Jaarverslag 2014 Stichting OOZ

Jaarverslag 2014 Stichting OOZ

Printversie Jaarverslag 2014 - Stichting OOZ

1

Jaarverslag 2014 Stichting OOZ Dit is een printversie van het digitale Jaarverslag op www.jaarverslagooz.nl

Voorwoord Een jaar in beeld van Stichting Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio. Met deze online versie van het jaarverslag 2014 geef ik u zicht en toelichting op ons beleid en op de bereikte resultaten. Mooie resul taten, waar alle medewerkers zich met overtuiging en een duidelijke visie voor hebben ingezet. Net zoals we richting geven aan ons onderwijs, heeft ook ons jaarverslag een hedendaagse, toekomst gerichte vorm. Blader, scroll en swipe er doorheen. Wij wensen u veel leesplezier!

Rita Damhof, Voorzitter College van Bestuur

“Stichting OOZ wil een top onderwijsorganisatie zijn”

2014 in Hoofdlijnen Stichting OOZ bereidt zich voor op het onderwijs van de toekomst. Met een duidelijke koers zijn in 2014 concrete stappen gezet om ambities vorm te geven. Daarbij waren de focuspunten uit het strategisch beleidsplan ‘Nu leren voor straks’ (ICT, Professionalisering en Ketenverbinding) leidend en richtinggevend. Bovendien zijn de onderwijsopbrengsten goed op orde. De zichtbare verhoging van deze opbrengsten leidt (nog) niet tot een stijging van het aantal leerlingen. De lichte daling, als gevolg van krimp, vraagt een nog sterkere focus op de zichtbaarheid van onze kwaliteiten en op de breedheid van ons totale aanbod, datgene wat Stichting OOZ wat zo onderscheidend maakt. De financiële positie van Stichting OOZ is stevig. Het financiële resultaat ontwikkelt zich in 2014 anders dan begroot, onder invloed van overheidshandelen. Het resultaat op de normale bedrijfsvoering is gunstiger dan verwacht, maar dit voordeel wordt teniet gedaan door de grote financiële impact van twee, onderstaande, ontwikkelingen.

Tijdens de begroting van 2014 - was er onduidelijkheid over de financiering van het buitenonderhoud in het Primair Onderwijs. Door grote leegstand en om het benodigd onderhoud voor komend jaar op technisch verantwoorde wijze uit te kunnen voeren, is er een omvangrijke extra toewijzing van geld (dotatie) nodig aan de voorziening ‘Groot Onderhoud’. - is een meerjaren planning en budget opgenomen voor nodige ICT investeringen. Deze vonden echter in eerder dan gepland plaats en meer dan gecalculeerd voor 2014. Dit leidt echter niet tot overschrijding van het totale ICT budget voor de gehele periode van drie jaar.


2

A.1 Verslag Raad van Toezicht De Raad van Toezicht van Stichting OOZ houdt integraal en onafhankelijk toezicht op het functioneren van de organisatie en het College van Bestuur. Het toezicht betreft strategiebepaling en -uitvoering, het gevoerde beleid en beleidsaangelegenheden voor de toekomst. In relatie tot deze thema’s fungeert de Raad van Toezicht ook als klankbord voor het College van Bestuur. Leidraad bij het toezicht is de missie van Stichting OOZ.

Samenstelling Raad van Toezicht in 2014 De leden hebben allen een maatschappelijke inbedding, met ieder een eigen aandachtsgebied. Samen kunnen zij het onderwijsveld volledig en diepgaand overzien. Daarbij werken zij in overeenstemming met de code “Goed Onderwijsbestuur” in het voortgezet onderwijs en met een toezichtskader.


3

Bijeenkomsten en werkbezoeken De Raad van Toezicht heeft in 2014 vier maal regulier vergaderd in aanwezigheid van het College van Bestuur en de bestuurssecretaris. Ook het Hoofd Financiën en enkele Algemeen Directeuren Onderwijs waren hier deels bij aanwezig. In 2014 zijn er ook twee themabijeenkomsten georganiseerd rond krimp en strategische samenwerking. Verder hadden de voorzitters van de Raad van Toezicht en het College van Bestuur regelmatig bilateraal vooroverleg. De vergaderingen vonden plaats op basis van een vooraf vastgestelde verantwoor dingskalender. Deze verantwoordingskalender volgend zijn de reguliere tussentijds financiële rapportages besproken en met meer diepgang de verantwoordingsgebieden met betrekking tot de sectoren PO, VO, SO en huisvesting. De volgende onderwerpen kwamen naast de verantwoordingsrapportages aan de orde: Financiën De Raad heeft ingestemd met de begroting voor 2014 en de jaarrekening over 2013. Ook heeft zij de meer jarenbegroting 2015-2017 goedgekeurd. De Raad van Toezicht besloot in 2014 de eeuwigdurende vordering op OC&W op te heffen en de extra baten in te zetten voor de subsidiedoeleinden conform het Herfstakkoord. Tevens besloot de Raad van Toezicht om over te gaan tot overheveling van activa en passiva van Stichting Zorgstructuur VO IJssel-Vecht aan Stichting Landstede Krimp Naar aanleiding van adviesrapportages geeft de Raad van Toezicht haar goedkeuring met betrekking tot het starten van een proces, waarin onder de grootst mogelijke zorgvuldigheid de (on)mogelijkheden van het omgaan met krimp onderzocht gaat worden. Raad van Toezicht Naar aanleiding van de overgang naar een Stichting heeft de Raad van Toezicht besloten om alle zittingstermijn die op of na 1 januari 2013 aflopen met één jaar te verlengen. Mevrouw de Greef heeft op basis van het rooster van aftreden afscheid van de Raad van Toezicht genomen per 31 december 2014. De remuneratiecommissie van de Raad van Toezicht zal samen met de vertegenwoordiging vanuit de inspraak de Benoemings Adviescommissie vormen voor de werving en selectie van een nieuw lid, waarbij mevrouw Damhof als ambtelijk secretaris zal optreden. De themabijeenkomst die in juni plaats vond, stond in het teken van de nieuwe strategische visie, waarbij met actieve werkvormen een verdieping werd gemaakt op de onderwerpen ‘onderwijs’, ‘merkwaarde en proposi tie’ en ‘organisatie ontwikkeling’. Het samen optrekken rondom de strategische visie resulteerde in december 2014 in een goedkeuring van de Raad van Toezicht op de strategische visie voor de komende jaren, Koers & Ambities 2015-2018 genaamd. Na vrijwel elke vergadering heeft de Raad van Toezicht tijd genomen voor een zelfevaluatie. Dit op voorgang van de geplande uitgebreide zelfevaluatie volgend jaar. De Raad van Toezicht vindt betrokkenheid bij het onderwijs belangrijk. Daarom bezoekt zij ook andere bijeen komsten, zoals de jaarlijkse nieuwjaarsreceptie. Ook laat de Raad van Toezicht zich regelmatig bijpraten en -scholen als het gaat om de laatste trends op gebied van toezicht en bijvoorbeeld risicomanagement. De Raad van Toezicht vindt het belangrijk om regelmatig met betrokkenen over openbaar onderwijs te spreken. Zo is in februari 2014 met de onderwijswethouders van de gemeenten Zwolle, Dalfsen, Ommen en Hattem gesproken over het thema krimp. In 2015 zal de Raad van Toezicht voortborduren op de bijeenkomsten met de eerder genoemde gemeentes en de gemeenschappelijke inspraakorganen. De Raad van Toezicht dankt het College van Bestuur van Stichting OOZ voor de plezierige samenwerking. Er is waardering voor de ruim 1.300 medewerkers van Stichting OOZ die adequaat openbaar onderwijs voor de ruim 11.200 leerlingen verzorgen. De Raad van Toezicht wenst medewerkers, leerlingen en ouders veel plezier en toewijding toe bij het geven en volgen van openbaar onderwijs in 2015.


