Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Stichting BrabantWonen Postbus 151 5340 AD Oss Telefoon (0412) 66 49 11 E-mail
[email protected]
Website www.brabantwonen.nl Mei 2015
iedereen lekker wonen
Voorwoord We leven in een tijd die vraagt om veranderingen, een beweging naar een meer duurzame samenleving. Veranderingen die ook BrabantWonen en onze huurders raken. Niet alleen zijn er demografische ontwikkelingen zoals de vergrijzing, die om verandering vragen. We hebben ook te maken met grote transities waarbij taken decentraal en met minder geld moeten worden opgelost. Vanuit onze missie ‘drijvende kracht achter goed wonen en leven’ voelen we ons uitgedaagd. Een goede basis voor iedereen vraagt om samenwerken en maatwerk. Lokale verankeringen en lokale afspraken staan daar bij centraal. Onze visie ‘Samen maken we het verschil’ is daarmee actueler dan ooit. Alle turbulentie om ons heen vraagt om het maken van keuzes en focus. Onze overtuiging over wat we graag willen zijn en onze attitude naar onze maatschappelijke omgeving veranderen niet. We kunnen alleen niet meer alles, in even grote omvang en intensiteit, tegelijk doen. De politieke, economische en maatschappelijke omstandigheden vragen om scherpere keuzes bij het vertalen van onze missie en visie naar concrete doelen. We laten ons hierbij leiden door onze klantvraag van vandaag, morgen en overmorgen. Niet het vastgoed is het uitgangspunt van ons denken. We starten bij de vragen en behoeften van onze huidige en toekomstige huurder. Samen, niet alleen vanuit zorg voor elkaar maar ook vanuit zeggenschap en invloed. We hebben altijd onze belanghouders nauw betrokken bij onze inzet. Ingegeven door de herziening van de woningwet en de parlementaire enquête wordt die lijn alleen maar sterker. Meer zeggenschap van gemeentes en huurders op de keuzes die BrabantWonen maakt is nu verankerd in de wet. Tegelijkertijd zien we een steeds complexere systeemwereld ontstaan met meer regels en verantwoording. We moeten nog meer investeren in het creëren van begrip en draagvlak. Uitleggen wat we doen en waarom we het doen… dat doen we graag! 2014… Het jaar van de verhuurdersheffing en parlementaire enquête. Het jaar waarin we hebben bezuinigd, een reorganisatie hebben doorgevoerd en afscheid hebben genomen van collega’s. We ontwikkelen BrabantWonen tot een kleinere en wendbare organisatie. Ook het jaar waarin we 180 woningen, een ontmoetingsruimte voor mensen met een verstandelijke beperking en een buurthuis hebben opgeleverd. Waarin we honderden woningen ingrijpend hebben verbeterd en duurzamer hebben gemaakt. Waarin we met herstructurering actief waren. Waarin we 528 woningen, 21 kavels en 6.411 m2 maatschappelijk vastgoed in aanbouw hadden. Waarin we in de prijzen zijn gevallen; ‘BrabantWonen, de meest maatschappelijke organisatie van ‘s-Hertogenbosch’ en bij de laatste drie genomineerden voor de Brabantse Cultuurprijs eindigden. Kortom, het jaar waarin we met minder mensen, mooie resultaten hebben behaald. 2014 was geen gemakkelijk jaar. Ik ben daarom trots op onze medewerkers. Zij maken ondanks de reorganisatie en het negatieve sentiment over corporaties, iedere dag weer het verschil in buurten en wijken door maatwerk te leveren. We zijn daarbij zeker niet foutloos, maar luisteren goed naar onze klanten en belanghouders en proberen te doen wat nodig is. Niet gemakkelijk, maar wel fris, met de blik op de toekomst, met volop nieuwe kansen en uitdagingen! Met vriendelijke groet,
Ir. H.M.H. Windmüller algemeen directeur
2
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Inhoudsopgave Voorwoord.............................................................................................................................................................................2 Hoofdstuk 1: De prestaties in 2014 in vogelvlucht........................................................................................................9 Hoofdstuk 2: Resultaat door verbinden........................................................................................................................ 12 2.1 Inleiding................................................................................................................................................................. 13 2.2
Landelijke ontwikkelingen.................................................................................................................................. 13
2.3
Onze missie, visie en kernwaarden.................................................................................................................. 14
2.4
Onze doelen.......................................................................................................................................................... 15
Hoofdstuk 3: Samen maken we het verschil................................................................................................................. 16 3.1 Inleiding..................................................................................................................................................................17 3.2
Invloed van huurders op beleid en werkwijze..................................................................................................17
3.3 Gemeenten.............................................................................................................................................................17 3.4
BrabantWonen en BrabantZorg.........................................................................................................................17
3.5 Woningcorporaties.............................................................................................................................................. 19 Hoofdstuk 4: Behaalde resultaten 2014....................................................................................................................... 20 4.1 Inleiding................................................................................................................................................................. 21 4.2
Voldoende, betaalbare en kwalitatief goede woningen................................................................................ 21
4.2.1
Typering woningvoorraad.......................................................................................................................................... 23
4.2.2
Betaalbare woningen.................................................................................................................................................. 23
4.2.3
Kwalitatief goede woningen...................................................................................................................................... 26
4.2.4
Voldoende passende woningen................................................................................................................................ 29
4.2.5 Regio............................................................................................................................................................................... 34 4.2.6
Belangrijkste resultaten
Voldoende, betaalbare en kwalitatief goede woningen...................................................................................... 35
4.3
Tevreden klanten................................................................................................................................................ 35
4.3.1
Klanttevredenheid meten.......................................................................................................................................... 35
4.3.2
Interne en klantprocessen..........................................................................................................................................37
4.3.3
Omgaan met klachten................................................................................................................................................. 40
4.3.4
Belangrijkste resultaten Tevreden klanten............................................................................................................ 40
4.4
Leefbare wijken met adequate voorzieningen.............................................................................................. 40
4.4.1
Wijkaanpak en herstructurering............................................................................................................................... 40
4.4.2 Leefbaarheid................................................................................................................................................................. 43 4.4.3
Adequaat voorzieningenniveau................................................................................................................................ 44
4.4.4 Bewonersparticipatie: invloed van huurders op beleid en werkwijze.............................................................. 45 4.4.5
Belangrijkste resultaten Leefbare wijken met adequate voorzieningen........................................................ 46
4.5
Zo lang mogelijk, zo plezierig mogelijk thuis wonen................................................................................... 46
4.5.1 Ontwikkelingen............................................................................................................................................................. 47 4.5.2
3
Resultaten 2014............................................................................................................................................................ 47
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
4.5.3
Belangrijkste resultaten Zo lang mogelijk zo thuis mogelijk wonen................................................................ 49
4.6
Lerende organisatie met slagkracht............................................................................................................... 49
4.6.1
Programmamanagement en projectmatig werken.............................................................................................. 49
4.6.2 Interne processen........................................................................................................................................................ 49 4.6.3
Coachend leiderschap en stimuleren eigenaarschap.......................................................................................... 50
4.6.4 Belangrijkste resultaten ‘Lerende organisatie met slagkracht’........................................................................ 50 Hoofdstuk 5: Bestuur en organisatie............................................................................................................................. 51 5.1 Inleiding................................................................................................................................................................. 51 5.2
Het besturen van BrabantWonen..................................................................................................................... 52
5.3
Personeel en Organisatie.................................................................................................................................. 53
5.4 Organisatiestructuur......................................................................................................................................... 58 5.5
Verslag van de Ondernemingsraad................................................................................................................. 60
5.6
Intern toezicht: verslag van de Raad van Commissarissen........................................................................ 63
5.6.1
De RvC als werkgever................................................................................................................................................. 63
5.6.2
De RvC als toezichthouder........................................................................................................................................ 64
5.6.3
De Raad als adviseur....................................................................................................................................................67
5.6.4
De RvC: samenstelling en kerncommissies............................................................................................................ 68
5.6.5 Verklaring.......................................................................................................................................................................74 Hoofdstuk 6: Financieel Verslag.....................................................................................................................................75 6.1
Financieel beleid en sturing...............................................................................................................................76
6.2
Financiële continuïteit gewaarborgd...............................................................................................................76
6.3 Treasury................................................................................................................................................................ 78 6.4 Risicomanagement............................................................................................................................................. 80 6.4.1
Projecten........................................................................................................................................................................ 80
6.4.2 Treasury.......................................................................................................................................................................... 81 6.4.3
Verbonden partijen...................................................................................................................................................... 83
6.4.4 Fiscaliteit........................................................................................................................................................................ 87 Hoofdstuk 7: Jaarrekening 2014.................................................................................................................................... 89 1.
Geconsolideerde balans per 31 december 2014........................................................................................... 90
2.
Geconsolideerde winst- en verliesrekening over 2014................................................................................ 92
3.
Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2014.................................................................................................... 93
4.
Algemene toelichting......................................................................................................................................... 95
4.1 Algemeen............................................................................................................................................................. 95 4.2 Groepsverhoudingen.......................................................................................................................................... 95 4.3
Grondslagen voor consolidatie........................................................................................................................ 95
4.4
Acquisities en desinvesteringen van groepsmaatschappijen.................................................................... 97
4.5 Schattingen.......................................................................................................................................................... 98 5.
4
Grondslagen voor waardering van activa en passiva.................................................................................. 98
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
5.1
Vergelijking met voorgaand jaar...................................................................................................................... 98
5.2
Regelgeving......................................................................................................................................................... 98
5.2.1
Verwerking verplichtingen......................................................................................................................................... 98
5.3
Immateriële vaste activa................................................................................................................................... 99
5.3.1 ICT-software................................................................................................................................................................... 99 5.4
Materiële vaste activa....................................................................................................................................... 99
5.4.1
Algemene uitgangspunten......................................................................................................................................... 99
5.4.2
Sociaal vastgoed in exploitatie................................................................................................................................. 99
5.4.3
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie................................................................................104
5.4.4
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie.......................................................................104
5.5 Vastgoedbeleggingen........................................................................................................................................104 5.5.1
Algemene uitgangspunten........................................................................................................................................105
5.5.2
Commercieel vastgoed in exploitatie.....................................................................................................................105
5.5.3
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden...............................................................................................106
5.5.4
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de eigen exploitatie..........................................................................107
5.6
Financiële vaste activa..................................................................................................................................... 107
5.6.1
Deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend.........................................................107
5.6.2
Andere deelnemingen................................................................................................................................................108
5.6.3
Vorderingen op maatschappijen waarin wordt deelgenomen.........................................................................108
5.6.4
Latente belastingvorderingen.................................................................................................................................108
5.6.5
Leningen u/g................................................................................................................................................................108
5.6.6
Overige vorderingen..................................................................................................................................................108
5.6.7
Bijzondere waardeverminderingen van financiële vaste activa......................................................................108
5.7 Voorraden............................................................................................................................................................109 5.7.1
Vastgoed bestemd voor de verkoop.......................................................................................................................109
5.7.2
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop..........................................................................................109
5.7.3 Voorraden ....................................................................................................................................................................109 5.8
Onderhanden projecten ...................................................................................................................................109
5.9 Vorderingen.........................................................................................................................................................110 5.10
Liquide middelen.................................................................................................................................................110
5.11
Groepsvermogen en aandeel derden..............................................................................................................110
5.12 Voorzieningen ....................................................................................................................................................110 5.12.1
Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen......................................................................110
5.12.2 Voorziening latente belastingverplichtingen......................................................................................................... 111 5.12.3 Voorziening reorganisatiekosten.............................................................................................................................. 111 5.12.4 Voorziening deelnemingen......................................................................................................................................... 111 5.13 Schulden................................................................................................................................................................ 111 6.
Grondslagen voor bepaling van het resultaat............................................................................................... 117
6.1 Algemeen............................................................................................................................................................. 112 6.1.1
Opbrengstverantwoording algemeen...................................................................................................................... 112
6.1.2
Bijzondere posten........................................................................................................................................................ 112
6.2 Bedrijfsopbrengsten........................................................................................................................................... 112 6.2.1 Huuropbrengsten......................................................................................................................................................... 112 6.2.2
5
Opbrengsten servicecontracten............................................................................................................................... 113
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
6.2.3
Wijzigingen in voorraad vastgoed bestemd voor de verkoop en onderhanden projecten......................... 113
6.2.4
Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille....................................................................................................... 113
6.2.5
Overige waardeveranderingen immateriële vaste activa en
vastgoedportefeuille (Bedrijfsopbrengsten)..........................................................................................................114
6.2.6
Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf..............................................................................114
6.3 Bedrijfslasten......................................................................................................................................................114 6.3.1
Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille................................................................114
6.3.2
Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille...................................114
6.3.3
Lonen en salarissen en sociale lasten.....................................................................................................................114
6.3.4 Pensioenlasten............................................................................................................................................................. 115 6.3.5
Lasten onderhoud........................................................................................................................................................ 115
6.3.6 Leefbaarheid................................................................................................................................................................. 115 6.3.7
Overige bedrijfslasten................................................................................................................................................. 115
6.3.8
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille...................................................................... 115
6.3.9
Uit de overige reserves vrijgevallen gerealiseerde herwaardering................................................................. 115
6.3.10 Rentebaten en rentelasten........................................................................................................................................ 116 6.3.11
Activeren van rentelasten.......................................................................................................................................... 116
6.3.12 Belastingen.................................................................................................................................................................... 116 6.3.13 Financiële instrumenten en risicobeheersing....................................................................................................... 116 7.
Belangrijke inschattingen ten aanzien van waardering en resultaatbepaling........................................118
7.1
Waardering vaste activa....................................................................................................................................118
7.1.1
Materiële vaste activa, actuele waarde..................................................................................................................118
7.1.2
Vastgoedbeleggingen, reële waarde.......................................................................................................................118
7.1.3
Timing en verwerking van onrendabele investeringen nieuwbouw en herstructurering...........................118
7.2
Verwerking fiscaliteit......................................................................................................................................... 119
8. Kasstroomoverzicht........................................................................................................................................... 119 9.
Toelichting op de geconsolideerde balans....................................................................................................120
9.1
Immateriële vaste activa..................................................................................................................................120
9.2
Materiële vaste activa....................................................................................................................................... 121
9.3 Vastgoedbeleggingen........................................................................................................................................ 125 9.4
Financiële vaste activa..................................................................................................................................... 127
9.4.1 Deelnemingen..............................................................................................................................................................128 9.4.2
Latente belastingvordering(en)...............................................................................................................................128
9.4.3
Leningen u/g................................................................................................................................................................129
9.5 Voorraden............................................................................................................................................................ 129 9.6
Onderhanden projecten....................................................................................................................................130
9.7 Vorderingen......................................................................................................................................................... 131 9.7.1 Debiteuren .................................................................................................................................................................... 131
6
9.7.2
Vorderingen op gemeenten....................................................................................................................................... 131
9.7.3
Vorderingen op maatschappijen waarin wordt deelgenomen......................................................................... 132
9.7.4
Belastingen en premies sociale verzekeringen................................................................................................... 132
9.7.5
Overige vorderingen.................................................................................................................................................. 133
9.7.6
Overlopende activa.................................................................................................................................................... 133
9.8
Liquide middelen................................................................................................................................................ 133
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
9.9 Groepsvermogen................................................................................................................................................134 9.9.1
Eigen vermogen..........................................................................................................................................................134
9.9.2
Aandeel derden...........................................................................................................................................................134
9.10 Voorzieningen.....................................................................................................................................................134 9.10.1
Voorziening onrendabele complexen..................................................................................................................... 135
9.10.2 Voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw......................................................................................... 135 9.10.3 Voorziening latente belastingverplichting............................................................................................................ 136 9.10.4 Voorziening reorganisatiekosten............................................................................................................................ 136 9.10.5 Voorziening deelnemingen....................................................................................................................................... 136 9.11
Langlopende schulden...................................................................................................................................... 137
9.11.1
Leningen overheid en kredietinstellingen............................................................................................................. 137
9.11.2
Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden........................................ 139
9.11.3
Schulden aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen.............................................................................140
9.12
Kortlopende schulden.......................................................................................................................................140
9.13
Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen............................................................................... 141
9.13.1 Huurverplichtingen...................................................................................................................................................... 141 9.13.2 Investeringsverplichtingen........................................................................................................................................ 141 9.13.3 Onderhoudsverplichtingen........................................................................................................................................ 141 9.13.4 Heffing saneringsfonds.............................................................................................................................................. 141 9.13.5 WSW Obligo................................................................................................................................................................... 141 9.13.6 Borgstelling..................................................................................................................................................................142 9.13.7 Overige aansprakelijkheidsverplichtingen............................................................................................................142 9.13.8 Zekerheden..................................................................................................................................................................142 9.14
Verbonden partijen............................................................................................................................................142
10.
Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening...................................................................143
10.1 Huuropbrengsten...............................................................................................................................................143 10.2
Opbrengsten servicecontracten.....................................................................................................................144
10.3 Overheidsbijdragen...........................................................................................................................................144 10.4
Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille..............................................................................................144
10.5
Geactiveerde productie eigen bedrijf............................................................................................................145
10.6
Overige bedrijfsopbrengsten...........................................................................................................................145
10.7
Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille........................................................146
10.8
Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille............................146
10.9 Onderhoudslasten............................................................................................................................................. 147 10.10 Leefbaarheid.......................................................................................................................................................148
7
10.11
Lasten servicecontracten................................................................................................................................148
10.12
Overige bedrijfslasten......................................................................................................................................149
10.13
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille..............................................................150
10.14
Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten.......................................................................................... 151
10.15
Rentelasten en soortgelijke kosten................................................................................................................152
10.16
Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening...............................................................................152
10.17
Resultaat deelnemingen................................................................................................................................... 153
10.18
Overzicht van het totaalresultaat van de Groep......................................................................................... 153
11.
Enkelvoudige balans per 31 december 2014................................................................................................154
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
12.
Enkelvoudige winst- en verliesrekening over 2014.....................................................................................156
13.
Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2014 en winst- en verliesrekening over 2014...... 157
13.1
Algemene toelichting........................................................................................................................................ 157
13.2
Grondslagen van waardering en bepaling van het resultaat..................................................................... 157
13.2.1
Deelnemingen in groepsmaatschappijen en resultaat deelnemingen in groepsmaatschappijen........... 157
13.2.2 Vorderingen en schulden op groepsmaatschappijen......................................................................................... 157 13.3
Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2014................................................................. 157
13.3.1
Financiële vaste activa..............................................................................................................................................158
13.3.2 Vorderingen.................................................................................................................................................................. 159 13.3.2.1 Debiteuren ................................................................................................................................................................... 159 13.3.2.2 Vorderingen op maatschappijen waarin wordt deelgenomen.........................................................................160 13.3.2.3 Overige vorderingen..................................................................................................................................................160 13.3.2.4 Overlopende activa....................................................................................................................................................160 13.3.3 Liquide middelen.......................................................................................................................................................... 161 13.3.4 Eigen vermogen........................................................................................................................................................... 161 13.3.5 Voorzieningen deelnemingen..................................................................................................................................162 13.3.6 Kortlopende schulden................................................................................................................................................162 13.4
Toelichting op de enkelvoudige winst- en verliesrekening over 2014 .................................................... 163
13.4.1
Opbrengsten servicecontracten..............................................................................................................................163
13.4.2 Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille...............................................................163 13.4.3 Onderhoudslasten......................................................................................................................................................164 13.4.4 Lasten servicecontracten.........................................................................................................................................164 13.4.5 Overige bedrijfslasten................................................................................................................................................165 13.4.6 Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten................................................................................................166 13.4.7 Rentelasten en soortgelijke kosten.........................................................................................................................166 13.4.8 Resultaat deelnemingen............................................................................................................................................166 14.
Overige informatie............................................................................................................................................ 167
14.1 Werknemers........................................................................................................................................................ 167 14.2
Bestuurders en commissarissen..................................................................................................................... 167
14.3
WNT-verantwoording 2014 BrabantWonen...................................................................................................168
15.
Overige gegevens.............................................................................................................................................. 172
15.1
Statutaire resultaatbestemming.................................................................................................................... 172
15.2
Toelichting herzieningswet.............................................................................................................................. 172
15.3
Toelichting fusie................................................................................................................................................. 173
16.
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant............................................................................... 174
Bijlage 1: Belanghouders Stichting BrabantWonen................................................................................................... 176 Bijlage 2: Jaarverslag Klachtencommissie................................................................................................................. 178 Bijlage 3: Gegevens BrabantWonen............................................................................................................................... 18
8
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Hoofdstuk 1: De prestaties in 2014 in vogelvlucht
9
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
BrabantWonen in 2014 Organisatorische veranderingen binnen en ondertussen buiten veel blijven verrichten. Zo kunnen we 2014 samenvatten. Belangrijke aandachtspunten in het verslagjaar waren: • betaalbaarheid en beschikbaarheid van woningen: nieuw huurbeleid, herijking portfoliostrategie, nieuwe financiële kaders nieuwbouw • organisatorische veranderingen met het doel de organisatie wendbaar en fitter te maken: reorganisatie, implementatie nieuwe organisatiestructuur, leiderschapsontwikkeling en bevorderen eigenaarschap, verankeren projectmatig werken en programmamanagement in onze werkwijzen • samenwerking BrabantZorg: nieuwe gezamenlijke huisvesting voor centrale afdelingen en evalueren van de samenwerking en de daarmee samenhangende constructie ZorgGoedBrabant (2); dit laatste leidde in 2015 tot een verkenning naar een mogelijke fusie tussen de vastgoedstichtingen ZorgGoedBrabant (2) met BrabantWonen. • het anticiperen op de gevolgen van wet- en regelgeving, zoals de verhuurderheffing, WNT, Herzieningswet.
Resultaten Ondernemingsdoelen Voldoende, kwalitatief goede en betaalbare woningen • We werkten aan betaalbaarheid van wonen: 63% valt onder de eerste aftoppingsgrens voor huurtoeslag en we maakten 447 woningen energiezuiniger. • We zijn ook begonnen met pilots voor het plaatsen voor zonnepanelen. • We leverden 180 nieuwbouwwoningen op en verkochten 21 bouwkavels en 113 woningen uit bestaande voorraad. • De mutatiegraad steeg in Oss met 0,5% naar 7,1%. Doordat we in ‘s-Hertogenbosch minder nieuwbouw opleverden, daalde daar de mutatiegraad met 1,7% naar 10,5% • We hebben onze portfoliostrategie herijkt en huurbeleid vernieuwd. • Met de gemeente ’s-Hertogenbosch en het Stedelijke Huurdersplatform hebben we een woonlastenakkoord gesloten. Tevreden klanten • We hebben het verhuurmutatieproces verder verbeterd. • We hebben de inkomensafhankelijke huurverhoging toegepast. • De nieuwe regels ZAV-beleid zijn geïmplementeerd. • We hebben het verkoopproces geïmplementeerd. • We hebben duidelijkheid gegeven over collectieve verwarmings- en WKO-installaties onder andere door de warmtewet te vertalen naar informatie voor de klanten. Leefbare wijken met adequate voorzieningen • In Oss: • werkten we in vijf buurten aan een wijkaanpak
10
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
• leverden we het multifunctionele wijkcentrum in de Maria Gorettischool op. • In ’s-Hertogenbosch: • zetten we flinke stappen in de herstructuring en renovatie in 9 wijken, met oplevering van nieuwbouw en renovaties in onder meer Boschveld, Eikendonk, Orthen-Links, Barten Zuid, Kruiskamp en Schutskamp. • We stimuleerden ontmoeting en onderlinge verbondenheid. We zetten hiervoor het Buurtcultuurfonds in, waarvoor vooral van bewoners(groepen) aanvragen komen. • We zijn gestart met de uitvoering van de punten uit het participatiebeleid, onder meer met een nieuwe Klankbordgroep in Oss. • We leverden in ’s-Hertogenbosch een ontmoetingsruimte voor de doelgroep op van Cello in Deuteren. Zo lang mogelijk zo thuis mogelijk wonen • We werkten met BrabantZorg de programmanotitie uit voor ‘zo lang mogelijk, zo plezierig mogelijk thuis wonen’, deze geeft richting aan onze verdere samenwerking. • We ondersteunden bewonersinitiatieven en werkten samen met Wijkpunten (Oss), Wijkpleinen (‘s-Hertogenbosch) en de nieuwe sociale wijkteams. • We reageren alert op de gevolgen van de extramuralisering waarbij een groeiende groep huurders mogelijk knelpunten ondervindt bij het zelfstandig wonen en zetten ons in voor preventie. Lerende organisatie met slagkracht • We hebben programmamanagement en projectmatig werken geoptimaliseerd. • We ontwikkelen ons beleid van begroten naar budgetteren. • We hebben de inkoopfunctie binnen onze organisatie professioneler gemaakt. • We werkten aan meer eigenaarschap en leiderschapsontwikkeling.
11
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Hoofdstuk 2: Resultaat door verbinden
12
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
2.1
Inleiding
Landelijke ontwikkelingen hebben een grote impact op ons werk. We voeren veranderingen door, onder andere als gevolg van maatregelen van het Rijk, waarbij we blijven inzetten op goed wonen en leven in de buurten en wijken waar onze woningen staan. Hierin willen we immers het verschil maken. Wat we doen is gebaseerd op ons ondernemingsplan ‘Resultaat door verbinden 2012-2016’. We streven naar resultaten vanuit onze visie ‘Samen maken we het verschil’. Het is een visie die juist in deze tijd van overheidsbezuinigingen op het maatschappelijk middenveld nodig is. We moeten samen meer doen met minder. In dit hoofdstuk schetsen we de landelijke ontwikkelingen die invloed hebben op ons werk. Daarna staan we stil bij onze missie, visie, kernwaarden en doelstellingen.
2.2
Landelijke ontwikkelingen
Een spannend jaar voor woningcorporaties. Zo mogen we 2014 wel noemen. Na lang wachten behandelde de Tweede Kamer de herziening van de Woningwet en de novelle van minister Blok. Daarnaast werden in het najaar met veel publiciteit de bevindingen van de parlementaire enquêtecommissie Woningcorporaties gepresenteerd. Novelle en herziening van de Woningwet Duidelijk is dat de herziening van de Woningwet ingrijpende gevolgen heeft voor corporaties. Inmiddels is het concept van de Algemene Maatregel van Bestuur van de novelle gepubliceerd. De belangrijkste gevolgen zijn: • de minister scherpt het werkdomein van corporaties verder aan • de positie van de huurders(organisaties) verbetert • onze relatie met gemeenten verandert • corporaties moeten DAEB (met name sociale huurwoningen) en niet-DAEB (middeldure huur- en goedkope koopwoningen) administratief of juridisch scheiden • er komen aanvullende eisen aan governance, zoals een toets van geschiktheid voor bestuurders en commissarissen • het externe toezicht wordt anders vormgegeven. De veranderingen zijn complex. De voorbereidingen om invulling te geven aan alle wijzigingen zijn in het verslagjaar gestart. De implementatie van alle consequenties van de nieuwe wet- en regelgeving duurt enkele jaren. Parlementaire enquête Woningcorporaties Eind oktober bracht de parlementaire enquêtecommissie Woningcorporaties rapport uit. De commissie deed onderzoek naar het functioneren van het stelsel van woningcorporaties. Aanleiding: de financiële problemen bij Vestia en eerdere incidenten bij woningcorporaties. Het onderzoek van de commissie bestrijkt de periode vanaf de verzelfstandiging van woningcorporaties (halverwege jaren 90) tot nu. De enquêtecommissie deed een literatuurstudie, legde werkbezoeken af en heeft een groot aantal getuigen en deskundigen onder ede gehoord. Onder hen corporatiedirecteuren, commissarissen, toezichthouders, ambtenaren en politici uit de Tweede Kamer en het kabinet. De openbare verhoren vonden in juni en juli plaats.
13
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
De enquêtecommissie deed in haar rapport onder andere aanbevelingen over het beperken van de activiteiten van de corporaties. De Tweede Kamer heeft het rapport en de Herzieningswet gelijktijdig behandeld. Alle aangenomen wijzigingen zijn verwerkt in de nieuwe tekst van de Herzieningswet van eind december 2014. Ontbijtsessies met maatschappelijke partners Voorafgaand aan de openbare verhoren van de enquêtecommissie organiseerden we ontbijtsessies met onze maatschappelijke partners. Dit deden we samen met collega-corporaties Area, Kleine Meierij, Mooiland en Zayaz. We spraken met wethouders en bestuurders van zorgpartijen en welzijnsinstellingen over de parlementaire enquête, de veranderende rol van corporaties en de visie van onze partners hierop.
2.3
Onze missie, visie en kernwaarden
Onze missie, visie en kernwaarden zeggen alles over de houding en het gedrag waar onze bewoners en partners op mogen rekenen. Ze gaan over onze identiteit, over wie BrabantWonen in wezen is. Het zijn principes waar onze omgeving ons altijd op mag aanspreken. Onze missie
Drijvende kracht achter goed wonen en leven BrabantWonen daagt uit, inspireert en jaagt aan. En desnoods duwen en trekken we in het belang van goed wonen en leven van onze klanten. Het gaat daarbij nadrukkelijk niet alleen om goed wonen, maar ook om goed leven. Corporaties zijn anderhalve eeuw geleden ontstaan om aan de sociale vraagstukken van toen te werken. Nu gaat het om de sociale vraagstukken van dit moment. Dat betekent aandacht voor wonen in de breedste zin van het woord. Onze visie
Samen maken we het verschil De samenleving rekent in toenemende mate op ons en kán ook op ons rekenen. Wij zetten onze capaciteit in om de leef- en woonsituatie van mensen te verbeteren. Vandaag, morgen en overmorgen. Wij vervullen een voortrekkersrol om, samen met anderen, de leefbaarheid van buurten te verbeteren en goede voorzieningen voor zorg en welzijn te realiseren. Onze kernwaarden
Met respect voor mens en omgeving Dit zegt alles over onze motivatie. We gaan respectvol met elkaar om. We zijn gericht op duurzaamheid. Het verplicht ons op ieder moment zorgvuldig om te gaan, zowel met de mensen waarvoor, als de omgeving waarin wij onze dingen doen.
Gepassioneerd betrokken bij de samenleving Zo staan we in de wereld. Onze betrokkenheid is nooit vrijblijvend en nooit onderhandelbaar. Gepassioneerd voegt daar onze gedrevenheid aan toe. Samen staan ze model voor onze bereidheid grensverleggend te werken aan buurten en wijken, met en voor de bewoners.
14
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Open en aanspreekbaar Dit zegt alles over onze houding. We zoeken actief de dialoog en gaan de confrontatie niet uit de weg. We nodigen en dagen partners uit om met ideeën te komen. We luisteren naar onze samenwerkingspartners en naar onze klanten. We zijn zichtbaar in de wijken en buurten, aanspreekbaar voor iedereen. We doen wat we zeggen en zeggen wat we doen.
2.4
Onze doelen
Om de vier jaar stellen we ons ondernemingsplan vast. Hierin formuleren we waar voor ons in de komende periode het accent ligt en hoe we daar aan willen werken. We richten ons op de doelen uit het ondernemingsplan en werken zo aan een goed woon- en leefklimaat in de buurten en wijken waar onze woningen staan, in Oss en ’s-Hertogenbosch. We richten ons meer dan voorheen op de maatschappelijke effecten van ons handelen. Dat doen we door middel van programmamanagement: we bezien projecten in onderlinge samenhang en houden een duidelijke focus op wat we willen bereiken. Door overzicht, samenhang en duidelijke prioriteiten kunnen we de dynamiek in onze organisatie stroomlijnen. Uiteindelijk leidt dit tot effectiever en doelmatiger werken. Het huidige ondernemingsplan is van eind 2011. Toen stelden het bestuur en de Raad van Commissarissen ‘Resultaat door verbinden 2012-2016’ vast. Hierin leggen we de focus op vijf doelen waar we de komende periode aan werken. Deze hebben we uitgewerkt in vijf programma’s: • Voldoende, kwalitatief goede en betaalbare woningen • Tevreden klanten • Leefbare wijken met een adequaat voorzieningenniveau • Zo lang mogelijk zo thuis mogelijk wonen • Lerende organisatie met slagkracht Deze programma’s bestaan uit projecten waarmee we de in het ondernemingsplan verwoorde veranderingen voor elkaar willen krijgen. Jaarlijks maken we met het vaststellen van de begroting scherpe keuzes. Deze kritische houding werpt vruchten af, merken we. Ons activiteitenplan, dat we voordat we het vaststellen met onze partners bespreken, en de begroting zijn realistisch. Wat we ons voornemen, kunnen we realiseren. En beloftes komen we na.
15
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Hoofdstuk 3: Samen maken we het verschil
16
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
3.1
Inleiding
We kunnen grote maatschappelijke vraagstukken alleen oppakken als we dit samen met andere organisaties doen. Daarvan zijn we ons bewust. Iedere schakel in maatschappelijke ketens, zoals wonen-welzijn-zorg en wonen-leefbaarheid-veiligheid, heeft cruciale waarde. Daarom zijn we voortdurend in overleg met uiteenlopende maatschappelijke organisaties. Het overleg met onze belanghouders heeft een belangrijke plek in de cyclus van planning & control. We halen eerst input op bij onze belanghouders. Dit verwerken we in ons activiteitenplan. Daarna bespreken we onze plannen voor het komende jaar met onze belanghouders, voordat we het ter goedkeuring voorleggen aan de Raad van Commissarissen. We proberen telkens afspraken te maken om de onderlinge samenwerking in de toekomst verder te verbeteren. Dit hoofdstuk schetst met welke belanghouders wij het meest samenwerken en welke ontwikkelingen wij met hen doormaakten in 2014. Een compleet overzicht van onze formele belanghouders hebben wij opgenomen in bijlage 1.
3.2
Invloed van huurders op beleid en werkwijze
Dankzij de invloed van huurders op ons beleid en onze werkwijze maken we het verschil. Huurders en bewoners kunnen binnen BrabantWonen op diverse manieren participeren. Dit varieert van het discussiëren over lange termijn beleid op concernniveau, tot het participeren op lokaal niveau, tot het meedenken op complexniveau. Daarnaast zoeken we op projectniveau naar passende participatievormen; klantenpanels zijn daar een voorbeeld van. We bekijken per project welke vorm passend is en aansluit op de wensen van de participanten. In paragraaf 4.4.4 lichten we toe hoe dit in 2014 gestalte kreeg.
3.3 Gemeenten De gemeenten zijn belangrijke partners bij het realiseren van onze doelen. Met de gemeenten Oss en ’s-Hertogenbosch overleggen wij over verschillende onderwerpen op diverse prestatievelden. Deze liggen op het terrein van wonen, zorg, welzijn, veiligheid, duurzaamheid en leefbaarheid. De gemeente Oss deed in 2014 een aanzet tot een manifest waarin wij gezamenlijk afspraken maken. Het gaat om de effecten die we op hoofdlijnen nastreven. Het manifest is een uitwerking van de Osse woonvisie en vervangt de gedetailleerde prestatieafspraken die we voorheen maakten. In ’s-Hertogenbosch werken we ook aan een nieuwe manier om tot afspraken te komen. Centraal staan: sturen op maatschappelijke effecten, wederkerigheid in afspraken, werken vanuit eigen kracht en verbreding naar afspraken met andere partijen waar nodig. In 2014 zijn afspraken gemaakt over woonlasten en woonruimteverdeling. Deze lijn is een uitvloeisel van het essay ‘De kunst van het samenleven’ van enkele jaren geleden. In 2015 willen we komen tot een woonakkoord. De beleidsvoorbereiding en bewaking van de uitvoering liggen bij het bestuurlijk partijenoverleg. Hierin zijn corporaties, de gemeente en het Stedelijk Huurdersplatform vertegenwoordigd.
3.4
BrabantWonen en BrabantZorg
Intensief optrekken met belanghouders kan uitgroeien tot een bijzondere en duurzaam verankerde samenwerking. Dat blijkt uit de samenwerking tussen BrabantWonen en BrabantZorg. De samenwerking met BrabantZorg is bijzonder en uniek, maar niet exclusief. Bij de integrale gebiedsgerichte aanpak van leefbaarheidsvraagstukken nodigen wij ook andere (zorg)partijen uit om met ons samen te werken. BrabantWonen ontwikkelt en verhuurt ook intramuraal vastgoed aan andere zorginstellingen.
17
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
BrabantZorg is een zorginstelling die in naam en beeldmerk duidelijk herkenbaar is als partner van BrabantWonen. We slaan nadrukkelijk de handen ineen vanuit een gedeelde missie: mensen helpen om zo lang, zo plezierig en zo thuis mogelijk te leven en wonen, in een veilige leefomgeving. Als dat niet meer gaat, streven we minimaal naar behoud van eigen regie. Waar mogelijk en waar dat nodig is werken we samen met één of meer welzijnsorganisaties. We staan voor een pragmatische aanpak, waarbij samenwerking met lokale partijen en bewoners essentieel is. In 2014 definieerden we op twee thema’s onze gezamenlijke ambities voor de komende jaren: sturen op vastgoed en dienstverlening gericht op zo lang mogelijk zo zelfstandig wonen. Wijzigen samenwerkingsstructuur De bijzondere samenwerking tussen BrabantWonen en BrabantZorg is in 2006 en 2010 geëffectueerd door deelname van BrabantWonen in respectievelijk ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2; twee stichtingen waarin het vastgoed waar BrabantZorg de zorg verleent, is ondergebracht. Het politieke en economische klimaat is de laatste paar jaar aan enorme veranderingen onderhevig. Hierdoor kan de huidige structuur van ZorgGoedBrabant (2) geen standhouden. Want de afgelopen jaren hebben de twee vastgoedstichtingen te maken gekregen met: • sterke verhoging van de fiscale kosten • moeizaam verkrijgen van financiering voor investeringen ten behoeve van vastgoed • steeds complexer en beperkender worden van wet- en regelgeving (fiscale wetgeving en de nieuwe Woningwet). Daarom hebben we in 2014 besloten om alternatieve, toekomstbestendige samenwerkingsstructuren te onderzoeken. Tijdens deze grondige analyse hebben wij samen met externe adviseurs meerdere scenario’s tegen het licht gehouden. Begin 2015 hebben de verschillende besturen en toezichthouders het principebesluit genomen om de twee vastgoedstichtingen te laten fuseren met BrabantWonen. We streven ernaar dit proces in 2015 af te ronden. Om de samenwerking tussen BrabantWonen en BrabantZorg duurzaam te borgen vernieuwen we onze samenwerkingsovereenkomst. Voor klanten van BrabantWonen en de cliënten van BrabantZorg verandert er niets. We blijven zoals nu het geval is samenwerken op allerlei terreinen en ook met andere partijen. Gezamenlijke huisvesting In het verslagjaar zijn we er in geslaagd nieuwe huisvesting voor de centrale afdelingen van BrabantWonen en BrabantZorg te vinden. Deze bedrijfsonderdelen huren vanaf medio 2015 samen een bestaand kantoorpand aan de Gasstraat in Oss. Met deze gezamenlijke huisvesting willen we onze strategische samenwerking verbeteren en borgen. In het kantoor gaan we een concept gebruiken voor flexibele werkplekken. De kosten voor huisvesting per medewerker dalen omdat meer mensen minder werkplekken nodig hebben, en door de lagere huur ten opzichte van de vorige situatie. De nieuwe huisvesting draagt daardoor bij aan de door beide organisaties gewenste kostenbesparing.
18
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
3.5 Woningcorporaties In de regio Oss zijn naast BrabantWonen, woningcorporaties Mooiland en Area actief. We voeren intensief overleg met beide corporaties en stemmen onze activiteiten en voornemens zoveel mogelijk af. Dit doen we vanuit de overtuiging dat een goede samenwerking met andere corporaties bijdraagt aan een betere dienstverlening aan onze klanten. In 2014 overlegden we met Mooiland en Area over de woningmarkt in verschillende delen van ieders werkgebied. Het overleg was onderdeel van ons onderzoek naar nieuwbouwprojecten en de regiostrategie. Samen met deze corporaties en nog vijf andere hebben we een onderzoek laten uitvoeren naar de betaal- en beschikbaarheid van sociale huurwoningen. Dit onderzoek geeft aan dat regionaal zo’n 11% van de huurders bij woningcorporaties het risico loopt dat deze huurders moeten besparen op uitgaven van eerste levensbehoeften. Lukt dat niet, dan ontstaan betalingsachterstanden met alle problemen van dien. Voor BrabantWonen is dit aanleiding om samen met Mooiland, de gemeente Oss en huurders aan de slag te gaan met de woonlastenaanpak. In ’s-Hertogenbosch zijn we niet de enige woningcorporatie. Huurwoningen van de corporaties worden in ’s-Hertogenbosch aangeboden via WoonService, zodat er voor woningzoekenden één loket is. De directies van de drie Bossche corporaties (BrabantWonen, Kleine Meierij en Zayaz) werken intensief samen. In het directeurenoverleg worden de beleidsvoorbereiding en -uitvoering aangestuurd. Ook werkten we op tactisch en operationeel niveau intensief samen aan herstructurering en om tot een woonlastenakkoord te komen. Om de organisatiestructuur te verduidelijken, willen we WoonService verzelfstandigen. Hiertoe zijn we in het verslagjaar de voorbereidingen gestart, zodat we in 2015 deze verbinding kunnen inrichten.
