Katern startweekend
Katern startweekend
Katern Startweekend
Inhoud Voorwoord 1. Een startweekend in… 2. Programma startweekend ● Eerst even dit ● Ontmoeting ● Kennismaking ● Bijbelstudie ● Spel ● Creativiteit
4 6 7 10 12 14 15 20
3. Achtergrondinformatie bij Exodus 16:1-36 22
Voorwoord Katern Startweekend
Na de zomerperiode gaat het nieuwe seizoen in de gemeente weer van start. Veel gemeenten beginnen met een startweek(end) of startdag. Daarna gaat het jeugd- en gemeentewerk weer op volle toeren draaien. In dit katern vind je handvatten om deze start van het winterseizoen vorm te geven.
In dit katern lees je allereerst hoe andere gemeenten het jaarthema inzetten in hun gemeente. Hun ideeën en ervaringen inspireren om zelf aan de slag te gaan. In hoofdstuk 2 volgen allerlei concrete werkvormen en tips voor een gezellige en verbindende start van het seizoen. Al deze activiteiten zijn gekoppeld aan het jaarthema. De ideeën zijn opgedeeld in ‘5 ingrediënten’ (zie hoofdstuk 2). Wij adviseren om van al die ingrediënten minimaal één vorm te kiezen en voor de eigen gemeente uit te werken. Tot slot biedt het laatste hoofdstuk informatie over het bijbelgedeelte dat centraal staat tijdens het startweekend. Nog meer informatie zal t.z.t. in het katern startzondag staan. Dit katern gaat helemaal in op het bijbelgedeelte en bevat een preekschets, nog meer achtergrondinformatie bij het bijbelgedeelte, suggesties voor de liturgie en suggesties ter bespreking van Exodus 16.
Jaarthema
Met een nieuw seizoen dat voor de deur staat, volgt ook weer een nieuw HGJB-jaarthema. Het thema ‘Meer dan genoeg – geloven in afhankelijkheid’ zet ons stil bij de vraag of we leven in afhankelijkheid van God. Want Hij is de Bron van het leven en we mogen erop vertrouwen dat Hij genoeg geeft om van te leven, ook dit seizoen. Leven in afhankelijkheid wil zeggen: iedere dag naar God luisteren, ontvangen wat Hij geeft (op Zijn tijd, op Zijn manier) en erop vertrouwen dat er ook voor morgen genoeg zal zijn (zie voor meer informatie het Basiskatern).
We hopen dat dit inhoudelijke en creatieve katern je helpt om het jaarthema Meer dan genoeg handen en voeten te geven tijdens het startweekend. We wensen je een gezegende en goede start toe!
Het jaarthema helpt om de start, maar juist ook het seizoen dat daarna volgt, een inhoudelijk stempel te geven. Het jaarthema is op verschillende momenten in het seizoen in te zetten. Naast dit katern Startweekend zijn de volgende katernen via onze website beschikbaar: ● Basiskatern met informatie over het jaarthema en het centrale bijbelgedeelte ● Katern Startzondag (volgt in de zomer) ● Katern Startbijeenkomst leidinggevenden (volgt in de zomer) ● Download logo ‘Meer dan genoeg – geloven in afhankelijkheid’ In het vervolg van het seizoen zal er nog een bijbelleesavond en een bijbelleesfolder rond het jaarthema bijkomen. Evenals een preekschets voor de afsluiting van het seizoen.
Fenny den Boer & Eline van Vreeswijk
3
Katern startweekend
1. Het jaarthema in... De opening van het winterwerk is een goede gelegenheid om extra stil te staan bij onze roeping als gemeente en om bezig te zijn rondom het jaarthema. Als HGJB reiken we allerlei suggesties aan om het jaarthema in te zetten tijdens de start van het seizoen en de rest van het jaar. Maar gemeenten hebben zelf ook veel te bieden aan ervaring en creativiteit. Wij vroegen daarom een aantal gemeenten naar hoe zij het jaarthema in hun gemeente (tijdens het startweekend of daarbuiten) inzetten.
vissen (zie foto). De boot werd na afloop voorin de kerk neergezet, waar op zondagmorgen een dienst was waarin hetzelfde thema en hetzelfde bijbelgedeelte centraal stond.’
… Dirksland
Anja Baltzer: ‘In Dirksland hebben we een startweekend, waarbij we activiteiten organiseren op zaterdag en zondag. We maken gebruik van de katern en het jaarthema van de HGJB om het startweekend op te zetten.’
‘Samen met een fietspuzzeltocht, een gezellige en smakelijke BBQ en een sportieve activiteit voor de jongeren was er zo een gevarieerd programma voor jong en oud. Een mooie start van het winterseizoen!’
… Zwijndrecht
Fons Oorschot: ‘In de Hervormde wijkgemeente Centrum in Zwijndrecht hebben we drie jaar geleden het roer omgegooid. Voor die tijd werd de opening winterwerk elk jaar georganiseerd door een ad-hoc commissie onder leiding van een jeugdouderling of jeugddiaken. Natuurlijk werd er elk jaar een mooi programma neergezet, maar het kostte wel altijd een hoop energie om de commissie samen te stellen en op stoom te krijgen. Dat kan anders, bedachten de jeugdouderlingen in 2011 en ze gingen op zoek naar een groep enthousiaste, creatieve gemeenteleden met talent voor organiseren van gemeentebrede activiteiten en de bereidheid dit een aantal jaren te doen. De zogenaamde jaarthemacommissie was geboren.’
‘In 2013 stond het jaarthema ‘Leven met lef’ centraal. Op zaterdagmiddag begonnen we heerlijk in de buitenlucht, met een actief programma voor de kinderen van 4-12 jaar. Het verhaal uit Mattheüs 4, over de roeping van de eerste discipelen, stond centraal. Na een muzikale start gingen de kinderen in twee groepen uiteen: de groepen 1-4 en 5-8. Aan beide groepen werd eerst het bijbelverhaal verteld. Daarna gingen ze aan de slag met allerlei verschillende activiteiten.’ ‘De jongste kinderen maakten van karton en gekleurd papier een mooie vis. De jongens van groep 5-8 timmerden met elkaar een echte vissersboot. De meisjes uit deze groep maakten van overals en papier vissers. Dit leidde tot één gezamenlijk eindresultaat: een zelf getimmerde houten vissersboot met 2 vissers en een net vol
‘Het werken met een permanente commissie biedt veel voordelen: het wordt een soort geoliede machine die precies weet wat ze allemaal moet doen rond de opening van het winterwerkseizoen. Daarnaast zorgt deze commissie dat er het jaar
4
door op verschillende momenten aandacht is voor het thema. De commissie brengt het materiaal dat de HGJB uitbrengt rondom het thema onder de aandacht van de clubs en verenigingen. Op verzoek van en in samenwerking met een vereniging kan de commissie ook zelf een avond over het thema of het diaconale project verzorgen.’ ‘In Zwijndrecht neemt de commissie ook de communicatie van gemeentebrede activiteiten voor z’n rekening. Concreet: heel regelmatig worden gemeenteleden die zich daarvoor aangemeld hebben door middel van een leuke mailing geïnformeerd over de komende activiteiten. Sinds enkele jaren wordt er in het voorjaar een gemeentedag georganiseerd. Die gemeentedag is op zaterdagmiddag en –avond en ondanks het afwisselende programma kost het niet veel tijd om dit voor te bereiden. ’s Middags is er een keuzeprogramma waaraan verschillende verenigingen een bijdrage
leveren. Zo zorgt een jeugdvereniging bijvoorbeeld dat er spelletjes zijn voor de kinderen, een aantal koorleden studeert met andere gemeenteleden in een uurtje tijd een mooi lied in (dat aan het eind van de middag wordt voorgedragen) en de evangelisatiecommissie zorgt voor een inspirerend, missionair verhaal. De maaltijd bestaat uit heerlijke gerechten en hapjes die gemeenteleden thuis zelf hebben klaargemaakt. Na de maaltijd is er nog tijd voor een meditatief moment en een sing-in. Kortom, door het instellen van de jaarthemacommissie is er een mooie lijn in het winterwerkseizoen gekomen die jongeren en ouderen op meer momenten bij elkaar brengt en er ook voor zorgt dat het HGJB-thema meer gaat leven en meer diepgang krijgt.’
5
Katern startweekend
2. Programma startweekend Gemeenten vullen hun gezamenlijke startactiviteiten rond het jaarthema verschillend in. Belangrijkste doel is in ieder geval de start van een nieuw seizoen, waarbij gemeenteleden op een ontspannen manier (nader) met elkaar kennismaken en bezig zijn met een inhoudelijk thema. Dit jaar is het HGJB-thema Meer dan genoeg - geloven in afhankelijkheid. Hieronder geven we drie mogelijke indelingen van een startweekend.
Programma 2 (all een zaterdag)
ondag) z n e g a d r a 1 (zate m m a r g o Pr Zaterdag ur: op ur:
15.00 u
ing en ontmoetin
15.00 uur: kenn
ur: eten
16.00 uur: crea
tiviteit
viteit
r: creati
17.30 uur: eten
g tmoetin
en on
Zondag : .00 uur 9.30/10 ie d bijbelstu
g
ismaking en sp
pel ing en s
ak kennism
u 16.00 u 17.30 u
14.00 uur: open
ting ontmoe
n ening e
14.00 u
Zaterdag
en ontmoeting
19.00 uur: bijbel
studie
n
oeting e
st, ontm eredien
Programma 3 (alleen zondag) Zondag 9.30/10.00 uur: eredienst en ontmoeting 12.30 uur: eten en creativiteit 13.00 uur: kennismaking en bijbelstudie (preekbespreking)
6
el
Eerst even dit Vijf ingrediënten
Deze basiselementen zijn belangrijk in ieder startweekend. In onderstaande menukaart kan worden gekozen uit verschillende ingrediënten voor een passend menu voor de gemeente. Elk ingrediënt moet in ieder geval één keer in een startweekend terugkomen. Uit onderstaande menukaart kun je zelf kiezen welke mogelijkheden het beste bij jouw gemeente passen.
Zoals een goede maaltijd uit de juiste ingrediënten bestaat, moet ook een geslaagd startweekend de juiste ingrediënten bevatten. Bij iedere programma-indeling vind je daarom vier (of zelfs vijf) ingrediënten die voor een startweekend onmisbare smaakmakers zijn: 1. Ontmoeting - het beleven van de onderlinge band, in het besef dat je als gemeenteleden aan elkaar gegeven bent. 2. Kennismaking - het leren kennen van je mede-gemeenteleden: wie zitten er eigenlijk bij mij in de kerk? Hoe goed ken ik hen en kennen zij mij? 3. Bijbelstudie - samen stilstaan bij een bijbelgedeelte, om van de Heere God te leren, maar ook van elkaar. 4. Spel en 5 creativiteit - op een ontspannen, sportieve en/of creatieve manier met elkaar aan de slag.
