kaarten v7
23-07-2008
15:18
Pagina 1
1
Keuzevrijheid, keuzeblijheid De Nederlandse consument kan kiezen van welke infrastructuur hij gebruikmaakt voor telefonie, voor internet en voor televisie.
De Nederlandse kabelbedrijven bieden communicatiediensten aan consumenten: analoge en digitale televisie, internet en telefonie. Innovatie is het belangrijkste wapen van de sector in de concurrentiestrijd met andere netwerken.
kaarten v7
23-07-2008
15:18
Pagina 2
Waar het gaat om een vrije keuze van een aanbieder van televisie (en internet en telefonie) bevindt de Nederlandse consument zich in een bevoorrechte positie. De concurrentie tussen de verschillende infrastructuren zorgt voor keuzevrijheid, concurrerende tarieven, een hoge kwaliteit en continue innovatie. Dat laatste is niet alleen prettig voor de consument, maar ook voor de Nederlandse economie. Nog niet zo heel lang geleden was de Nederlander voor televisiebeelden vooral afhankelijk van het kabelbedrijf. Nu is dat fundamenteel veranderd. De netwerken zijn ‘multifunctioneel’ geworden: televisie-uitzendingen kan de consument tegenwoordig ook via andere netwerken binnenhalen. Er zijn vier landelijke televisienetwerken: de kabel, Digitenne, satelliet en IPTV via het DSL-netwerk (KPN en Tele2). Ook glasvezelaanbieder Reggefiber heeft de ambitie uitgesproken om op termijn alle bedrijven en huishoudens, eindgebruikers en dienstenaanbieders in Nederland toegang te bieden tot ‘het snelste breedbandnetwerk ter wereld’. Nog meer netwerken Dankzij de digitalisering blijft het aantal netwerken groeien. Zo breidt KPN het Digitenne-netwerk nu uit voor DVB-H (Digital Video Broadcast-Handheld): televisie op mobiele telefoons en andere handhelds. Ook het UMTS-netwerk wordt steeds beter geschikt voor de distributie van televisiebeelden. En met het verdelen van vrijgekomen frequentieruimte zullen er de komende jaren nog meer nieuwe netwerken bijkomen – voor televisiebeelden, maar ook voor internet en telefonie. Bellen
Surfen
Kijken
• •
• •
• • •
• • • •
• • • • •
•
•
Kabel (A)DSL Satelliet Digitenne Glasvezel* GSM UMTS Internet
• •
(streaming media) Nieuwe mobiele netwerken (waaronder Wimax)
•
Investeringen impuls voor economie In hun concurrentiestrijd investeren de netwerkexploitanten veel in nieuwe technologie. Zo hebben de kabelbedrijven de afgelopen jaren miljarden euro’s in vernieuwing van hun netwerken gestoken – een forse impuls voor de Nederlandse economie, niet alleen voor de ICT- en technologiesector, maar vooral ook voor de creatieve industrie. Het kabelnetwerk bestaat inmiddels tot op een paar honderd meter van de woning uit glasvezel. De investeringen maken diensten mogelijk als interactieve televisie, video on demand en HDTV. In de nabije toekomst zullen kabelbedrijven overstappen op de nieuwe standaard EuroDOCSIS 3.0, die het mogelijk maakt om internetsnelheden aan te bieden die opwegen tegen het aanbod van glasvezelaanbieders.2 Klanten profiteren De consequentie van de opkomst van andere netwerken is dat het marktaandeel van kabelbedrijven op de markt voor televisiedistributie terugloopt. De consument heeft de keuze en profiteert van gunstige prijzen en een breed aanbod. Die keuzevrijheid wordt volop benut. Consumenten zoeken actief naar het tv-aanbod dat het best bij hen past. De Consumentenbond stelde onlangs vast dat zich op deze markt reële alternatieven hebben gevormd in de vorm van Digitenne, IPTV en satelliet.3 Ook OPTA constateert in haar jaarverslag over 2007 een toenemend gebruik van andere infrastructuren.4 Markt in beweging Digitenne heeft al ongeveer net zoveel digitale tv-abonnees als UPC. Het is nog maar het begin van de verschuivingen in de markt voor televisie/video. Naast alle netwerken speelt ook internet in deze ontwikkeling een belangrijke rol. Via internet zijn nu al honderden televisiekanalen gratis te ontvangen. Veel jongeren kijken al meer via internet dan via traditionele televisie. Maar ook ouderen weten internet te vinden: onder vijftigplussers groeide de gemiddelde surftijd in 2007 met 22% naar 7,3 uur per week.5 ICT-multinational Cisco noemt het toegenomen gebruik van video over internet als een van de belangrijkste redenen voor de enorme groei van het internetverkeer. Zo zal tegen 2012 het verkeer van online video alleen al 400 keer groter zijn dan het volledige internetverkeer in 2000. Diensten als video-on-demand en p2p-video zullen dan bijna 90 procent van het internetverkeer van consumenten uitmaken. 6
*Tal van initiatieven met ‘fibre to the home’
1 The Future of Digital Terrestrial Television, Ofcom, 21 november 2007.
Volwaardige televisie-alternatieven Zowel technisch als ‘inhoudelijk’ zijn de nieuwere netwerken volwaardige alternatieven voor de kabel. Het aantal (digitale) televisiezenders dat ze bieden is groot. In het aanbod van Digitenne zitten de belangrijkste televisiezenders en via satelliet (Canal Digitaal), kabel, DSL en – voor zover beschikbaar – glasvezel zijn al honderd of meer verschillende kanalen te ontvangen. Door nieuwe compressietechnieken zal de capaciteit op alle netwerken in de nabije toekomst nog verder groeien. Zo zou Digitenne bij gebruik van de compressietechniek MPEG4 en de uitzendtechniek DVB-T2 binnen dezelfde frequentieruimte 65 kanalen kunnen aanbieden.1
2 ITU-T Recommendation J.222. 3 Nieuwsbrief Kabelraden, april 2008 4 OPTA jaarverslag en marktmonitor 2007 5 Stichting Internetreclame, persbericht 11 maart 2008. 6 Cisco Visual Networking Index, juni 2008.
