Jaarverslag 2000 Stichting Leergeld Arnhem
1.
Hoofdstuk 1: Start en opzet Stichting Leergeld Arnhem 1.1 Initiatief Stichting Leergeld Arnhem Begin 1998 heeft de Vincentius Vereniging Arnhem, speciaal als project voor haar 150 jarig bestaan in september 1998, het initiatief genomen om te komen tot de oprichting van het project Stichting Leergeld in Arnhem. Dit initiatief is tot stand gekomen na verkregen informatie van de Vincentius Vereniging Tilburg die in 1996 het project Stichting Leergeld Tilburg heeft opgestart. Er bleken hier duidelijke signalen vanuit de praktijk en de maatschappij voorhanden, dat er behoefte was aan ondersteuning en hulp (o.a. financieel) voor gezinnen en hun kinderen die om financiële redenen niet konden deelnemen aan binnen- en buitenschoolse activiteiten. 1.2 Start Stichting Leergeld Naar aanleiding van deze signalen uit de praktijk en de maatschappij heeft de Vincentius Vereniging Tilburg in 1996 een onderzoek laten verrichten bij het PON (instituut voor advies, onderzoek en ontwikkeling in Noord Brabant) naar de noodzaak en de haalbaarheid van het opzetten van een stimuleringsfonds voor kinderen. Naar aanleiding van dit rapport heeft zij toen besloten om Stichting Leergeld Tilburg op te richten als fonds van waaruit steun kan worden verleend aan schoolgaande kinderen die in de houdgreep van de armoede zitten. Voor de naam “Leergeld” is hierbij gekozen om twee redenen. Het geeft aan dat het gaat om geld voor het leren / het doen en om het feit dat de maatschappij voor haar bewustwording “leergeld” betaald. Om verdere uitvoering te geven aan het opzetten en begeleiden van andere Stichtingen Leergeld en hierbij zoveel mogelijk uniformiteit te waarborgen is in 1999 Stichting Leergeld Nederland opgericht, welke zetelt te Tilburg. 1.3 Oriëntatie Stichting Leergeld Arnhem Naar aanleiding van de gesprekken in 1998 met Stichting Leergeld Tilburg alsmede verdere verdieping in de visie op armoede en de doelstellingen en werkwijzen van Stichting Leergeld, heeft de Vincentius Vereniging Arnhem in 1998 doen besluiten om eveneens te komen tot de oprichting van een Stichting Leergeld in Arnhem. Hiertoe heeft tevens eigen praktijkervaring en het verkrijgen van nadere informatie omtrent armoede en de voorliggende voorzieningen ten behoeve van schoolgaande kinderen in de Gemeente Arnhem, bijgedragen. De financiële middelen die bij het jubileum werden gegenereerd zijn gebruikt als startkapitaal bij de opzet van Stichting Leergeld Arnhem.
2.
1.4 Start Stichting Leergeld Arnhem Na een gedegen voorbereiding in een werkgroep is op 1 mei 2000 de akte van Stichting Leergeld Arnhem bij de notaris gepasseerd. Op 4 mei 2000 is Stichting Leergeld Arnhem ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel Centraal Gelderland te Arnhem. 1.5 Opzet Stichting Leergeld Arnhem Bij de opzet van Stichting Leergeld Arnhem is gebruik gemaakt van het Stappenplan voor een Stichting Leergeld in oprichting, hetgeen beschreven staat in het “Handboek voor Stichtingen Leergeld”. Stichting Leergeld Arnhem heeft in de aanloopperiode de organisatorische structuur van de stichting verder ontwikkeld. Er is een stichtingsbestuur gevormd en er zijn contacten gelegd met de Gemeente Arnhem, de dienst Sociale Zaken en Arbeid van de Gemeente Arnhem, de Vrijwilligers Centrale en tal van dienstverlenende instellingen in Arnhem. Tevens zijn er vrijwilligers, als intermediair voor de stichting, aangetrokken. Er is voor de uitvoering van dit project een coördinator aangesteld. Per 1 oktober 2000 is Stichting Leergeld Arnhem operationeel.