4

Commissies

Namens de Raad van Toezicht, Mevrouw H.F. Kruize MGM, voorzitter

De Raad van Toezicht van Stichting OOZ kent een financiële commissie en een remuneratiecommissie. De financiële commissie is in 2014 vier maal in overleg getreden met het hoofd Financiën. De commissie had een voorbereidende taak en richtte zich op: - de reguliere planning- en controlcyclus, leidend tot de jaarrekening en de begroting; - naleving van de aanbevelingen van de externe accountant; - de werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen. Leden: de heer Diepenhorst en de heer Kenkhuis. De remuneratiecommissie is, als commissie, twee keer bijeen geweest. Ook als aandachtsgebied tijdens de reguliere vergaderingen, hield zij zich in 2014 bezig met: - de benoeming van leden van de Raad van Toezicht en het College van Bestuur; - het functioneren van de Raad van Toezicht en het College van Bestuur; - het werkgeverschap ten aanzien van het College van Bestuur; - de honorering van de Raad van Toezicht. Leden: mevrouw Kruize en mevrouw Van Gemeren. Beide commissies zijn adviserend. Mede op basis van de adviezen en bevindingen van de commissies komt de Raad van Toezicht tot een eigen oordeel.


5

Vergoedingen Raad van Toezicht Conform de richtlijnen van de VTOI, bedragen de vacatiegelden voor de leden van de Raad van Toezicht - inclusief BTW - per 1 januari 2014 € 9.150 (voorzitter) en op € 6.100 (lid) per jaar. Vooralsnog wordt geen gebruik gemaakt van de extra toelagen voor commissieleden. Reis- en verblijfskosten kunnen gedeclareerd worden bij Stichting OOZ. De vergoedingen zijn weergegeven in het model Wet Normering Topinkomens in het jaarrekeningge deelte.


6

Nevenfuncties Raad van Toezicht Hoofdfunctie(s)

Nevenfunctie(s)

mevr. H.F. Kruize

- Voorzitter College van Bestuur OSG Hengelo

- Lid Raad van Toezicht Driezorg

- Directeur Conel BV

- Lid Raad van Toezicht AOC de Groene Welle

- Lid Raad van Commissarissen SWZ

mevr. mr. S. van Gemeren - Boelhouwer

- Voorzitter Raad van Commissarissen Viverion

- Zelfstandig gevestigd onder de naam Adviesbureau van Gemeren (Juridisch Bedrijfsadvies)

- Vicevoorzitter Raad van Commissarissen Baston Wonen

dhr. drs. J.A. Diepenhorst

- Directeur Academie voor Pedagogiek en Onderwijs Hogeschool Saxion

- Lid Raad van Toezicht Openbare Bibliotheek Deventer e.o.

- Voorzitter Tech Your Future Hogeschool Saxion

- Lid Lokale Adviesraad Etty Hillesum

dhr. F.J. Markerink MMC

(vo-scholen in Deventer)

- Mede eigenaar IJsselvliet Organisatieadviseurs - Member of board of advisors Amsterdam Centre of Management Consulting

- Lid Raad van Toezicht van het CIBAP - Voorzitter werkveldadviescommissie P&A Hogeschool Windesheim dhr. drs. H.J.M. Kenkhuis

- Directeur / Voorzitter Raad van Bestuur a.i. Mikz kinderopvang - Voorzitter Federatie Amateurvoetbal Zwolle

- Eigenaar-Directeur WLA-Interimmanagement - Voorzitter Zwolsche Boys

- Lid Bestuur Paasheuvelgroep

Bovenstaande is een weergave van de situatie op 31 december 2014.


7

Missie Voor elk kind een plek creëren om zijn/haar talenten zo goed mogelijk te ontwikkelen, in een vertrouwde en kansrijke omgeving waar eigenheid de hoofdrol speelt. Stichting OOZ is zichtbaar, lerend en sociaal actief in de maatschappij. De school is een leefgemeen schap binnen de samenleving, gericht op de beste voorbereiding en de meest brede ontwikkeling.


8

Missie, Visie en Kernwaarden In het Strategisch Beleidsplan zijn de volgende missie, visie en kernwaarden leidend: - Voor elk kind een plek om zijn talenten zo goed mogelijk te ontwikkelen. - Met drie sectoren - PO, VO en SO - beschikken leerlingen van 4 tot 21 jaar over een doorlopende leerlijn. - Stichting OOZ is zichtbaar, lerend en sociaal actief in de maatschappij. De school is een leefgemeenschap binnen de samenleving. De school biedt programma’s aan, waarin leerlingen hun maatschappelijke vaardigheden kunnen oefenen en toepassen. Stichting OOZ bereidt jongeren voor op vervolgonderwijs, arbeid en actieve maatschappelijke participatie. - Stichting OOZ is professioneel in denken en doen. Talentontwikkeling van medewerkers is ingebed in ons Integraal Personeel Beleid. Ontmoetingen tussen professionals inspireren tot leren van elkaar. - De scholen van Stichting OOZ zijn open voor iedereen. Ieder kind, ongeacht geloof, afkomst of herkomst vindt bij ons een eigen, fijne plek. Kleurrijk onderwijs gaat voor ons dan ook over diversiteit. De eigen onderwijskundige identiteit van onze PO- en VO-scholen bieden ouders bovendien de mogelijkheid om te kiezen. Zo maken we samen de beste start voor onze leerlingen.


9

A.2 Bestuursverslag Zo open als ons onderwijs is, zo open zijn wij ook over ons beleid en onze resultaten. Stichting OOZ geeft graag een juist en volledig beeld van de keuzes die wij maken, de beslissingen die wij nemen en de resultaten die daaruit voortkomen. Daarin laten we ons leiden door het strategisch beleidsplan ‘Nu leren voor later’ en door onze nieuwe ‘Koers & Ambities’, waarvan we de basis in 2014 hebben gelegd. Om onze plannen waar te maken hebben wij heel concrete doelen verbonden aan drie belangrijke focuspunten: ketenverbinding, professionalisering en ICT.


10

Ketenverbinding Beleid Leren en ontwikkelen in één doorgaande lijn. Stichting OOZ maakt het mogelijk door alle schakels binnen ons openbaar onderwijs te verbinden. Primair, Voortgezet en Speciaal Onderwijs, we hebben het in huis en bieden daarmee veel meerwaarde. Het doel van deze ketenbenadering is om leerlingen onafgebroken voor te bereiden op volgende stappen in de ontwikkeling en natuurlijk op later. We verbinden voorschoolse educatie met ons Primair en Voortgezet Onderwijs, en zetten de lijn verder door richting mbo, hbo en universiteit. Resultaten Dat deze doorgaande leerlijnen herkend en gewaardeerd worden zien we in een duidelijke groei van het aantal leerlingen dat doorstroomde van Primair naar Voortgezet Onderwijs. Was dit in 2013 66%, in 2014 zette 71% de leerlijn door binnen OOZ. Leerlingen mogen hierbij rekenen op een goede aansluiting op kernvakken (zoals taal en rekenen) door een betere inhoudelijke afstemming tussen PO en VO docenten en mentoren. Zij begeleiden de leerling in het brugjaar zelfs samen. Een ander succesvol resultaat zijn de Cnopius klassen. In samenwerking met de Stroming biedt deze bovenschoolse lesvoorziening coaching en een aanvullend programma voor hoogbegaafde leerlingen. Zij ontmoeten elkaar 4 uur per week onder begeleiding van een gespecialiseerde groepsleerkracht. Met netwerkbijeenkomsten en onderwijscafés voor alle OOZ-collega’s creëren draagvlak, deel- en inspiratiemomenten. Deze bijeenkomsten worden georganiseerd in samenwerking met de OOZ Academie.


11

Professionalisering Beleid De OOZ Academie heeft naast haar verbindende rol vooral ook een belangrijke functie in de verdere professionalisering van onze medewerkers. Ingericht door kwartiermakers uit al onze onderwijssectoren biedt de Academie inspirerende bijeenkomsten, betaalde trajecten en e-learning programma’s. Volledig afgestemd op opbrengstgericht werken en de invoering van passend onderwijs. Resultaten In 2014 namen meer dan 450 medewerkers deel aan de trajecten. Hiervan volgden ruim 100 medewerkers specifieke cursussen, waren er meer dan 100 bezoekers aanwezig bij de bijeenkomsten en inmiddels volgen al meer dan 250 medewerkers de e-learning cursussen.


