Juryrapport Vzw Festivalitis Contactpersoon: Lieve Eeckhaut P/a Het Paleis Meistraat 2 B 2000 Antwerpen Tel: 0032 (0)3 202 83 82 e-mail
[email protected] www.hetpaleis.be
1000Watt en Het Lichtpunt 2003 Uitreiking: zaterdag 24 april 2004, 17:00 in de Stadsschouwburg, Utrecht
Stichting 1000Watt Contactpersoon: Hedwig Verhoeven Johannes Vermeerstraat 55 NL 1071 DM Amsterdam tel: 0031 (0)20 664 72 11 e-mail:
[email protected] www.vscd.nl Bureau Promotie Podiumkunsten Contactpersoon: Judith Spijker Johannes Vermeerstraat 55 NL 1071 DM Amsterdam Tel: 0031 (0)20 578 92 00 e-mail:
[email protected] www.promotiepodiumkunsten.nl
Inleiding De 1000Watt is een Vlaams/Nederlandse prijs die wordt toegekend aan de indrukwekkendste podiumkunstenproductie van het afgelopen (kalender)jaar voor kinderen of jongeren in Nederland en Vlaanderen. De voormalige Nederlandse Hans Snoekprijs en de Vlaamse Signaalprijs smolten in 2000 samen in de 1000Watt, die dit jaar aan zijn vierde editie toe is. Aan de prijs is een geldbedrag van € 25.000 verbonden. Dit bedrag wordt gefinancierd door de Nederlandse en Vlaamse overheid. De betrokken-
Naast de 1000Watt geeft de jury het predikaat 1000Watt Lichtpunt (kortweg Het Lichtpunt) aan een beginnend gezelschap of een beginnend maker die een nieuwe invalshoek kiest binnen de podiumkunsten voor kinderen en jongeren. Het Lichtpunt is een eervolle vermelding en een stimulans voor een gezelschap dat of een maker die beeldbepalend kan zijn voor de podiumkunsten in de toekomst. De winnaar van het Lichtpunt wordt uitgenodigd door de festivals zoals Tweetakt in Utrecht, Driemast en Tweetakt in Antwerpen en Het Festival Boulevard in Den Bosch om in het seizoen dat volgt een nieuwe productie te presenteren.
heid van beide regeringen belichaamt het standpunt dat het jeugdtheater een volwassen benadering verdient. Dat er een geldbedrag aan 1000Watt is verbonden, zet dat standpunt kracht bij. De Stichting 1000Watt uit Nederland en Vzw Festivalitis uit Vlaanderen zijn de beheerders van de 1000Wattprijs. In Nederland huurt de Stichting 1000Watt haar mankracht in bij de Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties (VSCD). Bureau Promotie Podiumkunsten ondersteunt de VSCD bij de publicitaire en marketingwerkzaamheden voor de prijs.
De 1000Watt jury bestaat uit zeven leden en is half Vlaams half Nederlands met afwisselend een Vlaamse en een Nederlandse voorzitter. De jury van 1000Watt werd in 2003 gevormd door: • voorzitter: Fons Dejong (Theater aan het Vrijthof, Maastricht) • Katja Brenninkmeijer (Schouwburg De Meerse, Hoofddorp) • Elke van Campenhout (freelance journaliste) • Paul Neefs (CC De Werft, Geel) • Mariëlle Pals (Culturele Zondagen Utrecht) • Jan Staes (Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap) • Willemijn in ’t Veld (Utrechts Nieuwsblad In de bijlagen vindt u meer informatie over de juryleden en een historisch overzicht van de prijswinnaars.
juryrapport 1000Watt en Het Lichtpunt 2003 - pagina 1
Algemene beschouwing V ERSLAG
VAN DE
1000WATT
JURY OVER
2003
De 1000Watt jury zag dit kalenderjaar in 271 kijkbeurten, 171 voorstellingen. Hiervan speelden 27 voorstellingen in de grote zalen, en 143 in de kleinere. In de geziene selectie waren een 100-tal theatervoorstellingen, 18 dansvoorstellingen en 27 muziekvoorstellingen opgenomen. De jury heeft dan ook extra aandacht besteed aan de verschillende disciplines binnen het jongerentheater. Bij de dans werden zowel de kleinere producties, als de groteren aan een kritische doorlichting onderworpen. Het werd de jury duidelijk dat er binnen dit domein heel wat vragen de kop opsteken. Het dansdomein voor jongeren, zoals we het kennen, wordt hier en daar grondig herdacht en herbekeken. We zagen onder meer werk van Introdans, ƒABULEUS, Aya, Ish, Meekers, Plankenkoorts, Dox, het Internationaal Danstheater, de Kopergietery, Moks, en Olislaegers. Opvallend binnen het domein van de dans, was de inbreng van een nieuwe wind vanuit het Vlaamse landschap, met als opvallende uitschieters Morgenblätter van de Kopergietery, en de vernieuwende impulsen van choreografen die onder de vleugels van ƒABULEUS hun broeinest vonden. Bij het figurentheater werd vooral aandacht besteed aan het werk van Froe Froe, Ultima Thule, Rieks Swarte, De Maan, Magisch Theatertje, Tam Tam, Theater Terra, Les Zerkiens, Speeltheater Holland en Virga Lipman. Opvallend was de afwezigheid van interessante producties voor jongeren binnen het mimedomein. Op het vlak van muziektheater was het aanbod ruim gespreid over grote en kleine zaal. De Scheepsjongens van Bontekoe bijvoorbeeld, of het magische Twaalfde Nacht van het Rotheater, Pluk van de Petteflet, of De Drie Musketiers van Artemis, Assepoes van Het Filiaal, Opus One’s Buster en Benjamin, producties van het Paleis, de Nationale Reisopera, Theater Terra, Transparant, en opvallend veel anderen, scheppen een steeds ruimer wordend kader voor jongerenproducties in de grote zaal. Daarnaast staat kleiner werk van onder andere Het Filiaal, Opera Cinema, Salibonani, Xynix, de Tafel van Vijf, en initiatieven als Oorsmeer. In al dat kijken, bediscussiëren en overwegen van deze voorstellingen tekenden zich een aantal duidelijke tendensen af. In de eerste plaats was er de opvallende terugkeer van de jeugdtheatermakers naar de Grote Verhalen. Heel wat gezelschappen haalden hun inspiratie bij de klassiekers of het repertoire, hetgeen resulteerde in bij momenten erg lang uitgesponnen voorstellingen. Jo Roets bewerkte Shakespeare tot de sprankelend muzikale voorstelling De Twaalfde Nacht, Inne Goris beende Tsjechov tot het bot uit in haar Drie Zusters, en Ultima Thule ging met epische adem het fantastische verhaal van Negentienhonderd te lijf. Een ander opvallend en weerkerend thema in de voorstellingen, was het in vraag stellen van de theatrale ruimte. Heel lang bleef het theater ingesloten binnen de vier muren van de zaal, maar meer en meer zie je voorstellingen die deze muren zonder al te veel gêne slopen, en zelfs bijna letterlijk de straat op trekken. Hanneke Paauwe herschiep de kelders van het voormalige ministeriegebouw in het Hof van Grimbergen tot een compleet Geheimenarchief, waarin elk deurtje, elke kast of flesje, een spannend verhaal verborgen hield. Artemis trok met Het Blauwe Uur alle theaterconventies aan flarden door bij het ochtendkrieken een uitsluitend visuele
pagina 2 - juryrapport 1000Watt en Het Lichtpunt 2003
