KWALITEITSPLAN NIMETO UTRECHT APRIL 2015

KWALITEITSPLAN NIMETO UTRECHT

APRIL 2015

Kwaliteitsplan Nimeto Utrecht -‐ april 2015

1

Integraal kwaliteitsplan Nimeto Utrecht Deel I: Kwaliteitsanalyse

Inleiding: ‘We zijn goed, kunnen nog meer als we durven. En we durven.’ Bovenstaande zin; ‘We zijn goed, kunnen nog meer als we durven. En we durven.’, staat in het voorwoord van ons in januari uitgebrachte beleidsplan Nimeto Utrecht Visie 2020 (bijlage bij dit kwaliteitsplan). Dit beleidsplan handelt over onze missie, onze kernwaarden, visie op de toekomst en het beleid van onze school en geeft een beschrijving van de projecten die zeer passen in het kwaliteitsplan. Verder op in het Kwaliteitsplan in deel II wordt uitvoeriger ingegaan op dit beleidsplan van Nimeto Utrecht.

We zijn goed, beter is het streven en doeleinde We scoren hoog in de studiegids, meestal top 3, waaronder één keer op plaats 1. De JOB-waardering is hoog. Hangt samen met de elementen geformuleerd in de 6 thema’s uit het Kwaliteitsplan. Maar er zijn verschillen, verschillen in de beleving van onze studenten, bedrijven, verschillen in de kwaliteit. Voorafgaande aan de relatie met de 6 thema’s: Nimeto Utrecht heeft zwarte cijfers in de begroting, exploitatie en jaarrekening. Nimeto Utrecht wordt ervaren als een veilige, kleinschalige, professionele instelling. De waardering van het bedrijfsleven is hoog. Op de 6 genoemde thema’s benedenstaande een korte duiding van de activiteiten van de afgelopen jaren.

1. Professionalisering Vaktechnische vaardigheid is voor het onderwijzend personeel uitgangspunt. Logisch voor een Vakschool. Eerst de techniek, dan de geschiktheid voor het leraarsvak met de strikte eis de pedagogische vaardigheid te hebben danwel via studie te verwerven. In termen van resultaatgerichtheid, vaardigheidsbereidheid, flexibiliteit zijn nog slagen te maken. Hierbij hoort het functioneren in teams, uitnutten van competenties. In deel II wordt genoegzaam ingegaan op de ambities die Nimeto Utrecht heeft op het vlak van verdere professionalisering van het OP en het OBP. Dit strekt zich ook uit tot het management. Het OBP krijgt meer dan in het verleden ‘onderwijs verbonden’ rollen. Denk aan examinering en aan het Zorgbeleid.

2. Intensivering van het taal-‐ en rekenonderwijs De afgelopen 5 jaar is het taal- en rekenonderwijs fors geïntensiveerd mede op basis van de Regeling Intensivering Nederlandse taal en rekenen. Op niveau 4 strekt de intensivering zich ook uit tot Engels-Duits. Op niveau 2 werd nul uur uitgetrokken voor taal en rekenen, nu 2 uur Nederlands en 2 uur rekenen. Op niveau 4 is het aantal uren verviervoudigd van ca. 1,5 uur naar 6 tot 7 uur. In termen van tijd en geld kan de intensivering uitgedrukt worden in een toename van 4fte naar 11fte in geld €280.000 naar €770.000. Ook zijn aparte leerlijnen


2

ontwikkeld. Er vond scholing plaats voor leraren, met name voor rekenen werden studiegebruikersbijeenkomsten bijgewoond. Het resultaat is dat Nimeto-studenten redelijk tot goed scoren, in elk geval boven het landelijk gemiddelde. Twee jaar geleden is het dyslexiebeleid ontwikkeld. Het beleid is geëvalueerd door dyslectische studenten en hun ouders. Er is waardering voor het dyslexiebeleid. Voor de eerste klassen zijn in 2013/2014 bijlessen gegeven voor taal en rekenen. Dit succesvolle experiment heeft er toe geleid dat bijlessen naar alle leerjaren wordt uitgebreid.

3. Voortijdig Schoolverlaters De afgelopen 6, 7 jaar heeft Nimeto Utrecht in samenwerking met de ketenpartners in de RMC regio Utrecht een succesvol beleid kunnen entameren op het vlak van voortijdig schoolverlaters. Onverlet dat Nimeto Utrecht hoog scoort op diplomarendement is ook het percentage studenten met een beperking hoog; bijna dertig procent waarvan iets meer dan 20% studenten met dyslexie. Nimeto Utrecht telt thans ca. 10% ongediplomeerde instellingsverlaters en het percentage voortijdig schoolverlaters is gedaald van meer dan 5% in 2011/2012 tot circa 3% in 2013/2014 voor BOL 4. De extra subsidie die verbonden is aan een lage score is hiermee door Nimeto Utrecht verworven. Voor wat betreft de personele inzet bij het VSV-beleid is er naast de mentor en zorgteam, bestaande uit 3 personen (2,5fte) ook een positieve flankerende rol voor de vertrouwenspersonen. Het huidig beleid en het perspectief voor de toekomst is beschreven in deel II.

4. Kwaliteit Beroepspraktijkvorming Het ongerijmde bewijs dat Nimeto Utrecht effectief is in haar beleid en uitvoering op het vlak van de beroepspraktijkvorming is dat a/ er ongeacht de conjunctuur, er voor de leerlingen voldoende stageplaatsen zijn en b/ de waardering hoog is voor de leerlingen en hun begeleiders vanuit de school. In het beleid en uitvoering werd Nimeto Utrecht gesteund door de activiteiten van het Kenniscentrum Savantis. Door het wegvallen van een deel van de activiteiten zal, ongeacht het ontstaan en bestaan van SBB, extra expertise in de eigen organisatie gemobiliseerd moeten worden voor de BPV-taak. Voor de toekomst zal Nimeto intern als ook met andere vakinstellingen meer capaciteit en middelen vrijmaken om de gewenste (hoge) kwaliteit van de BPV te handhaven.

5. Excellentie Zoals eerder beschreven scoort Nimeto Utrecht hoog in de rankings van JOB en de BPV. Daarnaast is Nimeto Utrecht al een aantal jaren hofleverancier van (gouden) medailles bij de beroepenwedstrijden bij EuroSkills (tweemaal goud in Francorchamps 2012, driemaal goud in Lille 2014) en WorldSkills (Londen 2011 en Leipzig 2013).


3

In Leipzig werd door Nederland voor het eerst in 10 jaar weer een gouden medaille gewonnen in één van de 35 disciplines en dit was in Visual Merchandising. Bij een hoge eindscore verwerft de betrokken gediplomeerde het Meesterschap in de schildersdiscipline. Nimeto Utrecht heeft als huidig beleidsstandpunt dat het Meesterschap alleen na een relevante werkperiode na diplomering en middels een nauwkeurig beschreven meesterproef verworven zou kunnen worden. Derhalve is 2015 het laatste jaar van de Meestertitel in de oude zetting. Wel hanteert Nimeto Utrecht het begrip Cum Laude voor niveau 4 Ruimtelijk Vormgeven en zal dit ook gaan hanteren voor de schildersopleiding. Dit is voor een select aantal gediplomeerden (ca. 3-5%) die dit hoge niveau halen. In deel II is het toekomstig beleid op het vlak van excellentie verder uitgeschreven.

6. Studiesucces Gelet de kortgeleden geduide, geëxpliciteerde term/begrip Studiesucces kan geconcludeerd worden dat Nimeto Utrecht zich inspant maar ook inspande om dit studiesucces te vergroten. Uiteraard is de operationalisering van beleidsthema’s professionalisering, bevordering van kwaliteit BPV en stimulering Excellentie van een zekere positieve invloed op de verbetering van studiesucces. Terugdringing VSV en intensivering van taal- en rekenonderwijs zijn hier direct van invloed. Verder mag ten aanzien van het huidig beleid van Nimeto Utrecht niet ongenoemd blijven het streven naar opstroom van niveau 2 naar niveau 4 en recent de opstroom van niveau 2 naar niveau 3.


4

Deel II: Kwaliteitsplan; verder perspectief Kwaliteitsplan in de strategische koers van Nimeto Utrecht Het kwaliteitsplan is geïncorporeerd in de strategische koers van Nimeto Utrecht. Niet onlogisch daar het kwaliteitsplan voor Nimeto Utrecht een vervolg èn een operationalisering is van Focus op Vakmanschap. Ons beleidsplan 2013 was verbonden met Focus op Vakmanschap. Onze visienota 2020 is verbonden met de Junibrief van 2014 en het integraal kwaliteitsplan ‘De inhoudelijke vernieuwing’ is gestoeld op de nieuwe kwalificatiestructuur en prioritering binnen onze opleidingen. Wezenlijk voor de uitvoering van ons onderwijs is dat we ons richten op branches Vormgeving & Styling, Creatieve Techniek en Vastgoed & Makelaardij. Onverlet de driedeling zal Nimeto Utrecht meer in gezamenlijkheid, meer in eenheid gaan organiseren. Onze traditionele Kleur Interieur afdeling zal meer en meer integreren met de Reclame Presentatie & Communicatie afdeling met medeneming van de verworvenheden van beide opleidingen. In de inrichting van ons onderwijs èn de gebouwelijke situatie zal dit een fundamentele verandering zijn in onze 93-jarige geschiedenis. Als beleidsuitgangspunt wordt verder de opleiding op niveau 2 (sinds kort ook niveau 3), hetgeen afwijkt van de zuster instellingen, gecontinueerd. Meer nog dan in het verleden wordt het bedrijfsleven betrokken bij onze beleidsvoering, beleidsvorming en ook het operationele onderwijs binnen en buiten de beroepspraktijkvorming. Er wordt ingegaan op de 6 genoemde thema’s zoals geformuleerd in de handreiking van de opzet van ons integraal kwaliteitsplan. Alle 6 de thema’s zijn relevant voor het beleid van Nimeto Utrecht. Ook, en misschien wel met name: Studiesucces. Als school die op 3 niveaus (2, 3 en 4) opleidingen verzorgt (niveau 1 is, gelet recente regelgeving, overgedragen aan de ROC’s) is juist doorstroming, verticale beweging van groot (maatschappelijk) belang. De inzet op studiesucces is ook rechtstreeks verbonden met de 5 andere thema’s met name Taal- en Rekenonderwijs, VSV-beleid en het stimuleren van excellentie (zie ook verderop in deze beleidsnota). In de project bijlage worden de verschillende prioriteiten uit 5 van de 6 thema’s financieel geduid. Het thema studiesucces is wegens het nog ontbreken van een definitie en een sluitende normstelling vanuit de overheid nog niet financieel vertaald. Voor wat betreft de financiering is er voor de periode 2015-2018 een vast budget van circa € 600.000 per jaar. Voor excellentie is er een apart budget van circa € 100.000. Verder is in het financieel overzicht rekening gehouden met reallocatie van bestaande middelen. Naast het vaste budget is er ook een variabel budget van potentieel € 150.000 in 2015 oplopend tot € 700.000 in 2018. In het kader van voortijdig schoolverlaten heeft Nimeto door het behalen van de subsidienorm € 150.000 in 2015 ontvangen. Ook voor 2016 zal deze subsidie aan Nimeto worden verstrekt. Zoals hiervoor aangegeven is de sluitende normstelling in het kader van studiesucces nog niet bekend (potentieel: € 300.000 vanaf 2016). Voor wat betreft de Beroepspraktijkvorming komt vanaf 2017 max € 250.000 beschikbaar als de afspraken voor de Beroepspraktijkvorming worden gehaald. In de loop van 2016 komt er meer duidelijkheid over de definitie en normstelling vanuit de overheid. Jaarlijks zal dit kwaliteitsplan worden bijgesteld. Indien er meer duidelijkheid is over de financiering van de beroepspraktijkvorming en studiesucces kan een bijgestelde (definitieve) opstelling worden gemaakt in 2016.


