Jaarverslag 2008
V C ORG
‘Christelijk onderwijs op reformatorische grondslag’
Inhoudsopgave 1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9
2.
Notulen Algemene Ledenvergadering VCORG op maandag 23 juni 2007 Opening Notulen van de algemene ledenvergadering van 18 juni 2008 Bestuurs- en financieel jaarverslag 2007 Bestuursverkiezing Rondvraag Uitslag bestuursverkiezing Toelichting op Wet Medezeggenschap Scholen (WMS) Slotwoord ds. J.M.J. Kieviet Sluiting
3 3 4 4 5 5 6 6 7 8
Inleiding
9
3.
Algemeen
10 10 10 10 11 11 11 13 14 14 15 15 15 16 17
4.
Personeelsbeleid
18 18 18 18 19 19 19 20 21 22
5.
Onderwijskundig beleid
23 23 23
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13 3.13
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9
5.1 5.2
1
Uitgangspunten jaarverslag Centrale thema Instellingsgegevens Juridische structuur Organisatiestructuur Bestuurs- en commissiegegevens Kernactiviteiten en werkgebied Bestuurlijke activiteiten Invoering Wet medezeggenschap scholen (Wms) Bestuurlijke federatieve samenwerking WSNS-samenwerkingsverband BSOS en LOVK Schoolgegevens Speerpunten van beleid
Inleiding Organisatiestructuur Personele bezetting per 31-12-08 Gemiddelde aanstellingomvang en leeftijdsopbouw per 31-12-08 Verzuimpercentages over achterliggende cursusjaren Mutaties personeelsbestand 2008 Ontwikkelingen personeelsbeleid Arbodienst BAPO-rechten
Inleiding Kenmerken van duurzame ontwikkeling
5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10
Strategische keuzes Veranderdoelen Organisatorische ontwikkelingen Kwaliteitszorg Monitoringsgegevens Uitstroomgegevens leerlingen 2008 Overige monitoringsgegevens Kwaliteit en personeelsbeleid
23 24 25 25 26 26 26 27
6.
Financieel beleid
29 29 29 30 31 32 32 34 37 38
7.
Beheersbeleid
39 39 39 39 40 40
8.
Relatie en communicatie
41 41 41 42
9. Tenslotte 10. Lijst met afkortingen
43
6.1 6.2 6.5 6.6 6.8 6.9 6.10 6.11 6.12
7.1 7.2 7.3 7.4 7.5
8.1 8.2 8.3
Inleiding Begroting en jaarrekening Publieke en private gelden Beleidsuitspraken Overzicht financiën (Toelichting op de) kengetallen Analyse van het nettoresultaat Investerings- en financiëringsbeleid Treasuryverslag
Algemeen Beheerscommissie Huisvestingszaken Onderhoud Arbozaken
Inleiding Communicatielijnen richting ouders Verantwoording
44
2
Notulen ALV VCORG 1. Notulen Algemene Ledenvergadering VCORG op maandag 23 juni 2008
Notulen van de algemene ledenvergadering van de Vereniging voor Christelijk Onderwijs op Reformatorische Grondslag te Dordrecht, gehouden op maandag 23 juni 2008 in de zaal van de Pauluskerk te Dordrecht.
1.1 Opening De voorzitter, de heer Lambregts opent de vergadering door de aanwezigen welkom te heten. Naast enkele leden is het bestuurslid Cornet met kennisgeving afwezig. De voorzitter vraagt te zingen Psalm 19 vers 1, hij leest Mattheüs 24 vers 1 tot en met 14 en gaat voor in gebed. In zijn openingswoord roept de voorzitter het gesprokene van Ds. Visscher uit Amersfoort in herinnering, die laatst opnieuw in Dordrecht gesproken had. Opnieuw moest worden vastgesteld dat ons land seculier is geworden. Het is een voortgaand proces. In het publieke domein is geen plaats meer voor God en godsdienst. Velen willen dit ook zo, met de droevige gevolgen van dien. Toch laat God Zijn aanwezigheid blijken. Er zijn mensen die Zijn Naam belijden en voor Zijn Naam uitkomen. De hedendaagse mens probeert zijn denken te verankeren in de evolutie; dat geeft geen houvast. Daar tegenover houdt Gods Woord stand. Waar ligt de grens met het publieke domein? Mogen scholen nog ingericht worden naar Bijbelse uitgangspunten? De geldingskracht van Gods Wet en Gods Woord wordt ontzegd. Het meeregeren van de CU levert felle reacties op, soms vol haat. De Heere Jezus heeft het gezegd: “In de wereld zult gij verdrukking hebben”, maar Hij voegt er direct aan toe: “maar hebt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen“. Het is een zegen als datgene wat thuis gehoord wordt, in het verlengde ligt van school en kerk. Beide scholen mogen er nog zijn. Twee volwassen zusterscholen, waarin hard gewerkt wordt door directies en personeel. Met als basis de Bijbel. De kinderen wordt verteld dat ze Gods schepselen zijn, maar ook dat ze in Adam verloren liggen. Bekering is nodig. Het wordt beseft en gevoeld dat dit onderwijs nodig is. Vanuit de overheid worden de scholen steeds verder ingezet om allerlei maatschappelijke verantwoordelijkheden op zich te nemen. Voor- en naschoolse opvang bijvoorbeeld. De allereerste opvoedingstaak ligt echter bij de ouders. Maar wat is eenheid belangrijk. Het integratieprobleem is voor de regering een voortdurend probleem. De scholen worden daarbij betrokken met het vak burgerschapskunde. Ook onze scholen geven daar op een Bijbels verantwoorde manier inhoud aan. Voor wat betreft de regelgeving trekt de overheid zich steeds verder terug, daarmee neemt de verantwoordelijkheid voor het bestuur toe. Ook stelt dat eisen aan kennis en kunde. Door middel van het volgen van seminars en cursussen wordt dit ondersteund. Ouderbetrokkenheid is belangrijk. In de school vindt dat volop gestalte. Er wordt per 1 augustus 2009 een nieuwe wet van kracht waarin de ouderbetrokkenheid wordt geformaliseerd. De Wet Medezeggenschap Onderwijs vroeg om een medezeggenschapsraad. Steeds hebben we ontheffing kunnen aanvragen. In de nieuwe wet kan dat niet meer. We zijn gebonden aan de wettelijke verplichting om hier invulling aan te geven. Voor beide scholen een eigen medezeggenschapsraad en een overkoepelende voor beide scholen. Eerst wordt een voorlopige medezeggenschapsraad geïnstalleerd. Volgens de nieuwe wet kan het instemmingsrecht via artikel 29 omgezet worden in adviesrecht. Via een brief wordt bij ouders en personeel gevraagd om met deze omzetting in te stemmen. We mogen terugzien op een gezegend jaar. Het werk mocht doorgaan. Het peuterwerk kon opgestart worden. Inmiddels volgt een groep van 18 peuters dit onderwijs. In de verslagen staat veel beschreven. De bouwkundige wijzigingen aan de Ds. J. Polyanderschool zijn gereed gekomen. Het heeft een grote toegevoegde waarde. Bij de Ds. J. Bogermanschool lijkt alles stil te staan. De grond is inmiddels vrijgemaakt. Er wordt druk gewerkt aan een nieuw ontwerp. De ingebruikname wordt eind december 2009 verwacht. De sloop van het oude gebouw vraagt vanuit de gemeente om enige haast. In februari is de heer B.B. Paans overleden. Hij heeft het onderwijs lang mogen dienen.
3
In het gelezen Schriftgedeelte wordt verwezen naar de eindtijd. Daar leven we nu in. Donkere wolken pakken zich samen aan de horizon der volken. In deze tijd groeien onze kinderen en kleinkinderen op. Alleen Godsvreze zal hen staande kunnen houden. Dat de Heere dat ook bij kinderen zou willen werken. In de weg der middelen mag het Woord, dat zeer vast is, meegegeven worden. Opdat uit genade ook in hun harten de Morgenster opga. De voorzitter vraagt te zingen Psalm 119 vers 65.
1.2 Notulen van de algemene ledenvergadering van 18 juni 2007 De voorzitter stelt de notulen paginagewijs aan de orde. Naar aanleiding van de notulen zijn er geen vragen. De notulen worden onder dankzegging vastgesteld.
1.3 Bestuurs- en financieel jaarverslag 2007 Het bestuursgedeelte wordt aan de orde gesteld. Naar aanleiding van bladzijde 9 vraagt de heer M. v.d. Klooster of het genoemde toelatingsbeleid niet nauwer geformuleerd is dan in de statuten verwoord. De voorzitter antwoordt dat juist de wacht betrokken moet worden bij de poorten van de school. Landelijk wordt dit ook onderkend. De overheid staat voor om de school van de ouders te doen zijn. In de praktijk wordt, als daar in voorkomende gevallen reden toe is, op een verantwoorde manier mee omgegaan. De passage in het verslag beoogt geen andere te zijn dan in de statuten verwoord. De statuten zijn uiteraard leidend. Naar aanleiding van bladzijde 12 vraagt de heer R.E. Bijvank of de lijst van de ICT-commissie gecompleteerd kan worden. Dit wordt toegezegd. Op bladzijde 14 valt de heer M. v.d. Klooster het verschil op tussen de geprognosticeerde leerlingaantallen van beide scholen. Toegelicht wordt dat er wel eens golfbewegingen zijn, waar echter geen oorzaken voor aan te wijzen zijn. De indeling van de as van de grafiek geeft een wat geaccentueerd beeld. Beide scholen hebben hun eigen voedingsgebied. We volgen dat nauwlettend. Naar aanleiding van bladzijde 15 vraagt de heer Theunisse naar het verschil in de verzuimcijfers tussen beide scholen. Deze hebben te maken met ziekte en ook zwangerschapsverlof, niet met de arbeidsomstandigheden. Vervolgens stelt de voorzitter het financiële gedeelte aan de orde. Er is een integraal jaarverslag waarin de activiteiten en financiële situatie is vastgelegd. De vergadering wordt straks gevraagd dit vast te stellen. De heer A. Hakbijl licht dit toe aan de hand van een aantal sheets. Na zijn presentatie bedankt de voorzitter de penningmeester voor de duidelijke verslaglegging. Mevrouw Matthijsse vraagt naar de bijdrage van de diaconie van de Gereformeerde Gemeente. De voorzitter antwoordt dat de gift al was binnengekomen voordat het bestuur had aangegeven geen diaconale bijdrage meer nodig te hebben. De heer Van Driel vraagt naar het vrijvallen van de Lumpsum compensatie. De penningmeester antwoordt dat deze compensatie in stappen wordt afgebouwd. In de begroting is er altijd van uitgegaan dat we zonder deze compensatie moeten kunnen werken. Zowel de staat van baten en lasten 2007 als de balans per 31-12-2007 worden goedgekeurd. Ook de accountant geeft een goedkeurende verklaring. De commissie stelt de vergadering voor decharge te verlenen aan de penningmeester en het bestuur. Op basis van deze goedkeurende accountantsverklaring keurt de vergadering de jaarrekening goed en verleent de vergadering decharge aan penningmeester en bestuur.
74
Notulen ALV VCORG 1.4 Bestuursverkiezing Aftredend zijn de heren A. Hakbijl, H. van der Hel, G. Holster, A.J. van Vugt en R.F.J. van Willigen. Op de heer Van Willigen na zijn de aftredende bestuursleden herkiesbaar. Er is voor gekozen de vacature van de heer Van Willigen niet in te vullen. De werkdruk is wat gematigder, daarnaast is er een algemene tendens om bestuurstaken naar de directies over te hevelen. De tegenkandidaten worden, voor zover aanwezig, voorgesteld. Aan de heren H. Vink en P. van Dongen wordt, onder leiding van bestuurslid Blom, gevraagd het stembureau te vormen. Hierin stemmen zij toe. Nadat de presentielijst is gecontroleerd worden de stembriefjes uitgedeeld, ingevuld en even later weer opgehaald.
1.5 Rondvraag Hierna wordt er gelegenheid gegeven voor de rondvraag. De heer De Heer vraagt of het bestuur in overleg kan treden met de kerkenraden om op bid- en dankdagen ’s ochtends weer diensten te beleggen. Nu wordt bij de inspectie vrij gevraagd voor deze dagen, terwijl er onder schooltijd geen diensten worden gehouden. Bij de inspectie is dit moeilijk te verdedigen. De vraag wordt meegenomen door het bestuur. De heer De Heer geeft aan dat er geen tuinonderhoud meer plaatsvindt op de Ds. J. Bogermanschool. De natuur wint hierdoor terrein. Zijn vraag is of er incidenteel door een hoveniersbedrijf noodzakelijk onderhoud kan worden gepleegd. De directie zal gevraagd worden hier aandacht aan te besteden. De heer Van Driel vraagt naar aanleiding van de eerste vraag van meneer De Heer of het beleid van de overheid is aangescherpt. De heer Van der Wulp geeft aan dat de Inspectie er op toe ziet. Ook geeft hij aan dat dit onder de reguliere tijd die vrijgegeven werd, was opgenomen. Godsdienstige verplichtingen, zoals kerkgang, mogen opgenomen worden in het activiteitenplan. De heer Nelemans vraagt of het mogelijk is om een kunstwerk in het nieuwe gebouw van de Ds. J. Bogermanschool aan te brengen. Mogelijk kan hier geld voor ingezameld worden bij ouders. Hier zal over nagedacht worden. De heer Heikens vraagt naar de leermiddelen. Er is een schrijfmethode die naar zijn mening de hedendaagse tijdgeest uitstraalt. Ze zeggen wel neutraal te zijn, maar zijn het niet. Geantwoord wordt dat er alles aan gedaan wordt om methodes van eigen richting te gebruiken. Dit jaar wordt in groep 3 een nieuwe schrijfmethode van eigen signatuur ingevoerd. De heer Lambregts dankt de heer Van Willigen voor de 10 jaar die hij in het bestuur heeft gefunctioneerd, waarvan 7 jaar als 2e voorzitter. Er is veel gedaan op het gebied van kinderopvang, gastoudergezinnen en het peuterwerk. Er zou nog meer te noemen zijn. De beslissing om te stoppen met het bestuurswerk wordt betreurd, maar gerespecteerd. Ook zijn vrouw wordt bedankt voor de vele afgelegde kraambezoeken. De heer Van Willigen refereert aan de vergadering waarin het vertrouwen werd geschonken. De overheid legt steeds meer verantwoordelijkheid bij het bestuur. Toen hij aantrad in het bestuur was er geen lumpsumregeling. Het bestuur moet steeds meer controle gaan uitoefenen op de inhoud van het onderwijs. Voor- en naschoolse opvang, het bestuur is verantwoordelijk. De wet poortwachter is al weer een aantal jaren actief. Er zijn veel dingen veranderd. De heer Van Willigen raadt aan om de kracht van het FPO verder uit te bouwen en de expertise te delen. De basis blijft om onderwijs te geven vanuit Gods
5
Woord. Het gebed van de ouders is daarbij nodig. De boodschap uit Jesaja 55 moet gehoord worden op de scholen. Dan zal het dienen tot uitbreiding van Zijn Koninkrijk. De voorzitter dankt de heer Van Willigen voor de gevoelvolle woorden. De voorzitter onderbreekt de vergadering voor de pauze. Pauze. Na de pauze vraagt de voorzitter te zingen Psalm 74 vers 2 en 12. De voorzitter heet Ds. Kieviet welkom, die inmiddels aanwezig is. Eerst wordt de uitslag van de bestuursverkiezing bekend gemaakt.
