Rijnland Katern | mei 2014 Door Ruud de Graaff, penningmeester
FINANCIEEL BELEID VAN DE RV RIJNLAND Algemeen: de vereniging is financieel gezond !
En dat willen we graag zo houden. Die gezondheid is gebaseerd niet op “liggende gelden” (spaarpotten o.i.d.), maar op een sluitende exploitatie van jaar tot jaar, een prima functioneel gebouw, een relatief prachtige vloot en een groot aantal vrijwilligers die, naast roeien, zich voor alle mogelijke taken bereid verklaren.
September 06/07 Aegon Open Roeidag KNRB 06
Nationale tocht aangepast roeien (NAR) Breda
06
Roei-inloop voor nieuwe leden (13.00 uur)
12 Midweekroeien 13/14 Vlietlanddagen 13
Geuzentocht voor leden
13
Roei- en stuurproeven
14 IJsselregatta
Via een botenplan en een jaarlijkse vervangingsuitgave (van een € 30.000,-) wordt de kwaliteit van de vloot op peil gehouden. De taak van het bestuur ligt echter in de eerste plaats bij de instandhouding van ons huis en na 20 jaar dienen zich allerlei onderhoudsvraagstukken aan. In 2013 is een groot-onderhoudsplan voor onze opstallen en terrein opgesteld voor de periode t/m 2020, en na inwinnen van adviezen van deskundigen kwam er een totaal van € 100.000,- aan groot-onderhoudskosten voor deze periode op tafel. De voorziening voor het kunnen betalen van dit groot onderhoud wordt ten laste van de normale exploitatierekeningen over deze jaren tot genoemd bedrag aangevuld. Teneinde dat mogelijk te maken was aan een eenmalige contributieverhoging niet te ontkomen en de Algemene Ledenvergadering (ALV) heeft in maart jl. met dit plan ingestemd.
24 Bestuursvergadering 27
Groene Hartmarathon
Oktober 04
Haegse Blufmarathon
04
Roei-inloop voor nieuwe leden (13.00 uur)
04 Stoerevierentocht 04
Internationale Vechtrace
05
Roei- en stuurproeven
18
Tromp Boat Race
22 Bestuursvergadering
Op de hoofdzaken van pand en vloot kan hierdoor de vereniging, zonder verdere incidentele contributiewijzigingen t/m 2020, financieel gezond blijven.
Kans(en): Volgend jaar – 2015 – bestaat onze vereniging 50 jaar en dat is o.a. het moment om naar de omgeving in de meest ruime zin uit te stralen wie wij zijn, wat we doen en waarom roeien zo’n fantastische sport is. De bouwcommissie heeft in de ALV van maart jl. plannen voor de bouw van een multifunctionele ruimte (“serre”) voorgelegd. De ALV heeft het bestuur opgedragen deze plannen zowel bouwkundig als financieel verder uit te werken en zo zal er in oktober a.s. een buitengewone ALV worden georganiseerd om aan u de uitwerking van dit plan voor besluitvorming voor de leggen. Voor de uitstraling van onze vereniging zou je de bouw van deze multifunctionele ruimte in het lustrumjaar als een unieke “kans” kunnen zien.
Colofon Coördinator dit nummer: Peter Reimer Coördinator volgend nummer: Ineke Bartels Kopij voor het juninummer (verschijnt rond 26 september 2014 ) inzenden vóór 17 september 2014 | e-mail:
[email protected]
1
1965-2
015
50
FINANCIEEL BELEId VAN DE RV RIJNLAND
Bedreigingen: Voor een penningmeester zijn er twee posten in een begroting die telkens weer moeilijk planbaar zijn en dat zijn: Contributies: Ons ledental (geteld per 1 jan.) is al enkele jaren vrijwel stabiel op ruim 500. We streven naar groei, maar het kan zomaar omslaan in een vermindering. De mond-tot-mond reclame van u allen is nog steeds de beste acquisitiebron. Dus laten we er dus ook allen ons best voor doen (ruim) boven die 500 leden te blijven! Onvoorzien verder groot onderhoud: Zoals boven gesteld is er met maximale nauwkeurigheid het groot-onderhoudsplan opgesteld. Echter, voor verrassingen kunnen ook wij worden gesteld en voor de betaalbaarheid daarvan moet dan ad-hoc een oplossing worden gezocht. Zodra in enig jaar deze bedreigingen zich voordoen en leiden tot noodzakelijke extra substantiële uitgaven, dan kan het zo zijn dat in dat jaar de aanschaf vloot enigszins zal moeten worden getemporiseerd. Alle andere substantiële begrotingsposten (huur, contributie KNRB, bootsman, verzekeringen) zijn niet of nauwelijks te beïnvloeden. Ik heb er alle vertrouwen in dat wij door toepassing van het bovenstaande de vereniging financieel gezond kunnen houden.
