2: Wereldoriëntatie – Technologie De leerlingen 2.4 kunnen van een bestaande constructie en van een constructie die ze zelf willen maken, zeggen aan welke eisen ze moeten voldoen 2.5 kunnen materialenkennis en kennis van constructie – en bewegingsprincipes aanwenden bij het plannen en maken van een eigen constructie 2.6 kunnen aan de hand van een handleiding het geschikte materiaal en gereedschap kiezen en daarmee de activiteit uitvoeren 2.8 kunnen eigen werkwijzen vergelijken met andere werkwijzen en een oordeel geven daarover
1
1. Wereldoriëntatie –Natuur De leerlingen 1.11 kunnen van courante voorwerpen uit hun omgeving zeggen uit welke materialen en grondstoffen ze gemaakt zijn. 1.18 tonen zich in hun gedrag bereid om in de eigen klas en school zorgvuldig om te gaan met papier, water, afval en energie
Wereldoriëntatie
Klas: 3de graad basisonderwijs Leervak: WO – technologie – maatschappij Onderwerp: Atelier i.v.m. de beroepssector Metaal en Technologie Beginsituatie: Leerlingen hebben verschillende technische beroepen besproken of hebben een bezoek gebracht aan de interactieve tentoonstelling van Het Beroepenhuis over verschillende technische beroepen. Lesdoelstellingen / Eindtermen:
Lesvoorbereiding: Metaal en Technologie (beroepen: lasser, elektricien, matrijzenbouwer,…)
1: Sociale vaardigheden – domein relatiewijzen De leerlingen 1.2 kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen 1.3 zorg opbrengen voor iets of iemands anders 1.4 kunnen hulp vragen en zich laten helpen 1.6 kunnen kritisch zijn en een eigen mening formuleren 1.7 kunnen zich weerbaar opstellen naar leeftijdgenoten en volwassenen toe door signalen te geven die voor andere begrijpelijk en aanvaardbaar zijn. 1.8 kunnen ongelijk of onmacht toegeven, kritiek beluisteren en eruit leren.
Vakoverschrijdende eindtermen sociale vaardigheden
5: Wereldoriëntatie – tijd De leerlingen 5.3 kunnen in een klein groep voor een welomschreven opdracht een taakverdeling en planning in tijd opmaken
4: Wereldoriëntatie – maatschappij De leerlingen 4.1 kunnen illustreren dat verschillende vormen van arbeid verschillend toegankelijk zijn voor mannen en vrouwen en verschillend gewaardeerd worden 4.7 kunnen er in hun omgang met leeftijdgenoten op discrete wijze rekening mee houden dat niet alle kinderen in hetzelfde type gezin wonen als zijzelf
2
3: Wereldoriëntatie - Mens De leerlingen 3.1 drukken in een niet – conflictgeladen situatie, eigen indrukken, gevoelens, verlangens, gedachten en waarderingen spontaan uit 3.3 tonen in concrete situaties voldoende zelfvertrouwen, gebaseerd op kennis van het eigen kunnen.
2.9 brengen waardering op voor eenvoudige, inventieve technieken en voor esthetische aspecten van een constructie 2.10 tonen zich bereid nauwkeurig en veilig te werken, geen materiaal te verkwisten en zorg te dragen voor hun gereedschap
-
-
-
Leerlingen voeren een kringgesprek over verschillende technische beroepen en beroepskeuze. De leerkracht noteert alle genoemde beroepen op het bord. De leerlingen krijgen een blad (bijlage 1) met een overzicht van sectoren en de beroepen die daarbij horen.
1. Inleidende fase
Lesverloop (activiteit leerkracht en leerlingen)
Toch zijn er beroepen die in meer dan één sector te vinden zijn. Zo vinden we bijvoorbeeld elektriciens in metaalverwerkende bedrijven of in de fijne technologie,
Er zijn zodanig veel beroepen dat het handig is om ze in groepen te verdelen. Die groepen noemen we sectoren.
Bijlage 1 (overzicht sectoren en beroepen) Bijlage 2 (lijst met nuttige websites)
Leerinhouden
1 De leerlingen kunnen losse gegevens verwerven en gebruiken door ze betekenis te geven en te memoriseren 3 De leerlingen kunnen op systematische wijze samenhangende informatie (ook andere dan teksten) verwerven en gebruiken 4 De leerlingen kunnen eenvoudige problemen op systematische en inzichtelijke wijze oplossen 5 De leerlingen kunnen, eventueel onder begeleiding: hun lessen, taken en opdrachten plannen en organiseren en hun eigen leerproces controleren en bijsturen 6 De leerlingen kunnen op hun niveau leren met: nauwkeurigheid, efficiëntie, wil tot zelfstandigheid, voldoende zelfvertrouwen, houding van openheid, kritische zin
Vakoverschrijdende eindtermen leren leren
3: Sociale vaardigheden – domein samenwerking 3 De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine.