1.6 Uitslag bestuursverkiezing Er zijn 71 stemgerechtigde leden aanwezig. De stemverdeling is als volgt:
Christelijk Gereformeerde Kerk
Dhr. A.J. van Vugt Dhr. M. Zeeders
68 3
Gereformeerde Gemeente
Dhr. A. Hakbijl Dhr. J. v.d. Wetering
70 1
Ned. Herv. Wijkgemeente 2 en 7 binnen de PKN
Dhr. G. Holster Dhr. J.P. v.d. Leer
66 5
Oud Gereformeerde Gemeente in Nederland
Dhr. H. v.d. Hel Dhr. G.C. Krijgsman
70 1
De herkozen bestuursleden worden, nadat zij desgevraagd hun benoeming aanvaarden, allen Gods zegen toegewenst. De voorzitter dankt het stembureau.
1.7 Toelichting op Wet Medezeggenschap Scholen (WMS) Dhr. Hoogesteger wordt gevraagd de vergadering te informeren over de WMS (Wet Medezeggenschap Scholen). De wet is inmiddels aangenomen. Per 1 augustus 2009 is er geen vrijstelling meer voor een medezeggenschapsraad (MR). Hij geeft een toelichting op het proces. Beide scholen krijgen ieder een eigen MR, daarnaast samen een overkoepelende MR. De wet gaat uit van de ouders en het personeel, niet van de leden van de vereniging. Ieder voor een gelijk deel. Ontheffing is mogelijk om instemmingsrecht om te zetten in adviesrecht. Om hier gebruik van te maken is 2/3 deel van ouders en personeel nodig die dit ondersteunen. Voor de zomervakantie vindt de raadpleging plaats. Er wordt eerst een voorlopige MR aangesteld. Deze zal een concept statuut en het concept MR-reglement opstellen. Zij zal de kandidatenlijst opstellen. De verkiezingen worden D.V. in september gehouden. In januari 2009 komen zij tot het instellen van de definitieve MR’s. Vanaf maart 2009 gaan de definitieve MR’s het statuut en het reglement vaststellen. In juni 2009 moet een en ander functioneren. Zowel ouders als personeel zullen in de komende tijd regelmatig geïnformeerd worden. De heer Pons vraagt waarop het bestuur zich zou moeten beraden bij een negatief advies. De heer Van de Boogaard vraagt naar de vertegenwoordiging vanuit de kerken. Dit is niet wettelijk geregeld. Iedere ouder of leerkracht kan zich kandidaat stellen. De heer Bijvank geeft aan dat de ouders van de ene school wel en van de andere school niet tot adviesrecht kunnen besluiten. De heer Hoogesteger antwoordt dat dat een situatie is waar we ons dan op moeten beraden. De heer Zeeders vraagt naar de argumenten waarop de vorige keer vrijstelling is gevraagd. Deze waren niet in de brief verwoord. De voorzitter antwoordt dat vooral de noties rond de Bijbelse lijnen rond gezag uitgewerkt in de Heidelbergse Catechismus n.a.v. het 5e gebod een rol spelen. Ons streven als bestuur is niet het creëren van een
6
Notulen ALV VCORG ivoren toren, maar juist om de Bijbelse lijnen helder te krijgen. De heer Riemens vraagt wie in de definitieve MR komen. Geantwoord wordt dat de voorlopige MR zichzelf kandidaat kan stellen, maar ze kunnen ook verkiezingen uitschrijven. De heer Hoogesteger wordt bedankt voor zijn toelichting.
1.8 Slotwoord Ds. J.M.J. Kieviet
De voorzitter geeft vervolgens Ds. Kieviet het woord. De dominee refereert aan bladzijde 8 van het verslag, daar komt de keten van verwanten ter sprake. Naar aanleiding hiervan leest de dominee Hebreeën 11 vers 1 t/m 7. De tekst vormt vers 7:”Door het geloof heeft Noach, door Goddelijke aanspraak vermaand zijnde van de dingen, die nog niet gezien werden, en bevreesd geworden zijnde, de ark toebereid tot behoudenis van zijn huisgezin; door welke ark hij de wereld heeft veroordeeld, en is geworden een erfgenaam der rechtvaardigheid, die naar het geloof is”. De schrijver bepaalt ons bij Noach. Ook andere namen zijn genoemd. Noach was een rechtvaardig en oprecht man in zijn geslachten, hij wandelde met God. Hij hield rekening met Gods gebod. Eerbied en toewijding voor en aan God, net als zijn grootvader Henoch. Er wordt geschreven: “In zijn geslachten”, namelijk onder de mensen die in zijn tijd leefden. Daarin was hij een uitzondering, anders dan de anderen. Juist over die andere mensen zegt de Heere dat zij boos waren. Een opeenstapeling van boosheid en slechtheid. Een geslacht dat van God, Zijn Woord, Zijn Wet niet wilde weten. Ten tijde van dat geslacht leefde Noach, rechtvaardig, oprecht. In Mattheüs 24 wordt een lijn getrokken tussen de tijd van Noach en onze tijd. Meer was er niet dan eten, drinken, trouwen en ten huwelijk uitgeven. Om God gaven ze niet. In die samenleving leefde Noach met zijn drie kinderen. Kinderen die ook niet in Gods rijk konden komen tenzij ze van nieuws geboren zouden worden. Ook liefhebbers van zichzelf. In een tijd waarin ze niets goeds tegenkwamen. In die context kreeg Noach een opdracht. Zie Genesis 6, de zondvloed wordt voorzegd, Noach moet een ark bouwen en hij doet het. Hij bouwt in 120 jaar de ark, dat was een prediking. Het zagen van de bomen, het verzagen tot planken, iedere hamerslag was een prediking. De Heere is geen ledig aanschouwer van de zonde. De zonde roept om het strenge oordeel dat de Heere voltrekken gaat over de oude wereld. Maar de bouw van de ark is ook de prediking van lankmoedigheid en geduld, 120 jaar lang. Een oproep tot bekering. Een prediking van Gods genade. Een oordeel dat rechtvaardig verdiend was, maar ook Noach predikte dat er onverdiende genade was. Maar wat lezen we verder in vers 7? De ark toebereid tot behoudenis van zijn huisgezin. Hij was ook een opvoeder, hij preekte ook binnen de kring van zijn eigen gezin. Hij heeft ook gesproken tot zijn jongens. Van het oordeel, maar ook van de genade. Van schuld en verzoening. Zo heeft hij zijn jongens opgevoed. Wat is opvoeden voor ouders en leerkrachten? Opvoeden zoals de Heere het bedoelt, is een ark toebereiden voor onze kinderen. Voor hen die buiten het paradijs leven. Die in het paradijs niet kunnen komen. Die we opvoeden tot een taak in de samenleving, een goddeloze samenleving. Opvoeden is een ark toebereiden voor onze kinderen die toereizen naar het oordeel. Bij hun doop is gebeden dat ze voor Gods rechterstoel zonder verschrikken zouden kunnen verschijnen. Dat gewicht hangt aan opvoeden. Wat is het geheim van Noach? Het staat aan het begin: “door het geloof”. In Noachs geval betekende dit dat hij Gods Woord had gehoord. “Door Goddelijke aanspraak vermaand zijnde”. Het Woord tot onze kinderen, is eerst tot ons gericht. Het heeft geklonken, maar hebben we het verstaan? Noach heeft het geloofd, hij heeft zijn hoofd gebogen. Nog niet gezien hebbende, maar wel bevreesd geworden zijnde. Hij heeft het geloofd. De vraag voor ons is of wij het ook geloven, ook hebben gevreesd? ‘Op deze zal Ik zien, de arme en de verslagene en die voor Mijn Woord beeft’. Toen ging God hem ook andere dingen laten zien. Dat er een andere Ark werd bereid. Zo is Noach aan het werk gegaan. Je hoefde aan Noach maar één woord te zeggen en hij begon er over te spreken. Opvoeden is: een ark bereiden, in de weg dat het mijn eigen hart geraakt heeft. In Christus is God een God van genade en ontferming. Het antwoord op de vraag van Martha moeten ook wij kunnen geven, “Ik ben de Opstanding en het Leven. Die in Mij gelooft zal leven, al ware hij gestorven. Gelooft ge dat?”. Ik besluit met een samenvatting van het gebed uit het doopsformulier: “O almachtige, eeuwige God; Gij, die naar Uw streng oordeel de ongelovige en onboetvaardige wereld met den zondvloed gestraft hebt, en den gelovigen Noach, zijn acht zielen, uit Uw grote barmhartigheid behouden en bewaard; wij bidden U, bij Uw grondeloze barmhartigheid, dat Gij deze kinderen genadiglijk wilt aanzien, en door Uw Heiligen
7
Geest Uw Zoon Jezus Christus inlijven; opdat zij dit leven om Uwentwil getroost, verlaten, en ten laatste dage voor den rechterstoel van Christus, Uw Zoon, zonder verschrikken mogen verschijnen”.
1.9 Sluiting
De voorzitter bedankt dominee Kieviet voor zijn indringende woorden. Deze prediking mag van meerdere kansels in Dordrecht klinken. Als dank voor de meditatie wordt een jubileumboek overhandigd. Dominee Kieviet laat zingen Psalm 119 vers 87 en gaat daarna voor in gebed. De voorzitter wenst de leden wel thuis en tot ziens. De vergadering wordt gesloten. 2e secretaris, J.G. Ploeg Vastgesteld op: ……………………… ………………..……………… ……………..……………… A.D.M. Lambregts, vz. H. van der Hel, secr.
Maria Vermeulen \ ouder
Beroep en roeping Het leerkrachtschap is een beroep. Dat betekent dat ik als ouder, van de leerkracht vakmanschap mag verwachten. Maar hoe kan ik als leek beoordelen wat vakmanschap is? Hoe kan ik inschatten in hoeverre een methode al dan niet didactisch verantwoord, educatief uitdagend en de ontwikkeling stimulerend is? Daar waag ik mij dan ook niet aan. Geef ik onze kinderen dan ‘zomaar’ af op school, op hoop van zegen? Natuurlijk niet, daar zou ik mijn roeping als moeder ernstig mee verzaken. Ik kijk naar de school door de ogen van mijn kind, en weet als geen ander wat ze nodig hebben. Het woord ‘relatie’, is daarbij het scharnierpunt. En die blijkt uit simpele dingen zoals een knuffel of een knipoog, naar gelang de leeftijd het toe laat. Zolang ik tekenen van een speciale relatie zie tussen mijn kind en de leerkracht, neem ik de rest voor lief. Wanneer de vakman ( of –vrouw) op school deze vaardigheid eigen is, verstaat hij niet alleen zijn beroep, maar geeft hij antwoord op de ‘roep’ van het kind, het verlangen om gezien te worden. Het vakmanschap is in dat geval roeping.
8
Inleiding Er gaan niet veel dagen voorbij of je komt het woord in kranten en bladen tegen: identiteit. Wanneer het precies begonnen is weten we niet, maar het begrip doet het tegenwoordig goed. Bijna ieder zichzelf respecterende organisatie wil er ook wel iets over kwijt. Blijkbaar was het nodig om het begrip nog wat te preciseren door er woorden voor te zetten. Het gaat dan niet alleen over identiteit, maar ook over onze identiteit en zelfs over onze christelijke identiteit en onze reformatorische identiteit. Het lijkt wel alsof de betekenis van het woord identiteit onvoldoende houvast geeft. Kijken we naar de betekenis van het woord, dan geeft het Groot Van Dales woordenboek (12e druk) als eerste twee betekenissen: 1. bewijzen dat men de persoon is voor wie men zich uitgeeft, 2. eigen karakter. Waar het dus om gaat is dat we als individuele mensen, maar ook als groep (denominatie), doen wat we zeggen. Is er onzekerheid ontstaan over wie we zijn en over hetgeen we willen voorstaan? De vorige minister van onderwijs mw. M. van der Hoeven drukte het eens zo uit: “Zorg dat de naam van de school overeenkomt met wat er binnen gebeurt”. Met “naam” bedoelde zij : “als een school zegt een christelijke school te zijn, laat ze het dan ook tonen!”. Onze schoolvereniging zegt in haar naam dat ze het christelijk onderwijs op reformatorische grondslag wil bevorderen en uitdragen. Dat uitdragen moet van binnenuit. Het moet geen imitatie zijn, maar beleefde werkelijkheid. Het betekent dat we de waarde van wat ons is overgeleverd door ons niet alleen gekend wordt als feit, maar ook overgedragen wordt op de kinderen. Ds. D.J. Budding schreef in 1986 in de bundel “Visie op het onderwijs II”: “Wij die de fakkel door moeten geven aan de jongere generatie, moeten onszelf afvragen: Krijgen de reformatorische beginselen gestalte in ons hart en leven? Zijn wij levende getuigen, voorbeelden. Woorden wekken, voorbeelden trekken. Eerlijk is eerlijk. Daar wringt toch vaak de schoen. Daarom valt de praktijk vaak zo tegen. Daarom ligt er zo weinig beslag op de jeugd. Het wordt gevoeld, hoe u bidt, hoe u werkt, hoe u bent in de rest van de uren. Er wordt naar u gekeken door honderden jonge ogen. U wordt gewogen door honderden jonge harten. Reformatorisch onderwijs staat of valt met u, die het geeft.” Onze identiteit legt op ons als school een grote verantwoordelijkheid. Die mag en die moet beschreven worden, maar vooral getoond worden. Alle uren van de dag. Thuis, op school en in de kerk. Daar moet werfkracht van uit gaan. Werfkracht in afhankelijkheid van Hem Die het gezegd heeft: “Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht, Mijn genade is u genoeg”. Alleen dan kunnen we bescheiden aanspraak maken op “christelijk onderwijs op reformatorische grondslag” en is de identiteit gewaarborgd.
