Jaarverslag 2010 ‘Wereldklasse doen!’
Inhoudsopgave
Voorwoord van de Directie Introductie
Verslag van het Havenbedrijf
1 De haven van Rotterdam
6 11 13 14
Haven van Rotterdam in het kort Ligging en positie van de haven van Rotterdam Vooruitzichten voor de haven van Rotterdam
15 15 16
18
2 Over Havenbedrijf Rotterdam
2.1 Havenbedrijf Rotterdam in het kort
19
2.2 Missie, visie en strategie
20
Missie Visie Strategie
20 20 21
22
2.3 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
Management approach Duurzaam Betrokken Transparant
22 22 23 24
2.4 Organisatie
25
Structuur Kernwaarden en bedrijfscode
25 25
26
2.5 Corporate Governance
2.6 Medewerkers
Corporate Governance Code Risicobeheersing Structuur van risicobeheersing Strategische risicobeheersing Operationele risicobeheersing en compliance Financiële risicobeheersing Verslaglegging risicobeheersing Managementverklaring
Inleiding Kwaliteit Diversiteit Medewerkertevredenheid Arbeidsvoorwaarden Behartiging van medewerkersbelangen
2.7 Deelnemingen
Inleiding
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Inhoudsopgave
26 26 27 27 27 28 28 28 30 30 30 31 31 31 32 33 33
1
Nederlandse deelnemingen Port of Rotterdam International
33 34
36
3 Havenmeester
3.1 Havenmeester in het kort
37
3.2 Vlotte scheepvaart afwikkeling
38
Scheepsbezoeken Turn Around Time Vlotte administratieve afwikkeling
38 38 39
40
3.3 Nautisch veilig
Nautische ongevallen Significante ongevallen
40 40
3.4 Transportveilig
42
Gecoördineerd toezicht Safety and Environmental Index Monitoring
42 42 43
44
3.5 Schoon (milieuveilig)
Inleiding Safety and Environmental Index Scheepsafvalstoffenbesluit Bunkeren en morsingen
44 44 44 45
3.6 Beveiligd
46
4 Klant
47
4.1 Klant in het kort
48
4.2 Onze relatie met de klant
49
Inleiding Klantentevredenheid Prijsbeleid
49 49 50
51
4.3 Onze marktpositie
Marktontwikkelingen Marktaandeel Energy Port Fuel Hub Container Port
4.4 Port Marketing
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Inhoudsopgave
51 52 52 53 54 55
2
5 Gebied en ruimte
56
5.1 Gebied en ruimte in het kort
57
5.2 Maasvlakte 2
58
Inleiding Voortgang van de aanleg Duurzame uitvoering en ontwikkeling Afspraken met stakeholders Monitoring Communicatie Archeologische vondsten
5.3 Bestaand havengebied
58 58 59 60 60 60 60 61
Inleiding Intensivering van ruimte Intensivering met het havenbedrijfsleven Stadshavens Intensivering dankzij samenwerking in de regio Vastgoedontwikkeling als impuls voor herontwikkeling van gebieden
61 61 61 63 63 63
64
6 Verkeer en bereikbaarheid
6.1 Verkeer en bereikbaarheid in het kort
65
6.2 Weg
66
6.3 Spoor
Inleiding Spoorontwikkeling in het havengebied Spoorontwikkeling op de corridor Spoorontwikkeling in het achterland
6.4 Binnenvaart
Inleiding De Verkeersonderneming Nieuwe Westelijke Oeververbinding Container Transferium
Inleiding Binnenvaart in de haven Binnenvaart in het achterland Efficiënt logistiek proces Duurzame binnenvaart
6.5 Pijpleiding
Inleiding Strategie en actieplan Projecten
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Inhoudsopgave
66 66 67 67 68 68 68 69 69 70 70 70 71 71 71 72 72 72 72
3
7 Omgeving en duurzaamheid
74
7.1 Omgeving en duurzaamheid in het kort
75
7.2 Duurzaamheid
76
Inleiding Duurzame bedrijfsvoering Duurzaam ruimtegebruik Duurzaam transport
7.3 Rotterdam Climate Initiative
76 77 78 80 83
Inleiding Projecten
83 83
85
7.4 Dialoog
Inleiding Dialoog met belanghebbenden Dialoog met Europa
85 85 86
88
7.5 Innovatie
Inleiding Activiteiten Samenwerking
88 88 89
90
7.6 Arbeidsmarkt en onderwijs
Inleiding Arbeidsmarktverkenning Taken en activiteiten
90 90 90
92
8 Financiën
8.1 Resultaat
93
8.2 Kasstromen
95
8.3 Financiering
97
9 Vooruitzicht 2011
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Inhoudsopgave
99
4
Bericht van de Raad van Commissarissen
101
Jaarrekening 2010
105
Kengetallen 2010
134
1 Cockpit: Financieel
135
2 Cockpit: Personeel
137
3 Cockpit: Havenmeester
138
4 Cockpit: Overslag en Marktaandeel Haven
139
5 Cockpit: Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s) 2010
143
Over het Jaarverslag en controleverklaring 146 Over het Jaarverslag
Geïntegreerd Jaarverslag Selectie van onderwerpen Verslaggevingsgrondslagen Kwaliteitsborging van het Jaarverslag Toekomstgerichte informatie
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Bijlagen Bijlage I Leden van de Raad van Commissarissen Leden van de Algemene Directie
Bijlage II
147 147 147 148 148 149
150
153 154 154 156
158
Stroomschema haven- en industriecomplex
Bijlage III
159
Verklarende lijst van afkortingen, namen en begrippen
Bijlage IV
164
G3-Richtlijn Global Reporting Initiative
Colofon
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Inhoudsopgave
185
5
Voorwoord van de Directie
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Voorwoord van de Directie
6
Haven en Havenbedrijf Rotterdam op koers De haven van Rotterdam staat er goed voor. In 2010 herstelde de goederenoverslag sneller dan verwacht, het marktaandeel groeide verder én we investeerden fors in Maasvlakte 2 en het bestaande havengebied. Om ervoor te zorgen dat de mainport Rotterdam zijn rol blijft spelen als motor van de nationale en Europese economie, blijven we investeren in een haven van wereldklasse. In dit Verslag is vastgelegd hoe wij dit doen. Enerzijds door prestaties van 2010 toe te lichten, maar we geven ook een doorkijk naar toekomstige ontwikkelingen. Voor ons eigen bedrijf, maar ook voor de haven van Rotterdam. Op deze plek willen wij u alvast kort informeren over een aantal belangrijke prestaties en toekomstige ontwikkelingen. Voordat wij dit doen, staan we stil bij een gebeurtenis in 2010 die ons hard heeft geraakt. De goede berichten over 2010 worden overschaduwd door het helikopter ongeval tijdens de door ons georganiseerde Tour du Port op 27 juni 2010. Bij dit ongeval verloren vier personen het leven, waaronder onze collega Martijn Hessing. Daarnaast raakte één inzittende zwaargewond. Veel collega’s waren getuige van dit noodlottige ongeval. Het heeft een diepe indruk gemaakt op alle medewerkers.
Snel herstel goederenoverslag Het herstel van de wereldhandel sinds de tweede helft van 2009 heeft zich boven verwachting doorgezet in 2010. Over het hele jaar 2010 groeide de wereldhandel met 15%. De overslag van de meeste havens in de Hamburg – Le Havre range toont een vergelijkbare herstelcurve over 2010. De goederenoverslag in de Rotterdamse haven nam in 2010 toe met 11,1% tot 430 miljoen ton, boven het niveau van het topjaar 2008. Vrijwel alle goederensoorten vertoonden in 2010 een positieve ontwikkeling. De haven blijft profiteren van de sterke Europese export, waarvoor tegelijkertijd veel grondstoffen worden aangevoerd. Voor 2011 verwachten we verdere groei van de overslag in Rotterdam met 2,6%. Mede dankzij het herstel van de overslag stijgt het netto resultaat in 2010 naar € 154,2 miljoen. Dit is € 10,0 miljoen hoger dan het resultaat (excl. bijzondere posten) van € 144,2 miljoen in 2009. Het investeringsniveau van Havenbedrijf Rotterdam bereikte in 2010 het hoogste niveau in onze geschiedenis. Onze investeringen richtten zich op veiligheid, ruimte voor groei, bereikbaarheid en duurzaamheid.
Havenmeester: schoon, vlot, veilig, beveiligd De schone, vlotte, veilige en beveiligde afwikkeling van het scheepvaartverkeer is één van de kerntaken van Havenbedrijf Rotterdam. Het aantal zeescheepsbezoeken nam in 2010 met 3% toe ten opzichte van 2009. De afwikkeling van de scheepvaart is, ondanks enkele incidenten, wederom vlot en veilig verlopen. Op donderdag 21 oktober openden H.K.H. Prinses Margriet der Nederlanden en de heer Pieter van Vollenhoven gezamenlijk de Verkeerscentrale Rotterdam in de Botlek. De nieuwe centrale integreert het werk van de verkeerscentrales Stad en Botlek. Door de samenvoeging wordt de begeleiding van het scheepvaartverkeer in de Rotterdamse haven efficiënter.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Voorwoord van de Directie
7
Ruimte voor groei Tweederde deel van onze investeringen in 2010 betrof de aanleg van Maasvlakte 2. Dit belangrijke landaanwinningproject ligt op koers. In 2010 is tweederde deel van de beoogde zandhoeveelheid (240 miljoen m3) opgespoten en is gestart met de bouw van de eerste kades en de aanleg van de harde zeewering. Het Maasvlakte 2 project is een investering in de toekomst. Het versterkt onze positie op lange termijn en vergroot onze mogelijkheden om flexibel in te spelen op verwachte groei van containeroverslag en andere ontwikkelingen die ruimte vragen. Wij werken niet alleen aan uitbreiding van ruimte. Om groei mogelijk te blijven maken zoeken wij voortdurend naar mogelijkheden voor herstructurering en intensivering van reeds beschikbare ruimte. Een goed voorbeeld van groei door intensivering in bestaand gebied zijn de initiatieven die Rotterdam als energiehaven versterken (Rotterdam Energy Port). Zo verloopt de realisatie van de LNG-importterminal voorspoedig. In 2011 verwachten we de eerste tankers bij de terminal. Ook voor de containersector zetten we een belangrijke intensivering in gang. Met het in 2010 genomen besluit tot de verbreding van de Amazonehaven, zal de ECT Delta Terminal ook aan de zuidzijde onbeperkt toegankelijk worden voor de allergrootste containerschepen. Met de gemeente Dordrecht bereikten we dit jaar op hoofdlijnen overeenstemming over samenwerking inzake het beheer, de exploitatie en de ontwikkeling van het Zeehavengebied Dordrecht vanaf medio 2011. Door deze samenwerking bereiken beide partijen synergie en schaalvoordelen.
Bereikbaarheid De Rotterdamse haven kan de grootste zeeschepen ontvangen. Door uitstekende toegang tot het achterland en de Europese markt via zee, binnenvaart, spoor, weg en pijpleiding is Rotterdam een belangrijk knooppunt in de logistieke keten. Groeiende overslag leidt tot toename van de benodigde vervoerscapaciteit. Daarom investeren wij in de uitbreiding van infrastructuur en in innovatieve en duurzame vervoersconcepten. Ons doel is: minder goederen over de weg en meer goederen over water en spoor (modal shift). Het afgelopen jaar organiseerde De Verkeersonderneming, een stichting waarin wij participeren, met succes stimulerende maatregelen om het aantal auto’s op de A15 in de spits terug te brengen. Om te voorkomen dat de Rotterdamse Ruit vastloopt, vinden wij het belangrijk dat de Nieuwe Westelijke Oeververbinding (NWO) in 2018 klaar is. Daarom leveren wij mensen en middelen aan de projectorganisatie ‘Rotterdam Vooruit’ om dit proces te versnellen. In 2010 namen wij een binnenvaartcontainerterminal in Alphen aan de Rijn in gebruik. Ook bereikten we overeen stemming over de bouw van een Container Transferium in Alblasserdam. Verder besloten we in 2010 om zelf nieuwe spooraansluitingen voor onze klanten te ontwikkelen en in beheer te nemen. Hierdoor kunnen we pro-actiever zijn om spoorfaciliteiten voor onze klanten te realiseren.
Duurzaamheid Duurzaamheid betekent voor Havenbedrijf Rotterdam zowel het verbeteren van de eigen prestaties als het stimuleren van duurzaam ondernemen in het havengebied. In ons nieuwe Ondernemingsplan 2011-2015 leggen we de lat hoog met de inzet het havengebied door te ontwikkelen tot het meest efficiënte, veilige en duurzame ter wereld in zijn soort.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Voorwoord van de Directie
8
Samen met vijf andere havens uit de Hamburg – Le Havre range ontwikkelden we het afgelopen jaar de Environmental Ship Index. Vanaf 2011 komen de allerschoonste schepen die Rotterdam bezoeken in aanmerking voor een korting op het zeehavengeld. Hiermee beogen wij een gedragsverandering bij scheeps eigenaren in de richting van daadwerkelijke vermindering van uitstoot van NOx, SOx, fijnstof en op termijn CO2. Een ander initiatief om een positieve bijdrage te leveren aan de verbetering van de lokale luchtkwaliteit, is het beschikbaar stellen van walstroom. Hierdoor hoeven binnenvaartschepen op een aantal ligplaatsen in de haven geen gebruik te maken van hun eigen dieselaggregaat. Uiteraard werken we ook voortdurend aan reductie van onze eigen CO2-uitstoot. Hierover rapporteren wij in paragraaf 7.2 Duurzaamheid. In ons nieuwe Onder nemingsplan hebben we een reductiedoelstelling opgenomen van 10% in 2015 ten opzichte van 2010. En we willen al in 2011 klimaatneutraal zijn.
De haven en het Havenbedrijf na 2010 Het afgelopen jaar ontwikkelden wij een nieuw ondernemingsplan 2011-2015. Dit plan bevat de missie, visie en strategie voor de komende jaren. Het nieuwe plan bouwt voort op een solide uitgangspositie qua niveau van kennis en kunde, reputatie en financiën. Het bouwt ook voort op eerder ingezette strategische keuzes, zoals internationale deelnemingen en de achterlandstrategie. Voor de continuïteit op langere termijn is het van belang dat we over voldoende financiële middelen beschikken om te blijven investeren. Hiervoor zijn nodig: voldoende rendement in de portfolio van investeringen enerzijds en kosten beheersing anderzijds. Over een periode van 20 jaar verwachten we groei in de overslag, ten opzichte van het huidige niveau van 430 miljoen ton per jaar. De mate en de sectoren waarin de groei zich manifesteert, is afhankelijk van de ontwikkeling van de wereldeconomie, samenleving en technische innovaties. Dat kan betekenen dat het gebruik van een deel van het havengebied in de toekomst verandert. Vooral de snelheid van de energietransitie (het tempo waarin fossiele brandstoffen plaatsmaken voor nieuwe energiebronnen) en het milieubeleid zijn hiervoor relevant. Op basis van verschillende ramingen zijn we in 2010 gestart met het proces te komen tot de Havenvisie 2030. Dit concept is het startpunt voor een brede discussie met klanten, overheden, belangenorganisaties en bewoners in 2011.
Vertrek In november 2010 maakte André Toet bekend geen onderdeel meer uit te maken van toekomstige ontwikkelingen binnen onze onderneming. Hij legde zijn directiefunctie neer met ingang van 1 januari 2011. We zijn André dankbaar voor zijn enthousiaste inzet in de afgelopen drie jaar. In die periode heeft hij door zijn kennis en kunde, innemende persoonlijkheid en sterke nadruk op samenwerking het bedrijf weer een stap verder gebracht. Met ingang van 1 januari 2011 is Thessa Menssen benoemd tot Chief Operational Officer. De werving en selectie voor de functie van Chief Financial Officer is afgerond, met ingang van 1 juni 2011 wordt Paul Smits de nieuwe Chief Financial Officer. (Rijks)havenmeester Jaap Lems nam op 63-jarige leeftijd afscheid. Hij was ruim 20 jaar Havenmeester van Rotterdam, vervolgens van Rotterdam en Schiedam én Rijkshavenmeester van de Regio Rotterdam-Rijnmond. Wij bedanken hem hartelijk voor de bijzondere manier waarop hij invulling heeft gegeven aan het realiseren van een schone, vlotte, veilige en beveiligde haven. Opvolger van Jaap Lems is René de Vries (49). René begon zijn loopbaan bij Havenbedrijf Rotterdam in 1982 als matroos op één van de patrouillevaartuigen. In de loop van de jaren klom hij op tot manager van de afdeling Verkeersplanning & Operaties. Per 1 maart 2010 is hij benoemd tot de (Rijks)havenmeester van Rotterdam. Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Voorwoord van de Directie
9
Slot Wij sluiten af met dank aan de medewerkers en de Ondernemingsraad. Met betrokkenheid, inzet en deskundigheid zetten zij zich in voor de haven en het Havenbedrijf Rotterdam. Daarmee gaf een ieder betekenis aan ons nieuwe motto “Wereldklasse doen!”’. Havenbedrijf Rotterdam N.V. Rotterdam, 2 maart 2011 De Algemene Directie
Hans Smits
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Voorwoord van de Directie
Thessa Menssen
10
Introductie Havenbedrijfbedrijfsv oering
Bedrijvigheid
Keten
Haven- en industriecomplex
invloed:
invloed:
invloed:
hoog
redelijk
beperkt
effect:
effect:
effect:
beperkt
redelijk
hoog
Scope van het jaarverslag De scope van het Jaarverslag is breder dan ons bedrijf alleen. Havenbedrijf Rotterdam kan op drie gebieden invloed uitoefenen. De mate van invloed, en het effect op milieu en omgeving variëren per gebied. Het effect van onze eigen bedrijfsvoering op milieu en omgeving is beperkt. Maar de effecten van onze investeringen in het havengebied en in het transport van en naar het gebied zijn veel groter. Door samenwerking oefenen wij onze invloed uit op het havengebied en de (transport)keten. Daarom besteden wij in ons Jaarverslag uitgebreid aandacht aan onze gezamenlijke activiteiten met verschillende partners. De scope en reikwijdte van het Jaarverslag 2010 is gelijk aan het geïntegreerde Jaarverslag van vorig jaar.
Geïntegreerd jaarverslag In ons Jaarverslag 2010 hebben wij het traditionele directieverslag en het MVOverslag (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen) geïntegreerd. Wij kiezen hiervoor omdat MVO een integraal onderdeel is van onze bedrijfsvoering. De focus van het Jaarverslag ligt op onze eigen bedrijfsvoering, de prestaties rond de wettelijke taak van de Havenmeester en de vier strategische thema’s Klant, Gebied en ruimte, Verkeer en bereikbaarheid en Omgeving en duurzaamheid. We rapporteren bij deze thema’s over de inspanningen van de eigen organisatie en de samenwerking met belanghebbenden in het havengebied en de (transport)keten. De inhoud van het verslag hebben we vastgesteld op basis van de vier strategische thema’s, onze reguliere contacten bij onze dialoog met belanghebbenden en onderzoek naar de belangrijkste onderwerpen voor het maatschappelijk verslag. In de paragraaf Over het Jaarverslag is aangegeven hoe de onderwerpselectie heeft plaatsgevonden.
Gecontroleerd Jaarverslag
• • •
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Wij hebben onze externe accountant opdracht gegeven zekerheid te verschaffen bij het Jaarverslag. Bij de opdrachtverstrekking is het Jaarverslag onderverdeeld in drie onderdelen: het Verslag: Verslag van het Havenbedrijf, Kengetallen en Cases (Cases zijn alleen digitaal beschikbaar) de Jaarrekening Overige informatie: Voorwoord van de Directie, Introductie, Bijlagen en Verslag van Raad van Commissarissen. Het Verslag en de Jaarrekening zijn gecontroleerd door de externe accountant, met uitzondering van de toekomstgerichte informatie. Voor meer informatie over de scope van de controle van de externe accountant verwijzen wij naar Over het Jaarverslag. Naast de controle door de externe accountant beoordeelde de Global Reporting Initiative (GRI) het toepassingsniveau van de G3-richtlijnen. Het verslag van Havenbedrijf Rotterdam is door het GRI op applicatieniveau A+ geaccordeerd. De GRI is een niet-gouvernementele organisatie die wereldwijd standaarden ontwikkelt voor maatschappelijke jaarverslaggeving.
Introductie
11
Gedigitaliseerd Jaarverslag Tot slot: ons Jaarverslag 2010 verschijnt alleen in digitale vorm op onze website. U kunt het hele Jaarverslag downloaden als PDF. Ook bestaat de mogelijkheid uw persoonlijke jaarverslag te maken. Door het aanvinken van de gewenste onderdelen stelt u uw eigen verslag samen, dat u vervolgens kunt downloaden of printen. Het digitale verslag bevat ook vier korte filmpjes (Cases). Hierin brengen we enkele belangrijke ontwikkelingen in 2010 in beeld over Maasvlakte 2, veiligheid, bereikbaarheid en duurzaamheid.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Introductie
12
Verslag van het Havenbedrijf
Verslag van het Havenbedrijf 1 De haven van Rotterdam 2 Over Havenbedrijf Rotterdam 3 Havenmeester 4 Klant 5 Gebied en ruimte 6 Verkeer en bereikbaarheid 7 Omgeving en duurzaamheid
De haven van Rotterdam
8 Financiën 9 Vooruitzicht 2011
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > De haven van Rotterdam
14
Haven van Rotterdam in het kort
Prinses Margriet haven
Prin
ses A
malia
have
n
n
Prin
ave neh
Aria
ses A lexiah
ses Prin
aven
De haven van Rotterdam is het grootste logistieke en industriële knooppunt van Europa. Het haven- en industriegebied strekt zich uit over een lengte van ongeveer 40 kilometer en meet circa 10.000 ha (exclusief Maasvlakte 2). Met een overslag van 430 miljoen ton goederen in 2010 is Rotterdam verreweg de grootste zeehaven van Europa. De haven van Rotterdam dankt zijn positie aan de uitstekende bereikbaarheid via zee, de achterlandverbindingen en de vele bedrijven en organisaties die in en voor het havengebied actief zijn. Havenbedrijf Rotterdam vervult hierbij de rol van beheerder, exploitant en ontwikkelaar van het haven- en industriecomplex. Daarnaast heeft Havenbedrijf Rotterdam in persoon van de (Rijks)havenmeester de taak het scheepvaartverkeer effectief, veilig en efficiënt af te wikkelen. Samen met vele bedrijven en organisaties in het havengebied werken wij aan een haven van wereldklasse.
Ligging en positie van de haven van Rotterdam
Natte bulk, olie en chemie Distributieparken Kolen en ertsen Stukgoed en Containers Fruit Overige activiteiten
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Beschrijving Het havengebied van Rotterdam ligt pal aan de Noordzee en is de enige haven in Noordwest-Europa die direct onbeperkt toegankelijk is voor de meest diepstekende schepen. Bovendien biedt de haven een grote verscheidenheid: een breed scala aan marktsegmenten en goederenstromen, hoogwaardige en veelzijdige faciliteiten voor de opslag, overslag en distributie van uiteenlopende grondstoffen en producten. Daarnaast is de (proces)industrie en chemie sterk vertegenwoordigd in Rotterdam. Industriële clusters die op zichzelf lading aantrekken en binden. Met een uitgebreid netwerk aan achterlandverbindingen (binnenvaart, feeder, shortsea, spoor, weg en pijpleiding) verzekert Rotterdam de aan- en afvoer van goederen van en naar de Europese markt – een markt met circa 350 miljoen consumenten. De directe toegevoegde waarde van het Rotterdamse havengebied bedroeg in 2008 circa € 15,5 miljard. De directe werkgelegenheid van het havengebied bedroeg in 2008 ongeveer 90.000 personen. Daarnaast genereert de Rotterdamse haven circa 55.000 indirecte banen (bron: havenmonitor 2008).
Verslag van het Havenbedrijf > De haven van Rotterdam
15
40 20 0 Q1
Q2
Q3
2008
Q4
Q1
Q2
Q3
2009
Q4
Q1
Q2
Q3
2010
Q4
Verhouding goederensoorten (Brutogewicht in tonnen) Ruwe aardolie 23,3% Minerale olieproducten, overig massagoed en nat 25,4% Droog massagoed 19,7% Containers 26,1% Breakbulk 5,5%
Goederensoorten
In de haven van Rotterdam wordt massagoed (droog en nat massagoed) en stukgoed (containers en breakbulk) overgeslagen. In de figuur hiernaast wordt de verhouding binnen deze overslag weergegeven. Hierbij is vanwege de relatief grote omvang nat massagoed onderverdeeld naar ruwe olie en minerale olieproducten inclusief overig nat massagoed. Logistieke hub De unieke combinatie van industriële en logistieke voorzieningen maakt dat Rotterdam de grootste Europese aanvoerhaven is van ruwe olie. Ook voor de doorvoer van erts naar de Duitse hoogovens in het Ruhrgebied is Rotterdam de grootste Europese aanvoerhaven. Bovendien is de haven op de wereldmarkt van olieproducten uitgegroeid tot belangrijke ’handelsplaats’ - onder meer vanwege de beschikbare capaciteit van onafhankelijke tankopslag. Met de bouw van de eerste LNG terminal op de Maasvlakte ontwikkelt Rotterdam zich nu ook als distributie knooppunt in de gasaanvoer voor Nederland en Europa. Eenzelfde belangrijke positie ontstaat er als ’Energiehaven’. Dit is het resultaat van de bouw van nieuwe energiecentrales op de Maasvlakte. Daarnaast heeft Rotterdam zich bewezen als belangrijkste Europese toegangspoort voor containers. Door de toename van goederenstromen van en naar andere havens in Europa versterkte de haven zijn positie als hub in de logistieke netwerken. De ingebruikname van Ultra Large Container Carriers (ULCC’s) op diverse containerdiensten op de route Azië - Europa leverde daar een bijdrage aan. Marktverdeling Voor de ontwikkeling van de haven is de toename van bedrijvigheid cruciaal. In het aantrekken van ladingstromen concurreert Rotterdam met andere havens in de Hamburg-Le Havre (HLH)-range. Deze havens bedienen allemaal het achterland van Noordwest-Europa.
De concurrentie verschilt sterk per segment. Voor containers zijn Antwerpen en Hamburg de belangrijkste concurrenten; voor kolen is dat Amsterdam en voor ruwe olie Le Havre en Wilhelmshaven. In de (petro)chemiesector geldt een wereldwijde concurrentie. In Noordwest-Europa is Antwerpen de belangrijkste andere speler. Belangrijke factoren in de concurrentiestrijd zijn: ligging aan diep water, terminals van wereldklasse, beschikbaarheid van ruimte, goede ontsluiting door verschillende achterlandverbindingen (weg, water, spoor, pijpleidingen), kwaliteit van de dienst verlening, kosten en een aantrekkelijk vestigings- en woonklimaat. Beide chemische complexen zijn ook complementair. De petrochemische complexen van Antwerpen en Rotterdam zijn sterk met elkaar verbonden via pijpleidingen en binnenvaart. Rotterdam levert bijvoorbeeld een groot gedeelte van de grondstoffen voor de petrochemie in Antwerpen. Informatie over de marktverdeling vindt u in hoofdstuk 4 Klant.
Vooruitzichten voor de haven van Rotterdam Maasvlakte 2 Met de aanleg van Maasvlakte 2 investeren wij in extra ruimte voor groei voor de toekomst. Hiermee zal het totale havengebied circa 20% groter worden. De aanleg van Maasvlakte 2 vindt globaal in twee fasen plaats. De eerste fase (2008-2015) richt zich op het gereed maken van de eerste 700 hectare. De tweede fase (2015-2030) betreft het bouwrijp maken van de resterende 300 hectare. De tweede fase start zodra er voldoende klantvraag is.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > De haven van Rotterdam
16
Scenario’s 2030
1
2
3
In 2010 startten wij met het ontwikkelen van een visie voor de ontwikkeling van de haven op lange termijn. Door bestaande economische modellen, prognoses van individuele bedrijven en de expertise van kennisinstituten te combineren, maakten we zogenoemde potentieramingen. Deze geven het groeipotentieel aan van de overslag tot 2030. De drie scenario’s met bijbehorende potentieramingen zijn de volgende: European Trend scenario. Dit scenario gaat uit van bestaand beleid en gematigde groei van de economie. In dit scenario kan de overslag toenemen tot 654 miljoen ton in 2030. Global Economy scenario. Dit gaat uit van verdere globalisering gecombineerd met een lage olieprijs leidend tot hoge economische groei. De overslag neemt in dit scenario toe tot 739 miljoen ton in 2030. High Oil Price scenario. Dit scenario heeft als uitgangspunten: een hoge olieprijs, strikt milieubeleid, gematigde economische groei en een snelle verduurzaming van industrie en logistiek. In dit scenario groeit de overslag tot 575 miljoen ton in 2030. De overslag in Rotterdam is op dit moment 430 miljoen ton per jaar. Over een periode van 20 jaar verwachten we dus groei. Maar de mate en de sectoren waarin de groei zich manifesteert, is afhankelijk van de ontwikkeling van de wereldeconomie, samenleving en technische innovaties. Dat kan betekenen dat het gebruik van een deel van het havengebied in de toekomst verandert. Vooral de snelheid van de energietransitie (het tempo waarin fossiele brandstoffen plaatsmaken voor nieuwe energiebronnen) en het milieubeleid zijn hiervoor relevant. Havenvisie 2030 De potentieramingen vormden het begin van het proces om te komen tot de Havenvisie 2030. Vervolgens startten wij met het analyseren van de gevolgen van de scenario’s voor ruimte, milieu, achterlandverbindingen en arbeid. Hierdoor ontstaan concrete beelden hoe de haven zich kan gaan ontwikkelen en wat dat betekent op allerlei terreinen. Die informatie vertaalt zich in een conceptvisie die het startpunt is voor een brede discussie in het voorjaar van 2011 met klanten, overheden, belangenorganisaties en bewoners. Deze discussie gaat over de gewenste ontwikkeling van de haven en wat moet gebeuren om deze visie werkelijkheid te maken. Planning is dat we rond de zomer van 2011 de Havenvisie 2030 aanbieden aan het College van B&W van Rotterdam en inbrengen in de Gemeenteraad ter vaststelling.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > De haven van Rotterdam
17
Verslag van het Havenbedrijf 1 De haven van Rotterdam 2 Over Havenbedrijf Rotterdam 3 Havenmeester 4 Klant 5 Gebied en ruimte 6 Verkeer en bereikbaarheid 7 Omgeving en duurzaamheid 8 Financiën 9 Vooruitzicht 2011
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Over Havenbedrijf Rotterdam
Verslag van het Havenbedrijf > Over Havenbedrijf Rotterdam
18
Havengelden 288 Contractopbrengsten 249 Overige opbrengsten 214
2.1 Havenbedrijf Rotterdam in het kort Havenbedrijf Rotterdam is beheerder, exploitant en ontwikkelaar van het Rotterdamse haven- en industriegebied. Rotterdam moet zich in onze visie onderscheiden als een kwaliteitshaven. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen staat hierbij centraal.
Bedrijfsopbrengsten 2010 (Bedragen x € 1 miljoen euro)
Havenbedrijf Rotterdam heeft tot doel de concurrentiepositie van de Rotterdamse haven te versterken, als logistiek knooppunt en industriecomplex van wereldformaat. Hiertoe initieert Havenbedrijf Rotterdam op basis van mondiale, nationale en regionale ontwikkelingen en verwachtingen, een lange termijn visie over de toekomst van de haven. Deze geven het kader en de richting aan van ons handelen. Havenbedrijf Rotterdam investeert in de ontwikkeling van nieuwe haventerreinen, vooral Maasvlakte 2, in openbare infrastructuur, zoals wegen in het havengebied en in klantspecifieke infrastructuur, zoals kademuren en aanlegsteigers. Om de scheepvaart optimaal af te wikkelen houden we de vaarwegen op diepte en investeren we in een verkeersbegeleidend systeem, verkeerscentrales en patrouillevaartuigen.
Havengelden 288 Contractopbrengsten 249 Overige opbrengsten 214
Investeringsuitgaven 2010 (Bedragen x € 1 miljoen euro) 500 450
Met een solide ontwikkeling in de opbrengsten en focus op efficiënte bedrijfsvoering, creëert Havenbedrijf Rotterdam optimale financiële ruimte om te investeren in de haven van Rotterdam. De belangrijkste bedrijfsopbrengsten zijn havengelden en contractopbrengsten van verhuur van haventerreinen.
400 350 300 250 200 150
Naast de investeringen in infrastructuur in en rond het havengebied werkt Havenbedrijf Rotterdam in samenwerking met verschillende bedrijven en organisaties aan randvoorwaarden voor de haven. Deze randvoorwaarden zoals bereikbaarheid en milieu zijn niet altijd uit te drukken in geld, maar zijn noodzakelijk voor een efficiënte, duurzame en veilige groei van de haven.
100 50 0 2005
2006
2007
2008
2009
2010
Investeringen Maasvlakte 2 Investeringen Bestaand Rotterdams Gebied
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010 500
450 400
Verslag van het Havenbedrijf > Over Havenbedrijf Rotterdam
19
2.2 Missie, visie en strategie Missie Havenbedrijf Rotterdam heeft vanuit zijn statutaire doelen de volgende missie: Havenbedrijf Rotterdam ontwikkelt in partnerschap dé Europese haven van wereldklasse. Om deze missie te realiseren stellen wij een vijfjarig Ondernemingsplan op. Van het Ondernemingsplan 2006-2010 zijn de meeste en belangrijkste doel stellingen gerealiseerd. Voorbeelden zijn de start van de aanleg van Maasvlakte 2, verhoging van het marktaandeel en vlotte en veilige scheepsafhandeling. Zie ook de Cockpit Kritische Prestatie Indicatoren. In 2010 stelden wij voor de komende vijf jaar een nieuw Ondernemingsplan op. Dit plan is voorgelegd aan en goedgekeurd door onze aandeelhouders. Het nieuwe Ondernemingsplan 2011-2015 bouwt voort op eerder gemaakte strategische keuzes, zoals internationale deelnemingen en de achterlandstrategie. De twee kerntaken (statutaire doelen) blijven onverkort van kracht: 1 ontwikkeling, aanleg, beheer en exploitatie van het havengebied in Rotterdam; 2 bevorderen van een effectieve, veilige en efficiënte scheepvaartafwikkeling in de Rotterdamse haven en het aanloopgebied voor de kust.
Visie Als leidraad voor het Ondernemingsplan is een ambitieuze visie opgesteld. Onze visie in het Ondernemingsplan 2011-2015 is als volgt geformuleerd: Havenbedrijf Rotterdam zet vol in op het doorontwikkelen van het havenen industriecomplex Rotterdam tot het meest efficiënte, veilige en duurzame ter wereld. Havenbedrijf Rotterdam creëert waarde voor klanten door het ontwikkelen van ketens, netwerken en clusters. In Europa én in groeimarkten wereldwijd. Havenbedrijf Rotterdam is als ondernemende havenontwikkelaar dé partner voor klanten van wereldklasse, in petrochemie, energie, transport & logistiek. Daarmee versterkt Havenbedrijf Rotterdam de concurrentiekracht van Nederland.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Over Havenbedrijf Rotterdam
20
Strategie
• • •
•
Havenbedrijf Rotterdam is zeer verbonden met het Rotterdamse havengebied en blijft dan ook vol inzetten op de ontwikkeling van het Rotterdamse havengebied als meest efficiënte, duurzame en veilige ter wereld. Om deze ontwikkeling te realiseren willen wij meer actief partnerships aangaan met internationale spelers. Ook willen wij actief bijdragen aan de kwaliteit van ketens en netwerken. Havenbedrijf Rotterdam kiest daarom expliciet voor: een meer actieve en ondernemende rol als dit nodig is om het complex te versterken; focus op het aantrekken en verbinden van wereldwijd leidende spelers in hun industrie aan Rotterdam; een actieve inzet op het versterken van het Rotterdamse havennetwerk, bijvoorbeeld door samenwerking met de haven van Dordrecht en investeringen in achterlandknooppunten; inzet op het actief worden in havenontwikkeling in internationale groeimarkten, via deelnemingen. Deze strategische keuzes zijn een nadere invulling van de volgende vier hoofd thema’s in dit Verslag: Klant Wij werken als partner samen met onze klanten. We trekken daarnaast nieuwe activiteiten en klanten aan die het havengebied verder versterken. Gebied en ruimte Wij zorgen voor een efficiënt ingericht havengebied, met adequate openbare infrastructuur. Bovendien streven wij er naar om ruimte te bieden voor groei, door het ontwikkelen van Maasvlakte 2 en (her)structureren en intensiveren van bestaand Rotterdams gebied. Daarnaast kijken wij actief naar mogelijkheden, die zich voordoen buiten Rotterdams gebied. Verkeer en bereikbaarheid
Wij zijn verantwoordelijk voor een schone, vlotte, veilige en beveiligde scheep vaartafwikkeling in de haven. Daarnaast zijn wij in samenwerking met partners in toenemende mate actief in het verbeteren van de landzijdige bereikbaarheid voor de vier modaliteiten (spoor, weg, binnenvaart en pijpleiding). Omgeving en duurzaamheid
Wij investeren met partners in maatschappelijk draagvlak en optimale randvoor waarden voor een haven die zich wil ontwikkelen. Duurzaamheid, dialoog, arbeid en innovatie zijn daarin belangrijke elementen.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Over Havenbedrijf Rotterdam
21
2.3 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Management approach Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) is een integraal onderdeel van onze bedrijfsprocessen en bedrijfscultuur. Dit hebben wij vastgelegd in een officiële MVO-verklaring (zie www.portofrotterdam.com). Wij willen de haven in balans laten groeien: én Maasvlakte 2, én ruimte voor natuur/recreatie, én relatief minder vervoer over de weg. Ons streven is dat onze activiteiten duurzaam, betrokken en transparant zijn. Ook in het nieuwe Ondernemingsplan 2011-2015 leggen we de lat hoog met de inzet het havengebied door te ontwikkelen tot het meest efficiënte, veilige en duurzame ter wereld in zijn soort. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Duurzaamheid
Betrokkenheid
Transparantie
Duurzaam
•
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Duurzaamheid betekent voor ons het verbeteren van de eigen prestaties én het stimuleren van duurzaam ondernemen in het havengebied. Investeren in duurzaamheid is in onze ogen noodzakelijk om draagvlak voor havenactiviteiten te behouden en daarnaast te kunnen groeien. In het Ondernemingsplan 2011-2015 spreken wij de ambitie uit om in 2015 de meest duurzame haven in zijn soort te zijn. De komende vijf jaar willen we op drie terreinen aan deze ambitie werken: onze eigen bedrijfsvoering, de bedrijven in de haven en het transport. We stellen daarvoor de volgende doelen: Het realiseren van een CO2-neutrale Havenbedrijforganisatie en verduurzaming van aanleg en beheer door in de eigen processen in te zetten op het verkleinen van de CO2 en NOx-uitstoot. We streven er naar dat we in 2011 CO2-neutraal zijn en onze eigen CO2-uitstoot met 2% per jaar reduceren.
Verslag van het Havenbedrijf > Over Havenbedrijf Rotterdam
22
•
•
Het realiseren van de meest duurzame Energy Port en Fuel Port door bij gronduitgifte in te zetten op het reduceren van de CO2 en NOx uitstoot. Dit wil zeggen dat we het havenbedrijfsleven bij nieuwe contracten vragen aan een aantal criteria te voldoen. Deze criteria hebben betrekking op luchtkwaliteit, capture ready van CO2 en het gebruik van gecertificeerde biomassa. Het realiseren van de meest duurzame containerport door voor het transport in te zetten op het verduurzamen van alle modaliteiten. Ingezet wordt op een verschuiving van het aandeel wegvervoer ten gunste van spoor en binnenvaart en toename van het gebruik van walstroom. In onze managementrapportage borgen we dat deze duurzaamheidsdoelstellingen onze blijvende aandacht hebben. Zo is een groot deel van onze kritische prestatieindicatoren gericht op duurzaamheid. En de Directie weegt duurzaamheid mee in het besluitvormingsproces over investeringen en andere belangrijke onderwerpen. Doordat duurzaamheid in onze hele bedrijfsvoering is geïntegreerd, staan activiteiten op het gebied van duurzaamheid niet alleen beschreven in paragraaf 7.2 (duurzaamheid) maar komen ze in dit hele Verslag aan bod.
Betrokken In de directe nabijheid van het havengebied wonen en werken honderdduizenden mensen. Draagvlak behouden voor onze activiteiten is cruciaal. Zowel werken in, als leven rond de haven moet aantrekkelijk zijn. Voor ons is het daarom belangrijk te investeren in de directe omgeving. Het gaat hierbij om investeringen in bereikbaarheid en toegankelijkheid (hoofdstuk 6), maar ook om investeringen in innovatie en arbeidsmarkt (zie paragraaf 7.5). Een project dat uiting geeft aan betrokkenheid bij de directe omgeving is de RDM Campus, waar we een voormalig havengebied herontwikkelen voor een combinatie van leren en werken. U leest hier meer over in paragraaf 5.3 (Bestaand Havengebied onder ‘Stadshavens’) en in paragraaf 7.2 (duurzaamheid onder ‘duurzaam vastgoed’). Daarnaast vinden wij het belangrijk om de kennis en kunde van onze medewerkers ook beschikbaar te stellen aan havens in minder ontwikkelde landen. Een voorbeeld is Senegal, waar we meer economische ontwikkeling mogelijk willen maken. In 2009 tekenden we een overeenkomst met de OMVS (Organisation pour la Mise en Valeur du fleuve Sénégal) voor functionele ondersteuning bij het bevaarbaar maken van de rivier de Senegal en het ontwikkelen van de haven van Saint Louis. Ook in 2010 stuurden wij weer specialisten van Havenbedrijf Rotterdam die ter plaatse specifieke onderzoeksopdrachten uitvoerden. Na de evaluatie besloten wij om onder bepaalde voorwaarden met ondersteuning aan OMVS door te gaan. Het jongerennetwerk ‘Jong Havenbedrijf Rotterdam’ nam in november 2010 deel aan een MVO-activiteit van de gemeente Rotterdam. Aan boord van het schip de Abel Tasman hielpen 15 jonge medewerkers van Havenbedrijf Rotterdam mee aan een onvergetelijk Sinterklaasfeest voor een grote groep zieke en gehandicapte kinderen. In 2011 wil ‘Jong HbR’ meer MVO-actief worden.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Over Havenbedrijf Rotterdam
23
Transparant Transparant houdt in dat we open en duidelijke ambities formuleren én verantwoording afleggen over de bereikte resultaten. Ook willen we open zijn naar onze omgeving over de dilemma’s waarmee we te maken hebben bij het realiseren van onze ambities. Daarbij ontkomen wij er niet aan om soms lastige keuzes te maken. Zie bijvoorbeeld onze verslaglegging over Rotterdam Port Experience (paragraaf 2.7, Deelnemingen), fossiele versus nieuwe energie (paragraaf 4.3, Onze marktpositie), vaarsnelheid beperking voor de binnenvaart en stremmingen in het achterland (paragraaf 6.4, Binnenvaart) en walstroom (paragraaf 7.2, Duurzaamheid). Dit Jaarverslag is één van de instrumenten om de dialoog met onze stakeholders aan te gaan. Om de transparantie te vergroten hebben wij de accountant gevraagd het Jaarverslag te controleren, dus niet alleen de Jaarrekening maar ook het Verslag. Daarnaast is het toepassingsniveau van de G3-richtlijnen beoordeeld door Global Reporting Initiative, een niet-gouvernementele organisatie die wereldwijd standaarden ontwikkelt voor maatschappelijke Jaarverslaggeving. Het verslag van Havenbedrijf Rotterdam is door het GRI op applicatieniveau A+ geaccordeerd.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Over Havenbedrijf Rotterdam
24
2.4 Organisatie Structuur Havenbedrijf Rotterdam is een niet-beursgenoteerde naamloze vennootschap. Havenbedrijf Rotterdam voldoet aan de eisen die de wet stelt voor een ’grote’ vennootschap. Sinds 21 juli 2008 is een verlicht structuurregime van toepassing op Havenbedrijf Rotterdam. Dit betekent o.a. dat de Algemene Vergadering van Aandeelhouders bevoegdheden heeft bij het benoemen en ontslaan van bestuurders. De Algemene Directie heeft de dagelijkse leiding over de onderneming. De onafhankelijke Raad van Commissarissen houdt toezicht op de Algemene Directie en de gang van zaken in de onderneming. De beide aandeelhouders gemeente Rotterdam (circa 70 %) en Rijk (circa 30%) oefenen invloed op de vennootschap uit door middel van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. De bevoegd heden van de Raad van Commissarissen en de Algemene Vergadering van Aandeelhouders zijn vastgelegd in de wet en de statuten. Het meest recente organogram van Havenbedrijf Rotterdam is te vinden op de website www.portofrotterdam.com.
Kernwaarden en bedrijfscode Onze kernwaarden zijn de belangrijkste waarden in onze organisatie. Ze moeten ons helpen ons werk te doen, de samenwerking te bevorderen, ons Ondernemingsplan te realiseren en aangeven hoe wij door de buitenwereld gezien willen worden. In 2010 hebben we onze kernwaarden opnieuw bepaald. De vier nieuwe kernwaarden zijn: Passie, Samen, Steeds verbeteren en Vertrouwd. Onze normen en waarden, onder meer wat betreft integriteit, staan beschreven in onze Bedrijfscode, waarmee we laten zien wie wij zijn, waar we voor staan en wat we belangrijk vinden in het zakelijke en maatschappelijke verkeer. De code bevat richtlijnen die duidelijkheid scheppen over wat wel en niet is toegestaan. Daarnaast onderschrijft Havenbedrijf Rotterdam sinds 2010 de tien ‘United Nations Global Compact business principles’ over de thema’s mensenrechten, arbeidsomstandig heden, milieu en anticorruptie.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Over Havenbedrijf Rotterdam
25
2.5 Corporate Governance Corporate Governance Code De Corporate Governance Code is van toepassing op beursgenoteerde onder nemingen. Hoewel het Havenbedrijf Rotterdam geen beursgenoteerde onderneming is, hebben wij ervoor gekozen waar mogelijk en voor ons relevant de bepalingen uit de Corporate Governance Code te implementeren. De principes en best practices van de Corporate Governance Code komen zoveel mogelijk terug in de diverse interne reglementen, zoals het reglement voor de Algemene Directie en het reglement voor de Raad van Commissarissen. Deze en andere reglementen zijn terug te vinden op www.portofrotterdam.com. Conform de Corporate Governance Code hebben wij het ‘pas toe of leg uit’ principe gevolgd en daarin uitgelegd waarom wij enkele bepalingen minder relevant achten voor Havenbedrijf Rotterdam. Deze uitleg is te vinden op www.portofrotterdam.com.
Risicobeheersing Om te kunnen sturen op de realisatie van de doelstellingen in ons Ondernemingsplan, hanteren wij een management control systeem. Hierbinnen wordt aandacht geschonken aan structuur en beleid benodigd voor het bereiken van de doel stellingen en de planning- en controlcyclus voor het monitoren. Onderdeel van ons management control systeem is het risicobeheersings- en controlesysteem. Uitgangspunt hierbij is dat wij terughoudend zijn in het nemen van risico’s. Onze ambities en de meest relevante risico’s zijn opgenomen in de verschillende hoofdstukken van ons Verslag. In deze paragraaf is weergegeven hoe risico beheersing is verankerd in onze organisatie. Daarnaast is aangeven hoe wij invulling geven aan de verschillende niveaus (strategisch, operationeel en compliance, financieel en verslaglegging) van risicobeheersing. Tot slot is de management verklaring opgenomen.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Over Havenbedrijf Rotterdam
26
Structuur van risicobeheersing Ons interne risicobeheersings- en controlesysteem is verdeeld over meerdere niveaus. Allereerst zijn in onze organisatie de afdelingen en projectteams zelf verantwoordelijk voor identificatie en beheersing van risico’s. Daarbij worden zij desgewenst gefaciliteerd door gespecialiseerde risicomanagers. Daarnaast voeren onze interne accountants onderzoeken uit gericht op het toetsen van de interne beheersing en geeft de externe accountant in het kader van de controle van de jaarrekening onder meer aanbevelingen gericht op verbetering van de interne beheersing. Uiteindelijk houdt de auditcommissie toezicht op en adviseert zij de Directie over de werking van risicobeheersings- en controlesysteem, waaronder het toezicht op naleving van de relevante wet- en regelgeving.
Strategische risicobeheersing Om zicht te krijgen op de strategische risico’s heeft in 2010 tweemaal een risicoinventarisatie en analyse plaatsgevonden met diverse afdelingen. De strategische risico’s zijn gekoppeld aan de doelstellingen van Havenbedrijf Rotterdam. De risico’s, oorzaken, gevolgen en maatregelen zijn zichtbaar gemaakt in het strategisch risicolandschap. De belangrijkste strategische risico’s zijn besproken in de Raad van Commissarissen. De Raad van Commissarissen heeft met instemming kennis genomen van het strategisch risicolandschap.
