Renovatie Stadsschouwburg Utrecht Nadere uitwerking verbouwingsvariant 1a Haalbaarheidsonderzoek "Een nieuw theater voor Utrecht"
Gemeente Utrecht oktober 2009
Renovatie Stadsschouwburg Utrecht Nadere uitwerking verbouwingsvariant 1a Haalbaarheidsonderzoek "Een nieuw theater voor Utrecht"
dossier : C7200 registratienummer : MH.C7200.R03 versie : definitief
Gemeente Utrecht oktober 2009
DHV B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van DHV B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001.
©
DHV B.V.
INHOUD
BLAD
1
INLEIDING Wat vooraf ging Uitgangspunten en doelstellingen Werkwijze en opbouw rapport Het oorspronkelijke gebouw Verbouwingsgeschiedenis Rijksmonument
2 2 2 3 3 4 4
2
KNELPUNTEN EN OPLOSSINGEN Grote Zaal Blauwe Zaal Overige ruimten Algemeen
7 7 8 9 12
3
FASERING, PLANNING & ORGANISATIE Fasering Planning (overall)
13 13 13
4
KOSTENRAMING
15
5
COLOFON
16
BIJLAGEN 1 2 3 4
Verdeling van de renovatiewerkzaamheden over de fasen Doorloopplanning uitvoering renovatie Plattegronden Artist Impressions
SEPARATE BIJLAGE Ramingen stichtingskosten
Gemeente Utrecht / Renovatie Stadsschouwburg Utrecht MH.C7200.R03
13 oktober 2009, versie definitief -1-
DHV B.V.
1
INLEIDING
Wat vooraf ging Het huidige aanbod van de Stadsschouwburg Utrecht is groot en divers. Met twee zalen van respectievelijk 976 en 235 zitplaatsen kan echter onvoldoende aanbod gepresenteerd worden. Veel voorstellingen gaan aan Utrecht voorbij en het is onmogelijk om voorstellingen in langere series te programmeren. De druk op de beschikbaarheid van de accommodatie is nog extra toegenomen nu het advies van de Raad voor Cultuur is opgevolgd waarin Utrecht wordt aangewezen als één van de acht gemeenten waar de cultuurinstellingen en –opleidingen gevestigd zullen zijn die samen de basisinfrastructuur van Nederland vormen. Met name het nieuwe toneelgezelschap De Utrechtse Spelen zal een aantal weken per jaar beslag leggen op de Grote Zaal. Ook aan de vraagzijde is er sprake van een knelpunt. De druk op de kassa is groot, veel voorstellingen zijn uitverkocht, een belangrijk deel van het publiek kan niet worden bediend. Zeker gelet op de verwachte groei van het aantal inwoners in Utrecht en de regio zal de vraag alleen maar toenemen. Naast een structureel capaciteitsprobleem voldoet het gebouw aan het Lucasbolwerk niet meer aan de eisen van deze tijd. Dit tezamen vormde de aanleiding voor een onderzoek naar een nieuw theater. Eind 2007 heeft de gemeente Utrecht een haalbaarheidsonderzoek laten uitvoeren dat antwoord heeft gegeven op de vragen hoe een nieuw theater eruit moest zien, waar het theater moest staan en wat de kosten daarvan zouden zijn. Als resultaat zijn twee scenario’s uitgewerkt: Scenario 1: een nieuw te bouwen theater met één zaal met 1.500 zitplaatsen en renovatie van de huidige Stadsschouwburg en Scenario 2: een nieuw theater met drie zalen met resp. 1.500, 750 en 300 zitplaatsen en herbestemming van de Stadsschouwburg. Binnen scenario 1 zijn drie varianten benoemd voor de renovatie van de Blauwe Zaal: variant 1a verbouwing zonder dakverhoging, variant 1b verbouwing met dakverhoging en variant 2 waarbij een nieuwe kleine zaal wordt gerealiseerd onder het Zochersplantsoen vóór de Stadsschouwburg Utrecht. Het college van B&W heeft een voorkeur uitgesproken voor scenario 1 en gaf de opdracht nader onderzoek te doen naar de locatiekeuze voor het nieuwe theater met één zaal en de renovatie van de huidige schouwburg nader uit te werken. Hierbij dient variant 1a uit het onderzoeksrapport te worden geactualiseerd en dienen de verbouwingswerkzaamheden te worden gefaseerd. Ruwweg dient in de eerste fase de Blauwe Zaal, incl. bijbehorende ruimten, het entreegebied (kassa en receptie) en de kantoren te worden gerenoveerd. In de volgende fase wordt de Grote Zaal verbouwd. Met deze tweede fase kan pas worden gestart na realisatie van een nieuw groot theater op een nog nader te bepalen locatie in de gemeente Utrecht.
Uitgangspunten en doelstellingen Voor het actualiseren en uitwerken van de renovatie, is uitgegaan van de plannen zoals deze zijn vastgelegd in het rapport van het haalbaarheidsonderzoek met de titel “Een nieuw theater voor Utrecht” van 28 januari 2008 en de daarbij behorende bijlage II met de titel “Renovatie Stadsschouwburg Utrecht” (kenmerk G56TT0454.R04.3), met als uitgangspunt variant 1a voor de verbouwing van de Blauwe Zaal.
Gemeente Utrecht / Renovatie Stadsschouwburg Utrecht MH.C7200.R03
13 oktober 2009, versie definitief -2-
DHV B.V.
Voor wat betreft de technische eisen wordt nadrukkelijk verwezen naar het genoemde rapport en bijlage II van dat rapport.
Werkwijze en opbouw rapport In de maanden juli en augustus 2009 heeft overleg plaatsgevonden met vertegenwoordigers van de Stadsschouwburg Utrecht en monumentenzorg over de renovatie van de Stadsschouwburg Utrecht. Dit rapport is het resultaat van de overleggen. In dit geactualiseerde rapport worden de knelpunten van de huidige schouwburg beschreven en aangegeven hoe die opgelost kunnen worden en hoe de oplossingen er uitzien. Daarnaast wordt een onderbouwing gegeven voor de fasering van de renovatie. In de bijlagen bevinden zich plattegronden, een artist impression van onderdelen van de renovatie en een globale planning van de doorlooptijden voor de renovatie. Daarnaast is in een separate bijlage een stichtingskostenraming opgenomen. De eisen en wensen zijn gedetailleerd daar waar dat mogelijk is. Daar waar nadere invulling noodzakelijk is of ontwerpvrijheid van belang is, wordt slechts in globale termen gesproken en zal detaillering volgen gedurende de definitiefase en vervolgens tijdens het ontwerpproces wanneer architect en adviseurs (akoestiek, bouwfysica, constructies en installaties W&E) bij het proces worden betrokken.