voorstelling te creëren in de straten van een rustige buitenwijk. In De vijfde kamer gaat Max aan de gang binnen het theater zelf, maar dan wel met alle plekken waar je normaal nooit zou komen. Mooi aan dit soort opzet is, dat bij elke nieuwe locatie ook een nieuwe manier van kijken hoort. Van de slaperige ochtendstemming bij Het Blauwe Uur, tot het ietwat onzekere gegiechel met koptelefoon en zaklamp op zoek naar de deur in Het Geheimenarchief. Dit soort voorstellingen stelt niet alleen vragen over theatraliteit, maar ook over de werkelijkheid, over de alledaagsheid die we elke dag opnieuw percipiëren, maar die door een artistieke ingreep toch opnieuw een heel ander aanzien krijgt. Het is het moment waarop kunst zich rechtstreeks uittekent op een dagelijkse leefwereld, zonder zich terug te trekken in zijn beschermde theatercocon. Intrigerend waren ook de vele voorstellingen die zich niet hielden aan het verwachtingspatroon dat vaak aan de ‘doelgroep’ wordt verbonden. Een voorstelling als Dromen hebben Veters speelt zich mogelijk af in een oorlogsgebied of een vluchtelingenkamp, maar put zich niet uit in het scheppen van een educatief kader. Het decor is niet meer dan een suggestie waarbinnen het jonge publiek zijn eigen verhalen kan schrijven. Net zoals de tweede voorstelling Randschade (van dezelfde jonge makers) geen toegevingen doet aan het veronderstelde abstractieniveau van de beoogde publieksgroep. Zij brengen een volwaardige hedendaagse dansvoorstelling, zonder al te makkelijke kapstokken in te bouwen. Morgenblätter van de Kopergietery duikt dan weer een nostalgisch chanson-verleden binnen, waarin melancholische Duitse liederen, en keurig gesteven jurkjes haaks staan op al het streetwise geweld dat met bakken de jeugdpodia op wordt gekieperd. En Inne Goris creëerde ongetwijfeld één van de meest intrigerende, maar tevens weerbarstige interpretaties van Tsjechov’s Drie Zusters. Dit zijn voorstellingen die niet vanzelfsprekend zijn, en die zich hoeden voor elke vorm van ‘jeugdtheatercliché’ door zijn jonge publiek zowel in vorm, als in thematiek, of narratieve structuur serieus te nemen. Zonder al te veel compromis wordt hierdoor een duidelijk persoonlijke lijn uitgezet, die verder reikt dan het enge kader van het educatief verantwoorde voorstellingscircuit. Net zo geldt deze bemerking voor sommige tekstcreaties, en in het bijzonder voor Atalanta van Peer Wittenbols. Nog een ander opvallend weerkerend thema was het verschil in receptie tussen Vlaanderen en Nederland. Waar de Vlaamse juryleden vaker kozen voor experimenteel, en misschien nog niet helemaal volgroeid werk, werd aan Nederlandse kant meer nadruk gelegd op de complete theaterervaring. Een uitgesproken theatraliteit kreeg bij de Noorderburen vaak een positievere beoordeling, dan de wat kale eenvoud van sommige Vlaamse producties. Dit weerkerende conflict leidde tot heel wat boeiende gesprekken, die mede de nieuwe beoordelingsstrategie van de jury hebben beïnvloed. De jury heeft dit jaar dan ook een enigszins andere interpretatie toegekend aan de term ‘meest indrukwekkende’ voorstelling. Na heel wat wikken en wegen, discussiëren en nuanceren, werd uiteindelijk niet gekozen voor de voorstellingen die door iedereen werden gesmaakt, maar juist voor de meer controversiële producties, waarrond binnen de jury zelf heel wat discussie is ontstaan. Het spanningsveld, waarbinnen elk van de leden zichzelf op het spel zette om de betreffende voorstelling te verdedigen, of kritisch door te lichten. Het twijfelveld tussen wel of niet, dat nooit éénduidig kon worden afgesloten. De nominaties zijn dan ook toegekend aan voorstellingen die aan het denken zetten, die hun eigen discipline op de één of
andere manier bevragen, of die een inspiratie kunnen zijn voor jonge makers in de inventieve of consequente uitdieping van het eigen medium. Daarom ontbreekt bijvoorbeeld ook een bijzonder indrukwekkende voorstelling als Zonderling (Bronks) op onze nominatielijst. Hoewel iedereen het er over eens was, dat dit een bijzonder goede, goed gemaakte, uitstekend geschreven en geacteerde, ontroerende en beklijvende productie was, is Zonderling niet de mogelijke ‘trendsetter’ voor een ‘andere’ manier van theatermaken of vormonderzoek. Toch verdient Bronks een bijzondere voetnoot. Op de één of andere manier geeft dit gezelschap telkens opnieuw blijk van een uitstekend gevoel voor het localiseren van talent. In Tweetakt staan dan ook heel wat voorstellingen centraal die zijn gecreëerd in opdracht van Bronks, of producties die gemaakt zijn door makers, die van Bronks hun eerste kansen hebben gekregen. Hanneke Paauwe bijvoorbeeld, die in opdracht van Bronks een bijzonder project kan realiseren (Het Geheimenarchief), of de nieuwe voorstelling van Inne Goris, die vorig jaar het bijzonder interessante Zeven creëerde bij dit gezelschap. Bronks lijkt het juiste evenwicht te hebben gevonden tussen het installeren van een creatieve productiestructuur, een uitstekend aanvoelen van de noden van jong talent, en een kritische dramaturgie. Andere opvallende afwezigen op de nominatielijst zijn ook de Twaalfde Nacht (Ro/Laika), of de bijzondere prestatie die Femke Klinkenbijl neerzette in Vliegen van Stella Den Haag. Een speciale vermelding gaat ook uit naar mooie voorstellingen als Gruwelpeter van Barre Weldaad, of Ogen vol waanzin van Sanne Vogel. In onze uiteindelijke keuze zijn dan ook weinig ‘pure’ theatervoorstellingen blijven staan. Dromen hebben Veters (ƒABULEUS) is een inventieve dansvoorstelling, waarin het statuut van de ‘dans’ op zich op ontroerende wijze onder vuur komt te liggen. In Drie Zusters van Inne Goris is het eveneens de beweging die de taal haar zeggingskracht ontneemt. Het Blauwe Uur haalt het theater de straat op, en trekt zodoende alle registers van het theaterkijken open. Huis aan de Amstel timmert met De Hongerende Weg dan weer letterlijk aan de grenzen van de theatraliteit binnen een grote zaal-gegeven en Negentienhonderd (Ultima Thule) is een uitstekend voorbeeld van hoe het figurentheater in zijn meest uitgepuurde essentie, toch nog altijd een onovertroffen zeggingskracht kent. De jury interpreteerde de axioma’s voor de 1000Watt-prijs ook naar de discussie over Het Lichtpunt. Terwijl op acteursniveau het spel van bijvoorbeeld Stella Den Haag-actrice Femke Klinkenbijl in het intieme Vliegen werd gevalideerd of de jury Kim van Zeben na Schaduw bij Huis aan de Amstel (2002) weer in de grote zaalproductie Pluk van de Petteflet signaleerde, helde ook hier de balans in de afweging over naar de betekenis voor de discipline en het medium. Na de nominaties voor Het Lichtpunt in 2002, effende het gesprek binnen de jury dit jaar de weg naar een rechtstreekse toekenning van Het Lichtpunt. De jury juicht het toe dat de winnaar van Het Lichtpunt sinds vorig jaar door festivals als Tweetakt Utrecht, Driemast en Tweetakt in Antwerpen en Het Festival Boulevard in Den Bosch wordt uitgenodigd om een nieuwe productie te maken. Het is de welverdiende steun en aandacht voor de winnaar in het bijzonder en de jeugdpodiumkunsten in het algemeen.