3.
Hoofdstuk 2: Functie en doelen van Stichting Leergeld Arnhem 2.1 Functie van Stichting Leergeld in Arnhem In Arnhem werd bij inventarisatie, mede via een aantal (welzijns-) instellingen, aangegeven dat de armoede in Arnhem zowel absoluut als relatief groot is, hetgeen uiteindelijk dus mede heeft geresulteerd in het oprichten van Stichting Leergeld Arnhem. Schoolgaande kinderen die in de greep van de armoede zitten, kunnen niet of te weinig aan binnen- of buitenschoolse activiteiten meedoen. Het mee kunnen doen aan werkweken, excursies, schoolkampen, voetbalclubs, of muzische vorming zijn in deze samenleving geen luxe artikelen. Het meedoen hieraan vergroot de horizon van kinderen en ze ontwikkelen sociale vaardigheden. Als kinderen dit niet leren, komen zij niet alleen ernstig tekort, ook de maatschappij zal daar “leergeld” voor moeten betalen. Armoede kan soms generaties lang een stempel op gezinnen drukken, een neerwaartse spiraal waar moeilijk aan te ontsnappen is. Stichting Leergeld Arnhem wil het mogelijk maken om kinderen mee te laten doen aan sociale activiteiten die we voor alle kinderen heel normaal en vooral voor hun ontwikkeling, heel waardevol vinden. Zo kan een kind weer zelfvertrouwen krijgen en zichzelf ontwikkelen tot een volwaardig deelnemer aan de samenleving. Uit cijfers van de Gemeente Arnhem blijkt dat Arnhem bijna 140.000 inwoners telt waarvan er 30.000 (bijna 22%) onder de 19 jaar zijn. Volgens gegevens over de regionale inkomensverdeling van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) blijkt uit de armoede monitor 2000 dat 24,4% van de Arnhemse bevolking een laag inkomen heeft en bij gezinnen met kinderen blijkt dat maar liefst 27,5% te zijn. In de agglomeratie Arnhem (met randgemeenten) blijkt dit percentage zelfs nog veel hoger (30.2%) en is Arnhem (na Den Haag) de tweede in de “Armoede Top 20” van grote steden. Het gevoerde armoede beleid in Nederland heeft er niet toe geleid dat het aantal huishoudens met een minimum inkomen (op of onder de armoede-grens) de laatste jaren is gedaald; sterker nog, het blijkt zelfs wat gestegen. (onderzoek Erasmus Universiteit Rotterdam, het CBS en het SCP) Ook in de Gemeente Arnhem blijkt uit de notitie “vier jaar armoedebestrijdingsbeleid in Arnhem“ dat sinds 1997 in Arnhem, ondanks de vele maatregelen, dit niet heeft geleid tot vermindering maar dat Arnhem zelfs onverminderd hoog scoort op de lijst van gemeenten met het hoogste percentage inwoners onder de armoede-grens. Het meest schokkende bleek dat juist de armoede onder kinderen en jongeren (vooral in de éénoudergezinnen en bij minderheden) flink is toegenomen, waarbij uit onderzoek van het CBS en het SCP is komen vast te staan dat kinderen van ouders met een laag inkomen, zes procent meer kans hebben om later ook in die groep terecht te komen. Op grond van deze cijfers bewijst Stichting Leergeld Arnhem voldoende bestaansrecht te kunnen hebben.
4.
