STICHTING EMERITAATSVOORZIENING “S.E.V.”
administrateur: mr J. Janssens-Boer Prof. L. Fuchslaan 31 3571 HD UTRECHT e-mail-adres:
[email protected]
Utrecht, 23 oktober 2004
AAN de kerkenraden en de commissies van beheer/penningmeesters van de Nederlands Gereformeerde Kerken.
Geachte broeders en zusters, Hierbij nodigen wij u uit uw kerk door één of meer afgevaardigden te laten vertegenwoordigen tijdens de najaarsvergadering van het bestuur met de aangesloten kerken. Zoals eerder in de kerkelijke pers is gepubliceerd, zal deze vergadering, in afwijking van de eerder genoemde datum, worden gehouden op
zaterdag 20 november 2004 om 10.30 uur in de Jeruzalemkerk, Troosterlaan 65 te Utrecht
De agenda is aan de ommezijde afgedrukt en de bijlagen treft u bijgaand aan. Bij brief van 9 juni jl. informeerden wij kerkenraden en predikanten over de voornemens van het bestuur inzake de herverzekering van het arbeidsongeschiktheidsrisico. Per 1 juli 2004 is, samen met de Vereniging Samenwerking Emeritering (VSE) binnen de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt, een collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering ten behoeve van de predikanten afgesloten. Zoals toegezegd zal tijdens de najaarsvergadering op dit onderwerp worden teruggekomen, zowel in toelichtende zin als in de vorm van een reglementswijziging. De uitwerking van het - complexe - contract door de verzekeraar vergde wat meer tijd, zodat ook de finale toetsing van de reglementswijziging aan dat contract enige vertraging heeft opgelopen. De reglementswijziging zal dan ook worden nagezonden. Uw predikant is uitgenodigd voor een op 27 september 2004 gehouden informatiebijeenkomst; een aantal predikanten heeft aan deze uitnodiging gehoor gegeven. Wij achten het van belang dat ook kerkenraad of commissie van beheer (afhankelijk van uw taakverdeling) op de hoogte is van de gang van zaken ingeval de predikant ziek wordt. Vandaar dat wij de najaarsvergadering alleen al om deze reden van harte in uw aandacht aanbevelen. De vergadering zal naar verwachting tot uiterlijk 13.00 uur duren. Na afloop zal een eenvoudige lunch worden aangeboden. Ook met het oog hierop stellen wij het op prijs uiterlijk maandag 15 november schriftelijk bericht van u te ontvangen, indien u onverhoopt verhinderd mocht zijn. Indien u vragen en/of opmerkingen heeft naar aanleiding van de stukken verzoeken wij u deze, zo mogelijk tijdig voorafgaande aan de vergadering, toe te zenden aan de administrateur. Inmiddels verblijven wij, met christelijke groet en hoogachting, namens het bestuur, J. Janssens-Boer administrateur NB: volgens afspraak met de kerken wordt één set vergaderstukken toegezonden aan de kerkenraad en één aan het (door de kerk opgegeven) adres van de Commissie van Beheer of penningmeester. Indien u in deze enveloppe twee sets hebt aangetroffen, is op het door uw kerk ingevulde informatieformulier per 1 januari 2004 het adres van de kerkenraad tevens aangemerkt als het postadres van de Commissie van Beheer en/of de penningmeester. U wordt in dat geval verzocht één set zo spoedig mogelijk aan de Commissie van Beheer te overhandigen.
STICHTING EMERITAATSVOORZIENING “S.E.V.”
AGENDA voor de najaarsvergadering 2004 te houden op zaterdag 20 november 2004 vanaf 10.30 uur
1.
Opening
2.
Ingekomen stukken en/of mededelingen
3.
Verslag voorjaarsvergadering d.d. 12 mei 2004
4.
Bestuurssamenstelling 4.1. regulier aftreden en herbenoeming diverse bestuursleden (voorstel bijgevoegd) 4.2. afscheid van ds C. Smit
5.
Begroting 2005 en vaststelling bijdrage 2005
6.
Arbeidsongeschiktheid predikanten
(bijgevoegd)
(begroting en toelichting bijgevoegd)
6.1. 6.2. 6.3.
De herverzekering van het arbeidsongeschiktheidsrisico Wat als de predikant door ziekte niet in staat is zijn normale werkzaamheden te verrichten? Wijziging van het reglement
(bij de punten 6.1. en 6.2. zal primair een toelichting ter vergadering worden gegeven; het op punt 6.3. betrekking hebbende ontwerp voor de reglementswijziging wordt zo spoedig mogelijk nagezonden)
7.
Rondvraag
8.
Sluiting
STICHTING EMERITAATSVOORZIENING "S.E.V."
Agendapunt 4 - najaarsvergadering 2004 BESTUURSSAMENSTELLING Volgens rooster treden zr H.G. Bronsveld-Taute, de brs F.W. Meijer en A. Wattèl en ds C. Smit in de najaarsvergadering 2004 af als bestuurslid van de Stichting Emeritaatsvoorziening. Zr Bronsveld-Taute is beschikbaar voor herbenoeming voor een nieuwe periode van vier jaar. Het bestuur stelt dan ook voor haar opnieuw te benoemen. In verband met het relatief grote aantal wisselingen in het bestuur in de afgelopen jaren, is de continuïteit van het bestuurswerk een aandachtspunt. Dit klemt te meer nu allerlei ontwikkelingen (invoering nieuwe regeling, vervolg op vervallen WAZ) elkaar in die periode in een rap tempo zijn opgevolgd. In het belang van die continuïteit heeft br F.W. Meijer zich beschikbaar gesteld voor herbenoeming, zij het voor een periode van twee jaar. Zoals wij de kerkenraden al in onze brief van 22 maart jl. mededeelden, heeft ook br Wattèl zich bereid verklaard om na zijn reguliere aftreden in de najaarsvergadering 2004 nog één jaar in functie te blijven. Het bestuur is verheugd over de bereidheid van de brs Meijer en Wattèl om hun werkzaamheden voor de S.E.V. nog enige tijd voort te zetten en stelt gaarne voor om hen opnieuw te benoemen voor een periode van twee resp. één jaar. Ds C. Smit heeft aangegeven dat hij niet beschikbaar is voor herbenoeming. In verband met de continuïteit is zijn functionele opvolger, ds J. van ’t Hof, al in de voorjaarsvergadering van 2004 aangetreden. In eerdere vergaderingen met de kerken alsook in de brief van 22 maart jl. aan de kerkenraden heeft het bestuur aandacht gevraagd voor de vervulling van de komende vacatures in verband met het aftreden van de brs Wattèl en Strating. Het bestuur maakt van de gelegenheid gebruik om te benadrukken dat het nog steeds mogelijk is om namen van geschikte kandidaten voor hun opvolging voor te leggen. Voor het gewenste profiel zij kortheidshalve verwezen naar de stukken voor de najaarsvergadering 2003 resp. de hierboven genoemde brief van 22 maart 2004. Mocht u daarover niet meer beschikken, dan kunt u de administrateur benaderen voor een exemplaar. Een eventuele voordracht ontvangt het bestuur indien mogelijk gaarne vóór de najaarsvergadering. Utrecht, 22 oktober 2004, het bestuur
STICHTING EMERITAATSVOORZIENING "S.E.V." administrateur: mr J. Janssens-Boer Prof. Leonard Fuchslaan 31 3571 HD UTRECHT tel. 030 - 27 11 915, b.g.g. 27 11 333
NOTULEN van de voorjaarsvergadering 2004 met de bij de Stichting Emeritaatsvoorziening aangesloten kerken, gehouden woensdag 12 mei 2004 om 20.00 uur in de Jeruzalemkerk te Utrecht. Van het bestuur zijn aanwezig de leden: H.G. Bronsveld-Taute, J.G. van Dalen, F.W. Meijer, H. van Rees, C. Smit, H. Strating, A. Wattèl (voorzitter) en W. van Veen, alsmede zr J. Janssens-Boer, administrateur. De volgende 32 kerken zijn door afgevaardigden vertegenwoordigd: Alkmaar Amstelveen Amsterdam-centrum Arnhem Barendrecht Breukelen Deventer Doorn
