Voorwoord In dit jaarverslag 2008 verantwoorden we ons over de stappen, die zijn gezet in de ontwikkeling van Nimeto Utrecht als instelling in het achterliggende jaar. In deze verantwoording wordt zoveel mogelijk aangesloten bij het nieuwe format van het geïntegreerd jaardocument, waarbij onderwijsprestaties en financiële verantwoording worden gecombineerd. Integrale invoering van het competentiegerichte onderwijs (CGO) in onze organisatie stond dit jaar centraal op de agenda, waarbij gekozen was voor een ambitieuze invoeringsstrategie. De implementatie van een nieuw onderwijsconcept is een zeer intensief veranderingsproces. Ondanks een uitgebreide voorbereiding was het noodzakelijk om vrij snel na de start van het nieuwe schooljaar 2008/2009 flink bij te sturen in de gekozen ontwikkelingsrichting. Theorie en praktijk botsten al snel. Dit werd voor ons allen een zeer moeilijke en intensieve periode in het laatse kwartaal van 2008. Achteraf kan worden gesteld dat het invoeringsplan te ambitieus was. Teruggekeerd is naar een rustiger, incrementeel model. We kunnen nu constateren dat bij het schrijven van dit jaarverslag, de gekozen bijsturing goed heeft uitgepakt. We bedanken hierbij alle medewerkers en studenten voor hun getoonde inzet en betrokkenheid. Alleen met ieders medewerking kunnen we de kwaliteit van het onderwijs in onze school verder versterken.
Hans Verschoor Frans Veul College van Bestuur Nimeto Utrecht
3
Profiel van de instelling Wie zijn we Nimeto Utrecht is de instelling voor beroepen in de branches Schilder & Interieur en Ruimtelijke Presentatie & Communicatie. Binnen een eigentijdse onderwijsvorm is er veel persoonlijke aandacht voor de individuele student, waarbij de student leert en werkt in een kleinschalige en veilige leeromgeving. Nimeto Utrecht heeft een goede naam bij het bedrijfsleven. Studenten kiezen zeer gemotiveerd voor onze instelling en komen uit het hele land. In een klimaat van eigen verantwoordelijkheid wordt men opgeleid tot zelfstandig vakman/vakvrouw. Door de kwaliteit van de opleiding en de goede contacten met het bedrijfsleven, kan men na afronding van de opleiding goed doorstromen naar de arbeidsmarkt of het HBO. Nimeto Utrecht heeft als vakcollege een goede positie ten opzichte van andere onderwijsinstellingen. De opgebouwde naam komt voort uit de directe contacten met het bedrijfsleven en de kwaliteit van de gediplomeerde student. De actieve leerlingbegeleiding binnen het onderwijsproces als ook de sociaal- emotionele begeleiding geven de studenten een gevoel van welzijn. De contacten met de ouders zijn vanuit die begeleiding direct en de goede opkomst bij ouderavonden bevestigen de betrokkenheid en waardering bij de ouders. De inhoud van onze opleidingen, de omgeving en de sfeer/cultuur van de school bepalen onze positie nu en in de toekomst. De studenten kunnen na de opleiding als zelfstandige mensen volwaardig werken in hun beroep en functioneren als mens in de maatschappij. Nimeto Utrecht staat voor kennis, creativiteit en doen.
Opleidingen: BOL en BBL Nimeto Utrecht biedt in 2008 een negental opleidingen aan. Deze opleidingen zijn verdeeld in twee hoofdafdelingen, te weten RPC en IDEB. Qua leerweg valt een onderscheid te maken in opleidingen van enerzijds de Beroepsopleidende leerweg (BOL) en anderzijds de Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL). De BOL- opleidingen alsmede de BBL-opleiding Uitvoerder Afbouw en Onderhoud worden in Utrecht verzorgd, de overige BBL-opleidingen op diverse locaties in het land.
5
BOL opleidingen De afdeling Ruimtelijke Presentatie en Communicatie (RPC): Opleiding Ruimtelijke Presentatie en Communicatie: RPC In de vierjarige opleiding RPC op niveau 4 worden studenten opgeleid voor het kwalificatieprofiel Vormgeving Ruimtelijke Presentatie en Communicatie. Binnen de opleiding RPC leren studenten goederen, diensten en ideeën op een driedimensionale visuele manier te presenteren vanuit een marketingconcept. Het werkterrein bevindt zich in winkels, op beurzen, tentoonstellingen en in virtuele ruimtes. Afhankelijk van de gekozen uitstroomvariant kan men kiezen voor beroepen als vormgever productpresentatie, winkelpubliciteit vormgever en stand-winkel-en decorvormgever. Ook bestaat voor studenten de mogelijkheid tot het zelfstandige ondernemerschap na het behalen van het diploma. Opleiding Medewerker Tentoonstellingbouw: MTB In deze tweejarige opleiding MTB op niveau 2 worden studenten opgeleid voor het kwalificatieprofiel Tentoonstellingsbouwer. Binnen deze opleiding worden studenten opgeleid tot standbouwer. Hierbij leert men verschillende technieken op het gebied van houtbewerking, systeembouw en schilderen. Ook leert men stands stofferen en doet men de basisvaardigheden op van het etaleren en beletteren. Na het behalen van het diploma zijn studenten veelal werkzaam binnen een standbouwbedrijf waar zij beurspresentaties op- en afbouwen. Opleiding Medewerker Productpresentatie: MP In deze tweejarige opleiding MP op niveau 2 worden studenten opgeleid voor het kwalificatieprofiel Vormgeving Ruimtelijke, Presentatie en Communicatie. MP is een zeer praktische opleiding, waarbij studenten alles leren over productpresentaties in de winkel. Hierbij leert men verschillende praktische vaardigheden op het gebied van onder andere etaleren, visual merchandising, styling en signing. Na het behalen van het diploma zijn studenten veelal werkzaam binnen een standbouwbedrijf waar zij beurspresentaties op- en afbouwen.
7
De afdeling Interieur, Decoratie, Exterieur en Bescherming (IDEB): Opleiding Interieur, Decoratie, Exterieur en Bescherming: IDEB In de vierjarige opleiding IDEB op niveau 4 worden studenten opgeleid voor het kwalificatieprofiel Middenkaderfunctionaris afbouw en onderhoud. Tijdens deze opleiding leren studenten alles op het gebied van verf, kleur, vorm en materiaal. Afhankelijk van de gekozen uitstroomvariant wordt men opgeleid voor beroepen als decorateur, kleur- en interieuradviseur en restaurateur. Ook calculator, werkvoorbereider en adviseur behoren tot de mogelijkheden. Evenals bij de opleiding RPC kunnen studenten met het behalen van het diploma starten als zelfstandig ondernemer. Opleiding Schilder: S In deze tweejarige opleiding S op niveau 2 worden studenten opgeleid voor het kwalificatieprofiel Medewerker schilderen. De opleiding Schilder is een praktische opleiding voor de schildersbedrijfstak. Studenten leren verschillende decoratieve technieken toe te passen en doen praktische vaardigheden op, op het gebied van schilderen, spuiten, wandafwerking en belettering.