De concurrentie tussen infrastructuren werkt. Het tastbare bewijs: een veelheid aan producten met hoge kwaliteit, relatief lage prijzen en een enorme innovatiegolf in de netwerken.
kaarten v7
23-07-2008
15:18
2
Pagina 3
De principes van de kabel In een dynamische markt zorgt de kabelsector samen met andere partijen voor betrouwbare, innovatieve distributie van (digitale) televisie op basis van een klantgericht doorgiftebeleid.
De Nederlandse kabelbedrijven bieden communicatiediensten aan consumenten: analoge en digitale televisie, internet en telefonie. Innovatie is het belangrijkste wapen van de sector in de concurrentiestrijd met andere netwerken.
kaarten v7
23-07-2008
15:18
Pagina 4
Miljoenen consumenten vertrouwen op de kabel voor een ruim aanbod aan televisiezenders, voor een verbinding met internet en voor telefonie. De kabelbedrijven voorzien in deze behoefte met een betrouwbaar distributienetwerk en de doorgifte van een groot aantal televisiezenders.
Zo’n vijftien jaar geleden was televisie ‘uit de kabel’ even vanzelfsprekend als ‘water uit de kraan’. Dat zei iets over de betrouwbaarheid van de kabel, maar óók over het exclusieve karakter ervan. Wat dit laatste betreft, is er het nodige veranderd. ‘Uniek’ is de kabel niet meer. Er zijn inmiddels tal van andere infrastructuren voor de doorgifte van televisie. Toch hebben de kabelbedrijven nog steeds een bijzondere positie, die voor een belangrijk deel ook wettelijk gereguleerd is. Binnen het krachtenveld van een commerciële, concurrerende omgeving, een maatschappelijke verantwoordelijkheid en veeleisende klanten, hanteert de kabelsector een aantal uitgangspunten, die leidend zijn bij het maken van keuzes. 1 De kabel doet het Ruim zes miljoen Nederlandse huishoudens maken gebruik van de kabel voor (digitale) televisie en/of internet en telefoon. Zij moeten kunnen vertrouwen op een feilloze werking van het netwerk. De kabelbedrijven zorgen daarom vóór alles voor de continue beschikbaarheid van een stabiele verbinding met hun netwerk. 2 Het netwerk is neutraal Op het kabelnetwerk worden verschillende technologieën naast elkaar gebruikt. Een gedeelte van de netwerkcapaciteit wordt gereserveerd voor telefoon- en internetdiensten via IP, ‘naast’ de analoog en via DVB-C verzonden broadcastingdiensten. Consumenten kunnen via internettoegang content en diensten bij andere aanbieders afnemen. 3 Innovatie krijgt voorrang Wanneer er keuzes gemaakt moeten worden uit nieuwe toepassingen voor de kabel, krijgen innovatieve initiatieven voorrang. De kabelsector heeft een naam hoog te houden op het gebied van innovatie. Nadat de kabelsector in de jaren ’90 als eerste in Nederland breedbandinternet introduceerde, ging KPN ADSL aanbieden. Het aanbod van digitale telefonie via de kabel (VoIP) dwong KPN tot het aanbieden van haar VoIP-dienst ‘InternetPlusBellen’. Momenteel is een vergelijkbare beweging gaande op de televisiemarkt. De kabelbedrijven hebben hun infrastructuur geschikt gemaakt voor interactieve televisie, video on demand, HDTV en hogere internetsnelheden. Zij stimuleren de ontwikkeling van content voor deze nieuwe diensten. Andere aanbieders zullen naar verwachting volgen, met als gevolg meer keuzemogelijkheden en een betere dienstverlening op de markt.
voorkeuren. Deze voorkeuren worden in de huidige concurrerende markt vanzelfsprekend gevolgd. De kabelbedrijven vinden daarom dat het verouderde systeem van programmaraden zou moeten worden vervangen door een alternatief model van consumenteninvloed waarbij de consumentenvoorkeur leidend is. 5 De prijs is concurrerend Het prijsbeleid van kabelbedrijven is gericht op een concurrerende prijs-kwaliteitverhouding. De concurrentie (ook op prijs) is groot – niet alleen voor internet en telefonie, maar ook voor de televisiediensten. De distributiekosten zijn veruit de grootste component van het abonnementstarief, dat verder is opgebouwd uit de kosten voor afdracht van rechten, kosten voor marketing, service en facturering en een marge voor investeringen of winst. Sinds 2003 is het standaardtarief dat de meeste kabelbedrijven hanteren, hoogstens met inflatiecorrectie gestegen. Reële stijgingen van de prijzen zijn uitgebleven.1 Tegelijkertijd is het aantal zenders in de digitale pakketten toegenomen. De kosten per ontvangen zender waren voor de consument nog nooit zo laag. 6 Digitale televisie wordt standaard De komende jaren blijft een analoog pakket beschikbaar, maar op de langere termijn zullen de kabelbedrijven het analoge zenderpakket uitfaseren. De reden hiervan is dat analoge televisie netwerktechnisch zeer inefficiënt is. Digitalisering maakt de capaciteit van het netwerk ruwweg zeven keer zo groot en is daarmee een noodzakelijke voorwaarde voor verdere innovatie. Grotere televisiepakketten, video on demand, elektronische programmagidsen, uitgesteld kijken en HDTV vereisen een digitale infrastructuur tot in de huiskamer. Op dit moment ontvangt ongeveer 45% van de huishoudens digitale televisie, waarvan de helft dit signaal via de kabel ontvangt.2 Nu digitale ontvangers steeds vaker in nieuwe modellen televisies worden ingebouwd, wordt de overstap naar digitale televisie steeds vanzelfsprekender. Naar verwachting is in 2010 zeker 60% van de Nederlandse huishoudens op digitale televisie overgestapt.3 In de periode daarna zal de behoefte aan een analoog televisiesignaal snel verder afnemen. Steeds minder analoge televisie
2004
2005
2006
2007 2008
1 ‘In welke mate disciplineren alternatieve televisieplatformen retailtarieven van kabelbedrijven?’, Rapport van Lexonomics voor OPTA, 2007. 2 Monitor Digitale TV in Nederland, iMMOvator, mei 2008
4 Consumentenvoorkeur is leidend De kabelbedrijven beschouwen het als hun verantwoordelijkheid om kijkers en luisteraars een afgewogen en divers zenderpakket te bieden. Doorgifte van kanalen die van groot algemeen belang zijn, spreekt dan ook vanzelf. Omdat kabelbedrijven er alle belang bij hebben voor de consument interessante zenderpakketten samen te stellen, doen ze bovendien intensief onderzoek naar consumenten-