2.2 Doel Stichting Leergeld Arnhem, heeft ten doel; het verlenen van hulp zowel financieel als materieel aan kinderen van in principe 4 tot 18 jaar in Arnhem en omgeving die bij hun ontplooiing tekort komen doordat het gezin waartoe zij behoren een onvoldoende bestedingsruimte heeft en waarvoor de mogelijkheden van een voorliggende (wettelijke) voorziening uitgeput zijn, niet toereikend zijn en/of nog niet ter beschikking staan. Voor ouders die een minimuminkomen hebben is het vaak niet mogelijk hun kind mee te laten doen aan binnen- en buitenschoolse activiteiten (zoals sportclubs of muziekles). Zelfs kosten die school met zich meebrengt (schoolmateriaal, excursies, schoolkamp) zijn voor steeds meer ouders niet op te brengen. Stichting Leergeld Arnhem probeert hulp te bieden via bemiddeling en/of financiële steun, aan die schoolgaande kinderen die zich in de greep van de armoede bevinden, zodat ook zij kunnen deelnemen aan het sociale leven binnen- en buiten school. 2.3 Secundaire doelstelling Stichting Leergeld Arnhem wil tevens een signaalfunctie vervullen richting de overheid om hen te wijzen op de problematiek die leeft onder ouders met leerplichtige kinderen en op de consequenties die financiële belemmeringen in de opleiding en ontplooiing van deze kinderen tot gevolg hebben voor hun toekomstmogelijkheden. Het gaat hierbij om het signaleren van knelpunten in de lokale en/of landelijke sociale wetgeving. Via het registeren van gegevens over de aanvraag kan aan de lokale overheid worden aangegeven waar de problemen liggen. Hierbij is te denken aan een registratie van de aard van de aanvraag, de leeftijd, de wijkgebondenheid alsmede het soort inkomen dat wordt genoten. Bij dit laatste kan vooral worden gedacht aan de aanvragen van vluchtelingen met een voorlopige vergunning tot verblijf (VVTV-ers) waarbij de kinderen onder de leerplicht vallen, terwijl daar van overheidswege geen enkele voorziening tegenover staat. Ook kan via deze onderbouwing in de toekomst worden gevraagd om financiële ondersteuning vanuit de lokale overheid voor de uitvoering van dit project. Als laatste kan via het gecombineerd aanleveren van gegevens door de lokale Stichtingen Leergeld aan Stichting Leergeld Nederland, een gezamenlijk beeld worden beschreven van deze problematiek in Nederland, waarbij dan de landelijke overheid kan worden benaderd. 2.4 Secundaire doelstelling Stichting Leergeld Arnhem maakt bij haar activiteiten gebruik van intermediairs. Dit zijn vrijwilligers, voornamelijk afkomstig uit de doelgroep van de aanvragers, die ervaring hebben met het leven van een uitkering of ander laag inkomen. Zij worden na een training ingezet als contactpersonen. Zij weten veelal uit eigen ervaring wat het betekend om van een minimum inkomen rond te moeten komen. Hierdoor zijn zij vertrouwde gesprekspartners. Het is als het ware een “deskundige bondgenoot”, waardoor het voor de aanvrager laagdrempeliger wordt. De meeste intermediairs hebben een uitkering en als zodanig ook het gevoel dat ze buiten de maatschappij staan, ze voelen zich nutteloos, minderwaardig enz. Het werken bij Stichting Leergeld Arnhem kan hen weer het gevoel geven in de maatschappij te staan, zelfvertrouwen op te bouwen zodat de stap naar de arbeidsmarkt veel minder groot wordt. Door de schat aan ervaring die ze opdoen, de sociale vaardigheden die ze leren, de administratieve handelingen die ze leren verrichten, worden zij ook een aantrekkelijker potentieel voor die arbeidsmarkt.
5.
Hoofdstuk 3: Organisatie en werkwijze 3.1 Personele invulling Om de taken goed te kunnen uitvoeren, heeft Stichting Leergeld Arnhem gekozen voor het volgende organisatiemodel: bestuur - coördinator - intermediairs. Het bestuur bepaalt in samenspraak met de coördinator de beleidslijnen, de coördinator voert deze beleidslijnen uit en de intermediairs ondersteunen de coördinator in het doorvoeren van deze beleidslijnen. Op 31 december 2000 was de samenstelling van het bestuur als volgt: Naam Dhr. Mevr. Dhr. Dhr.
