Marnixkade 109 Postbus 15262 1001 MG Amsterdam E
[email protected] T +31 (0)20 589 83 83 F +31 (0)20 589 83 00 W www.motivaction.nl
Klanttevredenheidsonderzoek Raad voor de Rechtsbijstand Arnhem
Amsterdam, december 2004 Projectnummer: H823 drs. Barbara Gevaerts drs. Karel Slootman
Bankrelatie: Rabobank rek.nr. 3447.44.817. Dossiernummer Motivaction International B.V. bij KvK Amsterdam: 33289976. Prijsopgaven en leveringen geschieden conform de Leveringsvoorwaarden gedeponeerd ter Griffie van Arrondissementsrechtbank te Amsterdam.
Het auteursrecht op dit rapport berust bij Motivaction International B.V. Raad voor de Rechtsbijstand Arnhem mag deze uitgave alleen voor intern gebruik verveelvoudigen. Voor publicatie van (gedeelten van) dit rapport in de nieuwsmedia, vakliteratuur of andere uitgaven is toestemming van Motivaction nodig. Bovendien verzoeken wij de opdrachtgever om bij publicatie Motivaction als bron te vermelden.
Inhoudsopgave
1 Samenvatting, conclusies een aanbevelingen 1.1 Inleiding 1.2 Samenvatting van de resultaten 1.3 Conclusies 1.4 Aanbevelingen
1 1 2 4 6
2 Inleiding
7
3 Interne fase
13
4 Resultaten kwalitatieve externe fase
15
5 De toevoegingaanvraag 5.1 Belang op aspecten van de toevoegingaanvraag 5.3 Waardering op aspecten van de toevoegingaanvraag 5.4 Belang en waardering van onderdelen van de toevoegingaanvraag
20 20 22 23
6 Vaststelling en vergoeding van de declaraties 6.1 Belang van aspecten op het 'declaratietraject'
29 29
7 De bezwaar- en beroepsprocedure van de Raad 7.1 Belang van aspecten van bezwaar- en beroepsprocedure 7.2 Waardering ten aanzien van bezwaar- en beroepsprocedure 7.3 Belang en waardering van bezwaar- en beroepsprocedure
35 35 37 38
8 Communicatie door de Raad 40 8.1 Waardering en belang ten aanzien van de telefonische communicatie 40 8.2 Informatiebronnen van de Raad 45 8.3 Algemene waardering voor communicatie van de Raad 48 8.4 Internet en persoonlijk contact 50 8.5 Inschrijvingsvoorwaarden 53 9 Algemene waardering voor de Raad 9.1 Beeld van de Raad Bijlage
54 54
1
Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Op verzoek van de Raad voor Rechtsbijstand Arnhem (hierna te noemen de Raad), in naam van Mariëtte Horstink en Ineke Klement, heeft Motivaction International B.V., (hierna te noemen Motivaction), bureau voor onderzoek en strategieontwikkeling, een onderzoek uitgevoerd naar de waardering voor de kwaliteit van de dienstverlening van de Raad Arnhem aan haar advocaten (de rechtsbijstandverleners). In dit hoofdstuk is een puntsgewijze samenvatting geformuleerd van de belangrijkste resultaten van het onderzoek. Op basis van deze resultaten worden vervolgens conclusies en aanbevelingen gegeven.
1.1
Inleiding
1.1.1
Achtergrond
De belangrijkste doelgroep van de Raad Arnhem is de groep ingeschreven advocaten. Eén van de beleidsdoelstellingen van de Raad is om een service- en dienstverlening te bieden die optimaal aansluit op de wensen van de advocaten (hierna te noemen cliënten), doch past binnen de kaders van de Wet op de Rechtbijstand. Motivaction heeft in de afgelopen jaren meerdere onderzoeksmetingen naar de klanttevredenheid uitgevoerd voor de Raad voor Rechtsbijstand Amsterdam en Den Haag. Deze onderzoeken hebben telkens input kunnen bieden voor een optimale afstemming van de service- en dienstverlening op de wensen van de clienten. 1.1.2
Doel- en probleemstelling
De doelstelling van dit onderzoek kan als volgt worden geformuleerd: Inzicht bieden in de waardering voor de service- en dienstverlening van de Raad door haar cliënten teneinde de Raad van input te voorzien ter verhoging van de klanttevredenheid. Op grond van deze doelstelling kunnen de volgende probleemstellingen worden geformuleerd: • Hoe waarderen de cliënten het functioneren van de Raad Arnhem op verscheidene aspecten (in brede zin)? • Welke aanvullende wensen bestaan er voor de cliënten met betrekking tot de service- en de dienstverlening van de Raad Arnhem?
1
Het onderzoek is uitgevoerd door middel van drie fasen: • interne fase: 6 single interviews met medewerkers • externe kwalitatieve fase: twee groepsdiscussies met in totaal 12 advocaten (6 advocaten per groep) • externe kwantitatieve fase: 322 telefonische interviews met advocaten die het afgelopen jaar minimaal 20 toevoegingen hebben gekregen. De interviews hebben plaatsgevonden in de laatste 2 weken van november en de eerste week van december 2004.
1.2
Samenvatting van de resultaten
Algemene waardering voor Raad voldoende De advocaten uit de vier arrondissementen geven de Raad voor de Rechtsbijstand op dit moment een voldoende. De gemiddelde waardering voor de rechtsbijstandverleners met behulp van een rapportcijfer is een 6,7. De meerderheid (68%) geeft een 7 of hoger. De advocaten uit de regio Arnhem geven een significant hoger cijfer in vergelijking met de advocaten uit de regio Almelo. Ruim de helft van de advocaten, die de Raad onvoldoende beoordelen, vindt dat de oorzaak van de lage waardering bij zowel de Raad als bij de regelgeving ligt. Een derde vindt dat de oorzaak bij de Raad zelf ligt, de overigen vindt dat de oorzaak bij de regelgeving ligt. Ongeveer de helft van de advocaten (53%) vindt dat de performance in de laatste 2 jaren gelijk is gebleven. De groep advocaten die van mening is dat de performance is verbeterd (20%) is ongeveer gelijk aan de groep advocaten die van mening is dat de performance is verslechterd (17%). De belangrijkste redenen voor verbetering zijn: • sneller bij toevoegingen • betere communicatie • betere bereikbaarheid • betere informatievoorziening Toevoegingaanvraag Op bijna alle aspecten van de toevoegingsaanvraag ligt de gemiddelde waardering tussen een 6 en een 7. Uitzonderingen vormen de telefonische communicatie; deze wordt het meest positief beoordeeld (7,2) en de korte doorlooptijden welke het minst goed worden beoordeeld; gemiddeld een 5,4. Advocaten noemen gemiddeld 8,6 werkdagen als acceptabele periode waarbinnen een toevoeginsaanvraag behandeld moet zijn. In de praktijk ligt dit gemiddelde volgens hen op 19,5 werkdagen.
2
Aspecten van de toevoegingaanvraag die men relatief belangrijk vindt en waar de Raad volgens de advocaten niet goed op scoort, zijn: • korte doorlooptijden • flexibiliteit van het toevoegbeleid • helderheid van toevoegbeleid • consistentie van toevoegbeleid Vaststelling en vergoeding van declaratie Alle aspecten van de vaststelling en vergoeding van declaratie worden gemiddeld met een 7 of hoger gewaardeerd. Behalve de 'aanvraag voor extra uren; UBZ' wordt onvoldoende beoordeeld met gemiddeld een 5,8. De aspecten die volgens de advocaten het meest belangrijk worden gevonden en waar de Raad relatief laag op scoort zijn naast de aanvraag extra uren, een 'snelle afhandeling'. De bezwaar- en beroepsprocedure De advocaten vinden een adequate behandeling van de zaak het meest belangrijk (gemiddelde waardering 6,9). De bejegening door de medewerkers van de afdeling bezwaar en beroep relatief het minst belangrijk. Dit laatste aspect wordt het meest positief beoordeeld (7,3 gemiddeld), de gemiddelde waardering voor de overige aspecten blijft tussen een 6 en een 7. De flexibiliteit bij de beoordeling en de snelheid van de afhandeling worden het minst gunstig beoordeeld. Telefonische communicatie Alle aspecten van de telefonische communicatie worden door de advocaten met een 7 of hoger gewaardeerd. Het nakomen van afspraken en de oplossingsgerichtheid van de medewerker vinden de advocaten het meest belangrijk en het laatst genoemde aspect wordt relatief lager beoordeeld (7,2). De vriendelijkheid van de medewerker wordt door de advocaten het minst belangrijk gevonden, maar het meest gunstig beoordeeld (7,7 gemiddeld). De advocaten nemen over het algemeen telefonisch contact op met de Raad voor toevoegingsaanvragen en persoon- of familierecht. Aan de advocaten zijn de volgende informatiebronnen voorgelegd: • de Nieuwsbrief In Feiten van de Arnhemse Raad • incidentele mailings en brieven • de Internetsite van de Raad • Handboeken De handboeken worden door de advocaten als belangrijkste informatiebron gezien. De waardering voor de verschillende informatiebronnen is voor de handboeken het meest gunstig (7,3), gevolgd door de Internetsite (7,2), de Nieuwsbrief (7,0) en de mailings het minst (6,9). Bijna de helft leest de Nieuwsbrief meestal of altijd. De algemene waardering voor de telefonische communicatie (7,3) is aanzienlijk hoger vergeleken met de schriftelijke communicatie (6,8) en de informatieverschaffing over het beleid (6,7)
3
Gewenste maatregelen Aan het einde van elk interview is de advocaten gevraagd welke maatregelen men als eerste zou willen nemen om de dienstverlening van de Raad aan de rechtsbijstandverleners te optimaliseren. De door advocaten genoemde maatregelen komen in kernwoorden op het volgende neer: • sneller • toevoeginsaanvraag versimpelen • efficiënter werken • beperking bureaucratie/minder papierwerk • meer elektronische communicatie/ meer per e-mail
1.3
Conclusies
Op basis van de resultaten van het onderzoek kan geconcludeerd worden dat, hoewel de Raad op verschillende onderdelen positief wordt beoordeeld, de performance van de Raad in het algemeen nog voor verdere verbetering vatbaar is. Advocaten hebben over het algemeen sympathie voor de Raad als organisatie en zijn tevreden over het contact en de vriendelijke bejegening door de medewerkers, maar zijn kritisch als het gaat om de snelheid van de doorlooptijden, de flexibiliteit en de consistentie van de besluitvorming.
4
In de onderstaande tabel zijn voor de verschillende onderdelen de relatief zwakke en de sterke aspecten uiteengezet. Relatief omdat het ten opzichte van de andere aspecten minder positief wordt beoordeeld. relatieve sterkten Toevoegingsaanvraag
Vaststelling en vergoeding declaratie
Bezwaar- en beroepsprocedures
relatieve zwakten
+
de begrijpelijkheid van de beslissing
−
korte doorlooptijden
+
−
consistentie van beleid
telefonische communicatie
−
helderheid van beleid
−
flexibiliteit bij besluitvorming
−
tijdigheid en inzichtelijkheid behandeling aanvraag extra uren
−
snelheid van afhandeling declaraties
+
juiste betaling
+
tijdige bevoorschotting
+
juiste berekening
+
tijdige betaling
+
bejegening door medewerker
+ Telefonische en schriftelijke communicatie, en de internetsite +
−
snelheid van afhandeling
−
adequate afhandeling
Met betrekking tot telefonische communicatie van de raad in het algemeen zijn de advocaten redelijk tevreden. Met name over de vriendelijkheid. Oplossingsgerichtheid van de medewerkers scoort in vergelijking met de andere aspecten het minst gunstig. Ook ten aanzien van de nieuwsbrief In Feiten, de internetsite en de handboeken zijn de advocaten tevreden.