19
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Hoofdstuk 4: Behaalde resultaten 2014
20
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
4.1
Inleiding
Welke resultaten hebben we in 2014 behaald? Dat staat centraal in dit hoofdstuk. Uitgangspunt zijn de ondernemingsdoelen uit ons ondernemingsplan. We maken onderscheid tussen: • voldoende, betaalbare en kwalitatief goede woningen (paragraaf 4.2) • zorgen voor tevreden klanten (4.3) • bijdragen aan leefbare wijken met een adequaat voorzieningenniveau (4.4) • zo lang mogelijk zo thuis mogelijk wonen (4.5) • BrabantWonen als lerende organisatie met slagkracht (4.6)
4.2
Voldoende, betaalbare en kwalitatief goede woningen
We vinden het belangrijk dat onze klanten prettig wonen. Daarom streven wij naar voldoende betaalbare woningen van goede kwaliteit. We werken hiervoor met de programmalijn ‘voldoende betaalbare en kwalitatief goede woningen’. Met verschillende projecten geven we invulling aan de beoogde effecten: het verbeteren van de slaagkansen van onze klanten, het sturen op woonlasten voor onze klanten en het ontwikkelen van een toekomstbestendig verdienmodel. Dit laatste is belangrijk, omdat we ook aan toekomstige huurders kwalitatief goede en betaalbare woningen willen bieden. Huurbeleid Het huurbeleid is essentieel voor zowel onze huurders als de continuïteit van BrabantWonen. In het huurbeleid bepalen we de huur die onze klanten moeten betalen voor hun woningen en daarmee ook de inkomsten die we als corporatie ontvangen. De basis van ons huurbeleid dateerde uit 2003. Door gewijzigde regelgeving, de verhuurdersheffing die we als corporatie moeten afdragen en de maatschappelijke discussie omtrent betaalbaarheid noopten ons ertoe ons huurbeleid aan te passen. Betaalbaarheid. Dat is het centrale begrip in ons in 2014 vastgestelde nieuwe huurbeleid. We gaan er hierbij van uit dat: • we opkomen voor mensen met een laag inkomen. We richten ons op de beschikbaarheid van betaalbare woningen voor huishoudens met een inkomen van € 34.678 (prijspeil 2014) of lager. • de kwaliteit van de woning de huurprijs bepaalt. Meer kwaliteit betekent een hogere huurprijs. • het huurbeleid bijdraagt aan een duurzaam verdienmodel van BrabantWonen. • het huurbeleid duidelijk is, goed te verantwoorden en zonder allerlei uitzonderingen. Het nieuwe huurbeleid is in het verslagjaar ingevoerd. We hebben ook besloten om in 2014 inkomensafhankelijke huurverhoging door te voeren. Meer hierover kunt u lezen in paragraaf 4.2.2. Herijking portfolio Jaarlijks herijken we onze portfoliostrategie. Zo spelen we in op veranderingen op de woningmarkt en in wet- en regelgeving. We kijken naar hoe ons woningbezit aansluit bij de toekomstige vraag. We hebben daarvoor een wensportfolio opgesteld voor ons bezit. De eerder ingeslagen weg in de portfoliostrategie blijft met de herijking overeind:
21
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Meer: • Appartementen met lift • Huurprijzen € 597 - € 699 • Bouwjaar 2001 en later • Verduurzamen bezit Minder: • Appartementen zonder lift (op termijn) • Huurprijzen tot € 389 • Bouwjaar 1945 – 1970 Verder stelden we vast dat in de doorvertaling veel aandacht moet zijn voor de onderlinge samenhang tussen betaalbaarheid, beschikbaarheid en de (technische) kwaliteit van de woningen. Financiële kaders nieuwbouw In 2014 hebben we onze financiële kaders voor nieuwbouw opnieuw vastgesteld. In deze financiële kaders geven we aan welke rendementseis we aan nieuwbouwprojecten stellen: welke vergoeding hebben we nodig voor het geld dat we investeren? Omdat we een maatschappelijke onderneming zijn, nemen we genoegen met een relatief lage rendementseis op het eigen vermogen ten opzichte van commerciële ondernemingen. Immers, winst is geen primaire doelstelling van de corporatie. Toch moeten we wel rendement behalen om zowel nu als in de toekomst invulling te kunnen geven aan onze maatschappelijke opgave. Deze kaders staan niet op zichzelf. Ze hangen samen met het nieuwe huurbeleid en de herijkte portfoliostrategie. Ook hier is de prijs-kwaliteitsverhouding het uitgangspunt. De volgende stap die we zetten is het actualiseren van ons (woon)technisch kwaliteitsbeleid, zodat ook dit beleid aansluit bij de nieuwe inzichten. Dat gaan we volgens plan in 2015 uitwerken. Vastgoed informatiemodule In 2014 is er ook volop aandacht besteed aan de vastgoed informatiemodule (VIM). Doel van dit ICThulpmiddel is om ons de informatie over ons woningbezit op een gebruiksvriendelijke manier digitaal te ontsluiten. Zo hebben onze medewerkers snel beschikking over de benodigde vastgoedinformatie, van op woningniveau tot over volle breedte van BrabantWonen. Ook is hiermee de betrouwbaarheid van onze vastgoedgegevens verder verbeterd. De module is een belangrijke ondersteuning voor beleidsprocessen: onze keuzes kunnen we nog beter voorbereiden en onderbouwen. Wonen in Oss BrabantWonen neemt in Oss deel aan Wonen in Oss. Corporaties, gemeente, makelaars en investeerders trekken hierin samen op. De expertise van deze deelnemers komt bijeen aan verschillende ‘kennistafels’. Zorg en welzijn en de bestaande woningvoorraad zijn thema’s die prominent op de agenda zijn gezet. Zo is er een gezamenlijke analyse uitgevoerd van de bestaande voorraad, waarbij het accent lag op betaalbaarheid en duurzaamheid. De analyse diende als basis voor een succesvol seminar, dat we samen met de gemeente hebben georganiseerd.
22
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
4.2.1 Typering woningvoorraad Per 1 januari 2014 bezit BrabantWonen 15.006 woningen en 7 woonwagens. Hiervan staan 7.561 woningen in Oss en 7.445 woningen en 7 woonwagens in ’s-Hertogenbosch. Daarnaast bezitten we maatschappelijk vastgoed zoals twee hospices, een NME-centrum, een brede school, een hostel en een buurthuis.
Bron: Huur; peildatum: 31-12-2014
4.2.2 Betaalbare woningen We bespreken hier zes ontwikkelingen die belangrijk zijn voor de betaalbaarheid van onze woningen: • huurverhoging • huurharmonisatie • toewijzingen • servicekosten • energielasten • sturen op woonlasten. Huurverhoging Zoals eerder in dit hoofdstuk aangegeven hebben we in 2014 nieuw huurbeleid vastgesteld. We hebben voor het eerst een inkomensafhankelijke huurverhoging doorgevoerd. De huurverhoging varieerde van 2,5% tot 6,5%. De jaarlijkse huurverhoging verschilde per inkomensgroep. • Voor huurders met een huishoudinkomen tot € 34.085 (prijspeil 2012): als de streefhuur nog niet was bereikt, was de huurverhoging maximaal 4%. Als de huurprijs al gelijk was aan de streefhuur of meer, was de verhoging alleen de inflatiecorrectie van 2,5%. • Voor huurders met een huishoudinkomen boven € 34.085 (prijspeil 2012): de huur kon stijgen tot de maximaal redelijke huurprijs. Voor deze groep met middeninkomens gold de streefhuur niet en was de inkomensafhankelijke huurverhoging ingevoerd. Voor huurders met een jaarinkomen tussen € 34.085 en € 43.602 (prijspeil 2012) was de huurverhoging 4,5%. Bij een jaarinkomen hoger dan € 43.602 was dat 6,5%.
23
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Ons beleid leidde ertoe dat van 71% van onze woningen de huren met 4% per 1 juli 2014 werden verhoogd. Percentage huurverhoging
Woningen
Totaal bezit (incl. garages e.d.)
0%
3%
3%
2,5 %
2%
2%
4%
71 %
73 %
4,5 %
10 %
9%
6,5 %
14 %
13 %
100 %
100 %
Omdat we voor het eerst inkomensafhankelijke huurverhoging toepaste, hadden we een speciaal aftersales team opgericht. Dit team had de taak eventuele bezwaren tegen de inkomensafhankelijke huurverhoging te behandelen. Hieronder vindt u een overzicht van de ontvangen bezwaarschriften: Oss
Ernstig onderhoudsgebrek of andere redenen
Inkomen 2012 is niet juist
Inkomen 2013 is aanzienlijk gedaald
Inkomen 2014 is aanzienlijk gedaald
Chronisch ziek
Totaal
Oss
32
23
83
2
36
176
‘s-Hertogenbosch
28
14
90
8
28
168
Totaal BrabantWonen
60
37
173
10
64
344
 In totaal werden 179 bezwaren niet ontvankelijk en 165 ontvankelijk verklaard. Hiervan zijn 23 bezwaren doorgeleid naar de Huurcommissie. In de overige gevallen heeft de huurder alsnog het bezwaar ingetrokken. In 14 situaties is BrabantWonen in het gelijk gesteld. Op moment van schrijven zijn nog 9 zaken in behandeling.
Bron: Huur; peildatum: 31-12-2014
24
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Als we de rekenhuur bekijken, dan is te zien dat gemiddeld 63% van ons bezit een huur heeft onder de eerste aftoppingsgrens van de huurtoeslag (€ 556,82): in Oss ligt dit percentage iets lager (60%) in ’s-Hertogenbosch iets hoger (66%). Huurharmonisatie We volgen een harmonisatiebeleid om de huurprijs meer in overeenstemming te brengen met de kwaliteit en populariteit van onze woningen. Hierbij hebben we oog voor de bereikbaarheid van onze woningen voor onze doelgroep. BrabantWonen
2012
2013
2014
Huurprijs kaal gemiddeld
€ 464
€ 489
€ 513
Streefhuurprijs gemiddeld
€ 521
€ 552
€ 566
% maximale huurprijs (kale huur t.o.v. max.huur)
63 %
59 %
60 %
166
168
168
gemiddeld Gemiddeld aantal WWS punten Bron: Huur, peildatum: 31-12-2014
Bij mutatie passen we de huurprijs conform ons nieuwe huurbeleid aan. Vanaf de invoering van ons nieuwe beleid in april 2014 leidde dit in de meeste gevallen tot een huurverhoging: • huurverhoging bij mutatie: 72% • gelijkblijvende huur bij mutatie: 8% • huurverlaging bij mutatie: 20%. In deze percentages zijn de garages en woningen met een huurprijs boven € 699,48 buiten beschouwing gelaten. Toewijzingen In uitzonderingsgevallen wijzen we woningen toe aan huurders met een inkomen boven de huurtoeslaggrens (staatssteunregeling). Met andere corporaties spreken we af dat we bij de toewijzing 10% reserveren voor urgente gevallen en huishoudens met een jaarinkomen boven € 34.678. Toewijzing DAEB woningen 2014
Inkomen < € 34.678
Inkomen > € 34.678
% van toewijzingen in ’s-Hertogenbosch
93,3 %
6,7 %
% van toewijzingen in Oss
99,2 %
0,8 %
% van toewijzingen BrabantWonen
95,7 %
4,3 %
Bron: Huur, peildatum: 31-12-2014
Servicekosten Voor de woningen in wooncomplexen brengen wij naast de huur ook een bedrag in rekening voor de servicekosten. Vanwege veranderingen in de wettelijke regelgeving zijn deze kosten herzien. In de contacten met en de bezoeken aan de bewonerscommissies zijn de servicekosten een vast agendapunt. Bij enkele complexen hebben veranderingen geleid tot verlaging of verhoging van de servicekosten.
25
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Tot 2014 hebben wij groenonderhoud doorberekend aan huurders. Volgens de regels van de Huurcommissie was dit in sommige gevallen niet toegestaan. Waar wij ten onrechte hebben doorberekend, hebben wij dit aangepast en hebben we de kosten terugbetaald over een periode van 5 jaar (2009-2013). In totaal bedroeg dit € 125.000. De Warmtewet is sinds 2014 van kracht. Hierdoor gelden nieuwe wettelijke regels voor onder meer het doorberekenen van energiekosten in woongebouwen met blokverwarming en warmte-koude-opslag (WKO). We hebben nieuwe leveringsvoorwaarden ontwikkeld voor de complexen en informeerden de bewoners hierover. In 2015 gaan we voor het eerst afrekenen op basis van de bepalingen uit de Warmtewet. Sturen op woonlasten In 2014 ondertekenden we in ’s-Hertogenbosch, samen met de andere corporaties, de gemeente en het Stedelijk Huurdersplatform, een woonlastenakkoord. In dit akkoord staat de vraag centraal hoe we, ondanks de stijgende woonlastendruk, huishoudens meer mogelijkheden kunnen aanreiken om hun woonquote gunstig te beïnvloeden en mee te blijven doen aan de samenleving. Hiermee hebben we onze focus meer verlegd naar de totale woonlasten: hoe verhouden inkomen en lasten zich tot elkaar; hoe kunnen we als maatschappelijke partners daar een positieve invloed op hebben. Voor ons betekent dit dat we onze jaarlijkse huurverhoging bezien vanuit betaalbaarheid. Verder kijken we naar de mogelijkheden om servicekosten te verlagen en om energieprestaties van woningen te verbeteren. Daarnaast hebben we meer aandacht voor maatwerk en het creëren van kostenbewustwording bij huurders en woningzoekenden. Sinds het najaar worden woningen via WoonService geadverteerd met een indicatie van de woonlasten. Op deze wijze willen wij woningzoekenden voordat zij hebben gereageerd op een woning al bewust maken van de woonlasten.
4.2.3 Kwalitatief goede woningen Circa 15.000 huishoudens huren bij ons een woning. We zijn klantgericht en willen daarom zorgen voor goede woningen. We nemen dus maatregelen om de duurzaamheid van woningen te verbeteren. Dit levert wooncomfort op, het bespaart woonlasten en het levert milieuvoordelen op. Natuurlijk zorgen we ook voor onderhoud. Als het niet anders kan, slopen we woningen en vervangen we deze door nieuwbouw. Duurzaamheid Op basis van onze duurzaamheidsvisie hebben we in 2014 projecten aangewezen, zodat we de komende jaren structureel aan onze duurzaamheidsdoelstellingen kunnen werken. We volgen de volgende drie lijnen: • verduurzaming van ons bezit • bewustwording van onze huurders • verduurzaming van onze eigen organisatie. Eén van de manieren om woningen duurzamer te maken is bij renovatie in te zetten op energiebesparende maatregelen. Op die manier verbetert de energieprestatie van de woning en krijgt het een beter energielabel. Met onze manier van renoveren gaan onze woningen 1 tot 4 ‘labelsprongen’ vooruit. Isolerende maatregelen komen bovenop het bestaande programma, waarin we uitgaan van duurzaam materiaalgebruik, waterbesparende toiletspoelingen en douchekoppen, het plaatsen van HR-combiketels, enzovoorts. Duurzaam is ook dat we zoveel mogelijk voorkomen dat we bruikbaar materiaal weggooien. Zo kiezen we bij het (deels) vervangen van houten kozijnen voor duurzaam geproduceerd hout.
26
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
BrabantWonen is in 2014 pilots gestart om zonnepanelen te plaatsen bij renovatieprojecten. De eerste pilot was de renovatie van woningen aan de Wagenaarstraat in Oss. Huurders betalen via een huurverhoging mee aan de investering, maar energielasten zullen dalen. Slechts een klein aantal huishoudens (vier huurders en een particulier) lieten zonnepanelen plaatsen. Redenen om af te zien van zonnepanelen waren een dalende energieprijs en de onduidelijkheid over de wet- en regelgeving. De tweede pilot betrof de Noordwal in ’s-Hertogenbosch. Hier zijn de panelen geplaatst op de algemene ruimten van de woningen en besparen alle bewoners op de servicekosten. Onderhoud Voor het onderhoud aan ons woningbestand hebben we technische kwaliteitseisen vastgelegd. We voeren op verschillende manieren onderhoud uit: Dagelijks onderhoud Hierbij gaat het om onderhoudswerkzaamheden als gevolg van reparatieverzoeken en door verhuizingen (mutaties). De uitgaven voor het mutatieonderhoud zijn verder afgenomen ten opzichte van vorig jaar. Oorzaken zijn minder verhuizingen en een efficiëntere inzet van onze eigen vakploeg. In april 2014 is het nieuw vastgestelde beleid Zelf Aangebrachte Veranderingen (ZAV-beleid) ingevoerd, waardoor onze regels omtrent het verlaten van de woning zijn versoepeld. Zelf Aangebrachte Veranderingen mogen in de woning achterblijven als deze ‘schoon, heel en veilig’ zijn en daarbij de verhuurbaarheid niet schaden. Door dit nieuwe beleid nemen ook de herstelkosten af. Dit heeft een positief effect op de totale uitgaven voor het mutatieonderhoud. Het invoeren van de nieuwe regels gaat met vallen en opstaan. Serviceonderhoud Net als vorig jaar is het aantal serviceabonnementen gestegen. Eind 2014 hadden we in Oss 6.212 serviceabonnementen lopen, in ’s-Hertogenbosch 5.565. Dat zijn er 237 meer dan vorig jaar. Preventief onderhoud, groot onderhoud en renovatie In ‘s-Hertogenbosch renoveerden we in 2014 125 woningen. Dat is minder dan de 206 die we verwachtten. Dit komt mede door de verkoop van ons complex aan de Parklaan (21 woningen) en doordat we pas begin 2015 60 woningen aan de Karel Doormanstraat en omgeving na renovatie hebben opgeleverd. In Oss hebben wij in het verslagjaar 322 woningen opgeknapt, nagenoeg conform de prognose. Het gaat om renovatiewerkzaamheden aan de binnen- en buitenzijde van de woning. In elke woning voeren we (een combinatie van) energiebesparende maatregelen uit, zoals zolder-, spouw- of glasisolatie. Onze huurders konden hierbij kiezen voor verbeterpakketten. Hierbij zorgen wij voor de technische veiligheid van cv-installaties, gas en elektra. Onze renovatieprojecten hebben ook een sociale component. Onze woonconsulenten hebben oog en oor voor de persoonlijke situatie van onze huurders. Daarnaast voerden we de reguliere onderhoudsprojecten uit, zoals het vervangen van cv-ketels, keukenblokken en dakbedekking. Bij 13 complexen zijn bewegingsmelders aangebracht, om het energieverbruik te minimaliseren. Ook hebben we in Oss en ’s-Hertogenbosch samen schilderwerk uitgevoerd bij een kleine 1400 verhuureenheden. Van het geplande preventieve onderhoud zijn vrijwel alle projecten in 2014 uitgevoerd. Bij enkele projecten bleek na inspectie onderhoud niet nodig. Voor een paar andere loopt de opdracht door tot in het eerste kwartaal van 2015.
27
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Oss
’s-Hertogenbosch
Dagelijks onderhoud per VHE
€ 468
€ 494
Planmatig onderhoud per VHE
€ 1188
€ 1229
322
125
Aantal opgeleverde renovatiewoningen  Woningaanpassing
We passen in samenwerking met de gemeenten Oss en ’s-Hertogenbosch woningen aan, zodat huurders langer thuis kunnen wonen. Dit doen we vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Sinds 2012 is in ’s-Hertogenbosch de afspraak dat de gemeente zelf de regie voert over kleine woningaanpassingen. In Oss is in overleg met de gemeente ervoor gekozen om de aanpassing als Zelf Aangebrachte Verandering te behandelen. De klant vraagt hier toestemming voor de aanpassing en kiest vervolgens zelf, op basis van de door hem aangevraagde offertes, de uitvoerder. In de meeste gevallen worden de werkzaamheden door BrabantWonen uitgevoerd. Voor kleine aanpassingen werken we veelal met vaste prijzen. Het resultaat: een snellere afhandeling van de aanvraag, waardoor een huurder sneller geholpen is. Glasfonds BrabantWonen werkt met een glasfonds. Dit is geen verzekering maar een overname van de onderhoudsplicht die bij glasbreuk bij de huurder ligt. Deelnemers aan het fonds storten periodiek een bijdrage. In de afgelopen jaren bleek het fonds sterk te groeien: er waren meer inkomsten dan uitgaven. Daarom hebben we besloten om bijdragen aan het glasfonds te verlagen naar € 0,50 per maand per 1 juli 2014 voor alle appartementen en eengezinswoningen. Deelname is niet verplicht. Het reglement glasfonds is aangepast en in maart 2014 gepubliceerd op onze website. Ieder jaar bekijken we het verloop van het fonds. Op basis hiervan bepalen we de bijdrage. Het glasfonds in cijfers: Voorziening per 31-12-2013
€ 737.000
Bijdrage huurders 2014
€ 212.000
Kosten 2014
- € 143.000
Voorziening per 31-12-2014
€ 806.000
Gemiddelde kosten laatste 3 jaar
€ 159.000
 De voorziening nam ondanks de verlaagde bijdrage in 2014 nog steeds toe, naar € 806.000. De verklaring hiervoor is dat de verlaging per 1 juli 2014 inging. Gaan we uit van onze circa 15.000 huurders, dan zal de jaarlijkse bijdrage uitkomen op ongeveer € 90.000. Vanaf 2015 neemt de voorziening naar verwachting jaarlijks met € 69.000 af. Begin 2015 hebben we naar aanleiding van deze ontwikkelingen de prijs voor het Glasfonds opnieuw bepaald. We hebben besloten de bijdrage te verlagen naar € 0,25 per maand. Sloop In Oss hebben we in 2014 geen woningen gesloopt. De ontwikkeling van Park Zwanenberg is gestart. Het voormalige ziekenhuis Bernhoven is daartoe in 2014 grotendeels gesloopt. De afgelopen jaren vervingen we wel enkele complexen in ’s-Hertogenbosch. In 2014 hebben we 63 woningen van blok 3 aan de Admiraliteitslaan gesloopt en 17 woningen in het herstructureringsgebied Orthen-Links. De sloop van de overige woningen in Orthen-Links, en ook in Boschveld, gebeurt de komende jaren gefaseerd.
28
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Gesloopte woningen
2011
2012
2013
2014
240
0
61
80
Bron: data vestigingen
4.2.4 Voldoende passende woningen Wij willen bijdragen aan meer beweging op de woningmarkt. Dat doen we door woningen nieuw te bouwen, al dan niet via herstructurering, via aan- of verkoop van vastgoed en door woningen te exploiteren. We maken daarbij keuzes die de levensduur van ons bezit op peil houden. Woonruimteverdeling Ons actuele aanbod presenteren we op onze website. Woningzoekenden kunnen sinds 1 oktober ook terecht op onze mobiele website. We zijn in juli 2014 gestopt met het adverteren in weekblad De Sleutel in Oss. De woningmarkt in Oss en ‘s-Hertogenbosch staat nog steeds onder druk, vooral door de voortdurende economische crisis. Er is meer vraag naar dan aanbod van huurwoningen. De verkoop van woningen is in 2014 wel aangetrokken. In Oss steeg het aantal woningzoekenden ten opzichte van 2013 met 15,2%, in ’s-Hertogenbosch met 3%. In 2014 waren in Oss 3277 mensen actief op zoek naar een woning, een stijging van 19,7 procent ten opzichte van 2013. Daar stond tegenover dat er 539 vrijkomende woningen te huur stonden. Het woningzoekendenbestand is begin 2014 opgeschoond, in plaats van aan het eind van het jaar zoals voorheen. Dit verklaart de relatieve stijging van het aantal actieve woningzoekenden. In ‘s-Hertogenbosch zochten 9.580 mensen actief naar een woning. Dat is vergelijkbaar met het aantal actief woningzoekenden in het jaar ervoor. Hier werken de aanbieders van sociale huurwoningen samen in WoonService. Een compleet overzicht van de woonruimteverdeling staat in het jaarverslag WoonService 2014. BrabantWonen had voor de woningzoekenden in 2014 (inclusief nieuwbouw en studenten) 783 woningen in de aanbieding. 2012
2013
2014
Mutaties
Mutatiegraad
Mutaties
Mutatiegraad
Mutaties
Mutatiegraad
Oss
612
8,1 %
497
6,6 %
539
7,1 %
‘s-Hertogenbosch
699
9,4 %
910
12,2 %
783
10,5 %
1.306
8,7 %
1407
9,4 %
1.322
8,8 %
Totaal Bron: Huur, peildatum: 31-12-2014
We verwelkomden in Oss in 539 woningen nieuwe bewoners. Exclusief oplevering en verhuur van nieuwbouw staat de mutatiegraad op 6,5%, dat zijn 492 mutaties. We leverden in Oss in het verslagjaar 47 nieuwbouwwoningen op. In ’s-Hertogenbosch daalt de mutatiegraad. Dit komt voornamelijk doordat we ten opzichte van 2013 minder nieuwbouw hebben opgeleverd. Exclusief verhuur van nieuwbouw is de mutatiegraad 8,9% (651 mutaties). In 2013 was dit percentage 9,6% (695 mutaties).
29
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
In beide gemeenten werken we voor de woonruimteverdeling met een aanbodmodel. We kunnen dit bijstellen als daartoe aanleiding is. Bijvoorbeeld vanwege landelijke of Europese regelgeving, als het model onvoldoende aansluit bij de vraag van de markt of als bepaalde doelgroepen vergeleken met reguliere klanten onvoldoende aan bod komen. In ‘s-Hertogenbosch is een stedelijke werkgroep opgericht om het huidig woonruimtesysteem van WoonService te evalueren en eventueel aan te passen. Hierin zijn de gemeente ’s-Hertogenbosch, Zayaz, BrabantWonen, Kleine Meijerij en Stedelijk Huurdersplatform (SHP) vertegenwoordigd. De conclusie: meer kansen creëren voor woningzoekenden, mogelijkheden terugdringen inschrijfgelden onderzoeken en verbeteren van de informatievoorziening op de website van WoonService. Daarom zijn er in 2014 verschillende aanpassingen geweest, zoals het vergroten van het percentage lotingwoningen van 10 naar 25 procent en een verdere vereenvoudiging van de inkomenstabel. Hierdoor konden mensen op meer woningen reageren. Verder is in april gestart met een andere wijze van adverteren. Er is de keuze gemaakt om in de krant alleen het adres te adverteren en voor de overige informatie te verwijzen naar de website. Dit levert ons een aanzienlijke besparing op de advertentiekosten op. Bovendien kunnen mensen zo kennis maken met de uitgebreidere informatievoorziening op de website van WoonService. Voorbeeld hiervan is de introductie van de woonlastenindicatie. Voor iedere woning geven we een indicatie van de woonlasten, voor verschillende groottes van huishoudens. Zo maken we woningzoekenden beter bewust van alle kosten voordat zij reageren op een woning. Slaagkansen doelgroepen BrabantWonen streeft naar gelijke slaagkansen voor de doelgroepen van beleid. Met partners monitoren we structureel ontwikkelingen rondom de slaagkansen van enkele specifieke groepen op de woningmarkt. De afgelopen jaren hebben we daarbij extra aandacht gehad voor de middeninkomens, met een inkomen boven de € 34.678. In 2014 hebben we met de gemeente Oss mogelijkheden onderzocht om doelgroepen zoals arbeidsmigranten te huisvesten. Dit kan door het ombouwen van kantoren, door het plaatsen van tijdelijke woonunits of in de bestaande bouw. De gemeente zoekt naar mogelijke locaties. Dit heeft nog niet tot concrete resultaten geleid. Om in Oss slaagkansen van enkele groepen te verbeteren, troffen we specifieke maatregelen. Het ging vooral om de kansen te vergroten voor jongeren van 18 tot en met 25 jaar. Per 1 januari 2014 is er een lotingssysteem voor het toewijzen van woningen aan deze doelgroep. Via dit systeem zijn er in 2014 36 woningen aan jongeren toegewezen. Dit aantal is te laag om duidelijke conclusies te trekken over nut en noodzaak van dit lotingssysteem. Wij blijven de effecten op de slaagkans voor jongeren monitoren. Ook in ’s-Hertogenbosch is de woonruimteverdeling gemoderniseerd, na nauw overleg tussen gemeente, SHP en corporaties. Er zijn meer woningen via loting beschikbaar om de slaagkansen van kort ingeschreven woningzoekenden en ‘spoedzoekers’ te vergroten. Daarnaast hebben mensen met de laagste inkomens meer kans gekregen op een sociale huurwoning. Woningzoekenden met een huishoudinkomen tot € 34.678 en met recht op huurtoeslag kunnen sinds juli 2014 ook op duurdere sociale huurwoningen reageren. Dit vanuit het gegeven dat duurdere sociale huurwoningen door een betere isolatie goedkoper kunnen zijn dan een woning met een lagere huur en we zo sturen op woonlasten. Wij willen mensen een bewuste keuze kunnen laten maken tussen een woning met een lagere huur en hogere woonlasten, en een woning met een
30
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
hogere huur en lagere woonlasten. Daarom hebben wij deze kans gecreëerd, zodat woningzoekenden ook kunnen reageren op deze woningen. Mensen met een huishoudinkomen boven € 34.678 kunnen alleen reageren op huurwoningen met een kale huurprijs vanaf € 699,48. Ook hebben we samen met onze partners in ’s-Hertogenbosch de urgentieregeling tegen het licht gehouden. Vanaf 2015 zullen we waar mogelijk meer maatwerk bieden, bijvoorbeeld bij de woningtoewijzing bij urgentie. Woningzoekenden met een urgentiestatus krijgen vanaf januari 2015 eenmalig een passend aanbod van een van de corporaties, buiten WoonService om. We verhuren jaarlijks enkele tientallen woningen met voorrang aan bijzondere doelgroepen. Dit doen we op basis van afspraken met gemeenten en maatschappelijke instellingen en wettelijke verplichtingen. Dit zijn de verhuurcijfers van recente jaren: Jaar
2012
2013
2014
Oss
DB
Oss
DB
Oss
DB
23
8
33
14
62
26
Sociaal en medisch geïndiceerden
1
5
-
5
20
23
Uitstroom maatschappelijke opvang
6
14
2
10
-
19
Sloopurgenten
-
34
-
56
-
29
Prestatie afspraken diverse instellingen
19
-
12
-
20
-
Totaal
49
61
47
85
102
97
Vestiging Oss/ ’s-Hertogenbosch (DB) Statushouders
Bron: Excel, peildatum: 31-12-2014
Nieuwbouw We willen onze portfolio zowel in samenstelling als in toekomstwaarde gezond houden. Dat kan door het woningbestand aan te passen aan de te verwachte aard en omvang van onze (toekomstige) klanten en hun veranderende wensen. Met een gewenst transformatietempo (3%) blijven we financieel robuust en houden we onze portfolio actueel. Met nieuwbouw voegen we nieuwe woningen toe aan onze woningvoorraad of vervangen we verouderd bezit. Groei door nieuwbouw is geen doel op zich. We hebben verschillende projecten in voorbereiding. We vervangen woningen die niet meer voldoen aan de eisen van deze tijd. Ook denken we met de nieuwbouw beter aan te kunnen sluiten op de regionale woningbehoefte.
31
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Opgeleverd en in gebruik genomen We leverden afgelopen jaar 180 woningen op en hebben 21 kavels verkocht voor de bouw van koopwoningen. Daarnaast hebben we ook nog 1.004 m2 maatschappelijk vastgoed met wijkfunctie opgeleverd in Oss. 2012 Gemeente
2013
2014
Huur
Koop
Huur
Koop
Huur
Koop
Schijndel
0
0
40
0
28
0
Sint Michielsgestel
0
0
0
0
22
0
Oss
122
38
0
0
47
0
‘s-Hertogenbosch
68
25
218
18
83
21
190
63
258
18
180
21
Totaal 
In ’s-Hertogenbosch hebben we de projecten 34 appartementen Churchilllaan, 19 woningen Cello Deuteren en 30 niet-zelfstandige eenheden Hostel Broekhovenlaan gerealiseerd. In de begroting was ook nog rekening gehouden met de oplevering van 37 woningen Boschveld, maar hiervan is de oplevering doorgeschoven naar 2015. Naast het opgeleverde wijkcentrum Maria Gorettischool hebben we in Oss in de tweede helft van 2014 ook nog 9 eengezinswoningen Goudhof en 38 appartementen Leeuwerikstraat opgeleverd. In Schijndel hebben we 28 appartementen opgeleverd aan de Congregatie Zusters van Liefde. In Den Dungen hebben we 22 woningen opgeleverd in Jacobskamp. In het plangebied Meerendonk in ’s-Hertogenbosch zijn via de Meerendonk CV 21 kavels verkocht.
32
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
In aanbouw In 2014 hadden we 528 woningen, 21 kavels en 6.411 m2 maatschappelijk vastgoed in aanbouw. Net als in 2013 was het een zeer gevarieerd nieuwbouwprogramma. In Oss zie je dit vooral aan Park Zwanenberg. In het laatste kwartaal zijn we hier gestart met de bouw van sociale huurappartementen in combinatie met een gezondheidscentrum. Projecten BrabantWonen in aanbouw, 2014 Gemeente
‘s-Hertogenbosch
Churchillaan
34
Huurappartementen
DAEB
2014
Sint Michielsgestel
Jacobskamp Den Dungen
22
Grondgebonden woningen
DAEB
2014
Zusters van liefde
28
Huurappartementen
DAEB
2014
‘s-Hertogenbosch
Boschveld fase 2 vlek 19
37
Grondgebonden woningen
DAEB
2015
‘s-Hertogenbosch
Deuteren
19
Huurappartementen
DAEB
2014
‘s-Hertogenbosch
Meerenonk de Slinger
21
Kavels
Koop nietDAEB
2014
‘s-Hertogenbosch
Onderwijsboulevard
48
Huurappartementen
DAEB
2016
‘s-Hertogenbosch
Orthen-Links fase 0
50
Huurappartementen
DAEB
2015
‘s-Hertogenbosch
Eikendonk Fase 2
37
160
Grondgebonden woningen
DAEB
2015
1.004
Wijkcentrum
DAEB
2014
Oss
Maria Gorettischool
‘s-Hertogenbosch
Van Broeckhovenlaan Hostel
30
Huurappartementen
DAEB
2014
Oss
Park Zwanenberg
136
Huurappartementen
DAEB
2015
Oss
Park Zwanenberg
5.147
Gezondheidscentrum Commerciële ruimte
DAEB nietDAEB
2015
100
Huurappartementen Maatschappelijk vastgoed
DAEB nietDAEB
2015
Ravenstein
Kasteelseplaats Ravenstein
15
Oss
Leeuwerikstraat
38
Huurappartementen
DAEB
2014
Oss
Goudhof
34
Huurappartementen
DAEB nietDAEB
2014/ 2015
Totaal
33
Oplevering
Aantal woningen
Schijndel
M2 Maatschappelijk vastgoed (BVO)
Sector en type Segment
Project
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
549
6.411
Verkoop en aankoop In 2014 zijn we verder gegaan met het verkopen van huurhuizen. Sinds halverwege 2013 bieden we voor verkoop aangewezen woningen aan de zittende huurders aan. Een onafhankelijk bedrijf keurt deze woningen. Zo heeft de koper objectief inzicht in: schoon, heel en veilig en met een goed casco. Huurders kunnen aan de hand van het keuringsrapport een onderhoudsplan maken. Als een huurder de woning niet wil kopen, dan worden de aangewezen woningen bij mutatie te koop gezet. Onze prognose was dat we in 2014 uit het bestaand bezit 66 woningen zouden verkopen. Uiteindelijk werden dit er veel meer: 113, waarvan 56 aan zittende huurders en 57 bij mutatie. Daarnaast hebben we 18 woningen verkocht volgens de Koopgarant-constructie. De verkoopmarkt is in Oss en ’s-Hertogenbosch volgens makelaars nog altijd lastig, al is wel een verbetering zichtbaar. Wij zien dat we ondanks de lastige markt mutatiewoningen steeds sneller verkopen. Onze inschatting is dat dit komt door de aandacht die we aan de woning geven: het verkoop-klaar maken, een bouwkundige keuring en vaak ook een open dag. Wat ook meespeelt: de rente is laag en het vertrouwen in de economie groeit. Er zijn nog maar enkele woningen die langer dan 6 maanden te koop staan. BrabantWonen Verkochte woningen bestaand bezit
2012
2013
2014
6
35*
113*
17
18
19
10**
Verkochte woningen met KoopGarant Aangekochte woningen
200
Bron: data vestigingen
* cijfers betreffen alle getransporteerde woningen minus KoopGarant. ** woningen die we onder KoopGarant terugkochten.
4.2.5 Regio Projecten in de regio die voor ons relatief klein zijn, hebben vaak een groot effect op de lokale gemeenschap. Bijvoorbeeld omdat we na jaren ‘stilstand’ sociale huurwoningen bouwen in een dorp. Voor zo’n kern maken we met ons project het verschil en realiseren we een maatschappelijke meerwaarde. Onze rol in de regio wordt steeds duidelijker. We hebben inmiddels enkele jaren ervaring opgedaan in het realiseren van vastgoed in de regio. Binnen ons werkgebied liggen veel kernen en veel ontwikkelingsvragen die naar ons toe komen. We zeggen heel vaak nee en een enkele keer ja. In 2014 hebben we een afwegingskader gemaakt en criteria opgesteld die ons moeten helpen om nog scherper en gerichter keuzes te kunnen maken. In 2015 stellen we dit kader vast. We sloten een samenwerkingsovereenkomst voor de periode 2014-2018 met de gemeente Sint Michielsgestel en corporaties Kleine Meierij en Huis & Erf. Met de gemeente Bernheze spraken we af naar verdere mogelijkheden voor nieuwbouw te kijken. Met de gemeente Landerd onderzoeken we onze mogelijke deelname in het centrumplan Schaijk. In 2014 namen we drie besluiten om in de regio te investeren. In de gemeente Bernheze gaan we in 2015 35 woningen bouwen in De Hoef en 14 woningen in De Erven. Beide projecten zijn in Heesch. Het derde project betreft het centrumplan Sint Michielsgestel.
34
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
4.2.6 Belangrijkste resultaten Voldoende, betaalbare en kwalitatief goede woningen • We werkten aan betaalbaarheid van wonen: 63% valt onder de eerste aftoppingsgrens voor huurtoeslag en we maakten 447 woningen energiezuiniger. We zijn ook begonnen met pilots voor het plaatsen voor zonnepanelen. • We leverden 180 nieuwbouwwoningen op en verkochten 21 bouwkavels en 113 woningen uit bestaande voorraad. • De mutatiegraad steeg in Oss met 0,5% naar 7,1%. Doordat we in ‘s-Hertogenbosch minder nieuwbouw opleverden, daalde daar de mutatiegraad met 1,7% naar 10,5% • We hebben onze portfoliostrategie herijkt en huurbeleid vernieuwd. • Met de gemeente ’s-Hertogenbosch en het Stedelijke Huurdersplatform hebben we een woonlastenakkoord gesloten.
4.3
Tevreden klanten
In veel gevallen kunnen onze huurders nauwelijks kiezen waar ze willen wonen. Juist hierom is het essentieel dat we luisteren naar onze klanten. We willen niet alleen klantvriendelijk, maar vooral ook klantgericht en uiteindelijk klantgestuurd werken. Klantgestuurd betekent onder andere dat processen worden verbeterd vanuit het perspectief van de klant. Ook komen klanten in regie doordat ze de eigen gegevens beheren door middel van inzage en de mogelijkheid tot aanvragen en wijzigingen via mijnbrabantwonen.nl. Om dit te bereiken werken we in dit programma aan de optimalisatie van onze primaire processen. We willen ruimte en duidelijkheid creëren voor onze medewerkers die in contact staan met onze klanten. Het is immers de inzet van onze medewerkers die bepaalt of we slagen in klantgestuurd werken. Bij de uitwerking van het beleid is het gezichtspunt van de klant het uitgangspunt. Essentieel daarbij is: is het beleid goed uit te leggen? En is het eenvoudig in de uitvoering, zonder voor de klant overbodige stappen? In de tweede helft van 2014 startten we ook twee projecten die een belangrijke bijdrage gaan leveren aan doelstellingen op de langere termijn: Leankaizen en het klantenportaal (mijnbrabantwonen.nl). LeanKaizen is een methodiek met als doel een organisatie te creëren waar continue verbeteringen worden doorgevoerd ten gunste van de klant en de medewerkers. Door het klantenportaal krijgen onze klanten vanaf medio 2015 de mogelijkheid om hun eigen gegevens te beheren. Dit brengt ons weer een stap dichter bij het verwezenlijken van een klantgestuurde onderneming.
4.3.1 Klanttevredenheid meten We monitoren de tevredenheid van onze klanten over onze dienstverlening al meer dan tien jaar. Zo blijven we continu alert op mogelijkheden om onze dienstverlening nog verder te verbeteren. Kwaliteit: KWH en benchmark We kiezen er al jaren voor onze kwaliteit te laten meten door KWH. In 2014 is het KWH-label opnieuw verlengd en daar zijn we trots op. Lang niet alle corporaties maken gebruik van de kwaliteitsmeting van KWH. Een overkoepelend onderzoek, met overal dezelfde meting, was er tot nu toe niet. Daarom heeft onze brancheorganisatie Aedes alle corporaties gevraagd mee te werken aan de ‘Aedes Benchmark
35
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Woningcorporaties’. Hier werkten 312 corporaties aan mee, waaronder BrabantWonen. Wij willen transparant zijn in wat we doen en dit met cijfers kunnen onderbouwen. De benchmark maakt duidelijk welke corporaties een goede dienstverlening hebben en tegen aanvaardbare kosten. Met de resultaten kan iedere corporatie zien waar verbetering mogelijk is. De eerste editie van de Aedes-benchmark is een nulmeting. Vanaf dit jaar volgen verbeteringen. Eind november zijn de resultaten bekend gemaakt. BrabantWonen scoort overall een 7,4. Het gemiddelde van alle corporaties is 7,3. De benchmark geeft een totaalscore op twee punten: tevredenheid van huurders over de dienstverlening en de hoogte van de bedrijfslasten. Op beide punten scoort BrabantWonen een ‘B’. Dat betekent ‘gemiddeld’. Dat is een prima score, maar we zien zeker zaken die we beter kunnen en moeten doen. KWH-label Ook in 2014 behaalden we het Gouden KWH-Huurlabel van het Kwaliteitscentrum Woningcorporaties Huursector. We scoorden op alle onderdelen boven de door KWH gestelde norm. Sinds zes jaar meten we onze dienstverlening rondom het verhuurproces continu. De resultaten van de metingen hebben we geïntegreerd in onze planning & control cyclus. Daarnaast heeft de KWH-meting een vaste plek gekregen in onze Balanced Scorecard. KWH meet de kwaliteit van onze dienstverlening wat betreft: • klantcontact • bereikbaarheid voor de klant • communicatie met en informatie voor de klant KWH kijkt daarbij naar hoe wij klanten faciliteren bij het zoeken van een woning, het betrekken van een nieuwe woning, het opzeggen van de huur, het verzoeken van reparaties en het woningonderhoud. Hoe we omgaan met klachten van klanten is ook onderdeel van de metingen. We hebben onze aandacht ook gericht op telefonisch contact met de klant. We letten er goed op of de klant tevreden is over de antwoordsnelheid, of de medewerker klantgericht handelt en empatisch vermogen toont en of een beller op de juiste wijze wordt begroet. De score van 9 voor empatisch vermogen bevestigt dat wij in staat zijn om ons goed in de klant te verplaatsen. Klantenpanels Naast de KWH-metingen organiseren we jaarlijks klantenpanels. Rondom specifieke thema’s of binnen bepaalde projecten gaan we in gesprek met onze klanten. In Oss is in 2014 een panel gehouden over het woonruimteverdelingssysteem. Het belangrijkste verbeterpunt dat hier uit kwam: onze informatievoorziening kan beter. Dit hebben we inmiddels aangepakt door kritisch naar onze website te kijken en aan te passen waar nodig. Daarnaast is het kennisniveau van onze medewerkers verbeterd, zij kunnen klanten nu (nog) beter informeren. Met onze klantenpanels in ’s-Hertogenbosch hebben we stilgestaan bij woonwensen in het algemeen en over de invulling van het nieuwe concept van wonen, zorg en mantelwonen in Badeloch (Eindhovenlaan).
36
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Bewonersmagazine Thuis In de zomer van 2014 hielden we een lezersonderzoek over ons bewonersmagazine Thuis, met als resultaten: • 89% van de huurders leest ons blad • 24% leest alles, 27% bladert het door en leest wat aanspreekt, 17% leest alleen de verhalen en berichten die gaan over de eigen woonplaats • de meeste huurders (89%) geven de voorkeur aan een papieren exemplaar boven een digitale uitgave • lezers vinden informatie over beleid en regels, artikelen over de eigen woonplaats en tips over betaalbaar en duurzaam wonen het meest interessant. De lezers vinden over het algemeen de schrijfstijl, fotografie en vormgeving (zeer) goed. Op basis van deze resultaten kijken we in 2015 hoe we onze communicatie via Thuis verder kunnen verbeteren, waarbij we tegelijkertijd rekening houden met mogelijke kostenbesparingen.
4.3.2 Interne en klantprocessen Verhuurmutatieprocedure Meer duidelijkheid voor de klant, meer uniformiteit voor onze medewerker en een efficiënte, effectieve en klantgerichte werkwijze. Dat waren de belangrijkste verbeterpunten voor ons verhuurproces. De procedure is vereenvoudigd en in 2013 ingegaan. In 2014 is het verhuurproces verder verfijnd. Met effect: de huurderving is gedaald en de aansluitende verhuur gestegen. Verkoop In 2014 hebben wij ook het verkoopproces verbeterd. De samenwerking met taxateurs en makelaars is beter afgestemd. Hierdoor, en door de introductie van werkstromen, gaat de administratie stukken sneller. Aanpassen openingstijden Veel contact met BrabantWonen gaat via internet. Toch waarderen onze klanten nog steeds het persoonlijk contact met onze medewerkers. Dat blijkt bijvoorbeeld uit reacties in ons klantenpanel. In 2014 hebben wij de openingstijden van onze balies veranderd. In de ochtend kunnen klanten zonder afspraak vrij binnenlopen voor hun vragen. ’s Middags werken we voortaan op afspraak. Door een afspraak te maken hoeft te klant niet meer bij de balie te wachten en wordt hij/zij meteen geholpen door de medewerker die zijn/haar vraag kan beantwoorden. Verdere digitalisering Wij zijn steeds bezig om voor onze klanten de digitale toegankelijkheid te verbeteren. Zo is vorig jaar een mobiele site gelanceerd, waardoor klanten en woningzoekenden via hun smartphone bijvoorbeeld kunnen reageren op het woningaanbod en reparatieverzoeken indienen. Vanaf medio 2015 kunnen huurders zelf op onze site hun gegevens wijzigen.
