Lesvoorbereiding: Haven en binnenvaart (beroepen: binnenvaartkapitein, havenluitenant, matroos, expeditie bediende) Klas: 1ste graad secundair onderwijs Leervak: Techniek Onderwerp: Atelier i.v.m. de beroepssectoren en specifiek over de sector Haven & binnenvaart Beginsituatie: Leerlingen hebben verschillende technische beroepen besproken of hebben een bezoek gebracht aan de interactieve tentoonstelling van Het Beroepenhuis over verschillende technische beroepen. Vakoverschrijdende eindtermen SO (De leerlingen…) Gemeenschappelijke stam (communicatief vermogen) 1 brengen belangrijke elementen van communicatief handelen in praktijk; (doorzettingsvermogen) 4 blijven, ondanks moeilijkheden, een doel nastreven; (empathie) 5 houden rekening met de situatie, opvattingen en emoties van anderen; (exploreren) 8 benutten leerkansen in diverse situaties; (flexibiliteit) 9 zijn bereid zich aan te passen aan wisselende eisen en omstandigheden; (initiatief) 10 engageren zich spontaan; (kritisch denken) 11 kunnen gegevens, handelswijzen en redeneringen ter discussie stellen a.d.h.v. relevante criteria; 12 zijn bekwaam om alternatieven af te wegen en een bewuste keuze te maken; 13 kunnen onderwerpen benaderen vanuit verschillende invalshoeken; (respect) 18 gedragen zich respectvol; (samenwerken) 19 dragen actief bij tot het realiseren van gemeenschappelijke doelen; 1
(verantwoordelijkheid) 20 nemen verantwoordelijkheid op voor het eigen handelen, in relaties met anderen en in de samenleving; (zelfbeeld) 21 verwerven inzicht in de eigen sterke en zwakke punten; 22 ontwikkelen een eigen identiteit als authentiek individu, behorend tot verschillende groepen; (zorgvuldigheid) 25 stellen kwaliteitseisen aan hun eigen werk en aan dat van anderen; (zorgzaamheid) 26 gaan om met verscheidenheid; 27 dragen zorg voor de toekomst van zichzelf en de ander; Leren leren Opvattingen over leren 1 werken ordelijk; Informatieverwerking 7 zoeken bij het instuderen van een behandelde leerinhoud de noodzakelijke voorkennis opnieuw op in leerboek, werkboek of notities; 8 Bij het leren van samenhangende informatie: • stellen de leerlingen vragen bij de leerstof en beantwoorden deze • brengen in korte, gestructureerde teksten tekstmarkeringen aan • vervolledigen een schema aan de hand van geboden informatie • leggen verbanden tussen elementen van de leerstof 9 kunnen samenhangende informatie begrijpen en analyseren door de betekenis van woorden, begrippen en zinnen, waar mogelijk, uit de context af te leiden of op te zoeken; Problemen oplossen 10 Bij het oplossen van een probleem: • herformuleren de leerlingen het probleem • bedenken zij onder begeleiding een oplossingsweg en lichten die toe • passen zij de gevonden oplossingsweg toe Regulering van het leerproces 11 selecteren en ordenen het nodige materiaal en plannen onder begeleiding hun werktijd; 12 kunnen werken met een antwoordblad en correctiesleutel en houden rekening met lesdoelstellingen of aanwijzingen van de leraar; 13 vergelijken de eigen werkwijze met die van anderen en geven vervolgens aan waarom iets fout gegaan is en hoe fouten vermeden kunnen worden; 2
Studie – en beroepsgerichte keuzebekwaamheid 15 zijn bereid alle studierichtingen en beroepen naar waarde te schatten; 16 kunnen hun interesses en mogelijkheden inschatten met het oog op een studiekeuze;
Vakgebonden eindtermen techniek, A-stroom (De leerlingen kunnen…) 6 7 10 12 13 17 19 20 21 27 28*