Operationele risicobeheersing en compliance Onze operationele risicobeheersing en compliance zijn concreet gekoppeld aan de doelstellingen van afdelingen en projecten. Risico’s, oorzaken, maatregelen en risico-eigenaren zijn vastgelegd in risicolandschappen. Hiervan afgeleid nemen de afdelingen een risicoparagraaf op in hun werkplannen en monitoren zij de risico’s gedurende het jaar. Operationele risicobeheersing is in het bijzonder van belang voor de divisie Havenmeester. De Havenmeester rapporteert in dit kader over ontwikkeling van het niveau van vlotheid, veiligheid en milieubelasting van het scheepvaartverkeer en andere indicatoren over kwaliteit van de uitoefening van de havenmeesterbevoegdheden aan de Minister van Infrastructuur en Milieu en de gemeente Rotterdam. Voor risicobeheersing van projecten is in 2009 een methodiek ontwikkeld die in het stadium van besluitvorming meer inzicht geeft in de complexiteit, beheersbaarheid en financiële risico’s van klantgebonden projecten. In 2010 is deze methodiek uitgebreid naar de publieke projecten. Tevens is in 2010 de wijze waarop inzicht wordt verkregen in de risico’s tijdens de voorbereidings- en realisatiefase voor alle projecten aangescherpt. In 2010 is de projectbeheersing verbeterd door de uitbreiding van het project management systeem in ons ERP-systeem. Dit moet onder andere leiden tot een betere voorspelbaarheid van toekomstige kasstromen. Daarnaast is de financiële beheersing van projecten en de monitoring van het projectenportfolio versterkt. De aanleg van Maasvlakte 2 is het grootste project in onze historie. Hiervoor is een speciale projectorganisatie ingericht. Binnen het project wordt gewerkt conform de best practice projectmanagement methodiek Prince2 en is hiervoor in 2007 geaccrediteerd. In 2011 dient heraccreditatie plaats te vinden. Binnen de verschillende deelprojecten zijn de projectleiders verantwoordelijk voor het beheren en beheersen van risico’s. Zij worden hierbij gefaciliteerd door een risicomanager. Maandelijks wordt intern gerapporteerd over het risicodossier. Daarnaast onder zoeken Interne Accountantsdienst en de externe accountant periodiek de werking van de interne beheersing van de aanleg van Maasvlakte 2. Meer over onze kernwaarden en bedrijfscode leest u op www.portofrotterdam.com. Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Over Havenbedrijf Rotterdam
27
Financiële risicobeheersing
• •
Ons financieringsbeleid is risicomijdend en gericht op het afdekken van risico’s tegen aanvaardbare kosten. Als gevolg van de omvangrijke en langlopende investeringsprojecten en bijbehorende financierings- en renterisico’s, wordt het belang van de beheersing van kasstromen (de treasuryfunctie) steeds groter. De Raad van Commissarissen heeft het geactualiseerde treasurystatuut goedgekeurd. Op verzoek van de auditcommissie heeft de externe accountant specifiek aandacht geschonken aan de effectiviteit van de treasuryfunctie. Hierover beveelt de accountant in haar management letter het volgende aan: Verder vergroten voorspelbaarheid van de kasstromen. Kennisborging op het gebied van treasury. Er wordt inmiddels gewerkt aan initiatieven om de kennis van de beheersing van kasstromen nog beter te borgen. Voor een uiteenzetting van rente-, krediet- en valutarisico’s, verwijzen wij u naar de jaarrekening.
Verslaglegging risicobeheersing Wij gebruiken een op COSO gebaseerd beheersingsraamwerk om het risico af te dekken dat de interne en externe financiële verslaggeving onjuistheden van materieel belang bevat. Dit raamwerk bevat de belangrijkste beheersingsmaatregelen voor risico’s in de primaire financiële processen en de effectiviteit van de maatregelen in deze processen. Het raamwerk wordt periodiek geactualiseerd en de in het raamwerk opgenomen controles uitgevoerd. Daarnaast zijn actieplannen om beheersingsmaatregelen verder te verbeteren en te versterken ontwikkeld en ingevoerd.
Managementverklaring Aan de hand van ons risicobeheersings- en controlesysteem streven wij ernaar de kansen op fouten, op het nemen van verkeerde beslissingen en op het verrast worden door onvoorziene omstandigheden zo veel mogelijk te reduceren. Volledige garantie kan hierbij niet worden gegeven. Geen enkel systeem van interne risico beheersing en controle kan een absolute zekerheid bieden voor het bereiken van ondernemingsdoelstellingen, noch kan het alle onjuistheden, fraude, incidenten en overtredingen van wetten en regels geheel voorkomen. Wij hebben geen afzonderlijk onderzoek uit laten voeren naar de kwaliteit van onze risicobeheersings- en controlesysteem. Wel heeft onze externe accountant in het kader van de jaarrekeningcontrole onderdelen van onze interne beheersing onderzocht. Deze werkzaamheden zijn gericht op het afgeven van een controle verklaring bij de jaarrekening en omvatten daarom niet alle zaken die bij een specifiek op de organisatie gericht onderzoek naar voren zouden komen.
• • • •
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Evenals vorige jaren concludeert de accountant in de management letter dat de kwaliteit van onze interne beheersomgeving voldoet aan de daaraan te stellen eisen. De accountant geeft wel onderstaande aanbevelingen: Kritisch beoordelen en volgen van de kwaliteit van de outsourcing van de IT-activiteiten. Voortzetten ingezette verbeteringen met betrekking tot projectbeheersing bestaand Rotterdams gebied. Verscherpen van autorisaties inkoopfunctie in ons ERP-systeem. Aanscherpen interne beheersing op verwerken van personeelsmutaties.
Verslag van het Havenbedrijf > Over Havenbedrijf Rotterdam
28
Wij onderschrijven de aanbevelingen van de externe accountant en zijn voornemens de aanbevelingen op te volgen ter vergroting van de effectiviteit van ons risico beheersings- en controlesysteem 2011. Op basis van rapportages en informatie van de verschillende afdelingen en partijen die onderdeel uitmaken van ons risicobeheersings- en controlesysteem is de Algemene Directie van oordeel dat de risicobeheersings- en controlesystemen in het verslagjaar naar behoren hebben gewerkt en een redelijke mate van zekerheid geven dat de financiële verslaglegging geen onjuistheden van materieel belang bevat.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Over Havenbedrijf Rotterdam
29
2.6 Medewerkers Inleiding Havenbedrijf Rotterdam wil voortdurend blijven werken aan een haven van Wereldklasse. Dit wordt gerealiseerd met behulp van onze circa 1200 betrokken en gemotiveerde medewerkers. Hiervoor wil Havenbedrijf Rotterdam graag een aantrekkelijke en moderne werkgever zijn. Wij investeren in kwaliteit van onze medewerkers en vinden diversiteit en medewerkertevredenheid belangrijk. Onze concrete doelstelling voor 2010 was een verhoging van de medewerkertevredenheid naar 7,3. Deze werd met een score van 7,7 ruim gehaald. Het jaar 2010 wordt overschaduwd door het helikopterongeval tijdens de door ons georganiseerde Tour du Port op 27 juni. Dit ongeval kostte het leven aan vier personen, waaronder collega Martijn Hessing. Daarnaast raakte één persoon zwaar gewond. Vanwege het noodlottige ongeval staakte Havenbedrijf Rotterdam alle openbare activiteiten tijdens de startweek van de Tour de France in Rotterdam, tot en met de uitvaart van de vier overledenen. Dit noodlottige ongeval, waar veel collega’s getuige van waren, had een diepe impact op alle medewerkers.
Kwaliteit Wij vinden ontwikkeling van onze medewerkers en inzicht in het aanwezige opvolgingspotentieel essentieel om onze organisatiedoelstellingen te realiseren. Voor de ontwikkeling van onze medewerkers wordt onder meer gebruik gemaakt van het loopbaan- en adviescentrum (AanZ), een Young Potential programma en een Management Development (MD) programma. En alle medewerkers hebben recht op tenminste één functioneringsgesprek per jaar met hun leidinggevende, waarin de ontwikkeling van medewerkers onderwerp van gesprek is. In de laatste helft van 2010 voerden we voor ruim 100 medewerkers aan de top van het bedrijf een 360 graden feedback uit. Voor de leden van het directieteam en de leden van de Projectdirectie Maasvlakte 2 is een zogenaamde ‘management appraisal’ ingezet. Deze evaluaties brengen voor de genoemde doelgroepen de competenties en het potentieel in kaart. De uitkomsten vormen de input voor ontwikkelafspraken voor de komende periode. Havenbedrijf Rotterdam stimuleert interne mobiliteit. Zo is onder meer de nieuwe Havenmeester uit eigen geledingen benoemd. De nieuwe Havenmeester, René de Vries, begon ooit als matroos en is nu één van de topmanagers van Havenbedrijf Rotterdam.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Over Havenbedrijf Rotterdam
30
In januari 2010 startte de inhuurdesk, een ‘marktplaats’concept waarbij alle inhuuropdrachten via de internetsite van Havenbedrijf Rotterdam bekend worden gemaakt aan marktpartijen. Het gaat hierbij om opdrachten voor interim-management, tijdelijke personele capaciteit of tijdelijk benodigde specifieke expertise. Marktpartijen kunnen bieden op deze opdrachten, die vervolgens worden gegund aan de partij die de beste prijs-prestatieverhouding levert. Havenbedrijf Rotterdam verwacht van deze nieuwe werkwijze meer transparantie voor alle betrokkenen en een beter inzicht in de tarievenstructuur van de marktpartijen, waardoor het mogelijk wordt om tegen scherpere tarieven te kunnen inhuren.
Diversiteit Havenbedrijf Rotterdam onderschrijft het belang van een divers samengesteld personeelsbestand. Wij streven naar een personeelsbestand dat een afspiegeling vormt van de beroepsbevolking in onze omgeving en waarin een afspiegeling van maatschappelijke waarden en normen vertegenwoordigd is. Om praktische redenen en om focus aan te brengen zijn we gestart met de doelgroep vrouwen. Op 4 mei 2010 ondertekenden we dan ook de Charter ‘Talent naar de top’. Door het onder tekenen van dit Charter committeert Havenbedrijf Rotterdam zich aan het ontwikkelen van een duidelijke strategie voor toestroom, doorstroom en behoud van meer vrouwelijk talent in topfuncties (raden van bestuur/directies en tweede en derde echelon). Hiermee wil Havenbedrijf Rotterdam meer diversiteit krijgen in het medewerkersbestand. Enerzijds om onze resultaten te verbeteren en de kwaliteit van besluiten te verhogen, anderzijds om op termijn te kunnen blijven voorzien in de personele behoefte van de organisatie. Concreet betekent dit dat we in vijf jaar tijd het percentage vrouwelijke managers willen verhogen naar 25%. Nu is dat nog 16%. De charter ‘Talent naar de top’ is sinds mei 2008 door 145 bedrijven, banken, universiteiten, vakbonden en overheidsorganisaties ondertekend. Ondertekenaars rapporteren jaarlijks hun voortgang op een aantal kritische prestatie indicatoren aan de daarvoor ingestelde commissie.
Medewerkertevredenheid In 2010 bleek dat onze medewerkers over het algemeen zeer tevreden zijn over hun werk bij het Havenbedrijf Rotterdam. De score van het tweejaarlijks medewerker tevredenheid onderzoek in mei 2010 was een 7,7 terwijl het doel voor 2010 een 7,3 was en de score in 2008 een 7,2. De belangrijkste verbeterpunten uit de 2008-meting waren: persoonlijke ontwikkeling, beloning en samenwerking. Onze medewerkers blijken in 2010 meer tevreden over deze verbeterpunten. Bij persoonlijke ontwikkeling en beloning is de score in 2010 zelfs bijna een heel punt hoger. Verbeterpunten uit de 2010-meting zijn resultaatgerichtheid, efficiency en de focus op gemeenschappelijke doelstellingen. Hiermee gaan wij de komende jaren aan de slag.
Arbeidsvoorwaarden Op 27 januari 2010 bereikten Havenbedrijf Rotterdam en de vakbonden een onderhandelingsakkoord over nieuwe arbeidsvoorwaarden (CAO). Dit akkoord loopt van 1 januari 2010 tot 1 januari 2012. Naast stijging van de schaalbedragen en de eindejaarsuitkering kwam er overeenstemming met vakorganisaties over uitbreiding van de beloningsstructuur. Hierdoor ontstaat een meer vloeiende loonlijn en sluiten de voorwaarden binnen en buiten CAO beter op elkaar aan. De CAO is niet van toepassing op het hoger management. Hiervoor is een aanvullend gestructureerd beloningsbeleid afgesproken voorzien van te realiseren targets. Deze targets zijn afgeleid van de targets van de Directie. Het onderhandelings akkoord bevat verder afspraken over inzetbaarheid medewerkers van 45 jaar en
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Over Havenbedrijf Rotterdam
31
ouder, stageplaatsen, sociaal plan, telewerken en kortdurend zorgverlof. Elke twee jaar laten we onze arbeidsvoorwaarden meten via het Intermediair Beste werkgeversonderzoek. In 2010 eindigde Havenbedrijf Rotterdam als 4e in dit onderzoek op het onderdeel arbeidsvoorwaarden. In 2008 eindigden we nog als 24e.
Behartiging van medewerkersbelangen Binnen onze organisatie fungeert een Ondernemingsraad. De Ondernemingsraad vervult de taken overeenkomstig de Wet op de Ondernemingsraden. Er is een goede samenwerking tussen het Havenbedrijf, de vakorganisaties en de Ondernemingsraad. Dit blijkt onder meer uit een goed verlopende implementatie van afspraken en regelingen. Ons Arbo-beleid richt zich op het optimaliseren van arbeidsomstandigheden. In 2010 zijn vijf arbeidsongevallen gemeld met kort durend verzuim en één met langdurig verzuim. De Arbo-coördinator en de bedrijfsarts handelen dergelijke gevallen af en indien nodig schakelen zij de Arbeidsinspectie in. Havenbedrijf Rotterdam heeft vertrouwenspersonen voor ongewenst gedrag en vertrouwenspersonen voor integriteitskwesties. Er zijn totaal vier vertrouwens personen: drie zijn medewerkers van Havenbedrijf Rotterdam en één is een externe vertrouwenspersoon. Binnen Havenbedrijf Rotterdam is eens in de zes weken een Sociaal Medisch Overleg. Hierbij bespreken manager, HR-adviseur, bedrijfsarts en bedrijfsmaatschappelijk werker het ziekteverzuim en stellen gezamenlijk vervolgacties vast.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Over Havenbedrijf Rotterdam
32
2.7 Deelnemingen Inleiding
• • •
Havenbedrijf Rotterdam houdt nationaal en internationaal een aandelenbelang in een aantal vennootschappen. Wij doen dit om onze ondernemingsdoelstellingen te bereiken. Belangrijke uitgangspunten bij het aangaan van een deelneming zijn dat: de deelneming versterkend is aan onze kerntaken; de investering voldoet aan onze interne rendementsdoelstelling; wij voldoende invloed hebben op het te voeren beleid van de organisatie waarin wij deelnemen. Havenbedrijf Rotterdam heeft direct en indirect belangen in zeventien vennootschappen en twee stichtingen. In tien van deze vennootschappen en de beide stichtingen zijn operationele activiteiten ondergebracht. Een volledige lijst van deelnemingen is opgenomen in de Verbonden partijen in de Jaarrekening. De deelnemingen vertegenwoordigen samen een bedrag van € 25,2 miljoen op de balans ultimo 2010.
Nederlandse deelnemingen Portbase Eén van onze Nederlandse deelnemingen is Portbase. Wij houden een belang (75%) in deze vennootschap met als doel de ketenefficiency te verbeteren. Portbase ontwikkelt, beheert en exploiteert het Port Community Systeem (PCS). Dit is een elektronisch platform waarop het havenbedrijfsleven informatie uitwisselt die van belang is voor haar logistieke processen. In 2010 is Havenbedrijf Amsterdam toegetreden als aandeelhouder (25%) van Portbase. Door de toetreding hebben wij een eerste stap gezet in onze ambitie om Portbase te ontwikkelen tot nationaal platform. Keyrail Havenbedrijf Rotterdam participeert ook in Keyrail. Wij doen dit sinds de oprichting van deze vennootschap in 2006. Ons belang in deze vennootschap is 35%. ProRail (50%) en Havenbedrijf Amsterdam (15%) zijn de andere aandeelhouders. Keyrail exploiteert de Betuweroute, de goederenspoorlijn die loopt van de Maasvlakte in de Rotterdamse haven tot aan de grens met Duitsland bij Zevenaar. De spoorlijn
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Over Havenbedrijf Rotterdam
33
verbetert de bereikbaarheid van de Rotterdamse haven. Keyrail heeft bovendien een belangrijke rol in verbetering van de efficiënte afhandeling van overslag in de Rotterdamse haven naar het Europese achterland. Zowel bereikbaarheid van de haven als een efficiënte afhandeling van de overslag zijn voor ons belangrijke doelstellingen. Pijpleidingen: RC2 en Multicore
Het optimaliseren van het landzijdig transport is het doel van onze deelname in RC2 (50% participatie) en MultiCore (75% participatie). Beide vennootschappen exploiteren pijpleidingen die gelegen zijn in het Rotterdams havengebied. Onze partners in deze ondernemingen zijn ARG (50%) en Vopak (25%). In paragraaf 6.5 (Pijpleiding) staat een inhoudelijke toelichting op RC2 en Multicore. Verkeersonderneming De Verkeersonderneming is een samenwerkingsverband van Rijkswaterstaat, gemeente Rotterdam, Stadsregio Rotterdam en Havenbedrijf Rotterdam. Het doel van de samenwerking is de bereikbaarheid van de stad Rotterdam en de Rotterdamse haven via de A15 te verbeteren. In 2010 is deze samenwerking ondergebracht in een stichting. Paragraaf 6.2 (Weg) van dit Verslag bevat een toelichting op de activiteiten en resultaten van de Verkeersonderneming in 2010. Rotterdam Port Experience Rotterdam Port Experience (RPEX) is helaas niet goed afgelopen. RPEX was een initiatief van Havenbedrijf Rotterdam in samenwerking met de gemeente Rotterdam. Doelstelling van RPEX was de band tussen haven en stad te verstevigen, de bekendheid en het imago van de haven positief te beïnvloeden en haventrots van Rotterdammers te bevorderen. Wij hebben geconstateerd dat het concept als zodanig te weinig bezoekers trekt en onze doelstelling met RPEX niet wordt bereikt. Daarom hebben we besloten tot beëindiging van deze activiteit per 1 juli 2010.
Port of Rotterdam International Havenbedrijf Rotterdam heeft de ambitie om in de komende jaren een aantal internationale deelnemingen in “port management companies” te verwerven. Vanuit de gedachte dat havens schakels zijn in wereldomspannende logistieke ketens ligt de focus op de gebieden die ladingstromen in groeimarkten hebben van en naar Rotterdam.
• •
De belangrijkste argumenten voor de internationale ambitie zijn: het verder ontwikkelen van onze vaardigheden door het verwerven van marktkennis, het uitbreiden van ons netwerk en het versterken van ons imago als World Class Port; het versterken van de commerciële banden met huidige klanten en het creëren van de mogelijkheid nieuwe klanten te werven. Het selecteren van potentiële havendeelnemingen gebeurt gestructureerd. Hierbij schenken wij veel aandacht aan risico analyse, duurzaamheid en corporate governance. Daarnaast dienen initiatieven te passen in de randvoorwaarden van rendement en voldoende zeggenschap. Sinds 2010 omarmt Havenbedrijf Rotterdam de tien principes van de UN Global Compact over de thema’s mensenrechten, arbeidsomstandigheden, milieu en anticorruptie.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Over Havenbedrijf Rotterdam
34
Joint venture in Oman
Havenbedrijf Rotterdam heeft twee deelnemingen in het Sultanaat van Oman: Sohar Industrial Port Company (SIPC) en Sohar Industrial Development Company (SIDC). Deze joint ventures met Oman richten zich op het managen en ontwikkelen van het haven- en industriecomplex van Sohar. Inmiddels is circa 80% van het 2000 hectare omvattende havencomplex (SIPC) verhuurd. In 2010 investeerden wij € 6,3 miljoen eigen vermogen in de realisatie van een bulkterminal voor de Braziliaanse multinational Vale, een grote ijzerertsproducent. Totaal verwachten we $ 24,7 miljoen (= circa € 16,7 miljoen) te investeren. SIDC is voornemens in totaal $ 247 miljoen te investeren. Vale verwacht in Sohar minimaal 30 miljoen ton ijzererts en pellets per jaar over te slaan. De werkzaamheden aan de terminal verlopen voorspoedig. De oplevering wordt verwacht in het eerste kwartaal van 2011. Grenzend aan het bestaande havengebied ontwikkelt SIDC een nieuw gebied van 4.500 hectare, genaamd Free Zone Sohar. In 2010 startte deze entiteit met de voorbereidingen voor de eerste fase van 500 hectare. Met diverse bedrijven werden contracten voor de verhuur van in totaal 65 hectare getekend. De eerste terreinen worden naar verwachting in 2011 in gebruik genomen.
•
•
•
•
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Overige buitenlandse activiteiten Potentiële havendeelnemingen zijn er in de volgende landen: Brazilië: Joint-management in de haven van Suape. Wij tekenden een ‘Framework Heads of Agreement’ (HoA) met Suape in augustus 2010. In deze HoA geven beide partijen aan mogelijkheden te onderzoeken voor een joint-venture en nieuwe organisatie van de haven. Overige landen: In India, Maleisië, Zuid-Afrika, China en aan de Middellandse Zee onderzoeken wij samenwerking met lokale overheden en het bedrijfsleven.
Daarnaast voerden we de volgende buitenlandse consultancy opdrachten uit in 2010: Brazilië (Suape): We leverden een second opinion op het masterplan dat door Braziliaanse consultants werd gemaakt. Verder leverden wij een business plan voor de haven van Suape, als onderdeel van het bovengenoemde masterplan. Brazilië (nationaal): We leverden kennis en kunde en een second opinion aan de universiteit van Santa Catarina bij de uitvoering van een strategische studie naar alle 34 havens in het land.
Verslag van het Havenbedrijf > Over Havenbedrijf Rotterdam
35
Verslag van het Havenbedrijf 1 De haven van Rotterdam 2 Over Havenbedrijf Rotterdam 3 Havenmeester
Havenmeester
4 Klant 5 Gebied en ruimte 6 Verkeer en bereikbaarheid 7 Omgeving en duurzaamheid 8 Financiën 9 Vooruitzicht 2011
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Havenmeester
36
3.1 Havenmeester in het kort Voor de haven is het van belang om van alle kanten goed bereikbaar te zijn: zowel over zee, als via de binnenwateren, over de weg, per spoor en per pijpleiding. De Havenmeester van Rotterdam is verantwoordelijk voor een vlot, veilig, schoon en beveiligde afwikkeling van de scheepvaart. Hiervoor voert hij een groot aantal publiekrechtelijke taken uit. Deze bevoegdheden zijn door verschillende overheden, zoals het Rijk en de gemeenten Rotterdam, Schiedam en Vlaardingen aan de Havenmeester overgedragen. De Havenmeester handhaaft de nautische orde en wetgeving op het gebied van milieu, veiligheid en havenbeveiliging. Tevens zorgt de Havenmeester voor incidentbestrijding. Dit gebeurt o.a. met patrouillevaartuigen, het Havencoördinatiecentrum, de radarposten, bruggen en sluizen en het uitvoeren van diverse soorten inspecties op schepen en bij bedrijven.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Havenmeester
37
3.2 Vlotte scheepvaart a fwikkeling
Zeeschepen in Rotterdam in de afgelopen vijf jaar 40000
14.000 35000 12.000 30000 10.000 25000 8.000 20000 6.000 15000
Scheepsbezoeken Het aantal zeeschepen dat de Rotterdamse haven bezocht laat in 2010 een stijging zien van 3% ten opzichte van 2009. In totaal vondenOverige in 2010 34.404 scheepsbezoeken plaats. Dit aantal blijft licht achter op de verwachting van 35.400 Volcontainer scheepbezoeken. Wij zien echter grotere en vollere schepen. Dit verklaart het General cargo verschil tussen de grote procentuele toename in overslag en de matige toename Droge bulk in scheepsbezoeken.
00 2006 2006
2007 2007
2008 2008
2009 2009
2010 2010 Tankschepen
Droge bulk General cargo General cargo Tankschepen Volcontainer Volcontainer Overige Overig
Droge bulk
Turn Around Time en aantal scheepsbezoeken 9,5 (Zeevaart) 9,0 39.000
5:02 8,5
37.000
4:90 8,0
35.000
4:78 7,5
33.000
4:66 7,0
31.000
4:54 6,5
29.000
4:42 6,0
27.000 2006 25.000
2007
Norm Milieu 2006 2007 Norm Meldingen
2008 2008
2009
4:30 5,5 20104:18
2009 Milieu 2010
12000 10000 8000 6000
Tankschepen
4.000 10000 5000 2.000
14000
4000 2000
Turn Around Time
0
2006 voor2007 2008 2009 2010 de Rotterdamse Haven is de Turn Around Belangrijk de concurrentiepositie van Time Rotterdam (TAT Rotterdam). De TAT Rotterdam geeft een indicatie voor de gemiddelde vaartijd aan van een schip langer dan 150 meter vanaf zee tot aan de ligplaats en vice versa. In 2010 streefden we naar een gemiddelde tijd vanVolcontainer 4 uur en 27 minuten. Overige De gerealiseerde TAT kwam in 2010 uit op 4 uur en 37 minuten. Afgezet tegen Droge bulk de norm is de TAT 10 minuten te hoog, een afwijking van bijna 4%. De gestelde acceptabele bandbreedte is een afwijking van 5%. De TAT laat in 2010 een stijging zien van 3% ten opzichte van de gerealiseerde TAT van het afgelopen jaar (2009: 4:30). De oorzaak van de stijging ligt deels in het feit dat verhoudingsgewijs meer schepen naar de gebieden Stad en Botlek zijn gereisd. Deze reistijd is langer, waardoor de gemiddelde tijd van de TAT Rotterdam iets oploopt. Een andere 5,02 Turn Around Time Rotterdam oorzaak is de toename van grotere en vollere schepen, die gemiddeld een langere 4,90 reistijd 4,78 hebben. 4,66 4,54 4,42 4,30 4,18
2005
2006
2007
2008
2009
Meldingen Scheepsbezoeken
Turn Around Time Rotterdam in uren Norm Veiligheid Veiligheid
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Havenmeester
38
Vlotte administratieve afwikkeling Met de komst van de nieuwe ‘Havenbeheersverordening (HBV) Rotterdam 2010’ per 1 maart 2010 is de havenregelgeving vereenvoudigd en zijn de administratieve lasten voor de ondernemers verlaagd. Met de HBV ligt er nu ook één integraal document dat alle havenregelgeving van de gemeente Rotterdam omvat. In de Havenbeheersverordening is een groot aantal ontheffingen vervangen door meldingen. Meldingen kunnen we sneller afhandelen dan ontheffingen. Het vervangen van ontheffingen door meldingen heeft ook andere voordelen voor de klant. Zo kan de klant elektronisch de melding bij de Havenmeester indienen. En waar vroeger de ontheffing fysiek aan boord van een schip moest worden gebracht, wordt nu een e-mail aan de schipper verstuurd waarna de werkzaamheden kunnen aanvangen. Dit resulteert voor de klant in administratieve lastenverlichting én tijdswinst.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Havenmeester
39
General cargo Tankschepen Volcontainer
Volcontainer
Overig
Overige
Droge bulk
Droge bulk
39.000
5:02
37.000
4:90
35.000
4:78
33.000
4:66
31.000
4:54
29.000
4:42
27.000
4:30
25.000
4:18 2006
2007
2008
2009
2010
5,02
Turn Around Time Rotterdam
4,90 4,78 4,66 4,54 4,42 4,30 4,18
2005
2006
2007
2008
2009
Scheepsbezoeken Turn Around Time Rotterdam in uren
3.3 Nautisch veilig
Scheepsbewegingen en nautische ongevallen
90.000
230
86.000
200
82.000
170
78.000
140
74.000
110
70.000
Nautische ongevallen Voor onze klanten, rederijen en omgeving is een betrouwbare afwikkeling van de scheepvaart van groot belang. Nautische veiligheid speelt hierbij een cruciale rol. In 2010 is Rotterdam wederom een veilige haven gebleken. Wij baseren dit op het aantal nautische ongevallen afgezet tegen het aantal scheepsbewegingen (zie grafiek). Zo daalde het aantal nautische ongevallen naar 116. In vergelijking met 2009 (124) is dit een afname van 6%. De doelstelling voor 2010 was maximaal 120 nautische ongevallen.
80 2006
2007
2008
2009
2010
Scheepsbewegingen zeevaart Nautische ongevallen Norm nautische ongevallen
In totaal deden zich 58 nautische ongevallen voor op de doorgaande vaarweg en 58 in de havenbekkens. Deze ongevallen zijn op te splitsen in 49 aanvaringen met een object, 27 aanvaringen tussen vaartuigen en 40 nautische ongevallen in overige categorieën. Om de nautische veiligheid te verhogen, controleren we met thema-acties op het naleven van de vaarregels en het ligplaatsgebruik. Voorbeelden van thema’s zijn het uitluisteren van de marifoon, stabiliteit bij zand- en grind schepen, de party- en passagiersvaart, de loodsplichtvrijstelling, recreatievaart en snelle motorboten. De thema-acties blijken een effectieve manier om de regels gericht te handhaven.
Significante ongevallen Van de 116 aanvaringen vallen er helaas 15 in de categorie significant. Een nautisch ongeval is significant als één of meerdere van de volgende factoren aan de orde zijn: dodelijke of zwaargewonde slachtoffers, grote vaarweg-, scheeps-, lading- of milieuschade of een volledige stremming van één uur of meer. Van de 15 ongevallen vonden er twee plaats bij de Botlekbrug. Bij beide ongevallen raakte een auto te water. En in beide gevallen kwam een persoon om het leven. Daarnaast vond in Hoek van Holland bij zware storm een ongeval plaats met sleepboot Fairplay 22, waarbij twee doden waren te betreuren. Door verkeersregulering en inzet van patrouillevaartuigen zorgt de Havenmeester er bij incidenten voor dat het scheepvaartverkeer weinig hinder ondervindt.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Havenmeester
40
Port of Refuge (vluchthaven)
Rotterdam was in 2010 ook Port of Refuge. Op 12 oktober 2010 was er buiten het beheersgebied van de Havenmeester een aanvaring. Nabij Scheveningen liepen het containerschip Jork Ranger en de olietanker Mindoro grote schade op. Het containerschip kon zelfstandig haar weg vervolgen naar Rotterdam. De olietanker Mindoro was er slechter aan toe. Via het kustwachtcentrum kwam hulpverlening snel op gang. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft verzocht het schip in de haven van Rotterdam veilig te stellen. Door goede samenwerking tussen diverse partijen is dit succesvol verlopen.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Havenmeester
41
3.4 Transportveilig Gecoördineerd toezicht
40000 35000 30000 25000 20000 15000 10000 5000 0 2006
2007
2008
2009
2010 Tankschepen
Voor het behouden van het veiligheidsniveau is toezicht op de lading en lading handelingen nodig. De Havenmeester voert inspecties en controles uit en initieert corrigerende maatregelen. Het landelijke programma Vernieuwing Toezicht richt zich op samenwerking van toezichthouders. Dit zijn onder andere de Douane, Inspectie Verkeer en Waterstaat en Rijkswaterstaat. Binnen het domein zeehavens is de Havenmeester aangewezen om het toezicht van verschillende organisaties aan boord van zeeschepen in Rotterdam te coördineren. Tevens neemt de Havenmeester deel aan het gecoördineerde toezicht binnen Front Office Chemie Rijnmond. Binnen bovengenoemde trajecten werken we aan gezamenlijke planning, gegevensuitwisseling, gezamenlijke risico analyse en gezamenlijk risicogestuurden systeemtoezicht.
Safety and Environmental Index
Droge bulk General cargo Volcontainer Overige
Safety & Environmental Index (SEI) 9,5 9,0 8,5
Met de Safety and Environmental Index (SEI) meet de Havenmeester in welke mate aan boord van de (zee)scheepvaart regels op het gebied van veiligheid en milieu worden nageleefd. Basis hiervoor zijn de bevindingen tijdens inspecties aan boord en de systematische controle van naleving van wettelijke administratieve meldplichten door rederijen en agenturen. De index bestaat uit drie streefwaarden voor milieu, veiligheid en kwaliteit van meldingen. De gestelde streefwaarde in 2010 voor veiligheid (8,3) is met 8,5 gehaald. De index voor de kwaliteit van meldingen staat op 7,6 tegenover een streefwaarde van 7,5. De gerealiseerde index voor milieu is 8,8, de streefwaarde 8,3 (zie ook paragraaf 3.5 Schoon).
8,0 7,5 7,0 6,5
In totaal verrichtten we 12.426 inspecties: 6.098 milieucontroles en 6.328 veiligheidscontroles. Dit komt in grote lijnen overeen met de voorgenomen aantallen controles (11.750).
6,0 5,5 2006
2007
2008
2009
2010
Norm Milieu
Milieu
Norm Meldingen
Meldingen
Norm Veiligheid
Veiligheid
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Havenmeester
42
Ter informatie volgt hier een overzicht van het aantal gehouden controles in de afgelopen jaren: 2010
2009
2008
2007
2006
Veiligheidscontroles
6.328
5.956
6.399
6.066
4.466
Milieucontroles
6.098
5.385
5.552
5.737
6.235
12.426
11.341
11.951
11.803
10.701
TOTAAL
Monitoring Om gerichter te kunnen controleren vindt structurele monitoring plaats op het nalevinggedrag van schepen en bedrijven. Hiervoor stellen we met andere toezichthouders een gezamenlijke risicoanalyse op. In samenwerking met de Inspectie Verkeer en Waterstaat ontwikkelen we gezamenlijke doelstellingen. Daarnaast geven we inzicht in elkaars toezichtresultaten. De verschillende risicoanalyses leveren naast elkaar een (verenigd) risicoprofiel per object of groep op. Met deze aanpak beogen we goede prestaties te belonen met minder toezicht en slechte prestaties te belasten met extra inspecties. En we stimuleren met deze aanpak meer zelfsturend vermogen van bedrijven.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Havenmeester
43
3.5 Schoon (milieuveilig) Inleiding De Havenmeester houdt actief toezicht op het naleven van voorschriften en gedrag van de havengebruiker op het gebied van milieuwetgeving. De havens van Rotterdam en Amsterdam zijn in 2010 begonnen met het uitvoeren van inspecties van havenontvangstinstallaties (HOI). Dit zijn locaties in het havengebied waar schepen en rederijen hun afval kunnen brengen. De inspecties deden wij vooruit lopend op de wijziging van de Wet Voorkoming Verontreiniging door Schepen. De wetswijziging is in het najaar 2010 aangenomen door de Eerste kamer. Na deze wetswijziging bestaat de mogelijkheid om de inspecteurs van havenbedrijven aan te wijzen als toezichthouder op de Wet Voorkoming Verontreiniging door Schepen (WVVS).
Safety and Environmental Index De Safety and Environmental Index (SEI) geeft behalve informatie over het niveau van veiligheid ook een beeld van de naleving van milieuvoorschriften aan boord van schepen. Hierin is onderscheid tussen naleving binnen de haven en naleving op zeeschepen buiten de haven. De SEI voor het havenmilieu en het marine milieu is in 2010 uitgekomen op 8,8, dit is hoger dan de norm van 8,3. Daarnaast beoordeelden we 1.884 aanvragen en meldingen van risicoverhogende activiteiten zoals reparaties en alternatieve losmethoden.
Scheepsafvalstoffenbesluit Mede door de ontwikkeling en implementatie van het Scheepsafvalstoffenbesluit (SAV) is de Havenmeester actief ter voorkoming van vervuiling door scheepsafval in de binnenvaart. Het landelijke Meld- en Informatiepunt is belegd bij de Centrale Meldkamer Havenmeester (CMH). Hier komen alle vragen en meldingen met betrekking tot het Scheepsafvalstoffenbesluit binnen. Zo nodig spelen we deze door aan andere overheidsdiensten. Het blijkt dat voor zowel de branche als de relevante overheidsdiensten het centrale Meld- en Informatiepunt een toegevoegde waarde heeft in de handhaving van het Scheepsafvalstoffenbesluit. Na de pilot periode spraken we met Rijkswaterstaat af het Meld- en Informatiepunt in 2011 te continueren.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Havenmeester
44
Bunkeren en morsingen Bij het bunkeren van olie, het overslaan van vloeistoffen of door andere oorzaken kunnen olie en/of chemicaliën in het water terechtkomen. Bij een dergelijk incident zorgt de Havenmeester voor het indammen van de morsing, met als doel het risico op gevolgschade te minimaliseren. Direct daarna worden zowel het vervuilde water als de vervuilde schepen of overige objecten gereinigd. In 2010 was sprake van 240 geregistreerde morsingen, waar bij 53 morsingen is overgegaan tot een daadwerkelijke ruiming. Wij beschouwen het opruimen van morsingsincidenten van groot belang voor een vlotte, veilige en schone haven. Ter voorkoming van vertraging van de TurnAround-Time (TAT) door een vervuild schip (of vervuild object) en vervuiling van het water en de waterbodem is 7 x 24 uur beschikbaarheid van een ruimingsorganisatie noodzakelijk. In 2010 belegden we de afhandeling van morsingsincidenten bij een marktpartij met gekwalificeerd personeel en materieel.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Havenmeester
45
3.6 Beveiligd De Havenbeveiligingswet is van toepassing op voor terrorisme risicovolle objecten in het havengebied. Dit kunnen zowel havenfaciliteiten zijn als niet-havenfaciliteiten. In de rol van Port Security Officer ziet de Havenmeester toe op de naleving van deze wet. Mede met als doel te voldoen aan de Europese wetgeving geeft de Port Security Officer goedkeuring aan het beveiligingsplan van havenfaciliteiten en risicovolle objecten. Ook organiseert hij het toezicht en treedt zonodig hand havend op. Om te kunnen voldoen aan de internationale veiligheidstandaard staken we in 2010 veel energie in het hercertificeren van de ISPS-plichtige bedrijven met een aflopende certificering. In totaal gaven we 97 certificaten af, waarvan het grootste deel vanwege aflopende certificeringen. De Havenmeester inspecteert periodiek ISPS-plichtige bedrijven op implementatie van hun beveiligingsplan. Het beveiligingsniveau is volgens onze normen voldoende als de gemiddelde beoordeling een 7,1 scoort op een schaal van 1 tot 10. Daar waar de beveiliging in het verleden als onvoldoende werd beoordeeld, inspecteerden we frequenter. De bedrijven scoorden in 2010 gemiddeld een 7,0.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Havenmeester
46
Verslag van het Havenbedrijf 1 De haven van Rotterdam 2 Over Havenbedrijf Rotterdam 3 Havenmeester
Klant
4 Klant 5 Gebied en ruimte 6 Verkeer en bereikbaarheid 7 Omgeving en duurzaamheid 8 Financiën 9 Vooruitzicht 2011
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Klant
47
4.1 Klant in het kort Onze ambitie is om onze positie als marktleider in Europa te behouden en marktaandeel te winnen in de groeiconcepten Energy Port, Fuel Hub en Container Port. Om dat te kunnen bereiken investeren wij samen met onze klanten in deze groeiconcepten. Onze investeringen voorzien in terreinuitgifte aan bedrijven en in vastgoed of infrastructuur, zoals kades en steigers. Onze klanten investeren op hun beurt in bedrijfsspecifieke middelen zoals kranen en opslagtanks. Om te kunnen blijven investeren is een consistente en gezonde omzetontwikkeling noodzakelijk. Voor een gezonde omzetontwikkeling is een divers en kwalitatief hoogwaardig klantportfolio belangrijk. Beperkte investeringsruimte bij klanten of faillissementen van klanten kunnen immers een bedreiging vormen voor onze groeiambities. Wij werken aan de kwaliteit van onze klantportfolio door het verdiepen van klantrelaties en door het aantrekken van nieuwe klanten, gericht op bepaalde segmenten. En wij hanteren een actief commercieel beleid waarbij we nieuwe klanten aantrekken én met de klanten meedenken over de wijze waarop wij hun het beste kunnen ondersteunen.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Klant
48
4.2 Onze relatie met de klant Inleiding Wij hebben twee categorieën contractuele klanten: vestigingsklanten en overslagklanten. Vestigingsklanten zijn bijvoorbeeld raffinaderijen, chemiebedrijven en terminals voor over- en opslag. Overslagklanten zijn rederijen en grote bedrijven die het transport van lading controleren. Met verladers en expediteurs (de zogenaamde “klant achter de klant”) hebben wij geen formele contractuele relatie. Toch vinden wij het belangrijk ook een goede en hechte relatie met hen te onderhouden. Dit omdat zij grote invloed hebben op de goederenstromen. Verladers en expediteurs vormen daarom een derde categorie: de niet-contractuele klanten. In 2010 versterkten wij de contacten met de belangrijkste vestigings- en overslagklanten. Een belangrijk element hierbij is het ‘executive account programma’. Leden van de Algemene Directie brengen regelmatig een bezoek aan bedrijven binnen en buiten de haven. Zij spreken over de strategische ontwikkelingen van de haven en de belangen van deze bedrijven bij deze ontwikkelingen.
Klanttevredenheid Voor een goede relatie is het ook van belang om de mening van klanten te kennen over de dienstverlening van Havenbedrijf Rotterdam. Begin 2010 voerden wij een klanttevredenheidsonderzoek uit. De score voor algemene tevredenheid bedroeg 7,2, dezelfde score als in 2007. De norm voor 2009 was een score van 7,4. De norm is dus helaas niet gehaald. Toch geven de klanten ook aan dat de kwaliteit van onze dienstverlening is verbeterd. Met name op het gebied van communicatie en samenwerking zijn wij op de goede weg. Wij hebben de resultaten van het onderzoek geëvalueerd en de punten van kritiek met de betreffende bedrijven besproken. Verbeterpotentieel ligt vooral op de onderdelen bereikbaarheid, ‘value for money’ en klachtafhandeling. Ons doel is een score van 7,4 te halen bij het volgende onderzoek in 2012.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Klant
49
Prijsbeleid Wij stellen de tarieven jaarlijks vast in overleg met betrokken marktpartijen, deels vertegenwoordigd door Deltalinqs. Eind 2009 stelden wij het prijsbeleid voor havengelden vast voor 2010. We hebben hiermee een bijdrage kunnen leveren aan het beperken van de impact van de crisis voor onze klanten. Bij de vaststelling van de havengeldtarieven voor 2010 zijn wij met de marktpartijen een éénmalige crisiskorting van 7% overeengekomen. Omdat de gevolgen van de crisis in sommige sectoren van de markt nog steeds voelbaar zijn, besloten wij bij de vaststelling van het prijsbeleid voor 2011 tot een herstelkorting van 3% op zeehavengeld-tarieven voor alle goederensoorten. Ook besloten wij tot een korting in 2011 van 3% op de binnenhavengelden. Dit met als doel het voor- en natransport van goederen per binnenvaart te stimuleren.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Klant
50
60 50 40 30 20 10 0 2006
2007
2008
2009
2010
Nat massagoed Droog massagoed Containers Breakbulk
40 35 30 25 20
4.3 Onze marktpositie 15 10 5 0
2006
2007
2008
2009
2010
Het herstel van de wereldhandel dat in de tweede helft van 2009 inzette heeft zich boven verwachting sterk voortgezet in de eerste helft van 2010. Daarna is de groei gestabiliseerd. Over het hele jaar is de groei uitgekomen op 15% (bron: CPB). De overslag van de meeste havens in de Hamburg – Le Havre range toont een vergelijkbare herstelcurve over 2010. Rotterdam profiteerde in het bijzonder van een toename in handelsvolume van minerale olieproducten in 2010. Dit is te danken aan prijsontwikkelingen van deze goederen. Ook hebben we de versterking in 2009 van onze positie in de containermarkt in 2010 kunnen vasthouden.
Duinkerken
Rotterdam Antwerpen
Zeebrugge
Hamburg
Wilhelmshaven
Amsterdam
Zeeland_Seaports
Le Havre
Gent
Marktontwikkelingen
Bremerhaven
Verloop overslag Rotterdam (Brutogewicht x 1.000 metrische tonnen)
Goederenoverslag Rotterdam* (Brutogewicht x 1.000 metrische tonnen)
Droog massagoed 120
Nat massagoed
100
Totaal massagoed
2010
2009
Verschil in%
2008
84.590
66.628
27,0
94.935
209.358
198.090
5,7
194.003
293.948
264.718
11,0
288.938 106.999
80 60
Containers
112.293
100.280
12,0
40
Breakbulk
23.686
21.959
7,9
25.199
20
Totaal stukgoed
135.979
122.239
11,2
132.198
TOTAAL GOEDERENOVERSLAG
429.927
386.957
11,1
421.136
0 Q1
Q2
Q3
2008
Q4
Q1
Q2
Q3
2009
Q4
Q1
Q2
Q3
2010
Q4
* Genoemde overslagcijfers zijn inclusief de overslag op terminals aan de noordzijde van de rivier (Hoek van Holland, Schiedam, Vlaardingen). Deze overslag Ruwe aardolie 23,3% betreft voor 2010 circa 3,1% van het totale overslag Minerale olieproducten, overig volume van de aan-massagoed en afvoer. Het bijbehorende en nat 25,4% zeehavengeld komt nietmassagoed aan het Havenbedrijf Droog 19,7% Rotterdam toe en wordt derhalve niet in de26,1% financiële Containers
Rotterdam is met vijf olieraffinaderijen en veertig chemiebedrijven een groot petrochemisch cluster in Europa. Sinds de crisis van 2008/2009 stagneerden de raffinage- en chemiemarkten in Europa en ontstond overcapaciteit. In de raffinagemarkt verstevigde Rotterdam zijn marktleiderspositie, doordat twee raffinaderijen in concurrerende havens (Duinkerken en Wilhelmshaven) in 2010 hun deuren sloten. De raffinaderijen in Rotterdam versterken hun concurrentie positie verder met gerichte investeringen.
verslaglegging meegenomen. Breakbulk 5,5%
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Klant
51
Droog massagoed Containers Breakbulk
Verloop marktaandeel Rotterdam in de Hamburg - Le Havre range (gebaseerd op totale overslag in tonnen) in % 40 35 30 25 20
De staalmarkt in Europa toonde een goed herstel. De meeste hoogovens in het Duitse Ruhrgebied draaien weer op maximale productiecapaciteit. De erts en een groot gedeelte van de benodigde kolen voor deze hoogovens wordt via Rotterdam aangevoerd. De overslag van ijzererts en hoogovenkolen is daarom bijna weer op het normale niveau. De overslag van kolen voor energiecentrales bleef daarentegen achter. De reden hiervoor is de lage gasprijs in 2010. De gasgestookte centrales draaiden daarom op een hoger productieniveau dan de kolengestookte centrales. De overslag van staalproducten zoals platen en rollen trok in 2010 sterk aan. Dit hangt samen met veranderingen in wereldwijde aanvoer ketens van staalproducten.
15 10 5 0 2006
2007
2008
2009
2010 Duinkerken
Rotterdam Antwerpen
Zeebrugge
Hamburg
Wilhelmshaven
Amsterdam
Zeeland_Seaports
Le Havre
Gent
Marktaandeel Ons marktaandeel voor alle goederenstromen is gestegen van 36,4% in 2009 naar 37,8% in 2010. Hiermee hebben we het doel voor 2010, 36,3%, ruim gehaald. Bij onze marketinginspanningen focussen wij op drie groeiconcepten die in 2009 zijn gedefinieerd. De concepten vormen een belangrijk onderdeel van onze commerciële strategie voor de komende vijf jaar. De drie groeiconcepten zijn: ‘Rotterdam Energy Port’, ‘Rotterdam Fuel Hub’ en ‘Rotterdam Container Port’. Naast deze drie groeiconcepten definieerden wij een aantal andere marketing concepten voor kansrijke groei concepten: ‘Rotterdam Petrochemical Cluster’, ‘Rotterdam Steel Port’, ‘Rotterdam Cool Port’, ‘Rotterdam RoRo Port’ en ‘Rotterdam Service Port’. Hier volgt een toelichting op de drie groeiconcepten ‘Energy Port’, ‘Container Port’ en ‘Fuel Hub’.
Bremerhaven
Marktaandeel Rotterdam in de Hamburg – Le Havre range
Q1
Q2
Q3
2008
2006
Q4
2007
Q1
120 (per hoofdsegment) in100 % 60 80 50 60 40 40 30 20 20 0 10 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 2009 2010 0
2008
2009
2010
Nat massagoed Droog massagoed Containers Ruwe aardolie 23,3% Minerale olieproducten, overig Breakbulk massagoed en nat 25,4% Droog massagoed 19,7% Containers 26,1% Breakbulk 5,5% 40 35 30 25 20 15 10 5
Energy Port Goederensoorten
Het groeiconcept Energy Port richt zich op marktleiderschap in ‘gas & power’, de productie van duurzame energie en de overslag van de hiervoor relevante goederensoorten. Deze goederensoorten zijn vooral energiekolen, LNG (in vloeibare vorm per schip aangevoerd aardgas) en biomassa. Ook de uitbreiding van wind energieproductie en de ontwikkeling van ‘Carbon Capture and Storage’ (CCS) behoren tot dit groeiconcept. Fossiele versus nieuwe energie Rotterdam Energy Port is van grote economische en maatschappelijke betekenis voor de ongestoorde en betrouwbare voorziening van schone en betaalbare energie voor de haven, de regio, Nederland en Noordwest-Europa. Een groeiende Rotterdam Energy Port betekent een toename van de CO2-uitstoot door fossiele bronnen (kolen, gas, olie). Havenbedrijf Rotterdam is zich zeer bewust van dit dilemma. Enerzijds groeit Rotterdam Energy Port om aan de alsmaar groeiende energievraag bij bedrijven en huishoudens te voldoen; anderzijds leidt deze groei tot extra CO2uitstoot en dus klimaatbedreiging. Daarom voldoen de nieuwe kolencentrales aan de laatste stand der techniek, zijn ze gecommitteerd aan het CO2-capture ready principe, is er ruimte voor CO2-afvang gereserveerd en werken we aan een infrastructuur voor CCS. Daarnaast richten wij ons ook op nieuwe CO2-armere energiestromen en -producten zoals LNG en biomassa. Deze nieuwe stromen zijn niet alleen schoner, maar borgen ook de voorzieningszekerheid van energie voor de toekomst. Onze ambitie is Rotterdam het meest energie-efficiënte energie- en industriecluster ter wereld te maken en tot CO2-hub van Noordwest-Europa te ontwikkelen.
0 2006
2007
Rotterdam
2008
2009
2010 Duinkerken
Antwerpen
Zeebrugge
Hamburg
Wilhelmshaven
Amsterdam
Zeeland_Seaports
Gent Le Havre Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010 Bremerhaven
Verslag van het Havenbedrijf > Klant
52
Carbon Capture and Storage (CCS) We hebben vanaf het begin de bouw van nieuwe kolen/biomassacentrales op de Maasvlakte van E.ON en Electrabel GDF SUEZ gekoppeld aan de ontwikkeling van een infrastructuur voor voor CO2-afvang en opslag (CCS). Zij gaan samen een CCS-demonstratieproject realiseren. Hiervoor hebben zij in 2010 de joint venture ROAD CCS opgericht. Deels met subsidie van de Europese Unie en het Rijk gaat ROAD tussen 2015 en 2020 minimaal 4.000 kTon CO2 afvangen en opslaan in een gasveld op zee. Verder zijn partijen in de markt om een CO2-shipping terminal te realiseren, zodat het koolzuur vloeibaar gemaakt per schip naar lege reservoirs op zee getransporteerd zou kunnen worden. Havenbedrijf Rotterdam doet hiervoor een locatiestudie, waarbij we kijken naar veiligheid en synergie. Daarnaast neemt Havenbedrijf Rotterdam het initiatief tot aanleg van een “open access” pijpleiding in de haven waarmee producenten hun CO2 naar een shipping terminal of offshore pijpleiding kunnen transporteren. Liquefied Natural Gas (LNG)
Door de crisis nam de vraag naar aardgas wereldwijd af. Tegelijkertijd steeg het aanbod door nieuwe aardgasproductie in de Verenigde Staten en door toegenomen LNG-export uit het Midden-Oosten. De aardgasprijs daalde door deze marktomstandigheden sterk. Diverse LNG-terminalprojecten in de HamburgLe Havre range zijn uitgesteld of afgeblazen, waaronder LionGas in Rotterdam. De LNG-terminal van Gate wordt binnenkort wel operationeel. Het Deense Dong Energy is de eerste afnemer van Gate die LNG bij aanbieders contracteerde. De restwarmte van de centrale van E.ON zal door Gate worden gebruikt om het koude LNG te regassificeren. Hiervoor is in 2010 een restwarmteleiding onder de Yangtzehaven geboord. Gasunie werkte in 2010 aan haar Gasrotonde Rijnmond project voor gastransport vanuit Gate naar het achterland. De nieuwe centrale van EnecoGen en de nieuwe waterstoffabrieken van Air Liquide en Air Products, zullen hier in 2011 op worden aangesloten. Verder werd in 2010 de gasgestookte Maasstroom Power Plant van InterGen operationeel.