F.G.A. Schiebergen I. Roelofs-Kars T.H. Becks D. Hooijer
Functie in bestuur Leergeld voorzitter secretaris penningmeester lid
In het bestuur is er, conform de statuten, tenminste één lid afgevaardigde van de Vincentius Vereniging Arnhem. De dagelijkse werkzaamheden worden verricht door de coördinator (beroepskracht op HBO + niveau) ondersteund door de intermediairs. De coördinator is op 1 oktober 2000, voor 18 uren per week, in dienst getreden bij Stichting Leergeld Arnhem. In 2000 zijn er 7 intermediairs betrokken geweest bij Stichting Leergeld Arnhem waarvan 5 intermediairs de scholing hebben gevolgd en 4 intermediairs in dienst zijn getreden bij Stichting Leergeld Arnhem. 3.2 Werving en selectie van intermediairs De werving van vrijwilligers, bij Stichting Leergeld intermediairs genoemd, geschiedt via een aantal wegen. Er is als eerste een vacature melding bij de Arnhemse Vrijwilligerscentrale gedaan waarna deze, na gesprekken, de vacature met profielschets heeft opgenomen in hun bestand voor zoekende vrijwilligers. Daarnaast zijn diverse instanties schriftelijk en in gesprekken benaderd om te helpen bij het zoeken naar intermediairs. Als laatste zijn de aanvragers actief benaderd met de vraag of ze intermediair wilden worden. Er wordt gewerkt aan het opzetten van een wervingsfolder voor intermediairs. Als eerste kennismaking krijgt de aankomende intermediair 1 à 2 gesprekken met de coördinator van Stichting Leergeld Arnhem waarin informatie over de stichting en het werk wordt verschaft. Vervolgens maakt de aankomende intermediair kennis met de andere intermediairs. Na deze kennismakingsgesprekken gaat de aankomende intermediair deelnemen aan een cursus/scholing die 6 à 8 dagdelen duurt. Na beëindiging krijgt de aankomende intermediair een sollicitatiegesprek met een bestuurslid, één intermediair en de coördinator, waarna een vrijwilligerscontract, met wederzijdse rechten en plichten, wordt opgemaakt en getekend. Bij afloop van de cursus ontvangt de intermediair ook een certificaat als bewijs dat de cursus goed doorlopen is. Nadien gaat de intermediair meelopen met huisbezoeken, tot op het moment dat zoveel ervaring is opgedaan om zelfstandig huisbezoek te kunnen verrichten. Naast de huisbezoeken heeft de intermediair ook de mogelijkheid om PR- of administratieve werkzaamheden voor Stichting Leergeld Arnhem uit te voeren.
6.
3.3 Begeleiding van intermediairs Eénmaal per 3 weken komen de intermediairs bijeen om samen met de coördinator ervaringen uit te wisselen, relevante thema’s te bespreken, elkaar te ondersteunen en van elkaar te leren. Verder krijgen de intermediairs ook individuele werkbegeleiding. De intermediairs worden zoveel mogelijk behandeld als zijnde betaalde werknemers. Zo krijgen ze van tevoren een agenda thuis gestuurd, wordt er geleerd op een professionele manier te vergaderen, naar elkaar te leren luisteren etc. Ook worden in deze bijeenkomsten ervaringen gebundeld, die opgedaan zijn uit de praktijk en die relevant zijn voor het beleid en de organisatie. Het belangrijkste kenmerk van Stichting Leergeld Arnhem is haar organische structuur, d.w.z. een levende, lerende en groeiende organisatie. 3.4 Werkwijze Aanvragers kunnen middels een, aan de informatiefolder aangehechte antwoordkaart, een aanvraag indienen of middels telefonisch contact zich aanmelden. In principe kan er één aanvraag per kind worden gedaan. Vervolgens wordt deze aanvraag door de coördinator beoordeeld, waarna door één van de intermediairs contact wordt opgenomen met de aanvrager om een afspraak te maken. De intermediair gaat op huisbezoek waarbij een aantal van belang zijnde gegevens, worden genoteerd. Hierbij dient een kopie van het laatst verdiende of genoten inkomen te worden overlegd om duidelijkheid te verkrijgen of de aanvrager binnen onze doelgroep past. Ook wordt gekeken of de aanvrager in het bezit is van de “Arnhemcard”. (in 1994 door de Gemeente Arnhem ingesteld voor mensen met een minimum inkomen, waarvan