Leerwegondersteunend Onderwijs en Praktijkonderwijs in het Voorgezet Onderwijs Uw kind gaat schooljaar 2016-2017 naar het voortgezet onderwijs Een aantal kinderen heeft op de basisschool moeite met de leerstof en heeft daardoor leerachterstanden opgelopen. Bijvoorbeeld problemen met technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en/of problemen met rekenen. Ook kan er sprake zijn van sociaal-emotionele problemen. Bijvoorbeeld moeilijkheden in de omgang met klasgenoten en/of leerkrachten. Of er is bijvoorbeeld sprake van faalangst, concentratieproblemen of weinig motivatie om te leren. De meeste van deze kinderen krijgen op de basisschool extra begeleiding door de eigen leerkracht, de Intern Begeleider, een deskundige uit het speciaal onderwijs of ze worden geplaatst in het Speciaal Basisonderwijs. Het Voortgezet Onderwijs wil hier zo goed mogelijk bij aansluiten. Voor de leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben is er binnen het VMBO het Leerwegondersteunend Onderwijs. Voor de leerlingen voor wie het niet mogelijk is een VMBO-diploma te halen is er het Praktijkonderwijs. Wat is Leerwegondersteunend onderwijs (lwoo)? Lwoo betekent extra ondersteuning aan een leerling, onafhankelijk van het niveau van het VMBO waarop hij/zij instroomt (basis, kader, gemengd of theoretisch). Het is dus geen aparte opleiding. Lwoo wordt aangeboden op alle VMBO-locaties in de regio en op locatie Anna de Linie. De lwoo leerlingen werken in kleinere klassen, zodat er meer begeleiding mogelijk is per leerling. Voor elke leerling wordt een handelingsplan / ontwikkelingsperspectiefplan opgesteld. De voortgang hiervan wordt regelmatig besproken in het begeleidingsteam van het lwoo. Wat is Anna de Linie, de bovenschoolse tussenvoorziening van het Samenwerkingsverband? Voor kwetsbare leerlingen met gestapelde problematiek, die een kleine, specialistische, veilige, flexibele voorziening nodig hebben, biedt Anna de Linie de passende begeleiding. De locatie is kleinschalig opgezet; de leerlingen zijn verdeeld over twee gebouwen, waar ongeveer 90 leerlingen onderwijs volgen en begeleid worden. De klassen worden zoveel mogelijk ingedeeld op begeleidingsbehoefte van de leerling. Een vertrouwde mentor begeleidt de sociaal-emotionele en didactische ontwikkeling van de leerling. Deze mentor wordt ondersteund door de interne begeleidings commissie en diverse deskundigen o.a. de orthopedagoog. Voor elke leerling wordt een ontwikkelperspectief geschreven. Het onderwijs wordt aangeboden op álle niveaus van het VMBO. - Tweejarig traject; deze leerlingen starten in de eerste brugklas. De Linie begeleidt hen zodanig dat ze de overstap naar klas 3 (vakrichting) in het regulier onderwijs kunnen maken. - Tussentijdse in- en uitstroom is mogelijk. - Vierjarig traject; deze leerlingen maken het VMBO af op de Linie. Zij halen, met intensieve begeleiding, een diploma in de richting handel & administratie via het leerwerktraject - Leerlingen kunnen worden aangemeld voor het leerwerktraject, zij stromen in klas 3 in. - Daarnaast komen ook tussentijds ingestroomde leerlingen in aanmerking voor het leerwerktraject. - Aan de hand van het ontwikkelingsperspectief stroomt de leerling uit. Aanmelding voor Anna de Linie gebeurt via een moederschool. De moederschool is de school waar de leerling heen gaat na een succesvol traject op Anna de Linie. Op het toestemmingsformulier en het aanmeldformulier kan dit worden aangegeven. De leerling wordt ingeschreven op de moederschool.