De procedure van de toevoegingsaanvragen is voor de advocaten het belangrijkste onderdeel van dienstverlening. De afhandelingstermijn van de toevoegingsaanvraag blijft het belangrijkste aandachtpunt. De gemiddelde doorlooptijd waarbinnen advocaten van mening zijn dat een toevoegingsaanvraag compleet kan worden ingediend ligt op 8,6 werkdagen. In de werkelijkheid is dit volgens hen aanzienlijk meer (19,5 dagen gemiddeld). Ook ten aanzien van de bezwaar- en beroepsprocedure en het declaratietraject blijft de afhandelingstermijn een minder positief beoordeeld aspect.
5
1.4
Aanbevelingen
Snelheid en flexibiliteit Onze belangrijkste aanbevelingen zijn gericht op het zo effectief mogelijk vergroten van de klanttevredenheid van advocaten ten aanzien van de Raad Arnhem. Vooral verbeteringen in de snelheid en de flexibiliteit (met name in het proces van de toevoegingaanvraag) zullen een bijdrage moeten leveren aan deze verbetering van de klanttevredenheid. •
•
•
•
•
De (gepercipieerde) doorlooptijd van de toevoegingaanvraag zal omlaag moeten. Het streven zou moeten zijn om de doorlooptijd van een toevoegingaanvraag te maximaliseren op twee werkweken. Indien het (incidenteel) niet haalbaar is om toevoegingen binnen twee weken te beoordelen, is het raadzaam om de betreffende advocaat hiervan op de hoogte te stellen bijvoorbeeld per e-mail. Het is wenselijk om hierbij de reden van de vertraging te vermelden. Naast de snelheid is vanzelfsprekend de stabiliteit van de doorlooptijd door het jaar heen van belang. Als substantiële schommelingen blijven bestaan, zal de gepercipieerde doorlooptijd onveranderd (te) lang blijven. Een ander aandachtpunt binnen het toevoegingsproces is de gepercipieerde inconsistentie. Er zullen duidelijke richtlijnen moeten komen ten aanzien van de mate waarin naar de letter, dan wel naar de geest, van de wet moeten worden gehandeld. En vanzelfsprekend zal moeten worden gemanaged op de naleving van deze richtlijnen. Motivaction is van mening dat de rol van Internet in het algemeen uitgebreid kan worden. Internet kan een belangrijke bijdrage leveren aan het versnellen van de processen, waardoor doorlooptijden zullen afnemen. Daarnaast kan het als middel dienen voor communicatie en informatie. Het is naar onze mening wenselijk ook e-mail in te gaan zetten als communicatiemiddel. Naast e-mail zal ook de telefoon op initiatief van de Raad vaker moeten worden ingezet voor het afhandelen van kleine vragen of het doen van mededelingen. Het telefonisch contact is een sterk punt van de Raad. Dit aspect zal in belang blijven toenemen. Het is flexibeler en verschaft de gelegenheid adequaat te kunnen reageren op de vragen van de advocaat. Verder zal de introductie van het computersysteem ViValt een bijdrage leveren aan zowel de snelheid als aan de flexibiliteit en zodoende bijdragen aan de klanttevredenheid en het imago van de Raad.
Tenslotte Advocaten zijn een kritische doelgroep. Transparantie van de organisatie en procedures binnen de Raad is daarom essentieel om een goede relatie met de advocaten te behouden en uit te breiden. Dit creëert wederzijds begrip en tolerantie. Tenslotte adviseren wij om de resultaten van het onderzoek aan de advocaten terug te koppelen bijvoorbeeld door een verslag te plaatsen in de Nieuwsbrief. Het is hierbij aan te bevelen om de maatregelen te vermelden die de Raad op basis van dit onderzoek formuleert.
6
2
Inleiding Op verzoek van de Raad voor Rechtsbijstand Arnhem (hierna te noemen de Raad Arnhem), in naam van Mariëtte Horstink en Ineke Klement, heeft Motivaction International B.V., (hierna te noemen Motivaction), bureau voor onderzoek en strategieontwikkeling, een onderzoek uitgevoerd naar de waardering voor de kwaliteit van de dienstverlening van de Raad Arnhem aan haar advocaten (de rechtsbijstandverleners).
Achtergrond De belangrijkste doelgroep van de Raad Arnhem is de groep ingeschreven advocaten. Ondanks het feit dat deze advocaten voor het verlenen van de feitelijke juridische hulp worden betaald via de Raad, wordt deze groep gezien als de clienten van de Raad. Eén van de beleidsdoelstellingen van de Raad is om een service- en dienstverlening te bieden die optimaal aansluit op de wensen van de advocaten (hierna te noemen cliënten), doch past binnen de kaders van de Wet op de Rechtbijstand. Motivaction heeft in de afgelopen jaren meerdere onderzoeksmetingen naar de klanttevredenheid uitgevoerd voor de Raad voor Rechtsbijstand Amsterdam en Den Haag. Deze onderzoeken hebben telkens input kunnen bieden voor een optimale afstemming van de service- en dienstverlening op de wensen van de clienten. De Raden hebben mede op basis van de resultaten van deze onderzoeken wijzigingen kunnen doorvoeren met betrekking tot structuur, beleid en klantbehandeling en de klanttevredenheid kunnen verhogen.
Doelstelling en probleemstelling De doelstelling van dit onderzoek is als volgt geformuleerd: Inzicht bieden in de waardering voor de service- en dienstverlening van de Raad door haar cliënten teneinde de Raad van input te voorzien ter verhoging van de klanttevredenheid. Op grond van deze doelstelling zijn de volgende probleemstellingen geformuleerd: • Hoe waarderen de cliënten het functioneren van de Raad Arnhem op verscheidene aspecten (in brede zin)? • Welke aanvullende wensen bestaan er voor de cliënten met betrekking tot de service- en de dienstverlening van de Raad Arnhem?
7
De resultaten van het onderzoek geven antwoord op de volgende vragen:
2.1
−
Over welke aspecten zijn de cliënten (zeer) tevreden en op welke punten zijn volgens de cliënten verbeteringen wenselijk (noodzakelijk)?
−
Welke aspecten van dienstverlening zijn voor cliënten van belang en welke zijn minder van belang?
−
Op welke aspecten zou de Raad zich moeten verbeteren en welke kritiek ligt buiten de invloedssfeer van de Raad?
−
Welke ontwikkelingen verwachten de cliënten in hun wensen met betrekking tot de service- en dienstverlening van de Raad?
Opzet en methode van onderzoek
Om de in de vorige paragraaf geformuleerde doelstelling en probleemstelling te beantwoorden is er kwalitatief en kwantitatief onderzoek uitgevoerd door middel van de volgende fasen: • • •
interne kwalitatieve fase met medewerkers externe kwalitatieve fase met advocaten externe kwantitatieve fase met advocaten
Interne kwalitatieve fase De interne fase bestond uit zes individuele gesprekken met medewerkers van de Raad voor Rechtsbijstand Arnhem (hierna te noemen: medewerkers). Op donderdag 28 oktober 2004 hebben deze gesprekken plaatsgevonden ten kantore van de Raad. De gesprekken duurden circa één uur. Externe kwalitatieve fase De externe fase bestond uit twee minisessies, beide met zes advocaten die regelmatig contact hebben met de Raad Arnhem. Er is gesproken met advocaten uit Arnhem en omgeving. De minisessies zijn gehouden op maandag 1 november en duurden anderhalf uur per sessie.
8
Externe kwantitatieve fase De externe kwantitatieve fase is uitgevoerd door middel van 322 telefonische interviews met rechtsbijstandverleners. Deze interviews zijn als volgt onderverdeeld: Tabel 2.1 Regio
Aantal respondenten per regio 20+ toevoegingen
15 – 19 toevoe- 1 – 14 toevoegingen gingen
Totaal
Arnhem Zutphen Zwolle Almelo
78 68 75 67
0 5 3 4
11 6 4 1
89 79 82 72
Totaal
288
12
22
322
Het veldwerk is uitgevoerd door onze 100% zustermaatschappij ITM. ITM heeft hierbij gebruik gemaakt van het zogenaamde CATI-systeem (Computer Assisted Telephone Interviewing). De interviews hebben gemiddeld 22,55 minuten in beslag genomen. Als selectiecriterium voor de respondenten gold dat zij in het afgelopen jaar minimaal 20 toevoegingen hebben gekregen. Dit selectiecriterium is bij onderzoek voor de overige Raden ook gebruikt en garandeert dat advocaten regelmatig contact hebben gehad met de Raad en dus een gefundeerd oordeel kunnen geven. De respondenten zijn geselecteerd door middel van een a-selecte steekproef uit het bestand dat is aangeleverd door de Raad. Omdat de bestanden van 20 en meer toevoegingen niet toereikend waren, is ook uitgeweken naar advocaten met minder toevoegingen (zie tabel 2.1). Er zijn geen verschillen gevonden tussen deze advocaten en de advocaten met meer dan 20 toevoegingen.
9
Tabel 2.2
Steekproefverantwoording
Aantal bruikbare nummers Niet gebeld
1153 379
Geen gehoor/fax nr/ verkeerd nr Geen gehoor/antwoord apparaat etc.
16 35
Niet bereikbaar tijdens veldwerkperiode Probeerafspraak Reeds ondervraagd
78 176 7
Weigering (door secretaresse/ telefonist) Afgebroken vanwege selectiecriteria
107 32
Aantal geslaagde gesprekken
322
De respons in deze meting is vergelijkbaar met de respons van de onderzoeken van de overige raden: de bereidheid om mee te werken aan het onderzoek is relatief hoog. De respondenten zijn telefonisch benaderd op het kantooradres. De advocaten hebben van tevoren een brief ontvangen waarin het onderzoek is aangekondigd.
10
In figuur 2.1 is aangegeven hoeveel jaren de respondenten in de rechtsbijstand werkzaam zijn. Figuur 2.1
Aantal jaren werkzaam in de rechtsbijstand (basis: alle respondenten)
Almelo 2004 (N=72)
31
28
18
Arnhem 2004 (N=89)
33
33
Zwolle 2004 (N=82)
0%
10%
20%
20
30
21
30%
7
29
20
29
Zutphen 2004 (N=79)
35
40%
20
26
50%
60%
70%
21
80%
90%
100%
(% respondenten) overig
1-4 jaar
5-10 jaar
11-20 jaar
>20 jaar
De respondenten is gevraagd of het kantoor waarvoor ze werkzaam zijn een éénmanspraktijk betreft of een meermanpraktijk. De resultaten staan in onderstaande figuur. Figuur 2.2
Type praktijk waarvoor respondent werkzaam is (basis: alle respondenten)
Almelo 2004 (N=72)
92
8
Arnhem 2004 (N=89)
80
20
Zutphen 2004 (N=79)
86
14
Zwolle 2004 (N= 82)
89
11
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
(% respondenten) éénmanspraktijk
meermanspraktijk
11
100%
Rapportage In hoofdstuk 1 zijn de resultaten van het onderzoek kort samengevat en zijn de conclusies en aanbevelingen geformuleerd. In hoofdstuk 3 worden de belangrijkste resultaten beschreven van de interne fase. In hoofdstuk 4 worden de belangrijkste resultaten van de externe kwalitatieve fase uiteengezet. De resultaten van de telefonische interviews worden gerapporteerd in hoofdstuk 5 tot en met 8. De rapportage van de kwantitatieve resultaten is als volgt ingedeeld: 5. de toevoegingsaanvraag 6. de vaststelling en de vergoeding van de declaratie 7. de bezwaar- en beroepsprocedure 8. de algemene informatieverschaffing (telefonisch en schriftelijk). Deze onderwerpen worden achtereenvolgens op gelijksoortige wijze in de rapportage behandeld. In hoofdstuk 5 worden het belang en de waardering uiteengezet van een aantal aspecten die te maken hebben met toevoegingaanvragen In hoofdstuk 6 is ditzelfde gedaan, maar dan voor aspecten die hebben te maken met de vaststelling en de vergoeding van de declaratie. In hoofdstuk 7 zijn meningen van de respondenten weergegeven met betrekking tot de bezwaar- en beroepsprocedure van de Raad. In hoofdstuk 8 worden het belang en de waardering van de telefonische en schriftelijk communicatie door de Raad beschreven. Eveneens wordt in dit hoofdstuk kort ingegaan op enkele informatiebronnen van de Raad. In hoofdstuk 9 wordt de algemene waardering voor de Raad beschreven en wordt aangegeven welke aspecten bepalend zijn voor deze waardering. In hoofdstuk 5 tot en met 9 wordt indien relevant onderscheid gemaakt tussen: • de arrondissementen Arnhem, Zwolle, Zutphen en Almelo • advocaten met meer dan 50 toevoegingaanvragen en advocaten tussen de 20 en 50 toevoegingaanvragen • advocaten die van mening zijn dat de performance de afgelopen twee jaar is verbeterd, is gelijk gebleven en is verslechterd
12
3
Interne fase
In dit hoofdstuk wordende resultaten in hoofdlijnen beschreven van de face-toface interviews met de medewerkers. Gezien het kleine aantal gesprekken moeten de resultaten als indicatief gezien worden. Er zijn gesprekken gevoerd met medewerkers uit diverse ‘lagen’ van de organisaties.