12

ICT Beleid De digitale en online wereld is voor de leerling van nu een vanzelfsprekende omgeving. Onze onderwijsomgeving is er inmiddels op ingericht. In 2012 is gestart met het bouwen van een stevig en kosteneffectief digitaal fundament. Resultaten Onder begeleiding van Heutink ICT is het primair onderwijs in 2014 gemigreerd naar een gezamenlijk systeem. Deze ICT infrastructuur heeft een goede prijs kwaliteit verhouding. Voor de ICT structuur binnen het voortgezet onderwijs heeft Switch BV de migratie in gang gezet. In 2015 zal de volledige migratie (waaronder de overstap naar één e-mailomgeving) zijn afgerond en werkt elke school met één OOZ systeem. Ook de keuze voor Office 365 draagt bij aan een meer efficiënte en effectieve communicatie binnen OOZ. De goede ICT infrastructuur maakt het voor scholen mogelijk om te investeren in toegepaste ICT in de klas. Zo geven we samen alle ruimte aan ons onderwijs van de toekomst.


13

Onderwijsopbrengsten Hoewel onze leerlingen de prestaties leveren, zijn het onze scholen die de voorwaarden creëren om die resultaten - de onderwijsopbrengsten - te bereiken. Daarom komen we elk jaar met nieuwe ideeën en kansrijke voorwaarden. We houden vast wat goed is en laten los wat niet werkt. Onze inspanningen zijn zichtbaar en meetbaar in het gedrag, plezier en in de resultaten van ieder kind en elke school. De opbrengsten in het Primair Onderwijs worden gemeten op basis van de gemiddelde schoolscores op de (Cito-)eindtoets. In onderstaande grafiek is per school weergegeven of de gemiddelde Cito-score op of boven de bovengrens ligt (blauw), op of boven het landelijk gemiddelde (groen), op of boven de ondergrens (oranje) of eronder (rood).

Daarbij zijn de scholen in de grafiek opgenomen op volgorde van het percentage gewichtenkinderen. Van de scholen die de Cito-eindtoets hanteren is (met de klok mee) de Florens Radewijnsschool de school met het laagste percentage gewichten en de Toonladder met het hoogste percentage. Op dit moment hebben alle basisscholen van Stichting OOZ het basisarrangement van de Inspectie. Bij drie scholen lijkt de onvoldoende opbrengst van dit schooljaar incidenteel. Bij Obs Het Festival geldt een specifieke situatie. De school bestaat nog niet lang, wat betekent dat de leerlingen in de hoogste klassen niet hun hele schoolloopbaan op de school hebben doorgebracht. Van de zij-instromende leerlingen heeft een relatief groot gedeelte een specifieke zorgbehoefte. Deze situatie geldt ook de komende jaren nog en zal naar verwachting leiden tot minder hoge resultaten dan op het eerste gezicht van de school verwacht zou worden. Analyse op groepsniveau in de onderbouw, waar leerlingen hun hele loopbaan al op deze school zitten, wijst uit dat daar de opbrengsten goed op orde zijn. In het VO worden de opbrengsten door de Inspectie beoordeeld per locatie en per onderwijssoort, dus afzonderlijk voor VMBO, HAVO en VWO. Stichting OOZ kent, verdeeld over zeven locaties, 16 schoolsoorten. Iedere schoolsoort wordt beoordeeld aan de hand van vier indicatoren, waarvan er gemiddeld over drie jaren maximaal één onvoldoende mag zijn. De indicatoren zijn: onderbouw rendement, bovenbouwrendement, het relatieve cijfer van het Centraal Examen en de afwijking tussen het Schoolexamen en Centraal Examen.


14

School

Schoolsoort

Oordeel Inspectie

Slaag percentage

Gem. Cijfer CE

school landelijk

school landelijk

school landelijk

Capellen Zwolle

VWO

Voldoende

94,6% 89,9%

6,5

0,03

Celeanum

VWO

Voldoende

95,2% 89,9%

6,9 6,4

-0,15 0,20

Thorbecke

VWO

Voldoende

100% 89,9%

6,9 6,4

-0,15 0,20

Capellen Dedemsvaart

HAVO

Onvoldoende

95,2% 88,0%

6,2

6,4

0,4

0,00

Capellen Wijhe

HAVO

Voldoende

95,7% 88,0%

6,8

6,4

-0,43

0,00

Capellen Zwolle

HAVO

Voldoende

89,4% 88,0%

6,4

6,4

-0,04

0,00

Thorbecke

HAVO

Voldoende

93,5% 88,0%

6,6 6,4

-0,2

0,00


VMBO TL

Onvoldoende

100%

93,5%

6,5

6,4

0,12

0,10

Capellen Wijhe

VMBO TL

Voldoende

94,0% 93,5%

6,4

6,4

-0,04

0,10

Capellen Zwolle

VMBO TL

Voldoende

91,4% 93,5%

6,3

6,4

0,03

0,10

Capellen Elburg

VMBO TL

Voldoende

87,0% 93,5%

6,4

6,4

-0,03

0,10

Thorbecke

VMBO TL

Voldoende

97,0% 93,5%

6,6

6,4

-0,13

0,10


VMBO BB

Voldoende

100%

97,0%

7,1

6,7

-0,31

-0,20

Thorbecke

VMBO BB

Voldoende

97,6% 97,0%

6,8

6,7

-0,34

-0,20


VMBO KB

Voldoende

100%

95,0%

6,3

6,3

0,13

0,10

Thorbecke

VMBO KB

Voldoende

94,4% 95,0%

6,4

6,3

0,17

0,10

6,4

Verschil SE- CE 0,20

De afdelingen VMBO TL en HAVO van de Zeven Linden in Dedemsvaart scoren onvoldoende op twee indicatoren en staan daarom onder verscherpt toezicht van de Inspectie. Bij aanvang van het schooljaar 2013-2014 heeft de Inspectie geconstateerd dat er in de voorgaande drie schooljaren het maximale is geïnvesteerd om tot voldoende opbrengsten te komen.


15

Passend Onderwijs Alle kinderen verdienen een plek waar ze zich thuis voelen. Een omgeving die ruimte geeft aan hun talenten, mogelijkheden en eventuele beperkingen. Stichting OOZ heeft als doel om elk kind passend onderwijs te bieden, zoveel mogelijk vanuit het reguliere onderwijs. Want daar zijn ook kinderen die wat extra aandacht nodig hebben heel goed op hun plek. Daar zorgen we voor, door extra ondersteu ning en kansrijke samenwerkingsverbanden. Primair Onderwijs Regulier als het kan, speciaal als het moet. Dat is de gedachte achter het Samenwerkingsverband 2305 PO (SWV 2305 PO). Binnen dit samenwerkingsverband hebben vier collega-schoolbesturen een con venant gesloten, waarmee we samen vorm en inhoud aan passend onderwijs geven binnen en tussen basisscholen. Schoolbesturen werken samen om vanuit hun eigen ondersteuningsprofiel expertise uit te wisselen en krachten te bundelen. Kosten voor het Speciaal Basis Onderwijs worden gedeeld en er wordt gezamenlijk gekeken naar oplossingen op maat. In de regie Ommen vallen de scholen van Stichting OOZ onder het SWV 2304 PO. Schooljaar 2014-2015 is voor Stichting OOZ een financieel overgangsjaar. In dit jaar geven wij vorm aan de structurele financiering van passend onderwijs. Tot het volgende schooljaar houden we vast aan de zorg van vóór de invoering van SWV 2305. Daarmee zetten we zowel lichte als zware zorg voort en krijgen alle leerlingen de extra ondersteuning op hetzelfde niveau. De Tijdelijke Commissie Arrangeren behandeld aanvullende aanvragen voor (groepen) leerlingen die net geen indicatie hebben. Hiervoor is een apart budget gereserveerd. Een Dienstencentrum binnen het PO biedt ondersteuning aan scholen door te bekijken hoe zij planma tig te werk gaan en wat de mogelijkheden zijn om complexe en risicoleerlingen te signaleren. Scholen bepalen en verantwoorden vervolgens zelf de inzet. Voor arrangementen buiten de school (SBO en SO) is Stichting OOZ aangesloten bij de Zwolse Commissie Toewijzing Toelaatbaarheid (CTT). Voortgezet Onderwijs Ook voor de leerlingen van ons voortgezet onderwijs hebben wij gekozen voor SWV 2305. Daarmee bieden we ook hen de nodige extra ondersteuning binnen de vertrouwde omgeving van de school. Een deel van de ambulante dienstverlening hebben we in dienst genomen (‘opting out’). Hiermee is de zorg beschikbaar onder eigen dak en binnen handbereik voor de leerlingen die het nodig hebben. Voor de organisatie, coördinatie en verdere ontwikkeling van passend onderwijs binnen ons VO zijn twee kwartiermakers benoemd. Tevens onderhouden zij contacten met directeuren van OOZ-scholen, met het SWV en indien nodig of gewenst met externe (regionale) organisaties. De Zeven Linden in Dedemsvaart en het Van Kinsbergen College in Elburg vallen respectievelijk onder het SWV Noord-Oost-Overijssel en Noord-West-Veluwe en zijn daardoor gebonden aan de afspraken en geldstromen aldaar. Beide samenwerkingsverbanden kozen niet voor opting out, waardoor de experti se niet rechtstreeks in de scholen beschikbaar komt. (Voortgezet) Speciaal Onderwijs Op dit moment is Onderwijscentrum De Twijn nog verantwoordelijk voor de ambulante begeleiding. Vanaf schooljaar 2015-2016 wordt dit overgenomen door de SWV’s. Vooralsnog gaan SWV’s niet of nauwelijks over tot het in dienst nemen van experts, maar sluiten zij liever contracten af met de (V) SO-scholen. Hierdoor blijft het risico bij De Twijn en blijft het personeel in dienst van Stichting OOZ. De Twijn probeert in al haar 13 samenwerkingsverbanden goede afspraken te maken. Zo zorgt ze ervoor dat expertise behouden blijft en na 2016 op een goede manier toegankelijk blijft voor de leerlingen die zorg nodig hebben. De Twijn bouwt ondertussen aan een intern expertiseteam met ambulante begelei ders die én lesgeven op De Twijn én inzetbaar zijn in de regio. Printversie Jaarverslag 2014 - Stichting OOZ