Fuel Hub De overslag van minerale olieproducten is al een aantal jaren een grote stijger in de Rotterdamse haven. Het gaat met name om brandstoffen zoals stookolie, diesel, kerosine en benzine. Al langere tijd groeit het wereldwijde transport van olieproducten door verschillen tussen vraag en aanbod in de relevante regio’s. Toename van de lading omvang bij nagenoeg alle ‘natte bulk’ stromen zorgt voor grotere overslagvolumes per schip en zwaardere eisen voor nautische infrastructuur in havens. In 2010 werkten diverse tankopslagbedrijven aan uitbreiding: Europoort Tank Terminal (Vitol), Argos Oil (Pernis), Botlek Tank Terminal (HES/Noble Groep), Service Terminal Rotterdam (STR). In 2010 startten we een marktconsultatie om inzicht te krijgen in de commerciële mogelijkheden voor een nieuwe Tankterminal Europoort-West op de Kop van de Beer. We voerden gesprekken met bedrijven in Rusland, China, India, de VS en uiteraard Nederland en België. Op basis van de marktconsultatie en het aanbestedingsproces zullen we in 2011 een selectie maken. Naast minerale olieproducten zijn ook biobrandstoffen grote stijgers. Het gaat hier om bio-ethanol voor bijmenging in benzine, en biodiesel. Deze groei werd gedreven door de bijmengingsverplichting van 4% die de Europese Unie voor 2010 had gesteld.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Klant
53
Container Port De containermarkt toonde een uitzonderlijk snel herstel. In de eerste helft van 2010 zijn de meeste schepen die in 2009 ten tijde van de crisis tijdelijk waren opgelegd weer in de vaart gebracht. Daarnaast kwamen ongeveer 340 nieuwbouwschepen in de vaart, waarvan ongeveer 10% met een capaciteit van 10.000 TEU en meer (bron: Drewry Container market 2010/11 – Annual Review and Forecast). De meeste van deze zogenaamde Ultra Large Container Vessels (ULCV’s) worden ingezet op de Azië – Europa trade, gezien de grote volumes die op deze route worden vervoerd, vooral vanuit China. Rotterdam is bij uitstek een geschikte haven voor deze grote schepen om binnen te lopen. In 2010 mochten wij dan ook al 172 keer een ULCV verwelkomen in onze haven. De marktontwikkeling in het containervervoer op de langere termijn lijft positief. De bouw van de nieuwe containerterminals op Maasvlakte 2 (Rotterdam World Gateway en APMT) gaat dan ook onverkort verder. Wij houden daarbij de groeisnelheid van zowel de vraag als het aanbod van containeroverslagcapaciteit in de Rotterdamse haven nauw lettend in het oog. Wij zien een toenemende mate van containerisatie in het vervoer van gekoelde producten zoals fruit, vis en vlees. Bij de ontwikkeling van de havens in het Waal/ Eemhavengebied werken wij aan een verdere integratie van overslag van dergelijke producten die in containers en als stukgoed worden aan- en afgevoerd. Wij noemen dit groeiconcept: “Cool Port”.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Klant
54
4.4 Port Marketing Wij werken voortdurend aan het onderhouden en uitbreiden van onze contacten met alle geledingen in de acht marktsegmenten (drie groeiconcepten en vijf backbone en niche concepten) die voor de Rotterdamse haven relevant zijn. Wij doen dit door middel van een port marketing strategie die is gericht op een aantal marketing concepten. De marktsegmenten vormen een belangrijk onderdeel van onze commerciële strategie voor de komende vijf jaar. Naast de focus op de groei-, backbone en niche concepten besteden wij ook aandacht aan de marketing van de totale haven (port branding). Voor de marketing en het accountmanagement van de haven gebruiken wij diverse kanalen. Via onze Business Managers onderhouden wij het dagelijkse contact met de klanten. Daarnaast vervullen onze regionale vertegenwoordigers in de belangrijkste overzeese gebieden (Japan, China, Brazilië, Rusland, USA, Oostenrijk) een cruciale rol in het onderhouden van contacten met marktpartijen die daar zijn gevestigd. Een ander belangrijk kanaal is het Rotterdam Port Promotion Council (RPPC). De RPPC fungeert als PR- en marketingbureau voor het havenbedrijfsleven in Rotterdam en omstreken. De RPPC organiseerde dit jaar weer diverse beurzen en maakte promotiereizen naar landen binnen en buiten Europa.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Klant
55
Verslag van het Havenbedrijf 1 De haven van Rotterdam 2 Over Havenbedrijf Rotterdam 3 Havenmeester 4 Klant 5 Gebied en ruimte 6 Verkeer en bereikbaarheid 7 Omgeving en duurzaamheid
Gebied en ruimte
8 Financiën 9 Vooruitzicht 2011
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Gebied en ruimte
56
5.1 Gebied en ruimte in het kort Ruimte voor groei is belangrijk voor de ontwikkeling van de haven. Daarom investeren wij in extra ruimte met de aanleg van Maasvlakte 2. Maar ook investeren wij in de ontwikkeling van kavels en objecten om het bestaande Rotterdamse havengebied beter te benutten. Wij werken aan een zo efficiënt mogelijk ingericht havengebied met adequate openbare infrastructuur. Daarnaast kijken wij actief naar mogelijkheden die zich voordoen buiten het Rotterdamse havengebied. Ons totale investeringsvolume in 2010 bedroeg € 445 miljoen. De realisatie van nieuwe terreinen en intensivering van bestaande terreinen betreft langlopende trajecten en vergt gedegen voorbereiding. Elke vertraging of afstel van investeringen of toekomstige uitgiften in het havengebied kunnen de (ruimte voor) groei beperken. Om dit te voorkomen en om bestaand gebied beter te benutten, voeren we op een gestructureerde manier een dialoog met relevante betrokkenen. Deze aanpak wordt verder toegelicht in paragraaf 7.4 Dialoog. Verder opereert Havenbedrijf Rotterdam aan de hand van ‘best practices’ in risico- en projectbeheersing en is de projectorganisatie Maasvlakte 2 geaccrediteerd voor het werken volgens de projectmanagementmethode Prince2.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Gebied en ruimte
57
5.2 Maasvlakte 2 Inleiding Direct ten westen van het huidige havengebied creëren we in de Noordzee een nieuwe Europese toplocatie voor havenactiviteiten en industrie: Maasvlakte 2 wordt 2.000 hectare groot, waarvan netto 1.000 hectare bedrijfsterrein. Hiermee zal het totale havengebied circa 20% groter worden. De aanleg van Maasvlakte 2 vindt globaal in twee fasen plaats. De eerste fase (2008-2015) richt zich op het opspuiten van het eerste deel van het zandlichaam (700 hectare), de aanleg van de buitencontour, het op diepte brengen van de noodzakelijke havenbassins en de aanleg van ontsluitende openbare infrastructuur. De tweede fase (2015-2030) betreft het bouwrijp maken van het resterende zandlichaam (300 hectare), het op diepte brengen van de overige havenbassins en het afronden van de ontbrekende infrastructuur. De tweede fase start zodra er voldoende klantvraag is. De economische ontwikkelingen in de wereld hebben ook hun impact op Maasvlakte 2. Maar uit de update van de business case van het project hebben Directie en Raad van Commissarissen eind 2010 de besluitvorming uit 2006 over het aanleggen van Maasvlakte 2 positief herbevestigd.
Voortgang van de aanleg
• •
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Realisatie van het project vindt voor het overgrote deel plaats vanuit het contract ‘Zeewering en eerste haventerreinen’ met bouwconsortium PUMA. Dit contract heeft een waarde van bijna € 1,1 miljard en is de grootste opdracht die Havenbedrijf Rotterdam ooit aan een aannemer heeft gegund. In september 2008 startte de uitvoeringsfase. In 2009 stond het project nog vooral in het teken van het aanbrengen van zand. In 2010 is dit volop doorgegaan. Daarnaast is in 2010 gestart met de kadebouw en de bouw van de zeewering. Ook zijn projecten met als doel Maasvlakte 2 bereikbaar te maken vanaf de huidige Maasvlakte in voorbereiding of in uitvoering gekomen. De uitvoering van Maasvlakte 2 verloopt conform planning. Alle geplande mijlpalen voor 2010 zijn gerealiseerd: Eind 2010 is in totaal 2/3 van de beoogde zandhoeveelheid (240 miljoen m3) aangebracht. De kadebouw voor de eerste klant (Rotterdam World Gateway, RWG) ging van start. De diepwand is volledig gestort, de betonbouw vordert voorspoedig.
Verslag van het Havenbedrijf > Gebied en ruimte
58
•
•
•
De aanleg van de harde zeewering aan de noordzijde van Maasvlakte 2 startte eveneens. Hiervoor zijn al ruim één miljoen ton stenen aangevoerd vanuit Noorwegen en is de oude blokkendam gedeeltelijk ontmanteld. De leidingpassage Yangtzehaven namen we in gebruik. Met dit buizentracé voor nutsleidingen realiseerden we een kritieke mijlpaal voor de verdere voortgang van Maasvlakte 2. De verbreding van de Yangtzehaven aan de zuidzijde is gereed. Hiermee is de Yangtzehaven op breedte om als zeevaarttoegang van Maasvlakte 2 te dienen, behoudens de doorsteek waarvan de oplevering in het eerste kwartaal van 2013 is gepland. De voorbereidingen voor de projecten in het bestaand Rotterdams gebied die noodzakelijk zijn voor de bereikbaarheid van Maasvlakte 2, (zogenaamde interfaceprojecten) startten ook in 2010. In maart gunden we de realisatie van een nieuwe ongelijkvloerse kruising nabij het Distripark Maasvlakte 1. De uitvoering van dit project vordert voorspoedig. In 2010 besteedden we nog enkele andere projecten aan om zowel wegen als spoor aan te passen, uit te breiden en aan te laten sluiten op het bestaande gebied. In 2011 kunnen deze projecten daadwerkelijk starten. Alles is erop gericht om Maasvlakte 2 in 2013 bereikbaar te hebben.
Duurzame uitvoering en ontwikkeling Duurzaamheid is en blijft een belangrijk speerpunt voor Maasvlakte 2. Hiervoor richten wij ons in het bijzonder op de inrichting van de openbare ruimte. Wij onderzoeken mogelijkheden om het openbare gebied duurzaam in te richten en te beheren. Zo zijn onder andere het multifunctioneel gebruik van de zeewering en het toepassen van duurzame verlichting onderwerpen van studie. Voor de nieuwe containerterminals maakten we afspraken met klanten over duurzame inrichting en exploitatie van deze terminals. Met de exploitanten van deze terminals vindt overleg plaats over de implementatie van deze afspraken. Deze gaan o.a. over de selectie van het terminal concept, uitvoering geven aan de modal split en het in te zetten materieel. De ervaringen zullen worden gebruikt bij de verdere terreinuitgiftes op Maasvlakte 2. Bij de uitgifte van terreinen streven we naar clustering: de bundeling van bestaande en nieuwe energie- en chemiebedrijven, maar ook van distributiegebieden. Dit is erop gericht het onderlinge gebruik van energie- en reststromen en de ontwikkeling en het gebruik van gemeenschappelijke voorzieningen te stimuleren. Duurzaamheid betekent wat ons betreft ook het delen en doorgeven van kennis. Wij hebben een uitgebreid jongerenprogramma, waarin onder meer een lespakket is opgenomen. Het bereik van dit jongerenprogramma is groot. In 2010 is het lespakket veelvuldig door scholen ingezet en werd FutureLand, het informatie centrum over Maasvlakte 2, gemiddeld genomen circa twee keer per week bezocht door scholen; van basisschool tot VMBO en Universiteit. Bij het verder vormgeven van duurzaamheid is de opgebouwde band met klanten, omgeving en andere stakeholders een cruciale succesfactor.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Gebied en ruimte
59
Afspraken met stakeholders In de aanloop naar de aanleg van Maasvlakte 2 zijn afspraken gemaakt met stake holders in diverse overeenkomsten over duurzame uitvoering en ontwikkeling. Het jaar 2010 stond in het teken van het nakomen van deze afspraken. Zo leverden we het eerste MEP+ (Monitoring en Evaluatie Programma) en integrale rapportage op voor bespreking aan de Tafel van Borging, het overlegorgaan uit de afspraak ‘Visie en vertrouwen’. Verder werken we vanuit diverse overeenkomsten en convenanten aan duurzame maatregelen en oplossingen. Deze maatregelen variëren van het verschonen van de eigen vloot tot het invoeren van de Environmental Ship Index, zie ook paragraaf 7.2 Duurzaamheid. We gaan deze maatregelen de komende periode beoordelen op haalbaarheid en verder implementeren.
Monitoring Voor de Milieu Effecten Rapportages (MER’s) is door het bevoegd gezag een omvangrijk monitoringsprogramma vastgesteld. In 2010 gingen deze op alle fronten van start. De Monitoring en Evaluatie Programma’s (MEP’s) hebben als doel om de daadwerkelijke optredende effecten van de aanleg, aanwezigheid en het gebruik van Maasvlakte 2 inzichtelijk te maken. Vervolgens beoordelen we deze in het licht van de voorspelde effecten. Het gaat om inschattingen van effecten op stromingen, slibgehalte, bodemleven, algen als voedselvoorziening voor schelpdieren en onderwatergeluid van baggerschepen. De resultaten vormen input voor de evaluatie van de planologische kernbeslissing Project Mainport Rotterdam (PKB PMR) en daarmee voor het bevoegd gezag de basis om, indien daartoe aanleiding bestaat, de uitvoeringsbesluiten aan te passen. Op deze manier toetsen we niet alleen, maar leren we ook.
Communicatie Draagvlak voor Maasvlakte 2 vinden wij belangrijk. Naast het nakomen van afspraken met stakeholders communiceren we vanaf de start met de omgeving, het brede publiek en specifieke doelgroepen. In de eerste plaats houden we stake holders op de hoogte via FutureLand, het informatiecentrum over Maasvlakte 2. Sinds de opening in mei 2009 bezochten al circa 170.000 mensen dit centrum, waarvan meer dan 100.000 in 2010. Vanaf juni 2010 rijdt ook de FutureLand Express, waarmee bezoekers een rondrit over het nieuwe land kunnen maken. Ongeveer 10.000 passagiers stapten al in. Veel communiceerden we via media, maar ook door de verspreiding van MAASVLAKTE 2 Magazine nr. 2 en bijvoorbeeld een kunstexpositie van Maasvlakte 2 werken (Portscapes) in Museum Boijmans Van Beuningen. Verder maakten we in 2010 een publieksvriendelijke rapportage van de MEP’s. Tijdens de conferentie ‘Maasvlakte 2 de feiten’ in maart 2010 deelden we de belangrijkste leerervaringen uit de voorbereidingsfase van het project met circa 300 geïnteresseerden uit tal van publieke en private organisaties.
Archeologische vondsten Bouwen aan de toekomst betekent ook zuinig zijn op de oudheid. Bij de aanleg van Maasvlakte 2 moeten belangrijke archeologische waarden worden beschermd. Hiervoor zijn wettelijke regels maar wij zien dit ook als onze maatschappelijke verantwoordelijkheid. Tot nu toe deden we geen bijzondere archeologische vondsten. Wel waren in het zandwingebied veel paleontologische vondsten zoals botten van mammoets en andere fossielen. In 2010 tekenden we samen met het Natuurhistorisch Museum Rotterdam een overeenkomst waarin we afspraken dat al deze vondsten aan het museum ter beschikking worden gesteld. Daarnaast richtten we in FutureLand een kleine tentoonstelling in.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Gebied en ruimte
60
5.3 Bestaand havengebied Inleiding Havenbedrijf Rotterdam investeert samen met het bedrijfsleven in het havengebied. Onze investeringen voorzien in terreinuitgifte aan bedrijven. Daarnaast voorzien onze investeringen in vastgoed of infrastructuur zoals kades en steigers. Bedrijven investeren op hun beurt in bedrijfsspecifieke middelen zoals kranen en opslagtanks.
Intensivering van ruimte Ruimte is schaars in het Rotterdamse havengebied. Daarom beogen wij met onze investeringen intensief ruimtegebruik en herontwikkeling van bestaand havengebied. Ook met ons prijsbeleid sturen wij op bewust ruimtegebruik. En er vindt overleg plaats met partijen in de haven over het terugnemen van terreindelen die niet optimaal worden benut. Op deze wijze is in 2010 ruim 20 hectare terug genomen en herbestemd. Verder bouwen wij de duur van ruimtereserveringen en terreinopties af. Het vraagt investeringen om intensief ruimtegebruik mogelijk te maken. Maar uiteindelijk resulteert intensief ruimtegebruik in toename van uitgegeven hectares, toename van overslag en toename van onze opbrengsten per vierkante meter. Van het totale areaal aan terreinen van 5.252 hectare in het bestaande havengebied is 4.781 hectare terrein uitgegeven aan klanten, is 97 hectare in optie aan onze klanten uitgegeven en is 180 hectare gereserveerd voor potentiële uitgiftes. Circa 200 hectare terrein is nog vrij beschikbaar. Deze vrije terreinen zijn over het algemeen klein en niet aan water gelegen.
Intensivering met het havenbedrijfsleven Europoort Tank Terminal In 2010 besloot Havenbedrijf Rotterdam de uitbreiding van de Europoort Tank Terminals (ETT) te faciliteren. ETT zal naar verwachting 383.000 m3 additionele opslagcapaciteit realiseren. Havenbedrijf Rotterdam heeft gepland te investeren in een steiger voor additionele overslagcapaciteit. Onze investeringen zijn noodzakelijk om opslag- en overslagcapaciteit in balans te houden na de uitbreiding. De bouw van de nieuwe opslagtanks vindt plaats op een voormalig ongebruikt terrein.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Gebied en ruimte
61
EMO Havenbedrijf Rotterdam nam in 2010 ook het besluit tot de aanleg van infrastructuur voor een EMO-vestiging op de demping van het voormalige Hartelkanaal. Het uit te geven terrein is 24 hectare groot. Om het terrein geschikt te maken voor de overslag van kolen en ertsen, gaan wij een kademuur realiseren. EMO zal naar verwachting een additionele overslag van 5,6 miljoen ton per jaar realiseren. Botlek Tank Terminal Verder besloot Havenbedrijf Rotterdam dit jaar een investering te doen in infrastructuur voor een nieuwe natte bulkterminal voor Botlek Tank Terminal (BTT). Wij investeren in een demping van 5 hectare als uitbreiding op het bestaande terrein en in enkele bijkomende werken. BTT investeert in de terminal. De tankopslagcapaciteit na realisatie van het project in 2014 is 526.000 m3. Dit leidt naar verwachting tot 3,4 miljoen ton overslag per jaar. Momenteel doorloopt BTT een MER-procedure (Milieu Effecten Rapportage) die naar verwachting in de tweede helft van 2011 is afgerond. Daarna start de demping, die gefaseerd wordt opgeleverd. De demping zal naar verwachting medio 2013 gereed en een jaar later volledig operationeel zijn. LNG importterminal (Gate) De realisatie van de LNG-importterminal door Gate verloopt voorspoedig. Op het voormalige baggerdepot vindt de realisatie plaats van het zogenaamde ‘Kleine Beerkanaal’. De oplevering van deze doorsteek is gepland eind april 2011. De LNG-import terminal is met de demping en functieverandering een ruimtelijke uitbreiding van het Rotterdamse havengebied. De terminal zelf begint zijn definitieve vorm te krijgen. De drie LNG-tanks zijn bijna gereed. De vergassingsinstallatie begint zijn definitieve vorm te krijgen. De boring van de warmwaterleiding onder de Yangtzehaven is gerealiseerd en de steigers voor de LNG-carriers zijn bijna gereed. Commerciële ingebruikname van de LNG-importterminal is eind 2011 gepland. Voor een vierde tank is er al een ruimtereservering en er zijn gesprekken met Gate gestart over een mogelijke toekomstige uitbreiding van de terminal met een vijfde tank. Begin 2011 vergelijken we mogelijke locaties met elkaar. Sanering Welplaatweg In 2010 startte de sanering van het terrein aan de Welplaatweg. Dit om de voormalige terminal van het chemiebedrijf TIC uit te kunnen geven aan AKZO Nobel. Deze langlopende sanering is mede bedoeld om ruimte te creëren teneinde de productie van AKZO Nobel ook in de toekomst zeker te stellen. Calandkanaal In 2010 is de zogenaamde offshoreput opgeleverd. Deze plek is geschikt voor het werken aan bijvoorbeeld boorplatforms. En als de offshoreput niet in gebruik is door de offshore industrie, kan ook boord-boord overslag van massagoed plaatsvinden. In het Calandkanaal realiseerden we ook de palen 78/79 voor de boord-boord overslag van massagoed. Hiermee creëren we overslagcapaciteit zonder schaarse ruimte aan land aan te wenden. Amazonehaven
De nieuwe containerterminals op Maasvlakte 2 creëren een vergroting van de capaciteit voor overslag in het containersegment. In 2010 is ook een belangrijke intensivering voor het containersegment in het bestaande havengebied definitief in gang gezet. Door de verbreding zal de toegankelijkheid van de ECT Delta Terminal worden vergroot voor de allergrootste containerschepen.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Gebied en ruimte
62
Stadshavens De Rotterdamse Stadshavens vormen een overgangsgebied tussen stad en haven. In deze voormalige havengebieden komen enerzijds stedelijke functies en anderzijds functies die havenprocessen ondersteunen. Daarmee wordt beoogd het vestigings klimaat voor bedrijven in de Rotterdamse haven te verbeteren. De afspraken rond de Stadshavens transformatie zijn gerelateerd aan de afspraken rond de aanleg van Maasvlakte 2. Op 6 april 2010 gaf toenmalig premier Jan Peter Balkenende het startsein voor versnelde ontwikkeling van Stadshavens. Het Stadshavens project was het eerste uit een reeks van zestig projecten die versneld worden uitgevoerd in het kader van de crisis- en herstelwet. Deze wet zorgt voor kortere procedures, waardoor bouwprojecten sneller kunnen worden uitgevoerd. In 2010 investeerde Havenbedrijf Rotterdam in Stadshavens rond de voormalige RDM Scheepswerf. In 2010 kwam de vervanging van het totale electriciteits- en gasnet van de scheepswerf gereed. Hierop kunnen de nieuwe bedrijven op het RDM terrein aansluiten. In de Dokhaven en Heijsehaven sloopten en vervingen we verschillende kades en steigers. Aan de Heijsehaven vestigde het opleidingsbedrijf SAIO zich, in een herontwikkeld voormalig dokkantoor. SAIO verleent diensten en trainingen aan het havenbedrijfsleven op het gebied van veiligheid en calamiteiten. Deze herontwikkeling verbetert de omgevingskwaliteit en geeft ruimte aan dienstverlening voor de haven. Verder bereikten wij in 2010 overeenstemming over de vestiging van Heesen jachtbouw op de voormalige RDM werf. Met een knipoog naar het verleden leggen we met de komst van Heesen de basis voor een nieuw cluster in de Rotterdamse haven. De jachtbouw is een impuls op het gebied van innovatie en techniek. Dit nieuwe cluster sluit daarmee aan op de gevestigde scholen en het zogenaamde Innovation Dock; een plek voor startende innovatieve bedrijven.
Intensivering dankzij samenwerking in de regio In 2010 bereikten we met de gemeente Dordrecht op hoofdlijnen overeenstemming over samenwerking inzake het beheer, de exploitatie en de ontwikkeling van het Zeehavengebied Dordrecht. Met de samenwerking beogen beide partijen synergie en schaalvoordelen te behalen. De Zeehaven Dordrecht kan een kwaliteitsstap maken. En in de Rotterdamse haven ontstaat de mogelijkheid een deel van de ruimtebehoefte in te vullen in de Zeehaven Dordrecht. Er zijn enige voorbehouden die in de eerste helft van 2011 nader onderzocht zullen worden en moeten zijn weggenomen alvorens de samenwerking per 1 juli 2011 daadwerkelijk start.
Vastgoedontwikkeling als impuls voor herontwikkeling van gebieden Port City is een vastgoedontwikkeling van Havenbedrijf Rotterdam. Deze vastgoed ontwikkeling heeft als doel partijen uit de maritieme sector een vestigingsplaats te bieden voor hun hoofdkantoren in het Rotterdamse havengebied. De ontwikkeling van Port City heeft ook als doel een kwaliteitsimpuls te geven aan de herontwikkeling van het verouderde naastgelegen bedrijventerrein Waalhaven Zuid. Port City biedt ruimte aan in totaal vier kantoorgebouwen. In juli 2010 was de oplevering van de gebouwen Port City 2 en 3, in december 2010 de oplevering van gebouw 1. De planning voor 2011 voorziet in oplevering van de parkeerlaag en het publieke dek rond gebouw 1 in maart 2011. En we streven ernaar om in 2011 het kavel rond gebouw 4 uit te geven. Dit gebouw zal evenals gebouw 1 niet door ons maar door derden worden gerealiseerd.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Gebied en ruimte
63
Verslag van het Havenbedrijf 1 De haven van Rotterdam 2 Over Havenbedrijf Rotterdam 3 Havenmeester 4 Klant 5 Gebied en ruimte 6 Verkeer en bereikbaarheid 7 Omgeving en duurzaamheid
Verkeer en bereikbaarheid
8 Financiën 9 Vooruitzicht 2011
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Verkeer en bereikbaarheid
64
6.1 Verkeer en bereikbaarheid in het kort
Modal split 2009* *cijfers over 2010 zijn pas medio 2011 bekend
Wegvervoer
47%
Wegvervoer Binnenvaart
47% 39%
Spoorvervoer Binnenvaart
14% 39%
Spoorvervoer
14%
Wegvervoer
47%
DoelBinnenvaart modal split39% 2035 Spoorvervoer
14%
Wegvervoer
35%
Wegvervoer Binnenvaart
35% 45%
Binnenvaart Spoorvervoer
45% 20%
Spoorvervoer
20%
Wegvervoer
35%
Binnenvaart
45%
Spoorvervoer
20%
De Rotterdamse haven kan de grootste zeeschepen accommoderen. Door goede toegang tot het achterland en de Europese markt via water, spoor, weg en pijpleiding is Rotterdam een belangrijk knooppunt in de logistieke keten. Groeiende overslag leidt tot toename van de benodigde vervoerscapaciteit. Daarom investeren wij in de uitbreiding van infrastructuur en in innovatieve en duurzame vervoersconcepten, in samenwerking met relevante overheden en marktpartijen. Immers, niet één partij heeft alle sturing dan wel oplossingen in handen. Overheden hebben een belangrijke rol bij het beter benutten of aanpassen van de infrastructuur. En marktpartijen, werkgevers en werknemers kunnen de omvang en het tijdstip van vervoersen verkeersstromen beïnvloeden. Ons uiteindelijke gezamenlijke doel: betere en duurzame bereikbaarheid door verschuiving van vervoer over weg naar de schonere modaliteiten water, spoor en pijpleiding, aangeduid als de ‘modal shift’. Havenbedrijf Rotterdam stimuleert actief het gebruik van andere modaliteiten dan weg door deze modaliteiten waar mogelijk te faciliteren en de beschikbaarheid uit te breiden. Voor de ontwikkeling van de ‘modal split’: zie de grafieken.
Ontwikkeling modal split * 2.500
2.500 2.000 *cijfers over 2010 zijn pas medio 2011 bekend 1.500 x 1.000 2.000 TEU 1.500 1.000 2.500 1.000 500 2.000 5000 2007
2008
2009
1.5000
2007
2008
2009
1.000
Ons belangrijkste risico bij ‘Verkeer en bereikbaarheid’ is de slechte bereikbaarheid van de haven via de A15. Uit het klanttevredenheidsonderzoek in 2010 blijkt dat klanten niet tevreden zijn over de bereikbaarheid van de haven. Om de bereikbaarheid te verbeteren werkt Havenbedrijf Rotterdam actief samen met partners in De Verkeersonderneming, zie ook paragraaf 6.2 Weg. Specifiek voor behoud van de doorstroming van de Beneluxtunnel leveren wij een bijdrage aan het realiseren van een Nieuwe Westelijke Oeververbinding (zie ook paragraaf 6.2 Weg). Hierbij werken wij pro-actief mee aan een efficiënt besluitvormingstraject en efficiënte en effectieve planprocedures. We nemen een actieve rol als belanghebbende partij naar alle stakeholders en overwegen te participeren in de investering, als dit een tijdige aanleg bevordert.
Wegvervoer 500 Wegvervoer Binnenvaart 2007
2008
0
2009 Spoorvervoer Binnenvaart Spoorvervoer Wegvervoer
In dit hoofdstuk lichten we mijlpalen in 2010 toe van grotere bereikbaarheids projecten van de verschillende transportmodaliteiten weg, spoor, binnenvaart en pijpleidingen. De bereikbaarheid vanaf zee is toegelicht in hoofdstuk 3.
Binnenvaart Spoorvervoer
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Verkeer en bereikbaarheid
65
6.2 Weg Inleiding
• •
Ook in 2010 waren wij zeer actief om met overheden en marktpartijen de bereikbaarheid van de haven over de weg te verbeteren. Concrete doelen voor 2010 waren: het procentuele containervolume dat per weg van en naar de Maasvlakte wordt vervoerd (zogenaamde ‘modal split’) op of onder 47% te houden; in minimaal 85% van de spitsen te bereiken dat de maximale reistijd op de A15 (tussen Vaanplein en Maasvlakte) 38 minuten bedraagt. Op het moment van verschijnen van dit Jaarverslag is nog niet bekend of deze doelen voor 2010 zijn gehaald. We kunnen wel aangeven welke inspanningen zijn verricht om de doelen te bereiken. In de volgende paragrafen lichten we de ontwikkelingen in 2010 toe rondom De Verkeersonderneming, de Nieuwe Westelijke Oeververbinding en het Container Transferium.
De Verkeersonderneming
•
•
•
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
De enige snelweg naar de Rotterdamse haven, de A15, is gevoelig voor files. De huidige filedruk en toename van het wegverkeer maken maatregelen noodzakelijk. Daarnaast loopt de voorbereiding voor de grootschalige verbreding van de A15 die volgens planning vijf jaar zal duren. De in juli 2008 opgerichte Verkeersonderneming is een strategisch samenwerkingsverband waarin we nauw samenwerken met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, de gemeente Rotterdam en de stadsregio Rotterdam aan de bereikbaarheid van de haven via de A15. De Verkeersonderneming organiseert maatregelen om enerzijds het aantal auto’s in de spits met 20% te reduceren (ten opzichte van 2008) en anderzijds de beschikbare wegcapaciteit te optimaliseren. Belangrijke projecten en de bijbehorende resultaten van De Verkeersonderneming in 2010 zijn: Spitsscoren: Dit project beloont forenzen financieel voor het mijden van de A15 tijdens de ochtendspits. Het project draagt inmiddels 7% bij aan de verkeersreductie. Het aantal deelnemers aan het project bedroeg eind 2010 al circa 1.800. E-bikes: Eind 2010 verkozen meer dan 300 havenwerkers de e-bike of scooter boven de auto voor het woon-werkverkeer. Dit mede dankzij de stimuleringsregeling van De Verkeersonderneming. Hoogtedetectie: Op de terminal van P&O North Sea Ferries wordt vóór het vertrek de hoogte gemeten van trailers. Hierdoor voorkomen we dat schade ontstaat aan tunnels en viaducten in het havengebied wat onnodig fileleed voorkomt.
Verslag van het Havenbedrijf > Verkeer en bereikbaarheid
66
•
•
Dankzij Hotel at Work en Port Project Services zijn er meer mogelijkheden om grote groepen tijdelijke werknemers dichtbij het werk te huisvesten en ze collectief te vervoeren. De Verkeersonderneming nam het initiatief tot dit hotel op de Maasvlakte, dat in 2010 650 bedden verhuurde. Port Project Services huisvestte 200 werknemers in Vlaardingen. Collectief bedrijfsvervoer vervoert de werknemers van en naar de haven. Carpooling: Sinds oktober 2010 is een carpoolmatchingsite voor het havengebied ‘in de lucht’. Mensen die in de haven werken kunnen op deze site zitplaatsen in hun auto beschikbaar stellen of een zitplaats zoeken in andermans auto. Daarnaast zorgden we met de andere partijen ervoor dat weggebruikers alternatieve routes kunnen gebruiken als er stremmingen zijn op de A15 en andere belangrijke wegen. Dit gebeurt met dynamische routepanelen die aangeven of de Botlekbrug gesloten is en omleidingen melden, bebording die alternatieve routes aangeven, koppelingen om stoplichten op afstand te kunnen aansturen en extra monitorings systemen die online door alle betrokken partijen zijn te raadplegen.
Nieuwe Westelijke Oeververbinding De concurrentiepositie van de Rotterdamse haven wordt steeds meer bepaald door bereikbaarheid van het achterland. Voor het wegverkeer staat deze onder grote druk; zonder ingrijpende maatregelen loopt de Rotterdamse Ruit binnen 10 jaar vast. Dat was en is reden voor Havenbedrijf Rotterdam om zich sterk in te zetten voor tijdige realisatie van een oeververbinding ten westen van de Beneluxtunnel. Afgelopen jaar participeerden we actief in het team van Rotterdam Vooruit (een samenwerkingsverband van het Ministerie van Infrastructuur & Milieu, Provincie Zuid Holland en Stadsregio Rotterdam) bij de totstandkoming van de nodige planstudie documenten. Gegeven de uitkomsten van deze studies heeft Havenbedrijf Rotterdam kenbaar gemaakt een voorkeur te hebben voor het Blankenburgtracé. Dit omdat deze variant het meest bijdraagt aan de bereikbaarheid. Er is verder een studie verricht naar mogelijkheden voor bekostiging en financiering. Havenbedrijf Rotterdam heeft kenbaar gemaakt te willen participeren bij de realisatie en exploitatie van de Blankenburgtunnel. We hopen op deze wijze de financiële obstakels uit de weg te ruimen voor snelle bouw van de oeververbinding. In 2011 is besluitvorming over het voorkeurstracé beoogd. We ondersteunen dit proces door actieve deelname aan het tot stand komen van de structuurvisie c.q. het voorkeursbesluit en door studie naar het maatschappelijk meest verantwoorde, best ingepaste tracé.
Container Transferium Om de A15 te ontlasten, werken wij actief mee aan de komst van een Container Transferium in Alblasserdam. Via dit transferium kunnen containers per binnenvaartschip worden aangevoerd en per vrachtwagen verder het achterland in worden vervoerd. Dankzij intensief overleg met de verschillende stakeholders, met name in het Drechtstedengebied, is de komst van het transferium een grote stap dichterbij gekomen. In november tekenden de gemeente Alblasserdam en Havenbedrijf Rotterdam een grondexploitatie en planschadeovereenkomst. Ook is een tripartiete overeenkomst getekend tussen de gemeente Alblasserdam, Havenbedrijf Rotterdam en de toekomstige exploitant BCTN. Deze overeenkomst gaat over duurzaamheid en zondagsrust op de terminal (zie ook paragraaf 7.2 Duurzaamheid onder duurzame uitgifte). Start bouw van de kade voor de terminal is gepland na het eerste kwartaal in 2011 waarna de oplevering aan BCTN is gepland medio 2012. Het Container Transferium kan hiermee operationeel worden in de tweede helft van 2012.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Verkeer en bereikbaarheid
67
6.3 Spoor Inleiding Onze doelstelling is om in 2035 20% van het vervoer van containers vanaf de Maasvlakte 2 via spoor plaats te laten vinden. Deze doelstelling is ook vertaald naar afspraken met bedrijven die zich op Maasvlakte 2 vestigen. Het is de verwachting dat in 2035 circa 3 miljoen TEU containers per spoor van en naar de Maasvlakte worden vervoerd, een ruime verviervoudiging ten opzichte van het huidige spoor vervoer. Om deze groei op te kunnen opvangen hebben wij een spoorprogramma opgesteld. Het spoorprogramma richt zich op een betere benutting van de huidige spoor infrastructuur, de aanleg van daarnaast benodigde spoorinfrastructuur en op het aantrekken van nieuwe lading. Niet alleen in het havengebied, maar ook op corridors naar het achterland en in het achterland zelf. Hieronder geven we per gebied de spoorontwikkelingen in 2010 weer.
Spoorontwikkelingen in het havengebied Tot april 2010 werden nieuwe spooraansluitingen voor klanten door NS Spooraansluitingen en ProRail gerealiseerd. Om de klanten in het havengebied nog beter te bedienen ontwikkelt Havenbedrijf Rotterdam zelf vanaf april 2010 nieuwe spooraansluitingen voor de klanten. Hierdoor kunnen we ons nu pro-actiever opstellen en de service naar de klanten verbeteren. Op de hoofdbaan van de Havenspoorlijn is de Calandbrug het drukste punt waar treinverkeer en scheepvaart elkaar kruisen. Het treinverkeer ondervond daar veel vertraging door brugopeningen. Met Rijkswaterstaat, Keyrail en ProRail hebben wij operationele afstemming bereikt waardoor te verwachten brugopeningen bij alle partijen ruim van te voren bekend zijn. Met deze operationele afstemming kan Keyrail haar treindienst rond de brugopeningen beter organiseren. In 2010 startten wij met ProRail en onze deelneming Keyrail de studie ‘Logistieke Verkenning Havenspoorlijn’. Deze studie zal de basis zijn voor logistieke verbeteringen in de Rotterdamse haven. Deze verbeteringen zullen door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Keyrail en ons samen met marktpartijen worden uitgewerkt.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Verkeer en bereikbaarheid
68
Spoorontwikkelingen op de corridor Wij vinden de Betuweroute essentieel voor Rotterdam om een echte spoorhaven te zijn. De 158,5 kilometer lange goederenspoorlijn van de Maasvlakte naar de grens met Duitsland zorgt voor een goede spoorverbinding naar het Duitse achterland. De Betuweroute wordt ook steeds actiever gebruikt en naar verwachting van Keyrail zal dit gebruik de komende jaren verder toenemen. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is opdrachtgever voor het ‘Programma Hoogfrequent Spoorvervoer’ (PHS). Dit programma heeft als doel om in 2020 hoogfrequent spoorvervoermogelijk te maken op enkele drukbezette spoortrajecten in de Randstad. Havenbedrijf Rotterdam maakt samen met andere stakeholders deel uit van één van de regiogebonden werkgroepen die werken aan de definitieve uitwerking van PHS. Voor ons is het belangrijkste aandachtspunt binnen PHS dat de haven over het spoor via drie locaties blijft verbonden met het Duitse net: Oldenzaal, Zevenaar en Venlo. Hiermee blijft een goede bereikbaarheid van het Duitse achterland gewaarborgd. Om dit te bereiken stelt PHS de boog bij Meteren, kruising bij Elst en boog bij Deventer voor. Deze drie infrastructurele aanpassingen zijn onderdeel van het besluit van de ministerraad op 4 juni 2010 over de uitwerking.
Spoorontwikkelingen in het achterland Havenbedrijf Rotterdam wil een groei van het marktaandeel van Rotterdam in het achterland realiseren. Wij intensiveerden in 2010 de relaties met de terminals in het achterland, met het doel om gezamenlijk de keten vanaf Rotterdam naar het achterland te kunnen optimaliseren. Hiertoe startten wij een aantal overleggen en projecten met o.a. Venlo, Duisburg en München/Beieren. In Venlo nam Havenbedrijf Rotterdam zitting in de raad van commissarissen van Greenport Development Company Venlo. Hetzelfde geldt voor het bestuurlijke adviesorgaan van de logistieke uitvoeringsagenda van NV Regio Venlo. In Duisburg startten wij samen met Duisport Agency en Keyrail het project “Supply Chain Cooperation”. Dit project heeft als doel om door betere ketenafstemming en communicatie het logistieke proces te optimaliseren. En in München startte Havenbedrijf Rotterdam samen met het Nederlandse consulaat en bedrijven uit Rotterdam een overleg met een aantal sleutelfiguren uit de Beierse logistiek en politiek. Dit overleg heeft als doel te komen tot een frequente en betrouwbare spoorverbinding tussen Beieren en Rotterdam.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Verkeer en bereikbaarheid
69
6.4 Binnenvaart Inleiding Doelstelling is om in 2035 45% van het vervoer van containers vanaf de Maasvlakte 2 via binnenvaart plaats te laten vinden. Op basis van onze prognoses verwachten wij een verviervoudiging van de containerstromen per binnenvaart tot 2035 (7 miljoen TEU in 2035). Deze ontwikkeling vraagt om een sterke, duurzame, concurrerende binnenvaart. Om de 45%-doelstelling voor 2035 te halen stelden wij een programma binnenvaart op. Samen met het spoorprogramma moet dit programma ervoor zorgen dat Rotterdam de markt optimale toegevoegde waarde kan bieden. Concreet gaat het om activiteiten rondom de thema’s: meer capaciteit, optimale benutting en duurzaam en efficiënt logistiek proces.
Binnenvaart in de haven Als havenbeheerder heeft Havenbedrijf Rotterdam de taak om voldoende capaciteit te garanderen voor de afhandeling van de containerbinnenvaart. Hierbij gaat steeds meer aandacht uit naar een betere benutting van deze capaciteit, ook omdat we die niet onuitputtelijk kunnen uitbreiden. Havenbedrijf Rotterdam gaat daarom inzetten op het verkorten van de verblijfstijd van de binnenvaart in de haven. In de haven werken Havenbedrijf Rotterdam en de terminaloperators steeds meer toe naar specifieke binnenvaartfaciliteiten. Naast de bestaande voorbeelden (Hartelhaven, Delta Barge Feeder Terminal), geldt dit ook voor de nieuwe deepsea terminals op Maasvlakte 2. Daarnaast is op Maasvlakte 2 een reservering gemaakt voor een gemeenschappelijke binnenvaartterminal voor de afhandeling van kleinere aantallen containers. Vanuit de markt is er al interesse voor een dergelijk concept. Verder verrichtten we in 2010 onderzoek naar de capaciteitsbehoefte aan wachten ligplaatsen voor de binnenvaart. Op basis van dit onderzoek besloten we om een integrale visie op wacht- en ligplaatsen te ontwikkelen. In deze visie gaat in ieder geval aandacht uit naar operationalisering van het onderscheid tussen wachtplaatsen en ligplaatsen en een betere benutting van de wachtplaatsen. Vanuit het programma ‘Pieken in de Delta’ is er een subsidietoezegging voor de ontwikkeling van een reserveringssysteem voor wacht- en ligplaatsen.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Verkeer en bereikbaarheid
70
Binnenvaart in het achterland Voor het creëren van een optimaal binnenvaartnetwerk richt Havenbedrijf Rotterdam zich ook op de vaarwegcorridors en het achterland. Dit kan door zelf terreinen voor inland terminals te verwerven, om deze vervolgens marktconform te verhuren aan commerciële overslagbedrijven. Over een Container Transferium in Alblasserdam bereikten wij in 2010 overeenstemming met de gemeente Alblasserdam en de exploitant BCTN. Daarnaast heeft Havenbedrijf Rotterdam terreinen verworven in Wanssum nabij de Duitse grens en in Alphen aan den Rijn, het Alpherium genaamd. Het Alpherium is in oktober 2010 geopend en inmiddels vervoert Heineken het grootste deel van zijn exportbier via deze binnenvaartterminal naar Rotterdam. In januari 2011 was er een langdurige stremming van de Rijn bij de Lorelei rots in Duitsland. Oorzaak was de kanteling van een vrachtschip met zwavelzuur. De stremming duurde een maand en veroorzaakte een grote schadepost bij veel Nederlandse binnenvaartschippers. Havenbedrijf Rotterdam weet dat incidenten met chemicaliën niet onderschat mogen worden. Aan de andere kant heeft Havenbedrijf Rotterdam ook begrip voor de roep van de Nederlandse binnenvaartsector om snellere actie door de Duitse autoriteiten. Onze afspraken met bedrijven op Maasvlakte 2 over achterlandtransport over het water vereisen open vaarwegen. Samen met Duitse en Nederlandse partijen willen we onderzoeken of we kunnen werken aan het voorkomen van langdurige stremmingen in de nabije toekomst.
Efficiënt logistiek proces Gegeven de sterke toename van het binnenvaart containervolume en het aantal zeehaventerminals, wil Havenbedrijf Rotterdam de afhandeling van containerbinnenvaart verbeteren. Directe sturingsmogelijkheden vanuit de publieke en beheerstaak van Havenbedrijf Rotterdam zijn beperkt. We zijn van plan om in 2011 samen met betrokken (keten)partijen te bepalen welke verbeterimpuls wij kunnen geven aan afhandeling van containerbinnenvaart. Samen met de markt participeert Havenbedrijf Rotterdam steeds vaker in pilots voor een modal shift en het aantrekken van ladingstromen. Een geslaagd voorbeeld in 2010 betreft de gezamenlijke pilot met Philips Lighting en Maersk. Sinds 2010 worden alle 600 exportcontainers vanuit het distributiecentrum in Roosendaal via Moerdijk per binnenvaart naar de Rotterdamse haven vervoerd. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het verminderen van congestie op de A15.
Duurzame binnenvaart Om de modaliteit binnenvaart te verduurzamen zijn in 2010 verschillende projecten uitgevoerd en maatregelen getroffen. Zie hiervoor paragraaf 7.2 (Duurzaamheid, onder duurzaam transport) waarin walstroom, de nieuwe regeling schone binnenvaart en een vaarsnelheidbeperking worden toegelicht.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Verkeer en bereikbaarheid
71
6.5 Pijpleiding Inleiding Havenbedrijf Rotterdam wil de Rotterdamse haven verder ontwikkelen tot dé Energiehaven van Europa. Rotterdam is dankzij de uitstekende kabel- en leidinginfrastructuur een aantrekkelijke vestigingslocatie. Die positie willen wij behouden en versterken. Samen met de markt willen wij een efficiënt en effectief pijpleidingnetwerk realiseren. Met circa 1500 km olie- en chemieleidingen, 830 km nutsleidingen, 2500 km hoogspanningskabels en vele kilometers dataverbinding is de ondergrondse infrastructuur een belangrijke transportmodaliteit. Het transport via pijpleidingen is duurzaam, veilig en filevrij. Het netwerk van pijpleidingen in Rotterdam is bestemd voor zowel het transport tussen de bedrijven in de haven onderling als voor het transport naar bedrijven in Nederland, België en Duitsland. Pijpleidingen zijn goed voor 37% van het grensoverschrijdende transport vanuit de Rotterdamse haven 2009 (51 miljoen ton, bron CBS).
Strategie en actieplan In 2010 stelden wij het Strategie en Actieplan pijpleidingen 2010-2015 vast. Speerpunt is het samen met marktpartijen ontwikkelen van open acces pijp leidingen. Een ander speerpunt is het borgen van de bereikbaarheid voor de ondergrondse infrastructuur. Voor nieuwe kabels en leidingen is voldoende vrije ruimte in de leidingenstroken nodig. De leidingenstroken liggen ingeklemd tussen de overige infrastructuur. Knelpunten kunnen we daarom alleen oplossen door verdere intensivering van het gebruik van bestaande ruimte.