37
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Warmtewet Met ingang van 1 januari 2014 is de Warmtewet van kracht. Deze wet heeft gevolgen voor huurders die in een complex wonen met een blokverwarming of een Warmte Koude Opslag (WKO)-installatie. De invoering van deze wet betekende voor de betreffende complexen om een aantal aanpassingen. De belangrijkste veranderingen voor de huurders zijn: • iedere afzonderlijke woning (WOZ-eenheid) krijgt een eigen, op afstand uitleesbare, warmtemeter • de overheid stelt de maximumprijs per Gigajoule (eenheid energieverbruik) vast • iedere huurder krijgt een leveringsovereenkomst voor energie • huurders worden meerdere keren per jaar geïnformeerd over hun verbruik en de daaruit voortkomende kosten. In 2014 hebben we daarom individuele warmtemeters per woning geïnstalleerd. We hebben de vastgestelde tarieven gecommuniceerd en gezorgd voor leveringsovereenkomsten voor energie. Daarnaast hebben we voorbereidingen getroffen om huurders vanaf 2015 maandelijks te kunnen informeren over hun verbruik. Incasso Minder huurachterstanden en ontruimingen voorkomen. Met die doelen voor ogen werken we al enkele jaren aan verbetering van het huurincassobeleid. We merken de noodzaak hiertoe: door de crisis komen meer huishoudens financieel onder druk te staan. Helaas is de huurachterstand ten opzichte van vorig jaar gestegen. Een deel van deze stijging is te verklaren omdat we in 2014 gestopt zijn met het versturen van acceptgiro’s. Hierdoor wordt het huurbedrag geïncasseerd in januari in plaats van dat de huur wordt overgemaakt in december. Daarnaast is het in praktijk lastiger om betalingsachterstand bij vertrokken huurders te incasseren. De Belastingdienst keert alleen nog huurtoeslag uit aan de huurders zelf, niet meer via de corporatie. Vooralsnog is niet gebleken dat hierdoor de huurachterstand toeneemt. Belangrijke verbeteringen die we in 2014 doorvoerden zijn: • Invoering van de ‘pre-incassobrief’: hierdoor voelen mensen de druk van de deurwaarder zonder meteen kosten te krijgen. • Daarnaast voerden we het versturen van een SMS-bericht in. Het is een hulpmiddel om huurders te herinneren aan hun betalingsverplichting. • We werken intensiever samen met belangrijke partners zoals gemeenten, Bemoeizorg, Kredietbank, Juvans, Centrum voor Trajectbegeleiding, Jeugdzorg en maatschappelijk werk. • Mensen die we niet telefonisch kunnen bereiken, krijgen een huisbezoek of nodigen we op kantoor uit. Sinds 2013 zijn we gestart met budgetondersteuning voor huurders die betalingsproblemen hebben of in een risicogroep zitten. Budgetondersteuning is verder ontwikkeld in 2014. In Oss zijn we een belangrijke partner bij alle maatschappelijke en zorgverlenende instellingen die cliënten begeleiden. Financiële problemen staan nooit op zichzelf. Vaak gaan we samen met bijvoorbeeld Jeugdzorg, maatschappelijk werk en/of Bemoeizorg op huisbezoek om het totale pakket aan problemen op tafel te krijgen en gezamenlijk de benodigde hulp te bieden. In Oss zijn 68 huishoudens geholpen door de Budgetondersteuner. In ’s-Hertogenbosch handhaafden we in 2014 de afspraken met Juvans, zodat we budgetondersteuning aan konden blijven bieden aan onze huurders om hun financiële situatie op orde te brengen. In 44 gevallen hebben we doorverwezen naar Juvans en de Bemoeizorg.
38
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Het aantal huisuitzettingen is helaas toegenomen naar 21. In vergelijking met 2013 een toename van zes. In twee gevallen was er sprake van ontruiming wegens huurachterstand en hennepteelt. Er kozen 19 mensen voor om zelf de sleutel in te leveren, nadat een ontruiming was aangezegd. Het merendeel van de bewoners kreeg (al) hulp van een instantie. Daar waar sprake was van hulpverlening is huisuitzetting met hen voorbereid. 2012 Aangezegde ontruimingen
2013
2014
Oss
DB
Oss
DB
Oss
DB
94
41
76
32
88
31
21
13
10
5
9
12
10
5
9
12
Werkelijke ontruimingen wegens: Huurachterstand Illegale bewoning / woonfraude
1
Overlast Hennepteelt
1
Anders Totaal werkelijke ontruimingen
22
14
Ontruimingen exclusief sleutelinlevering. Bron: deurwaarder
Aanpak woonfraude BrabantWonen had woonfraude in het afgelopen jaar weer hoog op de prioriteitenlijst staan. Als hiervan sprake is, gaan we over tot uitzetting en gerechtelijke procedures. Door hier actief op in te zetten konden we diverse ongewenste situaties beëindigen en deze woningen regulier op de woningmarkt brengen. In Oss hebben we 41 kwesties onderzocht. In zes gevallen bleek sprake van woonfraude. Hiervan hebben twee huurders zelf de huur opgezegd. Eén kreeg te maken met ontruiming, ook omdat er een huurachterstand was. Een andere persoon is in overleg met de gemeente ingeschreven. In twee situaties wordt het onderzoek nog afgerond. In ’s-Hertogenbosch is in 2014 aan 47 (mogelijke) woonfraudezaken gewerkt. In zeven gevallen is daadwerkelijk woonfraude geconstateerd. Hiervan hebben vijf huurders de sleutels ingeleverd en is de huur van 2 woningen – in samenwerking met de deurwaarder – opgezegd. Eind 2014 zijn nog 14 zaken in onderzoek. Adviseur Agressie & Veiligheid Bij de vestiging ’s-Hertogenbosch is een adviseur Agressie & Veiligheid actief. Hij organiseert de aanpak van woonfraude, wordt ingezet bij ernstige woonoverlast en traint en ondersteunt medewerkers van BrabantWonen als zij slachtoffer zijn van agressie. Hij voert gesprekken met de agressoren, stuurt brieven en voert juridische procedures ter ontbinding van de huurovereenkomst. De adviseur geeft ook wekelijks advies aan de wijkbeheerders. Verder adviseert hij het managementteam van de vestiging. In 2014 hebben vijftien medewerkers melding gedaan van agressie.
39
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
4.3.3 Omgaan met klachten Voor bijna alle klachten vinden wij met onze klanten een oplossing waar beide partijen tevreden over zijn. Soms lukt dit niet. Dan kan een klant zijn klacht voorleggen aan de Klachtencommissie. Dit is een onafhankelijke commissie. Indien nodig adviseert zij het bestuur over ontvangen klachten. Naast klachtenbehandeling is het een taak van de commissie knelpunten te signaleren en aanbevelingen te doen ter verbetering van de dienstverlening van BrabantWonen. De werkwijze is vastgelegd in een reglement. In de brochure ‘Niet tevreden? Laat het ons weten’ leggen we deze werkwijze uit. Het verslag van de klachtencommissie kunt u vinden in de bijlage 2 van ons jaarverslag. Huurcommissie Naast de Klachtencommissie doet de (landelijke) huurcommissie uitspraak in geschillen over huurprijzen, onderhoudsgebreken en servicekosten. In Oss is 1 zaak aan de huurcommissie voorgelegd. Dit betrof een zaak over warmte-koude opslag. Vanuit ’s-Hertogenbosch zijn in 2014 10 zaken richting de Huurcommissie gegaan na de inkomensafhankelijke huurverhoging per 1 juli. In op één na alle gevallen is BrabantWonen in het gelijk gesteld of heeft de huurder het verzoek teruggetrokken. De huurder die in het gelijk is gesteld, maakte bezwaar over de afrekening van servicekosten.
4.3.4 Belangrijkste resultaten Tevreden klanten • We hebben het verhuurmutatieproces verder verbeterd. • We hebben de inkomensafhankelijke huurverhoging toegepast. • De nieuwe regels ZAV-beleid zijn geïmplementeerd. • We hebben het verkoopproces geïmplementeerd. • We hebben duidelijkheid gegeven over collectieve verwarmings- en WKO-installaties onder andere door de warmtewet te vertalen naar informatie voor de klanten.
4.4
Leefbare wijken met adequate voorzieningen
We streven ernaar dat mensen prettig wonen. Dat gaat verder dan de woning. Daarom werken we aan wijken waar mensen ‘thuis komen’ en zich ‘thuis voelen’. Een buurt of wijk vraagt om continu beheer, in sociaal en fysiek opzicht. Daarbij is de leefsituatie in die buurt leidend: soms betekent dat dat we fysiek ingrijpen door bijvoorbeeld slechte woningen te vervangen. Soms volstaat een intensivering van beheer. Gelet op de wijzigingen in wet- en regelgeving hebben we, naast de al in gang gezette projecten, in 2014 met name stilgestaan bij onze rol in de wijkaanpak. In 2015 werken we een nieuw koersplan uit waarin we onze aanpak beschrijven.
4.4.1 Wijkaanpak en herstructurering In een aantal wijken in Oss en ‘s-Hertogenbosch willen we de aanwezige sociale of fysieke structuur versterken. Die wijken geven we een impuls, zodat we de waarde voor onze bewoners en voor ons vastgoed op peil houden. In onze wijkaanpak werken we samen met bewoners en andere belanghebbenden aan de verbetering van de leefbaarheid in de directe woon- en leefomgeving van onze huurders. Zo nemen we in iedere wijk deel aan het kernteam of wijknetwerk. In het kernteam/wijknetwerk komen alle signalen over de wijk samen en bedenken diverse partners in samenspraak oplossingen voor de problemen op het gebied van leefbaarheid en veiligheid. In een aantal buurten is dit niet voldoende. Daar vervangen we woningen en
40
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
herstructureren we delen van de buurt. We committeren ons daarbij aan de wijkvisies en –plannen die we in Osse en Bossche wijken met gemeenten en partners maakten. Hiermee hebben we voor meerdere jaren afspraken gemaakt over de aanpak. In onderstaande een overzicht per buurt van de belangrijkste resultaten in 2014. Oss In Oss hadden we in 2014 geen wijken die we herstructureren. Wel zijn op twee aangrenzende locaties in Oss Zuid transformaties gaande, waarbij wij nauw betrokken zijn: we starten met de bouw van huurappartementen op het voormalig ziekenhuisterrein Bernhoven en we namen in het project Talentencampus de afgesproken gronden af. Daarnaast voeren we in enkele buurten een wijkaanpak uit om de leefbaarheid te bevorderen. Bewonersparticipatie is daarbij een belangrijke randvoorwaarde. Schadewijk • We leverden 38 nieuwbouw appartementen op en het multifunctionele wijkcentrum in de Maria Gorettischool. • Om overlast van jongeren en onrust in de wijk tegen te gaan, participeren we in de werkgroep die de activiteiten in het wijkcentrum coördineert en stimuleren we via een verbintenis met het Sport Expertise Centrum (SEC), sport en beweging op het Cruijffcourt. In de Roofvogelbuurt in Schadewijk zetten we in 2014 het BuurtCultuurfonds in om de betrokkenheid van bewoners bij de buurt te vergroten. De opgehaalde ideeën worden in 2015 uitgevoerd. Ruwaard • In de Wagenaarstraat en omgeving renoveerden we 101 woningen (fase 1). • We zetten onze plannen door voor een brede wijkaanpak. In de wijk zijn 2 buurtcultuurprojecten uitgevoerd: het fotoproject Wijkkijken en het realiseren van een kleurig zit- en speelelement in de groenstrook Het project Wijkkijken was een van de finalisten voor de Brabantse Cultuurprijs 2014. • We startten de voorbereidingen voor fase 2 van de renovatie Wagenaarstraat (142 woningen). Ook hierbij worden bewoners betrokken en krijgen zij invloed op de aanpak. • Met het Sport Expertise Centrum (SEC) zijn afspraken gemaakt om jongeren via sport en activiteiten te activeren. Krinkelhoek In 2014 hebben we een renovatie in de Krinkelhoek afgerond. ‘t Woud Als gevolg van verkoop zijn we steeds minder aanwezig in deze buurt. We hebben afspraken gemaakt met de gemeente om de gevolgen voor de leefbaarheid te monitoren en indien nodig ons alsnog in te zetten voor verbetering. In 2014 hebben we hiertoe bewonersavonden gehouden. Bewoners nemen zelf het initiatief bij de vervolgaanpak, onder regie van de gemeente. Raadhuislaan We namen deel aan een projectgroep van de gemeente, met als doel een visie te ontwikkelen op de Raadhuislaan. De mogelijkheden om kantoren te transformeren naar woningen worden daarbij onderzocht.
41
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
’s-Hertogenbosch In ’s-Hertogenbosch maken we onderscheid in aandachtswijken, preventiewijken en basiswijken. Wij zijn actief in de aandachtswijken Graafsewijk, Eikendonk, Deuteren, Boschveld, Orthen-Links, Gestelse buurt en Hambaken. Ook de preventiewijken Kruiskamp en Aawijk Zuid behoeven extra aandacht. BrabantWonen heeft in al deze wijken een substantieel aantal woningen in bezit. Onze rol varieert van sloop en nieuwbouw tot inzet op leefbaarheid. We maakten met partners afspraken over een meerjarenaanpak welke vast zijn gelegd in wijkvisies. De belangrijkste resultaten in 2014 zijn: Deuteren De planontwikkeling voor de nieuwbouw in de Oeterselaan is gestart, een besluit hierover valt in 2015. Met de bewoners van de 40 te slopen woningen was al een verhuisregeling afgesproken. De meesten zijn al verhuisd. Eikendonk • Hier vervangen we in totaal 167 woningen. In juni 2014 is de bouw van plandeel 2 (middenstuk van de wijk) gestart. Het gaat om 8 koopwoningen, 29 huurwoningen en -appartementen, onder meer ten behoeve van cliënten van Cello (verstandelijk beperkten), en een commerciële ruimte. Onderdeel van het plan is een ‘buurthuiskamer’ waarvan de bewoners het beheer voor hun rekening zullen nemen. • Aan De Bossche Pad hebben we een tweede Klushuisproject geïnitieerd, waarin we 8 voormalige huurwoningen verkopen. De nieuwe eigenaren renoveren ze in Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO). Orthen-Links • In 2011 is hier de uitverhuizing van start gegaan. Eind 2014 wonen nog 69 van de 240 huishoudens in de wijk. • We verhuren tien leeggekomen woningen tijdelijk aan mensen uit groepen die door het huidige woonruimteverdelingssysteem onvoldoende aan bod komen. Ad Hoc en de Atelier Beheerstichting beheren de resterende woningen. • Een aantal bewoners is betrokken bij het project ‘Afscheid van de Wijk’. Via WijkGerichtWerken krijgen de zittende en vertrokken bewoners informatie over de ontwikkelingen. Met de vertegenwoordigers van alle bewoners van Orthen-Links (STOL) is regelmatig goed overleg geweest. • Er zijn 17 woningen gesloopt en de bouw van de vijftig appartementen is van start gegaan. Daarnaast begon in 2014 de voorbereiding voor de aanbesteding van fase 1, 2 en 3. De bouw van fase 1 kan in 2015 starten. Boschveld • Het plangebied in Boschveld is opgedeeld in 21 deelprojecten welke we gefaseerd oppakken. In 2014 is de bouw van vlek 19 (fase 2) nagenoeg opgeleverd. Daarna is het de beurt aan vlek 18 (fase 2). De verhuisregeling voor deze bewoners loopt af op 12 juni 2015, een behoorlijk aantal van hen zal verhuizen naar vlek 19. Het plan voor de huidige locatie van de basisschool (vlek 3) is nagenoeg gereed. In dit plan bouwen wij sociale huurappartementen en ontwikkelt de gemeente grondgebonden woningen. • De plannen voor het groene hart van Boschveld zijn verder uitgewerkt. • De voorbereiding van de herstructurering van vlek 20 en 21 is in volle gang. In 2015 kunnen we duidelijkheid geven over woningbouw op deze locaties. • Daarnaast onderzoeken we samen met de gemeente naar de beste stedenbouwkundige en volkshuisvestelijke oplossing voor de Marconistraat. Het is waarschijnlijk noodzakelijk één van de appartementenblokken te slopen om zo de verbinding met de wijk te maken.
42
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Kruiskamp en Schutskamp • In de Churchilllaan is wooncomplex De Vrijheid voor senioren met een zorgvraag die zelfstandig willen blijven wonen opgeleverd. • Door besluitvorming in 2014 kunnen we in 2015 starten met de bouw van appartementengebouw Badeloch aan de Eindhovenlaan. • De flat De Rijskampen aan de Admiraliteitslaan is gesloopt. Nieuw Zuid • De veiligheidsbeleving in de buurt is ondanks positieve resultaten op het verbeteren van de werkgelegenheid, de bestrijding van overlast (sterk verminderd in 2014) en armoede niet toegenomen • De aanpak van de Gestelse Buurt krijgt dan ook bij meerdere van onze partners een hogere prioriteit. Speerpunten hierbij zijn: het versterken van de economische pijler (werk) en het verbeteren van de veiligheid(sbeleving). De buurt krijgt opnieuw de status van aandachtbuurt. • Positieve ontwikkeling is de rol van de Brede Bossche School in de wijk: gelet op het gebruik van de ruimtes en het bezoek aan activiteiten loopt deze goed. Daarnaast is mede door onze financiële bijdrage een Krajicek Playground gerealiseerd, die veel wordt gebruikt. • We onderzoeken toekomstscenario’s voor de flats in de Gestelse Buurt. Aawijk • In 2014 is in deze wijk een Hostel opgeleverd en in gebruik genomen. Ondanks de ophef vooraf in de wijk over de komst van het Hostel, is na oplevering het Hostel geïntegreerd geraakt in de wijk. • We hebben in overleg met bewoners in de straten rond het Lingeplein een aantal brandgangen voorzien van hekken, om overlast tegen te gaan. Barten Zuid • In 2013 begon de renovatie van alle 423 woningen in het westelijke deel van de buurt, in 2014 is de tweede fase (Lariksplein en omgeving) afgerond. • Verder is hier sinds 2011 een interventieaanpak van kracht, die gericht is op vermindering van de criminaliteit en de vermindering van intimidatie. • Bewoners maakten in 2014 goed gebruik van het Servicepunt aan de Wilgenstraat.
4.4.2 Leefbaarheid In alle wijken waar we woningbezit hebben, hebben we projecten om de leefbaarheid te bevorderen. Vaak hebben bewoners ideeën genoeg om hun buurt te verbeteren. We dagen bewoners uit zelf initiatief te nemen. Zo gaan hun ideeën niet verloren. We stellen een leefbaarheidsbudget beschikbaar om initiatieven te ondersteunen. Denk hierbij aan initiatieven die bijdragen aan het bevorderen van veiligheid, leefbaarheid of onderlinge verbondenheid. Bewoners nemen zelf (een deel van) de organisatie op zich. Kunst en cultuur We geloven dat culturele uitingen een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de ‘kunst van het samenleven’. Daarom zijn we in 2012 een exclusieve samenwerking aangegaan met het Prins Bernhard BuurtCultuurfonds, waaruit het BrabantWonen BuurtCultuurfonds is ontstaan. In 2014 is besloten dat we nogmaals drie jaar met het fonds kleinschalige, buurtgerichte projecten ondersteunen met educatieve of culturele meerwaarde. In 2014 werden met name projecten ingediend om binnenterreinen en portieken aan te pakken. Het Osse Wijkkijken uit 2013 werd genomineerd voor de Brabantse Cultuurprijs 2014.
43
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Beursvloer Award BrabantWonen heeft in 2014 de Award voor meest maatschappelijke instelling gewonnen bij de maatschappelijke beursvloer. De Beursvloer is een evenement waar bedrijven, instellingen en gemeente worden gekoppeld aan maatschappelijke organisaties uit ‘s-Hertogenbosch en omgeving. Dit gebeurt met ‘matches’, net zoals op een gewone beursvloer. Matches hebben betrekking op overdracht van kennis/ kunde, geven van advies, doneren van materialen, helpende handen, maatschappelijke teambuilding, PR & communicatie etc. De maatschappelijke organisatie stelt daar een tegenprestatie tegenover, bijvoorbeeld een lunch of naamsvermelding. Ook dit jaar namen ongeveer 80 maatschappelijke organisaties deel. In het juryrapport stond dat de elementen ‘verbinding met de samenleving’ en ‘betrokkenheid’ als een rode draad door onze organisatie loopt. Verder: • participeren we in buurtbemiddeling • vragen we bij huurders aandacht voor schoon, heel en veilig van woongebouwen • hebben we in ’s-Hertogenbosch koppels van medewerkers gemaakt met welzijnsorganisatie Divers en de politie om zichtbaar en ondersteunend aanwezig te zijn in de wijk • ondersteunen we initiatieven als ’s-Port in de wijk (’s-Hertogenbosch) en Koken bij de buren (Oss) • steunden we 12 initiatieven – waar onze huurders profijt van (kunnen) hebben of goede doelen waar onze medewerkers in participeerden – met een kleine financiële bijdrage.
4.4.3 Adequaat voorzieningenniveau Het verbeteren van de leefbaarheid in buurten en wijken doen we ook met maatschappelijk vastgoed. We faciliteren hiermee de ‘ontmoeting’ in de wijk. We geven hiermee eveneens een nieuwe invulling in onze van oorsprong sterke positie in het maatschappelijk netwerk. In Oss is in 2014 in de Leeuwerikstraat een multifunctioneel centrum (Maria Gorettischool) opgeleverd en in gebruik genomen. De gemeente is begonnen met de (her)ontwikkeling van de strook winkelcentrum Ruwert – Iemhof – Sterrebos. Samen met BrabantZorg hebben we aangegeven graag te willen meedenken. De gemeente heeft voor D’n Iemhof 2 varianten geschetst: nieuwbouw of verbouw. Wij hebben samen met BrabantZorg aangegeven dat onze voorkeur uitgaat naar nieuwbouw. Dat biedt de meeste kansen voor ontmoeting in De Ruwaard en een open en transparante verbinding met de Sterrebos. In ’s-Hertogenbosch dragen we samen met de gemeente zorg voor het Activiteitencentrum Deuteren. In 2014 hebben we woningen voor Cello in Deuteren opgeleverd met een ontmoetingsruimte voor de doelgroep. Vicki Brownhuis In het verslagjaar zijn we overeengekomen dat Het Vicki Brownhuis haar intrek neemt in ons kantoorpand aan de Graafseweg in ’s-Hertogenbosch. Het Vicki Brownhuis is een inloophuis voor mensen met kanker en hun naasten. Zij kunnen er terecht voor allerlei vormen van ondersteuning en informatie over deze ziekte. Omdat het Vicki Brownhuis gehuisvest was in een pand aan het Hinthamereinde in ’s-Hertogenbosch dat niet voldoet aan de eisen die noodzakelijk zijn om hun gasten te ontvangen, is de organisatie op zoek gegaan naar vervangende huisvesting. Wij hebben in ons kantoorpand in ’s-Hertogenbosch de benodigde ruimte beschikbaar. Het huisvesten van het Vicki Brownhuis sluit goed aan bij onze maatschappelijke drijfveren.
44
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
4.4.4 Bewonersparticipatie: invloed van huurders op beleid en werkwijze Wij vinden bewonersparticipatie belangrijk. Het is een centraal begrip in ons ondernemingsplan. Klantgestuurd werken kunnen we pas als we vooraf, en niet alleen achteraf, praten met onze klanten over ons huurproces en -beleid. Vernieuwing op dit terrein is een continu proces, omdat we telkens willen aansluiten bij de behoeften en wensen van onze klanten. Jaarlijks organiseren we een activiteit om actieve bewoners te danken voor hun inzet. Dit jaar organiseerden we een avond rondom participatie. Adviesforum: op concernniveau In 2014 evalueerden we de werkwijze van het Adviesforum. We concludeerden onder andere dat de werkwijze niet goed aansluit bij de wensen van de deelnemers. Het bleek onder andere moeilijk om een diverse groep huurders aan te spreken. In samenspraak met de deelnemers van het Forum slaan we een nieuwe richting in, waarbij de verschillende participatievormen nadrukkelijker onderling met elkaar worden verbonden. Tijdens de discussies over het nieuwe huurbeleid hebben we geëxperimenteerd met een flexibelere werkwijze. Het bleek makkelijker voor forumleden om met vragen te komen en voort te borduren op elkaars suggesties. In 2015 gaan we verder met deze nieuwe werkvorm. Huurdersgroepen: meedenken op stedelijk niveau Met de huurderbelangenvereniging (HBV) Oss spraken we over de jaarlijkse huurverhoging, het activiteitenplan, het jaarverslag, nieuwbouw en grote renovatieprojecten, energie en duurzaamheid, bewonersparticipatie, woonruimteverdeling en de ontwikkeling van de portfoliostrategie. De jaarlijkse huurverhoging is een belangrijk punt waarop de HBV positief heeft geadviseerd. In 2014 hebben we in Oss een klankbordgroep opgericht. Deze groep bestaat uit ongeveer 40 personen. De HBV Oss ondersteunt het initiatief en de voorzitter neemt deel aan de klankbordgroep. Er zijn twee bijeenkomsten geweest in 2014. Thema’s van deze twee bijeenkomsten waren het woonruimteverdelingssysteem en woonfraude. De onderwerpen voor 2015 zijn gezamenlijk bepaald. De Klankbordgroep in ‘s-Hertogenbosch bestaat op dit moment uit 45 personen. Zij volgen ons kritisch en discussiëren mee over het beleid voor onder meer wonen, leefbaarheid en veiligheid in ’s-Hertogenbosch. De Klankbordgroep kreeg in de afgelopen jaren een steeds meer structurele plaats binnen BrabantWonen. Er was 5 keer overleg over uiteenlopende onderwerpen, deels aangedragen door de comités zelf: het jaarverslag, het huurbeleid, nieuwe participatievormen, veilig wonen, woonfraude en het activiteitenplan. Daarnaast ging de groep op excursie langs nieuwbouwprojecten. Uit de klankbordgroep deden leden mee aan discussiebijeenkomsten over onder meer het activiteitenplan 2015. Een andere groep fungeert als leesgroep. Onze standaardbrieven legden we voor op leesbaarheid en duidelijkheid. We hebben ook regelmatig overleg met het Stedelijk Huurdersplatform. Zowel over WoonService als over de stedelijke regelingen. In 2014 hebben we de eerste aanzet gegeven tot evaluatie van de samenwerking. In 2015 werken we dit verder uit. Uit de klankbordgroepen Oss en ’s-Hertogenbosch hebben we mensen geworven die met ons willen meedenken over het huurbeleid en de huurverhoging 2015 en het klantportaal ‘mijnbrabantwonen.nl’. Bewonerscommissies: meedenken op complexniveau In Oss hebben we 59 bewonerscommissies, in ’s-Hertogenbosch zijn het er 43. Sommige organiseerden
45
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
vooral leefbaarheidsactiviteiten, andere hielden zich meer bezig met het beheer van een complex. We sluiten zo goed mogelijk aan bij de wens van de commissieleden. We beseffen dat niet iedere groep representatief is voor alle bewoners, maar zijn blij dat we op deze manier in gesprek zijn met bewoners. Bij steeds meer bewonerscommissies is de communicatie met ‘de achterban’ goed geregeld. We proberen op andere manieren met andere bewoners in contact te komen, zodat we een zo compleet mogelijk beeld krijgen van de ideeën van bewoners. Onze woonconsulenten houden intensief contact met al deze commissies. In 2014 heeft een deel van het (nieuwe) managementteam in Oss alle bewonersgroepen bezocht om kennis te maken en te horen wat er speelt. Over het algemeen is men zeer positief over het contact met BrabantWonen. Jongeren Om de dienstverlening aan de studenten in ’s-Hertogenbosch te verbeteren is één wijkbeheerder aangesteld die contactpersoon is voor alle zaken die de studenten aangaan. Ook in 2014 stelden we weer 10 kamers ter beschikking aan internationale studenten van de HAS en 24 kamers aan internationale studenten van Avans. Klantenpanel Klantenpanels zijn een mooi middel om op een constructieve manier de visie en mening van klanten te horen. In 2014 is voor de nieuwbouw van wooncomplex Badeloch (Eindhovenlaan) een panel georganiseerd om de wensen van de doelgroep in kaart te brengen.
4.4.5 Belangrijkste resultaten Leefbare wijken met adequate voorzieningen In Oss: • werkten we in vijf buurten aan een wijkaanpak • leverden we het multifunctionele wijkcentrum in de Maria Gorettischool op. In ’s-Hertogenbosch: • zetten we flinke stappen in de herstructuring en renovatie in 9 wijken, met oplevering van nieuwbouw en renovaties in onder meer Boschveld, Eikendonk, Orthen-Links, Barten Zuid, Kruiskamp en Schutskamp. • We stimuleerden ontmoeting en onderlinge verbondenheid. We zetten hiervoor het Buurtcultuurfonds in, waarvoor vooral van bewoners(groepen) aanvragen komen. • We zijn gestart met de uitvoering van de punten uit het participatiebeleid, onder meer met een nieuwe Klankbordgroep in Oss. • We leverde in ’s-Hertogenbosch een ontmoetingsruimte voor de doelgroep op van Cello in Deuteren.
4.5
Zo lang mogelijk, zo plezierig mogelijk thuis wonen
Het programma ‘zo lang mogelijk zo thuis mogelijk wonen’ is cruciaal om in te kunnen spelen op de veranderende maatschappelijke opgaven op het vlak van wonen, welzijn en zorg. We willen bijdragen aan de onderlinge ondersteuning van burgers in een buurt: dit willen we stimuleren en faciliteren. Het is duidelijk dat geen enkele organisatie dit vraagstuk alleen kan oplossen. De samenwerking en synergie tussen BrabantWonen, BrabantZorg en onze andere partners in het speelveld van wonen, welzijn en zorg staan centraal. De verbanden met de fysieke kant van het vraagstuk (voldoende betaalbare woningen van goede
46
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
kwaliteit) en het schaalniveau van wijken en buurten (leefbare wijken met adequate voorzieningen) willen we waarborgen.
4.5.1 Ontwikkelingen In 2014 werkten we samen met BrabantZorg de programmanotitie ‘Zo lang mogelijk zo plezierig mogelijk thuis wonen’ uit. Hierin verwoorden we onze ambitie en schetsen we vier programmalijnen die de komende jaren richting geven aan ons handelen: • Faciliteren van kleine stapjes • Duidelijke rol in lokale sociale infrastructuur • Inzet in wijkgericht werken • Wat leert de participatiemaatschappij ons? Daarnaast ontwikkelden we met BrabantZorg het concept Zorgwonen verder. Meer informatie hierover is te vinden in het jaarverslag 2014 van ZorgGoedBrabant. In september 2014 bracht minister Blok een bezoek aan BrabantWonen en BrabantZorg. We hadden de minister uitgenodigd om knelpunten bij de veranderingen in de langdurige zorg te bespreken. Het werkbezoek van Blok vond plaats op zorglocatie Odendael in Sint Oedenrode. De minister sprak er niet alleen met de besturen en het management, maar ook met bewoners en hun familie. Daarnaast spraken we op andere momenten met een brede vertegenwoordiging van het ministerie van VWS over het gezondheidsconcept dat in Oss wordt ontwikkeld door de partijen die zich committeren aan Gezondheidscentrum Oss. De bouw van dit centrum is in 2014 gestart.
4.5.2 Resultaten 2014 • Nieuwe woonzorg-vormen We bouwen bij diverse nieuwbouwprojecten in Oss, ’s-Hertogenbosch en in de regio samen met zorgaanbieders, woningen met ruimte voor een zorgcomponent. Voor het hospice De Oase in Oss werkten we in 2014 plannen uit voor nieuwe huisvesting. Het besluit hierover nemen we in 2015. In ’s-Hertogenbosch leverden we een Hostel op in de Aawijk, realiseerden we nieuwbouw voor verstandelijk beperkten in Deuteren en leverden we in de Kruiskamp De Vrijheid op. • Aanpak zorgelijke (overlast)situaties We zagen het afgelopen jaar een toename van problematische, zorgelijke overlastsituaties. Dit was vooral zichtbaar bij bewoners die uitstromen uit de hulpverlening of die wonen met ambulante begeleiding. Het gaat om een kwetsbare groep die moeite heeft met zelfstandig wonen. In Oss ontwikkelen we diverse initiatieven om hierop te anticiperen. Onze rayonteams zijn scherper op deze vorm van overlast. Ook gebruiken we het tijdelijke contract bij bewoners die extra begeleiding nodig hebben en een stok achter de deur. Er zitten concrete afspraken aan vast, zodat de slaagkans op echt zelfstandig wonen toeneemt. Zulke afspraken zijn maatwerk. We maken ze met de huurder en de begeleidende instantie. Ook bieden wij budgetondersteuning bij deze huurders. Bij 25 tijdelijke contracten is hier gebruik van gemaakt.
47
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
In ‘s-Hertogenbosch krijgen diverse bewoners hulp bij het wonen en leven via vrijwilligersprojecten zoals de Sociale Wooncoach, schuldhulpmaatje en de huishoudcoach. Daarin werken we nauw samen met onze partners Zayaz, Kleine Meierij, Divers en Stichting Maatschappelijke Opvang. De samenwerking ontwikkelt zich verder door de komst van de wijkteams, die hun eerste stappen in 2014 hebben gezet. • Gebiedsgerichte financiering, Oss In Oss is een proeftuin voor gebiedsgerichte financiering in ontwikkeling. Wij werken hier ook aan mee, samen met initiatiefnemers BrabantZorg en de gemeente Oss, partners Pantein, Dichterbij, GGZ Oost Brabant, Vivaan, Huisartsenkring Oss, het zorgkantoor en het ministerie van VWS. Het experiment is bedoeld om de huidige bekostigingssystematiek in de zorg te doorbreken. In het eerste kwartaal namen we deel aan een bijeenkomst met maatschappelijke partijen om een pilot in de wijk De Ruwaard te bespreken. Eind 2014 is op bestuurlijk niveau een verdiepingsslag gemaakt. • Zorgzaam ’s-Hertogenbosch Medio 2013 is de samenwerking van Zorgzaam ‘s-Hertogenbosch gestart met het Manifest Zorgzaam ‘s-Hertogenbosch. Partijen hebben zich verenigd in Zorgzaam om gezamenlijk uitvoering te geven aan de transitie van de AWBZ en de gevolgen voor langer zelfstandig thuis wonen. Voor ’s-Hertogenbosch Zuidoost is een pilot gestart, die ondertussen heeft geresulteerd in een Sociaal Wijkteam, een wijkteamleider, een aanpak rond de dagbesteding en het opzetten van een Zorgcirkel. • Wijkpunten, Oss Wijkpunten staan centraal in allerlei initiatieven om verbindingen te leggen in wijken. Ze dragen bij aan het stimuleren en intensiveren van samenwerking met korte lijnen. De wijkpunten staan in het middelpunt van de belangstelling, er zijn allerlei initiatieven rondom wijkgericht werken. De ‘organische benadering’ lijkt zijn vruchten af te werpen. In twee pilots, de sociale wijkteams en participatienetwerken, proberen we initiatieven te bundelen. De sociale wijkteams hebben in 2014 vorm gekregen. De teams komen samen in het wijkpunt. • Wijkpleinen, ’s-Hertogenbosch Wij participeren in de zeven Wijkpleinen die in ‘s-Hertogenbosch zijn ontwikkeld. Hier kunnen bewoners terecht met vragen over de WMO. Ze kunnen zich er ook aanmelden als vrijwilliger voor de Talentenbank. Professionals en opgeleide vrijwilligers werken in een Wijkplein samen om ‘hulpvragers’ te ontvangen. De wijkteams sluiten hierbij aan. In 2015 bezien we opnieuw of en hoe hierin te participeren. • Ondersteuning bewonersinitiatieven, ’s-Hertogenbosch In ‘s-Hertogenbosch is er een ‘ondersteuningsprogramma bewonersinitiatieven’, waar ook steun aan mantelzorgers en vrijwilligers onderdeel van is. De basishulp is gebiedsgericht in zes wijken georganiseerd. Met eenvoudige vragen kunnen inwoners terecht bij ‘basisprofessionals’, zoals onze medewerkers in de wijk. Met complexe vragen kunnen bewoners terecht bij de Sociale Wijkteams. Als de Basisteams Jeugd en Gezin aan de slag gaan, sluiten ze aan bij de Wijkteams. Het motto voor deze teams is ‘één gezin, één plan, één regisseur’. In 2014 hebben we de samenwerking met de wijkteams gestart, we hebben structureel overleg. • Scootmobiels, Oss In 2014 hebben we een inventarisatie gemaakt in welke complexen we een scootmobielstalling kunnen maken. In 2015 werken we dit verder uit.
48
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
4.5.3 Belangrijkste resultaten Zo lang mogelijk zo thuis mogelijk wonen • We werkten met BrabantZorg de programmanotitie uit voor ‘zo lang mogelijk, zo plezierig mogelijk thuis wonen’, deze geeft richting aan onze verdere samenwerking. • We ondersteunden bewonersinitiatieven en werkten samen met Wijkpunten (Oss), Wijkpleinen (‘s-Hertogenbosch) en de nieuwe sociale wijkteams. • We reageren alert op de gevolgen van de extramuralisering waarbij een groeiende groep huurders mogelijk knelpunten ondervindt bij het zelfstandig wonen en zetten ons in voor preventie.
4.6 Lerende organisatie met slagkracht We kunnen onze maatschappelijke slagkracht vergroten als we onze interne organisatie verbeteren. Daarom willen we verder professionaliseren, onze ondernemingskracht uitbouwen en financieel robuust blijven. We leggen verantwoordelijkheden lager in de organisatie en streven naar een efficiënte effectieve organisatie. Hiertoe passen we bijvoorbeeld onze interne processen aan. Daarnaast stimuleren we eigenaarschap en leiderschapsontwikkeling en staan we voor goed werkgeverschap. Dit hebben we uitgewerkt in het programma ‘lerende organisatie met slagkracht’. Dit programma is ondersteunend aan en in samenhang met de andere vier programma’s.
4.6.1 Programmamanagement en projectmatig werken In 2014 hebben we programmamanagement en projectmatig werken verder geoptimaliseerd. Beide werkwijzen zijn inmiddels onderdeel van ons dagelijkse werk. Het programmamanagement helpt ons bij het jaarlijks ordenen van projecten, om prioriteiten te stellen en zo onze doelen te bereiken. Wat doen we dit jaar zeker? Welke capaciteit hebben we beschikbaar? Waar gaat het wringen en hoe lossen we dat op? Wat stellen we wellicht uit? Sinds een aantal jaren werken we in onze organisatie actief aan een verbetering van projectmatig werken. We hebben deze werkwijze verankerd in onze organisatie. In 2014 lag het accent op rolvastheid. Via een voortgangsoverleg, waarin de verschillende managementteams waren vertegenwoordigd, en met behulp van een team van facilitators is de aandacht gevestigd op de rollen in projectmatig werken. Door facilitators in te zetten bij het opstarten en afronden van projecten, door middel van evaluaties dialoog te stimuleren en door een op herhaling gerichte communicatie is een verbeterslag bewerkstelligd.
4.6.2 Interne processen Van begroten naar budgetteren We leggen verantwoordelijkheden lager in de organisatie. We maken daardoor de overstap van begroten naar budgetteren. Dat leidt in onze organisatie tot een leerproces gericht op verantwoordelijkheden in combinatie met bijbehorend taakstellend budget op de juiste plaatsen binnen onze organisatie. In 2014 is hiertoe een ‘Handleiding Budgetverantwoordelijkheid’ opgesteld. Deze handleiding is aangevuld met een vernieuwde autorisatiematrix. Waar de handleiding dient als richtsnoer voor de taken en verantwoordelijkheden van de budgethouder, biedt de autorisatiematrix in één oogopslag inzicht in wie waarvoor is geautoriseerd. De verdere invoering vindt in 2015 plaats. Professionaliseren inkoopfunctie We hebben de inkoopfunctie geprofessionaliseerd. Doel van de inkoopfunctie is het effectief en efficiënt beheren en beheersen van de inkoopstromen en het inkoopproces. Zodanig dat we onze bestedingen op een verantwoorde wijze uitvoeren. We hebben hierbij gekozen voor een gecoördineerde, hybride
49
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
inkooporganisatie. Zo maken we optimaal gebruik van de kennis en kunde binnen onze organisatie. De inkopers zorgen voor de strategische inkoop, met als doel het toevoegen van waarde en het behalen van kostenbesparingen. De operationele inkoop ligt bij de budgethouder, die bijvoorbeeld kan afroepen binnen raamcontracten. In 2014 trad een tweede inkoper in dienst. We hebben ook het Inkoopstatuut vastgesteld. In dit statuut beschrijven we de kaders voor het inkoopproces, hoe we het organiseren en wie waarvoor verantwoordelijk is in de organisatie. Hierbij is er aandacht voor functiescheiding, integriteit, eigenaarschap en (budget) verantwoordelijkheid. Doel is om met het statuut ons inkoopbeleid transparant te maken. Het geeft heldere spelregels voor onze medewerkers en inkopers en is onderdeel van het toetsingskader van onze toezichthouders.
4.6.3 Coachend leiderschap en stimuleren eigenaarschap Belangrijke uitgangspunten van onze organisatieontwikkeling zijn meer eigenaarschap en leiderschapsontwikkeling. Door de reorganisatie (zie paragraaf 5.3) is een hiërarchische laag geschrapt en zijn er minder leidinggevenden. Dat zorgt voor meer regelruimte. We leggen verantwoordelijkheden en bevoegdheden zo laag mogelijk in de organisatie. We organiseerden trainingen om medewerkers en leidinggevenden bij deze ontwikkelingen te ondersteunen. Leidinggevenden volgden gezamenlijk een intern trainingsprogramma. Hierbij trainden ze op verschillende leiderschapsstijlen, zoals coachend leiderschap om meer eigenaarschap bij de medewerkers te stimuleren. Afdelingshoofden zijn gestart met intervisie. Bij intervisie gaat een groep leidinggevenden met elkaar op gestructureerde wijze in gesprek over problemen en dilemma’s in het werk. Doel is analyseren, leren, inspireren, reflecteren en bewustzijn van gedrag(sverandering). Het zorgt voor concrete resultaten, onderling begrip en steun. Alle medewerkers hebben een op maat gemaakte afdelingstraining gevolgd over feedback geven, veiligheid en eigenaarschap. In 2015 vervolgen we de talent- en leiderschapsontwikkeling met het Management Development programma.
4.6.4 Belangrijkste resultaten ‘Lerende organisatie met slagkracht’ • We hebben programmamanagement en projectmatig werken geoptimaliseerd. • We ontwikkelen ons beleid van begroten naar budgetteren. • We hebben de inkoopfunctie binnen onze organisatie professioneler gemaakt. • We werkten aan meer eigenaarschap en leiderschapsontwikkeling.
