JAARVERSLAG FENEX 2003
Resultaten expeditiesector 2003 matig De tegenvallende economie heeft ook de expeditiesector in Nederland niet onberoerd gelaten. Dit vertaalde zich niet in de gemiddelde lagere omzet van de ledenondernemingen die toch nog groeide met bijna 8%. Vooral de logistieke dienstverlening ten aanzien van goederenstromen uit het Verre Oosten en in het bijzonder China hebben aan deze omzetgroei bijgedragen. De totale omzet bedroeg dit jaar € 7,1 miljard. De resultaten hielden evenwel geen gelijke tred met de omzetstijging. Het merendeel van de ondernemingen wist een, zij het relatief lager, positief resultaat te behalen. 15% van de expeditieondernemingen behaalden geen positief resultaat. De marges blijven in de sector onder grote druk staan. Dit komt mede doordat opdrachtgevers hun teruglopende omzetten en resultaten als gevolg van de neergaande economie vertaald willen zien in lagere kosten voor de hun geboden logistieke diensten. Expeditiebedrijven die de kwaliteit van hun dienstverlening op peil willen houden kunnen daar natuurlijk niet op ingaan. Ook zij worden met kostenstijgingen geconfronteerd die moeten worden doorberekend. Ook kostenbesparende maatregelen in arbeidskosten, het grootste gedeelte van de kosten, kunnen langzamerhand niet meer worden toegepast, wil de dienstverlening niet in gevaar komen. Adequate dienstverlening vraagt om goed gekwalificeerd personeel. De verwachtingen voor de omzet voor het jaar 2004 zijn gematigd positief.
Risico’s douane-expediteurs worden beperkt Douane-expediteurs lopen bij het doen van aangiften ten invoer op eigen naam en eigen rekening ten behoeve van opdrachtgevers aanzienlijke risico’s. Deze methode van aangiften doen wordt tot op heden door de douane-expediteurs in Nederland om praktische redenen overwegend toegepast aangezien het hierdoor mogelijk is een maandkrediet te kunnen toepassen en aangiften te doen via het elektronische Sagitta-invoer systeem. Deze wijze van aangeven maakt de douane-expediteur evenwel tot douaneschuldenaar en aansprakelijk voor eventuele navorderingen. Uit het oogpunt van risicobeheersing pleit de FENEX er al jaren voor dat ook douane-expediteurs in Nederland in de praktijk aangiften moeten kunnen doen via de methode van de directe vertegenwoordiging, met gebruikmaking van het maandkrediet en het Sagitta-systeem. De directe vertegenwoordiging wordt geregeld in het Communautair Douane Wetboek (CDW) en houdt in dat douaneaangiften dan worden verricht in naam en voor rekening van de opdrachtgever. Actueel in dit verband is tevens het vestigingsbeleid van de douane. De door de Belastingsdienst voorgestane oplossingen op het pagina 1 - 22
gebied van elektronisch aangeven zijn niet toepasbaar voor douane-expediteurs die als directe vertegenwoordiger willen optreden. Sluiting van een douanekantoor betekent dat deze wijze van aangeven praktisch gezien onmogelijk wordt. Feitelijk betekent een en ander dat de douaneexpediteur jegens de Nederlandse Belastingdienst / Douane een soort van risico-aansprakelijkheid heeft. Na jarenlang overleg tussen het Ministerie van Financiën en de FENEX is uiteindelijk door het Ministerie besloten met betrekking tot deze zaak een aantal vragen voor te leggen aan de Europese Commissie. Doel ervan is te toetsen of de door de FENEX in overleg met het Ministerie voorgestane procedure in overeenstemming is met de communautaire bepalingen. Het is bijzonder verheugend dat de Europese Commissie begin 2004 in positieve zin heeft geantwoord op het Nederlandse voornemen. Hiermee lijkt een jarenlange discussie tot een goed einde te komen. Binnen de Belastingdienst / Douane wordt momenteel de regeling nader uitgewerkt.
Logistiek Nederland Het belang van het goederenvervoer voor de Nederlandse economie wordt ten onrechte zwaar ondergewaardeerd. Onvoldoende wordt door consumenten en politici gerealiseerd dat goederenstroomprocessen van vitaal belang zijn voor de economie. Handel en industrie functioneren niet zonder logistiek en omgekeerd. Europese en nationale overheden leggen, veelal wegens gebrek aan kennis van de logistieke sector, aan het goederenvervoer steeds zwaardere voorwaarden op die hun doel vaak voorbij schieten. Een verbetering van het imago van het goederenvervoer is dan ook noodzakelijk. Op een initiatief van de FENEX hebben een groot aantal vooraanstaande organisaties in het goederenvervoer de afgelopen periode een aantal malen met elkaar van gedachten gewisseld over de vraag op welke wijze een nationaal platform kan worden gevormd van waaruit huidige en toekomstige problemen met betrekking tot logistiek, die majeur zijn en een brede en gemeenschappelijk strekking hebben, krachtiger en eenduidiger via dit platform bij de politiek en overheid aan de orde kunnen worden gesteld. Daaruit is geconcludeerd dat de nota “Mobiliteit” die door de minister van Verkeer & Waterstaat wordt voorbereid zich leent voor een gemeenschappelijke reactie vanuit een logistiek nationaal platform.
pagina 2 - 22
Bestuur Tijdens de Algemene Ledenvergadering van 18 november 2003 traden de heren R.H. Jacobs en P.W. Vogelaar als bestuurslid af. De Vereniging is de scheidende bestuursleden veel dank verschuldigd voor hun langdurige inzet ten behoeve van de Nederlandse expeditiesector. Ter vervulling van de ontstane vacatures werden de heren A. Scheuter (ELD B.V.) en R. Riemen (Broekman Motorships B.V., Broekman Car Handling B.V. en RTW Rotterdam B.V.) tijdens deze vergadering bij acclamatie tot bestuurslid gekozen. Tevens werden de heren H. Berden, C.J.M. Hendriks en P. van der Steen voor de termijn van twee jaar bij acclamatie tot bestuurslid herkozen. De samenstelling van het bestuur was per 1 maart 2004 als volgt: Th.C. Damen (voorzitter) A.A. Propsma (vice-voorzitter) H.J.G. Berden (secretaris/penningmeester) J. Bergman R. van Grevenbroek C.J.M. Hendriks J.H.M. Kuper G.W. Oomen R. Riemen A. Scheuter P. van der Steen Voor de functie- en taakverdeling van het bestuur wordt verwezen naar de bijlage achterin dit verslag.