Wat is Praktijkonderwijs (pro) ? Praktijkonderwijs is voortgezet onderwijs voor leerlingen die aan het einde van de basisschool een achterstand van meer dan 3 jaar hebben ten opzichte van leeftijdsgenoten. Dit zijn vaak leerlingen die op de basisschool al een eigen route hebben gevolgd. Het Praktijkonderwijs gaat uit van de mogelijkheden van de leerling. De leerling wordt voorbereid op de arbeidsmarkt en het zo zelfstandig mogelijk functioneren in de maatschappij. Daarom wordt er in alle lessen met 9 competenties gewerkt waaronder plannen en organiseren, omgaan met druk en tegen slag, samenwerken en overleggen. Het onderwijs is ingericht op de vier domeinen: wonen, werken, burgerschap en vrije tijd. Deze domeinen zijn het uitgangspunt voor theoretische lessen en praktijklessen. De mentor speelt een grote rol tijdens de loopbaan van de leerling. De mentor volgt de leerling en spreekt met de leerling apart tijdens popgesprekken en praat 2x per jaar samen met de leerling en diens ouders. Tijdens deze gesprekken wordt er geëvalueerd en worden er nieuwe doelen gesteld. Praktijkonderwijs wordt in dit samenwerkingsverband aangeboden op De Baanbreker in IJsselstein. Op De Baanbreker worden de volgende praktijklessen gegeven: verzorging consumptief, persoonlijke verzorging en huishoudkunde, bouwtechnieken en hout, algemene technieken en groen. In leerjaar 2 wordt het vak Interne Stage aangeboden en in leerjaar 3 het vak Arbeidstraining. Dit zijn voorbereidende vakken waarin leerlingen praktische vaardigheden opdoen zodat zij vanaf leerjaar 4 alleen op stage kunnen gaan in de door hun gekozen branche. Daarnaast volgt de leerling in jaar 4 een cursus die afgesloten wordt met een examen en een certificaat. In jaar 5 worden er IVIO-examens voor Nederlands, Engels en rekenen aangeboden aan leerlingen waarvan verwacht wordt dat zij kunnen slagen. Praktijk Onderwijs is eindonderwijs. Veel leerlingen gaan na het Praktijk Onderwijs werken. Een klein aantal leerlingen stroomt door naar het ROC waar ze een beroepskwalificatie kunnen behalen. Naar het Leerwegondersteunend Onderwijs of het Praktijkonderwijs Voordat een leerling definitief kan worden geplaatst in het lwoo of het pro is een toewijzing lwoo of een Toelaatbaarheidsverklaring Praktijkonderwijs nodig. Plaatsing in lwoo of pro wordt vanaf 1 januari 2016 toegekend door het Samenwerkingsverband VO Zuid-Utrecht, waaraan alle scholen voor voortgezet onderwijs uit de regio Zuid-Utrecht zijn verbonden. Een overzicht van deze scholen staat verderop in deze folder. Wat is de rol van de basisschool ? De basisschool geeft in haar advies over het niveau van de leerling, in het gesprek met de ouders, tevens aan of het wenselijk is dat hun kind het beste in het leerwegondersteunend onderwijs geplaatst kan worden. Wanneer lwoo wordt gewenst moet de school een dossier samenstellen, waarin wordt aangetoond dat de leerling recht heeft op extra ondersteuning. Bij het advies Pro zal de informatie moeten aantonen dat wordt voldaan aan de criteria voor pro. De criteria voor lwoo en pro staan in de bijlage. Ook voor leerlingen die niet binnen de lwoo criteria vallen kan op basis van het kindbeeld en geformuleerde onderwijsbehoefte worden aangegeven dat het kind gebaat is bij plaatsing in het lwoo. De VO school kan hiervoor een speciaal lwoo arrangement aanvragen bij het Samenwerkingsverband. Alle benodigde informatie komt in het digitale onderwijskundig rapport (OKR). De basisschool bespreekt het advies en het OKR met de ouders. Ouders tekenen het OKR voor gezien. Ouders en kind gaan daarna een school uitkiezen die past bij dit advies. Wanneer ouders een keuze hebben gemaakt voor een school, geven ouders dit door aan de basisschool. De basisschool verzorgt de digitale aanmelding bij de school voor voortgezet onderwijs. De gehele procedure van aanmelding en plaatsing in het lwoo en het pro kost veel tijd. Daarom wordt verzocht de leerlingen met een compleet dossier vroegtijdig aan te melden. Wanneer de basisschool plaatsing op Anna de Linie adviseert, is het van belang dit met de ouders te bespreken en daarbij aan te geven dat aanmelding verloopt via een moederschool. De moederschool is de school waar hun kind wordt ingeschreven en de school waar hij/zij in principe heengaat na een succesvol verblijf op Anna de Linie. De moederschool maakt hierover resultaat- en evaluatie afspraken met Anna de Linie.