5

De 6 thema’s 1. Professionalisering §1.0 Samenvatting Nimeto Utrecht verwacht dat iedere medewerker zich professioneel opstelt en daar ook naar handelt. Professionaliteit en goed onderwijs gaan hand in hand en is herkenbaar door deskundigheid, resultaatgerichtheid, flexibiliteit, representativiteit en betrokkenheid van iedere medewerker. Nimeto Utrecht biedt een aantal mogelijkheden voor opleiding en vorming van medewerkers gericht op doorlopende professionalisering. Welke mogelijkheden zijn er en zijn ze voldoende om een klimaat te creëren waar medewerkers uitgedaagd worden tot prestaties en resultaten? In de visie notitie ‘Zijn, Kunnen, Durven’ heeft Nimeto Utrecht de kernwaarden neergelegd van waaruit de professionalisering de komende jaren zal worden gestuurd. Het Management Team zal de regie voeren om de waarden van kennisontwikkeling voor de toekomst van het onderwijs, onze studenten, onze medewerkers te benadrukken. Naast het faciliteren van individuele en teamgerichte professionaliseringsprogramma’s wordt ook beleid ‘uitgerold’ om nieuwe kennis te vergaren, uit te wisselen maar ook beter te waarderen. Teamleiders en Opleidingsmanagers spelen een doorslaggevende rol bij het stimuleren van een professionele houding van medewerkers. Met name de teamleiders zullen worden ondersteund en gefaciliteerd om deze belangrijke rol goed te kunnen vervullen. Het Professionaliseringsplan van Nimeto Utrecht is herkenbaar aan drie lijnen: v Doelen stellen en Innoveren, het vertalen van kernwaarden naar nieuwe kansrijke opleidingen, onderwijskundige werkvormen en duurzame inzet van het ‘human capital’ en het beschikbaar stellen van middelen. v Professionaliseren, door het faciliteren van team- en individuele cursussen intern en extern gericht op competenties en innovatie en kennis ‘2020’. v Inspireren door collega’s en externe deskundigen, middels het organiseren masterclasses voor leidinggevenden, projectleiders, ‘voortrekkers’ en inspirerende studiedagen te organiseren

Het beleid voor de komende vier jaar ziet u hieronder uitgeschreven voor alle deelactiviteiten volgens richtlijnen en format.

§1.1 Strategie en Beleid Professionalisering Nimeto Utrecht faciliteert de professionalisering met als doel het stimuleren van innovatief en ondernemend onderwijs en duurzame inzetbaarheid. Nimeto Utrecht stelt een begroting op van middelen en faciliteiten voor professionalisering (waaronder € 500 individueel scholingsbudget per fte).


6

Aanvullend wordt op projectbasis formatie beschikbaar gesteld (2 fte) voor Innovatie en Kennisdeling. Het MT laat zich bij de ontwikkeling van de professionele rol van de medewerker adviseren door een extern adviseur. Met inspirerende workshops en masterclasses worden medewerkers gestimuleerd om innovatief onderwijs te (blijven) bieden en om met elkaar in gesprek te gaan over het volgen van scholing op nieuwe vakmatige en didactische gebieden. De studiedagen die hiervoor in de jaarplanning zijn opgenomen worden volledig ingezet. Input voor het vullen van deze dagen komt zowel bottom-up//top-down als extern/intern. Afgelopen jaren lag de nadruk op de studiedagen met name op het gezamenlijk ontwikkelen van onderwijs. De komende jaren verschuift de nadruk op de vertaling en uitwerking van de kwalificatiedossiers en het vormgeven van vernieuwend onderwijs. De regie bij de planmatige invulling van de professionaliseringactiviteiten ligt bij het Management Team in nauwe afstemming met de Teamleiders van de onderwijsteams.

§1.2 Professionaliseringsplan voor medewerkers in niet onderwijzende functies (25 Fte) Nimeto Utrecht kent meerdere afdelingen met slechts enkele medewerkers per afdeling. Specifieke opleidingsbehoeftes worden in individuele scholingsplannen vastgelegd. Er is een basisbudget van € 500 per jaar beschikbaar per medewerker. Daarnaast haken diverse medewerkers aan op trainingen van onderwijzend personeel. Voor het personeel in niet-onderwijzende functies loopt een apart kwaliteitszorgtraject.

§1.3 Professionalisering van Docenten /Instructeurs Het professionaliseren van docenten/instructeurs verloopt langs het proces van inspireren, faciliteren en stimuleren van de medewerker om zowel in teamverband en individueel nieuwe kennis te vergaren, kennis te delen en om te zetten in onderwijs met kennis voor de generatie ‘2020’ en verder. Om het inspireren gestalte te geven worden masterclasses door collega’s en externe deskundigen georganiseerd. Ook zullen de doelen en resultaten meer worden gecommuniceerd. Weliswaar ligt een sterke focus op nieuwe en innovatieve kennis en samenwerkingsverbanden, maar de verdieping van de standaard leraren competenties komen ook ruimschoots aan de orde. Hiervoor worden medewerkers gefaciliteerd met tijd, geld en diverse platforms om hun kennis te delen. Daarnaast worden de faciliteiten verruimd om deelname aan een Master- en Bachelor opleidingen te volgen. Op basis van de functioneringsgesprekken en de loopbaanambities van medewerkers stelt de medewerker in samenspraak met de leidinggevende een scholingsplan op. Het opleiden van onbevoegde zij-instromers in het vak van docent maakt ook structureel deel uit van de opleidingsplannen. Het vernieuwde zij-instromerstraject vraagt meer ondersteuning van de school en collega’s in de begeleiding. Hiervoor worden peer-coaches opgeleid.


7

De verdere ontwikkeling van de professionele cultuur zal verder worden versterkt door aan te sluiten bij een pilot rondom het Lerarenregister. Specifieke competenties en aandachtsgebieden bij de trainingen en scholing van docenten en instructeurs betreffen vakdidactiek, E-didactiek, pedagogisch handelen bij moeilijke groepen, lesgeven grote groepen, rollen en taken rondom examinering en het vergroten van digitale vaardigheden. De begeleidende rol van de docenten zal worden versterkt door trainingen aan te bieden over het Verbeteren van de intake en het sneller herkennen van problematiek aangaande ‘passend onderwijs’ en leerproblemen als dyslexie. De herziening van de kwalificatiestructuur en de onderwijskundige implicaties vanaf 2016 vragen om veel afstemming en herontwerpen van het curriculum. Diverse trainingen op individueel als teamverband worden de komende jaren hiervoor georganiseerd. Tot slot blijkt het nodig om de taalvaardigheid en rekenvaardigheid van de docenten te blijven monitoren. Hiervoor worden met eigen docenten interne cursussen opgezet.

§1.4 De bekwaamheid van het management verhogen De komende jaren worden middelen vrijgemaakt om leidinggevenden, in het bijzonder die van de onderwijsteams, de teamleiders, verder te ondersteunen bij het invullen van hun belangrijke taak bij de professionalisering van de medewerkers. Er zal een traject worden gevold van individuele en groepsgewijze trainingen, intervisie coaching gericht op het voeren van de functioneringsgesprekken en het opstellen van beoordelingen. Daarnaast zal met hen actief worden gewerkt aan het implementeren van het competentieprofiel voor managers, dat door de MBO Raad is opgesteld.. Daarnaast vindt er enkele malen per jaar gezamenlijk overleg tussen Management Team en Teamleiders om invulling te geven aan de uitwisseling van ideeën en afstemming op diverse beleidsterreinen. Na enkele stevige inventarisaties in 2013 en 2015 naar de staat van de Examenorganisatie zijn enkele hoofddocumenten tot stand gekomen en kan het professionaliseringsplan van de examenorganisatie actief worden ingevuld. De komende jaren zullen enkele interne, maar vooral veel externe examenfunctionarissen worden opgeleid in de diverse rollen als ‘beoordelaars’, ‘constructeurs’ en ‘vaststellers’. Daarnaast wordt een bijdrage geleverd aan een ‘Valideringswerkgroep’ om als volwaardig en zelfstandig deelnemer en partner in de examineringsprocessen in het middelbaar beroepsonderwijs te kunnen acteren. Tot slot zullen periodiek de reglementen voor een beroepsgang voor examinering extern worden ge-audit.

§1.5 Verbeteren begeleiding van nieuwe medewerkers en studenten Met een licht vergrijzend personeelsbestand is het wenselijk om tijdig nieuwe medewerkers te werven voor vacatures, die door natuurlijk verloop ontstaan. Door het karakter van de school is het wenselijk om de introductie van stagiairs en leraren in opleiding of medewerkers werkzaam op projectbasis te verbeteren. Hiervoor worden medewerkers opgeleid om zowel nieuwe medewerkers te


8

begeleiden. Daarnaast zullen enkele medewerkers worden opgeleid voor meer externe voorlichtingsactiviteiten aan toekomstige studenten.