Algemene Ledenvergaderingen Twee ledenvergaderingen vonden dit verslagjaar plaats. De voorjaarsvergadering werd gehouden op 20 mei 2003 en vond plaats in Hotel Heidepark te Bilthoven. Na afloop van de vergadering werd door Drs J. van den Hurk van IG&H Management een presentatie gegeven over het rapport “Integraal logistiek beleid als sleutel voor economische groei en duurzaamheid” dat IG&H Management in opdracht van de Raad voor Verkeer & Waterstaat heeft opgesteld. De najaarsledenvergadering werd gehouden op 18 november 2003 in Hotel New York te Rotterdam. pagina 3 - 22
In het bijzonder werd tijdens deze vergadering aandacht besteed aan de samenwerking met Air Cargo Netherlands ten behoeve van de oud NVVL-leden die nog niet rechtstreeks lid waren van de FENEX.
Geassocieerd lidmaatschap Het FENEX-lidmaatschap staat in principe uitsluitend open voor ondernemingen die in Nederland onafhankelijke diensten verlenen op het gebied van expeditie en logistiek. De laatste jaren kon worden geconstateerd dat ook organisaties/ondernemingen die in de zakelijke dienstverlening opereren en nauwe relaties hebben met de logistieke sector belangstelling hebben voor de dienstverlening van de FENEX en de contacten met de leden. Teneinde in een staande behoefte te voorzien is twee jaar geleden besloten voor dergelijke organisaties/ondernemingen een geassocieerd lidmaatschap te introduceren. Gedacht kan hierbij worden aan advocatenkantoren, consultants, fiscale adviesbureaus, IT bedrijven, etc.. Dit geassocieerd lidmaatschap betekent voor deze organisaties/ondernemingen als voor de leden van de Vereniging een wederzijdse toegevoegde waarde. Inmiddels zijn bij de Vereniging 18 organisaties/ondernemingen als geassocieerd lid ingeschreven.
Samenwerking ACN-NVVL/FENEX De FENEX en Air Cargo Netherlands (ACN) hebben overeenstemming bereikt over het continueren van het FENEX-lidmaatschap voor oud-NVVL-leden die nog niet rechtstreeks bij de FENEX zijn aangesloten. Deze groep van luchtvrachtexpediteurs binnen ACN zullen per 1 januari 2004 lid worden van de nieuwe FENEX-Raad voor Luchtvrachtlogistiek die tevens zal gaan opereren als Sectorraad Expediteurs van ACN. Daarmee worden zij volwaardig lid van de FENEX. Het secretariaat van beide raden zal worden gevoerd door de ACN. Deze overeenkomst komt in de plaats van het tussen de FENEX en de NVVL in 1991 gesloten convenant, op basis waarvan NVVL-leden gebruik konden maken van de diensten en producten van de FENEX. Door deze overeenstemming kunnen alle bij ACN aangesloten luchtvrachtexpediteurs gebruik blijven maken van de diensten en producten van de FENEX.
Raden Binnen de FENEX functioneren thans vier Raden te weten: de Raad voor Zeehavenlogistiek, de Raad voor Opslag- en Distributielogistiek, de Raad voor Douanelogistiek en sedert 1 januari 2004 de Raad voor Luchtvrachtlogistiek. In onderstaand overzicht zijn de binnen de Vereniging functionerende Raden (opgebouwd uit reeds bestaande specialismen/activiteiten) opgenomen, vermeld met de aantallen vertegenwoordigde ledenondernemingen. Raad voor Zeehavenlogistiek Raad voor Opslag- en Distributielogistiek Raad voor Douanelogistiek Raad voor Luchtvrachtlogistiek
185 115 103 79
Deze Raden behandelen de op hun terrein behorende specifieke onderwerpen.
pagina 4 - 22
Commissies en Stuurgroepen Ter voorbereiding van het beleid van bestuur en Raden en advisering van het bestuur over specifieke onderwerpen kent de Vereniging de volgende commissies en stuurgroepen: Commissie Economische Aangelegenheden, Commissie Juridische Aangelegenheden, Commissie Opleidingen, Stuurgroep Public Relations, Stuurgroep ICT.
Financiële Commissie Tijdens de ledenvergadering van 18 november 2003 werden tot leden van de Financiële Commissie, belast met het nazien van de rekening en verantwoording van de Vereniging, benoemd de heren F.J. Broekhuizen (Beijer & Co. B.V.), H.M. Hentzen (Henk Hentzen Int. Expeditiebedrijven B.V.) en F.C.W. Huisman (MAT Air & Ocean Freight B.V.). Tot plaatsvervangende leden werden benoemd de heren C.L.M. Dietvorst (VAT Logistics B.V.), R. Kaat (Röhlig Nederland B.V.) en J.J.J. Maessen (Maco Roermond B.V.).
Lidmaatschap In het verslagjaar werd het lidmaatschap beëindigd van 7 ledenexpeditie-ondernemingen. In 2003 traden 15 bedrijven toe als lid van de Vereniging. Daarnaast onderging het ledenbestand wijzigingen als gevolg van overnames en afsplitsingen van bedrijfsactiviteiten.
Ledenbestand De Vereniging telt per 1 april 2004 299 ledenexpeditie-ondernemingen. Deze gegevens zijn in onderstaand overzicht verwerkt. Aantal medewerkers
Aantal bedrijven
Percentage
< 11 11 - 25 26 - 50 51 - 100 101 - 200 >200
152 61 32 23 14 17 ___ 299
50,8 20,4 10,7 7,7 4,7 5,7 ____ 100
Secretariaat De algehele leiding van het secretariaat berust bij de directeur van de FENEX, de heer P.J.N. van Os. Voorts zijn aan het secretariaat verbonden secretaris Mw Mr E.M.C. Slappendel en de stafmedewerkers Mw L. Versluijs en de heren Mr S.B. Szabó en M. van Pelt, alsmede Mw L.R. Korevaar (directiesecretaresse) en Mw A. van der Wolf (secretaresse, per 1 januari 2004). Voor de taakverdeling binnen het secretariaat wordt verwezen naar de bijlage van dit verslag.
pagina 5 - 22
FENEX-GARANTIEFONDS Het FENEX-Garantiefonds vormt nog altijd een sterke troef van de Vereniging. Het Garantiefonds voorkomt dat opdrachtgevers van een gefailleerde FENEX-expediteur worden gedupeerd indien zij door de rederij worden aangesproken voor een tweede maal vrachtkosten te betalen. Het Garantiefonds is één van de pijlers bij de profilering van het imago van de georganiseerde expediteur. In 2003 is door het bestuur van de Stichting FENEX-Garantiefonds beslist over aanspraken op het Garantiefonds met betrekking tot faillissementen uit 2002. Deze faillissementen hebben slechts tot een zeer klein aantal aanspraken op het Garantiefonds geleid waarvan uiteindelijk één ten bedrage van € 2.750,-- werd gehonoreerd en uitgekeerd aan de gedupeerde verlader. In 2003 werd van één aangesloten lid het faillissement uitgesproken. Naar aanleiding van dit faillissement werden geen aanspraken op het Garantiefonds ingediend.