Menukaart Ingrediënt
Keuzemogelijkheden
Korte omschrijving
Ontmoeting
a. Taartbuffet
Gemeenteleden zijn van elkaar afhankelijk om ervoor te zorgen dat er (meer dan) genoeg taart zal zijn. Gemeenteleden zijn voor het diner afhankelijk van de koks (medegemeenteleden) en eten ‘meer dan genoeg’ bij elkaar. Gemeenteleden eten de sedermaaltijd als symbolische maaltijd in het kader van ‘vertrouwen’ en ‘afhankelijk zijn’. Gemeenteleden drinken meer dan genoeg ranja en/of ze ontdekken dat er meer dan genoeg op de serveerschaal ligt. Gemeenteleden ‘rapen’ hun broodmaaltijd ‘bij elkaar’. Gemeenteleden rapen gespreksvragen op om elkaar beter te leren kennen.
b. Fietsdiner c. Sedermaaltijd d. Meer dan genoeg!
Kennismaking
e. Broodmaaltijd a. Manna rapen
b. Grabbelton c. Afhankelijk d. Een tweet is genoeg…
In de grabbelton zitten meer dan genoeg vragen en opdrachtjes. Een verrassende manier om elkaar te leren kennen. Gemeenteleden zijn van elkaar afhankelijk om hun raadsel op te lossen. Hebben de gemeenteleden aan één tweet genoeg om te raden wie de twitteraar is?
7
Katern startweekend
Bijbelstudie
a. Er is genoeg b. Preekbespreking
Bijbelstudie aan de hand van Exodus 16.
c. Zingen (themaliederen)
Spel
Creativiteit
Gemeenteleden zingen liederen die te maken hebben met het thema. Er zijn twee themaliederen beschikbaar. a. Spelletjesparcours ‘Meer dan Gemeenteleden doen in kleine groepjes verschillende genoeg’ spellen. Daarbij ontvangen ze meer dan genoeg manna om de eindopdracht te halen. b. Speuren in afhankelijkheid Gemeenteleden voeren een speurtocht uit, waarbij ze afhankelijk zijn van codes die ze van hun teamgenoten ontvangen. Bijlage: spelsuggesties voor 7 spelsuggesties voor het spelletjesparcours of de speurtocht zowel a als b c. Bijbelquiz Gemeenteleden doen een moeilijke bijbelquiz, waarbij jong en oud afhankelijk zijn van elkaars kennis en kunde. a. Typografie Gemeenteleden maken een wandbord met een tekst die hen eraan herinnert (of hen stimuleert) om in afhankelijkheid van God te leven. b. Wand Gemeenteleden schrijven tijdens het weekend de zegeningen die God hen en/of de gemeente gegeven heeft op een wand. Zo wordt zichbaar: God geeft meer dan genoeg! c. Stilteroute Gemeenteleden lopen een stilteroute die hen letterlijk ‘stil maakt’ en hen doet nadenken over ‘leven in afhankelijkheid van God’. d. Storytelling Gemeenteleden vertellen hoe zij (geleerd hebben om) afhankelijk van God (te) leven.
Deze werkvormen zijn bedoeld om gemeentebreed in te zetten. We hebben bij de opzet zowel jong als oud op het oog gehad. We hopen dan ook dat de suggesties gebruikt zullen worden in een setting waarbij zowel jongeren als ouderen aanwezig zijn. Juist een startweekend is daarvoor bij uitstek geschikt.
ren/stuks heeft. Bijvoorbeeld een pen, snoepje, memobriefje, plastic zak, sleutelhanger, bloembol. Het moet iets zijn waar hij/zij er wel een van kan missen. Werkwijze ● Laat de gemeenteleden bij binnenkomst hun voorwerp inleveren. ● Verzamel alle voorwerpen. Wanneer iemand het voorwerp is vergeten, maak je een notitieblaadje met zijn/haar naam erop en leg je dat bij de voorwerpen. ● Verdeel de voorwerpen over het aantal groepen dat je wilt maken. Doe dit op de achtergrond, bijvoorbeeld tijdens de opening. Leg de verzamelingen van voorwerpen per groepje op verschillende tafels en/of in verschillende hoeken van de zaal. ● Op het moment dat de groepjes gevormd moeten worden, lopen de gemeenteleden langs de tafels en zoeken de tafel van hun voorwerp op. Dit is hun groepje.
Groepjes maken
Bij veel werkvormen is het nodig om in groepjes samen te werken. Ook het vormen van groepjes kan aan de hand van het jaarthema. Hieronder vind je twee ideeën. a. Meer dan genoeg Gemeenteleden vormen groepjes aan de hand van een voorwerp waarvan zij er meer dan genoeg hebben. Voorbereiding Vraag ieder gemeentelid om iets mee te nemen waarvan hij/zij thuis meer dan genoeg exempla-
8
b. Afhankelijk Gemeenteleden zoeken geblinddoekt naar medegemeenteleden om samen een groepje te vormen. Hiervoor zijn ze afhankelijk van elkaars aanwijzingen. Een oefening in afhankelijkheid dus.
Uitwerking Meer dan genoeg Geloven in afhankelijkheid in startweekend
In de verschillende onderdelen van deze katern is steeds geprobeerd om een link te leggen met het thema Meer dan genoeg – Geloven in afhankelijkheid. Daarbij is gespeeld met de termen ‘genoeg’ en ‘afhankelijkheid’ (vertrouwen). Ook komen aspecten uit het centrale bijbelgedeelte (Exodus 16) terug, zoals het manna (rapen). In de beschrijvingen bij de ideeën wordt de link kort genoemd. Benoem deze link steeds, zodat men weet waarom er voor een bepaalde vorm gekozen is. Zo wordt het startweekend echt een onderdeel van het jaarthema.
Voorbereiding Zorg voor voldoende blinddoeken; denk bijvoorbeeld aan repen stof of gevouwen theedoeken. Zorg dat je als startweekendcommissie met voldoende personen bent om dit onderdeel goed te kunnen (bege-)leiden. Werkwijze ● Laat de gemeenteleden verspreid over de zaal plaatsnemen, op zo’n manier dat men niet bij de al bekende personen blijft staan. Het is de bedoeling dat er gemengde groepjes ontstaan. Zie je dat bepaalde mensen toch bij elkaar ‘klieken’? Begeleid dan een aantal personen naar een andere plek in de zaal. ● Deel de blinddoeken uit en laat die omdoen. ● Geef nu de opdracht om blindelings groepjes te maken. Vertel uit hoeveel personen een groepje moet bestaan. Je bent een groepje als je elkaars handen vasthoudt. ● De gemeenteleden zijn afhankelijk van elkaars aanwijzingen om het juiste aantal personen bij elkaar te krijgen. Samen tellen – hebben we genoeg mensen? Aanvullen – aanwijzingen geven aan overgebleven gemeenteleden om zich bij het groepje te voegen.
9
Katern startweekend
Ontmoeting
Vijf ideeën om het onderdeel ‘ontmoeting’ vorm te geven.
1. Taartbuffet
Werkwijze ● Met een groepje gemeenteleden ga je op de fiets naar het huis van een gemeentelid om daar je voorgerecht, hoofdgerecht en nagerecht op te eten. ● Het is de bedoeling dat je iedere gang van het menu op een ander adres nuttigt. Je gaat als groep op de fiets naar het volgende adres. ● Voor de eters: je bent van de organisatie en de koks afhankelijk voor een goed geregelde maaltijd, met genoeg te eten. ● Voor de koks: de gasten zijn van jou afhankelijk voor een lekkere maaltijd, waarbij er genoeg is voor iedereen. ● Dit idee zorgt ervoor dat verschillende gemeenteleden elkaar ontmoeten. Het speelse karakter van tussentijds fietsen en met elkaar een deel van de maaltijd nuttigen, zorgt ervoor dat de gemeenteleden elkaar (beter) leren kennen. Door bij de ander thuis te eten wordt de onderlinge afhankelijkheid benadrukt.
Gemeenteleden zijn van elkaar afhankelijk om ervoor te zorgen dat er (meer dan) genoeg zal zijn. Voorbereiding Vraag door middel van een oproep in het kerkblad en/of bij de afkondigingen in de kerkdienst of gemeenteleden iets lekkers willen maken voor het taartbuffet. Stel jezelf afhankelijk op: geef niet door hoeveel men moet bereiden en regel ook niet hoeveel personen iets moeten meebrengen. Benoem dat jullie erop vertrouwen dat er tijdens het taartbuffet ‘meer dan genoeg’ zal zijn! Werkwijze ● Dit idee kan gebruikt worden op verschillende momenten in het startweekend, bijvoorbeeld op de startdag, of ’s zondags na de dienst. ● Stel tafels op in de vorm van een buffet. Zorg ervoor dat alle taarten daarop worden uitgestald met koffie, thee en fris.
3. Sedermaaltijd
Dit idee kan ook worden toegepast op een maaltijdbuffet.
Gemeenteleden eten de sedermaaltijd die joden jaarlijks eten met Pesach, ter herinnering aan de maaltijd die zij aten voorafgaand aan de uittocht uit Egypte. Vanaf dat moment ging het volk Israël een periode in waarin ze des te meer hun afhankelijkheid van God zouden ervaren. Ze moesten erop vertrouwen dat de Heere hen zou leiden en hen (meer dan) genoeg zou geven. Het eten van de sedermaaltijd tijdens het startweekend is een symbolische verwijzing naar afhankelijkheid.
2. Fietsdiner Gemeenteleden zijn voor het diner afhankelijk van de koks (medegemeenteleden) en eten ‘meer dan genoeg’ bij elkaar. Voorbereiding Vraag verschillende gemeenteleden om hun huis open te stellen en lekker eten aan te bieden voor ca. 8-10 personen. Deze koks maken een voor-, hoofd- en nagerecht. Laat de overige gemeenteleden zich aanmelden voor het fietsdiner, maximaal als groepje van 3 (bijvoorbeeld een vader/moeder met zijn/haar kinderen, tieners die graag met hun vrienden in de groep willen). Maak na de aanmeldingen groepen van 8-10 personen. Controleer of je voldoende koks hebt. Maak een schema waarin staat aangegeven welke groep op welk tijdstip op welk adres moet zijn. Zorg voor voldoende tijd tussen de gangen en houd rekening met fietstijd van het ene naar het andere adres.
Voorbereiding Op de website http://www.shalomvoorisrael.nl/ Pesach-en-uitleg-over-de-Sedermaaltijd vind je alle informatie over de sedermaaltijd: zowel qua aankleding als qua gerechten. Vraag een aantal gemeenteleden om een grote hoeveelheid van één van de gerechten te bereiden. Zorg dat er (meer dan) genoeg te eten is. Koop ook de overige benodigdheden in (matzes, kaarsen, wijn/ druivensap, etcetera). Zet de stoelen in groepjes om tafel. Kleed de zaal feestelijk aan, denk aan joodse elementen: rieten matjes op de grond, kaarsen op tafel, kom water met een gastendoekje, mandje voor de matzes,
10
etcetera. Dek de tafels. Eventueel kun je vragen of de gemeenteleden in
5. Broodmaaltijd
Net zoals het volk Israël het manna raapte, rapen de gemeenteleden genoeg bij elkaar voor hun eigen broodmaaltijd. Er is meer dan genoeg voor iedereen.