Het oorspronkelijke gebouw De opdracht die architect W.M. Dudok in 1937 van het gemeentebestuur van Utrecht ontving betrof de bouw van een schouwburg voor ongeveer 900 bezoekers, met een café-restaurant en een feestzaal. Alle ruimten dienden onafhankelijk van elkaar te kunnen worden gebruikt. Als locatie was het Lucasbolwerk gekozen. Dudok ontwierp het gebouw aan het water, met het restaurant gekeerd naar de verkeerskant en de schouwburg meer aan de plantsoenzijde. Het café-restaurant situeerde hij op de e 1 verdieping, zodat niet alleen een fraai uitzicht op de stad werd verkregen, maar ook creëerde hij zo de mogelijkheid op de begane grond voor een ruime vestibule en garderobe. Het silhouet van het gebouw werd bepaald door de onderlinge verhouding van de diverse bouwdelen. Schouwburg met toneeltoren en twee foyers, het café-restaurant en de trappenhuizen zijn als onderscheiden volumes vormgegeven en tot een harmonieus geheel gerangschikt. De onderlinge verhoudingen (hoogte, breedte, diepte van de bouwdelen) spelen een belangrijke rol in deze evenwichtige compositie. De eenheid van de delen werd gecreëerd door het uniforme en karakteristieke materiaal- en kleurgebruik. In uiterlijk is voorts nadrukkelijk onderscheid gemaakt (en dus contrast) tussen de gesloten gevels van de schouwburg en toneeltoren en de openheid van het restaurant en de foyers. Ook het interieur is bewust ontworpen met een donkere vestibule die zich opent naar een grote, lichte hal. Uitgaan is een feest en Dudok wenste dan ook een 'feest-effect' te scheppen: "de bouwmeester moet dat feest voorbereiden door het scheppen van een climax in de ruimteontwikkeling, van het ogenblik waarop de bezoeker binnentreedt, tot dat waarop hij zijn plaats bereikt”, aldus de architect. Het gebouw kreeg de meest moderne technische installaties van dat moment. De schouwburg werd geopend in september 1941. Duidelijk is dat hier sprake is van een bijzonder gebouw dat zich aan de parkzijde manifesteert als een licht gebogen, horizontaal geleed gebouw met een nadrukkelijk open en gesloten gevelbeeld en met een elegante uitkraging in de vorm van een luifel, gedragen door slanke pilasters. Aan de waterzijde manifesteert zich vooral een gesloten gebouw met redelijk forse volumes en een ritme van kleine raamopeningen, met uitzondering van de opengewerkte foyergevels. De toneeltoren vormt een markant verticaal element.
Gemeente Utrecht / Renovatie Stadsschouwburg Utrecht MH.C7200.R03
13 oktober 2009, versie definitief -3-
DHV B.V.
In het interieur zijn destijds alle ruimten met een eigen karakter vormgegeven, maar wel onderling sterk verwant in stijl. Het betreft de entree en vestibules, de hal, de foyers, de trappenhuizen en de ruimten van café-restaurant en de feestzaal. Er is gebruik gemaakt van materialen als marmer voor de vloeren en wanden bij de entree, staal o.a. voor de raam- en deurpartijen, plafonds met geïntegreerde verlichting en speciaal ontworpen staande verlichtingsarmaturen. De schouwburg heeft meerdere buitenruimten: een terras op de begane grond ter hoogte van de hal (uitkijkend op Lucasbolwerk en het park), een terras op de verdieping voor het café-restaurant (uitkijkend op de binnenstad en de Dom) en een balkon aan de singelzijde, aansluitend op de foyer (uitkijkend over de Wittevrouwensingel). Het gebouw heeft een kelderverdieping, die ter plaatse van de schouwburg in gebruik was ten behoeve van de orkestbak, als toneelkelder en berg- en verwarmingsruimten. De kelder onder de overige ruimten (vestibule) werd gebruikt ten behoeve van opslag, als keuken en als rijwielstalling.
Verbouwingsgeschiedenis Na de opening, op 3 september 1941, is de Stadsschouwburg Utrecht diverse malen verbouwd. Onder invloed van deze verbouwingen heeft het zijn huidige verschijningsvorm gekregen. In vogelvlucht zijn de volgende aanpassingen verricht. 1958-1960 Toevoegen van kantoorruimte aan de zuidzijde en een hoogspanningsruimte aan de noordzijde van het gebouw. Architect: Bureau Dudok-Magnee. 1974-1976 De voorgevel van de begane grond, ter hoogte van de vestibule, wordt vervangen door een glazen pui, het entreegebied wordt deels heringericht. De kantoorruimte aan de zuidzijde wordt weer afgebroken. Het e Esplanade-restaurant op de 1 verdieping wordt heringericht als foyer. De feestzaal op de tweede verdieping wordt verbouwd tot Blauwe Zaal met entree bij Lucasbrug. Aan de noordzijde van het gebouw wordt een garage gebouwd voor het inpandig laden en lossen van de decorvrachtwagens. Architectenbureau Wouda is verantwoordelijk voor het ontwerp van de verbouwing. 1992 Aanpassingen in het interieur, van installaties en lichtbruggen door architectenbureau Wouda. 1994-1995 Verbreding van het toneel, toneelopening en aanpassen van de zaal door installatie van vertikaal verplaatsbare stoelenrijen. Vergroten van de toneeltoren, nieuwbouw van backstage ruimten, zoals kleedruimten, artiestenfoyer en aanverwante technische ruimten. Uitgevoerd door architectenbureau Wouda, verantwoordelijk architect Erik Knippers. 2002 e Verbouwing van de foyer op de 1 verdieping tot restaurant Zindering en herinrichting van het entreegebied. Ontwerp door Monk architecten in samenwerking met Paul van Dam. In de toneeltoren wordt een nieuwe geautomatiseerde theatermechanische hijsinstallatie aangebracht.