VERZEKERINGEN Collectieve verzekering douanevervoer Voor expediteurs zijn er vaak grote risico’s verbonden aan het uitvoeren van douaneformaliteiten voor hun opdrachtgevers. Reeds lange tijd kunnen de leden van de FENEX gebruik maken van de collectieve verzekering douanevervoer.
Collectieve verzekering invoeraangiften/ beperkt fiscaal vertegenwoordigerschap Naast de collectieve verzekering douanevervoer is het sinds enkele jaren voor de leden mogelijk via de FENEX de risico’s verbonden aan het opmaken van invoeraangiftes te verzekeren. Sinds 2000 bestaat binnen deze verzekering de mogelijkheid de risico’s verbonden aan het beperkt fiscaal vertegenwoordigerschap te verzekeren. Ook bij deze verzekering zijn gedurende het verslagjaar enige aanpassingen doorgevoerd.
pagina 6 - 22
Transportverzekering Online In de meeste gevallen verklaart de FENEX-expediteur op zijn werkzaamheden de Nederlandse Expeditievoorwaarden van toepassing. De aansprakelijkheid van expediteurs is binnen deze voorwaarden beperkt. Een beperkte aansprakelijkheid geldt veelal ook voor de ingeschakelde vervoerders. In geval van schade kan dat betekenen dat de ladingbelanghebbende niet volledig gecompenseerd wordt voor de geleden schade. Vaak komt het voor dat ladingbelanghebbende zelf een goederentransportverzekering afsluit. Als extra service kan ook de FENEX-expediteur deze verzekering verzorgen. In samenwerking met Aon Risico Management werd, exclusief voor leden van de FENEX, een webapplicatie ontwikkeld waar leden van de FENEX, ten behoeve van hun opdrachtgevers, gemakkelijk en efficiënt een goederentransportverzekering kunnen afsluiten.
Young International Freight Forwarder of the Year Tijdens het FIATA World Congress 2003 op Bali werd voor de vijfde maal de FIATA/TT-Club Award uitgereikt. De nationale organisaties kunnen een kandidaat voordragen die kan meedingen naar de titel “Young International Freight Forwarder of the Year”. De voorgedragen kandidaat moet een essay schrijven over een door de TT-club vastgesteld onderwerp. De Award 2003 werd gewonnen door Yvonne Philipp uit Duitsland. Voor de Award 2004 heeft de FENEX wederom een kandidaat kunnen voordragen.
FENEX-website In het vorige jaarverslag werd al melding gemaakt van nieuw opgezette systemen die het de FENEX mogelijk moeten maken de communicatie met haar leden en ook met derden te bevorderen. Een nieuwe databank, een publicatiesysteem en een nieuwe website werden hiervoor ontwikkeld. Deze systemen werden in het verslagjaar verfijnd, onderling beter op elkaar afgestemd en verder uitgebreid. Zo werd de vernieuwde FENEX-website in het Engels vertaald en een eerste aanzet gemaakt met de publicatie van het FENEX Handboek op het afgesloten gedeelte van de site. Deze informatie op velerlei gebied - juridisch en douanetechnisch, FIATA-documenten, etc - is uiteraard exclusief beschikbaar voor de leden. Van het aanbod - ook alleen voor FENEX-leden om on-line via de FENEX-website transportverzekeringen te kunnen afsluiten (lees elders in dit verslag) - werd in toenemende mate gebruik genomen. pagina 7 - 22
De Vereniging hecht veel waarde aan de vereenvoudigde en minder kostbare informatievoorziening middels website en publicatiesysteem. Alle bulletins en ledencirculaires werden nog uitsluitend per e-mail aan de leden verzonden. Alle bulletins en circulaires zijn in een archief op de site opgeslagen en kunnen via het besloten gedeelte ervan door de leden worden geraadpleegd.
Arbitrage In het verslagjaar werden bij de FENEX 25 arbitrage-aanvragen ingediend. Van deze aanhangig gemaakte zaken werden 1 zaak ingetrokken, 4 zaken geschikt en in 2 zaken vonnis gewezen. In 7 zaken werd de benoeming van arbiters aangehouden. De overige in 2003 ingeleide procedures zijn nog bij de betreffende arbitragecommissie in behandeling. De volgende ontwikkelingen hebben zich in 2003 met betrekking tot eerder aanhangig gemaakte arbitragezaken voorgedaan: Ingetrokken: Schikking: Vonnis:
1 zaak uit 2001 2 zaken uit 2001 1 zaak uit 2002 4 zaken uit 2001 4 zaken uit 2002
Herziening van de Nederlandse Expeditievoorwaarden Het afgelopen verslagjaar is nagegaan in hoeverre de Nederlandse Expeditievoorwaarden aanpassing behoeven. Met het oog hierop is de Juridische Commissie in dit verslagjaar bijeen geweest. Dit heeft geresulteerd in een aantal voorstellen die nader zijn uitgewerkt. De nieuwe versie van de Nederlandse Expeditievoorwaarden zal vermoedelijk medio 2004 worden gedeponeerd. Hierover zal vanuit het secretariaat nog de nodige informatie worden verstrekt.
pagina 8 - 22
Algemeen Voor een goede logistieke dienstverlening is het van groot belang dat de benodigde douaneformaliteiten en eventuele controles goed inpasbaar zijn in het logistieke proces en geen bottleneck vormen. Dat de douane en het bedrijfsleven hierbij op elkaar zijn aangewezen, wordt in Nederland sinds lange tijd zowel door de douane als het bedrijfsleven onderkend. De regelgeving op het gebied van douane is echter voornamelijk afkomstig uit Brussel. De ervaring leert dat de politieke druk in het kader van drugs- en fraudebestrijding en dergelijke en met het oog op dreiging van terroristische aanslagen steeds meer tot gevolg heeft dat de regelgeving en de uitvoering hiervan wordt aangescherpt. Goederenstromen kunnen hiervan eventuele negatieve consequenties ondervinden. De intensivering van de fiscale en buitengrenscontroles kunnen namelijk niet worden uitgevoerd zonder dat dit merkbaar is. Het bedrijfsleven en de douane staan dan ook gezamenlijk voor de uitdaging grote hoeveelheden goederen op een verantwoorde wijze door het logistieke proces heen te loodsen. Dit geldt met name voor de mainports. De FENEX onderhoudt dan ook een goede relatie met de Nederlandse douane. Zo bestaan er overlegstructuren met de douane en inmiddels ook met andere betrokken overheidsinstellingen teneinde eventuele problemen te onderkennen en waar mogelijk op te lossen. De Raad voor Douanelogistiek en de Stuurgroep Douane hebben dit jaar weer aandacht besteed aan belangrijke onderwerpen. De Stuurgroep Douane behandelt lopende of spoedeisende onderwerpen op douanegebied en bereidt adviezen en voorstellen ten behoeve van de Raad voor Douanelogistiek voor. De Raad voor Douanelogistiek is dit verslagjaar op 24 april bijeengeweest.