Projecten In 2010 startte de aanleg van een 800 meter lang leidingenviaduct tussen de Aveling en Digna Johannaweg. In 2011 is de oplevering gepland van de eerste fase van deze infrastructurele voorziening. Vanwege het belang en de voordelen van pijpleidingen als transportmodaliteit, participeert Havenbedrijf Rotterdam in de volgende pijpleidingprojecten.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Verkeer en bereikbaarheid
72
RC2 en MultiCore
RC2 en Multicore zijn vennootschappen die pijpleidingen exploiteren in het Rotterdamse havengebied. Wij participeren in RC2 en in Multicore. Zie ook (paragraaf 2.7 Deelnemingen). De RC2 pijpleiding is een enkele common carrier pijpleiding voor het transport van ethyleen. Common carrier betekent dat de leiding door meerdere partijen tegelijkertijd kan worden gebruikt. MultiCore heeft een ondergrondse leidingenbundel van 4x20 km tussen Europoort, Botlek en Pernis waarvan bedrijven gebruik kunnen maken. In 2010 sloot MultiCore een contract met een 7e klant, Shell Chemicals Europe. Hiermee is nu 80% van de leidingen verhuurd. In 2010 benaderde Havenbedrijf Rotterdam tientallen bedrijven in de haven om de interesse voor pijpleidingtransport te inventariseren. Hieruit bleek dat een nieuwe MultiCore bundel door de haven levensvatbaar is. Deze willen we in 2011 vorm geven. Eén van de leidingen is beoogd voor transport van CO2. Stoompijp Samen met marktpartijen werkte Havenbedrijf Rotterdam een business case uit voor een Stoompijp Botlek. Met behulp van een transportleiding voor stoom kunnen bedrijven onderling stoom uitwisselen en daarmee aanzienlijk besparen op hun energiegebruik. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan de CO2 -reductiedoel stellingen van het Rotterdam Climate Initiative. In 2010 bereikten Stedin en Visser & Smit Hanab met eerste klanten DSM en AVR overeenstemming over transport van stoom. Op basis hiervan zal de Stoompijp in 2011 worden aangelegd. Het project wordt ondersteund met een subsidie van ‘Pieken in de Delta’, van gemeente Rotterdam, provincie en Rijk. Havenbedrijf Rotterdam ondersteunt de verdere projectontwikkeling, gericht op uitbreiding van de stoomleiding.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Verkeer en bereikbaarheid
73
Verslag van het Havenbedrijf 1 De haven van Rotterdam 2 Over Havenbedrijf Rotterdam 3 Havenmeester 4 Klant 5 Gebied en ruimte 6 Verkeer en bereikbaarheid 7 Omgeving en duurzaamheid
Omgeving en duurzaamheid
8 Financiën 9 Vooruitzicht 2011
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Omgeving en duurzaamheid
74
7.1 Omgeving en duurzaamheid in het kort Duurzaamheid betekent voor Havenbedrijf Rotterdam zowel het verbeteren van de eigen prestaties als het stimuleren van duurzaam ondernemen in het havengebied en in de keten. De verbetering die we op deze drie fronten kunnen bereiken is afhankelijk van de invloed die we kunnen uitoefenen: Havenbedrijf-
Bedrijvigheid
bedrijfsv oering
Haven- en
Keten
industriecomplex invloed:
invloed:
invloed:
hoog
redelijk
beperkt
effect:
effect:
effect:
beperkt
redelijk
hoog
Wie door de haven van Rotterdam rijdt zal niet direct aan duurzaamheid denken. Onder meer de petrochemische industrie, kolencentrales en uitgebreide verkeersstromen roepen een ander beeld op. De huidige maatschappij kan echter niet zonder producten, wil zeker zijn van leverantie van elektriciteit en gas en wil aan het werk. Binnen dit spanningsveld zijn wij ervan overtuigd dat we ons blijvend moeten inzetten om de haven sterk en de omgeving leefbaar te houden. Dit doen we bijvoorbeeld als partner in het Rotterdam Climate Initiative maar ook door bij te dragen aan innovatie, kennisontwikkeling en arbeidsplaatsen. Uiteraard verbeteren we ook de prestaties van onze eigen organisatie.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Omgeving en duurzaamheid
75
7.2 Duurzaamheid Inleiding Duurzaamheid omvat de drie elementen people, planet en profit. De focus van onze sociale activiteiten (people) ligt voornamelijk op de relatie tussen haven en stad, onze bijdrage aan directe en indirecte werkgelegenheid en onze bijdrage aan kennis en scholing. Hierbij besteden wij specifiek aandacht aan de beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerd personeel dat in de haven nodig is om onze groeiambities te kunnen realiseren. En uiteraard besteden we ook specifiek aandacht aan ons eigen personeel. Zie hiervoor ook (paragraaf 2.6, Medewerkers). De profit-kant van duurzaamheid komt tot uitdrukking in onze focus op rendement op investeringen, keten-efficiency en het vestigen van bedrijven op de juiste plek. Voor de uitwerking van het onderdeel planet van duurzaamheid hanteerden we aanvankelijk evenals vorig jaar de duurzaamheidsindex (zie linkerkolom in figuur 1). In de loop van 2010 hebben we de focus gelegd op ‘duurzame bedrijfsvoering, duurzaam ruimtegebruik’ en ‘duurzaam transport’. Argumenten hiervoor waren betere aansluiting bij onze kernactiviteiten en grotere transparantie over onze resultaten. Efficiënt ruimtegebruik en efficiënt transport komen ook in de hoofdstukken Gebied en Ruimte (hoofdstuk 5) en Verkeer en Bereikbaarheid (hoofdstuk 6) terug.
DUURZAAMHEID
Figuur 1: Samenhang thema’s binnen duurzaamheid Duurzame bedrijfsvoering HbR
Duurzaam ruimtegebruik
Duurzaam transport
CO2-footprint
Duurzame uitgifte
Schonere modaliteiten
Duurzame inkoop en aanbesteding
Duurzaam gebruik bestaande ruimte (complex)
Modal shift richting schonere modaliteiten
Duurzaam vastgoed
Efficiency ruimtegebruik
Efficiency transport
Duurzame uitgifte
Meer uitgeefbaar terrein
Beter gebruik infrastructuur
MTO/BWO
Beter gebruik ruimte
Beter gebruik modaliteiten
ROCE Duurzaamheidsindex
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Onderdeel van ‘Gebied en ruimte’ en ‘Verkeer en bereikbaarheid’
Verslag van het Havenbedrijf > Omgeving en duurzaamheid
76
Duurzame bedrijfsvoering CO2-footprint Havenbedrijf Rotterdam De jaarlijkse rapportage over de CO2-footprint van Havenbedrijf Rotterdam geeft de CO2 uitstoot weer van onze eigen bedrijfsvoering. De footprint is gebaseerd op de ISO 14064-standaard die de scope- indeling van het Greenhouse Gas (GHG) – protocol hanteert. Havenbedrijf Rotterdam heeft deze methode toegepast en op grond daarvan een keuze gemaakt voor de meest relevante activiteiten die CO2 -uitstoot veroorzaken. In 2008 hebben we gekozen voor de ambitie om de eigen activiteiten in 2012 klimaatneutraal te maken met als extra doelstelling een verlaging van de eigen CO2-footprint met 35% ten opzichte van het ijkjaar 2007. De rapportage over de 2009-activiteiten is de derde in de reeks en kwam in 2010 beschikbaar. De rapportage over 2010-activiteiten komt in de loop van 2011 beschikbaar. De dataverzameling voor de rapportage over 2009 en de betrouwbaarheid van de cijfers is verbeterd. De CO2-footprint over het jaar 2009 bedraagt 28 kTon CO2-eq: een afname van 15% ten opzichte van 2007 (zie tabel 1). Deze daling is fors en wordt voornamelijk veroorzaakt doordat in 2008 en 2009 geen diepwand kademuren zijn aangelegd (scope 3). Tabel 1: CO2-footprint over 2009 in vergelijking met voorgaande jaren (in kTon CO2)
Tabel 1: CO2-footprint Havenbedrijf Rotterdam
2009
2008
2007
Scope 1: directe emissies
8.0
9.0
9.0
Scope 2: indirecte emissies
4.0
4.2
3.9
15.9
15.9
20,1
27.9
29.1
33.0
Scope 3: overige indirecte emissies
1
Totaal
1
De aanleg van Maasvlakte 2 is in verband met vergelijkbaarheid met 2008 en 2007 niet meegenomen.
Hierover wordt onderstaand apart gerapporteerd.
•
Scope 1 (directe emissies): De afname van de directe emissies ten opzichte van 2007 wordt voornamelijk veroorzaakt door de afname van het brandstofverbruik van onze vaartuigen (0,8 kTon) als gevolg van het ‘Voortvarend Besparen’-programma dat in 2008 in gang is gezet en door de inkoop van groen gas voor de gebouwen van Havenbedrijf Rotterdam (-0,3 kTon) sinds 2009. Tegenover de besparingen van 1,1 kTon CO2 staat een toename van de CO2 uitstoot van 0,1 kTon CO2. Dit komt door de uitbreiding van het leasewagenpark met ongeveer twintig lease auto’s, maar ook doordat maatregelen zoals het gebruik van alternatieve brandstoffen momenteel onvoldoende zichtbaar zijn in de emissiecijfers.
•
Scope 2 (indirecte emissies): Deze emissies zijn beperkt doordat Havenbedrijf Rotterdam voor de gebouwen in eigen beheer sinds 2007 gebruik maakt van groene stroom. De scope 2 emissies zijn ten opzichte van 2007 gestegen met 0,1 kTon CO2 door hoger energieverbruik van de kantoren. De energievraag hangt sterk af van externe factoren (strenge winters) en de aankoop, verkoop en bouw van vastgoed.
•
Scope 3 (overige indirecte emissies): De afname van de totale emissies van het Havenbedrijf is voornamelijk te danken aan de afname van scope 3 emissies. De afname is 4,2 kTon ten opzichte van 2007. Oorzaak voor de afname van de emissie is de afname van het dieselverbruik voor de aanleg van de diepwand kademuren (-4,2 kTon), doordat er in 2008 en 2009 geen diepwanden zijn aangelegd. Tegenover deze daling staat een toename van 1,4kTon CO2 door de toename in de aanleg van combiwanden. In 2009 zijn meer wanden aangelegd dan in 2007 en 2008. Een andere reden voor de daling van de emissies in scope 3 is de sterke afname van het dieselverbruik van baggeren (-1,6 kTon) als gevolg van efficiënter baggeren. De activiteiten voor de realisatie van kademuren, wegen en Maasvlakte 2 en
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Omgeving en duurzaamheid
77
het onderhoudsbaggerwerk (scope 3) maken in de eerstvolgende CO2-footprint rapportage (over 2010) geen onderdeel meer uit van onze reductie en klimaat neutraal doelstelling. Dit vanwege onze beperkte invloed op deze activiteiten, de fluctuaties per jaar (afhankelijk van de marktvraag) en natuurlijke factoren, zoals rivierafvoer, waardoor we jaarlijks meer of minder moeten baggeren. Over de CO2-reductie van deze activiteiten zullen we voortaan rapporteren in het onderdeel ‘Duurzame inkoop en aanbesteding’. De doelstelling om tot een CO2-neutrale bedrijfsvoering te komen in 2012 is door de beperking op scope 3 ook veranderd. De doelstelling is nu beperkt tot compensatie van de scope 1- en scope 2-emissies en de beperktere scope 3 emissies. In het nieuwe Ondernemingsplan is de reductiedoelstelling van 35% in 2012 ten opzichte van 2007 vervangen door een reductiedoelstelling van 10% in 2015 ten opzichte van 2010. De aanleg van Maasvlakte 2 wordt niet meegenomen in de CO2-footprint. Dit omdat het een apart project betreft waarvan de omvang niet in verhouding staat tot de reguliere bedrijfsvoering van Havenbedrijf Rotterdam. De emissies van projecten zoals de aanleg van Maasvlakte 2 worden dan ook niet meegenomen in de CO2 neutrale doelstelling van eind 2011. In 2009 startte de aanleg van Maasvlakte 2. Voor de landaanwinning is in 2009 circa 79 miljoen m3 zand gewonnen en gebruikt. De totale CO2-uitstoot hiervan is circa 230 kTon CO2eq. Duurzame inkoop en aanbesteding Bij het inkopen van goederen, werken en diensten richten we ons vooral op de voor ons drie belangrijkste duurzaamheidcriteria: duurzame bedrijfsvoering, duurzaam ruimtegebruik en duurzaam transport.
In 2009 vertaalden we deze focusgebieden in selectie- en gunningcriteria die we ook in een tweetal pilots hebben uitgevoerd. Zo stelden we emissie-eisen aan voertuigen en werktuigen en zijn marktpartijen gevraagd om de transporten van en naar projecten te reduceren. Hieruit blijkt dat door afspraken te maken met leveranciers over transport via water, carpoolen en dergelijke, een reductie van transporten gerealiseerd kan worden. De ervaringen met deze pilots zijn zo veel belovend dat we hiermee verder gaan.
• • •
In 2010 zijn bij 44% van de aanbestedingen (met een inkoopvolume > € 150.000) duurzaamheidaspecten opgenomen. Enkele voorbeelden zijn: hergebruik van materialen in de onderhoudsbestekken van zet- en stortsteen en remmingwerken; aanschaf van elektrische pompen ter vervanging van dieselpompen voor het verpompen van slibhoudend water; eisen aan het materieel en de strooimiddelen voor de uitvoering van gladheid bestrijding. We zijn voornemens om de ervaringen van de pilots en uitbestedingstrajecten te gebruiken in de verdere uitwerking van duurzaam inkoop- en aanbestedingsbeleid.
Duurzaam ruimtegebruik Duurzame uitgifte Doel voor 2010 was in alle nieuwe gronduitgiften duurzaamheid mee te nemen. In 2010 waren er 30 projecten gericht op herontwikkeling en uitgifte van terreinen die in aanmerking kwamen voor duurzaamheidcriteria. Van deze 30 projecten is bij 28 projecten in de besluitvorming expliciet aandacht besteed aan duurzaamheid, waardoor we een percentage van 93% behaalden. Om ook de laatste 7% te bereiken, geven we in samenwerking met de klant een nadere invulling aan duurzaamheid gecombineerd met het milieuvergunningentraject. De procesmatige doelstelling voor 2010 om in alle nieuwe gronduitgiften duur
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Omgeving en duurzaamheid
78
zaamheidcriteria mee te nemen, hebben we in de loop van het jaar omgezet naar inhoudelijk beleid. Dit beleid is gericht op het zoveel mogelijk accommoderen van klanten die koploper zijn in duurzaamheid.
•
• •
Zoals eerder vermeld in paragraaf 6.2 (Weg), tekenden wij in december 2010 een contract met de gemeente Alblasserdam en overslagbedrijf BCTN (Binnenlandse Container Terminal Nederland B.V.) over de exploitatie van het Container Transferium in Alblasserdam. In dit contract staan de maatregelen die BCTN neemt om van het Container Transferium een stil en zeer duurzaam overslagbedrijf te maken. Het gaat concreet om de volgende maatregelen: de inrichting van de terminal wordt zeer milieuvriendelijk en gaat een stuk verder dan wettelijk vereist; dit betekent o.a. elektrische kranen, schonere brandstof, walstroomvoorziening voor de binnenvaart, duurzame verlichting en extra maatregelen voor de afscherming van geluid en licht; de terminal is op zondag aan de landzijde gesloten voor vrachtwagens; het aantal vrachtwagens van en naar het Container Transferium is aan een maximum van 180.000 vervoersbewegingen per jaar verbonden. Naast de duurzame inrichting van het transferium heeft de gemeente Alblasserdam ook afspraken gemaakt met de minister van Infrastructuur en Milieu over de aanpassing van kruispunten, veilige oversteekplaatsen voor fietsers, aanpassing van het knooppunt A15/N3 bij Papendrecht en een onderzoek naar filevorming op de A15. De maatregelen passen in de ambitie van Havenbedrijf Rotterdam om de duurzaamste haven ter wereld in zijn soort te zijn. Duurzaam vastgoed Onze organisatie ontwikkelt vastgoed om gebiedsontwikkelingen tot stand te brengen. Wij doen dit door op relevante locaties vastgoed aan te kopen en te herontwikkelen, met name in het RDM gebied en in de Waalhaven. In 2010 realiseerden wij verschillende projecten in het RDM-gebied, een overgangsgebied tussen stad en haven. In dit gebied komen stedelijke functies samen met functies die havenprocessen ondersteunen. Veel aandacht ging in 2010 uit naar de mogelijkheden van duurzame energielevering. We schreven in voor de regeling Stimulering Duurzame Energie (SDE), categorie zonnedaken, met een totaal aangevraagd vermogen van 2000 kW. Helaas hebben wij deze subsidie niet gekregen. Daarnaast is op het RDM-terrein gestart met een haalbaarheidsstudie voor een duurzaam energieconcept. Deze studie heeft betrekking op een groot deel van de panden van RDM Campus, o.a. de Machinehal (20.000m²).
Havenbedrijf Rotterdam heeft in juli 2008 het convenant duurzaam bouwen voor Rotterdam mede ondertekend. Door ondertekening van dit convenant beloofden we ons in te spannen om in het vastgoed 25% minder CO2-uitstoot dan het Bouwbesluit 2006 te realiseren. Samen met het Rotterdam Climate Initiative analyseerden we in 2010 hoe we onze inspanningsverplichting nader vorm kunnen geven. Het ziet er naar uit dat we dit met de methode BREEAM-NL gaan doen, de Nederlandse uitwerking van een internationale beoordelingsmethode om de duurzaamheid prestatie van gebouwen te bepalen. De mogelijkheden voor concrete toepassing van deze methodiek bij onze vastgoedprojecten zullen in 2011 nader worden uitgewerkt.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Omgeving en duurzaamheid
79
Gebiedsgerichte aanpak bodemverontreiniging en grondwaterbeleid
• •
In het Rotterdamse haven- en industriegebied is door de langdurige aanwezigheid van verschillende industriële activiteiten bodemverontreiniging ontstaan. De bodemverontreiniging kan zich op verschillende dieptes bevinden. Met het stromende grondwater kan de verontreiniging zich verspreiden naar gebieden die nu nog schoon zijn. Sinds 1992 hanteren we een beleid om de bodemkwaliteit van bedrijfsterreinen op orde te brengen en te houden, zodat deze geschikt blijven voor industriële bestemming. Dit beleid voeren we uit met bepalingen in onze erfpacht contracten. Zo moeten de bedrijven het terrein na afloop van het contract in hun oorspronkelijke staat opleveren. Havenbedrijf Rotterdam introduceerde een aantal jaren geleden de gecombineerde strategie. Deze strategie combineert de aanpak van de verontreiniging in boven- en ondergrond: De verontreiniging in de bovengrond (globaal de bovenste 4 à 5 meter) dient volgens de wet gevalsgericht door elk bedrijf afzonderlijk verwijderd te worden. De grondwaterverontreiniging in de ondergrond (de diepere laag onder de bovengrond) kan gebiedsgericht (kaveloverschrijdend) worden aangepakt. De gebieds gerichte aanpak van de ondergrond moet voorkomen dat diepe verontreinigingen zich verspreiden buiten de gebiedsgrenzen van het havengebied. Door de gebiedsgerichte aanpak krijgen de natuurlijke afbraakprocessen in de bodem meer tijd om verontreinigingen af te breken (vergroting ‘reactorvat’). Het aantal aan te pakken ‘hot spots’ en daarmee de financiële risico’s voor Havenbedrijf Rotterdam, bedrijfsleven en gemeente nemen hierdoor af. In 2009 herijkten we ons bodembeleid uit 1992. Aanleiding hiervoor was de Europese Grondwaterrichtlijn, die eisen stelt aan de verspreiding van verontreinigd grondwater. De wetgever heeft geconstateerd dat het volledig opruimen van alle verontreiniging voor elk geval afzonderlijk niet altijd direct noodzakelijk is, los van het feit dat het kostbaar en onhaalbaar is. De wetgever introduceert daarom gebiedsgericht grondwaterbeheer als alternatief. In 2010 hebben we het grondwaterbeheer verder ingevuld. De gemeente Rotterdam stelt samen met ons en andere overheden een Bestuurlijk Arrangement op. Hierin wordt de visie voor gebiedsgericht grondwaterbeheer voor stad én haven vastgelegd. Dit is in 2010 voor het havengebied vertaald in een beleidsregel gebiedsgericht grondwaterbeheer. Na het vaststellen van de beleidsregel, gaan we de grondwaterverontreiniging op gebiedsniveau monitoren en beheersen, te beginnen in het Botlek- en Vondelingenplaatgebied. Deltares en Royal Haskoning voerden in 2010 drie onderzoeken uit, resulterend in een Monitoringsuitvoeringsplan. Ter ondersteuning van deze aanpak heeft het Ministerie voor Infrastructuur en Milieu € 5 miljoen toegezegd voor de uitvoering van deze aanpak in het Botlekgebied.
Duurzaam transport De ambities van Havenbedrijf Rotterdam met duurzaam transport komen enerzijds tot uiting in de verschuiving van transport naar schonere modaliteiten (modal shift) en anderzijds in het verduurzamen van de afzonderlijke modaliteiten. De modal shift doelstelling is dat in 2035 maximaal 35% van het containerverkeer van en naar de Maasvlakte over de weg wordt vervoerd. Dit wordt bereikt door een flinke inzet op de modaliteiten spoor (zie paragraaf 6.3, Spoor en paragraaf 6.4, Binnenvaart). Voor het duurzamer maken van de afzonderlijke modaliteiten zijn de volgende projecten uitgevoerd en maatregelen getroffen:
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Omgeving en duurzaamheid
80
Environmental Ship Index (ESI) ESI is een certificaat dat per 1 januari 2011 op verzoek van het schip wordt verstrekt door het World Ports Climate Initiative (zie www.environmentalshipindex. org). De ESI is ontworpen door de havens van Le Havre, Bremen, Hamburg, Antwerpen, Amsterdam en Rotterdam. De index geeft de milieuprestatie van schepen weer over de uitstoot van luchtverontreiniging (NOx en SOx) en CO2. Havens en andere nautische dienstverleners over de hele wereld kunnen de index gebruiken om schepen te belonen en zodoende duurzaam gedrag in de scheepvaart te stimuleren. Scheepseigenaren en operators kunnen zich aanmelden op de ESI-website. Deze ging officieel live tijdens een persconferentie op 2 november in Londen. In 2010 namen we het besluit dat vanaf januari 2011 de allerschoonste schepen die Rotterdam bezoeken in aanmerking komen voor een korting op het zeehavengeld van gemiddeld 5%. Vaarsnelheidbeperking
De Havenmeester heeft een vaarsnelheidbeperking afgekondigd voor de binnenvaart op drie vaarwegtrajecten: de Nieuwe Maas ter hoogte van het Noordereiland, de Oude Maas tussen Beerenplaat en de Botlekbrug en het Hartelkanaal tussen de splitsing met de Oude Maas en de Harmsenbrug. Deze maatregel is gekoppeld aan het bestemmingsplan Maasvlakte 2. De maatregel is nodig om emissies op een aantal knelpunten als gevolg van Maasvlakte 2 te beperken. De Binnenvaartsector is het niet eens met deze maatregel en is hiertegen in beroep gegaan. De beroepsprocedures krijgen een vervolg in 2011. Walstroom Om de luchtkwaliteit in de haven te verbeteren investeert Havenbedrijf Rotterdam in walstroomfaciliteiten voor de binnenvaart. Binnenvaartschepen op een ligplaats met walstroomvoorziening mogen geen generatoren gebruiken om stroom op te wekken. In plaats daarvan moet de binnenvaartschipper stroom afnemen van de op de wal staande elektriciteitskasten. Daarmee beogen we de lokale uitstoot van NOx en fijnstof te verminderen en de geluidhinder voor de omgeving te beperken. In navolging van de pilot “Walstroom Maashaven” plaatsten wij in april 2010 ook walstroom op het Noordereiland in Rotterdam. Op het Noordereiland realiseerden we in totaal 55 aansluitingen. In 2010 zijn nabij het stedelijk gebied van Rotterdam nog 90 aansluitingen beschikbaar gesteld voor de binnenvaart in onder meer de Heijsehaven, Waalhaven en aan de Feijenoordkade en Maasboulevard. Inmiddels zijn 300 van de ruim 800 Rotterdamse ligplaatsen voor de binnenvaart voorzien van walstroom. Ons doel is om in 2012 ongeveer 600 aansluitingen in de haven beschikbaar te hebben. De uitrol van walstroom voor de binnenvaart in Rotterdam kwam tot stand in nauw overleg met de branche. In mei besloot Havenbedrijf Rotterdam een jaar lang 7 cent korting (per kWh) op walstroom voor binnenvaartschippers te verstrekken. Desondanks blijft de afname van walstroom achter bij de verwachting. Dit heeft verschillende oorzaken. Technische en operationele problemen, vertraging in de plaatsing op nieuwe locaties en schippers vinden het te duur. Omdat walstroom verplicht is in Rotterdam, wijken schippers vaak uit naar andere havens. Een projectgroep is in overleg met de binnenvaartsector bezig met het oplossen van de problemen.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Omgeving en duurzaamheid
81
Stena Line in Hoek van Holland gaat als eerste Nederlandse zeehaventerminal gebruik maken van walstroom. Zodoende krijgen ook zeeschepen van deze rederij straks elektriciteit van de wal. De luchtkwaliteit in de directe omgeving van de terminal in Hoek van Holland zal door deze investering aanzienlijk verbeteren. Stena Line past op eigen kosten de zeeschepen aan. De installatie aan de wal is mogelijk gemaakt door een bijdrage van Havenbedrijf Rotterdam en co-financiering van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en stadsregio Rotterdam samen met de gemeente Rotterdam. In de loop van 2011 gaan de schepen van Stena Line in Hoek van Holland naar verwachting aan de walstroom. Nieuwe regeling schone binnenvaart
Havenbedrijf Rotterdam besloot in 2010 te starten met het tijdelijke stimuleringsfonds ‘Schone binnenvaart en duurzame logistiek in Rotterdam’. Het fonds verstrekt financiële bijdragen aan de binnenvaartsector om het brandstofverbruik en emissies in de regio Rotterdam te verminderen. Het Expertise en Innovatie Centrum Binnenvaart (EICB) gaat namens ons de stimuleringsregeling uitvoeren. Aanvragen voor de stimuleringsregeling kunnen worden gedaan door ondernemingen, publieks rechtelijke organisaties of combinaties daarvan. Uiteindelijk zal een afweging tussen de ingediende aanvragen worden gemaakt aan de hand van het verwachte milieurendement per geïnvesteerd eurobedrag.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Omgeving en duurzaamheid
82
7.3 Rotterdam Climate Initiative Inleiding In 2007 is het klimaatprogramma ‘Rotterdam Climate Initiative’ (RCI) opgericht. In dit klimaatprogramma zijn vier partijen een samenwerking aangegaan: de gemeente Rotterdam, Havenbedrijf Rotterdam, DCMR Milieudienst Rijnmond en ondernemersorganisatie Deltalinqs. De doelstelling van het RCI is: vijftig procent minder CO2 in 2025 t.o.v. 1990, anticiperen op klimaatverandering en versterking van de Rotterdamse economie. Het RCI maakt deel uit van de C40 Climate Leadership Group, een groep wereld steden die het voortouw neemt in de aanpak van klimaatverandering. Rotterdam is hiervoor uitgenodigd vanwege het omvangrijke haven- en industriecomplex. De C40 Group werkt nauw samen met het Clinton Climate Initiative.
Projecten
• • • • •
•
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Binnen het programma van RCI focust Havenbedrijf Rotterdam op energie en duurzame mobiliteit. De focus op energie betreft energie-efficiency (minder CO2-uitstoot), duurzame energie (vervanging CO2-uitstoot) en CO2-afvang en opslag (CO2-uitstoot uit de atmosfeer houden). Concrete RCI projecten die we in samenwerking met anderen uitvoeren zijn: stimuleren van handel in duurzame biomassa door realisatie van een handelsbeurs voor biomassa; faciliteren van de productie en het gebruik van biobrandstoffen; verdubbeling van het windvermogen in het havengebied in de periode 2010 - 2020 (Convenant Windenergie); ontwikkelen van de haven als proeftuin voor duurzame energieprojecten (bijv. ‘Plant One’ en de RDM Campus); het Rotterdam Opslag en Afvang Demonstratieproject (ROAD) voor de afvang en opslag van CO2 op zee (zie ook paragraaf 4.3 Onze Marktpositie, onder Energy Port); faciliteren van pijpleidingprojecten ten behoeve van warmtebenutting en CO2-transport (‘Stoompijp’).
Verslag van het Havenbedrijf > Omgeving en duurzaamheid
83
Naast ROAD zijn er nog enkele andere initiatieven op het gebied van Carbon Capture & Storage (CCS). OCAP, een joint venture van Linde Gas en Volker Wessels, gaat de bio-ethanol fabriek van Abengoa aansluiten op haar CO2-netwerk naar de glastuinbouw. Verder zijn er partijen in de markt om een CO2-shipping terminal te realiseren, zodat het koolzuur vloeibaar gemaakt per schip naar lege offshore reservoirs getransporteerd kan worden. Havenbedrijf Rotterdam doet hiervoor een locatie studie, waarbij gekeken wordt naar veiligheid en synergie.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Omgeving en duurzaamheid
84
7.4 Dialoog Inleiding Wij zijn ervan doordrongen dat het voor onze ‘license to operate’ en ‘license to grow’ belangrijk is om een duurzame dialoog met onze omgeving te voeren. Maatschappelijk draagvlak voor havenbedrijvigheid is niet vanzelfsprekend en vraagt om een pro-actieve omgevingsbenadering. Bij de ontwikkeling van Maasvlakte 2 merkten we dat het pro-actief betrekken van belanghebbenden enorm van belang is voor het verkrijgen van draagvlak voor onze plannen. Wij betrokken belanghebbenden al in een vroeg stadium van het project en werkten procesmatig aan een duurzame dialoog. Hierbij brachten we de belangrijkste kwesties rond het project zorgvuldig in kaart en zochten gezamenlijk naar oplossingen. Op deze manier leidde het project tot gezamenlijke meerwaarde.
Dialoog met belanghebbenden Het voeren van een dialoog met belanghebbenden is al heel lang onderdeel van onze dagelijkse bedrijfsvoering. Hierbij komen verschillende sociale, economische en milieu onderwerpen aan de orde. Havenbedrijf Rotterdam wil de gezichtspunten van de belanghebbenden begrijpen, maar ook eigen gezichtspunten uitleggen. We kunnen niet iedereen tevreden stellen, maar we geloven dat transparantie, eerlijkheid en respect voor diverse gezichtspunten de uitgangspunten zijn voor het onderhouden van goede relaties. Onze belanghebbenden zijn de mensen en organisaties die onze activiteiten beïnvloeden en die door onze activiteiten worden beïnvloed. Havenbedrijf Rotterdam heeft de volgende groepen belanghebbenden onderscheiden: klanten, medewerkers, overheden (Rijk, provincie en gemeenten), omwonenden, brancheverenigingen en maatschappelijke belangenorganisaties. Overheden hebben een dubbele rol door het aandeelhouderschap, maar ook door het opstellen van wet- en regelgeving. We gaan op diverse manieren de dialoog aan met deze belanghebbenden. Door middel van één op één overleggen, gedurende projecten, in partnerschappen, deelnemingen en samenwerkingsverbanden en gedurende lezingen, fora en conferenties komen wij in contact met de diverse belanghebbenden. Tot slot hielden wij ook in 2010 een viertal discussiesessies met bedrijven uit de haven. Dit met als doel om op de hoogte te blijven van wat er leeft bij klanten. In deze zogenaamde ‘(Dial)oog op de Haven’ sessies presenteerde de Directie de laatste ontwikkelingen in de haven en ging zij de dialoog aan met het bedrijfsleven in de haven.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Omgeving en duurzaamheid
85
In 2010 introduceerden we binnen het Havenbedrijf een gestructureerde methodiek om een duurzame dialoog met relevante belanghebbenden vorm te geven. Door inzicht en overzicht te bieden van belanghebbenden, bespreekpunten en belangen en door concreet stappen te maken met de omgeving is de meerwaarde gebleken. Bij de implementatie hoort o.a. het opzetten van een structurele dialoog met onze groepen belanghebbenden. Naast een goede borging en opvolging van afspraken met de belanghebbenden, trainden we onze mensen in het voeren van een dialoog. Hierdoor kunnen projectleiders dit toepassen in lopende projecten. In 2010 is dit al bij veel projecten toegepast. Op verschillende plaatsen in dit Verslag staan concrete voorbeelden van dialogen met onze omgeving in 2010. Zie o.a. paragraaf 5.2 (Maasvlakte 2,), 5.3 (Bestaand havengebied), 6.2 (Weg), 6.3 (Spoor) en 6.4 (Binnenvaart). In 2011 zetten we dit door. Dialoog met onze omgeving is onderdeel van onze manier van werken.
Dialoog met Europa Havens worden beïnvloed door beleid van de Europese Unie over havens, energie, klimaat, milieu en veiligheid. Andersom zijn havens van belang voor de Europese markt. Wij kijken daarom niet alleen naar wat Europa betekent voor de haven, maar ook naar wat de haven betekent voor Europa. Dit vertaalden wij in 2009 in de Europese agenda voor 2009-2014 ‘Samen Werken aan Europa’. Ook in 2010 was deze agenda leidend voor onze strategie in Europa. Vooral de voortdurende inzet voor Trans-Europese Netwerken voor transport (TEN-T) was punt van aandacht. Daarnaast speelde in 2010 de uitwerking van de ‘Communication on Ports Policy’ uit 2007 een belangrijke rol. Dit gaat voornamelijk over de invulling van vereiste transparantie bij uitgifte van haventerreinen aan marktpartijen. Ook gaat dit over de invulling van richtlijnen voor staatssteun en voor het Natura 2000 beleid. Verder was en is een belangrijke prioriteit het streven om de ‘Energy Port’ van Europa te worden en als zodanig in het EU beleid te worden benoemd. Onze aandachtspunten uit 2010 blijven in 2011 hoog op de agenda staan. Net als in 2010 gaan we ons richten op de internationale rol van de haven en het belang van Europese achterlandnetwerken. Met name het versterken van onze rol bij de ontwikkeling van relevante achterlandcorridoren heeft onze aandacht. Centraal staat de hubfunctie van de Rotterdamse en andere havens in relatie tot een netwerk voor grote doorgaande vrachtcorridoren. Dit concept wordt bij de herziening van het trans-Europese netwerk voor transport (TEN-T) door de Europese Commissie uitgewerkt. In 2011 wordt de herziening van TEN-T onderwerp van politieke besluitvorming in Europees Parlement en Europese Raad. Op basis van de besluitvorming zal prioritering van grote Europese infraprojecten plaatsvinden. Eveneens zullen wij in 2011 onze inzet op de plaats en rol van Rotterdam binnen het EU energiebeleid verder ontwikkelen. Concreet betreft het onze aandacht voor de Energy Strategy for Europe 2011-2020 en de uitvoering hiervan. Ook betreft het de Energy Infrastructure Package waarbij het onze inzet is dat daarin de hubfunctie van Rotterdam centraal komt te staan voor de energievoorziening van Europa. Hierin zal de herziening van het Trans-Europese Netwerk voor Energie (TEN-E) een belangrijke rol spelen. De invalshoek van de EU zal naast de beoogde CO2-reductie in toenemende mate de strategische energievoorziening van de EU als uitgangspunt hebben.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Omgeving en duurzaamheid
86
In een aantal dossiers werken we samen met de European Sea Ports Organisation (ESPO). Op het gebied van de uitgifte van haventerreinen werken we aan een manifest voor zelfregulering voor concessies (‘Guide of Good Practice for Concessions’). Ook komt er een review van een duurzaamheidsmanifest (‘Environmental Code of Practice)’. Verder trekken we samen met ESPO op in de vormgeving van een kernnetwerk voor TEN-T en de EU beleidsvorming en wetgeving op het gebied van staatssteun, milieu en veiligheid in de EU havens. In november 2010 is Victor Schoenmakers, Director European & International Affairs van Havenbedrijf Rotterdam, herkozen als voorzitter van ESPO. Tot november 2012 zal daarmee het voorzitterschap van ESPO in Rotterdam blijven.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Omgeving en duurzaamheid
87
7.5 Innovatie Inleiding Vraagstukken op het gebied van ruimte, duurzaamheid en bereikbaarheid zijn veelomvattend. Vaak zijn conventionele oplossingen hiervoor niet toereikend. Met onderzoek en innovatie beogen wij daadwerkelijke vernieuwing in gang te zetten. Havenbedrijf Rotterdam werkt hierbij samen met universiteiten, bedrijven en andere partners. Hierdoor kan de haven uitdagingen voor de toekomst op een slimme manier oppakken. Om innovatie te stimuleren heeft Havenbedrijf Rotterdam vier innovatiethema’s bepaald, namelijk duurzame bereikbaarheid, ruimte, infrastructuur en nautiek. Voor elk innovatiethema identificeert het bijbehorende innovatieteam - enkele interne specialisten onder leiding van een lijnmanager - de meest relevante ontwikkelingen voor de komende tien tot twintig jaar en voor welke uitdagingen deze ontwikkelingen het Havenbedrijf stellen. Voor de belangrijkste uitdagingen stelt het innovatieteam vervolgens vast of innovatie nodig is en zo ja, op welke wijze deze tot stand zou moeten komen, bijvoorbeeld door onderzoek, studies, verkenningen of proefprojecten te initiëren. Eén of twee keer per jaar presenteert ieder innovatieteam zijn bevindingen op directieniveau. In 2010 hebben drie van de vier innovatieteams hun uitdagingen bepaald, in concept of definitief. Onderlinge afstemming tussen de innovatiethema’s zal naar verwachting in 2011 plaatsvinden.
Activiteiten •
•
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Concrete innovatie activiteiten in het afgelopen jaar zijn: Bluetooth meetnet: In 2010 startte de uitrol van een ‘bluetooth meetnet’ over het havengebied tot aan enkele grenslocaties. Met dit meetnet kunnen we de doorstroming op wegen van Havenbedrijf Rotterdam en op de A15 nauwlettend in de gaten houden. Ook vergroten we onze kennis over de routekeuze van het goederenvervoer ván en náár het achterland. Havenbedrijf Rotterdam is met dit project winnaar (van 78 inzendingen) op het Nationaal Verkeerskundecongres. Hangende eco-structuren: In 2010 plaatsten wij bij wijze van proef hangende eco-structuren (hula’s) in de Scheurhaven en Pistoolhaven. Deze hadden als doel de gladde glooiingen en steigers te verruwen. Hierdoor ontstaan aantrekkelijkere vestigingsplaatsen voor mosselen en andere in het water levende organismen. Vervolgstap is onderzoek of de proef effect had op de waterkwaliteit, golfslag en onderwaternatuur.
Verslag van het Havenbedrijf > Omgeving en duurzaamheid
88
•
‘Plant One’: In mei 2010 werd een industriële test- en demonstratiefaciliteit voor innovatieve, duurzame procestechnologie (Plant One) operationeel. Hier kunnen nieuwe technologieën voor minder energie- en grondstoffenverbruik of toepassing van schone grondstoffen waarschijnlijk snel en kosteneffectief hun nut bewijzen. Plant One draagt bij aan de doelstelling van het Rotterdam Climate Initiative om de CO2-uitstoot in 2025 te halveren ten opzichte van 1990. De start werd mogelijk door subsidies van Rijk, Provincie Zuid-Holland, gemeente Rotterdam, Havenbedrijf Rotterdam en het Rotterdam Climate Initiative.
Samenwerking Daarnaast waren er in 2010 de volgende belangrijke samenwerkingsverbanden met universiteiten, onderzoeksinstellingen en bedrijfsleven: •
Port Research Center (TU Delft): Binnen het samenwerkingsverband PRC met de Technische Universiteit Delft is een verdere verdiepingsslag gemaakt op het gebied van wetenschappelijk havengerelateerd onderzoek. Inmiddels worden vier promovendi ondersteund, zijn twee haven hoogleraren aan de slag gegaan en is de selectie van de derde haven hoogleraar afgerond.
•
Next Generation Infrastructures (NGI): De projectorganisatie Maasvlakte 2 sloot in 2010 een samenwerkingsovereenkomst met het onderzoeksprogramma NGI. Doel is de komende vier jaar het toepassen van de ontwikkelde kennis binnen NGI-projecten uit de afgelopen vier jaar. Op en rond Maasvlakte 2 kunnen nieuwe concepten gedemonstreerd en getest worden.
•
Erasmus Smart Port: Met de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) is de samen werking in december 2010 geformaliseerd. Het College van Bestuur van de EUR committeerde zich met de aanstelling van vijf deeltijdhoogleraren Haveneconomie. Havenbedrijf Rotterdam, gemeente Rotterdam en Deltalinqs hebben voor vier jaar financiële ondersteuning toegezegd. De eerste multi-disciplinaire projecten zijn succesvol uitgevoerd, onder meer ‘’Het belang van de haven van Rotterdam voor de BV Nederland’’.
•
TNO: Met TNO is op bestuursniveau afgesproken meer gebruik te maken van elkaars kennis en mogelijkheden. Doel is kennis van TNO toe te passen in de haven en de haven open te stellen als proeftuin. Hierbij wordt door medewerkers van Havenbedrijf Rotterdam en van TNO gezamenlijk een aantal uitdagingen aangepakt. Het gaat hier om twee intensieve workshops: één over de transitie van het chemische cluster en de andere over de intensivering van het ruimtegebruik. Daarnaast zijn twee ‘field labs’ opgestart over ‘Security’ en ‘Intensivering ruimtegebruik’.
•
General Electric (GE): Met General Electric tekenden we in 2010 een samenwerkingsovereenkomst. Dit resulteerde in drie projecten: Smart Grid Maasvlakte, Walstroom en een onderzoek naar CO2-afvang en opslag in combinatie met de mogelijkheden voor kolenvergassing. Ook voerden we samen met GE verkennende gesprekken over intelligente straatverlichting met Philips en IBM.
•
Dinalog: Het Logistiek Topinstituut Dinalog (Dutch Institute for Advanced Logistics) ging in 2010 van start met standplaats Breda. Dinalog wordt het instituut waar de innovatieve top van het internationale bedrijfsleven en wetenschap hun kennis delen en gezamenlijk innovatieve methodes en processen tot stand brengen. Dinalog is een uitwerking van het innovatieprogramma van de Commissie Van Laarhoven. Havenbedrijf Rotterdam is actief betrokken bij twee projecten van Dinalog met als doel de regierol van knooppunten te versterken. Via de havenprofessoren bij Erasmus SmartPort, Port Research Center Delft en TU Eindhoven zijn wij tevens betrokken bij de verdere ontwikkeling van Dinalog.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Omgeving en duurzaamheid
89
7.6 Arbeidsmarkt en onderwijs Inleiding Als Havenbedrijf Rotterdam hebben we er belang bij dat er voldoende juist opgeleid personeel beschikbaar is voor onszelf en voor onze klanten, nu en in de toekomst. De directe werkgelegenheid van het havengebied bedroeg in 2008 circa 90.000 personen. Ongeveer de helft hiervan zijn werknemers die in ons beheersgebied werken. De andere helft zijn werknemers in de transportsector die wel tot de categorie direct havengerelateerd behoren. Daarnaast genereert de Rotterdamse haven circa 55.000 indirecte banen (toeleveranciers, dienstverleners) buiten ons beheersgebied. (Bron: havenmonitor 2008).
Arbeidsmarktverkenning Na het crisisjaar 2009 waren bedrijven in 2010 nog terughoudend met de aanname van vaste werknemers, ondanks het aantrekken van de economie. De groei wordt in eerste instantie ingevuld met flexibele arbeidskrachten via uitzendorganisaties. Via de Arbeidsmarktverkenning Mainport Rotterdam laten we jaarlijks onderzoeken wat de behoefte aan personeel van het havenbedrijfsleven is en of dit overeenstemt met de uitstroom van studenten van de scholen. De behoefte is jaarlijks circa 2000 mensen. Voor de lange termijn verwachten we grote schaarste op de havenarbeidsmarkt. Dit komt door de groeiende vervangingsvraag (pensionering en verloop) en de uitbreidingsvraag (Maasvlakte 2). En doordat te weinig jongeren kiezen voor een technische, logistieke of maritieme opleiding. Een andere oorzaak is de concurrentieslag om talent met andere economische sectoren en onbekendheid met havenbanen.
Taken en activiteiten
• • • •
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Vanwege ons belang bij goede aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt in de Rotterdamse haven, richten wij ons op de volgende vier taken: Jaarlijks monitoren van de arbeidsmarkt, zodat we trends/bedreigingen signaleren. Bijdragen aan projecten (mankracht/euros), deelname in besturen (invloed/advies). Investeren in de haven als aantrekkelijke en bereikbare werkomgeving. Lobbyen voor goede regionale randvoorwaarden (woningbouw, openbaar vervoer, recreatiemogelijkheden).
Verslag van het Havenbedrijf > Omgeving en duurzaamheid
90
•
• •
•
•
•
Afgelopen jaar vertaalden deze taken zich in de volgende activiteiten: Ontwikkelen van een nieuw Havenlesprogramma voor 8000 leerlingen op VMBOniveau, in samenwerking met het Educatief Informatie Centrum en Stichting LMC Voortgezet Onderwijs. Lectoraat Ideale haven en een verbreding van hieraan deelnemende onderwijs instellingen, binnen en buiten de regio. Vormgeven van een nieuw werkprogramma Kennisinfrastructuur Mainport Rotterdam (KMR), met als doel de aansluiting tussen havenbedrijfsleven en onderwijs te verbeteren, instroom naar havenonderwijs te laten toenemen en afstemming en coördinatie over de havenarbeidsmarkt te laten verzorgen door KMR. Opdrachtgeverschap van een onderzoek over de vergrijzingsvraag en consequenties voor het havengebied. Hoe groot is de vergrijzing en uitstroom door pensionering in de havensectoren nu werkelijk? En wat zijn de consequenties voor HRM-beleid in de haven. Monitoren van arbeidsverhoudingen zoals nieuwe CAO’s, arbeidsonrust, maar ook adviseren in sociale projecten zoals Revit, waarbij jongeren zonder startkwalificatie aan het werk worden geholpen in de haven. Analyse van de havenarbeidsmarkt voor de Havenvisie 2030, zowel de vertaalslag van de goederenprognoses in werkgelegenheidscijfers als trends en ontwikkelingen die van invloed zijn op de toekomstige havenarbeidsmarkt. In 2010 gingen binnen Havenbedrijf Rotterdam 9 starters op HBO/WO-niveau aan de slag als gevolg van het zogenoemde Akkoord van Rotterdam uit 2009. In dit Akkoord met de gemeente Rotterdam en het Rotterdamse bedrijfsleven spraken we onder andere af om binnen drie jaar tijd 10-15 starters een tijdelijke aanstelling aan te bieden. Het Akkoord van Rotterdam had als doel de negatieve gevolgen van de economische recessie in het havengebied te beperken en voor te sorteren op kansen na de recessie.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Omgeving en duurzaamheid
91
Verslag van het Havenbedrijf 1 De haven van Rotterdam 2 Over Havenbedrijf Rotterdam 3 Havenmeester
Financiën
4 Klant 5 Gebied en ruimte 6 Verkeer en bereikbaarheid 7 Omgeving en duurzaamheid 8 Financiën 9 Vooruitzicht 2011
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Financiën
92
8.1 Resultaat
• • • • Resultaatontwikkeling Bedragen x € 1 miljoen
Het resultaat over 2010 bedraagt € 154,2 miljoen. Ten opzichte van het resultaat over 2009 (exclusief bijzondere posten) betekent dit een stijging van € 10,0 miljoen (+ 7 %). De belangrijkste ontwikkelingen zijn: een toename van bedrijfsopbrengsten (€ 32,0 miljoen) veroorzaakt door meer inkomsten uit havengelden en contractopbrengsten; een eenmalige afkoop van de verplichting voor toekomstig klein onderhoud van o.a. bruggen, kademuren en sluizen (€ 13,9 miljoen); toename van de afschrijvingskosten (€ 12,3 miljoen); toename van het resultaat uit deelnemingen (€ 6,6 miljoen). TOENAME
2010
2009
Verschil
in %
Havengelden
288,2
274,1
14,2
Contractopbrengsten
249,4
232,5
16,9
Overige opbrengsten
13,9
12,9
1,0
551,4
519,4
32,1
Bedrijfsopbrengsten
6,2
Lonen, salarissen, soc.lasten
-101,1
-95,1
-6,0
Exploitatielasten
-102,0
-104,1
2,1
Overige bedrijfslasten
-18,3
-23,1
4,8
-0,4
-221,4
-222,3
0,9
Bedrijfslasten
-5,8
-235,3
-222,3
-13,0
Resultaat voor rente en afschrijvingen (EBITDA)
6,4
316,1
297,1
19,0
-113,1
-100,8
-12,3
Bedrijfslasten voor eenmalig afkoop klein onderhoud Eenmalig afkoop klein onderhoud
-13,9
Afschrijvingen Bedrijfsresultaat (EBIT)
-13,9
203,0
196,3
6,7
Financiële baten- en lasten
-55,1
-51,8
-3,3
Resultaat deelnemingen
6,3
-0,3
6,6
7,0
154,2
144,2
10,0
23,2
-23,2
-7,9
154,2
167,4
-13,2
Resultaat
3,4
Verkoopresultaat deelneming Resultaat
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Financiën
93
De havengelden namen toe met € 14,1 miljoen (+ 5,1%) ten opzichte van het jaar 2009. Door de groei van de overslagvolumes en een tariefstijging namen de bruto zeehavengelden toe met € 27,6 miljoen (+ 9,5%). Na aftrek van de eenmalige crisiskorting van 7% en overige kortingen komt het netto zeehavengeld uit op € 275,3 miljoen. De opbrengst binnenhavengelden (€ 12,9 miljoen) steeg met € 1 miljoen (+ 8,6%). Als gevolg van indexeringen en prijsherzieningen namen de contractopbrengsten toe met € 16,9 miljoen (+ 7,3%).
•
•
De bedrijfslasten exclusief de eenmalige afkoop klein onderhoud zijn ten opzichte van 2009 nagenoeg gelijk gebleven. De belangrijkste mutaties zijn: een toename van personeelslasten (€ 6 miljoen) voornamelijk veroorzaakt door enerzijds een CAO-stijging (januari + 0,75%, juli + 0,5%) en anderzijds een hogere dotatie aan de voorziening voormalig personeel als gevolg van een wetswijziging; een afname van de exploitatielasten (€ 2,1 miljoen) en overige bedrijfslasten (€ 4,8 miljoen). De afschrijvingen namen toe met € 12,3 miljoen door het hogere investeringsniveau. Ten opzichte van 2009 nam het saldo van de financiële baten en lasten toe met € 3,3 miljoen. Dit wordt verklaard doordat HbR gebruik heeft gemaakt van beschikbare faciliteiten om aan de financieringsbehoefte te kunnen voldoen. Dit had een toename van rentelasten als gevolg. Daarnaast is het positieve saldo van de liquide middelen ultimo 2009 in 2010 voornamelijk aangewend voor investeringen, waardoor de rentebaten lager zijn. Het resultaat deelnemingen nam ten opzichte van 2009 toe met € 6,6 miljoen. Dit is veroorzaakt door een toename van de operationele resultaten van de deelnemingen en door de verkoop van 25% van de aandelen in Portbase B.V. aan de gemeente Amsterdam (€ 1,5 miljoen). Vorig jaar bedroeg de boekwinst bij verkoop van een deelneming € 23,2 miljoen.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Financiën
94
8.2 Kasstromen
Kasstroom overzicht
2010
2009
Bedragen x € 1 miljoen
Bedrijfsresultaat (EBIT)
203,0
Afschrijvingen en mutaties voorzieningen e.a.
