JAARVERSLAG 2014 We tonen
We doen het
lef slim
We werken samen
We geven en nemen
verantwoordelijkheid
XXXXX
INHOUDSOPGAVE JAARVERSLAG*
INHOUDSOPGAVE JAARREKENING 2014 5
INLEIDING
21
MISSIE EN BELEID
6
1. RECHTMATIGHEID
22
DE BUITENWERELD
8
SAMENWERKING
9
2. BESTEMMING RESULTAAT 2014
23
3. BALANS
24
4. HET OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN
26
WERKGEVERSBENADERING
11
ORGANISATIE
13
FINANCIËN
16
6. TOELICHTING OP DE BALANS
30
TOEZICHT
17
7. TOELICHTING OP HET OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN
37
VOORUITBLIK
18
8. VERSLAGLEGGING AWBZ-ACTIVITEITEN VAN DE GR LANDER OVER HET JAAR 2014
43
9. SISA-BIJLAGE: REALISTATIE WSW
45
10. OPENBAARMAKINGSVERPLICHTING TOPFUNCTIONARISSEN
46
* Tevens dienend als sociaal jaarverslag.
5. GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
27
11. CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT 52 AFKORTINGENLIJST
56
INHOUDSOPGAVE
3 JAARVERSLAG 2014
VOORWOORD
SAMENSTELLING ALGEMEEN EN DAGELIJKS BESTUUR op 31 december 2014
Buren Mevrouw M. Baggerman Mevrouw S. Klein - de Jong (DB) De heer J.W. Lammers Culemborg Mevrouw N. de Geus Mevrouw M.A. Mulder De heer C. Stolwijk (DB) Geldermalsen Mevrouw H. Boer Rookhuiszen-de Joode Mevrouw K. de Heus-van Wijk De heer A. van Maanen (DB) Maasdriel Mevrouw M.P.C.G. Blaauwhof - Theunissen (DB) De heer J.J.T.M. Leijdekkers Mevrouw H.W.M. Verhoeven-Merks
Neder-Betuwe Mevrouw W.E.A. van Dijkhuizen De heer J. Eerbeek De heer V.M. van Neerbos (DB) Neerijnen Mevrouw H.B. Challik De heer J. Krook (DB) De heer S.L.T.A.J. Nouwens Tiel Mevrouw C.A.A. van Rhee - Oud Ammerveld (DB, voorzitter) Mevrouw I.C.M. Son-Stolk Mevrouw Stoeten-Flach Zaltbommel De heer L. van den Dool Mevrouw B. Rachak De heer C.A.H Zondag (DB)
JAARVERSLAG 2014
4
Adviserende DB-leden De heer R.J.M. Matser Mevrouw M.D. den Ouden
Werkgebied LANDER werk & participatie
CULEMBORG
BUREN NEDER-BETUWE
GELDERMALSEN TIEL
NEERIJNEN
ZALTBOMMEL MAASDRIEL
SAMENSTELLING ALGEMEEN EN DAGELIJKS BESTUUR
VO O R WO O R D
Mevrouw C.A.A. van Rhee-Oud Ammerveld Voorzitter
Het jaar 2014 kan worden betiteld als het jaar waarin de toekomst van LANDER werd geherdefinieerd, en het jaar waarin onze regio zich krachtig herpositioneerde voor de uitvoering van de nieuwe Participatiewet (P-wet). Waar vele collega-SW-organisaties nog zoekende zijn, leverde dit voor LANDER, haar (potentiële) cliënten, en haar (semi-)ambtelijk personeel, een helder toekomstperspectief op. Allereerst heeft LANDER vanaf het eerste jaar onder het regime van de nieuwe wet – het jaar 2015 – een heldere taak: in de vorm van een integrale opdracht van haar gemeenten voor de opvang van burgers met een arbeidsbeperking, een pilot-opdracht van UWV voor de aldaar aanwezige oude vergelijkbare doelgroep (WaJong), en een positief voorsorteren op het nieuw Beschut werken. Maar nog belangrijker: LANDER zal vanaf 1 januari 2016, met al haar deskundigheid op het vlak van de zogenaamde “groep 3”-werkzoekenden (met een arbeidsbeperking), volledig geïntegreerd zijn in de nieuwe gemeenschappelijke regeling (GR) Werkzaak Rivierenland. De GR die voor haar gemeenten exclusief de taken op het vlak van werk en inkomen uitvoert, voor circa 4000 burgers in de regio. Voorwaar maximale duidelijkheid! LANDER mag er daarbij trots op zijn dat zij via haar vermogenspositie de kosten van reorganisatie van het regionale werkdomein vrijwel geheel voor haar rekening kan nemen. Daar waar in veel regio’s in ons land er juist reorganisatiegeld naar het SW-bedrijf moet.
Persoonlijk kijk ik daarnaast met veel voldoening terug op een jaar waarin de WSW’ers met een tijdelijk dienstverband een toekomstperspectief kon worden geboden, via een uitzicht op een vast dienstverband, en waarin aan het einde van het jaar nog een grote groep burgers op de WSW-wachtlijst alsnog in dienst kon worden genomen. Tot slot; was 2014 het jaar van het goede fundament, de positionering in het landschap, dan wordt 2015 het jaar van de bouw van het nieuwe regionale huis. Als bestuur beseffen wij dat ook dit een groot beroep zal doen, en een zware persoonlijke wissel zal trekken op de medewerkers van LANDER. En dat in een jaar waarin ook de externe verplichtingen veel aandacht zullen vragen, denk bijvoorbeeld aan de realisatie van het regionaal werkbedrijf en de invulling van de zogenaamde garantiebanen. Vanuit de ervaring dat de medewerkers van LANDER altijd hun verantwoordelijkheid nemen, en actief hun toekomst mede willen bepalen, hebben wij er alle vertrouwen in dat dit succes zal brengen.
Corry van Rhee – Oud Ammerveld Voorzitter LANDER werk & participatie
VOORWOORD
5 JAARVERSLAG 2014
Als bestuur zijn wij dankbaar naar al diegenen binnen LANDER die een onmiskenbaar en omvangrijk aandeel hadden in de voorbereiding van de besluitvorming rond deze herpositionering. Een grote inspanning, die ook nog eens niet ten koste ging van de reguliere opdracht. LANDER wist – op een nog stroeve arbeidsmarkt – aanzienlijke groei in extern geplaatsten te realiseren, en wist een fors beter dan begroot financieel resultaat te behalen. De goede samenwerking met de medezeggenschap (ondernemingsraad en cliëntenraad WSW) moet daarbij zeker worden genoemd!
MISSIE EN BELEID De missie van LANDER
De rol van LANDER
De vele externe, ook wettelijke, ontwikkelingen hebben geen gevolgen voor de missie van LANDER. Deze blijft een constante, namelijk:
In lijn met haar missie en visie heeft LANDER een hoofdrol bij een regionale oplossing voor de zogenaamde groep 3, personen met een structurele arbeidsbeperking. De vraag naar ondersteuning voor deze groep wordt immers door twee ontwikkelingen alleen maar groter. • De WSW is per einde verslagjaar op slot gegaan, maar de nieuwkomers en de schoolverlaters met een arbeidshandicap die daardoor in de kou komen te staan, zullen de gemeenten blijven weten te vinden. • Er komt een (uiteindelijk) forse Wajonggroep op de gemeenten af, met vergelijkbare kenmerken. Voor al deze groepen is het alleen maar een uitkering verstrekken geen optie. Via schadelastbeperking door loonwaardebepaling en –creatie (in geld) kunnen de maatschappelijke kosten worden verlaagd. LANDER is door haar bestuur gepositioneerd om de regionale uitvoerder voor groep 3 te zijn, met een eenduidige en exclusieve doorgeleiding naar LANDER vanuit de gemeenten op basis van alleen al de groep 3-indicatie. Inmiddels is voor het jaar 2015 dit concreet gemaakt via een uitdrukkelijke opdracht – in pilotvorm – voor deze groep. Deze opdracht omvat ook het vormgeven van de nieuwe P-wet-doelgroep nieuw Beschut.
Als instrument van gemeenten de maatschappelijke verantwoordelijkheid invullen, om mensen die niet zelfstandig op de arbeidsmarkt kunnen participeren, naar vermogen te laten werken en leren.
JAARVERSLAG 2014
6
Deze missie gaat hand in hand met twee aanvullende elementen. Om te beginnen vraagt de zorg voor een passend aanbod om een intense samenwerking met reguliere werkgevers en werkgeversorganisaties. De publieke infrastructuur schept immers zelf geen werk. In hun rol als werkgever kunnen zij dat wel en vervullen ze ook een voorbeeldfunctie. Het landelijk sociaal akkoord gaat dan ook uit van een intensieve betrokkenheid van werkgevers (waaronder overigens vanzelfsprekend ook gemeenten). Daarnaast vraagt de visie van LANDER het nodige op het vlak van commercie en financiën. De mogelijkheden in regulier werk dienen immers tegen een reële loonwaarde te worden gerealiseerd. Dit voorkomt ongewenste verdringing op de arbeidsmarkt, het is bovendien nuchtere zakelijkheid en niet in de laatste plaats is het bittere noodzaak tegen de achtergrond van forse subsidiekortingen. Nieuwe verdienmodellen voor re-integratie zijn anders niet haalbaar. Met deze elementen is de visie van LANDER de volgende.
De visie van LANDER LANDER biedt werk op maat voor mensen met een forse afstand tot de arbeidsmarkt. Een sluitende aanpak is voor hen essentieel. De publieke infrastructuur en reguliere werkgevers zorgen in nauwe samenwerking voor een passend aanbod voor deze doelgroepen. Voor arbeidsgehandicapten en langdurig werklozen worden kansen in de richting van regulier werk gecreëerd. Van belang daarbij is: 1. het gaat erom wat iemand wel kan en niet wat iemand niet of niet meer kan 2. het gaat om de optimale match tussen cliënt en werkplek 3. centraal staat het bereiken van een zo regulier mogelijke positie op de arbeidsmarkt 4. het incasseren van een reële loonwaarde is een absolute voorwaarde
MISSIE EN BELEID
LANDER als arbeidsontwikkelaar Er wordt binnen LANDER methodisch gewerkt: - Diagnose in de vorm van self-assessment (doel: achterhalen van de echte drijfveren van medewerkers). - Assessment in een ‘echte werksituatie’ zoals bijvoorbeeld in het Werkportaal of bij de werkgever in de werksituatie wordt gemeten welke werkkwaliteiten een kandidaat heeft en welke ontwikkeling nodig is om de stap naar regulier werk te kunnen maken. Heeft de kandidaat voldoende werkkwaliteiten dan staat extern werken of leren & werken voorop. We doen er alles aan om de kandidaat bij de externe werkgevers te laten werken en zorgen samen (LANDER en werknemer) voor maximale ontwikkeling van zijn werkvermogen (verticale arbeidsontwikkeling). - Werk op een beschutte plek is aan de orde als uit het assessment blijkt dat (verticale) arbeidsontwikkeling niet meer mogelijk is en de loonwaarde laag is. Verticale arbeidsontwikkeling is hier dan helaas niet meer mogelijk en mag van de kandidaat dan ook niet gevraagd worden. Verhoging van loonwaarde blijft wel een doel. - De loonwaarde wordt vastgesteld op het moment dat onze werknemer bij een werkgever werkt. We meten de werkprestatie van de aspirant-medewerker (tempo, kwaliteit en inzetbaarheid) op de werkplek bij de werkgever.
Zat men op de goede plaats? De medewerkers van LANDER komen uit de Wet sociale werkvoorziening (WSW), de Wet werk & bijstand (WWB), de voormalige Instroom- en Doorstroomregeling (I/D), de voormalige Wet inschakeling werkzoekenden (WIW), de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (WAJONG) en de algemene Wet bijzondere ziektekosten (AWBZ). Vanaf 2015 wordt dit uitgebreid en/of vervangen met cliënten vanuit de P-wet, vooral degenen met een structurele arbeidsbeperking, waaronder mensen met het profiel “nieuw beschut”.In de praktijk van alledag doet de regeling er niet zo veel toe. Voor iedere cliënt of medewerker wordt zoveel mogelijk hetzelfde instrumentarium gebruikt als dat past. Afhankelijk van de individuele wensen en behoeften van (aspirant-)werknemers en werkgevers probeert LANDER regelingen zo flexibel mogelijk toe te passen. Bovendien werkt LANDER met andere partijen samen om uitplaatsing te realiseren.
Natuurlijk blijft regulier werk, zo nodig met een loonkostensubsidie, het hoogste doel. In lijn met de doelstelling van de wet en de richtlijn van brancheorganisatie CEDRIS beschouwt LANDER het ‘buiten’ de muren van de LANDER-vestigingen werken en het gedetacheerd werken van SW’ers en P-wetters bij werkgevers (‘derden’), eveneens als waardevolle (en soms maximaal haalbare) stappen in de arbeidsontwikkeling. Waarbij uitdrukkelijk wordt ingezet op maximalisering van de gerealiseerde loonwaarde. De WSW’ers van LANDER waren per ultimo 2014 als volgt verdeeld over binnen-/ buiten/detacheringsplekken
Met goed instrumentarium
% aandeel 7
DERDEN 33,40%
BINNEN 46,70%
BUITEN 19,90%
MISSIE EN BELEID
JAARVERSLAG 2014
LANDER werkt op gestructureerde wijze aan arbeidsontwikkeling. Daarbij hoort een systematische inzet van diagnose, assessment en loonwaardemeting. We gebruiken daarvoor Dariuz. Het Dariuzinstrumentarium is volledig in de interne begeleidingsprocessen van LANDER geïmplementeerd. Uitvoerders op jobcoachniveau zijn daarvoor op maat gecertificeerd.Dariuz is een samenhangend pakket waarin alle relevante gegevens opgeslagen zijn; van intake tot en met de plaatsing bij werkgevers. In 2014 is Dariuz door het Arbeidskundig Kennis Centrum onderworpen aan een wetenschappelijke valideringstest. Dariuz is gevalideerd. Vervolgens heeft stichting Blik op Werk, in opdracht van het ministerie SZW, bezien of Dariuz voldoet aan de nieuwe wettelijke eisen en valide en betrouwbaar is. Ook die test heeft Dariuz glansrijk doorstaan. Begin 2015 is Dariuz geselecteerd als het (enige) formele loonwaarde-instrument van het regionaal werkbedrijf Rivierenland.
FIGUUR: VERDELING BINNEN / BUITEN / DERDEN 2014
DE BUITENWERELD
Wet sociale werkvoorziening (WSW) De laatste wijziging van de WSW dateert van 2008. In 2010 werd de SW-sector geconfronteerd met een reeds per 2011 ingaande zware korting op de rijkssubsidie per SE. Een korting die LANDER vanaf het jaar 2011 maar liefst € 1,65 mln per jaar kost. Deze korting zal in de komende jaren nog oplopen.
Wet werk & bijstand (WWB) en het Participatiebudget Met het participatiebudget hebben gemeenten meer ruimte eigen beleidsafwegingen te maken, toegesneden op de lokale en regionale praktijk. Gemeenten hebben meer mogelijkheden om maatwerk aan de burger te bieden en zijn vrij in de keuze van instrumenten. Ook participatiebudgetten ontkomen niet aan financiële ingrepen van de rijksoverheid. Het Participatiebudget zal landelijk afnemen van € 812 miljoen in 2013 naar € 615 miljoen in 2015 en treft daarmee ook onze gemeenten.
JAARVERSLAG 2014
8
De Participatiewet Per 1 januari 2015 gaat de P-wet in, die veel overeenkomsten heeft met de eerder verwachte Wet werken naar vermogen (WWNV), maar daarmee ook verschilpunten kent. De instroom van WSW’ers stopt per 1 januari 2015. Het oorspronkelijk beoogde loondispensatiesysteem is vervangen door loonkostensubsidie. Het zorgen voor beschut werk wordt sterk gestimuleerd door het kabinet, maar hoeft niet. Diegenen die van de Wajongwerkregeling gebruik maken vallen op termijn onder de P-wet voor zover ze niet voor 80% of meer arbeidsongeschikt zijn. De Wet banenafspraak wordt geconcipieerd, maar eerst wordt ingezet op invulling van de afspraak met werkgevers (sociaal akkoord) waarin staat dat zij meer mensen met een arbeidsbeperking in dienst zullen nemen.
