Leeuwarden
Jaarrapportage JGZ 0–19 jaar 2008
2
Inhoudsopgave samen zorgen voor de jeugd in de gemeente Leeuwarden
Hoofdstuk
Pagina
-
Inhoudsopgave
3
-
Vooraf
4
1.
2008: Op weg naar één jeugdgezondheidszorg in Friesland
5
2.
Medewerkers jeugdgezondheidszorg in de gemeente Leeuwarden
6
3.
Groepsmonitor: cijfermatige informatie over de gezondheidstoestand van de jeugd- en risicogroepen §1 Monitor gezondheid jeugdgezondheidszorg 4-12 jaar §2 Monitor gezondheid jeugdgezondheidszorg 12-19 jaar
7 7 13
4.
Informatie en advies JGZ-medewerkers
18
5.
Kengetallen cliëntcontacten 2008
20
6.
Cliëntgerichte activiteiten
21
7.
Deelname aan zorgnetwerken en gemeentelijke netwerken
23
8.
Gezondheidsbevordering, projecten en campagnes
25
9.
Beleidsadvisering
26
Infectieziektebestrijding en rijksvaccinatieprogramma
26
10.
3
Vooraf Voor u ligt de jaarrapportage 2008 van de jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar in Fryslân. De rapportage informeert u over de zorg aan de jeugd, die de afdelingen JGZ van Thuiszorg Het Friese Land en GGD Fryslân in 2008 in de gemeente Leeuwarden hebben uitgevoerd. De rapportage geeft u inzicht in de uitgevoerde activiteiten, de samenwerking met ketenpartners en de inzet voor risicogroepen. Daarnaast krijgt u inzicht in de gezondheidstoestand van de jeugd en van specifieke risicogroepen in uw gemeente op basis van onderzoek door onze organisaties. Voor de gemeenten in het werkgebied van Thuiszorg Het Friese Land wordt voor de gezondheidstoestand van de 0-jarigen verwezen naar de rapportage risicoregistratie 2007 van september 2008. Ook medewerkers van de afdeling Algemene Gezondheidszorg en de afdeling Beleid & Onderzoek van GGD Fryslân hebben zich ingezet voor de jeugd in de gemeenten. Het gaat dan bijvoorbeeld om infectieziektebestrijding of gezondheidsbevordering. In 2008 stonden jeugdgezondheidszorg, jeugd en gezin opnieuw volop in de (politieke) schijnwerpers. De eerste Friese Centra voor Jeugd en Gezin zijn gestart; andere gemeenten zijn druk bezig met de voorbereidingen hiervoor. De Verwijsindex Risicojongeren is in ontwikkeling, samenwerkingsafspraken rondom zorgcoördinatie zijn gemaakt. De voorbereidingen voor de invoering van een Elektronisch Kind Dossier zijn in volle gang; in het najaar is hiervoor een Europese aanbestedingsprocedure uitgezet. En natuurlijk is veel tijd en aandacht besteed aan het tot stand brengen van één organisatie voor jeugdgezondheidszorg 0-19 per 1 januari 2009, ondergebracht bij de HVD Fryslân. Wij wensen u veel plezier bij het lezen van deze rapportage. Voor opmerkingen of vragen kunt u terecht bij ondergetekende.
Theo Hartman, hoofd jeugdgezondheidszorg GGD Fryslân Telefoon: 058 -2 334 334 E-mail:
[email protected]
April 2009
4
1. 2008: op weg naar één jeugdgezondheidszorg in Fryslân Begin 2008 namen alle 31 Friese gemeenten het besluit om de jeugdgezondheidszorg van 0-19 jaar te integreren. Concreet hield dit in dat er op 1 januari 2009 één organisatie voor integrale jeugdgezondheidszorg (iJGZ) moest zijn, ondergebracht bij de Hulpverleningsdienst Fryslân. Om dit te realiseren is op 1 april het project iJGZ gestart. Binnen dit project moest enerzijds een plan opgesteld worden voor de inrichting van de nieuwe organisatie iJGZ, anderzijds moest de JGZ 0-4 jaar ontvlochten worden uit de thuiszorg en ondergebracht worden bij de HVD. Nadat een missie en visie voor deze nieuwe organisatie waren geformuleerd, zijn zes taakgroepen aan de slag gegaan met de volgende onderwerpen: portfolio diensten en producten, organisatie, personeel, huisvesting, financiën en implementatie. In het vervolgtraject zijn medewerkers, ondernemingsraad en vakorganisaties, gemeenten en partnerorganisaties in de zorg voor jeugd geïnformeerd en betrokken bij onderdelen. Op 17 december nam het dagelijks bestuur van de HVD het definitieve besluit tot de vorming van één iJGZ organisatie. Met ingang van 1 januari 2009 zijn alle medewerkers van de afdelingen JGZ van de thuiszorgorganisaties in dienst gekomen bij de HVD.