Relatie met advocaten Over het algemeen wordt de relatie die de medewerkers met de advocaten hebben, als positief omschreven. De advocaten worden door de medewerkers wel als een kritische groep omschreven waar er ook een aantal 'zeurpieten' tussen zitten, maar met de meerderheid verloopt het contact prettig. Uit de reacties van de medewerkers blijkt dat men over het over het algemeen begrip heeft voor de soms kritische - reacties van de advocaten. Zij geven daarbij aan dat de regels soms weliswaar omslachtig zijn, maar dat de Raad daarvan ook afhankelijk is van de wetgeving. Ook benadrukken ze de eigen verantwoordelijkheid van de advocaten bijvoorbeeld bij het zorgen voor een volledige aanvraag.
Positieve aspecten en verbeterpunten 3.1.1 Prettige werkomgeving Door nagenoeg alle medewerkers wordt genoemd dat de werksfeer bij de Raad positief is. In dit verband wordt genoemd dat de medewerkers het vertrek van de directeur per 1 december betreuren. Niet alleen vanwege de positieve initiatieven die door haar zijn ondernomen, maar daarnaast ook door de stabiliteit die men lang heeft gemist voor haar aantreden en nu weer moet gaan missen. 3.1.2 Piket Eén van de medewerkers die wij hebben gesproken is verantwoordelijk voor de organisatie van de Piket diensten. Over het algemeen wordt het verloop hiervan positief beoordeeld. Ook de samenwerking met de advocaten verloopt grotendeels prettig. Het contact verloopt veelal telefonisch. De rechtstreekse contacten tussen de politie en de advocaten leiden nog het meest tot conflicten. Dit wordt veroorzaakt doordat in die gevallen niet is gewacht op een bevestiging van de Raad alvorens een 'verdachte' te gaan bezoeken. 3.1.3 Telefoondiensten De telefoondiensten worden door de medewerkers positief beoordeeld. Deze constructie zorgt ervoor dat medewerkers het gevoel hebben de advocaten beter te kunnen helpen om dat zij er op dat moment ook voor zitten om de vragen te beantwoorden en niet de druk van andere werkzaamheden hebben. Daarnaast is het zo dat medewerkers die geen dienst hebben ongestoord kunnen doorwerken. 3.1.4 Telefonisch contact Medewerkers geven aan dat het telefonisch contact vooral op initiatief van de advocaten plaatsvindt. Wanneer de medewerkers zelf een vraag hebben, zoeken 13
zij vooral schriftelijk contact. Dit komt, naast de wettelijk voorgeschreven dossieropbouw, vooral ook doordat de medewerkers de ervaring hebben dat de advocaten moeilijk bereikbaar zijn en het niet efficiënt is om telefonisch contact te blijven zoeken. 3.1.5 ViValt Het computersysteem 'ViValt' is volgens de medewerkers van harte welkom. De verwachtingen zijn doordat er minder momenten van 'overdracht' zijn, de 'administratieve rompslomp' minder zal worden en de relatie met de advocaten beter. 3.1.6 Doorlooptijd Ondanks dat de medewerkers ervan doordrongen zijn, dat de processen binnen een aanvaardbare tijd moeten worden afgerond, zijn de gemiddelde doorlooptijden minder een issue. Medewerkers zijn niet precies op de hoogte van de gemiddelde doorlooptijden. Men is zich ervan bewust dat de advocaten altijd 'haast' hebben en alles het liefst zo snel mogelijk afgehandeld willen zien en zij proberen hier ook aan mee te werken.
14
4
Resultaten kwalitatieve externe fase
In dit hoofdstuk worden de resultaten van de minisessies in hoofdlijnen weergegeven. Gezien het kleine aantal advocaten betrokken bij deze externe kwalitatieve fase moeten de resultaten als indicatief worden gezien.
Het imago van de Raad De advocaten die hebben deelgenomen aan de groepen is gevraagd een beeld van de Raad te geven, alvorens de groepen zijn begonnen. Het beeld wat over het algemeen heerst is dat van een organisatie die weliswaar haar best doet, vriendelijk is, maar waar nog veel aan te verbeteren is. Men is over het algemeen te spreken over de klantvriendelijkheid en de mate van bereidheid om mee te denken, maar is met name kritisch over de omslachtige gang van zaken. De advocaten hebben over het algemeen het gevoel zich veel te moeten verantwoorden en bewijsmateriaal op te moeten voeren om iets te krijgen waarvan ze van mening zijn dat het hen 'gewoon' toekomt. Enkele advocaten zijn dusdanig ontevreden dat de intrinsieke motivatie om werkzaam te zijn in de gefinancierde rechtshulp sterk verminderd is. Het lijkt in deze gevallen niet zozeer een vrije keus maar een noodzakelijkheid voor de betreffende advocaten om de werkzaamheden te blijven uitvoeren. De kritiek is in deze gevallen gericht op de omslachtige besluitvorming en het gepercipieerde wantrouwen van de Raad jegens de advocaten. Aan de advocaten is gevraagd de Raad voor Rechtsbijstand te vergelijken met een automerk. Verschillende merken worden genoemd. De rode draad in de toelichtingen die men geeft op de vergelijkingen worden gevormd door de woorden: degelijk, sterk, stabiel en middenklasser. Maar ook: log en niet makkelijk wendbaar.
De doorlooptijd en toevoegingsaanvragen De doorlooptijden worden door de advocaten nog als te lang ervaren. Een aantal hebben hier inmiddels hun eigen oplossingen voor gevonden door op de enveloppe 'spoed' te schrijven. Volgens degene die hier gebruik van maken werkt deze methode. Over het algemeen heeft men wel begrip voor het feit dat er veel werkzaamheden aan een toevoeging vooraf gaan. Men is echter van mening dat de Raad 'te strikt' te werk gaat, met name bij de vraag om bepaalde benodigde stukken, waardoor het proces een zeer omslachtig karakter krijgt. De doorlooptijden wisselen volgens de advocaten nogal. De ene keer gaat het sneller dan de andere keer, de consistentie ontbreekt. Advocaten die negatief zijn ten aanzien van de doorlooptijden, zijn over de hele linie kritischer in vergelijking met advocaten die wel verbetering hebben gemerkt.
15
4.1.1 Project online Advocaten brengen spontaan ter sprake dat het "Project Online", waarbij medewerkers van de Raad op het kantoor van de advocaat de aanvragen digitaal invoeren. Dit project wordt unaniem positief beoordeeld primair vanwege de efficiency en de merkbare verschillen in snelheid. Daarnaast wordt het rechtstreekse contact gewaardeerd en geeft men aan dat contact heeft bijgedragen aan het versterken van de relatie en het onderling begrip. 4.1.2 Relatiebeheer Het merendeel van de advocaten heeft weleens een medewerker van de Raad ontmoet en is weleens op het kantoor van de Raad geweest. Deze ontmoetingen worden positief beoordeeld. De advocaten benadrukken dat de kern van de (on)tevredenheid het lage tempo waarmee alles verloopt blijft, maar als een ontmoeting hier een positieve bijdrage kan leveren, staan zij hier niet negatief tegenover. 4.1.3 Audits Het auditsysteem roept veel kritiek op. De meerderheid is ervan op de hoogte. Kritiek wordt geuit op het feit dat het extra werkzaamheden van de advocaat vraagt om ‘alles in orde te brengen’. Bij de meerderheid roepen de audits een gevoel op dat ‘ze komen controleren’ en (‘nota bene door je eigen collega’s’) en wordt het bestaande gevoel van wantrouwen vanuit de Raad jegens de advocaten vergroot. Een aantal zien de toegevoegde waarde er wel van in maar zijn van mening dat ‘een aantal slechte het voor de goeden verpest hebben verpest’. Daarnaast wordt opgemerkt dat de eerste audits veel makkelijker waren in vergelijking met de daarop volgende. Ook is men kritisch op de aspecten die in de audit allemaal mee worden genomen ('ze letten zelfs op je meubilair') 4.1.4 Inhoudelijke versus financiële beoordeling van toevoegingen Advocaten zijn het vaak niet eens met een afwijzing op inhoudelijke gronden. Zij geven aan dat de inhoudelijke deskundigheid van de medewerkers te wensen over laat. Met name van de 'nieuwere' medewerkers zou de deskundigheid soms teleurstellend zijn ('ze weten niet waar ze het over hebben'). Zij geven aan dat aan de juridische kennis van de medewerkers vanzelfsprekend beperkingen zijn verbonden en vragen zich af in hoeverre het de taak van de medewerkers is om deze beslissing te maken. Ook bij de beoordeling op financiële gronden reageren de advocaten geërgerd 'je praat tegen een muur'. Advocaten zijn van mening dat de medewerkers teveel ingaan op details die voor beide partijen veel tijd kosten. 4.1.5 Financiële risico’s De financiële risico’s die de advocaten lopen in afwachting van een toevoeging, is voor de advocaten een punt kritiek. Het geeft de advocaten een gevoel van onmacht dat ze aan de gang willen met de zaak maar nog niet weten of zij een vergoeding krijgen. In geval van afwijzing is de advocaat zelf dan de dupe en voelt deze zich alsof de Raad en hij niet hetzelfde doel nastreven.
16
Daarnaast worden de 'verzoeken om extra uren' door de advocaten als een omslachtige aangelegenheid ervaren waarbij zij vaak niet krijgen waar zij voor hen gevoel recht op hebben. Ook hier wordt de algehele administratieve rompslomp als klantonvriendelijk ervaren omdat men voor veel vereiste documenten afhankelijk is van de cliënt, die hier nogal nalatig in kan zijn. Volgens enkele advocaten heeft de Raad soms te weinig begrip voor de afhankelijkheid van de advocaat van zijn of haar cliënt. Een aantal advocaten neemt niet eens meer de moeite om deze extra uren aan te vragen 'je moet je in allerlei bochten wringen, laat maar'.