Werkwijze ● Zie de genoemde website voor de volgorde en de gebruiken. Bepaal zelf in hoeverre je dit ten uitvoer brengt. ● Het is indrukwekkend om de sedermaaltijd op deze manier met elkaar te nuttigen. Het proeven zet tot nadenken en brengt gesprekken op gang.
Voorbereiding Doe inkopen voor een uitgebreide broodmaaltijd. Presenteer de ingrediënten verspreid door de zaal, zodat de gemeenteleden letterlijk hun maaltijd ‘bij elkaar moeten rapen’. Zorg voor veel tafels, om lange rijen te voorkomen. Leg per tafel maar één onderdeel van de maaltijd klaar, zodat de gemeenteleden echt moeten lopen en zoeken om hun maaltijd compleet te maken.
4. Meer dan genoeg Er is meer dan genoeg voor iedereen!
Werkwijze ● Ieder gemeentelid gaat in de zaal op zoek naar bord, bestek en beker. Vervolgens ‘raapt’ hij zijn broodmaaltijd bij elkaar door op de verschillende plekken brood, boter, beleg en drinken te verzamelen. ● Zorg eventueel voor dienbladen. ● Door het lopen en zoeken is er ruimte voor gemeenteleden om elkaar te ontmoeten en van plaats te wisselen.
Voorbereiding - variant 1 Zet een of meerdere grote vazen/kannen met ranja bij de ingang klaar. Leg er voldoende lange rietjes bij (de Action heeft rietjes van 70 cm).
Werkwijze - variant 1 ● ● ● ●
Ga bij de ingang staan en verwelkom de gemeenteleden. Vertel dat ze een slokje ranja mogen nemen. Er is meer dan genoeg! Het is extra leuk als er meerdere personen tegelijk uit een kan/vaas drinken. Op deze manier open je de dag/bijeenkomst op een ludieke manier.
Voorbereiding - variant 2 Tel het aantal personen in de zaal. Pak een grote mand/schaal en leg daar iets op om uit te delen (koek/snoep/hapjes). Zorg dat je meer dan genoeg ‘op voorraad’ hebt, maar leg te weinig traktaties op de schaal. Werkwijze variant 2 ● Deel met de schaal/mand rond. Zorg dat zichtbaar wordt dat er niet genoeg is. Wat doen de gemeenteleden? Wacht de reacties af. ● Kom dan als verrassing met de rest van de voorraad tevoorschijn. Er is meer dan genoeg voor iedereen!
11
Katern startweekend
Kennismaking
Vier suggesties om (nader) met elkaar kennis te kunnen maken.
1. Manna rapen
Suggesties voor algemene vragen: ● Hoe oud ben je? ● Waaraan besteed jij je meeste tijd? ● Wat zou je altijd nog een keer willen doen? ● Waarvoor ben je bang? ● Wat is je favoriete muziek?
Gemeenteleden rapen gespreksvragen op om elkaar beter te leren kennen. Voorbereiding Zorg voor pennen en 3 kleine (gelijke) briefjes per persoon.
Suggesties voor themavragen: ● Van wie of wat ben jij afhankelijk? ● Van welk voorwerp heb jij er thuis meer dan genoeg? ● Zoek je wel eens meer rust voor… (noem maar op)? ● Waarnaar ‘dorst’ jij wel eens? ● Wat roept het woord ‘afhankelijkheid’ bij jou op? ● Wat heb jij niet genoeg? Met andere woorden: wat mis je?
Werkwijze ● Verdeel de zaal in 2 groepen: groep A en B. ● Geef ieder gemeentelid 3 briefjes en een pen. Vertel dat ze op ieder briefje een leuke kennismakingsvraag mogen schrijven. Het moet een vraag zijn die je zelf ook kunt beantwoorden en waarmee je de ander beter leert kennen. Bij voorkeur geen standaardvraag. (Vertel nog niet wat er met de vragen wordt gedaan.) ● Geef een paar minuten de tijd om de vragen te noteren. Vertel dan dat men de papiertjes (elk afzonderlijk) tot een propje mag vouwen en ergens in de zaal op de grond mag gooien. ● Laat de gemeenteleden zich verspreiden over de zaal. Vertel dat jullie, net als het volk Israël, ‘manna’ gaan rapen. Maar nu is het manna met een vraag. Groep A mag als eerste manna (één propje) rapen. Vervolgens zoeken zij iemand van groep B om de vraag te bespreken. Geef een seintje. Nu is groep B aan de beurt om manna te rapen. Zij bespreken de vraag met iemand van groep A. Enzovoorts. Het is de bedoeling dat de tweetallen steeds wisselen, zie hier als spelleider op toe. Ga zo een tijdje door en stop na een paar rondes.
Werkwijze ● Verdeel de gemeenteleden in groepen (zie ‘groepjes maken’ op pag. 8). ● In de groep grabbelt men om de beurt een vraag en beantwoordt men deze (of gaat men erover in gesprek met elkaar).
3. Afhankelijk Gemeenteleden zijn van elkaar afhankelijk om hun raadsel op te lossen. Dit spel is vooral geschikt als openingsspel met een wat kleinere groep. Voorbereiding Zorg voor voldoende etiketten (1 per persoon) en pennen/stiften. Laat iedereen bij binnenkomst zijn/ haar naam op een etiket schrijven.
2. Grabbelton In de grabbelton zitten meer dan genoeg vragen en opdrachtjes. Een verrassende manier om elkaar te leren kennen.
Werkwijze ● Plak willekeurig bij iedereen een etiket op zijn/ haar voorhoofd. ● De gemeenteleden krijgen de opdracht om te ontdekken welke naam er op het etiket staat. Zij mogen dit alleen doen door gesloten vragen (die met ja of nee beantwoord kunnen worden) aan de andere gemeenteleden te stellen. Bijvoorbeeld: ‘Ben ik een man?’ ‘Draag ik een bril?’ ‘Heb ik een rood shirt aan?’ Er mag steeds maar één vraag per persoon gesteld worden, daarna moeten ze naar
Voorbereiding Maak voor ieder groepje een grabbelton met dezelfde kennismakingsvragen. Zorg voor een aantal algemene vragen en een aantal vragen die met het thema te maken hebben. Stop minimaal 20 vragen in de grabbelton.
12
● ●
een andere persoon stappen. De gemeenteleden zijn zo van elkaar afhankelijk om te ontdekken welke naam er op hun etiket staat. Wanneer je weet welke naam er op je etiket staat, stap je naar de spelleider. Wie als eerste de juiste naam heeft geraden, heeft gewonnen.
4. Een tweet is genoeg… Hebben de gemeenteleden aan één tweet genoeg om te raden wie de twitteraar is? Voorbereiding Zorg voor voldoende kopietjes van bijlage 1, pennen en hokjespapier/invulformulieren. Werkwijze ● Deel de kopietjes en pennen uit. ● Laat iedereen in maximaal 140 tekens iets over zichzelf vertellen, op zo’n manier dat anderen kunnen raden van wie de tweet is. Niet te moeilijk, ook niet te makkelijk. En uiteraard zonder naam erbij. ● Variant: bij een grote groep mensen kun je vooraf een stuk of 30 personen vragen om de tweet te schrijven. Zo beperk je de opdracht en de tijd die het kost. ● Verzamel de briefjes en nummer ze. Hang ze daarna verspreid over de zaal op (of leg ze verspreid neer). ● Deel nu hokjespapier of invulformulieren uit. Hierop noteren de gemeenteleden de nummers met daarachter de persoon van wie zij denken dat de tweet is. ● Geef voldoende tijd om de tweets en twitteraars te raden. ● Lees vervolgens de tweets voor en laat de twitteraars hun naam noemen. De gemeenteleden kunnen voor zichzelf bijhouden hoeveel tweets ze goed hadden geraden.
13
Katern startweekend
Bijbelstudie 1. Er is genoeg – geloven in afhankelijkheid
2. Preekbespreking Zie voor de preekbespreking de katern ‘startzondag’ op www.hgjb.nl .
Bijbelstudie aan de hand van Exodus 16. Voorbereiding Kopieer voor iedereen bijlage 2 met de bijbelstudie en bijlage 3 met de vlag. Zorg voor blauwe en rode pennen, scharen en plakband. Hang op een goed zichtbare plaats een vlaggenlijn op waar de gemeenteleden hun vlaggetjes aan kunnen bevestigen.
3. Zingen (themaliederen) Gemeenteleden zingen met elkaar. Voorbereiding Kopieer voor iedereen bijlage 4 met de themaliederen. Zorg daarnaast voor voldoende liedbundels. Of zet de te zingen liederen in een presentatie en projecteer deze met behulp van een beamer. Vraag vooraf een of meerdere gemeenteleden om te begeleiden met muziekinstrumenten.
Werkwijze ● Maak groepen van ca. 8 personen (zie pag. 8 ‘Groepjes maken’). ● Stel voor ieder groepje een gespreksleider aan. ● De groepjes gaan zelf aan de slag met de bijbelstudie uit bijlage 2.
14
Spel a. Spelletjesparcours ‘Meer dan genoeg’ Gemeenteleden doen in kleine groepjes verschillende spellen. Daarbij ontvangen ze meer dan genoeg manna om de eindopdracht te halen.
●
Voorbereiding ● Probeer vooraf in beeld te hebben hoeveel gemeenteleden er ongeveer deel zullen nemen aan deze activiteit. Aan de hand daarvan kun je bepalen hoeveel groepen je moet maken en hoeveel personen er ongeveer in een groep zitten. ● Zorg voor een strak tijdschema waarbij je de groepen verdeelt over de spellen (tabel met tijd, spelnummers, groepsnummers) – dit is het spelschema. Voor ieder spel plan je evenveel tijd in, zodat er steeds gelijktijdig wordt gewisseld van spel. ● Per spel zijn er steeds 2 groepen die tegen elkaar strijden (of zelfstandig hun spel uitvoeren). ● Zorg per spel voor een spelleider die het spel klaarzet, duidelijk uitlegt en scheidsrechter is. ● Zorg voor een overzichtelijk veld (overzichtelijke ruimte) waar de spellen gedaan worden.