Rijksmonument Al in 1986 heeft de gemeente Utrecht de Stadsschouwburg Utrecht op een lijst met voorstellen voor jonge monumenten geplaatst. Het betrof een lijst met gebouwen uit de periode 1850-1940, de zogeheten Jongere Bouwkunst.
Gemeente Utrecht / Renovatie Stadsschouwburg Utrecht MH.C7200.R03
13 oktober 2009, versie definitief -4-
DHV B.V.
De Rijksdienst heeft het voorstel aangehouden in afwachting van het nog landelijk uit te voeren Monumenten Inventarisatie Project. Dit MIP is in 1989-1990 uitgevoerd door de gemeente Utrecht. Het bleek echter dat de tijdsgrens van 50 jaar door het Rijk zeer strikt werd gehanteerd en de schouwburg viel met zijn oplevering in 1941 precies buiten de grens, waardoor het gebouw in de selectie uit deze inventarisatie buiten beschouwing bleef. Anno 2007 is het gebouw alsnog door het Rijk voorgesteld voor de status van Rijksmonument, maar ditmaal in het kader van de inventarisatie van potentiële naoorlogse monumenten. Hoewel de classificatie van de schouwburg als een naoorlogs monument discutabel is architectuurhistorisch past het gebouw in de vooroorlogse traditie – kan de voordracht als Rijksmonument als terecht worden beschouwd. Het college van B&W heeft zich in het verleden positief uitgelaten over de mogelijke status van rijksmonument van de schouwburg. De monumentale kwaliteiten van het gebouw waren immers al veel eerder onderkend. De Rijksdienst voor archeologie, cultuurlandschap en monumenten typeert de monumentwaarden als volgt: “Van cultuurhistorische waarde vanwege de functie, de schouwburg is gebouwd als theater met caférestaurant en een feestzaal. Deze verschillende elementen zijn nog aan de buitenkant van het pand af te lezen. Met de bouw is eind jaren dertig begonnen, ondanks de oorlog en bezetting is de schouwburg toch voltooid in 1941.(…) Van architectuurhistorisch belang vanwege de opzet. De schouwburg heeft een theatrale indeling: een lage donkere entree met aan weerszijde de garderobe, na de trap omhoog een ruime lichte hal met een hoge open ruimte. De lampen zijn van Copier. (…) Van architectuurhistorisch belang vanwege de plaats in het oeuvre van Dudok. (…) Van belang vanwege de stedebouwkundige situering, op één van de bolwerken van Utrecht net binnen de singels, de schouwburg staat deels in het water. (…) Ondanks de ingrijpende verbouwing in de jaren 90, waarbij de schouwburg een nieuwe toneeltoren heeft gekregen, is het pand nog zeer markant. De nieuwe glazen toneeltoren heeft eenzelfde fijne belijning als de stalen kozijnen uit de jaren veertig.” Uit de beschreven bouw- en verbouwgeschiedenis mag blijken dat er sinds de oplevering in 1941 het een en ander aan het gebouw is gewijzigd. De wijzigingen betreffen zowel het interieur als het exterieur. De formele procedure tot aanwijzing als Rijksmonument is nog niet afgerond, maar door de voordracht van het gebouw als Rijksmonument is er sprake van een ‘voorbescherming’. Alle aanvragen voor aanpassingen aan het gebouw moeten behandeld worden als ware het pand al een beschermd Rijksmonument. Bij een aanvraag voor een monumentenvergunning moet advies worden ingewonnen bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) en de commissie Welstand en Monumenten van de gemeente Utrecht. Bij de beoordeling van de aanvraag zal het bestaande gebouw, inclusief de wijzigingen van 1995, als uitgangspunt worden genomen . Er is echter geen verplichting om de oorspronkelijke situatie te reconstrueren. Bij verbouwingsplannen worden de huidige monumentale waarden afgezet tegen de gewenste veranderingen. Bij het beoordelen van de monumentale waarden kunnen de volgende uitgangspunten gesteld worden: •
De verbouwingen, toevoegingen en wijzigingen die vanaf 1941 in het oorspronkelijke ontwerp hebben plaatsgevonden behoren in principe niet tot de monumentale waarden, ze zullen bij veranderingen op hun eigen merites beoordeeld worden. Verandering er van is niet per definitie monumentenvergunning plichtig.
•
De monumentale waarden van het gebouw liggen in eerste instantie in de zorgvuldige compositie van de volumes, de afwisseling van open en gesloten delen en het karakteristieke materiaalgebruik. In de compositie van volumes is door de laatste verbouwing een nieuw evenwicht gevonden, waarbij de omvang van de oorspronkelijke toneeltoren in principe herkenbaar is gebleven Nieuwe wijzigingen in de onderlinge verhoudingen van de Hetzelfde geldt voor de verhouding tussen open en gesloten gevels.
Gemeente Utrecht / Renovatie Stadsschouwburg Utrecht MH.C7200.R03
volumes
is niet
wenselijk.
13 oktober 2009, versie definitief -5-
DHV B.V.
•
Voor plattegronden en interieur gelden vergelijkbare condities: in grote lijnen is de plattegrond van het gebouw nog in zijn oorspronkelijke opzet - denk aan entreegebied en hal, de foyers en de trappenhuizen. De schouwburgzaal zelf heeft enige veranderingen ondergaan, waarbij de verbouwing van 1995 de meest ingrijpende is geweest. Voor die delen waarvan het ontwerp van Dudok nog grotendeels herkenbaar aanwezig is, gelden hoge monumentale waarden. Voor die onderdelen zoals de schouwburgzaal en de Blauwe Zaal - waar vrij fundamentele ingrepen hebben plaatsgevonden - geldt dat deze niet tot de hoge monumentwaarden behoren en bij wensen tot verandering op hun eigen merites beoordeeld kunnen worden.
•
Materiaal en aankleding die behoren tot het oorspronkelijke ontwerp van Dudok hebben een hoge monumentwaarde (marmeren vloeren, stalen deuren, lampen, banken e.d.). De nieuw aangebrachte stoelen en flexibele publieksopstelling van beide zalen echter niet.
Gemeente Utrecht / Renovatie Stadsschouwburg Utrecht MH.C7200.R03
13 oktober 2009, versie definitief -6-
DHV B.V.
