PNI Katern VISIE Binnen de psycho-neuro-immunologie (PNI) bestaat een aantal stromingen die ieder op zich een meerwaarde bieden. De visie van Stichting Van Nature is dat PNI een deel is van regeneratieve geneeskunde. Een wetenschap die ook voeding, beweging en andere natuurlijke en niet-natuurlijke interventies als klinisch waardevol beschouwt; interventies die via regulatie van communicatiemechanismen (PNI) het (epi)genetisch proces positief kunnen beïnvloeden. De wetenschap die hiermee wordt uitgedragen verschilt van de klassieke PNI door het feit dat PNI in ruimere zin wordt toegepast in de kliniek en factoren zoals voeding, beweging en stoornissen van viscerale organen erbij betrekt. Stress is veel meer dan psychologische belasting: het is ook de belasting door foutieve voeding, milieufactoren en vele andere belastingsfactoren. Dit is de reden dat we spreken over klinische psycho-neuro-immunologie. Binnen het PNI-Katern treft u uitsluitend PNI-artikelen aan onder wetenschappelijke verantwoordelijkheid van Leo Pruimboom. Reageren:
[email protected]
PNI
38
Van Nature nr. 13 - 2009
KATERN
OPINIE
Decision making in uncertain times Evolutionaire wegen tot het komen van een oplossing
Leo Pruimboom
Abstract: Decision making is one of the most, if not the most, important allostatic strategy of human being. Allostatic capacity is the capability to restore homeostasis after a stressful event at the cellular and systemic level within a time-dependent concept. Stress alters energy allocation of almost all organs and systems of the modern human, being the brain the most important organ. The fact that stress alters the choice of energy resources and significantly increases energy demand makes stress an evolutionary “expensive” trait. A fact which polished the stress-systems of all primates in general and especially of the homo sapiens. Making the right decision is the most effective way to relax stress axes; a capability which is influenced by factors such as nutrition, genetic background, evolutionary trade offs, exercise, urban living, culture and economical level. The uncertain times of today’s society make “the right decision making” a hazardous task. If decision making is an allostatic system, there should exist something like a human decision making brain-area or areas. Dopaminergic areas seem to be involved and probably determine decision making procedures in the brain. The utility theory is the basis for decision making neurobiology, being dopamine sensibility the rate limiting process of the capacity of making the right decision. Dopamine anatomy has evolved during the hominid evolution; intelligence seems to be dependent of dopamine-sensible neurons. Dopaminergic neurons possibly express a range of dopamine receptors (D1-D5). The two most important receptors for decision making are D1 and D2 receptors. D1 and D2 exhibit different functions in a cooperative way. Health and decision making are related by the rate between D1 and D2 receptors; a rate dependent on nutritional factors (omega 3 fatty acids), urban population, future decision making pressure, tyrosine containing nutrients, refined carbohydrates, exercise and meal size/frequency. The actual crisis is a consequence of wrong decision making; to solve and prevent another destructing situation, modern life demands for correct future decision making in a (very) uncertain economical and ecological environment.
Inleiding Stress als zoeksleutel in pubmed levert op dit moment 377.786 hits
wetenschap die zowel bottom-up (vanuit het lichaam naar de hersenen)
op. Het woord stress kan beschouwd worden als hét woord van de
als top-down (vanuit de maatschappij) processen bestudeert. Daarbij
nog jonge 21e eeuw. Stress thuis, stress als ziekteoorzaak, werkstress,
wordt verschil gemaakt tussen emotionele, intuïtieve en rationele
milieu-stress, “wat ben ik gestresst”, “wat heb jij een stress zeg” en
besluitvorming. Besluitvorming vraagt om een aantal kwaliteiten zoals
dan nu ook nog de wereldwijde economische crisis waardoor nog
ervaring, voorspelkracht, beloning-interpretatie en stresstolerantie;
meer stress ontstaat. Jammer genoeg is stress als term een eigen leven
kwaliteiten die op hun beurt worden beïnvloed door een groot aantal
gaan leiden; een weg die bijvoorbeeld ook het woord discriminatie is
factoren waaronder voeding, sekse, leeftijd, body mass index, geneti-
gegaan (betekent eigenlijk alleen maar ‘onderscheid tussen’, een juiste
sche achtergrond en epigenetische programmering. De neurobiologi-
term om bijv. een man van een vrouw te onderscheiden). Stress heeft
sche basis voor het nemen van ‘het juiste besluit’ lijkt vooral gelegen
namelijk duidelijk een negatieve klank gekregen terwijl Seley de term
in het dopaminerge deel van het brein (zie afbeelding 1 op de volgende
stress lanceerde als ‘reactie van het lichaam’ en kan zowel positief als
pagina).