9
Algemeen 3.1 Uitgangspunten jaarverslag Met genoegen presenteren wij u het jaarverslag 2008 van de Vereniging voor Christelijk Onderwijs op Reformatorische Grondslag te Dordrecht. Het bestuur legt door middel van dit verslag verantwoording af aan de kring van belanghebbenden. Zoals u van ons gewend bent, willen wij u door middel van dit jaarverslag weer een terugblik geven over het afgelopen kalenderjaar 2008. Logischerwijs proberen we dit kort en bondig te doen met hier en daar cijfers om bepaalde bevindingen of conclusies te onderstrepen. Toch krijgt u slechts een beperkt beeld van het afgelopen schooljaar. In onze scholen gaat veel meer om dan we kunnen beschrijven. In alles gaat het natuurlijk om de kinderen. Onze schoolorganisaties draaien uiteindelijk om hen. Leerkrachten en ouders spannen zich voor hen in en voor hen worden allerlei activiteiten ontplooid. Hun ontwikkeling en wat we hen daarvoor moeten bieden staat centraal en is het onderwerp van veel gesprekken. Daarbij gaat het uiteindelijk om de vraag: “Wat hebben onze kinderen nodig in de maatschappij van nu en in de toekomst?” Het uitdragen van onze identiteit speelt daarin een cruciale rol. Het jaarverslag wordt jaarlijks in april/mei door het bestuur vastgesteld en beschikbaar gesteld aan de accountant en aan eerder genoemde betrokkenen.
3.2 Centrale thema
De Vereniging is gegrond op het onveranderlijke Woord van God, naar de overzetting daarvan uit de oor-spronkelijke talen, op last van de Staten Generaal der Verenigde Nederlanden en volgens besluit van de Nati-onale Synode in 1618 en 1619 en naar de verklaring, daarvan gegeven in de Drie Formulieren van Enigheid, zoals die zijn vastgesteld door voornoemde Synode. Wij beogen binnen ons reformatorisch onderwijs de leerling voor te bereiden op een plaats in de maatschappij door hen te vormen tot een verantwoordelijke, God en Zijn Woord dienende persoonlijkheid. Het ontwikkelen van deze zelfstandigheid zien we als een opdracht. We zien binnen ons reformatorisch onderwijs de leraar als degene die door middel van overdracht en vorming een bijdrage levert aan de persoonlijkheidsontwikkeling van de leerlingen. Daarnaast wordt eveneens gehecht aan handelingsruimte voor de leerlingen om aan de beoogde zelfstandigheid vorm te kunnen geven. We willen binnen ons onderwijs naar de jongere leerlingen toe in ons onderwijsaanbod vooreerst beschermen om vanuit die situatie de maatschappij voor en met de leerlingen te ontsluiten. We brengen hierin leeftijdsgebonden accenten aan. Het is naar de eis van Gods Woord dat leer en leven een hechte eenheid dienen te vormen; daarom moet al het pedagogische en onderwijskundige handelen met grondslag en doel in overeenstemming zijn.
3.3
Instellingsgegevens
Bevoegd gezag Vereniging voor Christelijk Onderwijs op reformatorische grondslag te Dordrecht Adres secretariaat: H. van der Hel, Amazone 181, 3315 WK Dordrecht Telefoon: 078- 6511724 e-mail:
[email protected]
10
Algemeen 3.4
Juridische structuur
De vereniging is een statutair vastgelegde vereniging met als grondtaak het in stand houden en bevorderen van twee scholen voor reformatorisch onderwijs en heeft als voedingsgebied de stad Dordrecht. De vereniging stelt zich ten doel het doen verstrekken van basisonderwijs overeenkomstig de in artikel 2 genoemde grondslag, zonder daarbij het maken van winst te beogen. De vereniging is economisch eigenaar van de schoolgebouwen. De gemeente is juridisch eigenaar.
3.5
Organisatiestructuur
De vereniging wordt bestuurd door een bestuur, bestaande uit leden van die vereniging. Het bestuur bestuurt op hoofdlijnen volgens het Policy Governance principe. De directies hebben de dagelijkse leiding in handen en zijn daartoe gemandateerd door het bestuur. Een duidelijke scheiding tussen het domein van het bestuur en het domein van het management is van belang. De meeste managementstaken liggen bij de directeuren. Binnen onze vereniging liggen er echter ook een aantal taken bij commissies, werkgroepen en anderen. Zij bevinden zich voor hun werkzaamheden op managementniveau en geven verantwoording aan het bestuur als collectief. Het bestuur verricht zijn werkzaamheden binnen 5 taakvelden. Ieder taakveld wordt bemand door bestuursleden die deskundigheid of affiniteit hebben op dat gebied. Dit leidt tot een smaller en specifieker inzet van de kennis en vaardigheden van individuele bestuursleden. Het betreft de taakvelden Algemeen, Onderwijs, Personeel, Financiën en Huisvesting. De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van bestuur en management zijn vastgelegd in een bestuurlijk beleidskader met bijbehorend managementstatuut.
3.6
Bestuurs- en commissiegegevens
• In memoriam Op 2 februari 2008 is na een slopende ziekte overleden dhr. B.B. Paans, oud-bestuurslid van onze schoolvereniging op de leeftijd van 76 jaar. Tot in 2003 heeft hij 25 jaar het reformatorisch onderwijs in Dordrecht mogen dienen. Met dankbaarheid denken we terug aan datgene wat de heer Paans voor de scholen heeft mogen betekenen. • Ziekte In het afgelopen bestuursjaar werden we geconfronteerd met langdurige afwezigheid van een aantal bestuursleden. De heren Hoogesteger, Van Eeuwijk en Van Vugt waren voor langere tijd uitgeschakeld door ziekte en/of door de gevolgen van een ongeval. Allen mochten wonderlijk hersteld hun plaatsen aan het einde van het jaar binnen het bestuur weer innemen. • Mutaties Op woensdag 9 juli 2008 namen we, tijdens een informele bijeenkomst afscheid van ons bestuurslid de heer R.F.J. van Willigen. Als 2e voorzitter heeft hij op geheel eigen wijze en betrokkenheid een bijdrage geleverd aan het besturen van onze scholen. Het bestuur heeft besloten om deze vacature vooralsnog niet in te vullen.
11
• Bestuursleden en functie Bestuursleden en functie Dhr. A.D.M. Lambregts Dhr. G.B. van Driel Dhr. H. van der Hel Dhr. J.G. Ploeg Dhr. A. Hakbijl Dhr. J. H. Vink
1e voorzitter 2e voorzitter 1e secretaris 2e secretaris 1e penningmeester 2e penningmeester
Dhr. D. Blom Dhr. B. Cornet Dhr. B.H. Dekker Dhr. P. van Eeuwijk Dhr. G. Holster Dhr. A. Hoogesteger Dhr. A.J. van Vugt
lid lid lid lid lid lid lid
• Beheerscommissie Deze commissie is belast met het beheer van de gebouwen via een meerjaren onderhoudsplanning. Deze planning wordt jaarlijks door de commissie opgesteld en geactualiseerd door het Ingenieursbureau Dordrecht waarmee ook het nodige overleg wordt gevoerd. Leden beheerscommissie Dhr. G. Holster (bestuurslid en voorzitter ) Dhr. D. Blom (bestuurslid) Dhr. W. Jansen Dhr. C. Kraijenoord
Dhr. G. Ploeg sr. Dhr. J. Riemens Dhr. A.C. Vermeulen
• Toelatingscommissie ledenbestand Deze commissie houdt zich bezig met de selectie en werving van nieuwe leden. Leden toelatingscommissie ledenbestand Dhr. B. Cornet
Dhr. G. Holster
• ICT Commissie Deze commissie bestaat uit directie, bestuursleden en een van onze ouders die dagelijks met ICT vraagstukken te maken heeft en die vanuit zijn kennis en achtergrond het bestuur mede adviseert. Leden ICT commissie Dhr. G. Holster (bestuurslid en voorzitter) Dhr. B. Cornet (bestuurslid) Dhr. J. Nieuwenhuis (dir. Ds. J. Bogermanschool) Dhr. B.A.D. van der Wulp (dir. Ds. J. Polyanderschool)
Dhr. H. Bulder (ICT-er) Mw. J.M. Theunisse (ICT-er) Dhr. W. Kok (ICT-er)
12
Algemeen • Benoemingscommissie Deze bestaat uit een vertegenwoordiging van het bestuur, die een afspiegeling vormt van de in het bestuur vertegenwoordigde kerken. Naast onderstaande bestuursleden is tevens de (adjunct-) directeur bij sollicitatiegesprekken aanwezig. Leden benoemingscommissie Dhr. A.D.M. Lambregts ( voorzitter) Dhr. P. van Eeuwijk Dhr. H. van der Hel (secretaris)
Dhr. A. Hoogesteger Dhr. J.G.Ploeg
• Vertrouwenspersonen In het kader van de klachtenregelingen zijn onderstaande personen benoemd tot vertrouwenspersoon, tot wie personeel en leerlingen zich bij klachten kunnen wenden. In dit kalenderjaar zijn er geen meldingen bij deze commissie binnengekomen.
Vertrouwenspersonen Mw. A. van Driel- van der Vlies
Dhr. J. Everse
Het bestuur is aangesloten bij de VGS, Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs, gevestigd te Ridderkerk. Ook als administratiekantoor maken we gebruik van de VGS.
3.7
Kernactiviteiten en werkgebied
De kernactiviteit van de VCORG is: Het verstrekken van basisonderwijs overeenkomstig de grondslag van de vereniging, zodanig dat leerlingen gaan beschikken over kennis en vaardigheden die hen toegang geven tot het vervolgonderwijs, aansluitend bij algemeen erkende eindtermen, alsmede de kennis en vaardigheden om, zo de Heere het geeft, hun plaats als reformatorisch christen in de maatschappij te mogen innemen. Hierbij streeft de VCORG naar kwalitatief hoogwaardig primair onderwijs. Daartoe is beleid uitgezet, hetgeen verwoord wordt in de door de scholen ontwikkelde schoolplannen 2007-2011. In een snel veranderende context is het van belang dat bestuurders en managers hun eigen rollen en verantwoordelijkheden kennen en beheersen. Het bestuur stelt de kaders vast voor beleid en ziet erop toe dat uitgevoerd beleid past binnen deze kaders. De identiteit van de school is daarbij maatgevend. Een goed bestuur vraagt om: • Een transparante toedeling van taken en verantwoordelijkheden. De relatie tussen bestuur en directie vraagt om openheid en wederzijds vertrouwen. • Het maken van heldere, transparante afspraken en strategische keuzes. We dienen veel ‘van buiten naar binnen’ te kijken, omdat de scholen in een maatschappelijke context staan. • Het planmatig vormgeven van een beleidscyclus in de vorm van een jaaragenda, waarin op planmatige wijze inzicht wordt gegeven in de hoofdlijnen van het beleid en in de wijze waarop dit beleid wordt uitgevoerd, getoetst en bijgesteld. • Evaluatie en bijstelling van beleid op basis van rapportages, waarbij een lerende houding passend is. • Een eerlijke verantwoording, zowel intern b.v. door werkoverleg en managementrapportages als extern (jaarverslag en ouderavonden)
13
3.8
Bestuurlijke activiteiten
In het verslagjaar is het bestuur negen keer bij elkaar geweest om te vergaderen, naast de besprekingen in de diverse Taakvelden in kleiner verband. De vergaderingen werden bijgewoond door de directeuren van de beide scholen. • Op donderdag 10 januari werd de nieuwjaarsbijeenkomst gehouden met bestuur, personeel, commissieleden en overige personen die bij de vereniging betrokken zijn. De grote betrokkenheid zagen we duidelijk terug in de hoge opkomst. • Op 3 april was er een extra ingeplande vergadering in verband met de invoering van de Wet medezeggenschap scholen ( Wms) per augustus 2009. We hebben met externe sprekers vanuit de VGS en de RMU nagedacht over de betekenis van deze wet en hoe we tot implementatie kunnen overgaan. Dit vraagt veel voorbereiding om te komen tot een (voorlopige-) medezeggenschapsraad op beide scholen. Inmiddels zijn hiervoor de nodige stappen gezet en liggen we op schema. • Naast de invoering van WMS wat zeer veel werk met zich meebracht heeft het bestuur zich verder verdiept in uiteenlopende onderwerpen. We denken dan bijv. aan het lange termijn beleid financiën, peuterwerk, bestuurssamenstelling, veranderdoelen van beide scholen en herziening van het directiestatuut en het bestuurlijk beleidskader. Daarnaast is er veel aandacht geschonken aan de verbouw van de ds. J. Polyanderschool en de voortgang van de plannen rondom nieuwbouw van de ds. J. Bogermanschool.
3.9
Invoering Wet medezeggenschap op scholen (Wms)
• Algemeen Per 1 januari 2007 is de Wms van kracht geworden. Deze wet vervangt de eerdere Wet Medezeggenschap in het Onderwijs (WMO). Was onder de WMO ontheffing voor het invoeren van een medezeggenschapsraad nog mogelijk, onder de Wms is dat niet meer het geval. De Wms stelt dat iedere school op 1 augustus 2009 een medezeggenschapsraad (mr) moet hebben. De Wms biedt de mogelijkheid om instemmingsrechten van de mr om te zetten in adviesrechten. Gesteund door meer dan 2/3 meerderheid van de ouders en personeelsleden, heeft het bestuur van die mogelijkheid gebruik gemaakt. • Proces instelling mr Na voorlichting door en hulp van de VGS is het bestuur begin 2008 begonnen met de organisatie van het instellen van een mr. Na de zomervakantie 2008 heeft de verkiezing van leden voor de voorlopige mr op beide scholen plaatsgevonden. Leden (voorlopige) medezeggenschapsraad Ds. J. Bogermanschool
Ds. J. Polyanderschool
Namens de ouders: Dhr. D. Boele Mw.G.M. van der Klooster-Edelman Mw. H. Matthijse-Verschuure Namens het personeel: Dhr. K. ten Hoor Mew. P.E.M. ten Hulzen-Huurman Mw. C.M. van der Klooster
Namens de ouders: Mw. W. Verduyn Mw. M. Scheurwater-Vis Mw. W.A. van Willigen-Verschuure Namens het personeel: Mw. S.A. Fase Dhr. A. de Ligt Mw. J.N. Theunisse
14
Algemeen Vanwege de vele gemeenschappelijke belangen hebben beide voorlopige medezeggenschapsraden besloten één mede zeggenschapsraad te vormen. Voor specifieke locatie-/schoolgebonden zaken – u kunt daarbij bijvoorbeeld denken aan de inrichting van het schoolplein – is per school een deelraad ingesteld. De voorlopige medezeggenschapsraad zal de ouders en het personeel het voorstel doen de voorlopige medezeggenschapsraad om te zetten in een definitieve medezeggenschapsraad en daarvoor geen nieuwe verkiezingen te houden.