Staan voor een gezonde jeugd en een gezond leven Motto in visiedocument
5
2. Medewerkers jeugdgezondheidszorg in de gemeente Leeuwarden Het team jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar van Thuiszorg Het Friese Land bestaat uit: • Georgien Groenman, verpleegkundige • Inge Haagsma, verpleegkundige • Joukje Kole, verpleegkundige • Mar Kooistra, verpleegkundige • Carla Storm, verpleegkundige • Rita Schoot Uiterkamp, verpleegkundige • Wilma Touber, verpleegkundige • Liesbeth v.d. Veen, verpleegkundige • Nadine Wildschut, verpleegkundige • Gerda Zwart, verpleegkundige • Ans van Belle, arts • Marjan Fondse, arts • Doortje van der Kamp, arts • Lilly Kivit, arts • Greetje Betten, cb-assistente • Paulien Bos, cb-assistente • Bieke Hellinga, cb-assistente • Irene v.d. Steen, cb-assitente • Sija Houweling, pedagoog • Hiske van der Laaken, pedagoog Het team jeugdgezondheidszorg 4-19 jaar van GGD Fryslân bestaat uit: • • • • • • • • • • • • • • • • •
Annelies Bergsma, verpleegkundige Adriaentsje Tadema, verpleegkundige Selma Veldhuizen, verpleegkundige Franciske de Vries, verpleegkundige Mieke Voerman, verpleegkundige
Selma Veldhuizen, verpleegkundige Anna Wassenaar, verpleegkundige Peter Bisschops, arts Wieke Broekman, arts Hetty Frodl, arts Aleid Westerveld, arts Wilma Wevers, arts Petra Beetstra, assistente JGZ Klara v/d Berg, assistente JGZ Yvonne Brand, assistente JGZ Thea van Zwol, assistente JGZ Ina Zijlstra, assistente JGZ
Locatie consultatiebureaus In de gemeente Leeuwarden zijn de consultatiebureaus op de volgende plaatsen gevestigd: • • •
Gezondheidscentrum Cammingaburen Centrum Eerste Lijnszorg Huizumerpoort Gezondheidscentrum Skrokdam
6
3. Groepsmonitor: cijfermatige informatie over de gezondheidstoestand van de jeugd en risicogroepen §1
Monitor gezondheid jeugdgezondheidszorg 4-12 jaar
Inleiding De gegevens in deze monitor zijn afkomstig van gezondheidsonderzoeken uit de periode januari tot en met december 2008. Het betreft hier kinderen van 4 tot 12 jaar uit Leeuwarden uit groep 2 en groep 7. In groep 2 is bij 1263 kinderen een gezondheidsonderzoek afgenomen, 663 jongens en 600 meisjes. Bij groep 7 gaat het om 873 kinderen, 430 jongens en 443 meisjes. Gegevens uit de gezondheidsonderzoeken worden weergegeven voor de gemeente Leeuwarden. Naast deze gegevens staan ook de betreffende cijfers voor de overige gemeenten in Friesland. Hiermee kan dus een vergelijking gemaakt worden tussen de eigen gemeente en de overige gemeenten. Niet alle onderwerpen zijn zowel bij groep 2 als bij groep 7 gevraagd en worden dan ook niet voor beide weergegeven. Op basis van het lage opleidingsniveau van de moeder behoort 21% van deze kinderen tot de categorie ‘lage sociaaleconomische status’. Bij 23% is sprake van bijzonder ouderschap. Bijzonder ouderschap wil zeggen dat het kind niet opgroeit in een gezin met beide eigen ouders. Van de kinderen van 4-12 jaar heeft 18% een andere dan de Nederlandse etniciteit. Over het algemeen vinden de meeste ouders (93%) dat hun kind een goede lichamelijke gezondheid heeft.
Gezondheidsaspecten gemeente Leeuwarden In onderstaande figuur staan meerdere aspecten van ongezondheid voor groep 2 van het basisonderwijs in een oogopslag weergegeven. Groep 2: aspecten van ongezondheid Gemeente Leeuwarden
Overige gemeenten Friesland
15%
10%
5%
0% Chronische aandoening
Figuur 1.1
Beperking functioneren door lich. gez.heid
Psychosociale ongezondheid
Ongunstige opgroeiomstandigheden
Motoriek ontwikkelings achterstand
Spraaktaal ontwikkelings achterstand
Algemeen ontwikkelings achterstand
aspecten van ongezondheid bij kinderen uit groep 2 van het basisonderwijs
7
Het blijkt dat chronische aandoeningen minder vaak voorkomen in Leeuwarden. Daarentegen komen psychosociale ongezondheid en ongunstige opgroeiomstandigheden vaker voor. Wat de overige aspecten van ongezondheid in groep 2 betreft zijn er geen verschillen met de overige gemeenten. In groep 7 komen psychosociale ongezondheid (16%) en ongunstige opgroeiomstandigheden (10%) vaker voor in Leeuwarden dan in de overige gemeenten (respectievelijk 12% en 7%).
Leefstijlfactoren in de gemeente Leeuwarden Overgewicht Overgewicht is een groeiend gezondheidsprobleem. Dat geldt ook voor de jeugd in Friesland. In onderstaande figuur staan de overgewichtcijfers weergegeven voor de groepen 2 en 7 van het basisonderwijs. Overgewicht 4-12 jarigen Gemeente Leeuwarden
Overige gemeenten Friesland
20%
15%
10%
5%
0% Overgewicht groep 2
Figuur 1.2
Overgewicht groep 7
percentage overgewicht bij kinderen uit groep 2 en groep 7 van het basisonderwijs
Van de kinderen uit groep 7 in Leeuwarden heeft een relatief groter deel overgewicht dan in de rest van de regio. Daarnaast is in figuur 1.3 de trend van overgewicht bij kinderen uit groep 7 weergegeven. Het gaat hierbij om de periode 2003-2008. Trend overgewicht 2003-2004
2004-2005
2005-2006
2006-2007
2008
20%
15%
10%
5%
0%
Figuur 1.3
trend van overgewicht bij kinderen uit groep 7 van het basisonderwijs
8
De integrale jeugdgezondheidszorg zet zich in voor preventie van overgewicht. Jeugdigen met overgewicht en hun ouders krijgen gerichte adviezen over voeding, beweging en inactief spel (bijvoorbeeld televisiekijken of computergebruik). Vervolgens wordt in overleg bepaald of het wenselijk is andere hulp- of zorgverlening in te schakelen (bijvoorbeeld een diëtist of kinderarts). Van de 74 kinderen uit groep 2 waar de arts overgewicht heeft vastgesteld hebben 52 een advies gekregen. Ook hebben 45 kinderen een extra gesprek met de jgz gehad en zeven een verwijzing. In groep 7 hebben 89 van de 98 kinderen waar overgewicht is geconstateerd een advies gekregen, 61 hebben een extra gesprek gehad en zeven zijn doorverwezen. Lid sportvereniging In Leeuwarden blijkt 70% van de kinderen uit groep 7 lid te zijn van een sportvereniging. Dat is minder dan in de overige gemeenten (80%).
Gezondheidsaspecten van specifieke risicogroepen in Friesland Naast de gezondheidsaspecten van de gemeente is gekeken naar de gezondheidsrisico’s van specifieke risicogroepen in de provincie Friesland. Het gaat hierbij om kinderen uit gezinnen waarbij sprake is van een lage sociaal-economische status, bijzonder ouderschap en/of een niet-Nederlandse etniciteit. Kinderen uit een (of meer) van deze risicogroepen worden, wat betreft gezondheidrisico’s, vergeleken met kinderen die niet tot een van die groepen behoren. Met behulp van het vóórkomen van deze gezondheidsrisico’s bij verschillende groepen is het mogelijk de impact hiervan vast te stellen. Dit biedt ook doel(groep)gerichte mogelijkheden van interventie. Een lage sociaal-economische status van het kind wordt bepaald door een lage opleiding van de moeder. Van bijzonder ouderschap is sprake wanneer niet beide ouders van het kind deel uitmaken van het gezin. Ongezondheid blijkt vaker voor te komen bij kinderen uit een of meerdere van de risicogroepen. Met name psychosociale ongezondheid, ongunstige opgroeiomstandigheden, spraak-/taal- en algemene ontwikkelingsachterstand worden veel vaker bij een (of meerdere) van de risicogroepen gesignaleerd. De verschillen staan in de onderstaande figuren weergegeven.