50
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Hoofdstuk 5: Bestuur en organisatie
51
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
5.1
Inleiding
In dit deel van het jaarverslag gaan we in op onze interne organisatie. Aan de orde komen ontwikkelingen in: • het bestuur • personeel & organisatie • de organisatiestructuur • de ondernemingsraad • intern toezicht van de Raad van Commissarissen
5.2
Het besturen van BrabantWonen
Het bestuur dient het belang van de organisatie van BrabantWonen in relatie tot de maatschappelijke functie van de stichting. Hiertoe is het bestuur verantwoordelijk voor de financiële continuïteit, de rechtvaardigheid van de uitgaven (de legitimiteit), het maatschappelijke presteren en de relatie met onze belanghouders, een deugdelijke governancestructuur en de gewenste gedragsaspecten (integriteit). Het bestuur, oftewel de algemeen directeur, geeft inhoud aan de misse en visie van de organisatie. Hij werkt met een strategie die is vastgelegd in het ondernemingsplan ‘Resultaat door verbinden’. Het ondernemingsplan heeft een looptijd van vier jaar. Elk jaar legt de algemeen directeur accenten. Zodoende realiseren we uiteindelijk de geformuleerde doelen. Die accenten krijgen een vertaling in concrete acties. Hierover maakt de algemeen directeur jaarlijks afspraken met de Raad van Commissarissen. Aandachtspunten van het bestuur lagen in 2014 op: • betaalbaarheid en beschikbaarheid van woningen: nieuw huurbeleid, herijking portfoliostrategie, nieuwe financiële kaders nieuwbouw • organisatorische veranderingen met het doel de organisatie wendbaar en fitter te maken: reorganisatie, implementatie nieuwe organisatiestructuur, leiderschapsontwikkeling en bevorderen eigenaarschap, verankeren projectmatig werken en programmamanagement in onze werkwijzen. Verder richtte het bestuur zich op: • samenwerking BrabantZorg: nieuwe gezamenlijke huisvesting voor centrale afdelingen en evalueren van de samenwerking en de daarmee samenhangende constructie ZorgGoedBrabant (2); dit laatste leidde tot het principebesluit om de vastgoedstichtingen ZorgGoedBrabant (2) in 2015 met BrabantWonen te laten fuseren • het anticiperen op de gevolgen van wet- en regelgeving, zoals de verhuurderheffing, WNT, Herzieningswet. Aedes Bestuursadviescommissie betaalbaarheid De algemeen directeur van BrabantWonen had zitting in de bestuursadviescommissie betaalbaarheid van Aedes. De opdracht van deze commissie was om - conform de door het Aedescongres aangenomen motie - uitgangspunten te formuleren voor de betaalbaarheid en voldoende beschikbaarheid van goede woningen. Het opgestelde advies is aan het Aedesbestuur voorgelegd. Met een overgrote meerderheid (94%) stemden de Aedes-leden op het congres in met het bestuursadvies over betaalbaarheid. Kern daarvan is dat de betaalbaarheid van sociale huurwoningen een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van overheid, woningcorporaties en huurders. Corporaties moeten lokaal afspraken maken over beschikbaarheid van huurwoningen, over huurprijzen en over doelgroepen. Lokaal maatwerk is van groot belang omdat de situatie per regio of gemeente sterk kan verschillen.
52
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Belanghoudersbijeenkomst Op 10 september verzamelden zo’n 100 belanghouders en collega’s zich in de Brede Bossche School Nieuw Zuid in ’s-Hertogenbosch voor onze jaarlijkse belanghoudersbijeenkomst. Dit jaar was het thema ‘Samenwerking bij transformatie’. De voorzitter van de Raad van Commissarissen en de algemeen directeur namen als eersten het woord. Zij positioneerden BrabantWonen in deze turbulente tijden. Daarna nam Wouter Hart, schrijver van het boek ‘Verdraaide organisaties’ de zaal mee naar ‘de bedoeling’ van ons werk: de mensen voor wie we werken. Vrijwel alle belanghouders zitten middenin één of meer transformaties. Ons hele maatschappelijke middenveld schudt op zijn grondvesten en toch gaat ons werk door. Waarbij we net als onze maatschappelijke partners meer moeten doen met minder geld. Dat is lastig, maar ook een uitdaging. Eén ding is zeker: de sleutel tot succesvol inspelen op kansen en bedreigingen houden we samen vast. Dat betekent soms samen een stap extra maken. En soms ook heel bewust kiezen om iets niet te doen en het aan het talent van onze burgers in de buurten en wijken over te laten. Gezamenlijk hebben we tijdens deze bijeenkomst nieuwe en oude wijsheden in een open discussie uitgewisseld. Integriteit Vanuit een gezonde basishouding blijven we continu aan integer handelen werken. We werken als corporatie veel en intensief samen met maatschappelijke en marktpartijen. Dit is een context die vraagt om bewustzijn over wat wel en wat niet kan. We hebben in onze organisatie veel geregeld om integriteit in de volle breedte van onze organisatie in te bedden. Ons integriteitbeleid bestaat uit drie onderdelen: het beleid, de (gedrags)code en de klokkenluiderregeling. Samen met een vertegenwoordiging van de Ondernemingsraad hebben we een extern vertrouwenspersoon geworven. We hebben voor een ‘externe’ gekozen om de onafhankelijkheid expliciet te waarborgen. De introductie van de vertrouwenspersoon en het aanpassen van bijbehorende reglementen en werkwijzen vinden in 2015 plaats. Verder hebben we onze zakenrelaties geïnformeerd over onze wens om niet langer eindejaarsgeschenken naar ons te sturen. Wij vinden dergelijke geschenken niet passen in ons beleid van transparante relaties met zakenpartners. De Raad van Commissarissen heeft onderzoek laten doen naar integriteit. De achtergronden en uitkomsten van dit onderzoek kunt u lezen in het verslag van de Raad (paragraaf 5.6). Over het verslagjaar zijn geen integriteitsschendingen bekend. Governancestructuur BrabantWonen is een stichting en een ‘toegelaten instelling’. De goverancestructuur van BrabantWonen is ingericht volgens de ‘tweelagen structuur’: een Raad van Commissarissen (RvC) die op dit moment uit zes personen bestaat en een Raad van Bestuur bestaand uit één persoon, de algemeen directeur. De algemeen directeur is verantwoordelijk voor het besturen van de onderneming en legt daarover in dit jaarverslag verantwoording af. De RvC ziet toe op de financiële continuïteit, de rechtvaardigheid van de uitgaven (de legitimiteit), het maatschappelijk presteren, de governancestructuur, een aantal gedragsaspecten (integriteit) en het functioneren van de algemeen directeur. De taken van de algemeen directeur en de RvC zijn vastgelegd in de statuten van Stichting BrabantWonen (laatste wijziging d.d. 18 mei 2011) en het reglement RvC. Tussen de voorzitter van de RvC en de algemeen directeur bestaat een regelmatig contact, ook buiten de reguliere vergaderingen om. In de statuten van Stichting BrabantWonen is bepaald dat de RvC bestaat uit tenminste drie en ten hoogste negen personen. Verder is in de statuten bepaald dat twee van hen uit de kring van de huurders komen, of
53
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
uit organisaties die in het belang van de huurders werken. RvC-leden hebben een benoeming voor vier jaar. Herbenoeming voor een volgende zittingstermijn is conform het reglement eveneens voor vier jaar. Bij de samenstelling van de RvC is evenwicht van expertise op de diverse vakgebieden en spreiding van maatschappelijke focus van belang. De selectie van nieuwe leden is daarom gebaseerd op de in het reglement van de RvC omschreven profielschetsen. Als er een vacature is, vult de RvC de profielschets aan met specifieke criteria waaraan het nieuwe lid moet voldoen. Bij herbenoeming wordt nagegaan of de profielschets nog actueel is. Verder is er een reglement ‘benoemingsprocedure lid RvC op bindende voordracht van de huurders’. Governance en codes Alle geledingen binnen BrabantWonen vinden goed bestuur, toezicht, transparantie, externe verantwoording en financiële beheersing, oftewel een goede corporate governance van essentieel belang. Wij onderschrijven de ambities, positionering en rolopvatting van de AedesCode en de daaraan gekoppelde Governancecode Woningcorporaties. Hier handelen we ook naar. De corporate-governanceprincipes komen tot uitdrukking in documenten die BrabantWonen heeft vastgesteld in de vorm van statuten, reglementen, protocollen, beleid en processen. Die processen zijn gebaseerd op principes als functiescheiding, controleerbaarheid, checks and balances, verantwoorden, transparantie en integriteit. Op basis van de codes voeren we elke vier jaar een uitgebreide visitatie uit. De laatste visitatie dateert van 2013. Het bijbehorende rapport staat op onze website. Beleidscyclus Alle besluiten die de directie neemt, spelen zich af binnen de context van onze vierjaarlijkse beleidscyclus. Het ondernemingsplan geeft de richting aan: de verbeterplannen die we maken, vloeien hier uit voort. We doorlopen voortdurend de Plan-Do-Check-Act cyclus (PDCA). Dit helpt ons van verbeterplannen daadwerkelijk verbeteringen te maken. Daarbij blijven we er alert op dat onze plannen aansluiten bij de actuele ontwikkelingen. We kijken hierbij afwisselend naar buiten en naar binnen. Een mooi symbool voor onze beleidscyclus is de band van Möbius: een cirkel die, als je hem doorloopt, van buiten naar binnen gaat en weer van binnen naar buiten. Onderzoek en planning Elke vier jaar nemen we deel aan het landelijk woningbehoefteonderzoek. We noemden al de visitatie en de belanghoudercyclus. We doen ook motivatiemetingen bij onze medewerkers. Voor de planning van ons beleid formuleren we een langetermijnvisie op de woningmarkt en stellen we onze portfoliostrategie vast. Verder maken we meerjarenplannen voor financiën en onderhoud en een treasury jaarplan en ontwikkelen wijkvisies met onze maatschappelijke partners. Vanuit de PDCA-cyclus komen al deze elementen ook jaarlijks terug: we herijken onze portfoliostrategie en meerjarenplannen en stellen vanuit het programmamanagement een kaderbrief op. Na overleg met onze belanghouders stellen we een begroting en een activiteitenplan vast. Een uitgebreide beschrijving van de Governancestructuur en de bijbehorende documenten staan op onze website www.brabantwonen.nl.
54
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
5.3
Personeel en Organisatie
In 2013 kondigden we aan dat we willen ‘groeien naar een kleinere organisatie’. BrabantWonen wil slanker en flexibeler worden. De organisatie beter en klantgerichter maken. Dat is niet iets van de laatste tijd, daar werken we al jaren aan. In ons ondernemingsplan hebben we onszelf er ook aan gecommitteerd: we werken aan een lerende organisatie met slagkracht. Daarnaast moeten we ook de verhuurdersheffing afdragen. Deze twee ontwikkelingen hebben er toe geleid dat we in 2013 een koers hebben uitgezet waarin we zowel de interne organisatie aanpassen als bezuinigen op onze bedrijfslasten. Want als wij aan onze huurders extra huurverhoging vragen en bezuinigen op onderhoud, dan hebben wij ook de morele plicht om onze eigen organisatie aan te pakken. Reorganisatie Vanaf 1 januari 2014 is de nieuwe organisatiestructuur geëffectueerd. We zijn van zes bedrijfsonderdelen teruggegaan naar vier (zie organogram in paragraaf 5.4). We hebben de omvang van het management verkleind: we hebben minder directeuren en één hiërarchische laag is er tussenuit gehaald. Dat levert uiteraard een bezuiniging op. Maar ook meer regelruimte per laag. Daarnaast hebben we de personeelsomvang teruggebracht. Bij de start van de reorganisatie was de vastgestelde formatie gelijk aan 274,3 fte. De taakstelling is om vóór 1 januari 2017 de vastgestelde formatie met 29 fte te verminderen (10 fte management, 19 fte medewerkers) tot 245,3 fte. Aan het eind van het eerste jaar van de reorganisatie constateren we dat we onze bezuinigingsdoelstelling in feite al hebben gerealiseerd. Ultimo 2014 was de reële bezetting binnen BrabantWonen namelijk gelijk aan 241,6 fte. We hebben wel nog een aantal vacatures die we moeten invullen. Tegelijkertijd zijn er ook nog medewerkers met een getekende vaststellingsovereenkomst in dienst, die vóór 2017 uitstromen. Commissie Sociaal Plan Eind 2013 was duidelijk hoe de nieuwe organisatie eruit komt te zien, welke medewerkers konden blijven en welke medewerkers als gevolg van de reorganisatie boventallig waren en hierdoor herplaatsingskandidaat werden. De herplaatsingsperiode liep van 1 januari 2014 tot 1 januari 2015. Om boventallige medewerkers zo goed mogelijk te ondersteunen heeft BrabantWonen met de vakbonden een sociaal plan afgesloten. Er is ook een Commissie Sociaal Plan ingesteld. Medewerkers die het niet eens waren met bijvoorbeeld de benoeming konden hun bezwaar onderbouwd kenbaar maken bij deze commissie. De commissie telde drie leden. Eén lid was benoemd door de vakbonden, één lid door BrabantWonen en gezamenlijk was een onafhankelijk voorzitter benoemd. Er zijn drie bezwaren ingediend bij de Commissie Sociaal Plan. Twee bezwaren zijn door de commissie niet ontvankelijk verklaard. Eén bezwaar heeft geleid tot een hoorzitting. Na deze hoorzitting heeft de commissie ook dit bezwaar niet ontvankelijk verklaard. Herinrichting afdelingen Planning & Control en Financiën De druk op de afdelingen Planning & Control en Financiën is de afgelopen jaren fors toegenomen. Tot ongeveer vijf jaar geleden was er sprake van een eenvoudige financiële administratie en was de controlfunctie binnen onze organisatie nog in ontwikkeling. Tegelijkertijd hebben we ons ‘buiten’ sterk ontwikkeld. Denk hierbij aan de grote en soms complexe projecten, onze gegroeide verbindingenstructuur (deelnemingen) en ons werk voor ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2 (inclusief het scheiden van wonen en zorg). Sindsdien zijn er diverse stappen gezet in het verder ontplooien van de organisatie. Zo is er een nieuw financieel pakket geïmplementeerd, is van historische kostprijs overgegaan op actuele waarde
55
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
en zijn we van begroten naar budgetteren gegaan. De omgeving waarin met name de afdeling Planning & Control was gewend te werken is veranderd. Het gaat nu meer om ‘business controlling’. Bestaande en toekomstige regelgeving worden voortdurend ingewikkelder. We hadden steeds meer moeite om datgene dat nodig was voor interne en externe verantwoording tijdig op goede wijze te leveren. Adviesbureau Berenschot heeft dat eind vorig jaar na onderzoek nog eens scherp opgeschreven. Mede op basis van die rapportage hebben we besloten de afdelingen Financiën en Planning & Control anders in te richten. De herinrichting van beide afdelingen is begin 2014 als een aparte reorganisatie behandeld, passend bij het afgesloten Sociaal Plan. De Ondernemingsraad heeft positief geadviseerd. We hebben de nieuwe eisen vertaald in nieuwe functieprofielen en onze formatie aangepast. Dit heeft er toe geleid dat twee medewerkers herplaatsingskandidaat zijn geworden. Hun herplaatsingsperiode loopt tot 1 april 2015. De ontstane vacatures zijn inmiddels ingevuld. Zo zijn bijvoorbeeld twee businesscontrollers van buiten aangetrokken. In-, door- en uitstroom In 2014 was er beduidend meer mobiliteit. Uiteraard is dat een gevolg van de reorganisatie. Maar ook zijn er relatief veel medewerkers met (flex)pensioen gegaan. In het kader van de reorganisatie is in 2013 een vacaturestop ingesteld. Toch zijn er in de loop van het jaar vacatures ontstaan en opengesteld. Er zijn bijvoorbeeld collega’s met pensioen gegaan op plekken waar geen krimp in de formatie aan de orde was. Die posities moesten worden ingevuld. Daarnaast was er niet altijd een match tussen een vacante positie en de kwalificaties van herplaatsingskandidaten. Een deel van de herplaatsingskandidaten heeft intern of extern een nieuwe werkplek gevonden. Uiteindelijk hebben negen medewerkers met een vaste aanstelling BrabantWonen moeten verlaten. Eén collega heeft contracturen moeten inleveren. In 2014 zijn er 12 personen (10,3 fte) in dienst gekomen namelijk 4 fte bij P&C, 1,6 fte bij Dagelijks Onderhoud in Den Bosch, 0,5 fte bij receptie in Oss, 1 fte directiesecretaresse in Oss, 0,6 fte vestigingssecretaresse in Oss, 1 fte bij Bedrijfsbureau in Oss, en 1,6 fte bij Maatschappelijk Vastgoed. 35 personen (33,4 fte) zijn naar een andere functie gegaan. Hier betrof het 11 afdelingshoofden, 14 medewerkers bij de Financiële Administratie en de Bedrijfsadministratie en 10 medewerkers op individuele basis al dan niet vanuit een situatie van boventalligheid bijvoorbeeld van afdelingshoofd naar projectleider. 26 medewerkers (22,8 fte) zijn uit dienst gegaan waarvan ruim de helft met pensioen. Tijdelijke contracten In het kader van de reorganisatie hebben de medewerkers met een tijdelijk contract noodgedwongen lange tijd in onzekerheid gezeten. Uiteindelijk hebben 8 medewerkers met een tijdelijk contract een aanstelling voor onbepaalde tijd gekregen. Het betrof diverse functies op alle niveaus in de organisatie. Inleen 2014 In 2014 was van de inleen van personeel circa 30% rendabel. De uitgaven voor het inlenen van derden zijn binnen de begroting gebleven: Begroot € 2.434.485,Realisatie: € 1.794.479,-
56
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Er is relatief veel (ca. € 1 mln.) ingeleend als gevolg van vervanging bij ziekte en bij vacatures in de vaste formatie. De reorganisatie heeft een wissel getrokken op de voortgang in de vacaturevervulling van een aantal sleutelfuncties. Zo zijn bij Planning & Control, P&O en Bedrijfsbureau en Projectmatig Onderhoud in Oss en ’s-Hertogenbosch interim functionarissen ingezet om de noodzakelijke ondersteuning te kunnen handhaven. Ziekteverzuim Het totale verzuimpercentage is gestegen van 3,94% in 2013 naar 4,78% dit jaar. Dat is een stijging van bijna 1%. Dit verdient enige uitleg. Tijdens reorganisaties dalen verzuimpercentages vaak. Medewerkers zijn in spanning en afwachting van de gevolgen voor hen individueel. Na afronding van de reorganisatie treedt veelal (en ook bij BrabantWonen) een stijging op omdat dan de reorganisatiespanning wegvalt. In 2011 bedroeg het verzuimpercentage 4,96%, in 2012 5,34%. Het percentage van 4,78% in 2014 is weliswaar hoog maar wel verklaarbaar, én lager dan het verzuimpercentage van voor de ingezette reorganisatie. In 2015 wordt het verzuimbeleid (verzuimprotocol, deskundigheid van leiding met betrekking tot verzuimbegeleiding, functioneren Sociaal Medisch Team, preventie en dergelijke) nader onder de loep genomen. Bijzondere aandacht gaat uit naar het zogenaamde beïnvloedbare verzuim. Dit tegen de achtergrond van het motto ‘ziek zijn is een feit, verzuim is een keuze’. Verzuimduur Totaal BrabantWonen 2014 Inclusief langdurig zieken
4,78 %
kort van 1 t/m 7 dagen
20,16 %
middel van 8 t/m 42 dagen
17,86 %
lang 43 dagen t/m 730 dagen
61,98 % 100,00 %
Verzuimduur Totaal BrabantWonen 2014 Exclusief langdurig zieken
1,0 %
kort van 1 t/m 7 dagen
69,24 %
middel van 8 t/m 42 dagen
30,76 % 100,00 %
Ziekteverzuim 2014 in vergelijking met ziekteverzuim 2013
Bron: DBS Peildatum: 31-12-2014
57
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Overige statistieken: - 35,8% van onze medewerkers werkt in 2014 parttime; dat is hetzelfde percentage als in 2013 - de verhouding man-vrouw is exact hetzelfde als in 2013: 53,5% is man en 46,5% is vrouw - de gemiddelde leeftijd is nu 46 jaar; dat sluit aan bij het beeld van de afgelopen jaren. Arbo In 2014 stond Arbo in het teken van ‘Agressie en Geweld’. Hiertoe is beleid met bijbehorend protocol vastgesteld. Op de vestigingen is een arbeidsinspectie uitgevoerd. Hierbij is in het bijzonder gelet op de naleving van bepalingen omtrent veiligheid als gevolg van mogelijke agressie en geweld. De inspecteur was zeer tevreden met de aandacht die we geven aan het voorkomen van agressie en geweld. De inspecteur waardeert zowel onze keuze om een adviseur Agressie en Veiligheid en een coördinator Calamiteitenteam aan te stellen als het feit dat we een Agressie Opvolg Team in het leven hebben geroepen. Ook is de Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) uitgevoerd voor onze drie kantoorlocaties. Daarnaast hebben er weer AOT-, BHV- en EHBO-trainingen en -oefeningen plaatsgevonden. Investeren in medewerkers We willen een lerende organisatie met slagkracht zijn. Daarom blijven wij investeren in de ontwikkeling van onze leidinggevenden en medewerkers. Op basis van afdelingsplannen bieden we bedrijfs- en functiegerichte opleidingen en trainingen aan. Net als voorgaande jaren hebben we 3% van de loonsom besteed aan opleidingen, trainingen, cursussen, coaching en dergelijke. Mede aan de hand van het persoonlijk ontwikkelingsbudget bieden we medewerkers de mogelijkheid om eigen keuzes te maken voor hun (loopbaan)ontwikkeling. Medewerkers maakten veelvuldig gebruik van dit individuele budget. In de loop van 2015 geven we in vervolg op de organisatieontwikkeling het opleidingsbeleid nadrukkelijker vorm. Zo willen we adequaat kunnen inspelen op toekomstige ontwikkelingen in de volkshuisvesting en binnen onze organisatie. En ook voor de verdere optimalisatie van de interne werkprocessen. Professionalisering P&O Het afgelopen jaar heeft voor P&O vooral in het teken gestaan van de uitvoering van de reorganisatie. In 2015 moet een begin gemaakt worden met de verdere professionalisering van de personeelsadministratie. Basisprocessen en –procedures moeten worden herzien en op orde gebracht worden. Ook zijn verschillende projecten opgestart, die komend jaar nader uitgewerkt worden, zoals beleid inzake strategische personeelsplanning, opleidingsbeleid en management development. Eind 2014 zijn de WerkKostenRegeling en een aangepaste attentieregeling vastgesteld.
5.4 Organisatiestructuur Per 1 januari 2014 hebben we onze organisatiestructuur gewijzigd. Daarbij is ons bestaande model met de vestigingen Oss, ‘s-Hertogenbosch en Maatschappelijk Vastgoed gehandhaafd. We willen deze vestigingen niet versmallen tot ‘frontoffice’ of ‘wijkkantoren’. Omdat juist lokale verankering en lokaal ondernemerschap de kracht vormt van onze organisatie.
58
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
De vestigingen De vestigingen werken in hoge mate zelfstandig aan lokale resultaten. Lokale verankering en lokaal ondernemerschap vormen de kracht van onze organisatie. De mensen op de vestigingen bepalen het gezicht van BrabantWonen in stad en dorp. De vestigingen Oss en ’s-Hertogenbosch maken afspraken met de gemeenten, overleggen met de huurderorganisaties en andere belanghouders en zorgen voor de juiste dienstverlening aan onze klanten. De vestigingen zijn wel zelfstandig maar niet volledig autonoom. Zij werken met dezelfde visie en missie en binnen dezelfde kaders van BrabantWonen. De vestigingen hebben een gelijk lopende planning en controlecyclus. De portfoliostrategie is onderling afgestemd. Maatschappelijk Vastgoed De vestiging Maatschappelijk Vastgoed heeft een bijzondere plek in onze organisatie. Diens taak is onder andere resultaten boeken in ‘Scheiden van wonen en zorg’. In ons geval gaat het om de transformatie van intramurale eenheden zoals verzorgingshuizen naar 600 tot 800 afzonderlijke zorgwoningen. Maatschappelijk Vastgoed verandert langzamerhand van een ontwikkelorganisatie in een beheer- en procesorganisatie. Het beheer en het proces rondom wonen en zorg krijgt een grotere rol naarmate er meer nieuwbouw en herstructurering van woonzorgcomplexen gerealiseerd is. Waar Maatschappelijk Vastgoed zich eerst alleen richtte op ‘business to business’-contracten, krijgt de vestiging nu ook met individuele klanten te maken. Dat maakt het werk niet eenvoudiger. Toch proberen we dicht bij de bedoeling te blijven. Het accent van Maatschappelijk Vastgoed komt te liggen op wonen met zorg. De vestiging werkt veel samen met andere maatschappelijk organisaties, vooral met BrabantZorg. Met deze partner hebben we een intensieve en heldere samenwerking. De onderhoudsafdelingen van Maatschappelijk Vastgoed werken sinds medio 2014 in twee rayons om de dienstverlening aan BrabantZorg te verbeteren: rayon Oost en rayon West. Per rayon is een gelijkwaardig team verantwoordelijk voor de dienstverlening aan de locaties. Door de nieuwe werkwijze zijn er vaste aanspreekpunten. We kunnen sneller en efficiënter samenwerken. Bedrijfsvoering Ter ondersteuning van de vestigingen is er Bedrijfsvoering. Dit bedrijfsonderdeel heeft vijf afdelingen: Planning & Control, Financiën, Personeel & Organisatie, ICT/DIV en Projectontwikkeling. Directieteam Het directieteam bestaat uit vier personen: de algemeen directeur als voorzitter, de directeur Bedrijfsvoering en twee vestigingsdirecteuren als leden. Eén vestigingsdirecteur is verantwoordelijk voor ’s-Hertogenbosch, de ander voor de twee andere vestigingen, Oss en Maatschappelijk Vastgoed.
59
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Toelichting organogram De Raad van Commissarissen is de toezichthouder van het bestuur en houdt daarmee toezicht op BrabantWonen als geheel. Het bestuur verantwoordt zich met name bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). De Klachtencommissie behandelt klachten en adviseert het bestuur daarover. De ondernemingsraad zet zich in voor de belangen van de werknemers en de organisatie BrabantWonen als geheel. Naast deze ‘formele’ gremia geven wij onze belanghouders nadrukkelijk een rol. Zij geven gevraagd en ongevraagd advies aan zowel de algemeen directeur als aan de vestigingen. We verantwoorden ons richting de belanghouders. Samenwerking met onze belanghouders zoeken wij op alle niveaus in onze organisatie. Tot slot hebben onze klanten een rol in de governancestructuur. Zij geven in verschillende groepen en werkwijzen advies aan de organisatie. Zoals het digitale adviesforum, de Klankbordgroepen en de HuurdersBelangenVereniging.
5.5
Verslag van de Ondernemingsraad
De Ondernemingsraad bestond in 2014 uit acht enthousiaste, betrokken leden. De raad richt zich op dynamische wijze op speerpunten, ingegeven door de actualiteit, organisatieplannen en verbeterkansen. Gevraagd en ongevraagd geeft de Ondernemingsraad adviezen aan het Bestuur. Zij ontleent haar rol en positie primair aan de Wet op de Ondernemingsraden (WOR). Daarnaast hebben bestuur en Ondernemingsraad een convenant gesloten. Dit convenant waarborgt voor alle aspecten van de samenwerking dat de Ondernemingsraad goed, constructief én professioneel werk kan leveren.
60
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
De samenwerking tussen Ondernemingsraad en bestuur is zonder meer goed. De Ondernemingsraad krijgt voldoende ruimte om aandachtspunten aan te dragen. Het bestuur informeert de Ondernemingsraad in een vroeg stadium over belangrijke onderwerpen. De communicatie over essentiële punten doen we in samenspraak met het bestuur. Overleg met bestuur • Bestuur en Ondernemingsraad hebben in 2014 veelvuldig overlegd. • Besluitvormingsoverleg tussen Ondernemingsraad en bestuur: vijf maal • Voortgangsoverleg tussen Ondernemingsraad en bestuur: vijf maal Aan de Ondernemingsraad zijn in 2014 de volgende zaken voorgelegd: Instemmingsaanvragen: • Autoregeling BrabantWonen: voorstel terugverwezen • Werkkostenregeling: instemming • Attentieregeling: instemming • Agressiebeleid: instemming Adviesaanvragen: • Herinrichting afdelingen Planning & Control en Financiën: positief advies • Ontvlechting Maatschappelijk Vastgoed: positief advies • Nieuwe huisvesting en samenwerking BrabantZorg: positief advies De Ondernemingsraad had regulier overleg met het bestuur en sprak ook met het voltallige directieteam. Het bestuur ziet de Ondernemingsraad als formeel belanghouder en betrok de Ondernemingsraad onder andere bij de activiteitenbegroting 2015 en het jaarverslag 2013. Ook dit jaar was de Ondernemingsraad aanwezig bij de jaarlijkse belangenhoudersbijeenkomst. Organisatieontwikkeling De Ondernemingsraad is intensief betrokken geweest bij de organisatieontwikkeling die in 2013 is doorgevoerd. De veranderingen werkten ook in 2014 door. Ze hadden de volle aandacht van de Ondernemingsraad. Overleg Raad van Commissarissen De Ondernemingsraad heeft eenmaal gesproken met een afvaardiging van de Raad van Commissarissen. Onderwerpen waren de relatie tussen Bestuur en Ondernemingsraad, de organisatieontwikkeling, werkdruk, de samenwerking tussen BrabantWonen en BrabantZorg, grote investeringen, de ontwikkeling van de Ondernemingsraad en de huisvesting van de centrale bedrijfsonderdelen. De Raad van Commissarissen heeft de inhoud van het gesprek teruggekoppeld aan het bestuur.
61
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
De samenstelling Ondernemingsraad 2014 Naam
functie binnen OR
geb. datum
1e benoeming
functie BW
kiesgroep
voorzitter
24-01-1963
01-01-2003
projectleider ontwikkeling
vestiging ‘s-Hertogenbosch
Mevrouw K.E.M. Hurkens
vice-voorzitter
29-05-1979
01-01-2010
projectcontroller
centraal
De heer J.H.M. Clappers
secretaris
26-05-1954
01-04-2006
systeembeheerder ICT
centraal
vice-secretaris
07-04-1962
01-01-2003
rayonopzichter
vestiging ‘s-Hertogenbosch
De heer A.J. Jordans
lid
18-01-1977
01-01-2014
magazijnbeheerder
vestiging Oss
De heer J.M.G. Kocken
lid
27-10-1957
01-06-2012
senior medewerker maatschappelijk vastgoed
Maatschappelijk Vastgoed
Mevrouw M.K. Heeres
lid
07-03-1971
01-01-2012
medewerker klant en wonen
vestiging Oss
De heer T.A.M. Strik
lid
18-9-1965
01-01-2012
medewerker technische Diensten
vestiging Oss
De heer mr. H.P. Krol
De heer A.A.J.S. Kooijmans
 Verkiezingen en veranderingen in de samenstelling In 2014 hebben de heren Clappers en Kocken en mevrouw Hurkens afscheid genomen van de Ondernemingsraad. Eind 2014 zijn verkiezingen gehouden voor de vacante zetels (drie zetels kiesgroep Centraal, één zetel kiesgroep Maatschappelijk Vastgoed). De heer ing. P.J.G. Werther is na deze verkiezingen namens de kiesgroep Centraal toegetreden en de heer D.W.A. Ruys namens de kiesgroep Maatschappelijk Vastgoed. De andere vacature (kiesgroep Centraal) is vooralsnog niet ingevuld, hiervoor hebben zich geen kandidaten aangemeld. Hierdoor bestaat er per 31 december 2014 nog twee vacatures. 2014 was een goed jaar. We hebben zelfbewust invulling gegeven aan onze taak. We hopen de ingezette koers in 2015 voort te zetten. mr. H.P. Krol Voorzitter Ondernemingsraad
62
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
5.6
Intern toezicht: verslag van de Raad van Commissarissen
Elk jaar leggen wij als Raad van Commissarissen (RvC) verantwoording af over de wijze waarop wij het intern toezicht vormgeven. Wij doen dit vanuit onze rol als werkgever, als toezichthouder en als adviseur.
5.6.1 De RvC als werkgever Algemeen directeur De Raad van Commissarissen (RvC) treedt op als werkgever van het bestuur van BrabantWonen. Bij BrabantWonen bestaat het bestuur uit één persoon. De heer ir. H.M.H. Windmüller bekleedt sinds oktober 2004 deze functie. Hij werkt vanaf 1991 bij BrabantWonen. Sinds december 2006 heeft BrabantWonen een verbinding met BrabantZorg. BrabantWonen en BrabantZorg ‘delen’ een tweetal vastgoedstichtingen met bij elkaar 32 locaties, met 1500 verpleeghuisbedden, 900 verzorgingstehuisplaatsen, 120 eenheden zorgwonen en 800 servicewoningen. De heer Windmüller is qualitate qua, vanuit zijn rol als algemeen directeur van BrabantWonen, bestuurslid van Stichting ZorgGoedBrabant en van Stichting ZorgGoedBrabant 2. Nevenfuncties De heer Windmüller bekleedt de volgende nevenfuncties: • vicevoorzitter van de Raad van Toezicht van de Stichting Katholiek Basisonderwijs Oss (SKBO) (sinds 2012) • lid van de Raad van Toezicht van RIBW Nijmegen & Rivierenland (sinds 2014) • voorzitter stuurgroep De Bouw Werkt Noordoost Brabant (sinds 2014). Beloning algemeen directeur De RvC stelt de beloning van de algemeen directeur vast. De opbouw van zijn beloning was in 2014 als volgt: Beloning € 185.788 Onkostenvergoeding € 2.713 € 188.501 Werkgeversdeel pensioen € 36.346 € 224.846 In de vaststelling van het werkgeversdeel pensioen is de OVP/VPL premie niet meegenomen. De Bestuurder kan geen aanspraak maken op toekomstige uitkeringen hieromtrent. De beloning van de algemeen directeur in 2014 voldoet aan het wettelijk overgangsrecht uit de Wet normering bezoldigingsmaxima topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) en de daarmee samenhangende Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen toegelaten instelling volkshuisvesting, zoals deze in 2014 van toepassing waren. Op basis van dat overgangsrecht en de geldende spelregels hebben wij als RvC met de algemeen directeur afgesproken dat hij zijn huidig salaris mag behouden in de jaren 2014 tot en met 2017. De verdere afbouw van het salaris vindt plaats in de jaren 2018 tot en met 2020. De beloning zal, ook in de jaren dat er sprake is van behoud, niet hoger zijn dan het maximum van de (reguliere) WNT-norm.
63
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Inmiddels is de WNT 2 van kracht. Voor de corporatiesector moet deze nog nader worden uitgewerkt en geïmplementeerd. We volgen uiteraard deze ontwikkelingen en de gevolgen er van. We hebben met de algemeen directeur besproken dat we geen compenserende maatregelen willen nemen voor de beperking van de pensioenopbouw tot een bedrag van € 100.000. Relevante cao-afspraken die worden gemaakt, volgen we wel op, zoals ook contractueel afgesproken. De algemeen directeur en de RvC maken aan het begin van het jaar afspraken over de te bereiken resultaten van het bestuur en de directie. Tijdens onze jaarlijkse RvC-zelfevaluatie is dit geagendeerd en doen we de aanzet hiertoe. De remuneratiecommissie maakt de principeafspraken met de algemeen directeur en legt dit voorstel voor aan de RvC. De remuneratiecommissie spreekt dan met de algemeen directeur over de voortgang en ontwikkelingen. De commissie brengt hierover verslag uit aan de RvC. In het remuneratiegesprek over 2014 hebben wij onze waardering geuit voor de inzet en performance van de heer Windmüller. Het jaar stond in het teken van de reorganisatie, die met succes is vormgegeven. De focus ligt nu op leiderschapsontwikkeling en het bevorderen van eigenaarschap. Wij vinden deze ontwikkeling positief. De betrokkenheid van de directeuren bij onze vergaderingen is vergroot. Ook stellen wij de toegenomen zichtbaarheid en inbreng van specialisten uit de organisatie op prijs. Zonder concrete aanleiding hebben we in het remuneratiegesprek gesproken over 2015 en verder. We vinden dat we altijd scherp moeten blijven op de bestuurlijke kracht van de organisatie. Wij zijn van mening dat de heer Windmüller onze vragen en adviezen adequaat oppakt en voorziet van antwoord. Zijn adaptief vermogen in tal van zaken toont wat ons betreft aan dat er geen sprake is van slijtage in de bestuurskracht.
5.6.2 De RvC als toezichthouder Toezichtkader De RvC is het intern toezichthoudend orgaan bij BrabantWonen. Wij houden toezicht op het beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken binnen BrabantWonen. Het beleid van het bestuur toetsen wij aan wet- en regelgeving, zoals het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH) en de Governance- en de Aedescode voor woningcorporaties. Verder toetsen wij de inzet en behaalde resultaten aan de met het bestuur gemaakte prestatieafspraken en aan meer specifieke door het bestuur vastgestelde en door ons goedgekeurde beleids- en financiële kaders, zoals: • de statuten en reglementen • het ondernemingsplan • de portfoliostrategie (inclusief bijvoorbeeld het huur- en verkoopbeleid) • het statuut investeringen en verbindingen, het financieel statuut en het fiscaal statuut • het inkoopstatuut en het inkoop- en aanbestedingsbeleid • de (meerjaren)begroting en activiteitenplanning van BrabantWonen. Wij kijken of onze inzet maatschappelijk verantwoord is. Wij baseren ons oordeel verder op informatie uit de kwartaalrapportages en informatie afkomstig van de algemeen directeur, de directie en de medewerkers.
64
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Ook de externe belanghouders en toezichthouders betrekken wij in onze oordeelsvorming, via informatie vanuit: • de belanghoudercyclus • het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties • het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (CFV) • het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) • gemeenten • de media. Daarnaast spelen de bevindingen van de vierjaarlijkse visitatie een rol. De laatste visitatie dateert van 2013. Reglement Raad van Commissarissen In het verslagjaar hebben wij ons reglement uit 2007 tegen het licht gehouden en geactualiseerd. We hebben het vooral eenvoudiger opgeschreven. Alles wat in de statuten van Stichting BrabantWonen en/of de Governancecode Woningcorporaties 2011 is geregeld, is en blijft het vertrekpunt voor ons handelen. Nieuw in ons reglement is het artikel waarin we het jaarlijkse overleg tussen een vertegenwoordiging van de RvC, bestuur en directie met de huurdersorganisatie ook formeel regelen. Verder hebben we vooral opgeschreven hoe we de dingen in praktijk al doen. Het reglement heeft zeven bijlagen: Bijlage 1: Profielschets Raad van Commissarissen BrabantWonen Bijlage 2: Reglement Selectiecommissie Bijlage 3: Reglement Remuneratiecommissie Bijlage 4: Reglement Auditcommissie Bijlage 5: Protocol accountant Bijlage 6: Beleidsvelden ter goedkeuring / ter informatie Bijlage 7: Procesafspraken fusie of intensieve samenwerking We verwachten dat in 2015 een vernieuwde Governancecode wordt vastgesteld. We zullen onze nieuwe reglementen waar nodig hierop te zijner tijd aanpassen. Benoeming externe accountant Conform onze reglementen, het protocol accountant en het aanbestedingsbeleid van BrabantWonen, hebben we in overleg met het bestuur besloten om in 2014 een selectieproces te doorlopen voor de benoeming van de externe accountant. De Auditcommissie vormde tezamen met het bestuur en de directeur Bedrijfsvoering de selectiecommissie. Drie accountantskantoren, waaronder onze toenmalige accountant, waren uitgenodigd deel te nemen aan de selectie. Op basis van een ‘Request for Proposal’ hebben zij zich gepresenteerd en een offerte uitgebracht. De selectiecommissie heeft een benoemingsvoorstel aan de voltallige RvC voorgelegd. Wij hebben besloten onze samenwerking met PwC voort te zetten. PwC is door ons voor een nieuwe termijn benoemd tot onze externe accountant. Accountant in 2014 In 2014 was PwC dus onze accountant. De accountant heeft opdracht gekregen de jaarstukken te
65
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
controleren en daarover een verklaring af te geven. Hij is gesprekspartner voor de Auditcommissie en de RvC: • De accountant stelt in overleg met de RvC het audit-/Cliënt Service Plan op. De volledige RvC bespreekt dit na de zomer in het bijzijn van de accountant. • De managementletter wordt direct na de interim-controle besproken door de accountant met de Auditcommissie, in het najaar. • De accountant en de Auditcommissie bespreken de jaarrekening in het voorjaar. Wanneer er geen bijzonderheden zijn, dan zal de accountant niet aansluiten bij de RvC-vergadering waarin goedkeuring van het jaarverslag aan de orde komt. Op dit punt wijken wij weloverwogen af van de Governancecode. • Ieder jaar is er gelegenheid voor de RvC of de Auditcommissie om met de accountant te spreken zonder aanwezigheid van het Bestuur. Deze werkwijze hebben wij in onze reglementen vastgelegd. We hebben nu een aantal jaren positieve ervaringen opgedaan met deze aanpak. Onderzoek naar integriteit In 2009 heeft de overheid (via het Centraal Fonds Volkshuisvesting) bij alle corporaties een enquête uitgevoerd over integriteit. BrabantWonen kwam daar goed uit, maar kon ook nog verbeteren. In 2012 is het integriteitbeleid van BrabantWonen herijkt. Hierbij is tevens aangeven dat de integriteitcode niet vrijblijvend is. Daarom hebben alle medewerkers in 2013 meegedaan aan dilemmaworkshops. Als RvC hebben wij een eigen verantwoordelijkheid rond integriteit. Daar worden we bijvoorbeeld door de Minister ook op aangesproken. Vanuit onze verantwoordelijkheid hebben we begin vorig jaar het extern bureau BDO de opdracht gegeven onderzoek te doen naar en gesprekken in de organisatie te voeren over integriteit. De focus lag hierbij op inkoop en aanbesteding. Met dit onderzoek en de gesprekken wilden wij invulling geven aan onze eigen verantwoordelijkheid, mede voor zorgen dat het thema integriteit blijft leven en we hoopten inzicht te krijgen in mogelijke verbeterpunten. BDO heeft een aantal leden van de RvC, het bestuur, het directieteam en diverse medewerkers uit verschillende afdelingen geïnterviewd. Daarnaast heeft er deskresearch plaatsgevonden. De bevindingen van het onderzoek zijn vastgelegd in een rapportage en in een vergadering van de RvC aan ons en het bestuur gepresenteerd. De rapportage is ook gepubliceerd op het intranet en dus inzichtelijk voor alle medewerkers. De belangrijkste conclusie van BDO is dat BrabantWonen actief en nadrukkelijk bezig is met het naleven van integriteit. Als RvC zijn we blij met de bevestiging dat het fundament bij BrabantWonen goed is. Er zijn ook een paar verbeterpunten en quickwins geformuleerd. Voorbeelden hiervan zijn het inperken van het aantal leveranciers en nog duidelijkere afspraken maken over wat wel en niet kan. Het eerste punt is in het nieuwe inkoopstatuut, dat we dit jaar hebben goedgekeurd, verwerkt.