Directe vertegenwoordiging De FENEX heeft zich dit verslagjaar wederom ingezet om tot een oplossing te komen in de problematiek inzake de directe vertegenwoordiging. Uit oogpunt van risico beheersing is het wenselijk dat douane-expediteurs aangiften ten invoer kunnen doen via de methode van de directe vertegenwoordiging. Aan deze wijze van aangeven kleeft tot op dit moment echter een aantal nadelen, zoals het niet kunnen toepassen van het maandkrediet en het niet voorzien in deze vorm van vertegenwoordiging in het Sagitta-invoer systeem. De discussie inzake directe vertegenwoordiging is thans weer uiterst actueel als gevolg van het vestigingsbeleid van de douane. Sluiting van een douanekantoor betekent dat deze wijze van aangeven praktisch gezien onmogelijk wordt. In dit verslagjaar heeft overleg plaatsgevonden tussen de FENEX en het Ministerie van Financiën. Dit heeft er toe geleid dat het Ministerie van Financiën aan de Europese Commissie een pagina 9 - 22
aantal vragen heeft voorgelegd met betrekking tot de mogelijkheid om directe vertegenwoordiging te kunnen toepassen. De Nederlandse overheid wil hiermee voorkomen dat haar achteraf kan worden verweten een en ander niet juist te hebben toegepast.
Toekennen van vereenvoudigde regelingen Vanaf begin 2000 pleit de FENEX voor het toekennen van meer faciliteiten aan de douaneexpediteurs. Het betreft een meer flexibele interpretatie van het begrip aanbrengen en het in combinatie daarmee toekennen van vereenvoudigde regelingen aan (ook pur sang) douaneexpediteurs. Op beide terreinen is in dit verslagjaar vooruitgang geboekt. Mede met het oog op het beleid van de douane om steeds meer douanekantoren te sluiten, heeft de FENEX in diverse overleggen met het Ministerie van Financiën en de douane getracht een praktische oplossing uit te werken. Inmiddels is een aantal vereenvoudigingen gerealiseerd. Zo kan bijvoorbeeld de Domprocvergunning voor de regeling uitvoer (toegelaten exporteur) ook worden verleend aan een douane-expediteur. Tevens is de mogelijkheid gecreëerd om in de vergunning Toegelaten Afzender / Toegelaten Geadresseerde locaties op te nemen die niet tot de bedrijfsruimte van de aangever behoren.
Dienstverlening / vestigingsbeleid van de douane De Belastingdienst / Douane dient over de sluiting van douanekantoren in een zo vroeg mogelijk stadium met het bedrijfsleven te communiceren. De sluiting dient eveneens in gelijke pas te lopen met het toekennen van vereenvoudigde regelingen/faciliteiten. Dit is inmiddels ook het beleid van de douane. De FENEX is van mening dat het toekennen van vereenvoudigde regelingen en het leveren van maatwerk niet alle problemen oplossen die voor het bedrijfsleven voortvloeien uit de sluiting van douanekantoren. Met het oog hierop hecht de FENEX belang aan overleg met de douaneregio’s. Waar in het overleg Douane Bedrijfsleven landelijke onderwerpen/beleid aan bod komen, kunnen de regionale overleggen een bijdrage leveren aan de vraag- en knelpunten die spelen op regionaal en lokaal niveau. In dit perspectief overlegt de FENEX al geruime tijd met Douane Rotterdam. Vorig jaar is op verzoek van de FENEX en de EVO een soortgelijk overleg opgestart met Douane Noord. Ook met Douane Zuid is dit verslagjaar gesproken over voorgenomen sluitingen en het niveau van de dienstverlening van de douane.
New Computerized Transit System (NCTS) / Transit NCTS is het systeem voor geautomatiseerde verwerking en zuivering van elektronische aangiften voor het communautair en gemeenschappelijk douanevervoer. In 2002 heeft de uitrol van het NCTS in Nederland plaatsgevonden. De implementatie wordt afgerond met de intrekking van de (oude) vergunningen Toegelaten Afzender en Geadresseerde voor de schriftelijke aangifteprocedure. Per 1 april 2004 dienen voornoemde vergunninghouders te beschikken over een nieuwe vergunning TA/TG ‘elektronisch aangeven’. In verband met de overgang naar het NCTS heeft de FENEX in diverse overleggremia met het Ministerie van Financiën en de Belastingdienst / Douane de voorziene vraag- en knelpunten aan de orde gesteld. Nadat gebleken is dat het NCTS met storingen te kampen heeft hebben VNO/NCW, EVO, VNC en FENEX begin 2004 in een gezamenlijke brief aan het Ministerie van Financiën hun bezorgdheid uitgesproken over het functioneren van het NCTS. Zo acht het bedrijfsleven het noodzakelijk met het oog op de problematiek van het niet zuiveren van NCTS-aangiften dat tijdelijk flexibel wordt omgegaan met het overleggen van alternatief bewijs. Eventuele gevallen van niet-zuivering -omdat het NCTS niet goed functioneert of procedures niet juist werden toegepast- moeten volgens het bedrijfsleven soepel worden opgelost. Aangezien het bedrijfsleven zeer gebaat is bij een goed functionerend NCTS, wordt de Belastingdienst / Douane daarnaast verzocht alle middelen aan te wenden om er voor te zorgen dat het NCTS snel goed gaat functioneren.
pagina 10 - 22
Op 21 en 28 augustus 2003 werd door Douane Rotterdam in samenwerking met de FENEX, een nadere voorlichting gegeven over het NCTS (Transit). Gezien het aantal deelnemers zijn deze bijeenkomsten zeer goed bezocht.
Terugontvangen van het 3e exemplaar van de uitvoeraangifte Met de douane heeft in het verleden regelmatig overleg plaatsgevonden over de problemen met het terugontvangen van het 3e exemplaar. Begin 2002 is tijdens een bijeenkomst te Heerlen tussen het bedrijfsleven en de douane een aantal afspraken gemaakt die moet leiden tot een verbetering van het terugzendingsproces. Onder meer werd afgesproken dat wanneer een met Nederlandse porti voldoende gefrankeerde envelop wordt bijgevoegd, de douane de 3e exemplaren zal terugsturen naar het adres dat wordt vermeld op de envelop. In deze afspraak was echter nog geen rekening gehouden met de overgang van terminals van een entrepot type B naar een RTO. Wat betreft de aanlevering bij een RTO werden geen problemen verwacht. Gebleken is echter dat bij een RTO wel problemen kunnen rijzen, waardoor het 3e exemplaar alsnog bij de cargadoor terechtkomt. Met het oog hierop heeft de FENEX in diverse overleggen met de douane gepleit voor praktische afspraken teneinde een verbetering in de situatie aan te brengen. Douane Rotterdam heeft thans het voornemen na te gaan of ook bij een RTO gewerkt kan worden met reeds gefrankeerde enveloppen.