3 Rapport ‘De toekomstige rol van kabel bij het realiseren van het digitale huis in Europa’, Booz Allen Hamilton , 2006.
De klant staat meer dan ooit centraal. Een noodzakelijk uitgangspunt voor de kabelbedrijven die consumenten in de huidige onstuimige markt een interessant aanbod willen blijven bieden.
kaarten v7
23-07-2008
15:18
3
Pagina 5
Kabelbedrijven dominant? Binnen de marges van de regelgeving bepalen kabelbedrijven welke diensten ze aanbieden en welke prijs ze daarvoor vragen. Ze beheren hun netwerken en zijn belangrijke aanbieders van televisiepakketten. Van een dominante positie is echter geen sprake: het aanbod van de kabelbedrijven concurreert met dat van tal van andere marktpartijen.
De Nederlandse kabelbedrijven bieden communicatiediensten aan consumenten: analoge en digitale televisie, internet en telefonie. Innovatie is het belangrijkste wapen van de sector in de concurrentiestrijd met andere netwerken.
kaarten v7
23-07-2008
15:18
Pagina 6
Er komt maar één coaxkabel binnen bij de Nederlandse consument: de kabel van Ziggo, UPC of een ander kabelbedrijf. Geen enkel kabelbedrijf heeft echter een landelijk dekkend netwerk. De (regionale) kabelbedrijven concurreren met de landelijke KPN-netwerken, het landelijke dekkende satellietnetwerk, andere landelijke mobiele netwerken, glasvezelnetwerken en televisie via internet. De kabelbedrijven bieden diensten op het gebied van televisie, internet en telefonie. Alleen op de markt voor televisiedistributie hebben de kabelbedrijven volgens de toezichthouder vooralsnog een aanmerkelijke machtspositie, op de andere markten voor elektronische communicatie is dat geenszins het geval. Marktaandelen op de markten voor elektronische communicatie (eind 2007)
Volwaardige televisiealternatieven Digitenne en satelliet bieden de televisiekijker een volwaardig alternatief. Het aantal abonnees voor Digitenne stijgt sterk. Consumenten stappen daadwerkelijk over op alternatieven voor kabeltelevisie: de afgelopen jaren is het marktaandeel van de kabelbedrijven gedaald, terwijl het marktaandeel van KPN, Tele2 en CanalDigitaal een stijging laat zien. Begin 2008 was het marktaandeel van kabel op de televisiedistributiemarkt 77 procent.1 In het eerste kwartaal van 2008 vertrokken 46.000 analoge kijkers bij UPC. Tegelijkertijd groeide het aantal digitale televisieklanten bij UPC met 12.400 en bij KPN met 56.000.2 Ook beheerders van glasvezelnetwerken concurreren met de kabel. Glasvezelaanbieder Reggefiber heeft de intentie uitgesproken in 2015 minimaal 1,5 miljoen huishoudens aan te sluiten op hun glasvezelnetwerk.3 Reggefiber legt alleen glasvezelnetwerk aan in gebieden waar meer dan 40 procent van de huishoudens aangeeft abonnee te willen worden. In die gebieden verliezen kabelbedrijven vaak de helft van hun (televisie-)abonnees. En wanneer KPN haar IPTV-dienst verder heeft uitgerold (in samenhang met de uitrol van het All-IP netwerk), zal de concurrentie nog veel heviger worden. Marktaandelen digitale televisie
Breedband Televisie Vaste telefonie Mobiele telefonie
Geen landelijke dekking Geen enkel kabelbedrijf beschikt over een netwerk met landelijke dekking; de kabelbedrijven kunnen hun dienstverlening alleen aanbieden in het eigen verzorgingsgebied. Zij concurreren met hun regionale diensten met de landelijk dekkende netwerken van KPN (DSL, Digitenne/DVB-T, DVB-H, UMTS en GSM), Canal Digitaal (satelliet) en andere mobiele operators (UMTS en GSM). Daarnaast bieden ook verschillende lokale glasvezelinitiatieven dezelfde diensten als de kabelbedrijven. Nog los van de specifieke regulering van televisiedistributie door kabelbedrijven is de concurrentiedruk inmiddels zo groot dat misbruik van de regionale aanmerkelijke machtspositie door de kabelbedrijven uitgesloten is. Dekking netwerken
Q1 2008
Langzame uitrol IPTV Waar de kabelbedrijven al jaren geleden zwaar geïnvesteerd hebben om hun netwerken geschikt te maken voor Triple Play (televisie, internet en telefonie over hetzelfde netwerk), biedt KPN vooral televisiediensten via de ether (Digitenne). IPTV lijkt bij het telecombedrijf nauwelijks prioriteit te hebben, terwijl de DSL-infrastructuur hiervoor uitstekend geschikt is. In verschillende Europese landen is de invoering van IPTV al veel verder. In Frankrijk zijn er al 5 miljoen huishoudens die op deze manier televisie kijken. Telefonica in Spanje kent inmiddels 554.000 IPTV-klanten en Belgacom bewijst ook dat het wél mogelijk is om snel te groeien: de Belgische broer van KPN wierf in de eerste vier maanden van 2008 43.000 klanten voor IPTV. In totaal kijken nu 349.250 klanten van Belgacom via de telefoonlijn televisie. 1 Cijfers NLkabel 2 Emerce, 8 mei 2008 3 www.reggefiber.nl 4 Informa telecoms & media, 2008
Vanwege de regionale marktmacht van de kabelbedrijven wordt de KPN Canal Digitaal Andere mobiele operators
Ziggo
UPC
televisiedistributie gereguleerd. Deze regulering moet echter wel zo goed mogelijk zijn toegesneden op de snelle ontwikkelingen in de elektronische communicatiemarkt. Convergentie en toenemende concurrentie leiden tot structurele verschuivingen in de marktverhoudingen.
kaarten v7
23-07-2008
4
15:18
Pagina 7
Regelgeving van nu De kabelbedrijven zijn via verschillende wetten aan regels gebonden. Sinds het opstellen van de wettelijke voorschriften is de markt voor televisie, internet en telefoon grondig veranderd. Daarbij horen nieuwe uitgangspunten voor de regelgeving.
