als verplicht leermiddel voor de medische vervolgopleidingen. Het is hierbij meer dan een map met gegevens. Het is bedoeld om voor de aios en opleider de opleiding te structureren, om de aios aan te zetten tot zelfreflectie en actief leren en om de voortgang te volgen en zo nodig bij te sturen in de opleiding. Tot slot heeft het portfolio een logboekfunctie. Er wordt beoordeeld aan de hand van de gestelde opleidingseisen. Kort gezegd kan door het verzamelen van (verplichte) documentatie een evenwichtig en veelzijdig beeld gegeven worden van de voortgang van de aios voor zowel de aios zelf als de opleider waardoor beiden beter in staat zullen zijn de opleiding te sturen. In het het Groene Hart Ziekenhuis wordt voor de opleiding heelkunde gebruik gemaakt van een webbased elektronisch portfolio (Vrest). (voor toegang zie GHZ-intern serviceloketchirurgie) Zelfsturend leren Basis van werken met een portfolio is dat de aios zelf stuurt in wat te leren. Dit kan gedaan worden door middel van de cyclus van ervaringsleren waarbij naar aanleiding van ervaringen in de praktijk wordt teruggeblikt, essentiële elementen worden benoemd, een nieuw plan van aanpak wordt gemaakt, waarna weer nieuwe ervaringen ontstaan. Het plan van aanpak wordt ook wel Individueel OpleidingsPlan (IOP) genoemd. Belangrijk is dat de formulering hierin SMART geformuleerd wordt (specifiekmeetbaar-acceptabel-realiseerbaar-tijdsgebonden) oftewel hoe ga ik het precies aanpakken (haalbaar doel), binnen welk tijdsbestek en hoe ga ik het toetsen. Competenties Er zijn zeven competentiegebieden met in het totaal 28 algemene competenties zoals omschreven in het Kaderbesluit: medisch handelen, communicatie, samenwerken, kennis en wetenschap, maatschappelijk handelen, organiseren, professionaliteit. Deze zeven CanMEDS competenties zijn de basis van het portfolio. Voor de heelkunde zijn deze competenties aangevuld en geconcretiseerd tot 36 specifieke competenties. Iedere aios dient aan het eind van zijn opleiding deze algemene en heelkundige competenties te beheersen. Daartoe zal de aios zichzelf beoordelen en bijsturen evenals de opleider. Tijdens de voortgangsgesprekken dienen de competenties als agendapunten. Rol aios Het is de bedoeling dat de aios zelf een optimale invulling zoekt van het portfolio. Het portfolio is eigendom van de aios, de aios bepaalt wie tot welke onderdelen toegang heeft. Het initiatief hoort bij de aios te liggen, zowel voor de zelfontwikkeling, de beoordelingen en de overige documentatie zoals beschreven in de verschillende hoofdstukken van het portfolio. Door te investeren in het portfolio investeert de aios in de eigen voortgang en ontwikkeling tijdens de opleiding. Rol opleider De opleider hoort te motiveren tot adequaat portfolio gebruik. Door het portfolio als agenda te gebruiken voor de voortgangsgesprekken kan een evenwichtiger en veelzijdiger beeld van de aios verkregen worden en kan op een meer gegronde manier bijgestuurd en beoordeeld worden. Daarnaast is de opleider per competentie rolmodel, onderwijzer, bewaker van de voortgang en verantwoordelijk voor een adequate opleidingssituatie voor de aios. ____________________________________________________________________________________________________________ Pagina 46 van 56
Het portfolio als instrument Dit portfolio is een werkstuk dat continu in beweging is doordat er steeds gegevens aan toegevoegd worden. Daarnaast is de implementatie van het portfolio nog niet voltooid zoals bedoeld is in het opleidingsplan. Er zullen in de komende jaren mogelijk meer documenten aan het portfolio worden toegevoegd. Een aantal onderdelen zijn verplicht, een aantal facultatief, een aantal nog niet beschikbaar.