het bezit voor de gemeente nu als voorwaarde geldt om in aanmerking te komen voor de minima regelingen) Tevens wordt bezien of er al een beroep is gedaan op voorliggende voorzieningen zoals bijzondere bijstand, tegemoetkoming studiekosten en kwijtschelding gemeentelijke heffingen. Aanvragen worden niet gehonoreerd alvorens een beroep is gedaan op deze voorliggende voorzieningen. De intermediairs hebben verder ook een onderkennende en verwijzende taak. Er wordt bij aanvragen ook verwezen naar het maatschappelijk werk, sociaal raadslieden, Budget Advies Centrum (BAC) enz. De intermediair maakt een uitgebreid verslag van het gesprek en dient dit vervolgens in bij de coördinator, die in samenspraak met het bestuur een beslissing neemt over de aanvraag. De aanvrager krijgt vervolgens een schriftelijke bevestiging van de beslissing. Elke aanvraag wordt individueel bekeken en de honorering dan wel afwijzing kan dus mede afhangen van de omstandigheden van de aanvragers. Bij elke aanvraag wordt bekeken of het beantwoordt aan de doelstelling: de sociale ontwikkeling van het kind stimuleren. De aanvragers krijgen nooit zelf de benodigde middelen in eigen handen, om te voorkomen dat het geld in geval van schuldeisers direct naar schuldeisers gaat of anderszins wordt besteed. Het geld wordt direct door Stichting Leergeld Arnhem overgemaakt aan de desbetreffende instantie zoals de muziekschool, sportclub of school. In specifieke gevallen is het mogelijk om bepaalde gebruiksvoorwerpen zoals een tweedehands fiets, bureau of gereviseerde computer (in bruikleen) aan te vragen. Voor deze gevallen legt Stichting Leergeld Arnhem contacten met instellingen en bedrijven om dit te realiseren. Rekeningen hiervoor worden dan rechtstreeks naar Stichting Leergeld Arnhem gestuurd. De opzet is om enkele gereviseerde computers in voorraad te hebben.
7.
Hoofdstuk 4: Financieel beleid 4.1 Fondsenwerving Het jaar 2000 is een aanloop-/startjaar geweest voor de Stichting Leergeld Arnhem. Het startkapitaal is gevormd door de opbrengsten van het jubileum project van de Vincentius Vereniging Arnhem bij haar 150 jarig bestaan. Daarnaast heeft de Vincentius Vereniging Arnhem een bedrag beschikbaar gesteld voor de uitvoering van de eigen organisatie. Dit bedrag is bedoeld voor de algemene kosten van de organisatie (opstart kosten, aanpassing van de huisvesting, de apparatuur zoals computer, telefoon, fax en de kantoorbenodigdheden) alsmede voor de uitvoeringskosten van de organisatie zoals de personeelskosten en de reis- en verblijfkosten. Dit alles is gespecificeerd in het financieel jaarverslag 2000 van Stichting Leergeld Arnhem. Een gift, verkregen vanuit de bovenlokale fondsenwerving gedaan door Stichting Leergeld Nederland, is aangewend om een deel van het drukwerk te financieren (folders, briefpapier, enveloppen, etc.) Daarnaast is vanuit lokale fondswerving in 2000 een gift ontvangen van Stichting Welkom. 4.2 Vaste lasten De vaste lasten werden in 2000 bepaald door de pesoneelskosten vanaf 1 oktober 2000 en de kantoorkosten . Gezien de aanloopkosten en de eerst in oktober 2000 gestarte operationaliteit is het percentage van bureaukosten ten opzichte van de ontvangen giften/schenkingen niet goed te relateren. Tevens is voor de uitvoering van de organisatie een bedrag beschikbaar via de Vincentius vereniging Arnhem. 4.3 Projectkosten Aan projectkosten is in 2000 een bedrag f.5.501.80 betaald. Er zijn acht aanvragen ingekomen waarvan er zes zijn gehonoreerd. Gezien het feit dat eerst in oktober 2000 met de PR activiteiten ten aanzien van aanvragen is gestart wordt voor 2001, gezien het aantal aanvragen ingekomen in het eerste kwartaal 2001, een forse stijging van de projectkosten verwacht. Bij de projectkosten wordt gewerkt met vier soorten bijdragen te weten; een renteloze lening, een renteloos voorschot, een gift of verstrekking in natura (computer, fiets, bureau etc) Onderstaande tabel geeft het aantal aanvragen over 2000 weer.
