Nimeto Utrecht
2013
Jaarverslag 2013 Stichting Nimeto Utrecht
1
Nimeto Utrecht
2013
Inhoudsopgave Voorwoord A
Toelichting op onderdelen van het Jaarverslag Organisatie
B FV
13
Student
17
Personeel
28
Financiën: Jaarrekening
B1 FK MAB MB
C
Overige Gegevens
D
Bijlagen
D1 D2 D3
4
Onderwijs
Financieel verslag Toekomstparagraaf Grondslagen Financiële Kengetallen Balans per 31 december 2013 Exploitatierekening 2013
C1
3
Controleverklaring
Gegevens over de rechtspersoon Nevenfuncties leden Raad van Toezicht en College van Bestuur 2013 Overzicht gebruikte afkortingen
34 35 39 41 42 43
44
46 47 48
2
Nimeto Utrecht
2013
Voorwoord Een succesvol Nimetojaar in leren en werken. Voor u ligt het jaarverslag 2013 van Nimeto Utrecht, dé MBO-vakinstelling in Nederland als het gaat om onderwijs op het gebied van kleur, ruimte, vormgeving en vastgoedonderhoud. Met dit document kijken we terug op het jaar 2013. Dit verslag is gebaseerd op het format van het zogenaamde ´geïntegreerd jaardocument`, waarin scholen jaarlijks op basis van wet-en regelgeving verslag doen van het reilen en zeilen van de ontwikkelingen in de school. Het verslag is opgedeeld in de hoofdstukken Organisatie, Onderwijs, Student, Personeel, Financiën en overige gegevens. Een succesvol jaar in leren en werken staat er in de aanhef. Succesvol omdat onze diplomaresultaten goed, heel goed zijn, succesvol daar waar het gaat over – weinig – lesuitval, succesvol in de stages, succesvol in het leren in de praktijk. Alle studenten kregen en krijgen een stageplaats. Succesvol volgens de studenten, want die geven Nimeto een hoog cijfer voor de school, hun opleiding, de sfeer op school, het enthousiasme van het personeel, de veiligheid. Succesvol in het verkrijgen van boeiend werk en succesvol in de aansluiting op het vervolgonderwijs. En ondanks onze zeer onderwijs intensieve lesprogramma’s een succesvol financieel jaar. Geld, middelen die volgend jaar ingezet kunnen worden voor investeringen en innovatie in het onderwijs. In de loop van 2013 is in de organisatie veel aandacht besteed aan de uitwerking van de plannen, die de vorige minister van Onderwijs heeft geïnitieerd, onder de titel ‘Focus op Vakmanschap’. De juridische basis hiervoor is vastgelegd in een wetsvoorstel Doelmatige Leerwegen. Hierin was in eerste instantie opgenomen dat alle MBO-opleidingen op niveau 4 naast een intensief eerste leerjaar ook verplicht verkort zouden worden tot drie jaar. In de discussie hierover was snel duidelijk dat dit ten koste zou gaan van de kwaliteit van de opleidingen op vakscholen. De meeste Nimeto-studenten volgen nu een vierjarig studieprogramma. We zijn zeer verheugd dat deze discussie heeft geresulteerd in een zogenaamde ‘Moet’ opleidingenlijst voor niveau 4 opleidingen, die verplicht in 4 jaar aangeboden moeten worden op de scholen in Nederland. Het zou voor de sector niet goed zijn als voor hetzelfde diploma een regulier driejarig traject even zwaar zou tellen als een regulier vierjarig traject. Vermeldenswaard is uitgifte van een boek over een restauratieproject, waarbij Nimeto Utrecht zeer hecht betrokken was. De afgelopen 5 jaar heeft Nimeto Utrecht met groots resultaat het project ‘Grenzeloos Restaureren’ opgezet, gebaseerd op de restauratie van een kerk in het Franse Ancemont. Als afsluiting van dit project is een boek uitgegeven, waarin het gehele proces is beschreven. Het eerste exemplaar is in een feestelijke bijeenkomst overhandigd aan de Burgemeester van Ancemont. In de restauratiewereld is dit boek goed ontvangen. Er wordt nog regelmatig ondersteuning gevraagd in de vorm van lezingen op andere scholen en bij docentendagen. We bedanken hierbij alle medewerkers en studenten voor hun getoonde inzet en betrokkenheid. Met ieders medewerking kunnen we de kwaliteit van het onderwijs in onze school continueren en waar nodig verbeteren. Hans Verschoor Frans Veul College van Bestuur Nimeto Utrecht
3
Nimeto Utrecht
2013
ORGANISATIE Profiel van de instelling Nimeto Utrecht is een zelfstandige vakschool op MBO-niveau in Nederland en kenmerkt zich door een sterke focus op specifiek vakmanschap en creativiteit. Nimeto Utrecht is diep geworteld in de eigen branches. Er is aandacht voor traditie en innovatie. Nimeto Utrecht biedt specialistische opleidingen in een kleinschalige, veilige omgeving. Studenten, creativiteit en vakmanschap op hoog niveau stellen we centraal. Nimeto Utrecht biedt vakgerichte opleidingen aan binnen de branches:
Vormgeving Ruimtelijke Presentatie & Communicatie Schilder, Interieur en Vastgoedonderhoud Afbouw & Onderhoud
Er zijn volop stagemogelijkheden en de arbeidsmarktkansen van afgestudeerden zijn goed. De banden tussen de branche en de school worden van beide zijden gekoesterd. Vakmanschap wordt door ervaren docenten met veel praktijkervaring aan nieuwe generaties doorgegeven. We leiden vakspecialisten op in onze school. De studenten en de bedrijven in de branches kennen onze opleidingen een hoge mate van tevredenheid en waardering toe. Door de kwaliteit van onze opleidingen en de goede contacten met het bedrijfsleven, bestaat na het behalen van het Nimeto-diploma een uitstekende doorstroommogelijkheid naar de arbeidsmarkt of een vervolgstudie op HBO-niveau. Aan onze vakschool volgen zo’n 1.700 studenten (BOL en BBL) uit het hele land beroepsgericht onderwijs. Qua structuur een combinatie van projectonderwijs en kennisoverdracht, waarbij de uitvoerbaarheid van het onderwijs centraal staat. Naast eigen initiatief van de student zijn ook gedegen randvoorwaarden van belang als goede roosters, voldoende lessen, een goede mix van theorie en praktijk en veel ruimte voor persoonlijke aandacht van de docent voor de individuele student. Competentieontwikkeling van studenten kan plaatsvinden in de aangeboden kleinschalige, sociaal en fysiek veilige leeromgeving. De actieve studentbegeleiding binnen het onderwijsproces evenals de sociaal-emotionele begeleiding geven de studenten een gevoel van welbevinden. De contacten met de ouders zijn vanuit die begeleiding direct en de grote opkomst bij ouderavonden bevestigen de betrokkenheid en waardering bij de ouders. De inhoud van onze opleidingen, de omgeving en de sfeer en cultuur van de school bepalen onze positie nu en in de toekomst.
Opleidingen: BOL en BBL Nimeto Utrecht bood in 2013 18 opleidingen aan. Qua leerweg valt er een onderscheid te maken in opleidingen van de Beroepsopleidende leerweg (BOL) en de Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL). De BOL-opleidingen zijn verdeeld in drie afdelingen, te weten de afdeling Ruimtelijke Presentatie en Communicatie (RPC), de afdeling Interieur, Decoratie, Exterieur (IDE) en de niveau 2-opleidingen. De BOL-opleidingen alsmede de BBL-opleiding Middenkaderfunctionaris Afbouw en Onderhoud worden in Utrecht verzorgd, de overige BBL-opleidingen op diverse locaties in het land.
BOL-opleidingen Opleidingen BOL-niveau 4
Opleiding Ruimtelijke Presentatie en Communicatie: RPC In de vierjarige opleiding RPC op niveau 4 worden studenten opgeleid voor het kwalificatieprofiel Vormgeving Ruimtelijke Presentatie en Communicatie. Binnen de opleiding RPC leren studenten goederen, diensten en ideeën op een driedimensionale visuele manier te presenteren vanuit een marketingconcept. Het werkterrein bevindt zich in winkels, op beurzen en tentoonstellingen. Afhankelijk van de gekozen uitstroomvariant kan men kiezen voor beroepen als etaleur, visual merchandiser, winkelpubliciteitsvormgever, standontwerper, shopdesigner of decorvormgever. 4
Nimeto Utrecht
2013
Opleiding Interieur, Decoratie, Exterieur: IDE In de vierjarige opleiding IDE op niveau 4 worden studenten opgeleid voor het kwalificatieprofiel Middenkaderfunctionaris Afbouw en Onderhoud. Tijdens deze opleiding leren studenten alles op het gebied van verf, kleur, vorm en materiaal. Afhankelijk van de gekozen uitstroomvariant wordt men opgeleid voor beroepen als decorateur, kleur- en interieuradviseur, restaurateur, calculator, werkvoorbereider. Opleidingen BOL-niveau 2
Stand- en Decor Bouwer: SDB De opleiding Stand- en Decorbouwer is een niveau 2-opleiding en duurt 2 jaar. Het is een praktische opleiding waar men alles leert over het opbouwen en aankleden van stands voor beurzen en events in binnen- en buitenland. Men wordt opgeleid tot uitvoerend standbouwer. Na het behalen van het diploma zijn studenten veelal werkzaam binnen een standbouwbedrijf, waar zij beurspresentaties open afbouwen. Opleiding Medewerker Productpresentatie: MP In deze tweejarige opleiding MP op niveau 2 worden studenten opgeleid voor het kwalificatieprofiel Vormgeving Ruimtelijke Presentatie en Communicatie. MP is een zeer praktische opleiding, waarbij studenten alles leren over productpresentaties in de winkel. Hierbij leert men verschillende praktische vaardigheden op het gebied van onder andere etaleren, visual merchandising, styling en signing. Opleiding Schilder: S In deze tweejarige opleiding S op niveau 2 worden studenten opgeleid voor het kwalificatieprofiel Medewerker schilderen. De opleiding Schilder is een praktische opleiding voor de schildersbedrijfstak. Studenten leren verschillende decoratieve technieken toe te passen en doen praktische vaardigheden op, op het gebied van schilderen, spuiten, wandafwerking en belettering. Signmaker: SIGN De opleiding SIGN leidt op voor het beroep van Signmaker. Het is een 2-jarige praktijkgerichte opleiding waar studenten alles leren over het produceren en aanbrengen van speciale belettering op media in de buitenruimte, bijvoorbeeld op auto’s, winkelgevels, reclameborden en lichtreclames. Ook is aandacht voor 3-D uitingen.
BBL-opleidingen In de sector Afbouw en Onderhoud is de afgelopen jaren vanwege het geringe aantal studenten een bundeling van opleidingen tot stand gekomen op een beperkt aantal opleidingsplaatsen in het land. In het schooljaar 2012/2013 verzorgt Nimeto Utrecht de volgende BBL-opleidingen in samenwerking met het kenniscentrum Savantis en de Stichting Vakopleiding Afbouw. De BBL- opleidingen worden op diverse locatie in het hele land verzorgd: in Bussum, Den Haag, Amsterdam, Uithoorn, Katwijk, Almere/Lelystad, Apeldoorn, Rijswijk, Assen, Rosmalen, Venray, Nuenen, Purmerend, Rijen en Zwolle. BBL-Opleidingen Sector Schilderen en Onderhoud
Assistent Schilder (niveau 1) Arbeidsmarktgekwalificeerd Assistent (niveau 1) Schilder (niveau 2) Gezel Schilder en Gezel Schilder Voorman (niveau 3) Middenkaderfunctionaris Afbouw en Onderhoud (niveau 4)
BBL Opleidingen Sector Afbouw
Stukadoor (niveau 2) Dekvloerenlegger (niveau 2) Plafond en Wandmonteur (niveau 2) 5
Nimeto Utrecht
2013
Gezel Stukadoor (niveau 3) Gezel Dekvloerenlegger (niveau 3) Middenkaderfunctionaris Afbouw en Onderhoud (niveau 4) Schoonmaken en Glazenwassen (niveau 2)
6
Nimeto Utrecht
2013
Beleid en Strategie Begin 2013 is het strategisch Beleidsplan 2013-2016 definitief vastgesteld. Dit beleidsplan bouwt voort op het eerdere beleidsplan 2009-2012 (“Op de goede weg”). Na de aandacht in het laatste beleidsplan op de invoering van de nieuwe competentiegerichte kwalificatiedossiers, ligt het accent in dit nieuwe beleidsplan op behoud van kwaliteit van het onderwijs voor studenten in een sterk veranderende omgeving. Een conceptversie van dit beleidsplan is besproken met de Raad van Toezicht, teamleiders en de Ondernemingsraad. Aanvullingen en opmerkingen zijn meegenomen in de definitieve versie. Op deze wijze is een document ontstaan dat draagvlak heeft in de organisatie. Alles is erop gericht om Nimeto Utrecht continue verder te ontwikkelen als zelfstandige en goed renderende school. In de tevredenheidsonderzoeken van studenten, stagebedrijven en eigen personeel scoort Nimeto Utrecht goed tot zeer goed. Streven is deze hoge scores te behouden en continue verbeterpunten te realiseren. Centraal in het beleid de komende jaren staan de volgende OCW-beleidsontwikkelingen, die in de schoolorganisatie moeten worden doorgevoerd. Al deze ontwikkelingen leggen een groot beslag op het ontwikkelvermogen van de organisatie:
Focus op Vakmanschap vanaf schooljaar 2014/2015 Passend onderwijs vanaf schooljaar 2014/2015 Landelijke examinering van Taal en Rekenen vanaf schooljaar 2014/2015 Nieuw systeem van bekostiging in kalenderjaar 2015 Invoering nieuwe kwalificatiedossiers vanaf schooljaar 2016/2017 Ontwikkeling van het bekwaamheidsdossier docenten gekoppeld aan het centrale lerarenregister in 2017
Naast anticipatie op externe beleidsontwikkelingen kunnen de volgende aandachtspunten voor wat betreft de interne organisatieontwikkeling worden genoemd: In het streven naar een omvang van circa 1.250 BOL-studenten is verbreding van het opleidingen aanbod nodig. Vanaf schooljaar 2014/2015 zal binnen een aantal bestaande opleidingen de mogelijkheden worden vergroot:
Aan de bestaande opleidingen Schilder, SIGN, SDB wordt als keuzemogelijkheid een derde jaar toegevoegd. Hierin staat centraal het aansturen van medewerkers en leidinggeven, ondernemersvaardigheden en communicatie met klanten. De huidige opleiding Projectmanager Vastgoedonderhoud zal worden verrijkt met een module Makelaardij.