Toelichting van de jury bij de nominaties 1000Watt 2003 HET BLAUWE UUR DOOR
T H EATER A RTEMIS
Het Blauwe Uur, foto Kris Dewitte
Het moet wel een zeer bijzondere voorstelling zijn die ondanks het vroege uur en de ochtendkilte moeiteloos de aandacht van het publiek weet vast te houden. Het Blauwe Uur speelt op dat hele bijzondere moment tussen dag en nacht, waarop de wereld nog niet is opgestaan. Op dat ogenblik zwerft er blijkbaar een verloren fanfare door de ontwakende straten. Of trekt een wel heel bijzondere schoonmaakploeg de stad door. Uit het ogenschijnlijke niets van een op het eerste zicht vrij voorspelbare ‘betere buitenwijk’, duikt het ene na het andere personage de voorstelling binnen. Sommigen acteurs, anderen gewoon ook toevallige vroege vogels, die tot hun eigen grote verbazing opeens geconfronteerd worden met een belangstellend publiek. Het Blauwe Uur weet met een minimum aan middelen een magische sfeer te creëren die de aanvankelijke kou en duisternis doet omslaan in geamuseerde verwachting en verwondering. Op bijzonder inventieve wijze wordt gebruik gemaakt van het ongewoon diepe perspectief van het straatbeeld. Waar opeens op een volgende hoek nog een majorette opduikt, of de fanfare steeds verder uit beeld, telkens weer een episode aan zijn zwerftocht toevoegt. Artemis brengt met Het Blauwe Uur een bijzonder intrigerende mix van stadsonderzoek en theater. Niet door stedelijke thema’s op het theaterpodium te brengen, maar door de stad letterlijk tot voorstelling te maken. De eerste minuten zit je met een dikke deken om je heen gewikkeld en een warme kop thee, op een krukje in het midden van de straat, ingespannen te turen naar wat net zo goed je eigen voordeur had kunnen zijn. Dat is tegelijkertijd amusant, maar ook ontnuchterend. Het is alsof Artemis je een reuzevergrootglas voorhoudt. Om beter te kunnen zien wat zich onder de oppervlakte van de alledaagsheid afspeelt. Wanneer de straat éénmaal tot leven komt, lijkt het dan ook de normaalste zaak ter wereld. En is het jongetje dat vanuit zijn slaapkamer stiekem van achter het gordijn de voorstelling met open mond staat mee te volgen, net zo goed een
juryrapport 1000Watt en Het Lichtpunt 2003 - pagina 3
deel van de productie als de laconieke acteurs op de straat. Het Blauwe Uur vestigt de aandacht van de toeschouwer op de werkelijkheid, op het leven zoals het is. Maar dan wel doorheen de lichtvoetige, poëtische blik van de theatermaker. Buiten de theaterzaal lijkt die kijker opeens ook veel kwetsbaarder, ontdaan van zijn gewoonlijke kritische bagage, en gedropt in iets volkomen onbekends en opwindends. Het mooiste aan Het Blauwe Uur is de onnadrukkelijke manier waarop ze alle verhoudingen op zijn kop zet. Geen theoretisch gezeur, geen conceptuele bedenkingen, maar puur fysiek theater, dat alle bestofte cliché’s van mime of bewegingstheater moeiteloos overstijgt. Het Blauwe Uur is een voorstelling die zonder woorden voor zichzelf spreekt. Een uitzonderlijke combinatie van humor, intelligentie, naïviteit en ontroering. R EGIE EN CONCEPT: LOTTE VAN DEN B ERG S PEL : ROB B EUMER , KAMILLA H ENESMA , J OOST KONING , N ELE VAN ROMPAEY, V INCENT V ERBEECK , MARGJE WITTERMANS D RAMATURGIE : J ELLICHJE R EINDERS TONEELBEELD : N ELL D ONKERS, H ESTER J OLINK KOSTUUMS : JASMIJN VAN DEN B ERG TECHNIEK : D IK B EETS P REMIÈRE L AVOOR
OP
6
SEPTEMBER
THEATER A RTEMIS
2003
OP LOCATIE IN
ROOSENDAAL , M . M .V. RK
BASISSCHOOL
IS EEN SAMENWERKINGSVERBAND VAN THEATERMAKERS DAT ONDER
MATTHIJS R ÜMKE VOORSTELLINGEN MAAKT EN 4-12 JAAR . THEATER A RTEMIS LEGT ZICH AL DERTIEN JAAR TOE OP HET ONTWIKKELEN VAN NIEUW N EDERLANDS JEUGDTHEATERREPERTOIRE EN GEEFT SCHRIJFOPDRACHTEN AAN DIVERSE AUTEURS (TOM DE K ET, B OUKE O LDENHOF, PAUL POURVEUR , JAN V ELDMAN E . A .) S OMMIGE TONEELTEKSTEN WORDEN IN HECHTE SAMEN WERKING MET DE ACTEURS GEMAAKT EN ONTSTAAN NAAR AANLEIDING VAN IMPROVISA TIES. O OK DE VOORSTELLING H ET B LAUWE U UR IS MIDDELS DEZE WERKWIJZE TOT STAND GEKOMEN . M EER INFORMATIE : WWW. ARTEMIS. NL ARTISTIEKE LEIDING VAN REGISSEUR SPEELT VOOR EEN PUBLIEK VAN
DROMEN HEBBEN VETERS DOOR ƒ ABULEUS