negatief zijn. Stress-situaties zijn alleen dan ziekmakend als het individu ‘besluit’ dat hij/zij deze situatie ziet/voelt als bedreigend en voor
Dopamine is misschien wel de belangrijkste stof voor de verklaring
deze situatie geen adequaat reactiepatroon heeft (lees: oplossing).
van de unieke functie van het menselijk brein. De gedragsvormen
Stress-assen zoals de locus coereleus-sympatische motorneuronen-
zoals (grammaticaal) taalgebruik, wiskunde, het gebruik van gereed-
bijnierschors en de HPA-as reageren op gevaar met de productie van
schappen, kunst, muziek, religie en het kunnen beoordelen van de
respectievelijk noradrenaline en cortisol. Reacties die energetisch duur
intentie van anderen worden vaak beschouwd als menseigen, wat
zijn en zowel het centrale (hersenen en ruggemerg) als het perifere (het
duidelijk een foute opvatting is. Zo maken dolfijnen gebruik van gram-
soma) deel van het lichaam belasten. Het nemen van de juiste beslis-
maticale taal, bepaalde parkietsoorten kunnen feilloos tot tien tellen,
sing zorgt voor de oplossing van het gevaar en daarmee voor rust in de
apen hebben een wiskundig vermogen, orang oetangs hebben hun
stress-assen. Besluitvorming kan hierdoor beschouwd worden als het
eigen gereedschappen, chimpansees spelen drum en kunnen net zoals
belangrijkste allostatische systeem. De wetenschap van besluitvorming
olifanten abstracte schilderijen schilderen. >>
wordt ook wel neuro-economie of neurobio-economie genoemd; een
PNI
KATERN Van Nature nr. 13 - 2009
39
Afbeelding 1. Het dopaminerge brein;
Route naar basale striatum
drie systemen met ieder een eigen functie (nigrostriataal, mesolimbisch en tubero-
Route naar basale ganglia Prefrontale cortex
infundibilair, Bron: CNSforum.com)
Nigrostriatale systeem
Route naar frontale cortex
Mesolimbisch systeem Tubero infundibulaire systeem Hypothalamus posterieur Ventrale tegmentum Substantia nigra
De genoemde gedragsvormen zijn dus niet uniek voor de mens, de
De werking van dopamine verloopt over de receptoren D1 tot en met D5,
manier waarop de homo sapiens deze kenmerken gebruikt wel! Uniek
waarbij D1- en D2-receptoren, en dan vooral de verhouding ertussen,
is het feit dat de mens de verschillende intelligente gedragsvormen op
van belang zijn voor cognitie en typisch menselijk gedrag. De interactie
verschillende wijzen kan toepassen:
tussen dopamine en de D1/D2-receptoren verloopt via een omgekeerde
• Context-onafhankelijk
U-vorm. Dextroamfetamine is een bewezen agonist van dopamine.
• Generaliserend
Mensen met een verlaagd basaal dopaminegehalte scoren door het
• Bijna oneindige abstracte toepassing
gebruik van dextroamfetamine beter op cognitieve tests; overgebruik vermindert de cognitieve capaciteit. Dopamine heeft invloed op de
Daarbij blijkt één aspect absoluut ‘menselijk’; het kunnen nemen van
frontale kwabben, waarbij een verschil gemaakt moet worden tussen
een besluit met impact in de toekomst. De genoemde unieke toepas-
het nigrostriatale en het mesolimbische systeem (afbeelding 1). Het
singsvormen van verder gegeneraliseerd intelligent gedrag lijken vooral
nigrostriatale deel, beginnend in de substantia nigra en verbonden met
met de ontwikkeling van het humane dopamine-brein te maken te
het striatum, behoort bij het zogenaamde ‘emotional motor system’ en
hebben. Dopamine wordt verantwoordelijk geacht voor zes kritische
beïnvloedt beweging en bewegingskeuze (een beslissing). De overgang
functies met betrekking tot taal en besluitvorming. Dit zijn taken die
tussen het striatum en de substantia nigra kan beschouwd worden als
vooral behoren tot de functies van de linker hemisfeer:
het deel van het brein dat beslist of bepaald (motorisch) gedrag wordt toegelaten; het non-permissive deel van de hersenen. Het mesolimbi-
• Motorische planning
sche deel, beginnend binnen het ventrale tegmentum, is vooral verant-
• Werk-geheugen
woordelijk voor gecompliceerd motivationeel en exploratief gedrag.