●
●
Benodigdheden ● Per groep: het spelschema, een zakje voor het manna dat ze kunnen verdienen ● Per spel (zie onder voor diverse opties): de spelattributen ● Per spelleider: het spelschema, mannasnoep om uit te delen aan de winnaar (manna: dit is gepofte rijst, te koop in de supermarkt.) ● Algemene spelleider: het spelschema, stopwatch, toeter/bel ● Voor het slot: voor iedere groep een gelijke prijs (bijvoorbeeld een zak marsjes).
per spel een x aantal mannasnoepjes: bijvoorbeeld de winnaar 5 snoepjes en de verliezer 2 snoepjes. Na afloop van de spellen vindt de prijsuitreiking plaats. Om een prijs te ontvangen, moet een groep minimaal [het aantal spellen] x 2 mannasnoepjes hebben verdiend. Zo blijkt dat iedere groep - ook al hebben ze alle spellen verloren - toch genoeg manna ‘bij elkaar heeft geraapt’ om te winnen. (voorbeeld: 7 spellen. Iedereen heeft minimaal 7x2=14 mannasnoepjes nodig om te winnen. Een groep die alle spellen gewonnen heeft, heeft 7x5=35 snoepjes. Een groep die alles verloren heeft, heeft 7x2=14 snoepjes. Beide groepen, ook al hebben ze de spellen gewonnen of verloren, hebben uiteindelijk toch voldoende manna om het spelletjesparcours te winnen en een prijs te krijgen (met andere woorden: na afloop blijkt dat er ‘altijd prijs’ is ). De groepen die meer manna hebben geraapt, ontvangen uiteindelijk dezelfde prijs als de groepen die minder manna hebben geraapt. Iedere groep heeft uiteindelijk genoeg! (Verwijzing: In het bijbelgedeelte uit Exodus 16 lezen we dit ook: hoeveel manna een Israëliet ook raapte, ieder had genoeg voor die dag.)
b. Speuren in afhankelijkheid Gemeenteleden voeren een speurtocht uit, waarbij ze afhankelijk zijn van codes die ze van hun teamgenoten ontvangen. Men wacht op elkaar, vertrouwt op elkaar en is afhankelijk van elkaar. Alleen op die manier kan men de speurtocht voltooien. Korte omschrijving van het spel De gemeenteleden worden verdeeld over een aantal (vrij grote) groepen (ca. 10 personen). Iedere groep splitst zich op in een deel A en een deel B. Deze delen zijn van elkaar afhankelijk om het spel te voltooien. Deel A doet verschillende spellen op locatie en verdient daarmee aanwijzingen voor deel B. Zij geven dit via hun mobiele telefoon door. Deel B ontvangt de aanwijzingen van deel A en zoekt enveloppen met letters die leiden naar het code-
Werkwijze ● Maak groepen (zie pag 8 ‘Groepjes maken’). ● Geef iedere groep zijn spelschema. Zo weet de groep in welke volgorde ze de spellen moeten doen. ● Geef met de toeter/bel aan wanneer de spellen starten en eindigen. De speeltijd is voor ieder spel gelijk. ● De groepen spelen de spellen. Ze ontvangen
15
Katern startweekend
woord. De enveloppen liggen verstopt in een deel van het dorp/de stad. Groep B bevindt zich dus niet op locatie.
Werkwijze ● Verdeel de gemeenteleden in groepen. ● Laat de groepen opsplitsen in een deel A en een deel B. Ze mogen deze verdeling zelf bepalen. Laat telefoonnummers uitwisselen.
Voorbereiding in voorliggende periode ● Probeer vooraf in beeld te hebben hoeveel gemeenteleden er ongeveer deel zullen nemen aan deze activiteit. Aan de hand daarvan kun je bepalen hoeveel groepen je moet maken en hoeveel personen er ongeveer in een groep zitten.
Deel A ● Deel A gaat op locatie aan de slag met de spellen. Dit verloopt volgens het spelschema. De spelleider geeft aan wanneer de volgende spelronde aan de beurt is. ● Per spel gaat één groepsdeel A aan de slag. Wordt het spel niet voldoende of niet binnen de tijd uitgevoerd, dan ontvangt de groep geen aanwijzing voor groep B. ● Wanneer er wel een aanwijzing gewonnen is, geeft deel A deze zo snel mogelijk door aan deel B.
Deel A ● Bedenk spellen voor deel A. Zie onder voor suggesties. Zorg voor een spelleider die het spel klaarzet, uitlegt en na afloop de aanwijzing toekent aan deel A. Per spel is één groep bezig. Bedenk wat/hoe het spel uitgevoerd moet worden om de aanwijzing te verdienen. ● Maak een spelschema voor de spellen die deel A uitvoert, zodat er steeds één groep per spel aanwezig is.
Deel B ● Deel B gaat het toegewezen deel van het dorp/de stad in. Daar wacht het op de eerste gewonnen aanwijzing van deel A. ● Na een aanwijzing zoekt deel B zo snel mogelijk de envelop met de letter op. ● Deel B maakt een foto van de plek van de vondst, om te bewijzen dat ze de letter daadwerkelijk gevonden hebben. ● Deel B verzamelt zoveel mogelijk letters en probeert het codewoord te vormen. ● Als de groep het codewoord denkt te hebben gevonden, neemt de groep telefonisch contact op met de spelleider. Die geeft aan of dit juist is. De groep die als eerste het juiste codewoord doorgeeft aan de spelleider, krijgt 25 punten. De vervolggroep krijgt 20 punten, daarna 15 punten, 10 punten, 5 punten. ● Bonuspunten: per goed gevonden letter (dit wordt bewezen aan de hand van de foto’s) verdient de groep 5 punten. Zo kan het zijn dat de groep die als eerste het codewoord gevonden heeft, toch niet de winnaar van het spel is. Dit spelelement motiveert om door te blijven zoeken naar de letters, ook al is het codewoord al bekend.
Deel B ● Bepaal het codewoord. Verdeel de letters over een x-aantal enveloppen. Er moet voor iedere groep een serie enveloppen zijn. ● Bedenk verstopplaatsen voor de enveloppen en bedenk aanwijzingen die deel B (van deel A) ontvangt om de verstopplaats te vinden. De aanwijzingen mogen best moeilijk zijn en de verstopplaatsen ver van elkaar af (verspreid door een wijk van het dorp/de stad) zodat het echt ‘speurwerk’ is. ● Verdeel de aanwijzingen over de spelleiders van deel A. Bij een spel kan iedere groep (na goede uitvoering) dezelfde aanwijzing verdienen. Voorbereiding op de dag ● Zet de spellen voor deel A klaar. ● Verstop de enveloppen voor deel B. Benodigdheden ● Per groep (deel A): het spelschema voor de spellen, mobieltje ● Per groep (deel B): mobieltje met fotocamera ● Per spel (zie onder voor diverse opties): de spelattributen ● Per spelleider: het spelschema, 1 aanwijzing ● Algemene spelleider: het spelschema, stopwatch, toeter/bel ● Voor het slot: een prijs voor de winnaars.
16
● ●
Spelsuggesties voor zowel het ‘Spelletjesparcours’ als ‘Speuren in afhankelijkheid’
touwtjes stukjes brood
Werkwijze ● Het spel begint wanneer de tijd is ingegaan. ● Blinddoek een van de teamleden en leid hem/ haar naar een touwtje met een stukje brood. Het teamlid moet nu het stukje brood happen met zijn handen op z’n rug. De overige teamleden mogen aanwijzingen geven. ● Zodra dit is gelukt, mag het volgende teamlid starten (eventueel kan deze al geblinddoekt worden terwijl zijn voorganger aan het happen is). ● Bij Parcours: het team waarvan als eerste iedereen een stukje brood heeft opgegeten, heeft gewonnen. ● Bij Speurtocht: bepaal hoeveel stukjes brood er binnen de bepaalde tijd moeten zijn opgegeten om de aanwijzing te ontvangen.
a. Raap maar op! Gemeenteleden rapen zoveel mogelijk mannasnoepjes op. Ze zijn daarbij afhankelijk van elkaar. Voorbereiding Zet een speelveld af met afzetlint. Strooi een grote hoeveelheid mannasnoepjes uit over het speelveld. Benodigdheden ● voor ieder tweetal een stuk touw/een strook stof en een bakje ● een (mobieltje met) stopwatch ● mannasnoepjes
c. Blindemannetje
Werkwijze ● Maak tweetallen binnen de groep. Van elk tweetal wordt er een persoon gebonden met de handen op de rug. De ander krijgt het bakje. ● Geef aan hoeveel minuten er geraapt mag worden. Hou dit bij met de stopwatch. ● De tweetallen mogen nu zoveel mogelijk manna rapen. Degene met de handen op de rug mag rapen, degene met het bakje moet het geraapte ‘opvangen’ en aanwijzingen geven. Zo zijn de spelers afhankelijk van elkaar voor een goed resultaat. ● Bij Parcours: de groep met het meeste manna heeft gewonnen. ● Bij Speurtocht: bepaal hoeveel manna de groep minimaal moet hebben geraapt om de aanwijzing te ontvangen.
Gemeenteleden zijn afhankelijk van elkaar om geblinddoekt een parcours af te leggen. Voorbereiding Zet een parcours uit dat geblinddoekt moet worden gelopen. Benodigdheden ● blinddoeken ● obstakels en/of lint voor het parcours Werkwijze ● De teamleden gaan in een rij staan. De voorste twee teamleden worden geblinddoekt. ● Het eerste teamlid begint het parcours te lopen zodra de tijd is ingegaan. Hij/zij wordt begeleid door een ander teamlid. Dat mag alleen door mondeling aanwijzingen te geven, niet door de ander aan te raken. Wanneer dit laatste toch gebeurt, of als de geblinddoekte een obstakel aanraakt, moet het teamlid weer opnieuw beginnen. ● Wanneer het teamlid het parcours goed heeft afgelegd, vertrekt het volgende teamlid met een begeleider. Enzovoorts. ● Bij Parcours: het team waarvan de teamleden als eerste allemaal het parcours hebben afgelegd, heeft gewonnen. ● Bij Speurtocht: bepaal hoeveel teamleden het parcours moeten hebben afgelegd binnen de bepaalde tijd om de aanwijzing te ontvangen.
b. Brood happen Gemeenteleden happen stukjes brood van een lijntje. Ze zijn daarbij afhankelijk van de aanwijzingen van hun teamgenoten. Voorbereiding Hang aan een waslijn een aantal touwtjes met daaraan stukjes brood van dezelfde grootte. Benodigdheden ● blinddoeken ● waslijn
17
Katern startweekend
●
Variant: eventueel kan het spel worden uitgebreid door iets (bijvoorbeeld water, pittenzakjes, zand) naar de overkant te laten brengen.
f. Meer dan genoeg om mee te bouwen Gemeenteleden werken samen om een kerk van lego te bouwen.
d. Stilte
Benodigdheden ● heel veel lego, duplo of ander bouwmateriaal
Gemeenteleden worden stil om goed te kunnen luisteren.
Werkwijze ● Geef de opdracht om het eigen kerkgebouw zo goed mogelijk na te bouwen. ● De spelleider maakt foto’s van de bouwwerken. ● Bij Parcours: de spelleider bepaalt na afloop welk team deze opdracht als beste heeft gedaan, welk team tweede is, enzovoorts. Afhankelijk van de positie op de ranglijst wordt het manna verdeeld. ● Bij Speurtocht: de spelleider bepaalt of de opdracht voldoende is behaald om de aanwijzing te ontvangen.