2
KNELPUNTEN EN OPLOSSINGEN
Grote Zaal Zaalcapaciteit en zitcomfort De huidige Grote Zaal heeft 976 zitplaatsen, de zaal wordt in de plannen aangepast tot een zaal met een vaste amfitheateropstelling en een zaalcapaciteit van ongeveer 700 stoelen. Bij de verbouwing in 1995 is een ingenieus hefsysteem in de zaal geplaatst waardoor rij 5 t/m 13 in de zaal in hoogte verstelbaar zijn en de zaalrijen aan kunnen sluiten op het balkon. Voorwaarde voor deze zaalaanpassing was dat de zaalcapaciteit in de traditionele opstelling gelijk moest blijven. Echter door deze ingreep is ook een aantal problemen geïntroduceerd. De rijdiepte is te krap en biedt daardoor te weinig zitcomfort en zichtlijnen zijn niet goed. Bij renovatie zal de rijdiepte en rijhoogte worden aangepast zodat zichtlijnen goed zijn en het zitcomfort weer voldoet aan de huidige eisen. Zaalakoestiek Met de verlenging van de nagalmtijd in 1995, is de zaal noch voor muziektheater, noch voor spraak optimaal. Voor spraak is de nagalmtijd te lang en voor muziekproducties, zoals opera’s, eigenlijk te kort. Gezien het toekomstige gebruik zal de akoestiek met fysieke middelen, zoals beweegbare klankkaatsers aan het plafond, geschikt gemaakt worden voor zowel spraak, als muziektheater. Prosceniumzone In toenemende mate worden decors en almaar zwaardere wordende theatertechnische apparatuur opgehangen in de zone tussen het toneel en zaal (prosceniumzone) en geplaatst op de zaalbruggen. Hierbij wordt een kritische grens bereikt aan de maximale belasting die de huidige dakconstructie kan opnemen. Aangezien het stucplafond een monumentale waarde heeft kan dit plafond mogelijk niet vervangen worden door een lichtere constructie. Op deze wijze zou gewicht worden bespaard, waardoor ruimte ontstaat om apparatuur op de lichtbruggen te plaatsen. Additionele spantconstructies op het dak met kolommen naar de fundering zullen noodzakelijk zijn ter hoogte van de lichtbruggen en de prosceniumzone voor de realisatie van 6 hijsvoorzieningen met een capaciteit van 500 kg elk. De ruimte aan weerszijde van de toneelopening is te krap om geluidapparatuur (luidsprekers) te kunnen opstellen. Om hiervoor ruimte te creëren worden de zaalwanden naast de toneelopening naar buiten verplaatst. Orkestbak De orkestbak voldoet niet meer aan de ARBO-richtlijnen. De orkestbak heeft te weinig vierkante meters voor een regulier orkest en het ontbreekt aan goede vluchtwegen. Bij renovatie wordt de diepte van de orkestbak vergroot door de achterliggende gang bij de orkestbak te trekken. Verder wordt de vloer verlaagd en het plafond verhoogd, waardoor hoogte wordt gecreëerd. Om de opening naar de zaal te vergroten wordt de voorrand van het podium recht getrokken.
Gemeente Utrecht / Renovatie Stadsschouwburg Utrecht MH.C7200.R03
13 oktober 2009, versie definitief -7-
DHV B.V.
Regieplaats Technici bedienen tijdens de voorstelling de theatertechnische apparatuur voor geluid en licht vanuit de zaal. Hiervoor staat de apparatuur opgesteld in het midden van de zaal. Het gevolg is dat de bezoekers, die achter deze regieplaats zitten, aankijken tegen apparatuur en beeldschermen. De opstelling van de apparatuur oogt rommelig en veroorzaakt overlast. Om dit op te lossen komt in het midden van de zaal een permanente opstelling voor de regie. Op deze plek zullen in de regel geen stoelen worden geplaatst. Op momenten dat geen gebruik gemaakt wordt van deze loge door de techniek kunnen stoelen worden geplaatst en ontstaat een soort “VIP-loge”. Voor het plaatsen van apparatuur kan de regieplaats (hefplateau) naar het niveau van de Zocherfoyer zakken waar de apparatuur op het hefplateau kan worden gereden. Mindervaliden Aan de rechterzijde, vooraan in de zaal, is ruimte voor mindervaliden. Het is wenselijk ook op andere plekken en tevens meer ruimte te hebben voor bezoekers in een rolstoel. Het handboek “Geboden Toegang” stelt een minimum van 2% van het totaal aantal zitplaatsen dat geschikt moet zijn voor de plaatsing van mindervaliden. Voor deze zaal komt dat neer op circa 14 zitplaatsen voor mindervaliden. In het ontwerp dient een toegang voor mindervaliden uitgewerkt te worden op het niveau van de Hekmanfoyer die rechts naast de Grote Zaal ligt. Dit betekent dat een brede rij gemaakt moet worden halverwege de zaal. Mindervaliden kunnen de Hekmanfoyer bereiken via de nieuwe personenlift. Laden en lossen toneel Grote Zaal Bij het vaststellen van de afmetingen van de garage, met opstelruimte voor de vrachtwagens, is in 1976 uitgegaan van de toen geldende maximale lengte van vrachtwagens. Naar de huidige maatstaven is de garage te kort. Vrachtwagens die naar binnen zijn gereden om te lossen of te laden steken buiten de garage, waardoor de deuren niet kunnen sluiten en de garage voor een deel zijn functie verliest (geluiduitstraling en energiebeheer). Bij verbouwing dient de gehele voorgevel van de garage met meer dan een meter naar voren te worden verplaatst zodat vrachtwagens, met de huidige toegestane maximale lengte van 16,50 m., kunnen parkeren en het sluiten van de deuren mogelijk is.