16

Personeel De leerling staat centraal bij alles wat wij doen. Echter, zonder onze leerkrachten is er simpelweg geen Openbaar Onderwijs Zwolle. Zij zijn het die de leerlingen inspireren, motiveren en begeleiden in de ontwikkeling van hun talenten. De leerkrachten worden daarin gefaciliteerd en uitgedaagd door de leidinggevende. Zo hebben alle medewerkers binnen Stichting OOZ een onmisbare rol en daar zijn we als organisatie heel zuinig op. Beleid In de begroting voor 2014 gaat Stichting OOZ uit van de volgende doelen: - Op 1 oktober 2014 voldoet Stichting OOZ aan de voorwaarden van de functiemix uit het Actieplan Leerkracht; - Voor het jaar 2014 wordt de gesprekkencyclus voor onze vaste medewerkers voor 100% uitgevoerd; - Over 2016 geeft Stichting OOZ 1,5% van de loonsom als out-of-pocket kosten uit aan scholing; - De norm voor het verzuimpercentage is vastgesteld op het landelijk gemiddelde ligt. Voor het Primair en Speciaal Onderwijs is het landelijk gemiddelde 6%, voor het Voortgezet Onderwijs 5%. Resultaten Functiemix Er zijn grote stappen gezet in de ontwikkeling van de functiemix, waardoor de meeste doelstellingen van de functiemix zijn gerealiseerd. Functiemix

Docent-functie

2011 2012 2013 2014

Primair Onderwijs

LB

15% 19% 22% 31%

Primair Onderwijs LC

2%

Speciaal Onderwijs

LC

11% 11% 23% 23%

Gymnasium Celeanum LC

20% 22% 16% 17%

Gymnasium Celeanum LD

32% 27% 36% 38%

Thorbecke Sg.

LC

18% 22% 24% 21%

Thorbecke Sg.

LD

15% 18% 16% 23%

Van der Capellen Sg.

LC

16%

18%

19%

20%


LD

14%

15%

16%

16%


17

Bij het Primair Onderwijs is de grootste ontwikkeling zichtbaar, toch is het afgesproken percentage niet volledig gerealiseerd. Met nog een aantal collega’s in opleidingstrajecten zal het percentage in 2015 wel gerealiseerd kunnen worden. De totale sector PO in Nederland heeft een percentage gerealiseerd van ruim 20%. Bij het Speciaal Onderwijs zijn de streefcijfers ruim gehaald. In Voortgezet Onderwijs is er sprake van een diffuus beeld. Het Gymnasium Celeanum heeft het percentage nu niet gerealiseerd. Daarbij is relevant dat door uitoefening van het zogenaamde entreerecht komend schooljaar meer docenten in LD-functies zullen worden benoemd dan in het convenant ‘Actieplan Leerkracht’ is beschreven. Bij Thorbecke Sg. is de locatie voor MAVO-HAVO-VWO het streefpercentage gehaald. Op de andere locatie is bij het VMBO de score nog iets onder het sector gemiddelde. Bij de van der Capellen Sg. is per locatie een verschillend beeld zichtbaar. De locaties in Zwolle en Elburg realiseren de streefpercentage en presteren daarmee duidelijk beter dan het landelijk gemiddelde. De kleinere locaties in Wijhe en Dedemsvaart hebben de gewenste mix in LC en LD docenten nog niet bereikt. De gesprekkencyclus kregen in 2014 meer aandacht door het verbinden van persoonlijke ontwikkeling aan de ontwikkeling van teams. Bij de teamontwikkeling schakelden scholen steeds vaker de deskundige begeleiding van de afdeling HR in. Alle ontwikkelingen konden hierdoor ook al ingezet worden in het kader van de nieuwe Koers & Ambities. Bij de teamontwikkeling wordt de samenstelling van het team ook betrokken. Stichting OOZ hanteert strategische personeelsplanning om te monitoren en sturen op de samenstelling. Onderstaande tabel geeft de opbouw personeelsbestand weer in aantallen voor de periode van 1 januari 2015 tot en met 1 januari 2020. Aantal FTE per leeftijdscategorie:

Op 1 januari 2015 zijn 150 medewerkers van OOZ 60 jaar of ouder. Een groot deel van deze groep medewerkers kan vanaf de leeftijd van 60 jaar keuzepensioen opnemen. De groep medewerkers van 60 jaar en ouder groeit in de periode tot en met 1 januari 2020 naar bijna 29% van het totale personeelsbestand.


18

Scholingsbudget Met de succesvolle inrichting van de OOZ Academie is er een voordeel gerealiseerd in de kosten van scholing. De procentuele component van de scholing (alleen out-of-pocket kosten) is met 1% gelijk aan vorig jaar. Door de veel lagere kosten per scholingsactiviteit is daarmee wel gerealiseerd dat er meer tijd aan professionaliseringsactiviteiten is besteed. Belangrijk punt is ook dat er meer kennisdeling zichtbaar is. Rond thema’s weten medewerkers van de verschillende scholen en staf elkaar meer en sneller te vinden. Verzuim De ontwikkelingen die het personeel nu laten zien bij Stichting OOZ - groei in functiemix en meer professionalisering - is ook zichtbaar in een verdere daling van het verzuim. In alle sectoren is het verzuimpercentage over 2014 lager dan de landelijke gemiddelden (2013: SO 7,0%, PO 6,5% en VO 5,0%).


19

Governance ‘Goed onderwijs, goed bestuur’. Het is de naam van de wet die de kwaliteit van onderwijs en het onderwijsbestuur garandeert. Voor ons, Stichting OOZ, vertelt het exact hoe wij omgaan met ons bestuurlijk handelen. Transparant, open, volgens de branchescodes ‘Goed Onderwijsbestuur’ in het voorgezet onderwijs en vanuit het bewustzijn dat we ons onderwijs inrichten met publieke middelen. Stichting OOZ heeft het interne toezicht daarom ook goed geregeld. De Raad van Toezicht ziet erop toe dat het bestuur haar taken vervult volgens de missie en de visie van onze organisatie. Het bestuur legt gedurende het jaar verantwoording af met drie managementrapportages en jaarlijkse diepte rapportages per sector. Ook zijn zij samen met het directieteam aanwezig bij de bijeenkomsten over de Koers & Ambities van Stichting OOZ. In het verslag van de Raad van Toezicht is meer informatie te vinden. Stichting OOZ maakt haar jaarverslag en jaarrekening openbaar door publicatie op de website. In het jaarverslag wordt in gegaan op: - de beloning en bestuur en toezichthouders; - de nevenfuncties van bestuur en toezichthouders; - de invulling van horizontale verantwoording; - de gehanteerde Planning & Control cyclus. Organisatiestructuur van Stichting OOZ op hoofdlijnen: Raad van toezicht

College van bestuur

Stafbestuur

3 scholen voor Voortgezet Onderwijs

2 scholen voor

28 scholen voor

en 1 school voor

Speciaal Onderwijs

Primair Onderwijs

Praktijkonderwijs

Een opsomming van alle OOZ-scholen en bijbehorende gegevens vindt u in de bijlage.