2: Sociale vaardigheden – domein gespreksconventies 2 De leerlingen kunnen in functionele situaties een aantal verbale en niet-verbale gespreksconventies naleven
3
De leerlingen plaatsen de beroepen op het bord bij de juiste sector. Leerlingen kunnen vooraf ook zelf op zoek gaan naar beroepssectoren, technische beroepen en opleidingen door de opgegeven websites te raadplegen. (bijlage 2)
Leerlingen kunnen zelf op zoek gaan naar beroepen in de sector metaal en technologie via de website: www.verrassendmetaal.be . Hier vinden ze ook wat de taken zijn die bij het beroep horen en welke opleidingen er naar die beroepen leiden. Leerlingen en leerkracht voeren een vraaggesprek over beroepen in de sector metaal en technologie. Leerlingen sommen op welke beroepen ze kennen. De leerkracht vult aan met minder bekende beroepen.
Om de aankoop van veel materiaal te vermijden kan je de klas in 2 groepen verdelen. De eerste groep start met de soldeeractiviteit, de tweede met de schuifmaat. Wanneer de tweede groep klaar is met de schuifmaat, kunnen zij aan de voorbereiding van het solderen beginnen. De eerste groep doet de oefeningen met de schuifmaat als
3. Activiteiten: Solderen en meten met een schuifmaat
-
-
2. Klassikale voorbereiding activiteit
-
-
4
Vragen: Welke beroepen ken je uit de sector metaal en technologie ? Welke voorwerpen om ons heen zijn gemaakt uit metaal ? Hoe worden die volgens jou gemaakt ? Voorbeelden van beroepen in de sector metaal en technologie : lasser (puntlasser,fotolasser, onderwaterlasser,…) , matrijzenbouwer, elektricien, smelter, bediener vormmachine, monteerder machines, CNC metaalbewerker, onderhoudstechnicus, programmeur van machines, bediener van een lasersnijmachine, spuitgieter, …
zoals bij het bouwen van een gsm of computer, maar ook in de bouwsector zijn er electriciens aan het werk.
De leerkracht toont de activiteit voor. De leerlingen gaan aan de slag met het materiaal en solderen een zelfgekozen vorm.
-
-
De leerkracht toont hoe een schuifmaat werkt en hoe je een buitenmaat, een binnenmaat en een dieptemaat kan meten. De leerlingen gaan zelfstandig (of per twee als er onvoldoende schuifmaten zijn) een aantal oefeningen uitvoeren met de schuifmaat aan de hand van een werkblad.
2. Meten met een schuifmaat
-
1. Solderen:
hun soldeerwerkje klaar is.
Bijlage 6 : Handleiding voor de leerkracht Bijlage 7 : Werkblad voor de leerlingen
5
Ervaringsgericht leren: de leerlingen verplaatsen zich in de huid van een metaalbewerker met kennis van meettechnieken. Meettechnieken worden bijvoorbeeld gebruikt door een matrijzenbouwer, een CNC metaalbewerker, een draaier, een frezer, een bediener van een lasersnijmachine of een technicus in het labo voor thermische behandeling.
Bijlage 3 : Handleiding voor de leerkracht Bijlage 4 : Werkwijze voor de leerlingen Bijlage 5 : Tekeningen voor werkstukjes
Solderen betekent: Het aan elkaar hechten van metalen voorwerpen door middel van een gesmolten metaal met een lager smeltpunt dan de te verbinden metalen.
Ervaringsgericht leren: de leerlingen verplaatsen zich in de huid van een metaalbewerker. Solderen is een lastechniek en wordt bijvoorbeeld gedaan door lassers, elektriciens, monteerders of herstellers van printplaten van computers of machines (BGA repair).
a. Leerlingen en leerkracht bespreken de twee deelactiviteiten en gaan na welke kwaliteiten een persoon moet hebben om de beroepen uit de sector metaal en technologie uit te voeren. b. Leerlingen gaan bij zichzelf na of ze die kwaliteiten bezitten en of een job uit de sector metaal en technologie bij hen zou passen.
3. Evaluatie
• • • • • • • • • • • • • •
Een vaste hand hebben Nauwkeurig kunnen werken Tekeningen kunnen lezen Planmatig kunnen werken Ruimtelijk inzicht hebben Perfectionistisch zijn Goed kunnen concentreren Zelfstandig kunnen werken Geduldig zijn Meettechnieken beheersen De eigenschappen van metalen kennen Logisch kunnen nadenken Verantwoordelijkheidszin hebben Veilig werken
Kwaliteiten: Beroepen in de sector metaal en technologie:
6