9
Groep 2: sociaal economische status en aspecten van ongezondheid SES laag
SES hoog
20%
15%
10%
5%
0% Chronische aandoening
Figuur 1.4
Beperking functioneren door lich. gez.heid
Psychosociale ongezondheid
Ongunstige opgroeiomstandigheden
Motoriek ontwikkelings achterstand
Spraaktaal ontwikkelings achterstand
Algemeen ontwikkelings achterstand
sociaal economische status en aspecten van ongezondheid bij kinderen uit groep 2 van het basisonderwijs in Friesland
Groep 2: ouderschap en aspecten van ongezondheid Bijzonder ouderschap
Beide eigen ouders
30%
25%
20%
15%
10%
5%
0% Chronische aandoening
Figuur 1.5
Beperking functioneren door lich. gez.heid
Psychosociale ongezondheid
Ongunstige opgroeiomstandigheden
Motoriek ontwikkelings achterstand
Spraaktaal ontwikkelings achterstand
Algemeen ontwikkelings achterstand
ouderschap en aspecten van ongezondheid bij kinderen uit groep 2 van het basisonderwijs in Friesland
10
Groep 2: etniciteit en aspecten van ongezondheid Niet-Nederlands
Nederlands
25%
20%
15%
10%
5%
0% Chronische aandoening
Figuur 1.6
Beperking functioneren door lich. gez.heid
Psychosociale ongezondheid
Ongunstige opgroeiomstandigheden
Motoriek ontwikkelings achterstand
Spraaktaal ontwikkelings achterstand
Algemeen ontwikkelings achterstand
etniciteit en aspecten van ongezondheid bij kinderen uit groep 2 van het basisonderwijs in Friesland
Bij de kinderen uit groep 7 is in dit geval alleen gekeken naar de psychosociale ongezondheid en de ongunstige opgroeiomstandigheden. Ook hiervoor geldt dat alle risicogroepen ongunstiger scoren. Daarnaast blijken kinderen uit groep 7 die tot een (of meerdere) risicogroep(en) behoren minder vaak lid te zijn van een sportvereniging.
Overgewicht in Friesland bij verschillende risicogroepen In de risicogroepen is bij 12 tot 16% van de kinderen uit groep 2 sprake van overgewicht, terwijl bij de niet-risicogroepen dit percentage minder dan tien bedraagt (figuur 1.7). In groep 7 is bij 17 tot 20% van de kinderen uit een risicogroep sprake van overgewicht. Bij de nietrisicogroepen is dit ongeveer 13%. Groep 2: overgewicht naar risicogroep 20%
15%
10%
5%
0% SES laag
Figuur 1.7
SES hoog
Bijzonder ouderschap
Beide eigen ouders
NietNederlands
Nederlands
overgewicht per risicogroep bij kinderen uit groep 2 van het basisonderwijs in Friesland
11
Groep 7: overgewicht naar risicogroep 25% 20% 15% 10% 5% 0% SES laag
Figuur 1.8
SES hoog
Bijzonder ouderschap
Beide eigen ouders
NietNederlands
Nederlands
overgewicht per risicogroep bij kinderen uit groep 7 van het basisonderwijs in Friesland
Samenvatting en conclusies De gezondheidssituatie van de kinderen uit groep 2 en 7 in Leeuwarden wijkt op een aantal aspecten af van de rest van de regio. Dit geldt in ongunstige zin voor de psychosociale ongezondheid en de ongunstige opgroeiomstandigheden. Chronische aandoeningen komen echter weer minder vaak voor bij kinderen uit groep 2 in Leeuwarden. Wat overgewicht betreft zijn er in groep 7 relatief meer kinderen met overgewicht. Ook is in Leeuwarden een relatief kleiner deel van de oudere kinderen lid van een sportvereniging. Kinderen uit gezinnen in Friesland waarbij sprake is van een lage sociaal economische status, bijzonder ouderschap en/of een niet-Nederlandse etniciteit lopen grotere gezondheidsrisico’s. Vooral psychosociale ongezondheid, ongunstige opgroeiomstandigheden, spraak-/taal- en algemene ontwikkelingsachterstand komen vaker voor. Ook overgewicht is bij de risicogroepen een groter probleem. De risicogroepen verdienen daarom extra aandacht.
12
§2
Monitor gezondheid jeugdgezondheidszorg 12-19 jaar
Inleiding De gegevens uit het grootste deel van deze rapportage zijn afkomstig van de gezondheidsonderzoeken die in 2008 zijn gehouden onder jongeren uit de onderbouw (klas 1 en 2) van het voortgezet onderwijs. Het gaat om 248 jongens en 285 meisjes. Net als bij de andere leeftijdsgroepen worden ook hier de cijfers weergegeven voor zowel de gemeente Leeuwarden als de overige gemeenten. Daarmee kan dus een vergelijking gemaakt worden tussen de eigen gemeente en de rest van de provincie. Op basis van het opleidingsniveau dat de leerling volgt, behoort 41% van deze jongeren tot het VMBO. Van de jongeren van 12-19 jaar heeft 15% een niet-Nederlandse etniciteit, bij 27% is sprake van bijzonder ouderschap. Naast informatie over jongeren uit klas 1 en 2 zijn gegevens verzameld bij jongeren uit klas 3 Vmbo over onder andere het gebruik van alcohol en andere middelen. Het gaat om 168 jongens en 141 meisjes. Over het algemeen vindt het merendeel (89%) van de jongeren dat zijn/haar gezondheid goed is.