Verleggen van controles De FENEX is met de Belastingdienst / Douane in gesprek over het verleggen van controles. Douane Rotterdam is landelijk ook de ‘trekker’ met betrekking tot het (verder) ontwikkelen van beleid op dit gebied. De FENEX is van mening dat ook niet-fiscale controles in principe voor verlegging in aanmerking moeten en kunnen komen. Beleid van de douane is dat in het kader van het zo min mogelijk belemmeren van de logistieke keten, door de douane zoveel mogelijk wordt meegewerkt aan het verleggen van controles, mits de aard van de controle verlegging niet in de weg staat en een deugdelijk controle op de locatie waarnaar wordt verlegd, kan worden uitgevoerd. Verder vormen de tijdsduur, het kostenaspect en de intensiteit van de controle ook elementen die in de afweging worden meegenomen. Ook niet-fiscale controles kunnen in principe voor verlegging in aanmerking komen. Dit dient echter binnen de douane nog nader uitgewerkt te worden.
E-customs De FENEX heeft dit verslagjaar de voorstellen die door de Europese Commissie zijn gedaan, met betrekking tot electronic customs (e-customs), nauwlettend gevolgd. Zo is onder de Commissie Thunnissen een klankbordgroep Financiën - Bedrijfsleven gecreëerd. In deze klankbordgroep bestaande uit vertegenwoordigers van het Ministerie van Financiën, VNO/NCW, EVO en FENEXworden bovengenoemde voorstellen besproken. Deze voorstellen beogen binnen de Europese Unie een hoog veiligheidsniveau te creëren op douanegebied voor zowel in- als uitgaande goederenstromen, terwijl tegelijkertijd het streven er op is gericht ook het bedrijfsleven te faciliteren. Om dit te bewerkstelligen stelt de Europese Commissie een divers pakket van maatregelen en wijzigingen van regelgeving voor. Zo loopt er al een project om te komen tot een geautomatiseerd export systeem. Verder maakt het verstrekken van Pre-arrival en Pre-departure informatie deel uit van bovengenoemde voorstellen. In het kader van facilitatie wordt voorzien in een zogenaamde 'authorised economic operator' waaraan bepaalde vereenvoudigingen kunnen worden verleend.
Containerscan Vanwege de massaliteit van de goederenstroom is in de Rotterdamse haven op de Maasvlakte een grote containerscanner ingezet. Daarnaast beschikt de douane sinds een jaar ook over een mobiele containerscanner. Deze kan op elke gewenste plaats worden ingezet, maar heeft haar ‘uitvalsbasis’ in de Rotterdamse Eem- / Waalhaven. Containerscans zijn nodig om de verwachte groei in het aantal containers op te kunnen vangen. Door een goed overleg en duidelijke en transparante
pagina 11 - 22
afspraken tussen het bedrijfsleven en de douane verloopt de logistieke en administratieve organisatie rond de scan thans zonder noemenswaardige problemen. In verband met de huidige internationale ontwikkelingen zullen de exportcontroles -in het kader van security- in de toekomst alleen maar toenemen. Hiervoor zal ook de scan worden ingezet. Het streven is er op gericht dat de controles op een logistiek verantwoorde wijze plaatsvinden. De FENEX zal bij de uitwerking van de procedures worden betrokken.
Modelcontract voor het optreden als beperkt fiscaal vertegenwoordiger De werkgroep Fiscale Vertegenwoordiging is in 2001 door de Raad voor Douanelogistiek ingesteld, teneinde problemen/knelpunten rond het optreden als fiscaal vertegenwoordiger te inventariseren en te onderzoeken welke actie ondernomen kan worden. De werkgroep achtte het wenselijk dat de leden kunnen beschikken over een modelcontract inzake het optreden als beperkt fiscaal vertegenwoordiger dat gebruikt kan worden richting opdrachtgevers en besloot haar werkzaamheden te richten op het opstellen van een dergelijk contract. In juli van dit verslagjaar zijn de werkzaamheden met betrekking tot dit contract afgerond en werd de Nederlandse versie van het modelcontract aan de leden ter beschikking gesteld. In november volgde de Engelse versie van het contract.
Signaleren fraudes Al enige tijd geleden heeft de Stuurgroep Douane besloten binnen de Stuurgroep een proef te houden met een ‘Signaleringssysteem in verband met fraude’. Dit systeem beoogt de bedrijven in de gelegenheid te stellen hun ervaringen op het gebied van frauduleus handelen met douanegoederen anoniem te melden. Meldingen binnen het systeem vinden plaats op basis van land-productcombinatie. Gebleken is echter dat er praktisch geen meldingen worden gedaan. Wellicht speelt de kleine schaal waarop het systeem functioneert een rol. Tijdens de Raadsvergadering werd dan ook besloten het signaleringssysteem in verband met fraude voor een periode van één jaar binnen de Raad proef te laten draaien, waarna dit geëvalueerd zal worden.
Uitbreiding EU / gevolgen expeditiesector Op 1 mei 2004 is voorzien dat de Europese Unie zal worden uitgebreid met 10 nieuwe lidstaten. Voor de expeditiesector en met name de ondernemingen die expeditie- en douaneactiviteiten verrichten in relatie met de nieuwe lidstaten zal dit ingrijpende economische en sociale gevolgen met zich kunnen brengen. Aan het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) heeft de FENEX aandacht gevraagd voor de problematiek van betrokken bedrijven en om ondersteuning verzocht van de bevoegde regionale kantoren van het CWI bij de helaas noodzakelijke afvloeiing van medewerkers. Ook de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is om ondersteuning in deze verzocht.
Modelcertificaat inzake veterinaire controles Met ingang van 1 oktober is het gebruik van het Gemeenschappelijk Veterinair Document van Binnenkomst, het nieuwe modelcertificaat inzake veterinaire controles van producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht, verplicht gesteld. Met het oog op de invoering hiervan werd op 26 september door de FENEX in samenwerking met de VWA/RVV en het Agrarisch Import Platform (AIP) een goed bezochte voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd.
Tariefswijzigingen / Warenwetbesluit retributies veterinaire controles Op 1 juli 2003 is het Warenwetbesluit retributies veterinaire controles in werking getreden. Dit besluit stelt de retributies (tarieven) vast voor werkzaamheden die de VWA/RVV verricht op grond van de Warenwet. Zo is bijvoorbeeld het keurloon in verband met de invoer uit derde landen aanzienlijk verhoogd. De wijze waarop dit besluit is gecommuniceerd aan het bedrijfsleven (te weten middels een brief gedateerd één dag voor de inwerkingtreding van dit besluit) en de pagina 12 - 22
exorbitante verhoging van het keurloon voor bepaalde producten, heeft de FENEX doen besluiten om de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan te schrijven. Mede naar aanleiding van de brief van de FENEX zijn hierover aan de Minister van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit kamervragen gesteld. De Minister meent zich echter te moeten houden aan de regeringsafspraak om te komen tot kostendekkende tarieven voor de RVV. Met de RVV is afgesproken om in de toekomst beter met elkaar te communiceren.