Maand Januari Februari Maart April Mei
Juni Totaal
Aantallen -----1
Maand Juli Augustus September Oktober November December
Aantallen --2 1 2 2 8
8.
Hoofdstuk 5 : Public Relations en Externe contacten 5.1 Public Relations In de aanloopfase naar het operationeel worden van Stichting Leergeld Arnhem zijn de PR activiteiten opgestart door als eerste brieven te zenden aan diverse instanties (waaronder de Gemeente Arnhem, de Gemeentelijke Dienst Sociale Zaken en Arbeid en haar klantenraad, de Vrijwilligerscentrale Arnhem, Stichting Rijnstad, Stichting Welzijn Arnhem, Stichting Onderwijs Voorrang Sociale Vernieuwing Arnhem en diverse andere personen en kerkelijke organisaties) met betrekking tot het informeren over de start en de doelstelling van de stichting alsmede ten aanzien van het werven van intermediairs. Nadien zijn er met diverse organisaties gesprekken en telefonische contacten doorgevoerd, hetgeen ook in 2001 wordt voortgezet. Er zijn nadien informatiefolders en aanvraagfolders ontwikkeld die met een begeleidend schrijven aan de externen zijn verstuurd. De PR activiteiten zullen in 2001 verder worden uitgewerkt richting scholen, huisartsen, organisaties en instanties alsmede overheidsinstellingen. 5.2 Externe contacten Stichting Leergeld Arnhem onderhoudt een nauwe relatie met haar oprichter; de Vincentius Vereniging Arnhem die een ondersteunende factor is in de opzet, ontwikkeling en uitvoering van de organisatie. Daarnaast wordt verder gewerkt aan het ontwikkelen van een goede samenwerking met andere dienstverlenende instanties, ondersteund door nauwkeurige informatieverstrekking, beleidsmatig opgezette PR en gesprekken. Er wordt gewerkt aan een degelijke wijze van informatieverstrekking ten behoeve van de fondsenwerving die het mogelijk moet maken om de projectkosten die benodigd zijn, te genereren. In 2001 zullen voor het verkrijgen van de benodigde financiën, ten behoeve van de projectkosten, diverse fondsen en instanties worden benaderd. 5.3 Stichting Leergeld Nederland Stichting Leergeld Arnhem weet zich gesteund door een overkoepelende organisatie, Stichting Leergeld Nederland genaamd. Zij biedt concrete ondersteuning aan lokale stichtingen bij de opzet, scholing en begeleiding en zorgt daarnaast voor het zoveel mogelijk waarborgen van de uniformiteit van de “leergeld formule”. Iedere lokale Stichting Leergeld heeft een afvaardiging in het bestuur van Stichting Leergeld Nederland. Tevens bundelt zij de gegevens en signalen van de lokale Stichtingen Leergeld om zo de signaleringsfunctie naar de overheid sterk en effectief te maken. Momenteel zijn er in 13 plaatsen in Nederland al lokale Stichtingen Leergeld en zijn er eveneens vele Stichtingen Leergeld in oprichting.