Het landelijk sociaal akkoord en de “werkkamer”, Stichting van de Arbeid Het landelijk sociaal akkoord van begin 2013 heeft in 2014 zijn verdere uitwerking gehad in afspraken die werkgevers, werknemers en gemeenten in de Stichting van de Arbeid hebben gemaakt. Dat overleg, “de Werkkamer”, geeft mede richting aan de invulling van de P-wet, gezien vanuit het oogpunt van sociale partners. De drie partijen streven naar betere samenwerking tussen gemeenten en sociale partners in de 35 arbeidsmarktregio’s om op termijn 125.000
DE BUITENWERELD
mensen met een arbeidsbeperking te plaatsen op de zogenaamde garantiebanen. Begin 2014 formuleerden zij gezamenlijke uitgangspunten. Rond de zomer van 2014 is de eerste balans opgemaakt. Wat is er terecht gekomen van de afspraken die gaan over de doelgroep van de garantiebanen, hoe vindt de beoordeling daarvoor plaats, wat is een goede vormgeving en werkwijze van 35 regionale Werkbedrijven, welke voorzieningen en faciliteiten zijn er nodig? In december 2014 heeft de Werkkamer een informatiebrochure uitgegeven waarin bijvoorbeeld staat wat een minimum takenpakket van regionale werkbedrijven zou moeten zijn.
Het regionaal werkbedrijf Zoals hierboven staat is het de wens van de landelijke sociale partners dat er 35 regionale werkbedrijven komen. Anders dan de titel zegt gaat het niet om een werkelijke (tastbaar) bedrijf maar om een set van afspraken tussen werkgevers, werknemers, gemeenten en UWV in de regio; een netwerkoverleg. Dat overleg ondersteunt de uitvoering van de Participatiewet vooral daar waar het gaat om de invulling van de garantiebanen. In Rivierenland gaat het tot en met 2016 over 250 garantiebanen. In de regio hebben we overigens al een zo ’n soort overleg tussen werkgevers, gemeenten en het UWV, het POA-RAAK overleg. In 2014 zijn er aanzetten gegeven om dat overleg om te vormen tot een regionaal werkbedrijf.
Regionaal Sociaal Akkoord Rivierenland Op 19 september 2013 is het tweede Sociaal Akkoord Rivierenland getekend (RSA 2.0), met het doel 100 werkzoekenden uit Wajong, WIA en WSW extra te plaatsen bij werkgevers in de periode van 19 september 2013 tot 31 december 2014. Dit akkoord moet een stimulans geven voor een nog hechtere samenwerking tussen werkgevers en de bemiddelaars. Het akkoord is getekend door LANDER werk & participatie en de partijen: VNO-NCW Rivierenland, Programmaraad Participerend Rivierenland (namens de gemeenten), Provincie Gelderland, UWV-Werkbedrijf en de vakbonden ABVAKABO FNV en CNV Publieke Zaak. Inmiddels is de looptijd van het akkoord verstreken, van de 100 beoogde plaatsingen zijn er 89 gerealiseerd. Weliswaar niet helemaal on target, maar wel een mooi resultaat. Inmiddels is het akkoord als het ware ingehaald door het landelijk sociaal akkoord met banenafspraak. Momenteel wordt in samenspraak met sociale partners gezocht naar een manier via een RSA 3.0 als regio opnieuw een voorsprong op de landelijke ontwikkelingen te nemen.
SAMENWERKING Partners in dienstverlening
Eind 2014 hadden circa 95 bedrijven een PSO-certificaat gehaald. Nog veel belangrijker is dat in 2014 de hotel- en schoonmaakbranche, net als “bouwend Nederland” de PSO omarmden en gaan gebruiken bij de vaststelling of een onderneming voldoende mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt op een professionele wijze in hun bedrijven laten werken. Het gaat hier om grote (waaronder Pro-Rail, BAM) en kleine ondernemingen in de grond- weg en waterbouw sector. De eerste bedrijven in Rivierenland zijn in 2013 begonnen aan het traject om een PSO-certificaat te halen. In 2014 heeft LANDER-dochter kringloopwinkel Secunda als een van de eerste bedrijven in Rivierenland het PSO-certificaat gehaald. LANDER ziet de PSO als een zeer goede, effectieve en qua uitvoering goedkope, basis voor een toekomstig SROI-element binnen het inkoopbeleid van de (semi-)overheid in de regio.
Het past in de strategie van LANDER om de dienstverlening te versterken door samenwerking met reguliere marktpartijen of deze over te hevelen naar reguliere marktpartijen. Hierdoor stelt LANDER zich steeds meer op als intermediair en begeleider. Aan deze strategie is in het verslagjaar verder invulling gegeven. Na een eerdere positieve pilot is in het verslagjaar het complete Groenteam in de gemeente Buren onder aansturing van AVRI gebracht. Met AVRI wordt inmiddels dan ook verder invulling gegeven aan de reeds in 2013 getekende intentieverklaring om te streven naar een eenduidige uitwerking van een regiobrede aanpak, met als inzet detachering van de volledige groep groenmedewerkers van LANDER. Hiervoor wordt onder meer een zogenaamde “business case” uitgewerkt. De inzet is om begin 2015 de samenwerkingsovereenkomst voor de bredere groep te ondertekenen. Hierbij neemt AVRI ook het materieel en de praktijkbegeleiders van LANDER over. Dezelfde beweging is inmiddels in voorbereiding voor de groenmedewerkers in Neder-Betuwe, Neerrijnen en Tiel. Door de samenwerking met AVRI ontstaat meer efficiency en kunnen onze medewerkers ook andere taken gaan uitvoeren in de openbare ruimte. Bij de gemeenten Maasdriel en Culemborg zijn de groenmedewerkers al eerder gedetacheerd, zodat LANDER alleen nog voor de gemeenten Geldermalsen en Zaltbommel in eigen beheer groenwerkzaamheden uitvoert. Met deze gemeenten worden gesprekken gevoerd om ook deze medewerkers bij hen of hun toekomstige partners te detacheren per begin 2016.
Two ticks to match LANDER nam deel aan de pilot “het stimuleren van de omslag van SW-bedrijven naar arbeidsontwikkelbedrijven” van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, met daarin specifiek aandacht voor de ontwikkeling van de dienstverlening aan werkgevers. LANDER wil hierdoor meer goede matches met werkgevers tot stand brengen door gebruik te maken van de (verzamelde) vraag naar competenties van werkgevers en de (verzamelde) beschikbare competenties van werknemers. Volgens het onderzoeksbureau dat namens de overheid alle 42 pilots analyseerde (Panteia), is “‘Two Ticks To Match’ ien webapplicatie die werkgevers in staat stelt zelf een selectie te maken van voor hen geschikte werknemers. De aanpak leidt tot een automatische focus op de vraag van de werkgever, tot duurzamere dienstverbanden en tot verrassende matches”. Deze functionaliteit is reeds in 2011 als module toegevoegd aan Dariuz. In 2014 maakten tien bedrijven gebruik van Two Ticks To Match. In het verslagjaar is de Algemene WerkgeversVereniging Nederland begonnen aan een onderzoek naar de bredere toepasbaarheid van two ticks to match.
Voor de toekomst van het schoonmaakbedrijf van LANDER is er inmiddels voor gekozen de schoonmaakdienstverlening op te schalen en meer op afstand te zetten door een coöperatieve samenwerking met collega-SW-organisaties. Met een tweetal collega-bedrijven is het nodige voorwerk verricht in 2014 en bestaat de intentie om in de loop van 2015 een schoonmaakcoöperatie te operationaliseren. In deze vorm kan het schoonmaakbedrijf zich het beste verder ontwikkelen en doorgroeien, uitdrukkelijk ook voor de P-wetters. Hiervoor zijn in 2014 al prachtige stappen gezet door samenwerking bij de introductie van nieuwe werkmethodes en efficiencymaatregelen. Daarnaast is veel nieuw werk binnengehaald, onder andere bij diverse gemeenten in de regio.
SAMENWERKING
9 JAARVERSLAG 2014
Socialer ondernemen
Werkzaak Rivierenland De koeriersactiviteiten van LANDER zijn in 2014 aan Schotpoort Transport Groep overgedragen. Alle klanten zijn meegegaan in deze overdracht en dat geldt ook voor de betrokken LANDER medewerkers. Schotpoort zal zich inzetten om de activiteiten uit te breiden in de regio, waarbij meer werkgelegenheid ontstaat voor de doelgroepen van LANDER en haar gemeenten. Voorts is in het verslagjaar gestart met verkenningen naar de oprichting van een “flexpool voor logistieke activiteiten”. Hiervoor wordt met diverse partijen gesproken over samenwerking. In dit “netwerkende” licht moet ook de verwerving van enkele certificaten van aandelen van de “BV Logistieke Hotspot Rivierenland” worden gezien.
TNO
JAARVERSLAG 2014
10
LANDER en TNO hebben een samenwerkingsovereenkomst, met als doel wetenschappelijk onderbouwde systemen op het vlak van arbeidsontwikkeling in de praktijk te testen. Beide partijen wisselen, op voorhand, informatie uit over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van kennisontwikkeling ten aanzien van re-integratiemarkt en kwaliteitsverbetering. Ook kunnen gezamenlijk projecten worden opgestart. In 2014 hebben we, samen met TNO en andere bedrijven gekeken naar verdere verdieping in het verbinden van werkgevers aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en het transparant maken van prestaties van SW-bedrijven.
Secunda Kringloopwinkel Secunda, een gezamenlijke dochter van LANDER en AVRI, deed het ook in 2014 weer redelijk goed. De organisatie wist ongeveer een neutraal resultaat te behalen, dankzij forse omzetgroei. Maar liefst zo’n 859 ton (stijging met ruim 13% ten opzichte van 2013) aan goederen werd van de afvalhoop gered en hergebruikt. De markt voor herbruikbare spullen is overigens sterk in beweging. Het aantal van herbruikbare spullen loopt terug of wordt door meerdere partijen betwist. Aan het eind van het verslagjaar werd een uitgebreide strategische verkenning naar de toekomst van Secunda opgestart.
SAMENWERKING
De gemeenten Tiel, Neerijnen, West Maas en Waal, Maasdriel, Zaltbommel, Culemborg en Geldermalsen, het UWV en LANDER hebben de handen ineen geslagen. Zij werken samen aan één regionale infrastructuur voor werk en inkomen, als logische uitwerking van de regionale visie op het sociaal domein. Deze samenwerking heeft aan het eind van het verslagjaar geleid tot een inmiddels door alle betrokken raden goedgekeurd voorstel dat inhoudt : • toestemming tot het treffen van een GR Werkzaak Rivierenland • opdracht aan de colleges voor het opstellen van een implementatieplan Werkzaak Rivierenland Het algemeen bestuur (AB) van LANDER heeft hierover geen eigen besluitvorming nodig geacht en ‘lift mee’ op de besluitvorming bij de deelnemende gemeenten. Het AB is verantwoordelijk voor een ordentelijke ontruiming van de GR LANDER, in het belang van alle stakeholders, en beperkt zich tot het toezicht daarop. Voorts is het AB in 2015 formeel aan zet voor wat betreft de besluitvorming rond de opheffing van de GR. De raadsbesluiten hebben, na jaren voorbereiding, duidelijkheid gegeven over de toekomst van LANDER in regionaal verband. Hiermee wordt 2015 een cruciaal – namelijk het laatste – jaar in de historie van LANDER. Met voldoening kan worden teruggekeken op een productief verslagjaar waarin de projectorganisatie, met een onderverdeling naar de diverse functionele gebieden Financiën, Communicatie, Werkgeversdienstverlening, Personeel, Organisatie, ICT, Juridische vormgeving, Processen en Beleid, een complete blauwdruk van de nieuwe organisatie, inmiddels Werkzaak Rivierenland gedoopt, heeft opgeleverd. LANDER droeg via tientallen deelnemers in deze organisatie bij aan de ontwikkeling en voorbereiding van de nieuwe organisatie. Qua medezeggenschap zijn in 2014 een zogenaamde BOR en BGO ingesteld. Deze zijn gesprekspartner voor de bestuurder van Werkzaak Rivierenland. De cliëntenraden in de regio adviseren via de “oude” organisaties, waaronder dus ook (voor wat betreft de cliëntenraad WSW) de GR LANDER. De nieuwe GR Werkzaak Rivierenland is in het vroege voorjaar van 2015 juridisch opgericht. Ervan uitgaande dat de bouw van de nieuwe organisatie in 2015 voorspoedig verloopt, betekent dit dat de GR LANDER per 1 januari 2016 haar operationele taken zal beëindigen, resp. zal overdragen aan de nieuwe GR Werkzaak Rivierenland.
WERKGEVERSBENADERING Werkgeversadviespunt Rivierenland (WAPR) Het WAPR vormt vanuit gemeenten, LANDER en UWV het loket voor de werkgevers voor de invulling van hun personeelsbehoefte. Per 1 januari 2014 is het accountmanagersteam van LANDER samengevoegd met dat van WAPR. Jaarlijks wordt via een Service Level Agreement (SLA) een aantal doelstellingen van LANDER overgedragen aan het WAPR. Vanuit een subregio worden de werkgevers benaderd. In iedere subregio is ook een accountmanager ‘specialist LANDER’ actief, zodat eenvoudig de brug naar de LANDER-doelgroep kan worden geslagen. De samenwerking tussen de accountmanagers en werkgeversadviseurs van het WAPR krijgt in kleine stappen steeds meer vorm. Eén accountmanager is volledig gericht op het realiseren van nieuwe groepsplaatsingen, die vooral wordt ingevuld met SWmedewerkers.
flexpool in de loop van 2015. Deze flexpool wordt gebruikt bij het verlonen van medewerkers uit de P-wet in een uitzendconstructie. De onderkant van de arbeidsmarkt, waar het merendeel van de cliënten van LANDER op is aangewezen, bestaat in hoge mate uit flexibele arbeid. Dit dwingt LANDER om deze dienstverlening ook te bieden aan werkgevers om de plaatsingskansen voldoende te benutten. De insteek is daarbij nadrukkelijk om werkzekerheid te bieden aan de medewerkers. Naast een flexibele verloningsvorm is de flexpool ook een methode. Deze methode voorziet in het zorgvuldig in beeld brengen van de (vergelijkbare) flexvragen van werkgevers en vervolgens een pool te vormen van geschikte medewerkers die op deze vraag kan worden ingezet. Deze analyse- en planningsmethode combineert het goed kunnen inspelen op de wisselende vraag naar arbeid met het kunnen bieden van meer werkzekerheid aan medewerkers. De flexpool zal in 2015 verder vorm krijgen.
Groepsplaatsingen
Flexpool In 2014 heeft LANDER de keuze gemaakt om te starten met een
Functiecreatie 11
Functiecreatie is een methode om elementaire taken te ontdekken in werkprocessen, en die vervolgens te bundelen in functies voor medewerkers aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Hiermee kunnen de gespecialiseerde vakkrachten zich meer richten op taken die aansluiten bij hun opleidingsniveau. Een win-win situatie, zeker als vakkrachten op termijn schaars zijn. Een aantal accountmanagers van WAPR is getraind in het toepassen van functiecreatie. Functiecreatie biedt een mooie kans om met andere ogen naar werkprocessen te kijken en naar slimmere inzet van personeel. In 2014 is het accountmanagement samen met een praktijkbegeleider bij een aantal bestaande klanten gestart met een onderzoek . In dit onderzoek wordt beoordeeld of door middel van werkproces- en werkplekaanpassingen de samenwerking kan worden uitgebreid. Door bijvoorbeeld het uitbreiden van zitwerkplekken kunnen meer ‘beschutte’ medewerkers extern worden geplaatst. Een voorbeeld is de klant Synergy Health. Deze gesprekken leiden in 2015 mogelijk tot nieuwe werkgelegenheid voor de doelgroep van LANDER.