De Nederlandse kabelbedrijven bieden communicatiediensten aan consumenten: analoge en digitale televisie, internet en telefonie. Innovatie is het belangrijkste wapen van de sector in de concurrentiestrijd met andere netwerken.
kaarten v7
23-07-2008
15:18
Pagina 8
De markt voor televisie kenmerkt zich door een hevige concurrentie tussen tal van infrastructuren. Voor een ruim aanbod van televisie- en radiozenders tegen een betaalbare prijs, is anno 2008 dan ook geen intensieve overheidsbemoeienis meer nodig. Een belangrijke taak voor de overheid ligt er wel op het gebied van het vormgeven van randvoorwaarden voor eerlijke concurrentie en een gunstig klimaat voor investeringen in de sector.
Het (televisie)aanbod en de tariefstelling van de Nederlandse kabelbedrijven is gereguleerd via de Mediawet, de Telecommunicatiewet en de Mededingingswet. Veel regels gelden uitsluitend voor de kabel. Zo hebben concurrenten geen doorgifteverplichting en zijn ze niet gebonden aan de adviezen van programmaraden. Naast deze verplichtingen heeft OPTA aan kabelmaatschappijen ook toegangsverplichtingen opgelegd. Kabelmaatschappijen zijn verplicht om programma-aanbieders, onder redelijke voorwaarden, toe te laten.
Focus regelgeving De Nederlandse situatie bewijst dat gezonde concurrentie tussen infrastructuren goed uitpakt voor de consument en de economie. Voor zover er regelgeving nodig is, moet die dan ook gericht zijn op het stimuleren van die concurrentie. Daarbij hoort een ‘minimumimplementatie’ van Europese regels, die immers vooral gericht zijn op landen waar niet of nauwelijks concurrentie tussen infrastructuren bestaat. Concurrentie tussen infrastructuren is ook gebaat bij vrije prijsvorming. Tariefregulering beperkt immers de ruimte die marktpartijen hebben om te investeren in groei en innovatie. Voorspelbare overheid Door de felle concurrentie, investeert de kabelsector nu jaarlijks circa 400 mln euro in dienstverlening en innovatie, zoals interactieve diensten, HD-televisie en video on demand. Ook andere aanbieders investeren grote bedragen in infrastructuur. Zowel de consument als de Nederlandse economie profiteren daarvan. Europese investeringen in kabel- en traditionele telecommunicatiebedrijven in 2007 (investeringen als % van de omzet)
Nieuwe situatie Veel regelgeving stamt uit een tijd waarin omroepen voor distributie van hun uitzendingen grotendeels op de kabel waren aangewezen en consumenten met name via de kabel televisie keken. Inmiddels zijn er vele andere netwerken voor ‘omroepdistributie’: satelliet, ether (Digitenne), DSL (IPTV), internet (streaming media) en glasvezel. Het marktaandeel van de kabel op de televisiemarkt daalt gestaag en snel, in anderhalf jaar tijd van 87% naar 77% (maart 2008).1 Convergentie stelt andere eisen Televisie, internet- en telefoniediensten kunnen inmiddels via meerdere netwerken worden verspreid. Deze convergentie maakt dat markten die vroeger gescheiden waren, nu verweven zijn. Regelgeving voor één specifieke infrastructuur (i.c. ‘de kabel’) is hierdoor niet opportuun geworden en belemmert vrije marktwerking binnen de elektronische communicatiemarkt als geheel. Technologieneutrale regels Nu de verschillende infrastructuren wat betreft hun diensten steeds meer één markt vormen, past het bij een voorspelbaar overheidsbeleid dat de regelgeving technologieneutraal is. Dat wil zeggen: gelijke regelgeving voor verschillende netwerken – althans, voor zover dat mogelijk is, gezien de verschillen in netwerktechnologie en -architectuur. Op dit moment voldoet de regelgeving voor de content niet aan dit uitgangspunt. Uitsluitend het ‘omroepnetwerk’ van de kabelbedrijven is (op grond van de huidige Mediawet) bijvoorbeeld verplicht bepaalde zenders door te geven en adviezen van lokale programmaraden op te volgen.
De enorme dynamiek in de markt (in technologie en aanbieders) brengt echter grote onzekerheden met zich mee voor de bedrijven die er actief zijn. De snelle technologische ontwikkelingen maken investeringen extra risicovol. Onvoorspelbaarheid van de regelgeving in een toch al onzekere marktsituatie maakt het Nederlandse investeringsklimaat uiterst onaantrekkelijk. Een terughoudend en voorspelbaar overheidsbeleid is meer dan ooit van belang om het tempo van innovatie niet te vertragen en om zo nadelige effecten te voorkomen voor de consument én voor de audiovisuele en creatieve industrie, sectoren die van groeiend belang zijn in de Nederlandse economie.
1 OPTA Marktmonitor en cijfers NLkabel
De fundamentele veranderingen op de markt voor distributie van videocontent leiden tot grote onzekerheden voor alle marktpartijen. Voorspelbaar en terughoudend overheidsbeleid is noodzakelijk om de felle concurrentie op infrastructuur niet te verstoren.
kaarten v7
23-07-2008
15:18
5
Pagina 9
Doorgeven? Natuurlijk! Bij keuzes over doorgifte staat de klant voorop. Nu het zenderaanbod door de digitalisering zo sterk toeneemt, wordt de rol van programmaraden steeds minder belangrijk.