vooral Dromen hebben Veters de jury kon overtuigen van het ontegensprekelijke potentieel van deze twee makers. Dromen hebben Veters is een voorstelling die een venster opent op de wereld zonder hierin al te dwingende politieke of maatschappelijke keuzes te maken. De jonge dansers zijn tussen de zes en de twaalf jaar oud, en bevinden zich in een soort doorgangsruimte. Het grote rode kruis op de achtergrond suggereert een vluchtelingenkamp, net zoals de graszoden die op de liggende lichaampjes worden uitgerold, refereren naar oorlogsgeweld en verlies. Tegelijkertijd is het gras ook de ondergrond van een voetbalveld, een speelmat. De dansers zijn vertrokken vanuit hun eigen bewegingsmateriaal, vanuit de bewegingen van het spel, om vervolgens te komen tot eenvoudig gecomponeerde frases of improvisaties. De dans kan hierom ook nauwelijks dans heten, of toch niet in de betekenis die hier nog al te vaak aan wordt gehecht. Het materiaal van Dromen hebben Veters vertrekt vanuit alledaagse situaties. Het opheffen van een arm, een eenvoudige aanraking. Alles wat de dansers doen is onnadrukkelijk, onberedeneerd. De makers houden zich ver van elke vorm van manipulatie. Hiermee sluiten zij zich aan bij een denkbeweging binnen de hedendaagse dans, die zich ver houdt van technische hoogstandjes, maar terechte vragen stelt naar het begin- en eindpunt van dans als discipline, naar het nulpunt van de beweging, naar de authenticiteit van de uitvoerder. In Dromen hebben Veters heeft dit onderzoek een interessante invulling gekregen in de aanwezigheid van de jonge dansers, die met een ongewone helderheid hun plaats innemen op het podium. Tegelijkertijd draagt Dromen hebben Veters ook een opvallende maatschappelijke betrokkenheid in zich. In alle eenvoud staan twee meisjes haast onmerkbaar te wankelen op het podium. Zij staan daar in alle eenzaamheid, in alle breekbaarheid, in wat even goed een slagveld zou kunnen zijn. Zonder al te nadrukkelijk de politiek in te duiken, spreekt de hele voorstelling van een grotere wereld, van voetbalspelende kinderen van Kuurne tot de Zuid-Amerikaanse favela’s. Dromen hebben Veters is een voorstelling van makers die hun eigen medium in vraag durven stellen. Door het thematisch open te trekken naar een omringende maatschappij. Door het vormelijke verwachtingspatroon onder vuur te nemen. En door de participerende dansers de kans te geven een eigen stem te ontwikkelen. ƒABULEUS bewijst hiermee dat zij het 1000Watt Lichtpunt, dat zij in 2002 ontvingen, meer dan waard zijn. En makers Kwint Manshoven en Joke Laureyns, hebben met Dromen hebben Veters (en de tweede productie Randschade) een verrassende en vruchtbare bijdrage geleverd aan het ontwikkelen van een taal voor hedendaagse dans binnen het jeugdcircuit.
Dromen hebben Veters, foto Kurt Van Der Elst
ƒABULEUS heeft zich van bij het begin een heel eigen stem toegemeten. Zij maken theater voor kinderen door kinderen. Maar bovendien wagen zij zich ook op het pad van de dans, hetgeen een genre is dat binnen het jeugdtheater vaak erg stiefmoederlijk behandeld wordt. Joke Laureyns en Kwint Manshoven tekenden dit jaar maar liefst voor twee dansproducties onder de ƒABULEUS-vlag, waarvan
CONCEPT EN CHOREOGRAFIE : J OKE L AUREYNS, KWINT MANSHOVEN DANS : JANA VAN POECK , H ANNE D RIES, S ELINE VAN L AER , YUVA VANDE P UTTE , S OFIE DASCOTTE, L EANDRA KALOGRIAS, E LIES THEUNIS, M ICHELLE D E L EEUW, ZOË D EMOUSTIER , TOSCA GASPADINI, WILLEM ROOSEN , A RTO MANGELSCHOTS, ROBIN F LIKSCHUH , S EPPE BAEYENS, B ERT G EERTS S OUNDSCAPE : J ONAS N ACHTERGAELE , STEF H EEREN S CENOGRAFIE : L IEN WAUTERS P REMIÈRE
OP
19
SEPTEMBER
2003
CC GASTHUIS A ARSCHOT
ƒ ABULEUS MAAKT THEATER- EN DANSPRODUCTIES MET EN VOOR KINDEREN , JONGEREN EN JONGE PROFESSIONELEN EN LAAT HEN DAARBIJ BEGELEIDEN DOOR ERVAREN DANS - EN THEATERMAKERS.
V IA
AUDITIES WORDEN SPELERS TUSSEN DE
6
EN
22
JAAR
GESELECTEERD, WAARMEE IN DE EIGEN THEATER- EN DANSSTUDIO ' S ENKELE MAANDEN INTENSIEF WORDT GEREPETEERD.
pagina 4 - juryrapport 1000Watt en Het Lichtpunt 2003
IN
H ET
RESULTAAT WORDT VERTOOND OP PODIA IN
N EDERLAND
EN
V LAANDEREN . N AAST
DE ‘ PRODUCTIES DOOR EN VOOR JONGEREN ’ GEEFT
ƒ ABULEUS SINDS VORIG SEIZOEN OOK STEEDS MEER ONDERSTEUNING AAN JONGE THEA TER- EN DANSMAKERS DIE GEDEELTELIJK UIT DE JONGERENWERKING DOORSTROMEN .
J ONGERENGEZELSCHAP M EER
2003 DE 1000WATT-L ICHTPUNTPRIJS T WEETAKTFESTIVAL IN A NTWERPEN .
ƒ ABULEUS WON IN APRIL
VOOR AANSTORMEND TALENT OP HET
INFORMATIE : WWW. FABULEUS. BE
DRIE ZUSTERS
ZEVEN zet een Drie Zusters op de planken, ontdaan van alle anekdotiek, uitgebeend tot het bot, tot er alleen nog maar de essentie van overblijft. Het is een Tsjechov ontdaan van het romantische élan waarin zijn oeuvre vaak wordt ingesloten. De zachte melancholiek van de aan lager wal gestrande adel, van aristocratische landhuizen, en fijnzinnig gefilosofeer is vertaald naar een leegstaand krot met klapperende ramen, en uitzinnig overspannen meisjes, die maar niet de kans krijgen vrouw te worden.