Locus LANDER is sinds 2011 aangesloten bij Locus. Locus is een stichting van CEDRIS en Divosa, die als doel heeft het verbeteren en afstemmen van de dienstverlening vanuit regionale/ lokale uitvoering naar landelijk opererende werkgevers.
WERKGEVERSBENADERING
JAARVERSLAG 2014
Groepsplaatsingen zijn belangrijk om medewerkers vanuit de Industrie extern te plaatsen. De groep maakt het mogelijk om medewerkers met een lagere loonwaarde en veel begeleidingsbehoefte toch extern te laten werken, omdat ze worden opgevangen door eigen collega’s en extra begeleiding. De inzet op groepsplaatsingen vindt onder andere plaats door bestaande werkpakketten bij de afdeling Industrie om te vormen naar een detachering. Hierover is bijvoorbeeld met de klant Ultimaker een principeakkoord gesloten. Ook met een aantal andere klanten wordt hierover gesprekken gevoerd. Daarnaast starten groepsdetacheringen bij nieuwe klanten of worden bestaande groepsdetacheringen verder uitgebreid. Een belangrijke groepsdetachering is gestart bij het logistieke bedrijf Kuehne + Nagel in Tiel. Inmiddels werken daar 50 medewerkers en is uitbreiding nog te verwachten. De groepsdetachering bij East is teruggegaan van 35 naar 9 gedetacheerden door het teruglopen van het werkaanbod. Al met al is in 2014 het aantal medewerkers in een groepsdetachering met 100 gegroeid. Om het groeiend belang van groepsplaatsingen te accentueren en faciliteren zijn in 2014 de voorbereidingen getroffen voor het inrichten van een apart team groepsplaatsingen. Dit zal in het eerste kwartaal 2015 operationeel zijn. Hiermee kan de dienstverlening naar werkgevers verder worden geoptimaliseerd.
Re-integratie voor gemeenten De gemeenten hebben in het verslagjaar meer re-integratiedienstverlening ingekocht bij LANDER dan verwacht. Een aantal nieuwe projecten was hier met name debet aan. Te noemen zijn: - Het project ‘Werkwinkel’ (activeringsworkshops en diagnose voor nieuwe instroom van cliënten in de uitkering voor de gemeente Tiel). - Het project ‘Toegerust uit de startblokken’ (werkervaring en scholing voor jongeren uit het speciaal onderwijs). Een derde groep is in 2014 gestart en loopt nog door in 2015. - Het project ‘Werken in de openbare ruimte’ (work first voor ‘niet-willers’, in samenwerking met Reclassering Nederland). - Het project ‘Wat kan de klant’ (deelnemers met verminderde loonwaarde die via workshops en werkervaring worden bemiddeld naar (regulier) werk). Dit project is in 2014 positief afgerond en gold als opmaat voor de uitvoering van de P-wet. Al deze projecten hebben vernieuwende elementen en hebben hoopgevende (eerste) opbrengsten.
JAARVERSLAG 2014
12
Pilot Participatiewet
UWV
Met de komst van de P-wet in 2015 heeft LANDER van alle regio gemeenten de opdracht gekregen om de uitvoering op zich te nemen van loonkostensubsidieplaatsingen en beschutte werkplekken voor de zogenaamde groep-3-cliënten. Hiervoor is de zogenaamde pilot P-wet gestart, waarin minimaal 100 medewerkers worden verloond. Hiervoor bestaan drie opties: 1. Dienstverband bij een reguliere werkgever met loonkostensubsidie 2. Dienstverband bij LANDER en een detachering/uitzending bij een reguliere werkgever (flexpool) 3. Dienstverband bij LANDER ‘nieuw Beschut’.
In 2014 is de samenwerking van het UWV verder geïntensiveerd. LANDER en het UWV hadden uiteraard al verbindingen met elkaar daar waar het gaat om de indicatie en herindicatie van WSW’ers en het actief houden van de WSW’er op de wachtlijst. In 2014 is de samenwerking uitgebreid omdat niet volledig arbeidsongeschikte jongeren (Wajongers die minder dan 80% arbeidsongeschikt zijn) per 1 januari 2015 de verantwoordelijkheid worden van gemeenten. Daarnaast heeft LANDER in 2014 het certificaat Jobcoachorganisatie (UWV) behaald en is in 2014 een gezamenlijke (UWV en LANDER) aanvraag ingediend bij UWV Amsterdam om op een andere manier aan de slag te gaan, richting werk, met diegenen die een Wajong-uitkering hebben en zeer lastig de arbeidsmarkt op komen. Dit laatste project is in december 2014 goedgekeurd door het UWV Amsterdam en komt begin 2015 in uitvoering.
Eind 2015 zal de uitvoering van de pilot worden geëvalueerd en een advies voor verdere uitvoering worden gegeven voor 2016 en verder binnen de Werkzaak. In de uitvoering wordt uiteraard intensief samengewerkt met de gemeenten en het WAPR.
WERKGEVERSBENADERING
ORGANISATIE FIGUUR: ORGANIGRAM
DIRECTIE Arbeidsmarkt & Productontwikkeling
MT-ondersteuning
F&I (Financial Control)
P & O/HRM (Social Control) Werkbedrijf
Accountmanagement/ werkgeversbenadering Op termijn naar WAPR
Team Extern werken
Team Werken & Leren Groen / Schoonmaakt
Team Werken & Leren Industrie / Facilitair
Opleidingen Mentorwijs In Mentorwijs trainen we leidinggevenden van reguliere werkgevers in het begeleiden van onze medewerkers op de werkplek. Een mooie ontwikkeling in dit programma is dat we deze training dit jaar voor het eerst op locatie van de werkgever hebben verzorgd. Een fraaie manier van samenwerken met Itho Daalderop. De training is door Itho Daalderop zeer positief gewaardeerd.
Training sociale vaardigheden Ook in de training sociale vaardigheden zoeken we de werkgevers op. Deze wordt nu ook bij werkgevers in huis aangeboden.
Pilot “fit voor werk” Doel van het sportprogramma “fit voor werk” is het verbeteren van de fysieke en mentale fitheid van deelnemers om beter en sneller te kunnen voldoen aan de eisen die bij externe werkgevers worden gesteld. Naast een positief effect op de fysieke fitheid van de deelnemers heeft een onderzoek/evaluatie uitgewezen dat het project een positief effect heeft gehad op de competenties: stressbestendigheid en flexibiliteit. Bovendien hebben de deelnemers het project als heel positief ervaren.
Toegerust uit de startblokken Dit is een gesubsidieerd project waarin ROC Rivor en LANDER samenwerken. In dit project “Toegerust uit de startblokken” krijgen kwetsbare jongeren een werk- en leertraject aangeboden. Een belangrijk deel van het leren vindt in de praktijk plaats. Deelnemers zijn ongeveer 24 uur per week werkzaam in een bedrijf dat past bij hun profiel. Ook wordt een basisprogramma van onderwijs aangeboden. De profielen zijn: - Techniek (verpakken, monteren, assembleren) - Dienstverlening (horeca, logistiek) - Zorg/schoonmaak - Land- en tuinbouw (groenonderhoud, fruitteelt, veiling, kassen) Daarnaast richt het programma zich op empowerment van deelnemers en sollicitatievaardigheden.
Naar aanleiding van de eerste pilot is besloten nog een volgende pilot uit te voeren om meer ervaring op te doen en het programma verder te ontwikkelen.
Inmiddels heeft een eerste groep de aanpak succesvol doorlopen. Naar aanleiding van een evaluatie van de eerste groep is het programma voor de tweede groep nog beter afgestemd.
ORGANISATIE
13 JAARVERSLAG 2014
Werkportaal
Bedrijfsbureau
Lean Lean is een aanpak die zich richt op het uitbannen van verspilling in werkprocessen. Het uitgangspunt hierbij is de klantbehoefte, respectievelijk de verhoging van de toegevoegde waarde voor de klant. Een grondige toepassing levert een organisatiecultuur op die zijn dienstverlening naar een hoger plan tilt, efficiënter werkt en vooral goed aansluit bij de klantvraag. In 2013 is een pilot gestart en in 2014 is na een evaluatie besloten de gehele organisatie te trainen op de lean-aanpak en het handen en voeten te geven in de praktijk. De implementatie is gestart en krijgt steeds meer vorm. Alle managers binnen LANDER hebben in 2014 de green-beltopleiding lean-management gevolgd. Wij vinden dat managers een belangrijke rol hebben om de organisatie te faciliteren in de verandering naar een lean organisatie. Alle staf en kadermedewerkers hebben een tweedaagse lean training gevolgd. De trainingen zijn enthousiast ontvangen en in 2015 gaan we verder met de implementatie van lean.
• De cao gemeenten CAR/UWO 2013-2015 is door het dagelijks bestuur voor LANDER vastgesteld. In de cao zijn per 1 oktober 2014 een structurele loonsverhoging van 1%, een structurele loonsverhoging van € 50 per 1 april 2015 en een eenmalige uitkering van € 350 in oktober 2014 afgesproken. • Het functiewaarderingstraject voor (semi-)ambtelijk personeel is afgerond. Alle in de reorganisatie ‘Tijd voor prioriteit’ gewijzigde en nieuwe functies zijn nu beschreven en gewaardeerd. • Veel gemeenten in het land hebben besloten de tijdelijke dienstverbanden van SW-medewerkers niet te verlengen. Wij zijn blij dat we met gemeenten hebben kunnen afspreken dat de dienstverbanden van SW medewerkers met een tijdelijk dienstverband worden verlengd in de stichting LANDER Plus. Dit geeft hen meer uitzicht op een dienstverband voor onbepaalde tijd.
Ziekteverzuim
JAARVERSLAG 2014
14
Supervisie Eind 2014 hebben we binnen LANDER een nieuwe methodiek geïntroduceerd gericht op het vergroten van zelfregie en kracht van medewerkers. We verwachten dat deze methodiek een positieve invloed heeft op de werknemerstevredenheid en daarmee een gunstige invloed op het ziekteverzuim. Praktijkbegeleiders en jobcoaches nemen allen deel aan supervisie met als doel hun professioneel handelen op het gebied van deze methodiek te bevorderen.
ZIEKTEVERZUIM Ziekteverzuimpercentage exclusief zwangerschapsverlof
2012
2013
SW
11,7%
12,1%
Doelstelling
11,0%
10,5%
Landelijk verzuimpercentage SW
13,1%
Nog niet bekend
7,8%
9%
Ambtenaren
Subsidie Praktijkleren De Wet vermindering afdracht is in 2014 komen te vervallen. Hiervoor is de subsidieregeling praktijkleren in de plaats gekomen die ons in 2014 ongeveer € 46.000 subsidie heeft opgeleverd. Arbeidsvoorwaarden In 2014 hebben we de volgende arbeidsvoorwaarden aangepast: • Per 1 juli 2014 worden medewerkers die verplichte koffie- en theepauzes hebben niet meer doorbetaald. Dit betekent dat ze per dag een half uur langer op het werk zijn. Ook gaan medewerkers zoveel mogelijk in bloktijden van vier uur werken (de hele ochtend en/of hele middag). Zo sluiten onze werktijden beter aan bij de werktijden die bij reguliere werkgevers gebruikelijk zijn. • Per 1 januari 2014 is het collectief vervoer afgeschaft. Medewerkers zijn nu zelf verantwoordelijk voor het vervoer van en naar het werk. Hierdoor worden medewerkers zelfstandiger en wordt de stap naar de regulier werkgever kleiner. Ook levert het afschaffen van het collectief vervoer een grote besparing op. Per 1 januari 2015 hebben LANDER en Arriva een overeenkomst gesloten waardoor alle medewerkers van LANDER met een forse korting gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer.
ORGANISATIE
Het ziekteverzuimpercentage 2013 onder de SW-doelgroep is ten opzichte van 2013 licht gestegen van 12,3% naar 12,5%. Dit is weliswaar onder het landelijk gemiddelde, maar te hoog. In 2013 hebben we gekozen om focus te leggen op frequent verzuim en het voorkomen van leegloop. Deze focus heeft resultaat gehad op de meldingsfrequentie. Medewerkers hebben zich gemiddeld 2,67 keer ziek gemeld in 2014. Dit was in 2013 nog 2,87 keer. Het kort (korter dan een week) en middellang verzuim (een tot zes weken) is met 0,2% afgenomen. Anderzijds zien we dat het verzuimpercentage van medewerkers in de categorie langer dan een jaar ziek is toegenomen van 1,3% naar 2,1%. Deze medewerkers worden intensief begeleid en gevolgd door onze Medische Dienst en er is sprake van dusdanig ernstige klachten dat enige vorm van werkhervatting niet mogelijk is. Uitstroom van deze groep in de WIA is waarschijnlijk. Begin 2015 wordt een hernieuwd plan van aanpak opgesteld. In 2015 ligt de focus op het terugdringen van het lang verzuim (zes weken tot een jaar). Na een grondige analyse van de oorzaken van verzuim per
team stelt ieder team binnen LANDER een plan van aanpak op om het verzuim terug te dringen. Inmiddels kunnen we rapporteren op klachtensoort. Deze rapportages helpen bij de analyse van het verzuim.
teruggelopen naar 161 dagen in 2014 ten opzichte van 570 dagen in 2013. Van ieder ongeval wordt een analyse gemaakt en wordt bekeken of het nodig is om maatregelen te nemen om herhaling te voorkomen.
Het verzuimpercentage van ambtelijk personeel is fors teruggebracht. Deels doordat een aantal langdurig zieken is hersteld c.q. uitgestroomd en deels omdat de reorganisatie “tijd voor prioriteit” volledig is afgerond.
Arbeidsinspectie De arbeidsinspectie heeft op 31 juli 2014 een bezoek gebracht aan de vestiging op de Poppenbouwing. De inspectie heeft een positieve indruk teruggekoppeld richting onze arbozorg en twee kleine tekortkomingen geconstateerd. Deze zijn inmiddels beiden verholpen.
Arbo Machineveiligheid Lander wil dat medewerkers op een gezonde en veilige manier werken met veilige machines. Met behulp van de arbocatalogus machineveiligheid hebben we de deskundigheid van praktijkbegeleiders en voormannen op het gebied van machineveiligheid bevorderd en heeft dit thema aandacht gekregen op de werkvloer.
Gevaarlijke stoffen Alle overbodige gevaarlijke stoffen zijn afgevoerd. We hebben een aanvang gemaakt met de verplichte registratie van de nog aanwezige gevaarlijke stoffen. Hiermee gaan we in 2015 verder.
2013
Aantal SE (gemiddeld)
1.075
1.037
Aantal fte in dienst (gemiddeld)
WSW-medewerkers
1.030
994
Aantal fte begeleid werken (gemiddeld)
74
76
Wachtlijst WSW (per ultimo)
90
97
Trajecten naar werk WWB-medewerkers (personen per ultimo)
0
1
WWB-loonkostensubsidie (personen per ultimo)
0
11
202
164
WIW-medewerkers (personen per ultimo)
8
10
I/D (personen per ultimo)
6
11
91*
88*
WWB-trajecten (gestart)
(Semi-)ambtelijke medewerkers (fte per ultimo)
Ongevallen Het aantal ongevallen tijdens werktijd is met 28 gelijk gebleven ten opzichte van 2013. Het verzuim naar aanleiding van de ongevallen is
15
* waarvan 3 fte waarvoor LANDER-Plus als verloningsconstructie is gebruikt.
ORGANISATIE
JAARVERSLAG 2014
Risico-inventarisatie De RI&E van de locatie Stephensonstraat in Tiel is opgemaakt. Tevens is er een plan van aanpak opgemaakt voor de actiepunten die uit de RI&E voortkomen.