20

Horizontale verantwoording Stichting OOZ wil het graag goed doen. Liever nog doen we het beter. Daarom staat ons bestuur graag in direct contact met onze externe partners en belanghebbenden. Horizontale verantwoording gaat in onze ogen daarom verder dan ‘het afleggen van verantwoording’. Wij zien het als in gesprek gaan, reacties aanhoren en input krijgen. Deze ‘horizontale dialoog’ helpt ons beter werken en sluit ons verder aan op de wensen van onze directe omgeving. Ons bestuur gaat dan ook graag het gesprek aan met uiteenlopende partijen: - BLOZ: dit is een bestuurlijk overleg waarbij de Zwolse onderwijsbesturen. In dit platform stemmen de besturen gezamenlijk beleid af en voeren van daaruit overleg met de gemeente Zwolle. - Deltion: met deze Zwolse MBO instelling wordt op bestuurlijk niveau en op onderwijsactiviteiten samengewerkt met als doel het realiseren van een betere verbinding tussen het VMBO/VO en het MBO. Ook leerlingen van basisscholen nemen deel aan activiteiten op Deltion, zoals LEGO league. - Inspiratiesessies: deze sessies hebben in 2014 plaatsgevonden om samen met het management, personeel, ouders en leerlingen de leidende thema’s voor de komende jaren te bepalen. De sessies werden bijzonder gewaardeerd en heeft tot een brede betrokkenheid geleid bij het koersbepalingsproces. - Ouderpanels: ouders vormen een zeer belangrijke groep belanghebbenden voor Stichting OOZ. Samen met ouderpanels geven we invulling aan ons ‘educatief partnerschap’. - Scola: Scola is samenwerking in Elburg tussen besturen in het primair onderwijs, kinderopvang en voortgezet onderwijs. De besturen willen hun activiteiten in gezamenlijkheid aanbieden in één gebouw. De realisatie van de huisvesting is al in 2014 gestart en zal in 2015 tot een afronding komen. - Kinderopvangorganisaties: Stichting OOZ werkt intensief samen met deze organisatie in zogenaamde brede scholen en integrale kindcentra. Samen met hen willen we de keten versterken tussen voor-, tussen- en naschoolse opvang en het basisonderwijs. - Medezeggenschapsorganen: zie voor meer informatie het onderdeel ‘Medezeggenschap’. Overname taken ouderstichtingen In ons voortgezet onderwijs bestonden aparte ouderstichtingen die verantwoordelijk waren voor het organiseren van diverse activiteiten waarvoor een vrijwillige ouderbijdrage werd gevraagd. Leden van de medezeggenschap hadden vaak zitting in het bestuur van deze stichtingen. Vanaf 1 januari 2013 was de stichting SVF van der Capellen al opgeheven. Haar doelen en gelden zijn overgenomen door Stichting OOZ. Op 31 december 2014 zijn ook de stichtingen SVF Thorbecke en Diezer opgeheven. Ook hier zal de Stichting OOZ de activiteiten van deze stichtingen voortzetten. Klachten In juli 2014 werd een bezwaarschrift aan de Bezwaar Adviescommissie (BAC) voorgelegd. Dit bezwaar schrift betrof een leerling die niet aan de doorstroom criteria voldeed en daarom niet ingeschreven werd voor een andere leergang. De betreffende leerling is, op basis van het advies van de BAC, alsnog geplaatst in een leergang via het volwassenen onderwijs. In augustus 2014 ontving de BAC een bezwaarschrift van een medewerker. Middels het bezwaarschrift is bezwaar ingediend tegen het besluit van werkgever om geen arbeidstijduitbreiding te verlenen. Op basis van het advies van de BAC heeft het College van Bestuur in oktober 2014 besloten om het bestreden besluit in stand te laten. De Capellenborg te Wijhe en daarmee ook Stichting OOZ, is sinds mei 2013 verwikkeld in een zaak waarbij een derde partij bestuur en directie van de school aansprakelijk heeft gesteld. Stichting OOZ laat zich juridisch vertegenwoordigen in deze.


21

Medezeggenschapsorganen Het beleid binnen Stichting OOZ maken we niet alleen. Dat doen we met verschillende partijen, waar onder de medezeggenschapsorganen. De inbreng, meningen en ideeën die wij van hen krijgen is voor ons van groot belang. De organen krijgen alle ruimte om mee te denken en invloed uit te oefenen op uiteenlopende beleidsmatige onderwerpen. Goed onderwijs maak je immers samen. Stichting OOZ wordt bijgestaan door drie gemeenschappelijke medezeggenschapsraden: GMR Voortgezet Onderwijs, GMR Primair/Speciaal Onderwijs en de Personeelsraad. Elke GMR wordt ondersteund door een amb telijk secretaris. De GMR PO en de GMR VO overleggen elk apart ongeveer zeven keer per jaar met een vertegenwoordiging vanuit het CvB. De Personeelsraad overlegt ongeveer twee keer per jaar. De GMR-en zijn betrokken bij de besluitvorming rondom de begroting, het bestuursinzetplan en het vakantierooster. Daar komen jaarlijks nog diverse beleidsstukken bij. Zo is er in 2014 besloten over het veiligheidsplan, de werkkostenregeling, het profiel en de procedure voor de werving en selectie van een nieuw lid voor de Raad van Toezicht. Informeren en versterken In 2014 kwamen de GMR PO, GMR VO, de Personeelsraad en het CvB meerdere malen samen. Tijdens de bijeenkomsten werden de organen door het bestuur geïnformeerd over o.a. het begrotingsjaar 2015 en over de nieuwe Koers & Ambities. Er was ruimte om te discussiëren, van elkaar te leren en elkaars prioriteiten en visies te verkennen. Omdat niet alle scholen een vertegenwoordiging hebben in de GMR PO worden kort na elke vergade ring de schooldirecteuren en MR’en via een nieuwsflits geïnformeerd over de belangrijkste taken. In juni vond er een ‘GMR meets MR’-avond plaats om ook via deze weg het contact met de achterban zoals de algemeen directeuren PO en de coördinator van de Stroming - te versterken. De GMR doet meer Ook buiten de vergaderingen is de GMR PO actief. Ze denkt bijvoorbeeld mee in werkgroepen, zoals de werkgroep ‘Werkdruk’ (inmiddels omgedoopt tot werkgroep ‘Werkplezier’). Meerdere GMR leden zijn bovendien actief in de ondersteuningsplanraden van de nieuwe SWV’en voor passend onderwijs.