In concrete voorbeelden uit techniek het nut aantonen van de gebruikte hulpmiddelen zoals gereedschappen, machines, grondstoffen, materialen, energie, informatie, menselijke inzet, geldmiddelen, tijd; In concrete voorbeelden van technische systemen uitleggen dat men voor de ontwikkeling en het gebruik keuzen maakt op basis van criteria; technische systemen, het technisch proces, hulpmiddelen en keuzen herkennen in verschillende toepassingsgebieden uit de wereld van techniek (waaronder energie, informatie en communicatie, constructie, transport en biochemie); Modellen, tests en evaluaties gebruiken om een eenvoudig technisch systeem te ontwerpen uitgaande van een gedefinieerd probleem en rekening houdend met vooropgestelde normen en criteria; Een gegeven of eigen ontwerp planmatig uitvoeren met oog voor vereisten van kwaliteit, veiligheid, ergonomie en milieu; Hulpmiddelen kiezen en inzetten in functie van het doel en het gebruik; Technische systemen zorgzaam, doelgericht, veilig en ergonomisch gebruiken; Technische systemen realiseren in verschillende toepassingsgebieden uit de wereld van techniek waaronder energie, informatie en communicatie, constructie, transport en biochemie; In concrete voorbeelden aantonen dat technische systemen ontworpen en gemaakt zijn om aan sociale en culturele behoeften te voldoen; In concrete voorbeelden aangeven welke rol bepaalde technische beroepen vervullen in de verschillende stappen van het technisch proces; Het belang erkennen van technische beroepen en van technische vaardigheden in de huidige samenleving en daarbij geen onderscheid maken tussen mannen en vrouwen.
Ontwikkelingsdoelen Techniek, B-Stroom (De leerlingen kunnen…) 5 6 9
In concrete ervaringen uit techniek het nut aantonen van de gebruikte hulpmiddelen zoals gereedschappen, machines, grondstoffen, materialen, energie, informatie, menselijke inzet, geldmiddelen, tijd; Technische systemen, het technisch proces, hulpmiddelen en keuzen herkennen in verschillende verkenningsgebieden uit de wereld van techniek: informatie- en communicatietechniek, verzorging, voeding, bouw, elektriciteit, hout, metaal, kunststoffen, schilder- en grafische technieken, mode, tuinbouw; Een eenvoudig constructieplan, een stuklijst, een receptuur, kwaliteitseisen en symbolen lezen in functie van een 3
maakopdracht; Een logisch stappenplan raadplegen en de te gebruiken hulpmiddelen kiezen in functie van de maakopdracht; Een maakopdracht uitvoeren met oog voor vereisten van kwaliteit, veiligheid, ergonomie en milieu; Een gerealiseerd eindproduct toetsen aan de vooropgestelde vereisten; Het eigen maakproces evalueren en voorstellen doen voor verbetering; Technische systemen zorgzaam, doelgericht, veilig en ergonomisch gebruiken; Bij het ontwerpen, maken en gebruiken in de klas gelijkenissen en verschillen aangeven met professionele technische werkwijzen; 18 Technische systemen realiseren in verschillende verkenningsgebieden uit de wereld van techniek: informatie- en communicatietechniek, verzorging, voeding, bouw, elektriciteit, hout, metaal, kunststoffen, schilder- en grafische technieken, mode, tuinbouw; 19 Aan de hand van voorbeelden illustreren dat een technisch systeem ontworpen en gemaakt is om aan behoeften te voldoen; 23* Het belang erkennen van technische beroepen en van technische vaardigheden in de huidige samenleving en daarbij geen onderscheid maken tussen mannen en vrouwen; 24 Duidelijk maken in welke beroepen en sectoren de uitgevoerde technieken van belang zijn. 10 11 12 13 16 17
* De attitudes werden met een asterisk (*) aangeduid.
Lesverloop (activiteit leerkracht en leerlingen)
Leerinhouden
Benodigdheden -
Waterwegenkaart (zie site) voor elke leerling/in hoek van binnenvaartkapitein
-
Aantal touwtjes = aantal leerlingen in de hoek van matroos. Touwtjes van 40 à 45 cm. De opdracht kan met elk soort touw,
4
maar is ideaal met een touw van 0.5 cm diameter. -
Woordenboeken/internet ter beschikking stellen in hoek van havenluitenant.
-
4 vlaggen (zakdoeken, doekjes…) in de hoek van havenluitenant.