3.10 Bestuurlijke federatieve samenwerking De VCORG maakt deel uit van de Federatieve Vereniging voor Primair Onderwijs op Reformatorische Grondslag in de regio Rijnmond (FPO Rijnmond). FPO Rijnmond stelt zich ten doel het bevorderen en bewerkstelligen van een gezamenlijk beleid met betrekking tot de scholen die uitgaan van haar leden, zonder daarbij het maken van winst te beogen. Eén en ander wordt jaarlijks in een beleidsplan vastgelegd. Met inachtneming van de eigen verantwoordelijkheden en bevoegdheden en de cultuur van elk lid en elke school heeft zij tevens het stimuleren van samenwerking tussen de leden en tussen de onder de leden ressorterende scholen en het bevorderen van de belangen van de onder de leden ressorterende scholen als doel.
3.11 WSNS-samenwerkingsverband Voor wat betreft onze zorgleerlingen maken we deel uit van het WSNS-samenwerkingsverband te Barendrecht. Weer Samen naar School staat voor een nieuwe opdracht om zorg te dragen voor Passend Onderwijs. In het jaar 2008 zijn we in ons samenwerkingsverband op diverse manieren met elkaar in gesprek geweest over andere vormen van organisatie van hulp aan scholen, aan zowel leerkrachten als leerlingen. Alle te ondernemen acties worden nauwkeurig beschreven in een zorgplan, waarin gezamenlijke afspraken en acties, het meerjarenbeleid en de verdeling van middelen inclusief begroting beschreven staan.
3.12 BSOS en LOVK De ds. J. Bogermanschool is vanwege de aanwezigheid van schipperskinderen aangesloten bij de vereniging Basisscholen Onderwijs aan Schipperskinderen (BSOS). De vereniging BSOS werkt vanuit een strategisch beleidsplan en behartigt de onderwijskundige en facilitaire belangen van schippers-kinderen van 6 tot 18 jaar. BSOS maakt zich sterk voor een relatief kleine groep en richt zich op het bundelen van krachten als het gaat om goed onderwijs voor schipperskinderen in de basisscholen. De ds. J. Bogermanschool is aan zichzelf verplicht verantwoording af te leggen over de besteding van de extra middelen die zij van het rijk ontvangt voor de aanwezigheid van schipperskinderen op de school. Zij doet dat in een opgesteld ‘Protocol aanwezigheid schipperskinderen’.
15
Enkele belangrijke speerpunten uit dit beleidsdocument zijn: • Verkleining van de groepen in de onderbouw, met name groep 3 en 4 • Meer handen in de groep; de aanwezigheid dus van een onderwijsassistente • Aandacht voor een goede communicatie tussen de drie milieus: ouders, internaat en school • Aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van de schipperskinderen • Het inzetten van professionele onderwijskrachten, die competenties hebben ontwikkeld in het omgaan met startende schipperskinderen De directie en leerkrachten van de ds. J. Bogermanschool bezoeken jaarlijks het directieoverleg (DOS) en het netwerk schippersscholen (NOS). De LOVK (Landelijk Onderwijs aan Varende kleuters) behartigt de belangen van de varende kleuters. Ook met de LOVK heeft de Bogermanschool veelvuldig contact, met name over de overdracht van schipperskinderen die onderwijs ontvingen door middel van Stappen langs het Water, het kleuterpakket van LOVK en het genoten onderwijs op de ligplaatsscholen naar het onderwijs op onze school.
3.13
Schoolgegevens
• Namen directie en brinnummers Brincode
Naam
Directeur
Adjunct-directeur
07OW
Ds. J. Bogermanschool
J. Nieuwenhuis
G.C. de Heer
08XJ
Ds. J. Polyanderschool
B.A.D. van der Wulp
I.G. Molendijk
1-10-2008
1-10-2009
1-10-2010
1-10-2011
1-10-2012
1-10-2013
1-10-2008
1-10-2009
1-10-2010
1-10-2011
1-10-2012
1-10-2013
• (Geprognosticeerde) telgevens leerlingen:
16
Algemeen 3.14
Speerpunten van beleid
Bij het opstellen van het nieuwe schoolplan 2007-2011 zijn de volgende speerpunten als thema’s naar voren gekomen:
Ds. J. Bogermanschool
Ds. J. Polyanderschool
Pedagogisch klimaat: Aandacht voor sociaalemotionele functioneren
Pedagogisch klimaat: Aandacht voor sociaalemotionele functioneren
Schoolbreed thematiseren
Omgaan met hoogbegaafdheid
Ontwikkelingsgericht onderwijs
Van programma gericht naar meer ontwikkelingsgericht onderwijs (groep 1 t/m 3)
Betekenisvol aanbieden van ICT; intranetomgeving en website
Betekenisvol aanbieden van ICT; intranetomgeving en website
Blijvende aandacht voor leerlingenzorg
Blijvende aandacht voor leerlingenzorg
Kwaliteitszorg: hanteren kwaliteitszorg systeem (i.s.m. WSNS-samenwerkingsverband)
Kwaliteitszorg: hanteren kwaliteitszorg systeem (i.s.m. WSNS-samenwerkingsverband)
Voortzetting peuterwerk
Start peuterwerk
Personeelsbeleid: bekwaamheidsdossiers; gesprekkencyclus
Personeelsbeleid: bekwaamheidsdossiers; gesprekkencyclus
Communicatieplan
Communicatieplan
Inmiddels is in 2008 een behoeftepeiling verricht onder de ouders van de ds. J. Polyanderschool om de mogelijkheden te bezien naast de school te starten met een peuterspeelzaal op twee dagdelen. Gebleken is bij uitkomst van dit onderzoek dat er niet voldoende peuters aangemeld zouden worden om te komen tot een volwaardige groep. Er is derhalve besloten om van verdere pogingen tot het inrichten van peuterwerk aan de Atmosfeerstraat af te zien en het reformatorisch peuterwerk in Dordrecht te concentreren op één plaats, nl. in de ds. J. Bogermanschool . Dit heeft ook voordelen als het gaat om een zo dicht mogelijke bezetting van het peuterlokaal in de straks te realiseren nieuwe Bogermanschool.
17
Personeelsbeleid 4.1 Inleiding Op onze scholen streven we ernaar een actieve en ontwikkelingsgerichte houding te bevorderen onder de teamleden in relatie tot de missie van de school, gericht op de hele schoolontwikkeling. Het bevorderen van de betrokkenheid van teamleden op elkaar vanuit de notie van dienstbaarheid is van belang. De leraren bekwamen zich voortdurend om hun pedagogische en didactische handelen zo goed mogelijk af te stemmen op verschillen tussen kinderen. Elk teamlid afzonderlijk dient mee te werken aan het bereiken van de missie van de school in de dagelijkse schoolpraktijk en is bereid de benodigde competenties daarvoor te verwerven. Bij de ontwikkeling van de school willen we de verschillende kwaliteiten binnen het team benutten. Sturend leren waar het moet en ontdekkend leren waar het kan, vraagt van de leraren zowel oude als nieuwe vaardigheden te hanteren.
4.2
Organisatiestructuur
Het personeelsbeleid van de Vereniging wordt centraal vormgegeven. Alle personeelsleden zijn in dienst van dezelfde werkgever. Op beide scholen werkt een directeur, die ondersteund wordt door een adjunct-directeur en administratieve medewerking. Zij zijn belast met de dagelijkse operationele leiding op schoolniveau. Het bestuur draagt zoveel mogelijk taken over aan de directeuren, maar is wel eindverantwoordelijk voor alles wat er in de organisatie plaatsvindt. Bij het overdragen van taken gaat het voornamelijk om de voorbereiding en uitvoering van het strategisch beleidsplan en de dagelijkse gang van zaken in de scholen. Beide scholen hebben ook nog een adjunct-directeur. De leerlingenzorg ligt voornamelijk onder verantwoording van de intern begeleiders. Ook hebben beide scholen deskundige ict-ers. Zowel de intern begeleiders als de ict-ers hebben voor hun taken ambulante tijd beschikbaar. De verdeling van de personeelsleden over de scholen is te zien in het hieronder opgenomen overzicht.
4.3
Personele bezetting per 31-12-08 Bogermanschool
Polyanderschool
Aantal pers.leden (incl. OOP)
23
21
Aantal parttimers <0,8
12
10
Aantal fte’s leidinggevenden
2,23
2,29
Aantal fte’s schaal LA
9,57
11,01
Aantal fte’s schaal LB
1,00
--
Aantal fte’s schaal 7 (Leraarondersteuner)
0,65
--
Aantal fte’s OOP
0,39
1,02
TOTAAL
13,84
14,32
18
Personeelsbeleid 4.4
Gemiddelde aanstellingsomvang en leeftijdsopbouw per 31-12-08 Bogermanschool
Polyanderschool
Aantal pers.leden (OP+directie)
20
19
Formatie in fte
12,8
13,3
Gem. aanstellingsomvang
0,64
0,68
t/m 30 jaar
6
8
31-40 jaar
0
7
41-45 jaar
6
1
46-50 jaar
2
0
51-55 jaar
6
3
56-60 jaar
0
0
Vanaf 61 jaar
0
0
Leeftijd
4.5
Schooljaar
Verzuimpercentage Bogermanschool
Verzuimpercentage Polyanderschool
Verzuimpercentage landelijk
2002-2003
0,25
1,92
7,20%
2003-2004
0,37
6,09
8,10%
2004-2005
1,02
3,16
6,76%
2005-2006
0,53
6,66
5,89%
2006-2007
0,36
3,56
5,83%
2007-2008
5,23
5,23
5,94 %
4.6
19
Verzuimpercentages over de achterliggende cursusjaren
Mutaties personeelsbestand 2008
Jaar 2008
Instroom
Uitstroom
Ds. J. Bogermanschool
Mw. E. Gorter-Bontenbal Mw. H. den Hoed- van Horssen Mw. S. van Maastricht- Gerrets
Mw. A. Anker-Koorevaar
Ds. J. Polyanderschool
Mw. J.W. Kapaan Mw. H.G. Stolk Mw. F.B. van der Stelt
Dhr. J. Verhoeff Mw. C. van de Weerd Mw. M. de Vries-Kranendonk
4.7
Ontwikkelingen personeelsbeleid
In het jaar 2008 zijn de volgende onderdelen van het integraal personeelsbeleid aan de orde geweest: Onderdeel
Korte toelichting
Status
Werving en selectie
Herziening van bestaand document. Actualisering t.a.v. de stand van zaken
In ontwikkeling
Taakbeleid
Tijdsinzet van het personeel. Berekeningsmodel van VGS ingezet
Gereed
Formatieplan
Inzet van personeel in relatie tot werkzaamheden en kosten binnen begrotingsmodel VGS
Gereed
Functioneringsgesprek- Met elk personeelslid wordt een functioneringsgesprek gehouden, waarbij Uitgevoerd ken het POP (Persoonlijk OntwikkelingsPlan) en de competenties worden besproken Beoordelingsgesprekken
Met nieuw benoemde personeelsleden wordt een beoordelingsgesprek gehouden als overgang tussen tijdelijke naar vaste benoeming
Uitgevoerd
Competentieprofielen
De zeven competentieprofielen voor de personeelsleden zijn uitgewerkt en worden gebruikt
Gereed
Doorvoering schaaluit- In het ‘Convenant Leerkracht’ is bepaald dat elke werknemer, die op 31 Uitgevoerd loopbedrag ‘Convedecember 2008 in schaal LA/LB 17 of 18 zit, in aanmerking kan komen nant leerkracht’ voor een schaal-uitloopbedrag. Voorwaarde voor toekenning vanaf 1 januari 2009 is dat het functioneren voor deze datum positief beoordeeld dient te zijn. Door toepassing van het cafetariasysteem kan een fiscaal voordeel worden behaald op de reiskosten woon- werkverkeer.
Henrieke Stolk
Cafetariasysteem
Uitgevoerd
Het is kwart voor 9. De schoolbel gaat. Nog even een blik door de klas…. Ligt alles klaar? Enkele ogenblikken later komen de kinderen binnen. Ook deze dag mogen een aantal kinderen iets vertellen. Hierna beginnen we de dag met het zingen van de psalm en luisteren we naar het Bijbelverhaal. Later deze morgen zijn we hard aan het werk. Rekensommen, nu ook met de duizendtallen! Daarna ook de taalboeken op tafel. Met elkaar gaan we gedichten analyseren. Om kwart voor 11 ruimen we onze spullen eventjes op. Tijd om even buiten te spelen of een kop koffie! Na de pauze gaan we weer aan de slag. Een blik op het bord vertelt ons wat we gaan doen. Spelling, schrijven in ons schrijfschrift. Daarna volle aandacht: een geschiedenisverhaal over de Tweede Wereldoorlog! Tenslotte luisteren we nog naar een stukje klassieke muziek van Ludwig van Beethoven. Na het besluiten van de dag gaan de kinderen weer naar huis…het was een fijne en leerzame woensdagmorgen!
20
Personeelsbeleid
In de achterliggende jaren zijn diverse beleidsdocumenten ontwikkeld, besproken, vastgesteld en geïmplementeerd op schoolniveau. Voor de komende tijd zijn er nog een aantal beleidszaken op personeelsniveau die uitgewerkt dienen te worden. Ook zijn een aantal documenten al wat langer in gebruik. Deze dienen geactualiseerd te worden. Daarnaast zijn er documenten, zoals het jaarlijkse formatieplan, die elk jaar om actualisatie vragen. In het komend beleid willen we nadenken over: • Verdere uitwerking van bekwaamheidsdossiers • Nadere uitwerking gesprekkencyclus • Beloningsbeleid en functiemix in het onderwijs
4.8
Arbodienst
De beide scholen hebben een basiscontract met de arbodienst Arbomanager te Zeist afgesloten. Het contract loopt via een gezamenlijk arbocontract met de overige scholen van FPO-Rijnmond. Voor het opgeven van ziekteverzuim maakt de school gebruik van een webapplicatie, nl. Absentie-manager. De kosten van het contract zijn vooraf bekend, worden door de gezamenlijke scholen gedeeld en vormen daarom in de loop van het schooljaar geen risico.