Dronten Ede Ermelo-H’ wijk-Putten Heemstede-Haarlem Heerde Krommenie Langerak Leerdam
Loosdrecht Maassluis Nijverdal Oegstgeest Oostzaan Rotterdam-Alexander Rijswijk Steenwijk
De volgende 22 kerken hebben bericht van verhindering gezonden: Alphen a/d Rijn Amsterdam-TZW Apeldoorn Assen Baarn Culemborg
Dalfsen Doetinchem-Velp Emmeloord Haarlemmermeer-O. Hardinxveld-G. Den Helder
Hengelo Kampen Marknesse Nieuwgein Nunspeet
Ten Post Urk Veenendaal Wapenveld Wieringermeer Wormer Zaandam Zalk
Rijsbergen Sliedrecht Westbroek Wezep IJsselmuiden
1. Opening De voorzitter, br Wattèl, opent de vergadering en laat zingen Psalm 127 vers 2. Vervolgens leest hij uit Marcus 4 d verzen 26-29: de gelijkenis over de groei van het Koninkrijk. Stilstaand bij het gelezen gedeelte signaleert br Wattèl dat het niet goed gaat met het ambt: dominees worden moe van alles waaraan ze moeten voldoen en ouderlingen lijken steeds meer met moeite te vinden. De waardigheid en aardigheid van het ambt lijken hun tijd te hebben gehad. Naast dit beeld plaatst spreker het beeld van de boer uit de gelezen gelijkenis. Hij zaait het zaad en gaat vervolgens zijn gewone gang: hij slaapt en staat op (een joodse uitdrukking voor het normale leven van alledag) en doet wat zijn hand vindt om te doen. Het verhaal wekt de indruk dat de boer zich niet zo bekommert om de vraag of het zaad wel opkomt. Hij peutert niet in de aarde om te kijken of het al ontkiemt en als de eerste sprietjes bovenkomen, trekt hij er niet aan om ze een handje te helpen, nee, hij wacht geduldig af. Onbekommerd doet hij zijn werk en onbevangen en verrast aanvaardt hij de oogst. Het zaad is opgekomen en hij weet niet hoe. Het gaat niet buiten hem om, het gaat niet buiten zijn handelen om (hij heeft het zaad immers gezaaid), maar wel buiten zijn kennen en begrijpen. Misschien, aldus spreker, moeten onze predikanten en ambtsdragers wat meer een voorbeeld nemen aan de boer uit deze gelijkenis. Onbekommerder hun werk doen. Over de akker van de wereld en van de gemeente gaan met de prediking van het Woord - dat vooral wél - en het vervolgens geduldig overlaten en toevertrouwen aan God. En zich laten verrassen door de oogst. Die is er, terwijl je zelf niet weet hoe. Misschien, aldus spreker, moeten wij allen wat meer een voorbeeld nemen aan de boer uit deze gelijkenis. Gewoon ons werk doen; doen wat onze hand vindt om te doen. Wat minder uit zijn op resultaat en wat meer vertrouwen hebben. Ons laten verrassen door de oogst. Die er is zonder dat we weten hoe. God geeft het immers als in de slaap, als aan een kind. Vervolgens gaat br Wattèl de vergadering voor in gebed. Tenslotte meldt spreker dat na agendapunt 5 het onderwerp “de arbeidsongeschiktheidsrisico’s van de predikanten na vervallen W.A.Z.” wordt ingevoegd.
S.E.V. voorjaarsvergadering 12 mei 2004
-1-
2.
Ingekomen stukken en mededelingen
Br Wattèl meldt het volgende: a.
g.
Er zijn 22 berichten van verhindering ontvangen plus een verzoek van br Van Delft (Sliedrecht) om aanvulling van het verslag van de najaarsvergadering. Dit komt bij agenda punt 3 aan de orde. Zr H.G. Bronsveld-Taute volgt als secretaris van het bestuur br J.K.L. Koning op. In de brief d.d. 22 maart aan de kerkenraden en commissies van beheer wordt op een aantal onderwerpen ingegaan. Eén van die onderwerpen betreft de bestuurssamenstelling en de vervulling van komende vacatures. Spreker beveelt dit onderwerp van harte in de aandacht van de kerken aan. Zoals ook in de bewuste brief is geschreven zal spreker na zijn formele aftreden in het najaar van 2004 nog een jaar aanblijven en br Strating treedt eveneens eerst in de najaarsvergadering van 2005 af. Daarmee zijn het nog geen echte vacatures, maar het bestuur heeft graag de mogelijkheid om de nieuwe bestuursleden in te werken. Vandaar het dringende verzoek om te zien naar geschikte kandidaten. Bij de stukken voor de voorjaarsvergadering was ook een blauwe bijlage gevoegd met een aantal praktische onderwerpen, waaronder een handreiking met betrekking tot de uitvoering van de WAZ en een aantal aandachtspunten in geval van mutaties in het predikantenbestand. In de najaarsvergadering heeft het bestuur toegezegd de opmerkingen van br Van de Kerk over het kostenniveau van het fonds en eventuele mogelijkheden tot uitbesteding mee te nemen naar een bestuursvergadering. Dat is gebeurd. Br Meijer presenteert allereerst een vergelijking met beleggingsfondsen; dat zijn instanties waarmee de SEV zich qua kosten het beste mee kan vergelijken. Zo brengt Robeco als managementskosten 0,8% in rekening; Ohra en de vele in Luxemburg genoteerde fondsen 1%. De SEV komt veel lager uit (op 0,35%) en doet daarvoor veel meer dan alleen beleggen: zij behandelt daarnaast ook alle vraagstukken die samenhangen bij de pensioenvoorziening van de predikanten. Br Wattèl merkt op dat het bestuur er ook voor het overige bij blijft dat de SEV met minimale kosten werkt; het bestuur blijft uiteraard alert op het kostenniveau maar ziet vanuit deze invalshoek op dit moment geen aanleiding tot fundamentele wijzigingen in de gang van zaken. In de vorige vergadering is een aantal opmerkingen van br Van Veen (Katwijk) bij het conceptreglement meegenomen en inmiddels verwerkt. Op een ander punt (verhouding pensioengrondslag/ kostenvergoedingen) is het reglement (nog) niet aangepast; spreker memoreert echter dat het bestuur al eerder besloot om op een later moment nog eens kritisch te kijken naar het antwoord op de vraag welke kostenvergoedingen nu wel en welke niet worden meegenomen in de berekening van de pensioengrondslag. Met betrekking tot de suggestie van br Van Helden (Barendrecht) om na te denken over een wijziging van het omslagstelsel in die zin dat alleen rekening wordt gehouden met belijdende leden, merkt spreker op dat dit zou leiden tot een premieverhoging van ca. 57%. Dat zegt op zich niet zoveel, want de premie (per belijdend lid) zou dan hoger zijn. Het bestuur heeft echter besloten die kant niet op te gaan, met name vanwege de toenemende onduidelijkheid over het criterium “belijdend lid”. Ook in onze kerken veranderen er dingen op dit punt; zo lijken mensen bijvoorbeeld steeds later belijdenis af te leggen dan vroeger gebruikelijk was. Het bestuur wil daarom voorlopig geen wijziging aanbrengen in het huidige systeem van omslag over alle leden. De najaarsvergadering zal D.V. plaatsvinden op woensdag 10 november 2004.
3.
Notulen najaarsvergadering d.d. 26 november 2003
b. c.
d.
e.
f.
Br Wattèl meldt dat de afgevaardigde van Sliedrecht twee van zijn opmerkingen in het verslag heeft gemist. Het bestuur zegt graag toe dat het verslag op deze punten wordt aangevuld. Spreker meldt verder dat de op blz. 5, in de 6e regel van boven aangehaalde voorziening voor de kosten van arbeidsongeschiktheid een omvang heeft van 0,6 mln. euro in plaats van 1,5 mln. Het verslag wordt voor het overige ongewijzigd vastgesteld. 4.