In schooljaar 2015/2016 wordt gestart met een nieuwe creatieve media-opleiding: Crossmedia Editing. Leerlingen leren er om producten en diensten te verkopen door eigentijds mediagebruik. Ze zijn belangrijk zowel voor uitgeverijen als juist voor winkels en bedrijven. Basis in de opleiding blijft een flink aandeel ruimtelijke vormgeving. Streven is de interne samenwerking tussen de afdelingen de komende jaren te intensiveren. Niet alleen op het terrein van ICT en huisvesting maar ook op onderwijsinhoud. Dit betreft naast Taal en Rekenen ook vakken als Kunstzinnige Vorming en lessen in applicaties als Vectorworks en Adobe. In het kwaliteitszorgbeleid is de borging van de afdelings/teamplannen in de gehele organisatie van belang. In de scholingsdagen van docenten zal de komende jaren voldoende ruimte worden geschapen om aan kwaliteitszorg aandacht te geven. Samenwerking is hiervoor gezocht met het onderwijsadviesbureau CINOP.
7
Nimeto Utrecht
2013
Bestuur en Toezicht Nimeto Utrecht hanteert met betrekking tot het besturen, het toezicht, de horizontale verantwoording en dialoog de Governancecode van de MBO-sector ‘Goed bestuur in de BVE-sector’, die op 1 januari 2009 in werking is getreden. De scheiding tussen bestuur en toezicht is binnen Nimeto Utrecht vormgegeven middels de Raad van Toezicht en het College van Bestuur, waarbij het College van Bestuur het bevoegd gezag is. Het College van Bestuur voert tezamen met het managementteam de dagelijkse leiding van de school. Conform de Governancecode verantwoordt Nimeto Utrecht zich aan externe en interne toezichthouders middels het geïntegreerd jaardocument, dat voldoet aan de vereisten van het Ministerie van OCW. Feedback wordt gezocht bij de diverse stakeholders; Nimeto Utrecht verricht enquêtes onder studenten (JOB-monitor), oud-studenten, bedrijfsleven en eigen personeel. Daarnaast participeert Nimeto Utrecht in de benchmark van het MBO, waarin onderwijsinstellingen bedrijfsmatig onderling worden vergeleken. Nimeto Utrecht heeft een kwaliteitszorgsysteem waarmee de bedrijfsprocessen worden geborgd. De belangrijkste externe toezichthouders van Nimeto Utrecht zijn de Inspectie van het Onderwijs en een publieke accountant. De controlerend accountant van Nimeto Utrecht is de FSV Accountants+Adviseurs B.V. Medezeggenschap is binnen Nimeto Utrecht vormgegeven door het functioneren van een Ondernemingsraad en een Studentenraad. Het College van Bestuur voert regelmatig overleg met beide organen over relevante aangelegenheden. Een keer per jaar vindt er een gezamenlijk overleg plaats tussen Raad van Toezicht en College van Bestuur en de Studentenraad en Ondernemingsraad. De verantwoordelijkheden, taken en onderlinge verhouding tussen Raad van Toezicht en College van Bestuur zijn vastgelegd in de statuten van de stichting en het bestuursreglement. In bijlage D2 is opgenomen een overzicht van relevante nevenfuncties van de leden van de Raad van Toezicht alsmede het College van Bestuur. De leden vertegenwoordigen ieder vanuit een andere achtergrond de Raad van Toezicht. De RvT is daarmee evenwichtig ingericht namens belanghebbenden en ook maatschappelijk verantwoord ingericht, rekening houdend met verschillende stakeholders College van Bestuur Drs J.A. Verschoor MBA (Hans) Drs F.X. Veul (Frans)
Voorzitter Lid, plaatsvervangend voorzitter
Managementteam Het College van Bestuur vormt tezamen met onderstaande personen het Managementteam: M. Delissen (Maarten) Opleidingsmanager IDE L.G. Meulenkamp (Bert) Opleidingsmanager RPC Drs C.M.J. Borghols(Pien) Hoofd Examinering & Administratie T. Haije (Theo) Hoofd Personeelszaken Raad van Toezicht
Nimeto Utrecht kent een Raad van Toezicht bestaande uit 7 leden: L.M. Geluk (Leen) C. Ramdas (Charley) W. van den Berg (Wim) A. Buller (Aad) E. Maesen (Ed) A. van Raak (Arnoud) J. van Selm (Jos)
Werkgever Vastgoed OnderhoudsBedrijf Vice-voorzitter vakbond FNV Zelfstandig Retailconsultant Medewerker OnderhoudNL Zelfstandig Retailconsultant Zelfstandig consultant Vastgoedbranche Ondernemer Schildersbedrijf
Voorzitter Secretaris Financiën Lid Lid Lid Lid
In 2013 heeft er 4 maal een vergadering plaatsgevonden tussen RvT en CvB. Belangrijke besluitvorming en relevante beleidsissues worden apart gelabeld in de verslaggeving. In het verslagjaar 2013 zijn met College van Bestuur onder meer de volgende beleidsmatige onderwerpen aan bod gekomen:
Meerjarenbeleidsplan 2013-2016 Ontwikkelingen in de branches 8
Nimeto Utrecht
2013
Focus op Vakmanschap De 3/4 jarigheid van de opleidingen Integriteitscode Klachtenregelingen
De Governancecode is enkele malen onderwerp van gesprek geweest in de overleggen van de Raad van Toezicht met het College van Bestuur. De conclusie van deze gesprekken was dat de branchecode wordt toegepast en nageleefd. De evaluatie van de naleving van de branchecode zal jaarlijks op de agenda terugkeren. In het kader van controle en verantwoording is het Geïntegreerd Jaardocument 2013, waaronder de jaarrekening en accountantsverklaring alsmede de managementletter in aanwezigheid van de accountant besproken. Ondernemingsraad (OR) De OR bestaat ultimo 2013 uit de volgende 7 leden: Hein Blankers Willem Goudzwaard Alma Nijmeijer Trix van Vugt Hans Berkvens Rob Lobregt Willem van den Berg Marianne van Laarschot
Voorzitter Secretaris Lid Lid Lid Lid Lid Lid
De OR heeft een intensief jaar achter de rug. In 2013 is de OR 11 maal bijeengeweest en heeft 5 maal met het CvB overlegd. In december 2013 heeft de OR een overleg gehad met de RvT. Dit gesprek is door beide partijen als positief ervaren. Net als in 2012 heeft er in 2013 is er een wisseling in de personele bezetting van de OR plaatsgevonden. Raakte de OR in 2012 nog Maarten Delissen kwijt aan het MT, in 2013 nam zijn opvolger Willem van den Berg afscheid van de raad. Dit omdat hij zijn nieuwe functie als teamleider moeilijk kon combineren met het lidmaatschap van de OR. Voor zijn opvolging heeft de OR tussentijdse verkiezingen uitgeschreven die in september zijn gehouden. Voor de opengevallen vacature hadden zich 3 kandidaten aangemeld. Marianne van Laarschot won deze verkiezing met overtuigende meerderheid (54%). Niet alleen het grote aantal kandidaten stemde de OR tevreden, ook de hoge opkomst (84%) getuigt van een grote betrokkenheid van het personeel met de OR. De OR heeft in 2013 5 maal met het CvB vergaderd. Hierbij zijn in 2013 zaken met betrekking tot o.a. de jaarplanning, vakantierooster, financiën en de ontwikkelingen binnen het onderwijs aan de orde gekomen. De rode draad binnen de overleggen met het CvB in 2013 was het vervolg van het op papier zetten en formaliseren van de verschillende regelingen voor het personeel in één kaderregeling personeelsbeleid. In 2013 is dit proces nog niet definitief afgerond en dit proces kent een doorloop naar 2014. In deze kaderregeling worden bijlagen opgenomen met betrekking tot o.a. functionerings- en beoordelingsgesprekken, promotiecriteria docenten, reglement werkoverleggen en de uitvoering van het professioneel statuut. Over een aantal van deze bijlagen wordt in 2014 het overleg nog voortgezet. In 2013 heeft er een samenvoeging van het onderwijsbureau en de leerlingenadministratie plaatsgevonden. Hoewel de OR tot 2 x toe een negatief advies had afgegeven over deze samenvoeging, heeft het CvB besloten om deze samenvoeging, met een aantal aanpassingen, toch door te zetten. Hierbij zijn wel een aantal evaluatiemomenten met de betrokken medewerkers en de OR afgesproken. De OR heeft zich in 2013 sterk gemaakt voor het opnemen van een addendum bij de stagecontracten van de leden van de Studentenraad. Over dit addendum zijn afspraken gemaakt met het CvB, maar tekstueel is dit nog niet afgerond. Dit proces kent ook een doorloop naar 2014. In het addendum wordt geregeld dat de leden van de SR, tijdens hun stage, vrij krijgen voor werkzaamheden in het kader van de SR zoals het bijwonen van vergaderingen. 9
Nimeto Utrecht
2013
Studentenraad De studentenraad bestaat ultimo 2013 uit de volgende leden: Elles Immerzeel Marga Konieczek Jorim Soeters Jesse Verboog
RPC IDE IDE RPC
3e jaars 3e jaars 1e jaars 1e jaars
klas klas klas klas
R3B I3R I1E R1E
In 2013 is de studentenraad 2 keer formeel in vergadering bijeen geweest met het College van Bestuur. Hierbij zijn de onder meer de volgende onderwerpen aan bod gekomen:
Nieuwe klachtenregeling Uitkomsten JOB-monitor Facilitaire zaken (handblowers en haakjes in WC) Studentenstatuut Onderwijsovereenkomst Extra fietsenstalling Regeling verzuim
10
Nimeto Utrecht
2013
Organisatiestructuur Organisatiewijzigingen In 2013 zijn na pensionering van het Hoofd Onderwijsbureau de taken van het onderwijsbureau anders verdeeld in de organisatie. De examineringstaken zijn samengevoegd met de onderwijs-administratieve zaken in de nieuwe afdeling Examinering & Administratie. De Planning van het onderwijs alsmede Kwaliteitszorg zijn als een aparte stafafdeling direct onder het College van Bestuur gepositioneerd. Eind 2013 is deze verandering door alle betrokkenen positief geëvalueerd.