BBL opleidingen De onderstaande BBL-opleidingen worden in samenwerking met het kenniscentrum Savantis georganiseerd: • Opleiding Uitvoerder Afbouw en Onderhoud: UAO • Opleiding RestauratieStukadoor: RS • Opleiding Stukadoor: ST • Opleiding Monteur Systeemwanden en Plafonds: MS • Opleiding (Gezel) Dekvloerenlegger: DV en GVD
9
Onderwijs Algemeen In 2008 is volop doorgegaan met de verdere
van de onderwijsteamstructuur. Overgegaan is
ontwikkeling van de invoering van CGO
van een horizontale jaarteamstructuur naar een
binnen de organisatie. De invoering van het
verticale teamstructuur, waarbij een vaste groep
competentiegericht beroepsonderwijs in het
docenten, verantwoordelijk is voor een vaste
kader van het herontwerp MBO is een zeer
groep studenten gedurende hun opleiding. Deze
omvangrijk meerjarig veranderingproces, dat de
structuur vergroot de flexibiliteit van de student
gehele organisatie in al zijn onderdelen raakt. De
tijdens zijn/haar studie.
invoering van CGO vraagt een forse inspanning
Gekozen was voor een gefaseerde
van de organisatie, terwijl het reguliere onderwijs
invoeringsstrategie, waarbij de niveau 2-
gewoon blijft doordraaien.
opleidingen zijn gestart met ingang van
Het CGO-onderwijsbeleid wordt binnen
schooljaar 2007/2008 en de niveau- 4 opleidingen
Nimeto Utrecht mede ontwikkeld door een
met ingang van schooljaar 2008/2009.
ontwikkelgroep van docenten. In het zogenoemde
Mede naar aanleiding van de resultaten uit
Onderwijsplatform binnen Nimeto Utrecht vindt
het Medewerkers Tevredenheid Onderzoek
de afstemming plaats tussen de reguliere lopende
(MTO) uit 2007 is het College van Bestuur met
onderwijszaken en de onderwijsontwikkeling.
de organisatie de dialoog aangegaan over de
De ontwikkelgroep ontwikkelt basisdocumenten
voortgang van CGO in de organisatie. Begin
en onderwijsinhoud, die aan docenten
2008 is in een aantal middag-avondsessies de
wordt voorgelegd op scholingsdagen,
ontwikkeling en voortgang van CGO besproken
waarna terugkoppeling plaatsvindt naar de
en bediscussieerd in Rondetafelbijeenkomsten,
ontwikkelgroep.
waarbij eenieder vrij kon aanschuiven. Als
Naast de ontwikkeling van nieuw lesmateriaal,
leidraad was genomen het 10-puntenplan van
passend binnen het CGO-concept, is ook voor het
de MBO Raad over goed onderwijs in de MBO-
talenonderwijs een plan getrokken tot een betere
sector, maar ook andere verwante onderwerpen
verankering in het onderwijsaanbod.
konden door aanwezigen worden aangedragen.
Besloten was de invoering van CGO gepaard te
Het hoofddoel was het uitwisselen van ideeën en
laten gaan met een organisatieontwikkeling
ervaringen.
11
Studenten
De voorbereiding van de jaarlijkse Open Dagen in
chuiving van inzet tussen de teams,herschikking
maart 2008 is als pilotproject ingezet om ervaring
in roosters en herpositionering van talen en
op te doen met de nieuwe structuur; het Project
ondersteunende vakken. In de laatste weken
Aantal
Open Dagen (POD). Gedurende drie weken
van 2008 hebben de diverse omzettingen
In de onderstaande grafiek wordt het verloop weergegeven van het aantal studenten in de afgelopen vijf
gingen studenten en docenten in de nieuwe
plaatsgevonden. Bijstelling naar een gefaseerd
jaren voor de periode 2004-2008. Het aantal BOL-studenten beweegt zich tussen de 1.150 en 1.200.
structuur aan de slag in diverse projecten. Het
ontwikkelingsmodel heeft geleid tot de nodige
Hierbij is sprake van een stijgende groei van het aantal BBL-studenten.
was een zeer intensieve, leerzame periode. Een
rust en stabiliteit in de onderwijsorganisatie.
brede evaluatie van dit POD-project heeft geleid tot rapportage met zogenaamde Tips en Tops
Begin 2008 is de werving opgestart voor een
betreffende diverse aanpassingen in de geplande
nieuwe opleiding SIGN op niveau 2. Medio 2008
organisatie van het onderwijs.
is besloten de start van de opleiding door te
ontwikkeling aantal deelnemers per 1 oktober 2004-2008 per opleiding 700
schuiven naar schooljaar 2009/2010 wegens een te gering aantal inschrijvingen om de opleiding
snel na de start van het schooljaar 2008/2009
daadwerkelijk te starten.
dat bijsturing en aanpassingen noodzakelijk
In september 2008 heeft Nimeto Utrecht samen
waren in het gekozen ontwikkelingsmodel. De
met de twee vakscholen CIBAP en SintLucas
werkbelasting bleek te hoog te zijn voor het
in consortiumverband een subsidie ontvangen
merendeel van de medewerkers. In gezamenlijk
van de FOSAG (werkgeversorganisatie in
overleg met beide afdelingen is het gekozen
de schildersbranche) voor de ontwikkeling
ontwikkelingsmodel bijgestuurd. Zowel bij de
van de opleiding Middle Management
600
aantal deelnemers
Ondanks alle voorbereidingen bleek al vrij
400 S
300
MTB MP
200
IDEB
100
RPC BBL
0 2004/2005
2005/2006
2006/2007
2007/2008
2008/2009
S
19
29
32
29
32
MTB
31
40
34
35
38
afdeling IDEB als bij de afdeling RPC is eind
Vastgoedonderhoud. Deze opleiding zal in het
oktober 2008 besloten tot aanpassingen in
schooljaar 2009/2010 starten. Doel van dit
onderwijsinhoud en organisatie. De afdeling IDEB
project is het beter inspelen op de behoefte
zet de invoering van CGO over alle leerjaren
van ondernemers binnen de schilders- en
voort met aanpassingen zoals herschikking
onderhoudsbranche aan gekwalificeerd
IDEB
van teams richting een onder- en bovenbouw
middenkader-personeel.
RPC
indeling, verdubbeling van inzet van leden van
500
MP
Totaal BOL
32
60
60
56
60
478
503
485
480
447
591
570
546
555
591
1151
1202
1157
1155
1168
48
46
105
226
281
1199
1248
1262
1381
1449
schrijfgroep, herpositionering van talen en ondersteunende vakken.
BBL
Bij de afdeling RPC wordt de invoering van CGO
Totaal
beperkt tot het eerste leerjaar met aanpassingen als een herindeling van de onderwijsteams,vers 12
13
Kenmerken studentenpopulatie
Uitstroom studenten
In de volgende tabel is de studentenpopulatie
Uitstroom van studenten gedurende het
weergegeven naar leeftijd en geslacht. Duidelijk
schooljaar vindt plaats met en zonder diploma.
is dat bij de BOL-opleidingen sprake is van ruime
Ondanks alle inspanningen om de studenten te
meerderheid aan vrouwelijke studenten en bij de
behouden, verlaat jaarlijks een aantal studenten
BBL-opleidingen aan mannelijke.
zonder een diploma de school. Indien een student
Het aantal leerplichtige BOL-studenten in de
zonder diploma Nimeto Utrecht verlaat noemen
categorie 15 tot en met 17 jaar bedraagt 36% en
we dat tussentijdse schooluitval.
bij de BBL-studenten 7%. Uitstroom met diploma
Tabel: studenten naar leeftijd en geslacht
Er zijn vele methoden om het percentage leeftijd
BOL
BBL
uitstroom van studenten met diploma te
man
vrouw totaal
man vrouw totaal
berekenen, ook wel diplomarendement genoemd.