Bestuurssamenstelling
Br Wattèl meldt dat br Smit in de najaarsvergadering 2004 hoopt af te treden. In het kader van de vloeiende overgang is er naar gestreefd om voor die tijd in de opvolging te voorzien. Alweer enige tijd geleden is besloten dat in het bestuur ook iemand namens de groep van deelnemers kan/moet zijn vertegenwoordigd. Tegen die achtergrond stelt spreker thans ds Van ’t Hof, predikant te Voorthuizen, voor als kandidaat van het bestuur. Ds Van “t Hof wordt vervolgens bij acclamatie benoemd; br Wattèl dankt ds Van ’t Hof voor zijn bereidheid om deze taak op zich te nemen - en de afgevaardigden voor hun vertrouwen in hem. Tot de najaarsvergadering 2004 zullen er dus twee deelnemers in het bestuur vertegenwoordigd zijn.
S.E.V. voorjaarsvergadering 12 mei 2004
-2-
5.
Jaarverslag 2003
Er zijn geen vragen/opmerkingen bij het secretariële gedeelte van het bestuursverslag. Br Strating licht vervolgens het financiële gedeelte toe. Spreker refereert aan de maatregelen die er met ingang van 2004 zijn genomen om de financiële positie van het fonds te verbeteren. De meest ingrijpende daarvan is de invoering van de middelloonregeling per 1 januari 2004. Daarnaast zijn er voor de komende jaren afspraken gemaakt over bijdrageverhogingen en is er voorzien in beperking van de indexering van de uitkeringen. Die laatste twee elementen zijn ook al ingezet in 2003. Zo is de bijdrage verhoogd met bijna 20% (van EUR 19 tot EUR 22,75) en is de indexering van de uitkeringen fors beperkt (de inflatie bedroeg 3% en de indexering 1,5%). Daarnaast was het ook een goed beleggingsjaar. Met name de aandelenmarkten trokken stevig aan. Ondanks deze meevallers is de financiële situatie toch maar heel licht verbeterd (de dekkingsgraad steeg van 99,9% naar 100,5%). Genoemde ontwikkelingen hebben geleid tot een toename van het pensioenvermogen met EUR 779.000. Aan de andere kant zijn de pensioenverplichtingen ook gestegen, en wel met EUR 691.000. Over 2003 heeft dat geleid tot weliswaar een forse overrente, maar dat werd nagenoeg gecompenseerd door een fors verlies op de premie. Ondanks de verhoging bleef de feitelijke bijdrage ver achter bij de werkelijke kostprijs van het pensioen, de in het verslag terug te vinden actuariële premie. Er is een fraai rendement gerealiseerd van 6,8%. In de samenstelling van de portefeuille zijn enkele wijzigingen opgetreden. De strategische portefeuille is niet veranderd (70% obligaties, 20% aandelen en 10% vastgoed). Kijkend naar de werkelijke samenstelling eind 2003 is het aandeel zakelijke waarden achtergebleven: er is een belang van 13% in zowel zakelijke waarden als in vastgoed. Van de resterende 74% is 7% in liquide vorm aangehouden. Begin 2003 is op advies van de bank een deel van de obligatieportefeuille verkocht, anticiperend op een rentestijging. Die heeft zich tot op heden niet of nauwelijks voorgedaan zodat het bedrag nog steeds in liquide vorm wordt aangehouden. Wellicht dat de recente rentestijging ertoe leidt dat de komende tijd toch weer een deel in obligaties wordt omgezet. Verder werd tot 2002 uitsluitend belegd in beleggingsfondsen. In het voorjaar van 2003 is ook een portefeuille individuele aandelen opgebouwd. Doel was het behalen van een hoger dividendrendement; er zijn uitsluitend kwaliteitsaandelen gekocht zoals Kon. Olie, DSM, ABN-AMRO e.d. Op de obligatieportefeuille is een rendement gerealiseerd van 4,4%. Op de aandelenportefeuille is een rendement behaald van 12%; dat is veel hoger dan verwacht, zeker na de zeer lage stand van de AEX in maart 2003. Ook de vastgoedportefeuille heeft het goed gedaan, met een rendement van 14%. De eigen prestaties afzettend tegen andere fondsen: een vergelijking met het WM universum (gemiddelde van alle pensioenfondsen) geeft te zien dat gemiddelde pensioenfondsen een resultaat hebben geboekt van 10,7 %, flink hoger dus dan de 6,8% van de SEV. Het gemiddelde pensioenfonds belegt echter voor 50% in zakelijke waarden (aandelen en vastgoed); bij de SEV was dat 26%. Beter is een vergelijking per categorie. Pensioenfondsen hebben voor euro-obligaties gemiddeld een rendement van 4,9% geboekt. Dat is hoger dan 4,4% die de SEV heeft gerealiseerd; de gemiddelde looptijd van de SEV-portefeuille is echter groter, zodat deze gevoeliger is voor een renteverandering. Op aandelen is gemiddeld een rendement van 12,8% geboekt en dat is redelijk vergelijkbaar met onze 12%. Vastgoedfondsen hebben gemiddeld een rendement van 17,5% genoteerd, ook weer iets hoger dan de SEV. De SEV heeft echter nog voor ongeveer 3 ton aan niet-genoteerde aandelen; het betreft recente aankopen, ten aanzien waarvan nog onvoldoende informatie beschikbaar is over de waardeontwikkeling. Als we dat elimineren komen we uit op 16%, dus redelijk vergelijkbaar met het branchegemiddelde. Br Van Rees geeft een toelichting op het overzicht van mutaties in de voorziening pensioenverplichtingen. De verhoging in verband met de wijziging van traktementen, AOW en 1 jaar inkoop was in 2003 lager dan in 2002. Dat komt doordat de veelal hogere pensioengrondslagen in 2003, voor de berekening van de pensioenverplichtingen behoorlijk zijn afgevlakt door de gehanteerde maximumgrondslag. De in 2003 lagere kosten van indexatie komen voort uit de beperking van de indexatie tot 1,5%, zijnde de helft van het inflatiepercentage. Tenslotte zijn er in 2003 minder overlijdensgevallen geweest dan de sterftetafel aangaf. Op een vraag van br Van Willigen (Amterdam-centrum) antwoordt br Strating dat het rendement op de aangehouden liquiditeiten begin van het jaar ca. 4% bedroeg en nu rond 3,5%; beide dus iets lager dan het gemiddelde rendement op de obligatieportefeuille. Dit rendement is in de rente-opbrengsten verwerkt. Br Martens zet de op blz. 11 aangegeven dekkingsgraad (100,5%) af tegen de dekkingsgraad die de actuaris in zijn verslag noemt. Br Van Rees zet uiteen dat de actuaris de aangehouden buffers (langleven, beleggingen) er al afgetrokken heeft. In de jaarrekening moet echter staan de vergelijking van enerzijds wat er is en anderzijds wat er nodig is om de verplichtingen te dekken. Als het cijfer van de actuaris 100% was, zou dat in de jaarrekening ca. 113% zijn. De maatregelen in het meerjarenplan zijn er op gericht om op de lange duur de dekkingsgraad op een hoger niveau te brengen Br Scholten (Rijswijk) zet de in het verslag van de najaarsvergadering genoemde kostprijs (EUR 25,50) af tegen het cijfer dat op blz. 8 van het jaarverslag wordt genoemd, nl. EUR 24. Br Strating vermoedt dat het eerste bedrag is ontleend aan de raming 2003, toen de werkelijke cijfers nog niet bekend waren. Br Scholten werpt tegen dat de kostprijs niet wordt beïnvloed door de werkelijke kosten. Hij verzoekt nogmaals om een consistente definiëring van het begrip kostprijs. Br Strating merkt op dat die in het verslag is opgenomen. De begrote actuariële premie was EUR 24. De herziene begroting (raming) zal EUR 25,50 zijn geweest en uiteindelijk is het EUR 27,65 geworden. Deze bedragen zijn op basis van dezelfde systematiek berekend. Br Wattèl zegt op verzoek van br Scholten toe om dit nog wat explicieter uiteen te zetten.