2014
FINANCIËN IN HET KORT DE CIJFERS (x € 1.000)
2014
2013
Subsidieresultaat(= (rijks)subsidie-/-directe kosten doelgroepen)
-
13
+
324
Netto-omzet derden (incl. inleen- en begeleidingsvergoedingen)
+
7.578
+
6.796
Organisatiekosten
+
7.079
-
7.505
Bedrijfsresultaat vóór diverse baten/lasten
+
511
-
386
Saldo diverse baten/lasten ( incl. mutaties bestemmings reserves)
-
77
+
80
Resultaat na bestemming reserves
+
434
-
306
8.707
9.383
Investeringen
0
70
Leningen
0
0
Gemeentelijke bijdrage
0
0
Eigen vermogen (per ultimo) incl. bestemmingsreserves, excl. resultaat lopend jaar
JAARVERSLAG 2014
16
FINANCIËN
TOEZICHT LANDER als publieke organisatie probeert voorbeeldgedrag te tonen, met een optimale transparantie.
Het bestuur De GR LANDER wordt door een directeur dagelijks geleid. Zijn bevoegdheden zijn onder meer via een ‘Instructie aan de algemeen directeur’ vastgesteld. De gemeenten die in de GR deelnemen, oefenen democratische controle uit via het algemeen bestuur en een daaruit samengesteld dagelijks bestuur (één lid per gemeente). Het dagelijks bestuur heeft twee adviserende leden zonder stemrecht (vertegenwoordiging van het regionale bedrijfsleven en van werknemersbelangen). Het algemeen bestuur stelt in ieder geval het beleidsplan, de jaarrekening en de begroting vast en wijst de externe accountant aan.
is de interne auditfunctie afgebouwd en vervangen door een meer lijngerichte controle-aanpak.
Relatie en communicatie met de externe accountant De externe accountant woont de vergaderingen van de auditcommissie bij en rapporteert zijn bevindingen betreffende het onderzoek van de jaarrekening en zijn interim-controle aan het algemeen bestuur.
Verslaglegging Auditcommissie
Interne audits Interne audits worden - op basis van een door de auditcommissie vastgesteld jaarplan - door een interne auditor uitgevoerd. Inmiddels
LANDER kent een uitgebreid stelsel van interne (tussentijdse) managementrapportages en periodieke rapportages naar gemeenten en naar het dagelijks en algemeen bestuur. De informatievoorziening is in 2014 verbeterd door het in gebruik nemen van een BI-tool. Deze levert een grote bijdrage aan een verbeterde interne sturing. Bovendien is sprake van het structureel agenderen van een actieve risico-inventarisatie in het managementteam.
In control LANDER mocht als resultaat van de interim controle 2014 op alle vlakken een groene kleur voeren, waardoor een predicaat “in control” met recht kan worden gevoerd. Dit is bevredigend, gelet op de ingrijpende organisatiewijzigingen die de afgelopen jaren werden doorgevoerd, onder andere op het gebied van administratie en salarisverwerking.
TOEZICHT
17 JAARVERSLAG 2014
De auditcommissie, heeft als taak om periodiek afstemmingsoverleg met de externe accountant te hebben over onder meer risicobeheersing, informatieverschaffing en controle. In het verslagjaar werd de auditcommissie voorgezeten door het lid van het dagelijks bestuur, de heer C.A.H. Zondag, In de loop van 2014 heeft de heer C. van Maanen de voorzittersrol overgenomen. Deze commissie buigt zich onder andere over de verwerking van auditbevindingen van zowel de interne als de externe auditor.
VOORUITBLIK
De horizon van LANDER wordt, nu de fusieorganisatie, de GR Werkzaak Rivierenland, daadwerkelijk is opgericht in het voorjaar van 2015 – bepaald door de datum 1 januari 2016. Tot die tijd staat het ‘overgangsjaar 2015’ in het teken van: • De LANDER-bijdrage aan de bouw van de operationele organisatie van Werkzaak.
• Het voorbereiden van een ordentelijke overgang van mensen, middelen en verplichtingen van de GR LANDER naar de GR Werkzaak. Maar vooral ook: Het goed operationeel krijgen van de nieuwe instroom groep 3 (inclusief Nieuw Beschut) onder het regime van de nieuwe P-wet. Het tot een succes maken daarvan is ook een steun in de rug van Werkzaak.
Samengevat zijn de ambities van LANDER voor 2018:
JAARVERSLAG 2014
18
• LANDER wil de regionale uitvoerder voor groep 3-cliënten zijn, met een eenduidige doorgeleiding vanuit de gemeenten. • LANDER wil als basishouding alle groep 3-cliënten in principe alleen maar uitzicht op een plek bij een externe werkgever bieden. • LANDER wil individuele verdienmodellen ontwikkelen waarbij dankzij verwachte besparingen op de uitkering re-integratiemiddelen kunnen worden ingezet. • LANDER wil op werkgeverschap voor nieuwe instromers blijven inzetten waar de markt (payrollbedrijven en dergelijke) dat niet biedt. • LANDER wil de zwakke onderkant van groep 3 en de bovenkant van groep 4 (de bovengroep van de AWBZ) in één werkomgeving samenvoegen. • LANDER wil een netwerk van (industriële) groepsdetacheringen realiseren, dat voldoende omvang heeft om de eigen commerciële activiteiten overbodig te maken. • LANDER is, afgezien uiteraard van haar “matchingsrol“, nog slechts beperkt commercieel actief: alleen voor wat betreft de werkomgeving voor cliënten die absoluut niet extern kunnen werken.
VOORUITBLIK
JAARREKENING 2014
19 JAARVERSLAG 2014
werk & participatie 2014 XXXXX
20
Opgemaakt te Geldermalsen, 15 juni 2015
JAARVERSLAG 2014
R.B.M Suijker Manager Financiën & Informatie a.i.
Vastgesteld te Geldermalsen, 15 juni 2015
J.D. van de Sluis RA/RC Directeur
C.A.A. van Rhee -Oud Ammerveld Voorzitter
INLEIDING Voor SW-organisaties in Gemeenschappelijke Regeling (GR) vorm geldt het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) onverkort. In dit Besluit zijn onder meer eisen gesteld waaraan de jaarrekening moet voldoen. In lijn met het BBV en de handelwijze over de afgelopen jaren, is in deze jaarrekening over 2014 en het gelijktijdig daarmee verschenen jaarverslag de verantwoording gepresenteerd die rekening houdt met de specifieke kenmerken van de SW-organisatie LANDER. Het beleid van de GR LANDER wordt, door het uit vertegenwoordigers van de deelnemende gemeenten samengestelde algemeen bestuur (AB), vastgelegd in het beleidsplan, de begroting en de meerjarenraming. De begroting vormt de grondslag voor het door het dagelijks bestuur (DB) en de directeur te voeren beheer. De inrichting van de begroting is bepalend voor de verslaggeving. In alle gevallen is de jaarrekening dus terug te herleiden naar de begroting en de daaropvolgende begrotingswijziging voor 2014. Waar dit anders is, wordt dat expliciet vermeld in de toelichting op de betreffende post(en).
INLEIDING
21 JAARVERSLAG 2014
In het BBV is een onderscheid gemaakt tussen programma’s en producten. Het AB van LANDER heeft er voor gekozen om te werken met het programmabegrip, waarbij LANDER slechts één programma uitvoert, namelijk ‘gesubsidieerde arbeid’, in welke vorm dan ook. LANDER heeft sinds enkele jaren ook AWBZ-activiteiten uitgevoerd. Deze lagen in het in het verslagjaar geheel stil. In voorgaande jaren was die verantwoording integraal onderdeel van de jaarrekening van de GR. Om te voldoen aan de eisen van de bestaande WTZi-erkenning is de AWBZ-verantwoording opgenomen in de jaarrekening.
1. RECHTMATIGHEID
Extra aandacht voor rechtmatigheid is een uitdaging voor LANDER. Zeker in tijden van grote in- en externe veranderingen zoals nu gaande zijn. Een voortdurende afweging van de rechtmatigheidsaspecten biedt kansen om doelmatiger en doeltreffender te werken. De controleverklaring over de jaarrekening en het verslag van bevindingen van de accountant geven accorderen de rechtmatigheid van het handelen binnen de GR. Het normenkader ten behoeve van de financiële rechtmatigheid is vastgesteld door het AB en is in het verslagjaar niet gewijzigd. Wetten in formele zin worden van buiten opgelegd en zijn daardoor niet beïnvloedbaar door het AB. Deze vallen dus te allen tijde onder het normenkader. Dit betreft:
JAARVERSLAG 2014
22
• Grondwet; • Gemeentewet; • Algemene Wet Bestuursrecht; • Wet gemeenschappelijke regelingen; • Burgerlijk Wetboek; • Besluit begroting en verantwoording (Bbv); • Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado); • Single Information Single Audit (Sisa); • Wet Financiering decentrale overheden (Fido) en aanverwante regelingen (RUDDO); • Fiscale en sociale wetgeving; • Regels omtrent Europese Aanbesteding; • Nationale aanbestedingswet; • Wet Normering Topinkomens; • Wet Markt & Overheid; • Voor het jaar 2014: • Wet werk en bijstand (Wwb); • Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en daarbij behorende regelingen/protocollen;
1. R E C H TM AT I G H E I D
Daarnaast is expliciet de nadere (interne) regelgeving vastgesteld door het algemeen bestuur. De volgende interne verordeningen en/of regelgeving vallen voor het jaar 2014 ev. onder het normenkader van de financiële rechtmatigheid: • Gemeenschappelijke Regeling LANDER; • Governance Statuut LANDER; • Financiële verordening LANDER (ex art. 212); • Controleverordening LANDER (ex art. 213); • Delegatieverordening LANDER (verdeling bevoegdheden AB en DB) • Mandaatbesluit LANDER en Register verleende ondermandaten • Instructie algemeen directeur; • Treasurystatuut.
2. BESTEMMING RESULTAAT 2014
Het bedrijfsresultaat over 2014 komt uit op € 511.000 positief tegenover circa € 1,5 miljoen negatief begroot. De jaarrekening laat zien dat € 2,0 miljoen beter is gepresteerd dan verwacht volgens de begroting 2014. Dit is vooral te verklaren door: • Een hogere opbrengst aan subsidies en producten/diensten (circa € 1,1 miljoen) • Lagere kosten voor doelgroepen (circa € 0,2 miljoen) • Per saldo lagere organisatiekosten (circa € 0,6 miljoen).
Rekening houdend met incidentele baten en lasten, alsmede reeds door het AB goedgekeurde mutaties op in het verleden vastgestelde reserves, bedraagt het resultaat na bestemming (verslaggeving technisch eindresultaat)over het boekjaar 2014: € 434.000. Onderstaand wordt een samenvattende analyse gegeven van het verschil tussen het bedrijfsresultaat 2014 van € 511.000 en het uiteindelijke resultaat na bestemming van € 434.000, te weten € 77.000. Post
Saldo in het overzicht van baten en lasten
Saldo Incidentele baten/lasten
+ € 82.000
Saldo Mutaties Bestemmingsreserves
- € 159.000
Totaal
- € 77.000
De mutaties van de reserve hebben plaatsgevonden op basis van geactualiseerde gegevens per 31 december 2014. Voorgesteld wordt het resultaat van € 434.000 conform het vigerende door het AB vastgestelde vermogensbeleid toe te voegen aan de Algemene reserve.
2. B E S T E M M I N G R E S U LTA AT 2014
23 JAARVERSLAG 2014
De hogere opbrengsten van subsidies (€ 0,6 miljoen) is met name toe te schrijven aan de stijging van de rijkssubsidie tot € 26.126 per SE. Ook zijn de gemeentelijke subsidies hoger dan begroot. Over de gehele dienstverlening is een hogere netto omzet (€ 0,5 miljoen) gerealiseerd, waarbij de toename van de omzet van extern geplaatsten opvallend is met een stijging van € 200.000 ten opzichte van de raming 2014. Dit is terug te voeren op de profilering van LANDER in dit marktsegment. Daarnaast heeft het verbeterde economische klimaat de netto omzet positief beïnvloedt. De lagere kosten van de doelgroep worden met name veroorzaakt doordat de loonkosten lager zijn dan begroot. In 2014 is gebruik gemaakt van de gehandicapten korting (circa € 200.000), waardoor de sociale lasten lager uitvielen dan begroot. De lagere organisatiekosten vinden hun verklaring in lagere kosten van (semi)-ambtelijk personeel, onderhoud en energie.
Voor een nadere specificatie en de vergelijking met de cijfers 2014 ten opzichte van 2013 wordt verwezen naar de Toelichting op het overzicht van baten en lasten.
3. BALANS
(bedragen x € 1.000)
31-12-2014
31-12-2013
3.326
3.566
58
100
ACTIVA Vaste activa Materiële activa Financiële vaste activa Kapitaalverstrekkingen Leningen Waarborgsommen
3
4
53
76
2
20
Vlottende activa
JAARVERSLAG 2014
24 Voorraden Gebruiksartikelen
72
436
68
Grond- en hulpstoffen
0
423
Gereed Produkt
4
13
Uitzettingen Vorderingen openbare lichamen
9.145
1.661
898
524
Rek.crt.verh. niet-financ.inst.
7.134
0
Overige vordingen
1.113
1.137
Liquide middelen Overlopende activa
1.187
8.727
382
699
Bijdragen en subsidies
147
125
Overige
235
574
TOTAAL
3. BAL ANS
14.170
15.189
(bedragen x € 1.000)
31-12-2014
31-12-2013
9.671
9.078
PASSIVA Vaste passiva Eigen vermogen Algemene reserves
2.653
2.958
Bestemmingsreserves
6.584
6.425
434
- 305
Nog te bestemmen resultaat Voorzieningen
1.982
2.667
1.523
2.284
994
1.160
14.170
15.189
Vlottende passiva 25
Overlopende passiva TOTAAL
JAARVERSLAG 2014
Netto-vlottende schulden
3. BAL ANS
4. HET OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN
(bedragen x € 1.000)
REKENING
HERZIENE BEGROTING
REKENING
2014
2014
2013
27.915
27.540
27.049
512
250
567
Baten Rijksvergoeding WSW (Rijks)vergoedingen via Gemeenten Netto-opbrengsten producten/diensten Totaal baten
7.578
7.050
6.796
36.005
34.840
34.412
25.677
26.230
24.612
1.447
1.635
1.711
Lasten Lonen & sociale lasten doelgroepen Overige kosten doelgroepen Verstrekte subsidies doelgroepen
1.291
785
970
Totaal directe kosten doelgroepen
28.415
28.650
27.293
5.459
5.835
5.670
Kapitaallasten
233
280
309
Onderhoudskosten
461
535
510
Kosten ambtelijk personeel
JAARVERSLAG 2014
26
Huren
58
50
113
Energie
234
345
270
Belastingen en verzekeringen
135
150
131
Algemene kosten
499
500
502
7.079
7.695
7.505
35.494
36.345
34.798
511
- 1.505
- 386
REKENING
HERZIENE BEGROTING
REKENING
2014
2014
2013
Bedrijfsresultaat (baten - lasten)
511
- 1.505
- 386
Incidentele baten
755
75
993
Incidentele lasten
- 673
- 100
- 1.414
593
- 1.530
- 807
Totaal organisatielasten Totaal lasten Bedrijfsresultaat (baten - lasten)
bedragen in euro’s
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening vóór bestemming reserves Toevoegingen aan reserves
- 1.105
0
- 180
Onttrekkingen aan reserves
450
300
238
Vrijval (bestemmings)reserves
496
0
444
Resultaat na bestemming reserves
434
- 1.230
- 305
4. HE T OVER ZICHT VAN BATEN EN L A STEN
5. GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Inleiding De volgende grondslagen, waarop de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd, zijn bedoeld als leidraad voor een juiste interpretatie van de financiële overzichten. De jaarrekening is opgesteld volgens de voorschriften van het BBV.
BALANS VASTE ACTIVA
Materiële vaste activa Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende balanspost anders vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde.