11
Nimeto Utrecht
2013
Nimeto Utrecht Organogram 01 -01 -2014
Ondersteunende afdelingen
Raad van Toezicht
College van Bestuur
OR
Planning Onderwijs KWAZO Examinering &Administratie
Opleidingsmanager
Opleidingsmanager
Communicatie en Voorlichting Facilitaire zaken
Teamleiders 1,2,3 RPC
Teamleiders 1,2,3 IDE
Coordinatoren niveau 2 SDB,MP,S,SIGN
Coordinator BBL
ICT Secretariaat CvB PZ
Financiele zaken
12
Nimeto Utrecht
2013
Onderwijs Visie op onderwijs Nimeto Utrecht biedt studenten opleidingen aan om een beroep te leren, door te stromen naar een vervolgopleiding en ondernemer te worden. De opleidingen van Nimeto Utrecht zijn sterk geënt op de beroepspraktijk in brede betekenis: de maatschappelijke context waarin studenten moeten functioneren, nu en later. In de onderwijs- en beroepspraktijk vinden continu innovaties plaats als gevolg van de immer voortschrijdende ontwikkeling van de techniek en verbeterde inzichten in de ontwikkeling van studenten. Nimeto Utrecht volgt deze ontwikkelingen en vertaalt deze naar programmering, begeleiding, didactiek en onderwijslogistiek. Studenten dienen kennis, vaardigheden en een adequate (beroeps)houding aan te leren tijdens hun opleiding wat in meerdere leerfases wordt aangeboden. Bij het vormgeven van de inhoud van de opleidingen zijn leerlijnen per vakgebied vastgesteld. Deze leerlijnen nemen per leerfase toe in diepgang en verbreding. Dit geldt vooral voor de beroepsvaardigheden. Voor de leerontwikkeling van de studenten zijn ontwikkelingslijnen vastgesteld gedurende de leerfasen. De rode draad in deze leerontwikkeling is de mate van zelfstandig werken. In de eerste leerfase is er sprake van veel sturing en in de laatste leerfase zal zelfsturing/zelfstandig werken centraal staan. Begeleiding en beoordeling in alle leerfasen zijn zowel product- als procesgericht. Gezien het beginniveau van de student en de onbekendheid met de inhoud van de opleiding, worden in de eerste leerfase kennis en vaardigheden aanbodgericht overgedragen. Bij de opdrachten zal in de eerste leerfase naast de inhoud ook veel aandacht uitgaan naar het leerproces van de student. Gedurende de opleiding past de student zijn kennis, vaardigheden en (beroeps)houding toe in beroepssituaties. Meer dan in het verleden zal rekening worden gehouden met nieuwe wetenschappelijke kennis en inzichten omtrent de fysieke en geestelijke ontwikkeling van jeugd en jongvolwassenen waarbij zaken als puberbreinontwikkeling en de interactie met de geboden lesprogrammatuur een belangrijke rol spelen. Nimeto Utrecht stimuleert haar docenten om continu uitdagend, innovatief en aansprekend onderwijs te bieden. Structuur is nodig om het gewenste resultaat te bereiken. De onderwijslogistiek: groepssamenstelling, volgorde onderwijsprocessen, lesroosters en huisvesting is het hart en bloedsomloop van de structuur van Nimeto Utrecht. Eenduidige toegankelijke informatie is hierbij onontbeerlijk. Temeer daar binnen ons onderwijs de nodige stappen zijn genomen in de flexibilisering van ons onderwijs. Niet zo zeer gericht op het op alle momenten kunnen in- en uitstromen in en uit ons onderwijsstelsel (terzijde zij opgemerkt dat de nieuwe beleidsvoorstellen van de Minister inzake de studieduur dit sterk zullen beperken) wel op de inhoudelijke operationaliteit van de flexibilisering. Hierbij moet gedacht worden aan vrijstellingen, versnellen, vertragen, uitstroomkeuze, niveaugroepering, individuele routering door middel van elektronisch lesmateriaal, op- en afstroom, afstemming reguliere en e-didactiek, gebruik social media en variatie in toetsvormen. Deze activiteiten zullen binnen de financiële koers worden voortgezet en versterkt, ook in de begeleiding op school en beroepspraktijk. Informatievoorziening hieromtrent voor docenten en voor/over studenten is hier van eminent belang. Voor de laatste categorie, onze studenten, verdere verbetering van informatie over lesroosters, duidelijke projectbeschrijvingen en het goed, inzichtelijk plannen van toetsen en afsluitingen per lesperiode. Studenten die voor Nimeto Utrecht kiezen, hebben een praktisch ingestelde werkhouding. Om studenten uit te dagen hanteren wij diverse werkvormen onder meer hoorcolleges, individuele opdrachten, groepsopdrachten en praktijksimulaties. Inzet van ICT-middelen is hierbij van groot belang. Nimeto Utrecht besteedt veel aandacht aan begeleiding van de studenten gedurende hun studie. Elke klas heeft een mentor, die de student begeleid. Daarnaast heeft Nimeto Utrecht een zorgteam voor persoonlijke begeleiding van de student.
13
Nimeto Utrecht
2013
Basis voor het vormgeven van de opleidingen vormen de wet- en regelgeving in de MBO-sector. Uitgangspunt bij het invullen van de opleidingen vormen de per opleiding vastgestelde kwalificatiedossiers waarin kerntaken, werkprocessen en competenties zijn beschreven. De inhoud van de kwalificatiedossiers wordt gezamenlijk bepaald door bedrijfsleven en scholen en vastgesteld door de overheid. Ontwikkelingen onderwijs Algemeen In 2013 is meer duidelijkheid gekomen over de nadere invulling van ‘Focus op Vakmanschap’, met name voor wat betreft het aantal onderwijsuren per leerjaar en de onderverdeling in onderwijsbegeleide-uren (BOT) en stage-uren. Vooral het uitblijven van de beslissing van OCW om niveau 4-opleidingen al dan niet terug te brengen van vier naar drie jaar bleef lang boven de markt hangen en maakte besluitvorming lastig. Er zijn diverse scenario’s uitgewerkt om te kunnen anticiperen op de ontwikkelingen. Nu inmiddels duidelijk is geworden dat onze opleidingen 4-jarig kunnen blijven, was het mogelijk deze scenario’s verder uit te werken. In deze scenario’s stond de inzet van personeel qua lesdagen en lesuren alsmede de inzet van lokalen centraal. Het eerste schooljaar bij de Nimeto-opleidingen is al jarenlang intensief, zodat deze opzet slechts aan beperkte veranderingen onderhevig is. Het start van schooljaar 2014/2015 kan op dit punt met vertrouwen tegemoet worden gezien. Continue wordt gewerkt aan verbetering van het onderwijsproces. Door studiedagen en werkgroepen worden docenten actief betrokken bij het onderwijs, zowel inhoudelijk als organisatorisch. Studenten worden betrokken door periodiek overleg met de klassenvertegenwoordigers. Introductie van laptop in het onderwijs gaat gestaag door. Inmiddels beschikt meer dan de helft van de studenten over een eigen laptop. Bij de afdeling RPC is medio 2013 een zelf geïnitieerde externe audit uitgevoerd. Doel van de audit is om verbeteracties te formuleren zodat de kwaliteit van de opleiding vergroot kan worden. De auditor heeft gesproken met studenten, docenten, teamleiding, de stage-coördinator en begeleiders van de stagebedrijven. Sterke punten van de opleiding waren het bieden van een prettig en veilig leerklimaat, de persoonlijke aandacht en de zorgvuldige intake en voorlichting. Aandachtspunten zijn de wijze van het geven van feedback op leeractiviteiten, de stage, de processen rondom examinering en diplomering en de borging van kwaliteitszorg. Veel aandacht bij de afdeling RPC is uitgegaan naar de inrichting van het onderwijs op basis van het nieuwe kwalificatiedossier ‘Ruimtelijk Vormgever’. In het kader van Focus op vakmanschap is bij de afdeling IDE in het schooljaar 2013/2014 een beweging in gang gezet om het eerste leerjaar meer vakgericht in te richten en het aantal projecten te beperken. Op deze wijze kan het kennisniveau worden verhoogd ter voorbereiding op de stage in het tweede leerjaar. Examinering Met ingang van het schooljaar 2012-2013 is de ‘examenstructuur’ aangepast. De examencommissie heeft een aantal kaderdocumenten voor examinering herijkt en vastgesteld:
de visie op examinering is geëxpliciteerd; de examenorganisatie is herijkt en vastgesteld; de procedure voor het schrijven van de cesuur is aangescherpt.
Binnen de Examencommissie zijn de verantwoordelijkheden voor de organisatie van de centrale examinering duidelijker belegd. De Examencommissie is verantwoordelijk voor het borgen van de kwaliteit van de examinering en het examenproces. De commissie legt verantwoording af aan het College van Bestuur en is onafhankelijk van lijnverantwoordelijkheden samengesteld. De Examencommissie stuurt, controleert en evalueert het gehele examenproces. Daarnaast is de Examencommissie verantwoordelijk voor de afname van ontwikkelde examens en de vaststelling van de resultaten van ontwikkelde examens. 14
Nimeto Utrecht
2013
Specifieke taken van de Examencommissie zijn het aansturen van de toetsvaststellingscommissie, het diplomeren van studenten, het in behandeling nemen van klachten van studenten met betrekking tot de afname van een examen en het evalueren van het examenproces. In 2013 is veel aandacht besteed aan de scholing en professionalisering van het personeel dat betrokken is bij alle fases van de examinering. Bij de vaststelling en samenstelling van de toetsen is een grotere rol van het bedrijfsleven tot stand gebracht door actieve deelname in de toetsvaststellingscommissie. Het aantal examenmomenten per kerntaak is verminderd. Ook in 2014 wordt aan dit herzieningsproces een vervolg gegeven. Taal- en rekenonderwijs Op het gebied van taal- en rekenvaardigheden moeten alle studenten worden opgeleid tot het niveau dat bij hun diploma behoort (de 2F, 3F normen). Het streven is dit zonder studievertraging te realiseren. Dit alles in het kader van de invoering van de landelijke examens voor deze vakken. In 2013 hebben alle kandidaten deelgenomen aan de pilot-examens Nederlands en Rekenen. De eerste resultaten van de toetsen zijn bemoedigend. Beide zitten boven het landelijk gemiddelde; bij taal meer dan bij rekenen. Naast Nederlands en Rekenen zullen studenten ook voor Engels centraal geëxamineerd gaan worden. Ter voorbereiding en ondersteuning zijn diverse werkgroepen aan de slag om hiervoor leerlijnen ontwikkelen. Door het opschuiven van de deadline voor landelijke examinering is er meer tijd gekomen om de studenten op het gewenste niveau te brengen. Passend onderwijs Ter voorbereiding van de invoering van passend onderwijs vanaf schooljaar 2014/2015 is veel aandacht besteed aan het vaststellen en formuleren van een passend beleid. In de nieuwe wet is geregeld dat scholen aan studenten met een beperking, die hun leerproces belemmert, binnen redelijke grenzen, een passend onderwijsaanbod moeten aanbieden. Nimeto heeft ondersteuningsprofielen opgesteld, die studenten en ouders duidelijkheid geven over wat ze kunnen verwachten op het gebied van extra ondersteuning gedurende de opleiding aan het Nimeto Utrecht. Extra ondersteuning is geënt op de thema’s: extra aandacht en tijd, maatwerk in didactiek, aanpassingen aan de fysieke omgeving of het bieden van specialistische begeleiding. Leren, Loopbaan en burgerschap Om goed in onze samenleving mee te kunnen doen, is alleen een voorbereiding op een beroep niet voldoende. Het document ‘Leren, Loopbaan en Burgerschap (LL&B)’ van het Ministerie van OCW speelt daarop in. In dit document staan de eisen beschreven waar de studenten in het middelbaar beroepsonderwijs aan moeten voldoen. In 2013 is nadere invulling hieraan gegeven. Klachtenregelingen In 2013 zijn de diverse klachtenregelingen voor studenten aangepast en verduidelijkt. Er zijn drie soorten klachtenregelingen:1) Klachten over examinering, beoordeling en studieadvies; 2) Klachten over seksuele intimiteiten, discriminatie, agressie, geweld en ongewenst gedrag; 3) Overige klachten. De leidende gedachte achter deze regelingen is om op een zo laag mogelijk niveau in de organisatie onvrede bij studenten te bespreken en vervolgens op te lossen. Al deze regelingen kennen een drieslag docent/mentor, opleidingsdirectie en vervolgens een bezwaar- en beroepsprocedure. Op deze wijze blijft het aantal formele klachten bij externe instanties beperkt. Samenwerking bedrijfsleven. Nimeto Utrecht werkt continu op verschillende manieren samen met het bedrijfsleven. Onze goede relatie met de bedrijven in de brede creatieve sector uit zich bijvoorbeeld in hun betrokkenheid bij de invulling van stages en hun zitting in de commissies. Ook ten aanzien van innovatie werken we graag samen met het bedrijfsleven, bijvoorbeeld door het actief aanbieden van kennis via seminars en workshops. Naast betrokkenheid van het bedrijfsleven bij de examinering hecht Nimeto Utrecht eraan over het gehele programma geadviseerd te worden. Continue wil Nimeto Utrecht onderzoeken wat de ontwikkelingen zijn in de branches en van een beginnend beroepsbeoefenaar word verwacht. Hiertoe zijn in 2013 branche-adviescommissies opgericht voor de afdeling IDE en RPC.
15
Nimeto Utrecht
2013
Diverse projecten in het onderwijs In 2013 is een haalbaarheidsonderzoek gestart naar het project “Painting the Town” in samenwerking met de stichting Onterfd Goed. Er zijn vergaande ideeën over workshops ontstaan voor de studenten van alle vakscholen. Het project wordt nu verder opgepakt door de projectbureaus van de verschillende vakscholen. De 3 vakscholen (Nimeto, Sintlucas, Cibap) hebben sinds september 2013 regulier overleg over de ontwikkeling van de opleidingen Beschermings- en afwerkingstechniek, Specialist Restauratie en Decoratie op het gebied van docenten, lessen en examinering. Dit heeft een grondige kennisuitwisseling opgeleverd op het gebied van leerlijnen, curriculum en een analyse per opleiding en vakschool. Daarnaast wordt gedacht aan examineren op locatie of het uitwisselen van assessoren en gezamenlijke lezingen of excursies op te zetten. De etalage van de Centrale Bibliotheek in Utrecht wordt in 2013 maandelijks ingericht door studenten en docenten van alle verschillende creatieve opleidingen van Nimeto Utrecht. De wisselende sfeeretalages sluiten aan bij de actuele thema’s van de bibliotheek. Het project is voor studenten een erg leerzaam en realistisch project. Studenten van de opleidingen Medewerker Productpresentatie, Signmaker en Vormgever Ruimtelijke Presentatie en Communicatie werken op school aan de decorstukken en de belettering.