S.E.V. voorjaarsvergadering 12 mei 2004
-3-
Br Van de Kerk verzoekt om een toelichting op de maatregelen van het meerjarenplan waaraan in het jaarverslag wordt gerefereerd en op artikel 8 van het reglement, waarin wordt gesteld dat jaarlijks wordt beslist over de bijdrage. Spreker wil graag meer duidelijkheid over de ontwikkeling van de bijdrage dan alleen de mededeling dat deze de komende 10 jaar jaarlijks wordt verhoogd. Hij informeert hoeveel dat dan gaat worden, zodat zijn kerk iets kan begroten. Verder vraagt spreker zich af of werkelijk is besloten dat de komende 10 jaar de indexering wordt beperkt 80% van het inflatiepercentage. Spreker meent dat ook daarover jaarlijks zou worden besloten, zij het met een bepaalde intentie. Br Wattèl verwijst naar de uitgebreide besprekingen in eerdere vergaderingen met betrekking tot de maatregelen om de dekkingsgraad op de lange termijn op hoger niveau te brengen. De invoering van de middelloonregeling is daar een onderdeel van, maar die staat hier nu even buiten. Verder is besloten om niet meer van jaar tot jaar ad hoc te kijken wat er met de bijdrage moet gebeuren, maar om structuur aan te brengen in de bijdrageontwikkeling, ten einde de kerken in de gelegenheid te stellen rekening te houden met die ontwikkeling in de komende jaren. Daarbij is beslist dat de bijdrage in principe wordt verhoogd met het percentage van de gemiddelde traktementstijging. Daarmee weten de kerken waar ze aan toe zijn en zal men, bijzondere omstandigheden daargelaten, niet meer worden geconfronteerd met onvoorziene stijgingen van de bijdrage. Dat kan natuurlijk geen vaststaand besluit zijn voor de komende 10 jaren, maar het is een commitment van kerken en bestuur om normaliter dit systeem te hanteren tot de beoogde dekkingsgraad is bereikt. Die structuur laat onverlet dat nog wel ieder jaar de bijdrage formeel moet worden vastgesteld. Over de aftopping van de verhoging van de ingegane uitkeringen tot 80% is gezegd dat die in principe geldt tot de dekkingsgraad een aanvaardbare hoogte heeft bereikt. Ook daar is duidelijkheid voor de betrokken uitkeringsgerechtigden; ook daar geldt dat op basis van bijzondere omstandigheden, hetzij ten positieve, hetzij ten negatieve, van die lijn kan worden afgeweken. Als zich een enorme meevaller voordoet, kan worden afgewogen of die volledig in de verhoging van de dekkingsgraad moet worden gestopt (waardoor het gewenste niveau eerder is bereikt) of dat er omstandigheden zijn die aanleiding geven om incidenteel iets anders te doen. Dat geldt omgekeerd ook voor substantiële tegenvallers. Dat zijn echter bijzondere omstandigheden; de grote lijn ten aanzien van bijdragen en indexering is: zekerheid binnen bepaalde marges. Br Van De Kerk zou dus ongeveer kunnen weten waar deze de komende jaren met de bijdrage aan toe is. De structuur in de ontwikkeling van de bijdrage is ook goed voor het fonds: op deze manier ontstaat een normale opgaande lijn. Het is van belang dat de bijdrage de stijging van de traktementen volgt. Daardoor word je bewaard voor incidentele stijgingen als er een tekort is, of voor bevriezing van de bijdrage (zoals een aantal jaren geleden) die dan later toch weer moet worden ingehaald. De bedoeling is dus een gelijkmatige stijging op basis van de alsdan gerealiseerde werkelijkheid; dat laat onverlet dat jaarlijks een besluit moet worden genomen over de bijdrage. Br Wattèl stelt ten slotte vast dat de vergadering zich kan vinden in het jaarverslag en dankt degenen die hebben bijgedragen aan de totstandkoming ervan. 6.
Arbeidsongeschiktheidsrisico’s van de predikanten na vervallen W.A.Z.
Br Wattèl memoreert dat de Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen vervalt per 1 juli 2004; een premieplicht was er al niet meer sinds 1 januari 2004. Een predikant die arbeidsongeschikt raakt, kan dus geen aanspraak meer maken op een uitkering op grond van deze wet. De bespreking van de consequenties hiervan valt uiteen in twee gedeelten: de financiële kant en de randverschijnselen. Op dit moment is het zo dat een predikant die ten minste voor 50% arbeidsongeschikt is, aanspraak kan maken op een aanvullende uitkering van de SEV, bovenop de WAZ-uitkering. Na 1 juli 2004 vervalt die laatste uitkering en zou de SEV volledig aansprakelijk zijn voor de uitkering en daarmee het volledige risico lopen. Het bestuur staat voor de vraag of het verantwoord is het risico geheel in eigen beheer af te dekken. Bij ZwitserLeven, (bij welke maatschappij ook het overlijdensrisico is verzekerd) is navraag gedaan naar de kosten van herverzekering van het risico, ná het eerste ziektejaar (dat eerste jaar valt nu ook al buiten de WAZ en SEV-regeling). Daarbij is het volgende van belang: 1. welk risico wordt verzekerd: * beroepsarbeidsongeschiktheidsrisico (risico op arbeidsongeschiktheid als predikant) * betrokkene kan nog wel passende arbeid verrichten, gelet op bijvoorbeeld zijn opleidingsniveau (betrokkene is arbeidsongeschikt als predikant maar kan nog wel iets anders doen) * betrokkene kan nog wel gangbare arbeid verrichten (beroepen op een ander niveau) In principe kiest het bestuur ervoor om het risico van beroepsarbeidsongeschiktheid te verzekeren; het meent dat het het ambt waardig is om het risico af te dekken dat een predikant dat ambt niet meer kan vervullen; het ligt niet voor de hand om in dat geval van hem te eisen dat hij ander werk gaat doen. 2. ZwitserLeven offreert een verzekering vanaf een arbeidsongeschiktheidspercentage van 45% (nu 50%). 3. de keuring vindt plaats door/namens ZwitserLeven, evenals de vaststelling van het arbeidsongeschiktheidspercentage 4. ZwitserLeven betaalt de uitkering aan de SEV en niet aan de predikant; dat is principieel juist, omdat de SEV nog steeds de instantie is die aansprakelijk is voor het risico. ZwitserLeven bemoeit zich bijvoorbeeld ook niet met de vraag wat de SEV met die uitkering doet en zou geen bezwaar hebben tegen aanvulling indien het bestuur daar, bijvoorbeeld gezien het vastgestelde arbeidsongeschiktheidspercentage, aanleiding toe ziet. S.E.V. voorjaarsvergadering 12 mei 2004
-4-