Voorbereiding Neem een stuk of 20 bijzondere geluiden op en noteer op een antwoordvel welke geluiden dit zijn. Benodigdheden ● opname- en geluidsapparatuur ● antwoordvel voor de spelleider ● invulformulieren voor de teams Werkwijze ● Zet de opname aan. De teamleden moeten uiterst stil zijn om goed te kunnen luisteren. Wat denken zij te horen? Ze krijgen 30 seconden de tijd om te overleggen en het antwoord in te vullen. Daarna ga je naar het volgende geluid. Enzovoorts. ● Na afloop kijkt de spelleider het invulformulier na met behulp van het antwoordvel. ● Bij Parcours: het team met de meeste goede antwoorden heeft gewonnen. ● Bij Speurtocht: bepaal hoeveel goede antwoorden nodig zijn om de aanwijzing te ontvangen.
g. Meer dan genoeg te eten Gemeenteleden verzamelen zoveel mogelijk rijst. Voorbereiding Zet een parcours uit met aan de ene kant een grote pan rijst en aan de andere kant een fles met een trechter.
Benodigdheden ● ● ●
e. Driehoek Gemeenteleden zijn van elkaar afhankelijk om een goede driehoek te maken. Benodigdheden ● blinddoeken
aantal pakken rijst pan lege frisdrankfles(sen)
● ● ● ●
trechter eetlepel keukenweegschaal (afzetlint)
Werkwijze ● De teamleden staan in een rij achter de fles. ● Zodra de tijd begint, rent het eerste teamlid met een lepel naar de pan met rijst. Hij schept zijn lepel vol en rent zo snel mogelijk terug naar de fles. Daar leegt hij zijn lepel door de trechter in de fles. Nu is het volgende teamlid aan de beurt. Enzovoorts. Totdat de tijd stopt. ● Bij Parcours: de flessen worden gewogen. Het team met de meeste rijst heeft gewonnen. ● Bij Speurtocht: bepaal hoeveel rijst er moet zijn overgebracht om de aanwijzing te behalen. ● Variant: in plaats van de lepel in de hand, kan de lepel ook met de mond worden overgebracht. Of in plaats van rijst kan voor water worden gekozen.
Werkwijze ● Blinddoek alle teamleden op één teamlid na. ● Geef de opdracht om zo snel mogelijk een driehoek van personen te maken door elkaar vast te houden en te vertrouwen op de aanwijzingen van het andere teamlid. ● Dit teamlid mag alleen mondelinge aanwijzingen geven en niemand aanraken. ● Het spel begint zodra de tijd is ingegaan. ● Bij Parcours: het team dat als eerste een mooie driehoek heeft gevormd, heeft gewonnen. ● Bij Speurtocht: bepaal binnen hoeveel tijd de opdracht moet zijn gehaald om de aanwijzing te ontvangen.
18
3. Bijbelquiz
Benodigdheden ● laptop, beamer, scherm, programma met de bijbelquizvragen ● antwoordbordjes: blocnotes en een dikke stift of krijtbordjes met krijtjes ● een leuke prijs voor de winnaars
Gemeenteleden doen een moeilijke bijbelquiz. Ze zijn van elkaars kennis en kunde afhankelijk om de juiste antwoorden te geven. Doe deze quiz met alle gemeenteleden, jong en oud door elkaar. Gemeenteleden kunnen ook toekijken en de teams aanmoedigen.
Werkwijze ● Maak teams van 4 à 6 personen van zeer verschillende leeftijden (zie pag. 8 ‘Groepjes maken’). Jong en oud zijn afhankelijk van elkaars kennis en kunde. Ouderen hebben vaak meer kennis, jongeren een groter zoekvermogen. ● Het is toegestaan om tijdens de quiz je bijbel en mobiel te gebruiken om het antwoord op te zoeken, mits je binnen de toegestane tijd blijft. ● Presenteer de quiz op een leuke manier. Zorg dat het een spannende en vooral ook gezellige quiz is. ● Na iedere vraag moet het team binnen de aangegeven tijd met een antwoord komen. Dit antwoord wordt in stilte genoteerd op het antwoordbord, dat op het aangegeven moment omhoog wordt gehouden. Daarna wordt middels de volgende dia direct duidelijk of het antwoord juist is. De score wordt bijgehouden door de daarvoor gevraagde scheidsrechters. ● Het team met de meeste goede antwoorden heeft gewonnen.
Voorbereiding Bedenk moeilijke tot zeer moeilijke bijbelquizvragen. Denk aan vragen als die van de nationale bijbelquiz. Gebruik eventueel een bestaand spel om vragen van te gebruiken, bijvoorbeeld Kwistet. Zet de vragen in Powerpoint of Prezi. Na iedere vraag volgt op het vervolgscherm het juiste antwoord. Daarna volgt weer een nieuwe vraag. Maak er een leuke presentatie van, met tunes en eventueel beeldmateriaal en/of een stopwatch/ klokje die de bedenk-/zoektijd voor de teams aangeeft. Maak gebruik van antwoordbordjes waarop de teams hun antwoord kunnen opschrijven. Vraag een aantal mensen om de scores van de teams (digitaal of op een bord) bij te houden. Zet alles klaar in een grote zaal en kleedt het leuk aan. Zorg voor een goede presentator.
19
Katern startweekend
Creativiteit a. Typografie
Gemeenteleden maken een wandbord met een tekst die hen eraan herinnert (of hen stimuleert) om in afhankelijkheid van God te leven. Voorbereiding Zet tafels in groepjes klaar en leg de benodigdheden neer.
●
Benodigdheden ● voor iedere deelnemer een oude plank (bijvoorbeeld een stuk steigerhout, delen van een pallet), canvasbord of ander bord waar de tekst op geplakt kan worden ● eventueel schuurpapier, kwasten en grondverf op waterbasis om de plank te verven ● (speciale) lijm ● scharen ● een grote stapel oude kranten en tijdschriften om letters uit te knippen ● op iedere tafel een bijbel en een kopie van bijlage 5
slag om deze tekst zo creatief mogelijk op het bord te plakken. Zij knippen de benodigde letters/woorden uit de tijdschriften. Daarbij is het de kunst om de juiste accenten te leggen. Wat accentueer je door lettertype, lettergrootte of letterkleur? Voor welke compositie kies je? Hoe laat je de woorden in elkaar overlopen? De letters worden op het bord geplakt. Eventueel kun je het bord nog aflakken met een matte (spuit)lak.
b. Wand Gemeenteleden schrijven tijdens het weekend de zegeningen die God hen en/of de gemeente gegeven heeft op een wand. Zo wordt zichtbaar: God geeft meer dan genoeg! Voorbereiding Beplak een grote wand met (resten) behang. Schrijf in grote sierlijke letters ‘Meer dan genoeg’ op de wand. Leg er een aantal dikke stiften in verschillende kleuren bij. Werkwijze ● Benoem aan het begin van het startweekend de bedoeling en werkwijze van ‘de wand’. Kom er tijdens het weekend nog een paar keer op terug en moedig de gemeenteleden aan om iets op de wand te schrijven of te tekenen. ● De gemeenteleden mogen gedurende het hele startweekend op de wand schrijven en tekenen over wat God in hun persoonlijke leven en/of in de gemeente gedaan heeft. ● Aan het eind van het weekend bekijk je de wand en ontdek je met elkaar hoe gezegend je bent: de Heere geeft veel, Hij geeft meer dan genoeg!
Werkwijze ● Typografie is de kunst van het vormgeven, zetten en drukken van tekst. Bij deze creatieve opdracht draait het erom de gekozen tekst zo vorm te geven dat het een mooi, creatief geheel wordt. Daarbij worden bepaalde woorden geaccentueerd door lettertype of lettergrootte. ● Om het idee van deze opdracht toe te lichten, kun je een paar voorbeelden van wandborden laten zien. Een van de meest populaire van dit moment is de spreuk ‘In dit huis’. Zie bijlage 5. ● De gemeenteleden krijgen de opdracht om een tekst te kiezen die hen eraan herinnert of hen stimuleert om in afhankelijkheid van God te leven. In de Psalmen zijn veel teksten te vinden die gebruikt kunnen worden, bijvoorbeeld: Psalm 13:6, Psalm 25:2, Psalm 26:1, Psalm 31:15, Psalm 37:3 en 5, Psalm 44:7, Psalm 52:10, Psalm 56:4, 5 en 12, Psalm 62:9. Uiteraard kan er ook voor een andere bijbeltekst, citaat, spreuk of een zelfbedachte tekst gekozen worden. ● Vervolgens gaan de gemeenteleden aan de
c. Stilteroute Gemeenteleden lopen een stilteroute die hen letterlijk ‘stil maakt’ en hen doet nadenken over ‘leven in afhankelijkheid van God’. Voorbereiding Zet een (lange) route uit op een stille, rustige plek, bij voorkeur in de natuur. Bedenk verschillende
20
dingen voor de posten die de gemeenteleden tijdens de route tegenkomen en die hen doen nadenken over het thema. Bouw het op een goede manier op. Maak eventueel een boekje bij de route, waarin zij gedachten of aantekeningen kunnen opschrijven.
Werkwijze ● Werk in kleine groepjes/tweetallen. ● De groepjes interviewen ieder een paar gemeenteleden over het onderwerp ‘leven in afhankelijkheid van God’. Daarvoor noteren de groepjes eerst enkele vragen en gaan ze vervolgens met de gemeenteleden in gesprek (eventueel op bezoek, bijvoorbeeld bij mensen die niet zelf naar het startweekend kunnen komen). Het interview wordt gefilmd. ● Na afloop worden de filmpjes op een leuke manier gemonteerd en wordt de film aan de gemeenteleden getoond, eventueel met mondelinge toelichting van de interviewers.
Suggesties voor de posten: ● Bord / karton met daarop tekst, bijvoorbeeld over de betekenis van afhankelijkheid ● Foto / bijbelse plaat ● Bijbeltekst over afhankelijk zijn van God ● Prikkelende vragen of je echt afhankelijk bent/ durf te zijn ● Lied (luisteren) ● Opdracht met persoonlijke vraag ● Gebedspunt
Variant 2: Ouderen Deze variant is geschikt voor de ouderen in de gemeente.
Werkwijze ● De gemeenteleden lopen de route individueel, er mag niet gepraat worden. ● De route zorgt ervoor dat je letterlijk en figuurlijk stil wordt en stil staat bij het thema. ● Bij iedere post sta je even stil om iets te bekijken, beluisteren, over een vraag na te denken, een (stilte) opdracht te doen. ● Na afloop is er koffie/thee/fris met iets lekkers en gelegenheid voor ontmoeting, eventueel om met elkaar na te praten.
Voorbereiding Zorg voor voldoende pennen en papier. Werkwijze ● Vraag de ouderen om (een deel van) hun levensverhaal op papier te zetten en daarbij in te zoomen op het jaarthema ‘Meer dan genoeg – leven in afhankelijkheid’. ● Om richting te geven, kunnen je bijvoorbeeld de volgende vragen aanreiken: Hoe hebt u in uw leven ervaren afhankelijk te zijn van God? Heeft u dit moeten leren of ging het vanzelf? Waren er moeilijke momenten waarin dit onmogelijk leek? Waren er valkuilen? Heeft u ervaren dat God meer dan genoeg geeft? ● Kies een geschikt moment uit om de schrijvers hun levensverhaal te laten vertellen (of voorlezen) aan de andere gemeenteleden. Bijvoorbeeld na afloop van de activiteiten, aan het eind van de maaltijd.
d. Storytelling Gemeenteleden vertellen hoe zij (geleerd hebben om) afhankelijk van God (te) leven. Dit onderdeel onderstreept het belang van het vertellen van persoonlijke geloofsverhalen. Van generatie op generatie vertellen we over Gods grote daden. Variant 1: Jongeren Deze variant is geschikt om bijvoorbeeld als workshop door jongeren te laten uitvoeren. Voorbereiding Vraag vooraf een aantal gemeenteleden van verschillende leeftijden die bereid zijn te vertellen hoe zij geleerd hebben om afhankelijk van God te leven en wat dit betekent in hun leven. Zorg voor pennen, papier, filmcamera’s en laptops met bewerkingsprogramma’s voor film.
