De onderwijsbegeleiding van potentiële HAVO/VWO-leerlingen met stoornissen in het autistisch spectrum, in het voorgezet onderwijs in Almere inleiding Een werkgroep bestaande uit Marius Sparreboom (REC Flevoland), Grytsje Durkstra (SGA), Roosje Passchier (DOVOA) en Bas Vismans (SLA) heeft zich gebogen over de mogelijkheid voor een onderwijsaanbod voor ASS-leerlingen met een potentieel HAVO/VWO-niveau in Almere. Dit in aansluiting op de vormgeving van de opvang van leerlingen met een vergelijkbare stoornis die functioneren op VMBO-niveau, in een aparte locatie onder verantwoordelijkheid van REC Flevoland, als uitbreiding van de cluster IV voorziening Aquarius in Almere.
landelijke en regionale ontwikkelingen Landelijk wordt discussie gevoerd over “Passend Onderwijs”. Onder andere door deze discussie en door de wil om gezamenlijk een dekkend aanbod van zorgarrangementen in het onderwijs in Almere vorm te geven, is een notitie geschreven door de leden van het DOVOA en BMA over de zorgstructuur in het Almeerse VO. Een aanbod voor ASS-leerlingen op H/Vniveau past goed binnen de geschetste kaders. Door de politieke belangstelling zijn wellicht middelen te genereren voor een mogelijke pilot op dit gebied. In Flevoland is een projectgroep aan het werk gegaan om onderwijs- zorgarrangementen voor ASS kinderen in Flevoland op te starten. Dit initiatief wordt ondersteund door Johan Kloos, onderwijsconsulent en financieel gefaciliteerd door de ACTB. Deze projectgroep onderzoekt momenteel de mogelijkheden om deze leerlingen onderwijs te geven in een aparte klas. Deze klas wordt aan het reguliere VO gehangen en niet aan het VSO. Argumenten hiervoor zijn: de betere aansluiting bij vervolgopleidingen en de wens van de ouders van potentiële leerlingen. In deze projectgroep wordt gedacht te starten in leerjaar 1 en buigt men zich nu over de vraag hoe de zorg inhoudelijk, praktisch en financieel gerealiseerd gaat worden. Op de Rede in Lelystad is ervaring en expertise aanwezig op het gebied van onderwijs aan ASS-leerlingen. Ook andere REC cluster IV scholen hebben ervaring op dit gebied. Het Altra College Amsterdam is een school die deze leerlingen in een separate setting opvangt. Deze school heeft onlangs aangegeven alleen nog leerlingen op te vangen uit de regio van het eigen REC. Dit betekent dat leerlingen uit Almere, dat valt onder REC Flevoland, niet meer in Amsterdam zullen worden geplaatst. Op 21 maart is een bijeenkomst geweest van de NVA-leden in Almere. Hier is door ouders de behoefte uitgesproken, dat op zo’n kort mogelijke termijn een opvangmogelijkheid voor deze doelgroep leerlingen in Almere wordt gerealiseerd. Het idee om aan te haken bij de ideeën in Flevoland, om een aparte groep te realiseren aan het reguliere VO, wordt breed gedragen. Overige behoeftes zijn wel heel divers, waaruit blijkt dat een continuüm van zorg voor deze leerlingen door de ouders gewenst is. In Almere is de Stichting Autender (www.autender.nl) actief op het gebied van het bieden van ondersteuning aan mensen met autisme vanuit het Persoonsgebonden Budget (PGB). Het betreft een totaalaanbod voor alle leeftijden in ondersteuning in schoolse naschoolse en thuissituaties. Er wordt gewerkt in een “clubhuissfeer” waarin je wordt gezien, gehoord en geaccepteerd. Bij het opzetten van een onderwijsvorm voor ASS-leerlingen kan gebruik versie 4, september ’06
worden gemaakt van de expertise die hier aanwezig is en kan worden aangesloten bij de activiteiten die al door de stichting Autender worden ondernomen.