Structuur Individueel Opleidingsplan (IOP) als onderdeel van het portfolio De aios maakt voor aanvang van een stage een IOP en bespreekt dit met de stagebegeleider. In het IOP dient de aios de volgende elementen te beschrijven: • Samenvatting eerder behaalde bekwaamheidsniveau’s Medisch Handelen • Samenvatting behaalde niveau algemene competenties • Schema vaardigheidsniveau Key Procedures en vooral die relevant voor betreffende stage, vergeleken met de niveau’s van SCHERP en een kolom met het te behalen niveau in de betreffende stage • Beschrijving te behalen functioneringsniveau van opleidingsactiviteiten (bijv omtrent mate van zelfstandigheid van visitelopen) • Beschrijving wensen bijzondere activiteiten / leerdoelen
____________________________________________________________________________________________________________ Pagina 47 van 56
Onderstaande figuur geeft de globale structuur weer van hoe de aios en opleider tot een individuele IOP komen. (in blauw gesprekken met de opleider)
Introductie stage: - Stagebeschrijving bespreken - Niveau aios (key-procedures, competenties) - Leerdoelen nav relevante thema’s - Aandachtspunten benoemen - Overige verwachtingen - Vastleggen in IOP
IOP stage
Halverwege stage - Thema’s: voortgang en niveau - Verrichtingen – OSATS - KPB’s - Operatieverslagen - Besprekingen - Opleidingsklimaat Bijstellen/afspreken: - Thema’s - Leerdoelen/niveaus/keyprocedures - Feedback en toetsing - IOP - bijstelling
Uitvoering IOP: - Thema’s - Leerdoelen - Feedback en toetsing: OSATS, KPB’s, verslagen, 360 fb, CAT - Onderwijs
IOP volgende stage
Einde stage: - Thema’s: behaald niveau - Verrichtingen – OSATS - KPB’s - Operatieverslagen - Besprekingen - Persoonlijke aandachtspunten volgende stage - Opleidingsklimaat -
Bijstelling IOP volgende stage
____________________________________________________________________________________________________________ Pagina 48 van 56
Individueel opleidingsplan
Naam
Groene Hart Ziekenhuis Gouda
____________________________________________________________________________________________________________ Pagina 49 van 56
Inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
1.
Curriculum Vitae (kan ook in Vrest) Opleidingsschema (kan ook als document worden toegevoegd in Vrest) Ambities en plan van aanpak (competentiegewijs volgens CanMEDS) Cursussen, congressen en symposia (kan ook in Vrest) Voordrachten (kan ook in Vrest) Artikelen (kan ook in Vrest) Wetenschappelijke activiteiten (kan als document worden toegevoegd in Vrest) Stagebeschrijvingen met competentiegewijze reflectie (CanMEDS). Reflectievoortgangsgesprekken (competentiegewijs volgens CanMEDS) Standaard agenda voortgangsgesprek/geschiktheidsbeoordeling
Curriculum Vitae
PERSONALIA Naam Voornamen Adres Postcode Woonplaats
Telefoon Email Geboren Geslacht Nationaliteit
OPLEIDINGEN en CURSUSSEN
WERKERVARING
NEVENACTIVITEITEN
____________________________________________________________________________________________________________ Pagina 50 van 56
2.
Opleidingsschema
Start
3.
Eind
Kliniek
Opleider
Ambities
Medisch handelen Communicatie Samenwerking Kennis en wetenschap Organisatie en bestuurlijk Maatschappelijk handelen Professionaliteit
4.
Cursussen, congressen en symposia
Verplichte cursussen 1e jaar Cursus
Dagdelen
Datum
Kosten
Status
Overig
5.
Voordrachten
6.
Gepubliceerde artikelen
7.
Wetenschappelijke activiteiten
8.
Stages + doelstellingen
____________________________________________________________________________________________________________ Pagina 51 van 56
Start
Eind
Jaar
Stage
Begeleider
Naam stage Datum voorbespreking: Leerdoelen/afspraken:
Datum tussenbespreking (facultatief): Leerdoelen/afspraken:
Datum eindbespreking: Leerdoelen behaald?: Leerdoelen komende periode: Zelfreflectie (ook Vrest -KPB niet patientgebonden-):
-
Medisch handelen: Communicatie: Samenwerking: Kennis en wetenschap: Maatschappelijk handelen: Organisatie: Professionaliteit:
9.
Reflectie voortgangsgesprekken
10.