Ten aanzien van de kosten legt br Wattèl de volgende alternatieven voor: 1. het arbeidsongeschiktheidsrisico niet herverzekeren en dat risico volledig in eigen beheer houden. Nu nog zorgt de WAZ voor een de basisvoorziening; het excedent, globaal een percentage van het verschil tussen basisvoorziening en traktement, dekt de SEV. Daar is een voorziening voor gevormd; die is in begroting en jaarrekening ook terug te zien. In de bijdrage is een bedrag van EUR 4 verdisconteerd in verband met die voorziening. Bij dekking in eigen beheer spaar je de premie uit; dat is voordelig als er weinig schades zijn. Als er wel schades ontstaan, stijgen de lasten flink en die stijging komt voor rekening van de SEV en uiteindelijk van de kerken. 2. het totale risico (huidig WAZ-risico en excedent) onderbrengen bij een herverzekeraar. De kosten daarvan zijn op jaarbasis EUR 260.000 aan premie; dat betekent EUR 9 per ziel per jaar. Voor een goede vergelijking moet daarvan de eerder genoemde EUR 4 worden afgetrokken die nu in de bijdrage zit voor aanvulling van de voorziening: bij volledige herverzekering van het risico is die pot immers vrijwel geheel overbodig. Daarmee komt de extra benodigde bijdrage per ziel op EUR 5 per jaar. Dekking volgens het criterium passende arbeid kost overigens ca. 25% minder. 3. de basisvoorziening (huidig WAZ risico) onderbrengen bij een herverzekeraar en het excedent (dat nu ook in eigen beheer wordt gedekt) in eigen beheer houden. De kosten hiervan zijn ca. EUR 90.000 (EUR 3 per ziel) per jaar. De EUR 4 per ziel die nu al in de bijdrage zit in verband met arbeidsongeschiktheid, blijft benodigd voor de voorziening; in het risico van de SEV verandert immers niets. Dat betekent een bijdrageverhoging van EUR 3 per ziel per jaar. Br Kooistra suggereert om de tot 1 januari 2004 uitgekeerde WAZ-compensatie te gebruiken voor de te betalen extra premie. Br Wattèl beaamt dat de premieplicht voor de predikanten per die datum is weggevallen en daarmee ook de aanleiding voor de kerk om die compensatie uit te betalen. Het bestuur is tot op heden uitgegaan van het omslagstelsel. De suggestie van br Kooistra staat haaks op het solidariteitsprincipe dat aan dit stelsel ten grondslag ligt, reden waarom het bestuur hier aarzeling bij heeft. Bovendien levert afdracht van de uitgespaarde compensatie na verloop van tijd praktische problemen op. Immers, de afdracht is gekoppeld aan het hebben van een predikant. Wat te doen als dat verandert of als een kerk überhaupt niet wil meewerken? Het bestuur zou die kant niet op willen. Tegelijkertijd realiseert het zich dat het omslagstelsel ook ongelijkheid in zich bergt. De kerken die geen predikant hebben, sparen geen WAZ-compensatie uit, maar betalen wel de hogere bijdrage. De vraag is echter of in een situatie als deze ooit tot een eerlijke verdeling kan worden gekomen. Spreker wil graag de aanwezigen een aantal vragen voorleggen. Hij tekent daarbij uitdrukkelijk aan dat het om een peiling van de meningsvorming gaat en niet meer dan dat. Het is de bedoeling dat het bestuur, gehoord de kerken, zo mogelijk voor 1 juli een besluit neemt. 1. Hoe denkt men over het principebesluit van het bestuur om uit te gaan van het risico van beroepsarbeidsongeschiktheid? 2. Hoe denkt men over de alternatieven: * gehele risico herverzekeren * gehele risico in eigen beheer houden * WAZ-gedeelte van het risico herverzekeren? 3. Hoe denkt men over de verdeling van de kosten? Op een vraag van br Van Willigen (Amsterdam) bevestigt br Wattèl dat bij volledig herverzekeren de SEV van alle risico ’s af is. Br Van Helden (Barendrecht) meent dat de WAZ nu het begrip passende arbeid hanteert. Als de SEV voor de toekomst uitgaat van beroepsarbeidsongeschiktheid, verbetert de dekking dus. De vraag is, of dat bedoeld is. Voor een zuivere vergelijking zou de huidige WAZ-dekking moeten worden vergeleken met een dekking volgens het criterium “passende arbeid”. Voor de vergelijking: dat betekent dat het goedkoopste alternatief (herverzekering van het WAZ-risico) op een extra bijdrage van EUR 2,25 zou komen. De brs Wattèl en Van Rees merken op dat de SEV-regeling op dit moment ook uitgaat van beroepsarbeidsongeschiktheid; het criterium “passende arbeid” geldt slechts ten aanzien van de aftrek van inkomsten. Bij herverzekering volgens het criterium beroepsarbeidsongeschiktheid wordt de predikant ook volgens dat criterium beoordeeld. Br Van Helden informeert voorts hoe de mededeling dat ZwitserLeven beslist over de mate van arbeidsongeschiktheid, zich verhoudt tot de mededeling dat het bestuur zich het recht voorbehoudt om af te wijken? Krijgt een predikant twee keuringen? Br Wattèl deelt mede dat bedoeld is te accentueren dat de verantwoordelijkheid blijft bij de SEV. Het zal in de praktijk niet vaak gebeuren dat het bestuur aanleiding zal zien voor een tweede beoordeling. Die mogelijkheid bestaat overigens ook nu al: ook nu sluit het bestuur zich in principe aan bij het oordeel van de WAZ-uitvoerder omtrent de (mate van) arbeidsongeschiktheid, doch heeft de bevoegdheid om daar om wat voor reden dan ook van af te wijken. Br Roth (Steenwijk) mist in de discussie de predikant, die nu voor zijn WAZ-verzekering een premie betaalt. Die vervalt straks. Is het niet mogelijk dat de predikant na 1 juli ook zelf bijdraagt in de kosten? Br Wattèl deelt mede dat het bestuur geen rekening heeft gehouden met een eigen bijdrage van de predikant.
S.E.V. voorjaarsvergadering 12 mei 2004
-5-
Br Wattèl legt vervolgens zijn eerdere vragen aan de aanwezigen voor: 1. de mogelijkheid het risico geheel in eigen beheer te houden vindt geen steun 2. de mogelijkheid het risico geheel te herverzekeren spreekt een minderheid aan 3. de mogelijkheid om alleen het WAZ-risico af te dekken wordt gesteund door een ruime meerderheid. De idee van dekking volgens het criterium passende arbeid krijgt meer steun dan dekking volgens het criterium beroepsarbeidsongeschiktheid. Uitgaand van de optie om alleen het WAZ-risico te herverzekeren zou de extra bijdrage EUR 3 per ziel per jaar worden. De aanwezigen steunen onverkorte hantering van het omslagstelsel. Volgens br Martens pleit voor omslag van de premie het gegeven dat de predikanten ook in vacante kerken voorgaan. Bovendien zou loslaten van het omslagstelsel op dit punt, kunnen leiden tot discussie over de omslag van de pensioenpremie. Br Wattèl meldt dat het bestuur inderdaad niet te snel aan het solidariteitsgebouw wil morrelen. Br Bronsveld (Heerde) merkt op dat het bestuur enige tijd over de materie heeft kunnen nadenken; de kerken hebben zich echter niet kunnen voorbereiden op de complexe materie. Spreker neemt aan dat het bestuur met zijn vraagstelling louter heeft beoogd de mening van de aanwezigen te peilen; naar zijn mening kan de uitkomst daarvan niet als grondslag voor besluitvorming dienen. Br Wattèl antwoordt dat het onderwerp uiteindelijk een bevoegdheid van het bestuur betreft. Omdat het belangrijk is en ook de kerken aangaat, wilde het bestuur de kerken er bij betrekken en inventariseren hoe de afgevaardigden in beginsel staan tegenover de vragen waarmee het bestuur zich geconfronteerd ziet. Br Wattèl realiseert zich dat de indruk zou kunnen ontstaan van een overval, doch het bestuur kon de kerken niet eerder informeren vanwege het korte wetgevingstraject en vanwege de tijd die het bestuur zelf nodig had om zich te oriënteren op mogelijke oplossingen. Het bestuur hecht eraan zo mogelijk voor 1 juli te besluiten. De achtergrond is dat de SEV na die datum het gehele risico loopt. Na deze vergadering komt het bestuur nog kort bij elkaar; spreker zegt toe dat de opmerking van br Bronsveld daarbij ook zal worden meegenomen in die zin dat het bestuur nog een keer zal overwegen of besluitvorming voor 1 juli a.s. onontkoombaar is. Br Wattèl legt een verwant onderwerp voor. Het vraagstuk van arbeidsongeschiktheid heeft nl. ook een andere kant: die van preventie alsmede van begeleiding en reïntegratie bij arbeidsongeschiktheid. De vraag wat de SEV daar aan doet, beantwoordt het bestuur in principe met “niets”: het is geen