Blauwe Zaal De Blauwe Zaal is een kleine (vlakke vloer) zaal met 235 zitplaatsen, waarvan 55 met beperkt zicht. Voor aanpassing en renovatie van de Blauwe Zaal wordt uitgegaan van variant 1a, waarbij het dak wel vervangen wordt, maar niet verhoogd. Entree en foyer In de huidige situatie heeft de Blauwe Zaal een eigen entree en foyer, die gescheiden zijn van de entree en foyers van de Grote Zaal. Voor gezamenlijk gebruik van voorzieningen, zoals horeca en garderobe, en samenvoeging van de publieksruimten tijdens grote evenementen, zoals festivals, is het wenselijk de foyer op elkaar aan te laten sluiten. In de nieuwe situatie zal het publiek de gerenoveerde Blauwe Zaal betreden via de bestaande foyers van de Grote Zaal en het centrale (marmeren) trappenhuis. Het huidige foyergebied van de Blauwe Zaal is herbestemd als backstagegebied en wordt ingericht met kleedkamers, laad- en losruimte en opslag e.d. Daar waar zich nu de kleedkamers bevinden wordt een kleine foyer ingericht. Het deel van de verdieping, dat zich achter het balkon van de Grote Zaal bevindt, wordt bij de foyer van de Blauwe Zaal getrokken.
Gemeente Utrecht / Renovatie Stadsschouwburg Utrecht MH.C7200.R03
13 oktober 2009, versie definitief -8-
DHV B.V.
Zaalopstelling Het zaalconcept is in zijn huidige vorm achterhaald en sluit niet meer aan op het huidige aanbod voor vlakke vloer theaters. Dit aanbod kan niet of niet goed, gepresenteerd worden. De zichtlijnen vanaf de vaste tribune zijn niet overal goed. De vaste zaalopstelling wordt vervangen door een verplaatsbare en inschuifbare tribune met 188 stoelen, die in de theateropstelling haaks staat op de lengterichting (90° gedraaid t.o.v. de huidige situatie). Hierdoor kan de zaal flexibel en met verschillende zaalopstellingen worden gebruikt. Speelvlak Het speelvlak heeft te weinig diepte en wordt vergroot naar 12 m., waarbij een kolomvrije ruimte noodzakelijk is. Hiervoor dient het dak op een andere wijze te worden de ondersteund en het dak zelf vervangen te worden. Op deze wijze ontstaat een kolomvrije ruimte die overspant van voorgevel naar achtergevel. Randvoorwaarden hierbij zijn dat de inwendige hoogte in de zaal niet afneemt en aan de onderzijde van het dak theatertechnische hijsinstallaties kunnen worden aangebracht. Backstage – kleedkamers Aansluitend achter het speelvlak bevindt zich het backstage gedeelte, waarin de kleedkamers zijn opgenomen en berging voor technische apparatuur. Ook de huidige goederenlift naar de begane grond en de personenlift bevinden zich in deze zone. Theatertechniek Ook op theatertechnisch gebied dient een upgrading plaats te vinden naar de huidige stand van de techniek. De zaal moet volledig worden gestript en ontdaan van alle installaties. Aan het plafond komen hijsvoorzieningen, die onderling gekoppeld kunnen worden. Van de huidige apparatuur zal zoveel mogelijk worden hergebruikt. Laden en lossen Laden en lossen van de Blauwe Zaal is verre van optimaal. Voor het transport van decors en andere benodigdheden is een goederenlift gemonteerd in een voormalig trappenhuis. Deze goederenlift is klein en het vergt veel arbeid om de spullen boven te krijgen en na afloop van de voorstelling weer in de vrachtwagen te laden. Bij verbouwing van de Blauwe Zaal wordt de goederenlift gerenoveerd binnen de beschikbare ruimte. Buiten wordt in de straat een hefplateau geplaatst, voor het overbruggen van het hoogteverschil tussen de vrachtwagen en het straatniveau. Aan de gevel wordt een inklapbare luifel aangebracht, ter hoogte van de goederenlift, om droog de goederen van en naar de vrachtwagen te kunnen vervoeren.
Overige ruimten Restaurant Zindering Het café-restaurant Zindering bevindt zich op de eerste verdieping van het gebouw, boven de garderobe en het bespreekbureau. Het heeft nu een wat onzichtbare en onpraktische ingang vanuit de hoofdentree. Bij renovatie dient de toegang van het restaurant nadrukkelijker zichtbaar te zijn vanuit de centrale entree. Deze nieuwe toegang is gepland vanuit de centrale entreehal rechtdoor via de marmeren trap, die nu dienst doet als toegang tot de Blauwe Zaal. Bovenaan de marmeren trap komt een transparante en uitnodigende entree naar het café-restaurant. De vloer ter hoogte van de huidige toegang wordt weer dicht gelegd en de deuren weer aangepast aan de overige geveldelen.
Gemeente Utrecht / Renovatie Stadsschouwburg Utrecht MH.C7200.R03
13 oktober 2009, versie definitief -9-
DHV B.V.