15-17
54
367
421
20
0
20
In het onderwijsveld is de afgelopen jaren
18-23
137
593
730
135
2
137
24-29
7
10
17
59
2
61
63
0
63
198
970
1168
277
4
281
30-60 Totaal
uitvoerig gepraat over de beste definitie van deze uitstroom. De Onderwijsinspectie gebruikt sinds kort de term jaarresultaat: het aantal gediplomeerden van een opleiding in enig cursusjaar gedeeld door de totale uitstroom
Perc.
17%
83%
100%
99%
1%
van gediplomeerden en ongediplomeerden van
100%
diezelfde opleiding in enig cursusjaar. Teneinde De geografische spreiding van onze studenten
verwarring zoveel mogelijk te voorkomen, sluiten
over Nederland verschilt per gekozen leerweg.
we bij deze definitie aan.
Duidelijk blijkt een concentratie van de BOL-
Bij BOL-opleidingen is er sprake van een lichte
studenten in het centrum van het land. In een
daling van het jaarresultaat. Met uitzondering van
straal van 40 kilometer rond de stad Utrecht
de opleiding RPC valt er bij alle opleidingen een
zit 90% van onze studentenpopulatie. De BBL-
lichte daling te constateren.
studenten zijn verspreid over het gehele land. Uitgangspunt voor de samenstelling van deze overzichten betreft de woonplaats van de studenten per 1 oktober 2008. 14
15
Jaarresultaat in procenten OPLEIDING BOL
JAARRESULTAAT 2007/2008
2006/2007
Tussentijdse schooluitval
Gerealiseerde onderwijstijd
Waardering studenten
In schooljaar 2007/2008 zijn er in totaal 119
In het kader van wet- en regelgeving dient elke
De Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB)
studenten zonder diploma uitgestroomd.
voltijd BOL- MBO student 850 klokuren onderwijs
houdt tweejaarlijks enquêtes op landelijk niveau
Schoolbreed zien we een daling van het
te ontvangen. Alle opleidingen voldoen in alle
over de beleving van kwaliteit van het onderwijs
IDEB
68,5
71,9
percentage van 10,5% in 2007 naar 10,3% in
jaren aan de norm. In schooljaar 2007/2008 is de
binnen de onderwijsinstellingen. In 2008 is de
S
57,1
62,5
2008.
verdeling volgens onderstaande tabel:
landelijke deelnemersenquête voor de vijfde keer
RPC
74,0
70,3
De spreiding over het jaar heen is niet
afgenomen. De respons voor ODIN5 bedraagt
MP
61,3
67,5
gelijkmatig: circa 45% van de tussentijdse
voor Nimeto Utrecht slechts 15,7%, terwijl de
MTB
66,7
80,0
uitstroom vindt plaats in de maanden juni-
Totaal BOL
69,9
70,8
september. Bij de opleiding RPC is sprake van een forse daling van 18% van het tussentijdse
MS
30,0
UAO
84.6
76,5
staat van het uitvalpercentage bij de andere
Totaal BBL
49,1
76,5
afdelingen.
OPLEIDING IDEB
schooluitval, waartegenover echter een stijging
S Tussentijdse schoolverlaters cursusjaren 2003/2008 per opleiding in percentages (BOL) IDEB
RPC
MTB
S
MP
Alle BOLopleidingen
2003-2004
9,1
9,9
6,9
23,8
-
9,8
2004-2005
8,6
10,2
9,7
10,5
12,5
9,6
2005-2006
9,1
12,1
12,5
24,1
20,0
11,6
2006-2007
8,9
10,1
11,8
18,8
21,7
10,5
2007-2008
10,2
8,3
14,3
20,7
23,2
10,3
RPC Alle BBLopleidingen MP MTB 23,5
respons voor ODIN4 nog 57,6% bedroeg. De leerjaar
uren
aanzienlijke daling is waarschijnlijk te wijten
1
918
aan het feit dat de studenten met hun eigen
2
1162
onderwijsnummer van de Informatie Beheer
Havo2
1035
Groep (die ook over de studiefinanciering gaat)
3
889
moesten inloggen om de enquête in te kunnen
4
1142
vullen. De uitkomsten dienen dan ook met de
1
946
nodige voorzichtigheid bekeken te worden.
2
911
Zowel de tevredenheid over de gevolgde opleiding
1
941
binnen Nimeto Utrecht als de gehele school
2
1101
ontvangen een gemiddeld rapportcijfer van 7,5.
Havo2
955
Dit is hoger dan het landelijk gemiddelde van
3
886
6,9 voor de opleiding en 6,3 voor de school.
4
1048
In vergelijking met ODIN4 uit 2006 is dit licht
1
904
gedaald: de score op opleiding en instelling
2
1196
bedroeg respectievelijk een 7,7 en 7,8. Nimeto
1
962
Utrecht blijft hiermee in de top 5 van de beste
2
925
MBO-scholen van Nederland. Op de website van Nimeto Utrecht en JOB staan de gedetailleerde resultaten van het onderzoek per afdeling vermeld.
16
17
Waardering oud- studenten
Opvallend is het verschil tussen oud-RPC- en
Nimeto Utrecht voert geen actief beleid om
In 2008 zijn gegevens verzameld over oud-studenten, die in de periode 2006-2007 Nimeto Utrecht
oud-IDEB-studenten over het nut van de
bovenstaande doelgroepen te werven. Wel is
met een diploma hebben verlaten. Om de respons te verhogen is voor onderzoek naar de waardering
opleiding op het kwaliteitskenmerk ‘aansluiting
iedereen welkom, die aan de toelatingseisen
van oud-studenten in 2008 overgestapt van het RUBS–onderzoek naar de MBO-kaart. Van de 311
theorie/praktijk’. Van de groep RPC-werkenden
voldoet.
aangeschreven oud-studenten hebben er 143 gereageerd, waarmee de respons op 46% komt. Hiervan
is 55% hierover positief, terwijl dit aantal bij de
De vraag om voorlichting te geven op VMBO’s
is 49% doorgestroomd naar de arbeidsmarkt. Geen van de schoolverlaters is (nog) werkloos ten tijde
doorlerenden maar liefst 79% bedraagt. Bij IDEB
wordt altijd gehonoreerd, hierbij gaat het ook om
van het onderzoek.
is 71% van de werkende schoolverlaters positief
VMBO-scholen met voornamelijk studenten van
over de aansluiting van theorie/praktijk en van de
allochtone afkomst. Een aantal VMBO-scholen
doorlerenden is dit 56%.
in de regio is geïnformeerd over de specifieke
ik werk
ik werk en doe
ik volg
ik ben
ik doe
een opleiding
een opleiding
werkloos
iets anders
Totaal
mogelijkheden van onze niveau 2-opleidingen.
Afdeling IDEB
44%
21%
32%
4%
57
Toegankelijkheid onderwijs
Met drie opleidingen op niveau 2 (S, MTB, MP)
Afdeling RPC
48%
11%
38%
3%
79
Nimeto Utrecht heeft de wettelijke verplichting
voorziet Nimeto Utrecht in het onderwijsaanbod
totaal Nimeto
49%
15%
34%
3%
143
om zorg te dragen voor de toegankelijkheid van
voor VOA-studenten.
landelijk totaal
56%
18%
22%
1%
15.534
het onderwijs, in het bijzonder voor kansarme
Na eenmaal te zijn gestart met de opleiding
studenten. Hierbij zijn drie relevante doelgroepen
binnen Nimeto Utrecht worden voor deze
te onderscheiden: allochtonen, gehandicapten en
doelgroepen maatregelen getroffen om de
Werkenden
studenten met een beperkte vooropleiding (VOA-
opleiding zo goed mogelijk te doorlopen en af te
Van de schoolverlaters komt circa de helft terecht in een beroep dat direct in het verlengde van
studenten).
ronden. Hierbij valt te denken aan een kleinere
de opleiding ligt. Uiteindelijk is circa 80% van de schoolverlaters wel werkzaam binnen de sector.