De Nederlandse kabelbedrijven bieden communicatiediensten aan consumenten: analoge en digitale televisie, internet en telefonie. Innovatie is het belangrijkste wapen van de sector in de concurrentiestrijd met andere netwerken.
kaarten v7
23-07-2008
15:18
Pagina 10
Een flink deel van de bandbreedte in de kabelnetwerken is gereserveerd voor de doorgifte van het televisiesignaal, analoog en digitaal. Het efficiëntere digitale signaal maakt een veel groter zenderaanbod mogelijk. Toch moeten er nog altijd lastige afwegingen worden gemaakt. Er moet een keuze worden gemaakt uit het gigantische aanbod van zenders voor kleine, specifieke doelgroepen. De kabelbedrijven stellen de wensen van de kijker voorop: wat wil hij zien?
Net als toen de kabel nog eigendom was van gemeenten wordt doorgifte grotendeels gefinancierd met inkomsten uit abonnementen. De kabelbedrijven hebben er dus alle belang bij zo veel mogelijk kijkers aan zich te binden met een aantrekkelijk zenderaanbod. Keuze voor pakketten Het businessmodel van de kabelbedrijven is gebaseerd op de verkoop van abonnementen op zenderpakketten. Dat sluit aan bij de wens van omroepen en zenders. Als aanbieders van de content willen zij onderdeel van een pakket zijn om de zappende kijker te kunnen bereiken, wat weer in het belang is van de adverteerders – hun betalende ‘klanten’. Met de sterke groei van het aantal kanalen en de ‘verdunning’ van de advertentie-inkomsten die daar het gevolg van is, neemt het belang van omroepen om in zenderpakketten aanwezig te zijn nog verder toe. Ook losse zenders Met de ontwikkeling van video on demand diensten ontstaat de mogelijkheid om ook ‘losse’ zenders/programma’s te distribueren. De klant kan een individuele keuze maken uit het door de kabelbedrijven geprogrammeerde video on demand-aanbod, waarvoor de kabelbedrijven de rechten hebben geregeld. Ook special-interest kanalen kunnen op deze manier worden bekeken. Wederzijds belang De kabelbedrijven willen zich positioneren met een zo gevarieerd mogelijk (digitaal) zenderpakket. De toegevoegde waarde van een zender in het pakket is dus een belangrijk criterium. Bij de populaire zenders is er sprake van een gezamenlijk belang van omroep en distributeur: de omroep trekt kijkers (en advertentie-inkomsten), de distributeur bindt abonnees aan zich. Wanneer uit kijkersonderzoek blijkt dat een kanaal niet of nauwelijks bekeken wordt, kan dit voor een kabelbedrijf aanleiding zijn om een andere zender in het pakket op te nemen. Voor een zender die om een dergelijke reden niet in een pakket ‘past’ maar voor een selecte doelgroep wel waardevol is, biedt video on demand via de kabel wellicht uitkomst. Programmaraden Naast de landelijke voorschriften gelden er voor de kabel ook regels op gemeentelijk niveau, daterend uit de periode dat kabeltelevisie een lokale of gemeentelijke dienstverlening was. Elke gemeente heeft een programmaraad die (bindende) adviezen uitbrengt over de in het analoge standaardpakket op te nemen zenders. Deze 58 programmaraden worden door de kabelbedrijven gefinancierd. De advisering vindt plaats op basis van onheldere criteria en min of meer willekeurige procedures, die van raad tot raad verschillen.
Door de dikwijls eenzijdige samenstelling van de programmaraden stuiten de adviezen vaak op weerstand van kijkers. Ruim negen jaar nadat het kabinet maatregelen nam om de programmaraden beter te laten functioneren, werkt het overgrote deel van de programmaraden nog niet op basis van de indertijd opgestelde standaardprocedures.1 Rechtstreekse consumenteninvloed In de huidige televisiemarkt is consumenteninvloed vanzelfsprekend. De toenemende concurrentie garandeert dat kabelbedrijven alle veelbekeken zenders ook zonder doorgifteverplichting of programmaraad doorgeven, net als Canal Digitaal, KPN en andere distributeurs nu doen. Door de digitalisering is er steeds minder sprake van schaarste in de distributieruimte. Het snel groeiend digitale zenderaanbod en de veranderende consumentenwensen vragen om een flexibel systeem van rechtstreekse consumenteninvloed. Het achterhaalde model met lokale programmaraden schiet daarin ernstig tekort. Co-reguleringsmodel Kabelbedrijven en programma-aanbieders streven daarom naar modernisering van het systeem voor consumenteninvloed. De kabelbedrijven kunnen zich vinden in een co-reguleringsmodel, waarbij de wet voorschrijft dat zowel het analoge als het digitale basisaanbod wordt vastgesteld op basis van representatief marktonderzoek en een toets bij een klantenpanel. In dit alternatieve model is beter gewaarborgd dat de keuzes representatief zijn voor de wensen van de kijkers. Omdat kabelbedrijven zelf al veel marktonderzoek uitvoeren naar de wensen van de kijkers, sluit dit model goed aan bij het beleid van de kabelbedrijven en leidt het tot lagere administratieve lasten. Lokaal digitaal? De kabel is het enige omroepdistributienetwerk waarover alle lokale omroepen worden doorgeven. De lokale omroep is overal in Nederland opgenomen in het analoge pakket. Kabelbedrijven werken er momenteel aan om lokale omroepen ook op te nemen in het digitale aanbod. Recente proeven door Ziggo en UPC laten zien dat het inpassen van lokale omroepen in de digitale kabelpakketten technisch mogelijk is. Maar het blijkt ook dat er voor kabelbedrijven forse investeringen nodig zijn om de lokale omroep digitaal te kunnen doorgeven. De kabelsector is bereid die investeringen in het eigen netwerk op zich te nemen. Maar daarmee is digitale doorgifte nog niet gegarandeerd: het ontbreekt een aantal lokale omroepen aan de financiële armslag hun uitzendingen op digitale wijze aan te leveren. Dat probleem van lokale omroepen kan alleen worden opgelost als de politiek bereid is te investeren in de digitale aanlevering van lokale omroepen.
