Lesfiche: EHBO en reanimatie: Niveau 3 : (praktijk 2 lesuren) Verbandkunde: Doel: Openwonde (zonder ernstige bloeding): opnemen van weefselvocht, aanbrengen van
ontsmettende stoffen en het verhinderen van indringen van schadelijke stoffen/bacteriën. Bij bloeding: drukverband om te stelpen en om af te dekken. Bij breuken of ernstige kneuzingen: om een lichaamsdeel te steunen en om te immobiliseren. Om therapeutische doeleinden: plaatselijke warmte of koude toedienen en geneeskrachtige stoffen aanbrengen.
Algemene regels: Observeren: houd de algemene toestand steeds in het oog van de gekwetste Bvb:
laat hem/haar zitten of liggen, vraag naar zijn toestand (pijn,gevoelloosheid, verbetering,..) pols en ademhaling, blijf steeds praten. Bij ernstige toestand/verergering: bel de 112 , gekwetste blijven observeren en laat hem/haar zo weinig mogelijk bewegen, wonde afdekken met zo steriel mogelijk materiaal, !Gekwetste nooit laten drinken en eten!
Bij kleine verwondingen die je zelf mag verzorgen: Handen wassen, wondverzorging uitvoeren, aangepast verband aanbrengen. !In geval van twijfel – steeds de geneesheer/ hulp raadplegen!
Verbandmateriaal: Kleefpleisters: (linnen of plastieken waarvan één zijde kleefstof bevat)
Er zijn verschillende vormen kleefpleisters: o Gebruik van de gewone pleister: fixatie van zwachteluiteinden en wondverbanden. o Hypoallergische kleefpleister: gebruik: op gevoelige huid. o Gebruik kleven verbandgaas: fixatie rondom het noodverband indien nodig. o Gebruik wond-hechtende pleisters (steristrips): in afwachting dat een wonde wordt gehecht door een geneesheer. Wondpleisters: ( een strook kleefpleister waarop een wondkussentje is aangebracht) !Deze zijn niet altijd steriel, maar bevatten meestal een licht ontsmettende stof! o Wanneer: bij kleine verwondingen; grotere rechtlijnige snijwonden waarbij de omgevende huid niet gekwetst is; wanneer een drukkend verband niet nodig is.
Wondverband: ( een deel van het verband dat rechtstreeks met de wonde in contact komt) o Afleveringsvormen: materiaal (gaasjes of cellulose), vormen (vierkante kompressen, deppers,..), verpakking (elk kompres apart verpakt, wegwerpbare steriele sets), speciale niet in de wonde klevende verbandstoffen. o Gebruik: bij grote verwondingen. Zwachtelverbanden: o Voordelen: ze nemen goed vocht op, beschermen de wonde, houden kompressen op hun plaats, druk wordt gelijkmatig verdeeld. o Nadelen: aanleggen vereist enige technische kennis. o Richtlijntjes bij het aanbrengen: kies de juiste breedte, bevestig ze met een verbandklem, veiligheidsspeld of kleefpleister. Uiteinde plooien voor een mooier uitzicht, de zwachtel moet voldoende gelijkmatig drukken, we beginnen steeds bij het uiteinde van het ledemaat en werken mee met de bloedsomloop. o Werkwijze bij het aanbrengen: Voorbereiding: hygiëne (handen wassen,..), materiaal klaarleggen,.. Werkwijze op 3 manieren: Spiraal verband (1); Spica verband (2); uiteenlopend schildpadverband (3) (kruisverband ook wel genoemd). Laat het slachtoffer liggen of zitten, plaats je voor het slachtoffer (controle) ledemaat in juiste stand brengen, winde bedekt telkens 2/3 van de vorige, vasthechten. Nazorg: gekwetste blijven observeren, opruimen, handen wassen, ..