1. Inleidende fase -
-
Leerlingen voeren een kringgesprek over verschillende technische beroepen en beroepskeuze. De leerkracht noteert alle genoemde beroepen op het bord. De leerlingen krijgen een blad (bijlage 1) met een overzicht van sectoren en de beroepen die daarbij horen. De leerlingen plaatsen de beroepen op het bord bij de juiste sector. Leerlingen kunnen vooraf ook zelf op zoek gaan naar beroepssectoren, technische beroepen en opleidingen door de opgegeven websites te raadplegen. (bijlage 2, zie site)
2. Klassikale voorbereiding activiteit Indien computer met internet aansluiting aanwezig is - De leerlingen kijken naar het didactisch filmpje ‘Wat gebeurt er in de haven?’ terug te vinden op deze link: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20070419_have n01. Dit kan klassikaal of in een computerlokaal bekeken worden.
Bijlage 1 (overzicht sectoren en beroepen, zie site) Er zijn zodanig veel beroepen dat het handig is om ze in groepen te verdelen. Die groepen noemen we sectoren. Toch zijn er beroepen die in meer dan één sector te vinden zijn. Zo vinden we vrachtwagenchauffeurs, planners en magazijnmedewerkers bijvoorbeeld niet enkel in transportbedrijven (die transport doen voor rekening van derden), maar ook in bedrijven waar materiaal opgeslagen wordt in een magazijn en getransporteerd wordt.
Wat hebben jullie gezien? Mogelijke antwoorden: sleepboten, containers, hijskranen, haven van Rotterdam, operator,… Welke beroepen heb je herkend? Kapitein, loods, vrachtwagenchauffeur Welke beroepen kennen jullie nog die thuishoren bij haven en 5
De leerlingen en leerkracht voeren een vraaggesprek over beroepen in de sector haven en binnenvaart. De leerlingen sommen op wat ze gezien hebben. De leerkracht vraagt welke beroepen ze herkennen. De leerkracht vult eventueel aan. - De leerkracht vraagt na of de leerlingen nog beroepen kennen die thuishoren bij haven en binnenvaart. Indien er geen computer met internet aansluiting aanwezig is - De leerlingen krijgen een combineeroefening. (Zie bijlage klassikale voorbereiding) Ze proberen om het juiste havenberoep te koppelen aan de juiste omschrijving. - De opdracht wordt klassikaal verbeterd. -
binnenvaart? Mogelijke antwoorden: matroos, scheepsbouwkundige ingenieur, heftruckchauffeurs, stuurman, expeditie bediende, havenluitenant
Bijlage 5 (klassikale voorbereiding, zie site) Oplossing: 1 2 D H
3 E
4 A
5 G
6 F
7 C
8 B
3. Activiteiten in hoekenwerk. De leerlingen werken in hoeken rond de 4 beroepen. Per beroep krijgen zij maximum 10 minuten de tijd. Daarna schuiven de leerlingen door naar het volgende beroep. -
Leerkracht overloopt de beroepen en opdrachten indien gewenst op voorhand.
-
Leerkracht loopt tijdens het hoekenwerk rond om het tempo te coördineren.
Ervaringsgericht leren: de leerlingen verplaatsen zich in de huid van een kapitein, een havenluitenant, een matroos en een expeditiebediende.
1. Binnenvaartkapitein -
De leerlingen lezen de vraagstukken en lossen deze op a.d.h.v. de waterwegenkaart.
-
De leerkracht wijst de leerlingen op de legende.
-
De leerlingen combineren de verkeersborden met
Een grote waterwegenkaart (bijlage 7) voorzien per groep/voor elke leerling/in de hoek binnenvaartkapitein.
6
hun betekenis. Ze doen dit door de juiste letter bij de juiste betekenis te plaatsen.
2. Havenluitenant -
!!! De leerkracht zorgt ervoor dat de helft van het groepje ‘FICHE 1’, de andere helft ‘FICHE 2’ heeft.
-
De leerlingen combineren de taken van de havenluitenant met de foto’s.
-
De leerlingen bekomen een woord bij het juist combineren van de foto’s.
-
De leerlingen seinen hun woord door naar de andere groep. Zij hebben elk een verschillende fiche.