Voor de activiteiten van Lander-plus wordt vanaf 2013 een afzonderlijke jaarrekening uitgebracht.
Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven. Een uitzondering wordt gemaakt voor eventuele verbeteringen aan terreinen (bijvoorbeeld: hekwerk en bestrating). Voor het overige vindt afschrijving plaats op basis van de historische aanschafprijs volgens een stelsel dat is afgestemd op de verwachte toekomstige gebruiksduur, rekening houdend met een eventuele restwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikname van het actief. 27
De afschrijvingstermijnen, toegepast met inachtneming van de lineaire methode bedragen in jaren : Gronden en terreinen (tenzij bestrating, dan in 15 jaar, of korter afhankelijk van resterende levensduur van het betreffende gebouw)
n.v.t.
Bedrijfsgebouwen
40
Vervoermiddelen
4
Machines, apparaten en installaties
10
Overige materiële vaste activa, w.o. inventarissen
5
Automatisering
3
Deze termijnen zijn indicatief voor de situatie bij LANDER. De werkelijke levensduur kan per individueel actief afwijken, op grond van bijzondere omstandigheden.
FINANCIËLE VASTE ACTIVA Waardering vindt, voor zover van toepassing, plaats op basis van de verkrijgingsprijs verminderd met eventuele duurzame waardeverminderingen en aflossingen.
5. GRONDSL AGEN VOOR WA ARDERING EN RE SULTA ATBEPALING
JAARVERSLAG 2014
Voor zover het BBV niet anders voorschrijft, zijn de baten en lasten toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Dit betekent dat baten en lasten van voorgaande jaren zijn verantwoord in de posten incidentele baten respectievelijk lasten. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
De waardering van de materiële vaste activa is gebaseerd op de verkrijgingsof vervaardigingsprijs, verminderd met de afschrijvingen. Bij de waardering van de materiële vaste activa wordt rekening gehouden met een vermindering van hun waarde indien deze naar verwachting duurzaam is.
VLOT TENDE ACTIVA Voorraden
Resultaat na bestemming
De waardering van de voorraden op de balans vind plaats tegen de inkoopwaarde en wordt gebaseerd op periodieke magazijninventarisaties. Hier is sprake van een stelselwijziging ten opzichte van voorgaande jaren, waarin uitgegaan werd van standaard verrekenprijzen.
Het resultaat na bestemming is het resterende resultaat na reeds bestemde mutaties in de reserves. Het resultaat na bestemming wordt ter besluitvorming voorgelegd aan het AB.
De gereedgekomen producten worden gewaardeerd tegen de fabricagekostprijs of tegen de marktwaarde indien de marktwaarde lager is dan de fabricagekostprijs. De fabricagekostprijs bestaat uit de verrekenprijzen van grond- en hulpstoffen en overige kosten die aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. Incourante voorraden worden afgewaardeerd tot marktwaarde.
VOORZIENINGEN
Uitzettingen en overlopende activa
JAARVERSLAG 2014
28
De uitzettingen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Voor mogelijk oninbare vorderingen is een voorziening dubieuze debiteuren opgenomen. De rekening courantverhouding met de BNG is als uitzetting verantwoord. Dit wordt veroorzaakt door de invoering van de Wet verplicht Schatkistbankieren.
Voorzieningen worden op grond van artikel 44 BBV gevormd voor: A. verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op balansdatum onzeker is doch redelijkerwijs te schatten. B. bestaande risico’s op balansdatum ter zake van verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs te schatten is. C. kosten die in een volgend begrotingsjaar worden gemaakt maar hun oorsprong hebben in het verslagjaar of een eerder jaar en de voorziening strekt tot kostenegalisatie. De voorzieningen worden nader toegelicht op pagina 21 - 22.
Vlottende passiva De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Liquide middelen De liquide middelen worden tegen nominale waarde opgenomen en omvatten bank-, en kassaldi.
EIGEN VERMOGEN Het eigen vermogen bestaat uit:
Borg- en garantstellingen Buiten de balanstelling wordt – voor zover van toepassing – het bedrag genoemd waarvoor de GR borg- of garantstellingen heeft afgegeven.
HET OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN
Algemene reserve Algemene opmerking De algemene reserve dient onder andere als buffer om toekomstige tegenvallers te kunnen opvangen. Het AB van LANDER heeft haar beleid met betrekking tot deze reserve neergelegd in een notitie “Vermogenspositie LANDER” van juni 2013. Bestemmingsreserves Onder een bestemmingsreserve wordt verstaan een reserve waaraan door het bestuur een bepaalde bestemming is gegeven. Het gehele bedrag van de bestemmingsreserves ultimo het jaar dient onderbouwd te zijn met bestuursbesluiten van het AB dan wel opgenomen te zijn in het voorliggende voorstel tot resultaatbestemming.
5. GRONDSL AGEN VOOR WA ARDERING EN RE SULTA ATBEPALING
In het overzicht van baten en lasten zijn drie kolommen opgenomen: rekening verslagjaar, de herziene begroting en rekening voorgaand jaar. De herziene begroting kent ten opzichte van de primaire begroting een beperkt aantal wijzigingen. Deze wijzigingen worden toegelicht op pagina 25. Daarnaast is de begroting voor het eerst gespecificeerd opgenomen op functieniveau.
BEDRIJFSOPBRENGSTEN Netto-omzet
Lonen doelgroepen
De netto-omzet betreft de opbrengst van aan derden geleverde goederen en diensten, exclusief de over de omzet geheven belastingen en onder aftrek van kortingen.
Hieronder worden de loonkosten van de WSW-, WIW-, en WWBmedewerkers verantwoord. Onder loonkosten wordt verstaan het brutobedrag van de aan het boekjaar toe te rekenen lonen en toelagen, vermeerderd met de uitbetaalde vakantiegeldrechten. De doorberekende kosten van via Stichting LANDER-Plus te werk gestelde doelgroepmedewerkers worden ook onder deze post verantwoord.
Grond- en hulpstoffenverbruik en kosten van derden en uitbesteed werk De kosten van grond- en hulpstoffen worden op basis van de inkoopwaarde bepaald.
Lonen (semi-)ambtelijke staf Rijksvergoeding De rijksvergoeding betreft de door de gemeenten aan de GR LANDER verstrekte subsidie van het rijk zoals bedoeld in de WSW.
(Rijks)vergoedingen via gemeenten
Hierop worden de salariskosten van de (semi-)ambtelijke medewerkers verantwoord. Onder loon- en salariskosten wordt verstaan het bruto bedrag van de aan het boekjaar toe te rekenen salarissen en toelagen, vermeerderd met de uitbetaalde vakantiegeldrechten. De doorberekende kosten van via Stichting LANDER-Plus te werk gestelde semi-ambtenaren worden eveneens onder deze post verantwoord. 29
Sociale lasten
Afschrijvingen
De sociale lasten betreffen de ter zake van de werknemersverzekeringen verschuldigde werkgeverslasten, alsmede het werkgeversaandeel in de pensioenvoorziening. Hieronder worden tevens de aan het boekjaar toe te rekenen ziekengelden verantwoord.
Afschrijvingen betreffen de afschrijvingslasten van de vaste activa. De afschrijvingstermijn is maximaal de economische levensduur.
Rente
Gemeentelijke bijdrage De gemeentelijke bijdrage omvat de in de GR of anderszins overeengekomen bijdrage in het exploitatieresultaat.
Eventuele rentelasten bestaan in ieder geval uit de rentelast van vaste schulden en rekening-courantrente over debetsaldi, met daarnaast eventuele andersoortige renteopbrengsten. Rentebaten betreffen opbrengsten uit creditarrangement, deposito’s, rekening-courant en uitzettingen bij de BNG.
5. GRONDSL AGEN VOOR WA ARDERING EN RE SULTA ATBEPALING
JAARVERSLAG 2014
De (rijks)vergoeding via gemeenten betreft de ontvangsten uit WIW en aan de WWB gerelateerde opdrachten aan LANDER. Ook van instanties als het UWV ontvangen vergoedingen worden hier onder gerubriceerd. Het betreft met name subsidies in loonkosten, te verstrekken loonkostensubsidies en projecten.
6. TOELICHTING OP DE BALANS ACTIVA Materiële vaste activa Een overzicht van de materiële vaste activa is onderstaand opgenomen. Het betreft uitsluitend activa met een economisch nut. Boekwaarde (bedragen x € 1.000)
Gronden en terreinen
Bedrijfsgebouwen
Vervoermiddelen
Machines, apparaten en installaties
Overige materiële vaste activa
Totaal
1.148
2.229
78
30
81
3.566
0
0
4
24
26
54
31 december 2013 Aanschaffingen Desinvesteringen Afschrijvingen 31 december 2014
JAARVERSLAG 2014
30
0
0
0
0
0
0
10
180
43
12
49
294
1.138
2.049
39
42
58
3.326
De rubriek Overige materiële vaste activa betreft voornamelijk inventarissen, incl. ICT-apparatuur. Het totaal investeringsvolume (aanschaffingen) bedraagt € 54.000 Dit relatief lage bedrag is het gevolg van het bestaande terughoudende investeringsbeleid. In het boekjaar is geïnvesteerd in ICT, vervoersmiddelen en machines.
Voorraad
Financiële vaste activa
Kapitaalverstrekkingen Leningen Waarborgsommen Totaal
2014
2013
3
4
Gebruiksartikelen
2014
2013
69
0
53
76
Grond- en hulpstoffen
0
424
2
20
Onderhanden werken
0
0
Gereed product en handelsgoederen
4
13
58
100
Vooruitbetalingen op voorraden
0
0
AF: voorziening incourante voorraden
-1
-1
Totaal
72
436
De post Kapitaalverstrekking betreft een door LANDER in 2008 verworven minderheidsaandeel in het mede door LANDER opgerichte Dariuz BV. Dariuz is leverancier van een systeem voor diagnose, assessment en loonwaardebepaling voor doelgroepen van de Participatiewet. De post Leningen betreft de aanloopfinanciering van de Stichting Kringloop Rivierenland (nominaal € 87.500) en van Dariuz BV (nominaal € 25.000). Op eerstgenoemde lening wordt door SKR vanaf 2011 in 10 gelijke termijnen afgelost; het openstaande saldo per 31 december 2014 bedraagt € 52.500. De lening aan Dariuz (nominaal € 25.000) is ultimo 2014 afgelost. De post Waarborgsommen betreft een depotbedrag bij TNT Express.
6. TOELICHTING OP DE BALANS
(bedragen x € 1.000)
De voorraad Grond -en hulpstoffen is in het boekjaar gedaald omdat de werkzaamheden (productie van koffiezetapparaten) voor één specifieke klant zijn beëindigd. Voor de overige productie heeft LANDER geen productievoorraad in eigendom. De nu aanwezige voorraad betreft met name de aanwezige gebruiksvoorraad voor schoonmaak en verpakkings- en montagematerialen. Derhalve is er voor gekozen om deze te presenteren als de voorraad gebruiksartikelen.
Uitzettingen (bedragen x € 1.000) Deelnemende gemeenten
2014 687
2013 439
Overige vorderingen op openbare lichamen Lichamen
211
Vorderingen op openbare lichamen
86 898
Uitzettingen in ‘s Rijksschatkist met een rente typische looptijd van korter dan één jaar
7.134
Handelsdebiteuren
1.197
7.134
524 0
0
gemiddeld saldo buiten ’s Rijksschatkist conform het drempelbedrag. De voorziening Dubieuze debiteuren ad € 84.000 dient ter dekking van een aantal risico’s in de betaling door debiteuren. Deze voorziening is gedaald vanwege het ontvangen van een aantal vorderingen tot een bedrag van € 7.000,-. Het restant van de daling betreft het afboeken van vorderingen.
Liquide middelen
(bedragen x € 1.000) Overige vorderingen AF: voorziening dubieuze debiteuren Pensioenfondsen
2014
2013
1.273
0
4
- 84
- 140
0
Kasgelden Banken
4
4
1.183
8.723
0
0
1.187
8.727
Giro
0
Overige vorderingen
1.113
1.137
Totaal
9.145
1.661
Totaal
Als gevolg van de Wet Verplicht Schatkistbankieren wordt het openstaand saldo bij de BNG vanaf 2014 als uitzetting verantwoord. Het drempelbedrag zoals bedoeld in de wet bedraagt voor LANDER € 273.000. Het saldo van het buiten de ’s Rijksschatkist aangehouden middelen per einde van elk kwartaal bedroeg: Bedrag (*€ 1.000) Kwartaal 1
7.754
Kwartaal 2
7.447
Kwartaal 3
3.759
Kwartaal 4
1.187
Dit overzicht laat de afbouw zien van het saldo liquide middelen. De afbouw is geleidelijk tot stand gekomen op basis van de afbouw van openstaande deposito’s. In relatie tot het drempelbedrag van LANDER is het aangehouden saldo te hoog. We streven voor 2015 naar een
Het banksaldo geeft het wettelijk toegestane saldo op grond van de Wet Verplicht Schatkistbankieren. Dit betreft de daggeldlimiet bij de BNG, vermeerderd met het saldo van de bestaande deposito’s die tot het einde van de looptijd aangehouden kunnen worden bij de betrokken banken.
Overlopende activa
(bedragen x € 1.000)
2014
2013
Nog te ontvangen voorschotten uitkeringen (subsidies)
147
125
Overige nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen
235
574
Totaal
382
699
De nog te ontvangen voorschotten en uitkeringen hebben betrekking op de nog te ontvangen rijksbijdragen uit voorgaande jaren. De post Overige nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen kenmerkt zich door verschillende langlopende contracten. De post is lager dan voorgaande jaren door het beëindigen van een aantal contracten.
6. TOELICHTING OP DE BALANS
JAARVERSLAG 2014
De stijging van de vorderingen op openbare lichamen is veroorzaakt door de nog aan LANDER door te betalen subsidiebedragen voor de Bonus BW en openstaande subsidieafrekeningen (project “Wat kan de Klant”).
31
Ten aanzien van de liquide middelen gelden geen opnamebeperkingen. Evenmin worden er ten aanzien van liquide middelen valutarisico’s gelopen.
PASSIVA EIGEN VERMOGEN Algemene reserve (bedragen x € 1.000)
Stand per 31-12-2013
Bestemmingsresultaat 2013
Toevoeging 2014
Onttrekking 2014
Vrijval 2014
Stand per 31-12-2014
2.958
- 305
0
0
0
2.653
Stand per 31-12-2013
Dotaties 2014
Onttrekkingen 2014
Vrijval 2014
Stand per 31-12-2014
425
1.055
350
0
1.130
2.486
0
0
191
2.295
Bestemmingsreserves (bedragen x € 1.000) Herinrichting Werkzaak Huisvesting LANDER Vakantiegelden
1.152
0
100
0
1.052
Verlofsaldi
1.217
50
0
90
1.177
Jubilea
696
0
0
80
616
Aanpak Participatiewet
449
0
0
135
314
6.425
1.105
450
496
6.584
Totaal bestemmingsreserves
JAARVERSLAG 2014
32
Vanaf 2008 heeft LANDER een zelfstandige WTZi-erkenning om AWBZ-gefinancierde activiteiten uit te kunnen voeren. In 2014 was op dit vlak geen activiteit. De wettelijk verplichte Reserve Aanvaardbare Kosten (RAK) wordt wel aangehouden. Deze reserve, heeft per ultimo 2014 een saldo ter hoogte van circa € 408.000 en is onderdeel van de algemene reserve. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de bijlage “Verslaglegging AWBZ-activiteiten” bij deze jaarrekening. In het kader van het BBV is het niet toegestaan om voor jaarlijks gelijkblijvende employee benefits-voorzieningen of -verplichtingen op te nemen. Binnen het kader van de nota “vermogenspositie
6. TOELICHTING OP DE BALANS
LANDER” zijn voor dergelijke verplichtingen afzonderlijke bestemmingsreserves gevormd; deze worden als zodanig niet betrokken bij de beschouwing van het weerstandsvermogen (norm algemene reserve). De overige toevoegingen en onttrekkingen in de bestemmingsreserves over 2014 betreffen reguliere mutaties vanuit bestaand beleid. Deze zijn dan ook als zodanig afzonderlijk opgenomen in het overzicht van baten en lasten. Hierna volgt een korte toelichting op aard en verloop van de bestemmingsreserves.