22

Financiële Analyse Een analyse van de financiële ontwikkelingen bij Stichting OOZ toont een aantal omvangrijke afwijkingen ten opzichte van de begroting aan. Deze zijn hoofdzakelijk het gevolg van handelingen van de overheid, één van de gesignaleerde en gevolgde risico’s. De exploitatie van het primaire proces verloopt in alle organisatie onderdelen gelijk aan of beter dan de begroting. Nadat de begroting 2014 is opgesteld, volgden de gelden uit de diverse akkoorden in 2013. Als gevolg hiervan kan een resultaat in 2013 geboekt worden van K€ 3.435. De overheid bepaalde dat de gelden uit de onderwijs akkoorden ten goede moeten komen aan het onderwijs. Stichting OOZ heeft daarom in 2013 een bestemmingsreserve gevormd. In het PO zijn de gelden uit de bestemmingsreserve opgegaan aan een verhoging van de dotatie van de onderhoudsvoorziening. De overheveling van het buitenonderhoud per 2015 blijkt bovendien negatie ver uit te pakken dan tot eind november 2014 verwacht mocht worden. Als gevolg hiervan is nogmaals een extra dotatie aan de onderhoudsvoorziening toegevoegd. Ook zijn in het PO jonge leerkrachten aangesteld ten laste van de bestemmingsreserve. De extra financiering van de groei in het SO wordt in tijdelijke uitbreiding van formatie geïnvesteerd. Het behoud van jonge leerkrachten en het handhaven van klasse omvang zijn in het VO de bestedings doelen van de bestemmingsreserve. Ook in de sector VO zijn negatieve resultaten zichtbaar, die het gevolg zijn van de besteding van gelden uit de bestemmingsreserves. Bovendien is er in 2014 geïnvesteerd in het opzetten van een goede zorgstruc tuur, waarbij ook mensen zijn overgenomen via de opting-out regeling van instellingen van het VSO. Bij Thorbecke Sg. is sprake van extra kosten door om de groei van het aantal leerlingen op te vangen. Bij het Bestuur - Stafbureau is zichtbaar dat er meer afstemming plaats vindt van de decentrale en centrale ondersteuning. Zo zijn de investeringen in het OOZ brede ICT systeem hier zichtbaar en zullen de kosten van systeembeheer bij de scholen dalen. Ook aanloopkosten van de inrichting van Passend Onderwijs komen deels bij het stafbureau tot uiting, het gaat hier om tijdelijke personeelskosten. Een andere belangrijke reden van de kostenstijging bij het Stafbureau zijn de kosten van strategische focuspunten (ICT, Professionalisering en Ketenverbinding) en kosten van sociaal flankerend beleid. Dit laatst genoemde beleid is erop gericht medewerkers naar een goede werkplek te begeleiden, binnen of buiten Stichting OOZ. Kengetallen 2014 Solvabiliteit ((EV+VZ)/TV) 59% Weerstandsvermogen ((EV+VZ)/TB) 20% Rentabiliteit (Resultaat/TB) -2,5% Liquiditeit (CR= (VA+LM)/KVV) 1,26 Kapitalisatiefactor 31%

2013 63% 22% 3,8% 1,59 33%

De financiële kengetallen die vooral uit de balans te herleiden zijn, duiden nog steeds op een financieel gezonde organisatie. De solvabiliteit komt uit op 59%. De Inspectie hanteert als ondergrens 30%, op basis van de financieringsmogelijkheden van openbaar onderwijs is voor Stichting OOZ een ondergrens van 50% het criterium. De liquiditeit komt uit op 1,26. Gerelateerd aan de norm van 1,0 kan Stichting OOZ op korte termijn prima aan haar kortlopende verplichtingen voldoen. Wel is dit kengetal verlaagd, door het negatieve resultaat over 2014 en door de omvang van de investeringen in ICT in 2014.


23

De kapitalisatiefactor is met 31% iets lager, het weerstandsvermogen zakt ook iets naar 20%. Ten aanzien van het weerstandsvermogen hanteert Stichting OOZ een norm van 19%. Regeling Beleggen en Belenen Onderwijsinstellingen mogen hun publieke reserves vermeerderen door ze op een spaarrekening te zetten of door deze bijvoorbeeld te beleggen. Hieraan zijn echter - en vanzelfsprekend - strikte regels aan verbonden. Eveneens vanzelfsprekend houd Stichting OOZ zich hieraan en hebben wij onze reser ves weloverwogen ondergebracht. Vrijwel alle liquide middelen zijn ondergebracht bij commerciële banken. De ING Bank, de Rabobank en, in beperkte mate, de SNS bank. De gelden staan op een rekeningcourant voor zover ze op korte termijn (korter dan 1 maand) nodig zijn voor het betalingsverkeer. De andere gelden staan op spaarrekeningen, waarbij ze direct opneembaar zijn. Een zeer beperkt deel van de liquide middelen is ondergebracht in een beleggingsdepot: een obligatie ‘6% Nederlandse Waterschapsbank’. Dit product is in overeenstemming is met de voorwaarden van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met betrekking tot publieke middelen (conform het treasurystatuut). De waardering op de balans is op basis van marktwaarde. De ongerealiseerde waar demutaties worden rechtstreeks in de staat van baten en lasten verantwoord.


24

Koers en Ambities 2015-2018 In 2014 legde Stichting OOZ een stevig fundament voor de nieuwe koers en ambities. Ook dat proces zagen we niet als een taak van directie alleen, maar vooral als een samenwerking met alle betrokken partijen waarmee we ons onderwijs van de toekomst maken. Toponderwijs van de 21e eeuw maak je met elkaar. Voor de vorming en invulling van de Koers & Ambities 2015 - 2018 werden in 2014 meerdere bijeenkomsten georganiseerd. Bijzondere en waardevolle momenten waarbij management, medewerkers, ouders en ook leerlingen werden betrokken, en waar de centrale thema’s werden benoemd en besproken. Met de input uit deze bijeenkomsten werden de thema’s uitgewerkt naar acties en prioriteiten. Daarmee kregen de Koers & Ambities concretere vorm en richting. Van focuspunt naar vertrekpunt Met het strategisch beleidsplan ‘Nu leren voor straks’ was er reeds een sterke basis voor de nieuwe richting die wij de komende jaren samen aan ons onderwijs geven. De drie focuspunten uit het plan ‘Ketenverbinding’, ‘Professionalisering’ en ‘ICT’ zijn inmiddels mooie vertrekpunten. Ze gelden als fundament voor onze koers en ambities voor de komende jaren. De koers gaat richting ons onderwijs van de toekomst, de ambitie is Stichting OOZ als toponderwijs instelling van de 21e eeuw. Vanuit de leidende thema’s ‘eigenaarschap’, ‘grenzeloos maatwerk’ en ‘21e eeuwse vaardigheden’ bereiden we kinderen met al hun talenten voor op later. Zo groeien ze elke dag dichter bij wie ze werkelijk zijn. Want daar gaat het om: worden wie je bent.


25

Continuïteitsparagraaf Beleid Stichting OOZ mag terugkijken op een bijzonder 2014. Het jaar kenmerkte zich door een ‘verschuiving van de beleidsfocus’. Het strategisch beleidsplan ‘Nu leren voor straks’ richtte zich op drie belangrijke punten: ketenverbinding, professionalisering en ICT. Met de aanzet voor de nieuwe Koers & Ambities 2014-2018 ligt de focus de komende jaren op eigenaarschap, grenzeloos maatwerk en 21e eeuwse vaardigheden. Daarmee bereiden we leerlingen met al hun talenten voor op later en geven we ze alle ruimte om te worden wie ze werkelijk zijn. De beleidsontwikkelingen ontmoetten elkaar in 2014 en komen elkaar weer tegen in de meerjaren begroting. Het jaar 2015 kunnen we zien als overgangsjaar: een jaar waarin de resultaten van ‘Nu leren voor straks’ geborgd worden en waarin we een start maken met activiteiten om de Koers & Ambities voor de komende jaren te realiseren. De omvangrijke investeringen voor ICT en de OOZ Academie kunnen in 2015 worden afgerond. Hiermee wordt een goede uitgangspositie gecreëerd voor de nieuwe Koers & Ambities. De komende jaren Ook is in 2015 nog sprake van het verder inzetten van de NOA-gelden die al in 2013 zijn ontvangen, waardoor er tekorten zichtbaar zijn. Een deel van deze extra middelen zijn in 2014 aangewend, een deel volgt in 2015 en 2016. In 2016 zet de verwachte daling van het leerlingenaantal door. Ondanks een verdere teruggang in personeel zal ook in dat jaar nog een tekort op de financiën zichtbaar zijn. Deze prognoses zijn gebaseerd op bekende externe trends en voorzichtige interne inschattingen daarvan. De teruggang in personeel en het tekort hebben geen invloed op de goede basiskwaliteit van ons onderwijs. Tot slot, in 2017 geeft de sector speciaal onderwijs als enige aan dat er een tekort op de begroting ontstaat. Dit nadat een aantal jaren een positieve begroting is overlegd. Voor Stichting OOZ houden de tekorten in de jaren 2015-2017 geen bedreiging in voor de financiële soliditeit. Het weerstands vermogen blijft, ten opzichte van de begroting 2013, op het gewenste niveau van 19 %. Daarmee is er nog steeds sprake van een financieel gezonde structuur. Ontwikkeling leerlingenaantal In Zwolle is (als één van de weinige Nederlandse steden) een groei van het totaal aantal leerlingen waarneembaar. In de regio geldt echter een krimp van de basispopulatie. Deze krimp zorgt voor daling van het totaal aantal leerlingen op de scholen van Stichting OOZ. Een verdere inhoudelijke realisatie van doorlopende leerlijnen door het project Ketenverbinding moet leiden tot een hoger doorstroom percentage van primair naar voortgezet onderwijs binnen Stichting OOZ. De prognoses zijn opgesteld door de schooldirecteuren, gecombineerde externe scenariomodellen en beschikbare leerling informatie van DUO, CBS en het Planbureau voor de Leefomgeving. De grafiek hieronder toont de totalen per sector.