ZEEHAVENLOGISTIEK Raad voor Zeehavenlogistiek Gedurende het verslagjaar is de Raad voor Zeehavenlogistiek niet bijeen geweest. Een geplande bijeenkomst in juni, waar een afgevaardigde van US Customs zou spreken, kon helaas wegens gebrek aan belangstelling niet door gaan. Binnen de Stuurgroep voor deze Raad is onder meer aandacht geweest voor verschillende regelingen met betrekking tot security, hoofdzakelijk afkomstig uit de Verenigde Staten. De zogenoemde 24-uursregel voor zendingen naar de Verenigde Staten bleef actueel. In december 2003 is de Bioterrorism Act ingevoerd. Onder deze wet moeten zendingen voedsel (of -bestanddelen) met bestemming VS voorgemeld worden en dienen food facilities (ook buiten de VS) geregistreerd te worden bij de Food and Drug Administration.
Overleg FENEX - VRC In het voorjaar van 2003 vond het jaarlijkse bestuursoverleg met de Vereniging van Rotterdamse Cargadoors plaats. Daarbij werd onder meer gesproken over de voor expediteurs gewenste informatie op het Aankomstbericht en Laat Volgen en ontwikkelingen rond security, met name gericht op het verkeer naar de VS.
pagina 13 - 22
OPSLAG & DISTRIBUTIELOGISTIEK Algemeen In 2003 is de Raad voor Opslag- en Distributielogistiek éénmaal bijeen geweest. Onder grote belangstelling werd in mei 2003 door een medewerker van de Duitse zuster-organisatie DSLV een uitvoerige voorlichting gegeven over de invoering van de LKW-Maut. Dit stond toen nog gepland op eind augustus 2003. Aansluitend werd door de heer Van Os, directeur FENEX, een presentatie verzorgd over de FENEX arbitrage.
Gedurende het verslagjaar lijkt een omslagpunt te zijn bereikt in de vraag naar cursussen. Mede gezien de economische situatie de afgelopen jaren leek de vraag naar opleidingen af te nemen. Zeker in de tweede helft van 2003 is de vraag aangetrokken. Enige uitzondering hierop lijkt de FENEX cursus Expeditie & Logistiek, die helaas niet van start kon gaan. De FENEX is deze cursus aan het herzien, om nog beter aan te kunnen sluiten bij de opleidingsbehoefte van de sector.
pagina 14 - 22
Nadat het concept besluit Vervoersinrichtingen door het Ministerie van VROM werd ingetrokken, heeft de FENEX zich op het gebied van gevaarlijke stoffen in het afgelopen verslagjaar beziggehouden met het concept besluit ARI&E (aanvullende risico- inventarisatie en -evaluatie) door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). De ontwikkeling van laatstgenoemd besluit heeft een duidelijk rol gespeeld in het intrekken van het besluit Vervoersinrichtingen. Over de ARI&E is op het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) met verschillende belanghebbenden gesproken. Dit besluit legt verplichtingen op bedrijven die gevaarlijke stoffen op- en overslaan. De FENEX heeft gepleit voor het stellen van een ondergrens, hetgeen in eerste instantie niet werd voorzien. Daarnaast werd, mede door de FENEX, gepleit voor een apart regime voor vervoersgebonden bedrijven. Voor vervoersgebonden bedrijven zijn standaard scenario’s ontwikkeld, waardoor het vervullen van de verplichtingen vergemakkelijkt wordt. Dit besluit zal ook gevolgen hebben voor de expeditiesector, echter in welke mate is nog niet duidelijk. De jaarlijkse voorlichtingsdag vervoer gevaarlijke stoffen van de Commissie Transport Gevaarlijke Goederen en het Ministerie van Verkeer en Waterstaat vond dit maal plaats op 28 november te Lommel (België). Tijdens deze dag werd aandacht besteed aan een reeks van praktische zaken die in nauw verband staan met actuele ontwikkelingen op het gebied van vervoer van gevaarlijke stoffen. Zo werd er aandacht geschonken aan het werken in besloten ruimte (containers die mogelijk onder gas staan), de verplichtingen inzake de aanstelling van een veiligheidsadviseur vervoer gevaarlijke stoffen en de ontwikkeling om te komen tot harmonisatie van de gegevens die worden vermeld op vervoersdocumenten.
pagina 15 - 22
FIATA Van 29 tot en met 3 oktober 2003 vond op Bali (Indonesië) het FIATA World Congress 2003 plaats. Het door de Indonesische expediteursorganisatie INFA georganiseerde congres werd bijgewoond door 600 vertegenwoordigers van expeditiebedrijven uit 76 landen. De aanwezige congresdeelnemers werd een goed georganiseerd congres geboden. Het motto van het congres was “Role of the Freight Forwarder in Logistics and Supply Chain”. Het congres omvatte ook een vakbeurs waar door 30 standhouders hun dienstverlening aan expeditiebedrijven werd gepresenteerd. Daartoe behoorden ook de stands van de Rotterdamse en Amsterdamse Havens. Tijdens het congres op Bali werd voor de vijfde maal de FIATA/TTClub/IATA Award uitgereikt voor de “Young International Freight Forwarder of the Year”. Het doel van deze Award is opleiding en training in de sector te stimuleren en zo de vakbekwaamheid en de kwaliteit van de dienstverlening te bevorderen. Om mee te dingen naar de Award, een zeer prestigieuze prijs ter waarde van $ 25.000,--, moet de genomineerde persoon een essay schrijven over een door het Steering Committee FIATA/TTClub/IATA vastgesteld onderwerp. De winnaar dit jaar was Yvonne Philip uit Duitsland. Het aantal leden-organisaties aangesloten bij de FIATA bedraagt thans 92 uit 83 landen. Daarnaast kent de FIATA nog ruim 2800 individuele expeditiebedrijven als lid. In totaal zijn ruim 40.000 expeditieondernemingen in de gehele wereld binnen de FIATA georganiseerd. Tot nieuwe President van FIATA werd gekozen Issa Baluch (Verenigde Arabische Emiraten) als opvolger van Aldo Da Ros (Italië). FENEX-directeur Han van Os werd voor twee jaar herkozen als een van de Vice-Presidenten van de Extended Board, het bestuur van de FIATA. Vele onderwerpen met een internationaal karakter werden weer behandeld in de verschillende instituten en adviesorganen van de FIATA. Naast specifieke zaken behorende tot het werkterrein van de Instituten en adviesorganen kreeg het onderwerp security veel aandacht. Binnen het Airfreight Institute (AFI) was het belangrijkste onderwerp het European Air Cargo Program (ECAP) dat de relatie tussen de Europese luchtvrachtexpediteurs en luchtvaartmaatschappijen van de IATA moet gaan regelen. Dit project zal op 1 mei van kracht worden. Het Multimodal Transport Institute (MTI) besteedde aandacht aan de ontwikkelingen met betrekking tot de US Ocean Shipping Reform Act, het UNICITAL project voor een nieuwe conventie voor het vervoer van goederen over zee en de US Container Security Initiative. In het Customs Affairs Institute (CAI) werd aandacht besteed aan de problemen met de TIR-carnets en de ontwikkeling inzake het Unique Consignment Reference (UCR). Voorzover voor de directe praktijk van belang zijn de leden over de behandelde onderwerpen binnen de FIATA via het FENEX-bulletin geïnformeerd. Ook de in pagina 16 - 22
2000 ingestelde Regionale Committees voor de regio’s Africa/Middle East, Asia/Pacific en Europe blijken in een behoefte te voorzien. Binnen deze Committees kunnen onderwerpen aan de orde komen die specifiek in de betrokken regio leven. Vele onderwerpen blijken vaak een regionaal karakter te hebben. Het Regional Committee voor Europa functioneert gezien de onderwerpen in nauwe samenwerking met de CLECAT. Zeker met het oog op de uitbreiding van de EU op 1 mei 2004 met een 10-tal Oost-Europese landen is samenwerking met de CLECAT van groot belang.
