Koersplan 2020
Strategisch beleid op weg naar 2020 Historische context Educatis Educatis is ontstaan vanuit een fusie van zes besturen. Deze besturen hadden gezamenlijk negen scholen. In het eerste decennium van Educatis hebben veel interne, organisatorische zaken de aandacht gevraagd. De ontwikkeling op de scholen heeft in het teken gestaan van het registreren van leerlingenresultaten in relatie tot het bieden van passende ondersteuning.
Kenmerken van de omgeving Het reformatorisch onderwijs in Nederland is kwantitatief van marginale betekenis, kwalitatief telt het reformatorisch onderwijs mee. Voorrechten voor bijzonder onderwijs staan sterk onder druk. Levensovertuiging als grond voor ouders om een school te kiezen wordt door de samenleving als achterhaald gezien. Waar het reformatorisch onderwijs veel in eigen kring organiseerde, ontstond het beeld van een gesloten bolwerk. De huidige tijd vraagt te opereren in een netwerkomgeving met een diversiteit aan werkrelaties binnen en buiten de reformatorische kring.
1
Hoofdstuk 1
Identiteit, bestaansgrond van Educatis
Educatis heeft bestaansrecht op grond van de in de statuten geformuleerde doelstelling en grondslag.
Artikel 3: Doel De vereniging stelt zich ten doel het verstrekken van onderwijs overeenkomstig de in artikel 4 genoemde grondslag en voorts al hetgeen met één of ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords. Zij stelt zich tevens ten doel het bevorderen en bewerkstelligen van een gezamenlijk beleid met betrekking tot de scholen die van haar uitgaan. De vereniging stelt zich voorts ten doel om ten behoeve van de scholen werkzaamheden te verrichten ter verzekering van de goede gang van het onderwijs. De vereniging beoogt niet het maken van winst. Artikel 4: Grondslag De grondslag van de vereniging is Gods Woord, zoals daarvan belijdenis gedaan wordt in de artikelen 2 tot en met 7 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. De vereniging onderschrijft geheel en onvoorwaardelijk de Drie Formulieren van Enigheid, zoals deze zijn vastgesteld in de Nationale Synode gehouden te Dordrecht in de jaren zestienhonderd achttien en zestienhonderd negentien. Zij belijdt mitsdien het absolute gezag van Gods Woord over alle terreinen van het leven en derhalve mede over de opvoeding en het onderwijs van de kinderen. Het is van wezensbelang deze grondslag zichtbaar te maken in het dagelijks onderwijs. 1.1
Context
Maatschappelijk gezien is de invloed van het christelijk volksdeel zeer gering geworden. Het geloof is teruggedrongen naar het privédomein. De publieke opvatting over zuilaire instellingen, zoals christelijke c.q. reformatorische scholen, is veranderd. Het religieuze deel van het onderwijs kan geïsoleerd worden tot het eerste half uur, daarna kan interzuilair samengewerkt worden, zo wordt in de maatschappij gedacht. De andere positie van het christendom binnen de samenleving stelt ‘nieuwe’ eisen aan de opvoeding c.q. het onderwijs. De verbreding van de informatiestroom heeft invloed op het reformatorisch volksdeel. Ook de sociale media en internet hebben invloed op het denken en handelen van christenen die willen leven overeenkomstig het Woord van God en de daarop gegronde belijdenisgeschriften. Ook in de gereformeerde gezindte zijn er ontwikkelingen. Het hebben van reformatorisch onderwijs is een vanzelfsprekendheid geworden. De verwondering over het hebben van eigen scholen lijkt af te nemen. De identiteit als uitgangspunt voor schoolkeuze is soms geworden tot één van de kwaliteitscriteria op grond waarvan gekozen wordt. Het is een voorrecht dat in algemene zin er grote betrokkenheid is op het behoud van reformatorisch onderwijs. 1.2
Opdracht
De opdracht wordt op vier niveaus verwoord: de vereniging, de school, het primair proces en de leerling. Het uiteindelijke doel ligt vanzelfsprekend in de toerusting en vorming van de leerling. 1.2.1
Vereniging
2
Naar de vereniging toe vraagt het dat we in onze externe contacten duidelijk zijn over wie we zijn: dat we een open houding hebben. Het vraagt ook dat nadenken hoe we, gezien de veranderingen in de maatschappelijke context, zorgdragen voor het behoud van het christelijk onderwijs op reformatorische grondslag. Het behoud van het christelijk onderwijs op reformatorische grondslag kan in de maatschappelijke context betekenen dat er samenwerkingsverbanden met andere organisaties aangegaan moet worden. Concretisering: 1. Staan voor behoud van christelijk onderwijs op reformatorische grondslag op de onderwijslocaties zoals deze er nu zijn en daartoe invloed uitoefenen op de overheden, sector- en besturenorganisaties. 2. Samenwerking met reformatorische besturen om het behoud van reformatorisch onderwijs te behouden en te versterken; eventueel door fusie. 3. Transparant zijn naar de ‘omgeving’ over wat wij als vereniging voorstaan en doen. 4. Bevorderen en bewaken dat de scholen het onderwijs conform de grondslag in rapport met de huidige context en op kwalitatief niveau vormgeven. 5. Proactief inspelen op ontwikkelingen in wetgeving, waarbij gedacht wordt aan het mogelijk wegvallen van vergoeding voor leerlingenvervoer en acceptatieplicht voor leerlingen. 6. Waar mogelijk bevorderen van arrangementen voor leerlingen ten aanzien van voor- en naschoolse opvang c.q. voorschoolse educatie. 1.2.2
School
Naar de school toe vraagt het dat we ons richten op de essenties van onze identiteit. In goed overleg met kerk en ouders moet aan deze essenties vorm gegeven worden. Concretisering: 1.