Door Ton van der Pennen
Beeldende verhalen Helden op het water Onlangs verscheen een prachtig boek over het roeien: ‘Helden op het water’. Het is het zonder meer waard om op de koffietafel van iedere roeivereniging te liggen. Volgens de achterflaptekst is het boek een visitekaartje van de roeisport. De schrijver Leo van de Ruit en fotograaf Stefan Vanfleteren portretteerden helden uit het verleden zoals Nico Rienks en Ronald Florijn, de gouden Holland Acht, maar ook de toproeiers die het gaan maken op de komende WK op de illustere Bosbaan in Amsterdam. De mooiste en veelal unieke foto’s uit toonaangevende archieven zijn door hen gebruikt ter illustratie van deze heldenverhalen. Met deze helden wordt een krachtig beeld van de roeisport neergezet. Gezegd wordt dat dit het boek is dat de roeisport nog miste en waar de echte roeiliefhebber niet zonder kan. Deze publicatie past als het ware in een trend waarin de topsport in vele opzichten een vlucht heeft genomen. Was deelname aan een toernooi op zich nog nastrevenswaardig, nu is het bereiken van een podiumplaats meer en meer een selectiecriterium geworden. Het niveau van de sportbeoefening, de publieke belangstelling voor evenementen en prestaties, hun media- en sponsorwaarde; ze zijn tot ongekende hoogtes gestegen. Ook de impact die topsport op jongeren en volwassenen heeft is onvergelijkbaar met voorheen. De topsport gaat gepaard met een sterke mate van emotionele betrokkenheid en identificatie en is daarmee wereldwijd voor miljarden mensen betekenisvol. Topsporters zijn de boegbeelden van hun tak van sport. Maar meer dan dat. Ze zijn als het ware visitekaartjes. Op de vraag in een ver buitenland waar je vandaan komt en je zegt dan Nederland, is de reactie van: ‘Johan Cruyff, Marco van Basten’. Maar voor wie is dit heldendom weggelegd? Voor een enkeling. Maar wie kan anderszins een sportheld zijn? Helden van de breedtesport De roeisport mist, zover ik dat kan overzien, nog een ander boek. Op mijn koffietafel ligt zo’n missing link. Deze publicatie is afkomstig uit de voetbalsport: Hollandse velden. Het is alweer een tijdje terug dat dit boek van de fotograaf Hans van der Meer uitkwam. In dit boek worden niet de bekende helden getoond. Die waren al eerder geportretteerd: Van der Sar, Gullit, Rijkaard, Seedorf, Bergkamp, Koeman, Van Nistelrooy. De velden in dit boek zijn niet omringd door volle tribunes van de bekende
2
stadions, waar het dak kan sluiten als het weer guur is, maar deze velden zijn door een laag hekje afgebakend in een oneindig polderlandschap. Een laag hekje met een reclamebord van de plaatselijke slager, die de club sponsort. Een hekje waar een aantal supporters overheen hangen, de spelers aanmoedigen en commentaar geven op het spel. Waar de wind vrij spel heeft en de regen het veld sompig maakt. De omgeving krijgt op zo’n veld de rol van een ontnuchterende werkelijkheid. De meeste voetballers beseffen op een dag dat hun talent niet toereikend was om te mogen spelen voor volle tribunes. Op deze velden lopen en rennen de helden van de zogenoemde breedtesport. Evenals de topsport heeft dit perspectief beleidsmatige aandacht. In passende beleidsformulering luidt dan ook de omschrijving van breedtesport: ‘ (…) elke vorm van sport en spel die niet tot topsport wordt gerekend. Breedtesport is laagdrempelig. Mensen moeten weer en meer in beweging komen. Het gaat niet alleen om bewegen, maar ook om het plezier hebben om samen met anderen bezig te zijn.’