9

2. Intensivering van het taal-‐ en rekenonderwijs §2.1 Beleid tot op heden De middelen gekoppeld aan “Implementatieplan taal en rekenen” (regeling Intensivering Nederlandse taal en rekenen mbo, 2009) hebben we gebruikt om expliciet inhoud te geven aan ons taal- en rekenonderwijs door: Ø meer tijd op het lesrooster voor deze vakken te reserveren: o niveau 2-opleidingen: van geen tijd voor taal en rekenen naar 2 uur Nederlands en 2 uur rekenen per week; o niveau 4-opleidingen: van 1½ uur naar 6 à 7 ½ uur per week (Nederlands: 2 uur/week; Engels: 2 uur/week; Duits, alleen RPC: 1-2 uur/week, rekenen: 2 uur/week); o het bovenstaande betekent dat Nimeto Utrecht de investeringen voor reguliere lessen fors heeft opgeschroefd: van ca. 95u/wk naar ca. 280u/wk, ofwel van ca. 4 fte/wk naar ca. 11 fte/week, ofwel van ca. €280.000 naar ca. €770.000; Ø leerlijnen voor deze vakken te ontwikkelen; Ø geschikte methodes te zoeken (met fysiek en digitaal lesmateriaal), die de mogelijkheid tot individualiseren hebben en daartoe gebruik maken van learning analytics, zodat aan studenten opdrachten worden voorgelegd passend bij hun niveau en ontwikkeling; Ø scholing van docenten rekenen te verzorgen en door hen studie- en gebruikersbijeenkomsten bij te laten wonen.

Uit de resultaten van de afgelopen schooljaren blijkt dat Nimeto-studenten redelijk tot goed scoren. Voor Nederlands is er een klein verschil tussen instellings- en centrale examens. Nimeto-studenten scoren meestal iets boven het landelijke gemiddelde. Technische studenten scoren beter op rekenen en creatieve studenten beter op taal. Twee jaar geleden is dyslexiebeleid ontwikkeld en startte de implementatie in schooljaar 2013-2014. Aan het einde van het schooljaar is dat beleid geëvalueerd met dyslectische studenten en hun ouders. Uitkomst was dat zij het Nimeto-beleid waarderen. Tevens formuleerden zij tips over communicatie en uitvoering ervan. Taaldocenten plannen bewust meer tijd, een groter lettertype en lichtgekleurd papier. Auditieve ondersteuning via de Macbook ervaart nog technische problemen. Schooljaar 2013-2014 draaide in de eerste klassen van de niveau 4-opleidingen een experiment met bijlessen voor talen en rekenen. Dat experiment heeft ertoe geleid dat we de bijlessen naar alle leerjaren willen uitbreiden. Rekenen krijgt prioriteit en is in december 2014 gestart. Voor 1e jaars zijn bijlessen talen gestart.


10

§2.2 Beleid voor de komende periode Een onderwerp in het Implementatieplan was ook alle docenten tot het 3F-niveau Nederlands en rekenen op te leiden. Het Nimeto-management vindt dat docenten ongeacht het vak ten minste het taalniveau van studenten dienen te hebben. Inmiddels is de eerste groep docenten gestart met bijscholing Nederlands. Taal- en rekencoaches heeft Nimeto Utrecht bewust niet ingesteld en we hebben geen docenten daarvoor opgeleid. Voor rekenen is behoefte aan speciaal opgeleid personeel ontstaan: specialisten op het vlak van ondersteuning (opleiding master special needs). Voor Nederlands en Engels is de verwachting dat die behoefte ook zal ontstaan, zij het in mindere mate. Die behoefte ontstaat mede door de eisen voortkomend uit Passend Onderwijs. Nimeto Utrecht kent verhoudingsgewijs veel dyslectische studenten (landelijk: ca. 5%; bij Nimeto: ca. 20%).


11

3. Terugdringen van Voortijdig Schoolverlaten met aandacht voor kwetsbare jongeren §3.1 Verleden en blik op de toekomst Het terugdringen van voortijdig schoolverlaters (vsv) staat heel hoog op de agenda van Nimeto Utrecht. Investeren in jongeren om een startkwalificatie te halen loont: betere arbeidsmarktperspectieven en minder kans op ongewenst gedrag zijn de winstpunten. Nimeto Utrecht is er niet alleen voor het hoogste echelon in het MBO, ook de niveaus 2 en 3 zijn van wezenlijk belang. Nimeto Utrecht kiest hier bewust voor. Vanuit het Ministerie van OCW zijn er meerdere initiatieven ontwikkeld, zoals instelling kwalificatieplicht (in 2007) en het verzuimloket (2009). In 2008 zijn de eerste vsv-convenanten afgesloten tussen scholen en de gemeenten om gezamenlijk op te trekken in het terugdringen van vsv. Hiermee werd de basis gelegd voor een regionale aanpak van vsv. Deze samenwerkingsverbanden van de ketenpartners voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en gemeenten – zijn succesvol gebleken in het terugdringen van vsv’ers. Tot slot is er een financiële prikkel voor scholen die de scherp gestelde landelijke normen vsv behalen; de prestatiebox. De beschikbaar gestelde middelen heeft Nimeto Utrecht effectief in kunnen zetten waardoor het percentage ongediplomeerde schoolverlaters is gedaald en aandacht is in een paar jaar tijd verzesvoudigd in termen van geld en inspanning. Natuurlijk zijn maatschappelijke invloeden van belang, maar het is ook een consequentie van een bewust maatschappelijk beleid van de instelling. Met de regionalisering van overheidstaken op het gebied van jeugdbeleid en voortijdig schoolverlaten, komen de gemeenten en de Regionale Meld en Coördinatiepunten (RMC’s) steeds meer in beeld bij scholen.

§3.2 Visie Nimeto Utrecht is een kleine vakschool met een beperkt aantal opleidingen. Ook al komen de studenten van Nimeto Utrecht uit het gehele land1, door de schaalgrootte zoekt Nimeto Utrecht nadrukkelijk de samenwerking met de ketenpartners in RMC regio Utrecht. Er wordt daarbij nagedacht en toegewerkt naar een instellingsgerichte aanpak in plaats van een regionale aanpak. Hierbij is niet zozeer de woonplaats van de student bepalend voor de ondersteuning, maar de schoolgaande plaats van de student. Het is voor scholen immers onverkoopbaar wanneer studenten uit dezelfde klas verschillende rechten op voorzieningen hebben.

1

Nimeto Utrecht heeft studenten die uit 35 verschillende RMC regio’s afkomstig zijn. Op 1 oktober 2014 was 10% afkomstig uit Utrecht-‐stad en 39% uit RMC regio Utrecht (RMC 19).


12

Samen met de ketenpartners RMC Utrecht kunnen we de krachten bundelen en samenwerken in een gezamenlijk streven: ‘jongeren begeleiden op hun unieke pad naar kansrijke deelname aan de samenleving’. De ketenpartners zijn uiteraard de jongere zelf, diens ouders en omgeving, docent, de school (VO en MBO), leerplicht/RMC, zorgaanbieders, werkgevers, de gemeenten en het ministerie van OCenW. De -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐

uitgangspunten die de partners hanteren zijn: de jongere is verantwoordelijk voor zijn eigen ontwikkeling iedere jongere heeft recht op passend onderwijs; thuiszitten is geen optie de ambitie van de jongeren is het vertrekpunt om aan een realistische toekomst te werken de sleutel is oprechte interesse in de jongere en zijn omgeving met steun op maat (bege)leiden we de jongere naar een succesvolle loopbaan als betrokken partners versterken we elkaars aanpak.

§3.3 Waar staan we nu De cijfers De samenstelling van de studentenpopulatie kenmerkt zich door een hoog aandeel meisjes (85%). Gemiddeld telt Nimeto Utrecht ca. 28% studenten met een registratie van een beperking. Dyslexie is de meest voorkomende beperking (21% van de studentpopulatie). Van alle studenten volgt ca. 26% een korter of langer traject bij het Zorgteam en 1,2% van de studenten volgt een traject binnen passend onderwijs. Nimeto Utrecht kent een circa 10% ongediplomeerde instellingsverlaters waarvan 4% voortijdig schoolverlater is. Het percentage ongediplomeerde instellingsverlaters vertoont de laatste drie jaar een dalende lijn (van 12% naar 10%). Het percentage voortijdig schoolverlaters fluctueert de afgelopen drie jaar (van 5,1% in 2011-2012; 3,8% in 2012-2013 tot 4,0% in 2013-2014) door de jaren heen. Nimeto Utrecht heeft op een aantal zaken ingezet om voortijdig schoolverlaten terug te dringen. In de eerste plaats is het zorgbeleid herijkt en hiermee ook de zorgstructuur zoals die binnen Nimeto Utrecht bestaat. Er heeft een uitbreiding in de formatie plaatsgevonden en er is een medewerker passend onderwijs aangetrokken die met name studenten met gedragsproblematiek (de voormalige REC 4 studenten) begeleidt. Met subsidiegelden vanuit het vsv-convenant heeft Nimeto Utrecht kunnen bewerkstelligen dat mentoren een training vroegsignalering hebben gevolgd, de tweede intake duidelijker in het aanmeldingstraject is neergezet, de heroriëntatieklas is gestart en de jeugdarts is ingezet. Concreet heeft Nimeto Utrecht onderstaande projecten - al dan niet in samen met de ketenpartners - in gang gezet in het bestrijden van voortijdig schoolverlaten.


13

•

Creëren Sterke basis

In onze verzuimaanpak gaan wij ervan uit dat studenten meer gebaat zijn bij het aanspreken op de eigen verantwoordelijkheid voor aanwezigheid dan op afwezigheid. Aanwezigheid is cruciaal, niet alleen voor de eigen studievoortgang, maar ook voor de voortgang van onderwijsprojecten en de samenwerking met de medestudenten. Met deze benadering verwachten we onze studenten beter voor te bereiden op de eisen die de arbeidsmarkt aan haar werknemers stelt.

•

Loopbaan oriëntatie

Vanuit het project ‘de Overstap’ organiseren de VMBO en MBO scholen uit RMC 19 oriëntatiedagen. Tijdens deze dagen kunnen aspirant studenten die nog niet precies weten welke opleiding het beste bij hen past workshops volgen voor onze opleidingen. Ook wordt aspirant studenten de mogelijkheid geboden een dag op school mee te lopen (meeloopdagen). Nimeto Utrecht is actief met het geven van voorlichting aan studenten en decanen op VO-scholen en via studiebeurzen. Studenten die een verkeerde opleidingskeuze hebben gemaakt, kunnen gebruik maken van de heroriëntatieklas. Hier worden ze ondersteund in hun oriëntatie op hun loopbaan. Als een student uiteindelijk toch ongediplomeerd Nimeto Utrecht verlaat, wordt altijd een exit gesprek gevoerd. Ook na uitschrijving blijft Nimeto Utrecht de studenten volgen via het project MUST (= Monitoring Uitgeschreven Studenten) over de vervolgstappen en bieden we indien nodig hulp.