2.
3.
1.2.3
De school sluit in de opvoeding aan op gezin en kerk. Daarbij richt de school zich op wat ons samenbindt op basis van de grondslag van de vereniging, nl. de weg tot behoud van zondaren door de waarachtige wedergeboorte en de vergeving van de zonden door het bloed van Jezus Christus. De school geeft vanuit de verantwoordelijkheid naar de grondslag van de vereniging vorm aan het onderwijzen en opvoeden, zoals dat van een christelijke school op reformatorische grondslag verwacht mag worden. Deze opdracht heeft een interne en een externe uitwerking: binnen de school en zichtbaarheid in het als burger fungeren in de maatschappij. Toelatingsbeleid richten op de leerlingen van de eigen achterban en op hen die dat willen respecteren.
Primair proces
In het primair proces toe vraagt het van de leraar dat hij in leer en leven voorbeeld is voor de leerling. Hij moet voor de leerling identificatiefiguur zijn. In spreken en handelen moet merkbaar en zichtbaar zijn dat we luisteren naar wat de Heere van ons vraagt. Concretisering:
3
1. De leraar heeft kennis van de geloofsleer en moet dat kunnen overdragen op de leerling. 2. De leraar legt verbinding tussen leer en leven en is aanspreekbaar op zijn voorbeeldgedrag als christen. 3. Van de leraar wordt verwacht dat hij de leerling toerust om als christen te leven in een seculiere maatschappij en daarbij inhoud te geven aan het gebod ‘God lief hebben boven alles en de naaste als onszelf’.
1.2.4
Leerling
Naar de leerling toe betekent het dat wij hem onderwijzen vanuit de Bijbel, hem Bijbelkennis bijbrengen, hem leren leven vanuit en naar het Woord van God. Het gaat om commandment: dat wat God ons geboden heeft, en om commitment: zich eraan verbonden voelen. Het gaat om toerusten en vormen om als christen te staan in een seculiere maatschappij. Concretisering: 1. Vanuit het gebod ‘God liefhebben boven alles en de naaste liefhebben als onszelf’ moet opgevoed en onderwezen worden in het leren leven naar en leven vanuit deze opdracht. 2. Er wordt veel aandacht besteed aan het vergroten van de parate kennis van de Bijbel, de psalmen en de Heidelberger Catechismus. 3. Het concreet maken van het liefhebben van de naaste door projecten die leerling met de naaste in verbinding brengt. 4. Het toerusten van de leerling om als christen verantwoorde keuzes te maken uit alles wat in het maatschappelijk leven op hen afkomt en deze keuzes kunnen en durven verantwoorden vanuit Bijbels perspectief. Keuzes maken vraagt om zichzelf grenzen te stellen in deelname aan de mogelijkheden van de open (virtuele) maatschappij.