Onder gehandicapten wordt verstaan alle
groepssamenstelling en extra ondersteuning in
Vergeleken met de landelijke uitkomsten valt op dat meer schoolverlaters in een beroep werkzaam zijn
studenten met extra ondersteuning verband
taal en rekenen voor de niveau 2-opleidingen.
dat direct in het verlengde van de opleiding ligt.
houdende met een functiebeperking. Dit kan zijn
Gezien het kleine aantal studenten per doelgroep
een motorische, zintuiglijke (gezichts- of gehoor-)
is het niet mogelijk conclusies te trekken over
Doorlerenden
orgaan-, bewustzijns-, spraak- of taalstoornis, of
rendementcijfers.
Op de vraag welke richting de vervolgopleiding heeft, antwoordt 43% van de IDEB-studenten dat zij een
een verstandelijke handicap. Dyslexie is de meest
Doelgroepen Nimeto Utrecht per 1 oktober,
opleiding bij de sector Kunst volgen (Interieurarchitectuur, (fotografische) Vormgeving).
voorkomende handicap binnen onze school.
uitgedrukt in percentage totaal aantal studenten:
Bij de RPC-studenten volgt een meerderheid van 62% een opleiding bij de sector Kunst (bv.
In 2008 telde Nimeto Utrecht 4 (0,3%)
Interieurarchitectuur, (fotografische) Vormgeving).
zogenaamde rugzakleerlingen, dit ligt onder het
2%
2007
2008
landelijk gemiddeld van gemiddeld van 1 à 2 %
VOA-studenten
11,6%
12,6%
Tevredenheid achteraf
van de totale populatie. Dit hangt samen met het
Allochtonen
3,3%
3,7%
Van de oud-studenten is achteraf (Nimeto-breed) 77% tevreden over de inhoud van de opleiding
specialistische karakter van onze opleidingen.
Gehandicapten
8,8%
7,9%
tegenover een landelijk gemiddelde van 74%. Bij de afdeling RPC is 83% tevreden over de inhoud en bij de afdeling IDEB 69%. 18
19
Instroom en doorstroom van studenten
Klachten
In maart 2008 vond een specifiek onderzoek
Nimeto Utrecht participeert in diverse
Nimeto kent een interne klachtenprocedure. In
plaats naar de kwaliteit van de examens
overlegorganen in het kader van afstemming
schooljaar 2007/2008 zijn 5 klachten ingediend,
plaats. De examinering van alle opleidingen is
instroom van studenten uit het VMBO en
waarvan 3 betreffende de beëindiging van de
onderzocht en van voldoende kwaliteit bevonden.
doorstroom van studenten naar het HBO.
studie en 2 over lesuitval. Alle klachten zijn
Er vindt geen vervolgonderzoek plaats. De
In een groot deel van het land verzorgt Nimeto
conform de procedure afgehandeld.
positieve beoordeling hangt ook samen met het gegeven dat Nimeto Utrecht examenproducten
Utrecht jaarlijks circa 60 voorlichtingen op scholen en beurzen.
Toezicht Onderwijsinspectie
en examenafname inkoopt bij een erkende
Nimeto Utrecht is lid van het Platform Midden
In het kader van haar toezichthoudende taak
examenleverancier.
Nederland. De deelnemende MBO- en VMBO-
voert de Onderwijsinspectie risicoanalyses uit bij
Voor alle onderzochte opleidingen geldt dat het
scholen vormen een netwerk in de regio
onderwijsinstellingen. Indien er geen bijzondere
bedrijfsleven vertrouwen heeft in de examens
waarbinnen de initiatieven van de leden
risico’s zijn geconstateerd volgt in principe alleen
en de deelnemers zeer tevreden zijn. Ook zijn
richtinggevend zijn. Het streven is de doorstroming
een jaarlijks gesprek. Indien er wel bijzondere
de betrokkenen bij de examinering voldoende
in de zogenaamde beroepskolom te stimuleren.
risico’s zijn geconstateerd, kan er een zogenaamd
deskundig. Het examenproces is transparant en in
Dit netwerk functioneert zowel op bestuurlijk als
Kwaliteits-Onderzoek (KO) plaatsvinden.
voldoende mate geborgd. De opleidingen voldoen
uitvoerend niveau. Nimeto Utrecht participeert als
Het toezicht van de Onderwijsinspectie monitort
aan de wettelijke vereisten rondom examinering.
vertegenwoordiger in de stuurgroep namens de
voortdurend
vakinstellingen in de regio. Leden zijn ROC Midden
informatie uit een drietal categorieën: jaarstukken,
Nederland, ROC ASA Utrecht, AOC Wellantcollege,
diplomarendement en signalen.
de
instellingen
op
basis
van
Grafisch Lyceum Utrecht en 4 VMBO-instellingen uit de stad Utrecht en regio.
Het reguliere onderzoek van de Onderwijsinspectie
Jaarlijks organiseert Nimeto Utrecht een
in september 2008 leverde geen bijzondere risico’s op.
voorlichtingsmarkt, waarbij relevante HBOinstellingen voorlichting geven aan 3 - en 4 jaars
Gekoppeld aan het reguliere onderzoek heeft
studenten over doorstuderen binnen het HBO. Ook
de Onderwijsinspectie nog een specifiek
vindt er overleg plaats met de Hogeschool van
onderzoek uitgevoerd naar melding van verzuim
Amsterdam (Amfi) om te komen tot een nauwere
van vroegtijdig schoolverlaters. Uit een kleine
samenwerking. Deze gesprekken vinden plaats
steekproef bleek dat Nimeto Utrecht onvoldoende
met het Amfi, het Grafische Lyceum te Rotterdam,
informatie verstrekt rondom verzuim conform de
ROC Midden Nederland en Nimeto Utrecht. Het
gestelde wettelijke eisen.
e
e
uiteindelijke doel is om vanuit het MBO een optimale doorstroom te realiseren voor deze specifieke HBO-opleiding. 20
21
Organisatie en Governance Met ingang van 2008 is conform de MBO- Governancecode gewerkt onder een structuur van een Raad van Toezicht en een College van Bestuur: het College van Bestuur vormt het bevoegd gezag en bestuurt de Stichting, de Raad van Toezicht houdt hierop toezicht. Het College van Bestuur voert tezamen met het managementteam de dagelijkse leiding van de school. De Raad van Toezicht is tezamen met het College van Bestuur in 2008 tweemaal in vergadering bijeen geweest. De onderwerpen op de agenda waren de reguliere punten zoals jaarrekening, begroting, kwartaalrapportages, actuele schoolzaken alsmede rapportages van de diverse onderzoeken zoals diplomarendement, uitkomsten BPV- en JOB –onderzoek, Benchmarks, Opleiding Middle-Management, project Schilderscompany, stand van zaken CGO-ontwikkeling.