• Cognitieve flexibiliteit
Verbindingen vanuit beide systemen met de frontale cortex (PFC) zijn
• Analyse in de tijd en sequentiële taak-uitvoering
doorslaggevend voor het nemen van beslissingen op zowel de korte
• Abstraheren
als de lange termijn. D1-receptoractivatie door dopamine functioneert
• Generaliseren
als een soort poort voor de toelating van informatie. Dit betekent dat D1-receptoren alleen dan info doorlaten tot het werkgeheugen en de frontale cortex als die belangrijk genoeg is. D2-receptoren signaleren de informatie en maken deze beschikbaar voor de frontale cortex, waardoor een actie kan worden ondernomen en het werkgeheugen kan
40 40
Van Nature nr. 13 - 2009
W O NODPGI ENNI EE Z I N G
worden bijgeschaafd (besluitvorming en het leren nemen van het juiste besluit). De werking van D1- en D2-receptoren wordt sterk beïnvloed door beloningen in vrijwel alle vormen (bijv. voeding, bloemen, lichamelijke aanraking en geld). Vrijwel alle beslissingen hebben een intrinsieke beloning als gevolg. Het kiezen van een voedingsmiddel, de keuze van een school voor een jong kind, de studiekeuze en zelfs het kiezen van een partner is een ‘beloning’-afhankelijk proces. Het optimaal functionerend dopaminerge brein maakt voor elke beslissing een soort van analyse tussen de impact van een beloning en de energie die het nemen van een bepaald besluit met zich meebrengt. De resultaten van sporters tijdens de Olympische Spelen zijn een duidelijk voorbeeld van de bereidheid van het dopaminerge brein om veel energie te steken in training en voorbereiding met als doel het behalen van een zeer grote beloning. Regionale clubkampioenschappen hebben bijna nog nooit een wereldrecord opgeleverd mits er aan dit kampioenschap geen grote geldprijs verbonden is. Ook drugs (smart en hard drugs) behoren tot de groep van beloningen
De oorsprong van het dopaminerge brein
met invloed op besluitvorming. De dopaminerge zoektocht naar belo-
Dopamine is een ‘oude’ neurotransmitter die wordt gevonden in het
ningen is zichtbaar bij mensen met ernstige drugsverslaving. De eerste
brein van bijna alle dieren. Het verschil tussen mensen en andere
verslavende werking is misschien het euforisch effect van bepaalde
dieren, waaronder niet-humane primaten (bijv. chimpansees), is:
drugs. Een effect dat begeleid wordt door een verhoogd gevoel van
• de hoeveelheid neuronen die zich bezighouden met dopamine-
helderheid en energie. Na het verdwijnen van het euforisch effect blijft
functies
de verslaafde vooral zoeken naar de twee toegevoegde effecten (helder-
• de hoge dichtheid van dopaminereceptoren op neuronen van
heid en energie). Drugsverslaafden blijken één risicofactor gemeen te
de eerste neocorticale laag (jongste deel van de neocortex)
hebben: een veranderde gevoeligheid voor dopamine door storingen
• het aantal verbindingen tussen deze neuronen en dan vooral
in de verhouding tussen D1 en D2 (D1/D2-ratio). Een gestoorde D1/
binnen de frontale kwabben.