4
Hoofdstuk 2
Onderwijs
Het onderwijs in Nederland heeft een hoge kwaliteit. Toch wordt er gestreefd naar meer excellentie. Nederland moet een kennisland zijn en daarom zou het moeten behoren tot de top 5 bij de ranking van onderwijsprestaties, zo meldt de minister van OCW. Het aantal leerlingen in het primair onderwijs in Nederland neemt af. Dit komt voort uit de vermindering van het aantal geboorten en hangt samen met verhuizingen. Hierdoor hebben verschillende regio’s te maken met krimp. Het aantal kleine scholen neemt hierdoor toe, wat een discussie opgeroepen heeft over de kwaliteit van het onderwijs op kleine scholen. Passend onderwijs staat in de startblokken. Voor ieder kind moet een passend onderwijsarrangement geboden worden. Daarbij wordt ook aandacht gevraagd voor de meer- en hoogbegaafde leerling. De invoering van passend onderwijs brengt een verschuiving van verantwoordelijkheid met zich mee. De school is binnen het geheel van het samenwerkingsverband verplicht de noodzakelijke ontwikkelingsondersteuning te bieden of te arrangeren. De invoering van passend onderwijs heeft veel raakvlakken met de decentralisatie van het jeugdbeleid naar de gemeenten. ‘Eén gezin, één plan’ is het motto. Dat vraagt afstemming tussen onderwijs en welzijn op lokaal niveau. Sociale veiligheid moet voor elke leerling gewaarborgd worden. De staatsecretaris heeft met de nationale ombudsman bedacht dat er landelijke richtlijnen moeten komen om pestgedrag te voorkomen. Statistisch gezien komt in elke klas pestgedrag voor. De ontwikkeling op het terrein van de informatie- en communicatietechnologie gaat in snel tempo verder. De ontwikkeling op het gebied van apparatuur gaat harder dan de ontwikkeling van de educatieve software. De vraag is hoe en wanneer de echte doorbraak kan plaatsvinden binnen het primair onderwijs. Er wordt veel van het onderwijs verwacht. Voor veel maatschappelijke problemen bij jongeren wordt de school aangewezen als vind- en werkplaats waar aan de oplossing van het probleem gewerkt moet worden.
2.1
Onderwijscontext Educatis
Alle scholen van Educatis hebben vanuit de inspectie het basisarrangement voor toezicht. Dat houdt in dat de resultaten van het onderwijs conform verwachting zijn. Het is een reden om dankbaar voor te zijn. Het geeft ook aan dat energie aangewend kan worden om van voldoende naar goed te ontwikkelen. In de achterliggende jaren is aandacht gegeven aan de versterking van de didactiek bij de instrumentele vaardigheden. Er wordt gewerkt met groepsplannen. Er is veel aandacht gegeven aan de introductie van Engels vanaf de onderbouw. De onderwijsorganisatie binnen de school is georganiseerd in het leerstofjaarklassensysteem. Educatis heeft vijf kleine scholen met leerlingenaantallen tussen de 90 en de 130. Dat brengt met zich mee dat er altijd met gecombineerde groepen gewerkt moet worden. De eisen aan het gedifferentieerd lesgeven zijn hoog. Dat vraagt om vakbekwame leraren die veel vaardigheden beheersen. De onderwijsondersteuning is goed georganiseerd. Ondersteuningsprofielen zijn opgesteld. Er zijn contacten met de afdelingen welzijn en jeugdzorg van de gemeenten over de afstemming daarvan.
5
Alle groepen 3 tot en met 8 hebben de beschikking over een digibord. In de onderbouw wordt vaak met een verrijdbaar bord gewerkt. De scholen hebben ongeveer één computer per vier leerlingen beschikbaar.
2.2
Opdracht
De opdracht voor het beleidsgebied onderwijs ligt vooral in het aangaan van de uitdaging om het onderwijs anders te organiseren waarbij elke leerling passende ondersteuning geboden wordt, er een hoog niveau is ten aanzien van zowel de cognitieve als de sociaal emotionele ontwikkeling en in rapport met de eisen vanuit de maatschappelijke context. De leraar benut zijn professionaliteit ten aanzien van het onderwijzen en opvoeden binnen een goed werkklimaat. 2.2.1
Vereniging
Educatis zal de directeuren en teams uitdagen na te denken over de organisatievorm binnen de school waarbij gezocht wordt naar het bieden van optimale ondersteuning van het leerproces van de leerling in een professionele en lerende organisatie, waarin de kwaliteiten van de leraar benut worden. Concretisering: 1. Educatis stimuleert het nadenken over alternatieve organisatievormen door het bevorderen van contacten met scholen waar andere organisatievormen gebruikt worden. 2. Educatis faciliteert innovatieve projecten waarbij andere organisatievormen en verdere toepassing van ICT onderdeel zijn van de plannen.