Een continuüm Binnen een sportvereniging zijn kenmerken van de breedtesport, maar zeker ook van topsport te herkennen, zo ook bij Rijnland. De invloed van topsport zal doorgaans indirect zijn zoals de toeloop van nieuwe jonge leden na het behalen van internationale successen, de kleding, trainingsprogramma’s, e.d. Deze twee invloedssferen zijn tot een vijf puntenschaal te herleiden, die verschillende intensiteiten, ambities op de sportbeoefening direct en indirect uitdrukken: topsporter, sporter, beweger, recreant, toeschouwer. Ze zijn ook binnen onze vereniging te herkennen. Zo wil de ene roeier als eerste over de finishlijn gaan en een ander vindt het voortgaan over het water in een technisch mooie cadans het hoogste doel, een ander noemt het op een andere manier beleven van het weidelandschap. In sommige gevallen is er sprake van gescheiden werelden en kan het tot misverstaan en spanningen leiden. De verschillen zijn echter gradueel. Het gaat om vloeiende overgangen bij deze typologie. Overeenkomstig en bindend is het genieten van de roeisport. De leeftijd en talent is (enigszins) van invloed waar de roeier op de ‘schaal van vijf’ geplaatst kan worden. Zoals gezegd ontbreekt het aan een boek waarin de breedte van de roeisport verbeeld wordt. Ik doe hiertoe voor onze vereniging een aanzet. Ik heb een aantal Rijnland roeiers gevraagd wat voor hen de roeisport betekent. In de onderstaande bloemlezing is een eerste selectie gepresenteerd. Er volgt meer.
Een bloemlezing Peter “Roeiend in de skiff streef ik naar de perfecte haal. Ik geniet van de lichaamsbeweging waarbij de boot in volkomen balans onder mij doorglijdt. Roeien is een sport voor doorzetters. Het is een eerlijke sport, je kunt geen gemene dingen doen om een ander onderuit te halen. Wil je wat in deze sport presteren dan moet je er vol en gedreven in gaan. De sociale aspecten - die er ook zijn en zeker zo belangrijk - laat ik buiten beschouwing. Deze zijn eigen aan elke sportclub.” Guill “Roeien is een sport, die mij dwingt tot nadenken over wat mijn lijf kan om die boot zo mooi en snel mogelijk over dat water te laten gaan. Dit is voor mij een uitdaging en als dat een beetje lukt dan komt de cadans en droom je weg in de voortgang en is de dag goed. Roeien is ook, op dat water zijn met roeimaten, de natuur beleven, kletsen. Ik ken al veel weidevogels en rietzangers, rode wouwen, bevers, ooievaars en sperwers, om maar iets te noemen. Dit recreatieve roeien brengt je overal en zeker bij ons in de randstad is het goed toeven op het water, zeker buiten het vaarseizoen als het stil is.” Gerbrand “Roeien, tsja, wat is roeien. Tegen een plank trappen met stokken in je hand, en dan de kant opgaan die je net niet ziet. Het risico van een nat pak, óf door om te slaan in een soort drijvende naald, óf door bakken water uit de hemel. Roeien is vier keer in de week om zes uur opstaan en je een hartvergroting trainen. Om je dan uit te putten door zo snel mogelijk weer naar het punt te roeien waar je vandaan kwam, samen met een stel andere verdwaasden. Roeien is ’s morgens in de vrieskou aan een marathon beginnen, blaren in je natte handen te krijgen, of je lunch onder een brug te moeten nuttigen omdat dat de enige droge plaats is. Maar roeien is ook het water, steeds wisselend van kleur en stemming, soms vlak en soms met schuimende golven. De wind door je haren en de zon op je huid voelen. Roeien is de wereld van een andere kant bekijken, op plaatsen waar niet iedereen komt, en langzaam wisselende landschappen voorbij zien trekken. Het is de voldoening om op eigen kracht vooruit te komen en een vrijheid te genieten die velen niet kennen of kunnen genieten. En om dat samen te doen, met vreemden die je vrienden worden. Roeien is top.” Bart “Dan denk ik aan de niet altijd lonende inspanning van een wedstrijd roeier; aan de zwevende gang van een ranke wedstrijd skiff; aan al die mensen die de roeivereniging draaiende houden; de verhitte of juist beheerste levendigheid op het vlot; de vorstelijke uitstraling van al die boten in de botenloods; het natte spoor in de loods na een onvrijwillige duik; het geruis van het weggedrukte water onder de boot; wegdromen op de plas; genieten van de ruimte, de prachtige Hollandse luchten, de luchtbellen op de plas, de vele tinten groen, de nevel, de wind, de golven, de windstilte, het spiegelende water op de plas, de zeilende kinderen van de zeilschool; de vissers; de sluis in Leidschendam, het keerpunt van de wedstrijd roeiers; de aandacht voor de inpik, de haal die nooit optimaal is, de riggers met hun nuttige functie, maar die ook de golven van de jachten in de boot laten lopen; het commando ‘zoek balans’, ‘slag klaar maken, af,’ enz., enz.”