Leden Raad van Toezicht per 31-12-2008 Mr. J. van Walsem, voorzitter Begin 31-12-2002 Aftredend 31-12-2010 Achtergrond Voorzitter FOSAG: werkgeversorganisatie schildersbranche
L.M. Geluk, Begin Aftredend Achtergrond
penningmeester 01-6-2006 01-6-2010 Directeur Schildersbedrijf
W.E.J. van der Water, secretaris Begin 31-12-2001 Aftredend 31-12-2011 Achtergrond Directeur bedrijf in reclamebranche
W. van den Begin Aftredend Achtergrond
Berg 01-6-2007 01-6-2011 Directie Retailsupport organisatie
M. Dalhuizen Begin 31-12-1993 Aftredend 31-12-2009 Achtergrond Oud FNV-Bouw bestuurder
J. van Selm Begin 01-12-2008 Aftredend 01-12-2012 Achtergrond Directeur schildersbedrijf
A. van Raak Begin 01-01-2008 Aftredend 31-12-2011 Achtergrond Directielid Vastgoed ontwikkelingsorganisatie
23
Samenstelling College van Bestuur in 2008 Drs J.A. Verschoor MBA:
Verantwoordelijk voor de algemene leiding en personeel
C. Scheer:
Verantwoordelijk voor de portefeuille onderwijs
Drs F.X. Veul:
Verantwoordelijk voor de portefeuilles financiën en bedrijfsvoering
Samenstelling Managementteam in 2008 Het College van Bestuur vormt tezamen met onderstaande personen het Managementteam: L.G. Meulenkamp
Opleidingsmanager RPC
A.J. Grosman
Opleidingsmanager IDEB
Drs C.M.J. Borghols
Hoofd Administratie
T. Haije
Hoofd Personeelszaken
Drs D.C. Oomen
Onderwijscoördinator
24
25
Personeel
werkverdelingsmodel en de teamstructuur. In diverse projecten hebben de nieuwe teams
Algemeen
ervaringen opgedaan in de samenwerking.
Eind 2007 hebben werkgevers- en
Ter ondersteuning van deze teamontwikkeling
werknemersorganisaties in de MBO-sector
heeft in samenwerking met het CINOP in
een nieuwe CAO afgesloten, die goed aansluit
de periode november 2007-juni 2008 een
bij de CGO-onderwijsontwikkelingen. Het
begeleidingsproject gelopen.
belangrijkste onderdeel van het akkoord is, dat
De nieuwe teamstructuur was echter een
over de werkverdeling van onderwijsactiviteiten
kort leven beschoren. In het licht van de
een nieuwe set van afspraken is gemaakt. Op
aanpassingen in het CGO-onderwijs eind 2008
basis van deze CAO is binnen Nimeto Utrecht
zijn de onderwijsteams opnieuw samengesteld,
een nieuwe set afspraken gemaakt rondom
waarbij teruggekeerd is naar het model van
het taakbeleid van het vrije model alsmede
onderwijsteams per leerjaar bij de afdeling RPC
de vakantieregeling. De nadruk wordt gelegd
en bij een onderbouw/bovenbouwteam bij de
op de eigen verantwoordelijkheid van de
afdeling IDEB. Het mag duidelijk zijn dat deze
professionele medewerkers. Op teamniveau
veranderingen heel veel energie hebben gevraagd
vindt besluitvorming plaats over de onderlinge
van de medewerkers.
verdeling van de werkzaamheden. De omvang van de normjaartaak van 1.659 blijft ongewijzigd, alleen de verdeling wijzigt. Het uniforme
Personeelsbestand en Formatie
taakverdelingsmodel is vervangen door een
In totaal waren 114 medewerkers middels een
flexibel model per onderwijsteam.
dienstverband verbonden aan Nimeto Utrecht. De totale formatie omvat ultimo 2008 95,7 fte.
Tevens is besloten om met ingang van het nieuwe
In de volgende tabel is de formatie weergegeven
schooljaar 2008/2009 te starten met een nieuwe
per einde van het jaar, zowel met een vast als
teamstructuur in het onderwijs. De teams per
een tijdelijk dienstverband. Onder primair proces
leerjaar zijn vervangen door verticale, resultaat
zijn opgenomen de docenten, instructeurs,
verantwoordelijk teams, waarbij studenten
onderwijsassistenten, leidinggevenden- en
gedurende hun gehele opleiding worden
ondersteunend personeel in de opleidingen. Deze
gekoppeld aan een vast team van docenten.
indeling sluit aan bij de definities uit de MBO-
Het College van Bestuur heeft met de
benchmark.
PMR veelvuldig overlegd over het nieuwe 27
Personele Formatie Nimeto Utrecht ultimo
2008
2007
2008
Verhouding Deeltijd-Voltijd
FTE’s
FTE’s
perc.
Circa 42% van de medewerkers werkt in deeltijd. Het merendeel hiervan is vrouw. De gemiddelde
Docenten/instructeurs/asssistenten
64,4
64,5
omvang van de deeltijdaanstelling bedraagt 0,64 fte. Het aantal deeltijders met een kleine aanstelling
Coördinerend personeel/secretarieel/OLC
8,4
8,4
is relatief gering. De gemiddelde aanstelling per medewerker ligt op 0,84 fte. Het gaat hier om vol- en deeltijd op basis van de reguliere aanstelling en niet op basis van jaartaakverlagende regelingen, zoals BAPO en overige verlofvormen.
Totaal personeel primair proces
72,8
72,9
76,1%
Personeel P&O
1,6
1,6
1,7%
Deelname BAPO
Personeel Administratie
5,8
5,4
6,1%
De CAO biedt de mogelijkheid om in het kader van het seniorenbeleid vanaf 52,5 jaar een halve of
Personeel Communicatie & Voorlichting
1,5
1,5
1,6%
hele dag per week minder te werken met behoud van 70% van het salaris. Eind 2008 maakten 21
Personeel Huisvesting & Facilitair
5,7
5,7
6,0%
medewerkers gebruik van de BAPO-regeling. In arbeidsplaatsen uitgedrukt bedraagt de omvang van de
Personeel ICT
4,5
4,0
4,7%
BAPO 3,5 fte.
Personeel CvB/secretaresse
3,0
3,0
3,1%
Personeel Kwaliteitszorg
0,8
0,8
0,8% Het ziekteverzuim
Totaal personeel ondersteunende diensten
22,9
22,0
23,9%
Totaal
95,7
94,9
100%
Het ziekteverzuim wordt geregistreerd conform de registratieafspraken binnen de MBO-sector. De gepresenteerde cijfers zijn de ‘netto’- cijfers: hierin zijn de deeltijdfactor en werkdagen meegewogen. In de periode 2004-2007 was er sprake van een percentage ziekteverzuim, dat onder het gemiddelde van de sector lag (5,5% in 2007). In 2008 is er sprake van forse stijging. Zowel het kortdurend als het langdurend verzuim is toegenomen. Het totaal aantal verzuimdagen wegens ziekte in 2008 bedroeg 2.186. Deels hangt deze toename samen met de organisatie/onderwijsveranderingen en deels met
TOTAAL 36
De leeftijdsopbouw In de onderstaande grafiek wordt inzicht geboden
persoonsgebonden oorzaken.