Standaard agenda voortgangsgesprek/geschiktheidsbeoordeling 1. 2. 3. 4. 5. 6.
vaststellen agenda evaluatie afspraken afspraken vorig voortgangsgesprek (reflectie) terugkoppeling feedback opleidersgroep Multi Source / 360° Feedback (indien van toepassing) gerealiseerde toetsing in Vrest (smileys) individueel opleidingsplan (met name ambities en plannen van aanpak; competentiegewijs) (NB 1 week tevoren mailen naar opleider en plaatsvervangend opleider, zie voor format GHZintern/afdelingsoumenten/assistenten) 7. stagebespreking 8. leerdoelen komende tijd 9. D- en E-competentie
____________________________________________________________________________________________________________ Pagina 52 van 56
10. te volgen cursussen, congressen, symposia in het komende jaar (minimaal de verplichte cursussen) 11. wetenschap 12. toekomstperspectief/sociale aspecten 13. beoordeling in Vrest
____________________________________________________________________________________________________________ Pagina 53 van 56
Bestemd voor: • Artsen en medisch specialisten van de afdeling chirurgie Gerelateerde documenten: • NVT Gebaseerd op: • Lokaal opleidingsplan heelkunde GHZ
Auteur: R.F. Schmitz Autorisatie: R.F. Schmitz, chirurg en opleider Aantal kopieën en plaats kopieën: Publicatie op GHZ Intern
Lokaal modulair cursorisch onderwijs en ander niet-patiëntgebonden onderwijs in GHZ8 Uitgangspunten • • • • • • •
•
• • • •
De onderwijscoördinator is verantwoordelijk voor de agendering van het programma. Het programma wordt vastgesteld op de derde donderdag van de maand na het modulair cursorisch onderwijs door het LOP-team bestaande uit (plaatsvervangend) opleider en alle aios (LOP = Lokaal OpleidingsPlan). Aankondiging vindt plaats door vermelding in Maandprogramma afdeling heelkunde GHZ. Iedere donderdag ‘prime time’ onderwijs van 17.15 tot 18.30 uur (voordracht van de coassistent in principe op dinsdag en/of vrijdagmiddag). Donderdag vanaf 17.15 uur geen patiënt gebonden activiteiten, behalve SEH assistent (geen aios). Ook de achterwacht-assistent dient aanwezig te zijn. Maximaal twee onderwijsitems. Modulair cursorisch onderwijs 90 minuten (door lid opleidersgroep of aios). De aios dient in voorkomende gevallen contact op te nemen met het staflid themaverantwoordelijke voor de invulling van het onderwijs. Het onderwijs is primair gericht op die onderdelen in het vak die niet worden onderwezen in de dagelijkse klinische praktijk. Bij ander, door de a(n)ios gegeven onderwijs, is er een superviserend lid van de opleidingsgroep- veelal de themaverantwoordelijke; vermelden in Maandprogramma afdeling heelkunde GHZ- die mede verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het onderwijs (overleg vooraf!). Bij externe spreker is er een ‘gastheer’ (vermelden in maandprogramma). Deze is onder meer verantwoordelijk voor de kwaliteit. (N.B. is geen modulair cursorisch onderwijs). In principe geen industrie gerelateerde voordrachten, alleen als er een heel duidelijk thema gerelateerd- leermoment inzit. Veel onderwijs (onder andere necrologie afdeling chirurgie, complicatie uitgediept, critical appraised topic, richtlijnbespreking) wint aan kracht en nut als het snel na het overlijden, het optreden van de complicatie, het verschijnen van het artikel plaats vindt. Op het maandprogramma worden ook de externe refereeravonden geagendeerd (TOWN, Vascular rounds, lokale en regionale refereeravonden, IKW besprekingen, chirurgendagen, najaarsvergadering, start nieuwe a(n)ios).
Jaarschema • • •
2 x per jaar regionale refereeravond. 4 x per jaar disciplineoverstijgende necrologiebespreking Vereniging Medische Staf (maandag 18.00 uur in gehoorzaal; agenderen als Necrologie VMS). Lokale refereeravond afdeling chirurgie. Op refereerbijeenkomsten komen onderwerpen uitgebreider aan bod en kan ook experimenteel / basaal onderzoek gerefereerd worden, terwijl een CAT bespreking alleen klinische topics betreft (2 keer per jaar).
8 Aangepast volgens document opleidinsvisitatie t.a.v. onderwijs en besprekingen van de NVvH (zie einde van dit document)
____________________________________________________________________________________________________________ Pagina 54 van 56
• •
Geen onderwijs tijdens chirurgendagen, najaarsvergadering en week 52 en week 1, Goudse Wetenschapsdag, ski-weekend. Dus 46 vrijdagen per jaar is er ‘prime time’ onderwijs. Bij externe voordracht van a(n)ios; eerst oefenpresentatie bij voorkeur tijdens ‘prime time’.