taak voor de SEV om zich actief met deze zaken bezig te houden. Het is echter wat makkelijk om het daarbij te laten. Vandaar dat het bestuur bij de kerken de vraag neerlegt of er behoefte bestaat aan hulp van SEV-zijde bij het zoeken naar instituten die de kerken in dit verband van dienst zouden kunnen zijn. Daartoe zou de SEV bijvoorbeeld informatie kunnen inwinnen bij Arbodiensten, het GMV, de PKN, ZwitserLeven of een andere maatschappij, teneinde de kerken te dienen met haar bevindingen. Dat betekent niet dat de SEV verantwoordelijkheid aanvaart voor de vraag hoe een bureau omgaat met (de invulling van) het reïntegratietraject. Nogmaals: de SEV mist de deskundigheid voor begeleiding etc. en mag dat ook niet doen, maar wil de kerken wel behulpzaam zijn. Br Van Helden zou dat waarderen en denkt dat het ook voor de SEV als primaire risicodrager van belang is: het kan ook de positie naar een eventuele herverzekeraar versterken. Sterker nog, het zou kunnen zijn dat de verzekeraar een dergelijk traject eist: het beperkt nl. het risico. Br Wattèl merkt op dat ZwitserLeven begeleiding en herkeuring niet zo belangrijk lijkt te vinden. Spreker onderschrijft dat de SEV als direct verantwoordelijke instantie ook een belang heeft bij begeleiding en reïntegratie; zij is echter op dit punt afhankelijk van wat er op de “werkvloer” gebeurt. De grote meerderheid van de aanwezigen stelt prijs op een bemiddelende rol van de SEV. Br Wattèl benadrukt nog eens dat de SEV slechts met een advies komt en geen enkel bureau van een “SEV-keurmerk” zal voorzien. Het bestuur zal stappen ondernemen doch verwacht niet met een advies te kunnen komen voor 1 juli. Br Martens schrikt van de opmerking dat ZwitserLeven na een eenmaal verstrekte herkeuring niet aan herkeuring/reïntegratie zou doen en gewoon zou blijven betalen. Daardoor is het risico veel groter. Spreker pleit ervoor een verzekeraar te zoeken die wel reïntegratie in het pakket heeft, waardoor de premie lager kan worden. Op de vraag van br Scholten of het wegvallen van de WAZ-compensatie nog - al dan niet structurele - invloed heeft op de pensioenverplichtingen, antwoordt br Van Rees dat het bedrag per predikant beperkt was. Bij diegenen die reeds op de maximumpensioengrondslag zaten, heeft het wegvallen in het geheel geen invloed op de uiteindelijke grondslag. Br Wattèl merkt nog op dat de financiële consequenties van een eventuele herverzekering uiteraard niet van invloed zullen zijn op de bijdrage over het jaar 2004. 7.
Rondvraag
Hiervan wordt geen gebruik gemaakt. 8.
Sluiting
Nadat br Meijer de vergadering met dankgebed heeft besloten, sluit br Wattèl de vergadering, dankt de afgevaardigden voor hun aanwezigheid en participatie en wenst ieder een goede thuisreis. S.E.V. voorjaarsvergadering 12 mei 2004
-6-
STICHTING EMERITAATSVOORZIENING "S.E.V." administrateur: mr J. Janssens-Boer Prof. L. Fuchslaan 31 3571 HD Utrecht tel. 030-27 11 915, b.g.g. 030-27 11 333 (privé)
Aan de Raden van de Nederlands Gereformeerde Kerken
Utrecht, 26 oktober 2004 Betreft:
Begroting 2005
Geachte zusters en broeders, Bijgaand treft u aan de begroting 2005 in relatie tot de verwachte uitkomsten over het lopende jaar. De verwachtingen voor het verloop van 2004 en 2005 laten een voorzichtig herstel zien van de financiële positie van het fonds. De rente op de kapitaalmarkt stabiliseert zich weliswaar op een zeer laag niveau, echter de inflatie is fors verminderd. Daarnaast zijn de traktementen in 2004 minder hard gestegen ten opzichte van voorgaande jaren. De stijging van de traktementen kwam per 1 januari 2004 uit op gemiddeld 3,3% (vorig jaar: 6%). De vorig jaar genomen besluiten ter verbetering van de financiële positie beginnen hun vruchten af te werpen. De in 2003 gemaakte afspraken zijn gericht op het bereiken van een dekkingsgraad van 110 à 115% binnen een periode van 10 jaar. De belangrijkste maatregelen om dit doel te bereiken zijn: • Invoering van een middelloonregeling per 1 januari 2004 • Verhoging van de bijdrage gebaseerd op de traktementsontwikkeling • Een tijdelijke beperking van de indexatie van ingegane uitkeringen tot 80% van de prijsinflatie zolang de financiële doelstelling niet is gerealiseerd Het niveau van de bijdrage 2005 komt uit op 28,00, een stijging van 7,7% ten opzichte van 2004. Deze stijging is het gevolg van enerzijds de indexatie van 3,3% gebaseerd op de traktementsontwikkeling en anderzijds een autonome verhoging van 1,00 zoals opgenomen in de notitie “De SEV-regeling in de toekomst” d.d. 8 april 2003. Hiermee komt het bijdrageniveau precies uit op het kostprijsniveau (de actuariële premie). Met ingang van 2006 zal de verhoging van de bijdrage voor de eerstkomende jaren –onvoorziene omstandigheden voorbehouden- uitsluitend worden gebaseerd op de traktementsontwikkeling. Met ingang van 1 juli 2004 is het risico van arbeidsongeschiktheid herverzekerd bij AMEV. Vóór deze datum werd het arbeidsongeschiktheidsrisico in eigen beheer gedragen. De herverzekering houdt verband met de toegenomen risico’s door het vervallen van de WAZ per 1 juli 2004. De kosten van herverzekering voor dit risico bedragen ca. 193.000 per jaar. Het bestuur heeft vooralsnog afgezien van een bijdrageverhoging om deze (deels extra) kosten te dekken, omdat verwacht wordt dat de voor dit risico gevormde voorziening voor toekomstige arbeidsongeschiktheid (stand ultimo 2003: 0,6 miljoen) in de toekomst geleidelijk kan vrijvallen.
De indexatie van ingegane uitkeringen is begroot op 0,8%, gebaseerd op een inflatieverwachting van 1,0%. De indexatie kan naar verwachting volledig uit de overrente worden gefinancierd. Met de voorgestelde maatregelen verwachten we eind 2005 een dekkingsgraad van 101,9% te bereiken, een verhoging van 1,1% ten opzichte van de verwachte dekkingsgraad eind 2004 (100,8%). Hoogachtend, namens het bestuur
H. Strating RA, penningmeester
Bijlagen: • Specifieke toelichting op de begroting 2005 • Cijferbijlage met begroting 2005, raming 2004, begroting 2004 en werkelijk 2003 • Uitgangspunten voor de begroting 2005
-2-
Specifieke toelichting op de begroting 2005 De begroting laat voor 2005 in relatie tot de begroting en de raming over 2004 zien: • De verwachte mutaties in het pensioenvermogen (het bedrag dat de SEV beschikbaar heeft om aan haar pensioenverplichtingen te voldoen). • De verwachte mutaties in de voorziening pensioenverplichtingen. • De dekkingsgraad (de mate waarin de SEV in staat is aan haar pensioenverplichtingen te voldoen). De dekkingsgraad wordt berekend als het quotiënt van het pensioenvermogen en de voorziening pensioenverplichtingen. De raming 2004 geeft inzicht in de verwachte uitkomsten over 2004 en is gebaseerd op de beschikbare cijfers tot en met het derde kwartaal 2004. De raming 2004 laat zien dat het pensioenvermogen naar verwachting circa 0,2 miljoen hoger zal uitkomen dan in de begroting 2004 werd geraamd. De verwachte dekkingsgraad ultimo 2004 komt met 100,8% bijna een procent hoger uit dan oorspronkelijk was begroot (99,9%). De verdere uitgangspunten voor de begroting zijn op een afzonderlijke bijlage toegelicht.