CLECAT De CLECAT heeft het afgelopen jaar inzake belangrijke dossiers die de expeditiesector raken indringend haar stem laten horen bij de betrokken organen van de Europese Unie. Op 18 maart van dit jaar had een CLECAT-delegatie onder leiding van Secretaris-Generaal Han van Os een gesprek met EU-Commissaris Frits Bolkestein, verantwoordelijk voor TAXUD, over een aantal actuele zaken die de expeditiesector raken. Over de uitbreiding van de EU en de gevolgen daarvan voor douane-expediteurs, de US security regels, het automatiseringsproject voor douanevervoer NCTS en de opleiding voor gekwalificeerd personeel op douanegebied werd met de heer Bolkestein van gedachten gewisseld. Tijdens de General Assembly op 18 mei 2003 werden door een werkgroep aan de ledenorganisaties de plannen gepresenteerd om de CLECAT tot een modernere organisatie om te vormen. Een goede vertegenwoordiging en lobby van de logistiek sector bij de instituten van de Europese Unie is zeer belangrijk en vraagt om een deskundige en sterke organisatie. De meeste regelgeving op het gebied van vervoer en douane komt immers van de EU en heeft invloed op het functioneren van de ondernemingen in de EU die actief zijn in de logistieke sector. De gepresenteerde plannen waren opgenomen in voorstellen voor een geherstructureerde CLECAT en gewijzigde statuten. De voorstellen en statutenwijzigingen werden goedgekeurd door de General Assembly. Binnen de CLECAT, “European Association for Forwarding, Transport, Logistic and Customs Services” fungeren thans drie instituten t.w. European Transport & Logistic Institute (ETLI), Maritime & Air Logistic Institute (MALI) en het Customs and Indirect Taxation Institute (CITI). Met de nieuwe structuur kan de CLECAT adequater reageren en is toegerust om de belangen in een vergrootte EU goed te kunnen behartigen. Tijdens de op 1 december 2003 gehouden General Assembly werd een geheel nieuw bestuur van de CLECAT gekozen. Gekozen tot President werd Manfred Boes (Duitsland), tot Secretaris-Generaal Han van Os (Nederland) en tot Penningmeester Alberto Petrozzi (Italië). Gedurende het verslagjaar vond ook een wisseling plaats van de functie van Directeur-Generaal. Ivan Sørensen (Denemarken) vertrok op eigen verzoek om een functie elders te aanvaarden. Hij werd opgevolgd door Marco Sorgetti (Italië). Aansluitend aan de General Assembly op 1 december vond in Brussel voor de derde maal de door CLECAT georganiseerde Freight Forwarders Day plaats. De bijeenkomst had tot doel de besturen van de aangesloten organisaties, waaronder de FENEX, te laten discussiëren met vertegenwoordigers van de Europese instituten, zoals Europese Commissie, Europees Parlement, etc., over de Europese politiek ten aanzien van onderwerpen die de expeditie en logistieke sector raken. De bijeenkomst werd bezocht door ruim 80 personen. Als belangrijkste gastsprekers traden op EU-Commissaris Frits Bolkestein en Ms Adams van de Douane vertegenwoordiging van de USA bij de EU. Zij gingen in op het actuele thema security waarmee de expeditiesector steeds ingrijpender wordt geconfronteerd.
CLECAT Customs Committee De CLECAT heeft op het gebied van douane dit jaar wederom aandacht geschonken aan tal van onderwerpen, waaronder de implementatie van het NCTS, de uitbreiding van de douane-unie, security, e-customs en trade facilitation. Op een aantal onderwerpen zal hierna worden ingegaan. Binnen de CLECAT is de implementatie van het NCTS intensief behandeld. Over het NCTS vindt er tussen de Europese Commissie en het bedrijfsleven overleg plaats in de Transit Contact Group. Tijdens deze bijeenkomsten worden diverse knelpunten behandeld. Zo is onder meer de problematiek van de niet-zuivering van NCTS-aangiften besproken. De Europese Commissie beschouwt dit als een prioriteit waarvoor een oplossing voor gezocht moet worden. Ook de pagina 17 - 22
noodprocedure is bijvoorbeeld onderdeel van discussie geweest. Bij een storing in het NCTS dient te worden teruggevallen op het OTS (oude papieren procedure). CLECAT heeft gepleit om zo snel mogelijk een beter alternatief te creëren. In haar contacten met de Commissie heeft de CLECAT ook aangegeven dat de douanekantoren van bestemming veelal weigeren de begeleidende documenten als alternatief bewijs te viseren. De Europese Commissie heeft inmiddels medegedeeld dat douanekantoren van bestemming hiertoe verplicht zijn. Een belangrijk onderwerp is dat de Europese Commissie een gemeenschappelijke strategie met betrekking tot electronic customs wil ontwikkelen. In e-customs is de elektronische aangifte de regel en de papieren aangifte de uitzondering. Over e-customs vindt overleg plaats tussen de Europese Commissie en de betrokken Europese brancheorganisaties, waaronder de CLECAT, in de Trade Contact Group (TCG). De werkzaamheden van de TCG richten zich onder meer op wijzigingen die in de regelgeving/procedures worden voorgenomen. Nog niet duidelijk is op dit moment welke gevolgen de plannen inzake e-customs voor de positie van de douane-expediteur zullen hebben. Ook heeft de CLECAT dit jaar aandacht geschonken aan de uitbreiding van de Europese Unie met 10 nieuwe lidstaten. De uitbreiding zal grote gevolgen met zich meebrengen. Zo zal de Europese wet- en regelgeving vanaf het moment van toetreding op de nieuwe lidstaten van toepassing zal zijn (zoals het Communautair Douanewetboek). Dit zal mede tot gevolg hebben dat goederen die zich in het vrije verkeer bevinden op het moment van de uitbreiding, in een nieuwe of oude lidstaat, zich na de uitbreiding automatisch in het vrije verkeer bevinden in respectievelijk een oude of nieuwe lidstaat.