D2-ratio kan leiden tot theoretisch twee soorten gestoord gedrag en gestoorde besluitvorming:
Dopamine wordt geproduceerd uit het aminozuur L-tyrosine (zie afbeelding 2), waarbij het enzym tyroxine hydroxylase (een oxigenase)
a. Een verminderde D1-signaalfunctie geeft aanleiding tot vermin-
de beperkende factor is.
derde differentiatie-capaciteit en daarmee verstoord filteren van minder belangrijke informatie. Achtergrondruis verstoort de registratie van werkelijk belangrijke prikkels met als gevolg dat
OH
OH
het werkgeheugen en planninggedrag deficiënt functioneert. De
OH
aandacht wordt getrokken tot minder belangrijke stimuli, waarbij in extreme gevallen zelfs sprake kan zijn van hallucinaties, desil-
H
lusie en neurocognitieve dysfuncties. Een typisch beeld van een gestoorde D1/D2-ratio stoornis richting een verminderde D1-functie is ADHD. Stimulatie van D1-receptoren blijkt bij deze mensen een significante verbetering te geven van bijna alle ADHD-symptomen
OH
H2N O
Tyrosine hydroxylase
H OH
H2N
(o.a. aandachtsstoornissen). b. Overactiviteit van D1-receptoren zorgt voor verlies aan cognitieve flexibiliteit door het uitlokken van een zogenaamd focusgedrag.
O Afbeelding 2. Omzetting van L-tyrosine in de voorloper van dopamine (L-dopa), de bepalende stap voor de productie van dopamine.
Prikkels worden continu waargenomen maar zorgen niet voor een update van het werkgeheugen. Obsessief, stereotypisch gedrag is dan het gevolg. Mensen met een verhoogde D1-gevoeligheid
Tyrosine hydroxylase-activiteit wordt beïnvloed door achtereenvolgens
(D1>D2) zijn nog steeds besluitvaardig, maar minder in staat om
tyroxine (schildklierhormoon), calmodulin (calcium modulated protein,
een fout genomen beslissing terug te draaien (reversed learning).
een calciumbindend eiwit) en vitamine D. Daarnaast gebruikt tyrosine
Een teken van een gestoorde cognitieve flexibiliteit.
hydroxylase de co-enzymen foliumzuur, ijzer, vitamine C en zuurstof (zie afbeelding 3). De werking van de co-enzymen hebben invloed op de
De productie van dopamine en haar receptorgevoeligheid wordt bepaald
stof tetrahydrobiopterin dat functioneert als waterstofdonor voor tyro-
door factoren zoals voeding, beweging, maaltijdfrequentie, stedelijk
sine hydroxylase. >>
woongedrag, competitiegedrag, vitamine-D-gehalte (zonneschijn) en bovenal door de ‘snelheid van leven’. Deze factoren zijn waarschijnlijk doorslaggevend geweest voor de ontwikkeling van het menselijk brein en daarmee de evolutie van de homo sapiens.
PNI
KATERN Van Nature nr. 13 - 2009
41
NH3 CH2
Tyrosine
CH
O
HO
tyrosinehydroxylase
C O¯
tetrahydrobiopterine + O2
Foliumzuur O2 Fe B6
dihydrobiopterine + H2O NH3 CH2 CH O O¯ O
DOPA HO
DOPA-decarboxylase
OH
CH2 CH2
Afbeelding 3. De productie van dopamine uit tyrosine met behulp van de co-enzymen ijzer, folium-
CO2
HO OH
NH2
Dopamine
zuur, vitamine B6 en zuurstof.
Toen miljoenen jaren geleden de toen nog homo habilis geheten voor-
Besluitvorming in stressvolle en onzekere tijden
ouder van de huidige mens begon met zijn lange evolutionaire reis
Het dopaminerge brein is in principe in staat om iedere beslissing te
tot die moderne homo sapiens, is hij daarbij geholpen door een aantal
nemen, afhankelijk van dopaminegevoeligheid en daardoor het behoud
factoren die essentieel zijn geweest voor de evolutie van zijn/haar
van typische menselijke gedragsvormen zoals cognitieve flexibiliteit,
lichaam en brein:
toekomstvoorspelling en ‘offline’ abstractie (een abstracte voorstelling
•
Het verlaten van het voedingsbronnen-rijke woud vroeg om een
maken van iets). De huidige levensomstandigheden hebben echter
gedrag van achtervolging, jagen en later ook vissen. De toename van
nauwelijks nog iets te maken met de tijd waarin het dopaminerge
beweging heeft gezorgd voor vermeerderde opname en transport
brein is ontwikkeld. Veranderde voedingsinname (veel minder eiwit en
van calcium waardoor de thyroxine hydroxylase-activiteit toenam.