ingeschatte omvang Door de PCL-VO wordt geschat dat het gaat om een tiental leerlingen op jaarbasis. Bij een 5 tot 6 jarige opleiding gaat het dan om zo’n 50 leerlingen. Uit de gegevens van SGA blijkt het volgende;
Instroom in leerjaar 1 in schooljaar ‘06/’07 ‘05/’06 ‘04/’05
Aantal geïndiceerde leerlingen 6 13 8
‘03/’04
4
Bijzonderheden
1 leerling naar Altra College Amsterdam 2 leerlingen afgestroomd naar VMBO 1 leerling naar Altra College Amsterdam
verschillende opvangmogelijkheden Er zijn in principe twee mogelijkheden om deze leerlingen in Almere op te vangen. Je kunt ze, zoals wordt uitgewerkt voor de leerlingen die functioneren op VMBO-niveau, opvangen in een aparte setting/locatie. Deze setting kan je qua voorbereiding koppelen aan de op te zetten VMBO-locatie en fysiek ook in een zelfde gebouw plaatsen, of voor deze doelgroep kiezen voor een aparte locatie. De tweede mogelijkheid is het scholingsaanbod organiseren in de vorm van een trajectklas die gekoppeld is aan een VO-locatie. Hierbij kunnen de leerlingen in een reguliere klas de lessen volgen voor zover dat binnen hun mogelijkheden ligt. Voor de momenten en lessen dat dit niet gaat, volgens ze hun onderwijs in een aparte klas, van waaruit ook de begeleiding van deze leerlingen wordt vormgegeven. Bij deze klassen gaat het om een heterogene samenstelling qua leeftijd en qua niveau (HAVO/VWO). Mogelijk kan onderscheid worden gemaakt in een onderbouw- en bovenbouwklas. Gezien het aantal leerlingen waarover we het in Almere hebben, lijkt het niet reëel om voor de uitwerking van beide opties te kiezen. voorstel 1 We stellen voor om de opvang van deze leerlingen te realiseren in een opzet die aansluit bij de ideeën rondom een trajectklas, gekoppeld aan een VO-locatie. De argumenten hiervoor zijn hetzelfde als bij de Flevolandse projectgroep, namelijk het garanderen van een breed onderwijsaanbod en daarmee goede keuzemogelijkheden voor de leerlingen, goede aansluiting bij vervolgopleidingen en de wens vanuit de ouders. Bij de ontwikkeling van deze trajectklas kunnen we goed aansluiten bij de werkzaamheden en ervaringen van de Flevolandse projectgroep.
mogelijke locaties Als locatie voor een dergelijke trajectklas komen de Meergronden, het Baken Park Lyceum, het Helen Parkhurst en het Oostvaarders College in aanmerking. Ook hier zijn verschillende opties mogelijk. Één school specialiseert zich in de opvang van deze doelgroep. De keuzemogelijkheid voor ouders en leerlingen wordt hiermee beperkt. Een bijkomend risico is versie 4, september ’06
de te verwachten aanzuigende werking vanuit de regio die door één school moet worden opgevangen. Een tweede optie is dat twee locaties zich specialiseren, waarbij voor een deel tegemoet wordt gekomen aan de nadelen van optie 1. Gezien het potentieel aantal leerlingen dat van deze voorziening gebruik gaat maken kan je bij deze optie denken aan bijvoorbeeld een onderbouw- en een bovenbouwgroep op iedere locatie. Een derde optie is dat alle vier de locaties een heterogene trajectklas qua leeftijd en niveau (H/V) voor deze doelgroep inrichten, zodat iedere school zijn eigen aanbod creëert voor zijn eigen leerlingen. Hierbij hebben ouders en leerlingen een optimale keuzevrijheid en kan de toestroom van deze zorgleerlingen ook evenredig worden verdeeld, analoog aan de opvang van LWOOleerlingen. voorstel 2 We stellen voor om op termijn op alle vier de locaties een trajectklas voor ASS-leerlingen met een potentieel H/V-niveau te realiseren.
ervaring opdoen Ook hier zijn verschillende mogelijkheden. We kunnen starten met een pilot op één locatie waarna de opgedane ervaringen worden gebruikt om de trajectklassen op de andere locatie(s) verder vorm te geven. We kunnen ook tegelijkertijd starten op alle locaties waar we een trajectklas voor deze doelgroep willen opzetten en via een uitwisselingstraject de ervaringen delen met elkaar. voorstel 3 We stellen voor om op één VO-locatie met een pilot te starten.