1 Onderzoek naar het functioneren van programmaraden, Bird&Bird, juni 2008
Tientallen nieuwe zenders hebben sinds 2005 een plek gevonden op de digitale kabel. Uit TNO-onderzoek blijkt dat bijna 90% van de huishoudens zeer tevreden is met het digitale aanbod.
kaarten v7
23-07-2008
15:18
Pagina 11
6
De kabel biedt toegang Via het televisie- en internetplatform van de kabel vinden vele aanbieders van content hun weg naar de consument.
De Nederlandse kabelbedrijven bieden communicatiediensten aan consumenten: analoge en digitale televisie, internet en telefonie. Innovatie is het belangrijkste wapen van de sector in de concurrentiestrijd met andere netwerken.
kaarten v7
23-07-2008
15:18
Pagina 12
Nog steeds gaan er af en toe stemmen op dat de kabelnetwerken opengesteld moeten worden voor concurrentie, net als met het netwerk voor vaste telefonie is gebeurd – de zogeheten ‘open toegang’. Niet alleen is dit technisch niet of nauwelijks mogelijk, maar door de realiteit van de markt is het bovendien volledig achterhaald. Ook de Europese Commissie heeft inmiddels vastgesteld dat er geen noodzaak is om toegang tot de Nederlandse kabel verder te reguleren.
De veelheid aan netwerken en platforms maakt dat de kabel bepaald geen exclusieve positie meer heeft in het ‘bereiken’ van de consument. De markt heeft inmiddels zijn werk gedaan. Toezichthouder OPTA heeft dan ook uitgesproken dat kabelbedrijven in elk geval geen toegang hoeven te verlenen aan concurrenten met een eigen landelijk dekkend netwerk, zoals KPN. Op de markt voor televisie zijn immers diverse aanbieders actief die, meestal via een eigen infrastructuur, een eigen propositie bieden aan de consument – bijvoorbeeld minder zenders en een lage prijs of een breed zenderpakket en een hogere prijs. Overstappen ‘heen en terug’ gebeurt inmiddels volop tussen Canal Digitaal, glasvezelaanbieders, Tele2, KPN (Digitenne of Interactieve TV) en de kabel. Alternatieve aanbieders Voor de distributie van televisie maken de kabelbedrijven alleen gebruik van het eigen netwerk. OPTA verplicht de kabelbedrijven hun netwerk open te stellen voor alternatieve aanbieders van omroepprogramma’s en innovatieve diensten, zoals video on demand. Deze concurrenten gebruiken veelal ook alternatieven. Zo bood Tele2 tot medio 2008 onder eigen merknaam zowel producten aan via het digitale platform van de kabel als via Digitenne.
Ook via de internetgateway hebben videoaanbieders toegang tot de kabel: internet via de kabel ontsluit nu al een enorm video- en televisieaanbod dat rechtstreeks concurreert met de zenderpakketten van de kabelbedrijven (bv. video van Xbox, Joost en Apple TV). In hoog tempo ontwikkelt internet zich tot een volwaardig videoplatform, dat zowel video on demand als lineaire programmering biedt. Andere netwerkarchitectuur Discussies over open toegang (welke partijen, welke voorwaarden) tot de kabel gaan steevast voorbij aan een niet weg te nemen obstakel: door verschillen in netwerkarchitectuur is de toegangsregulering zoals toegepast voor het vaste telefoonnetwerk niet haalbaar voor de kabelnetwerken. Toegangsregulering leidt in de meeste gevallen tot zeer inefficiënt gebruik van de transmissiecapaciteit. Wederverkoop oneconomisch Bij wederverkoop verkoopt een andere aanbieder (een gedeelte van) hetzelfde zenderpakket onder een andere merknaam. De nieuwe aanbieder dient dan wel met alle omroepen in het zenderpakket afspraken te maken over doorgifte en auteursrechten. In praktijk blijkt dit erg lastig. Lukt het wel, dan is het zeer onwaarschijnlijk dat dit pakket voor een lagere prijs aan consumenten kan worden aangeboden. Wederverkoop van een deel van het pakket heeft als nadeel dat dure technische oplossingen noodzakelijk zijn om te voorkomen dat deze abonnees ook de programma’s van het grotere pakket kunnen ontvangen. Zenderpakketten moeten dan worden gefilterd. Deze filters moeten handmatig in zo’n 125.000 straatkasten worden geplaatst. Omdat filters technisch niet in staat zijn om precies één kanaal uit te filteren, leiden ze bovendien tot een buitenproportioneel verlies aan transmissiecapaciteit: het filteren van één kanaal kost de frequentieruimte van drie kanalen. In het verleden zijn dergelijke oplossingen beproefd (‘pluspakketten’) en niet robuust gebleken.
Zogeheten open toegang is bij kabelnetwerken technisch niet toepasbaar, en ook niet nodig. De kabelbedrijven hebben inmiddels concurrentie van vele andere televisie- en videonetwerken en stellen hun netwerk open voor programma-aanbieders.
kaarten v7
23-07-2008
15:18
Pagina 13
7
Een ongewisse toekomst Met de snelle opkomst van de multimediacomputer hebben de meeste huishoudens nu (minimaal) twee beeldschermen. Computer en televisie strijden om de hegemonie in de huiskamer. Kijken we nog naar de televisie in 2018?