•

sluitende overgangen

Samen met de ketenpartners organiseert RMC regio 19 de jongerenconferentie (MBO-studenten vertellen over hun ervaringen bij de overstap van het VO naar het MBO), de overstaptafel (plaatsen van studenten die in augustus nog geen inschrijving hebben), vult het VO samen met de student het Digitaal Doorstroom Dossier voor het MBO in en tenslotte geeft het VO actief aan het MBO aan dat ze achtergrondinformatie over een student willen delen met het MBO in het belang na een juiste studiekeuze (warme overdracht). Nimeto Utrecht heeft ingezet op een krachtiger beleid en de organisatie van de intake en de tweede intake. Studenten met een extra ondersteuningsvraag, MBOwisselaars, zij-instromers, diploma-lozen en studenten ouder dan 23 krijgen altijd een tweede intakegesprek met het Zorgteam.

•

extra ondersteuning waar nodig

Met de ketenpartners zijn een paar succesvolle voorzieningen opgezet zoals MBO plus (maatwerk)voorzieningen om overbelaste jongerenweer in evenwicht te brengen), de jeugdarts (bedoeld voor studenten met risicovol ziekteverzuim). Binnen het eigen zorgteam kan naast studentbegeleiding ook schoolmaatschappelijke werk en ondersteuning aan studenten met gedragsproblemen geboden worden.


14

•

aansluiting arbeidsmarkt

Nimeto Utrecht onderhoudt goede contacten met het bedrijfsleven en kan zo zorgdragen voor voldoende aanbod van stagebedrijven. Nimeto Utrecht organiseert bedrijvendagen voor een kruisbestuiving tussen Nimeto Utrecht en het bedrijfsleven. Op deze dagen reflecteren stagebedrijven op ons onderwijs, wij geven onze verwachtingen ten aanzien van een stagebedrijf aan en stagebedrijven kunnen van elkaar leren. Nimeto Utrecht kent voor de branches waarvoor zij studenten opleidt een adviesgroep van bedrijven die ons adviseren over het onderwijs en onze wijze van examinering. Door deze samenwerking met werkgevers zorgt Nimeto Utrecht dat het onderwijs aan blijft sluiten bij de arbeidsmarkt. Studenten worden in stagelessen goed voorbereid op de stage, waarbij divers aspecten van werken aan bod komen.

§3.4 Begeleiding in de toekomst We willen naar een school met een gedegen begeleidingsstructuur waarbij alle studenten in beeld zijn. En begeleiding start al bij een gedegen intake waar ook een extra ondersteuningsbehoefte helder wordt. Een school waarbij de medewerkers voldoende geschoold zijn in het kunnen herkennen van signalen en medewerkers bijtijds door kunnen verwijzen naar begeleiders met de juiste expertise. We willen minimaal de normpercentages voor vsv blijven behalen, zoals we dat twee jaar op rij hebben gedaan. Daarnaast willen we onze eigen aanwezigheidsnorm van 80% aanwezigheidsplicht voor studenten ophogen naar 85%. Verder willen we een aantal succesvolle activiteiten die we met subsidiegelden vanuit de gemeente konden financieren inbedden in onze eigen organisatie. Ons plan van aanpak volgt de lijnen zoals die in de Schoolwerktagenda zijn overeengekomen en bevat de lijnen die specifiek voor Nimeto Utrecht gelden.

§3.5 Het plan voor de toekomst •

Creëren Sterke basis; ouder platform

Nimeto Utrecht hecht grote waarde aan contact met de ouders van haar studenten. Ook als de student 18 jaar of ouder is. Tot nu toe is dit vooral gericht op het brengen van informatie, via brieven, het openstellen van het deelnemersadministratiepakket voor ouders en het organiseren van informatie- en ouderavonden. Terzijde zij opgemerkt dat de betrokkenheid van de ouders bij Nimeto Utrecht als (zeer) hoog is te kwalificeren. Nimeto Utrecht wil nu de volgende stap zetten door ook informatie te gaan halen bij ouders en ouders betrekken bij evaluaties en vragen te reflecteren op voorgenomen beleid/projecten. Een en ander ligt in de lijn zoals Nimeto Utrecht informatie haalt en brengt bij andere stakeholders als de Studentenraad en het bedrijfsleven.


15

•

Verzuimregistratie en raadpleging

Voorwaarde voor een gedegen verzuimaanpak is niet alleen een goede registratie maar ook een snelle manier om deze te kunnen raadplegen. Nimeto Utrecht wil een dashboard ontwikkelen om studentenverzuim beter te kunnen monitoren; niet alleen ongeoorloofde absentie, maar ook de redenen van de geoorloofde absentie. Sneller in beeld betekent ook sneller kunnen anticiperen en daardoor sneller actie ondernemen. We verwachten hiermee verzuim terug te kunnen dringen en daarmee beter op mogelijke uitval te anticiperen.

•

Verzuimaanpak 18 plus

In 2014-2015 lopen verschillende projecten om vsv onder 18plussers terug te dringen. Dit zijn het landelijke project ‘18Plus we missen je’ en de regionale projecten die in de G4-regio’s worden uitgevoerd. In Utrecht is dit het project ‘Student in Beeld’. Deze projecten worden in het voorjaar van 2015 geëvalueerd. Vooruitlopend op deze evaluaties heeft Nimeto Utrecht toegezegd aan te willen haken op de afspraken die binnen Utrecht worden gemaakt en Nimeto Utrecht is toegezegd gebruik te mogen maken van ontwikkelde instrumenten. Verder wil Nimeto Utrecht afspraken maken met RMC en een vast contactpersoon die ook op de locatie van Nimeto Utrecht zal opereren.

•

Professionalisering

De cursus ‘Vroegsignalering’ is goed ontvangen bij de mentoren van Nimeto Utrecht. Blijvende scholing op dit gebied blijft noodzakelijk. Het gaat hierbij niet alleen om het herkennen van gedrag dat kan wijzen op uitval of ondersteuningsbehoefte, maar ook om hoe met de student hierover in gesprek te gaan en tenslotte te weten waar de grens ligt tussen zelf handelen en doorverwijzen naar een specialist. Nimeto Utrecht wil ook trainingen aan docenten verzorgen over hoe in de lessituatie om te gaan met een specifieke hulpvraag, zoals bijvoorbeeld autisme. Dit is eigenlijk de overgang van passend onderwijs naar passend onderwijzen.

•

Instellen begeleidingsmentor

Enerzijds zien we dat sommige mentoren een student te lang blijven begeleiden terwijl ze daar onvoldoende expertise voor hebben, anderzijds zijn er mentoren die studenten met onderwijs gerelateerde vragen doorverwijzen naar het zorgteam. Om het gat dat bestaat tussen mentor en het zorgteam in te vullen, heeft Nimeto Utrecht in 2014-2015 een pilot gedraaid met een begeleidingsmentor voor het team niveau 2 en 3. De mentor werkt klas gerelateerd en houdt zich bezig met groepsdynamiek en studieloopbaanbegeleiding van studenten. De zorgmentor begeleidt individuele studenten met structurele studieproblemen en aanwezigheidsproblematiek. Het zorgteam ondersteunt studenten met een specifieke ondersteuningsbehoefte. De begeleidingsmentor ontzorgt het zorgteam en ontzorgt de mentor, zodat de student sneller de juiste begeleiding krijgt.


16

§3.6 Loopbaan oriëntatie §3.6.1 Top 10 toeleverende scholen Nimeto Utrecht heeft goede contacten met de toeleverende scholen. Daarnaast wil Nimeto Utrecht de banden met de top 10 toeleverende scholen aanhalen. In eerste instantie zijn dit de scholen die kwantitatief de meeste studenten aanleveren. Vervolgens wordt gekeken hoe hoog de uitval per toeleverende school is. Nimeto Utrecht gaat een plan opstellen hoe de decanen/ studieloopbaanbegeleiders van de top 10 scholen actief te benaderen en te informeren over de eisen die Nimeto Utrecht stelt aan de kennis en vaardigheden waaraan binnenkomende studenten moeten voldoen. Aan de andere kant kunnen decanen/studiebegeleiders in het voortgezet onderwijs beter inschatten wanneer warme overdracht gewenst is. Nimeto Utrecht verwacht hiermee de uitval onder de eerstejaars die van de scholen afkomstig zijn te kunnen verminderen.

§3.6.2 Inbedden heroriëntatieklas In 2014-2015 is Nimeto Utrecht gestart met het ontwikkelen en implementeren van de heroriëntatieklas. Doel van deze klas is studenten die een verkeerde studiekeuze hebben gemaakt te begeleiden in de keuze en de toeleiding naar een passende opleiding, binnen of buiten Nimeto Utrecht. Ook studenten die vanwege persoonlijke problemen de opleiding moeten staken en ‘uitbegeleid’ zijn door de tweedelijnszorg, kunnen aan deze klas deelnemen. De heroriëntatieklas volgt een dagdeel per week een speciaal programma, gericht op de vervolgstap in de (school)loopbaan. Het programma wordt verzorgd door een docent en een medewerker van het zorgteam om zowel het onderwijskundige aspect als het ondersteuningsaspect geborgd te hebben. Vooruitlopend op de evaluatie van dit project, wil Nimeto Utrecht deze voorziening inbedden in haar begeleidingsstructuur.

§3.6.3 Sluitende overgangen De intake vormt de eerste kennismaking met de student en inschatting naar een succesvolle schoolloopbaan binnen Nimeto Utrecht. Scholing van de intakers staat hoog op de agenda; de intakers moeten niet alleen in staat zijn om in te kunnen schatten of een aspirant student een juist beeld van de opleiding heeft en over voldoende kennis en vaardigheden beschikt om de opleiding met succes af te ronden, maar ook om te bekijken of er sprake is van een extra ondersteuningsbehoefte en een tweede intake met het zorgteam wenselijk is. Nimeto Utrecht werkt met vaste intakerondes op vaste momenten in het jaar. Het aantal momenten dat een aspirant student kan doen is hiermee beperkt. Nimeto Utrecht gaat onderzoeken wat de voor- en nadelen van een continu-intake zijn. Onder continu-intake wordt verstaan dat op een vaste dag(en) in de maand een student intake kan doen. De student weet hierdoor veel eerder of hij bij ons kan starten.


17

§3.6.4 Extra ondersteuning waar nodig Nimeto Utrecht wil meer expertise in huis halen door meer samenwerkingsverbanden met specialisten aan te gaan en de expertise van het eigen zorgteam uit te breiden.