21
Katern startweekend
3. Achtergrondinformatie bij bijbelgedeelte Centraal bijbelgedeelte: Exodus 16:1-36
Als centraal bijbelgedeelte voor het startweekend hebben we gekozen voor Exodus 16:1-36. In dit gedeelte ontdekt het volk Israël op welke manier God genoeg geeft om van te leven. Het volk Israël is van de vleespotten van Egypte terecht gekomen in de honger en droogte van de woestijn. Dat levert gemopper op. Maar juist in de woestijnperiode laat God zien dat Hij (meer dan) genoeg geeft om van te leven. Het ‘enige’ wat het volk Israël hoeft te doen, is luisteren naar wat God zegt en dagelijks het portie voedsel dat God geeft, op te rapen. En erop vertrouwen dat er voor morgen weer genoeg zal zijn om van te leven. En dat veertig jaar lang! voren, voor het aangezicht van de HEERE, want Hij heeft uw gemor gehoord. 10 Terwijl Aäron tot heel de gemeenschap van de Israëlieten sprak en zij zich naar de woestijn keerden, gebeurde het dat, zie, de heerlijkheid van de HEERE in de wolk verscheen. 11 En de HEERE sprak tot Mozes: 12 Ik heb het gemor van de Israëlieten gehoord. Spreek tot hen en zeg: Tegen het vallen van de avond zult u vlees eten, en in de morgen zult u met brood verzadigd worden. Dan zult u erkennen dat Ik de HEERE, uw God, ben. 13 En tegen de avond gebeurde het dat er kwartels kwamen aanvliegen, die het kamp overdekten, en in de ochtend was er een laag dauw rondom het kamp. 14 Toen de laag dauw opgetrokken was, zie, over de woestijn lag iets fijns, iets vlokkigs, fijn als de rijp op de aarde. 15 Toen de Israëlieten dat zagen, zeiden zij tegen elkaar: Wat is dat? Want zij wisten niet wat het was. Mozes zei tegen hen: Dit is het brood dat de HEERE u te eten gegeven heeft. 16 Dit is het woord dat de HEERE geboden heeft: Ieder moet ervan verzamelen naar wat hij eten kan, een gomer per hoofd, naar het aantal van uw personen. Ieder moet het nemen voor hen die in zijn tent zijn. 17 En zo deden de Israëlieten, zij verzamelden, de een veel en de ander weinig. 18 Zij maten het met de gomer. Wie veel had verzameld, had niets over, en hem die weinig had verzameld, ontbrak niets. Ieder had zóveel verzameld als hij eten kon. 19 En Mozes zei tegen hen: Niemand mag ervan overlaten tot de volgende morgen. 20 Maar zij luisterden niet naar Mozes en sommige mannen lieten ervan over tot de volgende morgen. Toen zat het vol wormen en stonk
Bijbelgedeelte – Exodus 16:1-36 (HSV) 1 Zij braken op uit Elim en heel de gemeenschap van de Israëlieten kwam in de woestijn Sin, die tussen Elim en de Sinaï ligt. Dat was op de vijftiende dag van de tweede maand nadat zij uit het land Egypte waren vertrokken. 2 En heel de gemeenschap van de Israëlieten morde tegen Mozes en tegen Aäron in de woestijn. 3 De Israëlieten zeiden tegen hen: Och, waren wij maar door de hand van de HEERE gestorven in het land Egypte, toen wij bij de vleespotten zaten en brood aten tot verzadiging toe! Want u hebt ons uitgeleid naar deze woestijn om heel deze gemeente van honger te laten sterven. 4 Toen zei de HEERE tegen Mozes: Zie, Ik zal voor u brood uit de hemel laten regenen. Het volk moet eropuit gaan en de per dag benodigde hoeveelheid verzamelen, zodat Ik het op de proef kan stellen of het naar Mijn wet wandelt of niet. 5 En op de zesde dag moet het zó zijn dat zij bereiden wat zij binnenbrengen, en dat zal het dubbele zijn van wat zij dagelijks verzamelen. 6 Toen zeiden Mozes en Aäron tegen al de Israëlieten: Vanavond nog zult u weten dat de HEERE u uit het land Egypte geleid heeft, 7 en morgenochtend zult u de heerlijkheid van de HEERE zien, want Hij heeft uw gemor tegen de HEERE gehoord. Want wie zijn wij, dat u tegen óns mort? 8 Verder zei Mozes: Als de HEERE u in de avond vlees te eten geeft en in de ochtend brood tot verzadiging toe, dan is dat omdat de HEERE het gemor heeft gehoord waarmee u tegen Hem mort. Want wie zijn wij? Uw gemor is niet tegen ons gericht, maar tegen de HEERE. 9 Daarna zei Mozes tegen Aäron: Zeg tegen heel de gemeenschap van de Israëlieten: Kom naar
22
het. Daarom was Mozes erg kwaad op hen. 21 Zo verzamelden zij het elke morgen, ieder naar wat hij eten kon, want zodra de zon heet werd, smolt het weg. 22 Op de zesde dag gebeurde het dat zij een dubbele hoeveelheid brood verzamelden, twee gomers voor éénpersoon. Al de leiders van de gemeenschap kwamen dat aan Mozes vertellen. 23 Hij zei toen tegen hen: Dat is het wat de HEERE gesproken heeft. Morgen is het de rustdag, de heilige sabbat voor de HEERE! Wat u bakken wilt, bak het, en kook wat u koken wilt, en laat alles wat er overblijft voor uzelf liggen om het tot de volgende morgen te bewaren. 24 Zij lieten het staan tot de volgende morgen, zoals Mozes geboden had, en nu stonk het niet en waren er geen maden in. 25 Toen zei Mozes: Eet dit vandaag, want vandaag is het de sabbat voor de HEERE. U zult het vandaag buiten niet vinden. 26 Zes dagen moet u het verzamelen, maar op de zevende dag is het sabbat. Dan zal het er niet zijn. 27 Het gebeurde echter op de zevende dag dat sommigen van het volk eropuit gingen om brood te verzamelen, maar zij vonden niets. 28 Toen zei de HEERE tegen Mozes: Hoelang weigert u nog Mijn geboden en Mijn wetten in acht
te nemen? 29 Zie, omdat de HEERE u de sabbat gegeven heeft, daarom geeft Hij u op de zesde dag brood voor twee dagen. Ieder moet op zijn plaats blijven! Niemand mag er op de zevende dag vanuit zijn verblijfplaats opuit gaan! 30 Zo rustte het volk op de zevende dag. 31 Het huis van Israël gaf het de naam manna. Het was wit als korianderzaad, en de smaak ervan was als van een honingkoek. 32 Verder zei Mozes: Dit is het woord dat de HEERE geboden heeft. Vul een gomer ervan om het te bewaren, al hun generaties door, zodat zij het brood zien dat Ik u in deze woestijn te eten heb gegeven, toen Ik u uit het land Egypte leidde. 33 Ook zei Mozes tegen Aäron: Neem een kruik en doe daar een volle gomer manna in, en zet die voor het aangezicht van de HEERE om het te bewaren, al hun generaties door. 34 Zoals de HEERE Mozes geboden had, zette Aäron het vóór de getuigenis om te bewaren. 35 De Israëlieten aten veertig jaar lang het manna, totdat zij in bewoond gebied kwamen. Zij aten manna, totdat zij aan de grens van het land Kanaän kwamen. 36 Een gomer is een tiende van een efa
goed. Het is eerder een actieve afhankelijkheid waarbij je steeds besluit om je leven in Gods hand te leggen en je door Hem in alles te laten leiden. Momenten waarop het leven anders loopt dan gehoopt of verwacht, zijn vaak belangrijke levenslessen om tot een diepere afhankelijkheid van, tot meer overgave aan God te komen. Afhankelijkheid maakt je dus zeker niet minder zelfstandig of krachtig. Je zou het beter zo kunnen zeggen: hoe meer we leven in afhankelijkheid van God, des te onafhankelijker zijn we van de omstandigheden in het leven.
Beginsituatie
Geloven in afhankelijkheid klinkt in de christelijke wereld op zich niet vreemd, maar in de cultuur van vandaag heeft het niet direct een positieve betekenis. Onafhankelijkheid wordt doorgaans meer gewaardeerd dan afhankelijkheid. Kinderen leren al vroeg dat het maken van zelfstandige keuzes belangrijk is. Jongeren leren vooral om hun eigen zaakjes te regelen en te organiseren. Het is belangrijk dat je opkomt voor jezelf en je eigen problemen oplost. Afhankelijkheid roept eerder de gedachte op dat je zelf iets niet bent, niet hebt of niet kunt. Teveel afhankelijkheid zit je eigen ontplooiing in de weg. In deze cultuur - waarin afhankelijkheid niet directe positieve gedachten oproept - belijden we als christenen onze afhankelijkheid van God. We ervaren onze drang naar onafhankelijkheid als zonde. In Christus worden we opnieuw verbonden met God. Afhankelijkheid wil zeggen dat je vanuit deze verbondenheid met God leeft, dat Hij je kracht is en geeft. Deze afhankelijkheid maakt niet passief, zo van: als je met God leeft, hoef je geen keuzes meer te maken, komt alles vanzelf
Context Het volk Israël is uit Egypte getrokken. Na de 10e plaag gaf de farao eindelijk toestemming om te gaan. Het volk wordt geleid langs de Schelfzee. De wolkkolom gaat voorop. Farao besluit tot achtervolging. Als de nood hoog is, mag Mozes zijn arm met de staf uitstrekken over de zee en ontstaat er een pad. Israël komt ongeschonden aan de overzijde. Als farao met zijn wagens hen achtervolgt, keert de zee terug naar haar plaats en wordt het achtervolgende leger weggespoeld. Velen (zo niet allen) verdrinken. Onder leiding
23
Katern startweekend
van Mozes en Mirjam zingt Israël de lof van God (Ex. 15). Ze trekken verder de woestijn Sur (naam betekent ‘muur’) Dan dienen de eerste logistieke problemen zich aan. Het is niet gemakkelijk om een volk in de woestijn van eten en drinken te voorzien. Eerst is het water op. Ze vinden water maar het is bitter. Daarom noemen ze die plaats ‘Mara’ (bitterheid, denk aan Naömi). Mozes mag op aanwijzing van de Heere een hout in het water werpen, waarop het zoet wordt. De Heere geeft een inzetting. Het volk wordt opgeroepen naar de geboden van God te luisteren. Wanneer ze dat doen, zal geen van de plagen van Egypte op hen vallen. Dan komen ze bij Elim, een oase met zeventig palmen. Het volk mag daar een poosje rusten.