De Nederlandse kabelbedrijven bieden communicatiediensten aan consumenten: analoge en digitale televisie, internet en telefonie. Innovatie is het belangrijkste wapen van de sector in de concurrentiestrijd met andere netwerken.
kaarten v7
23-07-2008
15:18
Pagina 14
De ontwikkeling van nieuwe diensten en nieuwe technologie gaat zo snel dat niemand kan voorspellen of en hoe we over tien jaar televisie kijken. Vooral de convergentie van internet en televisie zorgt dat alle marktpartijen voortdurend hun strategie en proposities moeten bijstellen. Duidelijk is wel dat de concurrentie alleen nog maar zal toenemen. Tientallen jaren veranderde er niets wezenlijks in televisiekijken. Maar inmiddels is er een enorme verschuiving op gang gekomen. Door internet is de consument gewend geraakt aan interactiviteit en de mogelijkheid om zijn eigen tijdstippen te kiezen. Die ontwikkeling zet nu ook door op de televisiemarkt: kijkers willen zelf bepalen wat, wanneer en waar ze kijken. Het succes van de harddiskrecorder bewijst het. Televisie, vanouds een typisch brengmedium, ontwikkelt zich nu ook tot een haalmedium. De scheidslijn met internet vervaagt. Steeds meer nieuwe televisietoestellen zijn standaard voorzien van een internettoegang. Hetzelfde geldt voor de settopboxen. On demand of ‘lean back’? Veel consumenten zijn nog traditionele kijkers: ze kiezen een programma uit het beschikbare aanbod. Duidelijk is wel dat deze ‘lean back’ houding steeds minder dominant zal worden. De huidige jongeren besteden meer tijd op internet dan voor de televisie. On demand is voor hen het uitgangspunt. Vooral online video neemt snel toe in populariteit. Behalve korte filmpjes bekijken jongeren ook vaak televisieprogramma’s via internet. De (nu nog) mindere beeld- en geluidkwaliteit nemen ze daarbij voor lief. Het is niet duidelijk of deze jongeren, de eerste generatie die werkelijk met internet is opgegroeid, als volwassenen hun kijkgedrag nog zullen veranderen naar een meer ‘traditioneel’ patroon. Rechtstreeks over internet Ondertussen spelen vrijwel alle aanbieders in op de behoefte aan on demand video: netwerkeigenaren, omroepen, filmmaatschappijen, onlinevideotheken en tal van internetpartijen. Internet ontwikkelt zich steeds verder tot volwaardig videoplatform. Dankzij geavanceerde compressietechnieken wordt de kwaliteit in hoog tempo beter, via sommige sites wordt inmiddels ook al streaming HD-kwaliteit aangeboden. Razendsnelle groei Alleen al bij de publieke omroep werden in 2007 zo’n 104 miljoen streams opgevraagd, bijna een verdubbeling ten opzichte van de 56 miljoen in 2006. De BNN-programma’s De Lama’s en Onderweg naar morgen werden het meest opgevraagd. Naast Uitzendinggemist.nl worden ook livestreams van sportevenementen als de Tour de France en video’s van themakanalen veel bekeken.1 Luisteren naar muziek en kijken naar video zijn de populairste entertainmentdiensten die via het internet worden genoten.2 Het aanbod aan kanalen en portals groeit dan ook razendsnel. Video on demand vormt de hoofdmoot van het aanbod, bijvoorbeeld via succesvolle portals als YouTube, Joost, PCzapper, RTLGemist. Maar ook de mogelijkheden voor ‘lean back’-kijken groeien doordat er ook meer en meer lineaire programmering beschikbaar komt.
Concurrentie op diensten Digitale video is de nieuwe standaard en de consument heeft er op steeds meer manieren toegang toe. De diensten komen in toenemende mate los van de distributietechniek – zelfs het onderscheid tussen vast en mobiel gaat vervagen. Door nieuwe apparatuur wordt de consument bovendien steeds meer ‘scherm-onafhankelijk’: de Slingbox brengt het televisiesignaal naar de computer (en daarmee over de hele wereld), AppleTV toont video van het internet op het televisiescherm. In dit enorme aanbod kunnen programma-aanbieders niet zomaar meer rekenen op een ‘voorbij zappende’ consument. Zij zullen de consument moeten aanspreken en zich moeten profileren om op te vallen. De consument wordt steeds meer een bewust navigerende kijker. ‘Eigen’ zenderpakket via EPG In de slag om de gunst van de kijker gaat de EPG, de elektronische programmagids, een belangrijke rol spelen. In het enorme aanbod digitale kanalen hebben kijkers moeite met het kiezen (en het vinden) van zenders en programma’s van hun voorkeur. De EPG biedt de mogelijkheid om via favorietenlijsten als het ware een ‘eigen’ zenderpakket in te stellen. Verschillende partijen, zoals Zie.nl en BNN, bieden een EPG via internet, waar de kijker op basis van kijkprofielen en waarderingen gepersonaliseerde suggesties krijgt. Ook bij het programmeren van de harddiskrecorder is de EPG cruciaal. De beschikbaarheid van programmagegevens voor derden is daarom van groot belang om een snelle ‘inburgering’ van de EPG mogelijk te maken. Macht verschuift naar content Met de gigantische toename van distributiemogelijkheden krijgen de content-eigenaren een steeds sterkere positie. Zij kunnen gebruikmaken van tal van technische platforms. De netwerkexploitanten zullen zich moeten onderscheiden met (innovatieve) content en dienstverlening en op basis van de mogelijkheden en beperkingen van het eigen netwerk elk een eigen marktsegment moeten vinden. Ook zullen er steeds meer businessmodellen naast elkaar functioneren: gratis content gefinancierd via reclame, betaalde content zonder reclame, ‘branded radio and television’ (eigen radio- en tv-kanalen om een merk te positioneren), etc. Innovatie noodzaak voor televisie Om zich onderscheidend te kunnen blijven positioneren, richten de kabelbedrijven zich in hun strategie sterk op innovatie. Met de introductie van video on demand bieden ze een alternatief voor de op internet beschikbare videocontent en de toenemende concurrentie door IPTV. HDTV moet de televisiemarkt een sterke impuls geven door de superieure beeld- en geluidkwaliteit. Het zijn innovaties die noodzakelijk zijn om met de kabelinfrastructuur en dienstverlening om de gunst van de consument te kunnen blijven strijden. 1 Afdeling kijk- en luisteronderzoek NPO, 2008 2 Breedband en de gebruiker 2007, Dialogic, februari 2008.