D OOR ZEVEN/I N N E G ORIS Drie Zusters is een bijzonder volledige, consequente en artistiek verbluffende voorstelling, waarbinnen verschillende podiumdisciplines haast onmerkbaar in elkaar schuiven voor het creëren van een spijkerhard statement. R EGIE : I NNE G ORIS S PEL : SANDERIJN H ELSEN , SAMANTHA VAN WISSEN , L IEVE M EUSSEN TEKST: BART MOEYAERT ( NAAR A NTON TSJECHOV ) D RAMATURGIE : G RIET DE B EECK KOSTUUM : M ARIE D RIES S OUNDSCAPE : C HARO C ALVO S CENOGRAFIE : P IETER EYCKEN P RODUCTIELEIDING : I EGE VANWALLE P REMIÈRE
OP
I NNE G ORIS
8
NOVEMBER
2003
IN
OP
KVS B RUSSEL
B RONKS. T WEE Z EVEN , EEN THEATRALE INSTALLATIE WAAR DE BLINDE VLEKKEN VAN ZEVEN KLASSIEKE SPROOKJES OP I NNE G ORIS ’ UNIEKE MANIER WERDEN BLOOTGELEGD EN INGEVULD. D E VOORSTELLING WERD GENOMI NEERD VOOR DE 1000WATT 2001. VOOR I NNE G ORIS WERD HET DUIDELIJK DAT ZE HAAR EIGEN WEG MOEST EN ZOU GAAN , EN ZE RICHTTE HET GEZELSCHAP ZEVEN OP. D RIE ZUSTERS IS DE EERSTE STAP NAAR HET VERDER EXPLOREREN VAN EEN EIGEN THEA TERTAAL : EEN MIX VAN BEWEGING EN TEKST EN KLANKDECOR DIE EEN WERELD BELICHT WAAR DE DINGEN ZICH ZO ZWART ALS ZE ZIJN AFTEKENEN . M EER INFORMATIE : I NNE G ORIS/ZEVEN VZW STEENSSTRAAT 44, 1060 B RUSSEL , TEL : 0032 (0)2 539 42 88. MAAKTE JAREN DEEL UIT VAN HET ARTISTIEKE TEAM VAN
SEIZOENEN GELEDEN MAAKTE ZIJ NAAM MET DE PRODUCTIE
Drie Zusters, foto: Koen Broos
Met Drie Zusters zet ZEVEN een bijzonder sterke repertoire-interpretatie neer. Tsjechov’s Drie Zusters is een stuk dat de verveling in zich draagt. Drie ongetrouwde vrouwen, wier leven draait rondom een afwezige vader, en het passieve verlangen ooit ergens anders een nieuw leven te kunnen beginnen.
NEGENTIENHONDERD DOOR
U LTIMA T HULE
In de versie van Inne Goris, worden de drie zusters vertolkt door één actrice en twee danseressen. Het tekstmateriaal werd door Bart Moeyaert herleid tot zijn pure essentie. De stiltes die hierdoor ontstaan worden inventief door andere theatermiddelen ingevuld. De verveling duikt op in steeds herhaalde kinderliedjes, in de kattige uitvallen van de zusters, maar vooral in de landerige bewegingstaal. In de haast onverdraaglijke langzaamheid, waarin de verveling als dikke stroop elke vooruitgang doet stollen, nog voor hij in gang is gezet. Op de achtergrond klinkt het geluid van een voortdurend dichtslaande deur. Een trein komt voorbij, vertraagt, maar beslist om toch geen halt te houden. Bijzonder sterk is de manier waarop de bewegingstaal de gaten in de tekst invult. Zonder woorden wordt de hele sfeer van moedeloosheid, van kattige wanhoop, van onderdrukte frustratie tastbaar. ‘Drie Zusters klopt zo hard dat het pijn doet’, merkte één van de juryleden op. Het is dan ook absoluut geen lieflijke voorstelling geworden. De meisjes zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, maar delen eveneens dezelfde bitterheid en teleurstelling. Drie Zusters is ongetwijfeld de voorstelling die het meeste vragen oproept omtrent de geschiktheid van de leeftijdsgroep waarvoor ze is bedoeld. Het is een tergend traag opzet, dat weinig toegevingen doet, en in al zijn naaktheid misschien vooral de volwassen kijkers confronteert.
Negentienhonderd, foto: Jo Clauwaert
Een voorstelling die grote indruk heeft gemaakt in zijn eenvoud en precisie is Negentienhonderd van Ultima Thule. Waar het figurentheater vaak in een hoekje wordt gedrumd, en geassocieerd met oubollige poppenkasterij, bewijst Ultima Thule dat je met minimale middelen een wonderlijke wereld kunt scheppen. Een gordijntje dat eenvoudigweg van links naar rechts wordt bewogen, creëert een rollend schip met een tollende vleugelpiano, waarop het hele verhaal onder je ogen tot leven komt, zonder dat het ook maar één
juryrapport 1000Watt en Het Lichtpunt 2003 - pagina 5
moment zichtbaar aanwezig is op het speelvlak. Negentienhonderd vertelt het verhaal van een scheepspianist die aan boord van het schip werd geboren, en nooit een voet aan wal zette. Op het ritme van de vertelling wordt de toeschouwer meegenomen op een muzikale bootreis. Met eenvoudige hulpmiddelen als een stuk plastic, een stuk touw, een ventilator, of wat wasknijpers verbeelden de makers een fantasievolle reis. Een fantastische wereld, die enkel in het hoofd van de toeschouwers bestaat. Je ziet niets, en toch is alles daar.
DE HONGERENDE WEG DOOR H UIS AAN DE A MSTEL EN F I RMA R I EKS S WARTE / TON EELSCHUUR P RODUCTI ES
Negentienhonderd is een mooie, stijlvolle voorstelling geworden, die een bijzondere invalshoek biedt vanuit de eenvoud van zijn opties, en de abstractie van zijn keuzes. De toeschouwer krijgt een actieve participerende rol toegemeten, zijn verbeeldingskracht wordt uitgedaagd om uit de minimale elementen die te voorschijn worden getoverd, zijn eigen keuzes tot leven te brengen. Het is theater zoals iedereen het graag ziet: charmant, goed gespeeld, een prachtige tekst, en een bijzonder sfeervolle invulling. Zowel de acteur als de poppenspeler zetten een gedenkwaardige performance neer, op een dusdanig harmonieuze wijze dat de lijn tussen ‘echt’ en ‘niet echt’, tussen mens en ding, compleet vervaagt. De speelsheid die uit de voorstelling spreekt, en de ongedwongenheid waarmee de verschillende elementen met elkaar worden verbonden, werkt aanstekelijk. Minder is meer in deze voorstelling. Als publiek word je geconfronteerd met het verhaal van een pianist, waarbij je eigenlijk nooit een noot uit die piano te horen krijgt. En toch ga je naar huis met het idee dat deze man wondermooi kan spelen. De verbeelding aan de macht! In het opzicht dat Ultima Thule op een dergelijke creatieve manier aan de gang gaat met een genre dat soms op sterven na dood lijkt, vervult deze voorstelling zeker een inspirerende rol naar andere makers toe. Ook de vlekkeloze combinatie van muziek, spel, tekst en marionetten werkt erg suggestief. Misschien is Negentienhonderd niet de meest vernieuwende voorstelling van alle voorgestelde nominaties, maar de kwaliteit van de productie is dusdanig dat de jury besloot haar te honoreren. Bovendien was het ook een verademing om een gezelschap te zien dat het aandurft om met bijna niets een vertelvoorstelling te maken, en toch de aandacht van het publiek weet vast te houden.
R EGIE : C HRISTOPHE AMEYE S PEL : H ANS VAN CAUWENBERGHE , F ILIP P EETERS TEKST: A LESSANDRO BARICCO TEKSTBEWERKING : WIM D E WULF MUZIEK : Y VES M EERSSCHAERT, N ILS D E CASTER S CENOGRAFIE EN POPPEN : F ILIP P EETERS KOSTUUMS : C HRIS S NIK L ICHT: WIM D E WULF P REMIÈRE
OP
17
U LTIMA THULE
JANUARI
2003
IN
D E V RIJE VAL II, A NTWERPEN
IS VAN POPPENTHEATER J ORIS J OZEF UITGEGROEID TOT EEN FIGURENTHEA -
TER DAT SAMENWERKT MET VERSCHILLENDE REGISSEURS, POPPENSPELERS EN ACTEURS.