criteria Mogelijke criteria om tot een keuze/besluit te komen aan welke scholen trajectklassen voor ASS-leerlingen met een potentieel H/V-niveau worden gekoppeld en/of welke locatie start met een pilot voor deze doelgroep - aantal ASS-leerlingen op een locatie - aanwezige expertise in de opvang van deze leerlingen - mogelijkheid om “aparte huisvesting” te realiseren in/aan de bestaande bouw - verdeling over de stad, goede bereikbaarheid vanuit alle stadsdelen - keuzemogelijkheid voor ouders voor openbaar of bijzonder onderwijs
versie 4, september ’06
wat is nodig Reguliere klassen waarin de leerlingen met een stoornis binnen het autistisch spectrum worden ingedeeld. Een goed bezet mentoraat aan deze klassen (een beetje structopaten) en een docententeam dat zich wil scholen op het gebied van de begeleiding van deze doelgroep. Daarnaast: Een herkenbaar lokaal, prikkelarm ingericht. Een bezetting van dit lokaal van 40 uur per week door een docent/begeleider die de leerlingen in het lokaal kan opvangen en begeleiden als dit nodig is. Deze functionarissen fungeren ook als een co-mentor en spreken minstens één maal per week met de leerlingen over de voortgang op school. Een expert (orthopedagoog) die het docententeam kan scholen, waardoor docenten leren dat deze leerlingen in hun gedragingen niet zijn te veranderen maar dat zij zich zullen moeten aanpassen om met deze leerlingen verder te komen. Een onderwijsassistent en/of administratieve ondersteuning voor 20 uur per week. N.b.1: De begeleidende docenten en ondersteuners worden aangestuurd door de verantwoordelijke zorgcoördinator van de VO-locatie en sluiten qua werkzaamheden aan bij de bestaande zorgstructuur van de school. Ook voor de uitvoering van de wettelijke taken is dit begeleidingsteam verantwoordelijk. N.b.2: Kritische elementen en grenzen moeten in kaart worden gebracht. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan het aantal wisselmomenten per dag, het aantal ASS-leerlingen op een school/locatie etc. middelen De reguliere bekostiging die een VO-school voor een leerling ontvangt, wordt ingezet voor de reguliere klas waar deze leerling deel van uit maakt en is derhalve niet aan te wenden voor de bekostiging van de extra opvang en begeleiding middels een trajectklas. Bij een bundeling van de middelen is er vanuit de Leerling Gebonden Financiering per geïndiceerde leerling een bedrag van rond de € 5.500,-- beschikbaar. Daarnaast is een inzet mogelijk vanuit het Regionaal Zorg Budget en/of de Reboundmiddelen. Om deze laatste middelen in te zetten, worden richtlijnen opgesteld die eind 2006 door het bestuur van de SLA worden besproken en moeten worden vastgesteld. Voor een groep van zo’n 10 - 14 leerlingen is 1,3 fte (?) op het niveau van een docent nodig, voor de opvang en begeleiding van de leerlingen op het moment dat ze gebruikmaken van de trajectklas, het informeren van het docententeam op de vo-locatie waar deze leerlingen mee te maken krijgen en de overige contacten in- en extern. Voor scholing en begeleiding van het team is voor een aantal uren per jaar de expertise van een gespecialiseerde orthopedagoog nodig. Daarnaast is op het niveau van een onderwijsassistent / administratieve ondersteuning een baanomvang van 0,5 fte nodig om een continue bezetting te garanderen en de administratie m.b.t. de school- en RECadministratie uit te voeren (1,0 fte voor 2 groepen, dus 20 leerlingen). Daarnaast zijn er kosten verbonden aan de huisvesting, leermiddelen etc. van de trajectklas.
Inkomsten per 10 – 14 leerlingen Gebundelde middelen LGF Bijdrage uit RZB en reboundmiddelen Persoons Gebonden versie 4, september ’06
Uitgaven per 10 – 14 leerlingenl 1,3 fte docent
€ 55.000,-- / € 77.000,-Nog nader in aant. uren expertise te vullen orthopedagoog Nog nader in 0,5 fte onderwijs ass
€ 71.500,-€ 2.500,-€ 17.500,--
Budget
Totaal
te vullen Huisvesting/overhead/le € 11.000,-ermiddelen/ICT Totaal € 102.500,--
te volgen traject van bespreking en besluitvorming Dit voorstel wordt begin schooljaar ‘06/’07 voorgelegd aan het DOVOA om een advies en aan de besturen van SLA en SGA om een besluit tot uitvoering.
mogelijk vervolgtraject september – december 2006: Inhoudelijke uitwerking i.o.m. Flevolandse werkgroep november 2006 – januari 2007: Voorbereidingsfase op een VO-locatie februari – juli 2007: Invoeringsfase, ervaring opdoen en plan/programma bijstellen schooljaar ‘07/’08: pilot uitvoeren op één van de VO-locaties tweede helft schooljaar ‘07/’08: evaluatie van de pilot, opmaken van de balans en besluit tot eventuele uitbreiding van het project met een tweede groep dan wel een tweede of meerdere VO-locatie(s).
versie 4, september ’06