Wat doet de VO school? De school waar de leerling wordt aangemeld, beoordeelt de informatie uit het OKR en vraagt indien nodig extra informatie op bij de basisschool. Indien nodig wordt de leerling opgeroepen voor een testdag. De testdag wordt georganiseerd op één van de scholen voor Voortgezet Onderwijs. Er wordt in principe alleen nog getoetst op intelligentie om de aanvullende informatie te verkrijgen die wettelijk nodig is voor de aanvraag voor lwoo of pro (zie criteria in de bijlage). Leerachterstanden en sociaalemotionele gegevens worden door de basisschool aangeleverd. Op basis van de gegevens uit de test en de informatie van de basisschool beoordeelt de VO school of een kind in het lwoo, het pro of een ander type onderwijs geplaatst kan worden. Daarnaast wordt gekeken welke leerlingen (tijdelijk) op de gespecialiseerde tussenvoorziening Anna de Linie geplaatst moeten worden. Dit wordt altijd met ouders overlegd door de reguliere school van aanmelding. Wat doet de PCL lwoo/pro? Plaatsing in lwoo of pro wordt vanaf 1 januari 2016 toegekend door het Samenwerkingsverband VO Zuid-Utrecht. Bij toekenning worden middelen vanuit het samenwerkingsverband ter beschikking gesteld voor de extra bekostiging welke nodig is om lwoo en pro te realiseren. De PCL lwoo pro beoordeelt lwoo en pro aanvragen en adviseert de directeur van het Samenwerkingsverband over het toekennen van toewijzingen lwoo, Toelaatbaarheidsverklaringen pro, aanvragen van lwoo arrangementen voor leerlingen die niet binnen de lwoo criteria vallen en aanvragen voor plaatsing op de bovenschoolse voorziening Anna de Linie. Daarnaast fungeert de PCL lwoo pro als platform voor collegiale consultatie voor overleg over grensgevallen, complexe casuïstiek en niet plaatsbare leerlingen. In de PCL lwoo pro zitten vertegenwoordigers vanuit alle VMBO locaties en vanuit het Praktijkonderwijs. Hiermee is de VMBO deskundigheid gewaarborgd. Tevens zit in de PCL lwoo pro in ieder geval 1 gedragsdeskundige.
Mogelijkheden tot bezwaar Wanneer een VO school concludeert dat, op basis van de geconstateerde onderwijsbehoefte, de leerling niet plaatsbaar is op de eigen school, dan geldt de zorgplicht. De VO school is dan verplicht zorg te dragen voor passend onderwijs op een andere school (een andere reguliere school, een tussenvoorziening of een school voor speciaal onderwijs). Hierover moet overleg gevoerd worden met ouders. Wanneer ouders het niet eens zijn met de conclusie van de VO school en/of niet tot overeenstemming komen over een passende onderwijsvoorziening, dan kunnen de ouders een bezwaar indienen bij de betreffende VO school. Daarnaast is elk samenwerkingsverband wettelijk verplicht (wet op voortgezet onderwijs, artikel 17a, lid 13), een bezwaaradviescommissie te hebben die adviseert over bezwaarschriften betreffende beslissingen van het bestuur van het samenwerkingsverband over de toelaatbaarheid van leerlingen tot het voortgezet onderwijs en het speciaal voortgezet onderwijs. Gezien de werkwijze van de PCL Lwoo pro kunnen ook bezwaren worden ingediend tegen besluiten in zake de arrangementen, de deelname aan de bovenschoolse voorzieningen en de terug- en overplaatsing. Het SWV Zuid Utrecht moet op basis van het advies van de bezwaaradviescommissie de toelaatbaarheidsbeslissing of het andere besluit heroverwegen. Voor zover die heroverweging daartoe aanleiding geeft, herroept het SWV Zuid Utrecht het bestreden besluit en neemt het, voor zover nodig in de plaats daarvan een nieuw besluit.