●
●
● ●
Uitwerking naar de praktijk Maar nu de praktijk, een eerlijke blik naar binnen… We belijden dat we afhankelijk zijn van God en zeggen dat we van Zijn genade leven. Maar ondertussen vinden we het ook bar moeilijk om onszelf aan die genade over te geven. We regelen onze zaakjes liever zelf, dan weten we tenminste waar we aan toe zijn. Zijn we eigenlijk wel afhankelijk van God als bron van leven?
Bekijken wij de nauwe context van de geschiedenis uit Exodus 16, dan zien wij dat deze geschiedenis van het Manna en de kwakkels staat geklemd tussen twee soortgelijke gebeurtenissen te Mara (Ex. 5: 22-27) en te Rafidim (Ex. 17: 1-7). Bij Mara horen wij het volk Israël klagen, vanwege gebrek aan gezond drinkwater. Bij Rafidim horen wij het volk klagen over het algehele gebrek aan water. Tot drie keer toe ervaart het volk Israël zich bedreigt door gebrek aan eerste levensbehoeften en tot drie keer toe roept het verwijtend tot Mozes. Het volk moest leren dat zij totaal afhankelijk was van de Heere God.
Leven in afhankelijkheid roept dus weerstand bij ons op. Het lijkt gemakkelijker en veiliger om je leven zelf te organiseren en naar je eigen hand te zetten. Ook als christen kun je als regelaar en controlefreak leven. Tegelijk is zo’n leven afmattend. Want hoe meer grip je op het leven wilt hebben, hoe eerder de controle je ontglipt. Vroeg of laat kom je tot de ontdekking dat niet alles maakbaar is, dat je niet kunt vertrouwen op je eigen kracht, dat je het zelf niet altijd beter weet.
Doelstelling Jongeren en ouderen voor zichzelf na laten denken en een antwoord leren geven op de volgende vragen: ● ●
leiden bij de voorbereiding. Breng ook de gemeente voor Gods aangezicht. Brainstorm over het thema ‘Gewoon genoeg – geloven in afhankelijkheid’. Welke gedachten komen bij jou op? Wat zou jij willen doen en bereiken? Schrijf dit op een vel papier. Lees Exodus 16:1-36 een paar keer rustig door. Gebruik en vergelijk eventueel verschillende vertalingen. Onderstreep wat je opvalt en maak aantekeningen. Wat raakt jou persoonlijk? Wat zou je mee willen geven? Maak de bijbelstudie uit deze map (bijlage …). Neem de tijd om te danken voor de punten die je bij de bijbelstudie hebt opgeschreven.
Een ander aspect is dat we vaak niet gericht zijn op de overvloed die God geeft, in alle situaties van het leven. We kijken eerder naar wat we niet hebben of naar wat God niet geeft. Een blijvende ontevredenheid knaagt aan ons leven. We praten makkelijker over onze tekorten, de bezuiniging en de crisis dan over de rijkdom die bij God te vinden is. Paulus zegt in Filippenzen 4:19: ‘Maar mijn God zal u, overeenkomstig Zijn rijkdom, voorzien van alles wat u nodig hebt, in heerlijkheid, door Christus Jezus.’ Geloven we dat als het erop aankomt?
of ze echt afhankelijk zijn van God, juist ook in het gewone leven of ze vertrouwen dat God daadwerkelijk genoeg geeft om van te leven.
Persoonlijke verkenning Voordat je aan de slag gaat met het jaarthema en het bijbelgedeelte, is het van belang dat je eerst zelf én als voorbereidingscommissie ontdekt wat het bijbelgedeelte tot jou (en anderen) te zeggen heeft. Pas dan kun je het écht gaan doorgeven! De volgende stappen kunnen je helpen bij de persoonlijke voorbereiding en verkenning: Plan een moment van ongeveer een half uur in waarop je rustig aan de slag kunt gaan met het bijbelgedeelte. Zorg dat je niet gestoord of afgeleid wordt. ● Begin met gebed en vraag of God jou wil
Lessen uit Exodus 16 We hebben dus genoeg te leren als het om afhankelijkheid gaat. De lessen die we uit Exodus 16 trekken…
24
Leven in afhankelijkheid = wachten op God. Hij geeft op Zijn tijd en Zijn manier wat we nodig hebben. Hij geeft niet alles in één keer, maar stap voor stap. Als je kunt wachten op God, komt er ook rust in je bestaan. Leven in afhankelijkheid = luisteren naar God. Door naar Hem te gehoorzamen, krijg je elke dag genoeg om van te leven. Het is dus belangrijk om in Zijn nabijheid te leven en te doen wat Hij je zegt. Leven in afhankelijkheid = vertrouwen op God. We mogen en kunnen erop vertrouwen dat Hij morgen (op het juiste moment) ook genoeg geeft om van te leven. We leggen geen eigen voorraadjes aan voor geval van nood (hamsteren), maar geloven dat God werkelijk voor ons zorgt.
25
Katern startweekend
van het manna was ook een test voor Israëls gehoorzaamheid aan Gods bevelen, vooral aan het sabbatsgebod (Ex. 16:4,22). De naam wordt in Ex. 16:15 afgeleid van de vraag van de Israëlieten die het manna niet kenden: ‘Man hu? Wat is dat?’ Dergelijke afleidingen zijn in de regel meer woordspelingen dan taalkundig geldige verklaringen. Josefus beweert dat het ook in zijn tijd manna regende (Ant. 3.1.6) en ook tegenwoordig wordt er in delen van het schiereiland Sinaï door de Arabieren een manna ingezameld, dat door de kloosterlingen van de Sinaï aan pelgrims als Israëlitisch woestijnbrood verkocht wordt. Dit manna groeit aan de struik of boom die bij de Arabieren tarfa heet, een tamariskensoort (Tamarix mannifera). Deze struik wordt soms wel 5 m hoog. In droge jaren komt dit manna niet voor, maar wanneer de voorjaarsregen valt, zweten de takken ‘s nachts een zoete vloeistof die aan de takken of op de grond tot kleine, ronde korrels stolt. Deze korrel lijkt op gom en smaakt als honing. Wanneer de zon heet wordt, begint zij te smelten. De Arabieren verzamelen ze daarom voor zonsopgang; het manna wordt gereinigd, gekookt, in lederen zakken bewaard en als honing op het brood gesmeerd. De manna-tamarisk is aangetroffen in de Wadi Gharandel (Elim), het meest in de Wadi’s Pheiran en esh-Sheich, maar ook in de Wadi Nasb. Dat het manna van deze tamarisk in nauw verband staat met het woestijnbrood van de Israëlieten is zeker: reeds de naam is dezelfde. De Arabieren geloven dat het manna van de tamarisk uit de hemel regent. Maar het tegenwoordige manna kan niet als koren gemalen, gestoten en gebakken worden. Het bevat geen meelstof maar uitsluitend slijmsuiker. Bovendien is de mannaproductie van het schiereiland Sinaï in één jaar slechts een fractie van wat volgens Exodus op één dag ingezameld werd. Er lijkt verwantschap te bestaan tussen het Bijbelse manna en het tegenwoordige. Tegelijk is het manna wat we uit de Bijbel kennen hoe dan ook een wonder van Gods trouwe zorg en kan het op geen enkele natuurlijke manier verklaard worden. God heeft voor Zijn volk gezorgd en hen genoeg gegeven.
Manna- informatief De Israëlieten kregen voor de eerste maal manna te eten op de tocht naar Sinaï in de woestijn Sin. Een jaar later werden zij op dezelfde wijze elke dag gevoed op de rustplaats “Graven der begeerlijkheid” (Num. 11:6v). Verder lezen wij nog eens over het manna op de tocht van de berg Hor door de Araba in het 40e jaar (Num. 21:5). De wonderlijke spijziging met manna was aan bepaalde tijden en plaatsen gebonden. Direct bij de eerste spijziging vulde men als blijvend aandenken een kruikje dat later in het heiligdom werd bewaard (Ex. 16:32). De overige plaatsen waar over manna gesproken wordt zijn Deut. 8:3, Ps. 78:24; Ps. 105:40, Joh. 6:31,49,58. Volgens Ex. 16:35 en Joz. 5:12 nam het manna de plaats in van brood tijdens de hele 40-jarige tocht door de woestijn. Deze manier van spijziging eindigde toen Israël de opbrengst van het beloofde land kon gaan eten. Maar de Israëlieten leefden niet uitsluitend van het manna. Een aantal bepalingen inzake offers veronderstelt dat het volk talrijke kudden, graan en meel had. Op het laatste deel van de reis, langs de grenzen van Edom en door Moab, kochten zij voedsel van de Edomieten en Moabieten (Deut. 2:6, 28). Vóór de overtocht over de Jordaan moesten zij voedsel meenemen, waarmee kennelijk geen manna bedoeld is (Joz. 1:11). De Israëlieten zullen ook de natuurlijke hulpbronnen van het vruchtbare schiereiland Sinaï en het rijke Oost-Jordaanse gebruikt hebben. Het manna viel dagelijks met de morgendauw in en rondom de legerplaats (Ex. 16:13, Num. 11:9). Daarom heet het ook wel “hemelbrood” (Ex. 16:4, Ps. 78:23, 105:40, Joh. 6:31) en wordt van het manna gezegd dat God het uit de hemel liet regenen (Deut. 33:28, Hagg. 1:10, Zach. 8:12, Job 38:22). Het bedekte de aarde en bestond uit kleine, ronde korreltjes in de vorm van korianderzaad en met de kleur van bedolah (donker, zwartachtig). Het smaakte als honingkoeken of als koeken die in olie gebakken waren (Ex. 16:14,31, Num. 11:7-8). Evenals koren werd het in handmolens gemalen of in mortieren fijn gestoten, en daarna gebakken (Ex. 16:23, Num. 11:8). Wanneer de zon heet werd, smolt het deel dat niet ingezameld was (Ex. 16:21). Wanneer het ingezamelde bedierf, kwamen er wormen uit en begon het te ruiken (Ex. 16:20). De hoeveelheid manna was zo groot dat voor elk Israëliet dagelijks een gomer (iets meer dan twee liter) kon worden ingezameld. De gave
26
27
bijlage 1
twitter
twitter
bijlage 2
Bijbelstudie Exodus 16 Stil worden Tijdens het startweekend is er vooral veel tijd voor gezelligheid en ontmoeting. Nu nemen we een moment om stil te worden en in de Bijbel te lezen. Dat is misschien even ‘schakelen’. Zing daarom eerst een lied om stil te worden en je gedachten op God te richten.
Open handen Lezen
Dank de Heere God voor het startweekend en vraag Hem om een zegen over de bijbelstudie.
Lees het bijbelgedeelte blok voor blok. Zet na het lezen van een blok in de tweede kolom wat je reactie is op het handelen van het volk en het handelen van God. Je mag steeds uit alle woorden kiezen.