103,0
92,1
Kasstroom uit operationele activiteiten
306,0
288,4
Mutaties werkkapitaal
196,3
-28,3
-105,0
277,7
183,4
Rente
-54,3
-47,2
Operationele kasstroom
223,4
136,2
-394,4
-320,7
56,9
355,4
-114,1
170,9
Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten
Investeringskasstroom Financieringskasstroom Saldo kasstroom
In 2010 heeft een herrubricering plaatsgevonden van materiële vaste activa naar vorderingen als gevolg van het opnemen van de Rijksbijdrage Maasvlakte 2. In het kasstroom overzicht is deze post niet opgenomen omdat het geen cash item betreft. (zie voor een verdere toelichting de Jaarrekening 2010)
De operationele kasstroom nam ten opzichte van 2009 met € 87,2 miljoen toe tot € 223,4 miljoen. De toename wordt vooral veroorzaakt door een afname in het werkkapitaal (€ 76,7 miljoen) mede als gevolg van minder aflossingen op kortlopende schulden. Andere oorzaken voor de toename van de operationele kasstroom zijn een hoger bedrijfsresultaat (€ 6,7 miljoen) en een toename van de afschrijvingen en voorzieningen in 2010 (€10,9 miljoen). Daarentegen betaalde we per saldo meer aan rente ( €7,1 miljoen). De investeringskasstroom betreft het investeringsvolume minus ontvangen bijdragen en subsidies. Het investeringsvolume inclusief bouwrente nam ten opzichte van 2009 verder toe vooral door de investeringen in de Maasvlakte 2. Dit leidde tot een toename van de (uitgaande) investeringskasstroom.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Financiën
95
Bruto investeringen
2010
2009
2008
2007
2006
Bestaand Gebied
121
170
135
235
231
Maasvlakte 2
324
171
55
17
TOTAAL
445
341
190
252
(Bedragen x € 1 miljoen)
231
De financieringskasstroom bestaat voornamelijk uit enerzijds de aflossingen op de achtergestelde en niet-achtergestelde leningen en anderzijds de opname van € 180 miljoen aan leningen bij de Europese InvesteringsBank.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Financiën
96
8.3 Financiering Per eind 2010 bestaat de financiering van Havenbedrijf Rotterdam hoofdzakelijk uit eigen vermogen van meer dan € 1,7 miljard en vreemd vermogen. Dit vreemd vermogen bestaat uit de door de gemeente Rotterdam in 2004 verstrekte (achtergestelde) leningen en uit (langlopende) financiering op de kapitaalmarkt. Het financiële beleid van Havenbedrijf Rotterdam is risico-avers. Financiële risico’s dekken we in belangrijke mate af. Ter voorkoming van renterisico’s op leningen met variabele rente is een viertal renteswaps afgesloten. Daarnaast is eind 2008 een fuelswap afgesloten, waarmee we het risico op fluctuerende olieprijzen afdekken gedurende de aanleg van Maasvlakte 2. In 2009 is daarnaast het Euro/US Dollar valutarisico dat Havenbedrijf Rotterdam loopt op een internationale deelneming afgedekt. Kengetallen
2010 Rentedekking
3,7
4,1
Net Debt / EBITDA
2,9
2,6
Solvabiliteit (in %)
63
66
7,0
7,8
Rendement werkzaam vermogen (in %)
1
De ratio rentedekking is berekend door EBIT te delen door het saldo van rentelasten en -baten
2
Uitstaande schuld minus erfpacht en minus positieve stand liquide middelen gedeeld door het resultaat voor rente en afschrijving
3
Het groepsvermogen is berekend inclusief achter gestelde leningen
2009
De ratio’s rentedekking (ICR)1, Net Debt / EBITDA2 en solvabiliteit3 verslechterden in 2010 in geringe mate ten opzichte van 2009. De oorzaak hiervan is voornamelijk gelegen in de effecten van de in 2009 ontvangen kapitaalstorting van € 450 miljoen, waardoor de liquiditeit en het aandelenkapitaal fors werden verhoogd. De rente dekking vermindert door relatief fors hogere rentelasten in 2010 ten opzichte van een geringere groei van het bedrijfsresultaat. Door hogere investeringen in 2010 neemt daarnaast de Net Debt to EBITDA toe. Deze investeringen hebben ook geleid tot een lager niveau aan liquide middelen ultimo 2010. De solvabiliteit vermindert door opname van langlopende schulden waardoor het balanstotaal sneller groeit dan de aangroei van het eigen vermogen. Evenals in 2009 voldoen de ratio’s ruim aan de normen die met externe financiers zijn afgesproken. De bancaire ratio’s zullen door de hoge investeringsuitgaven komende jaren onder druk staan maar blijven naar verwachting voldoen aan de afspraken met de financiers.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Financiën
97
4
De ROCE wordt berekend door het bedrijfsresultaat te delen door het gemiddeld balansresultaat gecorrigeerd voor kortlopende schulden
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Het rendement op het werkzaam vermogen (ROCE4) is afgenomen doordat er meer geïnvesteerd is in 2010 ten opzichte van 2009, bij een stabiel bedrijfsresultaat. Dit is in lijn met de in 2009 uitgesproken verwachtingen en wordt grotendeels veroorzaakt door toename van investeringen in Maasvlakte 2. De ROCE zal het komende jaar door hoge investeringen verder afnemen.
Verslag van het Havenbedrijf > Financiën
98
Verslag van het Havenbedrijf 1 De haven van Rotterdam 2 Over Havenbedrijf Rotterdam 3 Havenmeester 4 Klant 5 Gebied en ruimte 6 Verkeer en bereikbaarheid 7 Omgeving en duurzaamheid
Vooruitzicht 2011
8 Financiën 9 Vooruitzicht 2011
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Vooruitzicht 2011
99
Zoals vermeld in het voorwoord staat de haven van Rotterdam er goed voor. Het gaat goed met de goederenoverslag, ons marktaandeel en onze investeringen, zowel in Maasvlakte 2 als in het bestaande havengebied. We willen graag dat de mainport Rotterdam zijn rol blijft spelen als motor van de nationale en Europese economie. De richting daarvoor hebben we weergegeven in ons nieuwe Ondernemingsplan 2011-2015. We kunnen voortbouwen op onze geschiedenis, kennis en ervaring. En we hebben ambitieuze doelstellingen zoals het verbeteren van de bereikbaarheid, het verduurzamen van het havengebied, het verder vergroten van ons marktaandeel en het creëren van waarde voor wereldwijde spelers in internationale groeimarkten. We zijn optimistisch over de ontwikkeling van de overslag in 2011. We voorzien een groei met 2 à 3 procent tot circa 440 miljoen ton. Deze groei is in lijn met de groei in de periode 2005-2008. Het zeehavengeld ontwikkelt zich gematigd. Onze operationele en overige lasten blijven stabiel. Dankzij de groei in de opbrengsten en het bevriezen van de lasten, verwachten we in 2011 ook groei van het netto resultaat. Wij blijven investeren om onze ambities te realiseren. In 2011 zal ons investeringsvolume verder toenemen. Voor Maasvlakte 2 wordt 2011 een belangrijk jaar: het grootste deel van de totale investering vindt plaats in 2011 en de eerste havens worden ook echt zichtbaar. In het bestaand gebied staat ook veel te gebeuren. Twee nieuwe, grote biobrandstof fabrieken en een vloeibaar aardgas terminal worden geopend in de haven. En twee nieuwe kolencentrales en een gascentrale zijn in aanbouw. Via het Rotterdam Climate Initiative zijn we samen met onze partners aan de slag om de groei van Rotterdam Energy Port zo duurzaam mogelijk te maken. Zo werken we hard aan CO2-afvang bij de huidige kolencentrales, aan het besparen van energie door het onderling verbinden van bedrijven en aan uitbreiding van de bestaande hoeveelheid windmolens in de Rotterdamse haven. Om de bereikbaarheid van de haven te vergroten gaan we door op de ingeslagen weg met De Verkeersonderneming en met het Container Transferium in Alblasserdam. Voor snelle realisatie van een Nieuwe Westelijke Oeververbinding zetten we ons in voor besluitvorming in 2011 over het voorkeurstracé. En we hopen eventuele financiële obstakels uit de weg te ruimen. Het jaar 2011 wordt ook het jaar van onze nieuwe ‘Havenvisie 2030’. In het voorjaar gaan we hiervoor met klanten, overheden, belangenorganisaties en bewoners een dialoog aan. Hiermee hopen we te komen tot een inhoudelijk goede, flexibele visie op de gewenste ontwikkeling van de haven in zijn omgeving. Na de dialoog zullen we de Havenvisie 2030 aanbieden aan het College van B&W van Rotterdam.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Verslag van het Havenbedrijf > Vooruitzicht 2011
100
Bericht van de Raad van Commissarissen
Bericht van de Raad van Commissarissen Herstel na economische crisis Met genoegen hebben wij kunnen constateren dat de haven zich boven verwachting herstelt van de economische crisis. Dat de overslag in 2010 nog weer beter is dan in het recordjaar 2008, is een bewijs van de kracht van het havenbedrijfsleven en van Havenbedrijf Rotterdam. Om te zorgen dat het herstel zich zal bestendigen, heeft Havenbedrijf Rotterdam ervoor gekozen om in 2011 een herstelkorting toe te passen. Zo is er een ‘zachte landing’ in het zeehavengeld gecreëerd in relatie tot de overeengekomen beëindiging van de crisiskorting per 1 januari 2011. De crisiskorting wordt in twee jaar afgebouwd in plaats van in één keer. Daarnaast kan geconstateerd worden dat er grote investeringsprojecten, mede gerelateerd aan de eerste en tweede Maasvlakte, onderhanden zijn. Havenbedrijf Rotterdam heeft het afgelopen jaar meer geïnvesteerd dan ooit. En zal ook blijven investeren in het havencomplex voor behoud en versterking van de motor van de Nederlandse economie.
Blijven inzetten op investeringen Het afgelopen jaar heeft Havenbedrijf Rotterdam vol in- en doorgezet op belangrijke investeringen in de breedte van activiteiten en segmenten in de haven. Met de verbreding van de Amazonehaven krijgt de haven er ruimte bij waar de allergrootste schepen (ULCC’s) kunnen laden en lossen. Met de investering in de Vitol Euro Tank Terminal en de demping voor uitbreiding van de Botlek Tank Terminal wordt in de benodigde tankopslag voorzien. De kolenoverslag gaat met de herconfiguratie EMO-schiereiland meer ruimte krijgen. Het Container Transferium Alblasserdam is een stap voorwaarts om containerstromen al voor het havengebied te bundelen. Daarnaast is besloten te investeren in de verhuizing van het stackgebied bij Rail terminal West, teneinde een optimale spoorlogistiek en ruimtegebruik binnen de Maasvlakte mogelijk te maken.
Maasvlakte 2 De aanleg van Maasvlakte 2 vordert voorspoedig en is qua planning en budget geheel op koers. Tijdens een werkbezoek dit jaar hebben wij een goede voortgang geconstateerd bij de aanleg van de eerste terreinen, de kadebouw, de aanleg van de buitencontour en de (infrastructurele) aansluiting met het bestaande havengebied. De dialoog met de eerste klanten is geïntensiveerd, omdat oplevering van de eerste terreinen voor 2011 in de planning staat. Het jaar 2011 wordt daarom een belangrijk jaar waarin de investeringsuitgaven voor de eerste fase een piek zullen bereiken. Wij constateren dat het project Maasvlakte 2 goed wordt beheerst. Dit is ook door de interne accountantsdienst vastgesteld. Wij zien de aanleg van Maasvlakte 2 ook in de komende jaren met vertrouwen tegemoet.
Investeren in Samenwerking De Raad van Commissarissen heeft de Directie gesteund in een aantal initiatieven om de samenwerking met Nederlandse havens te versterken. Het betreft een LOI (Letter of Intent) met Amsterdam en de intentie tot samenwerking bij het beheer en de exploitatie van de zeehaven van Dordrecht. Daarnaast is Rotterdam van nature (via waterwegen en spoor) verbonden met de Haven van Duisburg. Daarom heeft Havenbedrijf Rotterdam aangegeven geïnteresseerd te zijn in een participatie, mocht de gelegenheid zich voordoen.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Bericht van de Raad van Commissarissen
102
Maatschappelijk verantwoord is de manier waarop wij ondernemen Wij zijn trots op de maatschappelijke verantwoorde rol die Havenbedrijf Rotterdam verder heeft uitgebouwd. Het ontwikkelen van en blijven investeren in de haven èn oog hebben voor duurzaamheid is onmiskenbaar van belang. Naast de bijdragen aan Rotterdam Climate Initiative (RCI) en de CO2 footprint van Havenbedrijf Rotterdam zijn de ontwikkeling van RDM-complex en de invoering van de Environmental Ship Index (ESI) hier concrete voorbeelden van.
Richting voor de toekomst: Ondernemingsplan en Havenvisie Samen met de Algemene Directie hebben we de visie en koers voor de haven van Rotterdam en voor Havenbedrijf Rotterdam uitgezet. Wij hebben ingestemd met het nieuwe Ondernemingsplan 2011-2015 waar stevige en realistische ambities worden neergezet en de ingezette veranderende rol (van Landlord naar Port Developer) als uitgangspunt wordt gehanteerd. Er wordt krachtig ingezet op de Haven van Rotterdam (‘Homebase Showcase’). En de ambities in de vier gekozen speerpunten (ondernemende ontwikkelaar, verbinden met groeimarkten, waarde creëren in ketens en netwerken, en partnering met klanten van wereldklasse) dragen bij aan de Haven van Rotterdam en vice versa. Vijf onlosmakelijk met elkaar verbonden elementen die in onze volle overtuiging samen ‘Wereldklasse doen!’ waar gaan maken. Ten aanzien van de Havenvisie 2030 zien we een solide analyse - gedeeld met klanten en partners - van de toekomstscenario’s en heldere beelden over de toekomst van de Haven van Rotterdam. We zien uit naar het eindresultaat en de daarbij horende keuzes in het eerste kwartaal van 2011!
Samenstelling en bijeenkomsten Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen is zeven keer bijeen gekomen. Naast vijf reguliere vergaderingen hebben we een dag uitgetrokken om de strategie (Havenvisie en Ondernemingsplan) door te nemen en een bezoek te brengen aan Maasvlakte 2. Daarnaast is anderhalve dag benut om strategische dossiers te bespreken en bedrijfsbezoeken in de Rotterdamse Haven af te leggen (Gate, ECT, RDM-complex inclusief Onderzeebootloods). De werknemercommissaris heeft regelmatig contact onderhouden met de Ondernemingsraad en twee OR vergaderingen bijgewoond. De jaarlijkse zelfevaluatie aan de hand van een questionnaire heeft tot goede inzichten en verbeterpunten geleid.
• • • • •
De samenstelling van de Raad van Commissarissen is in 2010 niet gewijzigd. Alle leden zijn onafhankelijk in de zin van de corporate governance code. de heer A.J. Scheepbouwer; President-commissaris, lid remuneratiecommissie de heer drs. R.J.N. Abrahamsen, plaatsvervangend President-commissaris voorzitter auditcommissie de heer ir. J.M. Kroon MBA, lid auditcommissie de heer R.P.M. van Slobbe; lid auditcommissie de heer drs. R.M. Smit (werknemerscommissaris); voorzitter remuneratiecommissie De heer Smit heeft aangegeven bij afloop van zijn termijn (1 juli 2011) zich niet herbenoembaar te stellen. Wij betreuren maar respecteren zijn besluit en danken de heer Smit voor zijn jarenlange inzet.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Bericht van de Raad van Commissarissen
103
Commissies De Raad van Commissarissen kent twee adviserende commissies: de audit commissie en de remuneratiecommissie. De auditcommissie is in 2010 drie keer bijeengekomen. De auditcommissie heeft de Raad van Commissarissen geadviseerd over de jaarstukken 2009, de kwartaalrapportages 2010, belangrijke businesscases (zoals Maasvlakte 2), het risicolandschap en het vernieuwde Treasury Statuut. Individuele investeringen worden nauwlettend gevolgd. De remuneratiecommissie is in 2010 vier keer bijeengekomen. Belangrijkste punten van advies betroffen de opvolgingsdiscussie, de voor het topmanagement uitgevoerde 360º feedback door een extern bureau en de beloningsdiscussie met onze aandeelhouders.
Opvolging en benoeming van de Directie De Raad van Commissarissen besteedt specifiek aandacht aan de opvolging van de leden van de Algemene Directie en ziet het liefst dat de opvolging vanuit de organisatie plaats vindt. Wij hebben ons gebogen over mogelijke opvolgings scenario’s en hebben ons wederom (evenals in 2007) daarbij laten adviseren met een 360º feedback van het topmanagement door een extern bureau. De heer Toet heeft eind van het jaar besloten om zijn loopbaan buiten Havenbedrijf Rotterdam voort te zetten. Wij respecteren zijn besluit. Specifiek een woord van dank aan de heer Toet, voor zijn inzet en bijdrage in de afgelopen jaren. Wij wensen hem alle goeds voor de toekomst toe. Besloten is om mevrouw Menssen te benoemen tot COO. In de loop van 2011 hoopt de Raad van Commissarissen de aldus ontstane vacature CFO in de Algemene Directie in te vullen.
Beloningsbeleid De Raad van Commissarissen is en voelt zich verantwoordelijk voor de kwaliteit van de Algemene Directie en de continuïteit in de bedrijfsvoering van Havenbedrijf Rotterdam. Mede in dit licht is ook de beloningsdiscussie met de aandeelhouders een stevig punt van discussie geweest. De aandeelhouders hebben ons verzocht een nieuw beloningsbeleid te ontwikkelen waarbij een matiging van 5% wordt opgelegd. De Raad van Commissarissen betreurt dit politieke besluit.
Woord van Dank We willen de Algemene Directie en alle werknemers van Havenbedrijf Rotterdam complimenteren met de bereikte resultaten over 2010. Een goed herstel na de economische crisis qua overslag en resultaat. Het voortdurend streven naar verbetering en de volharding om door te blijven investeren in Maasvlakte 2 en Bestaand Rotterdams Gebied getuigen van lef, professionaliteit en een goede in- en externe samenwerking. Rotterdam, 2 maart 2011 De Voorzitter van de Raad van Commissarissen
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Bericht van de Raad van Commissarissen
104
Jaar rekening 2010
Inhoudsopgave jaarrekening Balans
103
Winst-en-verliesrekening
104
Kasstroomoverzicht
105
Toelichting op de balans en winst-en-verliesrekening
106
Grondslagen voor waardering van activa en passiva
107
Grondslagen voor de bepaling van het resultaat
111
Toelichting op de balans
113
113 114 114 114 115 116 117 118 118 120
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vorderingen Liquide middelen Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Niet in de balans opgenomen regelingen Financiële instrumenten
Toelichting op de winst- en verliesrekening
121
121 121 122 122 122 123 123 123 126 126
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Som der bedrijfsopbrengsten Lonen, salarissen en sociale lasten Overige bedrijfslasten Overige toelichtingen op de winst-en-verliesrekening Financiële baten en lasten Resultaat deelnemingen Werknemers Bezoldiging commissarissen en bestuurders Verbonden partijen Accountantskosten
Overige gegevens
127
127 128 128 128 128
21 22 23 24 25
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Statutaire regeling winstbestemming Voorstel winstbestemming Onttrekkingen/stortingen op agio Gebeurtenissen na balansdatum Controleverklaring
Verbonden partijen
Jaarrekening > Inhoudsopgave
129
106
Balans
(voor resultaatbestemming, bedragen x m 1.000) Ref.
31/12/2010
31/12/2009
Activa Vaste activa Materiële vaste activa
1
2.875.590
2.779.858
Financiële vaste activa
2
27.691
24.914 2.903.281
2.804.772
Vlottende activa 497
574
Vorderingen
Voorraden 3
315.391
107.193
Liquide middelen
4
61.085
Totaal activa
175.158 376.973
282.925
3.280.254
3.087.697
Passiva Eigen vermogen Geplaatst aandelenkapitaal
5
900.000
900.000
Agio
5
391.200
391.200
Wettelijke reserves
5
4.648
3.435
Overige reserves
5
319.785
213.945
Te bestemmen resultaat
5
154.189
136.163 1.769.822
1.644.743
Voorzieningen
6
83.966
80.579
Langlopende schulden
7
1.143.222
1.058.564
Kortlopende schulden
8
283.244
303.811
3.280.254
3.087.697
Totaal passiva
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Jaarrekening > Balans
107
Winst-en-verliesrekening (bedragen x m 1.000) Ref.
2010
2009
Netto-omzet
11
537.539
506.510
Overige bedrijfsopbrengsten
11
13.857
12.921
Som der bedrijfsopbrengsten
551.396
519.431
Lonen, salarissen en sociale lasten
12
101.145
95.062
Afschrijvingen op materiële vaste activa
1
113.057
100.813
Overige bedrijfslasten
13
134.193
127.242
Som der bedrijfslasten
348.395
323.117
Bedrijfsresultaat
203.001
196.314
Financiële baten en lasten
15
-55.087
-51.827
Resultaat deelnemingen
16
6.275
22.941
154.189
167.428
Resultaat
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Jaarrekening > Winst-en-verliesrekening
108
Kasstroomoverzicht (bedragen x m 1.000) Ref. Bedrijfsresultaat
2010
2009
203.001
196.314
Aanpassingen voor: Afschrijvingen
1
113.057
100.813
Mutaties in voorzieningen
39
358
Onttrekking egalisatie afkoop erfpacht
-10.108
-9.786
Afwaarderingen financiële vaste activa
2
27
708 103.015
92.093
Mutaties in werkkapitaal:
Vorderingen
3
-10.612
-383
Voorraden
77
-42
Kortlopende schulden
-17.777
-104.550
Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten
-28.312
-104.975
277.704
183.432
Ontvangen rente
5.546
3.318
Betaalde rente
-59.868
-50.548
Kasstroom uit operationele activiteiten
-54.322
-47.230
223.382
136.202
Investeringen Materiële vaste activa Verstrekte leningen
-401.295 2
-344.901
-335
-1.012 -401.630
-345.913
Desinvesteringen
7.257
25.245
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
-394.373
-320.668
Kasstroom vóór financiering
-170.991
-184.466
Aflossingen op langlopende schulden
-107.166
Opgenomen leningen
193.918
61.081
Storting aandelenkapitaal
0
450.000
-29.835
-53.113
Betaald dividend
5
-102.579
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
56.918
355.389
Saldo kasstroom
-114.073
170.923
Saldo geldmiddelen begin boekjaar
4
175.158
4.235
Saldo geldmiddelen eind boekjaar
4
61.085
175.158
-114.073
170.923
Mutatie geldmiddelen
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Jaarrekening > Kasstroomoverzicht
109
Toelichting op de balans en winst-en-verliesrekening Algemeen Structuurregime
Conform de bepalingen van artikel 153 BW 2 heeft Havenbedrijf Rotterdam op 20 juli 2005 opgaaf gedaan ten kantore van het handelsregister dat zij sinds 31 december 2004 voldoet aan de eisen die de wet stelt voor het zijn van een ’grote’ vennootschap. Dit betekent dat Havenbedrijf Rotterdam vanaf 21 juli 2008 een structuurvennootschap is. In de statuten was al rekening gehouden met het verlicht structuurregime.
Aandeelhouders
De aandelen worden gehouden door de gemeente Rotterdam (70 5/6%) en de Staat (29 1/6%).
Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
Vrijstelling consolidatieplicht
Toelichting op het kasstroomoverzicht
Stelselwijzigingen Salderen
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Met ingang van 2009 maakt Havenbedrijf Rotterdam gebruik van de vrijstelling van de plicht om de gegevens te consolideren van de in de consolidatie te betrekken maatschappijen wier gezamenlijke betekenis te verwaarlozen is op het geheel (RJ 217.304). Voor een overzicht van de deelnemingen wordt verwezen naar het overzicht ‘Verbonden partijen’. Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. Ontvangen en betaalde rente, evenals ontvangen dividenden zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde dividenden zijn opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. In 2010 zijn geen stelselwijzigingen doorgevoerd. Saldering van vorderingen en schulden vindt uitsluitend plaats als het juridisch mogelijk is en het stellige voornemen bestaat om de afzonderlijke posten als zodanig af te wikkelen.
Jaarrekening > Toelichting op de balans en winst-en-verliesrekening
110
Grondslagen voor waardering van activa en passiva Algemeen Uitgangspunt voor de waarderingsgrondslagen zijn de historische kosten en kostprijzen. Activa en passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij een andere waarderingsgrondslag is vermeld. Toelichtingen op posten in de balans, winst-en-verliesrekening en het kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd. Geamortiseerde kostprijs
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa
Oordelen en schattingen
De geamortiseerde kostprijs wordt bepaald door middel van de effectieve-rente methode verminderd met eventuele afboekingen (direct, dan wel door het vormen van een voorziening wegens bijzondere waardeverminderingen of oninbaarheid). In de berekening wordt rekening gehouden met agio of disagio op het moment van verkrijging en transactiekosten en honoraria die een integraal onderdeel van de effectieve rentevoet zijn. Op iedere balansdatum wordt beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. Een bijzonder waarde verminderingsverlies wordt direct als last verwerkt in de winst-en-verliesrekening. Bij de toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt de leiding van Havenbedrijf Rotterdam zich diverse oordelen en schattingen. De belangrijkste oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen zijn: Afschrijvingen De afschrijvingstermijn is gebaseerd op de verwachte economische levensduur van de activa. De gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn uiteengezet in toelichting 1 Materiële vaste activa. Voorziening personeelsregelingen De schattingselementen betreffen vooral de te hanteren rentepercentages, ontslag-, invaliditeit-, overlijdens- en pensioneringskansen, alsmede de inflatieveronderstellingen en de carrièretabellen. Voorziening bodemsanering Hiervoor wordt een berekening gemaakt op basis van de huidige saneringskosten, het tijdstip van sanering (in de toekomst), prijsindexeringen en verwachte effecten op de saneringskosten door ontwikkelingen op dit gebied.
Activa Materiële vaste activa
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, waaronder bouwrente, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de geschatte economische levensduur, of realiseerbare waarde indien deze lager is. De vervaardigingsprijs bestaat uit de aanschaffings kosten van grond- en hulpstoffen en kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan
Jaarrekening > Grondslagen voor waardering van activa en passiva
111
de vervaardiging inclusief installatiekosten. Voorbereidingskosten op investeringsprojecten worden geactiveerd vanaf het moment dat vaststaat dat deze projecten feitelijk uitgevoerd zullen worden. Op terreinen en op materiële vaste activa in aanbouw wordt niet afgeschreven. De afschrijving is lineair en gebaseerd op de verwachte gebruiksduur rekening houdend met de restwaarde. Indien de verwachting omtrent de afschrijvingsmethode, gebruiksduur en/of restwaarde in de loop van de tijd wijzigingen ondergaat, worden deze als een schattingswijziging verantwoord. Subsidies en bijdragen op investeringen worden in mindering gebracht op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs van de activa waarop de subsidies en bijdragen betrekking hebben. Financiële vaste activa
Deelnemingen in groepsmaatschappijen en overige deelnemingen waarop invloed van betekenis kan worden uitgeoefend op het zakelijke en financiële beleid, worden gewaardeerd volgens de nettovermogenswaardemethode. Invloed van betekenis wordt in ieder geval verondersteld aanwezig te zijn bij een aandeelhoudersbelang van meer dan 20% van de aan de aandelen verbonden stemrechten. De nettovermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening; voor deelnemingen waarvan onvoldoende gegevens beschikbaar zijn voor aanpassing aan deze grondslagen, wordt uitgegaan van de waarderingsgrondslagen van de betreffende deelneming. Indien de waardering van een deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is, wordt deze op nihil gewaardeerd. Indien en voorzover Havenbedrijf Rotterdam in deze situatie geheel of ten dele instaat voor de schulden van de deel neming respectievelijk het stellige voornemen heeft de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen, wordt een voorziening getroffen. In de winst-en-verliesrekening wordt het aandeel in het resultaat van de deelnemingen opgenomen. Indien en voor zover Havenbedrijf Rotterdam niet zonder beperking uitkering van de positieve resultaten aan haar kan bewerkstelligen, worden de niet uitgekeerde resultaten in een wettelijke reserve opgenomen. De eerste waardering van gekochte deelnemingen is gelijk aan de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva op het moment van acquisitie. Het verschil tussen de verkrijgingsprijs en de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva wordt als goodwill geactiveerd onder de immateriële vaste activa. Voor de vervolgwaardering wordt uitgegaan van de bepaalde nettovermogenswaarde. Deelnemingen waarop geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs of de realiseerbare waarde indien deze lager is. De onder financiële vaste activa opgenomen leningen worden na de eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Baten en lasten worden in de winst-en-verliesrekening verwerkt via het amortisatieproces. De post overige effecten bestaat geheel uit obligaties. Deze worden in beginsel tot het einde van de looptijd aangehouden. De obligaties worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Baten en lasten worden in de winst-en-verliesrekening verwerkt via het amortisatieproces.
Voorraden
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
De voorraden betreffen hoofdzakelijk reserveonderdelen en verbruiksmaterialen voor de vaartuigen en technische installaties. De voorraden worden gewaardeerd tegen de laagste van verkrijgingsprijs en realiseerbare waarde.
Jaarrekening > Grondslagen voor waardering van activa en passiva
112
Vorderingen
Liquide middelen
Handelsvorderingen worden opgenomen tegen nominale waarde onder aftrek van een eventueel benodigde voorziening voor oninbaarheid. Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden.
Passiva Voorzieningen
Pensioenen en overige personeelsregelingen
Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. Indien van toepassing worden voorzieningen opgenomen tegen contante waarde. De nieuwe Richtlijn 271 gaat uit van de ‘Verplichtingen benadering’. Dit betekent dat een rechtspersoon een voorziening moet treffen indien de rechtspersoon risico loopt dat er additionele verplichtingen bestaan in het geval van tekorten op pensioenverplichtingen. Havenbedrijf Rotterdam kent een zogenaamde toegezegde pensioenregeling. Dit betekent dat zij aan de pensioenuitvoerder premies betaalt die daarmee de pensioenverplichting aan de werknemers van Havenbedrijf Rotterdam voor eigen risico tot zich neemt. Behalve de betaling van premies heeft Havenbedrijf Rotterdam geen verdere verplichtingen uit hoofde van deze pensioenregeling. Daarom is daarvoor geen voorziening getroffen. Wel zijn voorzieningen getroffen voor toekomstige betalingen inzake vervroegde uittreding, ziektekosten en overige uitgestelde beloningen. De verplichtingen als gevolg van bedoelde personeelsregelingen worden berekend door onafhankelijke actuarissen. De waarde van de verplichtingen wordt bepaald door het contant maken van de geschatte toekomstige kasstromen, rekening houdend met verwachte salarisontwikkelingen en sterfte-, respectievelijk invaliditeitskansen. Hierbij wordt uitgegaan van rentetarieven die gelden voor hoge kwaliteit ondernemingsobligaties. Waardering vindt plaats tegen beste schatting.
Langlopende schulden
Afkoop erfpacht Voor huurders van terreinen bestaat de mogelijkheid om erfpachtcontracten tegen contante waarde af te kopen. De ontvangen afkoopsommen zijn opgenomen onder de langlopende schulden. Jaarlijks wordt de rente over het uitstaande saldo toegevoegd en worden de bij het betreffende boekjaar behorende opbrengsten ten gunste van de contractopbrengsten gebracht.
Derivaten en hedge accounting
Het beleid van Havenbedrijf Rotterdam is een deel van de rente-, valuta- en productprijsrisico’s effectief af te dekken. Indien hierbij derivaten worden gebruikt dan past Havenbedrijf Rotterdam hedge-accounting toe. De derivaten worden conform de kostprijshedge-accounting methode gewaardeerd tegen kostprijs. Indien de hedge effectief is blijven waardeveranderingen off-balance.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Jaarrekening > Grondslagen voor waardering van activa en passiva
113
Leasing
Financiële leasing Activa die worden gefinancierd door middel van financiële leasing worden geactiveerd in de balans op het tijdstip van het aangaan van het leasecontract tegen de reële waarde van het actief of de lagere contante waarde van de minimale leasetermijnen. De te betalen leasetermijnen worden op annuïtaire wijze verdeeld in een aflossings- en een rentecomponent, gebaseerd op een vast rentepercentage. De leaseverplichtingen worden exclusief de rentevergoeding opgenomen onder de langlopende schulden. De rentecomponent als onderdeel van de leasetermijnen wordt verantwoord in de winst-en-verliesrekening. De relevante activa worden afgeschreven over de economische levensduur. Operationele leasing Verplichtingen met betrekking tot operationele leasing worden verwerkt in de winst-en-verliesrekening over de looptijd van het contract. De verplichtingen vanaf 2011 zijn opgenomen onder de niet in de balans opgenomen regelingen.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Jaarrekening > Grondslagen voor waardering van activa en passiva
114
Grondslagen voor de bepaling van het resultaat Opbrengstverantwoording Onder netto omzet wordt verstaan de opbrengst uit levering van diensten onder aftrek van kortingen en dergelijke en van over de omzet geheven belastingen. Deze opbrengsten hebben voor het overgrote deel betrekking op havengelden en inkomsten uit verhuur van terreinen.
Kosten De kosten worden bepaald op historische basis en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. (Voorzienbare) verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het boekjaar worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden en overigens wordt voldaan aan de voorwaarde voor het opnemen van voorzieningen.
Personeelsbeloningen Periodiek betaalbare beloningen
Pensioenen en overige personeelsregelingen
De uit de arbeidsvoorwaarden voortvloeiende lonen, salarissen en sociale lasten worden verwerkt in de winst-en-verliesrekening. Havenbedrijf Rotterdam betaalt voor de toegezegde pensioenregeling, die volgens Richtlijn 271 mag worden verwerkt als toegezegde bijdrageregeling, premies aan pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen. De premies worden verantwoord als personeelskosten in de periode waarover deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien deze tot een terugstorting leiden of tot een vermindering van toekomstige betalingen. De dotaties aan de voorziening personeelsregelingen worden verantwoord als personeelskosten.
Overheidssubsidies Exploitatiesubsidies worden als baten verantwoord in de winst-en-verliesrekening in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt, opbrengsten zijn gederfd of een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan en het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en Havenbedrijf Rotterdam de condities voor ontvangst kan aantonen. Subsidies en bijdragen met betrekking tot investeringen in materiële vaste activa worden in mindering gebracht op het desbetreffende actief en per saldo als onderdeel van de afschrijvingen verwerkt in de winst-en-verliesrekening.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Jaarrekening > Grondslagen voor de bepaling van het resultaat
115
Afschrijvingen De afschrijvingen op materiële vaste activa worden gebaseerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Op terreinen en op materiële vaste activa in aanbouw wordt niet afgeschreven. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de geschatte economische levensduur (zie ook ‘Grondslagen voor waardering van activa en passiva – Materiële vaste activa’).
Financiële Baten en Lasten Rentebaten en rentelasten
Activeren van rentelasten
Passiveren van rentelasten
Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Rentelasten worden geactiveerd voor kwalificerende activa gedurende de periode van vervaardiging van het actief. De te activeren rente wordt berekend op basis van de intern gewogen gemiddelde rentevoet van de langlopende leningen van Havenbedrijf Rotterdam, gecorrigeerd voor de verhouding vreemd vermogen / totaal vermogen. Indien sprake is van projectfinanciering wordt de te activeren rente berekend op basis van het voor deze financiering geldende rentepercentage. Rentelasten worden toegevoegd aan voorzieningen en langlopende schulden waarvan de balanswaarde wordt bepaald op basis van een contante waarde berekening.
Vennootschapsbelasting Alle aandelen van Havenbedrijf Rotterdam worden gehouden door publiekrechtelijke rechtspersonen. Op grond van artikel 2 lid 3 en 7 van de Wet op de vennootschapsbelasting zijn de (huidige) activiteiten van Havenbedrijf Rotterdam daardoor vrijgesteld van heffing van vennootschapsbelasting.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Jaarrekening > Grondslagen voor de bepaling van het resultaat
116
Toelichting op de balans 1 Materiële vaste activa Terreinen en infraplus
Kademuren,
Materiële
Vaste bedrijfs-
havenbekkens steenglooiingen,
vaste activa
middelen en
steigers en
in aanbouw
overige activa
Openbare infra,
en vaarwegen
Totaal
overige afmeervoorzieningen 31 december 2009 Aanschafwaarde
1.042.207
565.145
931.672
428.073
326.041
3.293.138
Cumulatieve afschrijvingen
-92.012
-137.601
-187.964
-
-95.703
-513.280
Boekwaarde
950.195
427.544
743.708
428.073
230.338
2.779.858
413.328
Mutaties 2010 Investeringen
-
-
-
413.328
-
Desinvesteringen
-145
-
-
-
-6.808
-6.953
Rijksbijdrage Maasvlakte 2*
-
-29.724
-
-167.862
-
-197.586
Afschrijvingen
-22.275
-25.299
-37.988
-
-27.495
-113.057
Ingebruikname
66.375
14.674
63.383
-215.784
71.352
-
43.955
-40.349
25.395
29.682
37.049
95.732
31 december 2010 Aanschafwaarde
1.108.437
550.095
995.055
457.755
387.408
3.498.750
Cumulatieve afschrijvingen
-114.287
-162.900
-225.952
-
-120.021
-623.160
Boekwaarde
994.150
387.195
769.103
457.755
267.387
2.875.590
Afschrijvingsperioden in jaren
0 tot 30 jaar
25 tot 50 jaar
25 tot 40 jaar
n.v.t.
5 tot 50 jaar
(Bedragen X € 1.000) *
Dit item heeft nog geen kasstroomeffect en is daarom niet opgenomen in het kasstroomoverzicht.
In het boekjaar werd op materiële vaste activa in aanbouw een bedrag van € 12 miljoen aan bouwrente geactiveerd. Op grond van de Uitwerkingsovereenkomst Landaanwinning zal het Rijk € 726 miljoen nominaal bijdragen in de aanlegkosten van Maasvlakte 2 (MV2). De uitgaven tot en met 31-12-2010 ad € 198 miljoen die in aanmerking komen voor genoemde Rijksbijdrage zijn geherrubriceerd naar de balanspost ‘Vorderingen’. De vordering is opgenomen omdat in 2010 is voldaan aan de voorwaarden van artikel 3 uit de Uitwerkingsovereenkomst (alle publiekrechtelijke medewerking is verkregen, er is daadwerkelijk gestart met de landaanwinning en er mag worden uitgegaan van een aaneengesloten bouwproces). Voor 3 vastgoedobjecten heeft een schattingswijziging plaatsgevonden. Wegens toekomstige sloop is de afschrijvingstermijn van de resterende boekwaarde aangepast naar 4 jaar. De schattingswijziging heeft een resultaateffect op jaarbasis van € 2,8 miljoen. Bij de oprichting is het economische eigendom van de haventerreinen in Havenbedrijf Rotterdam ingebracht. De juridische eigendom van deze terreinen berust bij de gemeente Rotterdam. Hierop wordt ten behoeve van Havenbedrijf Rotterdam erfpacht gevestigd. Per ultimo 2010 is dit voor circa 99% van het totale areaal gerealiseerd, waarvan 30% onder opschortende voorwaarde.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Jaarrekening > Toelichting op de balans
117
2 Financiële vaste activa Deelnemingen in
Overige effecten
groepsmaatschappijen
Totaal
Overige langlopende vorderingen
31 december 2009 Boekwaarde
18.200
4.390
2.324
24.914
Verstrekte leningen
-
-
335
335 -304
Mutaties 2010 Aflossingen
-
-
-304
Vrijval voorziening
-
-
164
164
Resultaat deelnemingen
6.275
-
-
6.275
Reserve omrekeningsverschillen
724
-
-
724
Voorziening oninbaar
-
-
-27
-27
Herrubricering kortlopende vorderingen
-
-4.390
-
-4.390
Totaal mutaties
6.999
-4.390
168
2.777
25.199
0
2.492
27.691
31 december 2010 Boekwaarde
(Bedragen X € 1.000)
Voor een overzicht van de deelnemingen wordt verwezen naar het overzicht Verbonden partijen.
3 Vorderingen 31/12/2010
31/12/2009
415
2.374
Gemeente Rotterdam Rijk (bijdrage Maasvlakte 2)
197.586
-
Handelsvorderingen
67.492
76.121
Overige kortlopende vorderingen
15.027
8.382
Overlopende activa
34.871
20.316
315.391
107.193
Totaal (Bedragen X € 1.000)
De belangrijkste posten onder de overlopende activa zijn nog te ontvangen bedragen waaronder nog te ontvangen BTW. Onder de overige kortlopende vorderingen is een obligatieportefeuille opgenomen met een boekwaarde van € 4,4 miljoen. De marktwaarde van deze portefeuille bedraagt per 31 december 2010 € 4,5 miljoen. In januari 2011 wordt de obligatie portefeuille afgerekend.
4 Liquide middelen 31/12/2010
31/12/2009
61.085
175.158
Rekening-courant bank (Bedragen X € 1.000)
De liquide middelen staan geheel ter vrije beschikking.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Jaarrekening > Toelichting op de balans
118
5 Eigen vermogen Het garantievermogen of aansprakelijk vermogen van Havenbedrijf Rotterdam luidt als volgt:
Eigen vermogen
31/12/2010
31/12/2009
1.769.822
1.644.743
312.125
404.525
2.081.947
2.049.268
Achtergestelde leningen gemeente Rotterdam Totaal garantievermogen (Bedragen X € 1.000)
Mutatieoverzicht eigen vermogen
Het mutatieoverzicht van het eigen vermogen over 2010 is als volgt: Gewoon
Agio
aandelen-
Wettelijke
Overige
Te
reserves
reserves
bestemmen
Totaal
resultaat
kapitaal
31 december 2009
900.000
391.200
3.435
213.945
136.163
1.644.743
Resultaat boekjaar
-
-
-
-
154.189
154.189
Uitgekeerd slotdividend 2009
-
-
-
-
-29.834
-29.834
Bestemming resultaat 2009
-
-
-
106.329
-106.329
-
Reserve omrekeningsverschillen
-
-
724
-
-
724
Dotatie wettelijke reserve
-
-
489
-489
-
-
TOTAAL MUTATIES
0
0
1.213
105.840
18.026
125.079
31 december 2010
900.000
391.200
4.648
319.785
154.189
1.769.822
(Bedragen X € 1.000)
Aandelenkapitaal
Het maatschappelijk kapitaal van de onderneming bedraagt € 3 miljard, verdeeld in drie miljard doorlopend genummerde gewone aandelen van € 1 elk. Het geplaatste en gestorte aandelenkapitaal is ultimo 2010 € 900 miljoen en bestaat uit 900 miljoen gewone aandelen van € 1 nominaal.
Wettelijke reserves
Het saldo wettelijke reserves heeft betrekking op de reserve deelnemingen en de reserve (valuta) omrekeningsverschillen deelnemingen.
Totaal resultaat
Het totaalresultaat van Havenbedrijf Rotterdam is gelijk aan het resultaat van het boekjaar.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Jaarrekening > Toelichting op de balans
119
6 Voorzieningen Voorziening personeels-
Voorziening voor
Voorziening vermeend
toekomstige
afgegeven garanties
regelingen
Totaal
bodemsanering
31 december 2009
23.761
32.342
24.476
80.579
Dotaties
5.500
489
-
5.989
Onttrekkingen
-4.627
-1.159
-
-5.786
Vrijval
-
-
-
0
Toerekening rente
1.044
1.280
860
3.184
31 december 2010
25.678
32.952
25.336
83.966
(Bedragen X € 1.000)
Voorzieningen personeelsregelingen
Voorzieningen zijn getroffen in verband met verplichtingen aan (voormalig) personeel in het kader van vervroegd uittreden, toekomstige bijdragen in ziektekostenpremies en overige uitgestelde beloningen. Vanaf 1-1-2009 is de regeling met betrekking tot Functioneel Leeftijdsontslag (FLO) gewijzigd. Als gevolg hiervan zijn de kosten voor de werkgever toegenomen wat geleid heeft tot een hogere dotatie in 2010 (€ 4,5 miljoen). De aard van deze voorziening is langlopend.
Vervroegde uittreding
31/12/2010
31/12/2009
22.413
19.534
Ziektekostenpremies na pensionering
1.995
2.965
Overige uitgestelde beloningen
1.270
1.262
25.678
23.761
Totaal
(Bedragen X € 1.000)
Voorziening voor toekomstige bodemsanering
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
De voorziening voor toekomstige bodemsanering heeft voor € 27,2 miljoen betrekking op door Havenbedrijf Rotterdam geaccepteerde restvervuiling bij huurbeëindiging van terreinen en wordt gevoed vanuit de hiermee samenhangende ontvangen afkoopsommen. Aan dit bedrag wordt jaarlijks rente toegevoegd. De overige € 5,7 miljoen heeft betrekking op de contante waarde van de verwachte sanerings uitgaven op locaties waar daadwerkelijke sanering met het bevoegd gezag is overeengekomen. Voor bodemvervuiling van de overige terreinen is in de jaarrekening geen voorziening opgenomen. Eventuele sanering van deze terreinen zal doorgaans op zeer lange termijn plaatsvinden. Vanwege voortschrijdende technologische ontwikkelingen alsmede wijzigingen in wet- en regelgeving is de omvang van de bijbehorende toekomstige saneringsuitgaven op dit moment slechts met grote onzekerheden in te schatten. Voorts geldt dat in de standaard contractbepalingen van Havenbedrijf Rotterdam bij verhuur dan wel uitgifte in (onder)erfpacht is opgenomen dat de bodem bij beëindiging van het contract in oorspronkelijke staat aan Havenbedrijf Rotterdam dient te worden opgeleverd. De verwachting is dan ook dat toekomstige sanerings uitgaven in belangrijke mate verhaald kunnen worden op de vervuiler. De aard van deze voorziening is langlopend.
Jaarrekening > Toelichting op de balans
120
Voorziening vermeend afgegeven garanties
7 Langlopende schulden
Op 24 januari 2007 is door de rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de procedure tussen Commerz (Nederland) NV en Havenbedrijf Rotterdam. Daarbij zijn de vorderingen van Commerz afgewezen. Tegen deze uitspraak heeft Commerz beroep aangetekend. Op 1 februari 2011 heeft het gerechtshof ’s-Gravenhage in hoger beroep het vonnis van de rechtbank Rotterdam bekrachtigd. De verwachting is dat Commerz in cassatie zal gaan. In verband hiermee is de hiervoor in eerdere jaren getroffen voorziening gehandhaafd. De Investeringsovereenkomst die op 2 september 2005 is gesloten tussen de Staat der Nederlanden, de gemeente Rotterdam en Havenbedrijf Rotterdam bepaalt dat eventuele toekomstige vrijval van de voorziening zal leiden tot een extra dividend uitkering aan de gemeente. De verhoging in 2010 van de voorziening voor vermeend afgegeven garanties heeft alleen betrekking op de toevoeging van rente. Naar zijn aard is deze voorziening langlopend. (Bedragen X € 1.000) 31/12/2010
31/12/2009
Totaal
Totaal
Aflossing
Aflossing
Aflossing
< 1 jaar
1-5 jaar
> 5 jaar
Achtergestelde leningen gemeente Rotterdam
92.400
219.725
-
312.125
404.525
Overige leningen gemeente Rotterdam
8.043
128.914
55.811
192.768
200.338
Afkoop erfpacht
9.800
49.000
94.919
153.719
154.807
Financiële leaseverplichtingen
315
2.060
12.325
14.700
14.987
Schulden aan kredietinstellingen
7.676
74.138
373.678
455.492
282.907
Afkoop onderhoud
1.988
9.940
1.990
13.918
Overige langlopende schulden
-
-
500
500
1.000
TOTAAL
120.222
483.777
539.223
1.143.222
1.058.564
Achtergestelde leningen gemeente Rotterdam
Overige leningen
De achtergestelde leningen zijn achtergesteld tegenover alle andere bestaande en toekomstige schuldeisers. De jaarlijks verschuldigde rente over deze leningen bedraagt 5,72%. De jaarlijks verschuldigde rente over de leningen ligt in een bandbreedte van 5,03% tot 6,14%.
gemeente Rotterdam
Dit betreft de stand van de door klanten afgekochte erfpachtvergoedingen. Afkoop erfpacht Financiële leaseverplichtingen
Schulden aan kredietinstellingen
Afkoop onderhoud
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Havenbedrijf Rotterdam least terreinen en een vaartuig voor representatieve doeleinden. Van de in totaal opgenomen leningen bij de Europese Investeringsbank (€ 456 miljoen) is ruim 30% vastrentend (bandbreedte 4,65% - 4,96%). De rentevergoeding op het overige deel is gebaseerd op het 3 maands euribor tarief. Havenbedrijf Rotterdam heeft voor aantal objecten toekomstig klein onderhoud afgekocht. De betaling zal in 7 termijnen plaatsvinden.
Jaarrekening > Toelichting op de balans
121
Faciliteiten voor langlopende schulden
In januari 2008 zijn kredietfaciliteiten gesloten met Europese Investeringsbank, Bank Nederlandse Gemeenten, ING, Rabo en Fortis tot een bedrag van € 2 miljard. Daarmee zal naast investeringen in het bestaande havengebied tevens het eerste deel van Maasvlakte 2 worden gefinancierd. De jaarlijkse rente is gebaseerd op de 3 maands Euribor notering. Deze rentevergoeding is deels geswapt naar een vaste rentepercentage van gemiddeld 4,8%. Voor de faciliteiten voor langlopende schulden zijn geen zekerheden verstrekt. Met financiers zijn ratio’s overeengekomen. Evenals in 2009 voldoen de ratio’s ruim aan de afgesproken normen.
8 Kortlopende schulden
Schulden aan kredietinstellingen
31/12/2010
31/12/2009
0
35.755
Schulden gemeente Rotterdam en Rijk
17.009
20.469
Handelscrediteuren
45.850
42.763
Belastingen en sociale verzekeringen
4.946
4.023
Pensioenen
1.338
1.312
Vakantiegeld en vakantiedagen
7.448
8.110
Ontvangen reservation fee Maasvlakte 2
103.052
72.431
Vooruitontvangen contractopbrengsten
53.790
43.095
8.831
15.371
40.980
60.482
283.244
303.811
Vooruitontvangen investeringsbijdrage Verkeers Begeleidend Systeem Overige schulden en overlopende passiva Totaal
(Bedragen X € 1.000)
Kredietfaciliteiten
Havenbedrijf Rotterdam beschikt over een kortlopende kredietfaciliteit ter grootte van € 200 miljoen. Hiervoor zijn geen zekerheden verstrekt.