Ontwikkeling Personeelskosten


26

Onderstaande grafieken laten zien dat de personeelskosten en het aantal fte vanaf 2015 sterk dalen. De daling tot en met 2017 is gerelateerd aan het afnemende leerlingenaantal. Daarbij wordt ook de flexibele schil aangewend om de teruggang in formatie op te vangen.

Vermogenspositie De grafiek hieronder toont de ontwikkeling van het weerstandsvermogen (een ‘buffer voor krappe tijden’) van Stichting OOZ in absolute omvang gerelateerd aan de totale baten. Door de extra baten in 2013 was de reservepositie en het weerstandvermogen tot een hoogtepunt gestegen. Stichting OOZ hanteert grenzen van 10% tot 40% van de exploitatieresultaten met een optimum van 20%. De extra middelen uit de onderwijsakkoorden kunnen op basis van deze uitgangs punten volledig ten goede komen aan het onderwijs. Op basis van de meerjarenbegroting is Stichting OOZ financieel gezond. Aan leerlingen en personeel kunnen we financiële continuïteit bieden. Waar nodig zetten we het weerstandsvermogen in om onze onderwijskwaliteit te waarborgen.


27

Meerjarige Balans Totaal OOZ

Begroting 2017

Begroting 2016

Begroting 2015

Begroting 2014

Rekening 2013

bedragen x € 1.000 Vaste activa

8.672 10.306 11.771 12.235 12.486

Vlottende activa

19.048 18.310 17.176 18.992 18.389

Totaal activa

27.720 28.616 28.948 31.228 30.875

Eigen vermogen

16.116 16.563 17.039 18.365 18.198

Voorzieningen

1.671 1.401 1.303 1.298 1.113

Kortlopende schulden 9.932 10.652 10.606 11.564 11.564 Totaal passiva

27.719 28.616 28.947 31.228 30.875

Meerjarenexploitatie Baten Rijksbijdragen

76.354 77.782 79.138 78.054 83.864

Overige overheidsbijdragen 326 339 350 418 576 Overige baten Totale baten

2.961 3.125 3.384 2.221 7.826 79.641 81.247 82.872 80.693 92.266

Lasten Personele lasten

67.342 68.721 70.882 67.578 71.478

Afschrijvingen

2.397 2.575 2.631 2.389 2.230

Huisvestingslasten 5.948 5.981 6.038 5.670 6.513 Overige instellingslasten 4.622 4.669 4.872 5.114 8.942 Totale lasten

80.309 81.946 84.423 80.751 89.164

Financiële baten en lasten 221 224 225 225 335 Resultaat

-447 -475 -1.327 167 3.437


28

Risicoparagraaf In deze paragraaf gaan we in op risico’s. Risico’s definiëren we als ‘doelstellingbedreigende factoren waar onvoldoende op kan worden geanticipeerd, omdat de zekerheid of de omvang nog onvoldoende duidelijk is om het bedreigende element af te dekken’. We kunnen risico’s dus wel in kaart brengen, maar omdat ze nog niet ‘grijpbaar’ zijn, kunnen we ze nog niet weren of uitsluiten. Passend onderwijs De invoering van passend onderwijs vormt op zichzelf geen risico. Door de huidige inrichting kunnen er echter veel bureaucratische processen ontstaan. Dat legt veel verantwoordelijkheid neer bij de school besturen, terwijl de financiële middelen sterk zijn afgebakend en begrensd. Ze worden verstrekt via het SWV en er moet een aparte verantwoording over worden opgesteld. Financiering door de overheid (de lumpsum gedachte) zou de implementatie van passend onderwijs bijzonder helpen. Het overnemen van personeel is een risico van kleinere omvang. Slechts een beperkt aantal personeels leden komt van buiten de organisatie en moet zich wel conformeren aan de Koers & Ambities van Stichting OOZ. In de aard van de werkzaamheden zal dit inhouden dat deze mensen meer in het onderwijsproces werkzaam worden. Stichting OOZ heeft haar beleid rond passend onderwijs geformuleerd op het uitgangspunt dat de on dersteuning zoveel mogelijk binnen de school moet worden geboden. De overgenomen medewerkers zetten hun expertise in binnen de school en delen ze in netwerkverbanden. Dit is in het belang van de leerling. De verantwoording kan zich vervolgens ook richten op de omvang van de leerlingen die uitein delijk niet binnen de school optimaal ondersteund kunnen worden. ICT Onze ICT-ambities vragen veel investeringen. Deze investeringen worden vanaf 2014 op schoolniveau verricht. Daarbij moeten we waken voor desinvesteringen. Het investeren in waardevolle ICT-systemen en -programma´s vereist daarom een goede informatieanalyse. Stichting OOZ heeft hierin voorzien door de inrichting van informatiemanagement. Het tempo waarin een adequate ICT-structuur voor alle scholen wordt gecreëerd, lijkt achter te blijven bij de vraag naar deze structuur. Het risico bestaat dat er suboptimale ICT-situaties ontstaan, die uit eindelijk tot extra financiële lasten leiden. Bij de scholen waar grote investeringen zijn gedaan, is de kostenstructuur gewijzigd. Dit vraagt ook om een herziening van de rol van ICT in het onderwijsproces. Hierover zijn nog weinig praktijkervaringen. Met behulp van informatiemanagement is de stap naar een uniforme en stabiele OOZ ICT omgeving gezet. Hierbij is zichtbaar dat er in korte tijd grote investeringen nodig zijn. In de planning & control activiteiten wordt de totaliteit van het project steeds beoordeeld en niet alleen op tussentijdse ontwikkelingen. Tegelijkertijd wordt een structurele verhoging van de ICT inzet in het onderwijsproces getoetst op samenhang met het schoolplan en acceptatie binnen de schoolteams. Zo wordt het risico van desinvesteringen gemitigeerd. Huisvesting Ontwikkelingen op het vlak van huisvesting brengen risico’s met zich mee. De overheveling van huisvestingsgelden naar scholen vanuit het gemeentefonds en gelden voor het buitenonderhoud, vergroten de verantwoordelijkheid van Stichting OOZ op gebied huisvesting. De financiering is daarbij verbonden aan het leerlingenaantal. De leegstand wordt niet meer gefinancierd en hiervoor worden wel kosten gemaakt. Met name grote basisscholen in Zwolle kennen leegstand.