U LTIMA THULE
BETEKENT HET EINDE VAN DE ‘ONTDEKKING ’ MET DE WETENSCHAP DAT
DAARNA NOG TE ONTDEKKEN VALT.
ZO WIL U LTIMA THULE
ZIJN EIGEN GRENZEN STEEDS
VERLEGGEN DOOR DE GRENZEN VAN HET POPPENSPEL , DE LEEFTIJDEN , DE TRADITIONELE ONDERWERPEN , DE ANDERE KUNSTVORMEN TE OVERSCHRIJDEN .
A RTISTIEK LEIDER WIM ‘U ITBREKEN ’ WAARMEE U LTIMA THULE DE DAAD BIJ HET WOORD VOEGDE . F IGURENTHEATER IS VOOR U LTIMA T HULE EEN MANIER OM HUN D E WULF
LANCEERDE DE SLOGAN
VERHAAL TE VERTELLEN MET ALS RESULTAAT EEN AANTAL INTERESSANTE NIEUWE BENADE RINGEN ZOALS
M EER
N EGENTIENHONDERD , STEKEZOTVANU
EN HET RECENTE
INFORMATIE : WWW.ULTIMA -THULE . BE
pagina 6 - juryrapport 1000Watt en Het Lichtpunt 2003
De Hongerende Weg, foto: Sanne Peper
Als er één voorstelling bron is geweest van hevige discussies onder de juryleden is het wel De Hongerende Weg geworden. Volgens de één een pareltje, een overweldigende voorstelling. Voor de andere met heel wat meer twijfels overladen. De Hongerende Weg is een grote zaal-voorstelling die alle theatrale middelen uit de kast trekt. In de bekende stijl van Rieks Swarte is een multifunctioneel decor opgebouwd, er wordt met poppen gewerkt, en acteurs staan broederlijk naast muzikanten opgesteld. Het Afrikaanse verhaal over een jongetje dat langs de weg woont is in deze voorstelling bijzonder sterk vorm gegeven; je wordt in een andere realiteit in getrokken. De aankleding, het decor, het poppenspel, de muzikanten, al deze elementen zorgen ervoor dat je op onvervalst theatrale manier een andere wereld wordt ingelokt. Een Afrikaanse wereld, vol kleuren en klanken, drukte en heisa. De voorstelling functioneerde dan ook op een erg overtuigende manier op het vlak van het samenbrengen van verschillende disciplines. De Hongerende Weg creëert een intense theaterervaring, zonder het verhaal uit het oog te verliezen. Bovendien is het een echte grote zaal-productie die het beste maakt van alles wat het theater te bieden heeft. Het is een voorstelling die heel wat van het publiek vraagt, zowel qua duur, als in een actief kijken dat alle elementen naar waarde weet te schatten. En toch is het een productie die nooit verveelt, en altijd weer iets te kijken overlaat. Daarenboven duikt De Hongerende Weg ook op een zeer toegankelijke manier een heikel thema binnen. De Noord-Zuid-tegenstelling is een complexe materie, die al te vaak niet wordt gethematiseerd binnen het jeugdtheater, wegens te ingewikkeld, of te ver van ons bed. Nochtans worden heel wat jongeren op een rechtstreekse manier met deze materie geconfronteerd, zij het op straat, of op school, en heeft deze voorstelling een gulden middenweg gevonden, die handig laveert langsheen al te belerend of educatief. De Hongerende Weg duikt eerder de beleving binnen, en brengt een wereld tot leven, in plaats van hem te beschrijven.
ZIE!
Aan de andere kant staat een veel grotere scepsis ten aanzien van de vernieuwing die deze voorstelling binnenbrengt in het genre van het objectentheater. De acteursprestaties werden onder vuur genomen, en
ook de tekstbewerking werd met erg gemengde gevoelens onthaald. Vanwege de controverse en de hoog oplopende meningsverschillen, vond de jury het gepast deze voorstelling bij de nominaties op te nemen. Zonder bij voorbaat al een definitief oordeel uit te spreken is het ongetwijfeld een productie die het debat aanzwengelt rond het Nederlandse en Vlaamse theaterkijken, het belang van vernieuwing, en het vraagstuk van de publieksparticipatie in de grote zaal-voorstellingen. De jury werd het alvast wel eens over het feit dat De Hongerende Weg als inventieve aanpak van locatiewerk, en als creatieve montage, een inspirerende voorstelling is geworden. R EGIE : L IESBETH COLTOF EN R IEKS SWARTE S PEL : SAMORA B ERGTOP, L INDAI B OOGERMAN, B EPPE COSTA , THEO F RANSZ , F ERDI JANSSEN , S IEM VAN L EEUWEN , TESSA DU M ÉE , B RIGHT O’R ICHARDS, M AUREEN TAUWNAAR , H ANS T HISSEN , R AFAËL T ROCH TEKST: B EN O KRI V ERTALING : MARTHA VOOREN B EWERKING : R IEKS SWARTE EN L IESBETH COLTHOF D RAMATURGIE : CAREL A LPHENAAR MUZIEK : B EPPE COSTA , H ANS THISSEN D ECORONTWERP EN POPPEN: R IEKS SWARTE KOSTUUMS : CARLY EVERAERT L ICHT: CASPER L EEMHUIS R EGIE ASSISTENTIE : L ISE -LOTT KOK P REMIÈRE
OP
19
SEPTEMBER
2003
IN DE
TONEELSCHUUR , H AARLEM
TONEELGEZELSCHAP HUIS AAN DE AMSTEL MAAKT ONDER ARTISTIEKE LEIDING VAN L IESBETH COLTOF VOORSTELLINGEN VOOR KINDEREN , JONGEREN OF VOLWASSENEN . H UMOR , GROOT PLEZIER IN HET SAMENSPEL EN EEN VERBEELDING DIE RECHT TOT HET HART SPREEKT ZIJN DE BOUWSTENEN VOOR DE VOORSTELLINGEN . HUIS AAN DE AMSTEL SPEELT NIEUW REPERTOIRE , BEWERKT TONEELKLASSIEKERS, MAAKT COLLAGE EN LOCATIE VOORSTELLINGEN EN WERKT VEELVULDIG SAMEN MET MUZIKANTEN EN COMPONISTEN . H ET HOUDT VAN DE UITDAGING VAN HET ONBEKENDE EN ONVOORSPELBARE EN VERWELKOMT GRAAG INVLOEDEN VAN BUITENAF. DAT KUNNEN ANDERE THEATERMAKERS ZIJN , OF GEZELSCHAPPEN UIT PALESTINA OF R USLAND, VERSTANDELIJK GEHANDICAPTEN , DANSERS, BEELDEND KUNSTENAARS, OF JONGEREN DIE OOK EEN EIGEN CULTUUR NAAST DE GEMEENSCHAPPELIJKE N EDERLANDSE HEBBEN . D EZE ONTMOETINGEN LEIDEN TOT AVON TUURLIJKE PROJECTEN EN NIEUWE THEATERVORMEN EN COMBINATIES. M EER INFORMATIE : WWW. HUISAANDEAMSTEL . NL F IRMA R IEKS SWARTE IS EEN THEATERBEDRIJF ONDER LEIDING VAN THEATERONTWERPER EN - REGISSEUR R IEKS SWARTE . VOORSTELLINGEN VAN D E F IRMA ZIJN VOORNAMELIJK TE ZIEN IN HET KLEINE ZALENCIRCUIT VAN N EDERLAND EN B ELGIË . DAARNAAST MAAKT D E F IRMA LOCATIEVOORSTELLINGEN EN COPRODUCTIES MET ANDERE GEZELSCHAPPEN . K ENMERKEND VOOR HET WERK VAN D E F IRMA IS DE BEELDENDE KRACHT IN DE VOOR STELLINGEN EN HET SAMENSPEL TUSSEN DE TONEELSPELERS EN HET BEELDENDE . O NDERWERP VAN DE PRODUCTIES IS VAAK DE GESCHIEDENIS, DE KINDERTIJD, DE VERBEEL DING OF POLITIEK . R IEKS SWARTE IS VOORAL BEKEND GEWORDEN DOOR ZIJN ‘ SPEELGOED VOORSTELLINGEN ’. K ENMERKEND VOOR DEZE VOORSTELLINGEN ZIJN HET KLEINE FORMAAT, HET BEELDENDE MATERIAAL EN DE KINDERLIJK LOGISCHE MANIER VAN SPELEN . D E VOOR STELLINGEN VAN F IRMA WORDEN GEPRODUCEERD DOOR STICHTING TONEELSCHUUR P RODUCTIES. M EER INFORMATIE : WWW. FIRMARIEKSSWARTE. NL