-3-
BEGROTING 2005 STICHTING EMERITAATSVOORZIENING "SEV" PENSIOENVERMOGEN
(bedragen in duizenden euro' s) Begroting 2005
Raming 2004
Begroting 2004
Werkelijk 2003
885 9
822 9
816 9
708 9
Toevoegingen 1. Bijdragen kerken 2 Premies individuele verzekeringen 3. Opbrengst beleggingen: - obligaties - vastgoed - aandelen 4. Inkomende waarde-overdrachten Totaal toevoegingen
534 491 479 476 112 198 106 287 257 103 243 223 PM PM PM 110 ---------------- ---------------- ---------------- ---------------1.797 1.623 1.653 1.813
Onttrekkingen 5. Uitkeringen 6. Uitgaande waardeoverdrachten 7. Premie herverzekering 8. Algemene kosten Totaal onttrekkingen Mutaties in het pensioenvermogen Pensioenvermogen per 1 januari Pensioenvermogen per 31 december Voorziening pensioenverplichtingen per 31 december Over-/(onder)dekking Dekkingsgraad
932 954 949 951 PM 30 PM 234 135 40 34 49 48 47 49 ---------------- ---------------- ---------------- ---------------1.215 1.167 1.036 1.034 582
456
617
779
16.055 15.599 15.198 14.820 ---------------- ---------------- ---------------- ---------------16.637 16.055 15.815 15.599 16.323 15.931 15.832 15.517 ---------------- ---------------- ---------------- ---------------314 124 -17 82 101,9%
100,8%
99,9%
100,5%
15.931
15.517
15.421
14.826
VOORZIENING PENSIOENVERPLICHTINGEN Stand per 1 januari Verhoging i.v.m. wijziging traktementen/AOW en 1 jaar inkoop Kosten indexaties Sterfteresultaat Inkomende waardeoverdrachten Benodigde interest Voorziening voor arbeidsongeschiktheid Voorziening aanpassing overlevingstafels Overige mutaties Af: uitkeringen uitgaande waardeoverdrachten Stand per 31 december
466 447 446 467 79 148 155 147 6 72 -4 90 PM 0 PM 110 643 625 623 607 -52 -32 -5 87 181 136 136 136 0 2 9 -2 ---------------- ---------------- ---------------- ---------------17.254 16.915 16.781 16.468 931 954 949 951 PM 30 PM 0 ---------------- ---------------- ---------------- ---------------16.323 15.931 15.832 15.517
Uitgangspunten voor de begroting 2005 (bedragen in duizenden euro' s tenzij anders is aangegeven)
1. Bijdragen kerken Aantal leden Bijdrage per lid (in euro' s) Bijdrage totaal Actuarieel benodigde premie idem, per lid (in euro' s) De actuarieel benodigde premie is opgebouwd uit: - Verhoging i.v.m. wijziging traktementen/AOW en 1 jaar inkoop - Sterfteresultaat - Toevoeging voorziening voor arbeidsongeschiktheid - Toevoeging voorziening omrekening overlevingstafels - Overige mutaties - Premies herverzekering - Algemene kosten Totaal 2 Premies individuele verzekeringen Betreft één individuele verzekering 3. Opbrengst beleggingen (rendement): - obligaties - vastgoed - aandelen 4. Inkomende waardeoverdrachten 5. Uitkeringen Ouderdomspensioen Weduwepensioen Arbeidsongeschiktheidspensioen Totaal 6. Uitgaande waardeoverdrachten 7. Premie herverzekering Zwitserleven (overlijdensrisico) AMEV (arbeidsongeschiktheid en overlijdensrisico)
8. Algemene kosten Personeelskosten: -salariskosten -sociale lasten Actuaris Accountant Kosten bestuur Kantoorkosten 9. Grondslagen Indexeringspercentage ingegane uitkeringen Indexeringspercentage minimum-uitkeringsgrondslag Indexeringspercentage maximum-uitkeringsgrondslag Indexeringspercentage traktementen 55-plussers Indexeringspercentage opgebouwde aanspraken
Begroting 2005
Raming 2004
Begroting 2004
Werkelijk 2003
31.600 28,00
31.616 26,00
31.370 26,00
30.875 19,00
885
822
816
587
884 27,97
808 25,56
669 21,33
861 27,89
466 447 446 467 6 72 -4 90 -52 -32 -5 87 181 136 136 136 0 2 9 -2 234 135 40 34 49 48 47 49 ---------------- ---------------- ---------------- ---------------884 808 669 861 9
9
9
9
4,75% 7,00% 8,00%
4,50% 10,00% 4,00%
4,50% 7,00% 8,00%
4,40% 14,00% 12,00%
PM
PM
PM
110
517 546 569 600 396 390 361 351 18 18 19 ---------------- ---------------- ---------------- ---------------931 954 949 951 PM
30
PM
0
41 40 40 34 193 95 ---------------- ---------------- ---------------- ---------------234 135 40 34
25 4 5 7 4 4 49
23 3 6 7 4 4 47
23 3 6 7 4 4 47
28 5 4 6 3 3 49
0,80% 3,30% 3,30% n.v.t. 1,60%
1,60% 6,00% 2,50% n.v.t. 2,50%
1,60% 6,00% 2,50% n.v.t. 2,50%
1,50% 3,00% 3,00% 3,00% n.v.t.
STICHTING EMERITAATSVOORZIENING "S.E.V." administrateur: mr J. Janssens-Boer Prof. L. Fuchslaan 31 3571 HD Utrecht tel. 030-27 11 915, b.g.g. 030-27 11 333 (privé)
Aan de kerkenraden en Commissies van Beheer van de Nederlands Gereformeerde Kerken
Datum : 11 november 2004 Betreft : nagezonden stukken
Geachte broeders en zusters, Bijgaand treft u de nagekomen stukken aan voor de najaarsvergadering van 20 november a.s. Het betreft de eerder toegezegde concept-reglementswijziging met een toelichting op de wijzigingen. Het bestuur realiseert zich dat de voorbereidingstermijn kort is, maar er was in de uitwerking van het contract tussen de drie betrokken partijen (verzekeraar, VSE en SEV) geen gelegenheid u eerder een afgerond concept voor te leggen. Zoals in de uitnodiging voor de vergadering al is verwoord, zal er tijdens de najaarsvergadering nog uitgebreid worden ingegaan op het onderwerp arbeidsongeschiktheid als zodanig; daarbij zal er uiteraard ook gelegenheid zijn om vragen te stellen bij - of anderszins in te gaan op - de voorliggende reglementswijziging. Indien u in deze envelop twee sets stukken hebt aangetroffen, is op het door uw kerk ingevulde informatieformulier per 1 januari 2004 het adres van de kerkenraad tevens aangemerkt als het postadres van de Commissie van Beheer en/of de penningmeester. U wordt in dat geval verzocht één set zo spoedig mogelijk aan de Commissie van Beheer/penningmeester te overhandigen. Met christelijke groet en hoogachting, namens het bestuur,
J. Janssens-Boer
STICHTING EMERITAATSVOORZIENING "S.E.V." Datum : Agendapunt : Onderwerp :
najaarsvergadering 20 november 2004 6.3. wijziging reglement in verband met arbeidsongeschiktheid
Tijdens de voorjaarsvergadering hebben wij u geïnformeerd over de plannen van het bestuur met betrekking tot de herverzekering van het arbeidsongeschiktheidsrisico. Door middel van de brief van 9 juni 2004 hebben wij de kerkenraden en de predikanten op de hoogte gebracht van de ontwikkelingen sinds die voorjaarsvergadering, met name op het punt van het gezamenlijk optrekken met de Vereniging Samenwerking Emeritering binnen de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt). Inmiddels is per 1 juli 2004 en overeenkomst inzake de herverzekering van het arbeidsongeschiktheidsrisico gesloten tussen Fortis/AMEV enerzijds en de Vereniging VSE alsmede de stichting SEV anderzijds. Kortheidshalve blijft de Vereniging VSE in het hiernavolgende buiten beschouwing. Inmiddels is op 27 september jl. een informatiebijeenkomst gehouden waarvoor alle predikanten zijn uitgenodigd. Zij zijn daar door het bestuur en door Fortis/AMEV geïnformeerd over rechten en verplichtingen die voor hen voortvloeien uit de tussen Fortis/AMEV en de SEV gesloten verzekering. In de brief van 9 juni jl. is toegezegd dat tijdens de