9 Niet in de balans opgenomen regelingen Voorwaardelijke regelingen
Met een aantal (markt)partijen zijn voorwaardelijke afspraken gemaakt betreffende toekomstige investeringen, herstructureringen en dergelijke. Deze afspraken betreffen o.a. te verstrekken (€ 6,7 miljoen) en te ontvangen vergoedingen (€ 1,7 miljoen). Havenbedrijf Rotterdam heeft zich tevens garant gesteld voor een lening (€ 0,7 miljoen). Ten behoeve van een aantal groepsmaatschappijen en deelnemingen zijn garanties verstrekt betreffende de nakoming van lease-, huur-, aflossings- en rente verplichtingen ten opzichte van derden tot een bedrag van € 10,3 miljoen. De vennootschap staat daarnaast garant voor een minimum rendement van een deelneming ten behoeve van de medeaandeelhouder. Het Havenbedrijf Rotterdam staat ook garant voor een restwaardegarantie van over te nemen installaties (€ 1,4 miljoen). Daarnaast heeft Havenbedrijf Rotterdam ten behoeve van een deelneming, aan banken een letter of comfort afgegeven voor een maximum van € 4,4 miljoen. Havenbedrijf Rotterdam en de gemeente Dordrecht hebben het afgelopen jaar voorwaardelijk overeenstemming bereikt over samenwerking in de Zeehaven Dordrecht. Vanaf 1 juli 2011 neemt Havenbedrijf Rotterdam de ontwikkeling, beheer en exploitatie voor haar rekening. Het totale Zeehavengebied dat door Havenbedrijf Rotterdam vanaf deze datum wordt beheerd, bedraagt circa 290 ha waarvan circa 50 ha in erfpacht is uitgegeven en circa 10 ha nog kan worden uitgegeven. Voor het verkrijgen van de hoofderfpacht van de gemeente Dordrecht betaalt het Havenbedrijf een initiële jaarlijkse vergoeding van circa € 1,8 miljoen. De vergoeding
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Jaarrekening > Toelichting op de balans
122
loopt in de eerste jaren geleidelijk op tot circa € 2,7 miljoen in 2016 waarna het jaarlijks zal worden geïndexeerd. Voorts zal Havenbedrijf Rotterdam in de eerste 15 jaar van de samenwerking tenminste € 10 miljoen investeren in havengeëigende projecten op voorwaarde van voldoende rendement. Meerjarige financiële regelingen
Het Havenbedrijf verwacht tot 2020 € 2 miljard te investeren in Maasvlakte 2. Het Rijk verleent Havenbedrijf Rotterdam voor het realiseren van het project Maasvlakte 2 een bijdrage van € 726 miljoen. Dit bedrag dient ter gedeeltelijke bekostiging van de buitencontour en de openbare infrastructuur. Ultimo 2010 is van de te ontvangen bijdrage € 198 miljoen als vordering opgenomen. De bijdrage zal in de periode 2011-2012 worden ontvangen. Fase 1 van deze investering is aanbesteed (€ 1,1 miljard) aan aannemerscombinatie PUMA waarvan € 724 miljoen aan verplichtingen nog open staan. Ook in het bestaande havengebied gaat het Havenbedrijf € 2 miljard te investeren tot 2020. Van deze investering is € 155 miljoen aanbesteed waarvan € 101 miljoen nog aan verplichtingen open staan. Havenbedrijf Rotterdam heeft zich voor de komende jaren tot maximaal € 62 miljoen gecommitteerd tot infra-plus investeringen waarbij de toekomstige huurders van de betreffende infrastructuur het moment van investeren kunnen bepalen. De aangegane meerjarige financiële verplichtingen jegens marktpartijen bedragen € 4,4 miljoen. In het kader van de verzelfstandiging van het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam tot Havenbedrijf Rotterdam N.V. zijn de gemeente en Havenbedrijf Rotterdam overeengekomen dat Havenbedrijf Rotterdam de uitvoering van de leefbaarheidsprojecten in het Bestaand Rotterdams Gebied en de kosten daarvan tot en met 2020 voor haar rekening neemt (gemiddeld € 2,7 miljoen per jaar). De openstaande verplichting ultimo 2010 bedraagt € 22,8 miljoen. Met de Gemeente is overeengekomen om verplichtingen inzake het beheer en groot onderhoud van o.a. bruggen en sluizen in het stedelijk gebied en het Havenen Industriecomplex af te kopen (€ 13,5 miljoen). Daarnaast is overeengekomen dat Havenbedrijf Rotterdam van de gemeente een bijdrage zal ontvangen ter compensatie voor de kosten van onderhoudswerkzaamheden van een tweetal objecten (€ 2,9 miljoen).
• • •
• •
•
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Langlopende verplichtingen (jaarlijks € 28,5 miljoen) zijn aangegaan betreffende de huur van kantoorpanden, (operationele) lease van voertuigen en onderhoud van het havengebied. Voorts zijn onderhoud van het Verkeers Begeleidend Systeem (VBS) en de levering van water aan de binnenvaart contractueel vastgelegd. Havenbedrijf Rotterdam heeft een huurcontract tot en met 2015 voor een kantoorpand met een optie op verlenging. De jaarlijkse huurlasten bedragen ongeveer € 8,4 miljoen. Voor voertuigen worden veelal vijfjarige operationele lease overeenkomsten gesloten. De jaarlijkse last bedraagt circa € 2,7 miljoen. Met diverse leveranciers zijn voor het onderhouden van het havengebied contracten afgesloten. Deze contracten betreffen o.a. het uitvoeren van baggerwerk, onderhoud van glooiingen, wegen en buitenruimte. De jaarlijkse last bedraagt € 13 miljoen. Ter bestrijding van oliemorsingen in de Rotterdamse haven zal jaarlijks tot met 2013 € 0,9 miljoen worden uitgegeven. Voor onderhoud van het VBS en de levering van drinkwater is jaarlijks respectievelijk. € 1,7 miljoen en € 0,7 miljoen overeengekomen. Tevens is het onderhoud en beheer van walstroom kasten ten behoeve van de levering van stroom aan de binnenvaart uitbesteed tot 2013 (€ 0,4 miljoen). In het kader van Maasvlakte 2 is een contract afgesloten voor de ontwikkeling, hosting en beheer van een online contractbeheer – en documentbeheersysteem. Het contract loopt tot en met 2012. De jaarlijkse last bedraagt ongeveer € 0,7 miljoen. Jaarrekening > Toelichting op de balans
123
Lopende claims en geschillen
10 Financiële instrumenten
Door een aantal ondernemingen, daarin gesteund door een aantal oliemaatschappijen, is bezwaar gemaakt tegen de door Havenbedrijf Rotterdam gehanteerde tarieven voor het zeehavengeld van olietankers. Dit heeft geresulteerd in een fiscale procedure (voor zeehavengeld geïnd tot oktober 1997), alsmede een civiele procedure (voor het gedefiscaliseerde zeehavengeld van na oktober 1997) tussen Havenbedrijf Rotterdam en genoemde ondernemingen. Op basis van de tussenuitspraken in zowel de fiscale als de civiele procedure is besloten geen voorziening te treffen. Het gerechtshof ’s-Gravenhage heeft in 2010 in een einduitspraak de vordering in de civiele procedure van genoemde ondernemingen afgewezen. Tegen dit arrest is cassatie ingesteld door de genoemde ondernemingen. In de op 2 september 2005 gesloten Investeringsovereenkomst tussen de Staat der Nederlanden, de gemeente Rotterdam en Havenbedrijf Rotterdam is een vrijwaringclausule opgenomen ten aanzien van een eventuele terugbetaling van zeehavengeld. Deze vrijwaring is van kracht indien het terug te betalen bedrag groter zou zijn dan € 50 miljoen en (individueel) niet lager dan € 5 miljoen.
Algemeen De in deze toelichting opgenomen gegevens verschaffen informatie die behulpzaam is bij het inschatten van de omvang van risico’s die verbonden zijn aan zowel de in de balans opgenomen als de niet in de balans opgenomen financiële instrumenten. De financiële instrumenten van Havenbedrijf Rotterdam, anders dan derivaten, dienen ter financiering van de operationele activiteiten van Havenbedrijf Rotterdam of vloeien direct uit deze activiteiten voort. Havenbedrijf Rotterdam maakt daarnaast gebruik van swaps om het valuta-, prijs- en renterisico af te dekken. Kaders, richtlijnen en spelregels zijn geformuleerd in het Treasury Statuut. De berekende marktwaarde van deze derivaten bedraagt ultimo 2010 -/- € 165,8 miljoen (2009: -/- € 103,1 miljoen). Dit betreft de calculatorische contante waarde van het verschil tussen de afdekkende vaste rente en de (variabele) marktrente. Havenbedrijf Rotterdam past kostprijshedgeaccounting toe. Deze instrumenten blijven derhalve off-balance. De belangrijkste financiële risico’s zijn:
Renterisico
Havenbedrijf Rotterdam loopt renterisico over de rentedragende vorderingen (met name onder financiële vaste activa), liquide middelen en rentedragende lang lopende en kortlopende schulden (waaronder afkoop erfpacht en schulden aan kredietinstellingen). Voor vorderingen en schulden met variabele renteafspraken loopt Havenbedrijf Rotterdam risico ten aanzien van toekomstige kasstromen. Met betrekking tot vastrentende vorderingen en schulden loopt Havenbedrijf Rotterdam risico over de marktwaarde. Met betrekking tot schulden met variabele renteafspraken is een viertal financiële derivaten met betrekking tot het renterisico gecontracteerd.
Valutarisico
Havenbedrijf Rotterdam loopt valutarisico over investeringsactiviteiten in het kader van een internationale participatie. Ter afdekking van dit valutarisico is een valutaswap afgesloten voor de verwachte totale financieringskasstroom.
Tegenpartijrisico Commodity risico
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Havenbedrijf Rotterdam heeft geen significante concentraties van tegenpartijrisico’s. Op basis van de gemaakte afspraken met de contractor voor de aanleg van de 1e fase van het Maasvlakte 2 project loopt Havenbedrijf Rotterdam in het bijzonder risico over het verloop van de olieprijs. Ter afdekking van dit risico is een commodity (fuel)swap afgesloten voor de verwachte kasstroom gedurende de periode tot en met september 2013.
Jaarrekening > Toelichting op de balans
124
Toelichting op de winst-en-verliesrekening 11 Som der bedrijfs opbrengsten
Zeehavengeld Binnenhavengeld Huur, erfpacht, kadegelden Totaal netto omzet Overige bedrijfsopbrengsten TOTAAL
2010
2009
275.298
262.203
12.863
11.847
249.378
232.460
537.539
506.510
13.857
12.921
551.396
519.431
(Bedragen X € 1.000)
De post “overige bedrijfsopbrengsten” betreft voornamelijk de bijdrage voor het Verkeers Begeleidend Systeem.
12 Lonen, salarissen en sociale lasten 2010
2009
Lonen en salarissen
77.651
76.219
Pensioenlasten en wachtgelden
16.018
11.187
Sociale lasten
5.466
5.646
Overige personeelslasten
2.010
2.010
101.145
95.062
TOTAAL
(Bedragen X € 1.000)
De stijging in 2010 van lonen en salarissen wordt deels veroorzaakt door CAO verhoging en periodieke verhogingen. Daarnaast is er een toename van het gemiddelde aantal personeelsleden door invulling van bestaande formatieplaatsen. De pensioenlasten zijn toegenomen voornamelijk door een hogere werkgevers bijdrage voor regelingen met betrekking tot vervroegde uittreding.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Jaarrekening > Toelichting op de winst- en verliesrekening
125
13 Overige bedrijfslasten
Exploitatielasten Overige bedrijfskosten TOTAAL
2010
2009
102.036
104.069
32.157
23.173
134.193
127.242
(Bedragen X € 1.000)
In de post exploitatielasten zijn opgenomen de reguliere lasten ten behoeve van scheepvaartbegeleiding, ontwikkeling, beheer en onderhoud van de haveninfrastructuur, beheer materieel en nautische informatiesystemen, informatie- en communicatietechnologie, acquisitie- en accountmanagement en apparaatskosten. De overige bedrijfskosten betreffen onder meer bijdragen aan leefbaarheidsprojecten, herstructureringskosten, ontwikkelingskosten, programmakosten en de vorming van de voorziening voor oninbaarheid van debiteuren. In de overige bedrijfskosten is ook de afkoop van toekomstige dagelijkse onderhoudskosten verwerkt. Dit betreft een transactie met een aandeelhouder die onder marktcomforme omstandigheden heeft plaatsgevonden.
14 Overige toelichtingen op de winst-en-verliesrekening Operationele leasing
Kosten van onderzoek en ontwikkeling
Gedurende het boekjaar is € 2,4 miljoen (2009: € 2,5 miljoen) aan leasebetalingen in de winst-en-verliesrekening verantwoord met betrekking tot operationele leasing van voertuigen. De ten laste van het resultaat over 2010 gebrachte kosten van onderzoek en ontwikkeling bedragen € 4,5 miljoen (2009: € 5 miljoen).
15 Financiële baten en lasten 2010 Opbrengst langlopende vorderingen en effecten
348
Overige rentebaten
809
Totaal financiële baten Rentelasten Geactiveerde rente over materiële vaste activa in aanbouw
2009
753 7.155 1.157
7.908
-68.277
-66.672
12.033
6.937
Totaal financiële lasten
-56.244
-59.735
Totaal
-55.087
-51.827
(Bedragen X € 1.000)
Het geactiveerde rentepercentage over de investeringsuitgaven van het project Euromax is gelijk aan de 3-maands Euribor met een opslag van 113 basispunten. Voor de overige projecten is het gehanteerde bouwrente percentage ten opzichte van 2009 van 2,4% naar 2,8 % verhoogd. Dit is het gewogen gemiddelde van de rentevoet van vreemd vermogen, gecorrigeerd voor de verhouding vreemd vermogen/totaal vermogen.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Jaarrekening > Toelichting op de winst- en verliesrekening
126
16 Resultaat deelnemingen Het resultaat deelnemingen (€ 6,3 miljoen) bestaat uit het aandeel van Havenbedrijf Rotterdam in het resultaat van deelnemingen (€ 4,8 miljoen) en de opbrengsten uit verkoop van 25% aandelen in een van de deelnemingen (€ 1,5 miljoen).
17 Werknemers Het gemiddelde aantal werknemers in dienst in het jaar 2010 is 1.232 (in 2009: 1.221). Hiervan waren gemiddeld 541 werknemers werkzaam bij de divisie Havenmeester (in 2009: 549). Het gemiddelde aantal medewerkers werkzaam buiten Nederland in het jaar 2010 is 12 (in 2009: 12).
18 Bezoldiging commissarissen en bestuurders
Commissarissen De bezoldiging van de voorzitter van de Raad van Commissarissen bedraagt € 30.000 per jaar. Voor de leden bedraagt de bezoldiging € 25.000 per jaar. Daarnaast wordt aan commissarissen die zitting hebben in de auditcommissie of de remuneratiecommissie een vergoeding verstrekt van € 5.000 op jaarbasis. De bezoldiging aan commissarissen is als volgt:
Raad van commissarisen
2010
2009
A.J. Scheepbouwer
35.000
35.000
R.J.N. Abrahamsen
30.000
30.000
J.M. Kroon
30.000
30.000
R.P.M. van Slobbe
30.000
30.000
R.M. Smit
30.000
30.000
TOTAAL
155.000
155.000
(Bedragen X € 1)
Bestuurders Beloningsbeleid
Het beloningsbeleid zoals dat sinds 1 januari 2005 geldt voor de leden van de Algemene Directie is in december 2004 vastgesteld door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders na advies van het externe adviesbureau HayGroup. Het Havenbedrijf biedt een arbeidsvoorwaardenpakket, bestaande uit een vast inkomen en een variabel inkomen korte termijn, alsmede een variabel inkomen lange termijn. Het variabele inkomen korte termijn bedraagt 20% van het geldende vast inkomen en wordt toegekend indien is voldaan aan vooraf gestelde prestatiecriteria. Vanwege de specifieke geaardheid (strategisch, lange termijn) van het Havenbedrijf wordt de beloning van de bestuurders ook gebaseerd op meerjarenprestaties (4 jaar): bij het behalen van deze lange termijndoelstellingen wordt na 4 jaar een bonus uitgekeerd van 60% van het gemiddelde vast jaarinkomen over de voorafgaande 4 jaar. Ingeval van een korter dienstverband wordt de bonus pro-rata berekend. Indien de af te rekenen periode korter is dan 2 jaar komt de lange termijn bonus niet tot uitbetaling (bijvoorbeeld door latere indiensttreding of eerder vertrek). Het beloningsbeleid van Havenbedrijf Rotterdam is destijds vastgesteld op een aanzienlijk lager niveau dan vergelijkbare functies in de relevante beloningsmarkt.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Jaarrekening > Toelichting op de winst- en verliesrekening
127
In 2010 is op verzoek van de Aandeelhouders gestart met de ontwikkeling van een nieuw beloningsbeleid. De Raad van Commissarissen heeft eind 2010 aan de Aandeelhouders een voorstel voorgelegd voor een vernieuwing van het belonings beleid gebaseerd op het kabinetsbeleid inzake bestuurdersbeloningen bij staatsdeelnemingen. De Raad van Commissarissen beoogt met zijn voorstel de onderneming een bezoldiging te bieden die qua hoogte en structuur zodanig is dat gekwalificeerde en deskundige bestuurders kunnen worden aangetrokken, gemotiveerd en behouden. Naar verwachting zal de besluitvorming door de aandeelhouders over het nieuwe beloningsbeleid in het eerste kwartaal 2011 plaatsvinden.
Basissalaris 2010
In 2010 zijn de volgende basissalarissen toegekend: 2010
2009
H.N.J. Smits
328.980
324.110
A.G.F. Toet
262.735
258.840
T. Menssen
262.735
258.840
854.450
841.790
TOTAAL
(Bedragen X € 1)
De genoemde bedragen zijn inclusief vakantiegeld en exclusief werkgeverspremies sociale verzekeringen en dergelijke. De heer Toet is per 1 januari 2011 geen bestuurder meer.
Variabel inkomen korte termijn (jaarbonus)
Voor de bepaling van het variabel inkomen korte termijn zijn voor de prestatiecriteria normen vastgesteld. Deze prestatiecriteria hebben o.a. betrekking op nettoresultaat, medewerkers-tevredenheid en voortgang Maasvlakte 2. Onderstaande reserveringen zijn gebaseerd op de realisatie van de doelstellingen. 2010
2009
H.N.J. Smits
32.898
32.410
A.G.F. Toet
39.410
25.885
T. Menssen
39.410
25.885
111.719
84.180
TOTAAL
(Bedragen X € 1)
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Jaarrekening > Toelichting op de winst- en verliesrekening
128
Variabel inkomen lange termijn
De lange termijn bonus heeft betrekking op een periode van vier jaar: van begin 2009 tot en met eind 2012. De maximaal te behalen bonus bedraagt maximaal 60% van het gemiddelde vaste jaarinkomen over deze periode (gemiddeld 15% per jaar). Jaarlijks worden voorzichtigheidshalve naar rato de maximumbedragen gereserveerd ten laste van het resultaat. De prestatiecriteria voor de lange termijn bonus hebben betrekking op marktaandeel, duurzaamheid, veilige en vlotte scheepvaart en de ontwikkeling van de bedrijfslasten. 2010
2009
49.347
48.617
A.G.F. Toet
292
38.826
T. Menssen
39.410
38.826
89.049
126.269
H.N.J. Smits
TOTAAL
(Bedragen X € 1)
De heer Toet heeft naar rato en realisatie zijn lange termijn bonus voor de periode 2009 en 2010 uitgekeerd gekregen( € 39.118). De voorziening per eind 2009 is grotendeels dekkend geweest voor de uitkering. Pensioenkosten en overige emolumenten
De leden van de Algemene Directie zijn deelnemer van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP). De pensioenregeling van de bestuurders is gelijk aan de regeling voor de CAO-werknemers van het Havenbedrijf Rotterdam. Sinds 1 januari 2004 is de ABP-regeling gebaseerd op het middelloonstelsel. In onderstaande tabel staan de kosten vermeld, die in 2010 gemoeid waren met de werkgeversbijdrage van de ABP-pensioenpremie en de vaste kostenvergoeding. 2010
2009
H.N.J. Smits
96.322
66.021
A.G.F. Toet
60.880
49.255
T. Menssen
70.668
52.794
227.870
168.070
Totaal
(Bedragen X € 1)
In 2009 zijn de lange termijn bonussen voor de periode 2005 tot en met 2008 per bestuurder uitgekeerd. Hierover zijn de pensioenlasten in 2010 afgerekend.
Totale bezoldiging bestuurders 2010
2009
Basissalaris
854.450
841.790
Variabel inkomen korte termijn (Jaarbonus)
111.719
84.180
89.049
126.269
227.870
168.070
1.283.088
1.220.309
Variabel inkomen lange termijn Pensioenkosten en overige emolumenten Totale bezoldiging bestuurders
(Bedragen X € 1)
Beëindigingvergoeding
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
In verband met het vertrek van de heer Toet is een beëindigingvergoeding overeengekomen van € 262.735. De hoogte van deze vergoeding is in overeenstemming met de Nederlandse Corporate Governance Code.
Jaarrekening > Toelichting op de winst- en verliesrekening
129
19 Verbonden partijen Alle groepsmaatschappijen en andere deelnemingen, zoals opgenomen in het overzicht Verbonden partijen, alsmede de gemeente Rotterdam en het Rijk worden aangemerkt als verbonden partij. In de rentekosten is een bedrag van € 31,2 miljoen inbegrepen voor de gemeente Rotterdam (2009: € 36,9 miljoen).Daarnaast is in de overige bedrijfslasten een jaarlijkse bijdrage aan Port Infolink B.V. (Portbase) begrepen van € 6,2 miljoen (2009: € 7,2 miljoen).
20 Accountantskosten De jaarrekening wordt gecontroleerd door Ernst & Young Accountants. De totale kosten die ten laste van het resultaat 2010 zijn gebracht bedragen € 279.400. 2010
2009
Controle van de jaarrekening
112.972
101.625
Overige controleopdrachten
115.254
50.085
51.174
50.180
279.400
201.890
Overige niet-controleopdrachten Totaal
(Bedragen X € 1)
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Rotterdam, 2 maart 2011
De Algemene Directie, Ir. Drs. H.N.J. Smits Ir. T. Menssen MBA
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Jaarrekening > Toelichting op de winst- en verliesrekening
130
Overige gegevens 21 Statutaire regeling winstbestemming Voor de winstbestemming is van belang hetgeen is vermeld in de statuten en het bepaalde in de Investeringsovereenkomst die op 2 september 2005 is gesloten tussen de Staat der Nederlanden, de gemeente Rotterdam en Havenbedrijf Rotterdam, alsmede hetgeen ter zake is vermeld in de Aandeelhoudersovereenkomst tussen beide aandeelhouders. In 2009 zijn aanvullende afspraken voor de winstbestemming door de drie voornoemde partijen vastgelegd in de Kapitaalsovereenkomst 2009 van 30 januari 2009 en de Vaststellingsovereenkomst uit maart 2009. In de Aandeelhoudersovereenkomst is in artikel 3 ondermeer bepaald dat de aandeelhouders vanaf 1 januari 2006 jaarlijks 4% op het door hen ingelegde vermogen ontvangen onder toepassing van een indexeringsclausule. In artikel 11.1 van de Investeringsovereenkomst is het door de gemeente op 1 januari 2006 ingelegde vermogen bepaald op € 1 miljard. De Staat is op 23 mei 2007 toegetreden als medeaandeelhouder en heeft daarbij € 50 miljoen aandelenkapitaal gestort (eerste tranche). De tweede tranche betreft een kapitaalstorting van € 450 miljoen in 2009 door de Staat en gemeente Rotterdam. Hiervoor zijn nieuwe aandelen uitgegeven. Als gevolg van de genoemde overeenkomsten 2009 is met de uitgifte van de nieuwe aandelen de basis voor de verdeling van het dividend over de aandeelhouders veranderd. Tot de uitgifte werd het dividend per aandeelhouder berekend over het door hen ingelegd vermogen. Nu is de verdeling van de aandelen bepalend geworden.
22 Voorstel winstbestemming Het netto resultaat bedraagt € 154,2 miljoen. Conform het bepaalde in de Investeringsovereenkomst en de Aandeelhoudersovereenkomst, de Kapitaalovereenkomst 2009 en de Vaststellings overeenkomst wordt voorgesteld over te gaan tot de volgende dividenduitkering aan de gemeente Rotterdam en de Staat. Omschrijving Dividenduitkering gemeente Rotterdam
45,2
Dividenduitkering Staat
18,6
Totaal
63,8
(Bedragen x € 1 miljoen)
Er is gedurende het boekjaar 2010 geen interim dividend uitgekeerd.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Jaarrekening > Overige gegevens
131
23 Onttrekkingen/ stortingen op agio Vrijwaring garantie-kwesties
De naar aanleiding van de toetreding van de Staat als aandeelhouder opgestelde Investeringsovereenkomst, bepaalt dat de gemeente Rotterdam onder voorwaarden de netto kosten zal vergoeden, die Havenbedrijf Rotterdam maakt in het kader van garantie-kwesties. Daarbij is bepaald dat voor deze kosten de Staat via agiostorting kan worden gecompenseerd.
24 Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum geweest die nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum.
25 Controleverklaring Het Verslag van het Havenbedrijf Rotterdam is voorzien van een door Ernst & Young Accountants LLP afgegeven goedkeurende controleverklaring. Deze verklaring is te raadplegen in het hoofdstuk ‘Over het Jaarverslag en controleverklaring’.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Jaarrekening > Overige gegevens
132
Verbonden partijen Hierbij een overzicht van de verbonden partijen van Havenbedrijf Rotterdam N.V. : Deelnemingen hbr Mainport Holding Rotterdam N.V. (MHR) Betuweroute Exploitatiemaatschappij B.V.
Belang Vestigingsplaats 100% 35%
Rotterdam Rotterdam
Deelnemingen MHR
Belang Vestigingsplaats
Port infolink B.V. (Portbase) Cruise Port Rotterdam B.V. Koninklijke Scheepsagentuur Dirkzwager B.V. Mainport Foreign Investments B.V. Sohar Industrial Port Company Sohar Industrial Development Company Ontwikkelingsmaatschappij Noordoever B.V. Northcoast Properties Zevenmanshaven C.V. Mainport Rotterdam Properties B.V. Mainport Project II B.V. Mainport Project III B.V. Mainport Project IV B.V. Mainport Project V B.V. Mainport Project VI B.V. MHR Commanditaire Vennoot B.V. Multicore B.V. MultiCore C.V. MHR Silent Partner B.V. RC2 C.V. RC2 B.V. Scheepvaartmaatschappij Eendracht B.V.
75% 100% 46% 100% 50% 50% 50% 48% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 50% 75% 100% 50% 50% 11,7%
Rotterdam Rotterdam Maassluis Rotterdam Sohar, Oman Sohar, Oman Schiedam Schiedam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam
Stichtingen Vestigingsplaats Stichting Rotterdam Port Experience Stichting de Verkeersonderneming
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Jaarrekening > Verbonden Partijen
100% 33,3%
Rotterdam Rotterdam
133
Ken getallen 2010
Cockpit Financieel
Kengetallen Havenbedrijf (Bedragen x € 1 miljoen)
2010 **** Resultaten
**** Balansgegevens
**** Ratio’s
Som der bedrijfsopbrengsten
551
519
Bedrijfsresultaat (EBIT)
203
196
Netto resultaat
154
167
Groepsvermogen
1.770
1.645
Langlopende schulden
1.143
1.059
Geïnvesteerd vermogen
2.913
2.704
Totaal vermogen
3.280
3.088
7
8
63
66
Net Debt / EBITDA **
3
3
Rentedekking ***
4
4
Investeringen****
445
341
Goederenoverslag (x 1 miljoen ton)
430
387
34.404
33.352
Totaal (in %)
38
37
Nat massagoed (in %)
53
49
Droog massagoed (in %)
36
33
Containers (in %)
28
28
Breakbulk (in %)
25
25
1.224
1.239
Rendement werkzaam vermogen* (in %) Solvabiliteit (in (%), incl. achtergestelde leningen)
Operationele gegevens
Aantal bezoeken zeeschepen Marktaandeel Hamburg – Le Havre Range
Personeel
Aantal medewerkers ultimo
*
**
***
****
2009
Bedrijfsresultaat / gemiddeld balanstotaal minus kortlopende schulden. Uitstaande schuld minus erfpacht en minus positieve stand liquide middelen / winst voor rente en afschrijving. De ratio rentedekking is berekend door EBIT te delen door het saldo van rentelasten en – baten. Havenbedrijf Rotterdam maakt gebruik van de vrijstelling van consolidatieplicht omdat de financiële gegevens van de deelnemingen verwaarloosbaar zijn voor inzicht in resultaten en vermogen van de jaarrekening.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Kengetallen > Cockpit Financieel
135
Financieel historisch overzicht Havenbedrijf (Bedragen x € 1 miljoen)
Vanaf 2003 geconsolideerd; 2004 aangepast conform RJ 271 (2005). Overige jaren niet geconsolideerd; voor zover mogelijk aangepast voor vergelijkingsdoeleinden.
2010
2009
2008
2007
2006
2005
Activa
3.280
3.088
2.678
2.548
2.430
2.293
Eigen vermogen
1770
1.645
1.080
1.033
971
843
Balans
Langlopende schulden
1.143
1.059
1.102
1.139
1080
1.127
Geïnvesteerd vermogen
2.913
2.704
2.183
2.172
2.051
1.970
Voorzieningen + kortlopende schulden
367
384
495
376
378
323
TOTAAL VERMOGEN
3.280
3.088
2.678
2.548
2.430
2.293
Winst-en-verliesrekening Som der bedrijfsopbrengsten
551
519
523
488
455
440
Bedrijfslasten
235
222
224
220
226
222 79
Afschrijvingen
113
101
93
87
83
Resultaat deelnemingen
6
0
-1
-10
1
-1
Financiële baten en lasten
-55
-52
-56
-57
-55
-65
NETTO RESULTAAT
154
*144
149
114
*92
*73
Goederenoverslag (x 1 miljoen ton)
430
387
421
409
**382
370
35.989
34.954
Kengetallen Aantal bezoeken zeeschepen
34.404
33.352
36.415
37.097
Investeringsuitgaven (x € miljoen)
445
341
190
235
Rendement werkzaam vermogen (in%)
7,0
7,8
9,2
8,2
231 135 Havengelden 288 *7,3 Contractopbrengsten 249 6,6 Overige opbrengsten 214
*
Cijfers genormaliseerd
**
Met ingang van 2007 worden de roll on / roll off in Hoek van Holland en in Vlaardingen meegenomen in de overslagcijfers Groot Rotterdam. De overslagcijfers over 2006 zijn hierop aangepast (oorspronkelijk 378,2 miljoen ton).
Bedrijfsopbrengsten 2010
Investeringsuitgaven 2010
(Bedragen x € 1 miljoen)
(Bedragen x € 1 miljoen) 500 450 400
Havengelden 288
350
Contractopbrengsten 249
300
Overige opbrengsten 214
250 200 150 100 50 0 2005
2006
2007
2008
2009
2010
Investeringen Bestaand Rotterdams Gebied 500
Investeringen Maasvlakte 2
450 400 Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Kengetallen > Cockpit Financieel
350 300 250
136
20%
22% 80%
2008
86%
2008
2009
30
1.250 2010
1
2009
750
2010
Kort (1 t/m 7 dgn)
250
Middellang (8 t/m 42 dgn) 16% 14% Lang (43 t/m 365 dgn) 2008 2009
0
86%
15% 2010
2009
2010 Havenbedrijf totaal Management 2009
2008
2010
Nieuwe medewerkers
Fullt
Partt
Fulltime 85% Parttime
84% Streefwaarde
2008
85%
2008
500
Personeel Jaar (1 t/m 2 jr)
15%
25
1.000
0
2008
2010
2009
35
77%
Cockpit 2008
77%
84%
40
2
78%
16%
45
23%
4 78% 3
80%
23%
2009
5
22%
2009
2010
Man Vrouw
2010
Man Vrouw
450
Man-vrouw verhouding
Gemiddelde leeftijd
Havenbedrijf totaal
20%
22%
350
6
300
5
6
250
50 4
5
200
45 3
150
40 2
100
35 1
50
300
4
80% 2008
2009 1
0 2009
23%
78%3 2
77% 2010
2008
< 30
30 - 39
40 - 49
2009
50 - 60 2008
25
2010
0
> 60 2009
Kort (12010 t/m 7 dgn)
Aantal medewerkers
Middellang (8 t/m 42 dgn) 16% 14% Lang (43 t/m 365 dgn)
Jaarmedewerkers (1 t/m 2 jr) 2010 Nieuwe
Fulltime
Streefwaarde
86% Parttime
Jaar (1 t/m 2 jr) 86% 84% Streefwaarde 2008
2008
50 - 60
350
400
300
2010
Ziekteverzuim (in %) 6
350
1.2506
250
50
300
1.0005
200 600
45
250
7504
150 500
40
200
5003
100 400
35
150
2502
50 300
30
100
01
0 200
2010
0
< 30
30 - 39
40 - 49
2008 50 - 60
> 60 2009 100
25 2008 2010
2009
2008
Management
Middellang (8 t/m 42 dgn) 2008
2010 2008
Nieuwe medewerkers
2009 Lang (43 t/m 365 dgn)
2009
Jaar (1 t/m 2 jr)
2010
Fulltime 2010
<5
Kort (1 t/mParttime 7 dgn)
2010
85%
450
450
0
15% 2009
Man
> 15 2009
2009
2008 Nieuwe medewerk
2009
0 Havenbedrijf totaal
> 60
201 Managem
2009
Aantal medewerkers
Medewerkers aantallen
40 - 49
6-10
11-15
<5
50,000000
5
45,833333
4
41,666667
3
37,500000
2
33,333333
1
29,166667
0
25,000000 2010 6-10
2008 11-15
Kort (1 t/m 7 dgn)
Medewerkers aantallen Aantal interne medewerkers Fulltimers 50 Parttimers 450 45 400 40 Aantal managers (3-lagen) 350 35 300 30 250 25 200 2009
2010
150
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010 Havenbedrijf totaal
100
Management
50
Nieuwe medewerkers
0
2010
20
Lang (43 t/m 365 dgn)
20
Jaar (1 t/m 2 jr) Streefwaarde
2009
2008
1.224
1.239
1.203
1.081 50,000000 143 45,833333
1.093
1.061
450
146
142
Havenbedrijf totaal 400
75
Nieuwe medewerkers 300
72
250
600
33,333333
200
500
29,166667 25,000000
350
Management
41,666667 71 37,500000
150
400 2008
2009
2010
Kengetallen > Cockpit Personeel
50 137
200 < 30
<5
100
300
6-10
11-15
> 15
100 30 - 39 40 - 49 0
0 50 - 60
> 60 2008
> 15
20
Middellang (8 t/m 42 dgn)
Streefwaarde
2008
2010
2010
400
30 - 39
100
Vrouw
Man
2009 50
200 2009
> 15
84%
2008
2010
300
0Havenbedrijf to
Medewerkersleeftijd
Vrouw
2008
2010
16%
14% 2010
85%
2009
400 77%
0
2009 Management (43 t/m 365 dgn) 2009Lang2008
500
23%
41,666667 80% 1.250 78% 37,500000 1.000 2008 33,333333 2009 2008 750 29,166667 500 25,000000 2008 <5 6-10 11-15 250
Kort (1 t/m 7 dgn) 15%
600
50,000000 22% 45,833333
20%
Middellang (8 t/m 42totaal dgn) Havenbedrijf 2008
Management
2010
Aantal dienstjaren
400
39 Scheepsbezoeken
37
14.000 12.000
35
33
10.000 6.000
29
4.000
27
2.000
25 2007
2008
5:02
37.000
4:90
35.000
4:78
33.000
4:66
31.000
4:54
29.000
4:42
27.000
4:30
25.000
4:18
Cockpit 8.000
31
2006
39.000
2009
2010
0
2006
2007
2008
2009
Havenmeester
2006
2010
2006
2007
2007
2008
2008
2009
2010
2009
Scheepsbezoeken
5,02 4,90 4,78 4,66 4,54 4,42 4,30 4,18
2010
Turn Around Time Rotterdam in uren
General cargo Tankschepen Volcontainer
Volcontainer
Overig
Overige
Droge bulk
Droge bulk
Turn Around Time en
Scheepsbewegingen
Aantal scheepsbezoeken
aantal scheepsbezoeken
en nautische ongevallen
(Zeevaart)
(Zeevaart)
(Zeevaart)
40000 Scheepsbezoeken
2009
40000 35000
39.000
5:02
90.000
230
30000 35000
37.000
4:90
86.000
200
25000 30000
35.000
4:78
82.000
170
20000 25000
33.000
4:66
78.000
140
15000 20000
31.000
4:54
74.000
110
10000 15000
29.000
4:42
70.000
80
5000 10000
27.000
4:30
50000
25.000
4:18
2010
5,02 4,90 4,78 4,66 4,54 4,42 2006
4,30 4,18
2007
2005
2008
2006
2009
2007
2010
2008
2010 2006
2007
2008
2009
2006
2007
2008
2009 Tankschepen 2010
Scheepsbezoeken
Nautische ongevallen
Tankschepen Droge bulk
Turn Around Time Rotterdam in uren
Norm nautische ongevallen
2006
0
2007
2008
2009
2010
Scheepsbewegingen zeevaart
2009
General Drogecargo bulk Volcontainer General cargo Overige Volcontainer Overige
Safety & Environmental Index (SEI) 9,5
9,0 9,5 8,5 9,0 8,0 8,5 7,5 8,0 7,0 7,5 6,5 7,0 6,0 6,5 5,5 6,0 2006
2007
2006 Norm Milieu 2007
2008
2009
2008
2009 Milieu2010
2010
Norm Milieu Norm Meldingen
Meldingen Milieu
Norm NormMeldingen Veiligheid
Meldingen Veiligheid
Norm Veiligheid
Veiligheid
5,5
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
90.000
230
86.000
200
82.000
170
78.000
140
74.000
110
70.000
80 2006
2007
2008
2009
2010
Scheepsbewegingen zeevaart Nautische ongevallen Norm nautische ongevallen
Kengetallen > Cockpit Havenmeester
138
Cockpit Overslag en Marktaandeel Haven
Aanvoer goederen in de haven van Rotterdam * (Brutogewicht x 1.000 metrische tonnen)
2010
2009
Verschil
2010/2009 (in %)
Agribulk
6.817
6.867
-50
-0,7
Ertsen en schroot
36.444
20.184
16.260
80,6
Kolen
23.278
23.665
-387
-1,6
9.090
6.442
2.648
41,1
75.630
57.158
18.472
32,3
Ruwe aardolie
99.548
95.676
3.872
4,0
Minerale olieproducten
42.704
42.241
463
1,1
Overig massagoed, nat
19.655
18.070
1.585
8,8
Totaal Massagoed, nat
161.906
155.987
5.919
3,8
Totaal massagoed
237.536
213.145
24.391
11,4
55.025
47.890
7.135
14,9
8.123
8.025
98
1,2
Overig massagoed, droog Totaal Massagoed, droog
Containers Roll on / roll off Overig stukgoed
4.671
4.232
439
10,4
Breakbulk
12.794
12.257
537
4,4
Totaal stukgoed
67.819
60.147
7.672
12,8
305.355
273.292
32.063
11,7
Totaal aanvoer
*
Genoemde overslagcijfers zijn inclusief de overslag op terminals aan de noordzijde van de rivier (Hoek van Holland, Schiedam, Vlaardingen). Deze overslag betreft voor 2010 circa 3,1% van het totale overslagvolume van de aan- en afvoer. Het bijbehorende zeehavengeld komt niet aan het Havenbedrijf Rotterdam toe en wordt derhalve niet in de financiële verslaglegging meegenomen.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Kengetallen > Cockpit Overslag en Marktaandeel Haven
139
Afvoer goederen in de haven van Rotterdam * (Brutogewicht x 1.000 metrische tonnen)
2010
2009
Verschil
2010/2009 (in %)
Agribulk
1.551
1.467
Ertsen en schroot
3.378
3.114
264
8,5
802
1.168
-366
-31,3
Overig massagoed, droog
3.229
3.721
-492
-13,2
Totaal Massagoed, droog
8.960
9.470
-510
-5,4
Kolen
Ruwe aardolie Minerale olieproducten Overig massagoed, nat
5,7
752
742
10
1,4
34.876
29.949
4.927
16,4
11.823
11.412
411
3,6
Totaal Massagoed, nat
47.451
42.103
5.348
12,7
Totaal massagoed
56.412
51.573
4.839
9,4
Containers
57.268
52.390
4.878
9,3
Roll on / roll off
8.625
7.980
645
8,1
Overig stukgoed
2.267
1.722
545
31,7
10.892
9.702
1.190
12,3
68.160
62.092
6.068
9,8
124.572
113.665
10.907
9,6
Breakbulk Totaal stukgoed Totaal afvoer
*
84
Genoemde overslagcijfers zijn inclusief de overslag op terminals aan de noordzijde van de rivier (Hoek van Holland, Schiedam, Vlaardingen). Deze overslag betreft voor 2010 circa 3,1% van het totale overslagvolume van de aan- en afvoer. Het bijbehorende zeehavengeld komt niet aan het Havenbedrijf Rotterdam toe en wordt derhalve niet in de financiële verslaglegging meegenomen.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Kengetallen > Cockpit Overslag en Marktaandeel Haven
140
Aan- en afvoer goederen in de haven van Rotterdam * (Brutogewicht x 1.000 metrische tonnen)
2010
2009
Verschil
2010/2009 (in %)
Agribulk
8.369
8.334
35
0,4
Ertsen en schroot
39.823
23.298
16.525
70,9
Kolen
24.080
24.833
-753
-3,0
Overig massagoed, droog
12.319
10.163
2.156
21,2
Totaal Massagoed, droog
84.590
66.628
17.962
27,0
Ruwe aardolie
100.300
96.418
3.882
4,0
Minerale olieproducten
77.579
72.190
5.389
7,5
Overig massagoed, nat
31.478
29.482
1.996
6,8
Totaal Massagoed, nat
209.358
198.090
11.268
5,7
Totaal massagoed
293.948
264.718
29.230
11,0
Containers
112.293
100.280
12.013
12,0
Roll on / roll off
16.748
16.005
743
4,6
Overig stukgoed
6.938
5.954
984
16,5
23.686
21.959
1.727
7,9
Totaal stukgoed
135.979
122.239
13.740
11,2
Totaal aan- en afvoer
429.927
386.957
42.970
11,1
Breakbulk
*
Genoemde overslagcijfers zijn inclusief de overslag op terminals aan de noordzijde van de rivier (Hoek van Holland, Schiedam, Vlaardingen). Deze overslag betreft voor 2010 circa 3,1% van het totale overslagvolume van de aan- en afvoer. Het bijbehorende zeehavengeld komt niet aan het Havenbedrijf Rotterdam toe en wordt derhalve niet in de financiële verslaglegging meegenomen.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Kengetallen > Cockpit Overslag en Marktaandeel Haven
141
20 30 10 20 0 10 2006
2007
2008
2006
2007
2008
2009
2010 0
Nat massagoed 2009 2010 Droog massagoed Nat massagoed
2006
2007
2008
2006
2007
2008
2009
Breakbulk Containers
Breakbulk
Breakbulk (Brutogewicht x 1.000 metrische tonnen)
Overslag
2006
2007
2006
40 2009 30
2008
2007
2008
2009
20 10 0
2007
2008
2009
2010
Nat massagoed Droog massagoed Containers Breakbulk
35 40 Rotterdam 30 35 Antwerpen 25 30 Hamburg 20 25 Amsterdam 15 20 Le Havre 10 15 Bremerhaven 5 10 Duinkerken 0 Zeebrugge5
Groei 2009-2010
2010
2009
Absoluut
in %
429,9
387,0
43,0
11,1
178,2
157,6
20,6
13,1
121,2
110,4
10,8
9,8
90,6
86,7
3,9
4,5
70,2
73,7
-3,5
-4,7
68,7
63,0
5,7 60
9,0
42,7
45,0
-2,3 50
-5,1
40
50
2010 Wilhelmshaven0 Gent 2010 Zeeland Seaports
49,6
44,9
4,7 40
25,7
33,6
-7,9 30
33,0
29,0
4,0 20
Zeeland_Seaports Gent Gent
27,3
20,8
6,5 10
Wilhelmshaven Zeeland_Seaports TOTAAL Zeebrugge Wilhelmshaven
0 2006
2007 1.137,1
2008 1.051,7 2009
201085,5
Nat massagoed
Duinkerken Zeebrugge
Droog massagoed
Bremerhaven Duinkerken Le Havre Bremerhaven Amsterdam Le Havre
Verloop marktaandeel Rotterdam
Amsterdam – Le Havre range
in de Hamburg - Le Havre range
Verloop overslag Rotterdam (Brutogewicht in x 1.000 metrische tonnen) 120 100 120 80 100 60 80 40 60 20 40 0 20
50
35
40
30
25
30
25
20
20
20
15
10
15
10
0
10
0
Gent
40
Rotterdam
2008
10,5 2007 -23,5 Rotterdam 2006 2007 13,8 Antwerpen 31,3 Rotterdam Hamburg Antwerpen Amsterdam 8,1 Hamburg Le Havre Amsterdam Bremerhaven Le Havre 2006
(gebaseerd op totale overslag in tonnen) in %
30
2007
35 36,840 30 15,7 15,035 25 10,7 10,530 20 8,0 8,225 15 6,2 7,020 10 6,0 6,015 5 3,8 4,310 0 4,4 4,3 2008 2009 2010 5 2,3 3,20 Duinkerken 2008 20102,8 2,9 2009 Zeebrugge Duinkerken2,0 2,4 Wilhelmshaven Zeebrugge Zeeland_Seaports 100,0 100,0 Wilhelmshaven Gent Zeeland_Seaports
37,8
Antwerpen Hamburg (Per hoofdsegment) in % Rotterdam Antwerpen 60
35
2006
2009 40
Breakbulk
Hamburg
5
Marktaandeel in % 2010
Bremerhaven
Containers
Marktaandeel Rotterdam in de Hamburg
40
0
Nat massagoed 2009 2010 Droog massagoed Nat massagoed Containers Droog massagoed Breakbulk Containers
Marktaandeel Rotterdam in Hamburg-Le Havre range Containers Droog massagoed
60
2010
40 20 30 10 20 0 10
2009
2010
5
Nat massagoed
0 2006
Droog massagoed
2007
2008
2009
2010
Containers
Rotterdam
Breakbulk
Antwerpen
Zeebrugge
Hamburg
Wilhelmshaven
Amsterdam
Zeeland_Seaports
rugge
Le Havre
Gent
erken
Bremerhaven
Gent
aports
haven
haven
40
Havre
35
Q2
Q3
Q4
Q1
Q2
Q3
Q4
Q1
Q2
Q3
Q4
Q1
Q2
Q3
Q4
Q1
Q2
Q3
Q4
Q1
Q2
Q3
Q4
2008 2008
2009 2009
2010 2010
0
Verhouding goederensoorten
Duinkerken
(Brutogewicht in tonnen) Ruwe aardolie 23,3% Minerale olieproducten, overig Ruwe aardolie 23,3% massagoed en nat 25,4% Minerale olieproducten, overig Droog massagoed 19,7% massagoed en nat 25,4% Containers 26,1% Droog massagoed 19,7% Breakbulk 5,5% Containers 26,1% Breakbulk 5,5%
30
rdam
Q1
25
mburg
20
erpen
15
rdam
10
120
5
100
0 2006
2007
Rotterdam
2008
2009
80
2010
60
Duinkerken
Zeebrugge Antwerpen Havenbedrijf Rotterdam N.V. Wilhelmshaven Jaarverslag 2010 Hamburg Amsterdam
Zeeland_Seaports
Le Havre
Gent
40 Kengetallen > Cockpit Overslag en Marktaandeel20 Haven
0 Q1
Q2
Q3
2008
Q4
Q1
Q2
Q3
2009
Q4
Q1
Q2
Q3
2010
Q4
142
Cockpit Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s) 2010 DOEL
KRITISCHE PRESTATIE
NORM 2010
INDICATOREN 1.1 Ketenefficiency
REALISATIE Q4
VERWIJZING
2010
1.1.1 Gemiddelde doorlooptijd deepsea-containers in havenen industriecomplex
Meetbaar maken
Doel niet gehaald
N.v.t.
1.1.2 Verbetering modal split
Weg: 47,0% Spoor: 14,5% Binnenvaart: 38,5%
Realisatie 2009: Weg: 47% Spoor: 14% Binnenvaart: 39%
Paragraaf 6.1
1.1.3 Gemiddelde reistijd A15 Ridderkerk – Maasvlakte: Percentage spitsen dat max. reistijd 38 min. Is
85,0%
1 x per jaar gemeten Paragraaf 6.1
1.2 Europees marktleider
1.2.1 Marktaandeel overslag HLH-range
36,3%
37,8%
Paragraaf 4.3
1.3 Kwaliteit klantportfolio
1.3.1 Klanttevredenheid
Opstellen en uitvoeren actieplan KTO 2009
Terugkoppeling met klanten en vaststelling verbeter punten afgerond. Verbeteracties in uitvoering.
Paragraaf 4.2
2.1 Maasvlakte 2
2.1.1 Mijlpalen Maasvlakte 2
Realisatie mijlpalen
Mijlpalen gerealiseerd
Paragraaf 5.2
2.3 Ruimte buiten het haven-
2.3.1 Mijlpalen Alblasserdam / Dordrecht / achterlandstrategie
Realisatie mijlpalen
Mijlpalen Alblasserdam en Dordrecht afgerond
Paragraaf 6.2 / 5.3
3.1.1 Dynamische turn around time Rotterdam
4:27 uur
4:37 uur
Paragraaf 3.2
en industriegebied 3.1 Optimale afwikkeling scheepvaart
4.1 Duurzaamheid
3.1.2 Aantal nautische ongevallen
120
116
Paragraaf 3.3
3.1.3 Safety & environmental index
8,3
8,6
Paragraaf 3.4
3.1.4 Inspectieresultaat Havenbeveiligingswet
7,2
7,0
Paragraaf 3.6
4.2.1 Duurzaamheidindex
Implementatie index
Gewijzigd in 2010
Paragraaf 7.2
4.2.2 Environmental Shipping Index
Implementatie index
Index geïmplementeerd
Paragraaf 7.2
5.1 Investeringsruimte
5.1.1 Extra ruimte investeringsplafond N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
6.1 Kwaliteit medewerkers
6.1.1 Betrokkenheid personeel (uit MTO)
7,7
Paragraaf 2.6
6.2 Organisatie-efficiency
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
7,2 (meting 1x per 2 jaar)
6.1.3 Ziekteverzuim
4,8%
4,6%
Cockpit personeel
6.1.4 Functioneringsgesprekken
90%
83%
Paragraaf 2.6
6.2.1 Beheersing van de bedrijfslasten
Max. € 225 mln.
€ 221 mln (excl. eenmalige afkoop onderhoud)
Jaarrekening
Kengetallen > Cockpit Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s) 2010
143
Toelichting bij de KPIs In het overzicht met KPI’s zijn 18 van de 23 KPI’s van het Havenbedrijf opgenomen. De vijf KPI’s die niet zijn opgenomen worden niet (meer) gehanteerd of zijn commercieel vertrouwelijk.
Waarderingsgrondslagen kwantitatieve KPI’s
1.1.2
Modal split: De modal split wordt berekend op basis van opgaven van cargadoors en overslagbedrijven op Maasvlakte 1 en geeft voor 2009 de verhouding tussen vervoer van containers naar en van Maasvlakte 1 over weg, water en spoor weer. De gegevens 2010 zijn pas medio 2011 bekend.