9.
Hoofdstuk 6 : Ontwikkelingen 2000 en perspectieven 2001 6.1 ontwikkelingen 2000 2000 is voor Stichting Leergeld Arnhem een startjaar geweest. Er is een coördinator in dienst getreden en de intermediairs zijn na een scholing aan het werk gegaan. Wat betreft de organisatie is er na een aanloopfase meer stabiliteit ontstaan. De organisatie heeft zich met duidelijke beleidslijnen al redelijk goed kunnen profileren, wat zich uit in een goed contact met de werkvloer en een betrouwbaar gezicht naar extern. De contacten met verwijzende instanties worden opgebouwd en hebben middels afspraken al duidelijker vorm gekregen. Er is gestart met het opzetten van een registratiesysteem voor het verwerken van de aanvragen om zodoende een duidelijker beeld te krijgen van de aard van de aanvraag, de leeftijd van de kinderen, de wijkgebondenheid hiervan en de sociale uitgangssituatie van de aanvrager. 6.2 Perspectieven 2001 De uitdaging voor 2001 is om met de financiële middelen die ons ter beschikking staan zoveel mogelijk kinderen te kunnen helpen. Stichting Leergeld Arnhem wil zoveel mogelijk kinderen helpen en dit vraagt om zorgvuldige keuzen en een goed financieel beleid. Om de forse aanwas van aanvragen aan te kunnen zijn er goed opgeleide intermediairs nodig die hun werk met veel enthousiasme en deskundigheid kunnen verrichten. In 2001 zullen er, volgens de uitgezette lijnen, nieuwe aankomende intermediairs worden aangetrokken waarna dan zo spoedig mogelijk een nieuwe cursus/scholing zal worden gestart. In 2001 zal de samenwerking met de Gemeente Arnhem verder uitgebouwd worden. Hierbij zal ook het contact met de Gemeentelijke Sociale Dienst worden opgebouwd om tot een zinvolle uitwisseling te komen. Het gaat dan niet om het uitwisselen van persoonlijke cliënt gegevens, doch om het signaleren van tendensen, elkaar informeren over regelgeving etc. Tevens zullen in 2001 de PR activiteiten verder worden vormgegeven en zullen contacten met de externen worden uitgewerkt. (scholen, huisartsen, organisaties en instanties alsmede overheidsinstellingen) Financieel zal er verdere fondsenwerving worden doorgevoerd. De kosten ten behoeve van de eigen organisatie worden voor 2001 gefinancierd vanuit de Vincentius Vereniging Arnhem. Er zal een aanvraag worden gedaan voor de gemaakte kosten ten behoeve van de opleiding van intermediairs die opgezet en verzorgd is door Stichting Leergeld Nederland. De nieuw door te voeren scholing zal geschieden door de eigen coördinator in samenwerking met Stichting Leergeld Nederland. Daarnaast worden er aanvragen gedaan voor het genereren van bedragen ten behoeve van de projectkosten van dit meerjarenproject. Gezien de reacties en de ingekomen aanvragen zullen deze projectkosten in 2001 fors toenemen hetgeen in de opgenomen begroting bij het financieel verslag 2000 is uitgewerkt. Slotwoord Na de startperiode in het jaar 2000, zullen in 2001 de daadwerkelijke doelstellingen van de stichting verder worden vormgegeven alsmede de activiteiten worden ontwikkeld. Als lerende organisatie willen we de schoolgaande kinderen uit de regio Arnhem, die zich in de greep van de armoede bevinden, een eerlijke kans bieden om zich via binnen- en buitenschoolse activiteiten verder sociaal te ontwikkelen. De toekomst ligt ook in de handen van die kinderen. Stichting Leergeld Arnhem April 2001