intieme gedachten. Vraag na vraag worden ze op de rooster gelegd over hun eigenwaarde, geloof in God, hoop, liefde, en meest geheime gedachten. Door de directe confrontatie en de beminnelijkheid van het opzet, wordt een interactiviteit bereikt die anders zelden bereikt wordt in het theater. Ook met Het Geheimenarchief zoekt Paauwe naar een andere invalshoek om de verhouding tussen publiek en performer mee uit te tekenen. In opdracht van Bronks herschiep zij de kelders van het festivalcentrum het Hof van Grimbergen tot een kelder vol verrassingen. De voormalige archiefkamer werd een opslagplaats voor de meest intieme gedachten van de bezoekers, die vooral niet door de andere toeschouwers mochten worden gelezen. Onder de trap bevond zich de matras van de directrice, bedekt met papieren zakdoekjes van haar vele huilbuien. Personage na personage wordt ons voorgesteld. In een geleid bezoek waar je je zelf, of aan een medebezoeker gekluisterd, met behulp van een koptelefoon en een pillamp doorheen worstelt. Hanneke Paauwe slaagt erin om geen vrijblijvend locatiewerk te maken, maar de ruimte letterlijk tot tegenspeler om te toveren. De omgeving verschuift van een dankbaar decor voor het plaatsen van theatrale situaties, tot een personage, waardoor de werkelijkheid, de lege kelders en het triest aandoende tochtgat achter een laagstaand deurtje, ineens een heel ander aanzicht krijgt. Ook haar voortdurende zoektocht naar het aanhalen van de relatie tussen performer en publiek werkt inspirerend. Tijdens de bijzonder meeslepende monoloog De Potloodmoordenaar, schreef Paauwe voor één van de toeschouwers een portret, dat aan het einde van de voorstelling werd voorgelezen. Telkens weer weet Paauwe op die manier de toeschouwer op een prikkelende wijze voor zich te wennen, hem binnen te lokken in haar fantasiewereld, hem deel te maken van haar verbeelding, die op dat moment ook de zijne wordt. Hanneke Paauwe heeft de laatste jaren getoond niet alleen een bijzonder begenadigd schrijfster te zijn, maar ook een innovatieve, originele en volstrekt eigen stem binnen het theaterveld. De jury is ervan overtuigd dat haar werk een voorbeeld kan zijn voor jonge makers, vooral in die mate dat het zich niet laat kopiëren, maar dat het aanzet tot het ontwikkelen van een eigen, persoonlijke creativiteit, die telkens opnieuw verrast.
Toelichting van de jury bij de winnaar van het 1000Watt Lichtpunt 2003 HANNEKE PAAUWE Het Lichtpunt voor Hanneke Paauwe is vooral een teken van waardering voor de originele manier waarop deze maakster bezig is met het voortdurend in vraag stellen, omkeren, becommentariëren en vernieuwen van de eigen theaterdiscipline. In Smeltende Gedachten onderwerpt ze een klein publiek van zo’n 15 toeschouwers aan een priemende vragenronde naar hun meest
H ANNEKE PAAUWE (1962) GROEIDE OP D OETINCHEM EN WOONT SINDS 1993 IN B RUSSEL . DAT IS KLEIN N EDERLAND MET V LAAMSE GROOTSTADAMBITIES. N AAST THEATERMAAKSTER IS ZE BOEKEN SCHRIJFSTER EN BEELDEND KUNSTENARES. E EN MOND VOL . MAAR NIET ZONDER TAN DEN . H AAR EERSTE ROMAN V ENUSVINGERS WERD OP LOF ONTHAALD, VOOR HAAR THE ATERWERK LOOPT HET DOORGAANS STORM . B ESCHOUW H ANNEKE PAAUWE ALS DIVA VAN DE SCHERPE BLIK . D E POPSTER VAN DE LITERAIRE MINIATUUR . ACTIEF ALS IMMER PUZZELENDE SPINDOCTOR IN THEATER , LITERATUUR , DARKROOMS OVERAL IN HET LAND, BEELDENDE KUNST EN HET RADER WERK VAN ALLEDAG . VOOR EEN PORTFOLIO VAN H ANNEKE PAAUWE : WWW.VILLANELLA . BE IN
Hanneke Paauwe, foto Philip Zilton
juryrapport 1000Watt en Het Lichtpunt 2003 - pagina 7
Bijlage: CV juryleden 1000Watt 2003 NEDERLANDSE JURYLEDEN
Jan Staes doceerde Nederlands. Sinds 1999 is hij coördinator van Canon Cultuurcel van het departement onderwijs van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
Fons Dejong - voorzitter - is afgestudeerd in de Theorie der Muziek en werkt al
Daarnaast is hij occasioneel dramaturg bij kinder- en jeugdtheaterproducties, recen-
geruime tijd voor de Gemeente Maastricht. Binnen die functie was hij verantwoor-
seert hij kinder- en jeugdtheater én kinder- en jeugdliteratuur in het vaktijdschrift
delijk voor de programmering van Theater Kumulus en de kleine zaal jeugd- en jon-
Leesidee en is hij lid van de jury voor De Gouden Uil, de Vlaamse jeugdliteratuurprijs.
gerenprogrammering van Theater aan het Vrijthof en is hij consulent Steunfunctie
Jury-ervaring binnen de jeugdpodiumkunsten deed Staes eerder op in de jury voor
primair onderwijs. Daarnaast was hij van 1994 tot 2000 zakelijk leider van
de Vlaamse Signaalprijs.