Herinrichting Werkzaak
Jubilea
De bestemmingsreserve herinrichting Werkzaak is bedoeld voor dekking van éénmalige kosten die te maken hebben met de optimalisatie van de LANDER-organisatie ten behoeve van de voorbereiding op de Werkzaak Rivierenland. De reserve is bestemd voor de noodzakelijke voorbereidingen op het gebied van onder andere personeelszaken, automatisering en herinrichting van processen.
Deze bestemmingsreserve representeert de op basis van Caoafspraak verschuldigde jubileumuitkeringen.
Huisvesting LANDER Deze bestemmingsreserve dient ter toekomstige dekking van huisvestingslasten van LANDER. De reserve valt in 20 jaren gelijkmatig vrij ten gunste van het overzicht van baten en lasten.
Vakantiegelden
Deze reserve is bedoeld voor de financiering van activerende maatregelen en ter dekking van over- en onderrealisatie en vergelijkbare risico’s die voortvloeien uit de nieuwe (en komende) financieringswijze van de Participatiewet. De reserve is in stand gelaten gelet op het feit dat de betreffende bestemmingsreserve naar verwachting hard nodig is in de aanloop naar de nieuwe Participatiewet (PW), waar zich mogelijk overgangsproblemen met de taakstelling zullen voordoen. De omvang van de reserve is gebaseerd op het maximale risico van de eind 2014 aangenomen WSW-ers. Hiervoor behet overzicht binnen de grenzen van de overgangssituatie nog geen duidelijkheid over de uiteindelijke subsidiëring voor 2015. 33 JAARVERSLAG 2014
De bestemmingsreserve representeert de per ultimo het verslagjaar opgebouwde schuld van LANDER inzake de in mei van het jaar 2015 uit te betalen vakantiegelden. Ten opzichte van de eindstand 2013 is de reserve eenmalig verlaagd met € 100.000 als gevolg van de jaarlijkse actualisering van het saldo op deze rekening.
Aanpak Participatiewet (voorheen aanpak wachtlijsten)
Verlofsaldi Deze bestemmingsreserve representeert de waarde voor de per ultimo het verslagjaar door het LANDER-personeel opgebouwde verlofsaldi. LANDER heeft de afgelopen jaren een aanzienlijke inspanning geleverd om de zich sinds 2005 voordoende trend tot oplopende verlofsaldi om te buigen, onder meer door de invoering van een aangepaste verlofopnameregeling. Desondanks is in 2014 € 50.000 gedoteerd aan de reserve als gevolg van toegenomen verlofaanspraken. Dit is mede het gevolg van indexering van salarissen.
6. TOELICHTING OP DE BALANS
VOORZIENINGEN Verloopoverzicht voorzieningen
(bedragen x € 1.000)
Stand per 31-12-2013
Dotaties 2014
Onttrekkingen 2014
Vrijval 2014
Stand per 31-12-2014
567
89
0
0
656
BTW oude jaren
45
0
17
28
0
Deelnemingen
99
0
0
46
53
Groot onderhoud
FPU-ambtenaren
JAARVERSLAG 2014
34
14
0
11
0
3
Personele knelpunten
1.942
0
403
269
1.270
Totaal voorzieningen
2.667
89
431
343
1.982
De voorziening ‘Groot onderhoud’ betreft groot onderhoud aan LANDER-gebouwen, gebaseerd op onderhoudsrapporten. Reguliere onderhoudskosten komen ten laste van de exploitatie. In de aanloop naar de Werkzaak Rivierenland is in 2014 besloten om het pand aan de Poppenbouwing in Geldermalsen aan te houden voor de Werkzaak. In 2014 is voor dit pand een nieuwe inventarisatie groot onderhoud uitgevoerd voor de periode 2015 – 2025. De overige panden in eigendom (de Panoven in Geldermalsen en Unieweg in Zaltbommel) zullen op termijn afgestoten worden (naar verwachting 2019). Op deze ontwikkelingen is de voorziening Groot Onderhoud aangepast. Per saldo heeft dit geresulteerd in een aanpassing van de jaarlijkse dotatie naar € 89.000. De voorziening ‘BTW oude jaren’ betreft de mogelijke consequenties van de afrekening met de fiscus over voorgaande jaren. In 2013 zijn deze suppletie aangiften ingediend en heeft gedeeltelijk afwikkeling van de BTW plaatsgevonden. Per balansdatum zijn alle suppletie aangiften tot en met 2011 afgewikkeld. De geraamde nabetaling over de periode 2012 - 2014 is als kortlopende schuld opgenomen. De voorziening ‘Deelnemingen’ is bedoeld ter dekking van eventueel
6. TOELICHTING OP DE BALANS
ongedekt blijvende verliezen van deelnemingen. De stand per ultimo 2014 betreft de dekking van eventueel ongedekt blijvende verliezen van de Stichting Kringloop Rivierenland. Deze deelneming is aangepast aan het actuele niveau van de lening (€ 52.500); hierdoor is sprake van een vrijval van € 46.000. De voorziening ‘FPU-ambtenaren’ ziet op de – eindige – betalingsverplichtingen aan ABP van LANDER inzake het “(vroeg)pensioen” van (semi-)ambtenaren conform de actuele regelgeving, waarbij vervroegde uittrede nog slechts voor een afgebakende groep ambtenaren mogelijk is. De onttrekking over het verslagjaar betreft de daadwerkelijk door LANDER betaalde bijdragen. Het restant zal in 2015 aan de voorziening worden onttrokken. De voorziening “Personele knelpunten” dient ter afdekking van een aantal te verwachten lasten op personeel vlak. Dit betreft onder meer salariëring boven FUWA-waarderingsniveau én de voorbereiding van LANDER op de Werkzaak. Aan deze voorziening is in het boekjaar € 404.000 onttrokken ter dekking van deze kosten in de exploitatie. De jaarlijkse actualisering van deze voorziening heeft geresulteerd in een vrijval van € 269.000.
VLOTTENDE PASSIVA OVERLOPENDE PASSIVA
Netto vlottende schulden
2014
2013
Crediteuren
450
575
Personeel
Rek.crt. LANDER-Plus
200
425
Nog te betalen/vooruit ontvangen bedragen
Belastingdienst
873
863
Transitorische rente
Pensioenfondsen
0
44
Overige schulden (Animo)
0
377
1.523
2.284
(bedragen x € 1.000)
Totaal
2013
29
10
403
615
0
0
Overige overlopende passiva
562
535
Totaal
994
1.160
De post Nog te betalen bedragen bestaat grotendeels uit Loonkostensubsidies (€ 240.000). De overige overlopende passiva betreft onder andere de post te verrekenen subsidies SW (€ 310.000).
35 JAARVERSLAG 2014
De vlottende activa zijn gedaald ten opzichte van 31-12-2013 doordat op balansdatum geen openstaande vorderingen meer waren bij de pensioenfondsen en de aflossing van de schuld aan Animo. De rekening-courant verhouding met Lander-Plus is opgenomen voor de verrekening van de exploitatie tussen Lander en Landerplus. Deze kende op 31-12-2014 een lager saldo dan een jaar daarvoor.
2014
(bedragen x € 1.000)
6. TOELICHTING OP DE BALANS
Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen LANDER streeft er naar om in haar contracten met leveranciers zo min mogelijk langdurige verplichtingen van langer dan één jaar op te nemen. Doorlopende verplichtingen kunnen veelal binnen één jaar worden beëindigd. Een aantal contracten in de ICT-omgeving (basissystemen, printers/ copiers, licenties voor software en onderhoudscontracten voor hardware) hebben langere looptijden. Binnen deelname aan een collectief CEDRIS inkoopcontract geeft LANDER bedrijfsauto’s in onderhoud tegen een vaste maandelijkse onderhoudsvergoeding. In totaal betreft het de volgende verplichtingen: TABEL: CONTRACTEN / ONDERHOUD
JAARVERSLAG 2014
36
Jaarlijkse kosten
Looptijd
Hardware/Systeem software (AS 400)
7.700
doorlopend
Overige Hardware
5.000
2015
34.500
2016
(in €)
Kantoor software (Microsoft) Financieel pakket (FIS2000)
13.000
doorlopend
Productie software (Eniac)
29.000
doorlopend
Personele software (Compas)
13.000
doorlopend
BI Tool (Qlik)
15.000
doorlopend
Overig Software
35.000
2015
Printers/copiers (Rico)
16.800
2015
Onderhoud wagenpark
10.620
2014-2017
Bankgarantie huur Stephensonstraat
12.100
2016
6. TOELICHTING OP DE BALANS
Binnen de minderheidsdeelneming Dariuz is in 2009 afgesproken dat LANDER – zodra resultaten, solvabiliteit en liquiditeit van Dariuz dit toelaten – een eenmalige vergoeding ontvangt van € 152.000 voor ingebrachte kennis. Deze is tot op heden nog niet verwerkt in de jaarrekeningen, maar zal na ontvangst als bate worden verantwoord.
7. TOELICHTING OP HET OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN Algemeen Het bedrijfsresultaat van LANDER kwam over het verslagjaar circa € 0,9 miljoen hoger uit dan over 2013, en € 2,0 miljoen hoger dan begroot. Ten opzichte van de begroting, primair vastgesteld in het voorjaar van 2013 en aangepast aan het eind van 2013, was deze verbetering met name toe te schrijven aan de volgende posten: - - - -
Een hogere opbrengst aan subsidies (circa € 0,6 miljoen) Een hogere netto omzet dan begroot (circa € 0,5 miljoen) Lagere kosten voor doelgroepen (circa € 0,2 miljoen) Per saldo lagere organisatiekosten van circa (€ 0,6 miljoen)
Verschil primaire begroting en herziene begroting 2014 Het verschil tussen de primaire begroting en de herziene begroting bedroeg de volgende posten: 1. Rijkssubsidie WSW € 730.000 Belangrijkste aanpassing betreft de taakstelling voor 2014, hetgeen een stijging van het aantal SE met circa 16 SE betekent (naar 1.058 SE). Daarnaast is rekening gehouden met een stijging van de rijkssubsidie per SE (loonkostencompensatie) ten opzichte van eerder begrote niveau naar € 26.039 per SE. 2. Kapitaallasten -/- € 45.000 Dit betreft de effecten van de invoering van de Wet verplicht schatkistbankieren op de rente inkomsten. 3. Omzet Producten/diensten (aanpassing) -/- € 380.000 De verwachte omzetten per fte is in lijn gebracht met de actuele ontwikkelingen in 2013, waarbij de begroting aangepast is economische omstandigheden.
5. Kosten ambtelijk personeel -/- € 170.000 Door de toename van het aantal WSW’ers is het begeleidend personeel met ongeveer 5,0 fte toegenomen. 6. Overige exploitatiekosten € 130.000 Dit betreft de effecten van het uitstel van de verkoop van de locatie Zaltbommel.
LASTEN
(bedragen x € 1.000)
Rekening
Herziene begroting
Rekening
37
2014
2014
2013
19.656
19.249
19.587
5.312
6.981
5.106
0
0
- 81
JAARVERSLAG 2014
De hogere opbrengsten van subsidies (€ 0,6 miljoen) zijn toe te schrijven aan een hoge SE-realisatie (100,5%), alsmede een hogere rijkssubsidie per SE tot € 26.126 per SE. Ook zijn de gemeentelijke subsidies hoger dan begroot. Over de gehele dienstverlening is een hogere netto omzet (€ 0,5 miljoen) gerealiseerd, waarbij de toename van de omzet van extern geplaatsten opvallend is met een stijging van € 200.000 ten opzichte van de begroting. Dit is terug te voeren op de profilering van LANDER in dit marktsegment. Daarnaast heeft het verbeterde economische klimaat de netto omzet positief beïnvloedt. De lagere kosten van de doelgroep worden met name veroorzaakt doordat de loonkosten lager zijn dan begroot. In 2014 is gebruik gemaakt van de gehandicapten korting (circa € 200.000), waardoor de sociale lasten lager uitvielen dan begroot.
4. Lonen & sociale lasten en overige loonkosten doelgroepen -/- € 610.000 Dit betreft de kosten (ad € 935.000) van de hierboven bij: Rijkssubsidie WSW” gemelde toename van het aantal SE’s, gecorrigeerd met een besparing op het collectief vervoer ad € 225.000.
709
0
0
25.677
26.230
24.612
Lonen en sociale lasten Doelgroepen Bruto lonen Sociale lasten Fiscale verminderingen Inhuur Lander + Totaal
Het gemiddeld aantal fte aan WSW’ers in dienst van LANDER (en Lander-plus) bedroeg in 2014 955 fte, tegenover 913 fte in 2013. Deze toename in SE ging gepaard met lagere loonkosten dan begroot met als reden: 1. In het boekjaar is er voor gekozen om nieuwe SW-medewerkers en SW-medewerkers met een contractverlenging in dienst te laten treden bij de stichting Lander-plus. Hierdoor kan gebruik gemaakt worden van de regeling gehandicaptenkorting. Het gevolg is dat de sociale lasten lager (ca € 200.000) uitvielen dan begroot. 2. De kosten van Inhuur Lander-plus zijn verlaagd met de aan Lander-plus verstrekte loonkostensubsidies tot een bedrag van ca € 330.000. Het gemiddeld aantal WIW-ers in dienst van LANDER daalde conform de trend in voorgaande jaren tot gemiddeld 7,5 fte in 2014. Daartegenover staat dat zich een stijging heeft voorgedaan bij de overige regelingen. Het gemiddeld aantal in loondienst bedroeg in 2014 5,3 fte. De lonen volgden de ontwikkeling van het wettelijk minimum loon. 7. T O E L I C H T I N G O P H E T O V E R Z I C H T V A N B A T E N E N L A S T E N
(bedragen x € 1.000)
Rekening
Herziene begroting
Rekening
2014
2014
2013
Overige kosten Doelgroepen Arbokosten/medische kosten
148
153
126
Opleidingen en activering
172
140
113
Vervoer/reizen
916
1.163
1.227
Werkkleding
48
70
53
Bijzondere voorzieningen
117
40
157
Diverse kosten
46
69
35
Totaal
1.447
1.635
1.711
De halvering van de verstrekte I/D-subsidies is toe te schrijven aan de afbouw van de ID-regeling. De sociale diensten Tiel en Bommelerwaard hebben besloten tot geleidelijke afbouw. Vanaf 2014 wordt de subsidiëring in zijn geheel beëindigd. De subsidies Begeleid Werken hebben betrekking op de reguliere loonkostensubsidies aan werkgevers en op de subsidiëring van Lander-plus. De reguliere loonkostensubsidies zijn gestabiliseerd in vergelijking tot 2013 op ca € 925.000 (73,8 fte). De verstrekte loonkostensubsidies aan de stichting Lander-plus betreft een bedrag van ca € 330.000. Rekening
Herziene begroting
Rekening
2014
2014
2013
1.744
3.965
2.024
Sociale lasten
493
1.034
480
Diverse kosten
183
309
182
(bedragen x € 1.000) Kosten (semi)ambtelijk personeel
JAARVERSLAG 2014
38
De overige kosten voor de doelgroep zijn binnen de begrotingsramingen gebleven; er is sprake van een onderschrijding van € 188.000 ten opzichte van de begroting 2014. Conform ingezet beleid is het geregeld vervoer op een andere wijze georganiseerd. Dit heeft in vergelijking tot 2013 een kostenbesparing opgeleverd van ca € 200.000. Vanaf het boekjaar 2014 is er voor gekozen om vervoerskosten die gemaakt worden voor groepsdetacheringen te rubriceren onder kosten uitbesteed werk, dit verklaard € 106.000 aan lagere kosten ten opzichte van 2013. In vergelijking tot de rekening 2013 wordt de daling van de kosten van de bijzondere voorzieningen veroorzaakt doordat de extra attentie uit 2013 een eenmalig karakter had. In 2014 is een attentie verstrekt op basis van het gebruikelijke bedrag, waardoor de kosten circa € 60.000 lager zijn. De kosten van opleiding en activering zijn gestegen ten opzichte van 2013 en overschrijden de begrotingsraming 2014. Dit is toe te schrijven aan de forse mutatie in aantal toegetreden SW’ers in het laatste kwartaal van 2013 en in geheel 2014. Deze nieuwe medewerkers ondergingen één of meer trainingen om hen voor te bereiden op een werkplek.