In 2013 heeft Nimeto Utrecht met een aantal studenten succesvol meegestreden in de beroepenwedstrijden Worldskills. Team Nederland, het team dat Nederland vertegenwoordigde tijdens WorldSkills in Leipzig, kwam maandag 9 september 2013 in Den Haag voor het laatst bij elkaar. Hierbij waren ook docente Erika Scharff en oudleerlingen Simone de Meijere (winnares van de Gouden Medaille voor etaleren tijdens WorldSkills 2013 in Leipzig) en Philine van den Hul (winnares van de zilveren medaille etaleren tijdens WorldSkills 2011 in Londen). Minister van Onderwijs Jet Bussemaker sprak het team toe. In haar speech gaf zij aan dat deze kandidaten de toppers van het mbo zijn. Als we het hebben over excellentie dan hebben zij dit bewezen. Zowel voor WorldSkills 2011 als 2013 had de Nimeto-kandidate de hoogste score. De gouden medaille van Simone was de eerste medaille van Nederland na 10 jaar!
16
Nimeto Utrecht
2013
Student In de onderstaande grafiek wordt de ontwikkeling weergegeven van het aantal studenten in de afgelopen jaren. Met ingang van het nieuwe schooljaar 2013/2014 is het aantal ingeschreven studenten gestegen met 17% tot 1.753. Deze stijging valt met name waar te nemen bij de BBLopleidingen in de schoonmaaksector, die in samenwerking met de Vakopleiding van Savantis worden verzorgd. Het aantal BOL-studenten is gestegen met 6%.
2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 2013/2014 19 18 27 62 434 551
S SIGN SDB MP IDE RPC BOL
1.111
BBL* Totaal
1.285
174
20 31 14 65 392 581 1.103
288 1.391
21 37 26 89 389 550 1.112
373 1.485
20 37 30 90 419 544 1.140
355 1.495
30 35 33 82 436 593 1.209 544 1.753
* In samenwerking met Savantis
S=Schilder; SIGN= Medewerker SIGN SDB=Stand en Decorbouwer; MP=Medewerker Productpresentatie;IDE= Interieur, Decoratie ,Exterieur; RPC= Ruimtelijke Presentatie en Communicatie; BOL = Beroepsopleidende Leerweg BBL = Beroepsbegeleidende Leerweg
17
Nimeto Utrecht
2013
Kenmerken studentenpopulatie In de volgende tabel is de studentenpopulatie weergegeven naar leeftijd en geslacht. Duidelijk is dat bij de BOL-opleidingen sprake is van ruime meerderheid van vrouwelijke studenten (83%) en bij de BBLopleidingen aan mannelijke studenten (98%). Het aantal leerplichtige BOL-studenten bedraagt 36% en bij de BBL-studenten 10%. In de BOLopleidingen is één 30+student ingeschreven. Bij de BBL-opleidingen bedraagt het percentage 30+ studenten 46%. studenten Nimeto Utrecht 1 oktober 2013 leeftijd
BOL
BBL
man
vrouw
Totaal
man
BOL en BBL vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
24-29
61 115 6
374 638 14
435 753 20
59 184 54
1 5 3
60 189 57
120 299 60
375 643 17
495 942 77
30-60
1
0
1
234
4
238
235
4
239
totaal
183
1026
1209
531
13
544
714
1039
1753
15-17 18-23
Kaart Nederland - voedingsgebieden In het volgende overzicht is weergegeven waar geografisch gezien onze studenten in 2013 woonachtig zijn. Duidelijk is de concentratie in het midden van het land, waarbij in de donker gearceerde regio’s tussen de 50- en 200 studenten afkomstig zijn. Enkele van onze studenten zijn ook afkomstig uit verder van ons afgelegen gebieden.
18
Nimeto Utrecht
2013
Uitstroom studenten Uitstroom van studenten gedurende het schooljaar vindt plaats met diploma (gediplomeerden) en zonder diploma (tussentijdse schoolverlaters). Ondanks alle inspanningen om de studenten te behouden, verlaat jaarlijks een aantal studenten zonder een diploma de school. Gediplomeerden Er zijn meerdere methodes om het percentage uitstroom van studenten met diploma te berekenen, ook wel het diplomarendement genoemd. Een zuivere definitie is gebaseerd op de cohort-berekening: het aantal studenten, dat na een aantal jaren met een diploma de opleiding afrondt in relatie tot het aantal studenten, dat aan de opleiding is begonnen. De Onderwijsinspectie kijkt meer vanuit het perspectief van de jaarlijks tussentijdse schooluitval en gebruikt een tweetal definities: jaarresultaat en diplomaresultaat. Het jaarresultaat is gedefinieerd als het percentage studenten dat met een diploma de school verlaat in relatie tot het totaal aantal schoolverlaters (dus ook die zonder diploma). Jaarresultaat
De Inspectie van het Onderwijs definieert jaarresultaat als volgt: aantal gediplomeerden in een teljaar aantal gediplomeerden, plus aantal ongediplomeerde instellingsverlaters in hetzelfde teljaar Nimeto-breed (de BOL-opleidingen van Nimeto plus de BOL- en BBL-opleidingen van het samenwerkingsverband Nimeto-Savantis) zien we dat alle niveaus voldoen aan de inspectienorm.
Nimeto totaal niv 1 totaal niv 2 totaal niv 3 totaal niv 4 Nimeto breed
instel.verl. allen zonder dip met dip 4 39 43 145 8 24 109 228 164 436
Jaarresultaat BOL-opleidingen instel.verl. allen zonder dip met dip S 2 11 SIGN 9 14 SDB 3 15 MP 14 42 BOL niv 2 27 82 RPC 51 91 IDE 46 81 BOL niv 4 97 172 BOL totaal 124 344
totaal 43 188 32 337 600
20122013 90,7% 77,1% 75,0% 67,7% 72,7%
Norm inspectie 60,7% 56,5% 65,3% 64,2%
20112012 66,7% 76,6% 80,0% 69,1% 72,2%
totaal 13 23 18 55 109 142 127 269
Jaarresultaat 2012-2013 84,6% 60,9% 83,3% 76,4% 75,2% 64,0% 63,8% 63,9%
jaar resultaat 2011-2012 81,8% 71,4% 83,3% 76,7% 76,5% 67,2% 60,7% 64,5%
538
70,1%
67,5%
Alle niveau 2-opleidingen behalen de inspectienorm van 56,5% ruimschoots. De niveau 4-opleidingen blijven iets achter bij de inspectienorm van 64,2. Dit valt te verklaren door relatief kleine examenklassen ten opzichte van een grotere instroom in het eerste jaar.
19
Nimeto Utrecht
2013
Diplomaresultaat
De inspectie van het Onderwijs definieert diplomaresultaat als volgt: aantal gediplomeerde instellingsverlaters in een teljaar alle instellingsverlaters in hetzelfde teljaar Het verschil met het jaarresultaat is: gediplomeerden niveau 2 die doorstromen naar niveau 4 tellen niet mee als gediplomeerde instellingsverlaters.
niveau 4-studenten die zonder niveau 4-diploma de opleiding verlaten, maar in een eerder jaar een niveau 2-diploma aan het Nimeto hebben behaald, tellen mee als gediplomeerde instellingsverlaters.
Nimeto breed zien we dat alle niveaus ruimschoots de inspectienorm behalen. Op Bol niveau 4 blijven we licht onder de norm. De relatief kleine examenklassen van deze opleidingen bij een groeiende instroom is hiervan de oorzaak.
Nimeto totaal niv totaal niv totaal niv totaal niv Nimeto breed
S SIGN SDB MP BOL niv2 RPC IDE BOL niv4 BOLtota al
1 2 3 4
instel.verl. allen 2012zonder dip met dip totaal 2013 4 31 35 88,6% 42 133 175 76,0% 1 22 23 95,7% 99 228 327 69,7% 146
414
instellingsverlaters zonder met totaal dip dip 1 6 7 9 14 23 3 17 20 13 42 55
560
Norm inspectie 45,1% 45,2% 67,3% 67,3%
73,9%
Diploma Resultaat 2012-2013 85,7% 60,9% 85,0% 76,4%
26 47 42
79 91 81
105 138 123
75,2% 65,9% 65,9%
89
172
261
65,9%
115
251
366
68,6%
20112012 50,0% 71,8% 91,7% 70,0% 71,1%
Inspectienorm
45,2
diploma Resultaat 2011-2012 80,0% 64,7% 50,0% 73,6% 72,0% 67,6% 61,7%
67,3
65,2% 66,7%
20
Nimeto Utrecht
2013
Rendement per examenjaar Hieronder wordt verstaan het aantal gediplomeerden in een schooljaar t.o.v. het aantal studenten dat op gegaan is voor het examen in datzelfde schooljaar. Van de BOL-studenten in het examenjaar heeft 91,9% het diploma behaald. We zien hier een dalende lijn over de laatste drie jaar. Ruim de helft van de examinandi die het diploma niet hebben behaald (13 van de 23 studenten), hebben een verlenging van het onderwijsprogramma in 2013-2014. Eén van deze studenten is aan een andere opleiding binnen Nimeto gestart. Acht studenten hebben de opleiding zonder diploma verlaten. De redenen hiervoor zijn studie en beroepskeuzefactoren (2x) instellingsgebonden factoren (2x genoemd) en persoonsgebonden factoren (4x).
R4 I4 BOL niv 4 S2 SDB2 MP2 SIGN2 BOL niv 2
2012-2013 examenjaar rendement 93,8% 96,4% 95,0% 100% 78,9% 82,6% 93,3% 85,4%
2011-2012 examenjaar rendement 92,2% 92,5% 92,3% 90,0% 71,4% 100,0% 83,3% 93,8%
91,9%
92,4%
totaal
Ongediplomeerde instellingsverlaters per cursusjaar per opleiding Ongediplomeerde instellingsverlaters per cursusjaar per opleiding in percentages IDE RPC SDB S MP SIGN
20092010 20102011 20112012 20122013
10,4%
7,8%
18,5%
26,3%
19,0%
38,9%
Alle BOLopleidin gen 10,4%
12,5%
10,5 % 10,5 % 9,5%
28,6%
10,0%
18,5%
19,4%
12,1%
1103
3,8%
9,5%
15,7%
16,2%
11,6%
1112
10,0%
10,0%
15,6%
24,3%
11,0%
1141
12,3% 11,0%
Nop 1 okt alle opleidingen 1111
Schoolbreed zien we dat het percentage ongediplomeerde instellingsverlaters is gedaald naar 11,0%, waarbij er met name een relatief hoge uitval is bij de opleidingen MP en SIGN. Van de ongediplomeerde instellingsverlaters heeft 50% aan het eind van het schooljaar (in de maanden juli en september 2013) Nimeto zonder diploma verlaten. In 2012 was dit 54% en in 2011 en 2010 lag dit percentage lager (42-45%). Reden vertrek per opleiding De codering reden vertrek gaat uit van hetgeen de student zélf als reden van vertrek opgeeft en niet wat de instelling aangeeft. Er wordt een aantal categorieën onderscheiden. Ruim de helft van de instellingsverlaters (54%, vorig jaar 37%) geeft aan dat studie- beroepskeuze factoren de reden 21
Nimeto Utrecht
2013
vormde om de opleiding te stoppen. Deze studenten geven aan belangstelling voor een andere opleiding te hebben of een verkeerd beeld van de opleiding te hebben.