Theatergroep De Federatie en aansluitend projectleider Festival Musica Sacra Maastricht. Fons is initiator van de festivals Zomeravonden en Koningen. Vanaf 2002 is hij hoofd bureau Cultuur en School in de Gemeente Maastricht. Sinds 1 april 2003 werkt hij voltijds voor Theater aan het Vrijthof ten behoeve van de programmering
Bijlage: Historisch overzicht prijswinnaars
jong publiek / familie, festivals en publiciteit. 1000Watt Mariëlle Pals is al meer dan 15 jaar werkzaam in de kunstensector, met name bij het ( jeugd)theater. Op dit moment is zij projectleider van de Culturele Zondagen in Utrecht. Tot maart 2002 werkte zij voor Theater Artemis waar ze instond voor de acquisitie, marketing en kunsteducatie. Daarvoor was ze actief bij o.a. de PaardenKathedraal, Theater Kikker (programmering, cursuscoördinatie) en de Raad voor Cultuur (Adviescommissie Tweede Fase Hoger Kunstonderwijs). Binnen het
2002 Bronks ism Mieja Hollevoet voor de productie Assepoester regie: Mieja Hollevoet 2001 Bronks ism Pascale Platèl voor de productie Ola Pola Potloodgat regie: Pascale Platèl 2000 Stella Den Haag voor de productie Bianca en de jager regie: Hans van den Boom
( jeugd)theater heeft ze altijd een grote voorliefde gehad voor de ontwikkeling van theaterrepertoire; ze was betrokken bij de totstandkoming van tientallen nieuwe
Het 1000Watt - Lichtpunt
theaterteksten van zowel gevestigde als aanstormende schrijvers.
2002 ƒABULEUS (Niet aan een voorstelling gegeven) 2001 Sanne Vogel ism Het Syndicaat voor de productie Feestbeest
Willemijn in ’t Veld studeerde Nederlands en Theaterwetenschap en werkt sinds 1993 als hoofd- en eindredacteur bij het tijdschrift Dans, dat wordt uitgegeven door
2000 Bronks ism Inès Sauer voor de productie Creditcard called life: '16' regie: Inès Sauer
het Landelijk Centrum voor Amateurdans te Utrecht. Daarnaast werkt zij sinds1998 als freelance journalist, onder andere als recensent dans en jeugdtheater voor het
Hans Snoekprijs
Utrechts Nieuwsblad. Willemijn heeft tevens een zetel in de jury van de VSCD-
2000 Theatergroep Mevrouw Smit / Theater De Citadel voor de productie Medusa,
Dansprijzen.
regie: Silvia Andringa 1999 Theater Ibycus voor de productie De Tolbrug, regie: Dirk Terryn
Katja Brenninkmeijer is sinds twee jaar hoofd publiciteit en marketing in
1998 Theater Artemis voor de productie Bizon en Zoon, regie: Moniek Merkx
Schouwburg De Meerse in Hoofddorp. Daarnaast is zij verantwoordelijk voor de
1997 Theater Teneeter voor de productie Antigone, regie: Andrea Viege
jeugdprogrammering in de Meerse en theater Het Oude Raadhuis. Ook program-
1996 Wederzijds voor de productie Transit, regie: Ad de Bont en Ruth de Gooyer
meert zij al enige jaren jeugdvoorstellingen in theater De Roestbak in Almere en is
1995 Victoria voor de productie Moeder en kind, regie: Alain Platel en Arne Sierens
betrokken bij het peuterfestival Twee Turven Hoog aldaar. Sinds 1982 werkt zij in de
1994 Artemis voor de productie Broer en zus en zo, regie: Moniek Merkx en Matthijs
kunstensector. Haar carrière is begonnen als programmeur theater bij Theater Kikker
Rümke
in Utrecht. Daarna werkte zij bijna 10 jaar bij STOA organisatieadviesbureau voor de
1993 Het Gevolg voor de productie Hendrik de Vijfde, regie: Ignace Cornelissen
kunsten en bijna 8 jaar bij Muziek en Theater Netwerk waar zij ondermeer speciaal
1992 Wederzijds voor de productie De Jeugd van Hitler, regie: Mathieu Güthschmidt
het jeugd- en jongerentheater bijhield.
1991 Stella den Haag voor de produktie Van onder uit de zak, regie: Rini Kersten 1990 Toneelgroep Wederzijds voor de productie De balade van Garuma, regie: Liesbeth Coltof
VLAAMSE JURYLEDEN
1989 Toneelgroep Wederzijds voor de productie Zwanen zien er altijd zo nieuw uit,
Paul Neefs heeft een onderwijsachtergrond en stapte in 1988 over naar de culturele
1988 Theo Terra voor de productie Zwanedons, regie: Roel Twijnstra
sector. Sinds 1997 is hij programmeur van de kinder- en jeugdvoorstellingen voor CC
1987 De Blauwe Zebra voor de productie De stenen van Moutsouna, regie: Hans van
regie: Ad de Bont
De Werft in Geel. In dat cultuurcentrum verzorgt hij ook het educatieve luik: voor kinderen en jongeren is er een aanbod van workshops (dans, theater, muziek en lite-
den Boom 1986 Studio Peer voor de productie Weg van Waan, regie: Peter Lintelo en
ratuur), voor volwassenen is er een omkadering van de avondprogrammering. Ook
Theatergroep Maccus voor de productie Madoc, regie: Ted Keijser
speciale initiatieven voor senioren neemt Neefs voor z'n rekening. Paul is betrokken
1985 Theater Sirkel voor de productie Vuurrood, regie: Frans Malschaert
bij Kunst in zicht, het steunpunt kunsteducatie voor scholen en is lid van een stuur-
1984 Lucas Goudzwaard voor zijn gehele oeuvre als poppenspeler
groep culturele diversiteit voor de culturele centra in de provincie Antwerpen.
1983 Mevrouw Smit voor de productie Geheime vrienden, regie: Allan Zipson 1982 Ingrid van Leeuwen & Lejo Dijkgraaf voor hun spel in Twee Patat met van
Elke van Campenhout is (freelance) journaliste. Ze recenseert theater en dans voor De Standaard, bespreekt nieuwe podiumkunstenproducties in het Radio 1-programma De Wandelgangen en is ook te horen in Fresco op Klara. Ze publiceerde verder in
Jeugdtheater Wiedus 1981 Mevrouw Smit voor de productie Wat heeft ie toch, wat heeft ie toch, regie: Allan Zipson
het podiumkunstentijdschrift Etcetera, in het boek 'Tussen beeld en beweging: essays
1980 Jozef van den Berg voor de productie Appeloog
over het spanningsveld tussen hedendaagse dans en actuele kunst' (Dans in Limburg /
1979 Kindertheater Wiedus voor zijn hele repertoire
Provinciaal Centrum voor Beeldende Kunsten - Begijnhof), in het magazine
1978 Camilla Koevoets voor de productie Lappenpaardje
Proscenium over theatervormgeving, enz.
1977 Toneelgroep Wederzijds voor de productie De Indianen
pagina 8 - juryrapport 1000Watt en Het Lichtpunt 2003