-
De leerlingen schrijven hun eigen woord en het doorgeseinde woord op.
-
De leerlingen zoeken de betekenis van het woord op in het woordenboek of op internet.
-
De leerkracht zegt dat alle leerlingen iets moeten kunnen doen: vlaggen doorgeven, helpen met armen positioneren, helpen ontcijferen…
Woordenboek/internet ter beschikking stellen. Vlaggen ter beschikking stellen.
3. Matroos -
De leerlingen knopen een zoete-lieveke volgens 7
het stappenplan. -
De leerlingen helpen elkaar en lezen eventueel al de volgende opdracht.
Aantal touwtjes gelijk aan aantal leerlingen voorzien Eventueel stappenplan (bijlage 6) in kleur afdrukken indien de werkblaadjes voor de leerlingen niet in kleur zijn. Dit dan bij het hoekenwerk leggen.
4. Expeditie bediende -
De leerlingen lezen de bestelformulieren en vatten deze samen in de tabel.
-
De leerlingen kiezen het juiste transportmiddel aan de hand van de plaats van de levering, de snelheid, het gewicht van de vracht en de prijs. Zij doen dit aan de hand van het elimineren van situatieschetsen.
4. Evaluatie a. Leerlingen en leerkracht overlopen de oplossingen van de deelactiviteiten. b. Leerlingen en leerkracht bespreken de talenten die ze gebruikt hebben of zouden moeten gebruiken als binnenvaartkapitein, havenluitenant, matroos en expeditie bediende. c. Leerlingen gaan bij zichzelf na of ze die kwaliteiten bezitten en of de job van binnenvaartkapitein, havenluitenant, matroos en expeditie bediende bij hen zou passen.
Oplossingen: Binnenvaartkapitein 1. 5 sluizen 2. 2x RHK (klasse IV) 3. Klasse II – maximum 600 ton 4. via Hasselt en Luik – 24 sluizen 1E – 2A – 3F – 4G – 5B – 6D Havenluitenant Fiche 1 Baken: constructie die de rand van de vaarweg markeert (vb. Grote stalen boei, vuurtoren…) De leerkracht kan hier eventueel een foto tonen ter illustratie (bijlage 6) Fiche 2 Radar: de romp van een schip. Expeditie bediende Bestelling Londen: schip Bestelling Marseille: trein 1 8
Talenten en interesses: Binnenvaartkapitein - Veilig werken - Graag in de buitenlucht werken - Goed inschattingsvermogen hebben - Langdurig verblijf aan boord, weekendwerk (Een binnenvaartkapitein heeft soms een eigen schip maar vaart meestal met een schip van een bedrijf. Het schip is een tweede thuis) - Verantwoordelijkheidszin - Een vaartuig kunnen besturen - Waterkaarten kunnen lezen - Radiocommunicatie gebruiken - Taken kunnen combineren (vb. varen en communiceren) - Leiding geven aan een team - Vaarreglementen kennen Havenluitenant - Graag in de buitenlucht werken - Samenwerken - Verantwoordelijkheidszin - Weekendwerk - Nauwkeurig werken - Logisch kunnen nadenken - Radiocommunicatie gebruiken - Goede talenkennis - Seinalfabet kennen Matroos - Aanleg voor technologie (knopen leggen, machines besturen en herstellen…) - Ordelijk zijn (Het dek van een schip moet veilig zijn en materiaal moet dus meteen opgeruimd worden.) 9
-
-
Veilig werken Samenwerken Handig zijn Langdurig verblijf aan boord, weekendwerk (Een matroos woont voor een periode op een schip van iemand anders om dan weer een periode thuis te zijn.) Verantwoordelijkheidszin Waterkaarten kunnen lezen Seinalfabet kennen Basisonderhoud van de scheepsinstallaties (elektriciteit, dieselmotoren
Expeditie bediende - Goede talenkennis - Contacten leggen over de hele wereld - Creatieve oplossingen bedenken - Verantwoordelijkheidszin - Land –en waterkaarten kunnen lezen - Logisch kunnen nadenken - Graag dingen uitpluizen - Goed naar de klant luisteren - Goed opletten voor fouten
10