2.2.2
School
De school richt zich in het schoolplan op het onderhouden van de huidige kwaliteit van het onderwijs en het verder implementeren van lopende ontwikkelingen, zoals passend onderwijs en Engels. Het handhaven van de kwaliteit en het implementeren van vernieuwingen vraagt veel van de inzet en de expertise van directie en leraren. In het huidige systeem wordt de leraar als generalist ingezet die een jaargroep kinderen onderwijst. Omwille van de kwaliteit zal meer op specialisme ingezet moeten worden. Dat betekent dat de school zich richt op het nadenken en uitproberen van vernieuwingen ten aanzien van de interne organisatie, waaronder groepsdoorbrekend differentiëren, verdere invoering van ICT en werken met vakspecialisten. Concretisering: 1. Het is een uitdaging om de digitale middelen als computer, laptop en iPad een grotere plaats in het leerproces te geven. 2. Van differentiëren van het onderwijsaanbod binnen de klas ontwikkelen naar differentiëren van onderwijsaanbod binnen de school: doorbreking van het leerstofjaarklassensysteem. 3. Herbezinning op organisatie van het onderwijsaanbod met aandacht voor verplichte leerstof, al dan niet gebonden aan een leerstofsequentie, en keuzeaanbod. 4. Bij het creëren van een onderwijssituatie wordt nagedacht over de personele bezetting. Er zijn situaties waarbij de groepsgrootte klein moet zijn, andere situaties laten toe dat deze groot is. Er zijn situaties waarin ondersteuning noodzakelijk is.
6
5. Aandacht voor mogelijkheden om externe partijen hun aanbod binnen het onderwijs te laten realiseren, b.v. muziekschoolactiviteiten. 6. In contact blijven met aanbieders van voor- en naschoolse activiteiten en waar mogelijk samenwerken.
2.2.3
Primair proces
In het primair proces is het de leraar die belast is met de taak een jaargroep te onderwijzen, waarbij hoge eisen gesteld worden aan organisatievermogen, didactische vaardigheid, kennis van alle vakken, kennis van de sociaal-emotionele ontwikkeling en de aanpak daarvan bij afwijkingen. Kortom de leraar wordt aangesproken als professionele generalist. Bij het invoeren van veranderingen in de organisatievorm zal er een beroep gedaan worden op de leraar als generalist, maar zal er ook gebruik gemaakt worden van de leraar als specialist. Concretisering: 1. De leraar zal voor het aanbieden van de instrumentele vaardigheden als generalist zijn werk doen, voor expressie, wereldoriëntatie wordt meer gebruik gemaakt van de leraar als specialist. 2. De leraar met groepsverantwoordelijkheid is nu tevens de ‘mentor’ en is dat vaak één jaar. Met een doorbreking van het leerstofjaarklassensysteem wordt ook hier naar andere mogelijkheden gekeken. 3. De leraar wordt waar nodig ondersteund door onderwijsassistentie.
2.2.4
Leerling
De verandering van de organisatie binnen de school moet tegemoet komen aan de ondersteuningsbehoefte van de leerling en moet aansluiten op zijn ontwikkeling. Dat kan inhouden dat de leerling in een ‘basisgroep’ geplaatst is en bij het aanbieden van de instrumentele vaardigheden naar een niveaugroep gaat. Het kan ook inhouden dat de leerling gebruik maakt van een verplicht, en een keuzeaanbod. Concretisering 1. Aansluiten op de ondersteuningsbehoefte vraagt verregaande differentiatie in het aanbod. In plaats van het blijven zitten van de leerling binnen de jaarklas waar hem aangepast onderwijs geboden wordt, vindt hij zijn weg binnen de school om passend onderwijs te ontvangen.
7
Hoofdstuk 3
Personeel
3.1 Context De veranderingen in de maatschappij hebben invloed op het reformatorisch volksdeel. Waakzaamheid over het behouden van het reformatorisch karakter van de vereniging en van de scholen staan in directe relatie tot de bestaansgrond van de organisatie. Het personeel is de drager van de identiteit van de organisatie en vormt daarmee de spil van de identiteit van de scholen. Het formele werkkader van het personeel is vastgelegd in een cao. Tot nu toe is deze cao geënt op het declaratiestelsel van personele kosten bij de overheid. Het declaratiesysteem is vervallen en de arbeidsvoorwaarden moeten gemoderniseerd worden. Met de vaststelling van de cao in september 2014 wordt daarmee een begin gemaakt.