Gezondheidsaspecten gemeente Leeuwarden In onderstaande figuur staat weergegeven bij welk deel van de jongeren sprake is van psychosociale ongezondheid en welk deel van hen te maken heeft met ongunstige opgroeiomstandigheden. Dit is weergegeven voor zowel de gemeente Leeuwarden als de overige gemeenten. Het blijkt dat relatief meer jongeren in de gemeente Leeuwarden psychosociaal ongezond zijn dan in de overige gemeenten. VO: aspecten van ongezondheid Gemeente Leeuwarden
Overige gemeenten Friesland
15%
10%
5%
0% Psychosociale ongezondheid
Figuur 2.1
Ongunstige opgroei-omstandigheden
aspecten van ongezondheid bij jongeren uit klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs
13
Leefstijlfactoren in de gemeente Leeuwarden Overgewicht Dat overgewicht een groeiend gezondheidsprobleem is geldt ook voor de jeugd in Friesland. In onderstaande figuur staat het percentage overgewicht weergegeven voor de klassen 1 en 2 uit het voortgezet onderwijs. Overgewicht VO Gemeente Leeuwarden
Overige gemeenten Friesland
20%
15%
10%
5%
0% Overgewicht
Figuur 2.2
percentage overgewicht bij jongeren uit klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs
Het percentage overgewicht bij de jongeren uit klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs in Leeuwarden blijkt niet te verschillen van dat in de overige gemeenten. Van de groep van 66 jongeren waarbij overgewicht is geconstateerd hebben 53 een advies gekregen. Negenentwintig jongeren hebben een extra gesprek gehad en drie een verwijzing. Lid sportvereniging In Leeuwarden is 62% van de jongeren uit de onderbouw lid van een sportvereniging. Dat is minder dan in de overige gemeenten (71%). Genotmiddelen In klas 3 van het Vmbo krijgen jongeren een gezondheidsonderzoek waarin onder andere vragen worden gesteld over alcoholgebruik en middelengebruik. Ook in voorgaande jaren is hier naar gevraagd. De resultaten staan weergegeven in onderstaande figuren. Van de jongeren uit klas 3 Vmbo in Leeuwarden drinkt 8% wel eens meer dan 20 glazen alcohol per week, 7% gebruikt wel eens hasj of wiet. Daarin wijken ze niet echt af van de overige gemeenten.
14
Genotmiddelengebruik Gemeente Leeuwarden
Overige gemeenten Friesland
15%
10%
5%
0% Drinkt wel eens meer dan 20 glazen alcohol per week
Figuur 2.3
Gebruikt wel eens hasj of wiet
genotmiddelengebruik klas 3 Vmbo
Trend genotmiddelengebruik gemeente 2005-2006
2007
2008
25% 20% 15% 10% 5% 0% Drinkt wel eens meer dan 20 glazen alcohol per week
Figuur 2.4
Gebruikt wel eens hasj of wiet
trend genotmiddelengebruik klas 3 Vmbo
Gezondheidsaspecten van specifieke risicogroepen in Friesland Net als in de voorgaande paragrafen is ook voor klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs gekeken naar de gezondheidsrisico’s van specifieke risicogroepen in de provincie Friesland. Ook hier gaat het weer om jongeren waarbij sprake is van bijzonder ouderschap en/of een niet-Nederlandse etniciteit. Daarnaast is schooltype als achtergrondvariabele meegenomen. Het gaat hierbij om het opleidingsniveau van de leerling zelf, in plaats van dat van de moeder. In onderstaande figuren worden voor de verschillende risicogroepen de psychosociale ongezondheid en de ongunstige opgroeiomstandigheden weergegeven.
15
VO: psychosociale ongezondheid naar risicogroep 20%
15%
10%
5%
0% Vmbo
Figuur 2.5
Havo/Vwo
Bijzonder ouderschap
Beide eigen ouders
NietNederlands
Nederlands
psychosociale ongezondheid naar risicogroep bij jongeren uit klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs
VO: ongunstige opgroei-omstandigheden naar risicofactor 20%
15%
10%
5%
0% Vmbo
Figuur 2.6
Havo/Vwo
Bijzonder ouderschap
Beide eigen ouders
NietNederlands
Nederlands
ongunstige opgroeiomstandigheden naar risicogroep bij jongeren uit klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs
Psychosociale ongezondheid blijkt vaker bij jongeren uit een (of meerdere van de) risicogroep(en) voor te komen. De percentages variëren van 11 tot 17%, terwijl dit varieert van 5 tot 8% wanneer de jongeren tot niet-risicogroepen behoren. Ook ongunstige opgroeiomstandigheden komen vaker voor bij jongeren uit een (of meerdere van de) risicogroep(en). Dit varieert van 6 tot 14% bij de risicogroepen, en van 3 tot 5% bij de niet-risicogroepen. Verder blijken jongeren uit klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs die tot een (of meerdere) risicogroep(en) behoren minder vaak lid te zijn van een sportvereniging.
Overgewicht in Friesland bij verschillende risicogroepen Wanneer we kijken naar overgewicht bij jongeren uit klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs in relatie tot risicogroepen valt het volgende op. Overgewicht komt vaker voor in de risicogroepen. In de risicogroepen varieert het overgewicht van 17 tot 19%, terwijl dit bij jongeren uit de niet-risicogroepen tussen de 10 en 13% ligt.
16
VO: overgewicht naar risicogroep 20%
15%
10%
5%
0% Vmbo
Figuur 2.7
Havo/Vwo
Bijzonder ouderschap
Beide eigen ouders
NietNederlands
Nederlands
overgewicht per risicogroep bij jongeren uit klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs
Samenvatting en conclusies Van de jongeren uit de onderbouw van het voortgezet onderwijs in Leeuwarden is een relatief groter deel psychosociaal ongezond dan in de overige gemeenten. Ongeveer 8% van de jongeren uit klas 3 Vmbo drinkt wel eens meer dan 20 glazen alcohol per week en 7% gebruikt wel eens hasj of wiet. Ruim drie op de vijf jongeren uit de onderbouw is lid van een sportvereniging; dat is minder dan in de overige gemeenten. Jongeren in Friesland waarbij sprake is van bijzonder ouderschap, een niet-Nederlandse etniciteit en/of die op het Vmbo zitten lopen grotere risico’s wat betreft psychosociale ongezondheid, ongunstige opgroeiomstandigheden en overgewicht. Deze risicogroepen verdienen daarom extra aandacht.