CLECAT Maritime Committee De afgelopen jaren is vanuit de CLECAT veel aandacht besteedt aan de zgn. Havenrichtlijn ofwel Port Package. Na verschillende stemrondes binnen het Europees Parlement en de Raad van Ministers is in september 2003 een compromis voorstel tot stand gekomen. Helaas is dit voorstel in een vergadering van het Europees Parlement in november 2003 weggestemd. Dit is een gemiste kans gelijke concurrentievoorwaarden voor het Europese havenbedrijfsleven te creëren. Tijdens het verslagjaar is door de Europese Commissie een raadpleging gehouden onder belanghebbenden in de sector met betrekking tot de intercontinentale lijnvaart. Regelingen hierover zijn neergelegd in de Verordening van de Raad 4056/86, die sinds de invoering in 1986 niet is herzien. CLECAT heeft hierin een standpunt ingenomen dat ligt tussen die van de reders en verladers. CLECAT is van mening dat Conferences slechts onder strikte voorwaarden toegelaten kunnen worden. Een voorwaarde is bijvoorbeeld consultatie van klanten bij wijzigingen in capaciteit en tarieven. Voorts is veel aandacht uitgegaan naar verschillende vraagstukken rond safety en security. CLECAT pleit nog altijd voor een uniforme aanpak van safety en security van de totale supply chain en niet gericht per modaliteit of locatie.
CLECAT Rail Committee Het proces van liberalisering van het spoorvervoer in Europa is er een van lange adem. Op dit gebied is CLECAT actief binnen de European Rail Freight Customers Platform (ERFCP, opgericht in 2001 door Europese gebruikers van het spoor, waar CLECAT ook in is vertegenwoordigd). In de tweede Railway Package van de Europese Commissie wordt onder meer ingezet op veiligheid, interoperabiliteit en een doeltreffend besturingsinstrument. Voor de liberalisering van het goederenvervoer wordt 1 januari 2006 aangehouden. Na verschillende stemrondes binnen het Europees Parlement en de Raad van Ministers wordt in het voorjaar van 2004 een laatste stemronde verwacht.
pagina 18 - 22
CLECAT Road Committee De (uitgestelde) invoering van de LKW-Maut in Duitsland heeft al langere tijd de aandacht binnen de Road Committee. CLECAT is van mening dat er gestreefd moet worden naar een uniforme wijze waarop heffingen op infrastructuur in Europa ingevoerd zou moeten worden. Bovendien dienen er garanties gegeven te worden dat de opbrengsten ten goede komen aan de modaliteit waarop deze heffingen berekend worden.
pagina 19 - 22
BIJLAGEN Functie- en taakverdeling van het FENEX-Bestuur per maart 2004 Th.C. Damen Voorzitter Bestuur Deltalinqs Bestuur SVZ A.A. Propsma Vice-voorzitter Bestuur Rotterdam Port Promotion Council H.J.G. Berden Secretaris/Penningmeester J. Bergman Raad voor Opslag en Distributielogistiek (plv vz) R. van Grevenbroek Raad voor Zeehavenlogistiek (vz) C.J.M. Hendriks Raad voor Opslag en Distributielogistiek (vz) J.H.M. Kuper Raad voor Douanelogistiek (vz) G.W. Oomen Raad voor Zeehavenlogistiek (plv vz) Stuurgroep Informatie Technologie R. Riemen Bestuur Deltalinqs (plv) A. Scheuter Gevaarlijk stoffen en Milieu P. van der Steen Commissie Opleidingen P.J.N. van Os (Directeur) Commissie Juridische Aangelegenheden Commissie Economische Aangelegenheden Stuurgroep Public Relations Secretary General CLECAT Vice-President FIATA
pagina 20 - 22
Taakverdeling secretariaat FENEX P.J.N. van Os (vO) Directeur Algemene Leiding, Personeel, Organisatie, Financiën, Lidmaatschappen, Arbitrage, Internationale Zaken (FIATA/CLECAT). Mw Mr E.M.C. Slappendel (LS) Secretaris Juridische Zaken, Douanelogistiek, Fiscale Zaken, Statistiek, Gevaarlijke stoffen/Milieu Mr S.B. Szabó (BS) Stafmedewerker Zeehavenlogistiek, Opslag en Distributielogistiek, IT, Verzekeringen, Opleidingen Mw L. Versluijs (LV) Stafmedewerkster Public Relations, Communicatie M. van Pelt (MvP) Stafmedewerker Juridische Zaken, Douanelogistiek, Fiscale Zaken, Statistiek, Gevaarlijke stoffen/Milieu Mw L.R. Korevaar (LK) Directiesecretaresse Mw A. van der Wolf (AW) Secretaresse Opleidingen
Raden, Stuurgroepen en Commissies binnen de FENEX Raden Raad voor Zeehavenlogistiek Raad voor Opslag- en Distributielogistiek Raad voor Douanelogistiek Raad voor Luchtvrachtlogistiek Stuurgroepen Stuurgroep Public Relations Stuurgroep ICT Commissies Financiële Commissie Commissie Economische Aangelegenheden Commissie Juridische Aangelegenheden Commissie Opleidingen
Vertegenwoordiging De FENEX is vertegenwoordigd in de volgende instellingen:
Externe vertegenwoordiging nationaal -
Agrarisch Import Platform Bedrijfstak Commissie Havens Scheepvaart- en Transportcollege Commissie Onderwijs Bedrijfsleven Op- en Overslag (COB) Commissie Transport Gevaarlijke Goederen (CTGG) Deltalinqs pagina 21 - 22
-
Gebruikers Platform Railgoederenvervoer Nederland Distributieland (NDL) Nederlands Vervoers Overleg (NVO) Overleg Douane-Bedrijfsleven Overlegorgaan Goederenvervoer Deelorgaan Binnenvaart Deelorgaan Wegvervoer Rotterdam Port Promotion Council (RPPC) Stichting FENEX-Garantiefonds SVZ, Havenondernemersvereniging Rotterdam. Tijdschrift voor Arbitrage (TvA) Vereniging VNO/NCW
Externe vertegenwoordiging internationaal -
CLECAT - European Organistation for Forwarding and Logistics FIATA - Fédération Internationale des Associations de Transitaires et Assimilés ICC - International Chamber of Commerce CNE - Comité van Noordzeehaven Expediteurs
pagina 22 - 22