30
in de leeftijdsopbouw van het personeelsbestand. 24
De grafiek laat zien dat het leeftijdscohort 56-60 jarigen het grootste cohort is. Uit de opbouw van
18
de leeftijdscategorieën blijkt dat 26 procent van het personeelsbestand binnen vijf jaar een leeftijd
12
bereikt waarop kan worden uitgetreden (FPU of
6
Pensioen). Grafiek 1
0
28
21-25
26-30
31-35
36-40
41-45
46-50
51-60
56-60
61-65
verzuim
verzuim
verzuim
aandeel
Verzuim
gem ddelde duur
Relatieve
% totaal
≤ 6 weken
≥ 6 weken
zwangerschap
Exclusief
per melding
meldings
Zwangerschap
in dagen
frequentie
2004
3,0
1,7
1,7
0,6
2,8
6,6
1,7
2005
2,6
1,7
0,9
0,6
2,0
4,9
1,9
2006
4,0
1,6
2,4
0,4
3,6
7,6
1,9
2007
4,5
2,0
2,5
0,8
3,8
7,6
2,1
2008
6,6
2,8
3,8
0,4
6,2
8,9
2,6
29
Veiligheidsmonitor 2008 personeel In navolging van eerdere onderzoeken is in 2008 een onderzoek verricht naar de veiligheid onder het personeel. Er is een hoge mate van tevredenheid over de veiligheid binnen de school. De tevredenheid over de veiligheid van gebouw, schoolterreinen en omgeving is de afgelopen jaren toegenomen met circa 10%. Ook in vergelijking met andere scholen scoort Nimeto Utrecht goed op dit onderwerp.
Voor het melden van opmerkingen/ klachten rondom veiligheid is binnen de organisatie een incidentenregistratieformulier beschikbaar. Tabel: Tevredenheid over veilighe d in schoolgebouw
VEILIGHEID IN SCHOOLGEBOUW
Personeel van:
Totaal
(zeer)
enigszins
niet
enigszins
(zeer)
aantal
tevreden
tevreden
(on)tevreden
ontevreden
ontevreden
%
%
%
%
%
locatie
71
90,1
5,6
1,4
0
2,8
instelling
71
90,1
5,6
1,4
0
2,8
G4
1484
74,1
12,9
3,9
4,5
4,6
Rest land
6557
79,3
8,7
4,1
3,2
4,7
Totaal landelijk
8041
78,3
9,5
4,1
3,4
4,7
30
Ondersteunende afdelingen Administratie Het jaar 2008 heeft vooral in het teken gestaan van de vernieuwde presentieregistratie en administratie. Door tegenvallende software-koppelingen tussen de diverse applicaties is een nieuw softwarepakket aangeschaft en geïmplementeerd: PreAbXS. Er is veel aandacht gegaan naar het consolideren en verder verfijnen van het in 2006 geïmplementeerde pakket NOISE. Dit is opnieuw ingericht om het groeiende aanbod van BBL-opleidingen beter in beeld te kunnen brengen. Ook is een start gemaakt met het updaten van het bestand aan scholen, die onze studenten leveren en afnemen. Daarnaast is een project gestart om alle bij het Nimeto bekende BPVbedrijven te updaten. Er is een inhaalslag gemaakt om de code leerbedrijf van de stagebedrijven in te voeren ten behoeve van de informatie-uitwisseling met derden. Mede door het vormgeven van het Onderwijsbureau zijn alle administratieve werkzaamheden tegen het licht gehouden. Er is een duidelijker onderscheid gemaakt tussen administratieve werkzaamheden die direct ondersteunend zijn aan de onderwijsprocessen en de administratieve werkzaamheden die betrekking hebben op verantwoording. Het eerste type werkzaamheden is ondergebracht bij het Onderwijsbureau; het tweede type bij de Front- en Backoffice. De Frontoffice is het eerste aanspreekpunt voor studenten, terwijl de Backoffice meer het aanspreekpunt is voor externen en beleidsmatige zaken. Alle zorg en aandacht, die is uitgegaan naar de administratie heeft wel zijn vruchten afgeworpen. Dit blijkt ondermeer uit het feit dat bij een Monitor van de Informatie Beheer Groep Nimeto Utrecht bij de 20 MBO-scholen hoort( van in totaal 70), waarbij geen tekortkomingen in de BRON-registratie is geconstateerd.
ICT In 2008 is verder uitvoering gegeven aan het ICT-innovatieplan ten behoeve van de invoering van het Competentiegerichte onderwijs. Ondanks alle voorbereidingen bleek het aantal ICT-veranderingen met ingang van het nieuwe schooljaar een te groot beslag te leggen op de beschikbare capaciteit. Er bleken vele onverwachte manco’s in de systemen te zitten. Met man en macht is hard gewerkt om alle systemen 33
weer op de rit te krijgen, wat met het sluiten van
• Er zijn 5 nieuwe onderwijsteamkamers
het jaar voor een belangrijk deel is gelukt.
ingericht
Bij een aantal BOL 2-opleidingen is het
Overige activiteiten in het kader van Voorlichting:
van de interne bedrijfsprocessen centraal staat.
1
Gedurende het hele schooljaar hebben
Aan de hand van prestatie-indicatoren worden
diverse soorten voorlichting plaatsgevonden.
de kwantitatief meetbare facetten van de
• In de kantorenvleugel is het onderwijsbureau
leerlingvolgsysteem Trajectplanner op een goede
gehuisvest, waarin de functies van
In het hele land werd 64 maal voorlichting
resultaatgebieden uit het INK-model gevolgd
wijze geïmplementeerd. Deze pilot zal nu een
examinering, administratie leerlingvolgsysteem
gegeven bij scholen (35), schoolbeurzen(3) en
en per trimester besproken. Hierna volgt een
voorlichtingsmarkten (26).
overzicht van de scores en interne normen op de
Voor schooldecanen van toeleverende scholen
prestatie-indicatoren in 2008.
worden jaarlijks decanendagen georganiseerd.
Voor een aantal prestatie-indicatoren heeft er
Tweemaal zijn er studentenbezoekdagen
in 2008 geen nieuwe meting plaatsgevonden,
georganiseerd voor VMBO-leerlingen. In kleine
waarbij de resultaten uit voorgaande jaren blijven
groepen kunnen leerlingen kennismaken met
staan.
Nimeto Utrecht, waardoor hun studiekeuze
Gedurende het jaar is een interne audit gehouden
voor onze school overzichtelijker wordt.
bij de opleiding MTB naar werkprocessen,
vervolg krijgen in 2009 bij de BOL 4-opleidingen.
en onderwijslogistiek samenkomen
Eind 2008 is op beperkte schaal een draadloos
• In een aantal theorielokalen zijn de faciliteiten
netwerk geïnstalleerd, waarmee de komende tijd
2
uitgebreid met een PC/beamer
ervaring zal worden opgedaan.
• De docentenwerkplekken zijn omgebouwd tot
Nieuw was de introductie van SMART-boards in
twee talencentra
een aantal lokalen, waarmee op interactieve wijze
• Voor de niveau 2-opleidingen is het
kan worden lesgegeven.
computerlokaal uitgebreid tot 22 werkplekken
Het aantal ICT-werkplekken is toegenomen door
3
wettelijke vereisten, trajectbegeleiding en
ingebruikname van de talencentra(48 stuks) en Communicatie en Voorlichting
gebruik van computers in praktijklokalen (9 stuks).
rendement.
