Lesfiche 2. Rooms-katholieke godsdienst

Lesfiche 2

Vakgebied: Thema: Omschrijving onderwerp:

Hoofddoel:

Duur les: Bijlage:

Rooms-katholieke godsdienst De advent - De symboliek van de adventskrans wordt herhaald. - Jezus is een licht voor andere mensen. Verwoorden hoe Jezus een licht is voor andere mensen, ook in onze tijd én daarbij aandacht hebben voor zichzelf als licht voor anderen. 50 minuten  Lied  Foto’s kerstboom  Prenten Jezus  Verhaal ‘De vier vlammetjes’

Aandachtspunten Het is belangrijk te herhalen wat de lln. al geleerd hebben in de vorige les omdat je daar vandaag op verder bouwt. Laat de lln. in hun eigen woorden herhalen. Verklap niet wat er in de kist zit. Door de inhoud geheim te houden, bouw je de spanning op. De lln. denken misschien niet onmiddellijk aan ‘licht’ bij de kleur rood. Maar door enkele concrete voorbeelden te geven, kan je de symboliek duidelijk maken: vuur  vlam  geeft licht. Het is niet gemakkelijk te begrijpen dat Jezus ‘licht’ was/is voor andere mensen. Daarom is het belangrijk dat je prenten toont en concrete voorbeelden geeft zodat de lln. zelf de betekenis van ‘licht zijn’ ontdekken. Laat de lln. zoveel mogelijk verwoorden hoe ze ‘licht’ kunnen zijn voor anderen zodat de betekenis verankerd wordt.

p. 121 p. 132

p. 132

Situering in het leerplan rooms-katholieke godsdienst 5.2.1.8 Kinderen verkennen het goede in verschillende vormen.  K: Dit houdt in dat ze vindingrijk worden in het goede dat zij voor anderen kunnen doen en betekenen. 5.2.1.11 Kinderen verkennen de betekenis van de advent en Kerstmis vanuit de verhalen over de geboorte van Jezus.  K: Dit houdt in dat ze de symboliek van de adventskrans verkennen: krans, groen, rood, licht. 5.2.1.11 Kinderen verkennen de betekenis van de advent en Kerstmis vanuit de verhalen over de geboorte van Jezus.  K: Dit houdt in dat ze de kans krijgen om te bidden bij advent en Kerstmis  K: Dit houdt in dat ze de advent leren kennen als de tijd waarin christenen zich voorbereiden op Kerstmis.

Doelen

Inhoud

Didactische werkvorm

Media

Didactische principes

Fase 1: Lied  Het stil maken in zichzelf.  Aandachtig luisteren naar het lied.

3’  Lied van licht en vrede.

1

 Aansteken kaars adventskrans.  De lkr. zet een lied op over de advent. Klasschikking Lln. zitten in een kring  zithoek

 Lied  Adventskrans

 Activiteit  Motivatie

Fase 2: Herhaling advent  Het begrip ‘advent’ verklaren.  Verklaren waarom er vier kaarsen op de krans staan.  Vertellen waarom men groene takjes gebruikt om de krans te versieren.  Vertellen waarom we de aftelkalender gebruiken.

1

 Herhalingsvragen:  Wat wil ‘advent’ zeggen?  Waarom staan er 4 kaarsen op de krans?  Waarom gebruikt men groene takjes om de adventskrans te versieren?  Waarom gebruiken we de aftelkalender?  Hoe gebruiken we de aftelkalender?

7’  Lkr. legt de adventskrans op tafel. Lln. vertellen wat ze zien. De lkr. stelt enkele vragen.  Lkr. steekt de eerste kaars aan.

 Tafel  Adventskrans

 Activiteit  Motivatie  Herhaling

Harmsen, H. (2012). Het lied van licht en vrede. Geraadpleegd op 20/05/2013, van http://www.x-liedjes.nl/liedjes/X10/index.html.

Fase 3: Kerstboom versieren  Vertellen dat ze een kerstboom versieren om zich voor te bereiden op Kerstmis.  De kerstboom versieren met aangeboden materiaal.  Samenwerken.

 Richtvraag:  Wat doen wij tijdens de advent? Hoe bereiden wij ons voor op Kerstmis? We zetten de kerstboom en kerststal…  De kerstboom versieren.