Communicatie Advocaten geven aan dat de communicatie niet altijd even soepel verloopt. Er wordt volgens de advocaten teveel schriftelijk gecorrespondeerd. Met name de onvolledige aanvragen waar de advocaten een bericht over krijgen, wekken irritatie aangezien er dan volgens de advocaat een reden is waarom bepaalde documenten of gegevens niet zijn meegestuurd. Advocaten geven zelf expliciet de voorkeur aan telefonisch contact omdat dat sneller gaat en eventuele onduidelijkheden op deze manier ook vaak sneller worden opgelost. Het feit dat het niet mogelijk is om per e-mail te communiceren wordt als een nadeel ervaren, hoewel de meerderheid voor een aantal zaken toch ook de voorkeur blijft houden voor persoonlijke (telefonische) communicatie. De Nieuwsbrief wordt door een minderheid van de advocaten gelezen. Men zegt over het algemeen vaak niet de tijd en zin te hebben om dit buiten alle werkzaamheden om te lezen. Daarnaast vindt men het vaak wollige taal en wordt er in de verschillende communicatie te weinig 'to the point' gecommuniceerd. 4.1.6 Telefonische bereikbaarheid De meningen over de telefonische bereikbaarheid van de Raad lopen uiteen. Een aantal advocaten is uitgesproken positief over de manier waarop men te woord wordt gestaan. Spontaan wordt genoemd dat indien de betreffende medewerker niet aanwezig is, de ‘vervanger’ zijn of haar uiterste best doet om de advocaat te woord te staan en dit wordt erg op prijs gesteld. Een aantal advocaten hebben het gevoel dat de interne communicatie niet goed verloopt aangezien zij dan de ervaring hebben dat medewerkers dingen niet aan elkaar doorgeven en het ook moeilijk is om de juiste persoon te pakken te krijgen die er voldoende van weet. Uit de reacties blijkt dat degene die over de hele linie meer positief zijn over de Raad en haar functioneren, voor dit onderdeel ook een grotere waardering hebben. Voor alle advocaten geldt dat zij het contact an sich als positief ervaren. De medewerkers worden als vriendelijk en behulpzaam omschreven. Men lijkt de eventuele ergernissen ook goed te kunnen scheiden van de medewerkers’ verantwoordelijkheid.
17
4.2
Veranderingen in de afgelopen periode
De meningen over de verbeteringen in de laatste twee jaar lopen uiteen. Het merendeel van de advocaten is van mening dat de Raad in de afgelopen periode strenger is geworden en zich meer aan de regels houdt. Advocaten hebben het besef dat de Raad ook afhankelijk is van anderen en zich ook aan regels heeft te houden. Ook zijn met name de nieuwe medewerkers volgens de advocaten strenger. Zij lijken dan ook hun weg te hebben gevonden hoe de juiste persoon aan de telefoon te krijgen om snel geholpen te worden.
18
4.3
Rapportage
De resultaten van de telefonische interviews worden gerapporteerd in hoofdstuk 5 tot en met 8. De rapportage van de kwantitatieve resultaten is als volgt ingedeeld: 5. de toevoegingaanvraag 6. de vaststelling en vergoeding van de declaratie 7. de bezwaar- en beroepsprocedure 8. de algemene informatieverschaffing (telefonisch en schriftelijk). Deze onderwerpen worden achtereenvolgens op gelijksoortige wijze in de rapportage behandeld. In hoofdstuk 5 wordt het belang en de waardering uiteengezet van een aantal aspecten die te maken hebben met toevoegingaanvragen In hoofdstuk 6 is ditzelfde gedaan, maar dan voor aspecten die hebben te maken met de vaststelling en de vergoeding van de declaratie. In hoofdstuk 7 zijn meningen van de respondenten weergegeven met betrekking tot de bezwaar- en beroepsprocedure van de Raad. In hoofdstuk 8 wordt het belang en de waardering van de telefonische en schriftelijk communicatie door de Raad beschreven. Eveneens wordt in dit hoofdstuk kort ingegaan op enkele informatiebronnen van de Raad. In hoofdstuk 9 wordt de algemene waardering voor de Raad beschreven en wordt aangegeven welke aspecten bepalend zijn voor deze waardering. In hoofdstuk 5 tot en met 9 wordt indien relevant onderscheid gemaakt tussen: • de arrondissementen Almelo, Arnhem, Zutphen en Zwolle. • advocaten met meer dan 50 toevoegingaanvragen en advocaten tussen de 20 en 50 toevoegingaanvragen • advocaten die van mening zijn dat de performance de afgelopen twee jaar is verbeterd, is gelijk gebleven en is verslechterd
19
5
De toevoegingaanvraag In dit hoofdstuk wordt een aantal aspecten behandeld die te maken hebben met de aanvraag van een toevoeging door advocaten. Daarbij worden zowel het belang als de waardering voor de Raad Arnhem aangegeven.
5.1
Belang op aspecten van de toevoegingaanvraag
Met betrekking tot het onderwerp 'toevoegingaanvraag’ zijn aan de respondenten de volgende aspecten voorgelegd: • de begrijpelijkheid van de schriftelijke communicatie • de inhoudelijke deskundigheid van de schriftelijke communicatie • korte doorlooptijden • financiële toetsing van de aanvraag • inhoudelijke toetsing van de aanvraag • consistentie van toevoegbeleid • helderheid van het toevoegbeleid • flexibiliteit bij beoordeling • mogelijkheid om spoedaanvragen te doen Van elk van deze aspecten hebben de respondenten het belang en de waardering voor de Raad aangegeven. Voor de beoordeling van het belang van elk aspect hebben de respondenten de keuze uit de volgende antwoordmogelijkheden: 1. onbelangrijk 2. minder belangrijk 3. belangrijk 4. zeer belangrijk Wanneer een respondent heeft aangegeven met een bepaald aspect niet of nauwelijks te maken te hebben, hoefde hij/ zij de Raad niet te beoordelen op dat aspect. De resultaten van de vraag naar het belang zijn weergegeven in figuur 5.1. Het gemiddelde is tot stand gekomen door de scores van de respondenten op de bovengenoemde 4-puntsschaal te middelen. In de figuur zijn de aspecten weergegeven in volgorde van belang: het aspect die gemiddeld het belangrijkst wordt gevonden, staat boven in de figuur.
20
Figuur 5.1
Mate van belang van aspecten bij de Toevoegingaanvraag (basis: alle advocaten meting 2004, N=322)
korte doorlooptijden
5.2
H e t
3,7 2
28
70
flexibiliteit bij beoordeling
3,5
3
48
helderheid toevoegbeleid
3,4 2
53
b e consistentie van toevoegbeleid l a nmogelijkheid om spoedaanvragen te doen g
3,4
4
3,2
de begrijpelijkheid van de schriftelijke communicatie n
3,2
44
52
12
3,3
de inhoudelijke deskundigheid van de schriftelijke communicatie v
47
7
43
39
44
58
31
63
29
a
h e t a s p e c t
8
telefonische communicatie rondom toevoegingsaanvragen
3,1
15
behandeling van UBZ-tjes
3,1
11
inhoudelijke toetsing van aanvraag
3,0
financiële toetsing van aanvraag
2,9
15
15
57
23
48
30
59
22
63
16
(% respondenten)
k
niet o van toepassing
onbelangrijk
minder belangrijk
belangrijk
zeer belangrijk
r t De doorlooptijden bij de toevoegingsaanvraag, gevolgd door flexibiliteit bij beoordeling en helderheid van het toevoegbeleid worden het meest belangrijk beoordeeld.
21
5.3
Waardering op aspecten van de toevoegingaanvraag
Vervolgens hebben de respondenten aangegeven in een rapportcijfer (van 1 tot 10) hoe zij de Raad waarderen op de genoemde aspecten.
5.3.1
Het gemiddelde van deze waarderingen voor de Raad op de verschillende aspecten zijn in figuur 5.2 uiteengezet. Figuur 5.2
Mate van waardering voor de Raad bij Toevoegingaanvraag (basis: alle advocaten meting 2004, N=322) telefonische communicatie
7,2
financiële toetsing van aanvraag
6,8
de begrijpelijkheid van de schriftelijke communicatie
6,8
6,7
consistentie van toevoegbeleid
helderheid toevoegbeleid
6,6
inhoudelijke toetsing van aanvraag
6,6
de inhoudelijke deskundigheid van de schriftelijke communicatie
6,5
6,3
mogelijkheid om spoedaanvragen te doen
6,1
flexibiliteit bij beoordeling
5,4
korte doorlooptijden 0
1
2
3 4 5 (% respondenten)
6
De korte doorlooptijden, het belangrijkste aspect volgens de advocaten, krijgt een onvoldoende. De telefonische communicatie wordt het meest positief beoordeeld.
22
7
8
5.4
Belang en waardering van onderdelen van de toevoegingaanvraag
In figuur 5.3 zijn de gemiddelde mate van belang van alle aspecten en de gemiddelde mate van waardering voor de Raad op deze aspecten in één figuur gezet voor de advocaten uit de vier arrondissementen. Op de verticale as is de gemiddelde mate van belang afgezet (4-puntsschaal); op de horizontale as is de gemiddelde mate van waardering afgezet. Dus hoe hogere positie in de figuur, hoe belangrijker voor de beoordeling, hoe meer naar rechts in de figuur, hoe hogere waardering voor de Raad op dat aspect. De kwadranten in deze figuur worden gevormd door een verticale en een horizontale lijn. De verticale lijn staat bij een '7'. Men zou het kunnen zien als een doelstelling om op de belangrijkste aspecten een gemiddelde van een '7' te behalen. De horizontale lijn geeft het gemiddelde weer van het belang van alle criteria tezamen. De aspecten die in het kwadrant linksboven zijn afgebeeld, worden door de respondenten relatief belangrijk gevonden ('hoge' positie in de figuur) en de Raad wordt er relatief laag op beoordeeld (links in de figuur). Op deze aspecten dient actie te worden ondernomen.
23
Figuur 5.3
Mate van belang versus mate van waardering voor de Raad op aspecten van de toevoegingaanvraag door advocaten (basis: alle advocaten in de meting N=322) AKTIE
4 3,9 mate van belang (4-puntsschaal)
3,8 3,7
Korte doorlooptijden
3,6
flexibiliteit
3,5
consistentie helderheid
3,4
spoedaanvraag deskundigheid
3,3 3,2
begrijpelijkheid
3,1 inhoudelijke toetsing
3 2,9 2,8
telefonische communicatie financiële toesting
2,7 2,6 2,5 4,5
5
5,5 6 6,5 gemiddelde waardering (rapportcijfer)
7
7,5
Uit de bovenstaande figuur blijkt dat de volgende aspecten belangrijk zijn, maar dat de performance op deze aspecten verbeterd dient te worden: • korte doorlooptijd • flexibiliteit bij beoordeling • helderheid van toevoegbeleid • consistentie van het toevoegbeleid
24
Redenen voor een lage waardering Voor de aspecten die respondenten met een lager cijfer dan een zes beoordelen, is gevraagd hun oordeel kort toe te lichten. Het aantal advocaten dat van mening is dat de doorlooptijd van de toevoegingaanvraag te lang duurt, is 79%. De toelichting op deze onvoldoende spreekt hier voor zich. De toelichtingen op een onvoldoende waardering voor de begrijpelijkheid van de schriftelijke communicatie (bij toevoegingaanvragen) kunnen in kernwoorden als volgt worden weergegeven (in aflopende volgorde): • onbegrijpelijk taalgebruik (N=11) • onjuiste/ domme vragen (N=7) • teveel gestandaardiseerd, niet toegespitst op specifieke situatie (N=6) De respondenten die vinden dat de inhoudelijke deskundigheid van de schriftelijke communicatie te wensen overlaat, wijten dit voornamelijk aan: • vraag om extra informatie/gegevens terwijl dat niet nodig is of reeds gestuurd is (N=14) • het gebrek aan juridische kennis en gebrek aan kennis van de wet (N=13) • onjuiste/ domme vragen (N=9) De belangrijkste redenen die de respondenten aandragen voor een negatieve beoordeling van de telefonische communicatie rondom toevoegingaanvragen zijn: • te weinig (N=10) • telefonische behandelde zaken worden niet goed geregistreerd/ men is niet op de hoogte (N=7) Ook voor de mogelijkheid tot spoedaanvragen wordt als belangrijkste reden voor een onvoldoende waardering aangegeven dat het te lang duurt (N=28). Daarnaast wordt genoemd dat deze mogelijkheid niet bestaat, dat er weinig over bekend is (N=10) en dat er door de Raad niet wordt gereageerd (N=10) Respondenten die een onvoldoende geven voor de consistentie van het toevoegbeleid hebben het gevoel dat er wisselvallig wordt beoordeeld (N=23). De inconsistentie van het beleid (N=19) en de onbegrijpelijkheid (N=16) zijn voor de advocaten de belangrijkste redenen waarom ze de helderheid van het toevoegbeleid negatief beoordelen. Volgens 24% van de respondenten is flexibiliteit bij beoordeling onvoldoende aangezien de Raad te bureaucratisch is. De respondenten die de financiële toetsing van de aanvraag onvoldoende beoordelen, geven redenen dat er onvoldoende deskundigheid is (N=3), er geen consequent beleid is (N=2), dat het een te lang proces is (N=2) en dat de advocaten er te weinig tijd voor hebben en vervolgens wordt de aanvraag afgewezen op te late inlevering van gegevens (N=2). De belangrijkste reden voor een onvoldoende beoordeling van de inhoudelijke toetsing van de aanvraag, is dat er onvoldoende deskundigheid bij de Raad is 25
(N=9), dat er gevraagd wordt naar informatie die reeds verstrekt is (N=10), en dat er onterecht of slecht beargumenteerd wordt afgewezen (N=7).