In de concurrentiestrijd tussen de vele televisieaanbieders wordt het bieden van interessante content steeds belangrijker. Omdat elke distributeur alle belangrijke content graag wil doorgeven, wordt de positie van contenteigenaren steeds sterker.
kaarten v7
23-07-2008
15:18
Pagina 15
8
Midden in de maatschappij Als leveranciers van elektronische communicatiediensten hebben de kabelbedrijven een belangrijke maatschappelijke verantwoordelijkheid. De kabelsector geeft met een groot aantal initiatieven invulling aan die verantwoordelijkheid.
De Nederlandse kabelbedrijven bieden communicatiediensten aan consumenten: analoge en digitale televisie, internet en telefonie. Innovatie is het belangrijkste wapen van de sector in de concurrentiestrijd met andere netwerken.
kaarten v7
23-07-2008
15:18
Pagina 16
Televisie en internet hebben in het maatschappelijk verkeer een belangrijke positie. De kabelbedrijven zien hun maatschappelijke verantwoordelijkheid echter in een breder perspectief en zetten hun expertise en infrastructuur ook in voor non-profitdoelstellingen, met name op het gebied van cultuur, entertainment en televisie. GoedTV Met het digitale themakanaal GoedTV bieden de kabelbedrijven charitatief Nederland een nationaal platform van digitale kwaliteit. NLkabel is namens de Nederlandse kabelbedrijven hoofdsponsor van deze ideële themazender. Dit digitale kanaal is de voortzetting van Goede Doelen TV, een themakanaal in het basispakket van CAIW. Sinds september 2007 geven alle kabelbedrijven GoedTV door. Het kanaal, dat 24 uur per dag, 7 dagen per week uitzendt, richt zich nadrukkelijk niet op fondsenwerving, maar biedt grote en kleine goede doelen de gelegenheid inhoudelijk op hun activiteiten in te gaan. Inmiddels participeren enkele honderden organisaties in de zender. De financiële middelen voor de zender komen uit gerelateerde reclame en uit sponsoring.
Creatieve industrie De kabelsector werkt al jaren aan het stimuleren van de Nederlandse creatieve industrie, onder meer door deelname aan Nederland Breedbandland, het platform dat innovatie in maatschappelijke en economische sectoren wil versnellen door gebruik te maken van de mogelijkheden die breedband biedt. Cultuur Als partner van het Amsterdams en Rotterdams Uitburo en hoofdsponsor van de Uitmarkt in Amsterdam en Rotterdam ondersteunt UPC de Uitburo’s bij de promotie van kunst en cultuur en bij technische en/of multimediale toepassingen, zoals de uitzending van live registraties van de Uitmarkt via een eigen digitaal kanaal. Leefbaarheid Kabel Noord stimuleert en ontwikkelt verschillende projecten om de leefbaarheid van het platteland in Noordoost-Friesland te vergroten. ICT en breedband hebben bijvoorbeeld grote meerwaarde voor het onderwijs in deze regio, dat door de spreiding van leerlingen en een tekort aan leerkrachten met grote problemen kampt. In het project ‘Waddencampus’ worden kwaliteit en continuïteit in het onderwijs op de Waddeneilanden geborgd door de inzet van eLearning en videoconferencing.
Speciaal voor senioren en sociale minima introduceerde Kabel Noord ‘Internet Direct’, het goedkoopste internetabonnement van Nederland. High School Movie Awards Met de huidige digitale technologie is het maken van videoproducties voor iedereen binnen handbereik. Platforms als YouTube en ZiZone laten zien dat vooral jongeren daar massaal op inspelen. Met The High School Movie Awards speelt Ziggo op die ontwikkeling in, in samenwerking met het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. Dit filmfestival, waarin scholieren de kans krijgen onder professionele begeleiding een eigen film te produceren, geeft scholen de kans om op een educatieve manier aandacht te besteden aan het fenomeen film. Talentvolle jongeren komen zo bovendien in een vroeg stadium in contact met de professionele filmindustrie, die voortdurend op zoek is naar creatieve vakmensen. Mediawijsheid De kabelsector voelt zich medeverantwoordelijk voor een verantwoord en veilig gebruik van internet en televisie. Alle kabelbedrijven zetten zich in om de bewustwording van risico’s te bevorderen en om veilige internet-tools te ontwikkelen. Zo werkt UPC nauw samen met onder meer DigiBewust, Stichting De Kinderconsument en de Kindertelefoon om jongeren bewuster maken van de risico’s van internet. Ook is UPC volop bezig om een speciale veilige omgeving voor kinderen te creëren, door middel van kindersloten en een speciale elektronische kids-programmagids. In samenwerking met de politie en het Ministerie van Justitie, is UPC als eerste internetprovider gestart met het blokkeren van websites met kinderporno. Ook is UPC partner van InSafe, het door de Europese Commissie ondersteunde netwerk dat op Europees niveau initiatieven voor bewustwording op het gebied van veilig internet coördineert. Webcams in de natuur In overleg met natuurbeschermingsorganisaties en lokale VVV’s installeert Kabel Noord webcams in natuurgebieden rond de Waddenzee. Bezoekers kunnenzo genieten van de natuur zonder deze te verstoren met fysieke aanwezigheid. Sponsoring UPC sponsort verschillende culturele instellingen en evenementen en steunt onder meer ook Emma TV, het kindertelevisiestation van het Emma Kinderziekenhuis in Amsterdam. Met de jaarlijkse In the Community Awards waardeert UPC het vrijwilligerswerk van de eigen medewerkers. De verschillende kabelbedrijven sponsoren daarnaast bijvoorbeeld diverse regionale (sportieve) activiteiten. Zo sponsort CAIW bijvoorbeeld vier evenementen in het Westland: de CAIW Halve Marathon, het Varend Corso, de Zomerbloemententoonstelling en het internationale koorfestival Tonen 2000.
Nieuwe digitale communicatie technologieën ontsluiten steeds nieuwe mogelijkheden en toepassingen, maar brengen ook risico’s met zich mee. De kabelbedrijven streven ernaar om de digitale media voor iedereen op een veilige en verantwoorde wijze beschikbaar en toegankelijk te maken.