Kies uit de volgende woorden genadig dom dankbaar liefdevol onbegrijpelijk herkenbaar geduldig ongeduldig ondankbaar kortzichtig ruimdenkend wijs mooi
ff
Dit vind ik... van God van het volk
f
Gebruik een rode pen als je reactie gaat over God, en een blauwe pen als het gaat over het volk. Dus bijvoorbeeld: ● ●
Dit vind ik [liefdevol] van God – met rode pen Dit vind ik [dom] van het volk – met blauwe pen
Exodus 16
1 Zij braken op uit Elim en heel de gemeenschap van de Israëlieten kwam in de woestijn Sin, die tussen Elim en de Sinaï ligt. Dat was op de vijftiende dag van de tweede maand nadat zij uit het land Egypte waren vertrokken. 2 En heel de gemeenschap van de Israëlieten morde tegen Mozes en tegen Aäron in de woestijn. 3 De Israëlieten zeiden tegen hen: Och, waren wij maar door de hand van de HEERE gestorven in het land Egypte, toen wij bij de vleespotten zaten en brood aten tot verzadiging toe! Want u hebt ons uitgeleid naar deze woestijn om heel deze gemeente van honger te laten sterven. 4 Toen zei de HEERE tegen Mozes: Zie, Ik zal voor u brood uit de hemel laten regenen. Het volk moet eropuit gaan en de per dag benodigde hoeveelheid verzamelen, zodat Ik het op de proef kan stellen of het naar Mijn wet wandelt of niet. 5 En op de zesde dag moet het zó zijn dat zij bereiden wat zij binnenbrengen, en dat zal het dubbele zijn van wat zij dagelijks verzamelen. 6 Toen zeiden Mozes en Aäron tegen al de Israëlieten: Vanavond nog zult u weten dat de HEERE u uit het land Egypte geleid heeft, 7 en morgenochtend zult u de heerlijkheid van de HEERE zien, want Hij heeft uw gemor tegen de HEERE gehoord. Want wie zijn wij, dat u tegen óns mort? 8 Verder zei Mozes: Als de HEERE u in de avond vlees te eten geeft en in de ochtend brood tot verzadiging toe, dan is dat omdat de HEERE het gemor heeft gehoord waarmee u tegen Hem mort. Want wie zijn wij? Uw gemor is niet tegen ons gericht, maar tegen de HEERE. 9 Daarna zei Mozes tegen Aäron: Zeg tegen heel de gemeenschap van de Israëlieten: Kom naar voren, voor het aangezicht van de HEERE, want Hij heeft uw gemor gehoord.
29
onvoorstelbaar fantastisch indrukwekkend streng eigenwijs beschamend gehoorzaam
f
10 Terwijl Aäron tot heel de gemeenschap van de Israëlieten sprak en zij zich naar de woestijn keerden, gebeurde het dat, zie, de heerlijkheid van de HEERE in de wolk verscheen. 11 En de HEERE sprak tot Mozes: 12 Ik heb het gemor van de Israëlieten gehoord. Spreek tot hen en zeg: Tegen het vallen van de avond zult u vlees eten, en in de morgen zult u met brood verzadigd worden. Dan zult u erkennen dat Ik de HEERE, uw God, ben. 13 En tegen de avond gebeurde het dat er kwartels kwamen aanvliegen, die het kamp overdekten, en in de ochtend was er een laag dauw rondom het kamp. 14 Toen de laag dauw opgetrokken was, zie, over de woestijn lag iets fijns, iets vlokkigs, fijn als de rijp op de aarde. 15 Toen de Israëlieten dat zagen, zeiden zij tegen elkaar: Wat is dat? Want zij wisten niet wat het was. Mozes zei tegen hen: Dit is het brood dat de HEERE u te eten gegeven heeft. 16 Dit is het woord dat de HEERE geboden heeft: Ieder moet ervan verzamelen naar wat hij eten kan, een gomer per hoofd, naar het aantal van uw personen. Ieder moet het nemen voor hen die in zijn tent zijn. 17 En zo deden de Israëlieten, zij verzamelden, de een veel en de ander weinig. 18 Zij maten het met de gomer. Wie veel had verzameld, had niets over, en hem die weinig had verzameld, ontbrak niets. Ieder had zóveel verzameld als hij eten kon.
genadig dom dankbaar liefdevol onbegrijpelijk herkenbaar geduldig ongeduldig ondankbaar kortzichtig ruimdenkend wijs mooi
19 En Mozes zei tegen hen: Niemand mag ervan overlaten tot de volgende morgen. 20 Maar zij luisterden niet naar Mozes en sommige mannen lieten ervan over tot de volgende morgen. Toen zat het vol wormen en stonk het. Daarom was Mozes erg kwaad op hen. 21 Zo verzamelden zij het elke morgen, ieder naar wat hij eten kon, want zodra de zon heet werd, smolt het weg. 22 Op de zesde dag gebeurde het dat zij een dubbe-le hoeveelheid brood verzamelden, twee gomers voor één persoon. Al de leiders van de gemeenschap kwamen dat aan Mozes vertellen. 23 Hij zei toen tegen hen: Dat is het wat de HEERE gespro-ken heeft. Morgen is het de rustdag, de heilige sabbat voor de HEERE! Wat u bakken wilt, bak het, en kook wat u koken wilt, en laat alles wat er overblijft voor uzelf liggen om het tot de volgende morgen te bewaren. 24 Zij lieten het staan tot de volgende morgen, zoals Mozes geboden had, en nu stonk het niet en waren er geen maden in. 25 Toen zei Mozes: Eet dit vandaag, want vandaag is het de sabbat voor de HEERE. U zult het vandaag buiten niet vinden. 26 Zes dagen moet u het verzamelen, maar op de zevende dag is het sabbat. Dan zal het er niet zijn. 27 Het gebeurde echter op de zevende dag dat sommigen van het volk eropuit gingen om brood te verzamelen, maar zij vonden niets. 28 Toen zei de HEERE tegen Mozes: Hoelang weigert u nog Mijn geboden en Mijn wetten in acht te nemen? 29 Zie, omdat de HEERE u de sabbat gegeven heeft, daarom geeft Hij u op de zesde dag brood voor twee dagen. Ieder moet op zijn plaats blijven! Niemand mag er op de zevende dag vanuit zijn verblijfplaats opuit gaan! 30 Zo rustte het volk op de zevende dag.
30
onvoorstelbaar fantastisch indrukwekkend streng eigenwijs beschamend gehoorzaam
f
31 Het huis van Israël gaf het de naam manna. Het was wit als korianderzaad, en de smaak ervan was als van een honingkoek. 32 Verder zei Mozes: Dit is het woord dat de HEERE geboden heeft. Vul een gomer ervan om het te bewaren, al hun generaties door, zodat zij het brood zien dat Ik u in deze woestijn te eten heb gegeven, toen Ik u uit het land Egypte leidde. 33 Ook zei Mozes tegen Aäron: Neem een kruik en doe daar een volle gomer manna in, en zet die voor het aangezicht van de HEERE om het te bewaren, al hun generaties door. 34 Zoals de HEERE Mozes geboden had, zette Aäron het vóór de getuigenis om te bewaren. 35 De Israëlieten aten veertig jaar lang het manna, totdat zij in bewoond gebied kwamen. Zij aten manna, totdat zij aan de grens van het land Kanaän kwamen. 36 Een gomer is een tiende van een efa.
Vragen stellen
1. Bekijk de woorden die je hebt bt opgeschreven. opgeschreven Wat valt je op? Bespreek dit met elkaar. 2. Het thema van dit startweekend is: ‘Meer dan genoeg - geloven in afhankelijkheid’. Wat zien jullie daarvan terug in dit bijbelgedeelte? Bespreek dat met elkaar.
f
f
Antwoorden
De Heere geeft genoeg. Dat zagen we in het bijbelgedeelte, en dat zien we ook in ons eigen leven en in de gemeente. God geeft zelfs meer dan genoeg! Welke zegeningen heb jij van Hem ontvangen? Welke zegeningen zie je terug in de gemeente? Heb je Gods zorg ook ervaren in moeilijke tijden? Schrijf op het vlaggetje welke zegening(en) jij hebt ontvangen of hebt ervaren in de gemeente (kleine kinderen kunnen een tekening maken).
Toepassen
Bid met elkaar. Dank de Heere voor alle zegeningen die Hij jullie (gemeente) gegeven heeft. Je kunt dit doen door één persoon te laten bidden voor wat er op de vlaggetjes is geschreven of door ieder om de beurt te laten bidden (eventueel voorlezen) wat hij op zijn vlaggetje heeft geschreven. Bevestig na afloop je vlaggetje aan de vlaggenlijn in de zaal. Zo wordt zichtbaar wat er door de gemeenteleden aan zegeningen is opgeschreven!
bijlage 3
32
bijlage 4
Meer dan genoeg Themalied onderbouw
Zie je daar die mensen lopen door het zand van de woestijn? Allen denken, allen hopen gauw in Kanaän te zijn. Maar de mensen gaan nu klagen, en ze zeuren elke keer: ‘Hoor, wij lopen al veel dagen, er is haast geen eten meer.’ Toch blijft God wel voor hen zorgen. Hij geeft water, vlees en brood. Hij geeft manna, elke morgen, want Zijn liefde is heel groot. Ik heb ook heel veel gekregen. God gaf meer dan ik Hem vroeg. Hij gaf mij dit jaar veel zegen: Hij gaf mij meer dan genoeg! Melodie Hoger dan de blauwe luchten (OTH 416) Tekst Roel Bartels Overgenomen uit de HGJB-dankdagmap 2009
Meer dan genoeg Themalied bovenbouw
De Isra-lieten reizen. God leidt hen door Zijn hand. Hij zal de weg wel wijzen naar het beloofde land. En als het volk gaat klagen dan ligt er ’s morgens vroeg het manna, alle dagen. God geeft meer dan genoeg. Het volk gaat manna zoeken en raapt zoveel als mag. Ze bakken honingkoeken, maar niet op sabbatdag. Zo wil God voor hen zorgen met water, vlees en brood. En Hij toont elke morgen: Mijn liefde is heel groot!
Dank God voor alle dingen: voor arbeid en gewas. Dank dat wij kunnen zingen, dat er voldoende was. Wij hebben veel gekregen; vaak lijkt dat heel gewoon. God gaf de grootste zegen door Jezus, door Zijn Zoon! Melodie Van U zijn alle dingen OTH 163 Tekst Roel Bartels Overgenomen uit de HGJB-dankdagmap 2009
bijlage 5 Op deze bijlage staan voorbeelden van typografie van wandborden met als thema ‘In dit huis…’. De bijlage is bedoeld om ideeën op te doen voor een eigen wandbord met een tekst over afhankelijk zijn van God.
Katern startweekend
Deze katern is een uitgave van de HGJB
Landelijk Centrum HGJB Pr. Bernhardlaan 1 3722 AE Bilthoven tel 030 2285402 fax 030 2252157
[email protected] NL 35 RABO 0308 3168 35