8’  De lkr. stelt een vraag aan de lln.  De lkr. heeft een kist met daarin kerstversiering.  De lkr. duidt een kind aan dat de kist mag openen.  De lln. benoemen wat er in de kist zit en versieren de boom.

 Kerstversiering: rode/gouden ballen, slingers, verlichting, rode kaarsjes van papier zonder vlam.

 Activiteit  Motivatie  Socialisatie

Fase 4: Gelijkenissen tussen de adventskrans en kerstboom: de betekenis van het licht  Gelijkenissen opsommen tussen de kerstboom en de adventskrans.  Verschillen opsommen tussen de kerstboom en de adventskrans.  Vertellen waarom men groene takjes gebruikt om de krans te versieren.  Brainstormen rond het begrip ‘rood’.

 Richtvragen:  Wat zijn de gelijkenissen tussen de kerstboom en de adventskrans? Groene takken, licht, rode kleur en kaarsen.  Zijn er ook verschillen? De krans is rond en de kerstboom niet. In de kerstboom hangen slingers…  Verdiepingsvragen:  Waarom gebruikt men groene takken?  Welke kleur valt nog op (behalve groen)? Goud en rood

 De lkr. stelt enkele richtvragen. Daarna stelt de lkr. enkele verdiepingsvragen.  De lkr. vertelt waarom Jezus als ‘licht’ wordt voorgesteld (verder bouwen op de inbreng van de lln.).

12’  Kerstboom + versiering  Adventskrans  Tafel  Prenten Jezus

 Motivatie  Activiteit  Associatie

 Opsommen waar ze licht/vuur opmerken bij de kerstboom en de adventskrans.  Vertellen waarom Jezus als ‘het Licht’ wordt voorgesteld.

 Waaraan denken jullie als je rode en gouden voorwerpen ziet? Vuur (warmte, gezelligheid), licht, liefde…  Als je denkt aan onze adventskrans en kerstboom, waar kan je dan ‘licht/vuur’ vinden? De kaarsen en de kerstverlichting in de boom.  Het licht/ de vlam hebben nog een heel speciale betekenis. Dat verwijst naar een persoon (die binnenkort geboren wordt).  Naar wie zou dat licht verwijzen?  Waarom stellen wij Jezus voor als ‘het Licht’? (De lkr. toont enkele prenten die iets gemeenschappelijk hebben: Jezus helpt de mensen). Jezus vertelde dat elke mens belangrijk is. In de tijd van Jezus geloofden vele mensen dat als je ziek of arm was je niet meetelde voor God. Jezus zegt aan de mensen dat dit niet zo. Elke mens, rijk of arm, ziek of gezond, bang of blij wordt graag gezien door God. Iedereen hoort er bij, zegt Jezus. Dat geeft de mensen hoop. Ze krijgen er een warm gevoel van. Ze zien opnieuw een lichtje in de duisternis.

Fase 5: Een lichtje zijn voor anderen  Verwoorden hoe Jezus nog altijd ‘licht’ kan zijn voor mensen.  Verwoorden hoe ze ‘licht’ kunnen zijn voor iemand anders.  Tekenen hoe ze ‘licht’ kunnen zijn voor iemand anders.

2

 Verankeringsvragen:  Waarom vonden de mensen dat Jezus ‘het Licht’ voor hen was?  Kan Jezus nog altijd ‘het Licht’ zijn voor sommige mensen?  Zijn jullie soms ook een lichtje voor iemand anders?  Hoe kunnen jullie een lichtje zijn voor iemand anders?  Opdracht: Jullie hebben de kaarsen in de kerstboom gezet maar er ontbreekt nog iets (de vlam). Jullie krijgen straks een vlam. In de vlam tekenen jullie hoe je een lichtje kan zijn voor anderen.

20’  De lkr. stelt enkele verankeringsvragen.  De lkr. geeft de lln. een opdracht en illustreert de opdracht met een voorbeeld  Als de lln. de opdracht uitgevoerd hebben, dan mogen ze hun vlammen in de boom hangen.  De lkr. vertelt het verhaal van 2 de vier vlammetjes.

    

Kaarsen Vlammen Kerstboom Kleurpotloden Verhaal

 Motivatie  Activiteit

Auteur onbekend. (Niet gekend). De vier vlammetjes. Geraadpleegd op 10/05/2013, van http://www.bijbelin1000seconden.be/.