17
4. Informatie en advies JGZ-medewerkers Inleiding In dit hoofdstuk worden de observaties en signalen van de JGZ-medewerkers in de gemeente Leeuwarden beschreven. Het betreft hier observaties vanuit hun contacten met ouders en jongeren en met de zorgnetwerken. Deze observaties worden voor een deel ondersteund door de gegevens uit hoofdstuk 3. Voor een ander deel zijn het meer subjectieve indrukken. Aandachtspunten JGZ-teams Lichamelijke gezondheid Over het algemeen is de lichamelijke gezondheid van de kinderen in Leeuwarden goed te noemen; in de lagere SES-wijken lijkt deze echter minder te zijn. Wij zien in alle wijken kinderen met overgewicht. Bij ouders met een hogere SES, is het verkrijgen van inzicht in het gewicht van hun kind vaak al een oplossing. Bij ouders uit de lagere SES-groep kan vaak een extra consult of huisbezoek helpen. Kinderen, die in een flat wonen, lijken minder/ te weinig buiten te spelen. Psychosociale gezondheid In de lagere SES-wijken kampt een aantal ouders met psychosociale problemen, mede ten gevolge van financiële problemen en schulden; zij zien weinig toekomstperspectief. Verder zien wij daar veel stress binnen de gezinnen door armoede, schulden, wisselende partners en/of alleenstaand ouderschap. De indruk bestaat dat er veel eenzaamheid bestaat bij moeders. De toestroom van kinderen naar het speciaal basisonderwijs neemt sterk toe. Dit was enigszins te verwachten in verband met de aangescherpte normen voor indicering REC4 en de aanloop naar Passend Onderwijs binnen het (speciaal) basisonderwijs. Opvoeding/ opgroeien In de lagere SES-wijken zien wij ongunstige opgroeisituaties: multi-problem gezinnen, instabiele gezinssituaties, alleenstaande ouderschap, jonge moeders, laaggeschoolde en/of werkeloze ouders, meer allochtone ouders, armoede en een matige huisvesting. In het algemeen lijkt de opvoedingskennis van ouders van nu achteruit te gaan. Een aantal ouders lijkt moeite te hebben met het afstemmen van hun hectische leven op de jonge kinderen. Ouders zijn doorgaans taak- en zorggericht en hebben de neiging over de hoofden van te kinderen te praten. Het vermogen om in te voelen wat een kind nodig heeft lijkt te verdwijnen. Hetzelfde geldt voor het bieden van structuur bij de dagelijkse gang van zaken. Ouders en kinderen lijken overbelast. Dit komt niet alleen voor in gezinnen met sociale problematiek, zoals gescheiden ouders of lage SES gezinnen. Ook in ‘normale’ twee oudergezinnen nemen de opvoedingsspanning en opvoedingsproblemen toe. Wij zien de volgende problematiek bij de kinderen: onrustig en druk gedrag, moeilijk stuurbaar zijn/ slecht luisteren, snel boos zijn/ kort lontje, veel strijd met ouders, veel ruzie met leeftijdgenootjes, opstandig en brutaal gedrag, slaapproblemen. Bij hoger opgeleide ouders is de vraag van de ouders soms meer gericht op het perfectioneren van hun opvoeding. Leefstijl en riskante gewoonten Er zijn veel ouders die roken, ook in de nabijheid van kinderen. Het gebruik van cannabis door ouders ligt hoog. Er lijkt weinig kennis te zijn over gezonde voeding; wij constateren ongezonde eetgewoontes, overdadig snoepen, eten voor de TV. Ouders maken veel gebruik van de auto. Er lijkt meer problematiek te zijn met (hang)jongeren, vanaf de leeftijd van 11-12 jaar.
18
Samenwerking met gezondheidszorg en andere instellingen Door overleggen als de zorgcirkel, het overleg met de peuterspeelzalen en vooral ook het CJG-overleg, is het vinden van de juiste personen makkelijker geworden en daarmee ook de samenwerking. Deze overleggen dragen ook bij aan het verspreiden van kennis. Wat betreft terugkoppeling is er nog wel verbetering mogelijk. De JGZ heeft veel energie gestoken in en geadviseerd bij nieuwe ontwikkelingen zoals het starten van de twee Centra voor Jeugd en Gezin, de Verwijsindex en meer samenwerking in de ketenzorg. Het is opvallend dat het aantal leerlingen dat werd aangemeld bij de beide samenwerkingsverbanden Weer-samen-naar-school, in de tweede helft van 2008 fors toenam, waarbij de complexiteit van de problematiek ook groter was. Dit betekende dat onze inzet en inbreng meer werd gevraagd. De participatie van de JGZ in deze overlegstructuren is zeer waardevol en wordt sterk gewaardeerd. Onze deelname aan deze structuren kan een schakel zijn tussen het Centrum voor Jeugd en Gezin en het onderwijs. Binnen de wijk Camminghaburen is de samenwerking met scholen, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven etc. de laatste jaren sterk verbeterd. Het op en met elkaar afstemmen van de zorg kan nog beter Ontbreken van voorzieningen Er wordt momenteel veel verbouwd /vernieuwd in Bilgaard en de Vrijheidswijk. Dit is een goede ontwikkeling! In de Vrijheidswijk is nu een mooi nieuw kinderspeelhuis geopend. Er zijn sowieso al veel voorzieningen gerealiseerd. Niet alle ouders maken hier echter gebruik van. We zien bv. vrij vaak allochtone moeders die sociaal geïsoleerd zijn en niet bij die voorzieningen terecht komen. In een aantal wijken/ buurten zouden uitnodigende buitenspeelplaatsen kunnen komen met zitbanken voor de ouders, zodat er tevens een ontmoetingsplaatsen voor ouders met kinderen onder de 4 jaar is. Adviezen van de JGZ-teams voor uw gemeente: • Met name in de lagere SES-wijken buitenspeelplaatsen met bankjes, waar de ouders contacten kunnen leggen met andere ouders. Veel van de speelruimte wordt nu ingenomen door geparkeerde auto’s. Hierdoor is het voor ouders ook onoverzichtelijk om op hun kleintjes te passen. Kinderen hebben hierdoor weinig bewegingsruimte. • Preventief beleid ten aanzien van (hang)jongeren. • Armoedebeleid. Er zijn nog steeds veel ouders met weinig financiële middelen en er is veel werkloosheid; gezinssituaties zijn hierdoor vaak uitzichtloos. • Misschien is het mogelijk – als dat nog niet gebeurt – om voor allochtone ouders informatie over de voorzieningen te koppelen aan de inburgeringcursus? Bv. als (verplicht) onderdeel met een buurtmoeder (uit de eigen cultuur) op bezoek gaan bij diverse instanties, bij cursussen voor allochtone vrouwen, bij de peuterspeelzaal e.d.. • Samenwerking met scholen, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven etc. bevorderen. • Faciliteren en optimaliseren van de samenwerking tussen JGZ, Bureau Jeugdzorg en Jeugdhulp Friesland • Wat betreft de wijk Camminghaburen: het multi-functioneel centrum effectief benutten, bv. als ontmoetingsplaats voor ouders met kinderen. En een Centrum Jeugd en Gezin in het gezondheidscentrum Camminghaburen.