De doorlooptijd van een toevoegingaanvraag Aan alle respondenten is gevraagd binnen hoeveel weken ze een definitieve beslissing willen hebben omtrent een toevoegingaanvraag. De resultaten staan in figuur 5.6. Figuur 5.6 Het aantal werkdagen voor de acceptabele doorlooptijd als een toevoegingaanvraag compleet is ingediend. (basis: alle advocaten in de meting N=322)
Almelo (N=72)
9,4
Arnhem (N=89)
8,1
Zutphen (N=79)
8,6
Zwolle (N=82)
8,6
29
53 38
30
18 44
15
59 39
44
3 10
16
1
(% respondenten)
1-5 werkdagen
6-10 werkdagen
10 werkdagen
weet niet
26
In de huidige meting is tevens de vraag gesteld hoe lang de doorlooptijd op dit moment is. De resultaten staan in figuur 5.7. Figuur 5.7
Het aantal dagen waarbinnen de respondenten een definitieve beslissing krijgen omtrent hun toevoegingvraag (basis: alle advocaten in meting 2004)
Almelo 2004 (N=72)
15,3
Arnhem 2004 (N=89)
18,5
Zutphen 2004 (N=79)
21,3
Zwolle 2004 (N=82)
11
6
13
19,7 1 12
68
21
64
17
75
70
13
13
17
(% respondenten)
1-5 werkdagen
6-10 werkdagen
10 werkdagen
weet niet / geen antwoord
Uit de figuren 5.6 en 5.7 blijkt dat de gewenste gemiddelde doorlooptijd een stuk lager ligt dan de gepercipieerde doorlooptijden op dit moment. De gemiddelde doorlooptijd die de advocaten acceptabel vinden is 8,6 werkdagen, terwijl dit volgens hen gemiddeld op 19,5 werkdagen ligt.
Mening over toevoegingaanvragen De advocaten is de volgende stellingen over de Raad voorgelegd met de vraag in welke mate ze het daarmee eens zijn: • de Raad moet zich beperken tot een financiële toetsing van aanvragen • ik heb het gevoel dat de Raad zoveel mogelijk aanvragen wil afwijzen De respondenten konden gebruikmaken van de volgende antwoordcategorieën: 1. helemaal mee oneens 2. mee oneens 3. niet mee eens/oneens 4. mee eens 5. helemaal mee eens De resultaten staan in figuur 5,8.
27
Figuur 5.8
Mate mee eens met een aantal stellingen over toevoegingaanvraag (basis: alle advocaten uit meting 2004, N=322)
beperken tot financiële toetsing
34
afwijzing van zoveel mogelijk aanvragen
8
6
0
42
13
63
10
20
30
40 50 60 (% respondenten)
11
70
17
80
helemaal mee oneens
mee oneens
ertussen in
mee eens
helemaal mee eens
weet niet
2
90
100
Digitaal aanvragen Een minderheid van de advocaten (13%) heeft weleens digitaal toevoegingen aangevraagd. De advocaten die hiermee te maken hebben gehad (N=43) beoordelen deze mogelijk met een gemiddelde van 7,2.
28
6
Vaststelling en vergoeding van de declaraties
In dit hoofdstuk worden verschillende onderdelen van de procedure van het vaststellen en uitbetalen van de vergoeding (aan de advocaten) behandeld. Er wordt aangegeven welke aspecten voor de advocaten van belang zijn en hoe men de Raad beoordeelt op deze aspecten.
6.1
Belang van aspecten op het 'declaratietraject'
Met betrekking tot het onderwerp 'declaratie’ zijn aan de respondenten de volgende aspecten voorgelegd: • telefonische communicatie omtrent vaststelling van vergoedingen • snelle afhandeling van declaraties • juiste berekening van de vergoedingen van declaraties • juiste betaling • tijdige bevoorschotting c.q. betaling • tijdige betaling van grotere bedragen • schriftelijke communicatie over de vaststelling • behandeling van aanvraag extra uren (UBZ) • inhoudelijke deskundigheid Van al deze aspecten hebben de respondenten aangegeven hoe belangrijk zij het vinden en hoe zij de Raad erop waarderen. Voor de beoordeling van het belang hadden de respondenten de keuze uit de volgende antwoordmogelijkheden: 1. onbelangrijk 2. minder belangrijk 3. belangrijk 4. zeer belangrijk Wanneer een respondent aangaf met een bepaald aspect niet of nauwelijks te maken te hebben, is niet meer om een beoordeling gevraagd. De resultaten van de vraag naar het belang zijn weergegeven in figuur 6.1.
29
Figuur 6.1
Mate van belang van aspecten bij de vaststelling en vergoeding van de declaratie (basis: alle respondenten in meting 2004, N=322)
juiste berekening van declaraties
3,6
1
juiste betaling
3,6
1
behandeling van aanvraag extra uren
3,5
5
tijdige betaling van grotere bedragen
3,4
7
snelle afhandeling van declaraties
3,4
8
tijdige bevoorschotting/betaling
3,3
9
inhoudelijke deskundigheid
3,3
schriftelijke communicatie over de vaststelling
3,1
telefonische communicatie
3
39
39
56
3
55
3
45
44
51
7
44
4
42
5
37
3
56
31
3
59
29
3
14
64
21
51
15
18
4
7
(% respondenten) onbelangrijk
minder belangrijk
belangrijk
zeer belangrijk
nvt/ weet niet
De aspecten juiste berekening, juiste betaling en behandeling van aanvraag extra uren, worden door de advocaten het belangrijkst gevonden.
30
Waardering op aspecten van het 'declaratietraject' Ook hebben de respondenten aangegeven in een rapportcijfer (van 1 tot 10) hoe zij de Raad waarderen op de genoemde aspecten. Het gemiddelde van de waarderingsscores (rapportcijfer) voor de Raad op verschillende aspecten die te maken hebben met vergoeding van de declaratie, zijn in de onderstaande figuur uiteengezet. Figuur 6.2
Mate van waardering voor de Raad bij de vaststelling en vergoeding van declaraties (basis: alle respondenten meting 2004, N=322) 7,5
juiste betaling
7,3
juiste berekening van declaraties
7,2
tijdige bevoorschotting
7,1
telefonische communicatie tijdige betaling grotere bedragen
7
inhoudelijke deskundigheid
7
schriftelijke communicatie over de vaststelling
7 6,5
snelle afhandeling 5,8
behandeling van aanvraag extra uren 0
1
2
3
4
5
6
De advocaten die meer dan 50 toevoegingaanvragen hebben beoordelen het aspect tijdige bevoorschotting hoger dan advocaten die tussen de 20 en 50 toevoegingen hebben (7,3 versus 6,9).
31
7
8
Verschillen binnen de regio's: • De advocaten uit de regio Arnhem beoordelen een snelle afhandeling van declaraties hoger vergeleken met advocaten uit de regio Almelo (6,7 versus 6,3). • De advocaten uit de regio Zwolle beoordelen een juiste betaling hoger vergeleken met advocaten uit de regio Almelo (7,6 versus 7,3) • De Advocaten uit Almelo beoordelen een tijdige betaling lager dan in vergeleken met advocaten uit Zutphen en Zwolle (6,6 versus 7,1 en 7,2)
Redenen voor een lage waardering De respondenten die voor een aspect een onvoldoende gaven, hebben hun oordeel kort toegelicht. Voor een aantal aspecten spreken de toelichtingen op onvoldoendes voor zich (met name de aspecten die met snelheid van afhandeling, tijdige bevoorschotting, juiste betaling, tijdige betaling en de juiste berekening van de declaraties te maken hebben). Als belangrijkste reden voor een onvoldoende voor de behandeling van aanvraag van extra uren (UBZ) wordt genoemd dat het te lang duurt (N=22), dat het te snel en te vaak aanvragen worden afgewezen (N=29), dat er te weinig begrip is voor tijdrovende zaken (N=15) en dat er moeizaam wordt gedaan met vergoedingen (N=14).
32
Piket Het merendeel van de advocaten (73%) is ingeschreven op één van de rechtsterreinen van Piket. De beoordeling van de vaststelling van declaraties staat in onderstaande figuur: Figuur 6.2
Mate van waardering voor de Raad bij de vaststelling en vergoeding van Piket declaraties
Hoe beoordeelt u de vaststelling van Piket declaraties? 2004 (N=236) Gemiddelde 7,7
4%
1%6%
Hoe beoordeelt u de organisatie rondom Piket ? 2004 (N=236) Gemiddelde 7,2
4%
89% een '7' of hoger een '6' een '5' of lager weet niet/wil niet zeggen
1%6%
89% een '7' of hoger een '6' een '5' of lager weet niet/wil niet zeggen
33
Belang en waardering bij vaststelling en vergoeding van de declaratie Net als in hoofdstuk 5 zijn in figuur 6.3 het gemiddelde belang en de gemiddelde waardering voor de Raad op de genoemde aspecten (bij vaststelling en vergoeding van de declaratie) in één figuur gezet. Hier is echter voor gekozen om de drie arrondissementen in één figuur weer te geven, aangezien er weinig verschillen tussen de arrondissementen zijn. Figuur 6.3
Mate van belang versus mate van waardering voor de Raad bij de vaststelling en betaling van declaraties (basis: alle advocaten in meting 2004, N=322) BEWAKEN
AKTIE
4 3,9
mate van belang (4-puntsschaal)
3,8 3,7
juiste berekening
3,6
aanvraag extra uren
3,5 3,4
juiste betaling tijdige betaling
snelle afhandeling
3,3
tijdige bevoorschot-ting flexibiliteit
3,2 3,1
deskundigheid
3
telefonische communicatie
2,9 2,8 2,7 2,6 2,5 4,5
5
5,5
6
6,5
7
7,5
gemiddelde waardering (rapportcijfer)
Het aspect snelle afhandeling is nog voor verbetering vatbaar, de juiste berekening, juiste betaling, tijdige betaling en de juiste berekening staan in het kwadrant van bewaken.
34
7
De bezwaar- en beroepsprocedure van de Raad In dit hoofdstuk wordt een aantal aspecten behandeld die te maken hebben met de bezwaar- en beroepsprocedure. Voor een aantal aspecten worden zowel het belang als de waardering voor de Raad aangegeven.
7.1
Belang van aspecten van bezwaar- en beroepsprocedure
Met betrekking tot het onderwerp 'bezwaar- en beroepsprocedure’ zijn aan de respondenten de volgende aspecten voorgelegd; • • • • •
de ambtshalve herziening de adequate behandeling van de zaak de snelheid van de afhandeling van een beroep flexibiliteit bij de beoordeling bejegening door de medewerkers van de afdeling bezwaar en beroep
Van al deze aspecten hebben de respondenten aangegeven hoe belangrijk zij het vinden en hoe zij de Raad erop waarderen. Voor de beoordeling van het belang van elk aspect hadden de respondenten de keuze uit de volgende antwoordmogelijkheden: 1. onbelangrijk 2. minder belangrijk 3. belangrijk 4. zeer belangrijk Wanneer een respondent aangaf met een bepaald aspect niet of nauwelijks te maken te hebben, hoefde hij/ zij de Raad niet te beoordelen op dat aspect.