veel meer koolhydraten), bewegingsarmoede, het moeten nemen van
De voedingsbronnen die gevonden werden, mager vlees en schaal-
beslissingen voor in de toekomst, immense leefgemeenschappen en
en schelpdieren, waren rijk aan het aminozuur L-tyrosine en
continue competitie hebben het eens zo effectieve ‘dopamine-besluit-
jodium. Hierdoor nam de hoeveelheid geproduceerd thyroxine toe,
vormings’brein zo overbelast dat het nemen van de juiste beslissing een
was L-tyrosine meer aanwezig en nam tyrosine hydroxylase-activi-
hachelijke zaak is. De snelheid van leven vraagt om zoveel dopamine
teit toe.
dat het lichaam zoekt naar ‘dopaminerge’ hulp; drugsgebruik, over-
Beweging en de verhoogde zonlichtexpositie zorgde voor meer
eten, alcoholmisbruik en ziekte zijn dan een logisch gevolg. Afbeelding
vitamine D- en calmodulinproductie, waardoor het calciumtrans-
4 laat zien hoe besluitvaardigheid zich kan herstellen door evolutionair
port vanuit de darm richting tyrosine hydroxylase-actieve weefsels
bepaalde interventies, zijnde bewegen in de buitenlucht, levensverlang-
toenam.
zaming door zich met de ‘benenwagen’ te verplaatsen, eten van L-tyro-
Het ontstaan van grotere leefgemeenschappen vroeg om sociale
sine en DHA-rijke voeding, socialisatie en samenwerking. <<
•
•
•
interactie en beslisvaardigheid met vooruitziende blik oftewel ‘future decision making’ strategiën. Door bovengenoemde factoren werd de dopamineproductie verhoogd. Hierdoor werd het samenleven in grotere gemeenschappen mogelijk. •
De in vis rijkelijk aanwezige omega-3-vetzuren (DHA, EPA), noodzakelijk voor de productie van neurotransmitterreceptoren, maakten het verder mogelijk dat de overvloed aan dopamine in het brein ook werkelijk een functie kon vervullen. Hiermee is het dopaminerge brein compleet.
42
Van Nature nr. 13 - 2009
Om weer te worden wie we waren, moeten we eten wat we aten, bewegen zoals we ons bewogen en ons gedragen zoals we ons gedroegen!
WONO DG P IENNI E Z I N G
Bloed Beweging
Afname pH Toename parathormoonactiviteit
Bot
Toename calciumspiegel
Calciumopslag
Vis Wild vlees
Toename tyrosine
Zonlicht
Hersenen Activatie calcium-calmoduline afhankelijk proteïnekinase-2
Activatie calmoduline
Toename calciumtransport
Verhoogd tyrosinehydroxylase activiteit
Toename dopaminesynthese
Toename dopamine
Afbeelding 4. De oplossing voor
Vitamine D
besluiteloosheid en ziekte is gelegen in het terugwinnen van evolutionair bepaalde werkings-
Hersenfuncties • • • • • •
mechanismen zoals beweging in
Helder en fris van geest Verminderde verslavingsneiging voor drugs en alcohol Regulatie van beweging en ander gedrag Afname bloeddruk Verbetering bij epilepsie Verbetering bij Parkinson of Lewy body dementie
de buitenlucht, het eten van de vis en mager vlees, socialisatie en ontstressen via het gebruik van de benenwagen (aangepast van Sutoo 2003).