21
4.9
BAPO-rechten
Als bestuur zijn we ons bewust van de te verwachten toekomstige BAPO-lasten. Op basis van berekening wordt een voorziening BAPO opgebouwd, waarin een forse jaarlijkse dotatie, met name voor de Bogermanschool zal plaatsvinden. Het bedrag is meegenomen in het VGS-begrotingsmodel. Aantal Bapogerechtigden per school per 31-12-08:
Bogermanschool
Polyanderschool
Aantal personeelsleden (incl. OOP)
23
21
Aantal fte BAPO-gerechtigden
3,7
0,7
22
Onderwijskundig beleid 5.1
Inleiding
Scholen hebben een unieke taak en verantwoordelijkheid: onderwijs geven aan leerlingen. Dit onderwijs vindt plaats in een complexe maatschappelijke omgeving die aan voortdurende veranderingen onderhevig is. Daarbij is het van belang om het doel van goed christelijk onderwijs voor ogen te houden, onderwijs dat gericht is op het hart ( godsdienstig, sociaal-emotioneel), het hoofd ( cognitief) en de handen ( creatief, vaardig) van kinderen. Een school is gebaat bij duurzame ontwikkeling en continuïteit op een lange termijn. Anderzijds dringt de maatschappelijke omgeving soms op het maken van keuzes op korte termijn. Om koers te kunnen houden is het daarom van belang om de ontwikkeling van de school te sturen vanuit een duidelijke identiteit, een gezamenlijk gedragen missie en daaraan gekoppelde strategische doelen.
5.2
Kenmerken van duurzame ontwikkeling
In een lerende school komen veranderingen tot stand door de (kennis)ontwikkeling van medewerkers en niet in de eerste plaats door nadrukkelijke interventies van managers. Het is daarom belangrijk dat de school een professionele leercultuur kent en dat de visie vooraf helder en gedeeld is. De strategie om doelen te bereiken wordt al doende en lerende bijgesteld. Belangrijk bij duurzame ontwikkeling is dus het creëren van voldoende draagvlak, het stellen van vertrouwen, het goed communiceren met elkaar over de te volgen ontwikkelingen, het genereren van korte termijnsuccessen, het stimuleren en inspireren van elkaar, maar ook het reflecteren en bijstellen indien nodig. Binnen de scholen wordt voortdurend aan verbeteringen van het onderwijs gewerkt. Daarvoor gebruiken we ook een adequate kwaliteitscyclus. Uiteindelijk is het de bedoeling dat de nieuwe benadering verankerd wordt in de cultuur van de school.
5.3
Strategische keuzes
Beide scholen functioneren beleidsmatig binnen een strategisch beleidsplan dat officieel door het bestuur is vastgesteld. Het onderwijskundig beleid is in een schoolplan voor 4 jaar vastgelegd en wordt uitgewerkt in jaarplannen met veranderdoelen, die elk jaar worden bijgesteld, waarbij de PDCA-cyclus (Plan, Do, Check, Act) een grote rol speelt. Bij het uitwerken van beleid zijn de kerndoelen door de overheid gesteld en de kwaliteitseisen van de inspectie belangrijke kaders. Voor beide scholen geldt, dat er bij het onderwijsaanbod sprake is van een doorgaande lijn op de diverse leer- en vormingsgebieden. Adequate zorg aan alle leerlingen in de school staat bij de uitvoering van beleid centraal. Eén van de belangrijkste kenmerken van beide scholen is namelijk, dat kinderen een ononderbroken ontwikkelingsproces moeten kunnen doorlopen. Dit veronderstelt onderwijs, waarin er plaats is voor individuele verschillen. Elk kind heeft immers z’n eigen bijzondere gaven en talenten van God ontvangen. Het is daarom onze taak om op een Bijbelse wijze met die verschillen tussen kinderen om te gaan. We moeten ze accepteren en hanteren. Op basis van een teamevaluatie worden jaarlijks de veranderdoelen voor het nieuwe cursusjaar opgesteld. Bij sommige veranderdoelen is sprake van een meerjarentraject en vindt voortzetting plaats. Andere doelen worden per cursusjaar afgerond en geborgd in het kwaliteitshandboek.
23
5.4 Veranderdoelen Veranderdoelen Bogermanschool cursusjaar 2007-2008
Status
•
ICT: Differentiëren en remediëren met programma’s als Muiswerk en Maatwerk
Afgerond
•
ICT: Bewaking doorgaande lijn ict-vaardigheden door de groepen
Voortzetting
•
Burgerschapskunde: noteren visie, kernwaarden en uitwerken richting curriculum
Afgerond
•
Signaleringssysteem veiligheid en groepsklimaat: inzicht krijgen in beleving van sociale veiligheid
Afgerond
•
Thematiseren van het onderwijs rond betekenisvolle thema’s
Voortzetting
•
Versterken van de professionele schoolcultuur: het gezamenlijk werken aan één doel: het opzetten en uitwerken van een thema
Voortzetting
•
Het jonge kind: Ontwikkelingsgericht onderwijs: themaweb/ lees-, schrijfontwikkeling
Voortzetting
•
Het jonge kind: KIJK ontwikkelingvolgmodel. Bespreking en uitvoering ontwikkelingslijnen; tussendoelen koppelen aan thematische activiteiten
Voortzetting
•
Verbeteren van de zelfstandigheid van leerlingen door begeleid Zelfstandig werken
Voortzetting
•
Uniek concept voor informatievoorziening ParnasSys: optimaal gebruik webapplicatie
Afgerond
•
Invoering Taalmethode Taalfontein groep 5 en 6
Afgerond
•
Werken met kwaliteitskaarten: Twee kaarten vaststellen en borgen in kwaliteitshandboek
Gedeeltelijk afgerond
•
Opstellen communicatieplan
Voortzetting
Veranderdoelen Polyanderschool cursusjaar 2007-2008 •
Nascholing planbord en spelen-werken om zo te komen tot een meer gedifferentieerde aanpak binnen de kleutergroepen en een schriftelijk vastgelegde doorgaande lijn met behulp van het observatiesysteem KIJK!. Dit proces is schooljaaroverstijgend (2004-2008)
Voortzetting
•
Nascholing en invoeren nieuwe taalmethode ‘Taalfontein’ in groep 5 en 6
Afgerond
•
Aandacht voor leerkrachtvaardigheden groep 3 t/m 8 tijdens deelteamvergaderingen
Voortzetting
•
Evaluatie Tussentest Eduforce groep 6 in vergelijking met resultaten test groep 8
Afgerond
•
Studiedag team m.b.t. communicatie
Voortzetting
•
Vervolg cyclisch proces kwaliteitscyclus 3 tijdens teamvergaderingen
Voortzetting
•
Blijvende aandacht meer- en hoogbegaafde leerlingen. Aansturing door werkgroep
Voortzetting
•
Afname leerlingenquête groep 5 t/m 8 en evaluatie op teamniveau
Afgerond
•
Het analyseren van ken- en stuurgetallen. In het afgelopen jaar is hiermee een start gemaakt m.b.t. de toetsuitslagen van de leerlingen van groep 8 in de afgelopen 4 jaar. Verder zal gewerkt worden om het aantal zittenblijvers, de uitstroom naar het voortgezet onderwijs, de verwijzing naar het speciaal basisonderwijs in kaart te brengen.
Voortzetting
•
Evaluatie methoden Kinderen en hun sociale talenten en Burgerschap.
Voortzetting
•
Nascholing Mediamaatje groep 5 t/m 8.
Voortzetting
•
Oriëntatie invoeren van een nieuwe methode voor natuur en techniek.
Voortzetting
24
Onderwijskundig beleid 5.5
Organisatorische ontwikkelingen
• Peuterwerk Het reformatorisch peuterwerk in Dordrecht, geconcentreerd op de locatie van de ds. J. Bogermanschool voorziet duidelijk in een behoefte. Door toenemende vraag en ontstane wachtlijsten is besloten om in september 2008 met een tweede groep te starten voor twee dagdelen per week. Zoals in het verslag van vorig jaar vermeld heeft de VCORG gekozen voor een opzet, waarbij de administratieve afhandeling en de verantwoordelijkheden vallen onder stichting H3O, die binnen Dordrecht meerdere protestants-christelijke peuterspeelzalen onder haar verantwoording heeft. Om de identiteit van het gegeven peuterwerk en van de leidsters te waarborgen is een convenant opgesteld en door beide partijen ondertekend. De peuterspeelzaal is een voorbereiding op de basisschool, waar kinderen de kans krijgen om met leeftijdsgenootjes om te gaan. Het biedt een veilige speelplek in een vertrouwde sfeer. Daarnaast wil de peuterspeelzaal kansen voor kinderen vergroten en mogelijke taalachterstanden vroegtijdig signaleren en daar wat aan doen. Onze peuterspeelzaal werkt met het VVE-programma ( Voor- en Vroegschoolse Educatie) ‘Doe meer met Bas’. Het is een taalstimuleringsprogramma. Allerlei materialen worden aangeboden om taalvaardigheden te verbeteren en de woordenschat te vergroten. De peuters beleven veel plezier aan deze activiteiten. De gemeente Dordrecht heeft juist gestimuleerd om peuterspeelzalen te verbinden aan basisscholen in verband met de doorgaande lijn. De observatiegegevens die de leidsters van het kind hebben worden gemakkelijk doorgegeven aan de leerkracht van groep 1. Ook is er veel en gemakkelijk mondeling overleg, de zogenaamde warme overdracht. • Buitenschoolse opvang De VCORG heeft de buitenschoolse opvang geregeld door middel van de keuze voor het model van persoonlijke en kleinschalige identiteitsgebonden gastouderopvang. Dit wordt geboden door Korelon te Zwijndrecht, een christelijk gastouderbureau met als doelstelling voor alle ouders die dat wensen, de mogelijkheid te realiseren via de officiële kanalen christelijke opvang in te huren, terwijl scholen zich volledig kunnen (blijven) richten op hun kerntaak, het onderwijs. Momenteel lopen er via Korelon 3 aansluitingen tussen het gastouderbureau en ouders van de ds. J. Bogermanschool en 5 aansluitingen voor de ds. J. Polyanderschool.
5.6
Kwaliteitszorg
De kwaliteit van het onderwijs is van directe invloed op de vorming van de leerlingen. Daarom dient er een samenhang te zijn tussen professionele ontwikkeling (integraal personeelsbeleid) en schoolontwikkeling (kwaliteitszorg). De komende jaren zullen we als school ook steeds meer aangesproken worden op behaalde onderwijsresultaten. Al eerder spraken we over de PDCA-cyclus. Centraal in deze aanpak is: • Doen we de goede dingen? Prioriteiten stellen en doelen bepalen. • Doen we de dingen goed? Kwaliteitscriteria stellen. • Hoe weten we dat? Instrumenten kiezen. • Vinden anderen dat ook? Nagaan hoe intern en extern de kwaliteit beoordeeld wordt. • Wat doen we met die wetenschap? Borging, verbeteracties en bijstelling van doelstellingen.
25
5.7
Monitoringsgegevens
Door de schooljaren van de leerlingen heen worden diverse methode- en niet-methodegebonden toetsen afgenomen. Voor de scholen zijn de niet-methodegebonden toetsen, zoals de Cito-entreetoetsen, de SEO-toets (Schooleindonderzoek) en de Cito-eindtoets van belang. • Resultaten toetsen over het jaar 2008 SEO
CITO
Intelligentiescore
Schoolvorderingenscore
Ds. J. Bogermanschool
105.8
104,7
535,3
Ds. J. Polyanderschool
107,2
108,2
n.v.t.
Totaal alle deelnemende scholen
103,3
101,0
535,0
De Cito uitslag van 535,3 ligt op het niveau wat van de leerlingen verwacht mag worden.
5.8
Uitstroomgegevens leerlingen 2008
Cursusjaar 2006-2007
Aantal leerlingen naar het voort-gezet onderwijs
VMBO BK Basis- en Kaderberoepsgericht
VMBO GT Gemengd theore-tisch
HAVO
4
Ds. J. Bogermanschool
28
7*
8
Ds. J. Polyanderschool
24
2
6
HAVO/ VWO VWO 9 16
*4 van deze 7 leerlingen gingen naar een schakelklas
5.9
Overige monitoringsgegevens
In de tweede helft van het cursusjaar 2007-2008 is op de Ds. J. Bogermanschool het COOL 5-18 on-derzoek afgenomen, een Cohortonderzoek Onderwijsloopbanen 5 tot 18. Hierbij werden de toetsen Taal voor Kleuters en Ordenen in groep 2 afgenomen en in de groepen 5 en 8 de toetsen Begrijpend lezen, Taal en Rekenen. Bij het verwerken van de uitkomsten worden de scores afgezet tegen een landelijk referentiekader, waarbij rekening wordt gehouden met het opleidingsniveau van de ouders en de etnische achtergrond. Zo ontving de school een rapportage waarbij de schoolresultaten werden vergeleken met qua leerlingachtergrond overeenkomstige scholen in Nederland. Hieronder laten we een overzicht volgen van de uitkomsten: (ver) boven gemiddel-de
Op gemiddelde
Taal voor kleuters groep 2
X
Ordenen groep 2 Begrijpend lezen groep 5
X X
Rekenen / Wiskunde groep 5
X
Taal (Technisch lezen) groep 5
X
Begrijpend lezen groep 8
X
Rekenen / Wiskunde groep 8 Taal (Technisch lezen) groep 8
(Net) onder gemiddelde
X X
26
Onderwijskundig beleid In de maand mei ontving de ds. J. Bogermanschool de inspectie voor het afnemen van een onderzoek betreffende de kwaliteit van het aanbod Nederlandse Taal (inclusief lezen). De school viel in een aselecte steekproef. In totaal werden 7 groepen bezocht, vonden gesprekken plaats met intern begeleiders, teamleden en directie. Hierbij zijn aanvullende documenten van de school, leerlingendossiers en toetsgegevens bestudeerd. De inspectie constateerde dat de opbrengsten voldoende zijn. De scores lagen zelfs significant boven de door de inspectie gehanteerde bovengrens. De indicatoren die tot het onderwijsleerproces gerekend worden waren grotendeels allen voldoende. Wat betreft leerstofaanbod, leertijd, didactisch handelen en kwaliteitszorg deden zich geen grote knelpunten voor. De manier waarop het leerstofaanbod in de groepen 1 en 2 wordt vastgelegd schiet naar de mening van de inspectie nog tekort. Daarnaast zijn eigentijdse kernmerken van interactief taalonderwijs, en het onderwijzen in strategieën nog niet goed zichtbaar in de onderwijspraktijk. Ook de analysering van toetsresultaten van individuele leerlingen om zo tot aanpassingen in het leerstofaanbod te komen verdient de komende jaren meer aandacht. Gezien het feit, dat de inspectie al aangaf dat het een bijzonder zwaar genormeerd onderzoek zou zijn, mogen we tevreden zijn over de uitslag. Op de ds. J. Bogermanschool werd in 2008 ook een extern kwaliteitsonderzoek uitgevoerd door vier directeuren van scholen uit FPO-Rijnmond. Het betrof een audit naar de invoering en resultaten van het totale door de school gevolgde BAS-project. (Bouwen aan een adaptieve school). De bevindingen werden in een verslag vastgelegd. Op 11 april had het bestuur en de directie van beide scholen een gesprek met de inspecteur. Er werd gesproken over de kwaliteit van beide scholen. Doel van het gesprek was het vergaren van informatie die leidt tot het opstellen van het toezichtarrangement. Er werd door bestuur en directie een toelichting gegeven op de schoolontwikkeling en de mogelijke gevolgen voor de kwaliteit van het onderwijs. De gegeven informatie gaf de inspecteur op dat moment geen aanleiding de kwaliteit van het onderwijs op beide scholen te onderzoeken. Derhalve vielen beide scholen in het basisarrangement.