(bedragen x € 1.000)
Rekening
Herziene begroting
Rekening
2014
2014
2013
Inhuur via uitzend org.
426
527
294
inhuur Lander-Plus
2.613
0
2.690
Totaal
5.459
5.835
5.670
De kosten van het (semi-)ambtelijk personeel laat een besparing zien ten opzichte van de begroting 2014. Deze besparing wordt veroorzaakt door: • Inzet van de voorziening Personele Knelpunten en de bestemmingsreserve RIW ter dekking van een deel van de kosten. • Het realiseren van een besparing op de kosten van inhuur via uitzendorganisaties ten opzichte van de begroting 2014. In 2014 bedroeg de gemiddelde bezetting 87,3 fte; dit was in 2013 gemiddeld 85,3 fte.
(bedragen x € 1.000)
Rekening
Herziene begroting
Rekening
2014
2014
2013
0
19
Kapitaallasten
Verstrekte subsidies Doelgroepen I/D
Bruto salarissen
34
0
75
Rentelasten
3
2
0
0
Rentebaten
- 64
0
- 113
Begeleid Werken
1.255
785
895
Afschrijvingen / desinv.
294
280
403
Totaal
1.291
785
970
Totaal
233
280
309
Ander Werk
7. T O E L I C H T I N G O P H E T O V E R Z I C H T V A N B A T E N E N L A S T E N
Als gevolg van de invoering van de Wet verplicht Schatkistbankieren zijn de rente baten in vergelijking tot 2013 gedaald. De rente in 2014 is gegenereerd met de inmiddels overgeboekte deposito’s. De afschrijvingslasten daalden, in vergelijking met de rekening 2013, met name door het bereiken van de economische levensduur op vervoersmiddelen en overige materiële vaste activa (hardware). Daarnaast hebben beperkt vervangingsinvesteringen plaatsgevonden in 2014.
(bedragen x € 1.000)
Rekening
Herziene begroting
Rekening
2014
2014
2013
Onderhoudskosten Terreinen/Gebouwen
46
57
75
Installaties/Machines
57
56
66
Inventarissen
44
73
52
Vervoermiddelen
52
75
57
262
274
260
Software
461
535
510
(bedragen x € 1.000)
Rekening (bedragen x € 1.000)
2014
Herziene begroting 2014
2013
Huren Betaalde huren
58
50
113
Totaal
58
50
113
Dit betreft de huur van het pand aan de Stephensonstraat in Tiel en een deel van de Boschstraat in Zaltbommel. De overschrijding ten opzichte van de begroting is ontstaan, doordat was veronderstelt dat de locatie Boschstraat in de loop van 2014 zou worden verlaten; dit is in afwachting van de Werkzaak ontwikkelingen niet doorgegaan.
(bedragen x € 1.000)
Rekening
Herziene begroting
Rekening
2014
2014
2013
151
233
179
83
112
91
234
345
270
Energie Elektriciteit/Gas/Water Autobrandstof Totaal
Rekening
2014
2014
2013
Belastingen
60
65
52
Verzekeringen
75
85
79
135
150
131
Rekening
Herziene begroting
Rekening
2014
2014
2013
Totaal
(bedragen x € 1.000) Algemene kosten
50
36
56
220
180
187
Telefoon/Porto
74
109
67
Representatie
6
7
25
Overige diensten derden
Rekening
Herziene begroting
Belastingen en verzekeringen
Accountant
Door het terughoudende beleid zijn de onderhoudskosten in het boekjaar binnen de begrotingsramingen gebleven.
Rekening
Kantoorbenodigdheden
22
24
25
Abonnementen/Contributies
47
31
42
Arbo algemeen
17
17
21
Product(ie)ontwikkeling
19
31
30
Diverse kosten
44
65
49
499
500
502
Totaal
De totale algemene kosten zijn binnen de begrotingskaders gebleven, waarbij opvallend is dat de kosten diensten van derden hoger zijn dan begroot. Deze overschrijding wordt veroorzaakt door de stijging van de kosten van ADP voor de salarisverwerking met € 32.000 ten opzichte van 2013. De jaarkosten 2014 ADP bedroegen € 111.000. De stijging kan worden verklaard door uitbreiding van het aantal loonbedrijven binnen de administratie van LANDER en door overgang naar een nieuw verloningssysteem begin 2014. De kosten van de accountant omvatten nog een nagekomen factuur 2013 van circa € 11.500 De kosten van telefonie en van de abonnementen zijn ten opzichte van 2013 iets gestegen. Dit is conform het bestendige beleid van LANDER.
7. T O E L I C H T I N G O P H E T O V E R Z I C H T V A N B A T E N E N L A S T E N
39 JAARVERSLAG 2014
Totaal
De overstap naar een andere energie leverancier en de zachte winter hebben bijgedragen aan lagere energielasten dan begroot. De brandstofkosten zijn lager uitgevallen dan begroot als gevolg van een afgeslankt wagenpark.
(bedragen x € 1.000)
Rekening
Herziene begroting
Rekening
2014
2014
2013
Incidentele lasten M.b.t. dotaties aan voorzieningen Personele knelpunten
0
927
89
93
69
0
148
0
23
0
BI-Tool
45
0
Beheer Compas
30
0
35
0
100
0
Groot Onderhoud Gereserveerde kosten Lean Ondersteuning Werkzaak Contractbeheer
Accountmanagement Vakantiegeld
JAARVERSLAG 2014
40 Overig Subsidie Begeleid Werken 2012 - 2013
13
0
Debiteuren afboeking
10
70
Suppletie omzetbelasting 2013-2014
25
0
Lander-Plus
77
198
AVRI-LANDER
0
79
Diversen
9
47
Totaal
673
100
7. T O E L I C H T I N G O P H E T O V E R Z I C H T V A N B A T E N E N L A S T E N
1.414
Overeenkomstig de bestendige lijn binnen LANDER worden onder deze post de lasten verantwoord die betrekking hebben op stortingen in voorzieningen. Tevens worden de lasten die betrekking hebben op voorgaande boekjaren en lasten die naar haar aard incidenteel zijn hier verantwoord. Bij de gereserveerde kosten zijn - conform de bepalingen van het BBV - de kosten verantwoord die onttrokken zijn aan de bestemmingsreserves. Voor de dotaties aan de voorzieningen wordt verwezen naar de toelichting op de balans. De lasten van Lander-Plus betreffen de kosten van de reserveringen voor niet opgenomen verlof en jubilea.
BATEN
(bedragen x € 1.000)
Rekening
Herziene begroting
Rekening
2014
2014
2013
Rijksvergoeding WSW Rijksvergoeding
27.915
25.744 27.540
25.744
De Rijksvergoeding WSW betreft de gerealiseerde rijksvergoeding binnen LANDER; hierin zijn de geplaatsten buiten LANDER niet meegenomen. In de berekening zijn wel opgenomen de door andere SW-organisaties bij LANDER geplaatste personen. De rijksvergoeding wordt gebaseerd op de Standaardeenheden (SE) als grondslagen voor de WSW-subsidies. De verantwoorde rijksvergoeding kan als volgt worden gespecificeerd: SE
€
Rijksvergoeding WSW
Rekening
2014
2014
2013
1.050,8
27.453
Correctie wegens onderrealisatie
- 0,8
- 20
Realisatie LANDER “buiten” gemeenten
18,5
484
1.068,6
27.915
WIW
220
288
I/D
46
106
Voortrajecten
0
0
Overige
246
173
Netto-omzet
512
250
567
In het kader van de WIW-regeling was in 2014 gemiddeld 7,5 fte in dienst; een daling van 2 fte in vergelijking met 2013. In 2014 heeft de afbouw van de vergoeding I/D-banen door de sociale diensten Tiel en Bommelerwaard zich voortgezet. Inmiddels zijn de desbetreffende dienstverbanden beëindigd. De post overige subsidies omvat de ontvangen subsidies voor de uitvoering van de projecten “Toegerust” en Praktijkleren.
(bedragen x € 1.000)
Rekening
Herziene begroting
Rekening
2014
2014
2013
Netto opbrengsten producten/diensten Totaal
De stijging van de subsidie ten opzichte van 2013 vloeit allereerst voort uit een groei van het aantal subsidiabele SE’s tot gemiddeld 1.068,6 SE. Daarnaast uit de stijging van de subsidie per SE tot € 26.126. Het aantal gemiddeld gerealiseerde SE’s was 5,3 SE boven de taakstelling. Voor een tweetal gemeenten was sprake van een lichte onderrealisatie (in totaal 0,8 SE). Deze onderrealisatie wordt gekort op de te ontvangen rijksvergoedingen, terwijl overrealisatie niet wordt vergoed. De Sisa verantwoording (hoofdstuk 9) laat een gemiddelde realisering zien van 1.075,5 SE. Het verschil ten opzichte van de gesubsidieerde SE’s (1.068,6) is toe te schrijven aan: • Het verschil in de realisatie tussen buitengeplaatsten (bij andere schappen) en bij LANDER geplaatsten van uit andere regio’s (de realisatie “buiten” gemeenten). Dit is 7,2 SE. • De branche afspraak om delen van maanden niet bij elkaar in rekening te brengen. In het boekjaar is dit een voordeel voor LANDER van 0,3 SE.
Inleenvergoedingen
3.798
3.190
3.116
Diensten/producten
4.610
3.860
4.420
Kosten grondstoffen
- 522
- 547
Kosten uitbesteed werk
- 308
- 193
Netto omzet
7.578
7.050
6.795
De totale gefactureerde omzet over 2014 is ca € 0,9 miljoen hoger ten opzichte van 2013. Daar staat tegenover dat de kosten van uitbesteed werk ook toegenomen zijn als gevolg van de uitvoering van een aantal grote groepsdetacheringen (o.a. bij Kuehne + Nagel en Arbor). Die kosten hebben betrekking op de kosten van vervoer en de inhuur van een collega SW-bedrijf ter ondersteuning van de werkzaamheden. Per saldo is de gerealiseerde netto omzet € 450.000 hoger dan begroot. Dit resultaat is bereikt dankzij een groei van de (groeps-) detacheringen, de schoonmaak activiteiten en re-integratie trajecten. De stijging van de detacheringen is het resultaat van de keuze om LANDER in dit marktsegment te profileren. Het weerspiegelt het gegeven dat de forse inspanningen om tot meer plaatsing bij werkgevers te komen succesvol is.
7. T O E L I C H T I N G O P H E T O V E R Z I C H T V A N B A T E N E N L A S T E N
41 JAARVERSLAG 2014
Realisatie LANDER voor GR-gemeenten
Herziene begroting
(Rijks)vergoedingen via Gemeenten
27.915
(* € 1.000,-)
(bedragen x € 1.000)
Rekening
(bedragen x € 1.000)
Rekening
Herziene begroting
Rekening
2014
2014
2013
Incidentele baten
Overeenkomstig het bestendige beleid binnen LANDER worden onder deze post de baten verantwoord die betrekking hebben op vrijval van voorzieningen. Tevens worden de baten die betrekking hebben op voorgaande boekjaren en baten die naar haar aard incidenteel zijn hier verantwoord.
M.b.t. vrijval voorzieningen - WSW 62+-regeling - Deelnemingen - FPU ambtenaren - BTW - Dubieuze debiteuren - Vaste activa post
0
76
46
142
0
3
28
3
0
125
0
18
269
0
- Verkoop activa
15
54
- Verhuizingen
0
81
- Personele knelpunten Overig
JAARVERSLAG 2014
42
- Irrganggelden 2008
38
0
- te betalen decl. Overwerk/ORT
25
0
- Premiekorting 62+ 2011/2012
50
0
(bedragen x € 1.000)
Rekening
Herziene begroting
Rekening
2014
2014
2013
- 1.105
0
- 180
Bestemming van de reserves
- Afloop ID-subsidie 2013
9
- Personele vorderingen
26
0
- Afrekening AVRI-Lander
10
23
Toevoegingen aan reserves
0
77
Onttrekkingen aan reserves
450
300
238
Vrijval (bestemmings)reserves
496
0
444
- 159
300
502
- Nagekomen post 2012 - Lander-Plus - Bonus BW 2012/2011 - Diversen Totaal
23
Voor een toelichting op de vrijval van de voorzieningen wordt verwezen naar de desbetreffende balansposten. De opbrengsten van de verkoop activa betreft de opbrengst van de verkoop wagenpark postactiviteit. De afrekening AVRI-LANDER betreft de eindafrekening vanwege de beëindiging van het project container cleaning. De Irrganggelden betreft de vrijval van een verwachte nog te betalen verplichting, waarvan in het boekjaar is duidelijk geworden dat deze niet worden teruggevorderd door het Rijk. De Bonus BW 2012 heeft betrekking op de ontvangen bonus begeleid werken als onderdeel van de rijksfinanciering WSW. De bedragen en beschikkingen zijn inmiddels ontvangen.
0
62
230
230
9
74
755
75
7. T O E L I C H T I N G O P H E T O V E R Z I C H T V A N B A T E N E N L A S T E N
993
Totaal
Voor een toelichting wordt verwezen naar de desbetreffende balansposten.
8. VERSLAGLEGGING AWBZ-ACTIVITEITEN VAN DE GR LANDER OVER HET JAAR 2014 Algemeen
Verslaglegging
LANDER is een Sociale Werkvoorziening (SW)-organisatie in de vorm van een GR, een samenwerkingsverband van een aantal gemeenten, op grond van de Wet GR.
Als GR valt LANDER qua verslaglegging onder het regime van het BBV. Aangezien LANDER ook haar AWBZ-activiteiten uitvoert binnen haar GR-rechtsvorm is de primaire jaarrekening van LANDER, waar deze bijlage een onderdeel van is, dus binnen de regels van het BBV opgesteld. LANDER publiceert jaarlijks een (directie) Jaarverslag, een Sociaal Jaarverslag en een Jaarrekening. Voor wat betreft Structuur van het concern, Kerngegevens, Belanghebbenden, Toezicht, Bedrijfsvoering, Verbonden Partijen en Prestaties wordt daarnaar verwezen.
Algemene gegevens
:
LANDER
AGB-nr
:
508
KvK nr.
:
5827264
E-mailadres
:
[email protected]
Internet
:
www.landergroep.nl
LANDER voert taken uit binnen de Wet sociale werkvoorziening en de Wet werk en bijstand. Vanaf 2008 is LANDER eveneens zelfstandig binnen het domein van de AWBZ actief geweest. LANDER had hiervoor een separate organisatorische uitvoerende afdeling ingesteld. Indirecte functies worden binnen de GR gecombineerd uitgevoerd voor WSW-, WWB- en AWBZ-taken!
De verantwoording van de AWBZ-activiteiten is in deze bijlage bij de jaarrekening van de GR opgenomen. Omdat er geen activiteiten zijn uitgevoerd betreft het een zogenaamde nihil jaarrekening. In deze bijlage is geen balans opgenomen, volstaan wordt met de rapportage van de reserve aanvaardbare kosten (RAK). In deze reserve zijn de binnen de toelating van de instelling gerealiseerde gecumuleerde resultaten uit zorggebonden, subsidiabele of collectief gefinancierde activiteiten opgenomen. 43
De RAK is gelijk gehouden aan de stand ultimo 2012 en kan fungeren als risicobuffer voor eventuele toekomstige AWBZ activiteiten. In de balans van de GR is dit geïntegreerd in het Eigen Vermogen. Voor het totaal van de balans van de GR LANDER zij verwezen naar de primaire balans van de GR.