•

Jeugdteam voor sociaal emotionele ondersteuning studenten

In Utrecht is de jeugdzorg georganiseerd rondom generalistische buurtteams, waarin diverse specialismen zijn vertegenwoordigd, zoals GGZ, jeugdzorg, reclassering, maatschappelijk werk, werk en inkomen, schuldhulpverlening, verslavingszorg en dak- en thuislozenzorg. Deze generalistische teams kunnen integrale hulp bieden op alle leefgebieden. Jongeren die ouder zijn dan 16 jaar kunnen echter beter schoolgericht bereikt worden dan wijkgericht, omdat hun actieradius groter is. Er heeft op een locatie waar twee mbo scholen gevestigd zijn een succesvolle pilot gedraaid met een jeugdteam waarbij niet de wijk maar de school als vindplaats is gedefinieerd. Nimeto Utrecht gaat onderzoeken hoe een jeugdteam in aansluiting op de eigen zorgstructuur op de schoollocatie kan worden ingezet. Belangrijk uitgangspunt hierbij is dat ook studenten die buiten Utrecht wonen gebruik kunnen maken van deze voorziening.

•

Jeugdarts voor medische ondersteuning

De jeugdarts is opgenomen in de zorgstructuur van Nimeto Utrecht. Studenten worden doorverwezen naar de jeugdarts bij risicovol ziekteverzuim. Het beoordelen van een ziekte is geen taak van een schoolmedewerker. De jeugdarts is een autoriteit die een beroep kan doen op een breder medische netwerk en aangeeft wat de beste aanpak voor de student op school en in de lessituatie is.

•

MBO-‐ plus coaching inbedden

MBO-plus middelen worden vooral ingezet voor externe ondersteuning en interne training. Nimeto Utrecht is voornemens om studenten intern in groepsverband te begeleiden bij specifieke hulpvragen waardoor studenten van elkaar kunnen leren en ervaren dat ze niet de enige zijn met die klacht. Nevendoel is een effectiever inzet van zorgteam door meerdere studenten tegelijk te begeleiden bij specifieke problematiek.


18

4. Bevorderen kwaliteit van de beroepsprakijkvorming §4.1 Inleiding In de MBO-sector werken scholen en bedrijven nauw samen bij het verzorgen van beroepsopleidingen. Het MBO kent meer dan elke andere onderwijssector een belangrijke praktijkcomponent. Via stages worden studenten voorbereid op de uitoefening van een beroep. Stage is dan ook een verplicht onderdeel van iedere Mbo-opleiding, die in sterke mate de kwaliteit van het MBO beïnvloedt. Er zijn echter een aantal ontwikkelingen gaande, die meer focus op onze bedrijven vragen. De branches waarin we actief zijn, zijn sterk in beweging. In Retail branche waar veel van onze studenten voor vormgeving hun stageplek vinden, vindt een snelle transformatie plaats van “Bricks naar Clicks”. In de schildersbranche hebben vele kleine bedrijven moeite het hoofd boven water te houden door de massale opkomst van ZZP’ers. Onze schildersopleidingen ontwikkelen zich tot bredere vastgoedopleidingen. Met het wegvallen van de wettelijke taken per 1 augustus 2015 van het aan onze school verbonden Kenniscentrum Savantis zal ondersteuning op bedrijfstakniveau drastisch minder worden. SBB zal op veel grotere afstand staan van de stagebedrijven en vooral een administratieve relatie hebben met deze bedrijven. Ontwikkelingen/innovaties in bedrijven gaan snel. Als school willen we graag schoolbreed geïnformeerd worden over deze ontwikkelingen, zodat hierop kan worden ingespeeld in het onderwijs. Tot op heden is Nimeto Utrecht er in geslaagd altijd voldoende goede stageplaatsen voor haar studenten te realiseren. De tevredenheid over stage is zowel vanuit de bedrijvenkant als vanuit de studenten goed te noemen. Nimeto Utrecht zal zelf meer expertise moeten opbouwen over onze branches. Geplande activiteiten: 1) nieuw Bureau bedrijfscontacten en 2) deelname aan het MBO- expertisecentrum creatieve industrie.

§4.2 Nieuw Bureau bedrijfscontacten §4.2.1 Huidige situatie contacten met bedrijven/organisaties Het huidige BPV-bureau onderhoudt de relaties met stagebedrijven. Het BPVbureau coördineert de interne afstemming met de stagebegeleiders. De twee stagecoördinatoren schuiven regelmatig aan bij het teamleidersoverleg om onderwerpen rondom stage te bespreken. Informatie over ontwikkelingen/innovaties in het bedrijfsleven/branches wordt informeel uitgewisseld. Er zijn regelmatig gesprekken tussen BPV-coördinatoren en opleidingsmanagers. Incidenteel vindt uitwisseling plaats in de teams. Via actuele samenwerkingsprojecten met bedrijven/organisaties geven we extra kleur aan onze opleidingen en kunnen we onze kwaliteiten tonen aan anderen. De afgelopen jaren zijn vele projecten uitgevoerd; denk aan de restauratie van een kerk in Noord-Frankrijk (Ancemont), de kerstversieringen bij de MBO-raad, de Gemeente bibliotheek van Utrecht, het Spoorwegmuseum. Deze projecten


19

genereren naast leer/werkervaring voor studenten ook veel positieve PR voor onze school. Als bedrijven/instellingen in samenwerking met Nimeto Utrecht een project willen opstarten worden ze in contact gebracht met twee docenten met een taak voor externe projecten van 0,2 fte per persoon. Het organiseren van eenmalige projecten valt in de praktijk lastig te combineren met alle verplichtingen in de reguliere opleidingen (het vastgestelde rooster).

§4.2.2 Gewenste situatie Er bestaat de behoefte om de band met bedrijven/instellingen te versterken, waarbij sneller ingespeeld kan worden op vraag en aanbod van projecten. Betere verankering van projecten in de organisatie. De onderwijsstructuur moet flexibeler worden opgezet, waarbij studenten kunnen worden ingezet bij projecten. Brede verspreiding van informatie in de eigen organisatie over ontwikkelingen/innovatie bij de bedrijven. Dit moet beter worden georganiseerd. Deling van kennis over de branches dient niet alleen op landelijk niveau plaats te vinden via een expertisecentrum, maar ook binnen de eigen organisatie. Nimeto Utrecht vindt het belangrijk dat studenten ervaring kunnen opdoen in het buitenland. Kennismaken met een andere cultuur, nieuwe ervaringen opdoen, verbreding van de horizon. Studenten moeten kunnen deelnemen aan verschillende uitwisselingsprogramma’s met zustervakscholen in het buitenland Het is ook mogelijk om stage in het buitenland te doen. Door stage te lopen in het buitenland doet de student werkervaring op in het vakgebied en verbreed zijn scope. Als voorbeeldmodel kan de organisatie bij Sintlucas gelden. SintLucas@work is het projectbureau binnen SintLucas waar onderwijs en bedrijfsleven elkaar ontmoeten; een full service bureau waar vierdejaars studenten afstuderen op projecten die bedrijven en de non-profit sector in opdracht geven. In contact met de klant professionaliseren de studenten, de ‘creatieve ondernemers’, hun creativiteit en ondernemerschap. Leren van en in de praktijk en studenten in aanraking laten komen met alle facetten van het vakgebied, dat is de gedachte achter SintLucas@work. Opdrachten waar studenten aan werken omvatten het brede gebied waarvoor SintLucas opleidt. Van briefing tot productiebegeleiding, van ontwerp tot product en van offerte tot factuur zijn de studenten mede verantwoordelijk voor het optimaal bedienen van de klant. Natuurlijk ‘de klant is koning’, maar de student en zijn leerproces staan centraal. Daar zijn het werk, de begeleiding en de contracten die SintLucas met de opdrachtgever afsluit, op afgestemd. Er zal een nieuw bedrijfsonderdeel binnen Nimeto Utrecht worden geformeerd, Bureau BedrijfsContacten. De bestaande formatie van de twee BPV-coördinatoren alsmede de projectformatie zullen hierin worden opgenomen. De huidige formatie van zal worden uitgebreid met 0,5 fte. Het bureau kent de volgende hoofdtaken:


20

1. Een juiste match tussen student en stagebedrijf en onderhouden van contacten met de stagebedrijven. 2. Afstemming en coördinatie van projecten van bedrijven/organisaties. Neemt periodiek deel aan het Teamleidersoverleg voor verankering in de organisatie. 3. Verantwoordelijk voor het beleidsterrein internationalisering, met name internationale stages. 4. Scant de ontwikkelingen/innovaties in de branches en informeert de organisatie. 5. Het jaarlijks organiseren van een seminar voor bedrijven. 6. Het jaarlijks organiseren van een interne docentendag/ inspiratiedag en een kwaliteitsdag “kennisdelen”.


21

5. Excellentie §5.1 Inleiding Nimeto Utrecht is een vakschool, met de ambitie tot de top te behoren van de opleidingen in haar branches. Excellentie is het natuurlijke terrein van een vakschool. Op het gebied van vakwedstrijden op het gebied van Visual Merchandising heeft Nimeto Utrecht een prachtige track-record opgebouwd. In de zomer van 2015 zal in Rio de Janeiro een poging worden gedaan om wederom een gouden medaille te behalen.

§5.2 Visie Het Nederlandse onderwijs helpt studenten hun talenten te ontwikkelen. Alle studenten hebben talenten, maar een klein deel heeft zoveel potentieel dat met de juiste stimulatie en oefening men kan uitgroeien tot een toptalent. In het verleden ging de aandacht in het Nederlandse onderwijs vooral uit naar studenten met achterstanden. Aandacht voor excellentie werd in de Nederlandse gelijkheidscultuur al snel als not done beschouwd. Nimeto Utrecht staat zeer positief in het gekozen excellentiebeleid. Excellentie betreft niet alleen het aanwezige ( cognitieve) talent voor het vakgebied, maar ook de soft-skills als motivatie en discipline om alles uit dat talent te halen en zich dus maximaal in te zetten om uiteindelijk een excellent beroepsbeoefenaar te worden. Excellentie is een relatief begrip. In iedere groep vindt men extra getalenteerden in relatie tot de peergroep. In een groep met geselecteerde talenten treft men weer super-excellenten aan. Excellentie is niet altijd goed te meten. Excellentie is in zekere mate subjectief. In een sterk cognitieve omgeving is dat eenduidiger te meten dan in een creatieve omgeving, waarbij de beoordeling van prestaties door een beoordelingscommissie (jury) plaatsvindt. Bij excellentie gaat het om een beperkt aantal studenten. Excellentieonderwijs is maatwerk en wijkt af van het reguliere onderwijs. Excellente studenten zijn een voorbeeldmodel voor andere studenten. Deze kunnen zich spiegelen en optrekken aan deze studenten. Voorkomen moet worden dat reguliere studenten het verschil als valkuil ervaren. Excellentie kent een internationale component. Nimeto Utrecht stimuleert studenten actief om naar het buitenland te gaan om ervaring op te doen binnen hun vakgebied en kennis te maken met andere culturen. Ontwikkeling van maatwerkprogramma’s is kostbaar. Door excellentie samen te ontwikkelen kun je kosten besparen. Met excellentieontwikkeling in de organisatie zal ervaring moeten worden opgebouwd. Successen worden verder uitgebouwd. Een eis aan excellentieprogramma’s is borging bij het bedrijfsleven. Een belangrijk vehikel om excellentie te stimuleren is het participeren in beroepenwedstijden. Het meedoen met meerdere opleidingen schoolbreed vormt een stimulans voor beter onderwijs en meer inspanning door de studenten.