Reden vertrek 12-13 persoonsgebonden (niet beïnvloedbaar) persoonsgebonden (opvang mogelijk) op Instellingsgebonden studie en beroepskeuze arbeidsmarkt onbekend N instellingsverlaters
IDE 5 4 2 31 1 3 46
RPC 3 10 6 28 1 4 52
MP 4 3 4 2 1 14
SDB
1
S SIGN 1 1 2 1 5
3
1 9
2
2
N 13 20 14 68 2 9 126
Ongediplomeerde instellingsverlaters per leerjaar Studie-uitval vindt vooral in het eerste leerjaar plaats. Bij de eerstejaars RPC en IDE valt een forse daling waar te nemen van bijna 4 procentpunten ten opzichte van het voorgaande jaar. Ongediplomeerde instellingsverlaters (OIV) niveau 4, Niveau 4 I1 I2 I3 I4 2009-2010 23,6% 9,7% 5,8% 2,2% 2010-2011 21,8% 10,0% 12,5% 2,0% 2011-2012 23,3% 8,3% 5,6% 2,6% 2012-2013 19,5% 12,8% 3,5% 0,0% Nimeto norm 20% 8% 5% 1%
per cursusjaar per leerjaar in percentages R1 R2 R3 R4 17,1% 5,4% 5,0% 1,9% 18,5% 10,3% 9,9% 0,7% 18,3% 9,7% 9,6% 1,6% 14,5% 9,8% 7,5% 2,1% 20% 8% 5% 1%
Ongediplomeerde Instellingsverlaters niveau 2, per cursusjaar per leerjaar in percentages Niveau 2 MP1 MP2 SDB1 SDB2 S1 S2 SIGN1 SIGN2 2009-2010 2010-2011 2011-2012 2012-2013 norm
33,3% 15,2% 25,9% 20,0% 20,0%
0,0% 26,3% 0,0% 11,1% 10,0%
35,7% 57,1% 4,8% 9,1% 20,0%
0,0% 0,0% 0,0% 10,5% 10,0%
37,5% 20,0% 8,3% 18,2% 20,0%
18,2% 0,0% 11,1% 0,0% 10,0%
38,9% 19,0% 15,0% 36,4% 20,0%
20,0% 17,6% 6,7% 10,0%
Ongediplomeerde instellingsverlaters naar leeftijd en doelgroep De grootste uitval zien we onder de leerplichtigen studenten; 13% verlaat het Nimeto zonder diploma. In de categorie 18-23 jaar (waaronder de startkwalificatieplichtigen) is de uitval 11% evenals onder de studenten die 23 jaar of ouder zijn. Het percentage uitvallers met een handicap ligt met 8% onder het schoolbrede uitvalpercentage van 11%. Het percentage allochtone uitvallers ligt in 2012-2013 met 15% hoger. Onder gehandicapten worden studenten verstaan met een functiebeperking. Dit kan zijn een motorische, zintuiglijke (gezichts-, gehoor-, orgaan-, bewustzijns-, spraak-, of taalstoornis of een verstandelijke handicap). Dyslexie is de meest voorkomende handicap. Percentage uitvallers schooljaar 2012/2013 BOL-opleiding en per leeftijdscategorie IDE RPC MP S SDB SIGN TOTAAL N PERC < 18 jaar 10 5 3 1 1 20 152 13% 18 tot 23 jaar 35 41 10 1 1 8 96 904 11% 23 tot 30 jaar 1 6 1 1 1 10 90 11% 46 52 14 2 3 9 126 1146 11% 22
Nimeto Utrecht
2013
ONGEDIPLOMEERDE INSTELLINGSVERLATERS NAAR DOELGROEP 2012-2013 gehandicapt allochtoon N oiv % N oiv % oiv oiv IDE 95 5 5% 20 2 10% RPC 122 11 9% 12 2 17% MP 26 3 12% 6 1 17% SDB 9 1 11% 1 1 100% S 6 0 0% 0 0 0% SIGN 7 1 14% 0 0 0% totaal 265 21 8% 39 6 15%
Voortijdig schoolverlaters Voorkoming van voortijdig schooluitval is een landelijk speerpunt van het Ministerie van OCW. Een voortijdig schoolverlater is een student van 22 jaar of jonger, die niet in het bezit is van een startkwalificatie én op 1 oktober van het daarop volgende jaar niet meer bij een bekostigde instelling ingeschreven staat. De cijfers voor 2012-2013 zijn op basis van BRON als volgt vastgesteld. Met uitzondering van de Niveau 1-leerlingen zijn de streefpercentages behaald. Niveau 1 Norm OC&W 32,50% Nimeto* 40,00% * meting d.d. oktober 2013
Niveau 2 13,50% 5,77%
Niveau 3-4 4,25% 3,42%
Gerealiseerde onderwijstijd In het kader van wet- en regelgeving in het MBO dient elke voltijd BOL-student 850 klokuren onderwijs te ontvangen en een BBL-student 300 klokuren. In de volgende tabel staat per opleiding de gerealiseerde onderwijstijd vermeld, waarbij alle opleidingen voldoen aan de norm. OPLEIDINGEN
BOL IDE
RPC
S MP SDB
Schooljaar
leerjaar 1 2 I2 snel 3 4 1 2 R2 Snel 3 4 1 2 1 2 1 2
2011/2012 uren 938 972 1210 915 1062 930 1158 1239 924 1001 1006 980 923 1089 989 1022
2012/2013 uren 893 974 1188 915 1034 897 1128 1127 969 977 1115 1094 931 1109 1007 1069 23
Nimeto Utrecht SIGN BBL UAO MPW DV S GS AS MS niv2 MS niv3
2013 1 2
1007 1069
1012 1104
1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 1 2 1 2
320 318 348 364 366 374 354 329 355 398 376 368 380 372 376
304 314 328 344 320 300 308 324 309 308 380 388 380 388
24
Nimeto Utrecht
2013
Waardering studenten Iedere twee jaar wordt een landelijke studententevredenheidsmeting gehouden bij studenten over het gevolgde beroepsonderwijs: De JOB-monitor (voorheen ODIN). De laatste meting betrof 2012. De student geeft een rapportcijfer aan de gekozen opleiding en aan de gehele school. Zowel Nimeto als de opleiding ontvangt een gemiddelde van 7,6. Ten opzichte van het vorige onderzoek is de waardering voor beiden met 0,4 punt gestegen. Het landelijk gemiddelde ligt met een 6,9 voor de opleiding en een 6,4 voor de instelling aanzienlijk lager. In maart 2014 verscheen de nieuwe keuzegids MBO-scholen 2014, voor een belangrijk deel gebaseerd op dezelfde data van 2012. Het was wederom zeer verheugend om te lezen dat Nimeto Utrecht tot de beste MBO-scholen van Nederland wordt gerekend. Bij de categorie Media, Vormgeving en Cultuur stond Nimeto Utrecht op de tweede plaats voor de opleiding RPC. Bij de categorie Afbouw, Hout en Onderhoud bevond de opleiding IDE zich in de hoogste rankingschaal. We zijn ons uiteraard wel bewust van het feit dat ‘lijstjes’ en ‘rankings’ altijd op een beperkt aantal criteria is gebaseerd en tot discussie leiden. Voor aankomende studenten is het echter wel een belangrijk instrument om tot hun schoolkeuze te komen. Waardering stagebedrijven Nimeto Utrecht wil de kwaliteit van de dienstverlening naar bedrijven verbeteren. Tweejaarlijks wordt een onderzoek gehouden bij BPV-bedrijven. In 2013 is geen BPV-enquête gehouden. In de onderstaande tabel is de uitslag weergeven van de laatst gehouden BPV-enquête in 2011. Tabel: Waardering in rapportcijfers BPV- bedrijven opleidingen RPC en IDE 2011 RPC IDE Item Algemene waardering over Nimeto Utrecht 6,9 6,7 Gemiddelde waardering over de BPV7,3 7,0 student van Nimeto Utrecht Gemiddelde waardering over BPV-docent 7,3 7,5 Gemiddelde waardering administratieve 7,3 7,3 zaken Totaal gemiddelde 7,2 7,1 Specifieke studentbegeleiding Naast begeleiding van studenten in het reguliere onderwijsproces door docenten en mentoren, kan voor bijzondere situaties ondersteuning worden geboden door het zorgteam. Naast specifieke studentenbegeleiding is ook het maatschappelijk werk binnen de instelling geborgd. In schooljaar 2012/2013 voerde het zorgteam op verzoek van verschillende mentoren gesprekken met leerlingen, in onderstaand schema weergegeven in aantallen deelnemers. 1e 2e 3e 4e
RPC klas klas klas klas
51 46 29 10
1e 2e 3e 4e
IDE klas klas klas klas
47 38 19 7
MP 1e klas 2e klas
16 5
Sign 1e klas 14 e 2 klas 3
SDB 1e klas 2e klas
8 1
Schilder 1e klas 3 e 2 klas 3
Nimeto heeft in het schooljaar 2012-2013 veertien leerlingen met Leerling Gebonden Financiering (LGF). De LGF-begeleiding houdt het volgende in: wekelijkse of anderszins periodieke gesprekken met de LGF-leerlingen, overleg met mentoren, ouders/verzorgers van de leerlingen en ambulant begeleiders van betreffende leerlingen. Er worden minstens tweemaal per jaar LGF-planbesprekingen met bovengenoemde betrokkenen georganiseerd en vastgelegd in persoonlijke begeleidingsplannen, waarin het LGF-budget dat Nimeto toekomt per leerling wordt verantwoord. 25
Nimeto Utrecht
2013
In het schooljaar 2012-2013 zijn er op Nimeto 14 LGF-leerlingen, onder wie 9 nieuwe leerlingen. Van deze 14 LGF-leerlingen hebben 3 leerlingen hun niveau 2-diploma behaald, heeft 1 leerling besloten van niveau 2 een andere opleiding te starten op niveau 2, is 1 leerling van niveau 4 overgestapt naar het HBO en wilde 1 leerling van niveau 2 geen extra begeleiding meer. De andere leerlingen zijn over naar het volgend leerjaar en blijven in begeleiding. Mentoren zoeken, vaak met de leerling zelf, overleg met het zorgteam over doorverwijzen voor gesprek. Ter plekke of op afspraak voert het zorgteam ondersteunende en adviserende gesprekken met leerlingen, plant vervolgafspraken en adviseert/verwijst de leerling zo nodig naar externe hulpverlening. Dit is het schooljaar van 2012/2013 6 keer voorgekomen. Als het nodig is, zijn er contacten met ouders, hulpverleners en gemeente Utrecht (leerplicht/RMC). Het zorgteam rapporteert aan en overlegt met mentoren en teamleiders over gesprekken met leerlingen en hulpverleningsadviezen. Meest voorkomende problematiek: 1. weinig zelfvertrouwen/laag zelfbeeld/faalangst, soms als gevolg van gepest zijn in jeugd; 2. problemen in de relatie met ouders: jarenlange communicatieproblemen, scheidingsproblematiek, psychiatrische problemen bij ouders of broers/zussen, zoeken naar nieuwe rol in het gezin, wens/noodzaak om zelfstandig te gaan wonen; 3. gebrek aan motivatie, twijfels over opleidingskeuze of verminderde resultaten; 4. tijdelijke gevolgen van ziek zijn en ziekte-/verlieservaringen in familie en daardoor opgelopen achterstand in schoolwerk; 5. somberheid. Naast de contacten met mentoren wordt in Magister verslag gedaan van de diverse gesprekken en verwijzingen. Het zorgteam slaat relevante documenten digitaal in Magister (LVS) op, zodat deze gegevens voor de betrokken en geautoriseerde collega’s beschikbaar zijn. De gegevens van de intake (instroomformulier en adviesformulier) zijn digitaal beschikbaar voordat het schooljaar start. Mentoren kunnen zo gemakkelijk de gegevens over hun mentorleerlingen raadplegen. Het zorgteam neemt deel aan de wekelijkse leerlingbespreking van de eerste jaar teams van de opleidingen RPC en IDE. Docenten, teamleiders en zorgteam kunnen zo direct afspraken en strategie met elkaar afstemmen. Nu de definitie van ongeoorloofd verzuim, de regels en de melding ervan bij aanvang van het schooljaar duidelijk worden uitgelegd aan leerlingen, is er een verschuiving van ongeoorloofd verzuim naar een toename van het ziekteverzuim zichtbaar. Regelmatig worden leerlingen met verhoogd ziekteverzuim in contact gebracht met het zorgteam. Om grip te kunnen krijgen op het toegenomen ziekteverzuim en de leerlingen beter te kunnen helpen, is er vanaf het schooljaar 2013-2014 een jeugdarts van de GG&GD Utrecht beschikbaar met een spreekuur op de maandagochtend eens per twee weken. Klachten Nimeto Utrecht kent een interne klachtenprocedure. Er zijn in totaal vijf klachten ontvangen over het schooljaar 2012-2013. De onderwerpen zijn divers: stage, schorsing, beoordeling, communicatie en hygiëne. De klachten zijn conform de procedure afgehandeld. Toezicht Onderwijsinspectie De Onderwijsinspectie richt haar aandacht vooral op scholen en instellingen waar zij risico’s ziet in de kwaliteit van het onderwijs. Uitgangspunt is de verantwoordelijkheid van de instelling zelf. Slechts bij onvoldoende resultaten, onder de maat presteren of zorgelijke signalen verscherpt zij het toezicht en maakt met het bestuur van de school afspraken over verbetering van de kwaliteit. In het kader van haar toezichthoudende taak monitort de Onderwijsinspectie voortdurend de instellingen op basis van informatie uit jaarverslagen, landelijke onderzoeken en signalen uit het veld. De Onderwijsinspectie kijkt hierbij specifiek naar de volgende onderwerpen: diplomarendement, tevredenheid studenten, financiële positie, wettelijke vereisten en de examenkwaliteit. 26
Nimeto Utrecht
2013
De Onderwijsinspectie heeft voor Nimeto Utrecht de afgelopen jaren “het basisarrangement” vastgesteld. De inspectie heeft bij geen enkele opleiding van Nimeto Utrecht aanwijzingen dat er belangrijke tekortkomingen zijn in de kwaliteit van het onderwijs of examinering dan wel in het naleven van wet- en regelgeving. Alle opleidingen van Nimeto Utrecht vallen onder het basistoezicht. De afgelopen jaren heeft Nimeto Utrecht zelf externe audits geïnitieerd aangaande de kwaliteit van de eigen opleidingen. Door inhuur van een auditor worden onderwijsprocessen doorgelicht en adviezen gegeven ter verbetering. In navolging van eerdere audits bij de afdeling IDE en BBL is in 2013 een externe audit bij de afdeling RPC uitgevoerd, die een aantal verbeterpunten opleverde rond kwaliteitszorg en examinering.
27
Nimeto Utrecht
2013
Personeel In 2013 hebben 5 medewerkers met een regulier dienstverband de organisatie verlaten, waarvan 3 met een tijdelijk dienstverband wegens vervanging. Eén medewerker heeft gebruik gemaakt van de (Flexibele) Pensioenregeling. De overige medewerkers zijn allen doorgestroomd naar een nieuwe werkkring. Ook in 2013 zijn geen medewerkers ingestroomd in een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Er zijn 7 nieuwe medewerkers, 3 leraren in opleiding en 2 stagiairs aangetrokken in 2013. Voor de tijdelijke vervanging van langdurig zieke collega’s en de opvang van zwangerschapsverlof zijn 7 personen werkzaam geweest. Door de leeftijdssamenstelling van het personeel is de vervangingsvraag voor de komende jaren circa 3-4 personen per jaar. De arbeidsmarkt is voor Nimeto Utrecht nog steeds gunstig. Nimeto Utrecht is voor veel werkzoekenden een aantrekkelijke werkgever zoals blijkt uit de talrijke open sollicitaties van professionals uit de beroepspraktijk met een goed CV. Bij het aangaan van arbeidsrelaties maakt Nimeto Utrecht naast de reguliere dienstverbanden ook gebruik van diverse vormen van flexibele arbeidsrelaties, als payrolling, freelancers, uitzendconstructies, leraren in opleiding en stagiaires. Eind december 2013 waren 120 medewerkers middels een regulier dienstverband of flexibele arbeidsof leerovereenkomst verbonden aan Nimeto Utrecht. De totale personeelsomvang omvat ultimo 2013 95,2 fte. De groei van het onderwijzend personeel is gekoppeld aan de toename van het aantal studenten. In de volgende tabel is de formatie weergegeven per einde van het jaar. Onder primair proces zijn opgenomen de docenten, instructeurs, onderwijsassistenten, teamleiders, Bureau Onderwijs en OLCbeheerders. Deze indeling sluit aan bij de definities uit de MBO-benchmark.