8. V E R S L AG L E G G I N G AW B Z-AC T I V I T E I T E N VA N D E G R L A N D E R OV E R H E T JA A R 2014
JAARVERSLAG 2014
In de periode 2012 - 2014 zijn geen activiteiten ontplooit. In afwachting van de ontwikkelingen rond de participatiewet, houdt LANDER haar toelating wel aan; in een latere fase kan een integratie met participatiewetcliënten (de zogenaamde categorie 4 cliënten) opportuun zijn.
GRONDSLAGEN VAN DE FINANCIËLE VERSLAGGEVING
Algemeen De in deze bijlage opgenomen resultatenrekening, alsmede de weergegeven balansposten zijn opgemaakt in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi en met titel 9 BW 2 (inclusief RJ 655) De toegepaste grondslagen zijn slechts weergegeven voor zover ze voor de AWBZ-verslaglegging van LANDER relevant zijn respectievelijk voor zover ze afwijken van de bepalingen van het BBV.
Bijdragen AWBZ Dit betreft de realisatie van het aantal eenheden productie vermenigvuldigd met het met het zorgkantoor overeengekomen tarief per eenheid.
JAARVERSLAG 2014
44
Financieringstekort/-overschot (AWBZ) Dit betreft het per ultimo van een jaar bestaande verschil tussen het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten (subsidie) en de daadwerkelijk ontvangen voorschotten plus de in rekening gebrachte vergoedingen voor diensten en verrichtingen ter dekking van dat budget. De per balansdatum over diverse jaren bestaande financieringstekorten en –overschotten worden gesaldeerd opgenomen.
Resultatenrekening (x€ 1.000)
Baten
2013
2012
Bijdragen AWBZ
0
0
Bijdragen derden
0
0
Totaal opbrengsten
0
0
Personeelskosten
0
0
Overige bedrijfskosten
0
0
Totaal lasten
0
0
Bedrijfsresultaat (baten - lasten)
0
0
Overige baten/lasten
0
0
Exploitatieresultaat
0
0
408
408
Lasten
Reserve aanvaardbare kosten Stand per 31-12 van het boekjaar
Reserve aanvaardbare kosten (AWBZ) In deze reserve worde de binnen de toelating van de instelling gerealiseerde gecumuleerde resultaten uit zorggebonden, subsidiabele dan wel collectief gefinancierde activiteiten opgenomen.
8. V E R S L AG L E G G I N G AW B Z-AC T I V I T E I T E N VA N D E G R L A N D E R OV E R H E T JA A R 2014
9. SISA-BIJLAGE: REALISATIE WSW OVERZICHT WSW-RAPPORTAGE LANDER PER GEMEENTE 2013 (VOORLOPIG)
CBS NR
GEMEENTE
A WoonGem
C BetGem
D BetGem
Geïndiceerden * AHCP
Realisatie gemiddeld SE
Arbeidsjaren BW SE
11,50
Deelnemende gemeenten 0214
Buren
133,00
101,24
0216
Culemborg
203,50
154,70
17,07
0236
Geldermalsen
124,00
94,03
11,03
0263
Maasdriel
138,25
96,25
13,36
0281
Tiel
459,25
357,49
44,44
0297
Zaltbommel
204,00
142,94
9,79
0304
Neerijnen
64,75
48,72
2,06
1740
Neder Betuwe
80,25
60,56
11,61
Niet deelnemende gemeenten Zwolle
0200
Apeldoorn
0209
Beuningen
0221
Doesburg
0230
Elburg
0289
Wageningen
45
1,25 1,00
1,00 0,26
0,26
1,00
0,44
0,44
0,13
0,13
1,25
1,25
0,05
0,05
0,50
0,50
0301
Zutphen
0340
Rhenen
1,25
0356
Nieuwegein
1,00
0373
Bergen
0505
Dordrecht
0513
Gouda
1,25
0545
Leerdam
2,25
2,25
0668
West Maas & Waal
2,00
1,00
0733
Lingewaal
1,00
0796
’s-Hertogenbosch
1,00
0828
Oss
0844
Schijndel
0860
Veghel
1,00
0865
Vught
3,50
0867
Waalwijk
1,25
0917
Heerlen
1,25
1705
Lingewaard
1708
Steenwijkerland
1,00
1728
Bladel
0,81
1734
Overbetuwe
275
Rheden
1,00
1,00
4,25
0,50
0,83
1,00
4,25
1,25
1,25 1429,75
1075,45
125,240 SISA-BIJL AGE: RE ALISATIE WSW
JAARVERSLAG 2014
0193
10. OPENBAARMAKINGSVERPLICHTING TOPFUNCTIONARISSEN WNT-verantwoording 2014 LANDER Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op LANDER van toepassing zijnde regelgeving: het algemene WNT-maximum. Het bezoldigingsmaximum in 2014 voor LANDER is € 230.474. Het weergegeven toepasselijke WNT-maximum per persoon of functie is berekend
naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissen tevens de duur) van het dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte. Uitzondering hierop is het WNT-maximum voor de leden van het bestuur; dit bedraagt voor de voorzitter 7,5% en voor de overige leden 5% van het bezoldigingsmaximum.
Bezoldiging topfunctionarissen bedragen x € 1
J.D. van de Sluis
Functie(s)
Directeur
Duur dienstverband in 2014
JAARVERSLAG 2014
46
1/1 - 31/12
Omvang dienstverband (in fte)
1,0
Gewezen topfunctionaris?
nee
(Fictieve) dienstbetrekking?
nee
Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam?
ja
Bezoldiging Beloning
109.545
Belastbare onkostenvergoedingen
2.213
Beloningen betaalbaar op termijn
18.252
Totaal bezoldiging
109.545
Toepasselijk WNT-maximum
230.474
Motivering indien overschrijding: zie bedragen x € 1
Mw. G. van der Donk - van Andel
Dhr. M. Hofman
Dhr. J. van Rijswijk
Dhr. J. Marringa
bestuurslid
bestuurslid
bestuurslid
bestuurslid
1/1 - 1/6
1/1 - 1/6
1/1 - 1/6
1/1 - 1/6
Beloning
-
-
-
-
Belastbare onkostenvergoedingen
-
-
-
-
Beloningen betaalbaar op termijn
-
-
-
-
Totaal bezoldiging
0
0
0
0
17.286
17.286
17.286
17.286
nvt
nvt
nvt
nvt
Functie(s) Duur dienstverband Bezoldiging
Toepasselijk WNT-maximum Motivering indien overschrijding
10. O PENBA AR M AK ING S VERPLICHTING TO PFUNC TIO NARISSEN
bedragen x € 1
Mw. K. de Heus-van Wijk
Dhr. W. Hompe
Mw. J.C.G.L. van de Braakvan Hooft
Dhr. J.J.T.M. Leijdekkers
Functie(s)
bestuurslid
bestuurslid
bestuurslid
bestuurslid
Duur dienstverband
1/1 - 31/12
1/1 - 1/6
1/1 - 1/6
1/1 - 31/12
Beloning
-
-
-
-
Belastbare onkostenvergoedingen
-
-
-
-
Beloningen betaalbaar op termijn
-
-
-
-
Totaal bezoldiging
0
0
0
0
17.286
17.286
17.286
17.286
nvt
nvt
nvt
nvt
Dhr. C. Nijhoff
Mw. L.H.K. Metiary
Mw. C.A.A. van Rhee-Oud Ammerveld
Mw. I.C.M. Son – Stolk
bestuurslid
bestuurslid
bestuurslid
bestuurslid
1/1 - 1/6
1/1 - 1/6
1/1 - 31/12
1/1 - 31/12
Beloning
-
-
-
-
Belastbare onkostenvergoedingen
-
-
-
-
Beloningen betaalbaar op termijn
-
-
-
-
Totaal bezoldiging
0
0
0
0
17.286
17.286
17.286
17.286
nvt
nvt
nvt
nvt
Bezoldiging
Toepasselijk WNT-maximum Motivering indien overschrijding bedragen x € 1
Bezoldiging
Toepasselijk WNT-maximum Motivering indien overschrijding
10. O PENBA AR M AK ING S VERPLICHTING TO PFUNC TIO NARISSEN
JAARVERSLAG 2014
Functie(s) Duur dienstverband
47
bedragen x € 1
Dhr. C.A.H. Zondag
Dhr. H.C. van Oorschot
Dhr. C.J.A.M. Tijssen
Mw. S.A. Mathijssen
Functie(s)
bestuurslid
bestuurslid
bestuurslid
bestuurslid
Duur dienstverband
1/1 - 31/12
1/1 - 1/6
1/1 - 1/6
1/1 - 1/6
Beloning
-
-
-
-
Belastbare onkostenvergoedingen
-
-
-
-
Beloningen betaalbaar op termijn
-
-
-
-
Totaal bezoldiging
0
0
0
0
17.286
17.286
17.286
17.286
nvt
nvt
nvt
nvt
Dhr. J.P. Roefs
Mw. H. Boer Rookhuiszen de Joode
Dhr. H. Dorenbos
Dhr. V.M. van Neerbos
bestuurslid
bestuurslid
bestuurslid
bestuurslid
1/1 - 1/6
1/1 - 31/12
1/1 - 31/12
1/1 - 31/12
Beloning
-
-
-
-
Belastbare onkostenvergoedingen
-
-
-
-
Beloningen betaalbaar op termijn
-
-
-
-
Totaal bezoldiging
0
0
0
0
17.286
17.286
17.286
17.286
nvt
nvt
nvt
nvt
Bezoldiging
Toepasselijk WNT-maximum Motivering indien overschrijding
JAARVERSLAG 2014
48
bedragen x € 1
Functie(s) Duur dienstverband Bezoldiging
Toepasselijk WNT-maximum Motivering indien overschrijding
10. O PENBA AR M AK ING S VERPLICHTING TO PFUNC TIO NARISSEN
bedragen x € 1
Mw. B. Rachak
Dhr. G.B. van ’t Zelfde
Dhr. J. Krook
Dhr. L.D. van Lith
Functie(s)
bestuurslid
bestuurslid
bestuurslid
bestuurslid
Duur dienstverband
1/1 - 31/12
1/1 - 1/6
1/1 - 31/12
1/1 - 1/6
Beloning
-
-
-
-
Belastbare onkostenvergoedingen
-
-
-
-
Beloningen betaalbaar op termijn
-
-
-
-
Totaal bezoldiging
0
0
0
0
17.286
17.286
17.286
17.286
nvt
nvt
nvt
nvt
Mw. S.T. Klein-de Jong
Dhr. J.W. Lammers
Mw. N. de Geus
Dhr. L.L. van den Dool
Functie(s)
bestuurslid
bestuurslid
bestuurslid
bestuurslid
Duur dienstverband
1/6 - 31/12
1/6 - 31/12
1/6 - 31/12
1/6 - 31/12
Beloning
-
-
-
-
Belastbare onkostenvergoedingen
-
-
-
-
Beloningen betaalbaar op termijn
-
-
-
-
Totaal bezoldiging
0
0
0
0
17.286
17.286
17.286
17.286
nvt
nvt
nvt
nvt
Bezoldiging
Toepasselijk WNT-maximum Motivering indien overschrijding bedragen x € 1
Toepasselijk WNT-maximum Motivering indien overschrijding
10. O PENBA AR M AK ING S VERPLICHTING TO PFUNC TIO NARISSEN
JAARVERSLAG 2014
Bezoldiging
49
bedragen x € 1
Dhr. J. Eerbeek
Dhr. H.B. Challik
Mw. M.Mulder
Mw. J.D. Stoeten-Flach
Functie(s)
bestuurslid
bestuurslid
bestuurslid
bestuurslid
Duur dienstverband
1/6 - 31/12
1/6 - 31/12
1/6 - 31/12
1/6 - 31/12
Beloning
-
-
-
-
Belastbare onkostenvergoedingen
-
-
-
-
Beloningen betaalbaar op termijn
-
-
-
-
Totaal bezoldiging
0
0
0
0
17.286
17.286
17.286
17.286
nvt
nvt
nvt
nvt
Bezoldiging
Toepasselijk WNT-maximum Motivering indien overschrijding
JAARVERSLAG 2014
50
Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen bedragen x € 1
Niet van toepassing
Functie(s) gedurende dienstverband
-
Omvang dienstverband (in fte)w
-
(Fictieve) dienstbetrekking?
-
Uitkeringen in 2014 wegens beëindiging dienstverband
-
Jaar waarin dienstverband is beëindigd
-
Totaal toegekende uitkeringen wegens beëindiging dienstverband
-
Toepasselijk WNT-maximum ontslaguitkering
75.000
Motivering indien overschrijding: zie
10. O PENBA AR M AK ING S VERPLICHTING TO PFUNC TIO NARISSEN
-
51 JAARVERSLAG 2014
Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen die in 2014 een bezoldiging boven het toepasselijke WNT-maximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2014 geen ontslaguitkeringen aan overige functionarissen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd.
10. O PENBA AR M AK ING S VERPLICHTING TO PFUNC TIO NARISSEN
11. CONTROLEVERKLARING
JAARVERSLAG 2014
52
11. C O N T R O L E V E R K L A R I N G
53 JAARVERSLAG 2014
11. C O N T R O L E V E R K L A R I N G
JAARVERSLAG 2014
54
11. C O N T R O L E V E R K L A R I N G
55
JAARVERSLAG 2014
AFKORTINGEN
JAARVERSLAG 2014
56
AB Algemeen bestuur ABP Algemeen burgerlijk pensioenfonds AVRI Afvalverwijdering Rivierenland AWBZ Algemene Wet bijzondere ziektekosten BADO Besluit accountantscontrole decentrale overheden BBV Besluit begroting en verantwoording BGO Bijzonder georganiseerd overleg BI-tool Business Intelligence tool BNG Bank Nederlandse Gemeenten BOR Bijzondere ondernemingsraad BTW Belasting toegevoegde waarde BVG Bedrijfsverzamelgebouw BW Begeleid werken BW Burgerlijk Wetboek CAO Collectieve arbeidsovereenkomst CV Coöperatieve vereniging DB Dagelijks bestuur FTE Fulltime equivalent (voltijdbaan) FPU Flexibele pensioenuitkering GR Gemeenschappelijke Regeling I/D In- en doorstroom ICT Informatie en Computertechnologie mln miljoen POA RAAK Platform onderwijs-/ arbeidsmarkt PSO Prestatieladder socialer ondernemen P-wet Participatiewet RI&E Risico-inventarisatie & - evaluatie RIW Regionale Infrastructuur Werk en Inkomen RSA Regionaal sociaal akkoord SE Standaardeenhe(i)d(en) SKR Stichting Kringloop Rivierenland SROI Social return on investment SW Sociale werkvoorziening SZW Sociale zaken en werkgelegenheid UWV Uitvoeringsorgaan Werknemersverzekeringen Wet fido Wet financiering decentrale overheden WAPR Werkgeversadviespunt Rivierenland WGR Wet gemeenschappelijke regeling WIW Wet inschakeling werkzoekenden WNT Wet Normering Topinkomens WTZi Wet toelating zorginstellingen WSW Wet sociale werkvoorziening WWB Wet werk en bijstand WWNV Wet werken naar vermogen
DISCLAIMER Dit jaarverslag is met zorg samengesteld. LANDER streeft ernaar de geboden informatie zo compleet, toegankelijk en actueel mogelijk uit te geven. Toch kan het voorkomen dat de inhoud door tekst-, zet- of typefouten onvolledig of onjuist kan worden geïnterpreteerd. Aan de inhoud van dit jaarverslag kunt u dan ook geen rechten ontlenen. LANDER is niet aansprakelijk voor de gevolgen van het gebruik van de informatie die wij in dit jaarverslag aanbieden.
XXXXX
Hoofdkantoor De Panoven 23 4191 GW Geldermalsen Postbus 128 4190 CC Geldermalsen T 0345 686 222 F 0345 686 223 E
[email protected] I www.landergroep.nl