5.10
Kwaliteit en personeelsbeleid
Kwaliteitszorg gaat verder dan ‘meten is weten’. Het is vooral een kwestie van gedrag. Het personeel dient daarom een kwaliteitsbewuste attitude te hebben. Kwaliteitsbewustzijn moet een onderdeel zijn van iedere medewerker en van de cultuur van de school. Kwaliteitszorg kan worden ingezet om individueel én samen te leren binnen de school. Gezamenlijke reflectie is richtinggevend voor (het verbeteren van) het praktische handelen. Als scholen willen we collectief leren, waarin de kwaliteitszorg een plaats heeft binnen de schoolontwikkeling en waarbij we open staan voor het afleggen van verantwoording aan de omgeving. Een koppeling tussen schoolbeleid, kwaliteitszorg en personeelsbeleid wordt gelegd door het houden van functionerings- en beoordelingsgesprekken, waarbij de gezamenlijk uit te werken schooldoelen worden vertaald in concreet handelen door het werken met persoonlijke ontwikkelplannen (POP’s). * Bij het schrijven van gedeelten van dit hoofdstuk is gebruik gemaakt van de brochure ‘Peilers van een lerende school’ van Driestar Educatief
27
Sander Smits
Wat is nu belangrijker? Het is half negen. Ik sta in de deuropening van mijn klas als de kinderen mij passeren. ‘Goedemorgen meester!’ zegt een meisje. ‘Ha die meester’, roept een jongen. Vol goede moed beginnen we de dag. Allereerst bespreken we met elkaar het dagprogramma. We beginnen met een ontvangstgesprek. Nadat er gezongen en gebeden is volgt het Bijbelverhaal. Vervolgens schrijven en rekenen. Wat is het toch mooi om dit werk te mogen doen. Het Bijbelverhaal gaat over de enge en de brede poort. Als het verhaal afgelopen is laat ik de welbekende plaat zien over de brede en smalle weg. Deze wordt vol aandacht bestudeerd door veel kinderen. ‘Oh; roept een leerling, ‘dat is erg!’ ‘Meester, wat betekent die leeuw?’ ‘En wat zijn die gebouwen?’ Er volgt een boeiend gesprek. Ongelofelijk wat sommige kinderen weten. Steeds weer komen er vragen. Vragen over eeuwigheid, hel en hemel. Maar ook vragen als: ‘Hoe kom ik op de smalle weg?’ Als de laatste vragen zijn besproken, kijk ik op de klok: 10.05. We hadden al klaar moeten zijn met rekenen….. Ter afsluiting stel ik de kinderen nog een vraag. ‘Jongens en meisjes, we kunnen niet meer schrijven. En we zullen korter rekenen dan anders. Vinden jullie dat erg?’ Aarzelend steekt een meisje haar vinger op. ‘Meester, wat heb je eraan als je goed kunt rekenen en je kunt niet voor God verschijnen?’ Wat een kernachtige boodschap! En dat voor een meisje van nog geen 11!
28
Financieel beleid 6.1
Inleiding
Het financieel beleid is erop gericht om kwalitatief hoogstaand en eigentijds onderwijs te geven volgens de doelen die de Vereniging en de scholen zich hebben gesteld. De belangrijkste kaders voor het financieel beleid zijn vastgelegd in een separaat financieel beleidsplan. De kaders zijn de door het bestuur/ledenvergadering vastgestelde kaders, namelijk de statuten, het managementstatuut, de begroting (jaarlijkse exploitatiebegroting), het financieel beleidsplan en overige besluiten van bestuur en penningmeesters zoals aan de directeuren kenbaar gemaakt (bijvoorbeeld ten aanzien van toestemming voor investeringen, incidentele of bijzondere uitgaven, overschrijding van begrotingsposten, formatie-uitbreiding en dergelijke) De penningmeesters zijn bevoegd besluiten te nemen inzake financiële aangelegenheden namens het bestuur in het belang van de vereniging en de scholen, behoudens situaties waarin conform de statuten slechts het bestuur als geheel bevoegd is of de ledenvergadering (te denken valt aan goedkeuring/vaststelling van jaarrekening en begroting, ingrijpende besluiten rond verwerving en vervreemding van vastgoed, grote investeringen, leningen etc.); Binnen de kaders hebben de directeuren mandaat om uitgaven te doen, verplichtingen aan te gaan, de administratie van de scholen te (doen) voeren, de bankrekeningen en kassen van de scholen te beheren etc. Het bestuur (en met name de penningmeesters) blijven bestuurlijk verantwoordelijk voor het handelen van de directeuren, voor zover binnen de afgesproken kader. In dit financieel beleidskader is een risico-analyse opgenomen, waarbij verscheidene factoren, die bij het ontwikkelen van risico’s een rol spelen aan de orde komen. Te denken valt aan: fluctuaties in het leerlingenaantal, ziekteverzuim, formatieve fricties, kosten van outplacement, werving en selectie, ouderschaps- en BAPO-verlof en beloningsdifferentiatie. Voor beide scholen wordt een op basis van voorafgaande analyse en berekening toereikende BAPO-voorziening aangelegd, in lijn met de geldende jaarverslaggevingsregels. Het bestuur van de VCORG is van mening dat de bovengenoemde risico’s in samenhang met de genomen beheersmaatregelen en met de reserves die we hebben in het opgebouwde vermogen acceptabel en beheersbaar zijn. Verder is in het financieel beleidsplan opgenomen hoe de planning en controlcyclus verloopt. Tijdens het kalenderjaar is er een reeks van financiële actiepunten, tussentijdse rapportages en als sluitstuk de jaarrekening. De jaarlijks te ondernemen financiële acties zijn vastgelegd in de halfjaarplanning van het bestuur. In het Managementstatuut is vastgelegd dat de directie de financiële stand van zaken minimaal vier keer per jaar aan het bestuur rapporteert. Daarnaast wordt de kalender mede bepaald door de planning en control van het administratiekantoor, het Ministerie van OCW, CFI en anderen. Ook is beschreven hoe beleid wordt gemaakt t.a.v. reserves en voorzieningen en is het sponsoringbeleid, het beleid t.a.v. debiteuren en crediteuren en het treasurybeleid (het belenen en beleggen van niet aan te wenden liquide middelen) beschreven. Het financieel beleidsplan geeft aan hoe de (meer)jarenbegroting verloopt en geeft inzicht in de gewenste financiële positie. Verantwoord beleid vraagt om inzicht in de risico’s. In het jaarlijks vast te stellen Financieel Beleidsplan vormt de risicoanalyse, inclusief monitoren en bijsturen aan de hand van de planning en control cyclus, nadrukkelijk onderdeel van het plan. De school werkt met een Handboek Administratieve Organisatie/Interne Controle, dat alle administratief-financiële procedures aangeeft. Tussen school en administratiekantoor VGS is een Service Level Agreement van toepassing.
6.2
Begroting en jaarrekening
Op basis van het algemeen financieel beleid wordt jaarlijks voor beide scholen een begroting vastgesteld, inclusief een meerjarenbegroting voor een aantal posten (met name opbrengsten op basis van leerlingaantallen en uitgaven voor groot onderhoud). Hierbij wordt gebruik gemaakt van het VGS-begrotingsmodel.
29
De directies van de scholen zijn verantwoordelijk voor budgetbewaking met betrekking tot een groot aantal exploitatieuitgaven, waaronder onderwijsleerpakket, meubilair en ICT. Deze posten worden geactiveerd en in investeringsbegrotingen per school uitgezet. De uitgaven zijn gerelateerd aan de vergoedingen die het bestuur voor de betreffende school daarvoor ontvangt. Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden in bovenstaande zaken zijn geregeld in het managementstatuut van de vereniging. Naast de reguliere budgetten van beide scholen is er sprake van een aantal neveninkomsten. Zo ontvangt de ds. J. Polyanderschool een budget voor de veldopleider, dhr. A. de Ligt en zijn er neveninkomsten uit de zogenaamde ‘rugzakjes’, een leerlinggebonden budget. De ds. J. Bogermanschool heeft enkele neveninkomsten, allereerst in de personele bekostiging door de aanwezigheid van 54 schipperskinderen, waarvoor een extra budget wordt ontvangen en een leerlinggebonden budget, daarnaast een materiële vergoeding door de verhuur van het gymlokaal aan het Wartburgcollege, locatie Marnix en verscheidene sportclubs, die in de avonduren gebruik maken van de gymzaal. Elk jaar wordt een jaarrekening opgesteld, waarin we verantwoording afleggen over het financieel beleid in het achterliggende kalenderjaar. Hierin worden ook de reserves van de scholen en de Vereniging gemeld. Elk jaar wordt de jaarrekening op school- en verenigingsniveau geanalyseerd en geëvalueerd. Bijzonderheden worden besproken met de directies en het bestuur en eventueel positieve of negatieve resultaten worden onderbouwd.
6.3
Publieke en private gelden
In onze vereniging hebben we te maken met publieke en private gelden. Publieke gelden zijn de gelden die we van het Rijk ontvangen. Private gelden zijn de gelden die we van ouders of kerken ontvangen, zoals ouderbijdragen, zendingsgeld, geld dat ingezameld wordt door acties en collectegelden. Aan zendingsgeld werden de volgende bedragen aan de diverse zendingsbureaus overgemaakt:
Instanties
Bogermanschool
Polyanderschool
Zending Gereformeerde Gemeenten
€ 800,00
€ 500,00
Zending Christelijke Gereformeerde Kerken
€ 800,00
€ 500,00
Gereformeerde Zendingsbond
€ 800,00
€ 500,00
Mbumazending
€ 800,00
€ 500,00
Woord en Daad inclusief adoptie
€ 540,00
€ 810,00
Bonisa zending
€ 400,00
€ 250,00
Deputaatschap Bijbelverspreiding
€ 400,00
€ 250,00
€ 1.029,00
€ 1.415,00
Actie Winterhulp KOEH
€ 2.277,00
€ 1.500,00
Actie thema ‘Een handje helpen’ voor Stichting De Hoop
€ 1.500,00
Aidswezen Zambia via Woord en Daad
€
Overige acties: Woord en Daad kerstkaarten
260,00
30
Financieel beleid 6.4 • • •
•
• • • •
•
31
Beleidsuitspraken voor de toekomst
Gestreefd wordt naar duurzaam sluitende exploitaties van beide scholen. Het weerstandsvermogen is bedoeld om tijdelijke verschillen op te vangen. De geldstromen ‘personeel’ en ‘materieel’ worden in principe gescheiden, maar kunnen elkaar wel beïnvloeden en substitutie kan nodig zijn. Gezien de krapte binnen het materiële budget ontkomen we niet aan marginale overheveling van gelden. De overheid zou landelijk deze budgetten moeten verhogen. De financiële exploitatie van de ds. J. Polyanderschool vraagt de nodige aandacht, met name aan de zijde van de materiële kosten. Dit wordt voor het overgrote deel veroorzaakt door de voor de komende jaren op te bouwen onderhoudsvoorziening , die sterk drukt op de schoolexploitatie. Ook op de personele inzet wordt, waar nog mogelijk, bezuinigd. Gestreefd wordt naar het verlagen van de onderhoudslasten voor de ds. J. Polyanderschool voor rekening van het bestuur in overleg met de gemeente. De door het ingenieursbureau van de gemeente opgestelde meerjarenonderhoudsplanning leidt namelijk tot onacceptabel hoge kosten die voor een te hoog gedeelte voor rekening van het bevoegd gezag, het bestuur van de VCORG komen. Ofwel het door de gemeente voor onze rekening geplande groot onderhoud zal uitgesteld of verminderd moeten worden, ofwel de gemeentelijke bijdrage zal hoger moeten zijn. Tot op heden is de onderhoudsvoorziening wel opgebouwd in deze lijn. Aangezien de ds. J. Bogermanschool hoopt te verhuizen naar nieuwbouw is op deze school geen sprake van een toevoeging aan de al enkele jaren constant gehouden onderhoudsvoorziening. In het jaar 2009 zal een overzicht worden gemaakt van de extra kosten die de verhuizing van de ds. J. Bogermanschool met zich meebrengt. Uiteraard is onze inzet dat deze kosten, gegeven de wens van de gemeente tot verhuizing, maximaal voor rekening van de gemeente komen. De wens bestaat om in 2009 expliciet te komen tot een eerste aanzet tot beloningsbeleid, mede door de komende invoering van de functiemix in 2010 ( betere beloning, waarbij sprake is van een koppeling tussen kwalificatieniveau en inschaling). Het bestuur acht sponsoring onder condities toelaatbaar en wenselijk. In 2008 is een begin gemaakt met sponsoring, mede in verband met de hoge kosten van verbouw van de ds. J. Polyanderschool en verhuizing van de ds. J. Bogermanschool. Dit traject is in 2008 opgestart door twee studenten van de minor ‘Jong Management’ van Driestar Educatief en zal in 2009 worden afgerond. De scholen krijgen een zo maximaal mogelijke bestedingsvrijheid binnen de grenzen van het toegekende budget, zowel voor personeel als materieel. In de nu opgetreden tekorten op de Polyanderschool (die deels incidenteel zijn) zijn wel concrete afspraken gemaakt over bezuinigingsmaatregelen om de verliezen te beperken tot een acceptabel niveau.