66
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
5.6.3 De Raad als adviseur Bij diverse onderwerpen hebben we onze rol als adviseur inhoud gegeven. Dit gold in het bijzonder voor het thema ‘Samenwerking BrabantWonen – BrabantZorg’. Samenwerking BrabantWonen - BrabantZorg De besturen van beide organisaties hebben een gezamenlijke dag georganiseerd waarvoor wij en de Raad van Toezicht BrabantZorg waren uitgenodigd. Allereerst hebben we aan de hand van praktijkvoorbeelden gezien en ervaren wat de samenwerking tussen beide organisaties tot stand heeft gebracht. Ook hebben we actief kennis genomen van het samenwerkingsprogramma ‘zo lang mogelijk zo plezierig mogelijk thuis wonen’. Deze notitie ordent de inspanningen van beide organisaties en geeft richting voor verdere invulling van de samenwerking. We concludeerden dat de maatschappelijke en zakelijke doelstellingen van beide bedrijven goed bij elkaar liggen en dat door de samenwerking de doelstellingen van de beide individuele organisaties kunnen worden bereikt. Het belang van de samenwerking staat niet ter discussie. Daarom hebben we het huurbesluit voor gezamenlijke huisvesting van de centrale afdelingen van BrabantWonen en BrabantZorg in 2014 goedgekeurd. De context van de samenwerking verandert wel, zowel door wet- en regelgeving in de volkshuisvesting als in de zorg. Zoals eerder in dit jaarverslag aangegeven hebben we samen met BrabantZorg twee vastgoedstichtingen waarin het zorgvastgoed is ondergebracht: ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2. De samenwerking tussen BrabantWonen en BrabantZorg is niet afhankelijk van deze entiteiten, maar door deze entiteiten spreken we steeds meer dezelfde taal en is er een gezamenlijk belang om problemen op te lossen. De huidige constructie is geëvalueerd, mede in het licht van de nieuwe (wettelijke) context en daarmee samenhangende governance, financiële en fiscale vraagstukken. De besturen hebben tijdens deze gezamenlijke dag de beide Raden als klankbord ingezet. Aan ons zijn meerdere scenario’s gepresenteerd variërend van doorgaan in huidige vorm tot het opgaan van de vastgoedstichtingen in de moederorganisaties. In een open sfeer hebben wij met elkaar van gedachten gewisseld. We concludeerden dat de huidige samenwerkingsconstructie complex is. Het doel is vereenvoudigen en toekomstbestendig, duurzaam inrichten. Met onze input op zak hebben de besturen gezamenlijk een besluit voorbereid. Dat heeft er toe geleid dat zowel de Raad van Toezicht van BrabantZorg, als de Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant (2) als wij begin 2015 het principebesluit hebben genomen om de beide vastgoedstichtingen ZorgGoedBrabant (2) met BrabantWonen te fuseren. Nadere uitwerking en definitieve besluitvorming vindt in de loop van 2015 plaats. Zichtbaarheid RvC We willen als RvC toezicht houden op gepaste afstand, maar tegelijkertijd ook zichtbaar zijn voor de organisatie en belanghebbenden. We zijn daarom als delegatie of voltallig aanwezig bij diverse evenementen, zoals Klankbordgroepbijeenkomsten, openingen, kerstbijeenkomst personeel, belanghoudersdag BrabantZorg. Tijdens onze eigen belanghoudersdag heeft onze voorzitter namens de RvC een actieve bijdrage geleverd aan het programma. Ook hebben we een artikel in ons bewonersblad Thuis gepubliceerd over de functie van de RvC. Daarnaast publiceren we ons jaarverslag separaat van het totale jaarverslag BrabantWonen zichtbaar op de website.
67
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
5.6.4 De RvC: samenstelling en kerncommissies Samenstelling Raad van Commissarissen De RvC bestaat in principe uit zes leden, waarvan er twee zijn benoemd op voordracht van de huurdersorganisatie. In 2014 bestond de RvC enige tijd uit zeven leden. Eind 2013 is één nieuw lid en in 2014 zijn twee nieuwe leden gestart. Twee leden zijn afgetreden, waaronder de voorzitter. We hebben een nieuwe voorzitter en vicevoorzitter benoemd. Tevens hebben we de samenstelling van de kerncommissies aangepast. Op de volgende pagina is het gehele overzicht van de samenstelling van de RvC opgenomen. De nieuwe leden hebben een inwerkprogramma doorlopen. Elk lid heeft het toezichtkader en andere relevante informatie ontvangen. Tijdens de inwerkdag hebben de nieuwe leden nader kennisgemaakt met de organisatie van BrabantWonen, maar ook met het bestuur van BrabantZorg. Ze hebben op informele wijze het bestuur, de directeuren en een aantal medewerkers ontmoet op diverse locaties in het werkgebied van BrabantWonen. Beloning van de RvC We hebben onze beloning vastgesteld op voorstel van het bestuur, op basis van de wettelijke normen. Een aantal leden valt onder het overgangsrecht en behoudt daarom de oude vergoeding. Nieuwe leden en herbenoemde leden krijgen een vergoeding conform de WNT. De heer Bens
€ 4.444
Zittend lid - overgangsrecht
Mevrouw Bijl
€ 8.350
Nieuw lid - WNT
Mevrouw Van Blokland
€ 6.263
Nieuw lid - WNT
De heer van der Laak
€ 8.820
Zittend lid - overgangsrecht
De heer Prins
€ 12.025
Zittend lid - overgangsrecht; vanaf benoeming tot voorzitter WNT
De heer Reijers
€ 8.820
Zittend lid - overgangsrecht
De heer Rottier
€ 7.350
Zittend lid - overgangsrecht
De heer Verbaal
€ 6.263
Nieuw lid - WNT
De honorering is onafhankelijk van de financiële prestaties van BrabantWonen. Budget van de RvC Naast de honorering van de leden van de RvC is in 2014 in totaal € 41.150 aan kosten gemaakt, ten laste van het budget van de RvC. Het betreft: • de aansprakelijkheidsverzekering; • abonnementen en deelname cursussen/seminars; • afscheid 2 leden; • advieskosten (onderzoek BDO).
68
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
69
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
De heer drs. J.M.P. van der Laak RA (52 jaar)
Lid
De heer drs.ing. Lid R.W.M. Rottier* (61 jaar)
Auditcommissie
Overleg met Ondernemings-raad
Overleg met huurdersorganisaties
Overleg met Ondernemings-raad
Remuneratiecommissie
Accountancy
• Registeraccountant en directeur De Beer Accountants & Belastingadviseurs • Lid Raad van Toezicht Stichting K2
26-11-2008
2e termijn
2e termijn
• Zelfstandig adviseur en procesmanager Dubbel-R advisering • Lid Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant (tot november 2014) • Lid Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant 2 (tot november 2014) • Voorzitter Raad van Toezicht Jeugdtheater Artemis (tot 1 december 2014) • Lid Raad van Toezicht Bibliotheek • De Meierij (per 1 januari 2014)
Volkshuisvesting, welzijn, leefbaarheid
02-10-2006
2e termijn
23-11-2010
• Voormalig directievoorzitter Organon BioSciences Nederland BV • Lid Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant (per mei 2014) • Lid Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant 2 (per mei 2014) • Voorzitter Raad van Commissarissen NV Noordelijke Ontwikkelings- Maatschappij (NOM) (tot 1 september 2014) • Voorzitter Raad van Toezicht ROC de Leijgraaf • Voorzitter RvC BioConnection
Algemene bedrijfsvoering, bestuur
Auditcommissie (tot mei 2014)
Vicevoorzitter en per mei 2014 voorzitter
De heer R.P. Prins (64 jaar)
2e termijn
12-04-2006
• Directievoorzitter Rabobank Tilburg e.o. • Vice-voorzitter Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant (tot mei 2014) • Vice-voorzitter Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant 2 (tot mei 2014)
Financieel (risico) management, bestuur
Remuneratiecommissie
Voorzitter
De heer W.T.G. Bens MBA (54 jaar)
Termijn
Benoemd
(Neven)functies
Expertise
Kerncommissie
Functie in RvC
Naam (leeftijd op 31-12-14)
Overzicht samenstelling Raad van Commissarissen:
26-11-2016
01-11-2014
18-11-2018
01-05-2014
Aftredend
70
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Financieel (risico) management, bestuur
Gebieds- en Projectontwikkeling
Volkshuisvesting, Algemene welzijn, leefbaarheid bedrijfsvoering, bestuur
Wonen, zorg, welzijn
Financieel- en risicomanagement
Lid en per mei 2014 vicevoorzitter
Lid
Lid
Lid
De heer ing. J.C.J. Reijers (64 jaar)
Mevrouw drs. A.F. Bijl* (50 jaar)
De heer J.W.A. Verbaal MBA* (55 jaar)
Mevrouw drs. J.J. van Blokland RA (42 jaar)
* voorgedragen door de organisaties die in het belang van de huurders werken
Accountancy
Volkshuisvesting, welzijn, leefbaarheid
Expertise
Kerncommissie
Functie in RvC
Naam (leeftijd op 31-12-14)
• Eigenaar Van Blokland BV, financiële expertise/ interim-management (onder andere bij corporaties) • Lid Raad van Commissarissen Novisource N.V. (per juli 2014)
• Lid Raad van Bestuur Stichting Elisabeth Breda • Vice-voorzitter Raad van Toezicht Stichting Kompaan en De Bocht • Lid Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant (per november 2014) • Lid Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant 2 (per november 2014)
1e termijn
1e termijn
01-04-2014
01-04-2014
1e termijn
2e termijn
26-11-2008
• Directeur Li.Re Holding BV • Directeur Rehoma BV • Lid Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant • Lid Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant 2 • Vennoot en beeldend kunstenaar bij DichterbijKunst 19-11-2013 • Lid Platform voor Innovatie in Toezicht • Voorzitter College van Advies Merletcollege Land van Cuijk
Termijn
Benoemd
(Neven)functies
01-04-2018 (herbenoembaar)
01-04-2018 (herbenoembaar)
19-11-2017 (herbenoembaar)
26-11-2016
Aftredend
Kerncommissies De RvC heeft drie kerncommissies ingesteld, te weten: Auditcommissie, Remuneratiecommissie en Selectiecommissie. Dit zijn onze vaste voorbereidingscommissies. Elke commissie heeft een eigen reglement dat onderdeel is van het RvC-reglement. De RvC als geheel ontvangt een verslag van de vergaderingen van de commissies. De Remuneratiecommissie ondersteunt de RvC bij de uitoefening van onze taken op het gebied van de beoordeling van het functioneren van de algemeen directeur en zijn beloning. De Auditcommissie ziet toe op het financiële beleid, de risico’s, treasury en het interne beheerssysteem. De derde commissie betreft de Selectiecommissie. Deze commissie heeft tot taak nieuwe leden te werven, selecteren en voor te dragen voor benoeming door de RvC. Overleg met Ondernemingsraad en huurdersorganisaties Twee leden van de RvC vertegenwoordigen ons tijdens het jaarlijks overleg met de Ondernemingsraad. Dit gesprek wordt gevoerd zonder de aanwezigheid van de algemeen directeur. De commissarissen die op bindende voordracht van de huurdersorganisaties zijn benoemd wonen regelmatig bijeenkomsten van de Klankbordgroepen bij. Met het vaststellen van ons nieuw reglement hebben we ook formeel een jaarlijks overleg met de huurdersorganisatie benoemd. Hierbij sluiten naast de delegatie van de RvC ook het bestuur en de vestigingsdirecteuren aan. In 2014 heeft in goede sfeer voor het eerst dit overleg plaatsgevonden. Doel van dit overleg is om op informele wijze met elkaar over actuele ontwikkelingen en eventuele knelpunten te spreken. Het was een eerste kennismaking. Komend jaar geven we nader vorm en inhoud aan dit overleg. InvesteringsAdviesCommissie De RvC laat zich bij grote en/of complexe investeringsbesluiten adviseren door een onafhankelijke, externe InvesteringsAdviesCommissie (IAC). Deze commissie bestaat uit drie personen, die gepokt en gemazeld zijn in de projectontwikkeling. Daarnaast zijn zij bekend met het werkgebied van BrabantWonen. In het verslagjaar heeft de IAC geen concreet advies uitgebracht aan de RvC. Wel is de IAC betrokken geweest bij de voorbereidingen voor investeringsbesluiten die in 2015 worden voorzien. Wij ervaren de rol en adviezen van de IAC als een toegevoegde waarde en waarderen het geleverde werk. Zelfevaluatie Eens per jaar komen we als RvC bijeen voor onze zelfevaluatie. Periodiek doen we dat onder begeleiding van een extern adviseur. Dit jaar hebben we de evaluatie zelf vormgegeven. Het afgelopen jaar is de samenstelling van de RvC gewijzigd. We vinden dat deze vernieuwing goed is verlopen en richten ons nu op verdere teamontwikkeling. We respecteren en waarderen de verschillen in achtergrond en specialisatie in de RvC. Het blijft een uitdaging om voortdurend de afweging te maken tussen een kritische houding versus steun en vertrouwen. We hechten waarde aan de scherpte in de RvC, met een positieve ondertoon. Aan de organisatie vragen we de informatievoorziening compacter te maken: van transparant naar relevant. We zijn ons er van bewust dat wij ook zelf hierin een rol spelen. Naast het terugkijken op ons eigen functioneren gedurende het afgelopen jaar, hebben we het gesprek van de remuneratiecommissie met de algemeen directeur voorbereid. Ook hebben we gesproken over integriteit, onze relatie met de externe accountant en de samenstelling van de kerncommissies. Tot slot hebben we afspraken gemaakt over het opleidingsplan van de individuele commissarissen.
71
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Besluiten 2014 Als RvC nemen we besluiten door documenten vast te stellen of door goedkeuring te verlenen aan bestuursbesluiten. Onze belangrijkste besluiten van 2014 op een rij: • vaststellen nieuw reglement Raad van Commissarissen inclusief bijlagen (zoals reglementen kerncommissies) • vaststellen bestuurlijk mandaat 2015 • benoeming PwC tot externe accountant Goedkeuring verleend aan de bestuursbesluiten: • vaststellen jaarverslag 2013 BrabantWonen (inclusief jaarrekening en volkshuisvestingsverslag) en jaarverslag 2013 BrabantWonen Holding BV • vaststellen begroting en activiteitenplan 2015, Financiële Meerjarenplanning • investeringen: Centrumplan St. Michielsgestel, De Hoef fase 3 Heesch, De Erven Heesch • vaststellen intentieovereenkomst Stichting Nieuw Berlerode (Berlicum) met als doel door samenwerking een goede en duurzame borging van de doelen van deze stichting te realiseren • verkoop Marconistraat, Oisterwijksestraat 1 en Parklaan 25-27 (’s-Hertogenbosch) • vaststellen (herijking) Financieel Statuut, (herijking) Statuut investeringen en verbindingen, Fiscaal Statuut, Inkoopstatuut • vaststellen (nieuw) beleid en kaders: huurbeleid, financiële kaders nieuwbouw, (herijkte) portfoliostrategie • nemen huurbesluit nieuwe huisvesting centrale afdelingen • vaststellen gewijzigde samenwerkingsovereenkomst ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2.
72
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Overzicht RvC-vergaderingen en bespreekpunten RvC
Aantal bijeenkomsten in 2012
Bespreekpunten, onder andere:
Reguliere vergaderingen
6
Naast genoemde besluiten 2014 en actuele ontwikkelingen: • Accountantverslag, Managementletter, Cliënt Service Plan 2015 • Notulen kerncommissies en overleg OR, huurdersorganisaties • Treasury jaarplan • Kwartaalrapportages • Organisatieontwikkeling, voortgang reorganisatie • Programmamanagement • Participatiebeleid • Ontwikkelingen Willemspoort • Relevante correspondentie van CFV, ministerie BZK, WSW • Actuele stand van zaken (grote) projecten • Ontwikkelingen inzake ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2 • Samenwerking BrabantWonen - BrabantZorg • Kaderbrief 2015 • Wet- en regelgeving (Herzieningswet, parlementaire enquête, WNT) • Jaarstukken verbindingen
Zelfevaluatie
1
We hebben stilgestaan bij: • Evaluatievragen vanuit RvC en reflectie vanuit bestuur/DT • Permanente Educatie • Samenstelling kerncommissies • Integriteit • Voorbereiding remuneratie • Relatie RvC met externe accountant • Nieuwe governancecode • Effecten WNT 2
Overig
2
• Overleg met Raad van Toezicht BrabantZorg en beide besturen over onder andere het programma ‘zo lang mogelijk zo plezierig mogelijk thuis wonen’ en de toekomst van de onderlinge samenwerking • Deelname belanghouderbijeenkomst BrabantWonen

73
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Overzicht commissievergaderingen en bespreekpunten Remuneratiecommissie
3
• Evaluatie doelen afgelopen jaar en resultaatafspraken komend jaar • Voortgang/tussentijdse evaluatie • Beloning, pensioen
Auditcommissie
3
• Cliënt Service Plan • Management Letter, accountantsverslag • (Concept) jaarrekeningen BrabantWonen en deelnemingen • Activiteitenbegroting • Financieel Meerjarenplan • Fiscaal statuut • Verbindingenstructuur
Selectiecommisie
0
-
Overleg met Ondernemingsraad (OR)
1
Besproken onderwerpen, onder andere: • Nieuwe huisvesting centrale afdelingen • Reorganisatie • Samenwerking BrabantWonen – BrabantZorg
Overleg met huurdersorganisatie
1
Besproken onderwerpen, onder andere: • Samenwerking BrabantWonen met huurdersorganisaties • Thema’s beschikbaarheid en betaalbaarheid • Vormgeven van het jaarlijks overleg
5.6.5 Verklaring De RvC en het bestuur van BrabantWonen verklaren dat: • ook in 2014 geen leningen of garanties verstrekt zijn aan leden van de RvC, de algemeen directeur en/of medewerkers; • BrabantWonen in het verslagjaar 2014 haar middelen uitsluitend heeft besteed in het belang van de volkshuisvesting; • BrabantWonen de Aedescode heeft ondertekend en in het verslagjaar overeenkomstig de Aedes- en Governancecode heeft gehandeld; • BrabantWonen de relevante wet- en regelgeving naleeft en dat de interne risicobeheersing- en controlesystemen effectief zijn; • er in 2014 geen sprake is geweest van tegenstrijdige belangen zoals bedoeld in principe II.3 van de Governancecode Woningcorporaties 2011, noch van bestuur noch van RvC-leden en dat de bepalingen III 6.1 tot en met III 6.3 van de code zijn nageleefd. • alle RvC-leden voldoen aan het onafhankelijkheidsprincipe III 2.2 van de Governancecode Woningcorporaties 2011 en dat de RvC-leden geen nevenfuncties die onafhankelijk toezicht kunnen belemmeren. Aldus vastgesteld op 26 februari 2015 te Oss. Namens de Raad van Commissarissen, R.P. Prins Voorzitter
74
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Hoofdstuk 6: Financieel Verslag
75
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
6.1 Financieel beleid en sturing Het financieel resultaat in de geconsolideerde winst en verliesrekening is € 9,0 miljoen negatief. De kasstromen van BrabantWonen zijn echter stabiel en ruim voldoende om een goede exploitatie van het bezit te garanderen, ook op langere termijn. De operationele kasstroom in 2014 na betaling van rente en aflossing was € 23,2 miljoen. Hiermee voldoen we aan alle eisen die de externe toezichthouders aan corporaties stellen. BrabantWonen werkt volgens een integrale planning- en controlcyclus voor de strategische, tactische en operationele sturing van de organisatie. We baseren ons op het ondernemingsplan 2012-2016, met daarin onze vijf hoofddoelen. Zie hiervoor hoofdstuk 2. Vanuit deze hoofddoelen formuleren we onze portfoliostrategie. Hierop baseren we onze projecten. De portfoliostrategie en de reguliere exploitatie zijn onze leidraad voor beslissingen over: • kasstromen • financieringsbehoefte • beleggingsmogelijkheden. De kasstromen leggen we vast in een financieel meerjarenplan (FMP). Deze volgen we dagelijks. Het laatste bijgestelde FMP van BrabantWonen is op 12 juni 2014 door de RvC van BrabantWonen goedgekeurd. Het FMP biedt samen met de jaarlijkse kaderbrief het raamwerk voor het activiteitenplan in de jaarbegroting. In het activiteitenplan verwoordt het bestuur de beleidskeuzes en vertaalt deze naar concrete acties en projecten. Het bestuur spreekt daartoe met de RvC de accenten af. We beoordelen projecten vanuit ons Statuut Investeringen en Verbindingen. Dit statuut biedt de kaders voor deze bestuursbesluiten. Projecten die niet passen binnen de begroting, worden afzonderlijk aan het bestuur ter vaststelling voorgelegd. Opdrachten en uitgaven accorderen we vervolgens via onze autorisatiematrix. Daarin hebben we per functie de mandaten vastgelegd. Eventueel benodigde (her-)financieringen van BrabantWonen worden in de treasurycommissie besproken. Daar leggen we financieringsvoorstellen voor aan de bestuurder. In een dergelijk financieringsvoorstel beoordelen we de passendheid ervan. Ook vergelijken we de voorgestelde modaliteiten ten opzichte van de kaderstellingen, zoals vastgelegd in het Financieel Statuut van BrabantWonen.
6.2 Financiële continuïteit gewaarborgd We gebruiken genormeerde kengetallen om in samenhang de financiële gezondheid van BrabantWonen te bewaken. We waarborgen op deze manier onze continuïteit ook op lange termijn. Die kengetallen nemen we op in: • FMP • Treasury jaarplan • Begroting.
76
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
De ontwikkeling in deze kengetallen beoordelen we bij het aangaan van nieuwbouwprojecten, het aangaan van nieuwe financieringen en de algemene voortgang in onze kwartaalrapportages. De door ons gehanteerde kengetallen zijn: Kengetallen incl. verkopen
Realisatie 2014
ICR
Norm 2014
Begroting 2014 Realisatie 2013
CFV
WSW
3,97
1,40
1,40
3,10
3,70
DSCR
2,36
1,40
1,00
1,60
1,70
LtV
42,30 %
75,00 %
75,00 %
31,50 %
44,10 %
Solvabiliteit
53,60 %
25,00 %
20,00 % 48,57 %
49,80 %
Kengetallen excl. verkopen
Realisatie 2014
ICR DSCR
Norm 2014
Begroting 2014 Realisatie 2013
CFV
WSW
1,41
1,40
1,40
2,10
3,40
0,84
1,00
1,00
1,10
1,60
LtV
42,30 %
75,00 %
75,00 %
31,50 %
44,10 %
Solvabiliteit
53,60 %
25,00 %
20,00 % 48,57 %
49,80 %
 Interest Coverage Ratio (ICR) Een “gezonde” operationele kasstroom is voor BrabantWonen essentieel om de financierbaarheid te kunnen blijven garanderen. Hiertoe wordt onder meer gestuurd op het rentedekkingsgetal. Het rentedekkingsgetal dient jaarlijks minimaal 1,4 te zijn, zodat aan de normen kan worden voldaan van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV). Deze prestatieindicator geeft de mate aan waarin de rentelast kan worden voldaan vanuit de operationele kasstroom. In 2014 is een stijging zichtbaar in vergelijking met 2013. Dit wordt veroorzaakt door een forse toename van kasstromen door verkoopopbrengsten van bestaand bezit ten opzichte van 2013. De kasstromen betreffende uitgaven voor onderhoud zijn ook veel hoger dan in 2013. Dat hangt onder meer samen met uitgaven in 2014, die betrekking hebben op onderhoudskosten uit 2013; dit leidde eveneens tot een forse afname van de kortlopende schulden. Omdat de opbrengsten echter in verhouding meer zijn toegenomen, stijgt hierdoor de ICR t.o.v. 2013. In vergelijking met de begroting zijn de hogere verkoopopbrengsten de oorzaak van de hogere uitkomst in de realisatie 2014. Als de verkoopopbrengsten uit het bovenstaande kengetal wordt gehaald, komt de ICR uit op 1,41, hetgeen minimaal voldoet aan de norm van de toezichthouders. Als we geen rekening houden met de uitgaande kasstromen die voortkomen uit afname van de kortlopende schulden uit de balans, stijgt de ICR exclusief verkopen naar 2,45. Debt Service Coverage Ratio (DSCR) Dit kengetal geeft aan of er voldoende operationele kasstromen worden gegenereerd om de rente- en aflossingsverplichtingen te kunnen betalen. BrabantWonen stuurt ook op de DSCR. De DSCR behoort minimaal 1,0 te bedragen. In vergelijking met 2013 is er sprake van een stijging van de DSCR. Dit wordt veroorzaakt door de verkoopopbrengsten zoals bovenstaand beschreven bij de bepaling van de ICR. Als de verkoopopbrengsten niet worden meegerekend, komt de DSCR uit op 0,84; dit voldoet niet aan de norm
77
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
van de toezichthouders. Als we geen rekening houden met de uitgaande kasstromen die voortkomen uit de afname van de kortlopende schulden uit de balans, dan stijgt de DSCR exclusief verkopen naar 1,46, waarmee aan de norm wordt voldaan. Loan to Value (LtV) De Loan to Value (LtV) drukt de financiering uit in een percentage van de waarde van het bezit. Dit is een richtinggevend getal dat van belang is voor de continuïteit op lange termijn. De waarde van de vastgoedportefeuille is gestegen, terwijl de leningenportefeuille een procentueel kleinere stijging laat zien. Hierdoor daalt de LtV in 2014 (42,30%) met 1,8% ten opzichte van 2013. Het WSW en het CFV hanteren een bovengrens voor de LtV van 75%. BrabantWonen voldoet hiermee aan het door het WSW gestelde criterium. Solvabiliteit Deze prestatie-indicator drukt het eigen vermogen uit in een percentage van het totale vermogen. Het WSW hanteert een norm van 20% en het CFV een norm van 25%. De solvabiliteit is in 2014 gestegen t.o.v. 2013 en voldoet ruimschoots aan de gestelde ondergrens. De verhuurderheffing heeft voor ons tot gevolg dat we vanaf 2014 een bedrag moeten voldoen dat oploopt van € 7,9 miljoen in 2014 naar ca. € 11,1 miljoen vanaf 2017. Stichting BrabantWonen heeft naar aanleiding van de invoering van de verhuurderheffing in 2013 maatregelen getroffen. Zo zijn de jaarlijkse uitgaven voor onderhoud, leefbaarheid, overige bedrijfslasten, personeel en nieuwbouw gemaximeerd.
6.3 Treasury In ons treasury jaarplan hebben we begin 2014 aangegeven wat onze verwachtingen ten opzichte van de renteontwikkelingen, de kasstromen, de benodigde financieringen en de eventuele mogelijkheden tot beleggen zijn: Renteontwikkelingen Zoals we in de begroting 2014 verwachtten is de rente ook in 2014 laag gebleven en zelfs verder gedaald. Het 3 maands Euribor was begin januari 2015 (0,08%) lager ten opzichte van januari 2014 (0,28%), wat al een historisch laag percentage was. Ook voor de lange rente geldt dat de historisch lage rente voor 10 jaar swaps in januari 2014 (2,20%) verder gedaald is naar een rentestand van 0,81% in januari 2015. Kasstromen De afdeling Financiën legt periodiek verantwoording af aan de directeur Bedrijfsvoering over de geprognosticeerde kasstromen en de realisatie ervan. Zo houden we inzicht in de gerealiseerde kasstromen en kunnen we de te verwachten kasstromen goed inschatten. Ook overleggen we periodiek een prognose van de aankomende vier weken. Daarnaast leveren we per maand een liquiditeitsprognose op jaarbasis aan als onderdeel van de maandelijkse treasuryrapportage. Bij het vaststellen van het strategisch beleidsplan is ook de Financiële Meerjarenplanning (FMP) met daarin de verwachte kasstromen hierop aangepast. Op deze wijze volgen we de financieringsbehoefte en eventuele tijdelijke overtollige liquiditeiten, zodat we tijdig maatregelen kunnen nemen.
78
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Financieren In het treasury jaarplan 2014 gingen uit van een financieringsbehoefte van € 60,0 miljoen in 2014. We hebben in werkelijkheid € 15,0 miljoen aangetrokken. Deze beperktere financieringsbehoefte was onder andere het gevolg van: • een lagere productie van nieuwbouw; • en een hoge verkoopopbrengsten bestaand bezit door het verkoopprogramma. Deze € 15,0 miljoen is in twee leningen aangetrokken met WSW borging. Met ingang van 2014 heeft het WSW een borgingsplafond ingesteld als vervanger van de eerder gehanteerde faciliteringsruimte. De ruimte in dat borgingsplafond was per 1 januari 2014 € 35,3 miljoen. Na aantrekking van nieuwe financieringen en de aflossingen die in 2014 plaatsgevonden hebben, is binnen het borgingsplafond eind 2014 nog € 27,0 miljoen aan financieringsruimte beschikbaar. Het borgingsplafond van 2015 is reeds vorig jaar afgegeven. De ruimte in 2015, inclusief de stand van 2014, is € 78,3 miljoen. Dit is ruim voldoende om in de financieringsbehoefte van 2015 te voldoen. Bovenstaande heeft ook gevolgen gehad voor de aan de financiering verbonden kengetallen. Voor Loan to Value was voor 2014 31,5% begroot. Deze begroting is opgesteld vóór het besluit van de toezichthouders om de verhuurderheffing tot einde looptijd in te calculeren. Vandaar dat dit percentage afwijkt van de gerealiseerde cijfers van 2013 en 2014. Door de achterblijvende financieringen is het LtV -percentage voor 2014 op 42,30% uitgekomen. Beleggen Uit bovenstaand overzicht blijkt verder dat onze verwachting voor beleggingen uitkwam: over 2014 realiseerden we geen aanvullende beleggingen. Ultimo 2014 bedragen de beleggingen € 7,36 miljoen, waarvan € 7,3 miljoen is verstrekt aan een collega corporatie. Organisatie Binnen BrabantWonen bestaat een treasurycommissie. Deze treasurycommissie bestaat uit de directeur Bedrijfsvoering, het afdelingshoofd Financiën, een vestigingscontroller en de directieadviseur voor financiële zaken. Met betrekking tot financierings- en beleggingstransacties stelt de treasurycommissie transactievoorstellen op voor het bestuur. Voorstellen die niet passen binnen het Financieel Statuut of het goedgekeurde treasury jaarplan worden altijd ter besluitvorming voorgelegd aan het bestuur en ter goedkeuring aan de Raad van Commissarissen. Treasurycommissie De Treasurycommissie is in 2014 zeven keer bijeengekomen en heeft het bestuur geïnformeerd over: kasstromen, renteontwikkelingen en –visie en, indien van toepassing, financieringsvoorstellen. Eind 2013 heeft BrabantWonen de treasurymodule van Aareon aangeschaft waarmee we kasstromen en financieringen nog beter kunnen monitoren. Dit pakket is in 2014 geïmplementeerd en daarmee zijn nu dagelijks de lopende financieringen en operationele kasstromen in beeld. Financieel Statuut We evalueren jaarlijks het Financieel Statuut. De evaluatie is op 6 februari 2014 door de RvC goedgekeurd.
79
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Huisbankierschap Vanaf 1 januari 2011 is de Rabobank de huisbankier van BrabantWonen. Conform het financieel statuut evalueren we minimaal één keer per vijf jaar het huisbankierschap.
6.4 Risicomanagement In 2014 hebben we ons Management Control Systeem herijkt. Vervolgens zijn we gestart met de professionalisering van onze bestuurlijke informatievoorziening. Daarin hebben we aandacht voor onze proceshiërarchie, procesbeschrijvingen en de beheersing van de procesrisico’s. We werkten al met een control visie. Ook definieerden we een conceptueel kader en randvoorwaarden voor het verbeteren van onze interne beheersing. We zetten voortdurend stappen in de verdere professionalisering van onze organisatiestructuur, informatiestructuur en planning en control-activiteiten. Intussen werken we verder aan een integraal risicomanagementsysteem. Op dit moment bestaat het risicomanagementsysteem uit vier aandachtsvelden: • projecten • treasury • verbonden partijen • fiscaliteit. Elke kwartaalrapportage leveren onze bedrijfsonderdelen een risicoparagraaf aan waarin deze aandachtsvelden terugkomen. Bij de uitbouw van het risicomanagementsysteem voegen we hier strategie, governance, technologie, duurzaamheid, fraude en reputatie aan toe.
6.4.1 Projecten CaR Risicoanalyses en voorstellen voor de beheersing van risico’s maken standaard deel uit van onze investeringsvoorstellen voor projecten. Wij willen de risico’s van projectontwikkeling op een gestructureerde wijze identificeren, beheersen en meten. Hiertoe hebben we een risicomodel voor het meten van projectrisico’s ontwikkeld. Dit risicomodel is gebaseerd op modellen die in de (vastgoed) beleggingswereld en bij banken worden gebruikt. Het risicomodel geeft hiermee inzicht in de vraag hoeveel kapitaalbuffer nodig is om financiële tegenvallers bij projectontwikkeling op te kunnen vangen. Het risicomodel geeft zo een inschatting van de prestatie-indicator Capital at Risk (CaR). De berekende CaR van onze nieuwbouwprojecten in eigen beheer per eind 2014 is € 5,4 miljoen (eind 2013: € 23,1 miljoen). Dit is de optelsom van alle kwantificeerde risico’s van de nieuwbouwprojectenportefeuille. Voor dit bedrag moeten wij financiële buffers aanhouden voor het opvangen van risico’s verbonden aan projectontwikkeling. De CaR is in 2014 fors gedaald omdat we minder gebiedsgerichte en complexe projecten met een diversiteit aan vastgoed in portefeuille hebben. We richten ons vizier nu vooral op het realiseren van sociale huurwoningen met ondersteunend maatschappelijk vastgoed. Daarnaast hebben we een aantal projecten afgerond en opgeleverd. Deze tellen hierdoor niet meer mee in de CaR. Conclusie is dat vanuit onze risico-optiek het vermogen ruim voldoende is om de risico’s verbonden aan projectontwikkeling en bedrijfsvoering op te vangen. We hebben nog ruimschoots de beschikking over vrije reserves, die met name in nietliquide vorm in ons vastgoed aanwezig zijn.
80
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Gezien de omvang van onze activiteiten in projectontwikkeling willen wij in deze paragraaf aandacht schenken aan een aantal specifieke projecten met bijbehorend risicoprofiel. De risico’s inzake de voor projecten aangegane verbindingen hebben we opgenomen onder 6.4.3 Verbonden partijen. Orthen-Links In de woonbuurt Orthen-Links moeten zowel de bebouwde omgeving als de sociaaleconomische structuur in de wijk op het gewenste niveau worden gebracht. Voor Orthen-Links betekent dit dat de komende jaren een grondige wijkvernieuwing. Naast de genoemde risico’s bij de CaR zit het aanvullende risico in de kavels, waar de aannemer woningen bouwt en verkoopt. Bernhoven Ziekenhuislocatie Oss (Park Zwanenberg) In 2014 zijn we gestart met de bouw van appartementen, PG-eenheden, een gezondheidscentrum en een commerciële ruimte op Park Zwanenberg. Nog niet alle m2 van het gezondheidscentrum en de commerciële ruimte zijn verhuurd. Met onze extra inspanningen verwachten we dat uiteindelijk alles verhuurd wordt. Grondposities Bergse Heihoek In dit project is nog een voorraad aanwezig van 27 onverkochte bouwkavels en 2 kavels voor patiowoningen, met een gezamenlijke waarde van circa € 2 miljoen. In de huidige marktomstandigheden is het moeilijk kopers te vinden. We beraden ons momenteel over wat we met de kavels moeten doen. Ter voorbereiding op een besluit hebben we in 2014 twee opties verkend: het ontwikkelen van huurwoningen of verkoop van de grond aan een projectontwikkelaar. Begin 2015 is besloten de kavels te verkopen. Talentencampus Conform afspraken hebben we in 2014 op de Talentencampus een grondpositie van 3.622 m2 verworven voor € 1,1 miljoen. Oorspronkelijk zouden we op deze locatie nieuwbouw van het hoofdkantoor BrabantWonen en BrabantZorg realiseren. In 2015 onderzoeken we de mogelijke bestemming voor deze locatie. De taxatiewaarde van de grond bedraagt eind 2014 € 1 miljoen. In de jaarrekening houden we rekening met het afboeken van dit verschil. De Groote Wielen Deze strategische grondposities in ’s-Hertogenbosch Oost zijn in het verleden samen met AM Wonen aangekocht via gebiedsontwikkeling ’s-Hertogenbosch Oost CV. Verdere toelichting omtrent het risico is opgenomen onder 6.4.3 Verbonden partijen.
6.4.2 Treasury We onderkennen de volgende treasuryrisico’s: 1. Politieke risico’s De huidige onzekerheid over de politieke besluitvorming bemoeilijkt het prognosticeren van de kasstromen op middellange en lange termijn. De verhuurderheffing is een feit; dit betekent voor BrabantWonen een jaarlijkse uitgave van minimaal € 11 miljoen vanaf 2017.
81
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Daar staat tegenover dat we (deels inkomensafhankelijke) huurverhogingen mogen doorvoeren. Hierdoor komt de betaalbaarheid van de huren in de toekomst misschien in het gedrang. Verder noemen we de lastige economische omstandigheden, die het genereren van kasstromen uit woningverkopen kunnen bemoeilijken. 2. Beschikbaarheidsrisico Zowel bij nieuw aan te trekken financiering, als bij herfinancieringen, is de beschikbaarheid van financieringen een niet te onderschatten risico. In 2014 heeft het WSW het borgingsplafond ingevoerd daar waar eerder sprake was van een faciliteringsvolume. Per 1 januari 2014 was de ruimte binnen dat plafond € 35,3 miljoen. Na het aantrekken van financieringen en het verrichten van aflossingen op bestaande leningenportefeuille is de ruimte per 31 december 2014 € 27,0 miljoen. De beschikbaarheid van financiering van onze DAEB investeringen is hiermee veiliggesteld. Met betrekking tot de financiering van niet-DAEB activiteiten, waarbij we geen gebruik kunnen maken van WSW borging, is de ruime beschikbaarheid van financiering minder vanzelfsprekend. We zullen steeds meer alleen uit kunnen gaan van de uit het te financieren project voortvloeiende cashflows. 3. Renterisico Zowel bij nieuw aan te trekken financieringen als bij renteconversiemomenten loopt BrabantWonen renterisico’s. De verwachtingen van de lange rente zijn dat deze laag blijft; daarmee is het risico gering. Omdat we bij de bestaande financieringen voornamelijk langlopende lineaire of annuïtaire leningen hebben afgesloten met een rentevast periode gelijk aan de looptijd en een eindwaarde nihil, loopt BrabantWonen nauwelijks renterisico’s bij herfinanciering. Of dit beleid ook in de toekomst kan worden voortgezet, is afhankelijk van de mogelijkheden die de kapitaalmarkt bij nieuwe financieringen biedt, en van de kasstromen die bij een dergelijke financiering voldoende moeten blijven om rente en aflossing te kunnen blijven voldoen. 4. Debiteurenrisico Het debiteurenrisico doet zich bij BrabantWonen beperkt voor bij de beleggingen. We gaven al aan dat we in 2014 geen nieuwe beleggingen aangingen. Incidenteel voorkomende liquiditeitsoverschotten stallen we op depositorekeningen bij banken die voldoen aan de in ons Financieel Statuut bepaalde rating. De beleggingen bestaan ultimo 2014 nog uit één uitstaande geldlening aan een collega-corporatie. Hierbij is de zekerheid van betaling van rente en aflossingen afgedekt met een WSW-borging. Over de hoofdsom en de renteontvangsten loopt BrabantWonen dus geen risico.
82
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
6.4.3 Verbonden partijen Een deel van onze activiteiten hebben we ondergebracht in verbonden partijen, al dan niet in samenwerking met andere partijen. Met verbonden partijen bedoelen we juridische samenwerkingsverbanden waarin wij een bestuurlijk én een financieel belang hebben. In onze organisatie onderscheiden we drie categorieën verbonden partijen: 1. de verbonden partij, waarin wij voor 100% direct of indirect zeggenschap hebben en de administratie voeren;
a) BrabantWonenHolding B.V.
b) BrabantWonenEnergie B.V.
c) BrabantWonen Vastgoedontwikkeling B.V. d) BrabantWonen GOGWO B.V.
e) BrabantWonenGOWillemspoort B.V.
f) BrabantWonenBelegdVastgoed B.V. g) BrabantWonen GO Bernhoven B.V. h) BrabantWonen GO P&P B.V. 2. de verbonden partij, waarbij wij onderdeel uitmaken van het bestuur en/of waarbij de RvC van de verbonden partij deels bestaat uit onze RvC-leden en waarvoor wij de administratie voeren; i) Stichting ZorgGoedBrabant j) Stichting ZorgGoedBrabant 2 3. de verbonden partij, waarin wij samen met derden kapitaal verschaffen en waar (tot heden) door derden de administratie wordt gevoerd.
k) BrabantMakelaars B.V.
l) VB&T VvE Diensten Noord Oost Brabant B.V.
m) Samenwerking PeelrandWonen n) Ontwikkelcombinatie Meerendonk C.V. o) Ontwikkelcombinatie Meerendonk Beheer B.V. p) G ebiedsontwikkeling ‘s-Hertogenbosch Oost C.V. q) Gebiedsontwikkeling ’s-Hertogenbosch Oost Beheer B.V. r) Willemspoort C.V. s) Willemspoort Middengebied B.V. t) Ontwikkelingscombinatie Bernhoven Beheer B.V. u) O ntwikkelingscombinatie Bernhoven C.V. Voor aanvang van iedere samenwerking via een verbonden partij stellen we een investeringsbesluit op voor ons directieteam en onze RvC. In dit besluit nemen we in ieder geval het volgende op: • De doelstelling van de samenwerking. • De afstemming van deze doelstelling met de onze beleidsdoelstellingen. • De keuze van en toelichting over de juridische vorm. • De onderbouwing en toelichting van de betrokken partner(s). • De (concept-)statuten, waarin de doelstellingen, organisatievorm en governance structuur van de samenwerking zijn geregeld. • De te nemen besluiten over:
83
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
- wie (in persoon of in functie) vertegenwoordigt de aandeelhouder, - wie (in persoon of in functie) neemt plaats in de directie, het bestuur en/of RvC? Hierbij hebben we aandacht voor de aansprakelijkheid en de mogelijke verzekering van deze aansprakelijkheid, - een (concept-)directiereglement, waarin we de bevoegdheden verantwoordelijkheden en mandaat van de directie en het bestuur regelen. Na goedkeuring van het investeringsbesluit monitoren we periodiek de risico’s. Omdat iedere activiteit en samenwerking zijn eigen risicoprofiel kent, hebben we per profiel passende maatregelen getroffen. Hierover rapporteren we aan de directie en RvC. De belangrijkste risico’s in onze verbindingen zijn: Willemspoort Met de gemeente ’s-Hertogenbosch, het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) en Proper Stok hebben we Willemspoort CV opgericht. De CV is geheel verantwoordelijk voor de grondexploitatie van Willemspoort. Wij lopen hierover 33,3% risico. Wij verwachten onze inbreng van € 2 miljoen en aanvullende voorbereidingskosten van € 0,6 miljoen niet meer terug te verdienen. Ten aanzien van opstalexploitatie vindt de ontwikkeling en verkoop van het vastgoed voor rekening en risico van een derde plaats. Bernhoven Ziekenhuislocatie Oss (Park Zwanenberg) en Veghel In 2013 is de ontwikkelcombinatie Bernhoven opgericht. Deze is feitelijk geheel verantwoordelijk voor de grondexploitatie van beide ziekenhuisterreinen. Hierbij draagt BrabantWonen 2/3 van het risico, en AM Wonen 1/3. Door de complexiteit van de projecten zijn de financiële en fiscale risico’s hoger dan normaal. Voor een optimale beheersing vragen we er regelmatig externe (fiscale) adviseurs bij. Door de tegenvallende voortgang van de verkoop is het risico op negatieve resultaten hoger. De Groote Wielen Deze strategische grondposities in ’s-Hertogenbosch Oost zijn in het verleden samen met AM Wonen aangekocht via gebiedsontwikkeling ’s-Hertogenbosch Oost CV. Het risico is aanwezig dat de betreffende gronden geen woonbestemming krijgen. De verwachting is dat we pas in 2020 kunnen starten met de bouw. Deze positie kost ons tot eind 2016 jaarlijks € 0,9 miljoen aan rentelasten. We verwachten dit verlies in de toekomst niet meer terug te kunnen verdienen. Het bestuur van de CV en de directie van BrabantWonen voeren zeer actief overleg met de Bossche politiek om deze risico’s te reduceren. Ook heeft de CV een opdracht aan een architect verstrekt om de mogelijkheden te onderzoeken voor het gebruik door agricultuurbedrijven. Te denken valt aan bijvoorbeeld een zorgboerderij. Hiermee zou het mogelijk zijn om sneller een bouwbestemming te verkrijgen.