Personele Formatie Nimeto Utrecht ultimo Docenten/instructeurs/assistenten Coördinerend personeel/secretarieel/OLC
2012 fte 64,0 7,2
2013 fte 66,6 6,2
2013 perc. 70,0% 6,5%
Totaal personeel primair proces
71,2
72,8
76,1%
1,0 3,5 2,0 1,2 5,9 4,0 4,0 0,8
1,0 3,5 2,0 1,2 5,9 4,0 4,0 0,8
1,1% 3,7% 2,1% 1,3% 6,2% 4,2% 4,2% 0,8%
Totaal personeel ondersteunende diensten
22,4
22,4
23,5%
Totaal
93,6
95,2
100%
Personeel P&O Personeel Administratie Personeel Frontoffice/receptie Personeel Communicatie & Voorlichting Personeel Huisvesting & Facilitair Personeel ICT Personeel Directie/Management Personeel Kwaliteitszorg
Functiemix In het kader van het Convenant Leerkracht van het Ministerie van OCW zijn doelen geformuleerd over de verdeling van LB-, LC- en LD-functies binnen de MBO-onderwijsinstellingen om daarmee docenten een aantrekkelijker carrièreperspectief te bieden; de zogenaamde functiemix. Daarnaast zijn ook extra middelen ter beschikking gesteld om de onderwijsarbeidsmarkt in de tekortregio’s (vooral de grote steden) te versterken. Het OCW-beleid is erop gericht om vooral meer docenten in LC/LD-functies te benoemen. Nimeto Utrecht voert al ruim 10 jaar het beleid docenten zoveel mogelijk te laten doorstromen naar LC-functies. Het Nimeto beleid is erop gericht om beginnende docenten te laten 28
Nimeto Utrecht
2013
instromen in LB-functies en bij goed functioneren door te laten stromen naar LC-functies. Deze ontwikkeling is terug te vinden in de volgende tabel: Tabel: functiemix Nimeto Utrecht (percentage formatie in schaal-mix)
Functie mix 2010 2011 2012 2013 Streefcijfer OCW
LB 8% 18% 10% 17% 25%
LC 82% 72% 80% 73% 65%
LD 10% 10% 10% 10% 10%
Verhouding Deeltijd-Voltijd Ultimo 2013 werkt 56% van de medewerkers in deeltijd. Het merendeel hiervan is vrouw. De gemiddelde aanstellingsomvang per medewerker ligt op 0,80 fte. Het gaat hier om de vol- en deeltijd aanstellingsomvang op basis van de reguliere aanstelling en niet op basis van jaartaak-verlagende regelingen, zoals BAPO en studieverlof. Het ziekteverzuim Beheersing van ziekteverzuim is en blijft binnen de organisatie een speerpunt. Hierbij worden we in de begeleiding van medewerkers professioneel ondersteund door Rienks Arbodienst. Met name de medische expertise van de bedrijfsarts is hierbij van belang. Bij het voorkomen van verzuim is het van belang dat de directe verantwoordelijkheid voor de verzuimbegeleiding zo laag mogelijk in de organisatie ligt: bij de direct-leidinggevende. Met medewerkers, die frequent afwezig zijn, worden verzuimgesprekken gevoerd. Daarnaast wordt met grote zorgvuldigheid een terugkeerprogramma doorlopen met medewerkers, die meer dan drie maanden door ziekte afwezig waren. Het ziekteverzuim wordt geregistreerd conform de registratieafspraken binnen de MBO-sector. De gepresenteerde cijfers zijn de ‘netto’- cijfers exclusief zwangerschapsverlof: hierin zijn de deeltijdfactor en werkdagen meegewogen. Het totale ziekteverzuim bevindt zich de afgelopen jaren boven het streefpercentage van 5%, met name veroorzaakt door langdurig verzuim. Drie medewerkers zijn nagenoeg het volledige schooljaar wegens ziekte afwezig geweest. De redenen van het langdurig verzuim zijn overwegend toe te schrijven aan persoonsgebonden oorzaken en in mindere mate aan organisatie gebonden oorzaken. Er is geen langdurig verzuim als gevolg van ongelukken op het werk of arbeidsconflicten. Tabel: ziekteverzuim personeel 2010-2013
2010 2011 2012 2013
verzuim % totaal
verzuim ≤6 weken
verzuim ≥6 weken
6,0 5,7 6,2 5,6
1,3 1,2 1,5 2,2
4,7 4,5 4,7 3,4
gemiddelde duur per melding in dagen 13,6 14,6 10,6 8,4
Relatieve meldings frequentie 1,6 1,9 1,5 1,4
De leeftijdsopbouw en vervangingsvraag In de onderstaande grafiek wordt inzicht geboden in de leeftijdsopbouw van het personeelsbestand. De grafiek toont dat iets meer dan de helft van het personeel ouder is dan 50 jaar. De gemiddelde leeftijd is 47 jaar en 8 maanden. Uit de opbouw van de leeftijdscategorieën blijkt dat 23 medewerkers binnen vijf jaar de leeftijd van 65 jaar zullen bereiken. 29
Nimeto Utrecht
2013
Om duurzame inzetbaarheid mogelijk te maken van oudere werknemers worden waar nodig maatwerkoplossingen voor passend werk en gedeeltelijke uitstroom mogelijk gemaakt. In 2013 werd 3,3 fte aan BAPO opgenomen. Dit aandeel neemt geleidelijk af onder invloed van de hogere instroomleeftijd voor deze regeling en de groeiende uitstroom van medewerkers. Daarnaast is in 2013 1,25 fte aan zwangerschap-, bevallings- en ouderschapsverlof opgenomen en 0,45 fte aan studieverlof. Grafiek: leeftijdsopbouw personeelsbestand Nimeto ultimo 2013
Ontwikkeling en professionalisering In 2013 zijn met nagenoeg alle medewerkers in ondersteunende functies functioneringsgesprekken gevoerd en met de helft van het onderwijzend personeel. Om meer inzicht te krijgen in de wijze waarop docenten en instructeurs invulling geven aan individuele vormen van professionalisering( scholing) is een bijlage bij de functioneringsgesprekken ontwikkeld; de uitkomsten hiervan komen in de loop van 2014 beschikbaar. Bedrijfshulpverlening Bij Nimeto Utrecht staat adequate bedrijfshulpverlening (BHV) hoog in het vaandel. Nimeto Utrecht kent een BHV-ploeg van 23 BHV’ers. Onderhoud van vaardigheden en theorie is hierbij cruciaal. BHV’ers nemen deel aan de jaarlijkse verplichte bijscholing op het gebied van brandbestrijding en ontruiming, die in eigen beheer wordt gegeven. Er zijn drie medewerkers die speciaal geschoold zijn om leiding te geven bij calamiteiten. Vertrouwenspersonen Nimeto Utrecht kent een tweetal vertrouwenspersonen; voor studenten en personeel. De taak van de vertrouwenspersoon is de opvang en begeleiding bij grensoverschrijdend gedrag zoals intimidatie, discriminatie en agressie. In een vertrouwelijk verslag rapporteert men aan het College van Bestuur. In de praktijk blijkt het luisterend oor van groot belang. In 2013 zijn er geen formele klachten ingediend.
30
Nimeto Utrecht
2013
Ondersteunende afdelingen Nieuwe afdeling administratie & examinering Na vertrek van het hoofd onderwijsbureau is begin 2013 besloten de werkzaamheden anders te organiseren en de examentaak alsmede het zorgteam toe te voegen aan de administratie. Dit heeft geleid tot afspraken over een nieuwe werkverdeling binnen de afdeling. In navolging op de nieuwe standaarden rondom examinering zijn alle examenprocessen geëvalueerd en is een plan van verbetering opgesteld. In het ELO (elektronische leeromgeving) van Magister is een begin gemaakt met de vastlegging van resultaten van leerlingen. ICT De inzet van laptops voor studenten bij de niveau 4-opleidingen neemt nog jaarlijks toe bij elke nieuwe lichting eerstejaars. Een flinke hobbel was het plotselinge faillissement van onze leverancier ICentre vlak voor de zomer. Door snel te schakelen kon zonder problemen naar een andere leverancier worden overgeschakeld. Veel aandacht is uitgegaan naar de planvorming voor de inrichting van een nieuw experimenteerlokaal, waarbij standaard gewerkt wordt met een laptop in combinatie met een beeldscherm en niet meer met een vaste desktop. In 2013 zijn de desktops bij de afdeling SIGN vernieuwd. Een groot project vormde gedurende de zomerweken de vervanging en inrichting van het serverpark. Huisvesting & Facilitair Jaarlijks worden vele kleine reparaties verricht om het gebouw in de gewenste goede staat te behouden. Een groot project vormde de gebouwelijke aanpassingen op basis van een binnenklimaatonderzoek van onze ARBO-dienst; zoals aanpassing hal met luchtverwarming, verbetering mechanische ventilatie in enkele lokalen, plaatsing van airco in een teamkamer, vervanging zonweringen. In het kader van energiebesparing zijn onderstaande acties ondernomen:
Aanbrengen van LED-verlichtingen Aanbrengen van aanwezigheidsdetectoren in diverse ruimtes Plaatsing energiebesparende Voltage-regelaar Optivolt Vernieuwing/vervanging van thermostaatknoppen
Communicatie en Voorlichting De afdeling Communicatie en Voorlichting is verantwoordelijk voor het organiseren en coördineren van voorlichtingsactiviteiten met als belangrijkste doelen: het werven van aspirant-studenten, het vergroten van de naamsbekendheid en het versterken van de positie als vakschool ten opzichte van concurrerende scholen. Om de voorgenomen doelstellingen te behalen organiseert de afdeling jaarlijks meer dan 70 voorlichtingen en presentaties op toeleverende vmbo scholen, meerdaagse regionale en landelijke beurzen, open huis dagen, decanendagen, oriëntatiedagen en schoolevenementen. Er is dit jaar een project gestart ter vernieuwing van de website. Het eerste Lustrum van het Creatief Alternatief (een samenwerkingsverband tussen alle vakscholen ten behoeve van de voorlichting aan decanen) vond plaats bij Nimeto Utrecht. Prominente sprekers uit de branches mediavormgeving, creatief vakmanschap en productpresentatie vertellen over hun beroep en praktijkervaring. De decanen gaan zelf ook aan de slag in een creatieve workshop.
31
Nimeto Utrecht
2013
. Om de goede naam en prestaties van Nimeto Utrecht uit te dragen naar bedrijfsleven, relaties en alumni heeft ComVoor op 4 juli 2013 voor de 4e keer een seminar georganiseerd. Het thema ‘kleur binnenste buiten’ zorgde voor een prachtig decor, alwaar Kim van Savooyen sprak over de psychologie van kleur en Marijke van Loon liet zien wat bijvoorbeeld de kleur van huizen met een woonwijk doet. Oud-studenten Marie-Britt van Hove en David de Bruijn gaven een presentatie over zichzelf en hun loopbaan na Nimeto Utrecht. Het koppelen van grote namen uit de branche aan de school heeft als doel de kwaliteit van de opleidingen en de kennis van het vakgebied te tonen en te delen met alle relaties in de branche. Circa 100 genodigden bezochten dit seminar.
Kwaliteitszorg Kwaliteitszorg is een wezenlijk element van de bedrijfsvoering, waarbij op systematische wijze gewerkt wordt aan de verbetering van de organisatie. Ter ondersteuning maakt Nimeto Utrecht gebruik van het INK-model (Instituut Nederlandse Kwaliteit) als kwaliteitszorgsysteem. Centraal staat in het INK-model de Plan Do Check Act cyclus (PDCA) van Deming. In dit model worden de volgende organisatiegebieden onderscheiden: Leiderschap, Strategie & Beleid, Onderwijsproces, Middelen, Medewerkers. Vanuit het beleidsplan wordt gewerkt aan de hand van MT-jaarplannen en afdelingsplannen. Het betreft een zich herhalende beleidscyclus, waarbij de verbetering van de interne bedrijfsprocessen centraal staat. Aan de hand van prestatie-indicatoren worden de kwantitatief meetbare facetten van de resultaatgebieden uit het INK-model gevolgd en per trimester besproken. In 2013 is een handboek kwaliteitszorg opgesteld. In 2013 is een project gestart om het kwaliteitszorgsysteem beter te verankeren in de gehele organisatie. Kwaliteitszorg is nu nog teveel een managementtool en onvoldoende een instrument van het gehele personeel. Aan alle teams is gevraagd een teamplan op te stellen om reeds bestaande kwaliteitsontwikkeling meer zichtbaar te maken en verbeterpunten te formuleren. Samenwerking is hiervoor gezocht met het onderwijsadviesbureau CINOP. Het project zal een jaar duren en zal medio 2014 worden afgerond. Hierna volgt een overzicht van de scores en interne normen op de prestatie-indicatoren in 2013. Voor een aantal prestatie-indicatoren heeft geen nieuwe meting plaatsgevonden, waarbij de resultaten uit het laatste jaar van meting wordt vermeld.