1.1.3
Gemiddelde reistijd A15 – Ridderkerk- Maasvlakte: percentage spitsen dat maximale reistijd 38 minuten is Deze informatie wordt ontvangen van de Verkeersonderneming en Rijkswaterstaat. De informatie is op het moment van verschijnen van het Jaarverslag nog niet beschikbaar.
1.2.1
Marktaandeel overslag Hamburg-Le Havre (HLH)-range Het marktaandeel wordt berekend op basis van de overslagcijfers van de havens in de Hamburg – Le Havre – range. De cijfers worden per kwartaal ontvangen van de betreffende havenbedrijven.
3.1.1 Dynamische turn around time Rotterdam Met de dynamische TAT wordt de gemiddelde totale vaartijd, inkomend en uitgaand, van de zeevaart tussen zee (6 mijls-zonegrens) en haven (kade/steiger) aangegeven voor schepen met een lengte groter dan 150 meter. In de TAT Rotterdam wordt het geheel van drie deelgebieden Europoort, Stad (Waal- en Eemhaven) en Botlek samengevoegd. De gegevens komen uit het havenbeheerssysteem IVS. 3.1.2 Aantal nautische ongevallen Een ongewilde gebeurtenis die een schip tijdens de vaart overkomt. Er wordt onderscheid gemaakt tussen nautische ongevallen, significante nautische ongevallen en zogenoemde bijna aanvaringen (near miss situaties). De ongevallen worden geregistreerd in een database op basis van diverse journaals en opgaven van derden. 3.1.3 Safety & Environment index De SEI is het gemiddelde van uitkomsten van inspecties aan boord en de systematische controle van naleving van wettelijke administratieve meldplichten door rederijen en agenturen. 3.1.4 Inspectieresultaat Havenbeveiligingswet Het inspectieresultaat geeft de gemiddelde score van de ISPS inspecties weer. 6.1.1
Betrokkenheid personeel (uit MTO) Eén keer per 2 jaar wordt een medewerkerstevredenheidsonderzoek gehouden onder het personeel. Het cijfer betreft het gemiddelde van het ‘overall’ tevredenheidscijfer van medewerkers.
6.1.3
Ziekteverzuim Het ziekteverzuim betreft het aantal ziektedagen ten opzichte van het aantal werkdagen. De gegevens van ziekteverzuim komen uit het ERP systeem, waarin verzuim wordt geregistreerd.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Kengetallen > Cockpit Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s) 2010
144
6.1.4 Functioneringsgesprekken Het percentage functioneringsgesprekken is het aantal functioneringsgesprekken in 2010 ten opzichte van het gemiddeld aantal personeelsleden. De gegevens worden ontleend aan het ERP-systeem. 6.2.1
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Beheersing van de bedrijfslasten De bedrijfslasten zijn ontleend aan de jaarrekening. Het betreft de bedrijfslasten exclusief afschrijvingen.
Kengetallen > Cockpit Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s) 2010
145
Over het Jaarverslag en controleverklaring
Over het Jaarverslag Geïntegreerd Jaarverslag In dit Jaarverslag 2010 hebben we het traditionele Jaarverslag en het MVO verslag (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen) geïntegreerd. In de introductie hebben we een toelichting gegeven op de scope van het verslag. In deze paragraaf lichten we de onderwerpselectie en de kwaliteitsborging verder toe. Tevens worden de verslaggevingsgrondslagen uiteengezet.
Selectie van onderwerpen De focus van het Jaarverslag ligt op onze eigen bedrijfsvoering, de prestaties vanuit de wettelijke taak van de Havenmeester en op prestaties en ontwikkelingen binnen de strategische aandachtsgebieden Klant, Gebied en ruimte, Verkeer en bereikbaarheid en Omgeving en duurzaamheid. Havenbedrijf Rotterdam rapporteert bij deze strategische aandachtsgebieden over de inspanningen van de eigen organisatie en de invloed daarvan voor belanghebbenden in het havengebied en de (transport) keten. De dialoog met belanghebbenden vormt een belangrijke informatiebron over wat van ons wordt verwacht. Daarmee bepaalt het ook de inhoud van dit Jaarverslag. De feedback die we ontvangen van belanghebbenden levert input voor onze eigen (MVO) prioriteiten en verslaggeving. De dialoog met belanghebbenden is onderdeel van onze dagelijkse bedrijfsvoering. Havenbedrijf Rotterdam is doordrongen van het belang van een pro-actieve omgevingsbenadering voor het maatschappelijk draagvlak en als onderdeel van de dagelijkse bedrijfsvoering. De inspanningen rond deze dialoog zijn beschreven in paragraaf 7.4. Naast de uitkomsten uit de dialoog met belanghebbenden stelden we de inhoud van het verslag vast op basis van de strategie, strategische aandachtsgebieden, feedback op het Jaarverslag 2009 en onderzoek naar de belangrijkste onderwerpen voor het maatschappelijk verslag. De belangrijkste onderwerpen in 2010 die hiervan zijn afgeleid zijn hieronder opgenomen. Onderwerpen gerelateerd aan de bedrijfsvoering van Havenbedrijf Rotterdam
• • • • • •
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Helikopterongeval tijdens Tour du Port. Gezonde financiële basis, benodigd voor investeringen in Maasvlakte 2 en bestaand gebied. Nieuwe verkeerscentrale, voor een efficiëntere begeleiding van het toenemende scheepvaartverkeer in de Rotterdamse haven. Personele wijzigingen in de top van het bedrijf. Het nieuwe ondernemingsplan voor de periode 2011-2015. Draagvlak voor onze activiteiten.
Over het jaarverslag
147
Onderwerpen gerelateerd aan bedrijvigheid havengebied en industriecomplex en aan de haven
• • • • • • • •
• •
Snelle herstel van de goederenoverslag. Ontwikkelingen in het marktaandeel. Omvangrijke investeringen in Maasvlakte 2, voor het creëren van ruimte voor groei voor de ontwikkeling van de haven. Investeringen in intensivering van bestaand gebied, voor het efficiënt gebruik van bestaande haventerreinen. Bereikbaarheid van de haven via weg, spoor en water. Rotterdam Energy Port, voorzien in toenemende energiebehoefte met aandacht voor het effect op milieu en omgeving. Samenwerking met andere havens. European Ship Index, gericht op het belonen van de allerschoonste schepen met als uiteindelijke doelstelling vermindering van uitstoot van NOx, SOx, fijnstof en op termijn CO2. Walstroom voor binnenvaart. Havenvisie. Daarnaast rapporteren wij evenals voorgaand jaar over diverse prestatiecriteria uit 2010 waarmee wij de resultaten van onze eigen bedrijfsvoering monitoren, waaronder marktaandelen, overslagcijfers, CO2 -emissie, modal split, reistijden wegverkeer, nautische ongevallen, Safety & Environmental Index en diverse kengetallen. Deze kengetallen plaatsen wij waar mogelijk in een meerjarenperspectief.
Verslaggevingsgrondslagen Bij het Jaarverslag nemen we de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW in acht. Ook houden we rekening met de Richtlijnen van de Jaarverslaggeving en de G3 richtlijn van het Global Reporting Initiative (GRI). Door de aard van Havenbedrijf Rotterdam als dienstverlener en handhaver van regels en de bijzondere rol in de keten leiden zijn de GRI prestatie-indicatoren slechts ten dele relevant voor ons bedrijf. Dit blijkt uit de bovengenoemde belangrijkste onderwerpen en wordt verder toegelicht in de GRI-tabel in bijlage IV. De tabel verwijst per indicator naar de pagina’s met een toelichting op deze indicator. Bij sommige indicatoren verwijzen we naar andere publieke uitingen dan dit verslag. En bij enkele indicatoren leggen we uit waarom de indicator niet relevant is of waarom geen informatie beschikbaar is. De definities en verslaggevingsgrondslagen zijn ongewijzigd ten opzichte van vorig jaar. Kwantitatieve informatie vergelijken we waar mogelijk met vergelijkende cijfers van voorgaande jaren. De verslaggevingsgrondslagen voor de belangrijkste KPI’s zijn beschreven in de Cockpit kritische prestatie indicatoren (KPI’s) 2010.
Kwaliteitsborging van het Jaarverslag Om de gewenste kwaliteit te bereiken werkte een groot aantal medewerkers intensief samen in projectverband. Daarnaast hebben wij ons Jaarverslag laten controleren door onze externe accountant en het toepassingsniveau van de richtlijnen voor maatschappelijke verslaggeving extern laten beoordelen. De projectorganisatie voor het Jaarverslag 2010 bestond uit een stuurgroep en een projectteam. De stuurgroep stond onder leiding van de CFO en het projectteam onder leiding van Hoofd Corporate Finance & Control. Het projectteam bestond uit medewerkers van de afdelingen Corporate Finance & Control, Corporate Communication Strategy, Corporate Strategy en de Interne Accountantsdienst. Inhoudelijk deskundige medewerkers uit het gehele bedrijf schreven de individuele teksten na voordracht van de onderwerpen door het projectteam. Daarna redigeerde Corporate Finance & Control de teksten en voegde deze samen. De Interne
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Over het jaarverslag
148
Accountantsdienst controleerde gedurende het project de teksten op juistheid, volledigheid en relevantie. De consistentie tussen de jaarrekening en de tekst werd bewaakt door Corporate Finance & Control. Ten slotte zorgde Corporate Communication Strategy (Digitale Media) voor de on-line en PDF-publicatie van het verslag.
• • •
Wij hebben onze externe accountant opdracht gegeven zekerheid te verschaffen bij het Jaarverslag. Bij de opdrachtverstrekking is het Jaarverslag onderverdeeld in drie onderdelen: het Verslag: Verslag van het Havenbedrijf, Kengetallen en Cases (Cases zijn alleen digitaal beschikbaar) de Jaarrekening Overige informatie: Voorwoord van de Directie, Introductie, Bijlagen en Verslag van Raad van Commissarissen. Het Verslag en de Jaarrekening zijn gecontroleerd door de externe accountant, met uitzondering van de toekomstgerichte informatie. Naast de controle door de externe accountant beoordeelde de Global Reporting Initiative (GRI) het toepassingsniveau van de G3-richtlijnen. Het verslag van Havenbedrijf Rotterdam is door het GRI op applicatieniveau A+ geaccordeerd. De GRI is een niet-gouvernementele organisatie die wereldwijd standaarden ontwikkelt voor maatschappelijke jaarverslaggeving.
Toekomstgerichte informatie In dit Jaarverslag rapporteren wij over inspanningen en realisatie van doelstellingen in 2010. Daarnaast geven wij ook onze plannen en visie weer voor de toekomst. Deze zogenaamde toekomstgerichte informatie is te herkennen aan woorden als: beogen, verwachten, willen, overwegen, continueren, voorspellen, doel, doelstelling, verwachting, scenario, plan, visie, planning, ambitie, voornemen en voorspelling. Inherent aan toekomstverwachtingen is dat de uitkomsten onderhevig zijn aan risico’s en onzekerheden en realisatie niet zeker is. Daarom verstrekt de externe accountant ten aanzien van de realisatie van toekomstgerichte informatie geen zekerheid.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Over het jaarverslag
149
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: De Algemene Vergadering van Aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Havenbedrijf Rotterdam N.V.
Opdracht
• •
•
•
De Directie van het Havenbedrijf Rotterdam N.V. (hierna: Havenbedrijf Rotterdam) heeft ons een assurance-opdracht verstrekt ten aanzien van het Jaarverslag 2010 van het Havenbedrijf Rotterdam (hierna: Jaarverslag). In het Jaarverslag geeft de Directie van het Havenbedrijf Rotterdam een toelichting op het gevoerde beleid, de bedrijfsvoering en de prestaties in het afgelopen jaar. De aan ons verstrekte opdracht bestond uit: De controle van de Jaarrekening bestaande uit de balans per 31 december 2010 en de winst-en-verliesrekening over 2010 met de toelichting; Het geven van assurance bij het Verslag van het Havenbedrijf, de kengetallen over 2010 en de cases (hierna: het Verslag). Op grond van de aan ons verstrekte opdracht waren onze werkzaamheden gericht op het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid dat: De Jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en samenstelling van het vermogen van Havenbedrijf Rotterdam per 31 december 2010 en van het resultaat over 2010; Het Verslag in alle van materieel belang zijnde opzichten een juiste en toereikende weergave is van het beleid, de bedrijfsvoering en de prestaties van het Havenbedrijf Rotterdam gedurende 2010.
Verantwoordelijkheden Verantwoordelijkheid van het bestuur
Het bestuur van het Havenbedrijf Rotterdam is verantwoordelijk voor het opmaken van de Jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven alsmede voor het opstellen van het Verslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor het opstellen van het Verslag in overeenstemming met de Sustainability Reporting Guidelines (G3) van Global Reporting Initiative, de Handreiking maatschappelijke verslaggeving van de Raad voor de Jaarverslaggeving en het verslaggevingsbeleid van het Havenbedrijf Rotterdam, inclusief het identificeren van stakeholders en het bepalen van materiële onder werpen. De door het bestuur gemaakte keuzes ten aanzien van de reikwijdte van het Jaarverslag en het verslaggevingsbeleid zijn uiteengezet in het hoofdstuk ‘Over het jaarverslag’ van het Jaarverslag. Het bestuur is ten slotte verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van het Jaarverslag mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Controleverklaring
150
Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van assurance bij de Jaarrekening en het Verslag. Wij hebben ons onderzoek verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij ons onderzoek zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de Jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat en het Verslag in alle van materieel belang zijnde opzichten een juiste en toereikende weergave is van het beleid, de bedrijfsvoering en de prestaties gedurende 2010. In het Verslag is toekomstgerichte informatie opgenomen in de vorm van ambities, strategie, plannen, verwachtingen en ramingen. Inherent aan deze informatie is dat realisatie onzeker is. Om die reden wordt door ons ten aanzien van de realisatie van toekomstgerichte informatie geen zekerheid verstrekt.
Werkzaamheden Werkzaamheden met betrekking tot de Jaarrekening Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de Jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de Jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de Jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de vennootschap. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de vennootschap gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de Jaarrekening.
•
•
• • • •
•
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Werkzaamheden met betrekking tot het Verslag Wij hebben de werkzaamheden met betrekking tot het Verslag uitgevoerd in overeenstemming met Standaard 3410N ‘Assurance-opdrachten inzake maatschappelijke verslagen’ van het NIVRA. Het onderzoek van het Verslag omvat in het bijzonder de volgende werkzaamheden: het toetsen van de informatie in het Verslag aan de criteria volgens de ‘Sustainability Reporting Guidelines’ van Global Reporting Initiative welke zijn opgenomen in het verslaggevingsbeleid van het Havenbedrijf Rotterdam; het verkrijgen van inzicht in de opzet, bestaan en werking van de gebruikte systemen en gehanteerde methoden voor het verzamelen en verwerken van gegevens die dienen als basis voor de gerapporteerde informatie; het beoordelen van de aannemelijkheid van de informatie in het Verslag door een combinatie van cijferanalyses en het inwinnen van inlichtingen; het interviewen van verantwoordelijke functionarissen; het onderzoeken van relevante bedrijfsdocumenten en het raadplegen van externe bronnen; het evalueren van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor de verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die bij het opmaken van het Verslag zijn toegepast; een evaluatie van het algehele beeld van het Verslag.
Controleverklaring
151
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel Oordeel betreffende de Jaarrekening Naar ons oordeel geeft de Jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Havenbedrijf Rotterdam per 31 december 2010 en van het resultaat over 2010 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekort komingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het Verslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het Verslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de Jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Oordeel betreffende het Verslag Wij zijn van oordeel dat het Verslag in alle van materieel belang zijnde opzichten, een juiste en toereikende weergave is van het beleid, de bedrijfsvoering en de prestaties van het Havenbedrijf Rotterdam gedurende 2010, in overeenstemming met de ‘Sustainability Reporting Guidelines’ van Global Reporting Initiative, de Handreiking maatschappelijke verslaggeving van de Raad voor de Jaarverslaggeving en het verslaggevingsbeleid van het Havenbedrijf Rotterdam.
Rotterdam, 2 maart 2011 Ernst & Young Accountants LLP namens deze Voor het Verslag w.g. prof.dr. D.A. de Waard RA MA
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Controleverklaring
Voor de Jaarrekening w.g. J.T. de Hek RA
152
Bij lagen
Bijlage I Personalia leden van de Raad van Commissarissen per 2 maart 2011 De Raad van Commissarissen bestaat uit momenteel vijf leden. A.J. (Ad) Scheepbouwer Geboortejaar Nationaliteit
Benoemd
Commissies
1944 Nederlandse Lid van de Raad van Commissarissen Havenbedrijf Rotterdam sinds 6-9-2005 President-commissaris van de Raad van Commissarissen Havenbedrijf Rotterdam N.V. per 1-1-2006 Lid Remuneratiecommissie
Huidige positie / loopbaan
Voorzitter Raad van Bestuur Koninklijke KPN N.V.
Nevenfuncties
• • • •
Voorzitter Raad van Toezicht Maasstad Ziekenhuis Lid van Raad van Commissarissen en investeerder in RFS Holland Holding B.V. Zwolle Lid Adviesraad ECP.NL Lid Raad van Commissarissen Bank Oyens & van Eeghen N.V.
Drs. R.J.N. (Rob) Abrahamsen Geboortejaar Nationaliteit
Benoemd
Commissies
1938 Nederlandse Lid van de Raad van Commissarissen Havenbedrijf Rotterdam sinds 1-1-2004. Plv President-commissaris van de Raad van Commissarissen van het Havenbedrijf Rotterdam N.V. Voorzitter Auditcommissie
Huidige positie / loopbaan
Voormalig lid van de Raad van Bestuur en CFO van KLM
Nevenfuncties
• • • • • • • •
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Lid van Raad van Commissarissen PON Holdings B.V. (tot 1 juli 2010) Lid van Raad van Commissarissen Fluor Daniel B.V. Lid van Raad van Commissarissen TNT Post Group Lid van Raad van Commissarissen ANP Voorzitter Raad van Commissarissen Optimix Vermogensbeheer N.V. Lid van Raad van Commissarissen Koninklijke BAM Groep N.V. (tot 1 juli 2010) Lid van Raad van Commissarissen Vitens N.V. (tot 1 juli 2010) Lid van Raad van Commissarissen N.V. Bank Nederlandse gemeenten (BNG)
Bijlage I
154
R.P.M. (Rutger) van Slobbe
Nationaliteit
1952 Nederlandse
Benoemd
Lid van de Raad van Commissarissen Havenbedrijf Rotterdam N.V. sinds 1-1-2006
Geboortejaar
Commissies
Lid Auditcommissie
Huidige positie / loopbaan
Voormalig lid van de Raad van Bestuur Koninklijke P&O Nedlloyd N.V.
Nevenfuncties
• • • • • •
Non executive member Board of Directors van Dockwise Ltd Voorzitter Raad van Commissarissen Cargonaut BV Lid Raad van Toezicht Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM) Lid Raad van Toezicht Scheepvaart Transport College (STC) Lid Raad van Commissarissen Scheepvaartmaatschappij Eendracht B.V. Partner Oxalis Cooperatie U.A.
Ir. J.M. (Mel) Kroon MBA
Nationaliteit
1957 Nederlandse
Benoemd
Lid van de Raad van Commissarissen Havenbedrijf Rotterdam N.V. sinds 22-6-2005
Geboortejaar
Commissies
Lid Auditcommissie
Huidige positie / loopbaan
Voorzitter Raad van Bestuur Tennet BV.
Nevenfuncties
• • • • • • • •
Lid van de Raad van Commissarissen Diamonds Tools Group N.V. Lid van de Raad van Commissarissen APX B.V. Lid Raad van Commissarissen HTM Personenvervoer N.V. Voorzitter Raad van Commissarissen NOVEC B.V. Bestuurder Belpex S.A. (tot oktober 2010) Membre Comité d’Administration Powernext S.A. Verwaltungsrat TenneT TSO GmbH Voorzitter Raad van Commissarissen TenneT TSO GmbH
Drs. R.M. (René) Smit
Nationaliteit
1959 Nederlandse
Benoemd
Lid van de Raad van Commissarissen Havenbedrijf Rotterdam N.V. sinds 1-7-2007
Geboortejaar
Commissies
Voorzitter Renumeratiecommissie
Huidige positie / loopbaan
Voorzitter College van Bestuur Vrije Universiteit
Nevenfuncties
• • •
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Lid Raad van Commissarissen Kloosterboer Groep B.V. Lid Innovatie Platform Nederland (tot 21-06-2010) Voorzitter Raad van Toezicht Rotterdams Philharmonisch Orkest (sinds 01-09-2010)
Bijlage I
155
Leden van de Algemene Directie De Algemene Directie bestaat uit drie leden.
Ir. drs. H.N.J. (Hans) Smits
Nationaliteit
13-03-1950 Nederlandse
Benoemd
President-directeur (CEO) Havenbedrijf Rotterdam N.V. sinds 01-01-2005
Geboortejaar
Einde huidige termijn
01-01-2013
Voorgaande functie
Voormalig directeur Arthur D. Little Nederland
Nevenfuncties
• • • • • • • • • • • •
Lid Raad van Commissarissen Sohar Industrial Port Company SAOC (SIPC) Lid Raad van Commissarissen KLM Nederland N.V. Voorzitter Raad van Commissarissen Jansen de Jong Groep Voorzitter Programmacommissie ‘Pieken in de Delta’ voor de Zuidvleugel Voorzitter Raad van Toezicht Stichting de Ombudsman Voorzitter Raad van Advies Arthur D. Little Benelux N.V. Voorzitter Bestuur Ronald McDonald Huis Sophia Rotterdam Lid International Advisory Board (IAB) gemeente Rotterdam Lid Raad van Advies Rotterdam Airport Lid Commissie Vermindering Regeldruk Lid Economic Development Board Rotterdam (EDBR) Adviseur 8 Miles Fund
Ir. T. (Thessa) Menssen MBA
Nationaliteit
04-05-1967 Nederlandse
Benoemd
Directeur Financiën & Informatievoorziening (CFO) sinds 15-03-2006
Geboortejaar
Einde huidige termijn
01-01-2011
Voorgaande functie
Voormalig Financieel directeur Unilever Nederland Home and Personal Care
Nevenfuncties
• • • •
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Lid Raad van Toezicht Maritiem Museum Lid Raad van Toezicht Rotterdams Philharmonisch Orkest Lid Raad van Commissarissen Vitens N.V. Lid Audit Committee Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlage I
156
Ing. A.G.F. (André) Toet
Nationaliteit
05-08-1963 Nederlandse
Benoemd
Directeur Infrastructuur & Maritieme Zaken(COO) sinds 01-01-2008
Geboortejaar
Einde huidige termijn
01-01-2011
Voorgaande functie
Voormalig CEO Maersk Central Europe
Nevenfuncties
• • • • • • •
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Voorzitter Raad van Commissarissen Portbase B.V. Lid Advisory Board Maritime Economics and Logistics (MEL) Erasmus Universiteit Voorzitter Policy Board Cruise Rotterdam B.V. Lid Nationale Havenraad Lid Board Nederland Maritiem Land Lid Raad van Commissarissen Keyrail Voorzitter Stichting garantiefonds Zeelieden
Bijlage I
157
Bijlage II Stroomschema haven- en industriecomplex
TOTAL IMPORTS ROTTERDAM
DIRECT ONWARD TRANSPORT
DRY BULK
TO HINTERLAND
LIQUID BULK CONTAINERS
PROCESSING IN THE PORT
ONWARD TRANSPORT AFTER PROCESSING IN
OTHER GENERAL CARGO
AND INDUSTRIAL COMPLEX
PORT AND INDUSTRIAL COMPLEX
RO/RO
IMPORT BULK GOODS
CHEMICALS
IMPORT CONTAINERS
PETROL, DIESEL, KEROSENE, PETCOKES
added value in the port and industrial complex REFINING
DISTILLATION CAPACITY CRUDE OIL
ENERGY AND GASSES
GENERATION USING COAL, GAS, WASTE, WIND
CHEMICALS AND BIOFUELS
MORE THAN 40 BUSINESSES
OTHER INDUSTRY AND
3 DISTRIPARKS
LOGISTIC ACTIVITIES
MORE THAN 80 BUSINESSES
POWER & GAS SUPPLIED TO GRID
SEA-SEA TRANSSHIPMENT DRY BULK LIQUID BULK CONTAINERS
INCL. SHIPBUILDING, AGRO-INDUSTRY AND METAL INDUSTRY
TOTAL EXPORT FROM ROTTERDAM
EXPORT AFTER PROCESSING
SUPPLY FROM HINTERLAND FOR PROCESSING
OIL- AND CHEMICAL PRODUCTS
INCL. BY PIPELINE FROM ANTWERP
DRY BULK LIQUID BULK CONTAINERS OTHER GENERAL CARGO
DIRECT ONWARD TRANSPORT FROM HINTERLAND
RO/RO
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Bijlage II
158
Bijlage III Verklarende lijst van afkortingen, namen en begrippen Afkortingen afkorting
toelichting
BCTN
Binnenlandse Container Terminal Nederland B.V.
BTT
Botlek Tank Terminal
CCS
Carbon Capture Storage
COSO
Committee of Sponsoring
D
DINALOG
Dutch Institute for Advanced Logistics
E
EMO
Europees Massagoed- Overslagbedrijf
ESI
Environmental Ship Index
ERP
Enterprise Resource Planning
ESPO
European Sea Ports Organisation
Gate
Gas Access To Europe
GRI
Global Reporting Initiative
H
HOI
Havenontvangstinstallatie
I
ISPS
International Ship and Port facility Security
K
KMR
Kennisinfrastructuur Mainport Rotterdam
L
LNG
Liquified Natural Gas
M
MER
Milieu Effecten Rapportage
MEP
Monitoring en Evaluatie Programma
MARPOL
Marine Pollution
N
NGO
Niet gouvernementele organisaties
O
OCAP
Organic CO2 for assimilation by plants (Organische koolstofdioxide voor assimilatie door planten)
P
PCS
Port Community System
PHS
Programma Hoogfrequent Spoorvervoer
PKB/PMR
Planologische Kern Beslissing Project Mainport ontwikkeling Rotterdam
PRINCE2
PRojects IN Controlled Environments 2
ROAD
Rotterdam Opslag en Afvang Demonstratieproject
Roro
Roll-on/roll-off
RWG
Rotterdam World Gateway
SAV
Scheepsafvalstoffenbesluit
SEI
Safety and Environmental Index
TAT
Turn Around Time
TEN
Trans-Europese Netwerken
A B C
G
R
S T
TEU
Twenty-foot Equivalent Unit
U
ULCC
Ultra Large Container Carrier
W
WVVS
Wet Voorkoming Verontreiniging door Schepen
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Bijlage III
159
Begrippen
A
B
C
Begrip
toelichting
Aanvaring
Aanvaringen zijn nautische ongevallen tussen schepen en andere (varende) objecten).
Abengoa
Spaanse bio-ethanol fabrikant die in het Rotterdamse havengebied een grote fabriek bouwt.
BREAAM-NL
Beoordelingsmethode om de duurzaamheidprestatie van gebouwen te bepalen.
Bulkgoed
Goederen die niet per stuk (zoals containers, dozen) maar los in het ruim van een schip worden gestort (bijv. ruwe olie, steenkolen, ijzererts, granen). Andere gebruikte termen voor bulkgoed zijn massagoed of stortgoed.
Capture Ready
Gereed / geschikt voor CO2-afvang
Carbon Capture Storage (CCS)
Techniek waarmee CO2 wordt afgevangen en ondergronds wordt opgeslagen, zodat het niet in de atmosfeer terecht komt.
Charter
Handvest, verdrag.
Code 24
Samenwerkingsverband tussen verschillende Europese economische regio’s waarbij onderzocht wordt hoe het spoorvervoer tussen Rotterdam en Genua optimaal kan plaatsvinden.
Common carrier pijpleiding
Pijpleiding die door meerdere partijen tegelijkertijd kan worden gebruikt.
Corridor
Gebied liggend tussen twee (of meerdere) territoria of "mainports", waardoor vervoer van goederen/ personen plaatsvindt.
Committee of Sponsoring
Comité, bestaande uit een aantal private organisaties, dat in 1992 naar aanleiding van een aantal boekhoudschandalen en fraudegevallen richtlijnen heeft aangegeven over interne controle en interne beheersing.
COSO-model
Management model ontwikkeld door COSO gericht op interne controle en interne beheersing.
D
Droge bulkgoederen
Vaste goederen die in bulk worden vervoerd zoals ertsen, steenkool en granen.
E
Europees Massagoed- Overslagbedrijf (EMO)
Grootste droge bulk terminal in Europa, sinds 1973 gevestigd op de Maasvlakte in Rotterdam. EMO is gespecialiseerd in de overslag en opslag van ijzererts en kolen vanuit de hele wereld.
Energy Port
Naam voor het groeiconcept in het segment ‘gas & power’. Dit omvat duurzame energie en de overslag van de goederensoorten energiekolen, LNG (vloeibaar aardgas) en biomassa. Ook de uitbreiding van windenergieproductie en CCS behoren tot dit groeiconcept.
Enterprise Resource Planning (ERP)
Computerprogrammatuur voor ondersteuning van alle processen binnen het bedrijf, waarbij alle gegevens in één database staan en dus niet dubbel worden ingevoerd.
Environmental Ship Index
Index die de milieuprestatie van schepen weergeeft over de uitstoot van luchtverontreiniging (NOx en SOx) en CO2.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Bijlage III
160
Begrippen
F
Feeder
Containerschip dat vracht voor andere schepen naar een containerhaven brengt.
G
Gate terminal
Gas Access To Europe: importterminal op Maasvlakte voor vloeibaar aardags (LNG).
Gateway
Toegangspoort.
General cargo schip
Type schip dat wisselende soorten lading vervoert, zowel stukgoed als bulkgoederen (gestorte lading).
Global Reporting Initiative
Niet-gouvernementele organisatie die wereldwijd standaarden ontwikkelt voor maatschappelijke jaarverslaggeving.
Global Compact
VN-principes die streven naar verbetering van mensenrechten, werkomstandigheden en het milieu.
Havenontvangstinstallaties (HOI)
Locaties in het havengebied waar schepen en rederijen hun afval kunnen brengen.
Hub
Mainport, middelpunt.
International Ship and Port facility Security
Beveiliging van schepen en haveninstallaties tegen terroristische aanslagen.
K
Kennisinfrastructuur Mainport Rotterdam (KMR)
Samenwerkingsverband van het regionale bedrijfs leven (haven en industrie), regionale onderwijs instellingen en lokale overheden. De Stichting KMR heeft tot doel de economische structuur te versterken middels innovatie in de kennisinfrastructuur.
L
Liquefied Natural Gas
In vloeibare vorm per schip aangevoerd aardgas.
LMC Voortgezet Onderwijs
Stichting die interconfessioneel en innovatief onderwijs aanbiedt in Rotterdam en omstreken.
MARPOL
Marine Pollution (zeevervuiling): Het MARPOLverdrag is een internationaal verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen. In het verdrag staan regelingen voor het lozen van olie, sanitair en huishoudelijk afval door schepen en het lozen van chemicaliën door tankers.
Milieu Effecten Rapportage (MER)
Openbaar document waarin de gevolgen van een voorgenomen activiteit voor het milieu beschreven worden, en van eventuele alternatieven.
Monitoring en Evaluatie Programma (MEP)
Programma waarmee de aannames en voor spellingen in een MER worden gecontroleerd.
Modal shift
Verschuiving van vervoer over weg naar de schonere modaliteiten water, spoor en pijpleiding.
Modal split
Verhouding tussen vervoer over weg, water en spoor.
Natte bulk
Vloeibare bulkgoederen, zoals ruwe olie, vloeibaar aardgas.
Nautisch ongeval
Een ongewilde gebeurtenis die een schip tijdens de vaart overkomt. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen nautische ongevallen, significante nautische ongevallen en zogenoemde bijna aanvaringen (near miss situaties).
Niet gouvernementele organisatie (NGO)
Maatschappelijke organisatie die onafhankelijk van de overheid opereert.
H
I
M
N
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Bijlage III
161
Begrippen
O
P
R
S
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
OCAP
Joint Venture tussen gassenleverancier Linde Gas en bouwconcern VolkerWessels die zuivere CO2 levert, o.a. aan de glastuinbouw in het Westland.
Open access pijpleidingen
Voor alle marktpartijen toegankelijke pijpleidingen.
Pieken in de Delta
Programma waarin Rijk en regio’s samenwerken om de economie in zes gebieden te versterken (o.a. Zuidvleugel Randstad).
Plant One
Faciliteit voor het testen en demonstreren van duurzame procestechnologie.
PKB/PMR: Planologische Kern Beslissing Project Mainportontwikkeling Rotterdam
Regeringsbeslissing over de aanleg van Maasvlakte 2 en de aanleg van 750ha natuur- en recreatiegebied voor de regio Rotterdam.
Prince 2
Gestructureerde methode voor projectmanagement. Deze methode is gericht op het management, de besturing en de organisatie van een project.
Port Project Services
Platform van United Homes (tijdelijke huisvesting) met Uitzendbureau Randstad, Vipre (bedrijfsvervoer) en Aqualiner. Dient als aanspreekpunt voor bedrijven voor het vinden van tijdelijk personeel, huisvesting en vervoer op en naar de Maasvlakte.
Roro of roll-on/roll-off:
Horizontaal vervoer van rollend materieel dat in en uit het schip kan worden gereden (bijv. auto’s).
Rotterdam World Gateway
Containeroverslag bedrijf dat de eerste contanerterminal op Maasvlakte 2 in 2013 in gebruik neemt.
Safety and Environmental Index
Index waarmee de Havenmeester meet in welke mate aan boord van de (zee)scheepvaart regels op het gebied van veiligheid en milieu worden nageleefd.
Scope 1 emissie
Directe CO2 -emissie van Havenbedrijf Rotterdam zelf.
Scope 2 emissie
Indirecte CO2 -emissie uit de productie van energie die Havenbedrijf Rotterdam zelf verbruikt.
Scope 3 emissie
Overige indirecte CO2 -emissie.
Shipping terminal
Plaats waar schepen kunnen vertrekken,aankomen en lading kunnen laden of lossen.
Shortsea
Vervoer van goederen dat ten minste voor een deel uit zee of oceaan bestaat, maar waarbij de oceaan niet wordt gekruist.
Stoompijp
Project in Botlekgebied voor onderlinge uitwisseling van stoom tussen bedrijven met behulp van een transportleiding, waardoor besparingen op hun energiegebruik worden bereikt.
Stukgoed
Goederen waarvan de hoeveelheid niet naar maat of gewicht maar per stuk worden opgegeven. Dit in tegenstelling tot stortgoed of bulkgoed. Stukgoederen worden los vervoerd of in kisten, kratten, vaten of balen.
Supply chain
Aanvoer keten.
Bijlage III
162
Begrippen
T
U
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Trans-Europese Netwerken
Infrastructuur die over de landelijke grenzen heen gaat (bijv. de Betuwelijn).
TEU of "Twenty-foot Equivalent Unit"
Eenheid voor het meten van de capaciteit van een containerschip of containerterminal. 1 TEU stemt overeen met een lading van een container van 20 voet.
Turn Around Time (TAT)
Gemiddelde vaartijd van zeeschepen groter dan 150m van zee naar diverse havenbekkens in de regio Europoort, Botlek en Stad en vice verse. Reizen binnen de haven en doorgaande reizen) worden niet meegerekend.
Ultra Large Container Carrier (ULCC)
Ultra groot containerschip.
Bijlage III
163
Bijlage IV
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Bijlage IV > G3-Richtlijn Global Reporting Initiative
164
G3-Richtlijn Global Reporting Initiative In deze tabel zijn de criteria uit de G3-Richtlijn van het Global Reporting Initiative opgenomen. Per richtlijn is aangegeven in welke publieke uitingen van het Havenbedrijf Rotterdam informatie hierover is opgenomen. Daarnaast wordt een korte toelichting gegeven op deze informatie. Bepaalde onderwerpen uit de Richtlijn zijn niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam of niet opgenomen in publieke uitingen. De reden hiervan wordt waar mogelijk nader toegelicht. Niet opgenomen in publieke uitingen
Over sommige indicatoren wordt niet gerapporteerd in publieke uitingen, terwijl de indicatoren relevant en beschikbaar zijn. De reden voor het niet openbaar maken van deze indicatoren is dat daarvoor intern, noch extern eerder de behoefte is gebleken.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
De relevantie voor een aantal indicatoren schatten wij voor onze bedrijfsactiviteiten als laag of nihil in. Om deze reden rapporteren wij niet over deze indicatoren in publieke uitingen. In deze tabel wordt hierop voor zover mogelijk een toelichting gegeven.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam in 2010
GRI indicator
De relevantie voor een aantal indicatoren schatten wij voor onze bedrijfsactiviteiten in 2010 als laag of nihil in. Om deze reden rapporteren wij niet over deze indicatoren in publieke uitingen. In deze tabel wordt hierop voor zover mogelijk een toelichting gegeven.
Verwijzing naar hoofdstuk jaarverslag / publieke uiting
Korte toelichting
1.1 Een verklaring van de hoogste beslissingsbevoegde van de organisatie (bv. bestuursvoorzitter, directeur of gelijkwaardige leidinggevende functie) over de relevantie van duurzame ontwikkeling voor de organisatie en haar strategie.
2.3 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen - Management approach [22]
In 2006 heeft de Directie met het invoeren van het MVO beleid en ambitie ook een officiële MVO verklaring uitgebracht.
2.2 Missie, visie en strategie [21]
Duurzaamheid is belangrijk element van het strategische aandachtspunt Omgeving en Duurzaamheid
1.2 Beschrijving van belangrijke gevolgen, risico’s en mogelijkheden.
7.2 Duurzaamheid [76]
Verduurzaming heeft invloed op productieketens en transport in de hele wereld.
2.5 Corporate Governance - Risicobeheersing [26]
Havenbedrijf Rotterdam beheerst de risico's door het managen van de strategische, operationele, financiële (verslagleggings) en compliance risico's.
Voorwoord directie [8] 7.1 Omgeving en duurzaamheid in het kort [75]
Duurzaamheid als randvoorwaarde voor het creëren van draagvlak voor een haven die zich wil ontwikkelen
PROFIEL 1. STRATEGIE EN ANALYSE
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Bijlage IV > G3-Richtlijn Global Reporting Initiative
165
GRI indicator
Verwijzing naar hoofdstuk jaarverslag / publieke uiting
Korte toelichting
2.1 Naam van de organisatie.
Havenbedrijf Rotterdam N.V.
2.2 Voornaamste merken, producten en/of diensten.
2.1 Havenbedrijf Rotterdam in het kort [19]
Havenbedrijf Rotterdam is beheerder, exploitant en ontwikkelaar van het Rotterdamse haven- en industriegebied. De dienstverlening is vastgelegd in de statutaire doelen. Merken en producten zijn niet van toepassing.
2.3 Operationele structuur van de organisatie, met inbegrip van divisies, werkmaatschappijen, dochterondernemingen en samen werkingsverbanden.
2.7 Deelnemingen [33-35] Jaarrekening 2010 - Verbonden partijen [133]
Overzicht nationale en internationale havendeel nemingen
2.4 Locatie van het hoofdkantoor van de organisatie
World Port Center Wilhelminakade 909 3072AP ROTTERDAM
2.5 Het aantal landen waar de organisatie actief is en namen van landen met ofwel grootschalige activiteiten, ofwel met specifieke relevantie voor de duurzaamheidskwesties die in het verslag aan de orde komen.
2.7 Deelnemingen [33-35]
Havenbedrijf Rotterdam opereert hoofdzakelijk in Nederland, maar is ook actief in Oman.
2.3 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen - Betrokken [23]
Naast de havenactiviteiten in Nederland en Oman, hebben wij een MVO project in Senegal waar de kennis en kunde van onze medewerkers wordt ingezet om een haven te ontwikkelen.
2.6 Eigendomsstructuur en de rechtsvorm.
2.4 Organisatie [25]
Havenbedrijf Rotterdam is een naamloze vennootschap met twee aandeelhouders: de gemeente Rotterdam en de Staat.
2.7 Afzetmarkten (geografische verdeling, sectoren die worden bediend en soorten klanten/begunstigden).
2.1 Havenbedrijf Rotterdam in het kort [19] 4.2 Onze relatie met de klant [49]
Het havenbedrijf verhuurt haventerreinen aan bedrijven, met name op- en overslagbedrijven en de (petro)chemische industrie, waaronder energieproducenten.
4.3 Marktpositie [51-52]
Vermeld zijn de goederenstromen die in de Rotterdamse haven worden overgeslagen inclusief bestemming.
8.
Financiën [92-98]
Financiële cijfers.
Jaarrekening 2010 [105-133]
Financiële cijfers.
Cockpit Financieel [135-136]
Financiële cijfers.
Cockpit Personeel [137]
Aantal medewerkers.
2.9 Significante veranderingen tijdens de verslagperiode wat betreft omvang, structuur of eigendom.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam in 2010
Er hebben zich geen significante wijzigingen voorgedaan in 2010.
2.10 Onderscheidingen die tijdens de verslag periode werden toegekend.
www.portofrotterdam.com
Havenbedrijf Rotterdam reikt jaarlijks aan bedrijven onderscheidingen uit, zoals Port Dues Award en het Havenbeeld. www.portofrotterdam.com/nl/nieuws/persberichten/ 2010/20100128_03.jsp
2. ORGANISATIEPROFIEL
2.8 Omvang van de verslaggevende organisatie
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Colofon [185]
Colofon [185]
Bijlage IV > G3-Richtlijn Global Reporting Initiative
166
GRI indicator
Verwijzing naar hoofdstuk jaarverslag / publieke uiting
Korte toelichting
3.1 Verslagperiode (bijvoorbeeld fiscaal jaar of kalenderjaar) waarop de verstrekte informatie betrekking heeft.
Jaarrekening 2010 [105-133]
Het boekjaar van het Havenbedrijf loopt van 1 januari tot 31 december.
3.2 Datum van het meest recente verslag (indien van toepassing).
www.portofrotterdam.com
Jaarverslag 2009 (2 maart 2010). Eén jaarverslag voor financiële verantwoording en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen www.portofrotterdam.com/nl/over_het_havenbedrijf/ jaarverslag/index.jsp
3.3 Verslaggevingscyclus (jaarlijks, tweejaarlijks, etc.)
Introductie [11]
Jaarlijks.
3.4 Contactpunt voor vragen over het verslag of de inhoud ervan.
Colofon [185]
e-mail en overige contactgegevens.
www.portofrotterdam.com
Reactieformulier. http://www.portofrotterdam.com/nl/ Algemeen/Pages/contact.aspx
3. VERSLAGPARAMETERS Verslagprofiel
Reikwijdte en afbakening van het verslag 3.5 Proces voor het bepalen van de inhoud van het verslag
Over het jaarverslag en controleverklaring [146-152] Totstandkoming van het proces inclusief interne en externe assurance.
3.6 Afbakening van het verslag
Introductie [11] Scope en reikwijdte worden toegelicht in de Over het jaarverslag en controleverklaring [146-152] Introductie. De afbakening van onderwerpen wordt beschreven in Over het jaarverslag en controleverklaring.
3.7 Vermeld eventuele specifieke beperkingen voor de reikwijdte of afbakening van het verslag.
Introductie [11] Scope en reikwijdte worden toegelicht in de Over het jaarverslag en controleverklaring [146-152] Introductie. De afbakening van onderwerpen wordt beschreven in Over het jaarverslag en controleverklaring.
3.8 Basis voor verslaggeving over samenwerkingsverbanden, dochterondernemingen in gedeeltelijk eigendom, gehuurde faciliteiten, uitbestede activiteiten of andere entiteiten die de vergelijkbaarheid tussen verschillende verslagperioden of verslaggevende organisaties aanzienlijk beïnvloeden.
Jaarrekening 2010 [105-133] Zie toelichting op de balans en winst-en-verlies Over het jaarverslag en controleverklaring [146-152] rekening en uitleg in Over het jaarverslag
3.9 De technieken en berekeningsgrondslagen voor gegevensmetingen, waaronder de voor schattingen gebruikte aannames en de technieken die zijn toegepast op de samenstelling van de indicatoren en overige informatie in het verslag.
Over het jaarverslag en controleverklaring [146-152] Al het opgenomen cijfermateriaal is intern onderbouwd en door de extern accountant geverifieerd. De wijze van berekeningsgrondslag is toegelicht in de jaarrekening 2010 (Waarderingsgrondslagen) en bij de KPI's in de Cockpit Kritische Prestatie Indicatoren (KPIs) 2010.
3.10 Uitleg over de gevolgen van eventuele herformuleringen van eerder verstrekte informatie (bijvoorbeeld fusies of overnames, verandering van referentiejaar of verslaggevingsperiode en veranderingen met betrekking tot de aard van de activiteiten of de meetmethoden).
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam in 2010
Geen significante wijzigingen in 2010
3.11 Significante veranderingen ten opzichte van vorige verslagperiodes ten aanzien van reikwijdte, afbakening of meetmethoden die voor het verslag zijn toegepast.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam in 2010
Geen significante wijzigingen in 2010
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Bijlage IV > G3-Richtlijn Global Reporting Initiative
167
GRI indicator
Verwijzing naar hoofdstuk jaarverslag / publieke uiting
Korte toelichting
Bijlage IV [164-184]
GRI-tabel
GRI inhoudsopgave 3.12 Tabel waarin staat waar in het verslag de standaardonderdelen van de informatievoorziening te vinden zijn.
Assurance 3.13 Beleid en huidige praktijk met betrekking tot het betrekken van externe assurance van het verslag.
Over het jaarverslag en controleverklaring [146-152] Totstandkoming van het proces inclusief interne en externe assurance. Over het jaarverslag en controleverklaring [146-152] Controleverklaring
4. BESTUUR, VERPLICHTINGEN EN BETROKKENHEID. Bestuurstructuur 4.1 De bestuursstructuur van de organisatie, met inbegrip van commissies die vallen onder het hoogste bestuurslichaam en verantwoordelijk zijn voor specifieke taken, zoals het bepalen van de strategie of het overzicht over de organisatie.
2.4 Organisatie [25]
Verwijzing naar het organogram en toelichting Algemene Directie en Raad van Commissarissen.
2.5 Corporate Governance - Corporate Governance Code
Verwijzing naar de reglementen Algemene Directie en Raad van Commissarissen op www.portofrotterdam.com.
4.2 Geef aan of de voorzitter van het hoogste bestuurslichaam eveneens een leidinggevende functie heeft (en, zo ja, zijn/haar functie binnen het kader van de organisatie en de redenen voor deze situatie).
2.4 Organisatie - Structuur [25]
De voorzitter van de Raad van Commissarissen heeft geen leidinggevende functie binnen het bedrijf.
4.3 Voor organisaties met een enkelvoudige bestuursstructuur: vermeld het aantal onafhankelijke en/of niet-leidinggevende leden van het hoogste bestuurslichaam.
2.4 Organisatie - Structuur [25]
Het Havenbedrijf kent een meervoudige bestuursstructuur.
4.4 Mechanismen die aandeelhouders en medewerkers de gelegenheid geven om aanbevelingen te doen aan of medezeggenschap uit te oefenen op het hoogste bestuurslichaam.
2.4 Organisatie - Structuur [25]
De aandeelhouders oefenen hun invloed op de vennootschap uit door middel van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. De bevoegdheden van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders zijn vastgelegd in de wet en de statuten.
2.4 Organisatie - Structuur [25]
Uit hoofde van de Wet op de ondernemingsraden heeft Havenbedrijf Rotterdam een ondernemingsraad ingesteld.
4.5 Een koppeling tussen vergoedingen voor leden van het hoogste bestuurslichaam, top-managers en leidinggevenden (met inbegrip van vertrekregelingen) en de prestaties van de organisatie (met inbegrip van sociale en milieu-gerelateerde prestaties).
Bezoldiging commissarissen en bestuurders.
4.6 Processen waarmee het hoogste bestuurslichaam waarborgt dat strijdige belangen worden vermeden.
2.5 Corporate Governance - Corporate Governance Code [26]
Hoewel het Havenbedrijf geen beursgenoteerde onderneming is, hebben wij ervoor gekozen waar mogelijk en zinvol de bepalingen uit de Corporate Governance Code te implementeren.
2.4 Organisatie - Structuur [25]
De onafhankelijke Raad van Commissarissen houdt toezicht op de Algemene Directie.
2.5 Corporate Governance - Corporate Governance Code [26]
Dit staat vermeld in de reglementen Algemene Directie en Raad van Commissarissen zie www. portofrotterdam.com.
4.7 Proces voor het bepalen van de kwalificaties en expertise van de leden van het hoogste bestuurslichaam voor het sturen van de strategie van de organisatie aangaande economische, milieugerelateerde en sociale onderwerpen.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Jaarrekening 2010 - 18 Bezoldiging commissarissen en bestuurders [127-129]
Bijlage IV > G3-Richtlijn Global Reporting Initiative
168
GRI indicator
Verwijzing naar hoofdstuk jaarverslag / publieke uiting
Korte toelichting
4.8 Intern ontwikkelde missie- of beginselverklaringen, gedragscodes en uitgangspunten die van belang zijn voor de economische, milieugerelateerde en sociale prestaties, met vermelding van de mate van invoering ervan.
2.2 Missie, visie en strategie [20]
Havenbedrijf Rotterdam heeft een missie geformuleerd en vier strategische aandachtspunten om de missie te realiseren.
2.3 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen - Management approach [22]
MVO verklaring.
2.4 Organisatie - Kernwaarden en bedrijfscode [25]
Havenbedrijf Rotterdam onderschrijft sinds 2010 de 10 'United Nations business principles' van de UN Global Compact.
2.4 Organisatie - Kernwaarden en bedrijfscode [25]
Havenbedrijf Rotterdam heeft in 2010 vier nieuwe kernwaarden benoemd die in 2011 in de bedrijfscode worden geïntegreerd.
7.2 Duurzaamheid - Inleiding [76]
Samenhang thema's binnen duurzaamheid.
2.5 Corporate Governance - Corporate Governance Code [26]
Hoewel Havenbedrijf Rotterdam geen beursgenoteerde onderneming is, hebben wij ervoor gekozen waar mogelijk en zinvol de bepalingen uit de Corporate Governance Code te implementeren
2.3 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen - Duurzaam [22-23]
In managementrapportages en directiebesluiten krijgen duurzaamheidsdoelstellingen en prestaties structureel aandacht.