Wijzigingen 2014 In de verbonden partij OC Willemspoort Middengebied BV was er een wisseling in de RvC. Marije Buursink, vestigingsdirecteur Den Bosch, heeft per 14 november 2014 Henk Roozendaal, vestigingsdirecteur Oss en Maatschappelijk Vastgoed, opgevolgd als voorzitter van de RvC. Vanaf 1 april 2014 is Richard van Meersbergen, afdelingshoofd Klant & Wonen BrabantWonen, aangesteld als directeur van BrabantWonenEnergie BV.
84
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
85
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Het totaalschema verbonden partijen ultimo 2014 ziet er als volgt uit:
Ultimo 2014 vormen de genoemde verbonden partijen onder punt 1 een fiscale eenheid zowel voor de vennootschapsbelasting als voor de omzetbelasting.
Fiscale eenheid:
86
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
BrabantWonen Vastgoedontwikkeling BV
BrabantWonen GOGWO BV BrabantWonenGOWillemspoort BV
BrabantWonen BelegdVastgoed BV BrabantWonen GO Bernhoven BV
c
d e
f g
GO 's-Hertogenbosch Oost Beheer BV
Willemspoort CV Ontwikkelingsmaatschappij Willemspoort Heijmans Vastgoed B.V. Middengebied BV Ontwikkelingscombinatie Bernhoven Beheer AM B.V. BV
Ontwikkelingscombinatie Bernhoven CV
q
r
s
u
t
p
o
Ontwikkelingscombinatie Meerendonk CV Ontwikkelingscombinatie Meerendonk Beheer BV Gebiedsontwikkeling 's-HertogenboschOost CV
n
AM B.V.
AM Grondbedrijf B.V. Properstok Groep B.V. Bossche investeringsmaatschappij Jeroen Bosch Ziekenhuis
AM B.V.
AM B.V.
AM B.V.
VB&T VvE Diensten Noord Oost Brabant BV VB&T Groep B.V.
VB&T Holding B.V.
Stichting BrabantZorg Stichting BrabantZorg
nvt
nvt nvt
nvt nvt
l
h BrabantWonen GO P&P BV Categorie 2 Stichting ZorgGoedBrabant i j Stichting ZorgGoedBrabant 2 Categorie 3 k BrabantMakelaars BV
nvt
BrabantWonenEnergie BV
b
nvt
nvt
Medevennoten
Naam Categorie 1 a BrabantWonen Holding BV
0
0
6
2.000
445
10.838
9
240
5
9
39.100 26.857
0
18 0
18 18
18
18
18
0
-20
-3
1.969
-88
440
51
240
4
-28
25.165 55.410
-1
198 -1
-10.595 -288
1.054
1.050
-8.884
66,67
66,67
33,00
33,33
50,00
50,00
50,00
50,00
25,00
50,00
50,00 50,00
100,00
100,00 100,00
100,00 100,00
100,00
100,00
100,00
-25 het optreden als beherend vennoot van OCM Bernhoven CV het (her)ontwikkelen en realiseren vastgoed op de ziekenhuisterreinen -36 Bernhoven in Oss en Veghel.
-3 het optreden als beheren vennoot van Willemspoort CV
het ontwikkelen van huur- en koopwoningen in het gebied Willemspoort -33 's-Hertogenbosch
6 het beheren van VvE's het ontwikkelen, doen realiseren van huur- en koopwoningen in het 496 gebied Meerendonk in 's-Hertogenbosch het optreden als beherend vennoot van ontwikkelingscombinatie 20 Meerendonk CV. het exploiteren van grond, het ontwikkelen van huur en koopwoningen -4.706 in het gebied Groote Wielen in Rosmalen. het optreden als beherend vennoot van GO 's-Hertogenbosch -188 Oost CV.
21 het uitoefenen van makelaardij
1.007 ontwikkeling en beheer huisvesting voor ouderen. 309 ontwikkeling en beheer huisvesting voor ouderen.
In het verleden is deze opgericht als fiscale beleggingsinstelling. Voor 4 de toekomst zijn de plannen nog onduidelijk. -1 het optreden als commanditair vennoot bij OCM Bernhoven CV Is opgericht voor het optreden als commanditair vennoot bij Park & 0 People CV. Voor de toekomst zijn de plannen nog onduidelijk.
-1.815 het optreden als beheer- en beleggingsmaatschappij het leveren van alle soorten energie, waarbij gebruik wordt gemaakt van zowel bestaande als duurzame energiebronnen alsmede het verrichten van overige activiteiten en het 322 verlenen van diensten op dit gebied. het ontwikkelen, doen realiseren van huur- en koopwoningen in het 242 gebied Meerendonk te 's-Hertogenbosch de exploitatie van grondgebieden en het optreden als commanditair -2.316 vennoot van GO 's-Hertogenbosch Oost CV. -91 het optreden als commanditair vennoot bij Willemspoort CV.
Waarde Enkelvoudig Gestort kapitaal deelneming Totale % resultaat 2014 geconsolideerd ultimo 2014 deelname deelneming 100% Omschrijving activiteiten (x € 1.000) kapitaal (x € 1.000) (x €1.000)
hebben, het percentage van de deelneming, het behaalde resultaat en waar de activiteit van de verbonden partij uit bestaat.
Op de volgende pagina geven we u een totaaloverzicht van onze verbonden partijen waarbij staat aangegeven wat we tot nu aan kapitaal gestort
6.4.4 Fiscaliteit De afgelopen jaren had de corporatiesector meermaals te maken met wijzigingen op fiscaal gebied. Wij hebben hiervoor intern diverse maatregelen genomen, waaronder de oprichting van een fiscale kenniskring. Deze kring bestaat uit interne medewerkers en externe belastingadviseurs en dviseert over fiscale ontwikkelingen. Daarnaast bewaakt de kenniskring onze fiscale (meerjaren)strategie. Beheersing Om onze fiscale positie nog beter te beheersen hebben wij in 2014 een Fiscaal Statuut met kaders opgesteld. Het geeft de organisatie extra handvatten. Daarnaast zijn we begonnen met het opzetten van een Tax Control Framework. Dit Framework bestaat uit een overzicht van onze fiscale processen, fiscale risico’s en de bijbehorende beheersmaatregelen. Periodiek leggen wij hierover verantwoording af aan de directie en de RvC. Belastingdienst Wij hechten waarde aan een transparante en constructieve relatie met de Belastingdienst. Wij zoeken regelmatig afstemming met de Belastingdienst over lopende dossiers. In 2014 hebben we concreet afstemming gezocht over: • de btw behandeling van de doorbelasting van kosten aan verbonden partijen; • de vennootschapsbelastingplicht van verbonden partijen; • de invoering van de WerkKostenRegeling per 1 januari 2015; • de ingenomen standpunten in de aangiften vennootschapsbelasting van stichting BrabantWonen; • het integrale belastingonderzoek van commissie Stevens. Vennootschapsbelasting Wij hebben een fiscale (meerjaren-)strategie en fiscale planning opgesteld voor vennootschapsbelasting. Wij hebben op basis hiervan in onze aangiften vennootschapsbelasting gangbare en pleitbare standpunten ingenomen. De belangrijkste standpunten zijn: • het onderscheid tussen onderhoudskosten en investeringen; • de verwerking van projectontwikkelingsresultaten; • het treffen van een onderhoudsvoorziening; • het vormen van een herbestedingsreserve. Ook in de aangifte vennootschapsbelasting 2013 nemen we deze standpunten in. Deze aangifte wikkelen we af in 2015. De Belastingdienst heeft aangegeven dat ze mogelijk niet al onze standpunten overneemt. Dit kan nog van invloed zijn op de gepresenteerde fiscale resultaten. Investeringen Wij voeren bij het aangaan van investeringen altijd een fiscale toets uit. Onder investeringen verstaan we dan grond- en vastgoed aankopen, renovatieprojecten en nieuwbouwprojecten. Eigenbouwerschap In fiscaal opzicht staan wij te boek als eigenbouwer. Deze status brengt met zich mee dat wij de Wet ketenaansprakelijkheid toepassen in onze bedrijfsvoering, zoals het gebruik maken van de btw verleggingsregeling en geblokkeerde rekeningen voor de afdracht van de sociale lasten.
87
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Verhuurderheffing Sinds 2013 hebben vastgoedverhuurders met meer dan 10 woningen onder de liberalisatiegrens te maken met de verhuurderheffing voor zelfstandige woonruimten, waarvan de huurprijs niet hoger is dan de liberalisatiegrens. Bepalend voor de afdracht is de hoogte van de WOZ vermenigvuldigd met een tarief. Dit tarief stijgt de komende jaren fors. In 2014 hebben wij € 7,9 miljoen aan verhuurderheffing afgedragen.
88
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Hoofdstuk 7: Jaarrekening 2014
89
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
1. Geconsolideerde balans per 31 december 2014
90
(na voorgestelde resultaatbestemming) (x € 1.000)
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
91
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
2. Geconsolideerde winst- en verliesrekening over 2014
92
(x € 1.000)
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
3. Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2014
93
Directe methode (x € 1.000)
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Toelichting kasstroomoverzicht BrabantWonen Operationele kasstromen De ontvangsten hebben betrekking op de ontvangsten van huurders en de overige ontvangsten. De huurontvangsten betreffen de daadwerkelijk ontvangen huuropbrengsten incl. servicecontracten (€ 94,0 miljoen). De overige ontvangsten (€ 4,8 miljoen). hebben voornamelijk betrekking op afrekening van rekening courant en doorbelastingen aan derden zoals BrabantZorg, gemeentes en ZGB(2). De uitgaven hebben vooral betrekking op betalingen aan werknemers en onderhoudsuitgaven (resp. € 17,4 miljoen en € 29,6 miljoen). Onder de betalingen aan werknemers zijn naast de salarissen ook de uitgaven die betrekking hebben op pensioenen en sociale lasten verantwoord. In het kasstroomoverzicht zijn de uitgaven exclusief BTW verantwoord. De betalingen overige bestaan hoofzakelijk uit de volgende posten: • Af te dragen BTW aan de belastingdienst (€ 10,0 miljoen); • Overige zoals kosten die onder meer betrekking hebben op externe accountant, servicekosten, inleenpersoneel, autokosten en huisvestingskosten (€ 11,3 miljoen). Betalingen uit hoofde van zakelijke lasten zijn WOZ aanslagen (€ 4,8 miljoen), verzekeringspremies (€ 0,5 miljoen) en verhuurderheffing 2014 inclusief saneringssteun (€ 10,8 miljoen). De betaalde rente heeft betrekking op de werkelijk betaalde rente in het afgelopen jaar.
Kasstroom investeringsactiviteiten De investeringen in materiële vaste activa (€ 37,3 miljoen) betreffen de investeringen die betrekking hebben op nieuwbouwprojecten. Een aantal grote projecten dat hierin is opgenomen zijn onder andere: • Ziekenhuislocatie Oss € 5,8 miljoen • Boschveld
€ 3,9 miljoen
• Zusters van Liefde
€ 2,6 miljoen
• Churchilllaan
€ 2,0 miljoen
• Goudhof
€ 2,6 miljoen
• Maria Goretti School € 4,1 miljoen • Talentencampus
€ 1,3 miljoen
• Orthen-Links
€ 1,5 miljoen
• Onderwijsboulevard € 1,5 miljoen • Litserborg
€ 1,1 miljoen
• Broeckhovenlaan
€ 1,0 miljoen
• Jacobskamp
€ 1,7 miljoen
• Cello Deuteren
€ 0,9 miljoen
• Overige projecten
€ 5,7 miljoen
Het restant van de investeringen heeft betrekking op terugkopen van de woningen Verkoop onder Voorwaarden (1,5 miljoen).
94
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
De desinvesteringen in materiële vaste activa bestaan uit verkopen bestaand bezit (€ 14,3 miljoen) en verkoopopbrengsten gerelateerd aan Verkoop onder Voorwaarden € 1,8 miljoen). De desinvesteringen vastgoedbelegging hebben betrekking op verkoopontvangsten van het commercieel vastgoed zoals verkoop van het pand Burchtplein 80 (€ 7,8 miljoen), verkopen bestaand bezit (€ 1,0 miljoen) en een verkoopontvangst inzake grondverkoop (€ 0,7 miljoen) van project Eikendonk.
Kasstroom financieringsactiviteiten De ontvangst uit langlopende schulden van € 15,0 miljoen betreft nieuw aangetrokken financiering in 2014. De aflossing langlopende schuld van € 6,8 miljoen heeft betrekking op de contractueel verschuldigde aflossingsbedragen op leningen aan banken en kredietinstellingen.
4.
Algemene toelichting
4.1
Algemeen
Wooncorporatie Stichting BrabantWonen is een stichting met de status van “toegelaten instelling volkshuisvesting”. Zij heeft specifieke toelating in de gemeente Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Bernheze, Landerd, Lith, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, Ravenstein, Sint-Anthonis, Sint-Oedenrode, Uden, Veghel, ‘s-Hertogenbosch, Boxtel, Haaren, Schijndel, Sint-Michielsgestel, Vught en Heusden en is werkzaam binnen de juridische wetgeving vanuit de Woningwet en het Besluit Beheer Sociale Huursector. BrabantWonen is gevestigd aan de Venusstraat 2 te Oss. De activiteiten bestaan voornamelijk uit de exploitatie en ontwikkeling van woningen.
4.2 Groepsverhoudingen Stichting BrabantWonen staat aan het hoofd van de Stichting BrabantWonen groep. Indien hierna in de geconsolideerde jaarrekening wordt gesproken over de Stichting BrabantWonen dan wordt hiermee bedoeld Stichting BrabantWonen en haar in de consolidatie betrokken groepsmaatschappijen.
4.3
Grondslagen voor consolidatie
In de consolidatie worden opgenomen de financiële gegevens van Stichting BrabantWonen en haar groepsmaatschappijen. Dit betreft alle maatschappijen waarmee zij een organisatorische en economische eenheid vormt. Integraal in de consolidatie worden opgenomen deelnemingen waarin beslissende zeggenschap op het beleid kan worden uitgeoefend. In het algemeen betreft het deelnemingen waarin het belang meer dan 50% bedraagt. Het aandeel van derden in het groepsvermogen en in het groepsresultaat wordt afzonderlijk vermeld.
95
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
In de consolidatie zijn de volgende rechtspersonen en vennootschappen begrepen:
Ondanks dat het aandeel in het kapitaal in ontwikkelingscombinatie Bernhoven CV en Bernhoven Beheer BV minder dan 100% worden deze deelnemingen integraal meegeconsolideerd. Stichting BrabantWonen heeft voor meer dan 50% beslissende zeggenschap inzake het beleid van de deelnemingen. Als gevolg van voorgaande werkwijze ontstaat er in de balans een afzonderlijke post aandeel van derden onder het groepsvermogen. In de Winst- en verliesrekening wordt direct na het totale groepsresultaat een post aandeel van derden in het geconsolideerde resultaat na belastingen opgenomen. (zie art. 10 van het Besluit modellen jaarrekening).
Op dit moment vinden er geen activiteiten plaats in BrabantWonen BelegdVastgoed B.V. en in BrabantWonen GO P&P B.V. BrabantWonen Holding B.V. treedt op als beheermaatschappij.
96
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
De activiteiten van BrabantWonenEnergie B.V. beperken zich op dit moment tot de aanleg en exploitatie van Warmte Koude Opslag installaties (WKO). BrabantWonen GOGWO B.V. fungeert als commanditair vennoot in de Gebiedsontwikkeling ’s-Hertogenbosch-Oost C.V. ten behoeve van de toekomstige ontwikkeling van gronden in de Groote Wielen in Rosmalen. BrabantWonen Vastgoedontwikkeling B.V. treedt op als commanditair vennoot in de Ontwikkelingscombinatie Meerendonk C.V. ten behoeve van de ontwikkeling in gebied Meerendonk in ’s-Hertogenbosch. BrabantWonen GO Willemspoort B.V. fungeert als commanditair vennoot in de Willemspoort C.V. ten behoeve van de in de toekomst te ontwikkelen wijk Willemspoort in ’s-Hertogenbosch. BrabantWonen GO Bernhoven B.V. fungeert als commanditair vennoot in de Ontwikkelingscombinatie Bernhoven C.V. ten behoeve van de ontwikkeling van de ziekenhuisterreinen Bernhoven in Oss en Veghel. Voor een volledig overzicht van de verbindingen wordt verwezen naar paragraaf 6.4.3 Verbonden partijen van het Jaarverslag. Intercompany-transacties, intercompany-winsten en onderlinge vorderingen en schulden tussen groepsmaatschappijen en andere in de consolidatie opgenomen rechtspersonen worden geëlimineerd voor zover de resultaten niet door transacties met derden buiten de groep zijn gerealiseerd. Ongerealiseerde verliezen op intercompany-transacties worden ook geëlimineerd tenzij er sprake is van een bijzondere waardevermindering. Resultaten op intercompany-transacties tussen in de consolidatie opgenomen groepsmaatschappijen worden volledig uit zowel de balanswaardering als het groepsresultaat geëlimineerd voor zover deze resultaten nog niet door een overdracht van het verkregen actief of passief aan derden buiten de groep zijn gerealiseerd.
4.4
Acquisities en desinvesteringen van groepsmaatschappijen
Vanaf de overnamedatum worden de resultaten en de identificeerbare activa en passiva van de overgenomen vennootschap opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening. De overnamedatum is het moment dat overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend op de desbetreffende vennootschap. De verkrijgingsprijs bestaat uit het geldbedrag of het equivalent hiervan dat is overeengekomen voor de verkrijging van de overgenomen onderneming vermeerderd met eventuele direct toerekenbare kosten. Indien de verkrijgingsprijs hoger is dan het nettobedrag van de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva wordt het meerdere als goodwill geactiveerd onder de immateriële vaste activa. Indien de verkrijgingsprijs lager is dan het nettobedrag van de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva, dan wordt het verschil (negatieve goodwill) als overlopende passiefpost opgenomen. De maatschappijen die in de consolidatie betrokken zijn, blijven in de consolidatie opgenomen tot het moment dat zij worden verkocht; deconsolidatie vindt plaats op het moment dat de beslissende zeggenschap wordt overgedragen.
97
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
4.5 Schattingen Bij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt de directie van Stichting BrabantWonen zich verschillende oordelen en maakt schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen in hoofdstuk 5 of bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningpost.
5.
Grondslagen voor waardering van activa en passiva
In de hoofdstukken 5 t/m 8 wordt toegelicht op welke wijze de diverse posten in de jaarrekening zijn bepaald. In de hoofdstukken 9 en 10 worden de cijfers van de balans en de Winst- en verliesrekening nader gespecificeerd en toegelicht.
5.1
Vergelijking met voorgaand jaar
De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar.
5.2 Regelgeving De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de bepalingen van het Besluit Beheer Sociale Huursector, de Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (‘WNT’), Titel 9 Boek 2 BW, en Hoofdstuk 645 van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving en de stellige uitspraken van de overige hoofdstukken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de jaarverslaggeving. We hebben de activa en verplichtingen over het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de Winst-en-verliesrekening en het kasstroomoverzicht hebben we referenties opgenomen. Met deze referenties verwijzen we naar de toelichting. Toelichtingen op posten in de balans, Winst- en verliesrekening en kasstroomoverzicht hebben we in de jaarrekening genummerd.
5.2.1 Verwerking verplichtingen Bij de bepaling van voorzieningen zijn we uitgegaan van in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan. Tot de feitelijke verplichtingen rekenen we verplichtingen die kunnen worden gekwalificeerd als “intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd”. Hiervan is sprake wanneer uitingen namens Stichting BrabantWonen zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van Stichting BrabantWonen rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake indien de formalisering van de definitieve ontwerpfase en (afgeleid) het aanvragen van de bouwvergunning heeft plaatsgevonden.
98
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
5.3
Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs onder aftrek van afschrijvingen. We houden rekening met bijzondere waardeverminderingen. Dit is het geval als de boekwaarde van het actief (of van de kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort) hoger is dan de realiseerbare waarde ervan.
5.3.1 ICT-software Dit betreft de verkrijgingsprijs van software minus de afschrijvingen.
5.4
Materiële vaste activa
5.4.1 Algemene uitgangspunten Tenzij we bij de afzonderlijke balansposten iets anders vermelden, gelden voor alle materiële vaste activa de volgende algemene uitgangspunten. De verkrijgings- of vervaardigingsprijs hebben we bepaald als de som van alle direct toe te rekenen uitgaven onder aftrek van afschrijvingen gedurende de geschatte toekomstige gebruiksduur. Op grond schrijven we niet af. Verkregen subsidies die we kwalificeren als investeringssubsidie brengen we in mindering op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Tevens activeren we hierbij de rente op vreemd vermogen tijdens de bouw en direct toerekenbare interne kosten en transactiekosten. De rente rekenen we toe aan te vervaardigen materiële vast activa en vangt aan bij start bouw. Indien grond gekocht is met opstallen, met de intentie de opstallen te slopen of teniet te laten gaan en vervolgens op de grond nieuwbouw te realiseren, dan maakt de eventuele boekwaarde van de opstallen en de gemaakte sloopkosten deel uit van de verkrijgingsprijs van de grond.
5.4.2 Sociaal vastgoed in exploitatie Typering Sociaal vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs onder de liberalisatiegrens, het maatschappelijk vastgoed en het overige sociale vastgoed. De liberalisatiegrens is een algemeen huurprijsniveau dat door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt vastgesteld. Maatschappelijk vastgoed is bedrijfsonroerend goed dat is verhuurd aan maatschappelijke organisaties, waaronder zorg-, welzijn-, onderwijs en culturele instellingen en dienstverleners, en is vermeld op de bijlage zoals deze is opgenomen in de Beschikking van de Europese Commissie d.d. 15 december 2009 aangaande de staatssteun voor toegelaten instellingen.
99
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Kwalificatie Het beleid van Stichting BrabantWonen is er primair op gericht de sociale vastgoedportefeuille aan te houden voor de doelgroep van beleid. Slechts voor een deel van het sociale vastgoed vindt optimalisatie van het financiële rendement plaats. Daarmee kwalificeert Stichting BrabantWonen zich als vastgoedbeheerder en is de laagste van de vervangingswaarde en de bedrijfswaarde de basis voor de invulling van de actuele waarde. Waarderingsgrondslag Stichting BrabantWonen waardeert haar sociaal vastgoed in exploitatie bij eerste verwerking tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs en daarna tegen de actuele waarde zijnde de laagste van de vervangingswaarde en de bedrijfswaarde onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen. Na-investeringen Uitgaven na eerste verwerking (de zogeheten na-investeringen) die leiden tot een waardeverhoging van het actief worden aangemerkt als activeerbare kosten van vernieuwing. Uitgaven die betrekking hebben op toekomstige herstructureringen, waarvan de feitelijke verplichtingen dan wel de in rechte afdwingbare verplichtingen zijn aangegaan, worden in de waardering betrokken. Herstructurering onderscheidt zich van renovatie door het verbeteren of wijzigen van de oorspronkelijke capaciteit. Onderhoud De lasten van regelmatig voorkomend onderhoud waaronder renovatie onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waarde verhoging van het actief. De lasten van onderhoud worden direct in het resultaat verantwoord. Componenten Binnen het vastgoed onderkennen we componenten met een verschillende levensduur. Naast de grond (geen afschrijving) en de opstal onderkennen we installaties en inventaris. Van een afzonderlijke component is sprake indien deze component meer dan 10% uitmaakt van de waarde van het actief en/of indien de afschrijvingslast (als gevolg van een afwijkende levensduur van de component ten opzichte van de opstal) meer dan 10% afwijkt van de situatie dat geen component zou zijn onderkend. Complexindeling Complexen worden gedefinieerd op basis van onderkende product-marktcombinaties (PMC’s) als kasstroom genererende eenheden. De indeling sluit aan op de wijze waarop het interne beleid en de bedrijfsvoering is gedefinieerd. Aansluiting is daarbij gezocht bij de differentiatie in het huur- en onderhoudsbeleid en levensduurschattingen. Bepaling bedrijfswaarde De bedrijfswaarde is de contante waarde van de aan een actief of samenstel van activa toe te rekenen toekomstige kasstromen die kunnen worden verkregen met de uitoefening van het bedrijf. De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van de geprognosticeerde kasstromen uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende looptijd van de investering.
100
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
De kasstroomprognoses zijn gebaseerd op redelijke en onderbouwde veronderstellingen die de beste schatting weergeven van de economische omstandigheden die van toepassing zullen zijn gedurende de resterende levensduur van het actief. De kasstromen zijn grotendeels gebaseerd op de in 2014 intern geformaliseerde begroting 2015 en bestrijken een periode van 10 jaar behoudens de verwachte kosten van groot onderhoud, erfpacht en overige contracten met een werkingsduur van meer dan tien jaar. De kosten van planmatig groot onderhoud baseren we op de in de meerjarenonderhoudsbegroting onderkende cycli per component. Voor latere jaren gaan we uit van de verwachte gemiddelde groeivoeten voor inflatie, huurstijging en rente alsmede genormeerde lastenniveaus.
101
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
102
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
De verwachte opbrengstwaarde van woningen geoormerkt voor verkoop wordt gedefinieerd als de contante waarde van het maximale bedrag dat kan worden verkregen bij vrijwillige verkoop binnen een verwachte termijn, onder aftrek van verkoopkosten die niet door de koper worden gedragen. Ter bepaling van dit bedrag worden taxaties uitgevoerd door onafhankelijke externe deskundigen of worden vergelijkbare onroerende zaken als referentie gehanteerd. We rekenen deze verkopen voor een periode van vijf jaar in de waardering in. Daarmee doen we recht aan het voorwaardelijke karakter van de geoormerkte verkopen. De restwaarde van de grond opgenomen in de bedrijfswaarde wordt bepaald op basis van de huidige vergelijkbare kavel- of vierkante meterprijs voor een sociale huurwoning; dit voor zover er nog geen herbestemming van de grond heeft plaatsgevonden. Deze kavelprijs wordt geïndexeerd naar het einde van de levensduur en verminderd met verwachte sloopkosten en kosten van uitplaatsing. Indien feitelijke dan wel in rechte afdwingbare verplichtingen zijn aangegaan, die consequenties hebben voor de bestemming van de grond, dan wordt met deze gewijzigde bestemming in de waardering rekening gehouden. Herwaardering Het per saldo positieve verschil tussen de bedrijfswaarde van een complex enerzijds en de boekwaarde die dat complex zou hebben gehad bij toepassing van waardering tegen historische kostprijs minus afschrijvingen anderzijds, wordt als ongerealiseerde herwaardering (hierna aangeduid als ‘herwaarderingsreserve’) toegevoegd aan het eigen vermogen. Een per saldo negatief verschil komt ten laste van het resultaat. Positieve en negatieve verschillen op verschillende complexen worden hierbij niet gesaldeerd. Mutaties in bedrijfswaarde Mutaties in de bedrijfswaarde van een complex verwerken we als volgt: • Bij een waardestijging: als een ongerealiseerde waardestijging ten gunste van het eigen vermogen (herwaardering); indien en voor zover de bedrijfswaarde hoger is dan de boekwaarde op dat moment zou zijn geweest bij toepassing van waardering tegen historische kostprijs minus afschrijvingen, en voor een eventueel resterende overige waardestijging als terugname van een bijzonder waardeverminderingsverlies. • Bij een waardedaling: als een negatieve herwaardering; indien en voor zover er voor het betreffende complex op dat moment nog sprake is van een ongerealiseerde waardestijging, en voor het overige als een bijzonder waardeverminderingsverlies. Het hiervoor genoemde bijzondere waardeverminderingsverlies (respectievelijk de terugname daarvan) verantwoorden we ten laste (respectievelijk ten gunste) van de Winst- en verliesrekening onder de bedrijfslasten als ‘Overige waardeveranderingen immateriële vaste activa en vastgoedportefeuille’. Afschrijvingen De afschrijvingen worden per component lineair over de geschatte resterende levensduur afgeschreven over het verschil tussen de boekwaarde per 1 januari 2014 en de geschatte restwaarde van (de component van) het actief.
103
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Na verwerking van een mutatie in de bedrijfswaarde geldt de nieuwe bedrijfswaarde vanaf dat moment als basis voor de afschrijvingen in de toekomst.
5.4.3 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Typering Dit betreffen complexen in aanbouw, die zijn bestemd om te worden ingezet als vastgoed in exploitatie niet zijnde een vastgoedbelegging. Waarderingsgrondslag Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie wordt gewaardeerd tegen uitgaafprijzen en toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering. Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend in overeenstemming met paragraaf 9.2. Bijzondere waardevermindering Stichting BrabantWonen beoordeelt op iedere balansdatum of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien de verwachte realiseerbare waarde lager is dan de verwachte totale geactiveerde kosten bij oplevering, is sprake van een onrendabele investeringstop. Bij de bepaling of de onrendabele investeringstop leidt tot een bijzondere waardevermindering worden de boekwaarde en de bedrijfswaarde van de kasstroomgenererende eenheid betrokken, waartoe de onroerende zaken gaan behoren. Indien en voor zover de onrendabele investeringstop groter is dan het verschil tussen de bedrijfswaarde en de boekwaarde van de betreffende kasstroomgenererende eenheid, is sprake van een bijzondere waardevermindering van het vastgoed in ontwikkeling. Indien en voor zover de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van het vastgoed in ontwikkeling, dan wordt het vastgoed in ontwikkeling op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen. Afschrijvingen Op vastgoed in ontwikkeling wordt niet afgeschreven. Afschrijving vindt eerst plaats nadat de betreffende complexen in exploitatie zijn genomen.
5.4.4 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur en bijzondere waardeverminderingen. Niet aan de bedrijfsuitoefening dienstbare activa worden gewaardeerd tegen de verwachte opbrengstwaarde.
5.5 Vastgoedbeleggingen Vastgoedbeleggingen zijn onroerende zaken die worden aangehouden om huuropbrengsten, waardestijgingen of beide te realiseren. Vastgoedbeleggingen worden geclassificeerd als ‘vastgoedbeleggingen in exploitatie’ indien ze beschikbaar zijn voor verhuur.
104
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
5.5.1 Algemene uitgangspunten De algemene uitgangspunten van materiële vaste activa (zie paragraaf 5.4.1) zijn ook van toepassing op vastgoedbeleggingen, tenzij hierna anders is vermeld.
5.5.2 Commercieel vastgoed in exploitatie Typering Het commercieel vastgoed in exploitatie omvat woningen in exploitatie met een huurprijs boven de liberalisatiegrens, het bedrijfsmatig vastgoed (niet zijnde maatschappelijk vastgoed) en het overige commerciële vastgoed. Waarderingsgrondslag Stichting BrabantWonen waardeert haar commercieel vastgoed in exploitatie bij eerste verwerking tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs en daarna tegen actuele waarde. De invulling van de actuele waarde is de marktwaarde in verhuurde staat. Overige uitgangspunten De overige uitgangspunten van sociaal vastgoed in exploitatie uit paragraaf 5.4.2 zijn ook van toepassing op commercieel vastgoed in exploitatie, met uitzondering van de actuele waarde hiervoor geldt bij commercieel vastgoed in exploitatie niet de bedrijfswaarde maar de marktwaarde in verhuurde staat. Marktwaarde in verhuurde staat De marktwaarde in verhuurde staat is gebaseerd op de actuele marktsituatie en omstandigheden per balansdatum en geeft de meest waarschijnlijke prijs weer die redelijkerwijs op balansdatum had kunnen worden verkregen. De marktwaarde wordt vastgesteld op basis van: 1. de recente verkoopopbrengsten van vrijwel identiek vastgoed; of (indien deze niet beschikbaar zijn): 2. de recente verkoopopbrengsten van vergelijkbaar vastgoed met correcties voor verschillen in waarde bepalende factoren van het te waarderen vastgoed en het vergelijkbare vastgoed; of (indien deze niet beschikbaar zijn): 3. de minder recente verkoopopbrengsten van vrijwel identiek vastgoed met aanpassingen die de veranderingen in de economische omstandigheden weergeven sinds de laatste transactiedata; of (indien deze niet beschikbaar zijn): 4. de contante waarde van verwachte toekomstige kasstromen. Bovenstaande waardebepalingen zijn uitgevoerd door externe taxateurs van taxatie-validatie instituten, die zijn erkend door de Stichting Taxaties en Validaties (STenV). Jaarlijks wordt minimaal 33 1/3% van het bezit getaxeerd, wat betekent dat elk bezit minimaal eens per drie jaren getaxeerd wordt. In alle gevallen wordt tevens rekening gehouden met de contractuele verplichtingen van Stichting BrabantWonen, zoals lopende huurcontracten. Voor de huurcomponent wordt er vanuit gegaan dat Stichting BrabantWonen bij mutatie en voortgezette exploitatie de huur vaststelt op de marktconforme huur. De werkelijke huur bij mutatie kan op grond van beleidskeuzes van Stichting BrabantWonen lager uitvallen. De uitgaande kasstromen zijn gebaseerd op marktconforme parameters en kengetallen. Dit geldt zowel voor onderhouds- als beheerkosten.
105
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Stichting BrabantWonen houdt voor 2015 rekening met een huurstijging van 4,07%. In het commercieel vastgoed in exploitatie zijn tevens woongelegenheden opgenomen. Dit zijn woongelegenheden met een huurprijs boven de liberalisatiegrens Mutatie marktwaarde in verhuurde staat Mutaties in de marktwaarde van commercieel vastgoed in exploitatie worden in de Winst- en verliesrekening verantwoord onder ‘Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille’. Mutaties in de marktwaarde worden binnen het eigen vermogen afzonderlijk als ‘niet-gerealiseerde herwaardering’ bijgehouden en in de toelichting op het eigen vermogen vermeld.
5.5.3 Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Stichting BrabantWonen verkoopt woningen onder voorwaarden waarbij de koper een contractueel bepaalde korting op de reële marktwaarde krijgt. De verwerking van dergelijke transacties hangt af van de contractuele voorwaarden. Stichting BrabantWonen onderscheidt hierbij gerealiseerde verkopen en verkopen welke kwalificeren als een financieringstransactie. Als gerealiseerde verkoop worden gekwalificeerd de verkopen waarbij Stichting BrabantWonen een plicht tot terugkoop heeft tegen (verwachte) reële waarde na het verstrijken van een aanzienlijk deel van de geschatte levensduur. Van deze verkopen wordt het verschil tussen de netto verkoopopbrengst en de boekwaarde op moment van verkoop als resultaat verantwoord onder de post ‘netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille’. Als financieringstransactie worden gekwalificeerd de verkopen waarbij Stichting BrabantWonen een plicht tot terugkoop heeft tegen een vaste prijs, gebaseerd op de verwachte reële waarde op terugkoopmoment. De als financieringstransactie gekwalificeerde verkopen onder voorwaarden worden als volgt verwerkt: • De betreffende onroerende zaken worden direct voorafgaand aan de verkoop gewaardeerd tegen actuele waarde zijnde de met de koper overeengekomen contractprijs; het verschil met de boekwaarde op dat moment wordt verwerkt:
- Bij een waardedaling: als een negatieve herwaardering indien en voor zover er voor de betreffende woning(en) op dat moment nog sprake is van een ongerealiseerde waardestijging, en voor het overige als een bijzonder waardeverminderingsverlies;
- Bij een waardestijging: als een herwaardering indien en voor zover de actuele waarde hoger is dan de boekwaarde op dat moment zou zijn geweest bij toepassing van waardering tegen historische kostprijs minus afschrijvingen, en voor een eventueel resterende overige waardestijging als terugname van een bijzonder waardeverminderingsverlies;
• De woning wordt voor de overeengekomen contractprijs opgenomen onder de “Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden”; de (nog te) ontvangen contractprijs wordt opgenomen als “Verplichtingen uit hoofde van Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden” (eerste waardering). • De woning wordt jaarlijks per balansdatum gewaardeerd tegen de marktwaarde op basis van de geldende contractvoorwaarden van de verkoop onder voorwaarden; eventuele waardemutaties worden verwerkt als ‘Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille’.
106
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd op het bedrag dat de toegelaten instelling verschuldigd zou zijn indien op balansmoment het actief tegen de overeengekomen contractvoorwaarden teruggekocht zou moeten worden. Eventuele mutaties in deze verplichtingen worden in het resultaat verwerkt als ‘Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille’. Indien de verwachting bestaat dat de terugkoop binnen één jaar zal plaatsvinden wordt de verplichting onder de kortlopende schulden verantwoord.
5.5.4 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de eigen exploitatie Typering Dit betreffen complexen in aanbouw die zijn bestemd om te worden ingezet als vastgoed in exploitatie zijnde een vastgoedbelegging. Waarderingsgrondslag Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie als vastgoedbelegging wordt bij eerste verwerking gewaardeerd tegen uitgaafprijzen en toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering. Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend vanaf het moment dat daadwerkelijk met ontwikkeling is gestart. De geactiveerde rente wordt berekend tegen de gemiddelde rentevoet over het totale vreemde vermogen. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken wordt de interestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Vervolgwaardering vindt plaats tegen de marktwaarde in verhuurde staat. Mutatie marktwaarde in verhuurde staat Mutaties in de marktwaarde van Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie als vastgoedbelegging worden in de Winst-en-verliesrekening verantwoord onder ‘Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille’. Mutaties in de marktwaarde worden binnen het eigen vermogen afzonderlijk als ‘niet-gerealiseerde herwaardering’ bijgehouden en in de toelichting op het eigen vermogen vermeld.
5.6
Financiële vaste activa
5.6.1 Deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend Deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode (netto vermogenswaarde). Wanneer 20% of meer van de stemrechten uitgebracht kan worden, wordt er van uitgegaan dat er invloed van betekenis is. De nettovermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening. Voor deelnemingen waarvan onvoldoende gegevens beschikbaar zijn voor aanpassing aan deze grondslagen, wordt uitgegaan van de waarderingsgrondslagen van de betreffende deelneming. Indien de waarde van een deelneming volgens de netto vermogenswaarde negatief is, wordt deze op nihil gewaardeerd. Indien en voor zover Stichting BrabantWonen in deze situatie geheel of ten dele instaat voor de schulden van de deelneming respectievelijk het stellige voornemen heeft de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen wordt een voorziening getroffen. De eerste waardering van gekochte deelnemingen is gebaseerd op de reële waarde van de identificeerbare
107
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
activa en passiva op het moment van acquisitie. Voor de vervolgwaardering worden de grondslagen toegepast die gelden voor deze jaarrekening, uitgaande van de waarden bij eerste waardering.
5.6.2 Andere deelnemingen Deelnemingen waar geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Indien sprake is van een bijzondere waardevermindering vindt waardering plaats tegen de realiseerbare waarde; afwaardering vindt plaats ten laste van de Winst-en-verliesrekening.
5.6.3 Vorderingen op maatschappijen waarin wordt deelgenomen De vorderingen op maatschappijen waarin wordt deelgenomen worden initieel gewaardeerd tegen de reële waarde, gewoonlijk de nominale waarde . Vervolgens vindt waardering plaats tegen geamortiseerde kostprijs waarbij rekening wordt gehouden met eventuele bijzondere waardeverminderingen.
5.6.4 Latente belastingvorderingen Zie 5.12.2 Latente belastingverplichtingen
5.6.5 Leningen u/g De leningen u/g worden initieel gewaardeerd tegen de reële waarde van het verstrekte bedrag, gewoonlijk de nominale waarde. Vervolgens vindt waardering plaats tegen geamortiseerde kostprijs waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele bijzondere waardevermindering.
5.6.6 Overige vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie, gewoonlijk de nominale waarde, en na eerste verwerking tegen de geamortiseerde kostprijs. Als de ontvangst van de vordering is uitgesteld op grond van een verlengde overeengekomen betalingstermijn wordt de reële waarde bepaald aan de hand van de contante waarde van de verwachte ontvangsten en worden er op basis van de effectieve rente rente-inkomsten ten gunste van de Winst-en-verliesrekening gebracht. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering
5.6.7 Bijzondere waardeverminderingen van financiële vaste activa Ook voor financiële vaste activa, waaronder financiële instrumenten, beoordeelt Stichting BrabantWonen op iedere balansdatum of er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen van een financieel actief of een groep van financiële activa. Bij aanwezigheid van objectieve aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen bepaalt Stichting BrabantWonen de omvang van het verlies uit hoofde van de bijzondere waardeverminderingen en verwerkt dit direct in de Winst- en verliesrekening. Bij financiële activa die gewaardeerd zijn tegen geamortiseerde kostprijs wordt de omvang van de bijzondere waardevermindering bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de best mogelijke schatting van de toekomstige kasstromen, contant gemaakt tegen de effectieve rentevoet van het financiële actief zoals die is bepaald bij de eerste verwerking van het instrument. Een eventueel bijzonder waardeverminderingsverlies wordt teruggenomen indien de afname van de waardevermindering verband houdt met een objectieve gebeurtenis na afboeking. De terugname wordt
108
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
beperkt tot maximaal het bedrag dat nodig is om het actief te waarderen op de geamortiseerde kostprijs op het moment van de terugname, als geen sprake geweest zou zijn van een bijzondere waardevermindering. Het teruggenomen verlies wordt in de Winst-en-verliesrekening verwerkt.
5.7
Voorraden
5.7.1 Vastgoed bestemd voor de verkoop Opgeleverd vastgoed beschikbaar en bestemd voor de verkoop wordt gewaardeerd op vervaardigingsprijs of lagere opbrengstwaarde. De vervaardigingsprijs omvat alle kosten die samenhangen met de verkrijging of vervaardiging, alsmede gemaakte kosten om de voorraden op hun huidige plaats en in hun huidige staat te brengen. In de kosten van vervaardiging zijn begrepen directe loonkosten en toeslagen voor aan de productie gerelateerde indirecte vaste en variabele kosten, waaronder de kosten van het bedrijfsbureau, onderhoudsafdeling en interne logistiek alsmede de, in overeenstemming met paragraaf 6.3.11, toegerekende rente. De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs onder aftrek van direct toerekenbare verkoopkosten. Bij de bepaling van de opbrengstwaarde wordt rekening gehouden met de incourantheid van de voorraden.
5.7.2 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop omvat nog niet opgeleverde en nog onverkochte woningen uit projectontwikkeling en wordt gewaardeerd op vervaardigingsprijs of lagere opbrengstwaarde. De vervaardigingsprijs omvat alle kosten die samenhangen met de verkrijging of vervaardiging, alsmede gemaakte kosten om de voorraden op hun huidige plaats en in hun huidige staat te brengen. In de kosten van vervaardiging zijn begrepen directe loonkosten en toeslagen voor aan de productie gerelateerde indirecte vaste en variabele kosten, waaronder de kosten van het bedrijfsbureau, onderhoudsafdeling en interne logistiek alsmede de, in overeenstemming met paragraaf 6.3.11, toegerekende rente. De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs onder aftrek van direct toerekenbare verkoopkosten. Bij de bepaling van de opbrengstwaarde wordt rekening gehouden met de incourantheid van de voorraden.