35
Figuur 7.1
Mate van belang van aspecten bij de bezwaar- en beroepsprocedure (basis: alle advocaten in meting 2004, N=322)
de adequate behandeling van de zaak
3,6 1
ambtshalve herziening
3,5
flexibiliteit bij de beoordeling
3,5
de snelheid van de afhandeling van een beroep
3,5
bejegening door medewerkers van de afdeling bezwaar en beroep
3,3
46
7
3
37
46
50
6
11
47
15
30
16
32
14
29
52
17
18
17
(% respondenten) onbelangrijk
minder belangrijk
belangrijk
zeer belangrijk
nvt/weet niet
Verschillen binnen de regio's: • De advocaten uit de regio Almelo beoordelen de ambtshalve herziening belangrijker vergeleken met de advocaten uit Zwolle (3,7 versus 3,3). • De advocaten uit Arnhem vinden een adequate behandeling van de zaak belangrijker dan de advocaten uit de regio Zwolle (3,8 versus 3,5).
36
7.2
Waardering ten aanzien van bezwaar- en beroepsprocedure
Vervolgens hebben de respondenten aangegeven in een rapportcijfer (van 1 tot 10) hoe zij de Raad waarderen op de genoemde aspecten. Deze waarderingen zijn in figuur 7.2 uiteengezet. Figuur 7.2
Mate van waardering voor de Raad bij bezwaar- en beroepsprocedure (basis alle respondenten in meting 2004)
bejegening door medewerkers van de afdeling bezwaar en beroep
7,3
ambtshalve herziening
6,9
adequate behandeling
6,9
snelheid afhandeling
6,4
flexibiliteit bij beoordeling
6,3
0
1
2
3
4
5
6
7
8
Verschillen binnen regio's: • De advocaten uit de regio Arnhem beoordelen de snelheid van de afhandeling van een beroep positiever vergeleken met de advocaten uit de regio Zwolle (6,6 versus 6,2). • De advocaten uit de regio Arnhem beoordelen de bejegening door de medewerkers van de afhandeling bezwaar en beroep positiever in vergelijking met advocaten uit de regio Almelo (7,5 versus 7,1).
37
9
10
Redenen voor een lage waardering De advocaten die voor een aspect een onvoldoende hebben gegeven, is gevraagd een toelichting te geven. Voor adequate behandeling van de zaak spreekt deze reden voor zich (dat het niet adequaat is) en te lang duurt. De ambtshalve herziening wordt voornamelijk negatief beoordeeld omdat het te formeel is en er geen soepelheid is. De toelichting op de onvoldoendes voor de soepele beoordeling en voor de snelheid van afhandeling van een beroep spreken voor zich.
7.3
Belang en waardering van bezwaar- en beroepsprocedure
Net als in hoofdstuk 5 en 6 zijn in figuur 7.3 het gemiddelde belang en de gemiddelde waardering voor de Raad op de genoemde aspecten (bij bezwaar- en beroepsprocedures) in één figuur gezet. De aspecten die in het kwadrant linksboven zijn afgebeeld, worden door de respondenten relatief belangrijk gevonden ('hoge' positie in de figuur) en de Raad wordt relatief laag beoordeeld op deze aspecten (links in de figuur).
38
Figuur 7.3
Mate van belang versus mate van waardering voor de Raad met betrekking tot bezwaar en beroepszaken (basis: alle advocaten uit meting 2004, N=322)
4 BEWAKEN
AKTIE
3,9 mate van belang (4-puntsschaal)
3,8 3,7
adequate behandeling
3,6 3,5
snelheid afhandeling
3,4
flexibele beoordeling
ambtshalve herziening
3,3 bejegening
3,2 3,1 3 2,9 2,8 2,7 2,6 2,5 4,5
5
5,5 6 6,5 gemiddelde waardering (rapportcijfer)
7
7,5
Uit bovenstaand figuur komt naar voren dat het aspect adequate behandeling belangrijk is en verbeterd dient te worden.
39
8
Communicatie door de Raad In dit hoofdstuk worden het belang en de waardering van de verschillende aspecten van de telefonische communicatie van de Raad beschreven. Tevens wordt ingegaan op de waardering voor verschillende informatiebronnen van de Raad.
8.1
Waardering en belang ten aanzien van de telefonische communicatie
Met betrekking tot het onderwerp 'telefonische communicatie’ zijn aan de respondenten de volgende aspecten voorgelegd; • de telefonische bereikbaarheid • de adequate doorverbinding naar de juiste persoon of afdeling • de deskundigheid van het telefonische advies • het nakomen van telefonische afspraken • de oplossingsgerichtheid van de medewerker die u te woord heeft gestaan (inhoudelijk dus niet de behandeling door de telefonist) • de vriendelijkheid van de medewerker Van al deze aspecten hebben de respondenten aangegeven hoe belangrijk zij het vinden en hoe zij de Raad erop beoordelen. De resultaten staan in figuur 8.1.
40
Figuur 8.1
Mate van belang van aspecten bij de telefonische communicatie (basis: alle advocaten uit meting 2004, N=322)
3,6
oplossingsgerichtheid
3,6
deskundigheid advies
3,5
1
telefonische bereikbaarheid
3,4
2
adequate doorverbinding
3,4
1
vriendelijkheid medewerker
3
2
1
2
55
41
nakomen van afspraken
2
52
46
2
47
49
2
41
55
18
63
14
2
39
56
2
(% respondenten)
onbelangrijk
minder belangrijk
belangrijk
zeer belangrijk
nvt/weet niet
De gemiddelde waarderingen voor de Raad op de genoemde aspecten van telefonische communicatie zijn in figuur 8.2 uiteengezet.
41
Figuur 8.2
Mate van waardering voor de Raad met betrekking tot telefonische communicatie (basis: alle advocaten uit meting 2004)
vriendelijkheid m edew erker
7,7
nakom en afspraken
7,4
telefonische bereikbaarheid
7,4
adequate doorverbinding
7,3
deskundigheid advies
7,2
oplossingsgerichtheid m edew erker
7,2
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
(% respondenten)
Verschillen binnen regio's: • De advocaten uit de regio Zwolle beoordelen de adequate doorverbinding naar de juiste persoon of afdeling gemiddeld lager dan de advocaten uit Arnhem en Zwolle (7,1 versus 7,5 en 7,5). • De advocaten uit Almelo waarderen de deskundigheid van het telefonisch advies ook lager vergeleken met de advocaten uit Zwolle (7,0 versus 7,3). • De advocaten uit Arnhem beoordelen het nakomen van de afspraken hoger in vergelijking met advocaten uit Zutphen (7,6 versus 7,2). • De advocaten uit Zwolle beoordelen de oplossingsgerichtheid hoger vergeleken met de advocaten uit Almelo en Zutphen (7,4 versus 7,0 en 7,1). • De advocaten uit Arnhem beoordelen de vriendelijkheid van de medewerker positiever vergeleken met de advocaten uit Almelo en Zutphen (7,8 versus 7,6 en 7,5).
42
10
Redenen voor een lage waardering Voor de aspecten waarop respondenten de Raad met een lager cijfer dan een zes beoordelen, is gevraagd hun oordeel kort toe te lichten. De redenen voor bereikbaarheid (moeilijk bereikbaar), adequaat doorverbinden (andere/verkeerde persoon/ te vaak doorverbonden), deskundigheid van het telefonisch advies en de oplossingsgerichtheid van de medewerker spreken voor zich. Als reden voor het nakomen van afspraken wordt genoemd dat er niet wordt teruggebeld.
43
Waardering versus belang met betrekking tot telefonische communicatie In figuur 8.3 het gemiddelde belang en de gemiddelde waardering voor de Raad op de genoemde aspecten (bij telefonische communicatie) in één figuur gezet. De aspecten die in het kwadrant linksboven zijn afgebeeld, worden door de respondenten relatief belangrijk gevonden ('hoge' positie in de figuur) en de Raad wordt relatief laag beoordeeld op deze aspecten (links in de figuur). Hier is echter voor gekozen om de drie arrondissementen in één figuur weer te geven, aangezien er weinig verschillen tussen de arrondissementen zijn. Figuur 8.3
Mate van belang versus mate van waardering voor de Raad met betrekking tot de telefonische communicatie (basis: alle advocaten uit meting 2004, N=322)
4 BEWAKEN
3,9
mate van belang (4-puntsschaal)
3,8
oplossingsgerichtheid
3,7
nakomen van afspraken
3,6 deskundigheid
3,5 3,4
adequate telefonische doorverbinding bereikbaarheid
3,3 3,2 3,1
vriendelijkheid
3 2,9 2,8 2,7 2,6 2,5
5
5,5
6 6,5 7 gemiddelde waardering (rapportcijfer)
7,5
Geen van de aspecten staat in het 'actie' kwadrant.
44
De advocaten is gevraagd voor welke zaken ze doorgaans telefonisch contact hebben met de Raad. Ze konden op deze vraag meerdere antwoorden geven. De belangrijkste antwoorden hiervoor staan in figuur 8.4. Figuur 8.4
Zaken waarvoor de advocaten doorgaans telefonisch contact opnemen met de Raad (basis: alle respondenten meting 2004) 23
toevoegingen algemeen 11 9
zelden tot nooit contact met de Raad 8 advies/ algemene informatie
6 4
civiele zaken
3 3
toelichting over afwijzing toevoeging/ (ten onrechte)geweigerde zaken
3 3 0
5
10
15
20
25
(% respondenten)
8.2
Informatiebronnen van de Raad
In de interviews zijn de volgende informatiebronnen aan de respondenten voorgelegd: • De Nieuwsbrief In Feiten van de Arnhemse Raad voor Rechtsbijstand • Incidentele mailings • de Internetsite van de Raad • de Handboeken Er is aan de respondenten gevraagd hoe belangrijk zij elk van deze bronnen vinden. Hiervoor konden zij kiezen uit de volgende antwoorden: 1. onbelangrijk 2. minder belangrijk 3. belangrijk 4. zeer belangrijk De resultaten van deze vraag zijn de in figuur 8.5 uiteengezet.
45
Figuur 8.5
Belang van informatiebronnen (basis: alle respondenten uit meting 2004, N=322)
Handboeken
3,1
2 4
Nieuwbrief in Feiten van de Arnhemse Raad voor Rechtsbijstand
2,7
8
Internetsite
2,6
4
Incidentele mailings/brieven
2,5
5
13
11
57
29
46
17
13
24
34
6
28
34
11
5
42
(% respondenten) onbekend met infobron
onbelangrijk
minder belangrijk
belangrijk
zeer belangrijk
Verschillen binnen regio's: • de advocaten uit de regio Arnhem beoordelen de handboeken belangrijker vergeleken met de advocaten uit Almelo en Zwolle (2,9 versus 2,5 respectievelijk 2,5). • De advocaten uit de regio Zwolle beoordelen de internetsite belangrijker in vergelijking met advocaten uit de regio Almelo (2,8 versus 2,4). De respondenten hebben voor de bovengenoemde bronnen ook hun waardering kunnen weergeven in een rapportcijfer (van 1 tot 10). In figuur 8.6 zijn de waarderingen voor de respectievelijke informatiebronnen weergegeven.