6.5 Overzicht Financiën • Financiën op balansdatum Onderstaand wordt de balans per 31 december 2007 en 2008 in verkorte vorm weergegeven. ACTIVA
31/12/2008
31/12/2007
€
€
Materiële vaste activa
450.882
263.380
Financiële vaste activa
68.067
68.067
Totaal vaste activa
518.949
331.447
Vorderingen
156.299
132.163
Liquide middelen
860.075
1.054.144
Totaal vlottende activa
1.016.374
1.186.307
Totaal activa
1.535.323
1.517.755
PASSIVA
31/12/2008
31/12/2007
€
€
Algemene reserve
744.716
779.550
Bestemmingsreserves
436.148
442.842
Eigen vermogen
1.180.864
Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva
1.222.392
133.079 -
78.087 -
221.380
217.275
1.535.323
1.517.755
6.6 (Toelichting op de) kengetallen Het verslagjaar 2008 kende een achteruitgang van de eigen vermogenspositie, wat veroorzaakt werd door een negatief resultaat en een kleine stelselwijziging. De financiële positie kan tevens weergegeven en beoordeeld worden door een aantal kengetallen. Naast de waarden zoals deze gelden voor 2007 en 2008, wordt tevens de door de VGS vastgestelde advieswaarden weergegeven.
32
Financieel beleid Kengetal
Advies
2008
2007
Liquiditeit
2,00
4,59
5,46
Solvabiliteit
0,50
0,77
0,81
Rentabiliteit
n.v.t.
-1,22%
3,35%
Weerstandsvermogen
15,00%
39,63%
53,44%
De daling van het weerstandsvermogen (waarin ook het private vermogen meegerekend is) wordt met name veroorzaakt door de afname van het eigen vermogen (deels ten gunste van de voorzieningen) en een forse toename van de vaste activa, als gevolg van investeringen (met name verbouwing Polyanderschool en ICT naast reguliere investeringen in lesmethoden et cetera). Alle kengetallen voldoen in ruime mate aan de advieswaarden. De financiële positie van de school is gezond te noemen. In vergelijking met scholen van vergelijkbare omvang presteert het bestuur financieel goed qua vermogenspositie en liquiditeit. Zo blijkt uit het benchmarkrapport dat naar aanleiding van de jaarrekening 2007 door de VGS is uitgegeven, dat er voor besturen met 2 scholen een weerstandsvermogen gold van 36,12%, terwijl de gemiddelde liquiditeit en solvabiliteit respectievelijk 4,41 en 0,71 bedroegen. De kengetallen van het bestuur komen hiermee overeen of vallen positiever uit.
Dan is het tijd voor expressie (werkles) in groep 2. Er zijn 6 verschillende werkjes, waarvan de kinderen zelf de volgorde bepalen d.m.v. het planbord. Ja zelfs 5- en 6 jarigen hebben een planbord! Er wordt geverfd, geplakt, geknipt en geborduurd. En weet u….? Daarna kunnen ze heel goed opruimen. Kwastjes, lijmpotjes de vloer vegen. Handig voor u, als uw planbord thuis vol geschreven staat. Dan is het tijd om te werken met ontwikkelingsmateriaal. Puzzels, spellen, rijmen, e.d. Elk kind werkt op zijn eigen tempo en verdient een stempel als een spel goed is gedaan. Zomaar een dinsdagmorgen…..! Bent u benieuwd wat we nog meer doen? Vraag het uw kind!
33
Annie Fase \ Onderwijsassistent
Zo, de hekken zijn open, het koffieapparaat bijgevuld! De werkdag is begonnen! Eerst wat werk buiten de klas. Er is een rekenblad gemaakt, dat mag in de map, zodat het later door u bekeken kan worden.
6.7 Analyse van het nettoresultaat Baten
Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten
Realisatie 2008
Begroting 2008
Begroting 2009
€
€
€
1.842.151
1.799.835
1.917.304
17.348
-
20.730
103.341
55 614
67.185
Totaal baten
1.962.840
1.855.449
2.005.219
Lasten Personele lasten
1.617.857
1.467.332
1.620.042
63.577
46.639
69.576
Huisvestingslasten
163.478
135.050
155.060
Overige instellingslasten
180.095
166.039
179.915
Afschrijvingen
Totaal lasten
2.025.006
1.815.060
2.024.593
Saldo baten en lasten
62.167-
40.389
19.374-
Saldo fin. baten en lasten
38.159
9.500
34.030
24.007-
49.889
14.656
Nettoresultaat
34
Financieel beleid In het onderstaande schema zijn de oorzaken van het resultaatsverschil weergegeven met een korte toelichting van de belangrijkste afwijkingen: Begroot resultaat:
49.889
Gerealiseerd resultaat:
-24.007
Afwijking (negatief):
-73.896
Opsplitsing afwijking: (B1) Rijksbijdragen
42.316
(B2) Overige overheidsbijdragen
17.348
(B3) Overige baten
47.726
Hogere baten:
107.391
(L1) Personele lasten
-150.525
(L2) Afschrijvingen
-16.939
(L3) Huisvestingslasten
-28.428
(L4) Overige instellingslasten
-14.056
Hogere lasten:
-209.947
(R1) Financiële baten en lasten
28.659
Totale afwijking:
-73.897
Toelichting: B1
Hogere rijksbijdrage personeel en personeel- en arbeidsmarktbeleid door cao-onderhandelingen (prijscompensatie) in 2007 en 2008 en gestegen directietoeslag
19.966
Hogere ontvangsten subsidie Schipperskinderen (Bogermanschool)
11.292
Hogere ontvangsten subsidie LGF (Polyanderschool)
6.750
Vrijval subsidie cultuureducatie
5.447
Diversen onbenoemd
-1.139 42.316
B2
Niet-begrote gemeentelijke vergoeding voor medegebruik (inclusief nagekomen post 2007)
17.348 17.348
B3
35
Hogere bestuursbaten
7.512
Lagere baten SWV WSNS
-5.843
Aanvullende subsidies
24.755
Niet-begrote huuropbrengsten Diversen onbenoemd
16.973 4.329 47.726
L1
Hogere loonkosten door cao (loonsverhoging, eenmalige uitkering voor de dag van de leerkracht etc.) en diverse toelagen en ontslagvergoeding
-88.899
Hogere loonkosten door hogere personeelsinzet
-44.931
Hogere kosten bedrijfsgezondheidszorg Hogere kosten nascholing/schoolbegeleiding Lagere dotatie personele voorzieningen Diversen onbenoemd
-4.445 -32.601 17.528 2.823 -150.525
L2
Niet-begrote afschrijvingen investeringen verbouwing (Polyanderschool)
-9.345
Eerder uitgevoerde ICT-investeringen (Bogermanschool)
-7.508
Diversen onbenoemd
-86 -16.939
L3
Hogere kosten GEW Hogere onderhoudskosten (Polyanderschool)
-6.656 -10.775
Hogere schoonmaakkosten
-7.089
Diversen onbenoemd
-3.908 -28.428
L4
Hogere kosten ICT
-5.006
Hogere bestuurslasten (waaronder advies/outplacement)
-8.778
Diversen onbenoemd
-272 -14.056
R1
Hogere rentebaten (toerekening aan scholen niet begroot)
28.659 28.659
Uit de bovenstaande analyse blijkt dat de afwijkingen ten opzichte van de begroting met name werden veroorzaakt door factoren die niet of beperkt beïnvloedbaar waren door het management: stijging van de loonkosten door een nieuwe cao, in absolute zin relatief hoge onderhouds- en afschrijvingslasten door de huisvestingssituatie op de Polyanderschool, lasten als gevolg van afvloeing van een personeelslid en vervanging in dit kader en een stijging van de personele rijksbijdragen ter compensatie van deze loonstijgingen, maar in samenhang met een relatief laag aantal leerlingen op de peildatum, wat de lumpsumbekostiging van dit jaar negatief beïnvloedt. Zoals aangegeven zal in overleg met de gemeente getracht worden te komen tot meer acceptabele onderhoudskosten in meerjarenperspectief. Afhankelijk van de ontwikkeling in de leerlingenaantallen en de onderhoudslasten moet het mogelijk zijn op termijn weer te komen tot een sluitende exploitatie. Voor 2009 is nog wel een beperkt verlies begroot (€ 12.952). Ten aanzien van de leerlingaantalontwikkeling wordt de vinger aan de pols gehouden en zonodig bezien
36
Financieel beleid of aanpassing van voedingsgebieden, groepen of herplaatsing op enig moment opportuun is. In dit kader bieden de bestuursbenoemingen van het personeel zo nodig enige flexibiliteit. Kosten van afvloeiing op de ds. J. Polyanderschool waren reeds voorzien in de begroting 2009 van de vereniging, evenals een aanzienlijke bijdrage in de huisvesting van de ds. J. Polyanderschool ten laste van het bestuur. Deze lasten zijn tot uitdrukking gekomen in het resultaat van de Polyanderschool. Wel is er sprake van advies- en outplacementkosten die ten laste van de vereniging zijn gekomen. Het negatieve resultaat is derhalve niet geheel onverwachts opgetreden en grotendeels het gevolg van noodzakelijke bestuursbesluiten, negatieve ontwikkeling in de leerlingaantallen, bijdrage aan verbouwing Polyanderschool en hoge onderhoudslasten. Op de ds. J. Bogermanschool is per saldo sprake van diverse meevallers die leiden tot het positieve resultaat over 2008. Te denken valt aan hogere dan begrote ontvangsten voor de aanwezigheid van schipperskinderen in de (herziene) bekostiging, de vergoeding van de gemeente voor de gymzaal en enkele kleine subsidies. Hogere rijksbekostiging en rugzakgelden hebben deels aanleiding gegeven tot hogere personele bestedingen gedurende het jaar. Ook voor 2009 is de exploitatie sluitend. Dit biedt de gewenste ruimte om meerkosten als gevolg van de verhuizing naar de nieuwbouw komend jaar op te kunnen vangen. Begroting 2009 Het voor onze vereniging als geheel negatieve resultaat is gezien de financiële positie van de totale vereniging goed te dragen en zal, in totalen, in 2009 naar verwachting weer omslaan in een positief resultaat. Deze zullen echter sterk afhankelijk zijn van personele ontwikkelingen en leerlingaantalontwikkelingen, de verdere gang van zaken rond het meerjarenonderhoud van de ds. J. Polyanderschool en de nieuwbouw van de ds. J. Bogermanschool. Bijzondere omstandigheden in de personele sfeer kunnen leiden tot een substantieel ander beeld, zoals ook blijkt over 2008. De begroting 2009 is voornamelijk een voortzetting van het huidige beleid, aangepast op basis van de realisatie van 2008, waarbij is ingezet op verkleining van het negatieve resultaat op de Polyanderschool en een ruimschoots sluitende reguliere exploitatie van de Bogermanschool.
6.8
Investerings- en financieringsbeleid
In het verslagjaar 2008 werd in totaal voor een bedrag van € 251.412 geïnvesteerd in materiële vaste activa. Grote investeringen waren de eigen bijdrage aan de verbouwing van de ds. J. Polyanderschool (€ 62.481) en de inrichting daarvan (€ 55.114). Daarnaast werd geïnvesteerd in het ICT-park van met name de ds. J. Bogermanschool (€ 95.444). Tenslotte werd voor ruim € 30.000 geïnvesteerd in leermiddelen, met name Taalfontein. Het financieringsbeleid is er op gericht dat er geen gebruik gemaakt behoeft te worden van externe kredietverstrekkers. Alle investeringen zijn binnen dit beleid uitgevoerd.
37
6.9 Treasury verslag
In 2008 hebben er geen beleggingen plaatsgevonden in risicodragend kapitaal. De beschikbare vrije middelen werden overgemaakt naar een spaarrekening. Er hebben zich in het verslagjaar geen liquiditeitsproblemen voorgedaan. Bij het selecteren van een bank voor het onderbrengen van de spaartegoeden wordt door het bestuur gelet op de credit rating van de betreffende bank, conform de Regeling beleggen en belenen van het Ministerie en met het oog op het zoveel als mogelijk waarborgen van een goed beheer van deze tegoeden.
Op de Bogermanschool zitten niet alleen kinderen die aan de wal wonen maar ook schipperskinderen die op het schippersinternaat wonen aan het einde van de straat. Die kinderen gaan in het weekeind naar boord. Helena Geluk
De Bogermanschool is een gezellige school omdat we er leuke dingen doen zoals een keer in het jaar een sportdag. Maar ook de dingen die we zoal doen zijn leuk zoals handenarbeid en thematiseren, maar bijvoorbeeld ook Ho- Ha- Ha. Hoofd Hart en Handen. Dat houdt in: knutselen enz. Estee Priester
Ik ben Gwenda van Erkel en ik ben 12 jaar Ik zit al 8 jaar op de Polyanderschool en ik heb het altijd goed naar mijn zin gehad. Elke eerste maandag van de maand beginnen we de dag met de hele school in de gemeenschap ruimte. Dan hebben we maandopening. We beginnen dan met zingen en daarna horen we een Bijbelverhaal. Bij ons in de klas beginnen we ook elke dag met iets uit de Bijbel. In de klas is de sfeer goed. Het is rustig en iedereen werkt goed en hard door. Een paar keer in het jaar gaan we op excursie. Ook hopen we nog met de klas op schoolkamp te gaan.
38
Beheersbeleid 7.1 Algemeen Het hoofddoel van het beheersbeleid van onze scholen is het verantwoord beheren en onderhouden van de school met buitenterrein en inventaris. Daarbij is van belang dat • onveilige situaties voor kinderen en personeel moeten worden voorkomen • de staat van onderhoud van de school met bijbehoren netjes en verzorgd dienen te zijn; hierover mogen geen klachten zijn • de beheerscommissie werkt is ter ondersteuning van het bestuur waarbij een bestuurslid voorzitter is • de voorziening groot onderhoud voldoende dient te zijn voor een adequate uitvoering van het onderhoud. De onderwijshuisvesting is een taak van de plaatselijke overheid. Zij heeft de wettelijke verplichting daartoe in overleg te treden en tot overeenstemming te komen met de plaatselijke schoolbesturen. Het bestuur van de VCORG participeert in dit overleg (LOF-huisvesting). Dhr. G. Holster bezoekt namens de VCORG de vergaderingen van het LOF-huisvesting.
7.2
Beheerscommissie
De Beheerscommissie voert in overleg met de directies van de scholen het beheer over onderhoud e.d. van de beide scholen. Zij heeft tot taak de gebouwen in een goede staat van onderhoud te houden. Op basis van een meerjaren onderhoudsplan (MOP) wordt een meerjaren budget en een jaarlijks budget opgesteld. Het jaarlijkse budget wordt toegewezen door de penningmeester. Deze budgetten worden tussentijds effectief bewaakt. Wanneer er zich onverwachte substantiële budgetoverschrijdingen voordoen dan vindt overleg met de penningmeester plaats, die naar bevind van zaken handelt en zo nodig met de voorzitter van de Beheerscommissie het bestuur informeert en om een beslissing vraagt.