22

§5.3 Huidige situatie excellentie Nimeto Utrecht Goede studenten hebben de mogelijkheid de reguliere 2- en 4-jarige opleiding een jaar sneller te doorlopen. Studenten, die hun opleiding afronden met een eindcijfer hoger dan een 8 ontvangen naast hun diploma een certificaat met de extra vermelding van “cum laude” op het diploma. Het behalen van een cijfer van minimaal een acht of hoger in de beroepspraktijk is hierbij voorwaardelijk. Bij de opleiding Vormgever doen de afgelopen jaren met succes studenten mee aan de nationale en Internationale Skills-beroepenwedstrijden. Er is op EuroSkills en WorldSkills verschillende keren goud behaald. Bij de opleidingen IRV wordt geparticipeerd in Jong Ondernemen projecten.

§5.4 Gewenste situatie excellentie Nimeto Utrecht wil excellentie steviger en schoolbreed neerzetten in de onderwijsorganisatie door het ontwikkelen van maatwerktrajecten voor excellente studenten en het breed participeren in beroepenwedstrijden; niet alleen op niveau 4 maar ook op niveau 2/3.

§5.5 Inspanningen op excellentie Algemeen Nimeto Utrecht neemt deel aan een samenwerkingsverband met creatieve vakscholen, 5D, waarin excellentieprogramma’s tezamen zullen worden ontwikkeld de komende jaren. Enkele docenten worden geschoold in het herkennen van excellentie. Docenten worden gefaciliteerd om excellentieprogramma’s te schrijven, te begeleiden, te toetsen en te examineren. In de bestaande opleiding IRV is Jong Ondernemen een keuze mogelijkheid in het programma. Jaarlijks nemen circa 10 studenten hieraan deel. Dit onderdeel zal ook in de andere opleidingen worden geïntroduceerd.

Meesterschap Een meestertitel verkrijg je pas nadat je intensief en een langere tijd hebt gewerkt aan je vakmanschap. Al tijdens de studie krijgen de studenten een fors aantal uren extra begeleiding en verdieping van de lesstof aangeboden. Zowel eigen masterdocenten als experts vanuit het beroepenveld worden daarbij ingeschakeld. Na het behalen van het diploma ontvangt de student(e) vervolgens een ‘scholarship’, waarbij hij/zij de gelegenheid krijgt om in het werkveld de meesterschapsroute voort te zetten. Onder begeleiding van professionals en gedurende het werk, blijft de student(e) zich verder ontwikkelen totdat hij/zij in staat is een meesterproef af te leggen. Het doen van een buitenlandse stage is een onderdeel van meesterschap. Nimeto Utrecht gaat participeren in een samenwerkingsverband met SintLucas, Cibap, om een excellentieroute voor restauratieschilders te realiseren, die leidt tot meesterschap. In schooljaar 2014/2015 is een eerste pilot gestart door CIBAP. Start in schooljaar 2016/2017 voor de beide andere vakscholen. Op het diploma/bij


23

het diploma wordt excellentie duidelijk zichtbaar gemaakt. Hierdoor wordt de meerwaarde zichtbaar voor het afnemend werkveld en het vervolgonderwijs. Nimeto Utrecht neemt deel aan een samenwerkingsverband met enkele grote vastgoedbedrijven ten behoeve van het project : Excellent Vastgoedonderhoud. Dit wordt ontwikkeld tezamen met NEHEM Kennismanagement Consultants. In 2013 zijn de voorbereidingen gestart. In 2015 zal het definitieve projectplan worden opgeleverd. Ook hier wordt op het diploma/bij het diploma excellentie duidelijk zichtbaar gemaakt. Hierdoor wordt de meerwaarde zichtbaar voor het afnemend werkveld en het vervolgonderwijs.

Beroepenwedstrijden Het verhogen van de kwaliteit en de excellentie in het beroepsonderwijs kan niet zonder een uitdaging. Een uitdaging niet alleen voor studenten maar ook voor de docententeams zijn de vakwedstrijden zoals Skills Netherlands die al sinds jaar en dag samen met verschillende partners organiseert. Deze vakwedstrijden laten niet alleen het vakmanschap van de studenten zien maar ook van de docententeams en de stagebedrijven achter de studenten. Het is een uitdaging voor de branches zowel vanuit werkgevers als werknemers om na de landelijke finale de nationale winnaars te meten met de buurlanden. De hoeveelheid betrokken partijen; scholen met docententeams, studenten (en ouders), leerbedrijven met leermeesters, branches met werkgevers- en werknemersorganisaties en het ministerie van OCW maakt de organisatie van vakwedstrijden een complexe zaak. Vakwedstrijden zijn met ieders medewerking het toneel waar studenten in het beroepsonderwijs hun excellentie kunnen laten zien. Nimeto Utrecht participeert in een initiatief van een meerderheid van de MBOscholen om in gezamenlijkheid een deel van het excellentiebudget te besteden aan de vakwedstrijden. De wedstrijden waren er wel maar in aantal beperkt (ongeveer 20); een beperkt aantal scholen (ongeveer 40) en branches participeerden. Nu valt er met het tijdelijke excellentiebudget een stevige impuls te geven aan het breed uitrollen van de vakwedstrijden in samenwerking met Skills Netherlands onder het format van Skills Heroes. De mbo-scholen hopen hiermee alle mbo-branches met sociale partners zoveel als mogelijk te betrekken bij de vakwedstrijden. Doel is deelname aan vakwedstrijden in het kader van excellentie: In vier jaar tijd breed uitrollen binnen de school (teams en regionale leerbedrijven). Docententeams en leerbedrijven zijn hierdoor betrokken bij de ontwikkeling van wedstrijdopdrachten/schoolvakwedstrijden en excellentieontwikkeling van studenten. Professionalisering van docenten wordt gestimuleerd doordat ‘hun’ studenten zich meten met anderen. Naast de bestaande beroepenwedstrijd Visual Merchandising zal Nimeto Utrecht gaan deelnemen aan de bestaande beroepenwedstrijd Schilder niveau 2/3. In samenwerking met Skills zal een nieuwe discipline Restauratieschilder worden ontwikkeld. Zowel wat betreft de externe als interne PR heeft de deelname van Nimeto Utrecht veel, heel veel opgeleverd. Het allerbelangrijkste is het neerzetten van een ‘rolmodel’. Een rolmodel zowel voor wat betreft de student als het betrokken personeel.


24

§ 5.6 Huidige situatie internationalisering Nimeto Utrecht Binnen bijna alle opleidingen vinden jaarlijks excursies/werkweken plaats naar/in diverse Europese steden, waaronder Milaan, Rome, Londen en Parijs. Voor het vak restauratieschilder is de afgelopen jaren een intensieve samenwerkingsrelatie aangegaan met een dorp in Noord-Frankrijk (Ancemont) voor de restauratie van een neo-gothische kerk. Momenteel zijn is men bezig met de opstart van een nieuw kerkrestauratieproject in een naburig dorp. Nimeto Utrecht kent geen samenwerkingsverbanden met scholen in het buitenland. Af en toe doet een Student internationale ervaring op middels een stage in het buitenland.

§5.7 Gewenste situatie internationalisering Internationalisering is meer verankerd in de organisatie. Nimeto Utrecht zoekt meer ankerpunten in het buitenland om zich mee te verbinden. Dit betreft zowel stages van individuele studenten als samenwerkingsprojecten in het buitenland.

Inspanningen Binnen Nimeto Utrecht wordt een nieuw bureau bedrijfscontacten gecreëerd met internationalisering in het takenpakket. Streven is dat 5% procent van de studenten van Nimeto Utrecht een buitenlandse stage doet. De interieurbeurs in Milaan wordt gebruikt als vehikel om studenten Vormgeving en Interieur internationale ervaring op te laten doen; door actieve deelname aan de beurs zelf met een aantal studenten. In vervolg op Ancemont worden nieuwe buitenlandse restauratieprojecten gezocht.


25

6. Studiesucces Studiesucces is anders dan de vijf voorgaande thema’s geen instrument, geen middel maar een resultaat en in de context van dit kwaliteitsplan een doeleinde: meer studiesucces. Wat dit betreft is het te vergelijken met diplomarendement. De school ic Nimeto Utrecht streeft naar verhoging van het rendement. Zoals hiervoor gezegd onderschrijft Nimeto Utrecht zeer van harte de consolidatie en als het even kan de verhoging van het studiesucces. Het studiesucces is in termen van rechtvaardigheid in de bekostiging een te prijzen doeleinde. Het gaat om de zogezegd bruto toegevoegde onderwijswaarde van een leerling of student. Het traject is voor een leerling die op een laag aanvang niveau start, lastiger, inspannender dan voor een leerling/student die van een hoog niveau van het vervolgonderwijs komt. Kijken we naar de vorige 5 thema’s dan is de professionalisering positieve factor in het nastreven van het studiesucces maar heeft hierbij een algemene gelding voor het hele onderwijs van de instelling. Taal- en rekenonderwijs en terugdringing van voortijdig schoolverlaten zijn juist voor de leerling met een relatieve aanvangsachterstand essentieel. In indirecte zin geldt dit ook voor goede toegesneden beroepspraktijkvorming. Juist in de context van adequate BPV zijn er gerede kansen voor de ‘lage starter’. De stimulering van excellentie (verticaal bewegen) werkt exemplarisch voor alle leerlingen en studenten maar heeft juist voor de ‘lage starter’ een goede positieve uitwerking. Vooral in een school waar mogelijkheden zijn voor opstroom van niveau 2 naar niveau 3 of niveau 4 en ook van niveau 3 naar niveau 4. Overigens biedt de mogelijkheid om van hogere niveaus naar lagere niveaus te gaan perspectief voor studiesucces. Weliswaar heeft deze beweging negatieve invloed op de bruto toegevoegde onderwijswaarde maar het vergroot wel de kans op een diploma.