Hoofdentree Bij een eerdere verbouwing zijn de binnendeuren van de entreepui verplaatst en is de voormalige voorruimte aan de hal toegevoegd. Hierdoor is de hal vergroot en zijn receptie en kassafuncties hierin ondergebracht. De beheersbaarheid van het gebouw is hierdoor echter afgenomen, met als gevolg dat bezoekers die aan de aandacht van het kassa- of receptiepersoneel ontsnappen, onopgemerkt het gebouw kunnen betreden (insluipen). Om de beheersbaarheid te verbeteren worden, bij renovatie, nieuwe afsluitbare binnendeuren tussen de voorruimte en de foyer geplaatst. Hierdoor zullen tevens de problemen met de beheersing van het binnenklimaat worden opgelost. Kassa/Receptie De huidige kassa omvat overdag een aantal werkplekken, voornamelijk voor telefonische verkoop. Los van de kassafunctie is er behoefte aan een informatiebalie. Bij wijziging van de entree worden de dagkassa en de receptie rechts naast de entree geplaatst, zoals dit in het originele plan was gebouwd. De bestaande werkplekken worden verplaatst naar de kelder en de ruimte achter de kassabalie. De hal krijgt hierdoor weer een “open” karakter en het daglicht kan weer toetreden in de garderobe. Foyers In de loop van de tijd zijn verschillende ingrepen gepleegd waardoor het gebouw verschillende sferen uitstraalt. Bij renovatie dienen de sferen met elkaar in overeenstemming te worden gebracht tot een samenhangend en consequent doorgevoerd concept. De uitstraling van de foyers en zaaltoegangen dienen op gelijk niveau te worden gebracht. Om mindervaliden op hoger gelegen vloerniveaus te brengen, wordt een nieuwe personen/goederenlift gesitueerd in de nabijheid van de foyers. Deze lift dient alle vloerniveaus te bedienen, van de kelder tot en met het niveau van de Blauwe Zaal. Door de sloop van bestaande spijzenliften ontstaat ruimte voor deze lift. Door de niveauverschillen en de vele trapjes is bevoorrading van de verschillende horeca-uitgiftepunten bewerkelijk. Aangezien de personenlift op alle niveaus stopplaatsen krijgt, kan deze lift ook voor bevoorrading worden gebruikt. Daarnaast wordt bij herinrichting van het interieur van de foyer meer zitplaatsen en afzetruimte gecreëerd. Kleedkamers e Bij de laatste verbouwing in 1995 was een 3 bouwlaag in de plannen opgenomen achter de toneeltoren, voor o.a. de artiestenfoyer, waardoor op de lager gelegen etages ruimte vrijkwam voor kleedkamers en opslag. Deze bouwlaag is toen niet gerealiseerd en nog altijd is er een gemis aan kleedkamers en opslagruimte. Om meer ruimte te creëren in dit deel van het gebouw zullen de kantoren, die nu in het kleedkamergebied zijn ondergebracht, verplaatst moeten worden naar de locatie waar de andere kantoren zijn gehuisvest. Hierdoor kunnen ruimten, die nu oneigenlijk gebruikt worden, als kantoor hun oorspronkelijke functie (kleedkamer, opslagruimte etc.) terugkrijgen. Kantoren De kantoren van de Stadsschouwburg Utrecht bevinden zich op verschillende plekken in het gebouw: in de kelder, in de centrale hal, op de eerste verdieping bij het restaurant, op de tweede verdieping in het foyergebied van de Grote Zaal en in het backstage gedeelte van de Blauwe Zaal en de Grote Zaal. Voorgestelde renovatie heeft als consequentie dat een groot aantal kantoren verdwijnt. Ruimtes die nu gebruikt worden als kantoor krijgen hun oorspronkelijke functie terug. Het hergroeperen van de kantoren sluit bovendien aan bij de wens om alle kantoren van afdelingen bij elkaar te brengen. Hierdoor worden de
Gemeente Utrecht / Renovatie Stadsschouwburg Utrecht MH.C7200.R03
13 oktober 2009, versie definitief - 10 -
DHV B.V.
lijnen korter en ontstaat meer ruimte voor informeel overleg. De kelder lijkt hiervoor de beste plek. Deze wordt volledig gestript en opnieuw ingericht. Vanuit monumentaal oogpunt heeft de afdeling Stedenbouw en Monumenten waardering voor het streven om de structuur van de schouwburg op een aantal plaatsen weer te verhelderen. Dit kan alleen wanneer er, ook letterlijk, ruimte gevonden wordt om kantoren elders in het gebouw een plaats te laten krijgen. Het concentreren van de verspreid gelegen kantoorruimten in de kelder, waar er nu al een aantal gesitueerd is, is een wens die zo het belang van het monument kan dienen. Om de kwaliteit van deze ruimte(n) te laten voldoen aan de hedendaagse normen, zal het vervolgens nodig zijn om bouwkundige aanpassingen te verrichten, met name aan de parkzijde van de kelder. Aangezien daarmee zowel gebouw als plantsoen, beide als rijksmonument beschermd, in het geding komen zal hierbij grote creativiteit en zorgvuldigheid betracht moeten worden. De afdeling Stedenbouw en Monumenten heeft aangegeven zich in te willen zetten te zoeken naar een in alle opzichten acceptabele oplossing. Om meer vierkante meters te maken in de kelder voor de kantoren wordt de horecaopslag verplaatst. Dit kan door realisatie van een fietsenkelder onder de vrachtwagengarage en een nieuwe ondergrondse containerruimte aan de voorzijde van het gebouw. Ook de archiefruimte komt onder de vrachtwagengarage, naast de fietsenkelder. Personeelsruimten In de kelder zijn de kleedruimten voor de horeca-medewerkers gehuisvest. Deze ruimten voldoen niet meer aan de huidige eisen en worden gerenoveerd. Theatertechnische inrichting Bij renovatie wordt de theatertechnische installatie aangepast en waar nodig vervangen. De technische inventaris, zoals schijnwerpers en geluidsapparatuur wordt zoveel mogelijk hergebruikt. Installaties Aan de elektrotechnische en werktuigbouwkundige gebouwgebonden installaties zal groot onderhoud worden gepleegd. Bij verbouwing van de zalen zal de installatie moeten worden aangepast aan de nieuwe situatie. De capaciteit van de klimaatinstallatie voor de foyers biedt te weinig comfort en dient verbeterd te worden. Bouwfysica-Duurzaamheid De bouwfysische eigenschappen, met name de isolatie van het (enkel) glas, isolatie van de muren en de luchtdichtheid van het gebouw, zijn onvoldoende om te beantwoorden aan de huidige comfort- en milieueisen. Daarnaast presteert het gebouw slecht als het gaat om de energieprestatie. Het gebouw heeft nu een label G, volgens de EPA normering. Bij de renovatie dienen daarom maatregelen genomen te worden om de energieprestatie van het gebouw te verbeteren. Vanzelfsprekend zal de gehele renovatie worden uitgevoerd volgens de richtlijnen van de gemeente Utrecht op het gebied van duurzaamheid. Uiteraard rekening houdend met de monumentale status van het gebouw. Fietsenkelder (personeel) Onder de zaalvloer bevindt zich nu de fietsenkelder voor het personeel. Deze ruimte is te klein en is daarnaast noodzakelijk voor de opslag van horecabenodigdheden. Een nieuwe fietsenstalling wordt gemaakt door de ruimte onder de vrachtwagengarage te ontgraven en geschikt te maken als fietsenstalling. De overige ruimte onder deze garage wordt benut als archief. Containerruimte
Gemeente Utrecht / Renovatie Stadsschouwburg Utrecht MH.C7200.R03
13 oktober 2009, versie definitief - 11 -
DHV B.V.