7.3
Huisvestingszaken
• Nieuwbouw ds. J. Bogermanschool Voor de ds. J. Bogermanschool wordt nieuwbouw gerealiseerd naast het huidige gebouw van het Wartburgcollege, locatie Marnix, aan de periferie van het Leerpark. De voorbereidingen voor de nieuwbouw van de ds. J. Bogermanschool zijn in 2008 met voortvarendheid voortgezet, met name door architectenbureau Roos en Ros te Oud-Beijerland. Er is redelijk structureel overleg geweest met de gemeente Dordrecht, met name na de zomervakantie 2008. Naar aanleiding van nieuwe bevindingen is een nieuw tijdpad uitgezet. Zoals de zaken er nu voorstaan zou de nieuwe school opgeleverd dienen te worden in de maand juli 2010. Op de achtergrond wordt hard gewerkt om deze datum te halen. Veel is afhankelijk van de bereidheid en accurate houding van de gemeente Dordrecht, die het bouwheerschap beheert, om deze datum ook daadwerkelijk te halen. De bouwvergaderingen met het architectenbureau in de personen van S. Haanemaaijer en F. van Heemst, de gemeente in de persoon van mw. J.W. Wouters worden namens onze school bijgewoond in de personen van G.B. van Driel, G. Holster, J. Nieuwenhuis en G. Ploeg sr., die ons op deskundige wijze van adviezen dienen tijdens de veelvuldige overleggen. • Verbouw en uitbreiding ds. J. Polyanderschool Eind december 2007 is gestart met de verbouw en uitbreiding van ds. J. Polyanderschool. Ondanks een aantal aanpassingen aan het ontwerp tijdens de beginfase, heeft de aannemer, Krijgsman Bouw BV, in 3 maanden tijd deze verbouwing en uitbreiding weten te realiseren. De school heeft een nieuwe personeelsruimte erbij gekregen, terwijl de bestaande personeelskamer is omgebouwd tot twee vergaderkamers/IB-ruimten. Tevens zijn nieuwe toiletruimten voor het personeel, een aparte fietsen- en speelgoedberging, twee kamers voor IRT en voor GGD, SMW en SBD, een kopieerruimte en een ruimte voor ICT t.b.v. de onderbouw gerealiseerd. Ook is de bestaande installatie t.b.v. ICT- en telefoonnetwerk vernieuwd en aangepast.
39
7.4
Onderhoud
• Ds. J. Bogermanschool In verband met de komende nieuwbouw van de ds. J. Bogermanschool is er geen meerjarig onderhoudsplan voor de school, maar is ook in 2008 alleen het noodzakelijke onderhoud verricht. Er waren in 2008 enkele voorkomende acute onderhoudswerkzaamheden of er was sprake van regulier onderhoud aan installaties. Met name is er nog veel onderhoud gepleegd aan de CV-ketels van de school. • Ds. J. Polyanderschool De realisatie van het beheer over de ds. J. Polyanderschool over het kalenderjaar 2008 ziet er in grote lijnen als volgt uit:
•
Onderzoek terreinriolering in schoolplein i.v.m. diverse verstoppingen
•
Gedeeltelijk binnen schilderwerk, dakdekkerswerk en aanpassingen aan bestaande installaties i.v.m. uitbreiding en verbouwing school
•
Een gedeelte van het binnen schilderwerk en het schilderwerk aan de gevelkozijnen buiten is verschoven naar 2009 i.v.m. verbouwing en uitbreiding van de school
•
Uitbreiding toegangscontrole alarm installatie i.v.m. uitbreiding van de school
•
Schoonmaakkosten t.b.v. het schoolgebouw
•
Diverse regulier en correctief onderhoud aan het schoolgebouw en installaties
7.5 Arbozaken Door de afdeling Vergunning en Handhaving van de Milieudienst Zuid-Holland Zuid is in 2008 een inspectie in de school gehouden m.b.t. de voorwaarden en gebruikseisen zoals deze zijn opgesteld in de gebruiksvergunning. Uit het inspectierapport kwamen een klein aantal strijdigheden met de gebruikseisen uit de bouwverordening naar voren met het verzoek deze op te heffen. Deze zijn op één na allemaal uitgevoerd; aan de poorten van het hekwerk om het schoolplein zullen nog aanpassingen plaats vinden.
40
Relatie en Communicatie 8.1
Inleiding
Onze scholen staan midden in de samenleving en maken deel uit van een maatschappelijk krachtenveld. Het is dan ook van belang om een juist zicht te hebben op de verhouding tussen de school en de maatschappij. Het onderwijs heeft te maken met een omgeving die op enige manier belang heeft bij dat onderwijs. Zowel zichtbaar als onzichtbaar oefent de samenleving in velerlei opzicht invloed uit op wat er binnen de school gebeurt. We hebben te maken met een veelheid van belanghebbenden en belangengroepen. Tal van maatschappelijke instellingen laten op een directe of een indirecte manier hun invloed gelden op ons reformatorisch onderwijs. We dienen ons kritisch op te stellen tegenover maatschappelijke krachten die tegen een Bijbelse levenswijze ingaan of deze belemmeren. Er wordt door het reformatorisch onderwijs veel waarde toegekend aan de relatie met de kerk en met het gezin. Er is sprake van een nauwe betrokkenheid tussen de school en de kerk enerzijds en de school en het gezin anderzijds. Het zal duidelijk zijn dat de ouders een belangrijke, zo niet de belangrijkste belangengroep zijn waar we dagelijks mee te maken hebben. Bovenstaande opmerkingen schetsen het belang van een goede afstemming en goede communicatie met de verschillende belangengroepen rondom de school. Om het in- en externe communicatieproces te stroomlijnen vanuit onze identiteit zijn er in een communicatieplan een aantal gedachten en principes ontwikkeld waaraan de gewenste communicatie met de verschillende belanghebbenden dient te voldoen. Communicatie raakt immers de identiteit, maar ook het imago van onze schoolorganisatie. Enkele belangrijke randvoorwaarden voor onze communicatie zijn: 1. In al onze communicatie dient onze identiteit tot uitdrukking te komen 2. In al onze communicatie dient het belang van het kind/ de kinderen centraal te staan.
8.2 Communicatielijnen richting ouders •
• • • • • • • •
41
Het bestuur stelt documenten en regelingen vast. Door de directeur worden deze gebruikt in de communicatie met de ouders. Hierbij gaat het om documenten als Schoolgids, Schoolplan, Jaarverslag en regelingen als de Klachtenregeling. De Identiteitsverklaring dient bij de aanmelding van elke leerling door elke ouder te worden ondertekend als onderdeel van het Toelatingsbeleid leerlingen. De ouders krijgen door middel van de Schoolgids zicht op het onderwijs dat de school biedt en welke resultaten dat oplevert. In het Jaarverslag treffen zij het beeld aan van de schoolsituatie in het achterliggende jaar. Door middel van de nieuwsbrieven en de websites van de scholen worden de ouders op de hoogte gehouden van het wel en wee op de school. Ten behoeve van de communicatie met schippersouders belegt de Bogermanschool jaarlijks enkele inloopmorgens; daarmee komt de school tegemoet aan het feit dat schippersouders vanwege hun varend bestaan minder gemakkelijk fysiek met de school kunnen communiceren dan walouders. Naast de informele contacten kennen we de geplande oudercontacten. De rapporten worden driemaal per jaar aan de ouders gepresenteerd (tweemaal in de groepen 1 en 2). Tijdens de contactavonden spreken leraren en ouders de rapporten van hun kind door, waarbij ook andere kindkenmerken aan de orde kunnen komen. De schippersouders worden op hun initiatief in voorkomende gevallen vertegenwoordigd door groepsopvoeders van het internaat. Ook bij andere gesprekken kunnen groepsopvoeders van het internaat de ouders vertegenwoordigen, maar altijd en uitsluitend op initiatief van de ouders. Ook voor de schippersouders zelf worden op de Bogermanschool contactmorgens belegd. Op verschillende momenten binnen onderwijs en zorg vinden consultatieve gesprekken met ouders plaats. De tweejaarlijkse ouderavond wordt door de school belegd met de bedoeling de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor opvoeding en onderwijs te communiceren en door middel van een levensbeschouwelijk of praktisch onderwerp nader te bepalen.
• • • • •
De school kent een Protocol Ouderbezoek. De schoolkrant of website is ook voor leraren een medium om, sámen met de kinderen, naar ouders te communiceren. De ouders zijn vertegenwoordigd in de Klachtencommissie. De procedure voor klachtenbehandeling staat in de Schoolgids. De regeling voor de klachtencommissie ligt ter inzage op school. Ouders communiceren ook onderling. De school streeft daarbij een wezenlijke en Bijbels gefundeerde onderlinge communicatie na. De onderlinge oudercontacten krijgen ondermeer gestalte tussen de ouders die allerlei inhoudelijke of ondersteunende taken binnen de school uitvoeren, maar ook buiten de school. Ouders communiceren met de school ook binnen de opgerichte medezeggenschapsraden.
8.3 Verantwoording Het domein van de publieke verantwoording begint de laatste jaren steeds meer aan belang te winnen. Enerzijds omdat de bekostigingssystematiek van het onderwijs totaal is veranderd en min of meer de organisaties tot verantwoording dwingt. In het kielzog van de gewijzigde bekostigingssystematiek is er ook sprake van deregulering. Hierdoor is de besteding van de middelen buiten het directe gezichtsveld van de overheid geraakt. En dat betekent dat er via een andere weg, de weg van de publieke verantwoording, controle wordt uitgeoefend. Enerzijds is er de overheid die een bepaalde omschreven verantwoording van de besteding der gelden aan de scholen oplegt, anderzijds zijn er de stakeholders die meer vragen naar hoe je je als onderwijsorganisatie manifesteert. En dat niet alleen als papieren verantwoording, maar concreet in elke activiteit die je als organisatie naar buiten neergezet hebt. Dit raakt de identiteit. Verantwoorden is dan ook vanuit de identiteit duidelijk maken waar we voor staan en waar we voor gaan en hoe we daaraan werken, zoeken naar draagvlak in de omgeving, laten zien welke resultaten we bereiken, leren van wat niet goed gaat en leren met alle belanghebbenden die bij de scholen betrokken zijn. We willen graag aan andere belanghebbenden laten zien wat we doen: transparant, open en eerlijk. Het gaat dus niet alleen om verticale verantwoording ( in de richting van de overheid), maar ook om horizontale verantwoording ( in de richting van interne en externe belanghebbenden). Het vindt plaats met de volgende middelen: • een strategisch beleidsplan (schoolplan), dat voor alle ouders is in te zien, waardoor de ouders en andere belanghebbenden informatie krijgen over de kwaliteit van het onderwijs • beschrijving van de veranderdoelen voor ouders en andere belanghebbenden in schoolgids en schoolkalender • het (financieel) jaarverslag voor de stakeholders • resultaten van (inspectie)onderzoeken, die ook op de website van de inspectie worden geplaatst
Ik ben Josefine Hartog en ik ben 12 jaar. Ik zit al 8 jaar op de Polyanderschool, en ik heb al die jaren het er erg naar mijn zin gehad. Iedere maand hebben we maandopening. Alle klassen komen dan bij elkaar en dan zingen we met ze allen, en horen we een verhaal uit de bijbel. Ook de sfeer in de klas is heel gezellig. Dat is trouwens in de hele school zo. Ook heb je in elke groep een paar excursie per jaar. Ook gaan we gezellig met ze allen op schoolreis. In groep acht ga je ook op kamp.
In groep 8 mag je al best veel dingen zelf doen. We hebben en groot plein waar elke groep op speelt. Op onze school heb je ook een bibliotheek waar voor alle kinderen leuken boeken staan. Als kinderen gepest worden doen meesters en juffrouws er alles aan om het goed te maken en dat is fijn voor de kinderen die gepest worden Diederik Hoogendoorn
42
Tenslotte Wie de voorgaande hoofdstukjes heeft gelezen zal het er mee eens zijn dat de Heere ons in ons dagelijks bezig zijn veel heeft gegeven. Het is niet de bedoeling dat daar een zekere zelfgenoegzaamheid uit spreekt. Want juist dat vele dat gegeven wordt, schept hoge verwachtingen en zorgt voor een grote verantwoordelijkheid. Wij belijden dat geheel ons doen en laten is doortrokken van de zonde. “Het ontkennen of relativeren van de zonde leidt tot overschatting van het cultuurproces”, schreef in de jaren tachtig mr. L. J. M. Hage. In deze voortrazende wereld die doortrokken is van de zonde is er ook een andere werkelijkheid. Deze wereld is er uiteindelijk voor één doel “opdat Zijn rijk vol worde”. Daarom mogen wij ons werk doen “Opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaaktelijk toegerust”. (2 Tim. 3:17). Deze opvoedkunde heeft niet de mens, maar Gods eer op het oog. “Want Uw is ’t Koninkrijk , o Heer’, Uw is de kracht, Uw is al d’eer. U, Die ons helpen wilt en kunt, Die in Uw Zoon, verhoring gunt, Die door Uw Geest ons troost en leidt, U zij de lof in eeuwigheid.”
43
Lijst met afkortingen VCORG ICT WSNS FPO Rijnmond BSOS LOVK DOS NOS ARBO LIO Fte OOP POP BAPO IPB GGD SMW SBD Korelon SEO PKO BZW EFJ SLA FA PSA LOF WMS
Vereniging voor Christelijk Onderwijs op Reformatorische Grondslag Informatie en communicatietechnologie Weer Samen naar School Federatie Primair Onderwijs regio Rijnmond Basisscholen Onderwijs aan Schipperskinderen Landelijk Onderwijs aan Varende Kleuters Directie overleg schippersscholen Netwerk onderwijs schippersscholen Arbeidsomstandigheden Leerkracht in opleiding Fulltime equivalent Onderwijs ondersteunend personeel Persoonlijk ontwikkelingsplan Bevordering Arbeidsparticipatie ouderen Integraal personeelsbeleid Gemeentelijke gezondheidsdienst Schoolmaatschappelijk werk Schoolbegeleidingsdienst Kinderopvang in relatie tot het onderwijs Schooleindonderzoek Periodiek Kwaliteitsonderzoek Begeleid zelfstandig werken Elektronisch Financieel Jaarverslag Service Level Agreement Financiële Administratie Personeels- en salarisadministratie Lokaal Onderwijs Forum Wet Medezeggenschap Scholen
44
achterkant