“Prime time” activiteiten • Modulair cursorisch onderwijs. De 44 thema’s dienen minimaal eens per twee jaar te worden geagendeerd in het maandprogramma en is primair gericht op die onderdelen in het vak die niet worden onderwezen in de dagelijkse klinische praktijk. Dit betekent dat ongeveer 2 maal per maand modulair cursorisch onderwijs gegeven wordt door een chirurg (90 min; door lid van de opleidingsgroep of aios). De onderwijscoördinator informeert de betreffende chirurg/aios minimaal drie weken tevoren teneinde de aios te informeren over de voor dit onderwijs noodzakelijke voorbereidingen (bijvoorbeeld artikel, richtlijn, deel boek of vragen). • Critical Appraised Topic9 (voorheen Journal Club), ongeveer 6 tot 10 keer per jaar (elke aios dient één of twee maal per jaar een CAT te presenteren; veelal in het kader van een stage (30-45 min; zie Lokaal Opleidings Plan/opleiding). • Pathologie-en obductiebespreking (6 tot 9 keer per jaar). In principe elke derde donderdag van de maand (in overleg met patholoog jaarschema vaststellen (niet in maart, juli, augustus en december). (60 minuten; zie ook document op GHZ-intern serviceloket/vademecum medicus). • Necrologie afdeling chirurgie. 4 keer per jaar. Zie ook document op GHZ-intern serviceloket/vademecum medicus. • Complicatie- en kwaliteitsbespreking. Deze bespreking kan thematisch van opzet zijn bijvoorbeeld galgang letsel of naadlekkage; maar ook als uitgediepte casuïstiek. De lokale complicatieregistratie dient ten minste één keer per jaar als uitgangspunt te dienen voor kwaliteitsverbetering. • Protocolbespreking. Aan de hand van recente literatuur en/of richtlijnen een voostel doen voor aanpassing van een onderdeel uit het GHZ-heelkunde werkboek. Ongeveer 6 keer per jaar. • Researchbespreking. ongeveer twee keer per jaar wordt onder leiding van de wetenschaps-assistent de vorderingen op het gebied van wetenschappelijk onderzoek besproken. • Vraag van de maand. Naar aanleiding van een gerezen vraag tijdens de klinische werkzaamheden; veelal genoteerd op het white board in de overdrachtsruimte V2. Veelal inspiratiebron voor voordracht van de co-assistent. • Ongeveer 2 keer per jaar skillslab in de V2 (darmnaden/ laparoscopie/ vaatnaden/ traumatologie). • Twee maal per jaar Gemeenschappelijke Refereeravond (GRA) met een vakgroep uit het GHZ (planning in overleg met opleider).
Geen ‘prime time’ en dus niet op donderdagmiddag 17.00 uur. • Coassistenten voordracht. • Voordrachten over bijvoorbeeld EVS, kindermishandeling, rampenopvangplan en logistieke besprekingen. • Opleidingsvergadering met a(n)ios en opleidingsgroep (ongeveer 4-6 keer per jaar op donderdag 7.00 - 7.45 uur met polderontbijt; opleider moet aanwezig zijn).
Verantwoordelijken: Modulair cursorisch onderwijs (onderwijscoördinator) Lokale refereeravond afdeling chirurgie (opleider) CAT (individuele aios/stagebegeleider) Pathologie- en obductiebespreking (Ottow) 9
Een Critically Appraised Topic is een kritische beoordeling van een artikel, gerelateerd aan een concreet klinisch scenario (bijvoorbeeld een patientencasus). Dit leidt vervolgens tot een gestandaardiseerd, op recente literatuur gebaseerd, antwoord op de klinische vraag ____________________________________________________________________________________________________________ Pagina 55 van 56
Necrologie VMS (secretariaat VMS) Complicatie- en kwaliteitsbespreking (Ottow) Necrologie afdeling chirurgie (Gent) Protocolbespreking (opleider) Researchbespreking (Takkenberg) Vraag van de maand (opleidersgroep) Skillslab (onderwijscoördinator) Gemeenschappelijke refereeravond GRA (opleider) Coassistenten voordracht (onderwijscoördinator) LokaalOpleidingsPlan Team (LOP-team; vaststellen maandprogramma) (onderwijscoördinator) Opleidingsvergadering (onderwijscoördinator)
____________________________________________________________________________________________________________ Pagina 56 van 56