19
5. Kengetallen cliëntcontacten 2008 Cliëntcontacten JGZ 0-4 Aantal huisbezoeken neonatale screeningen Aantal standaard huisbezoeken zuigelingen Aantal consultatiebureau zittingen arts Aantal consultatiebureau zittingen verpleegkundige Aantal huisbezoeken op indicatie zuigelingen Aantal huisbezoeken opvoedingsondersteuning peuters Aantal nieuwe aanmeldingen pedagogen Aantal consulten pedagogen Cliëntcontacten JGZ 4-19 Preventief gezondheidsonderzoeken basisonderwijs Preventief gezondheidsonderzoeken voortgezet onderwijs Periodiek gezondheidsonderzoek speciaal onderwijs Preventief gezondheidsonderzoek op indicatie of verzoek Huisbezoek op indicatie
1102 1087 594 775 1253 196 165 569 2120 634 153 962 49
Toelichting cliëntcontacten JGZ 0-4 • Huisbezoeken neonatale screeningen: hielprik en/of neonatale gehoorscreening; eerste screening + herhalingsonderzoeken • Standaardhuisbezoeken zuigeling: huisbezoek door verpleegkundige als kind 2 weken oud is • Aantal consultatiebureauzittingen arts resp. verpleegkundige: deze zittingen worden over het algemeen gelijktijdig gehouden • Huisbezoeken opvoedingsondersteuning peuters: huisbezoeken door verpleegkundigen • Consulten pedagogen: huisbezoeken en telefonische consulten door pedagogen JGZ 4-19: • Preventieve gezondheidsonderzoeken basisonderwijs: groep 2 + groep 7. • Preventieve gezondheidsonderzoeken voortgezet onderwijs: vmbo klas 1 en 3 + havo/vwo klas 2. • Preventieve gezondheidsonderzoeken speciaal onderwijs: instroomonderzoek + periodieke gezondheidsonderzoeken. • Preventieve gezondheidsonderzoeken op indicatie of verzoek: dit betreft alleen het basisonderwijs. Op het voortgezet onderwijs zijn in totaal voor heel Fryslân 1196 onderzoeken op indicatie of verzoek uitgevoerd; deze onderzoeken konden niet per gemeente uitgesplitst worden. • Huisbezoeken op indicatie: ook dit betreft alleen het basisonderwijs. Op het voortgezet onderwijs zijn in totaal voor heel Fryslân 52 huisbezoeken gebracht; deze huisbezoeken konden niet per gemeente uitgesplitst worden.
20
6. Cliëntgerichte activiteiten Behalve de cliëntcontacten, zoals weergegeven in het voorgaande hoofdstuk, heeft de JGZ een aantal cliëntgerichte activiteiten gericht op specifieke (risico)groepen. Hieronder vindt u daarvan een overzicht. Nazorg prematuren De Jeugdgezondheidszorg en het Medisch Centrum Leeuwarden hebben de handen ineengeslagen om kinderen die ernstig prematuur zijn geboren of een slechte start hebben doorgemaakt, beter te begeleiden na het ontslag uit het ziekenhuis. De samenwerking heeft tot doel de adviezen en begeleiding door het MCL en de jeugdgezondheidszorg op elkaar af te stemmen. De medische begeleiding wordt in het eerste jaar op de nazorgpoli in het MCL gegeven. Bij een consult op de nazorgpoli zien ouders de ene keer een jeugdarts, de andere keer een kinderarts. Afwisselend zijn een kinderfysiotherapeut of logopedist aanwezig. De begeleiding die ouders anders op het consultatiebureau zouden krijgen, wordt nu thuis aangeboden door een gespecialiseerd wijkverpleegkundige JGZ In 2008 zijn uit de gemeente Leeuwarden 24 kinderen aangemeld voor de nazorg prematuren. Consultatiebureau Plus Het Consultatiebureau Plus is een speciaal spreekuur voor kinderen van 0-4 jaar, waarbij zorgen of vragen over de ontwikkeling zijn. Tijdens een eenmalig consult kijken een jeugdarts, die zich gespecialiseerd heeft op het gebied van ontwikkelingsproblemen, een kinderfysiotherapeut, logopedist en orthopedagoog naar het kind en geven een advies over het vervolgbeleid. Het consultatiebureauteam meldt – in overleg met de ouders – een kind aan voor het Consultatiebureau Plus en is verantwoordelijk voor het vervolgbeleid. In 2008 zijn in de gemeente Leeuwarden 30 kinderen aangemeld bij het Consultatiebureau Plus. VTO-vroeghulp VTO-vroeghulp heeft als doel het vroegtijdig onderkennen van ontwikkelings- en/of gedragsproblematiek bij kinderen van 0-7 jaar en daar waar nodig in een zo vroeg mogelijk stadium hulp verlenen aan kind en ouders. Zowel ouders als hulpverleners en peuterleidsters/ leerkrachten kunnen een kind aanmelden bij het team VTO-vroeghulp. Het kernteam VTO-vroeghulp bestaat uit een coördinator/ jeugdarts van Thuiszorg Het Friese Land, maatschappelijk werker/ casemanger van MEE Friesland, orthopedagoog van Thuiszorg Het Friese Land en een kinderarts. Daarnaast kunnen, afhankelijk van de vraagstelling, anderen disciplines en instanties ingeschakeld worden, zoals Bureau Jeugdzorg of GGZ-Jeugd. In 2008 zijn in de gemeente Leeuwarden 50 kinderen aangemeld bij VTO-vroeghulp. Pedagogische thuisbegeleiding Het doel van pedagogische thuisbegeleiding is het ondersteunen en begeleiden van ouders bij opvoedingsproblemen. Naar aanleiding van een probleem dat gesignaleerd is tijdens een bezoek aan het consultatiebureau, een huisbezoek door de wijkverpleegkundige JGZ of een verwijzing door de huisarts, brengt een pedagoog maximaal vijf huisbezoeken. Bij de begeleiding wordt gebruik gemaakt van methodieken als voorbeeldgedrag en videointeractie-begeleiding.