5.7.3 Voorraden De voorraden grond- en hulpstoffen worden gewaardeerd op verkrijgingsprijzen onder toepassing van de FIFO-methode (first in, first out) of lagere opbrengstwaarde.
5.8
Onderhanden projecten
De post onderhanden projecten in opdracht van derden bestaat uit het saldo van gerealiseerde projectkosten, toegerekende winst, en indien van toepassing, verwerkte verliezen en reeds gedeclareerde termijnen. Onderhanden projecten worden afzonderlijk in de balans onder de vlottende activa gepresenteerd. Indien de onderhanden projecten een creditstand vertonen worden deze gepresenteerd onder de kortlopende schulden. Uitgaven voor projectkosten voor nog niet verrichte prestaties worden opgenomen onder de voorraden.
109
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
5.9 Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Vorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, veelal gelijk aan de nominale waarde. Een voorziening voor oninbaarheid gebaseerd op een statische beoordeling per balansdatum wordt in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering met een looptijd < 1 jaar.
5.10 Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
5.11
Groepsvermogen en aandeel derden
Het aandeel derden als onderdeel van het groepsvermogen wordt gewaardeerd tegen het bedrag van het netto-belang in de betreffende groepsmaatschappijen. Voor zover de betreffende groepsmaatschappij een negatieve nettovermogenswaarde heeft, worden de negatieve waarde en overige toekomstige verliezen niet toegewezen aan het aandeel derden, tenzij deze derden-aandeelhouders een feitelijke verplichting hebben en in staat zijn om de verliezen aan te zuiveren. Zodra de nettovermogenswaarde van de groepsmaatschappij wederom positief is, worden resultaten toegekend aan het aandeel derden.
5.12 Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen en verliezen die op balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de hoogte redelijkerwijs kan worden geschat. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Met verplichtingen van samenwerkingscombinaties in de vorm van een vennootschap onder firma wordt als gevolg van de hoofdelijke aansprakelijkheid slechts rekening gehouden indien en voor zover de financiële positie van één of meerdere partners daartoe aanleiding geeft. Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen.
5.12.1 Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen De voorziening onrendabele complexen betreft complexen met een negatieve bedrijfswaarde. De toekomstige inkomende kasstromen zijn lager dan de toekomstig uitgaande kasstromen. Verwachte verliezen als gevolg van onrendabele investeringen nieuwbouw worden als bijzondere waardeverandering in mindering gebracht op de boekwaarde van het complex waartoe de investeringen gaan behoren. Indien en voor zover de verwachte verliezen de boekwaarde van het betreffende complex overtreffen wordt voor dit
110
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
meerdere een voorziening gevormd. Onder verwachte verliezen wordt in dit verband verstaan de netto contante waarde van alle investeringsuitgaven minus aan deze investering toe te rekenen ontvangsten.
5.12.2 Voorziening latente belastingverplichtingen Latente belastingvorderingen zijn opgenomen onder de financiële vaste activa, latente belastingverplichtingen zijn opgenomen onder de voorzieningen. Latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden opgenomen voor tijdelijke verschillen tussen de waarde van de activa en passiva volgens fiscale voorschriften enerzijds en de boekwaarden die in deze jaarrekening gevolgd worden anderzijds. De berekening van de latente belastingvorderingen en -verplichtingen geschiedt tegen de belastingtarieven die op het einde van het verslagjaar gelden of tegen de tarieven die in de komende jaren gelden, voor zover deze al bij wet zijn vastgesteld. Latente belastingvorderingen uit hoofde van verrekenbare verschillen en beschikbare voorwaartse verliescompensatie worden opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee verliezen kunnen worden gecompenseerd en verrekeningsmogelijkheden kunnen worden benut. Latente belastingen worden verantwoord voor tijdelijke verschillen inzake groepsmaatschappijen, deelnemingen en joint ventures, tenzij Stichting BrabantWonen in staat is het tijdstip van afloop van het tijdelijk verschil te bepalen en het niet waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil in de voorzienbare toekomst zal aflopen. Belastinglatenties worden gewaardeerd op basis van contante waarde. De disconteringsvoet bedraagt 5,25% (2012 5,25%), onder aftrek van 25% Vpb is de disconteringsvoet 3,94%.
5.12.3 Voorziening reorganisatiekosten Dit betreft een voorziening voor te verwachten kosten van reorganisatie waarvoor reeds in het verslagjaar planvorming en interne communicatie met betrokkenen heeft plaatsgevonden.
5.12.4 Voorziening deelnemingen De voorziening deelnemingen is gevormd voor de verwachte uitstroom van middelen doordat de waarde van VB&T VvE diensten Noord Oost Brabant BV en BrabantMakelaars BV volgens de vermogensmutatiemethode nihil of negatief is geworden. Stichting BrabantWonen staat in voor de schulden van deze vennootschap, respectievelijk heeft de feitelijke verplichting deze vennootschap tot betaling van haar schulden in staat te stellen.
5.13 Schulden Langlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten.
111
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt op basis van de effectieve rente gedurende de geschatte looptijd van de schulden in de Winst- en verliesrekening als rentelast verwerkt. De aflossingsverplichting voor het komend jaar van de langlopende schulden is opgenomen onder de kortlopende schulden. In het kader van de verkoop van woningen onder voorwaarden heeft de corporatie een terugkoopverplichting die mede afhankelijk is van de ontwikkeling van de waarde van de woningen in het economisch verkeer en de specifieke contractuele voorwaarden. De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd. Indien de verwachting bestaat dat de terugkoop binnen één jaar zal plaatsvinden is de verplichting onder de kortlopende schulden verantwoord.
6. Grondslagen voor bepaling van het resultaat 6.1 Algemeen Het resultaat wordt bepaald als verschil tussen de opbrengstwaarde van de geleverde prestaties en de kosten en andere lasten over het jaar. De resultaten op transacties worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn gerealiseerd; verliezen reeds zodra zij voorzienbaar zijn. Het resultaat wordt tevens bepaald met inachtneming van de verwerking van ongerealiseerde waardeveranderingen van op actuele waarde gewaardeerde vaste activa.
6.1.1 Opbrengstverantwoording algemeen Opbrengsten uit de levering van goederen worden verwerkt zodra alle belangrijke rechten en risico’s met betrekking tot de eigendom van de goederen zijn overgedragen aan de koper. Opbrengsten uit de levering van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten.
6.1.2 Bijzondere posten Bijzondere posten zijn baten of lasten die behoren tot de gewone bedrijfsuitoefening, maar op grond van de aard, omvang of het incidentele karakter afzonderlijk worden toegelicht, teneinde een goed inzicht te geven in het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening van de corporatie en met name de ontwikkeling daarin. Bijzondere posten worden met het oog op de analyse en de vergelijkbaarheid van de resultaten zoveel als mogelijk naar aard en omvang afzonderlijk en ongesaldeerd toegelicht.
6.2 Bedrijfsopbrengsten 6.2.1 Huuropbrengsten De jaarlijkse huurverhoging is van overheidswege gebonden aan een maximum, gekoppeld aan het inkomen van de huurder. Voor het verslagjaar 2014 bedroeg het percentage huurverhoging (exclusief huurharmonisatie) voor BrabantWonen 4,07%.
112
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
6.2.2 Opbrengsten servicecontracten Dit betreffen ontvangen bedragen van huurders en bewoners ter dekking van te maken en gemaakte servicekosten. Jaarlijks vindt verrekening plaats op basis van de daadwerkelijke bestedingen. De kosten worden verantwoord onder de lasten servicecontracten.
6.2.3 Wijzigingen in voorraad vastgoed bestemd voor de verkoop en onderhanden projecten Onder deze post worden de wijzigingen opgenomen in de posten Vastgoed bestemd voor de verkoop (opgenomen onder de “Voorraden”) en “Onderhanden projecten”. Bij realisatie van een verkoop wordt de boekwaarde direct voorafgaand aan de verkoop teruggenomen op deze regel. Voor onderhanden projecten, waarvan het resultaat op betrouwbare wijze kan worden bepaald, worden de projectopbrengsten en de projectkosten verwerkt als netto-omzet en kosten in de Winst- en verliesrekening naar rato van de verrichte prestaties per balansdatum (de ‘Percentage of Completion’-methode, ofwel de PoC-methode). De voortgang van de verrichte prestaties wordt bepaald op basis van de tot de balansdatum gemaakte projectkosten in verhouding tot de geschatte totale projectkosten. Als het resultaat (nog) niet op betrouwbare wijze kan worden geschat, dan worden de opbrengsten als netto-omzet verwerkt in de Winsten verliesrekening tot het bedrag van de gemaakte projectkosten, dat waarschijnlijk kan worden verhaald. De projectkosten worden dan verwerkt in de Winst en verliesrekening in de periode waarin ze zijn gemaakt. Zodra het resultaat wel op betrouwbare wijze kan worden bepaald, vindt opbrengstverantwoording plaats volgens de PoC-methode naar rato van de verrichte prestaties per balansdatum. Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de projectopbrengsten en projectkosten. Projectopbrengsten zijn de contractueel overeengekomen opbrengsten en opbrengsten uit hoofde van meer- en minderwerk, claims en vergoedingen indien en voor zover het waarschijnlijk is dat deze worden gerealiseerd en ze betrouwbaar kunnen worden bepaald. Projectkosten zijn de direct op het project betrekking hebbende kosten, die kosten die in het algemeen aan projectactiviteiten worden toegerekend en toegewezen kunnen worden aan het project en andere kosten die contractueel aan de opdrachtgever kunnen worden toegerekend. Indien het waarschijnlijk is dat de totale projectkosten de totale projectopbrengsten overschrijden, dan worden de verwachte verliezen onmiddellijk in de Winst- en verliesrekening verwerkt. Dit verlies wordt verwerkt in de kostprijs van de omzet. De voorziening voor het verlies maakt onderdeel uit van de post onderhanden projecten.
6.2.4 Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille Onder deze rubriek worden de volgende verkoopresultaten opgenomen: Boekresultaat van gerealiseerde verkopen van vastgoed in exploitatie. Boekresultaat van als gerealiseerde verkoop gekwalificeerde verkopen onder voorwaarden. Netto verkoopopbrengst bij levering van vastgoed bestemd voor de verkoop. Netto verkoop opbrengst bij levering van onderhanden projecten.
113
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
De boekwinst van gerealiseerde verkopen van vastgoed in exploitatie betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus de boekwaarde. Resultaten worden verantwoord op het moment van levering (passeren transportakte). Eventuele verliezen op nieuwbouw koopprojecten worden verantwoord zodra deze voorzienbaar zijn. De opbrengst uit woningen verkocht onder voorwaarden wordt alleen als verkoopopbrengst verantwoord als alle belangrijke economische rechten zijn overgedragen aan de koper.
6.2.5 Overige waardeveranderingen immateriële vaste activa en vastgoedportefeuille (Bedrijfsopbrengsten) Dit betreffen waardeveranderingen voor zover deze niet de terugneming van eerder verantwoorde bijzondere waardeverminderingen betreffen. Deze terugneming wordt via de regel onder de lasten verantwoord.
6.2.6 Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf De toegerekende interne directe kosten ten behoeve van onroerende zaken in ontwikkeling worden hieronder verantwoord, met uitzondering van geactiveerde rente welke onder de financiële baten en lasten worden opgenomen.
6.3 Bedrijfslasten 6.3.1 Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille De afschrijvingen op goodwill en op onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gebaseerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De afschrijvingen op sociaal vastgoed in exploitatie worden gebaseerd op basis van de actuele waarde (vervangingswaarde of lagere bedrijfswaarde). Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de verwachte gebruiksduur. Met een mogelijke restwaarde wordt rekening gehouden. Over terreinen en op reële waarde gewaardeerde vastgoedbeleggingen wordt niet afgeschreven.
6.3.2 Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille De onder deze post verantwoorde bedragen hebben betrekking op een afboekingen uit hoofde van bijzondere waardevermindering dan wel een terugneming daarvan. (Mutaties in) bijzondere waardeverminderingen ontstaan door een jaarlijkse toets van de bedrijfswaarde ten opzichte van de waarde gebaseerd op historische kostprijs minus cumulatieve afschrijvingen.
6.3.3 Lonen en salarissen en sociale lasten Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de Winst- en verliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers.
114
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
6.3.4 Pensioenlasten Stichting BrabantWonen heeft voor bijna al haar werknemers een toegezegde pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers bouwen jaarlijks een pensioenrecht op over het loon van dat jaar (middelloonregeling). De verplichtingen, welke voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij de Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties (SPW). Stichting BrabantWonen betaalt hiervoor premies waarvan de werkgever iets meer en de werknemer iets minder dan de helft betaald. Stichting BrabantWonen heeft de pensioenregeling verwerkt volgens de verplichtingenbenadering. De over het verslagjaar verschuldigde premies worden als last verantwoord. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het SPWpensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Naar de stand van ultimo december 2014 is de dekkingsgraad van het pensioenfonds 114%. BrabantWonen heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij SPW, anders dan het effect van hogere toekomstige premies.
6.3.5 Lasten onderhoud Onder deze post worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. Reeds aangegane verplichtingen waarvan de werkzaamheden nog niet zijn uitgevoerd op balansdatum worden verwerkt onder de “niet uit de balans blijkende verplichtingen”. Het klachten- en mutatieonderhoud wordt onderscheiden in kosten van derden en eigen dienst, alsmede de kosten van het materiaalverbruik. In de Winst- en verliesrekening zijn de kosten van de eigen dienst opgenomen bij de kostensoort salarissen en sociale lasten. De lasten van onderhoud onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging van het actief.
6.3.6 Leefbaarheid De hieronder verantwoorde kosten betreffen kosten van fysieke ingrepen niet zijnde investeringen en uitgaven voor activiteiten in de omgeving van woongelegenheden van Stichting BrabantWonen, die de leefbaarheid in buurten en wijken ten goede moeten komen. Tevens worden hieronder kosten van personeel verantwoord, die zich specifiek met leefbaarheid bezig houden.
6.3.7 Overige bedrijfslasten De overige bedrijfslasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben.
6.3.8 Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille De niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille hebben betrekking op waardemutaties van op reële waarde geactiveerde activa.
6.3.9 Uit de overige reserves vrijgevallen gerealiseerde herwaardering Op grond van de BBSH is de vorming van een herwaarderingsreserve binnen het eigen vermogen niet vereist. Niet gerealiseerde waardestijgingen worden daarom als onderdeel van de overige reserves gepresenteerd. Het gerealiseerde deel van de herwaardering ten gevolge van afschrijving en verkoop
115
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
ontstaan door het waarderen van de materiële vaste activa volgens het actuele waarde model, wordt verwerkt binnen het eigen vermogen, als overboeking van de ongerealiseerde herwaarderingsreserve naar de overige reserves.
6.3.10 Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve rente worden meegenomen.
6.3.11 Activeren van rentelasten Rentelasten worden geactiveerd voor kwalificerende activa gedurende de periode van vervaardiging van een actief, indien het een aanmerkelijke hoeveelheid tijd vergt om het actief gebruiksklaar of verkoopklaar te maken. De te activeren rente wordt berekend op basis van de verschuldigde rente over specifiek voor de vervaardiging opgenomen leningen en van de gewogen rentevoet van leningen die niet specifiek aan de vervaardiging van het actief zijn toe te rekenen, in verhouding tot de uitgaven en periode van vervaardiging. Bij niet-specifiek gefinancierde nieuwbouwprojecten wordt dit boekjaar een gemiddelde rentevoet gehanteerd van 1,737 % (gemiddelde rente lening portefeuille vermenigvuldigd met vreemd vermogen gedeeld door totaal vermogen per 31 december 2013). Geactiveerde rente wordt in de Winst- en verliesrekening in mindering gebracht op de post rentelasten en soortgelijke kosten.
6.3.12 Belastingen Wij zijn integraal belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Corporaties zijn verplicht over hun integrale activiteiten vennootschapsbelasting te betalen. Een en ander is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst (VSO2). In deze VSO2 zijn specifieke bepalingen opgenomen met betrekking tot de waardering van posten op de fiscale openingsbalans en de wijze van resultaatneming. In de jaarrekening 2014 is een inschatting gemaakt van de verwachte belastinglast in het aangiftejaar 2014. Het commerciële resultaat voor belastingen in de winst- en verliesrekening is hierbij als uitgangspunt genomen. Voor de verschillen in waardering en winstbepaling tussen commercieel en fiscaal zijn er fiscale correcties doorgevoerd. Deze verschillen komen voor een deel tot uitdrukking in de vorming van actieve of passieve latenties.
6.3.13 Financiële instrumenten en risicobeheersing Binnen het treasurybeleid van Stichting BrabantWonen dient het gebruik van afgeleide financiële instrumenten (‘derivaten’) ter beperking van inherente financiële risico’s. Op grond van het vigerende interne treasurystatuut is het gebruik van derivaten slechts toegestaan voor zover er een materieel verband met de financieringspositie of het belegde vermogen kan worden gelegd en alleen met toestemming vooraf van de Raad van Commissarissen. Derivaten mogen niet worden gebruikt voor het innemen van een speculatieve positie. BrabantWonen heeft op dit moment geen derivaten. Valutarisico Stichting BrabantWonen is alleen werkzaam in Nederland en loopt daardoor geen valuta risico.
116
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Renterisico Stichting BrabantWonen loopt renterisico met betrekking tot de reële waarde van de rentedragende vorderingen en met name voor onder financiële vaste activa opgenomen leningen u/g als gevolg van wijzingen in de marktrente. Stichting BrabantWonen maakt geen gebruik van derivaten om dit risico af te dekken. Voor vorderingen en schulden met variabele renteafspraken loopt Stichting BrabantWonen zeer beperkt risico ten aanzien van toekomstige kasstromen als gevolg van wijzigingen in de rentestanden. Kredietrisico Stichting BrabantWonen heeft geen significante concentraties van kredietrisico met betrekking tot haar derivaten, vorderingen en effecten. Stichting BrabantWonen maakt gebruik van meerdere banken als tegenpartij teneinde kredietrisico te spreiden. Limieten zijn formeel vastgelegd in het treasurystatuut en naleving daarvan wordt voortdurend gemonitord. Liquiditeitsrisico Relevante indicatoren voor het liquiditeitsrisico dat Stichting BrabantWonen loopt per balansdatum zijn als volgt (indicatief):
31 december 2014
Bankschuld Kredietlimiet Lopende investeringsverplichtingen
€ 37.238.757
Reeds vastgelegde nog te storten leningen o/g
-
Investeringsverplichtingen worden uitsluitend aangegaan indien Stichting BrabantWonen zeker heeft gesteld dat hiervoor financiering beschikbaar is of is toegezegd. Voor zover noodzakelijk worden nadere zekerheden verstrekt aan de bank voor beschikbare kredietfaciliteiten. De vervalkalender van de bestaande leningenportefeuille wordt gemonitord. De onbenutte borgingsruimte WSW bedraagt € 27.019.000. De (voorgenomen) maatregelen rondom de verhuurderheffing vanuit de landelijke overheid en de omvangrijke saneringssteun door het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting leiden tot een significante aantasting van de operationele kasstroom van woningcorporaties. Stichting BrabantWonen heeft haar financiële meerjarenplan zodanig aangepast op deze maatregelen dat de beschikbaarheid van financiering en herfinanciering gehandhaafd blijft. Stichting BrabantWonen voldoet in de meerjarenplanning op termijn aan de financiële kengetallen zoals deze door toezichthouders en ander financiële stakeholders worden gehanteerd. Omdat Stichting BrabantWonen minder afhankelijk wil zijn van een beperkt aantal financiers is Stichting BrabantWonen doorlopend op zoek naar andere bronnen voor lange termijn financiering. Stichting BrabantWonen hanteert het eigen middelen beleid van het Waarborgfonds voor de Sociale Woningbouw. Stichting BrabantWonen heeft daardoor de mogelijkheid om niet-DAEB investeringen en aflossingen van niet-DAEB leningen te financieren uit de positieve operationele kasstroom en de aanzienlijke kasstromen verkopen uit bestaand bezit. Over 2014 is om deze reden geen extra niet-DAEB financiering aangetrokken. De verwachting is dat Stichting BrabantWonen ook in 2015 de niet-DAEB investeringen uit eigen middelen kan financieren en voor
117
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
haar DAEB investeringen kan volstaan met het aantrekken van WSW geborgde financiering. Voor de beschikbaarheid van financiering is de organisatie sterk afhankelijk van het blijvend functioneren van het borgingsstelsel via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw.
7. Belangrijke inschattingen ten aanzien van waardering en resultaatbepaling Het management dient daartoe bepaalde veronderstellingen en schattingen te maken die van invloed zijn op de waardering van activa en verplichtingen, op de resultaatbepaling en de rapportage van voorwaardelijke activa en verplichtingen.
7.1 Waardering vaste activa 7.1.1 Materiële vaste activa, actuele waarde Stichting BrabantWonen waardeert haar sociaal vastgoed in exploitatie op actuele waarde, zijnde de laagste van de bedrijfswaarde en de vervangingswaarde. Veelal is dit de bedrijfswaarde. Hierdoor hebben schattingen waarop de bedrijfswaarde is gebaseerd een belangrijke invloed op de waardering van het sociaal vastgoed in exploitatie en het resultaat over het boekjaar. Verkoopportefeuille De kasstromen waarop de bedrijfswaarden zijn gebaseerd hebben in het algemeen een redelijk voorspelbaar trendmatig karakter. De verkoopportefeuille kent ten tijde van het opmaken van deze jaarrekening een grotere onzekerheid. Als onderdeel van de bedrijfswaardeberekeningen is rekening gehouden met de verkoop van in totaal 239 woningen. Dit aantal is gebaseerd op het verkoopplan over de jaren 2015-2019. De toekomstige woningverkopen vormen een onzeker element in de berekeningen. Indien we voor de toekomst geen verkopen zouden worden ingerekend, zou de bedrijfswaarde, ingerekend in 2014, € 27,4 miljoen lager uitvallen. Deze € 27,4 miljoen vertegenwoordigt de netto contante waarde van de toekomstige verwachte verkoopopbrengsten en verkoopkosten.
7.1.2 Vastgoedbeleggingen, reële waarde De belangrijkste uitgangspunten welke bij de bepaling van de reële waarde van de op actuele waarde gewaardeerde vastgoedbeleggingen is gehanteerd betreft de gemiddelde resterende looptijd van de bestaande huurcontracten De looptijd van deze contracten met een bekende looptijd is gebaseerd op de contractueel minimaal resterende contractduur.
7.1.3 Timing en verwerking van onrendabele investeringen nieuwbouw en herstructurering In de jaarrekening worden naast juridisch afdwingbare verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen verwerkt die kunnen worden gekwalificeerd als “intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd”. Hiervan is sprake wanneer uitingen namens ons zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de corporatie rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake indien de formalisering
118
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
van de definitief ontwerp fase en afgeleid het aanvragen van de bouwvergunning heeft plaatsgevonden. De aannames gedaan bij de financiële impact van bovengenoemde feitelijke verplichtingen kunnen afwijken bij daadwerkelijke realisatie van de projecten. Planvorming kan onder meer wijzigingen in de tijd ondergaan door bewegingen in het prijsniveau van leveranciers, wettelijke procedures en aanpassingen in de voorgenomen bouwproductie.
7.2
Verwerking fiscaliteit
Met betrekking tot de vennootschapsbelasting hebben wij een fiscale strategie gekozen en fiscale planning opgesteld die deels nog niet bekrachtigd is door de fiscus. Hierdoor is het mogelijk dat gekozen standpunten door de fiscus niet worden overgenomen en daarmee de gepresenteerde acute belastinglast over 2013 en 2014 en belastinglatenties zoals opgenomen in deze jaarrekening zullen afwijken. De belangrijkste mogelijke uitgangspunten betreffen: • Het onderscheid tussen onderhoudskosten en investeringen. • De verwerking van projectontwikkelingsresultaten. • De waardebepaling van de ontwikkelrechten • Het treffen van een onderhoudsvoorziening. • Het vormen van een herbestedingsreserve. Wij volgen in onze fiscale strategie en fiscale planning de binnen de sector gangbare standpunten die, naar de mening van belastingadviseurs, pleitbaar zijn.
8. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode. De liquiditeitspositie in het kasstroomoverzicht bestaat uit de liquide middelen onder aftrek van bankkredieten. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. De kasstromen uit hoofde van de financiering zijn gesplitst in kasstromen met betrekking tot mutaties in de hoofdsom (opgenomen onder financieringsactiviteiten) en betaalde rente (opgenomen onder operationele activiteiten). De investeringen in materiële vaste activa worden opgenomen onder aftrek van de onder overige schulden voorkomende verplichtingen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van rente en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt, waaronder het afsluiten van financiële leasing, zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De ontvangsten van de leasetermijnen uit hoofde van het financiële leasingcontract zijn voor het gedeelte dat betrekking heeft op de aflossing en de rente beide aangemerkt als ontvangst uit operationele activiteiten.
119
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
9.
Toelichting op de geconsolideerde balans
(x € 1.000)
9.1
Immateriële vaste activa
De investeringen in de immateriële vaste activa betreffen investeringen in software zoals projectenportaal, huurdersportaal, SG-modules vastgoed activa en treasury, migratie DBS-AX en diverse licenties, back-ups en servers.
120
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
9.2
Materiële vaste activa
De mutaties in de materiële vaste activa zijn in het navolgende schema samengevat
:
121
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Sociaal vastgoed in exploitatie De waarde van het sociaal vastgoed in exploitatie 2014 (€ 594,6 miljoen) laat een waardestijging zien van € 11,7 miljoen ten opzichte van de waarde ultimo 2013 (€ 582,8 miljoen). Deze stijging hangt grotendeels samen met de oplevering van diverse nieuwbouwprojecten (€ 19,5 miljoen) en wat na investeringen (€ 4,5 miljoen) in bestaande complexen. In de toelichting onder vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie is een uitsplitsing gegeven van de opgeleverde en in gebruik genomen projecten. Verder daalt de portefeuille in waarde met € 20,4 miljoen doordat vastgoed is geherclassificeerd. Geherclassificeerde woningen zijn woningen die vorig boekjaar behoorden tot het sociaal vastgoed maar ultimo 2014 een huur hebben, die hoger is dan de liberalisatiegrens van € 669,48 en daarom zijn toegevoegd aan de commerciële vastgoedportefeuille. Het is ook mogelijk dat het woningen betreft die vorig boekjaar een huur hadden die hoger was dan de liberalisatiegrens maar ultimo 2014 niet meer en dus worden geherclassificeerd van commercieel naar sociaal. Het restant van de stijging (€ 8,5 miljoen) wordt veroorzaakt door overige posten zoals een waardestijging van het vastgoed in exploitatie, afschrijvingen, verkoop en sloop. Componenten en afschrijvingstermijnen Stichting BrabantWonen onderscheidt in het sociaal vastgoed in exploitatie de volgende componenten en afschrijvingstermijnen: Grond
geen afschrijvingen
Opstal
lineair 50 jaar
Installaties
lineair 20-25 jaar
Inrichting
lineair 15 jaar
Hoewel de economische levensduur binnen de bedrijfswaarde wordt gesteld op 70 jaar is er voor de afschrijving aansluiting gezocht bij de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving 645, en dus voor casco op maximaal 50 jaar ingerekend. Aantal woningen In de post sociaal vastgoed in exploitatie zijn opgenomen: Zelfstandige huurwoningen
14.003
Onzelfstandige overige woongelegenheden 946 Garages/parkeerplaatsen 212 Maatschappelijk vastgoed 23 Overig bezit 49 De geschatte waarde gebaseerd op de meest recente WOZ beschikkingen van deze eenheden bedraagt € 2.097 miljoen. Bedrijfswaarde De bedrijfswaarde is bepaald op basis van de uitgangspunten zoals opgenomen in paragraaf 5.4.2. De voorgenomen verkopen zijn ingerekend voor maximaal 5 jaar. Stichting BrabantWonen heeft een verkoopbeleid dat een langere termijn bestrijkt dan 5 jaar.
122
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
De bedrijfswaarde van het sociaal vastgoed in de geconsolideerde balans bedraagt € 594 miljoen. Er is geen sociaal vastgoed dat is ondergebracht in de groepsmaatschappijen. Ten opzichte van voorgaand verslagjaar (€ 582 miljoen) is de bedrijfswaarde met € 12 miljoen gemuteerd. Door Stichting BrabantWonen is een verkoopplan opgesteld, waarin 1.555 sociale onroerende zaken voor verkoop zijn geoormerkt. Naar verwachting zullen 50 woningen binnen één jaar worden verkocht. De verwachte opbrengstwaarde van deze onroerende zaken bedraagt € 6,7 miljoen. Alle vaste activa zijn juridisch en economisch in vrije eigendom van de stichting.
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie In het boekjaar werd van onroerende zaken in ontwikkeling een bedrag ad € 0,6 miljoen aan bouwrente geactiveerd. Bij niet-specifiek gefinancierde nieuwbouwprojecten werd een gemiddelde rentevoet gehanteerd van 1,737% (gemiddelde rentelast op het vreemd vermogen afgezet tegen het totale vermogen per 31 december 2013). Waardevermindering De waardevermindering vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie heeft betrekking op de mutatie van de grondexploitatieresultaten van de opgeleverde projecten Leeuwerikstraat te Oss en Churchilllaan te ’s-Hertogenbosch ten opzichte van het eerder genomen investeringsbesluit. Overboeking De overboeking uit vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie bestaat uit:
123
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
De overgeboekte, opgeleverde en in gebruik genomen projecten sociaal vastgoed betreffen:
De overboeking naar commercieel vastgoed in ontwikkeling heeft met name betrekking op een deel van de appartementen van Goudhof in Oss en Boschveld in ‘s-Hertogenbosch. Deze worden bij oplevering boven de liberalisatiegrens verhuurd. De stand van de grondexploitatie Deuteren heeft betrekking op de toekomstige te verkopen kavels Deuteren. Derhalve is deze post overgeboekt naar onderhanden projecten. In het verleden zijn er een drietal woningen aangekocht ten behoeve van project Orthen-Links. Er is besloten dat deze woningen niet meer meegenomen worden in het plan. Op dit moment gaan we ervan uit dat de woningen verkocht gaan worden. Voorgaande heeft geleid tot overboeking vanuit het project Orthen-Links naar voorraad ten behoeve van verkoop. Ultimo 2013 zijn de projecten met een creditstand gepresenteerd onder de overige schulden. Deze zijn in 2014 gepresenteerd onder vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie. Ultimo 2014 bestaat de presentatiewijziging naar de overige schulden uit een deel van het reeds genomen grondexploitatieresultaat Boschveld vlek 18.
Onroerende zaken ten dienste van de exploitatie Voor de post onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden de volgende componenten en afschrijvingstermijnen gehanteerd: Grond
geen afschrijvingen
Opstal
lineair 50 jaar
Installaties/machines
lineair 5 jaar
Inventaris
lineair 5 jaar
Personen/bedrijfsauto’s
lineair 5 jaar
Verzekering & zekerheden De materiële vaste activa en de vastgoedbeleggingen zijn verzekerd tegen aanschafof voortbrengingskosten. Jaarlijks wordt de waarde aangepast aan het indexcijfer voor nieuwbouwwoningen zoals dit door het CBS wordt berekend. Er is geen herbouwwaarde bekend voor de verhuureenheden. Er wordt een vaste premie per verhuureenheid berekend, met de garantie van geen onderverzekering. In het verslagjaar hebben wij het WSW gevolmachtigd om, in voorkomende gevallen, een hypotheek te vestigen op het gehele bezit m.u.v. het project La Vie. Tot aan dagtekening jaarrekening heeft het WSW van deze volmacht geen gebruik gemaakt.
124
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
9.3 Vastgoedbeleggingen De mutaties in de materiële vaste activa zijn in het navolgende schema samengevat:
125
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Commercieel vastgoed in exploitatie Het commercieel vastgoed in exploitatie laat in 2014 een waardestijging zien van € 11,5 miljoen ten opzichte van 2013. De waardestijging wordt grotendeels veroorzaakt door herclassificaties van woningen vanuit de sociaal vastgoedportefeuille naar het commercieel vastgoed (€ 20,4 miljoen). Anderzijds laat de vastgoedportefeuille een daling zien die grotendeels wordt veroorzaakt door verkopen bestaand bezit. Aantal verhuureenheden In de post commercieel vastgoed in exploitatie zijn 359 woningen, 980 garages/ parkeerplaatsen en 26 bedrijfsruimten opgenomen. De geschatte waarde gebaseerd op de meest recente WOZ beschikkingen van deze eenheden bedraagt € 85,6 miljoen. De actuele waarde gebaseerd op bedrijfswaarde van het commercieel vastgoed in exploitatie bedraagt € 50,0 miljoen.
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie De overboeking uit commercieel vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie bestaat uit: 5 appartementen Boschveld
108
3 appartementen Goudhof
179
Park Zwanenberg BOG
108 395
De overboeking naar commercieel vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie bestaat met name uit een deel van de appartementen van Goudhof in Oss en Boschveld in ‘s-Hertogenbosch. Deze zullen bij oplevering boven de liberalisatiegrens verhuurd worden.
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Begin 2014 zijn er in totaliteit 175 woningen verkocht op basis van het “Koopgarant” principe. Van de 175 woningen zijn er begin van het jaar 9 woningen op voorraad die in eerdere jaren zijn teruggekocht maar niet opnieuw zijn doorverkocht. In 2014 muteert de woningen op voorraad doordat er 13 woningen worden teruggekocht en 19 woningen worden doorverkocht. Eind 2014 zijn er nog 3 woningen op voorraad.
126
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
De vastgoedportefeuille onroerende zaken verkocht onder voorwaarden neemt in 2014 toe met € 0,7 miljoen in vergelijking met 2013. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door toevoeging van de 19 woningen (€ 3,2 miljoen) vanuit de voorraad. Anderzijds neemt de waarde af door 13 teruggekochte woningen (€ 2,4 miljoen). Het resterende verschil van € 0,1 miljoen heeft betrekking op waardeontwikkelingen (zie 10.13 niet gerealiseerde waardeveranderingen). Vanaf 2010 hebben wij een gedeelte van ons ontwikkelde vastgoed verkocht op basis van het “Koopgarant” principe. Hierbij is sprake van verleende kortingen op de marktwaarde tussen 10% en 25% en terugkoopplicht. Na verkoop worden deze woningen enerzijds onder onroerende zaken verkocht onder voorwaarden gepresenteerd tegen de marktwaarde minus de verleende korting en anderzijds onder terugkoopverplichting tegen de waarde waarvoor we verplicht zijn de woning terug te kopen. Het verschil tussen deze 2 posten in de balans wordt verantwoord onder niet gerealiseerde waardeverandering in de Winst- en verliesrekening. Jaarlijks wordt een waardemutatie toegepast op basis van de taxatiewaarde ultimo boekjaar. De waardemutatie verloopt via de niet gerealiseerde waardeveranderingen in de Winst- en verliesrekening.
9.4
Financiële vaste activa
Het verloop van de financiële vaste activa kan als volgt worden gespecificeerd:
127
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
9.4.1 Deelnemingen De deelnemingen betreffen:
Bovenstaand zijn de resultaten per entiteit weergegeven. Voor het aandeel van BrabantWonen in deze resultaten verwijzen we naar paragraaf 10.17.
9.4.2 Latente belastingvordering(en) Voor een aantal tijdelijke verschillen tussen de commerciële en de fiscale jaarrekening hebben wij latenties opgenomen. Voor het compensabel verlies uit voorgaande jaren en voor het disagio op de leningenportefeuille in de komende 5 jaar, nemen we een actieve latentie van € 1,1 miljoen. De nominale waarde bedraagt € 4,6 miljoen. De afname van de latentie in 2014 wordt verklaard door verwachte positieve fiscale resultaten in 2013 en 2014. Naar verwachting is een bedrag € 0,8 miljoen binnen een jaar verrekenbaar.
128
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
9.4.3 Leningen u/g De leningen u/g betreffen de volgende contracten:
De verstrekte leningen hebben een vaste rente voor de restant looptijd. De lening van BrabantMakelaars B.V. is tot op heden nog niet afgelost wegens een langere aanlooptermijn. Er zal een nieuwe overeenkomst worden opgesteld met een daarin nieuwe aflossingstermijn in 2015.
9.5 Voorraden
De voorraad bestemd voor verkoop betreft 3 onverkochte koopgarantwoningen die in 2013 en 2014 zijn teruggekocht (€ 0,6 miljoen), de grond van de Bergse Heihoek in Berghem (€ 2,1 miljoen) en de Talentencampus (€ 1,0 miljoen). In 2013 was de grond van de Talentencampus op € 1,1 miljoen getaxeerd, hierop heeft in 2014 een afwaardering plaatsgevonden van € -/- 0,1 miljoen. Daarnaast staan er 3 woningen op de voorraad vanuit project Orthen-Links welke in 2015 naar verwachting verkocht/gesloopt gaan worden (€ 0,4 miljoen). Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop betreft de ontwikkeling van de terreinen Bernhoven in Oss en Veghel. Dit wordt ontwikkeld in de Bernhoven CV. En bestaat met name uit grond en ontwikkelkosten. De overige voorraad betreft de voorraad magazijn van € 0,5 miljoen.
129
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
9.6
Onderhanden projecten
Onderstaand is de stand van de onderhanden projecten en de gedeclareerde termijnen opgenomen:
Voor een aantal onderdelen binnen de projecten ziekenhuisterrein Bernhoven Oss en Veghel wordt ervan uitgegaan dat bij oplevering een financial lease constructie wordt overeengekomen.
130
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
9.7
Vorderingen
Alle vorderingen, hebben een resterende looptijd korter dan een jaar. De reële waarde van de vorderingen benadert de boekwaarde, gegeven het kortlopende karakter ervan en het feit dat waar nodig voorzieningen voor oninbaarheid zijn gevormd.
9.7.1 Debiteuren
De huurdebiteuren zijn gestegen doordat de acceptgirokaarten eind 2013 zijn afgeschaft voor huurders van de Stichting BrabantWonen. De 1500 huurders die hier nog gebruik van maakten, betalen nu handmatig of via internet, waardoor er minder voorstanden zijn. Betaalden deze huurders de huur van januari voorheen al in december, het betalingsmoment is nu verschoven naar begin januari.
9.7.2 Vorderingen op gemeenten
131
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
9.7.3 Vorderingen op maatschappijen waarin wordt deelgenomen
De vordering van BrabantWonenEnergie op Stichting ZorgGoedBrabant 2 betreft de afrekeningen van WKO Simeonshof in 2013 en 2014.
9.7.4 Belastingen en premies sociale verzekeringen
De te vorderen vennootschapsbelasting betreft een actieve Vpb-latentie van ontwikkelingscombinatie Bernhoven BV.
132
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
9.7.5 Overige vorderingen
De vorderingen op BrabantZorg hebben betrekking op de door Stichting BrabantWonen gefactureerde kosten van salaris-werkplekken van de afdeling Huisvesting 2014 en verkenningskosten van de nieuwe gemeenschappelijke huisvesting aan de Gasstraat. Deze vorderingen zijn gecorrigeerd voor doorbelaste loonkosten van twee medewerkers van BrabantZorg die gedetacheerd zijn bij Stichting BrabantWonen.
9.7.6 Overlopende activa
De overige overlopende activa betreft hoofdzakelijk vooruitbetaalde licenties voor automatisering en serviceovereenkomsten.
9.8
Liquide middelen
Stichting BrabantWonen beschikt niet over een kredietfaciliteit bij de Rabobank. De liquide middelen staan ter vrije beschikking aan Stichting BrabantWonen.
133
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
9.9 Groepsvermogen 9.9.1 Eigen vermogen
Het eigen vermogen wordt in de toelichting op de balans in de enkelvoudige jaarrekening nader toegelicht.
9.9.2 Aandeel derden
9.10 Voorzieningen Het verloop van de voorzieningen is als volgt:
Van de voorzieningen is een bedrag van € 46,2 miljoen als langlopend (langer dan een jaar) aan te merken. Hiervan heeft naar verwachting een bedrag van € 13,6 miljoen een looptijd langer dan 5 jaar.
134
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
9.10.1 Voorziening onrendabele complexen De voorziening onrendabele complexen betreft ProductMarktCombinaties (PMC’s) met een negatieve bedrijfswaarde. Het aantal PMC’s met een negatieve bedrijfswaarde ultimo 2014 is 11%. Een klein gedeelte hiervan (18%) zorgt voor de grootste mutatie (€ 7,7 miljoen). De resterende PMC’s (82%) hebben een gezamenlijke negatieve bedrijfswaarde van € 5,9 miljoen.
9.10.2 Voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw De voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw betreft het per saldo verlieslatende deel van contracten afgesloten ten behoeve van de ontwikkeling van nieuwbouw huurwoningen waarvoor nog onvoldoende kosten zijn gemaakt om het bedrag daarop in mindering te brengen. De voorziening wordt gevormd indien een project intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd is. De voorziening betreft de volgende projecten:
In 2014 zijn onrendabele investeringen voorzien op basis van de informatie van het genomen investeringsbesluit:
135
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
De dotatie van de voorziening wordt verklaard door het opnemen van onrendabele investeringen als gevolg van nieuwe investeringsbesluiten en de vaststelling van de werkelijke onrendabele investering bij opgeleverde projecten. Uit het laatste volgt in 2014 ook een vrijval van de voorziening. De onttrekking van de voorziening wordt verklaard door enerzijds oplevering van projecten en anderzijds een mutatie in de presentatiewijziging met activa in ontwikkeling.
9.10.3 Voorziening latente belastingverplichting Voor een aantal tijdelijke verschillen tussen de commerciële en de fiscale jaarrekening hebben wij latenties opgenomen. Voor de verkoopportefeuille van bestaand bezit binnen 5 jaar en voor de vorming van de onderhoudsvoorziening in de komende 5 jaar nemen wij een passieve latentie van € 3,2 miljoen. De nominale waarde bedraagt € 13,0 miljoen. De afname van de latentie in 2014 wordt verklaard door verwachte lagere dotaties aan de onderhoudsvoorziening in de komende jaren. Naar verwachting is een bedrag € 0,8 miljoen binnen een jaar verrekenbaar.
9.10.4 Voorziening reorganisatiekosten Deze voorziening betreft een inschatting van nog te maken kosten in verband met de reorganisatie en is als volgt opgebouwd:
9.10.5 Voorziening deelnemingen De voorziening deelneming betreft de volgende deelnemingen:
BrabantWonen heeft zich garant gesteld voor de schulden van Willemspoort beheer BV en BrabantMakelaars BV.
136
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
9.11
Langlopende schulden
Aflossingsverplichtingen binnen 12 maanden na afloop van het boekjaar, zoals hierboven toegelicht, zijn opgenomen onder de schulden op korte termijn. De stand per 31 december 2014 is inclusief de aflossingsverplichtingen in 2015.
9.11.1 Leningen overheid en kredietinstellingen De mutaties in 2014 van de schulden/leningen overheid en kredietinstellingen kunnen als volgt worden toegelicht:
w
137
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Hieronder zijn begrepen leningen met een gemiddelde rente van 3,38% (2013: 3,49%). Het onroerend goed is deels gefinancierd met rijksleningen of met kapitaalmarktleningen onder overheidsgarantie. Zie paragraaf 9.2 Verzekering & zekerheden. Van de leningen overheid en kredietinstellingen is een totaalbedrag van € 276,3 miljoen opgenomen waarvoor WSW borging is verkregen. De gewogen gemiddelde looptijd van de gehele portefeuille, ook wel duration genoemd, bedraagt 9,87 jaar.