3.2 Opdracht Van groot belang is dat het personeel zich ge- en verbonden weet aan het doel en de grondslag van de vereniging en dat in leer en leven, zowel privé als in het werk, tot uitdrukking brengt. De arbeidsverhoudingen worden gemoderniseerd. Dat brengt verandering in de bestaande situatie en vraagt aanpassingen op het door Educatis gevoerde personeelsbeleid. De bewaking van de professie van medewerkers krijgt mede gestalte door inschrijvingen in registers: schoolleidersregister en lerarenregister. De werkgever stelt doelen voor professionalisering en faciliteert het werken aan de professionaliteit van medewerkers.
3.2.1 Vereniging De vereniging heeft een verantwoordelijkheid naar het handhaven van de grondslag van de vereniging in de praktijk van het werk en zal daartoe bijzondere aandacht hebben voor de identiteit bij het werven en selecteren van medewerkers. De vereniging zal zich richten op het toerusten van medewerker als het gaat om kennis van de grondslag en de doorvertaling daarvan naar de onderwijspraktijk. De vereniging zal, als werkgever, werken aan de invoering van de afspraken in de cao en zal de eigen ruimte die daarin geboden wordt inhoud geven. Concretisering 1. Educatis zal zorgdragen voor toerusting van medewerkers ten aanzien van de grondslag van de vereniging en de doorvertaling naar de praktijk. Dit kan door het zelf organiseren van bezinningsmomenten, het organiseren van cursussen en door het stimuleren van deelname aan externe mogelijkheden. 2. Werving en selectie van medewerkers luistert heel nauw. Vanuit veranderingen in de cao en vanuit het oogpunt van zorgvuldigheid is herbezinning over de wijze waarop Educatis dit vormgeeft noodzakelijk. 3. Professionaliteit van medewerkers is van groot belang. Educatis organiseert en faciliteert het werken aan professionaliteit door het organiseren van cursussen, het bieden van coaching en begeleiding en het gebruik laten maken van externe mogelijkheden. 4. Educatis ondersteunt de ontwikkeling van startbekwame naar vakbekwame leraar.
8
3.2.2
De school
Heroverweging van de organisatie van het onderwijsaanbod en het aansluiten op de onderwijsbehoeften van de leerlingen hebben grote impact op het inzetten en het handelen van de leraar. Naast het belang van de leerling in dezen geldt ook het belang van de leraar. Verandering van de interne organisatie moet een positieve bijdrage leveren aan de werkbeleving van de leraar. Concretisering 1. De school herbezint zich op de interne organisatie en zoekt daarin naar oplossingen voor inzet van deeltijders in relatie tot het realiseren van het onderwijsaanbod. 2. De school zoekt naar mogelijkheden in differentiatie van taken voor de startbekwame, basisbekwame en vakbekwame leraar. 3. De school bezint zich op taken als generalist en specialist.
3.2.3
Primair proces
In het primair proces is het de verantwoordelijkheid van de leraar om zijn bekwaamheid aan te tonen, op peil te houden en te vergroten is toegenomen, middels het verplicht worden van inschrijving bij het lerarenregister. De modernisering van de arbeidsverhoudingen hebben impact op de inzet van de leraar. Concretisering 1. De leraar onderhoudt en verdiept zijn kennis met betrekking tot de grondslag van de vereniging. 2. De leraar neemt zijn verantwoordelijkheid voor het onderhouden van zijn professionaliteit door het deelnemen aan cursussen, coaching e.d.
9
Hoofdstuk 4
Financieel beleid
4.1 Context Educatis is een financieel gezonde organisatie. De (financiële) verantwoordelijkheden nemen toe. Op personeel terrein ontstaan meer beleidsvrijheden, het onderhoud van de buitenkant van de schoolgebouwen komt onder verantwoordelijkheid van het bestuur. De financiële administratie is verzorgd door een administratiekantoor.
4.2 Opdracht Het voeren van financieel beleid voor een organisatie als Educatis vraag kennis en inzicht. Door de toename in verantwoordelijkheid is versterking van de kennis en inzicht in het beleidsterrein noodzakelijk. Het is van belang dat de invoer van gegevens in het administratiesysteem goed en eenduidig gebeurt. Om dit te bereiken worden meer administratieve processen binnen de eigen organisatie uitgevoerd. Het is van belang om een meerjarenoverzicht voor investeringen en voor het onderhoud van de gebouwen te ontwikkelen. Concretisering 1. Er wordt gewerkt aan centralisatie van administratieve processen, waarbij gebruik gemaakt wordt van een eigen licentie van Afas profit 2. Er zijn inzichtelijke rapportages die bijdragen aan het verantwoorden van de besteding van de middelen en in staat stellen sturing te geven aan de organisatie 3. Er ontstaat een investeringsplan 4. Er ontstaat een meerjarenonderhoudsplanning
10