26

Betrokkenheid stakeholders Last but not least: de betrokkenheid van de stakeholders bij de uitwerking van Visie2020 gekoppeld aan het kwaliteitsplan is van het begin af aan groot geweest. Het was en is een uitdrukkelijke wens van èn voor het personeel om betrokken te zijn bij de opzet van het nieuwe beleidsplan. Ook het bedrijfsleven, al dan niet in de onderwijs-adviescommissie zitting hebbend, de Raad van Toezicht, de studenten zijn nadrukkelijk betrokken en hebben over eerdere ideevorming en concepten gesproken. Voor wat betreft de betrokkenheid van het bedrijfsleven in de adviescommissie zij vermeld dat het laatste concept kwaliteitsplan uitvoerig is besproken op 23 april jl. waarbij de onderwijsafdelingen van Nimeto Utrecht, het College van Bestuur en de voorzitter en secretaris van de Raad van Toezicht ook aanwezig waren.

De aanzet van het beleidsplan was gepresenteerd in een gezamenlijke personeelsbijeenkomst eind 2013 en begin 2014. Na de Junibrief 2014 van de Minister van Onderwijs is een en ander verder uitgewerkt en is in de relevante gremia aan de orde geweest: Studentenraad, Ondernemingsraad, Adviescommissie en de Raad van Toezicht. De belangrijkste stakeholders naast de studenten is het personeel. In januari 2015 is de visienota 2020 gepresenteerd en besproken. Op 9 maart jl. is er een aparte studiedag voor al het personeel georganiseerd waar de nieuwe ontwikkelingen en de presentatie van onderdelen van het kwaliteitsplan/Visie2020 aan de orde kwamen. Voorafgaande aan deze dag is een anonieme enquête aan het personeel uitgezet over de planvorming in Visie 2020 en het kwaliteitsplan. Deze enquête is door meer dan 90% van het personeel ingevuld. Het bleek en blijkt dat a/ het personeel achter de plannen staat en b/ zich goed in staat acht deze plannen ook uit te voeren. Een paar resultaten uit deze enquête. Hierbij zij aangetekend dat de verschillen tussen de onderwijsafdelingen onderling en de verschillen tussen onderwijzend personeel en niet onderwijzend personeel te verwaarlozen zijn: eenheid binnen de organisatie. • • • • • • • •

Er is betrokkenheid van ons relevante bedrijfsleven (75% eens), en dat moet zo blijven. Samenwerking tussen verwante vakscholen is een goede zaak (84% eens) Ik kan me vinden in de nieuwe plannen (91%). Ik heb voldoende inbreng bij de uitwerking van de nieuwe plannen (72% eens) Ik kan inhoudelijk bijdragen aan innovatie ontwikkeling (74%) Als onderwijzend personeel ervaar ik respect van mijn collega’s van het onderwijsondersteunend personeel (82% eens). En omgekeerd ervaar respect voor de activiteiten van het onderwijsondersteunende personeel ook: 82% eens. Daarnaast is nog een flinke waslijst aan nieuwe ideeën en innovaties genoemd.

Op basis van deze enquête een uitstekende basis om de plannen ter hand te nemen uit Visie2020 en het kwaliteitsplan: zijn; ja, kunnen; zeker, durven; absoluut en dus: DOEN.


27

1. Professionalisering Thema

Deelonderwerp

Doelstelling/resultaat

Stappen/activiteiten

Periode

Kosten per jaar

Professionalisering

Strategie en Beleid Professionalisering

Het College van Bestuur faciliteert de professionalisering met als doel het stimuleren van innovatief en ondernemend onderwijs en duurzame inzetbaarheid.

Het College van Bestuur stelt een begroting op van middelen en faciliteiten voor professionalisering. Aanvullend formatiebudget beschikbaar stellen van 2 fte voor Innovatie en Kennisdeling.

20152018

€ 150.000

€ 140.000

Inhuren extern (management) adviseur

€ 20.000

Professionalisering

Professionalisering van Docenten /Instructeurs

Stimuleren van deelname aan een formele HBO/Lerarenopleiding te volgen.

2 per jaar; €7000 per traject aanvullende facilitering in tijd (0,1 fte per deelnemer)

20152018

€ 14.000 * na aftrek subsidie Lerarenbeurs

Professionalisering


Stimuleren docenten om Masteropleiding te volgen. Docenten worden periodiek geïnformeerd over hun specifieke mogelijkheden t.a.v. Bachelor- of Masteropleidingen

2 per jaar; €7000 per traject aanvullende facilitering in tijd (0,1 fte per deelnemer)

20152018

€ 14.000 * na aftrek subsidie Lerarenbeurs

Professionalisering

Professionalisering van Docenten/ Instructeurs

Stimuleren individuele trainingen/cursussen/seminars gericht op innovatie, ondernemendheid en duurzame inzetbaarheid.

Vergroten individuele competenties

20152018

€ 35.000


28

Professionalisering


Ontwikkeling professionele cultuur.

Organiseren van masterclasses/inspiratie-dagen voor docenten/instructeurs

20152018

€ 10.000,-

Professionalisering


Vakdidactiek, E-didactiek, Pedagogisch handelen bij moeilijke groepen.

Groepsgewijze training

20152018

€ 10.000,-

Lesgeven grote groepen, Digitale vaardigheden, 3D printing, Assessoren, Dyslexie Professionalisering


Verbeteren van de intake.

Trainen van Intakers om ondersteuningsvragen beter te herkennen (4 team trainingen à €1.200).

20152016

€ 4.800

Professionalisering


Mentoren trainingen gericht op het sneller herkennen van problematiek onder studenten en sneller doorverwijzing; Betere ondersteuning bij loopbaanbegeleiding. Meer gevarieerde activiteiten in mentoruur gericht op saamhorigheidsgevoel.

Training Gesprekstechnieken

20152018

€ 7.000

Curriculumontwikkeling en leerlijnen.

Individuele trainingen (MBOAcademie)

20152018

€ 1.500

Professionalisering



Training ‘Van passend onderwijs naar passend onderwijzen ‘ Peer coaching mentoren door zorgteam

2-3 pers à € 500

29

Professionalisering

Professionalisering

20152018

€ 1.500

2015 2018

€ 1.500

Periodiek taaltoetsen bij docenten afnemen om hun niveau te bepalen, totdat alle docenten op 3F scoren. Op basis van de taaltoetsen taallessen verzorgen. Peil van de rekenvaardigheid van docenten meten. Inhuur trainer en begeleiding; €1000 per leidinggevende.

20152018

€ 3.000

Per afdeling zijn circa 30 externe assessoren geregistreerd; hiervan volgen er jaarlijks 10 een training Inhuren externe ondersteuning voor opstellen meerjarig scholingsplan toets-beoordelaars (60), toetsconstructeurs (20) en toetsvaststellers (10)

2015 2018


Onderwijskundige organisatie op opleidingsniveau.

Individuele trainingen (MBOAcademie)


Vergroten inzicht bij docenten/instructeurs in het herkennen en omgaan met dyslectische studenten.

Docenten scholen in het maken van pdf’s, die werken bij toepassen van de voorleesfunctie op een computer.

2-3 pers à € 500

Professionalisering


Taalvaardigheid en Rekenvaardigheid docenten vergroten.

Professionalisering

Bekwaamheid van het management verhogen

Alle leidinggevenden trainen/coachen t.b.v. het voeren van functioneringsen beoordelingsgesprekken.

Professionalisering

Professionalisering examenorganisatie

Opleiden Examen functionarissen


Docenten stimuleren tot gebruiken van de gegevens uit het registratiesysteem.

€ 10.000

€ 10.000

30

Professionalisering

Professionalisering examenorganisatie

Auditing van de beroepsmogelijkheden en voor examinering (1x per 4 jaar).

Professionalisering

Verbeteren begeleiding van nieuwe medewerkers & studenten

Begeleiding aanbieden aan nieuwe collega’s en stagiairs/lio. Trainen van docenten gericht op voorlichting op scholen t.b.v. de studentenwerving.


Ervaren medewerkers opleiden in peer-coaching 2 pers per jaar à €1500

2017

€ 2.000

2015 2018

€ 3.000 € 3.000

31

2. Intensivering Taal en Rekenonderwijs Thema

Deelonderwerp



Periode

Kosten per jaar

Taal en rekenen

Dyslexie

Ouders en studenten geven een positief oordeel over dyslexiebeleid.

Registratiesysteem voor ondersteuningsbehoefte (meer tijd, groter lettertype, auditieve ondersteuning, lichtgekleurd papier nodig) binnen Magister opzetten, zodat voor docenten en voor toetsen rechtstreeks de gegevens eruit gehaald kunnen worden.

20152016

€ 25.000

20152018

€ 105.000

Controle op compleetheid van dyslexie- en dyscalculiegegevens in Magister en docenten vragen ontbrekende gegevens aan te leveren. Docenten scholen in het maken van pdf’s, die werken bij toepassen van de voorleesfunctie op een computer. Pilot dyslexie-pas voor dyslectische studenten,

Taal en rekenen

Maatwerk

Studenten krijgen lesstof aangesloten, die op hun niveau en vaardigheden aansluit.


Taal- en rekendocenten scholen in het gebruiken van de mogelijkheden voor maatwerk binnen het digitale lesmateriaal. Evaluatie van de huidige opzet van bijlessen en aanbevelingen voor schooljaar 2015-2016 formuleren.

32

Na de herfstvakantie starten met verzorgen van bijlessen op maat aan eerstejaarsstudenten. Bij de start van een schooljaar starten met bijlessen aan hogere jaarsstudenten. Bijlessen verzorgen tijdens terugkomdagen in de stageperiode.

Taal en Rekenen

Beroepsgericht rekencurriculum

Vertegenwoordigers geven Nimeto-studenten een voldoende voor hun beroepsgerichte rekenvaardigheden

Onderzoeken welke rekenvaardigheden studenten volgens de kwalificatiedossiers nodig hebben.

20152018

€ 4.000

20152018

€ 4.000

Onderzoeken welke rekenvaardigheden studenten nodig hebben volgens het bedrijfsleven. Opleidingsgerichte rekenopdrachten formuleren binnen de context van beroepssituaties.

Taal en Rekenen

Beroepsgericht taalcurriculum

Vertegenwoordigers geven Nimeto-studenten een voldoende voor hun beroepsgerichte taalvaardigheden.