Figuur 1
Figuur 3
Figuur 2
Watten: o
soorten: Gebruik vochtafstotende watten: beschermende laag bij drukkende verbanden of spalken; isolatielaag bij warme of koude kompressen. Gebruik vochtopslorpende watten: om het opslorpingsvermogen te verhogen van een verband; beschermingslaag bij natte verbanden. Gebruik bloedstelpende watten: enkel door de geneesheer gebruikt. o Hoe: (watten worden nooit op de wonde zelf gelegd; zo blijven er pluisjes in de wonde kleven) Op een verbandstof worden er watten gelegd en daarna gefixeerd met een zwachtel. Elastisch netverband: o Gebruik: bij moeilijk te verbinden plaatsen (hals,heup,..); ter fixatie van verbandstoffen. o Werkwijze: gewenste lengte afknippen, beide handen in het elastisch netje en dit openrekken, verband over de te fixeren verbandstof brengen, en voor eventueel comfort kan je er stukken uitknippen. Driehoeksverband: ( een driehoekig verband kan volgens speciale technieken worden gebruikt als noodfixatie van verbandstoffen en spalken, als draagdoek of als steriel verband) o Soorten: Gaasdoek: eenmalig gebruik, zeer licht in een kleine verpakking (verbanddozen) Cellulose: eenmalig gebruik, zeer licht in een kleine verpakking, rafelt niet Linnen: kan gewassen worden, 1 afmeting ( 130x90x90cm) o
Gebruik:
Hand:
Bovenste ledemaat:
Noodverbanden: (een noodverband is een zwachtel waaraan een gewatteerd gaaskompres is bevestigd en moet bij gebruik steriel zijn) Soorten: o Verschillende grootten o Verpakking: papier of plastiek Gebruik: o Wanneer snel een wonde snel steriel bedenkt moet worden. o Wanneer een bloedstelpend verband nodig is.
Hoe?:
(nek- en) Rugletsels: Wat is een wervelletsel:
Een wervelletsel is een breuk of verschuiving van één of meerdere wervels. Zowel aan de hals als ter hoogte van de rug. Bij een wervelletsel is er gevaar voor beschadiging van het ruggenmerg. Als het ruggenmerg ter hoogte van de hals beschadigt is, kan er een groot deel van het lichaam verlamd geraken of het slachtoffer kan overlijden. Wervelletsels komen vooral voor bij een ongeval met een hevige impact op het lichaam (bvb: Een auto-ongeval of een val van de trap.)
Wat kan er wijzen op een wervelletsel: Slachtoffer was betrokken bij een ongeval met een hevige impact op het lichaam Slachtoffer is suf, slaperig, onrustig of bewusteloos Vergeetachtigheid Blijvende ernstige hoofdpijn met braken, prikkelbaarheid (soms stuiptrekkingen) tot gevolg Pijn aan nek of rug Heeft gevoelloosheid of gevoel minder te kunnen voelen of tintelingen (bv: geen gevoel meer hebben in het onderlichaam, benen,…) Slachtoffer kan zich niet bewegen. (Bv. tekenen van verlamming)
Wat doe je: Alarmeer de hulpdiensten (112) Kalmeer het slachtoffer en overtuig hem niet te bewegen Benadering slachtoffer bij vermoeden van rugletsels steeds langs de kant waar het slachtoffer naartoe kijkt. Dit om extra belasting van de nek-/rugletsels tegen te gaan. Immobiliseer het hoofd van het slachtoffer; door middel van:
Halskraag: Belangrijk bij de halskraag is dat je de juiste afmeting gebruikt. Hiervoor gebruik je je vingers. Je legt de vingers dwars langs de hals (indien dit mogelijk is) en kijkt zo welke Hoogte je moet instellen van de halskraag, hierbij mag je niet vergeten om de halskraag dan ook te vergrendelen. Je kijkt ook naar de kin of deze mooi in de kinhouder past. Deze moet goed spannen zodat het slachtoffer zijn hoofd niet meer kan bewegen. Let ook op voor de oorlellen van het slachtoffer.
KED-spalk: Wordt niet vaak gebruikt. Wanneer gebruikt,altijd in combinatie met halskraag. Dit enkel bij auto ongevallen waarbij het slachtoffer niet in liggende houding kan geëvacueerd worden. Daarbij gaan we de KED-spalk aanbrengen wanneer het slachtoffer in rechte positie zit. We gebruiken de KED om manipulatie van de rug/ruggenwervel te vermijden t.h.v. de nek, schouders, heupen,…
Vacuüm matras: Bv: vaak gebruikt bij bouwongelukken. Wordt gebruikt voor het volledig immobiliseren van een slachtoffer bij vermoeden van nek/rugletsels. Slachtoffer wordt met brancard en halskraag in de matras gelegd en zo vervoerd naar het ziekenhuis. Voordeel van de brancard/matras is dat deze geen metalen onderdelen bevatten. Daardoor mag het slachtoffer met brancard en matras in de scanner, zo moet het slachtoffer minder gemanipuleerd worden.