46
Figuur 8.6
Waardering voor informatiebronnen van de Raad
Nieuwsbrief In Feiten van de Arnhemse RvR (N=322)
Handboeken (N=322)
4%
18%
7%
14%
3%
61%
19%
75% Gemiddelde: 7,3
Gemiddelde: 7,0
een '7'of hoger een '6' éen '5'of lager weet niet/wil niet zeggen
Internetsite van de Raad (N=322)
Incidentele mailings/brieven (N=322)
25% 38% 49%
53%
3% 3%
11% Gemiddelde: 7,2
20%
Gemiddelde: 6,9
een '7'of hoger een '6' éen '5'of lager weet niet/wil niet zeggen
47
Voor de Nieuwsbrief van de Raad Arnhem is aan de respondenten gevraagd hoe vaak zij deze lezen. Men kon kiezen uit de volgende antwoorden: 1. zelden of nooit 2. soms 3. meestal 4. altijd De resultaten van deze vraag zijn weergegeven in de onderstaande figuur. Figuur 8.7
Leesfrequentie van de Nieuwsbrief van de Raad Arnhem (basis: advocaten die de Nieuwsbrief lezen)
leesfrequentie 2004 (N=322)
21
11
25
36
6
(% respondenten)
zelden of nooit
soms
meestal
altijd
onbekend met de Nieuwsbrief
Verschillen tussen de regio’s: • De advocaten uit Arnhem lezen de Nieuwsbrief frequenter in vergelijking met de advocaten uit de regio Zutphen. • Advocaten met meer dan 50 toevoegingen lezen de Nieuwsbrief frequenter in vergelijking met de advocaten die tussen de 20 en 50 toevoegingen hebben.
8.3
Algemene waardering voor communicatie van de Raad
Ook is aan de respondenten gevraagd de Raad een oordeel (in een rapportcijfer) te geven voor 3 vormen van communicatie: • schriftelijke communicatie • telefonische communicatie • informatieverschaffing over beleid De resultaten van deze vraag zijn in figuur 8.8 weergegeven.
48
Figuur 8.8
Algemene waardering verschillende vormen van communicatie van de Raad (basis, alle advocaten uit meting 2004, N=322) Telefonische communicatie
Schriftelijke communicatie 5%
9%
Informatieverschaffing over beleid 5%
3% 5%
31%
61%
40% 66,0 %
83% Gemiddelde: 6,8
Gemiddelde: 7,3
16% Gemiddelde: 6,7
een '7'of hoger een '6' éen '5'of lager weet niet/wil niet zeggen
Verschillen binnen de regio's: • De advocaten uit de regio Arnhem beoordelen schriftelijke communicatie positiever vergeleken met de advocaten uit de regio Almelo en Zutphen (7,0 versus 6,6 en 6,7) • De advocaten uit de regio Almelo beoordelen de informatieverschaffing over beleid negatiever in vergelijking met de advocaten uit Arnhem en Zutphen (6,5 versus 6,9 en 6,9)
49
8.4
Internet en persoonlijk contact
De advocaten is ook de vraag voorgelegd of ze op hun werkplek toegang hebben tot internet. Daarnaast is gevraagd of ze op hun eigen werkplek beschikking hebben over een e-mail adres. De resultaten op deze vraag staan in figuur 8.9. Figuur 8.9
Beschikking over Internet of e-mail op werkplek (basis: alle advocaten in meting 2004, N=322) 92
toegang tot Internet
beschikking over email adres
86
0
20
40
60
80
100
(% respondenten)
De advocaten is een aantal stellingen over de Raad voorgelegd met de vraag in welke mate ze het daarmee eens zijn: • ik ben een voorstander van face-to-face contact tussen advocaten en medewerkers van de Raad • communicatie tussen de Raad en de advocatuur via e-mail juich ik toe • ik zou graag via e-mail een toevoegingsaanvraag willen indienen De respondenten konden gebruikmaken van de volgende antwoordcategorieën: 1. helemaal mee oneens 2. mee oneens 3. niet mee eens/oneens 4. mee eens 5. helemaal mee eens De resultaten staan in figuur 8.10.
50
Figuur 8.10 Mate waarin men het eens is met een aantal stellingen over communicatie basis: alle advocaten uit meting 2004, N=322)
communicatie via e-mail 2 3
voorstander voor face2 to-face contact
toevoegingsaanvraag via 22 e-mail indienen
0
20
9
9
55
53
18
10
12
11
20
30
11
20
5
50
40
50
16
60
70
80
90
100
(% respondenten) weet niet / geen antwoord
helemaal mee oneens
mee oneens
ertussen in
mee eens
helemaal mee eens
51
Aan de advocaten is gevraagd of zij wel eens een bezoek aan de Raad hebben gebracht in de afgelopen 2 jaar. De meerderheid 85% antwoordt ontkennend, een kleine minderheid (14%) zegt wel eens een bezoek te hebben gebracht. Aan deze groep is gevraagd hoe zij dit bezoek beoordelen. De resultaten staan in onderstaande figuur: Figuur 8.12 Waardering bezoek aan de Raad in afgelopen twee jaar en waardering georganiseerde bijeenkomst Hoe beoordeelt u dit bezoek aan de Raad? (N=45) Gemiddeld 7,2
2%6% 2%
Hoe beoordeelt u de door de Raad georganiseerde bijeenkomst? (N=122) Gemiddeld 6,6
23%
15%
1%
63%
89% een '7' of hoger een '6' een '5' of lager weet niet/wil niet zeggen
een '7' of hoger een '6' een '5' of lager weet niet/wil niet zeggen
Aan de advocaten is vervolgens gevraagd of zij de afgelopen 2 jaar hebben deelgenomen aan een door de Raad georganiseerde voorlichtingsbijeenkomst. Ruim een derde (38%) heeft daar wel eens aan deelgenomen, de overigen (61%) niet. Deze bijeenkomst worden gemiddeld gewaardeerd met een 6,6 (zie bovenstaande figuur).
52
8.5
Inschrijvingsvoorwaarden
De advocaten is gevraagd in hoeverre zij de inschrijvingsvoorwaarden van de Raad duidelijk vinden. Zij konden hier met behulp van de volgende antwoordcategorieën antwoord op geven: − − − −
zeer onduidelijk duidelijk onduidelijk zeer onduidelijk
De resultaten staan in onderstaande figuur: Figuur 8.13 Beoordeling inschrijvingsvoorwaarden van de Raad In hoeverre vindt u de inschrijvingsvoorwaarden van de Raad duidelijk?
8
0
70
10
20
30
40
9
50
60
70
80
13
90
100
(% respondenten) onduidelijk
duidelijk
zeer duidelijk
weet niet
De meerderheid van de respondenten vindt de inschrijvingsvoorwaarden duidelijk. Aan de advocaten die 'onduidelijk' of 'zeer onduidelijk' antwoorden op deze vraag (n=25), is om een toelichting gevraagd. De belangrijkste reden voor een negatieve beoordeling is dat de 'criteria onduidelijk' zijn (n=7), dat er 'onduidelijkheid over het beleid' is (n=4) en dat 'meer eenheid/ uniformiteit' zou moeten zijn (n=4). Aan alle advocaten is gevraagd of men van mening is dat de voorwaarden voor inschrijving en toetsing van deskundigheid correct worden beoordeeld. De meerderheid (59%) antwoordt bevestigend, bijna een derde antwoord 'weet niet' (29%) en een minderheid van 12% is van mening dat de voorwaarden niet correct worden beoordeeld.
53
9
Algemene waardering voor de Raad
In dit hoofdstuk wordt de algemene waardering voor de Raad beschreven en de aspecten die hierop (de meeste) invloed hebben. Allereerst wordt het beeld omschreven dat de advocaten van de Raad hebben.
9.1
Beeld van de Raad
Bij aanvang van het interview is de respondenten gevraagd het beeld voor de Raad in een aantal kernwoorden weer te geven. Een overzicht van de belangrijkste resultaten staat in figuur 9.1. Figuur 9.1
Het beeld van de Raad Arnhem (basis: alle advocaten meting 2004) 42
log/bureaucratisch/formeel
37
traag/ duurt lang
24
klantvriendelijk
13
behulpzaam/ goedwillend
moeilijk/moeizaam/ omslachtig
10
8
correct/goed/prima
6
goed bereikbaar
formeel/formalistisch
4
slechte communicatie
4
8
weet niet
0
10
20
30
40
50
70
60
(% respondenten)
*Doordat de respondenten meerdere antwoorden konden geven, is het totaal hoger dan 100%
54
Algemene waardering Nadat de respondenten de Raad hebben beoordeeld op een groot aantal specifieke aspecten is hen gevraagd een algemene waardering voor de Raad te geven in de vorm van een rapportcijfer. De resultaten zijn weergegeven in figuur 9.2: Figuur 9.2
Overall waardering voor de Raad (basis: alle advocaten meting 2004 N=322) 6,7
totaal
6,6
Almelo
6,9
Arnhem
6,5
Zutphen
6,8
Zwolle 0
1
2
3
4
5
6
7
8
10
9
(% respondenten)
Uit bovenstaande figuur komt naar voren dat de algemene performance van de Raad gemiddeld met een voldoende wordt beoordeeld. De advocaten uit de regio Arnhem zijn significant positiever in vergelijking met de advocaten uit de regio Almelo. De advocaten in de regio Zutphen zijn het minst positief. Ruim de helft van de advocaten (55%) vindt dat de oorzaak van de lage waardering bij zowel de Raad als bij de regelgeving ligt. Een derde vindt dat de oorzaak bij de Raad zelf ligt (33%), de overigen (12%) vindt dat de oorzaak bij de regelgeving ligt. De respondenten is vervolgens gevraagd of de overall performance van de Raad de afgelopen twee jaar is verbeterd, verslechterd of gelijk gebleven. De resultaten staan in figuur 9.3.
55
Figuur 9.3
Beoordeling over eventuele verandering van de overall performance van de Raad (basis: alle advocaten meting 2004)
17
meting 2004 (N=332)
0
verslechterd
10
53
20
30
gelijk gebleven
20
40 50 60 (% respondenten) verbeterd
70
80
10
90
100
weet niet / geen antwoord
De helft van de advocaten is van mening dat de performance gelijk is gebleven. De groep die van mening is dat de performance is verbeterd is ongeveer even groot als de groep die van mening is dat de performance is verslechterd. Er zijn geen significante verschillen tussen de regio's gevonden. De respondenten is gevraagd hun beoordeling toe te lichten. Deze toelichting staat in tabel 9.1. Tabel 9.1 Redenen waarom de performance van de Raad is verbeterd (basis: ziet verbetering N=63) Redenen van de verbetering
meting 2004
sneller met name bij toevoegingen betere communicatie
30% 22%
betere bereikbaarheid informatievoorziening is beter Flexibeler/soepeler
14% 13% 11%
hogere deskundigheid
6%
Bij de advocaten die geen verbetering maar een verslechtering zien (n=54), wordt vooral als toelichting gegeven dat de Raad langzamer is (30%), niet flexibel (26%) en vindt men de communicatie slecht (13%).
56
9.2
Ontevredenheid onder de aandacht
Aan de respondenten is gevraagd indien zij over de dienstverlening ontevreden zijn of zij dit wel eens onder de aandacht van de Raad hebben gebracht. De helft (52%) antwoordt 'ja' de overigen niet. Van deze groep (N=166) heeft de helft dat telefonisch afgehandeld (53%), de andere helft (47%) per brief , 11% antwoordt dat een medewerker is langs geweest / face-to-face contact. Daarnaast worden genoemd via het teamhoofd (4%) en e-mail (2%). Vervolgens is gevraagd naar de tevredenheid over de afhandeling hiervan. De resultaten staan in figuur: Figuur 9.3.3 Tevredenheid over afhandeling klacht (basis: advocaten die ontevredenheid kenbaar hebben gemaakt, N=166)
Tevredenheid over afhandeling 'klacht'
26
0
10
(zeer) ontevreden
32
20
30
neutraal
38
40 50 60 (% respondenten)
70
(zeer) tevreden
80
4
90
100
weet niet
Voor de advocaten die de ontevredenheid niet onder de aandacht hebben gebracht geldt voor de meerderheid dat de ontevredenheid incidenteel voorkomt en 'wel weer overwaait', een aantal noemen dat het 'teveel tijd kost', en dat er 'toch niks aan gebeurt'.