32
Nimeto Utrecht Prestatieindicatoren INK model
2013 2013
BOL
BBL
Norm
Laatste meting
>7,0 > 75% > 7,0 > 1%
2012 2013 2011 2012/2013
7,6 92% 7,1
6,6 77% 7
0,5%
0,0%
> < > >
2012/2013 2012/2013 2012/2013 2012/2013
167% 11,0% 70% norm
24,2% 59% norm
>6 < 5% 100% >0
2012 2013 2013 2013
7,8 5,6% 65% Ja
Beoordeling Onderwijsinspectie
Basis Arrangement
2009
norm
norm
Beoordeling Examinering
Goedkeurende verklaring alle opleidingen
2010
norm
norm
Klanttevredenheid Algemene tevredenheid studenten Algemene tevredenheid oud-studenten Algemene tevredenheid BPV- bedrijven Klachten studenten
Resultaat Resultaat
Eindresultaten Aanmeldingsresultaat Studentenuitval Diplomarendement Gerealiseerde onderwijstijd klokuren
125% 10% 80% 850/300
nvt
Organisatie Algemene tevredenheid personeel Ziekteverzuim excl. Zwangerschapsverlof Percentage gevoerde POP-gesprekken Financieel exploitatieresultaat
7
nvt 100%
nvt
Maatschappij
33
Nimeto Utrecht
B
Jaarrekening
FV
Financieel Verslag
2013
Algemeen Voor 2013 was een positief exploitatieresultaat begroot van boekjaar € 27.010. Het boekjaar wordt afgesloten met een exploitatieoverschot van € 371.048. Dit exploitatieoverschot zal worden toegevoegd aan de algemene reserve. De verbetering van het resultaat ten opzichte van de begroting is voornamelijk toe te schrijven aan een hoger dan begrote rijksbijdrage bij een gelijkblijvend kostenniveau. In 2013 zijn zowel de totale baten als de totale lasten toegenomen. Dit heeft te maken met de toename van zowel de BOL- als de BBL-studenten (t-2). De investeringen in de materiële vaste activa bedroegen € 262.849 en betroffen vervangingsinvesteringen in computers, inventaris en het ICT-netwerk. De desinvesteringen betroffen de afvoer van afgeschreven computers. Vanaf 2008 wordt de jaarrekening opgesteld conform de OCW-regeling Jaarverslaggeving Onderwijs en hoofdstuk RJ660 van de Raad voor de Jaarverslaggeving. Treasury management Uitgangspunt bij het treasurybeleid van Nimeto Utrecht is een risicomijdende strategie. Dit houdt in, dat alleen belegd wordt in vastrentende waarden, waarbij terugbetaling van de hoofdsom gegarandeerd is. Belegging in aandelen is in deze strategie uitgesloten. Sinds 2010 is voor kleine publieke instellingen mogelijk om de financiering van de activa via het Ministerie van Financiën te laten lopen. Het zogenoemde “Schatkistbankieren”. Nimeto Utrecht heeft in 2011 het besluit genomen om hiervan gebruik te maken. De treasury van de instelling verloopt hierbij via een rekeningcourantverhouding met het Ministerie van Financiën. Groot voordeel is dat, vanwege de double-A-status van de Nederlandse Staat, tegen lage kosten kan worden gefinancierd. De tarieven voor leningen liggen ruim 1% punt lager dan de bankrente; de vergoedingen voor deposito’s liggen ca. 1% punt hoger dan de bankrente. De herfinanciering van een deel van de ING leningen hierbij, heeft voor een structurele verbetering van het resultaat gezorgd. Voor de liquiditeiten geldt dat in het schatkistbankieren een standaard korte termijn leningsfaciliteit is opgenomen (roodstand) van 10% van de Rijksbijdrage: in 2014 is dit ca. € 1 miljoen.
34
Nimeto Utrecht
2013
Toekomstparagraaf Algemeen Een organisatie kan alleen haar continuïteit waarborgen als het om kan gaan met risico’s. Overal in de organisatie zijn maatregelen, procedures, richtlijnen e.d. aanwezig die tot doel hebben het beheersen van één of meerdere specifieke risico’s. Nimeto Utrecht kent een uitgebreide set aan risicobeheersingstools. Als basis kent Nimeto Utrecht een breed kwaliteitszorgsysteem. Gebruik wordt gemaakt van het INK-model (Instituut Nederlandse Kwaliteit) als kwaliteitszorgsysteem. In het geïntegreerd jaarverslag wordt jaarlijks bij het onderdeel kwaliteitszorg de laatste stand van zaken opgenomen ten aanzien van enkele belangrijke indicatoren van dit model. Deze brede basis wordt aangevuld met ondersteuning op meer specifieke gebieden. Het betreft middelen, die bijdragen aan het vormgeven van een gestructureerd proces van identificeren, analyseren, managen en rapporteren van significante risico’s op alle niveaus in de organisatie. Niet alleen het primaire proces (onderwijs), maar ook alle aanpalende processen als veiligheid, ICT, catering, bedrijfstakonderzoeken. Dit betreft dus zowel de interne als de externe risico’s. Op grond van alle Nimeto-risicoanalyses kunnen risico’s, die de continuïteit van de organisatie zouden kunnen bedreigen, vroegtijdig gesignaleerd worden. Specifieke indicatoren Ontwikkeling aantal studenten Basis voor de Rijksbijdrage vormen de studentenaantallen. In schooljaar 2013/2014 bedroeg het aantal BOL-studenten 1.209. Opgenomen is een groei naar circa 1.250 studenten in schooljaar 2014/2015, wat leidt tot een verhoging van de bekostiging vanaf 2016. Bij de BBL-studenten gaan we uit van een verlaging van 20% van de instroom van studenten in 2016/2017 als gevolg van de verandering in de WVA(Wet vermindering Afdracht loonbelasting). 2013/2014 2014/2015 2015/2016 2016/2017 BOL 2 BOL 4 BBL
180 1029 544
Totaal
1.753
192 1058 692
188 1064 470
188 1038 409
1.942
1.722
1.636
Personeel De afgelopen jaren is de ratio student en medewerker primair proces in onze school toegenomen. Onder primair proces verstaan we de in het onderwijs werkzame docenten, instructeurs en onderwijsassistenten. In begroting 2014 is als ratio opgenomen 1 op 23 voor niveau4- opleidingen en 1 op 20 voor niveau 2-opleidingen. In de eerste leerjaren wordt ernaar gestreefd te starten met klassen van circa 26 voor niveau 4 en 22 studenten voor niveau2-opleidingen. Aan de volumekant nemen de loonkosten toe door de groei van het aantal studenten. Voor de hoogte van de lonen geldt als uitgangspunt dat cao-verhogingen worden gecompenseerd in de OCW-bekostiging. Voor 2013 en 2014 geldt de nullijn. Het CAO-dossier betreft een aantal onderwerpen zoals de afschaffing van de BAPO-regeling, onderscheid opheffen tussen OBP- en OP-personeel en vermindering van de bovenwettelijke WWuitkeringen. Het valt vooralsnog lastig te schatten wat de financiële gevolgen zijn voor de instellingen. In het onderstaande overzicht is de vaste formatie opgenomen van de BOL-opleidingen te Utrecht. Dit is exclusief de formatie van de BBL-opleidingen, die veelal via inhuur van tijdelijke contracten wordt verzorgd.
35
Nimeto Utrecht
2013
Personele Formatie Nimeto Utrecht ultimo
2012 fte
2013 fte
2014 fte
2015 fte
2016 fte
2017 fte
Onderwijzend personeel Directie/Management Ondersteunende diensten
71,2 4,0 18,4
72,8 4,0 18,4
74,0 4,0 18,4
74,0 4,0 18,4
74,0 4,0 18,4
74,0 4,0 18,4
Totaal
93,6
95,2
96,4
96,4
96,4
96,4
Investeringen 2014-2017 Er is een huisvestingsplan in de maak waarmee wordt geanticipeerd op de gevolgen van Focus op Vakmanschap alsmede de intensievere samenwerking tussen de opleidingen. De geraamde investeringen bedragen circa € 500.000 en zullen in 2014 en 2015 uit de lopende middelen worden gefinancierd. Financiële ramingen De financiële raming gaat uit van het huidige bekostigingsstelsel. Op basis hiervan kan de komende jaren een sluitende raming worden geprognotiseerd. In de meerjarenraming is geen financieel effect meegenomen als gevolg van de stelselwijziging in de bekostiging, die naar verwachting in 2015 effect zal genereren. In de voorlopige berekeningen vanuit het Ministerie van OCW werkt het effect van de stelselwijziging positief door op de exploitatie van Nimeto Utrecht. De onderwijsinspectie heeft de signaleringswaarde voor een risicovolle solvabiliteit in het MBO toezichtkader bepaald op 30%. Indien het eigen vermogen van de instelling zich begeeft tussen de 30% en 60% beoordeelt OCW dit als positief. Het streven voor de komende jaren is een doorgroei van de solvabiliteit naar het gemiddelde van de MBO-sector van circa 50%. Indien de rentabiliteit zich tussen de grenzen –van 3% en +3 beweegt, beoordeelt het Ministerie van OCW dit als positief. Het streven de komende jaren is een klein jaarlijks positief exploitatieresultaat. In de onderstaande tabellen staat het verloop vermeld van de rentabiliteit en de solvabiliteit van Nimeto Utrecht in de afgelopen 5 jaar alsmede de verwachting voor de komende jaren. De komende jaren is de rentabiliteit voor alle jaren positief en de solvabiliteit neemt jaarlijks licht toe. Tabel: Overzicht rentabiliteit en solvabiliteit Nimeto Utrecht 2009-2013 2009 2010 2011 2012 2013 Rentabiliteit in % totale baten -1,5 1,5 0,1 1,6 3,2 Solvabiliteit in % totale vermogen 31 35 37 40 44
Tabel: Overzicht rentabiliteit en solvabiliteit Nimeto Utrecht 2014-2017 2014 2015 2016 2017 Rentabiliteit in % totale baten 0,5% 1,6% 1,9% 1,9% Solvabiliteit in % totale vermogen 44% 46% 48% 50%
36
Nimeto Utrecht
2013
Balans per 31 december (na verwerking resultaat)
Activa
2014
2015
2016
2017
6.857.689 200.000 1.400.000 750.001 9.207.690
6.865.775 300.000 1.500.000 750.001 9.415.776
6.973.861
6.781.947
1.500.000 750.001 9.223.862
1.500.000 750.001 9.031.948
5.000 89.693 952.645 1.047.338
5.000 89.693 615.269 709.962
5.000 89.693 833.736 928.429
5.000 89.693 1.033.510 1.128.203
(in euro)
Vaste activa Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen Investeringen verbouw Inventaris en apparatuur Financiele activa Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen
Totaal activa Passiva
10.255.028 10.125.738 10.152.291 10.160.151 2014
2015
2016
2017
4.309.405 170.623 500.000 3.180.000 2.095.000
4.495.115 170.623 500.000 2.960.000 2.000.000
4.741.668 170.623 500.000 2.740.000 2.000.000
4.969.528 170.623 500.000 2.520.000 2.000.000
(in euro)
Eigen vermogen publiek Eigen vermogen privaat Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva
10.255.028 10.125.738 10.152.291 10.160.151
37
Nimeto Utrecht
2013
MEERJARENRAMING 2014-2017 BATEN Grootboekrekening Totaal Vergoedingen van Min. OC&W Totaal Diverse Baten Totaal Bijdragen deelnemers TOTAAL BATEN
KOSTEN
2014 Jaar Begroting 9.543.944 295.000
2015 2016 2017 Jaar Jaar Jaar Raming Raming Raming 9.855.810 10.216.653 10.247.960 295.000
295.000
295.000
200.000 210.000 210.000 210.000 10.038.944 10.360.810 10.721.653 10.752.960
2014 Jaar Begroting 7.066.600
2015 Jaar Raming 7.266.600
2016 Jaar Raming 7.466.600
2017 Jaar Raming 7.466.600
Totaal Afschrijvingslasten
610.000
610.000
610.000
610.000
Totaal onderhoudskosten
267.000
267.000
267.000
267.000
Totaal Schoonmaakkosten
189.000
189.000
189.000
189.000
Totaal kosten Energie en Water
184.000
184.000
184.000
184.000
134.000 1.384.000
134.000 1.384.000
134.000 1.384.000
134.000 1.384.000
Totaal Kosten Administratie en beheer
946.500
946.500
946.500
946.500
Totaal Diverse Activiteiten
333.000
333.000
333.000
333.000
Totaal Overige Kosten
245.000
245.000
345.000
395.000
Grootboekrekening Totaal Personeelskosten
Totaal Heffingen TOTAAL HUISVESTINGSLASTEN
TOTAAL KOSTEN BEGROOT JAARRESULTAAT
9.975.100 10.175.100 10.475.100 10.525.100 63.844
185.710
246.553
227.860
38
Nimeto Utrecht
2013
B1 Grondslagen Grondslagen Jaarrekening Algemeen
De Jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs en Hoofdstuk RJ 660 van de Raad voor de Jaarverslaggeving. De jaarrekening 2013 is hierbij tevens gebaseerd op de EFJ indeling van het ministerie van OC&W. Verder gelden de volgende uitgangspunten:
Voor zover noodzakelijk zijn de cijfers 2012 aangepast voor vergelijkingsdoeleinden. Alle bedragen luiden in euro’s. Voor zover niet anders vermeldt, worden activa en passiva gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop zij betrekking hebben.