2.5 Corporate Governance - Risicobeheersing [26-29]
We beheersen de risico’s door het managen van de strategische, operationele, financiële (verslag leggings) en compliance risico's.
www.portofrotterdam.com
Reglement Raad van Commissarissen onderdeel D (Remuneratie) http://www.portofrotterdam.com/nl/Havenbedrijf/ organisatie/Documents/Raad-van-Commissarissenreglement.pdf
4.11 Toelichting over de toepassing van het voorzorgsprincipe door de verslaggevende organisatie.
www.maasvlakte2.com (projectorganisatie van Havenbedrijf Rotterdam)
Op de website van Maasvlakte 2 wordt op diverse plaatsen inzicht gegeven in de uitkomsten van de dialoog met belanghebbenden. Voorafgaand aan de aanleg van Maasvlakte 2 is in deze dialoog uitgebreid stilgestaan bij de economische, sociale en milieu effecten van de aanleg.
4.12 Extern ontwikkelde economische, milieugerelateerde en sociale handvesten, principes of andere initiatieven die de organisatie onderschrijft.
7.3 Rotterdam Climate Initiative [83-84]
Het Havenbedrijf is partner van het Rotterdam Climate Initiative welk onderdeel uitmaakt van het C40 Climate Leadership Group / Clinton Climate Initiative.
4.13 Lidmaatschap van verenigingen (zoals brancheverenigingen) en/of nationale/ internationale belangenorganisaties
7.4 Dialoog - Dialoog met Europa [86]
Het Havenbedrijf is lid van en levert de voorzitter van de ESPO.
4.14 Lijst van groepen belanghebbenden die de organisatie heeft betrokken.
7.4 Dialoog - Dialoog met belanghebbenden [85]
Zoals aangegeven onderscheidt Havenbedrijf Rotterdam de volgende groepen belanghebbenden: klanten, medewerkers, overheden (Rijk, provincie en gemeenten), omwonenden, brancheverenigingen en maatschappelijke belangenorganisaties.
4.15 Basis voor inventarisatie en selectie van belanghebbenden die moeten worden betrokken.
7.4 Dialoog - Dialoog met belanghebbenden [85]
Belanghebbenden worden gedefinieerd als de mensen en organisaties die onze activiteiten beinvloeden en die door onze activiteiten worden beinvloed.
4.9 Procedures van het hoogste bestuurslichaam voor het overzien van de inventarisatie en het beheer door de organisatie van economische, milieugerelateerde en sociale prestaties, met inbegrip van relevante risico’s en mogelijkheden en naleving van of conformiteit met internationaal overeengekomen standaarden, gedrags codes en principes.
4.10 Processen voor het evalueren van de eigen prestaties van het hoogste bestuurslichaam, in het bijzonder betreffende economische, milieugerelateerde en sociale prestaties.
Verplichtingen i.v.m externe initiatieven
Overleg met belanghebbenden
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Bijlage IV > G3-Richtlijn Global Reporting Initiative
169
GRI indicator
Verwijzing naar hoofdstuk jaarverslag / publieke uiting
Korte toelichting
4.16 Benadering van het betrekken van belanghebbenden, waaronder de frequentie ervan per type en groep belanghebbenden.
7.4 Dialoog - Dialoog met belanghebbenden [85]
Paragraaf 7.4 bevat een beschrijving van de diverse manieren waarop Havenbedrijf Rotterdam de dialoog voert met belanghebbenden. De dialoog is onderdeel van de bedrijfsvoering en vindt veelvuldig plaats. Voorbeelden van deze dialogen zijn: de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering, het klanttevredenheidsonderzoek dat om het jaar plaats vindt (4.2 Onze relatie met de klant [49]), het medewerkerstevredenheidsonderzoek (2.6 Medewerkers [31]), een lezersevaluatie onder 16 lezers van het Jaarverslag 2009 (klanten, financiers, overheidsorganisaties) en de (Dial)oog op de haven, waarbij de directie vier keer per jaar in discussie gaat met bedrijven in de haven (7.4 Dialoog [85]).
4.17 De voornaamste onderwerpen en vraagstukken die naar voren zijn gekomen door de betrokkenheid van belanghebbenden en hoe de organisatie hierop heeft gereageerd, onder meer via haar verslaggeving
Op de website van Maasvlakte 2 wordt op diverse plaatsen inzicht gegeven in de uitkomsten van de dialoog met belanghebbenden. Voorafgaand aan de aanleg van Maasvlakte 2 is in deze dialoog uitgebreid stilgestaan bij de economische, sociale en milieu effecten van de aanleg.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Duurzame dialoog Maasvlakte 2 http://www.maasvlakte2.com/nl/index/show/ id/79/Duurzame+dialoog
Bijlage IV > G3-Richtlijn Global Reporting Initiative
170
GRI indicator
Verwijzing naar hoofdstuk jaarverslag / publieke uiting
Korte toelichting
ECONOMISCHE PRESTATIE-INDICATOREN
Informatie over managementbenadering De rol van Havenbedrijf Rotterdam is het beheren, exploiteren en ontwikkelen van het Rotterdamse haven- en industriegebied. De directe toegevoegde waarde van het Rotterdamse haven- en industriecomplex bedroeg in 2008 circa € 15,5 miljard. De directe werkgelegenheid van het havencomplex bedroeg in 2008 ongeveer 90.000 personen. Daarnaast genereert de Rotterdamse haven zo’n 55.000 indirecte banen. Havenbedrijf Rotterdam verhuurt – via langlopende contracten – haventerreinen aan bedrijven, met name aan op- en overslagbedrijven en de (petro)chemische industrie, waaronder energieproducenten. De belangrijkste inkomstenstromen zijn huurinkomsten en havengelden. Havenbedrijf Rotterdam investeert in de ontwikkeling van nieuwe haventerreinen, met name Maasvlakte 2, in openbare infrastructuur, zoals wegen in het havengebied, en in klantspecifieke infrastructuur, zoals kademuren en aanlegsteigers. Om de scheepvaart optimaal af te wikkelen, wordt fors geïnvesteerd in een verkeers begeleidend systeem, verkeerscentrales en patrouillevaartuigen. Deze investeringen liggen met name in lijn met de doelstellingen binnen de thema’s Klant en Gebied en Ruimte. Bij het Havenbedrijf Rotterdam werken ultimo 2010 in totaal 1.224 medewerkers. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar: 8 Financiën [92 - 98] • Cockpit Financiën [135 - 136] 1 De haven van Rotterdam [14 - 17] 4.3 Onze marktpositie [51 - 54] • Cockpit Overslag en marktaandeel haven [139 - 142] 2.3 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen [22 - 24]
ECONOMISCHE ASPECTEN Aspect: economische prestatie EC1 Directe economische waarden die zijn gegenereerd en gedistribueerd, waaronder inkomsten, operationele kosten, personeelsvergoedingen, donaties en overige maatschappelijke investeringen, ingehouden winst en betalingen aan kapitaalverstrekkers en overheden.
Jaarrekening 2010 [105-133]
Overzicht van alle financiële gegevens uit 2010 en vergelijkende cijfers uit 2009.
EC2 Financiële implicaties en andere risico’s en mogelijkheden voor de activiteiten van de organisatie als gevolg van klimaatverandering.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf in 2010
Het Havenbedrijf heeft de (financiële) gevolgen van klimaatverandering in kaart gebracht. Uit deze inventarisatie blijkt dat de gevolgen voor de komende jaren relatief beperkt en met name indirect zijn. Het Havenbedrijf onderkent echter wel het belang van het beperken van de footprint voor de eigen bedrijfsvoering en in de keten. De inspanningen hieromtrent zijn beschreven in hoofdstuk 7.
7.3 Rotterdam Climate Initiative [83]
CO2 reductiemaatregelen om de ambitie van 50% in 2025 reductie te realiseren en Carbon Capture & Storage.
7.2 Duurzaamheid - Duurzaam transport [80-82]
Stimuleren van milieuvriendelijke (zee- en binnen) scheepvaart.
EC3 Dekking van de verplichtingen in verband met het vastgestelde uitkeringenplan van de organisatie.
Niet of minder relevant voor Havenbedrijf Rotterdam
Pensioenen voor medewerkers zijn ondergebracht bij het ABP.
EC4 Significante financiële steun van een overheid.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam in 2010
Er is in 2010 geen sprake van financiële steun van het Rijk. Het Rijk levert wel een bijdrage aan de aanleg van de buitencontour en de openbare infrastructuur van Maasvlakte 2 (zie Jaarrekening - 9 Niet in de balans opgenomen regelingen).
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Bijlage IV > G3-Richtlijn Global Reporting Initiative
171
GRI indicator
Verwijzing naar hoofdstuk jaarverslag / publieke uiting
Korte toelichting
EC5 Spreiding in de verhouding tussen het standaard aanvangssalaris en het lokale minimumloon op belangrijke bedrijfslocaties.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
Spreiding naar locaties is niet relevant voor Havenbedrijf Rotterdam aangezien we hoofdzakelijk in Nederland opereren. Salarissen van medewerkers zijn conform een CAO (zie paragraaf 2.6 Medewerkers - Arbeidsvoorwaarden).
EC6 Beleid, methoden en deel van uitgaven betreffende lokaal gevestigde leveranciers op belangrijke bedrijfslocaties.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
Deze indicator is minder relevant aangezien Havenbedrijf Rotterdam is gehouden aan Europese aanbestedingsrichtlijnen en om die reden geen apart aanbestedingsbeleid heeft voor lokaal gevestigde leveranciers. Havenbedrijf Rotterdam opereert hoofdzakelijk in de omgeving Rotterdam en heeft direct en indirect impact op de lokale economie. Zie hoofdstuk 1 De haven van Rotterdam - Ligging en positie van de haven van Rotterdam [15].
EC7 Procedures voor lokale personeelswerving en aandeel van het topkader dat afkomstig is uit de lokale gemeenschap op belangrijke bedrijfslocaties.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
Deze indicator is minder relevant aangezien Havenbedrijf Rotterdam voornamelijk in Nederland opereert. Havenbedrijf Rotterdam heeft geen aparte procedures voor personeelswerving voor de lokale gemeenschap. Werving van personeel richt zich op Nederland en het topkader is afkomstig uit Nederland. Wij dragen actief bij aan activiteiten ter verbetering van de regionale arbeidsmarkt, onder andere door het Akkoord van Rotterdam (7.6 Arbeidsmarkt en onderwijs [90-91])
Aspect: marktaanwezigheid
Aspect: indirecte economische effecten EC8 Ontwikkeling en gevolgen van investeringen in infrastructuur en diensten die voornamelijk ten behoeve van het algemeen nut worden geboden door middel van verplichtingen van commerciële aard, dan wel in natura of pro bono.
6.1 Verkeer en bereikbaarheid in het kort [65]
De inspanningen van Havenbedrijf Rotterdam voor de bereikbaarheid zijn niet alleen voor de haven van belang, maar hebben ook een algemeen nut.
2.3 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen - Betrokken [23]
Advisering door Havenbedrijf Rotterdam in OMVS project in Senegal.
EC9 Inzicht in en beschrijving van significante indirecte economische gevolgen, waaronder de omvang ervan.
1
Havenbedrijf Rotterdam heeft direct en indirect impact op de lokale economie.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
De Haven van Rotterdam - Ligging en positie van de haven van Rotterdam [15-17]
Bijlage IV > G3-Richtlijn Global Reporting Initiative
172
GRI indicator
Verwijzing naar hoofdstuk jaarverslag / publieke uiting
Korte toelichting
MILIEUPRESTATIE-INDICATOREN
Informatie over managementbenadering Wij investeren met partners in maatschappelijk draagvlak en optimale randvoorwaarden voor een haven die zich wil ontwikkelen. Duurzaamheid is hierin een belangrijk element. Duurzaamheid betekent voor het Havenbedrijf Rotterdam het verbeteren van de eigen prestaties én het stimuleren van duurzaam ondernemen in het havengebied. Investeren in duurzaamheid is in onze ogen noodzakelijk om draagvlak voor havenactiviteiten te behouden, en daarnaast te kunnen groeien. Havenbedrijf Rotterdam heeft in 2010 de focus gelegd op ‘duurzame bedrijfsvoering’, ‘duurzaam ruimtegebruik’ en ‘duurzaam transport’. Het Havenbedrijf wil een leidende rol spelen in het verbeteren van de duurzaamheidsprestaties in de havenindustrie door te zorgen voor een minimale footprint van de Havenbedrijf-activiteiten, actief te investeren in vermindering van de milieubelasting van havenactiviteiten (duurzaam transport) en actief in te zetten op het aantrekken van duurzame economische activiteiten in het havengebied, zoals overslag van biomassa, windenergie, productie van tweede generatie biobrandstoffen. Lees meer over onze groeiconcepten in hoofdstuk 4 Klant en over onze aanpak duurzaamheid in hoofdstuk 7 Omgeving en Duurzaamheid. Havenbedrijf Rotterdam is in samenwerking met partners in toenemende mate actief in het verbeteren van de landzijdige bereikbaarheid voor de vier modaliteiten (spoor, weg, binnenvaart en pijpleiding). Lees meer over onze aanpak voor duurzame bereikbaarheid in hoofdstuk 6 Verkeer en Bereikbaarheid. Meer gedetailleerde informatie over milieuaspecten treft u aan in: 2.3 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen - Management approach [22] 2.3 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen - Duurzaam [22 - 23] 3.5 Schoon (milieuveilig) [44 - 45] 4.3 Onze marktpositie - Energy Port [52 - 53] 5.2 Maasvlakte 2 - Duurzame uitvoering en ontwikkeling [59] 5.2 Maasvlakte 2 - Monitoring [60] 6 Verkeer en bereikbaarheid [64 - 73] 7.2 Duurzaamheid [76 - 82] 7.3 Rotterdam Climate Initiative [83 - 84] 7.5 Innovatie [88 - 89]
MILIEUASPECTEN Aspect: materialen EN1 Totale hoeveelheid gebruikte materialen naar gewicht of volume.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
Havenbedrijf Rotterdam is een dienstverlenend bedrijf en heeft daardoor geen direct materiaalverbruik in een eindproduct.
EN2 Percentage van de gebruikte materialen dat bestaat uit afval uit externe bronnen
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
Havenbedrijf Rotterdam is een dienstverlenend bedrijf en heeft daardoor geen direct materiaalverbruik in een eindproduct.
EN3 Direct energieverbruik door primaire energiebron.
Niet opgenomen in publieke uitingen
De directe energieconsumptie van Havenbedrijf Rotterdam is beperkt door de aard van de dienstverlening. Havenbedrijf Rotterdam rapporteert niet apart over deze informatie. De informatie over energieverbruik is intern beschikbaar voor de berekening van de CO2 footprint (EN 16) en bestaat uit brandstofverbruik (auto's en vaartuigen) en gasverbruik gebouwen. Deze informatie is echter niet uitgedrukt in kilojoules.
EN4 Indirect energieverbruik door primaire bron.
Niet opgenomen in publieke uitingen
De indirecte energieconsumptie van Havenbedrijf Rotterdam is beperkt door de aard van de dienstverlening. Havenbedrijf Rotterdam rapporteert niet apart over deze informatie. De informatie over energieverbruik is intern beschikbaar voor de berekening van de CO2 footprint (EN17) en bestaat uit electriciteitsverbruik en verwarming gebouwen. Deze informatie is echter niet uitgedrukt in kilojoules.
Aspect: energie
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Bijlage IV > G3-Richtlijn Global Reporting Initiative
173
GRI indicator
Verwijzing naar hoofdstuk jaarverslag / publieke uiting
Korte toelichting
EN5 Energie die bespaard is door besparingen en efficiëntieverbeteringen.
7.2 Duurzaamheid [76-82] 7.3 Rotterdam Climate Initiative [83-84] 7.5 Innovatie [88-89]
Het Havenbedrijf Rotterdam heeft meerdere energiebesparende maatregelen in gang gezet, echter de uitkomsten van deze maatregelen zijn vaak niet te meten omdat de afname afhankelijk zijn van meerdere factoren. Voorbeelden van energiebesparende maatregelen zijn maatregelen in het kader van de CO2 footprint van Havenbedrijf Rotterdam en de projecten rond Rotterdam Climate Initiative.
EN6 Initiatieven ten behoeve van energie-efficiënte of op duurzame energie gebaseerde producten en diensten, evenals verlagingen van de energie-eisen als resultaat van deze initiatieven.
4.3 Onze marktpositie - Energy Port [52-53]
In groeiconcept Energy Port wordt bewust ingezet op het aantrekken van de productie van duurzame energie en de overslag van gerelateerde producten.
7.3 Rotterdam Climate Initiative [83-84]
Maatregelen tbv energie efficientie, duurzame energie en Carbon Capture & Storage.
7.2 Duurzaamheid - Duurzaam transport [80-82]
Havenbedrijf Rotterdam stimuleert door middel van kortingen terugdringing van brandstofverbruik en emissies van schepen (ESI).
7.2 Duurzaamheid - Duurzame bedrijfsvoering [77-78]
Scope 2: Energie indirecte emissies: Havenbedrijf Rotterdam beperkt het indirecte energieverbruik door inkoop van groene stroom.
7.2 Duurzaamheid - Duurzaam ruimtegebruik [78-80]
Duurzame ontwikkeling RDM.
EN8 Totale wateronttrekking per bron.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
Wateronttrekking heeft slechts betrekking op persoonlijk gebruik werknemers.
EN9 Waterbronnen waarvoor water onttrekking significante gevolgen heeft.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
Wateronttrekking heeft slechts betrekking op persoonlijk gebruik werknemers.
EN10 Percentage en totaal volume van gerecycled en hergebruikt water.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
Wateronttrekking heeft slechts betrekking op persoonlijk gebruik werknemers.
EN11 Locatie en oppervlakte van land dat eigendom is, gehuurd wordt, beheerd wordt in of grenst aan beschermde gebieden en gebieden met een hoge biodiversiteitswaarde buiten beschermde gebieden.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
De haven van Rotterdam ligt in een stedelijk gebied. Slechts voor een (zeer) beperkt deel grenst het gebied aan natuur. Bij de ontwikkeling van het (bestaand) havengebied houdt Havenbedrijf Rotterdam rekening met natuur. Hierover zijn afspraken vastgelegd in 'Mainportontwikkeling Rotterdam' (http://www.portofrotterdam.com/nl/ Over-de-haven/havenontwikkeling/Pages/ maasvlakte-2.aspx) en in diverse afspraken over Maasvlakte 2 (www.maasvlakte2.com, waaronder http://www.maasvlakte2.com/uploads/brochure_ maasvlakte_2_de_duurzame_haven.pdf en http:// www.maasvlakte2.com/nl/dossier/show/id/4).
EN12 Beschrijving van significante gevolgen van activiteiten, producten en diensten op de biodiversiteit in beschermde gebieden en gebieden met een hoge biodiversiteitswaarde buiten beschermde gebieden.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
De haven van Rotterdam ligt in een stedelijk gebied. Slechts voor een (zeer) beperkt deel grenst het gebied aan natuur. Bij de ontwikkeling van het (bestaand) havengebied houdt Havenbedrijf Rotterdam rekening met natuur. Hierover zijn afspraken vastgelegd in 'Mainportontwikkeling Rotterdam' (http://www.portofrotterdam.com/nl/ Over-de-haven/havenontwikkeling/Pages/ maasvlakte-2.aspx) en in diverse afspraken over Maasvlakte 2 (www.maasvlakte2.com, waaronder http://www.maasvlakte2.com/uploads/brochure_ maasvlakte_2_de_duurzame_haven.pdf en http:// www.maasvlakte2.com/nl/dossier/show/id/4).
EN7 Initiatieven ter verlaging van het indirecte energieverbruik en reeds gerealiseerde verlaging.
Aspect: water
Aspect: biodiversiteit
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Bijlage IV > G3-Richtlijn Global Reporting Initiative
174
GRI indicator
Verwijzing naar hoofdstuk jaarverslag / publieke uiting
Korte toelichting
EN13 Beschermde of herstelde habitats.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
De haven van Rotterdam ligt in een stedelijk gebied. Slechts voor een (zeer) beperkt deel grenst het gebied aan natuur. Bij de ontwikkeling van het (bestaand) havengebied houdt Havenbedrijf Rotterdam rekening met natuur. Hierover zijn afspraken vastgelegd in 'Mainportontwikkeling Rotterdam' (http://www.portofrotterdam.com/nl/ Over-de-haven/havenontwikkeling/Pages/ maasvlakte-2.aspx) en in diverse afspraken over Maasvlakte 2 (www.maasvlakte2.com, waaronder http://www.maasvlakte2.com/uploads/brochure_ maasvlakte_2_de_duurzame_haven.pdf en http:// www.maasvlakte2.com/nl/dossier/show/id/4).
EN14 Strategieën, huidige maatregelen en toekomstige plannen voor het beheersen van de gevolgen van de biodiversiteit.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
De haven van Rotterdam ligt in een stedelijk gebied. Slechts voor een (zeer) beperkt deel grenst het gebied aan natuur. Bij de ontwikkeling van het (bestaand) havengebied houdt Havenbedrijf Rotterdam rekening met natuur. Hierover zijn afspraken vastgelegd in 'Mainportontwikkeling Rotterdam' (http://www.portofrotterdam.com/nl/ Over-de-haven/havenontwikkeling/Pages/ maasvlakte-2.aspx) en in diverse afspraken over Maasvlakte 2 (www.maasvlakte2.com, waaronder http://www.maasvlakte2.com/uploads/brochure_ maasvlakte_2_de_duurzame_haven.pdf en http:// www.maasvlakte2.com/nl/dossier/show/id/4).
EN15 Aantal op de rode lijst van de IUCN vermelde soorten en soorten op nationale beschermingslijsten met habitats in gebieden binnen de invloedssfeer van bedrijfsactiviteiten, ingedeeld naar hoogte van het risico van uitsterven.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam in 2010
Voor de aanleg van Maasvlakte 2 is in 2009 een generieke ontheffing van de Flora-en fauna wet verkregen voor de rugstreeppad en de groen knolorchis. Hiervoor zijn specifieke plekken in het havengebied gereserveerd.
EN16 Totale directe en indirecte emissie van broeikasgassen naar gewicht.
7.2 Duurzaamheid - Duurzame bedrijfsvoering [77 - 78]
Opgenomen is de footprint (scope 1 t/m 2) van onze bedrijfsvoering.
EN17 Andere relevante indirecte emissie van broeikasgassen naar gewicht.
7.2 Duurzaamheid - Duurzame bedrijfsvoering [77 - 78]
Opgenomen is de footprint (scope 3) van onze bedrijfsvoering.
EN18 Initiatieven ter verlaging van de emissie van broeikasgassen en gerealiseerde verlagingen.
4.3 Onze marktpositie - Energy Port [52-53]
In groeiconcept Energy Port wordt bewust ingezet op het aantrekken van de productie van duurzame energie en de overslag van gerelateerde producten.
7.3 Rotterdam Climate Initiative [83-84]
Maatregelen tbv energie efficiëntie, duurzame energie en Carbon Capture & Storage.
7.2 Duurzaamheid - Duurzame bedrijfsvoering [77-78]
Doelstellingen en maatregelen voor CO2 reductie.
7.2 Duurzaamheid - Duurzaam transport [80-82]
Havenbedrijf Rotterdam stimuleert dmv kortingen de terugdringing van brandstofverbruik en emissies van schepen (ESI).
EN19 Emissie van ozonafbrekende stoffen naar gewicht.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
Voor onze bedrijfsvoering is deze indicator niet materieel omdat wij een dienstverlenend bedrijf zijn.
EN20 NO, SO en andere significante luchtemissies naar type en gewicht.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
Voor onze bedrijfsvoering is deze indicator niet materieel omdat wij een dienstverlenend bedrijf zijn.
EN21 Totale waterafvoer naar kwaliteit en bestemming.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
Wateronttrekking heeft slechts betrekking op persoonlijk gebruik werknemers.
EN22 Totaalgewicht afval naar type en verwijderingsmethode.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
Voor onze bedrijfsvoering is deze indicator niet materieel omdat wij een dienstverlenend bedrijf zijn. Het Havenbedrijf Rotterdam is actief in het voorkomen van vervuiling door scheepsafval (zie 3.5 Schoon (milieuveilig) [44]).
Aspect: luchtemmisies, afvalwater en afvalstoffen
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Bijlage IV > G3-Richtlijn Global Reporting Initiative
175
GRI indicator
Verwijzing naar hoofdstuk jaarverslag / publieke uiting
Korte toelichting
EN23 Totaal aantal en volume van significante lozingen.
3.5 Schoon (milieuveilig) [44-45]
Het Havenbedrijf is actief in het indammen van morsingen met als doel het risico op gevolgschade te minimaliseren. In 2010 waren er 240 geregistreerde morsingen; bij 53 morsingen is overgegaan tot een daadwerkelijke ruiming.
EN24 Gewicht van getransporteerd, geïmporteerd, geëxporteerd of verwerkt afval dat als gevaarlijk geldt op grond van bijlage I, II, III en VIII van de Conventie van Bazel en het percentage afval dat internationaal is getransporteerd.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
Als (Rijks)Havenmeester zien wij wel toe op toepassing van wet en regelgeving hieromtrent (zie 3.5 Schoon (milieuveilig) [44])
EN25 Benaming, grootte, beschermingsstatus en biodiversiteitswaarde van wateren en gerelateerde habitats die significante gevolgen ondervinden van de waterafvoer en -afvloeiing van de verslaggevende organisatie.
3.5 Schoon (milieuveilig) [44-45]
Het Havenbedrijf is actief in het indammen van morsingen met als doel het risico op gevolgschade te minimaliseren. In 2010 waren er 240 geregistreerde morsingen; bij 53 morsingen is overgegaan tot een daadwerkelijke ruiming.
EN26 Initiatieven ter compensatie van de milieugevolgen van producten en diensten en de omvang van deze compensatie.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam voor 2010
Bij de ontwikkeling van het (bestaand) havengebied houdt Havenbedrijf Rotterdam rekening met natuur. Hierover zijn afspraken vastgelegd in 'Mainportontwikkeling Rotterdam' en in diverse afspraken over Maasvlakte 2. Deze afspraken dateren uit voorgaande jaren en worden gemonitord in de Milieu Effecten Rapportages (5.2 Maasvlakte 2 - Monitoring [60])
EN27 Percentage producten dat is verkocht en waarvan de verpakking is ingezameld, naar categorie.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
Wij verkopen geen producten (zie tevens indicator 2.2).
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam in 2010
In 2010 zijn ons geen significante boetes opgelegd. Als (Rijks)Havenmeester zien wij zelf toe op toepassing van wet en regelgeving hieromtrent (zie 3.5 Schoon (milieuveilig)).
7.2 Duurzaam - Duurzame bedrijfsvoering [77-78]
Brandstofverbruik van voertuigen is opgenomen in de CO2 footprint.
6.1 Verkeer en bereikbaarheid in het kort [65]
Havenbedrijf Rotterdam werkt aan verschuiving van transport in de keten van vervoer op de weg naar vervoer via schonere modaliteiten (spoor, binnenvaart, pijpleiding).
4.3 Onze marktpositie - Energy Port [52-53]
Investeringen in gas & power en (bio)brandstoffen
7.3 Rotterdam Climate Initiative [83-84]
Investering in CO2 reductie.
7.2 Duurzaam - Duurzame bedrijfsvoering [77-78]
Investering in maatregelen planet.
Aspect: producten en diensten
Aspect: Naleving EN28 Monetaire waarde van significante boetes en totaal aantal niet-monetaire sancties wegens het niet naleven van milieuwet- en regelgeving.
Aspect: transport EN29 Significante milieugevolgen van het transport van producten en andere goederen en materialen die worden gebruikt voor de activiteiten van de organisatie en het vervoer van personeelsleden.
Aspect: algemeen EN30 Totale uitgaven aan en investeringen in milieubescherming naar type.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Bijlage IV > G3-Richtlijn Global Reporting Initiative
176
GRI indicator
Verwijzing naar hoofdstuk jaarverslag / publieke uiting
Korte toelichting
SOCIALE ASPECTEN
Informatie over managementbenadering Wij investeren met partners in maatschappelijk draagvlak en optimale randvoorwaarden voor een haven die zich wil ontwikkelen. Medewerkers zijn hierin een belangrijk element. Havenbedrijf Rotterdam zet in op kwaliteit en diversiteit van medewerkers. Daarnaast is de medewerkerstevredenheid een speerpunt. De arbeidsvoorwaarden van onze medewerkers zijn vastgelegd in een CAO die tot stand is gekomen in overleg met de vakbonden. Het Havenbedrijf opereert hoofdzakelijk in Nederland en valt als werkgever onder de Nederlandse wet- en regelgeving rond belangenbehartiging en arbeidsomstandigheden. Meer gedetailleerde informatie over sociale aspecten treft u aan in: 2.6 Medewerkers [30 - 32] 7.6 Arbeidsmarkt en onderwijs [90 - 91] • Cockpit Personeel [137]
ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN EN VOLWAARDIG WERK Aspect: werkgelegenheid LA1 Totale personeelsbestand naar type werk, arbeidsovereenkomst en regio.
Cockpit Personeel [137]
De indeling naar regio is niet relevant voor het Havenbedrijf aangezien de activiteiten van Havenbedrijf Rotterdam zich voornamelijk afspelen in Rotterdams gebied. Informatie over het type werk en de indeling naar type arbeidsovereenkomst heeft Havenbedrijf Rotterdam intern beschikbaar, maar wordt niet als materieel onderwerp gezien waarover apart wordt gerapporteerd.
LA2 Totaal aantal en snelheid van personeelsverloop per leeftijdsgroep, geslacht en regio.
Niet opgenomen in publieke uitingen
In 2010 bedroeg de instroom 46 medewerkers en de uitsroom 55 medewerkers. Deze aantallen zijn niet gespecificeerd per leeftijdsgroep beschikbaar.
LA3 Uitkeringen aan voltijdmedewerkers die niet beschikbaar zijn voor deeltijdmedewerkers, per grootschalige activiteit.
Niet opgenomen in publieke uitingen
Informatie over deze indicator ligt vast in onze CAO. Deze wordt intern via intranet ter beschikking gesteld aan onze medewerkers. Conform de CAO gelden alle uitkeringen voor voltijdmedewerkers naar rato ook voor deeltijdmedewerkers.
LA4 Percentage medewerkers dat onder een collectieve arbeidsovereenkomst valt.
2.6 Medewerkers - Arbeidsvoorwaarden [31]
Van het personeel valt circa 98% onder CAO. De CAO is niet van toepassing op het hoger management en de Directie.
LA5 Minimale opzegtermijn(en) in verband met operationele veranderingen, inclusief of dit wordt gespecificeerd in collectieve overeenkomsten.
Niet opgenomen in publieke uitingen
Informatie over deze indicator ligt vast in onze CAO. Deze wordt intern via intranet ter beschikking gesteld aan onze medewerkers.
Aspect: verhouding tussen werkgever en werknemer
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Bijlage IV > G3-Richtlijn Global Reporting Initiative
177
GRI indicator
Verwijzing naar hoofdstuk jaarverslag / publieke uiting
Korte toelichting
Aspect: gezondheid en veiligheid LA6 Percentage van het totale personeels bestand dat is vertegenwoordigd in formele gezamenlijke arbo-commissies van werkgevers en werknemers die bijdragen aan de controle op en advies over arbo-programma’s.
2.6 Medewerkers - Behartiging van medewerkers- Havenbedrijf Rotterdam opereert voornamelijk in belangen [32] Nederland. Hier zijn arbeidsomstandigheden wettelijk geregeld. Binnen Havenbedrijf Rotterdam zijn er één Arbo-coördinator, bedrijfsarts en vier vertrouwenspersonen.
LA7 Letsel-, beroepsziekte-, uitvaldagen- en verzuimcijfers en het aantal werkgerelateerde sterfgevallen per regio.
2.6 Medewerkers - Inleiding [30] In 2010 betreurden we één sterfgeval binnen ons 2.6 Medewerkers - Behartiging van medewerkers- bedrijf als gevolg van een helikopterongeval, tijdens belangen [32] een evenement georganiseerd door Havenbedrijf Rotterdam. Apart rapporteren over cijfers rond letsel, beroepsziekten en uitvaldagen is voor Havenbedrijf Rotterdam minder relevant. Door de aard van de dienstverlening van Havenbedrijf Rotterdam is er nauwelijks sprake van werkgerelateerde ongevallen. In 2010 zijn er vijf arbeidsongevallen gemeld met kortdurend verzuim en één met langdurig verzuim. Gezien deze aantallen op ons totale werknemerbestand, zien wij deze cijfers (met uitzondering van sterfgevallen) niet als materieel voor het Jaarverslag. Cockpit Personeel [137]
Verzuimcijfers
3.3 Nautisch veilig [40]
Vermelding nautische ongevallen.
LA8 Opleidings-, trainings-, advies-, preventieen risicobeheersingsprogramma’s ten behoeve van personeelsleden, hun families of omwonenden in verband met ernstige ziekten.
Er zijn binnen Havenbedrijf Rotterdam geen specifieke werkgerelateerde risico's op het gebied van ernstige ziektes.
LA9 Afspraken over arbo-onderwerpen vastgelegd in formele overeenkomsten met vakbonden.
2.6 Medewerkers - Arbeidsvoorwaarden [31]
Nieuwe CAO wordt kort toegelicht.
LA10 Gemiddeld aantal uren dat een werknemer per jaar besteedt aan opleidingen, onderverdeeld naar werknemerscategorie.
Niet opgenomen in publieke uitingen
Opleidingen van medewerkers worden in aantallen geregistreerd, maar niet naar gemiddeld aantal uren.
LA11 Programma’s voor competentiemanagement en levenslang leren die de blijvende inzetbaarheid van medewerkers garanderen en hen helpen bij het afronden van hun loopbaan.
2.6 Medewerkers - Kwaliteit [30]
Havenbedrijf heeft diverse programma's voor de ontwikkeling van medewerkers: AanZ, Young Potential programma, Management Development programma
LA12 Percentage medewerkers dat regelmatig wordt ingelicht omtrent prestatie- en loopbaanontwikkeling.
2.6 Medewerkers - Kwaliteit [30] Cockpit kritische prestatie indicatoren (KPI’s) 2010 [143]
In 2010 heeft 83% van het personeel een functioneringsgesprek gehad, waarin prestaties en loopbaanontwikkeling aan de orde zijn geweest.
Bijlage I [154-157]
Samenstelling Algemene Directie en Raad van Commissarissen
Cockpit Personeel [137]
Verhouding man-vrouw en leeftijdsopbouw medewerkers
2.6 Medewerkers - Arbeidsvoorwaarden [31]
Informatie over deze indicator ligt vast in onze CAO. Deze wordt intern via intranet ter beschikking gesteld aan onze medewerkers. In onze CAO wordt geen onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
Aspect: opleiding en veiligheid
Aspect: diversiteit en kansen LA13 Samenstelling van bestuurslichamen en onderverdeling van medewerkers per categorie, naar geslacht, leeftijdsgroep, het behoren tot een bepaalde maatschappelijke minderheid en andere indicatoren van diversiteit.
LA14 Verhouding tussen basissalarissen van mannen en vrouwen per medewerkers categorie.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Bijlage IV > G3-Richtlijn Global Reporting Initiative
178
GRI indicator
Verwijzing naar hoofdstuk jaarverslag / publieke uiting
Korte toelichting
MENSENRECHTEN
Informatie over managementbenadering Havenbedrijf Rotterdam opereert hoofdzakelijk in Nederland en acht hierdoor deze indicatoren omtrent mensenrechten minder relevant. Met betrekking tot de deelneming in Oman heeft de kwaliteit van en aandacht voor mensenrechten in het sultanaat een rol gespeeld. Voor nieuwe buitenlandse activiteiten hanteren wij het “Havenanalyse model” met aandacht voor risicoanalyse, duurzaamheid en corporate governance.
Aspect: investerings- en inkoopbeleid HR1 Percentage van en totaal aantal aanmerkelijke investeringsovereenkomsten waarin clausules over mensenrechten zijn opgenomen of waarvan de naleving van de mensenrechten is getoetst.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
Havenbedrijf Rotterdam opereert hoofdzakelijk in Nederland en acht hierdoor deze indicator minder relevant. Met betrekking tot de deelneming in Oman heeft de kwaliteit van en aandacht voor mensenrechten in het sultanaat een rol gespeeld. Voor nieuwe buitenlandse activiteiten hanteren wij het "Havenanalyse model" met aandacht voor risicoanalyse, duurzaamheid en corporate governance.
HR2 Percentage belangrijke leveranciers en aannemers die getoetst zijn op naleving van de mensenrechten en op getroffen maatregelen.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
Havenbedrijf Rotterdam opereert hoofdzakelijk in Nederland en acht hierdoor deze indicator minder relevant. Met betrekking tot de deelneming in Oman heeft de kwaliteit van en aandacht voor mensenrechten in het sultanaat een rol gespeeld. Voor nieuwe buitenlandse activiteiten hanteren wij het "Havenanalyse model" met aandacht voor risicoanalyse, duurzaamheid en corporate governance.
HR3 Totaal aantal uren personeelstraining over beleid en procedures betreffende aspecten van mensenrechten die relevant zijn voor de activiteiten, met inbegrip van het percentage van het personeel dat de trainingen gevolgd heeft.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
Havenbedrijf Rotterdam opereert hoofdzakelijk in Nederland en acht hierdoor deze indicator minder relevant. Met betrekking tot de deelneming in Oman heeft de kwaliteit van en aandacht voor mensenrechten in het sultanaat een rol gespeeld. Voor nieuwe buitenlandse activiteiten hanteren wij het "Havenanalyse model" met aandacht voor risicoanalyse, duurzaamheid en corporate governance.
Niet opgenomen in publieke uitingen
Havenbedrijf Rotterdam heeft 4 vertrouwens personen gericht op ongewenst gedrag en integriteit. Meldingen zijn vertrouwelijk. Informatie over aantallen is niet openbaar.
2.6 Medewerkers - Arbeidsvoorwaarden
Bij de Ondernemings-CAO zijn de vakorganisaties, zoals ABVAKABO en CNV Publieke zaak en de Onafhankelijke Vereniging als CAO-partij betrokken.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
Havenbedrijf Rotterdam opereert hoofdzakelijk in Nederland en acht hierdoor deze indicator minder relevant. Met betrekking tot de deelneming in Oman heeft de kwaliteit van en aandacht voor mensenrechten in het sultanaat een rol gespeeld. Voor nieuwe buitenlandse activiteiten hanteren wij het "Havenanalyse model" met aandacht voor risico analyse, duurzaamheid en corporate governance.
Aspect: verbod op discriminatie HR4 Totaal aantal gevallen van discriminatie en de getroffen maatregelen.
Aspect: vrijheid van vereniging en collectieve arbeidsonderhandelingen HR5 Activiteiten waarvan is vastgesteld dat daarbij een aanzienlijk risico zou kunnen gelden voor het recht op de uitoefening van de vrijheid van vereniging en collectieve arbeidsonderhandelingen, alsmede de maatregelen die zijn getroffen ter ondersteuning van deze rechten.
Aspect: kinderarbeid HR6 Activiteiten waarvan is vastgesteld dat er een aanzienlijk risico is van gevallen van kinderarbeid, alsmede de maatregelen die zijn getroffen gericht op de uitbanning van kinderarbeid.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Bijlage IV > G3-Richtlijn Global Reporting Initiative
179
GRI indicator
Verwijzing naar hoofdstuk jaarverslag / publieke uiting
Korte toelichting
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
Het Havenbedrijf opereert hoofdzakelijk in Nederland en acht hierdoor de indicatoren minder relevant. Met betrekking tot de deelneming in Oman heeft de kwaliteit van en aandacht voor mensenrechten in het sultanaat een rol gespeeld. Voor nieuwe buitenlandse activiteiten hanteren wij het "Havenanalyse model" met aandacht voor risico analyse, duurzaamheid en corporate governance.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
Het Havenbedrijf opereert hoofdzakelijk in Nederland en acht hierdoor de indicatoren minder relevant. Met betrekking tot de deelneming in Oman heeft de kwaliteit van en aandacht voor mensenrechten in het sultanaat een rol gespeeld. Voor nieuwe buitenlandse activiteiten hanteren wij het "Havenanalyse model" met aandacht voor risicoanalyse, duurzaamheid en corporate governance.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
Havenbedrijf Rotterdam opereert hoofdzakelijk in Nederland en acht hierdoor deze indicator minder relevant. Met betrekking tot de deelneming in Oman heeft de kwaliteit van en aandacht voor mensenrechten in het sultanaat een rol gespeeld. Voor nieuwe buitenlandse activiteiten hanteren wij het “Havenanalyse model” met aandacht voor risicoanalyse, duurzaamheid en corporate governance.
Aspect: gedwongen en verplichte arbeid HR7 Activiteiten waarvan is vastgesteld dat er een aanzienlijk risico is van gevallen van gedwongen of verplichte arbeid, alsmede de maatregelen die zijn getroffen gericht op de uitbanning van gedwongen of verplichte arbeid.
Aspect: veiligheidsbeleid HR8 Percentage van het beveiligingspersoneel dat training heeft gevolgd in het beleid of de procedures van de organisatie betreffende aspecten van de mensenrechten die relevant zijn voor de activiteiten.
Aspect: rechten van de inheemse bevolking HR9 Totaal aantal gevallen van overtreding van de rechten van de inheemse bevolking, alsmede de getroffen maatregelen.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Bijlage IV > G3-Richtlijn Global Reporting Initiative
180
GRI indicator
Verwijzing naar hoofdstuk jaarverslag / publieke uiting
Korte toelichting
MAATSCHAPPIJ
Informatie over managementbenadering Wij investeren met partners in maatschappelijk draagvlak en optimale randvoorwaarden voor een haven die zich wil ontwikkelen. Dialoog en draagvlak zijn hierin belangrijke elementen. Wij hechten groot belang aan het creëren van draagvlak. We gaan op diverse manieren de dialoog aan met onze belanghebbenden (zie voor de voorbeelden paragraaf 8.4 Dialoog. In 2010 introduceerden we binnen het Havenbedrijf een gestructureerde methodiek om een duurzame dialoog met relevante belanghebbenden vorm te geven. Op verschillende plaatsen in dit Jaarverslag staan voorbeelden van dialogen met onze omgeving, waarvoor de methodiek is toegepast. Meer gedetailleerde informatie over sociale aspecten treft u aan in: 5.2 Maasvlakte 2 - Afspraken met stakeholders [60] 5.3 Bestaand havengebied [61 - 63] 6.2 Weg [66 - 67] 6.3 Spoor [68 - 69] 6.4 Binnenvaart [70 - 71] 7.4 Dialoog - Dialoog met belanghebbenden [85 - 86]
Aspect: gemeenschap SO1 Aard, reikwijdte en effectiviteit van alle programma’s en methoden die de effecten van de activiteiten op gemeenschappen bepalen en beheren, waaronder vestiging, activiteiten en vertrek.
5.2 Maasvlakte 2 - Afspraken met stakeholders [60]
Overeenkomsten en dialoogakkoorden.
5.2 Maasvlakte 2 - Monitoring [60]
De Monitoring en Evaluatie Programma's (MEP's) hebben als doel om de daadwerkelijke optredende effecten van de aanleg, aanwezigheid en het gebruik van de Maasvlakte 2 inzichtelijk te maken.
7.4 Dialoog - Dialoog met belanghebbenden [85-86]
Lijst met belanghebbenden.
SO2 Percentage van en totaal aantal bedrijfs eenheden geanalyseerd op corruptie gerelateerde risico’s.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
Havenbedrijf Rotterdam heeft een risicobeheersings- en controlesysteem waarin de risico's voor de bedrijfsvoering in kaart zijn gebracht. Corruptie is hierin niet apart onderkend aangezien Havenbedrijf Rotterdam voornamelijk in Nederland opereert en Nederland de laagste risicocategorie is toebedeeld in de AON Political Risk Map.
SO3 Percentage van het personeel dat training in anticorruptiebeleid en -procedures van de organisatie heeft gevolgd.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
Havenbedrijf Rotterdam heeft geen apart anticorruptiebeleid (zie SO2), maar schenkt in de bedrijfscode expliciet aandacht aan anticorruptiebeleid en -procedures. Zie http://www.portofrotterdam. com/en/Port/port-statistics/Documents/bedrijfscode. pdf. Personeel van het Havenbedrijf volgt geen afzonderlijke trainingen op het gebied van corruptie.
SO4 Maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van gevallen van corruptie.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam in 2010
In 2010 is geen melding gemaakt van corruptie gevallen.
SO5 Standpunten betreffende publiek beleid en deelname aan de ontwikkeling ervan, evenals lobbyen.
7.4 Dialoog - Dialoog met Europa [86-87]
Beschrijving van activiteiten richting Europa en de European Sea Port Organisation.
SO6 Totale waarde van financiële en in-naturabijdragen aan politieke partijen, politici en gerelateerde instellingen per land.
www.portofrotterdam.com
Sponsorbeleid is vermeld op www.portofrotterdam. com, waarbij is opgenomen dat wij geen activiteiten met een politiek of religieus karakter sponsoren.
Jaarrekening 2010 - 9 Niet in de balans opgenomen regelingen [122-124]
Lopende claims en geschillen
Aspect: corruptie
Aspect: publiek beleid
Aspect: concurrentiebelemmerend gedrag SO7 Totaal aantal rechtszaken vanwege concurrentiebelemmerend gedrag, anti-kartel-, en monopolistische praktijken, alsmede de resultaten van deze rechts zaken.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Bijlage IV > G3-Richtlijn Global Reporting Initiative
181
GRI indicator
Verwijzing naar hoofdstuk jaarverslag / publieke uiting
Korte toelichting
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam in 2010
In 2010 zijn ons geen significante boetes opgelegd.
Aspect: naleving SO8 Monetaire waarde van significante boetes en totaal aantal niet-monetaire sancties wegens het niet naleven van wet- en -regelgeving.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Bijlage IV > G3-Richtlijn Global Reporting Initiative
182
GRI indicator
Verwijzing naar hoofdstuk jaarverslag / publieke uiting
Korte toelichting
PRODUCTVERANTWOORDELIJKHEID
Informatie over managementbenadering Havenbedrijf Rotterdam verkoopt geen producten. De indicatoren met betrekking tot product verantwoordelijkheid zijn minder relevant voor onze dienstverlening. Wanneer indicatoren van toepassing zijn op onze dienstverlening met betrekking tot veiligheid scheepvaartafwikkeling, wordt hierover uitgebreid gerapporteerd in hoofdstuk 3. Meer gedetailleerde informatie hierover treft u aan in: 3.3 Nautisch veilig [40 - 41] 3.4 Transportveilig [42 - 43] 3.5 Schoon (milieuveilig) [44 - 45]
Aspect: gezondheid en veiligheid van consumenten PR1 Levensduurstadia waarin de gevolgen van producten en diensten voor gezondheid en veiligheid worden beoordeeld met het oog op verbetering en het percentage van belangrijke product- en dienstencategorieën die aan dergelijke procedures onderhevig zijn.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
Wij verkopen geen producten. Deze indicator is minder relevant voor onze dienstverlening.
PR2 Totaal aantal gevallen van niet-naleving van regelgeving en vrijwillige codes betreffende gevolgen voor gezondheid en veiligheid van producten en diensten gedurende de levensduur, naar type resultaat.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
Wij verkopen geen producten. Deze indicator is minder relevant voor onze dienstverlening.
PR3 Type informatie over producten en diensten dat verplicht wordt gesteld door procedures en het percentage van belangrijke producten en diensten die onderhevig zijn aan dergelijke informatie-eisen.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
Wij verkopen geen producten. Deze indicator is minder relevant voor onze dienstverlening.
PR4 Totaal aantal gevallen van niet-naleving van regelgeving en vrijwillige codes betreffende informatie over en etikettering van producten en diensten, naar type resultaat.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
Wij verkopen geen producten. Deze indicator is minder relevant voor onze dienstverlening.
PR5 Beleid ten aanzien van klanttevredenheid, met inbegrip van resultaten van onderzoeken naar de klanttevredenheid.
4.2 Onze relatie met de klant [50]
De uitkomsten van de tweejaarlijkse klanttevredenheidsmeting zijn toegelicht.
PR6 Programma’s voor de naleving van wetten, standaarden en vrijwillige codes met betrekking tot marketingcommunicatie, waaronder reclame, promotie en sponsoring.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
Minder relevant gezien de aard van de activiteiten van Havenbedrijf Rotterdam.
PR7 Totaal aantal gevallen van niet-naleving van regelgeving en vrijwillige codes betreffende marketingcommunicatie, waaronder reclame, promotie en sponsoring, naar type resultaat.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
Minder relevant gezien de aard van de activiteiten van Havenbedrijf Rotterdam.
Aspect: etikettering van producten en diensten
Aspect: marketingcommunicatie
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Bijlage IV > G3-Richtlijn Global Reporting Initiative
183
GRI indicator
Verwijzing naar hoofdstuk jaarverslag / publieke uiting
Korte toelichting
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam
Eventuele klachten van klanten worden in behandeling genomen. Gezien de aard van de activiteiten van Havenbedrijf Rotterdam zijn klachten rond privacy van klanten niet gebruikelijk.
Niet of minder relevant voor het Havenbedrijf Rotterdam in 2010
In 2010 zijn ons geen significante boetes opgelegd.
Aspect: privacy van klanten PR8 Totaal aantal gegronde klachten over inbreuken op de privacy van klanten en het kwijtraken van klantgegevens.
Aspect: naleving PR9 Monetaire waarde van significante boetes wegens het niet-naleven van wet- en -regelgeving betreffende de levering en het gebruik van producten en diensten.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Bijlage IV > G3-Richtlijn Global Reporting Initiative
184
Colofon Uitgave
Havenbedrijf Rotterdam N.V.
Redactie en bewaking consistentie
Corporate Finance & Control
Controle op juistheid, volledigheid en relevantie
Realisatie online en PDF publicatie
Vormgeving en opmaak
Technische realisatie en hosting
AV producties thema’s
Fotografie
Contact
Interne Accountantsdienst
Corporate Communication Strategy (Digitale Media)
Smidswater
Netvlies internetdiensten
Het Kader, audio visuele produkties
Ben Wind, Freek van Arkel, Eric Bakker, Martijn Hessing, Aeroview, John Janssen
Bezoekadres Havenbedrijf Rotterdam N.V. World Port Center (WPC) Wilhelminakade 909 3072 AP Rotterdam Havennummer 1247 Postadres Postbus 6622 3002 AP Rotterdam
T 010 - 252 10 10 E
[email protected] W www.portofrotterdam.com
Havenbedrijf Rotterdam N.V. Jaarverslag 2010
Colofon
185