Literatuur • Astolfi L, De Vico Fallani F, Cincotti F, et al. Neural basis for brain responses to TV commercials: a high-resolution EEG study." IEEE Trans Neural Syst Rehabil Eng 2008;16(6): 522-31 • Bechara A. Risky business: emotion, decision-making, and addiction. J Gambl Stud 2003;19(1): 23-51 • Braeutigam S. Neuroeconomics--from neural systems to economic behaviour. Brain Res Bull 2005;67(5): 355-60 • Camerer CF. Neuroeconomics: opening the gray box. Neuron 2008;60(3): 416-9 • Cattapan-Ludewig K, Ludewig S, Messerli N, et al. Decision-making dysregulation in firstepisode schizophrenia. J Nerv Ment Dis 2008;196(2): 157-60 • Cohen MX, Krohn-Grimberghe A, Elger CE, et al. Dopamine gene predicts the brain's response to dopaminergic drug. Eur J Neurosci 2007;26(12): 3652-60 • Di Francesco M, Motterlini M, Colombo M, et al. In search of the neurobiological basis of decision making: explanation, reduction and emergence. Funct Neurol 2007;22(4): 197-204 • Engelmann JB, Capra CM, Noussair C, et al. Expert financial advice neurobiologically "Offloads" financial decision-making under risk." PLoS ONE 2009;4(3): e4957 • Ernst M, Paulus MP. Neurobiology of decision making: a selective review from a neurocognitive and clinical perspective. Biol Psychiatry 2005;58(8): 597-604 • Fuller R. Towards a general theory of driver behaviour. Accid Anal Prev 2005;37(3): 461-72 • Gonder-Frederick L, Cox D, Kovatchev B, et al. A biopsychobehavioral model of risk of severe hypoglycemia. Diabetes Care 1997;20(4): 661-9 • Holstege G. The mesopontine rostromedial tegmental nucleus and the emotional motor system: role in basic survival behavior. J Comp Neurol 2009;513(6): 559-65 • Kalenscher T, Pennartz CM. Is a bird in the hand worth two in the future? The neuroeconomics of intertemporal decision-making." Prog Neurobiol 2008;84(3): 284-315 • Kenning P, Plassmann H. Neuroeconomics: an overview from an economic perspective. Brain Res Bull 2005; 67(5): 343-54 • Lawlor, PG. Delirium and dehydration: some fluid for thought?" Support Care Cancer 2002;10(6): 445-54 • Loewenstein G, Rick S, Cohen JD. Neuroeconomics. Annu Rev Psychol 2008;59:647-72. • Paulus MP. Decision-making dysfunctions in psychiatry--altered homeostatic processing? Science 2007;318(5850): 602-6 • Paulus MP, Lovero KL, Wittmann M, et al. Reduced behavioral and neural activation
• Pessiglione M, Petrovic P, Daunizeau J, et al. Subliminal instrumental conditioning demonstrated in the human brain. Neuron 2008;59(4): 561-7 • Platt, ML, Huettel SA. Risky business: the neuroeconomics of decision making under uncertainty. Nat Neurosci 2008;11(4): 398-403 • Rangel A. Consciousness meets neuroeconomics: what is the value of stimulus awareness in decision making? Neuron 2008;59(4): 525-7 • Rangel A, Camerer C, Montague PR. A framework for studying the neurobiology of value-based decision making." Nat Rev Neurosci 2008;9(7): 545-56 • Redish AD, Jensen S, Johnson A. A unified framework for addiction: vulnerabilities in the decision process. Behav Brain Sci 2008;31(4): 415-37; discussion 437-87 • Rowland NE, Vaughan CH, Mathes CM, et al. Feeding behavior, obesity, and neuroeconomics. Physiol Behav 2008;93(1-2): 97-109 • Rustichini A. Dual or unitary system? Two alternative models of decision making. Cogn Affect Behav Neurosci 2008;8(4): 355-62 • Sanfey AG, Chang LJ. Multiple systems in decision making. Ann N Y Acad Sci 2008;1128: 53-62 • Scherbaum S, Dshemuchadse M, Kalis A. Making decisions with a continuous mind. Cogn Affect Behav Neurosci 2008;8(4): 454-74 • Schultz, W. Introduction. Neuroeconomics: the promise and the profit. Philos Trans R Soc Lond B Biol Sci 2008;363(1511): 3767-9 • Takahashi T. Economic decision-making in the ultimatum game by smokers. Neuro Endocrinol Lett 2007;28(5): 659-61 • Takahashi T. Biophysics of risk aversion based on neurotransmitter receptor theory. Neuro Endocrinol Lett 2008;29(4): 399-404 • Verdejo-Garcia A, Bechara A. A somatic marker theory of addiction. Neuropharmacology 2009;56 Suppl 1: 48-62 • Vorhold V. The neuronal substrate of risky choice: an insight into the contributions of neuroimaging to the understanding of theories on decision making under risk. Ann N Y Acad Sci 2008;1128: 41-52 • Wittmann, M, Leland DS, Paulus MP. Time and decision making: differential contribution of the posterior insular cortex and the striatum during a delay discounting task. Exp Brain Res 2007;179(4): 643-53 • Wittmann, M, Paulus MP. Decision making, impulsivity and time perception. Trends Cogn Sci 12008;2(1): 7-12.
in stimulant users to different error rates during decision making." Biol Psychiatry 2008;63(11): 1054-60
PNI
KATERN Van Nature nr. 13 - 2009
43