21
In de gemeente Leeuwarden zijn in 2008 165 kinderen aangemeld voor pedagogische thuisbegeleiding. De pedagoog heeft in totaal 569 consulten uitgevoerd. Dit betreft zowel huisbezoeken als telefonische consulten. Bij een tiental kinderen heeft een pedagoog een observatie op de peuterspeelzaal gedaan. Daarnaast zijn in het kader van pedagogische hulp aan huis voor 4-12 jarigen 81 gezinnen begeleid. Naar aanleiding van deze begeleiding heeft een pedagoog bij acht kinderen een observatie op de basisschool gedaan. Schouders onder 0uders ‘Schouders onder ouders’ is gericht op het voorkómen van ontwikkelings-, opvoeding- en gedragproblematiek. De doelgroep bestaat uit ouders van kinderen van 0-1½ jaar, waarbij één of meer risicofactoren zijn geconstateerd. Het programma biedt ondersteuning aan ouders tijdens een huisbezoek op de leeftijd van 6 weken, 3, 6, 9, 12 en 18 maanden en een telefonisch contact op de leeftijd van 15 maanden van hun kind. Ouders worden ondersteund door middel van informatie over de ontwikkelingsfasen van kinderen, vergroten van opvoedingscompetentie en zelfvertrouwen van de ouders, stimuleren van hechting en responsief gedrag van de ouders, het helpen vergroten van sociale steun. In het najaar van 2008 zijn de voorbereidingen gestart om vanaf 1 januari 2009 over te gaan op ‘Stevig ouderschap’. Dit in een bewezen effectieve interventie met dezelfde doelstelling en dezelfde doelgroep en grotendeels dezelfde werkwijze. In 2008 zijn in Leeuwarden zijn 86 gezinnen aangemeld voor ‘Schouders onder ouders’.
22
7. Deelname aan zorgnetwerken en gemeentelijke netwerken Structureel overleg met leidsters peuterspeelzalen Peuterspeelzalen zijn een belangrijke vindplaats als het gaat om jonge kinderen met gedragsproblemen en/of in risicovolle opgroeisituaties. Samenwerking en overleg tussen de JGZ 0-4 en de leidsters van peuterspeelzalen heeft dan ook en grote meerwaarde voor de zorg aan deze kinderen. Hierbij gaat het om het signaleren van risicokinderen, uitzetten van beleid en zo nodig verwijzen naar hulpverlening en het afstemmen van zorg. In de gemeente Leeuwarden heeft de JGZ 0-4 overleg gehad met de leidsters van een groot aantal peuterspeelzalen. Daarnaast is er overleg geweest met de leidsters van een aantal kinderdagverblijven. Zorgnetwerken In een zorgnetwerk vindt multidisciplinair overleg plaats volgens afgesproken gedrags- en privacyregels, waarbij iedere deelnemer een probleemsituatie kan inbrengen met betrekking tot een kind/gezin. De JGZ-medewerker levert vanuit zijn/haar specifieke deskundigheid een bijdrage aan diagnostiek en afstemming van het zorgbeleid rondom een gezin. Daarnaast levert het zorgnetwerk een belangrijke bijdrage aan het signaleren van probleemsituaties op groepsniveau. In de gemeente Leeuwarden heeft de JGZ deelgenomen aan de volgende zorgnetwerken: • Buurtnetwerk Camminghaburen • Teamoverleg Gezondheidscentrum Camminghaburen • Overleg huisartsen Gezondheidscentrum Camminghaburen • Zorg Advies Team basisonderwijs Camminghaburen • Buurtnetwerk/ zorgcirkel Oud Oost/ Heechterp/ Schieringen • Zorgteam Centrum voor Jeugd en Gezin Oud Oost • Zorg Advies Team De Sprong • Buurtnetwerk Vrijheidswijk • Buurtnetwerk Bilgaard • Buurtnetwerk Aldlân • Buurtnetwerk Huizum-West • Zorgteam Centrum voor Jeugd en Gezin Zuiderburen • Sociale Teams • Brede School overleg • Overleg JGZ met intern begeleider basisschool en schoolmaatschappelijk werk op een tiental scholen voor basisonderwijs • Samenwerkingsverband Weer-samen-naar-school voor protestants-christelijk onderwijs • Samenwerkingsverband Weer-samen-naar-school voor openbaar basisonderwijs • Interventieteam Spectrum/ Proloog • Zorgteam op de verschillende locaties van CSG Comenius, Gomarus College, Christelijk Gymnasium Beyers Naudé, AOC Friesland en OSG Piter Jelles • Commissie van Onderzoek/ begeleiding van de scholen voor speciaal onderwijs • Regionaal Meld- en Coördinatiepunt voor vroegtijdige schoolverlaters • Zorgteam van een school voor middelbaar beroepsonderwijs
23
Gemeentelijke netwerken In een gemeentelijk netwerk wordt samengewerkt met de gemeente en andere instanties om een sluitend zorgaanbod te ontwikkelen voor jeugdigen en hun ouders. In de gemeente Leeuwarden heeft de JGZ deelgenomen aan de volgende gemeentelijke netwerken: • Brede Wijk Camminghaburen • Voorbereiding Centrum voor Jeugd en Gezin • Werkgroep Centrum voor Jeugd en Gezin Oud Oost • Werkgroep Centrum voor Jeugd en Gezin Zuiderburen Kindermishandeling Individuele burgers, zorgverleners en mensen die beroepsmatig werken met kinderen kunnen een vermoeden van kindermishandeling melden bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Medewerkers van de JGZ in Leeuwarden hebben regelmatig overleg gehad met het AMK; zij hebben ca. 25 maal inbreng geleverd in een zogenaamd ‘collateralenoverleg’. Dit is een afstemmingsoverleg van professionals betrokken bij een gezin met een melding van kindermishandeling. Het overleg is gericht op het stoppen van de mishandeling en hulp voor het gezin. Crisiszorg bij een calamiteit op school Het JGZ-team heeft in twee situaties crisiszorg verleend in Leeuwarden. Bij calamiteiten met leerlingen en/of leerkrachten geven JGZ-medewerkers van GGD Fryslân ondersteuning en advies gericht op de eerste opvang, de coördinatie van zorg en het verlenen van nazorg. Dit is bijvoorbeeld het geval bij zelfdoding, zedenzaak, geweldsdelict, extreme vormen van kindermishandeling, epidemie infectieziekte. Aansluitend op de crisiszorg kan ondersteuning worden geboden door het Scenarioteam Maatschappelijke Onrust, waarin GGD Fryslân participeert. Scenarioteam Maatschappelijke Onrust Bij een zedenzaak of andere calamiteit kan lokaal een Scenarioteam Maatschappelijke Onrust worden geformeerd bestaande uit zorgverleners, politie, justitie en vertegenwoordigers van het onderwijs. Het scenarioteam richt zich op strategiebepaling, afstemming van zorg en afstemming van informatie aan direct betrokkenen en pers. De GGD verzorgt het casemanagement van de scenarioteams. In 2008 zijn in Friesland 4 scenarioteams geformeerd, waarvan 1 in de gemeente Leeuwarden. Vertrouwenspersoon machtsmisbruik GGD Fryslân levert samen met Maatschappelijk Werk Fryslân vertrouwenspersonen machtsmisbruik in het kader van de wettelijke verplichte klachtenregeling voor scholen. Ingeval van een klacht over een ernstige vorm van machtsmisbruik (seksuele intimidatie, racisme, discriminatie, agressie/geweld of pesten) of een klacht over schoolorganisatorische zaken treedt de sociaal verpleegkundige van de GGD op als vertrouwenspersoon voor leerlingen/ouders. Het maatschappelijk werk levert zo nodig een vertrouwenspersoon voor de ‘aangeklaagde’. De sociaal verpleegkundige draagt bij aan het stoppen van het machtsmisbruik. Zo nodig vindt bemiddeling, indienen van een klacht bij klachtencommissie of verwijzing naar de hulpverlening plaats. In de gemeente Leeuwarden verzorgt de GGD de functie van vertrouwenspersoon op twaalf scholen voor protestants-christelijk basisonderwijs, een vrijde school en een openbare scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs.