Voorlichting over de opleidingen van Nimeto
Kwaliteitszorg
Utrecht vormt de basis voor een adequate
Kwaliteitszorg is een manier van bedrijfsvoering,
Huisvesting
jaarlijkse instroom van nieuwe studenten. Een
waarbij op systematische wijze gewerkt wordt
Ter voorbereiding op de onderwijsvernieuwing
belangrijk instrument in de voorlichtingmix vormde
aan de verbetering van de organisatie. Ter
rondom CGO is medio 2008 een huisvestingsplan
de Open Dagen. De laatste jaren zagen we echter
ondersteuning maken we gebruik van het INK-
gereedgekomen. In vele overleggen zijn diverse
op de Open Dagen een afname van het aantal
model (Instituut Nederlandse Kwaliteit) als
voorstellen ingebracht en besproken. Ook tijdens
potentiële nieuwe leerlingen en een toename van
kwaliteitszorgsysteem. Centraal staat in het
een studiedag voor onderwijzend personeel is
ouders, familie en vrienden. Daarnaast kwam
INK- model de Plan Do Check Act cyclus (PDCA)
meegedacht over een verandering in de inrichting
steeds meer de vraag van decanen voor specifieke
van Deming. In dit model worden de volgende
van lokalen en werkruimtes.
voorlichtingen. Ook de concurrentie wordt per
organisatiegebieden onderscheiden: Leiderschap,
In de schoolvakantie 2008 is volop gewerkt
jaar groter en de wensen vanuit de omgeving
Strategie & Beleid,Onderwijsproces, Middelen,
aan gebouwaanpassingen voor het nieuwe
veeleisender. Om onze doelgroep beter te kunnen
Medewerkers.
onderwijsconcept. De belangrijkste veranderingen
bedienen en de instroom veilig te stellen is
Vanuit het beleidsplan 2005-2008 wordt
zijn:
gekozen voor meerdere en kleinschalige Open
gewerkt aan de hand van MT-jaarplannen en
Huizen, die met name gericht zijn op aankomende
afdelingsplannen, zowel de onderwijs- als de
leerlingen.
ondersteunende afdelingen. Het betreft een zich
• Er zijn drie multifunctionele praktijklokalen
herhalende beleidscyclus, waarbij de verbetering
ingericht bij de afdeling RPC 34
35
Prestatie indicatoren Nimeto Utrecht
Laatste
Norm
meting
Algemene tevredenhe d studenten over gevolgde ople ding
≥ 7,0
2008
7,5
Algemene tevredenhe d achteraf van oud studenten over gevolgde ople ding
≥ 75%
2008
77%
Algemene tevredenhe d van BPV-bedrijven
≥ 7,0
2007
7,1
Klachten studenten
% klachten is < 1%
2007/2008
0,5%
Algemene tevredenhe d van gediplomeerden over gevolgde opleiding
≥ 75%
2006
83%
Aanmeldingsrendement
> 125%
2007/2008
185%
Studentenu tval
< 10%
2007/2008
10,3%
Diplomarendement
> 80% in 2010
2007/2008
69,7%
Gerealiseerde onderwijstijd
≥ 850 klokuren
2007/2008
Alle opleidingen
Indeling conform INK model
Score
RESULTATEN 2008 Klanttevredenheid
Eindresultaten
≥ 850
Organisatie Algemene tevredenhe d onder medewerkers
≥6
2006
6,5
Ziekteverzuim excl. Zwangerschapsverlof
< 5%
2008
6,6%
Percentage gevoerde functioneringsgesprekken
100%
2008
30%
Financieel explo tatieresultaat
>0
2008
Geen kwalite ts
2008
€ 102.683
Maatschappij Beoordeling Onderwijsinspectie
onderzoek Beoordeling Examinering
Goedkeurende
36
Geen kwalite ts onderzoek
2008
Alle 6 opleidingen
verklaring
beoordeeld met
alle opleidingen
“voldoende”
PMR 2008 De PMR is in 2008 gemiddeld een maal per drie weken bijeen gekomen voor onderling beraad. Met het College van Bestuur is het afgelopen jaar zes keer overleg geweest. In het afgelopen jaar heeft de invoering van het CGO en de problematiek hieromtrent centraal gestaan in het overleg. In het kader hiervan is er regelmatig vruchtbaar overleg geweest met het College van Bestuur. Verder kwamen de volgende onderwerpen aan bod: • Bijkomende aspecten rondom het CGO zoals: huisvesting, inzet personeel, werkdruk, roosters, toetsing, OER. • Financiën( begroting en financieel jaarverslag). • Veranderingen in de organisatie. • Lesuitval en voorkoming daarvan. • Ontwikkelingen in het onderwijs en scholing van de PMR. • Invoering en taken jaarteams. • Jaarplanning( verandering van schooljaar naar kalenderjaar). • Vakantierooster. • ICT (vooral de moeizame start van het nieuwe schooljaar, en de problematiek vanwege opstartproblemen bij het studentenvolgsysteem Trajectplanner). • De gedragscode ICT. • Huisvestingbeleid. • RIE (risico-inventaris en evaluatie arbeidsomstandigheden). • Werkverdelingmodel, vrije taakmodel). • Functiewaardering. • Personeelsbeleid (seniorenbeleid, functiebouwwerk). • Klokkenluidersregeling. • Ontwikkelingen rondom niveau 2. • Kwaliteit van het onderwijs (evaluatie CGO).
39
Financieel Verslag Algemeen Met ingang van het boekjaar 2008 heeft er een verplichte overgang naar het nieuwe verantwoordingsmodel plaatsgevonden, gebaseerd op de richtlijnen van de Raad voor de Verslaglegging. De jaarrekening 2008 is opgesteld in overeenstemming met de OCW-Regeling Jaarverslaglegging Onderwijs en met Hoofdstuk RJ 660 van de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze overgang brengt ondermeer een stelselwijziging met zich mee, waarbij de instelling voor toekomstige personele verplichtingen vanuit de BAPO-regeling een voorziening moet vormen. Aangezien voorheen deze verplichtingen een onderdeel uitmaakten van de personeelsreserve zijn deze hiervan afgesplitst. De beginbalans 2008 is voor deze stelselwijziging aangepast. Een ander aspect van het nieuwe verantwoordingsmodel is de keuze voor splitsing van het eigen vermogen in een publiek- en een privaatdeel. Deze segmentatie van het eigen vermogen lijkt ingevolge de richtlijn Jaarverslaggeving Onderwijs in eerste instantie van louter administratief- technische aard. De MBO-Raad heeft echter met haar leden intensief overlegd over de diverse standpunten en hun gevolgen. De leden hebben vastgesteld dat een zorgvuldige behandeling veel tijd vergt en meer tijd dan nu nog voor de jaarrekening 2008 resteert. In het licht van de lopende meningsvorming is besloten het vermogen nog ongesegmenteerd te presenteren met het doel om, met behoud van rechten, in het boekjaar 2009 tot besluitvorming te komen en zo mogelijk in dat jaar het vermogen te segmenteren. Evenals 2007 wordt het boekjaar 2008 afgesloten met een licht exploitatieoverschot. Het totale exploitatieresultaat over 2008 bedraagt € 102.683 positief. Het exploitatieresultaat 2008 is € 79.816 hoger dan het begrote exploitatieresultaat. Zowel de werkelijke opbrengsten als de kosten zijn licht hoger dan begroot. Het exploitatieresultaat zal in zijn geheel toegevoegd worden aan de personeelsreserve. De totale baten zijn in 2008 met € 478.886 toegenomen ten opzichte 2007 als gevolg van een hogere Rijksbijdrage. Deze hogere Rijksbijdrage is het gevolg van enerzijds de stijging in het aantal deelnemers in de BBL-opleidingen (t-2), alsmede de reguliere verhoging in verband met gestegen loon en prijzen. De totale lasten zijn met € 529.833 toegenomen, met name als gevolg van hogere personele lasten. Deze personele lastenstijging wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door verplichtingen 41
voorvloeiend uit de in 2007 afgesloten CAO voor de BVE en de verplichte toevoeging aan de BAPO-
Gem.