3
Door Lieneke Hoeksma
Wie is Leida Kruse?
Leida Kruse
‘Ah: een nieuw gezicht!’ Ik was maar net lid van Rijnland, zo’n zes jaar geleden, en liep zaterdagochtend nietsvermoedend richting loods om me voor het eerst bij de damesveteranenacht te melden. In de buurt van het vlot werd ik staande gehouden door een zeer vriendelijk ogende mevrouw, twee pretogen onder een bos witte haar. Ze stelde zich voor met ‘Leida, … en wie ben jij?’ Ze streeft ernaar de namen van alle leden te kennen, legde ze uit. En zo ‘kende’ ik al iemand - naast mijn ploeggenoten en coach - al op mijn eerste dag bij Rijnland. Dat dit niet een ongewone gang van zaken is, bleek snel tijdens het ruim anderhalf uur durende gesprek dat we laatst met elkaar hadden. Ze lijkt inderdaad de hele vereniging bij naam te kennen, ongestoord praten is er niet bij als je met Leida koffie drinkt in de sociëteit: nieuwe en oude leden komen met nieuws en vragen – vragen waar ze ook altijd een antwoord op heeft. En dat komt niet alleen door die persoonlijke introductie die ze zo vaak mogelijk bij ieder nieuw gezicht herhaalt. Leida is 32 jaar lid van Rijnland, en niet alleen in de boot, maar ook in de bestuurskamer en in commissieverband. Maar laten we bij het begin beginnen. Waarom ging Leida roeien? Die keuze bleek al veel langer geleden gemaakt te zijn: begin jaren vijftig van de vorige eeuw. Leida’s broer roeide bij Het Spaarne, en toen ze 15 was, ging Leida met hem mee, om gedurende de eindeloze zes weken van de zomervakantie te leren roeien. Elke zomer organiseerde Het Spaarne schoolwedstrijden, waarbij leerlingen die al konden roeien instructie gaven aan hun leeftijdsgenootjes, om zo deze mooie sport te propageren. De instructieperiode – zes weken lang elke dag les! – werd afgesloten met wedstrijden waaraan zo’n honderd (!) leerlingen meededen, gevolgd door een spetterend feest met nog eens 300 extra jongens en meisjes. Leida won met haar ploeg de schoolwedstrijden en - enthousiast geworden - werd zij lid van Het Spaarne. Daar begon zij met stijlroeien, zoals alle meisjes in die tijd, om later te gaan wedstrijdroeien. In die tijd gaf zij ook instructie, o.a. aan een meisjesploeg die nationaal kampioen op de Bosbaan werd. Na een roeiloze tussenperiode van studie en werk, belandde Leida met man Jan en twee dochters in Zoeterwoude. Ze kreeg weer zin en tijd om wat actiefs te doen en lokte Jan mee om op een zaterdagmiddag naar Rijnland te fietsen. Geen spoor van leven: alle boten achter slot en grendel en geen mens te bekennen. Het verschil met de drukke Spaarne-zaterdagen was te groot, dit was geen vereniging voor Leida. Dacht ze. Want toen ze in 1982 naar Voorschoten verhuisde bleek buurvrouw Corrie Smit lid te zijn van Rijnland, en zij schetste een heel ander beeld. Rijnland mocht bij Leida in de herkansing, ze fietste weer eens richting Kniplaan en kwam Altie Waal tegen op het fietspad. Na het korte gesprek dat toen plaatshad, achtte Altie Leida geschikt voor haar roeiploeg. En zo roeit Leida al 32 jaar elke week in deze haast legendarische woensdagochtendgroep, en heeft ze na het overlijden van Altie de coördinatie ervan overgenomen. De groep bestaat uit ongeveer tien vrouwen, uiteraard niet meer de jongsten. Het is een hecht gezelschap, waar niet iedereen inpast, en naast het roeien is het jaarlijks etentje in het voorjaar heilig voor de ploeg. Altie – destijds voorzitter van Rijnland - vond in Leida ook een toegewijde secretaris voor het bestuur. In een latere periode is ze zes jaar Commissaris Roeien geweest onder voorzitters Peter Reimer en Joost Paijmans. Vandaag de dag zullen de meeste leden Leida kennen van de Krusecrew. Deze heeft zijn oorsprong in een paar nieuwe leden aan wie – zo’n twintig jaar geleden - Leida gevraagd werd instructie te geven. Het werd een gezellige ploeg, en na het slagen voor hun examens bleven ze elke zaterdag met elkaar roeien. Zodra Leida een nieuw lid