De presentatie en format van de jaarrekening zijn in overeenstemming met de huidige, door het Ministerie van OC&W voorgeschreven, richtlijnen. Gebouwen en terreinen In het kader van de OKF-operatie van het Ministerie van OC&W is het economisch eigendomsrecht van het Ministerie van OC&W aan Stichting Nimeto in 1997 overgedragen voor wat betreft het gebouw aan de Smijerslaan 2 te Utrecht. Als gevolg hiervan is Stichting Nimeto juridisch en economisch eigenaar. De waardering vindt plaats op basis van de door het Ministerie van OC&W vastgestelde normatieve waarde. Afschrijving over de gebouwen vindt lineair plaats over de resterende economisch levensduur. De resterende economische levensduur is bepaald op 17 jaar (peildatum 1997). In de jaarrekening 2013 is het restantbedrag over 2014 naar voren gehaald, zodat nu dit gebouw voor de grondwaarde is opgenomen. Over de grondwaarde vindt geen afschrijving plaats. Per 1 oktober 2001 is het schoolgebouw van de SVO (slagersopleiding), gelegen naast het bestaande Nimeto gebouw aan de Pompelaan 2 t/m 8, aangekocht voor € 3.403.352. Gezien de staat van het gebouw en de bruikbaarheid op het moment van aankoop wordt gesteld, dat de waarde van de grond gelijk is aan de verkrijgingsprijs. Over deze grondwaarde vind ook geen afschrijving plaats. Inventaris en apparatuur De inventaris en apparatuur wordt gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van lineaire afschrijvingen. De afschrijvingen zijn gebaseerd op de verwachte gebruiksduur, rekening houdend met een eventuele restwaarde. Waardering van de materiële vaste activa is € 500. Afschrijvingstermijnen in jaren: Gebouwen en terreinen Gebouw Verbouwingen
30 15 – 30
Inventaris en apparatuur Machines en apparatuur Computers Schoolmeubilair Kantoormeubilair
5 – 20 3- 5 15 15
Vorderingen 39
Nimeto Utrecht
2013
Vorderingen zijn gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Er is een voorziening voor oninbaarheid opgenomen van € 10.000. Financiële vaste activa Waardering van de financiële vaste activa vindt plaats tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde. De obligaties bevinden zich in een open bewaargeving bij de ING-bank te Utrecht. Eigen vermogen Op basis van OC&W regelgeving is het eigen vermogen gesplitst in een publiek- en een privaatdeel.
40
Nimeto Utrecht
2013
FK Financiële Kengetallen
Via kengetallen wordt een eerste inzicht verkregen in de financiële positie van een organisatie. Het zijn grove indicatoren om een risico te indiceren. In de MBO-sector worden de volgende vergelijkende cijfers verzameld: De solvabiliteit geeft het weerstandsvermogen aan van de organisatie; de mate waarin de organisatie aan haar verplichtingen op lange termijn kan voldoen. Hierbij kan het vermogen uitgedrukt worden in het totale balanstotaal, alsmede in de totale opbrengsten. De solvabiliteitsratio 1: Het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal geeft de risicodekking aan op bezittingen als gebouwen en debiteuren. De solvabiliteitsratio 2: Het eigen vermogen als percentage van de totale opbrengsten geeft de risicodekking aan op verplichtingen in de exploitatie. De liquiditeitsratio geeft aan in welke mate een organisatie over werkkapitaal beschikt om aan haar verplichtingen op korte termijn te voldoen. De rentabiliteit geeft een indicatie van de hoogte van het exploitatieresultaat in enig jaar. In het kader van haar toezicht gebruikt het Ministerie van OC&W in praktijk een tweetal signaleringsindicatoren. Deze indicatoren zijn naar voren gekomen op basis van een onderzoek naar de financiële positie van de onderwijsinstellingen uit januari 2005. Het betreft de solvabiliteit en rentabiliteit, waarvoor zowel minimum- als maximumgrenzen zijn gesteld. Zowel teveel als te weinig eigen vermogen/rentabiliteit wordt als negatief gezien. Bij een te lage rentabiliteit/eigen vermogen ontstaat er een financieel risico en bij een te hoge rentabiliteit/eigen vermogen wordt de bekostiging onthouden aan de studenten. De signaleringsgrenzen van het Ministerie van OC&W voor MBO-instellingen staan opgenomen in onderstaande tabel. Indien het eigen vermogen van de instelling zich begeeft tussen de 10% en 60% beoordeelt OC&W dit als positief. Voor rentabiliteit zijn de grenzen -3% en +3%. Indicator Rentabiliteit in % totale baten Solvabiliteit in % totale vermogen
Minimum
Maximum -3 10
+3 60
Financiële Kengetallen In het volgende overzicht staan de financiële kengetallen van Nimeto Utrecht tot en met 2013, alsmede vergelijkende cijfers met het gemiddelde van ROC’s en Vakscholen over 2012: Indicator Solvabiliteit 1 Solvabiliteit 2 Liquiditeit Rentabiliteit Solvabiliteit 1 Solvabiliteit 2 Liquiditeit (current Ratio) Rentabiliteit
Gem. ROC 45% 52% 0,95 0,3% : : : :
Gem. Vakschool 61% 63% 1,98 3,4%
NimetoUtrecht 2013 2012 44% 40% 38% 37% 0,47 0,20 3,2% 1,4%
2011 37% 36% 0,14 0,1%
2010 35% 35% 0,27 1,5%
2009 31% 36% 0,65 -1,5%
Eigen Vermogen gedeeld totaal vermogen (EV/TV) Eigen vermogen gedeeld door totale baten. (EV/TB) Vlottende activa gedeeld door kortlopende schulden. Resultaat uit gewone bedrijfsvoering gedeeld door totale baten uit gewone bedrijfsvoering.
Door enerzijds de (extra) afname van langlopende kredieten en anderzijds de stijging van het eigen vermogen als gevolg van de toevoeging van het positief resultaat is de solvabiliteit 1 met 10% gestegen. De stijging van de rentabiliteit is enerzijds beïnvloed door een stijging van de rijksbijdrage als gevolg van de toename van het aantal studenten (t-2) en anderzijds door het gegeven dat de lasten in verhouding niet zijn meegegroeid.
41
Nimeto Utrecht
2013
MAB Model A Balans 1
Activa
1.1 1.2 1.3
1.4 1.5 1.6 1.7
31-12- 2013 EUR
31-12- 2012 EUR
Vaste Activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
8.524.603 750.001
8.933.878 750.001
Totaal vaste activa
9.274.604
9.683.879
Vlottende activa Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen
5.000 69.301
5.000 89.693
692.673
229.906
Totaal vlottende activa
766.974
324.599
10.041.578
10.008.478
31-12- 2013 EUR 4.416.184 581.527 3.400.000 1.643.867
31-12- 2012 EUR 4.045.136 570.798 3.740.000 1.652.544
10.041.578
10.008.478
Totaal activa 2
Passiva
2.1 2.2 2.3 2.4
Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva
42
Nimeto Utrecht
2013
MB Model B Staat v. Baten en Lasten Baten 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus-, les- en examengelden Baten in opdracht van derden Overige baten Totaal Baten
Lasten 4.1 4.2 4.3 4.4
Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal Lasten Saldo Baten en Lasten
HR
Gerealiseerde herwaardering
5
Financiële baten en lasten Resultaat
2013 EUR 10.748.886 30.000 175.214
Begroot 2013 EUR 10.205.809 -
2012 EUR 10.126.924 128.147
692.140
684.497
577.890
11.646.240
10.890.306
10.832.961
2013 EUR 6.858.501 672.123 762.101 2.916.753
Begroot 2013 EUR 6.695.805 660.000 745.500 2.691.991
2012 EUR 6.772.465 681.653 703.594 2.447.751
11.209.478
10.793.296
10.605.463
436.762
97.010
227.498
-65.714
-70.000
-71.707
371.048
27.010
155.791
43
Nimeto Utrecht
2013
C 1 Accountantsverklaring
44
Nimeto Utrecht
2013
45
Nimeto Utrecht
2013
Bijlagen
D 1 Gegevens over de rechtspersoon Bestuursnummer Naam Instelling Brinnummer Sector KvK
67991 Nimeto Utrecht 02PK BVE 41178990
Adres / Postadres Postcode / Vestigingsplaats Telefoon Fax E-mail Internet
Smijerslaan 2 3572 LP (030) 2716424 (030) 2734397
[email protected] www.nimeto.nl
Contactpersoon Telefoon Fax E-mail
W.M. Goudzwaard (030) 2714624 / (030) 2753044 (030) 2734397
[email protected]
Samenstelling College van Bestuur Drs. J.A. Verschoor Berliozlaan 8 3055 KB Rotterdam
Voorzitter
Drs. F.X. Veul Schimmelpennincklaan 35 3571 BG Utrecht
Lid
46
Nimeto Utrecht
2013
D 2 Overzicht nevenfuncties Raad van Toezicht en College van Bestuur
Naam De heer L. Geluk
Functie
Sinds
Voorzitter Vakcentrum Schilderen Zuid West te Goes Voorzitter Fosag regionale afdeling Zeeland Voorzitter regioraad Fosag landelijk Lid Ledenraad Rabobank Oosterschelde
1998 2011 2011 2008
Lid van vakjury retail jaarprijs Voorzitter stichting retail Kow-how Lid raad van advies POPAI Benelux
1998 2010 2011
Ledenraad Rabobank Utrecht
2010
Lid bestuur Loopbaan- en Ontwikkelingsfonds Schilderen en Onderhoud(LOF) Lid Paritaire Commissie Afbouw en Onderhoud KBB Savantis Lid RvT CIBAP Lid CBON VNO-NCW en MKB NL lid cie. Hoger onderwijs VNO-NCW lid cao onderhandelingsdelegatie schilders lid Branche Opleidings Commissie Schilderen en Onderhoud(BOC) secretaris cie onderwijs OnderhoudNL lid bestuur BPF Schilders plv. lid bestuur stichting Arbouw lid Paritaire Commissie arbeidsomstandigheden Afbouw en Onderhoud lid bestuur SSVV
2012 2013 2010 1995 1995 1995 2005 1995
Voorzitter studie club schilders midden nederland
2005
Lid Raad van toezicht Stichting Marteau Pierre. Zen leraar/coach bij Zen .nl
2002 2010
Bestuurslid SH&M Bestuurslid Fundeon Bestuurslid Savantis Bestuurslid Arbouw Bestuurslid SFB RvC A&O services
2009 2009 2011 2009 2009 2011
Penningmeester KCE Bestuur voorzitter cao Kenniscentra werkgeversoverleg Voorzitter werkgeversvereniging Kenniscentra Werkgroep nieuwe bekostiging (SBB/OCW) Voorzitter CITO-Adviesraad BVE/Hoger Onderwijs Voorzitter Excenter Voorzitter Directeurenoverleg Vakinstellingen-Savantis Voorzitter Skills Netherlands Raad van Toezicht Voorzitter Expertgroep Kwalificeren en Examineren Voorzitter T8 Werkgroep Communicatie Voorzitter Audit Akademia
2001 1997 2003 2003 2001 2001 1999 2010 2012 2013 2011
De heer W. van den Berg
De heer A. van Raak De heer A. Buller
2003 2011 2012
De heer J. van Selm De heer E. Maessen
De heer E. Ramdas
De heer H. Verschoor
47
Nimeto Utrecht
D3
2013
Overzicht gebruikte afkortingen
AKA AS BAPO BBL BOL BPV BVE-instellingen CGO CvB Crebo DV FES-gelden FPU Fte GS GDV IDE JOB KBB KWAZO LGF MP MPW SDB OBP ODIN-onderzoek OP PGO POP RPC RS RvT S SG SLB-gesprekken UAO VOA-middelen WIA WW ZAT
Arbeidsmarkt gekwalificeerd Assistent Assistent Schoonmaak Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen Beroeps Begeleidende Leerweg Beroeps Opleidende Leerweg Beroeps Praktijk Vorming Instellingen in Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie Competentie Gericht Onderwijs College van Bestuur Centraal register educatie beroepsonderwijs Dekvloerenlegger Gelden uit Fonds Economische Structuurversterking Flexibel Pensioen en Uittreden Full time Equivalent Gezel Schilder Gezel Dekvloerenlegger Interieur Decoratie Exterieur Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kwaliteitszorg Leerling Gebonden Financiering Medewerker Product Presentatie Monteur Plafond/Wand Stand en Decor Bouwer Ondersteunend Beheers Personeel Studententevredenheidsonderzoek van JOB Onderwijzend Personeel Project Gericht Onderwijs Persoonlijk Ontwikkelings Plan Reclame Presentatie en Communicatie Restauratie Stukadoor Raad van Toezicht Schilder Stukadoor Gezel Studie Loopbaan Begeleidingsgesprekken Uitvoerder Afbouw en Onderhoud Budget voor Voorbereidende en Ondersteunende Activiteiten Wet werk en inkomensvoorziening naar arbeidsvermogen Werkloosheidswet Zorg- en Adviesteam
48