138
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
9.11.2 Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
De verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden laat in 2014 een mutatie zien van € 0,3 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door mutaties in verkoop (€ 3,3 miljoen) en terugkoop (€ 2,1 miljoen) van woningen (zie 9.3 onroerende zaken verkocht onder voorwaarden) en mutaties in de waarde van de reeds verkochte woningen (€ 0,2 miljoen). Voor zover bekend op 31 december 2014 worden er in 2015 naar verwachting 11 woningen verkocht (€ 1,7 miljoen).
139
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
9.11.3 Schulden aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen Dit betreft de schuld aan Gebiedsontwikkeling Groote Wielen Oost CV.
9.12 Kortlopende schulden
De belastingen en premies sociale verzekeringen hebben betrekking op de afdracht van BTW (€ 1,8 miljoen) en de af te dragen loonheffing (€ 0,5 miljoen). De in vergelijking met 2013 lagere post “Schulden aan leveranciers” hangt samen met een verkorte betalingstermijn, waarbij 90% van de inkoopfacturen binnen 30 dagen wordt betaald. Specificatie overige schulden
140
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
9.13 Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen 9.13.1 Huurverplichtingen De met derden aangegane huurverplichtingen betreffen: Verhuurder
Betreft
Jaarhuur
Servicekosten
Einde contract
Van Bon
Weth. van Eschstraat 54-56, Oss
€ 57.077
€ 19.008
31-12-2015
Van Bon
Weth. van Eschstraat 58-60, Oss
€ 66.703
€ 15.105
31-12-2015
Gasstraat 20, Oss
€ 479.733
Van Schijndel
30-06-2025
9.13.2 Investeringsverplichtingen De omvang van de investeringsverplichtingen op onze nieuwbouwprojecten bedraagt eind 2014: € 37,2 miljoen. Naar verwachting zijn deze verplichtingen binnen twee jaar voldaan.
9.13.3 Onderhoudsverplichtingen Ultimo boekjaar is Stichting BrabantWonen onderhoudsverplichtingen aangegaan voor een totaal bedrag van € 0,5 miljoen, waarvan de uitvoering nog ter hand moet worden genomen. Die uitvoering vindt binnen één jaar plaats.
9.13.4 Heffing saneringsfonds Het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) heeft het verbeterplan van Vestia goedgekeurd. Met dit plan heeft de woningcorporatie eind 2021 zicht op duurzaam financieel herstel, aldus het CFV. Tot 2017 heeft Vestia voldoende mogelijkheden om leningen af te lossen. Daarna hangt het financieel herstel, en dus de kans op een nieuwe saneringsheffing, af van de rentestand.
9.13.5 WSW Obligo Uit hoofde van het borgingsstelsel heeft Stichting BrabantWonen een obligo verplichting jegens het WSW van 3,85% van de restschuld van de door Stichting BrabantWonen opgenomen, door het WSW geborgde leningen. Ultimo 2014 bedraagt dit obligo € 10,6 miljoen. Indien het WSW dit obligo zou opeisen dient Stichting BrabantWonen het bedrag binnen 30 dagen aan het WSW over te maken. Stichting BrabantWonen verwacht, indien noodzakelijk, aan deze verplichting te kunnen voldoen door het nog niet benutte deel van het bestaande financieringskrediet aan te spreken, en zo nodig een aanvullende lening aan te trekken binnen het aanwezige borgingsplafond.
141
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
9.13.6 Borgstelling Ultimo 2014 hebben we een borgstelling lopen voor locatie Veghel (Bernhoven) ter hoogte van € 0,65 miljoen. Deze borgstelling betreft de contractuele verplichting voor de afname van de grond voor locatie Veghel. De verwachting is dat de locatie Veghel in het tweede kwartaal van 2015 wordt overgedragen en het restant van de borgstelling komt te vervallen. Verder hebben onderstaande bedrijven een bankgarantie afgegeven aan BrabantWonen.
Als genoemde bovenstaande bedrijven niet aan hun verplichtingen voldoen dan kan BrabantWonen de betreffende bankgarantie invorderen.
9.13.7 Overige aansprakelijkheidsverplichtingen Stichting BrabantWonen vormt samen met BrabantWonen Belegd Vastgoed B.V., BrabantWonen Holding B.V., BrabantWonenEnergie B.V., BrabantWonen Vastgoedontwikkeling B.V., BrabantWonen GOGWO B.V., BrabantWonenGOWillemspoort B.V., BrabantWonen GO Bernhoven B.V. en BrabantWonen GO P&P B.V. een fiscale eenheid zowel voor de vennootschapsbelasting als voor de omzetbelasting. Op grond van de voorwaarden zijn de Stichting BrabantWonen en de met haar gevoegde dochterondernemingen ieder hoofdelijk aansprakelijk voor de door de combinatie verschuldigde belasting.
9.13.8 Zekerheden Op 19 december 2013 is door BrabantWonen aan het WSW een volmacht verstrekt voor € 2.362.925.248. Hiermee heeft het WSW de mogelijkheid om direct hypotheek te vestigen op het “ingezette” bezit van Stichting BrabantWonen. Tevens is bij het aantrekken van een financiering van de Rabobank voor het project nietDAEB woningen La Vie (€ 5,3 miljoen) een verpanding aan de Rabobank opgenomen van de huurpenningen van dit complex. Naast deze verpanding is er een eerste recht van hypotheek gevestigd van € 7.155.000. Dit bedrag is door het WSW in mindering gebracht op de verstrekte volmacht.
9.14 Verbonden partijen Als verbonden partij worden aangemerkt alle rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire directieleden, andere sleutelfunctionarissen in het management van Stichting BrabantWonen en nauwe verwanten zijn verbonden partijen.
142
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Met de meeste van haar deelnemingen heeft Stichting BrabantWonen naast haar aandelenbelang ook een zakelijke relatie, waarbij producten (veelal onroerende zaken bestemd voor de verhuur) en/of diensten van de betreffende deelnemingen worden afgenomen. Deze transacties zijn steeds gebaseerd op gebruikelijke contractuele afspraken waarbij marktconforme condities zijn overeengekomen.
10.
Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening
(x € 1.000)
10.1 Huuropbrengsten
De “te ontvangen netto huur” is gewijzigd als gevolg van: • Algemene huurverhoging van 4,07%; • Huurharmonisatie; • Oplevering van nieuwbouw; • Verkoop van bestaand bezit. De geografische onderverdeling van de netto huuropbrengsten kan als volgt worden weergegeven:
143
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
10.2 Opbrengsten servicecontracten
De te ontvangen vergoedingen zijn met name gewijzigd als gevolg van toegenomen opleveringen nieuwbouw.
10.3 Overheidsbijdragen
10.4 Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille
144
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Het verkoopresultaat bestaand bezit is in 2014 substantieel toegenomen ten opzichte van 2013. De hogere verkoopopbrengsten in 2014 hangen samen met de verkoop van het winkelpand Burchtplein voor € 7,8 miljoen (incidentele opbrengst), en met een toename van het aantal verkopen bestaand bezit. De hoge verkopen bestaand bezit in 2014 zijn het gevolg van het opstarten van een verkoopprogramma in 2014, waarbij zittende huurders zijn benaderd om hun huurwoning te kopen. Dit verkoopbeleid maakt onderdeel uit van onze portfoliostrategie. Voor de komende jaren wordt (cf. FMP) vooralsnog uitgegaan van een kasstroom van circa € 7,0 miljoen op jaarbasis. De netto verkoopopbrengst vastgoed bestemd voor de verkoop bestaat uit de afboeking van woningen op voorraad vanuit project Orthen-Links (-/- € 0,2 miljoen) en het verkoopresultaat op de woningen verkocht onder voorwaarden (-/- € 0,1 miljoen).
10.5 Geactiveerde productie eigen bedrijf
De geactiveerde productie betreft de uren van de afdeling projectontwikkeling voor nieuwbouwprojecten.
10.6 Overige bedrijfsopbrengsten
De doorbelaste uren en administratiekosten derden betreffen met name doorbelasting aan Stichting ZorgGoedBrabant en Stichting ZorgGoedBrabant 2. De doorbelasting is lager dan in 2013, doordat er minder onderhoudsuren gemaakt zijn. De overige bedrijfsopbrengsten hebben betrekking op geconsolideerde overige bedrijfslasten van BrabantWonen Energie en GO Bernhoven.
145
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
10.7 Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille
De afschrijvingen 2014 laten een daling zien ten opzichte van 2013 van € 3,2 miljoen. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door een lagere bedrijfswaarde eind 2012 (€ 687 miljoen) ten opzichte van de bedrijfswaarde eind 2013 (€ 582 miljoen) waardoor dus ook de afschrijvingslasten dalen.
10.8 Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille
De totale waardeverandering laat een substantiële afwijking zien in vergelijking met afgelopen jaar. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt doordat in het verslagjaar 2013 de verhuurderheffing een feit werd waardoor de bedrijfswaarde dat jaar sterk daalde. Vervolgens had dit ook impact op de waardeverandering van dat verslagjaar. Dit jaar is de waardeverandering minder groot. De totale waardeverandering van de sociale vastgoedportefeuille bestaat uit waardeverminderingen (€ 36,7 miljoen) en terugnemingen (€ 27,9 miljoen). Dit geeft per saldo een waardeverandering van € 8,8 miljoen in 2014. Door verandering van parameters en andere uitgangspunten ontstaat er per complex een positieve of negatieve waardemutatie.
146
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Het saldo van de voorziening ongedekte stichtingskosten is met € 2,8 miljoen gemuteerd door nieuw opgevoerde onrendabele investeringen in 2014, mutaties in reeds bestaande onrendabele investeringen en een vrijval vanuit project de Groote Wielen. Daarnaast is er nog een waardeverandering die betrekking heeft op waardevermindering sociaal vastgoed in ontwikkeling van € 0,3 miljoen. Per saldo levert dit in 2014 een totale negatieve waardeverandering op van € 11,9 miljoen.
Afgeboekte projecten De post afgeboekte projecten heeft met name betrekking op de afboeking van € 60.000 voor Slowcare Heesch/nieuwe huisvesting, Deuteren (€ 21.000), Perron 073 (€ 7.000), de verwerking van nagekomen facturen van reeds afgeboekte projecten (€ 60.000) en de afboeking op de waarde van de grond van de Talentencampus (-/- 0,1 miljoen).
10.9 Onderhoudslasten
De onderhoudslasten 2014 zijn € 4,2 miljoen lager dan in 2013. De lagere onderhoudslasten zijn hoofdzakelijk veroorzaakt door de versobering van het planmatig onderhoud.
147
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
10.10 Leefbaarheid
De bewoners gerelateerde leefbaarheid is lager dan in 2013 doordat de kosten van de pilot Vernieuwbouw niet ten laste van 2014 komen. Daarnaast zijn er minder kosten gemaakt inzake het Prins Bernard Cultuurfonds (PBCF).
10.11 Lasten servicecontracten
148
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
10.12 Overige bedrijfslasten
De beheerkosten zijn in 2014 lager dan in 2013 door de reorganisatievoorziening van € 1,4 miljoen die in 2013 onder de overige personeelskosten opgenomen is. De heffingen zijn hoger door de sectorspecifieke heffing van € 7,9 miljoen voor verhuurderheffing en € 3 miljoen voor saneringssteun Centraal Fonds. De overige bedrijfslasten betreft de vrijval van een gedeelte van de gevormde reorganisatievoorziening, die niet volledig benut wordt. Daarnaast betreft het diverse bedrijfslasten zoals algemene beheer & administratiekosten, aankoop klein gereedschap, voorziening oninbare debiteuren en kosten van energielabels. De diverse bedrijfslasten in 2013 waren lager als gevolg van een extra opbrengst door de SG conversie (€ 0,9 miljoen) en een extra opbrengst van de overname van VvE’s (€ 0,2 miljoen). De diverse bedrijfslasten van 2014 zijn vergelijkbaar met de lasten van 2013 zonder de bovengenoemde eenmalige extra baten.
149
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Accountantshonoraria In het boekjaar zijn de volgende bedragen aan accountantshonoraria ten laste van het resultaat gebracht:
ovenstaande honoraria betreffen uitsluitend de werkzaamheden die bij Stichting BrabantWonen en de in de consolidatie betrokken maatschappijen zijn uitgevoerd door accountantsorganisaties en externe accountants zoals bedoeld in art. 1, lid 1 Wta (Wet toezicht accountantsorganisaties). Naast controle van de jaarrekening zijn controlewerkzaamheden verricht voor de dVi en WNT.
10.13 Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille
De waardeverandering commercieel vastgoed en terugneming waardevermindering van € 0,1 miljoen hebben betrekking op waardeveranderingen van het commercieel vastgoed in exploitatie (zie 9.3 vastgoedbelegging).
150
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
De waardeverandering onroerende zaken verkocht onder voorwaarden heeft betrekking op verkochte woningen waarvan de waarde van de verkochte woningen met € 0,2 miljoen is gemuteerd in vergelijking met werkelijke verkoopprijzen (zie 9.11.2 verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden) De waardeverandering verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden heeft betrekking op teruggekochte woningen waarvan de huidige waarde is gemuteerd met € 0,1 miljoen (zie 9.3 vastgoedbelegging) in vergelijking met de afgesproken terugkoopprijzen.
10.14 Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten
De gemiddelde rentevoet die is gehanteerd bij de geactiveerde rente bedraagt 1,737%. De geactiveerde rente is lager ten opzichte van 2013 omdat er minder projecten in ontwikkeling zijn. De overige rentebaten hebben betrekking op renteontvangsten van diverse rekening couranten, banken, deurwaarders en VvE’s. De rente op leningen u/g betreft Bernhoven CV.
10.15 Rentelasten en soortgelijke kosten
De stijging van de rentelasten wordt voornamelijk verklaard door het aantrekken van nieuwe leningen in de tweede helft van 2013, waarvan de rentelasten in 2014 zichtbaar worden.
151
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
10.16 Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening De belastingen kunnen als volgt worden gespecificeerd:
De latenties zijn contant gemaakt tegen de netto rente en een looptijd van 5 jaar. De netto rente is de gemiddelde werkelijke rente op onze leningenportefeuille (3,49%) verminderd met de effectieve belastingdruk (25%). Voor 2014 is de netto rente 2,62%. De acute belastinglast is als volgt bepaald:
De effectieve belastingdruk over het boekjaar 2014 is nihil. Voor de berekening van het fiscaal resultaat voeren we een aantal fiscale correcties door. Dit betreft onder meer de fiscale en commerciële verschillen in de afschrijvingen op het vastgoed, de overige waardeveranderingen op vastgoed en de fiscaal niet aftrekbare saneringsheffing.
152
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
10.17 Resultaat deelnemingen
Het resultaat deelnemingen heeft betrekking op niet meegeconsolideerde deelnemingen. Het resultaat deelneming ZorgGoedBrabant 2 is omgerekend naar de grondslagen van Stichting BrabantWonen. Het resultaat van ZorgGoedBrabant 2 op basis van haar eigen grondslagen bedraagt € 0,6 miljoen. Herrekening van het resultaat naar de grondslagen van Stichting BrabantWonen leidt tot een toename van het resultaat met € 1,6 miljoen Het aandeel van Stichting BrabantWonen in dit resultaat is € 1,1 miljoen.
10.18 Overzicht van het totaalresultaat van de Groep
Ondanks dat het aandeel in het kapitaal in ontwikkelingscombinatie Bernhoven CV en Bernhoven Beheer BV minder dan 100% worden deze deelnemingen integraal meegeconsolideerd. Stichting BrabantWonen heeft voor meer dan 50% beslissende zeggenschap inzake het beleid van de deelnemingen. Als gevolg van voorgaande werkwijze ontstaat er in de balans een afzonderlijke post aandeel van derden onder het groepsvermogen. In de Winst- en verliesrekening wordt direct na het totale groepsresultaat een post aandeel van derden in het geconsolideerde resultaat na belastingen opgenomen. (zie art. 10 van het Besluit modellen jaarrekening).
153
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
11. Enkelvoudige balans per 31 december 2014
154
(na voorgestelde resultaatbestemming) (x € 1.000)
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
155
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
12. Enkelvoudige winst- en verliesrekening over 2014
156
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
13. Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2014 en winst- en verliesrekening over 2014
(x € 1.000)
13.1
Algemene toelichting
Stichting BrabantWonen heeft in haar enkelvoudige jaarrekening met dezelfde stelsel- en schattingswijzigingen en presentatiewijzigingen te maken als in de geconsolideerde jaarrekening. In onderstaande paragrafen worden de financiële consequenties voor de enkelvoudige jaarrekening uiteengezet.
13.2 Grondslagen van waardering en bepaling van het resultaat De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling voor de vennootschappelijke jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening zijn gelijk voor zover in dit hoofdstuk geen andere grondslagen zijn vermeld. Voor de grondslagen van de waardering van activa en passiva en voor de bepaling van het resultaat wordt verwezen naar de in de hoofdstukken 13.3.1 tot en met 13.3.6 opgenomen toelichting op de geconsolideerde balans en Winst- en verliesrekening.
13.2.1 Deelnemingen in groepsmaatschappijen en resultaat deelnemingen in groepsmaatschappijen Deelnemingen in groepsmaatschappijen worden gewaardeerd op de netto vermogenswaarde in overeenstemming met paragraaf 9.4.1 in de geconsolideerde jaarrekening. Het resultaat deelnemingen in de groepsmaatschappijen wordt verantwoord in overeenstemming met paragraaf 10.17 in de geconsolideerde jaarrekening.
13.2.2 Vorderingen en schulden op groepsmaatschappijen Vorderingen en schulden op groepsmaatschappijen worden initieel gewaardeerd tegen de reële waarde van het verstrekte respectievelijk ontvangen bedrag, gewoonlijk de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen. Vervolgens vindt waardering plaats tegen geamortiseerde kostprijs waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele bijzondere waardevermindering.
13.3 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2014
157
(x € 1.000)
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
13.3.1 Financiële vaste activa Het verloop van de financiële vaste activa kan als volgt worden gespecificeerd:
De deelnemingen betreffen:
158
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
13.3.2 Vorderingen 13.3.2.1 Debiteuren
Vorderingen op gemeenten
159
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
13.3.2.2 Vorderingen op maatschappijen waarin wordt deelgenomen
13.3.2.3 Overige vorderingen
13.3.2.4 Overlopende activa
160
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
13.3.3 Liquide middelen
De liquide middelen staan ter vrije beschikking.
13.3.4 Eigen vermogen Het verloop van het eigen vermogen is als volgt:
De overige mutaties hebben betrekking op waardeveranderingen van het sociaal vastgoed die direct aan de herwaarderingsreserve, opgenomen binnen het eigen vermogen, worden toegevoegd. De totale mutatie van het eigen vermogen in 2014 betreft € 43,6 miljoen. Dit verloop is opgebouwd uit € 52,5 miljoen dat rechtstreeks wordt toegevoegd aan het eigen vermogen en € 9,0 miljoen dat volgt vanuit het daadwerkelijke resultaat (zie 13. Enkelvoudige Winst- en Verliesrekening). In het vermogen is per 31-12-2014 een herwaarderingsreserve opgenomen van € 298,3 miljoen. De herwaarderingsreserve heeft voor € 285,6 miljoen betrekking op het sociaal vastgoed (zie 9.2 materiële vaste activa) in exploitatie en voor € 12,7 miljoen betrekking op het commercieel vastgoed in exploitatie (zie 9.3 vastgoedbeleggingen). Per 31 december 2013 was de herwaarderingsreserve van het sociaal en commercieel vastgoed in exploitatie in totaal € 280,2 miljoen.
161
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
13.3.5 Voorzieningen deelnemingen Het verloop van de voorzieningen is als volgt:
13.3.6 Kortlopende schulden
Alle kortlopende schulden hebben een resterende looptijd van korter dan een jaar. De reële waarde van de kortlopende schulden benadert de boekwaarde vanwege het kortlopende karakter van de schulden. Voor het in deze post opgenomen kortlopende deel van langlopende schulden verwijzen wij naar de toelichting op de langlopende schulden.
162
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
13.4 Toelichting op de enkelvoudige winst- en verliesrekening over 2014
(x € 1.000)
13.4.1 Opbrengsten servicecontracten
13.4.2 Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille
163
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
13.4.3 Onderhoudslasten
13.4.4 Lasten servicecontracten
164
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
13.4.5 Overige bedrijfslasten
Accountantshonoraria In het boekjaar zijn de volgende bedragen aan accountantshonoraria ten laste van het resultaat gebracht:
Bovenstaande honoraria betreffen uitsluitend de werkzaamheden die bij Stichting BrabantWonen en de in de consolidatie betrokken maatschappijen zijn uitgevoerd door accountantsorganisaties en externe accountants zoals bedoeld in art. 1, lid 1 Wta (Wet toezicht accountantsorganisaties).
165
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
13.4.6 Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten
13.4.7 Rentelasten en soortgelijke kosten
13.4.8 Resultaat deelnemingen
166
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
14. Overige informatie 14.1 Werknemers Gedurende het jaar 2014 had BrabantWonen gemiddeld 272 werknemers in dienst (2013: 290). Dit aantal is gebaseerd op het aantal fulltime equivalenten van 241,6 FTE (2013: 256,7 FTE). Geen van de werknemers is buiten Nederland werkzaam.
14.2 Bestuurders en commissarissen Lasten ter zake van bezoldiging en ter zake van pensioenen op grond van jaarrekeningrecht van: • Bestuurders en voormalige bestuurders € 243.217 (voorgaand jaar € 251.264) • Commissarissen en voormalige commissarissen € 75.448 (voorgaand jaar € 62.458) De bezoldiging van bestuurders omvat: • periodiek betaalde beloningen (zoals salarissen, sociale lasten, vakantiegeld, doorbetaling bij vakantie en ziekte, ter beschikking stelling van auto en presentiegelden), • beloningen betaalbaar op termijn (zoals pensioenlasten, VUT, sabbatical leave en jubileumuitkeringen) • uitkeringen bij beëindiging van het dienstverband en • winstdelingen en bonusbetalingen. Het totaalbedrag kan als volgt per individueel lid van het bestuur (de directie) worden gespecificeerd: Beloningen betaalbaar op termijn
H.M.H. Windmüller, algemeen directeur
Beloningen betaalbaar op termijn
2014
2013
2014
2013
199.327
207.327
43.890
13.937
Uitkering bij beëindiging van het dienstverband 2014
2013
Winstdeling en bonus 2014
2013
In de periodiek betaalde beloningen 2013 is een totaalbedrag van € 4.372,44 opgenomen voor de in 2014 over de beloning 2013 afgedragen crisisheffing; deze heffing komt volledig ten laste van BrabantWonen. Over de beloning 2014 is geen crisisheffing meer verschuldigd.
167
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
De bezoldiging van de Raad van Commissarissen (Toezicht) kan als volgt worden gespecificeerd: Als lid van de Raad van Commissarissen
2013
12.789
45
182
10.713
10.261
331
331
10.077
851
0
0
Drs. J.M.P. van der Laak RA
10.713
10.261
331
331
Drs.ing. R.W.M. Rottier
8.927
10.261
276
331
Drs. J.J. Blokland RA
7.558
0
0
0
J.W.A. Verbaal MBA
7.558
0
0
0
W.T.G. Bens MBA
5.380
15.470
81
242
M.C. Bakermans
0
2.565
0
83
75.448
62.458
1.064
1.500
Ing. J.C.J. Reijers Drs. A.F. Bijl
Totaal
2013
14.522
2014
2013
Overige kosten vergoedingen 2014
R.P. Prins
2014
Als lid van commissies
14.3 WNT-verantwoording 2014 BrabantWonen Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op BrabantWonen van toepassing zijnde regelgeving: het WNT-maximum voor de woningcorporaties Het bezoldigingsmaximum in 2014 voor BrabantWonen is € 167.000. Het weergegeven toepasselijke WNT-maximum per persoon of functie is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissen tevens de duur) van het dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte. Uitzondering hierop is het WNT-maximum voor de leden van Raad van Commissarissen; dit bedraagt voor de voorzitter 7,5% en voor de overige leden 5% van het bezoldigingsmaximum .
168
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Bezoldiging topfunctionarissen Leidinggevende topfunctionarissen 2014 bedragen x € 1
ir. H.M.H. Windmüller
Functie(s)
Algemeen directeur
Duur dienstverband in 2014
1/1 - 31/12
Omvang dienstverband (in fte)
1,0
Gewezen topfunctionaris?
nee
(Fictieve) dienstbetrekking?
ja
Bezoldiging Beloning
185.788
Belastbare onkostenvergoedingen
2.713
Beloningen betaalbaar op termijn
36.346
Totaal bezoldiging
224.846
Toepasselijk WNT-maximum
167.000
Motivering indien overschrijding: zie
1)
1) Overgangsrecht van toepassing 2013 bedragen x € 1
ir. H.M.H. Windmüller
Functie(s)
Algemeen directeur
Duur dienstverband in 2014
1/1 - 31/12
Omvang dienstverband (in fte)
1,0
Gewezen topfunctionaris?
nee
(Fictieve) dienstbetrekking?
ja
Bezoldiging Beloning
194.633
Belastbare onkostenvergoedingen
2.713
Beloningen betaalbaar op termijn
36.393
Totaal bezoldiging
233.739
In de presentatie van de bezoldiging van de binnen BrabantWonen aanwezige topfunctionaris is de OVP/ VPL premie niet meegenomen. De topfunctionaris kan geen aanspraak maken op toekomstige uitkeringen hieromtrent.
169
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
2013 bedragen x € 1
W.T.G. Bens MBA
R.P. Prins
drs.ing. R.W.M. Rottier
Functie(s)
Voorzitter
Vice-voorzitter en Voorzitter vanaf 1-5
Lid
Duur dienstverband
1/1 - 1/5
1/1 - 31/12
1/1 - 1/11
Beloning
4.444
12.025
7.350
Belastbare onkostenvergoedingen
81
45
276
Beloningen betaalbaar op termijn
-
-
-
Totaal bezoldiging
4.525
12.070
7.626
Toepasselijk WNT-maximum
2.745
12.525
6.955
Motivering indien overschrijding: zie
2)
Bezoldiging
3)
2) Overgangsrecht van toepassing 3) Overgangsrecht van toepassing 2013 bedragen x € 1
W.T.G. Bens MBA
R.P. Prins
drs.ing. R.W.M. Rottier
Functie(s)
Voorzitter
Vice-voorzitter en Voorzitter vanaf 1-5
Lid
Duur dienstverband
1/1 - 31/12
1/1 - 31/12
1/1 - 1/12
Beloning
13.332
11.024
8.820
Belastbare onkostenvergoedingen
242
182
331
Beloningen betaalbaar op termijn
-
-
-
Totaal bezoldiging
13.574
11.206
9.151
Bezoldiging
170
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
2014 bedragen x € 1
drs. J.M.P. van der Laak RA
Functie(s) Duur dienstverband
ing. J.C.J. Reijers
drs. A.F. Bijl
Lid
Lid en vice-voorzitter per 1-5
Lid
1/1 - 31/12
1/1 - 31/12
1/1 - 31/12
Beloning
8.820
8.820
8.350
Belastbare onkostenvergoedingen
331
331
-
Beloningen betaalbaar op termijn
-
-
-
Totaal bezoldiging
9.151
9.151
8.350
Toepasselijk WNT-maximum
8.350
8.350
8.350
Motivering indien overschrijding: zie
4)
5)
bedragen x € 1
drs. J.M.P. van der Laak RA
ing. J.C.J. Reijers
drs. A.F. Bijl
Functie(s)
Lid
Lid en vice-voorzitter per 1-5
Lid
Duur dienstverband
1/1 - 31/12
1/1 - 31/12
1/1 - 31/12
Beloning
8.820
8.820
735
Belastbare onkostenvergoedingen
331
331
-
Beloningen betaalbaar op termijn
-
-
-
Totaal bezoldiging
9.151
9.151
735
Bezoldiging
4) Overgangsrecht van toepassing 5) Overgangsrecht van toepassing 2013
Bezoldiging
171
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
2014 bedragen x € 1
drs. J.W.A. Verbaal MBA
drs. J.J. van Blokland RA
Functie(s)
Lid
Lid
Duur dienstverband
1/4 - 31/12
1/4 - 31/12
Beloning
6.263
6.263
Belastbare onkostenvergoedingen
-
-
Beloningen betaalbaar op termijn
-
-
Totaal bezoldiging
6.263
6.263
Toepasselijk WNT-maximum
6.291
6.291
Bezoldiging
Crisisheffing Over een deel van de periodieke betaalde beloningen aan de algemeen directeur in 2013, hebben wij in 2014 een bedrag van € 4.372 aan crisisheffing afgedragen. Deze heffing rekenen wij niet tot de bezoldiging en komt volledig ten laste van Stichting BrabantWonen. Vanaf 2014 is er geen crisisheffing meer verschuldigd.
Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen Er zijn geen uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen. Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen die in 2014 een bezoldiging boven het toepasselijke WNT-maximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2014 geen ontslaguitkeringen aan overige functionarissen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd.
Bezoldiging of ontslaguitkering niet-topfunctionarissen Er zijn geen betalingen gedaan van bezoldiging of ontslag aan niet-topfunctionarissen.
15.
Overige gegevens
15.1
Statutaire resultaatbestemming
De resultaatbestemming is conform de statuten en vooruitlopend op en onder voorbehoud van de goedkeuring door de Raad van Commissarissen reeds in de jaarrekening verwerkt. Het gehele resultaat over het boekjaar is toegevoegd aan het eigen vermogen. De balans per 31 december 2014 geeft het eigen vermogen weer na resultaatbestemming.
15.2 Toelichting herzieningswet De Eerste Kamer stemde dinsdag 17 maart 2015 unaniem in met de herzieningswet Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting. Dit wetsvoorstel beoogt het functioneren van woningcorporaties als ondernemingen met
172
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
een maatschappelijke taak te verbeteren. Daartoe worden de Woningwet en een aantal andere wetten gewijzigd. Naast het effect op de relatie met de externe stakeholders is de herzieningswet ook van invloed op het te voeren beleid door de corporatie. Vanuit de herzieningswet worden restricties gelegd op activiteiten en het te volgen huurbeleid. De mogelijke effecten doen zich voor bij het verder ontwikkelen van de bestaande projectenportefeuille, de samenstelling en financiering van het nietDAEB bezit, de wijze waarop woningtoewijzing dient plaats te vinden en de huurprijs die gevraagd kan worden. Dit kan zijn weerslag hebben op kasstromen en daarvan afgeleid de waardering van het vastgoed. Omdat op onderdelen Algemene Maatregelen van Bestuur nog moeten worden ingevuld en de uitwerking door de corporatie van bovenstaande nog dient plaats te vinden is het op dit moment niet mogelijk om de financiële effecten te kwantificeren.
15.3 Toelichting fusie Begin 2015 is het principebesluit genomen om de vastgoedstichtingen ZorgGoedBrabant (2) te laten fuseren met BrabantWonen. Nadere uitwerking en definitieve besluitvorming vinden in de loop van 2015 plaats. Het is nog niet mogelijk om een inschatting van de financiële gevolgen te geven.
Oss, mei 2015 Stichting BrabantWonen
Directie, De Raad van Commissarissen
173
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
16. Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het bestuur van Stichting BrabantWonen
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag op pagina 75 tot en met 147 opgenomen jaarrekening 2014 van Stichting BrabantWonen te Oss gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2014 en de geconsolideerde en enkelvoudige winst-enverliesrekening over 2014 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van de bestuur De bestuur van de toegelaten instelling is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met de bepalingen inzake de jaarrekening als opgenomen in artikel 26, eerste lid, van het Bbsh, de bepalingen van en krachtens de Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) en richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met de bepalingen inzake het jaarverslag als opgenomen in artikel 26, eerste lid, van het Bbsh. De bestuur van de toegelaten instelling is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als de bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het Controleprotocol WNT, en het controleprotocol in rubriek A van bijlage III bij het Bbsh. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risicoinschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de toegelaten instelling.
Ref.: e0357539 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., Zuiderzeelaan 53, 8017 JV Zwolle, Postbus 513, 8000 AM Zwolle T: 088 792 00 38, F: 088 792 94 61, www.pwc.nl 174
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen ‘PwC’ is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284),
PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK 34180287), PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. (KvK 51414406), PricewaterhouseCoopers Pensions, Actuarial & Insurance Services B.V. (KvK 54226368), PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289) en andere vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op
Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de bestuur van de toegelaten instelling gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting BrabantWonen per 31 december 2014 en van het resultaat over 2014 in overeenstemming met artikel 26, eerste lid, van het Bbsh, de bepalingen van en krachtens de WNT en richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 28, onderdeel b, van het Bbsh, voor wat betreft het in dit artikel genoemde jaarverslag, melden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de van toepassing zijnde bepalingen van titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek is opgesteld, en of de in artikel 2: 392 lid 1 onder g, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 391, vierde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Zwolle, 18 juni 2015 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Origineel getekend door G.A.N. Turkenburg RA
175
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Bijlage 1: Belanghouders Stichting BrabantWonen
176
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
De formele belanghouders van BrabantWonen zijn, in alfabetische volgorde: Aanzet BrabantZorg Cello Centrum voor Trajectbegeleiding en Bemoeizorg Dichterbij Divers Welzijnsonderneming Exodus Stichting Gemeente ’s-Hertogenbosch Gemeente Oss GGZ Oost Brabant Huurdersbelangenvereniging Oss IVT Thuiszorg Juvans Maatschappelijk Werk & Dienstverlening Klankbordgroep ’s-Hertogenbosch Klankbordgroep Oss Kleine Meierij MEE Mooiland Novadic-Kentron Pantein Politie (regio Brabant-Noord) Reinier van Arkel Groep Rigom Stedelijk HuurdersPlatform ’s-Hertogenbosch Stichting Maatschappelijke Opvang ’s-Hertogenbosch Stichting Oosterpoort Van Neynsel ’t Verdihuis Vivaan Vivent Zayaz
De Ondernemingsraad van BrabantWonen beschouwen wij ook als een formele belanghouder.
177
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Bijlage 2: Jaarverslag Klachtencommissie
178
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Inleiding BrabantWonen en ZorgGoedBrabant hebben samen dezelfde Klachtencommissie. Zij fungeert als sluitstuk van de dienstverlening van de beide woningcorporaties. De commissie opereert binnen de taakomschrijving en bevoegdheden die zijn vastgelegd in het reglement Klachtencommissie. Naast de klachtenbehandeling is het een taak van de commissie knelpunten te signaleren en aanbevelingen te doen ter verbetering van de dienstverlening van BrabantWonen. Informatie over de Klachtencommissie voor (potentiële) huurders is te vinden in de brochure van BrabantWonen: “Niet tevreden? Laat het ons weten”. De informatie is ook te vinden op de website van BrabantWonen. In dit jaarverslag geven we de samenstelling van de commissie weer evenals het aantal, de aard en de afhandeling van de klachten en de werkwijze van de Klachtencommissie. Samenstelling van de commissie: Naam
Functie
Expertise
Benoemd per
De heer G.P. van den Anker
voorzitter (per november 2012)
bestuurder
maart 2011
Mevrouw mr. M.A. RosenbrandBiesheuvel
lid (plv voorzitter)
vastgoed jurist
november 2006
Mevrouw J.G.W. van Outersterp
Lid
bouwkundige
maart 2011
De heer H.W.M. Toebast *
Lid
bestuurder
mei 2012
mei 2016
mei 2020
Mevrouw F. Mullerde Vos
Lid
juridisch oktober 2012 adviseur
oktober 2016
oktober 2020
*De heer Toebast is op 1 mei 2015 na een kort ziekbed overleden.
179
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Herbenoemd per
november 2007
Benoemd tot
Herbenoembaar (tot)
28 februari 2015
ja, tot 28 februari 2019
november 2014
nee
28 februari Ja, tot 28 fe2015 bruari 2019
Afscheid lid van de Klachtencommissie In november 2014 liep de benoeming van mevrouw Rosenbrand als lid van de klachtencommissie af. In het reglement van de Klachtencommissie is opgenomen dat de Klachtencommissie uit minstens drie en maximaal vijf leden moet bestaan. Gelet op het aantal klachten is besloten de vacature van mevrouw Rosenbrand (voorlopig) niet op te vullen.
Aantal en aard van de klachten die door de Klachtencommissie zijn behandeld Begin 2014 stonden er nog twee klachten uit 2013 open. Deze klachten zijn begin 2014 beantwoord door de vestigingsdirecteuren. In 2014 zijn er zeventien klachten gericht aan de Klachtencommissie. Drie klachten zijn niet-ontvankelijk verklaard. Eén klacht kwam van een huurster die zich niet kon verenigen met het niet aan haar zoon toewijzen van een woning. Haar klacht is doorgestuurd aan de klachten -en beroepscommissie WoonService in ’s-Hertogenbosch. Eén klacht werd anoniem namens een groep buurtbewoners ingediend. En één klacht kwam van een huurster die slechts melding wilde maken van een opmerkelijke werkwijze van BrabantWonen, waar ze zelf echter geen hinder of nadeel van ondervond. Er heeft in 2014 geen hoorzitting van de Klachtencommissie plaatsgevonden. Alle klachten zijn, naar tevredenheid van de klagers, door de vestigingen afgehandeld binnen de hiervoor gestelde termijn van 3 weken. De klachten waren allemaal gericht tegen BrabantWonen; tegen ZorgGoedBrabant zijn geen klachten ingediend. Van de veertien ontvankelijke klachten betroffen er vijf de vestiging ’s-Hertogenbosch en negen de vestiging Oss. Op één klacht moet de vestiging Oss nog reageren. Van één klacht staat vast dat de Klachtencommissie deze begin 2015 behandelt.
180
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Aantal
Niet-ontvankelijk
Klacht woningzoekende Ten onrechte niet toewijzen woning
1
1 (doorgestuurd naar bezwaar en beroepscommissie)
Huurverhoging Niet eens met beleid BrabantWonen
1
1
Technische klachten Wateroverlast in kelders, beschadigingen na renovatiewerkzaamheden
3
3
Mutatie Woning niet in deugdelijke staat opgeleverd (vloer niet afdoende geëgaliseerd)
1
1
ZAV Geen toestemming ZAV
1
1
Urgentieverzoeken Niet eens met afwijzing
2
2
Bejegening Gemaakte afspraken niet nakomen, niet handelen overeenkomstig gepubliceerd beleid
2
Sociaal beheer Geluidsoverlast door buren, geluidsoverlast door werkzaamheden in aangrenzende woning, overlast in verband met hondenpoep, overlast van asociale buurman
6
1
17
3
Aard van de klacht
Totaal
181
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Openstaand
Alsnog naar tevredenheid afgehandeld door BrabantWonen
2
5
2
12
Afhandeling van de klachten Werkwijze van de Klachtencommissie De werkwijze van de Klachtencommissie staat beschreven in het reglement Klachtencommissie. Dit reglement is op de website van BrabantWonen gepubliceerd. De Klachtencommissie is in 2014 twee keer bij elkaar geweest voor de reguliere vergaderingen. Daarnaast heeft de jaarlijkse vergadering met het bestuur plaatsgevonden. Tijdens deze vergadering heeft het bestuur de plannen voor het komende jaar toegelicht, evenals de reorganisatie binnen BrabantWonen. Ook is er met elkaar van gedachten gewisseld over de (mogelijke) gevolgen van de nieuwe Herzieningswet. Van de klachten die alsnog naar tevredenheid van de klager zijn afgehandeld door BrabantWonen ontvangen de leden van de Klachtencommissie het dossier. Zij blijven daarmee op de hoogte van de aard van de klachten die binnenkomen en de wijze van afdoening daarvan door BrabantWonen.
Conclusie In 2014 zijn meer klachten ontvangen dan in 2013 (10). De Klachtencommissie is echter minder vaak bij elkaar geweest. Er zijn geen bijzonderheden te melden ten aanzien van de (wijze van) afhandeling van de klachten. Noot: klachten over de woningtoewijzing in ’s-Hertogenbosch worden door de Klachten- en Beroepscommissie van WoonService behandeld.
182
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Bijlage 3: Gegevens BrabantWonen
183
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Statuten Stichting BrabantWonen is voortgekomen uit een juridische fusie van haar rechtsvoorgangers Bouwvereniging Sint Willibrordus uit Oss en Stichting Hertoghuizen uit ‘s-Hertogenbosch. De statuten van BrabantWonen zijn voor het laatst gewijzigd op 18 mei 2011.
Adresgegevens Stichting Stichting BrabantWonen Venusstraat 2 5345 LP Oss Postbus 151
5340 AD Oss
Directieteam Algemeen directeur
De heer ir. H.M.H. Windmüller
Directeur Vestiging ‘s-Hertogenbosch
Mevrouw M. Buursink
Directeur Vestigingen Oss en Maatschappelijk Vastgoed De heer H.G.P.F. Roozendaal Directeur Bedrijfsvoering
De heer drs. S.F.L. Kunkels RA
Raad van Commissarissen De gegevens van de commissarissen zijn opgenomen in het verslag van de Raad van Commissarissen
Kamer van Koophandel BrabantWonen is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Oost-Brabant onder het nummer 16024144 De stichting wordt aangeduid onder de handelsnaam BrabantWonen en heeft het nevenstaande logo/beeldmerk.
Bankgegevens Rabobank NL58 RABO 0140 4008 85
184
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
Adresgegevens Website: www.brabantwonen.nl E-mail:
[email protected]
BrabantWonen vestiging Oss en vestiging Maatschappelijk Vastgoed Bezoekadres: Venusstraat 2, 5345 LP Oss Postadres: Postbus 151, 5340 AD Oss Telefoon: (0412) 66 49 11 BrabantWonen vestiging ’s-Hertogenbosch Bezoekadres: Graafseweg 294, 5213 AS ’s-Hertogenbosch Postadres: Postbus 1703, 5200 BT ’s-Hertogenbosch Telefoon: (073) 681 45 00 BrabantWonen Bestuur en Bedrijfsvoering Bezoekadres: Wethouder van Eschstraat 58, 5342 AD Oss Postadres: Postbus 151, 5340 AD Oss Telefoon: (0412) 66 49 11 Persvoorlichting: (0412) 66 49 88
Werkgebied Het werkgebied van BrabantWonen is in de statuten van de stichting vastgelegd. Het betreft de gemeenten: Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Bernheze, Landerd, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, Ravenstein, Sint-Anthonis, Sint-Oedenrode, Uden, Veghel, ’s-Hertogenbosch, Boxtel, Haaren, Schijndel, Sint-Michielsgestel, Vught en Heusden en Lelystad.
185
Jaarverslag 2014 Stichting BrabantWonen
BrabantWonen wil als woningcorporatie een voortrekkersrol vervullen. In deze rol wil BrabantWonen, samen met anderen, de leefbaarheid van buurten verbeteren, goede voorzieningen voor zorg en welzijn realiseren en bewoners ondersteunen in hun persoonlijke groei. We herstructureren wijken en ontwikkelen nieuwbouw. Daarmee bieden we keuzevrijheid in kwalitatief goede en betaalbare woningen en woondiensten. We verhuren, onderhouden, renoveren en bouwen. Met ruim 15.000 woningen, kantoren, winkels en garages in de gemeenten ’s-Hertogenbosch en Oss is ons aanbod breed en gevarieerd. Vanuit twee zelfstandige vestigingen en een centrale organisatie werken ruim 200 medewerkers samen met voornamelijk lokale partners aan een prettige woonomgeving voor onze bewoners.
Vestiging ’s-Hertogenbosch Graafseweg 294 5213 AS ’s-Hertogenbosch (073) 681 45 00
Vestiging Oss Venusstraat 2 5345 LP Oss (0412) 66 49 97 Incasso (0412) 66 49 98 Markt & Voorraad (0412) 66 49 99 Servicebureau (0412) 66 49 11 Algemeen www.brabantwonen.nl
iedereen lekker wonen