4
met al enige roei-ervaring spotte, werd die uitgenodigd om de Krusecrew te komen versterken. Twintig jaar lang gingen zo mensen weg, en kwamen nieuwe mensen erbij en is er een bont gezelschap ontstaan, dat niet alleen met elkaar roeit maar ook andere activiteiten onderneemt. Door verhuizing, werk, kinderen enz. zijn er voortdurende wisselingen in de ploeg, maar de onderlinge contacten blijven vaak bestaan. Het is inmiddels een soort kweekvijver voor de wedstrijdploegen geworden, wat Leida’s ego wel streelt, maar het voor haar moeilijker maakt om het niveau elke keer weer op te krikken en vast te houden. Het hoogtepunt van de Krusecrew was de organisatie van SNOWROW ter gelegenheid van de Diës in 2007. Thema: winters Oostenrijk, met een dweilorkest en een loterij met prachtige prijzen. Hoofdprijs: een verblijf van een week in een prachtig Oostenrijks chalet. De meeste tijd besteedt Leida echter aan haar taak als coördinator roeien. Dat houdt in: kennismaken met nieuwe leden, instructeurs zoeken, enz. Soms wel even puzzelen, maar het lukt haar altijd. Ze blijft deze nieuwe leden (en instructeurs) belangstellend volgen tot en met hun examens, waarbij ze altijd trouw op het vlot staat toe te kijken. Dat vindt ze niet meer dan natuurlijk. En ze heeft er wel kijk op want ze heeft ook nog zes jaar in de examencommissie gezeten. En zo komt het dus dat Leida iedereen op Rijnland bij naam kent. En dat wij allemaal weten wie Leida Kruse is.
Door Nico van Ravesteyn
Je mist wat als je Roei! niet leest Heb je dat stuk van Mark Emke over de uitpik gelezen,“keren vanuit de druk, en stilte in de dol ” ? Nu het tweede nummer van het roeiblad Roei! uit is, merk je dat je echt wat mist wanneer je dit niet gelezen hebt. Ter gelegenheid van het lustrum van Die Leythe is een bewerking opgenomen van de feestrede van H. M. van den Brink, de schrijver van het bekende roeiboek ”Over het water. In dit boek wordt goed de mystiek van het roeien beschreven, het geluksgevoel wanneer de scheiding wegvalt ‘tussen denken en voelen’ ….. Hij blikt terug naar de tijd waarin hij bij Die Leythe roeide in de jaren ‘70. In elk nummer staat een leerzame visie van Mark Emke over een goede roeihaal. Hij beschrijft hier de eindhaal of uitpik. Helder en kort, met goede foto’s. Verder onder meer een korte voorbeschouwing van de WK op de Bosbaan, een leuk geschreven portret van een jonge roeivereniging, De Grift bij Apeldoorn en een vergelijking van twee recreatie-skiffs, de Volans 2 en de LiteBoat. Kortom een echt leesblad met goede foto’s, de 40 bladzijden bieden een goede mix van toer- en wedstrijdroeien, over mensen en techniek. Geen KNRB mededelingen, roei-agenda en uitslagen. Je kunt je op elk moment als abonnee opgeven, via www.roeiblad.nl . Het blad kost 25 euro voor zes nummers.
5
5
0
50
50
volgende nummer verschijnt rond 17 september 2014 vervolg brainstormsessie ter versterking van het actieplan
6