24
8. Gezondheidsbevordering, projecten en campagnes Groepsvoorlichting aan ouders van kinderen van 0-4 jaar In groepsgerichte voorlichting aan ouders komen thema’s aan de orde op het gebied van gezondheid, ontwikkeling, gedrag, leefstijl en/of opvoeding. De groepsvoorlichting kan thuis, op het consultatiebureau, in een peuterspeelzaal of buurthuis plaatsvinden. In de gemeente Leeuwarden zijn de volgende activiteiten in het kader van groepsvoorlichting voor ouders van kinderen van 0-4 jaar uitgevoerd: • Themabijeenkomst op peuterspeelzaal: zeven maal • Themabijeenkomst op kinderdagverblijf: twee maal • Themabijeenkomst voor tienermoedergroep FIOM • Themabijeenkomst HWL • ‘Tupperware’ bijeenkomst: twee maal • Themabijeenkomst in kader Actie Leeuw!: twee maal Groepsvoorlichting aan kinderen op peuterspeelzaal • Mondgezondheid: een poetsles op een peuterspeelzaal Groepsvoorlichting aan ouders van kinderen op de basisschool In de gemeente Leeuwarden zijn de volgende activiteiten in het kader van groepsvoorlichting aan ouders met kinderen op een basisschool uitgevoerd: • Themabijeenkomst in de ouderkamer van een brede school • Luizeninstructie op een school voor basisonderwijs Groepsvoorlichting aan leerlingen basisonderwijs In de gemeente Leeuwarden zijn de volgende activiteiten in het kader van groepsvoorlichting aan leerlingen van een basisschool uitgevoerd: • Mondgezondheid:elf poetslessen op in totaal vijf basisscholen • Lentekriebels: op drie basisscholen Groepsvoorlichting aan leerlingen speciaal onderwijs In de gemeente Leeuwarden zijn de volgende activiteiten in het kader van groepsvoorlichting aan leerlingen van het speciaal onderwijs uitgevoerd: • Mondgezondheid: elf poetslessen op een school voor speciaal onderwijs Projecten • SKL Kinderopvang: supervisie leidsters door een pedagoog/ gedragskundige. Naar aanleiding hiervan heeft de pedagoog 18 kinderen geobserveerd op een kinderdagverblijf. • Actie Leeuw!: projectgroep • Actie Leeuw!: registratie gewicht en beleid bij overgewicht/ obesitas • Voorbereiding Triple P • Veilig en Gezond Opgroeien: in twee wijken
25
9. Beleidsadvisering Beleidsadvisering aan gemeenten over jeugd- en gezondheidsbeleid behoort tot de taken van GGD Fryslân. In 2008 hebben wij (diverse malen) contact gehad met de beleidsmedewerker volksgezondheid van uw gemeente over het gezondheidsbeleid, de ontwikkeling van de Centra voor Jeugd en Gezin en het jeugdbeleid. Ook heeft Leeuwarden meegedaan aan een pilot op het terrein van integraal gezondheidsbeleid.
10. Infectieziektebestrijding en Rijksvaccinatieprogramma Meldingen, vragen en voorlichting De GGD heeft een specifieke taak op het gebied van infectieziekten en is het kenniscentrum op het gebied van besmettelijke ziekten, SOA-AIDS en TBC. De GGD ondersteunt scholen en peuterspeelzalen bij een uitbraak van besmettelijke ziekten met informatie en adviezen indien er sprake is van een besmettelijke ziekte. Het gaat met name om kinkhoest, krentenbaard, roodvonk, de ‘vijfde ziekte’, diarree en onbegrepen huiduitslag. Daarnaast wordt specifiek geadviseerd in het geval van een hersenvliesontsteking en desgevraagd wanneer een leerling drager is van bijvoorbeeld Hepatitis B. Zwangere leerkrachten, peuterspeelzaalleidsters en anderen die beroepsmatig met kinderen werken, vragen regelmatig advies over de risico’s van infectieziekten. Zij krijgen dat per telefoon, e-mail en folders. Ook In uw gemeente is regelmatig actie ondernomen na melding van een infectieziekte en heeft bovengenoemde advisering en informatieverstrekking plaatsgevonden aan scholen en peuterspeelzalen. Rijksvaccinatieprogramma De jeugdgezondheidszorg voert het Rijksvaccinatieprogramma uit. Voor kinderen van 0-4 jaar vindt dat plaats tijdens de consulten op het consultatiebureau; voor de 9-jarigen tijdens zogenaamde massavaccinaties op één locatie per gemeente. Hieronder vindt u het overzicht van de vaccinatiestatus van de kinderen in uw gemeente, vergeleken met die van alle kinderen in Friesland en in Nederland. Het betreft het meest recente overzicht van het RIVM uit de rapportage 2008. De vaccinatiestatus is voldoende wanneer deze meer dan 90% is, en ruim voldoende wanneer deze meer dan 95% is. Vaccinatie DKTP zuigelingen 2005 Hib Zuigelingen 2005 BMR zuigelingen 2005 MenC zuigelingen 2005 DTP kleuters 2002 aK kleuters 2002 DTP schoolkinderen 1997 BMR schoolkinderen 1997
Leeuwarden Friesland Nederland 95,6% 95,8% 94.5% 96,3% 96,1% 95,1% 97,0% 97,6% 96,0% 97,2% 97,4% 95,9% 88,4% 93,1% 91,5% 87,6% 92,7% 91,0% 98,8% 96,8% 92,6% 95,7% 96,8% 92,5%
26