Gem.
voorziening. Daarnaast is de afdracht in verband met de toegenomen BBL- deelnemers (t-2) hoger.
ROC
Vakschool
Nimeto Utrecht
2007
2007
2008
2007
2006
2005
2004
Solvabiliteit 1
n.b.
n.b.
26%
25%
31%
31%
30%
Solvabiliteit 2
49%
66%
35%
34%
31%
31%
30%
33%
34%
45%
51%
56%
De presentatie en het format van de jaarrekening zijn in overeenstemming met de huidige, door het Ministerie van OC&W voorgeschreven, richtlijnen.
Solvabiliteit 3
Financiële kengetallen: Toelichting
Liquiditeit
1,3
1,57
1,17
1,15
1,21
1,88
1,95
De solvabiliteit geeft het weerstandsvermogen aan van een organisatie; de mate waarin de organisatie
Rentabiliteit
0,0%
-0,3%
1,2%
1,3%
0,5%
-2,9%
-0,2%
aan haar verplichtingen op lange termijn kan voldoen. Hierbij kan het vermogen worden uitgedrukt in het totale balanstotaal alsmede in de totale opbrengsten. Het zijn grove indicatoren om een risico te indiceren. Het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal geeft de risicodekking aan op
• Solvabiliteit 1: eigen vermogen gedeeld door totaal vermogen.
bezittingen als gebouwen en debiteuren. In de MBO-sector worden vergelijkende cijfers verzameld
• Solvabiliteit 2: eigen vermogen en voorzieningen gedeeld door totaal vermogen.
Het eigen vermogen als percentage van de totale opbrengsten geeft de riscodekking aan op
• Solvabiliteit 3: eigen vermogen en voorzieningen gedeeld door de totale baten.
verplichtingen in de exploitatie.
• Liquiditeit (current ratio): vlottende activa gedeeld door kortlopende schulden.
Als gevolg van de doorgevoerde stelselwijziging met betrekking tot de personeelsreserve en de nieuw
• Rentabiliteit: resultaat uit gewone bedrijfsvoering gedeeld door totale baten uit gewone bedrijfsvoering.
gevormde personeelsvoorziening heeft er een verschuiving plaatsgevonden binnen het eigen vermogen in 2008 en 2007. Deze verschuiving heeft consequenties voor solvabiliteit 1 ratio. De liquiditeitsratio geeft aan in welke mate een organisatie over werkkapitaal beschikt om aan haar
De solvabiliteit 1 en 2 laten een stijgend beeld zien. Dit wordt bepaald door de daling van het totale
verplichtingen op korte termijn te voldoen. Een liquiditeit groter dan 1 wordt doorgaans als voldoende
vermogen als gevolg van de aflossingen op de leningen en een licht stijgend eigen vermogen.
gekwalificeerd, omdat tegenover de vervallende schulden van de instelling ten minste evenveel
De solvabiliteit 3 laat een dalend beeld zien, omdat tegenover de gestegen baten slechts een licht
vlottende activa staan.
stijgend eigen vermogen staat.
De rentabiliteit geeft een indicatie van het exploitatieresultaat in enig jaar.
De laatste jaren is er sprake van een rentabiliteit rond de 1%.De negatieve rentabiliteit in voorgaande
In het kader van haar toezicht gebruikt het Ministerie van OCW in de praktijk een tweetal
jaren wordt veroorzaakt door de bekostigingssystematiek in de MBO-sector. Deze is zodanig opgezet
signaleringsindicatoren. Deze indicatoren zijn naar voren gekomen op basis van een onderzoek naar de
dat de bekostiging van het aantal werkelijke deelnemers twee jaar achterloopt bij de gemaakte kosten
financiële positie onderwijsinstellingen uit januari 2005. Het betreft de solvabiliteit en de rentabiliteit,
voor de studenten.(t-2). Tot 2006 was er bij Nimeto Utrecht sprake van een sterke groei van het aantal
waarvoor zowel minimumgrenzen als maximumgrenzen zijn gesteld. Zowel teveel als te weinig eigen
studenten.
vermogen/rentabiliteit wordt als negatief gezien. Bij een te lage rentabiliteit/eigen vermogen ontstaat er een financieel risico en bij een te hoge rentabiliteit/ eigen vermogen wordt bekostiging onthouden aan de studenten. Indien het eigen vermogen van de instelling zich begeeft tussen de 10% en 60% beoordeelt OCW dit als positief. Voor rentabiliteit zijn de grenzen -3% en +3%.
42
43
Treasury management
BALANS
Uitgangspunt bij het treasurybeleid van Nimeto Utrecht is een risicomijdende strategie. Dit 1
houdt in dat alleen belegd wordt in vastrentende
Activa
waarden, waarbij terugbetaling van de hoofdsom
31-12-2008
31-12-2007
gegarandeerd is door een financiële instelling,
Vaste Activa
dan wel belegd wordt in vastrentende waarden
1.2
Materiële vaste activa
9.819.574
9.903.989
uitgegeven door een financiële instelling.
1.3
Financiële vaste activa
456.891
683.781
10.276.465
10.587.770
Vastrentende waarden zijn openbare en Totaal vaste activa
onderhandse leningen uitgegeven door een financiële instelling. Belegging in aandelen is in
Vlottende activa
deze strategie uitgesloten.
1.4
Voorraden
30.450
30.450
1.5
Vorderingen
198.187
03.156
Toekomstige ontwikkelingen
1.7
Liquide middelen
1.857.752
1.365.356
Voor 2009 is een positief exploitatieresultaat
Totaal vlottende activa
2.086.389
1.598.962
Totaal activa
12.362.854
12.186.732
31-12-2008
31-12-2007
begroot.
2
Passiva
2.1
Eigen Vermogen
3.190.965
3.112.520
2.2
Voorzieningen
1.131.808
971.100
2.3
Langlopende schulden
6.239.478
6.715.946
2.4
Kortlopende schulden
1.800.603
1.387.166
12.362.854
12.186.732
Totaal passiva
44
45
BATEN EN LASTEN
realisatie 2008
3
46
begroting 2008
realisatie 2007
Baten
3.1
Rijksbijdragen
8.882.408
8.543.539
8.481.905
3.3
College-, cursus-, les- en examengelden
104.556
0
88.682
3.5
Overige baten
684.090
732.400
621.581
Totaal baten
9.671.054
9.275.939
9.192.168
4
Lasten
4.1
Personeelslasten
6.439.428
6.165.000
6.011.994
4.2
Afschrijvingen
624.737
571.000
693.696
4.3
Huisvestingslasten
527.127
621.000
510.018
4.4
Overige lasten
1.702.578
1.576.072
1.548.329
Totaal lasten
9.293.870
8.933.072
8.764.037
Saldo baten en lasten
377.184
342.867
428.131
5
Financiële baten en lasten
-274.501
-320.000
-307.711
Resultaat
102.683
22.867
120.420
47
Colofon Redactie
Frans Veul
Vormgeving
Joris Lindner
Datum uitgave september 2009 www.nimeto.nl
48