Containers voor afval staan nu opgesteld onder de zaal. Dit veroorzaakt stankoverlast en aanwezigheid van ongedierte. Voor de oplossing van dit hygiëne probleem wordt een nieuwe ondergrondse containerruimte gemaakt. Deze ondergrondse opslag is toegankelijk vanuit de kelder met een mogelijkheid de containers te ledigen op straatniveau, middels een hydraulische hefplateau.
Algemeen Asbestsanering Ondanks de sanering van de aanwezige asbest in de Blauwe Zaal in 2009, zijn er nog enkele luchtbehandelingkanalen die asbest bevatten. Bij renovatie moet rekening worden gehouden met sanering van de nog aanwezige asbest. Gebruik van materialen Tijdens de laatste aanpassing in 1995 zijn bouwmaterialen toegepast, zoals gladde gipsen muren, waarop na 10 jaar duidelijke gebruikssporen zichtbaar zijn. Bij renovatie zullen deze materialen worden vervangen door materialen die hier beter tegen bestand zijn.
Gemeente Utrecht / Renovatie Stadsschouwburg Utrecht MH.C7200.R03
13 oktober 2009, versie definitief - 12 -
DHV B.V.
3
FASERING, PLANNING & ORGANISATIE
Fasering Onderdeel van de uitwerking van het eerder uitgevoerde haalbaarheidsonderzoek is om na te gaan of fasering van de realisatie mogelijk is en onder welke voorwaarden dit kan plaatsvinden. De reden om de renovatie gefaseerd uit te voeren is tweeledig. Ten eerste is een renovatie van Blauwe Zaal op korte termijn noodzakelijk, maar renovatie van de Grote Zaal is niet mogelijk zonder een geschikte alternatieve locatie voor de programmering van deze zaal. Bij gefaseerde uitvoering wordt eerst de Blauwe Zaal, de hoofdentree, het kassagebied en de kantoren aangepakt. Doorlooptijd van de realisatie van de eerste fase is ongeveer 8 maanden, incl. theatertechnische inrichting en inhuizing. Alvorens de volgende renovatie, die van de Grote Zaal en de omliggende foyers te starten, zouden de plannen voor een nieuw te bouwen theater gerealiseerd moeten zijn. Voor de realisatie van de renovatie van de Grote Zaal (ruwbouw, afbouw en inrichting) is circa 12 maanden noodzakelijk, gedurende deze periode kan de exploitatie en programmering van de Grote Zaal, tijdelijk vanuit het nieuwe theater worden voortgezet. Hiermee wordt voorkomen dat het huidige publiek naar elders gaat (en blijft) en kan (een deel) van het personeel van de schouwburg aan de slag in het nieuwe theater. Doordat de klimaatinstallaties voor de Grote Zaal en de Blauwe Zaal fysiek gescheiden zijn en ook de installatieruimten zich op verschillende locaties bevinden, wordt geen complicatie verwacht bij gefaseerde uitvoering van de renovatie van die installaties. Een overzicht van de verdeling van renovatiewerkzaamheden over de beide fasen is als bijlage opgenomen. Het overzicht is opgesteld aan de hand van de opsomming uit hoofdstuk 2.
Planning (overall) In de bijlage is de doorloopplanning opgenomen van de renovatie van de Blauwe Zaal (fase 1) en de Grote Zaal (fase 2). De realisatie van het nieuwe theater is voorwaardelijk voor de start van de renovatie van de Grote Zaal. Uit de planning blijkt dat voor de renovatie van de Blauwe Zaal 29 maanden nodig zijn en voor de Grote Zaal 24 maanden, op voorwaarde dat tot en met het Voorlopig Ontwerp de totale renovatie (Blauwe Zaal en Grote Zaal) wordt voorbereid. Bij een start aan het begin van 2010 met de voorbereidingen voor de renovatie kan de Blauwe Zaal op zijn vroegst begin 2012 weer in gebruik worden genomen. De gehanteerde uitgangspunten bij de planning zijn als volgt: • een bouwteam als bouworganisatievorm • besluit voor de start van de Definitiefase eind 2009 (voorbereidingskrediet); • het bouwmanagement wordt intern ingevuld of onderhands aanbesteed; • tot aan het Voorlopig Ontwerp voor Blauwe Zaal en Grote Zaal één ontwerptraject; • Europese aanbestedingen voor zowel architect, adviseurs als aannemers; • wettelijke proceduretijden voor aanbestedingen; • vergunningentrajecten liggen niet op het kritieke pad; • bouwvak en kerstreces zijn niet werkbare perioden;
Gemeente Utrecht / Renovatie Stadsschouwburg Utrecht MH.C7200.R03
13 oktober 2009, versie definitief - 13 -
DHV B.V.
• • •
bouworganisatievorm voor alle onderdelen: bouwteam; renovatie Blauwe Zaal en realisatie nieuw theater kan tegelijkertijd plaatsvinden; renovatie Grote Zaal, na ingebruikname nieuw te bouwen theater.
Gemeente Utrecht / Renovatie Stadsschouwburg Utrecht MH.C7200.R03
13 oktober 2009, versie definitief - 14 -
DHV B.V.
4
KOSTENRAMING
Op basis van dit rapport zijn een drietal stichtingskostenramingen opgesteld. Eén voor uitvoering van de renovatiewerkzaamheden in één keer en twee stichtingskostenramingen waarbij de renovatie is opgesplitst in twee fasen. Het totaal van de ramingen is als volgt: Fase 1 & 2 gelijktijdig
€ 22.180.311
Fase 1 (o.a. Blauwe Zaal) Fase 2 (o.a. Grote Zaal)
€ 8.899.455 € 12.807.856
Totaal fase 1 & 2
€ 21.707.311
Het prijsverschil tussen de beide varianten bedraagt € 473.000. Dit verschil wordt veroorzaakt door prijsstijgingen tot start bouw bij uitvoering van de renovatie in één keer, ondanks de kostenbesparing bij gelijktijdige uitvoering. Verder zijn de kosten bij gefaseerde uitvoering hoger in verband met maatregelen die genomen moeten worden om het deel van het gebouw dat niet wordt gerenoveerd operationeel te houden. In de stichtingskostenraming is nog geen reservering opgenomen voor uitvoering van de maatregelen om de energieprestatie van het gebouw te verbeteren. Een gedetailleerde opbouw van de kostenramingen zijn opgenomen in een separate bijlage.