Bijlage 1: overzicht betrokken VMBO scholen en school voor Praktijkonderwijs
Overzicht van de VMBO locaties : Voor aanmeldingen LWOO op een vmbo-locatie Anna van Rijn College, locatie Harmonielaan Mevr. G. Berger Harmonielaan 1 3438 ED Nieuwegein Tel. (030) 604 53 44 Cals College IJsselstein Mevr. N. Dufrenne-Pabst Hogedijk 1 3400 AE IJsselstein Tel. (030) 686 80 40 Oosterlicht College Nieuwegein Mevr. M. Renes Dieselbaan 10 Postbus 1100 3430 BC Nieuwegein Tel. (030) 600 48 00 Oosterlicht College Vianen Dhr. M. Bergsma / Mevr. C.Minks Uithoflaan 1 4133 GZ Vianen Tel. (0347) 32 56 20 Wellantcollege Houten Mevr. D. Spruijt Randhoeve 2 Postbus 210, 3990 GA Houten Tel. (030) 6377024 Houtens, school voor Mavo en beroepsgericht onderwijs Mevr. S. Snippe Postbus 161 3990 DD Houten Tel. (030) 6344297 Aanmelding voor Anna de Linie gebeurt via een van bovenstaande moederscholen Contactgegevens Anna de Linie: Anna van Rijn College, locatie de Linie Mevr. G.A.A.M. van Dijk-de Boer / W. Kroon Acaciastraat 37 Postbus 472, 3430 AL Nieuwegein Tel. (030) 601 91 18 Aanmelding voor het Praktijkonderwijs De Baanbreker Mevr. Y. Peters/Mevr. P. Verwer Baden Powellweg 1 3401 RR IJsselstein Tel. (030) 688 66 99
Bijlage 2 Criteria lwoo en pro
1. Het Samenwerkingsverband baseert een besluit over toekenning van een Toewijzing lwoo of een TLV pro uitsluitend op: o a. de door het bevoegd gezag gegeven motivering die gebaseerd is op ervaringen met de leerling in het onderwijsleerproces, zoals die onder meer blijken uit het onderwijskundig rapport, bedoeld in artikel 10e, vierde lid, en 10g, tweede lid, van de wet, o b. de leerachterstand van de leerling, o c. het intelligentiequotiënt van de leerling, en o d. indien dat noodzakelijk is voor het vormen van een oordeel, de resultaten van een of meer persoonlijkheidsonderzoeken met betrekking tot prestatiemotivatie, faalangst en emotionele instabiliteit die een beeld geven van de sociaal-emotionele problematiek van de leerling in relatie tot de leerprestaties, en o e. indien het een aanvraag voor praktijkonderwijs betreft: de zienswijze van de ouders.
2. De leerachterstand van de leerling is de uitkomst van 1 minus (DLE/DL), waarin DLE de afkorting is van didactische leeftijdseenheden en het aantal maanden onderwijs is dat behoort bij het niveau dat de leerling feitelijk heeft bereikt en DL de afkorting is van didactische leeftijd en het aantal maanden is dat een leerling vanaf groep 3 in de perioden van september tot en met juni was ingeschreven bij een school als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs of de Wet op de expertisecentra. 3. Het Samenwerkingsverband wijst de aanvraag voor een TLV pro uitsluitend toe, indien de leerling: o o
a. een intelligentiequotiënt heeft binnen de bandbreedte van 55 tot en met 80, en b. een leerachterstand heeft op tenminste twee van de vier domeinen inzichtelijk rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen en spellen, ten minste één van deze twee domeinen inzichtelijk rekenen of begrijpend lezen betreft en deze leerachterstand gelijk is aan of groter is dan 0,5.
4. Het Samenwerkingsverband wijst de aanvraag voor een Toewijzing lwoo uitsluitend toe, indien de leerling: o a. 1°. een intelligentiequotiënt heeft binnen de bandbreedte 75 tot en met 90, en 2°. een leerachterstand heeft op tenminste twee van de vier domeinen inzichtelijk rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen en spellen, ten minste één van deze twee domeinen inzichtelijk rekenen of begrijpend lezen betreft en deze leerachterstand is gelegen binnen de bandbreedte van 0,25 tot 0,5, of o b. 1° een intelligentiequotiënt heeft binnen de bandbreedte 91 tot en met 120, en 2°. een leerachterstand heeft op tenminste twee van de vier domeinen inzichtelijk rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen en spellen, ten minste één van deze twee domeinen inzichtelijk rekenen of begrijpend lezen betreft en deze leerachterstand is gelegen binnen de bandbreedte van 0,25 tot 0,5, en 3°. een sociaal-emotionele problematiek heeft als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d.
5. Voor een leerling die wat intelligentiequotiënt of leerachterstand betreft, voldoet aan de vereisten voor indicatiestelling voor praktijkonderwijs en die wat de overige vereisten betreft voldoet aan de vereisten voor indicatiestelling voor leerwegondersteunend onderwijs, kan een beschikking omtrent indicatiestelling voor praktijkonderwijs of voor leerwegondersteunend onderwijs worden afgegeven, afhankelijk van de door het bevoegd gezag gegeven motivering, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a.