Onderzoeken welke taalvaardigheden studenten volgens de kwalificatiedossiers nodig hebben. Onderzoeken welke taalvaardigheden studenten nodig hebben volgens uit het bedrijfsleven. Opleidingsgerichte taalopdrachten formuleren binnen de context van beroepssituaties. Taalopdrachten terugkoppelen tijdens taallessen.


33

Taal en Rekenen

Ernstige Reken en wiskundeproblem en en Dyscalculie (ERWD).

Mei 2016 beschikt Nimeto over beleid en een aanpak van ERWD-studenten, dat vanaf september 2016 geïmplementeerd wordt.

Onderzoeken wat ERWD-beleid betekent en beleid voor Nimeto formuleren.

20152018

€ 4.000

Een plan van aanpak van ERWD-studenten opstellen. ERWD-beleid binnen school communiceren Rekendocenten opleiden voor handelen volgens het ERWD-beleid.


34

3. Voortijdig Schoolverlaten thema Vsv

Vsv

deelonderwerp Opzetten ouderplatform

Verzuimregistratie en raadpleging I dashboard verzuim

II Registratie stageuren

Vsv

Verzuimaanpak 18plussers verbeteren


Doelstelling/resultaat Ouders zijn betrokken bij ontwikkelingen van Nimeto Utrecht via een digitaal ouderplatform. Het platform wordt actief gevoed door zowel Nimeto als ouders. Streefcijfer: per jaar worden minimaal twee onderwerpen voorgelegd aan ouders

Mentoren hebben sneller zicht op studentenverzuim en kunnen sneller actie ondernemen. Streefcijfer: aanwezigheidsnorm ophogen naar 85%, met gelijkblijvend percentage doorstroom. Registratie stage-uren in administratiesysteem tijdens stage ipv op papieren weekbriefjes.

Stappen/activiteiten Opzet: -‐ Informeren naar interesse onder ouders -‐ Digitale vorm bedenken om met ouders in gesprek te kunnen -‐ Bepalen welke informatie besproken wordt via platform Pilot: -‐ ouders eerstejaars studenten -‐ evaluatie -‐ shortlist leveranciers dashboard opstellen -‐ keuze maken leverancier -‐ inrichting verzuim dashboard

-‐ -‐ -‐

Versterking van kwalitatieve verzuimmeldingen, zodat RMC gericht kan handelen.

-‐

Instellingsgerichte verzuimaanpak ipv RMCgerichte verzuimaanpak, zodat er een betere aansluiting is bij reeds gedane verzuimacties door

-‐

-‐

onderzoek hoe stage-uren in Magister te registreren consequenties onderzoeken documentatie stage herschrijven Evaluatie project ‘18plus we missen je’ en ‘Student in beeld’ vertalen naar situatie Nimeto Utrecht Afspraken maken met RMC over kwalitatieve verzuimmeldingen van 18 plussers. Vast contactperso(o)n(en)

periode 20152016

kosten P.M

20162017

20152017

€ 10.000 per jaar

20152016

P.M

20162018

P.M

35

school. Daling vsv onder 18plussers, streefcijfer: daling van 5%

RMC in de school om aansluiting bij onze verzuimaanpak te bevorderen .

Nevendoel: versterken samenwerking met RMC. Vsv

Professionalisering docenten/mentoren

Sneller herkennen van problematiek onder studenten en sneller doorverwijzing. Nevendoel: docenten krijgen meer zelfvertrouwen

Vsv

Introduceren Begeleidingsmentor

Er is een professioneler invulling van het mentoraat met meer aandacht voor loopbaanoriëntatie en meer variatie in activiteiten in het mentoruur die gericht zijn op een saamhorigheidsgevoel in de groep. Het begeleidingsmentoraat vormt een aanvulling op het mentoraat en richt zich meer op specifieke ondersteuning in de lessituatie.

Vsv

Opstellen top 10 toeleverende scholen opstellen.


-‐

Cursus Vroegsignalering en Gesprekstechnieken

-‐

Peer coaching docenten ‘van passend onderwijs naar passend onderwijzen’ door zorgteam Pilot begeleidingsmentor in 2014-2015 evalueren. Herijken taakomschrijving begeleidingsmentor (n2 en n4) en mentor Plan van aanpak implementatie (begeleidings) mentoraat schrijven. Training begeleidingsmentoren Pilot opheffen klasmentor en introductie dat alle teamleden 10-15 mentorstudenten krijgen toegewezen. overlegstructuur mentorbegeleidingsmentorzorgteam vormgeven

-‐ -‐ -‐ -‐ -‐

De (begeleidings)mentor weet wanneer hij naar wie moet doorverwijzen.

-‐

De top 10 toeleverende scholen kunnen studenten heel gericht begeleiden bij de keuze naar

-‐ -‐ -‐

Analyse maken van toeleverende scholen de top 10 bepalen Plan van aanpak schrijven

20152018

€ 7.000 per jaar uitbreiding bij zorgteam

20152018

€ 56.000 per jaar

20152018

Formatie € 5.000 per jaar

36

Vsv

Vsv

Heroriëntatieklas inbedden

Onderzoek naar mogelijkheden inzet jeugdteam Nimeto Utrecht.

een vervolgopleiding op Nimeto, waardoor een daling optreedt in vsv onder studenten afkomstig van de top 10 scholen daalt. Streefcijfer: daling van 5%. Nevendoel: versterken contacten VO Studenten die hebben deelgenomen aan de heroriëntatieklas, staan het jaar daarop ingeschreven aan een inschrijving: streefcijfer: 75% Nevendoel: versterking decanaat

Een student met sociaalemotionele problemen komt sneller bij de juiste hulpverlener terecht. Verbreding van expertise op de eigen schoollocatie.

-‐

-‐

-‐ -‐ -‐

-‐

-‐

-‐ -‐


over kennisuitwisseling met top 10 scholen Uitvoeren plan van aanpak

Evaluatie onder studenten die heroriëntatietraject hebben gevolgd en hun ouders Verbeteractiviteiten uitvoeren Formatie vrijmaken voor klas Software pakket heroriëntatieklas ook inzetten voor decanaat.

20152018

€ 1.180,voor Software per jaar Formatie € 14.000 per jaar

Met jeugdzorg de mogelijkheden van de inzet van een jeugdteam op Nimeto Utrecht verkennen. Inventariseren wensen tav jeugdteam inzake inhoud, organisatie, aansluiting bestaande zorgstructuur, financiën Onderzoek benodigde fte’s en welke expertise Nimeto Utrecht nodig heeft Onderzoek in hoeverre studenten uit andere gemeenten aanspraak kunnen maken op deze voorziening

20152018

Formatie: € 5.000 per jaar

37

Vsv

Jeugdarts inbedden

Vermindering ziekteverzuim na consult jeugdarts. Streefcijfer; daling van 5%

Vsv

MBO-plus inbedden

Opvang overbelaste jongeren continueren. Studenten die gebruik hebben gemaakt van MBO-plus staan een jaar later ingeschreven op een school of hebben een startkwalificatie behaald. Streefcijfer: 75%


-‐ -‐

-‐ -‐

-‐

Projectplan schrijven Kwantitatieve en kwalitatieve evaluatie verrichten onder studenten die bij jeugdarts zijn geweest en hun ouders Kosten/baten analyse maken Verkenning meest voorkomende problematiek en welke zich lenen om in groepsverband te begeleiden Inzet van specifieke trainingen voor studenten

20162018

€ 9.360 per jaar

20162018

€ 5.000 per jaar

38

4. Beroepspraktijkvorming

Thema

Deelonderwerp



Periode

Kosten

Versterking Stage

Expertise centrum

Bundeling van kennis en binding met het bedrijfsleven in samenwerking met andere vakscholen

Opstellen samenwerkingsovereenkomst. In kaart brengen en onderhouden netwerk van stakeholders. bedrijven top 100, organisatie van bijeenkomst Expert meeting onderwijscreatieve industrie

20152018

€ 75.000 euro per jaar

Versterking Stage

Bureau Bedrijfscontacten

Bundeling van kennis en binding met het bedrijfsleven versterken binnen de organisatie

Volgen van innovaties in bedrijfstakken Acquisitie bedrijven Regelen van internationale stages

20152018

€ 37.000 per jaar


39

5. Excellentie Thema

Deelonderwerp



Periode

Kosten

Excellentie

Skills bestaande beroepen wedstrijden

Vanaf 2016 doen studenten van de opleiding RV BOL 4 en Schilder BOL 2/3 mee aan Skills

-

20152018

€ 20.000 per jaar voor reis en verblijf, docenten, communicatie en lesmateriaal

Ontwikkeling nieuwe Beroepenwedstrijd Restauratieschilder

-

20152018

€ 15.000 per jaar voor reis en verblijf, docenten, communicatie en lesmateriaal

Vanaf schooljaar 2016/2017 start opleiding Vanaf schooljaar 2016/2017 start opleiding Start deelname in mei 2017

-

20152018

€ 25.000 per jaar, ontwikkeling lesmateriaal, inhuur docenten

20152018

€ 45.000 per jaar ontwikkeling lesmateriaal, inhuur docenten

20152018

€ 30.000 per jaar ontwikkeling programma’s, reis en verblijf, docenten, huur expositieruimte € 20.000 per jaar ontwikkeling programma’s, reis en verblijf, docenten € 75.000 euro per jaar

Excellentie

Skills nieuwe beroepenwedstrijden

Excellentie

Excellentieroute voor restauratieschilders

Excellentie

Excellent Vastgoedonderhoud

Excellentie

Interieurbeurs in Milaan

Excellentie

Kerkrestauratie Project NoordFrankrijk Expertise centrum

Excellentie


Start schooljaar 20162017 Bundeling van kennis en binding met het bedrijfsleven in samenwerking met andere vakscholen

-

-

Contact opbouwen met organisatie Skills Studenten trainen Communicatie opzetten richting leerlingen en studenten Contact opbouwen met organisatie Skills Studenten trainen Communicatie opzetten richting leerlingen en studenten Programma’s ontwikkelen Internationale stage

Programma’s ontwikkelen Opbouw contacten partners Begeleiding studenten Programma’s ontwikkelen Opbouw contacten partners Begeleiding studenten Programma’s ontwikkelen Opbouw contacten partners Begeleiding studenten Opstellen samenwerkingsovereenkomst. In kaart brengen en onderhouden netwerk van stake holders. bedrijven top 100, organisatie van bijeenkomst Expert meeting onderwijscreatieve industrie

20152018 20152018

40

KWALITEITSPLAN NIMETO UTRECHT APRIL 2015

Recommend Documents