najaarsvergadering van 20 november uitvoerig op de materie zal worden teruggekomen. In verband met de herverzekering van het arbeidsongeschiktheidsrisico is ook een wijziging van het reglement noodzakelijk. Een ontwerp daarvoor is bijgevoegd; het wordt onderstaand toegelicht. Algemene toelichting Met Fortis/AMEV zijn de volgende uitgangspunten overeengekomen voor de verzekering van het arbeidsongeschiktheidsrisico: • toepassing van een systeem met 7-arbeidsongeschiktheidsklassen • verzekering volgens het criterium “passende arbeid” • bij (volledige) arbeidsongeschiktheid in de zin van de verzekering een gelijkblijvende uitkering • ter hoogte van 80% van de BPG waarop de vaststelling is gebaseerd De verzekering is gesloten tussen Fortis/AMEV en de SEV. Predikanten en kerkenraden zijn geen contractspartij. De predikanten zijn te beschouwen als de verzekerden. Bij arbeidsongeschiktheid van een predikant zal Fortis/AMEV (indien aan de voorwaarden van de verzekering is voldaan) een arbeidsongeschiktheidsrente uitkeren aan de SEV. Die keert daaruit aan de predikant een arbeidsongeschiktheidspensioen uit volgens de bepalingen van het SEV-reglement. Hoewel de predikanten geen partij zijn bij de overeenkomst, brengt hun status van verzekerde met zich mee dat voor hen wel rechten en verplichtingen uit de verzekering voortvloeien. Die zijn opgenomen in het aanhangsel “Ziekteverzuimprotocol predikanten SEV, dat geacht moet worden van het reglement deel uit te maken. Dit ziekteverzuimprotocol geeft aan, aan welke verplichtingen de predikant zich bij arbeidsongeschiktheid moet houden (tijdig ziek melden, zich op verzoek van Fortis/Amev onderwerpen aan onderzoek door een arts, in het algemeen niets doen wat een eventueel herstel kan belemmeren). Ook is in dit protocol geregeld wat een predikant kan ondernemen indien hij het niet eens is met de door Fortis/Amev vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid. De verzekering voorziet niet alleen in een uitkering bij arbeidsongeschiktheid; ook is voorzien in begeleiding bij reïntegratie alsmede advies en begeleiding in de preventieve sfeer. Artikelgewijze toelichting Artikel 1 De begripsomschrijvingen zijn uitgebreid.
Artikel 4 lid 8 In dit artikel zijn hoogte en duur van het arbeidsongeschiktheidspensioen geregeld, alsmede de voortgezette opbouw van ouderdomspensioen tijdens de arbeidsongeschiktheidsperiode. In dit artikel komt ook de bijzondere verhouding verzekeraar, SEV, predikant tot uitdrukking. De verzekeraar stelt de mate en periode van arbeidsongeschiktheid vast en keert op basis daarvan en overeenkomstig de bepalingen van het contract een gelijkblijvende arbeidsongeschiktheidsrente uit aan de SEV. De SEV stelt zelf de hoogte van het arbeidsongeschiktheidspensioen vast en keert dit uit aan de predikant; dit pensioen wordt geïndexeerd zoals alle andere ingegane uitkeringen. Voor de berekening van het arbeidsongeschiktheidspensioen is bepalend de Bruto pensioengrondslag per 1 januari voorafgaand aan de datum van ingang van het pensioen. Met traktementsverhogingen tussen die datum en de datum van ingang van het pensioen wordt rekening gehouden voorzover deze de grenzen van de voor deze predikant gebruikelijke traktementsontwikkeling niet overschrijden. Om vast te stellen wat voor deze predikant gebruikelijk is, kan in eerste instantie gekeken naar bijvoorbeeld de in de beroepsbrief afgesproken periodieke verhogingen, en als die er niet zijn naar eventuele eerdere afspraken tussen predikant en kerkenraad met betrekking tot het hanteren van standaardnormen (zoals GMV) etc. Het bestuur kan besluiten het op basis van het reglement vastgestelde pensioen tijdelijk te verhogen. Te denken valt aan de situatie dat de predikant niet meer als predikant aan het werk kan, maar wel gedeeltelijk in staat wordt geacht andere passende arbeid te verrichten en aldus recht heeft op een gedeeltelijk arbeidsongeschiktheidspensioen. Het kan zijn dat die passende arbeid vanwege bijvoorbeeld de arbeidsmarkt op dat moment niet te vinden is. In zo’n geval kan het bestuur besluiten om het arbeidsongeschiktheidspensioen waar de predikant op basis van zijn arbeidsongeschiktheidspercentage recht op heeft, voor een bepaalde periode te verhogen. Het omgekeerde kan het geval zijn indien sprake is van bijverdiensten in verband met arbeid van een zodanige omvang, dat het redelijk en billijk is de hoogte van het pensioen daarop aan te passen. Dit laatste ligt in de lijn met de oude regeling, die bepaalde dat inkomsten, gemoeid met regelmatig verrichte werkzaamheden, werden afgetrokken. Indien de predikant naast zijn aanvullend arbeidsongeschiktheidspensioen ook nog recht heeft op een WAZ- of WAO-uitkering, dan kan het bestuur naar redelijkheid en billijkheid tot verrekening overgaan. Ook dit sluit aan bij de regeling zoals deze tot nu toe was. Artikel 6 lid 5 en 6 en 7 In artikel 6 lid 5 en 6 worden ingangsdatum en einde van het arbeidsongeschiktheidspensioen geregeld. Lid 7 bepaalt dat, indien verzekeraar een ten onrechte uitgekeerde arbeidsongeschiktheidsrente van de SEV terugvordert, de SEV het op basis hiervan uitgekeerde arbeidsongeschiktheidspensioen eveneens van de predikant terugvorderen. Artikel 9 lid 1 Dit artikel is aangevuld in die zin dat voor de toekenning van een arbeidsongeschiktheidsuitkering de rechten en verplichtingen gelden die voor de predikant voortvloeien uit de verzekeringsovereenkomst. Die verplichtingen zijn opgenomen in een bij het reglement behorend aanhangsel dat geacht wordt deel uit te maken van het reglement. Een wijziging in die verplichtingen bindt de predikant pas als die schriftelijk aan de predikanten kenbaar is gemaakt. Artikel 17 Aan de bestaande arbitrageprocedure bij geschillen over toepassing van het reglement is een tweede lid toegevoegd met een arbitrageregeling met het oog op de hoogte of de duur van het arbeidspensioen. Daarvoor geldt dat eerst de mogelijkheden om bij Fortis/Amev op te komen tegen de vastgestelde mate en duur van de arbeidsongeschiktheid, moeten zijn uitgeput. De achterliggende gedachte hierbij is, dat arbitrage met betrekking tot de hoogte van het pensioen niet zinvol is, als er nog rechtsmiddelen openstaan met betrekking tot de mate van arbeidsongeschiktheid die aan die beslissing over de hoogte van het pensioen ten grondslag ligt. Artikel 19 Dit artikel bevat de overgangsbepalingen en regelt dat op per 1 juli 2004 reeds ingegane arbeidsongeschiktheidspensioenen de oude regeling van toepassing is. Tevens biedt het de mogelijkheid om ten aanzien van zogenoemde “lopende” gevallen te zijner tijd naar redelijkheid en billijkheid te beslissen. Aanhangsel Tegenover het recht op uitkering staan verplichtingen. Voor zover die rechtstreeks betrekking hebben op c.q. toekomen aan de predikant zijn ze in dit aanhangsel opgenomen Het aanhangsel moet worden geacht deel uit te maken van de reglementaire rechten en verplichtingen en is als zodanig bindend.