57
9.3
Interne audits
Nagenoeg alle advocaten (98%) zijn bekend met de audits die worden uitgevoerd. Vervolgens is gevraagd van wie de audits een initiatief zijn. Een minderheid (9%) denkt dat de audits een initiatief zijn van de Nederlandse orde van advocaten, 19% denkt van de Raad voor de rechtsbijstand, 16% denkt van het Ministerie van Justitie en het grootste deel (46%) denkt van de drie instanties gezamenlijk. Aan de advocaten is de stelling voorgelegd ‘Het initiatief van de audits is goed voor de gefinancierde rechtsbijstand'. Advocaten hebben hun antwoord op een 5puntsschaal gegeven. Om de duidelijkheid te vergroten zijn de percentages ‘helemaal oneens’ en ‘oneens’ bij elkaar opgeteld en de percentages ‘helemaal mee eens’ en ‘mee eens’. In figuur 9.4 is te zien dat bijna de helft van mening is dat het initiatief ook voordelen voor de gefinancierde rechtsbijstand heeft. Figuur 9.4: Beoordeling audits (basis alle advocaten meting 2004)
Het initiatief van de audits is goed voor de gefinancierde rechtsbijstand
39
0
10
20
(helemaal) mee oneens (helemaal) mee eens
11
30
48
40 50 60 (% respondenten)
70
80
90
100
neutraal weet niet / geen antwoord
58
Eigen bijdrage Aan de advocaten is de volgende stelling voorgelegd: ‘de verhoging van de eigen bijdrage in januari 2004 met 35% is een slechte ontwikkeling. De meerderheid is het met deze stelling eens. Figuur 9.4: Beoordeling eigen bijdrage (basis alle advocaten meting 2004)
De verhoging is een slechte ontwikkeling
23
7
69
(% respondenten) (helemaal) mee oneens
neutraal
(helemaal) mee eens
weet niet / geen antwoord
59
Gewenste maatregelen Aan het einde van elk interview is aan de respondenten gevraagd welke maatregelen men als eerste zou willen nemen wanneer men directeur van de Raad zou zijn en men de dienstverlening van de Raad aan advocaten zou willen optimaliseren. De respondenten konden hierbij meer dan één antwoord geven. De antwoorden van de respondenten zijn in kernwoorden weergegeven in de onderstaande tabel. Tabel 9.3
Door respondenten gewenste maatregelen ter optimalisering van de dienstverlening van de Raad aan rechtsbijstandverleners (N=332)
Voorgestelde verbeterpunten
meting 2004 (%) (N=322)
Sneller Toevoegingaanvragen versimpelen Efficiënter werken Beperking bureaucratie/ minder papierwerk
35 29 20 15
Elektronische communicatie/meer per e-mail Deskundiger personeel/ bijscholing Verbetering communicatie/ meer overleg/ duidelijkheid over beleid scheppen Flexibeler/ individueler werken
11 10 10 8
60
Bijlage
Significante verschillen advocaten die van mening zijn dat de performance is verbeterd, gelijk gebleven of verslechterd Tussen advocaten die van mening zijn dat de performance van de Raad de afgelopen twee jaar is verbeterd en advocaten die van mening zijn dat de performance gelijk is gebleven en de advocaten die van mening zijn dat de performance is verslechterd, zijn een aantal verschillen gesignaleerd. In onderstaande tabel 9.4 zijn deze (significante) verschillen uiteen gezet. Tabel 1
Significante verschillen tussen advocaten die van mening zijn dat de performance is verbeterd, is gelijk gebleven of is verslechterd
Onderwerp van verschil tussen positieve, neutrale en minder positieve advocaten aangaande de performance van de Raad
Gesignaleerde verschil
Toevoegingaanvraag
Advocaten die van mening zijn dat de perwaardering voor de begrijpelijkheid formance is verbeterd, beoordelen de begrijpelijkheid van de schriftelijke commuvan de schriftelijke communicatie nicatie hoger dan de advocaten die van mening zijn dat de performance, gelijk is gebleven of is verslechterd (7,2 versus 6,9 en 6,3) Toevoegingaanvraag waardering voor inhoudelijke deskundigheid van de schriftelijke communicatie
Advocaten die van mening zijn dat de performance is verbeterd, beoordelen de inhoudelijke deskundigheid hoger dan de advocaten die van mening zijn dat de performance gelijk is gebleven of is verslechterd (6,8 versus 6,5 en 5,8)
Toevoegingaanvraag waardering voor korte doorlooptijden
Advocaten die van mening zijn dat de performance is verbeterd, beoordelen de kortere doorlooptijd hoger dan de advocaten die van mening zijn dat de performance gelijk is gebleven of verslechterd(5,8 versus 5,3 en 4,9)
Toevoegingaanvraag Waardering voor de telefonische communicatie
Advocaten die van mening zijn dat de performance is verbeterd, beoordelen de telefonische communicatie hoger dan de advocaten die van mening zijn dat de performance gelijk is gebleven of is verslechterd(7,6 versus 7,3 en 6,6)
1
Vervolg Onderwerpen van verschil Toevoegingaanvraag Waardering voor de financiële toetsing van de aanvraag
Gesignaleerde verschil
Advocaten die van mening zijn dat de performance gelijk is gebleven, beoordelen de financiële toetsing van de aanvraag hoger dan de advocaten die van mening zijn dat de performance is verslechterd (7,0 versus 6,4)
Toevoegingaanvraag waardering voor de flexibiliteit bij beoordeling
Advocaten die van mening zijn dat de performance is verbeterd, beoordelen de flexibiliteit bij de beoordeling hoger dan de advocaten die van mening zijn dat de performance gelijk is gebleven of is verslechterd (6,5 versus 6,1 respectievelijk 5,4)
Toevoegingaanvraag waardering voor de inhoudelijke toetsing van de aanvraag
Advocaten die van mening zijn dat de performance is verbeterd, beoordelen de inhoudelijke toetsing van de aanvraag hoger dan de advocaten die van mening zijn dat de performance gelijk is gebleven of verslechterd (6,9 versus 6,7 respectievelijk 5,9)
Toevoegingaanvraag
Advocaten die van mening zijn dat de performance is verbeterd, beoordelen de helderheid van het toevoegbeleid hoger dan de advocaten die van mening zijn dat de performance gelijk is gebleven of verslechterd (6,9 versus 6,7 respectievelijk 6,0)
Helderheid van het toevoegbeleid
Toevoegingaanvraag Mogelijkheid om spoedaanvragen te doen
Advocaten die van mening zijn dat de performance is verbeterd, beoordelen de mogelijkheid om spoedaanvragen te doen hoger dan de advocaten die van mening zijn dat de performance is verslechterd (6,4 versus 5,8)
2
Vervolg Onderwerpen van verschil tussen ervaren en minder ervaren advocaten Vaststellen van vergoedingen Snelle afhandeling van declaraties
Gesignaleerde verschil
Advocaten die van mening zijn dat de performance van de Raad is verbeterd beoordelen de snelle afhandeling van declaraties gemiddeld hoger dan de advocaten die van mening zijn dat de performance is verslechterd of gelijk gebleven (7,0 versus 6,5 respectievelijk 6,2)
Vaststellen van vergoedingen Juiste berekening van declaraties
Advocaten die van mening zijn dat de performance van de Raad is verbeterd beoordelen de juiste berekening van declaraties gemiddeld hoger dan de advocaten die van mening zijn dat de performance is verslechterd (7,4 versus 7,0)
Vaststellen van vergoedingen Juiste betaling
Advocaten die van mening zijn dat de performance van de Raad is verbeterd beoordelen de juiste betaling gemiddeld hoger dan de advocaten die van mening zijn dat de performance gelijk is gebleven of is verslechterd (7,7 versus 7,6 en 7,2)
Vaststellen van vergoedingen Tijdige betaling van grotere bedragen
Advocaten die van mening zijn dat de performance van de Raad is verbeterd beoordelen tijdige betaling van grotere bedrage gemiddeld hoger dan de advocaten die van mening zijn dat de performance gelijk is gebleven of is verslechterd (7,4 versus 6,9 en 6,7)
Vaststellen van vergoedingen Tijdige bevoorschotting
Advocaten die van mening zijn dat de performance van de Raad is verbeterd beoordelen de tijdige bevoorschotting gemiddeld hoger dan de advocaten die van mening zijn dat de performance gelijk is gebleven of is verslechterd (7,5 versus 7,1 en 6,9)
Vaststellen van vergoedingen Schriftelijke communicatie
Advocaten die van mening zijn dat de performance van de Raad is verbeterd beoordelen de schriftelijke communicatie gemiddeld hoger dan de advocaten die van mening zijn dat de performance gelijk is gebleven of is verslechterd (7,2 versus 7,1 en 6,8)
3
Vaststellen van vergoedingen Inhoudelijke deskundigheid
Advocaten die van mening zijn dat de performance van de Raad is verbeterd beoordelen de inhoudelijke deskundigheid gemiddeld hoger dan de advocaten die van mening zijn dat de performance gelijk is gebleven of is verslechterd (7,3 versus 7,0 en 6,6)
Bezwaar en beroep Ambtshalve herziening
Advocaten die van mening zijn dat de performance van de Raad is verbeterd beoordelen de ambtshalve herziening gemiddeld hoger dan de advocaten die van mening zijn dat de performance gelijk is gebleven of is verslechterd (7,1 versus 7,0 en 6,4)
Bezwaar en beroep Adequate behandeling van de zaak
Advocaten die van mening zijn dat de performance van de Raad is verbeterd beoordelen de adequate behandeling van de zaak gemiddeld hoger dan de advocaten die van mening zijn dat de performance gelijk is gebleven of is verslechterd (7,2 versus 7,0 en 6,5)
Bezwaar en beroep Flexibiliteit bij beoordeling
Advocaten die van mening zijn dat de performance van de Raad is verbeterd beoordelen de flexibiliteit bij beoordeling gemiddeld hoger dan de advocaten die van mening zijn dat de performance gelijk is gebleven of is verslechterd (6,7 versus 6,5 en 5,9)
Telefonische communicatie Bereikbaarheid
Advocaten die van mening zijn dat de performance is verbeterd beoordelen de bereikbaarheid hoger dan advocaten die van mening zijn dat de performance gelijk is gebleven of verslechterd (7,6 versus 7,4 en7,2)
Telefonische communicatie Deskundigheid telefonisch advies
Advocaten die van mening zijn dat de performance is verbeterd beoordelen de deskundigheid van het telefonisch advies hoger dan advocaten die van mening zijn dat de performance gelijk is gebleven of verslechterd (7,4 versus 7,2 en 6,8)
4
Telefonische communicatie Nakomen van afspraken
Advocaten die van mening zijn dat de performance is verbeterd beoordelen het nakomen van afspraken hoger dan advocaten die van mening zijn dat de performance gelijk is gebleven of verslechterd (7,6 versus 7,4 en 7,2)
Telefonische communicatie
Advocaten die van mening zijn dat de performance is verbeterd beoordelen de oplossingsgerichtheid hoger dan advocaten die van mening zijn dat de performance gelijk is gebleven of verslechterd (7,5 versus 7,2 en 6,9)
Oplossingsgerichtheid medewerker
Telefonische communicatie Waardering vriendelijkheid van de medewerker
Advocaten die van mening zijn dat de performance is verslechterd beoordelen de vriendelijkheid van de medewerker lager dan advocaten die van mening zijn dat de performance is verbeterd (7,8 versus 7,7 en 7,4)
Telefonische communicatie
Advocaten die van mening zijn dat de performance is verbeterd, beoordelen telefonische communicatie in het geheel hoger dan de advocaten die van mening zijn dat de performance is verslechterd of gelijk gebleven ( 7,4 versus 7,3 respectievelijk 7,0)
Schriftelijke communicatie
De advocaten die van mening zijn dat de performance van de Raad is verbeterd, waarderen de schriftelijke communicatie hoger dan de advocaten die van mening zijn dat de performance gelijk is verslechterd (7,0 versus 6,8 en 6,3)
Informatieverschaffing over beleid
De advocaten die van mening zijn dat de performance is verbeterd waarderen de informatieverschaffing over beleid in het geheel hoger in vergelijking met de advocaten die van mening zijn dat de performance gelijk is gebleven of verslechterd (6,9 versus 6,9 respectievelijk 6,3).
5