Gemeente Utrecht / Renovatie Stadsschouwburg Utrecht MH.C7200.R03
13 oktober 2009, versie definitief - 15 -
DHV B.V.
5
COLOFON
Gemeente Utrecht / Renovatie Stadsschouwburg Utrecht MH.C7200.R03 Opdrachtgever Project Dossier Omvang rapport Auteur Bijdrage Interne controle Projectleider Projectmanager Datum Naam/Paraaf
: : : : : : : : : : :
Gemeente Utrecht Renovatie Stadsschouwburg Utrecht C7200 16 pagina's Martin Haars
Martin Haars 13 oktober 2009
Gemeente Utrecht / Renovatie Stadsschouwburg Utrecht MH.C7200.R03
13 oktober 2009, versie definitief - 16 -
DHV B.V. Bouw en Industrie Larixplein 1 5616 VB Eindhoven Postbus 80007 5600 JZ Eindhoven T (040) 250 92 50 F (040) 250 92 51 E
[email protected] www.dhv.nl
DHV B.V.
BIJLAGE 1 Verdeling van de renovatiewerkzaamheden over de fasen
Gemeente Utrecht / Renovatie Stadsschouwburg Utrecht MH.C7200.R03
bijlage 1 -1-
project: werk: betreft: datum:
Stadsschouwburg Utrecht renovatie verdeling werkzaamheden over de fasen 13 oktober 2009 FASE 1
Grote Zaal (DE) zaalcapaciteit zaalakoestiek prosceniumzone orkestbak regieplaats mindervaliden laden & lossen
X
Blauwe Zaal entree en foyer zaalopstelling speelvlak backstage - kleedkamers theatertechniek laden & lossen
X X X X X X
Overige ruimten restaurant Zindering hoofdentree kassa & receptie foyers
2 X X X X X X
toegang binnenpui verplaatsen uitstraling personenlift kantoren verplaatsen clustering
kleedkamers GZ kantoren personeelsruimten theatertechnische inrichting GZ gebouwinstallaties verwarming koeling luchtbehandeling bouwfysica - duurzaamheid fietsenkelder (personeel) containerruimte ondergronds
X X X X X X X X
X
X X X X X X X
X X X X
DHV B.V.
BIJLAGE 2 Doorloopplanning uitvoering renovatie
Gemeente Utrecht / Renovatie Stadsschouwburg Utrecht MH.C7200.R03
bijlage 2 -1-
3URMHFWIDVH
Stadsschouwburg Utrecht RNWREHU UHQRYDWLH
MU
MU PQG
8WUHFKW66ESURMHFWSODQQLQJ[OVPDDQGSODQQHU
*URWH=DDOIDVH 'HILQLWLHI2QWZHUS $DQEHVWHGLQJDDQQHPHUV(8 %RXZYRRUEHUHLGLQJERXZWHDP 5HDOLVDWLHUXZ DIERXZ 7KHDWHUWHFKQLVFKHLQULFKWLQJ ,QKXL]LQJHQLQJHEUXLNQDPH
3URMHFWIDVH
1
PQG
5HQRYDWLH6WDGVVFKRXZEXUJIDVH 'HILQLWLHIDVH 6HOHFWLHDUFKLWHFW DGYLVHXUV 9RRUORSLJ2QWZHUS %ODXZH=DDOIDVH 'HILQLWLHI2QWZHUS $DQEHVWHGLQJDDQQHPHUV(8 %RXZYRRUEHUHLGLQJERXZWHDP 5HDOLVDWLHUXZ DIERXZ 7KHDWHUWHFKQLVFKHLQULFKWLQJ ,QKXL]LQJHQLQJHEUXLNQDPH
SURMHFW GDWXP VWDUWMDDU EHWUHIW
'RRUORRSSODQQLQJLQPDDQGHQ
2
3
1
2
DHV B.V.
BIJLAGE 3 Plattegronden
Gemeente Utrecht / Renovatie Stadsschouwburg Utrecht MH.C7200.R03
bijlage 3 -2-
DHV B.V.
BIJLAGE 4 Artist Impressions
Gemeente Utrecht / Renovatie Stadsschouwburg Utrecht MH.C7200.R03
bijlage 4 -1-
1
2
DOORSNEDE 4 september 2009 Building and Industry Larixplein 1 5616 VB Eindhoven The Netherlands
STADSSCHOUWBURG UTRECHT
T +31 40 2509250 F +31 40 2509251 E
[email protected] www.dhv.com
3
BLAUWE ZAAL 4 september 2009 Building and Industry Larixplein 1 5616 VB Eindhoven The Netherlands
STADSSCHOUWBURG UTRECHT
T +31 40 2509250 F +31 40 2509251 E
[email protected] www.dhv.com
4
BLAUWE ZAAL 4 september 2009 Building and Industry Larixplein 1 5616 VB Eindhoven The Netherlands
STADSSCHOUWBURG UTRECHT
T +31 40 2509250 F +31 40 2509251 E
[email protected] www.dhv.com
5
BLAUWE ZAAL 4 september 2009 Building and Industry Larixplein 1 5616 VB Eindhoven The Netherlands
STADSSCHOUWBURG UTRECHT
T +31 40 2509250 F +31 40 2509251 E
[email protected] www.dhv.com
6
GANG LANGS BLAUWE ZAAL 4 september 2009 Building and Industry Larixplein 1 5616 VB Eindhoven The Netherlands
STADSSCHOUWBURG UTRECHT
T +31 40 2509250 F +31 40 2509251 E
[email protected] www.dhv.com
7
ZOCHER FOYER 4 september 2009 Building and Industry Larixplein 1 5616 VB Eindhoven The Netherlands
STADSSCHOUWBURG UTRECHT
T +31 40 2509250 F +31 40 2509251 E
[email protected] www.dhv.com
8
FOYER BLAUWE ZAAL 4 september 2009 Building and Industry Larixplein 1 5616 VB Eindhoven The Netherlands
STADSSCHOUWBURG UTRECHT
T +31 40 2509250 F +31 40 2509251 E
[email protected] www.dhv.com
9
GARAGE 4 september 2009 Building and Industry Larixplein 1 5616 VB Eindhoven The Netherlands
STADSSCHOUWBURG UTRECHT
T +31 40 2509250 F +31 40 2509251 E
[email protected] www.dhv.com