29

De overheveling van gelden uit het gemeentefonds naar de schoolbesturen leidt er in onze regio’s toe dat het gemeentelijk beleid voor onderwijshuisvesting verschraalt. Hierdoor ontstaat een reëel gevaar dat het oudste schoolgebouw van Van der Capellen Sg. aan de Lassuslaan in het VO (meer dan 40 jaar oud) niet op korte termijn vervangen wordt. De Koers & Ambities van Stichting OOZ vragen om eigen tijdse huisvesting en voor onze grootste locatie is dat niet mogelijk. Stichting OOZ stelt nu haar Integraal Huisvestingsplan voor de komende 10 jaar bij aan de hand van de veranderingen in de financiering en rol van de gemeente, de ontwikkeling van de leerlingenaantallen en de visie op onderwijs. Dit plan gaat uit van de situatie dat de huisvesting past binnen de daarvoor beschikbare middelen. Financiering in relatie tot onderscheidend vermogen De rijksmiddelen voor onderwijs zijn bestemd om gedegen onderwijs te geven. Daarbij heeft de over heid een sterke invloed op de aanwending van de middelen: de lumpsum is niet geheel doorgevoerd, er blijven veel specifieke subsidies bestaan. Vanuit onze Koers & Ambities moet het onderwijs de passie en talenten van leerlingen doen ontwaken en vormen. In onze visie is dit de toekomst van het onderwijs, in de huidige situatie is Stichting OOZ daarmee onderscheidend. De financiering en het toezicht is echter nog primair gericht op opbrengstge richt werken. De spanning van dit verschil van visie op onderwijs vraagt om een sterke focus bij de inzet van middelen en naar een analyse van alternatieve financieringsvormen. Leeftijdsopbouw personeelsbestand Landelijke onderzoeken naar de leeftijdsopbouw van het personeel in het onderwijs wijzen op een grote uitstroom van pensioengerechtigden in de komende jaren. Ook voor Stichting OOZ is het van belang om hier tijdig op te anticiperen en de uitstroom van personeel kwantitatief en kwalitatief op te vangen. Uit de interne analyse van de samenstelling van ons personeelsbestand blijkt dat er in 2017 een groter aantal (36 personen) ouder zijn dan 65 jaar en de actieve loopbaan kunnen beëindigen. In 2020 is dit aantal opgelopen tot 138, dat komt neer op 10% van ons medewerkersbestand. De geprognosticeerde krimp is een factor waarmee de terugloop van het personeelsbestand kan worden opgevangen. Voor het overige moet Stichting OOZ als werkgever aantrekkelijk blijven om nieuwe mensen aan te trekken. Met behulp van de inzet van middelen uit de Onderwijsakkoorden om jonge leerkrachten te behouden en projecten als vierslagleren wordt de verwachte uitstroom opgevangen. Planning en Control Systeem Met het Planning en Control Systeem wil Stichting OOZ ‘in control’ zijn over onze besturende, primaire en ondersteunende processen. Meerdere onderzoeken tonen aan dat de realisatie van een goede Planning & Control-cyclus leidt tot reductie van de operationele kosten, tot betere prestaties en tot bevordering van de transparantie naar bijvoorbeeld toezichthouders. Als College van Bestuur zijn wij verantwoordelijk voor de opzet en werking van de interne risico beheersing- en controlesystemen van Stichting OOZ. Deze systemen hebben tot doel de risico’s van het niet realiseren van de strategische, operationele en financiële doelstellingen optimaal te beheer sen. Zij kunnen echter nooit absolute zekerheid bieden dat deze doelstellingen zullen worden bereikt. De werkelijkheid is dat bij het nemen van beslissingen menselijke beoordelingsfouten kunnen optreden en dat er steeds kosten-baten afwegingen worden gemaakt bij het aanvaarden van risico’s en het treffen van beheersingsmaatregelen.


30

Om onze verantwoordelijkheden te kunnen dragen, hebben wij gedurende het verslagjaar zelfstandig en op systematische wijze de risico’s gerelateerd aan het behalen van onze doelstellingen en de van toepassing zijnde beheersingsomgeving van onze organisatie geanalyseerd en beoordeeld. Aansluitend zijn per onderwijssector de significante operationele en financiële risico’s bepaald. Het management van iedere school of sector heeft zelfstandig deze risico’s en de van toepassing zijnde beheersomgeving geanalyseerd, beoordeeld en hierover aan ons gerapporteerd. Deze rapportages worden door ons geëvalueerd, tezamen met de uitkomsten van interne en externe audits. Voor een meer uitgebreide uiteenzetting van de risico’s verwijzen wij naar de risicoparagraaf in het jaarverslag. Op grond van de boven beschreven werkzaamheden zijn wij van mening, dat wij in alle redelijkheid kunnen verklaren, dat de interne risicobeheersing- en controlesystemen naar behoren hebben gewerkt in het verslagjaar en een redelijke mate van zekerheid geven dat de financiële verslaggeving geen onjuistheden van materieel belang bevat.


31

B.3 Jaarrekening Balans per 31-12-2014 bedragen x € 1.000 Activa

31 december 2014

31 december 2013

Vaste activa 1 Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen

2.777

1.636

Inventaris en apparatuu

10.364

9.793

Activa in uitvoering

9

0 13.150 11.429

2 Financiële vaste activa Effecten

1.152 1.057

Totaal vaste activa

14.302

12.486

Vlottende activa 3 Vorderingen 3.1 Debiteuren 3.2 Vorderingen op OCW 3.3 Vorderingen op verbonden partijen

356

229

2.128

2.172

5

100

412

926

3.5 Belastingen en premies

247

3.5 Overige vorderingen

277

328

3.6 Transitorische activa

654

3.4 Overige overheden

433 3.832 4.435

4 Liquide middelen

11.463

13.970

Totaal vlottende activa

15.292

18.405

Totaal activa

29.597

30.891

Passiva

31 december 2014

31 december 2013

Eigen vermogen 5 Eigen vermogen 5.1 Algemene reserve (publiek)

14.835

14.254

5.2 Bestemmingsreserve (publiek)

492

3.336

5.3 Algemene reserve privaat

434

355

5.4 Bestemmingsfonds (privaat)

244

Totaal eigen vermogen

253 16.018

18.198

Voorzieningen 6 Voorzieningen 6.1 Onderhoud 6.2 Personeelsvoorziening

291

121

1.184

Totaal voorzieningen

992 1.475

1.113

Kortlopende schulden 7 Kortlopende schulden 7.1 Crediteuren 7.2 Kortlopende schulden aan OCW 7.3 Belastingen en premies sociale verz. 7.4 Schulden terzake pensioenen

2.251

1.701

174

85

2.908

2.803

884

963

7.5 Nog te besteden subsidies OCW

1.265

1.102

7.6 Transitorische passiva

4.622

4.927

Totaal kortlopende schulden

12.104

11.581

Totaal passiva

29.597

30.891


32

Exploitatierekening over 2014 bedragen x € 1.000

Werkelijk 2014

Begroting 2014

Werkelijk 2013

81.011

78.054

83.865

532

418

577

3.946

2.221

4.700

Baten 8 Rijksbijdragen 9 Overige overheidsbijdragen 10 Overige baten Totaal baten

85.489 80.693 89.142

Lasten 11 Personele lasten

71.223

67.682

69.072

12 Afschrijvingen

2.626

2.389

2.230

13 Huisvestingslasten

6.695

5.567

6.410

14 Overige instellingslasten

7.391

5.114

8.327

Totaal lasten

87.935

80.751

86.039

Saldo baten en lasten

-2.446

-58

3.103

Financiële baten en lasten 15 Financiële baten

266

225

15 Financiële lasten

0

0

Saldo fin. baten en lasten

335 0

266

225

335

Resultaat uit gewone bedrijfsvoering

-2.180

167

3.438

Resultaat

-2.180 167 3.438


33

Kasstroomoverzicht 2014 bedragen x € 1.000 2014 2013 Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo Baten en Lasten

-2.446

3.103 -2.446 3.103

Aanpassing voor: Afschrijvingen Mutaties voorzieningen

12 2.626 6

363

2.230 49

2.989 2.279

Veranderingen in vlottende middelen - Vorderingen

3

603

85

- Kortlopende schulden

7

523

360

1.126 445

Totaal kasstroom uit bedrijfsoperaties

1.669

Ontvangen interest

15

171

Betaalde interest

15

0

5.827 167 0

171 167

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten

1.840

5.994

Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa

1

-4.510

-3.029

Desinvesteringen in materiële vaste activa

1

164

648

Mutaties leningen

2

0

0

Overige mutaties in financiële vaste activa

2

-95

-168

Inbreng eigen vermogen SVF Capellen

5

0

253

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten

-4.441

-2.296

Kasstroom uit financieringsactiviteiten Aflossing langlopende schulden

2

0

0

Ongerealiseerde koersresultaten

2

95

168

Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen

4

95

168

-2.507

3.866

Beginstand liquide middelen

13.970

10.104

Mutatie liquide middelen

-2.507

3.866

Eindstand liquide middelen

11.463

13.970


34

Grondslagen Algemene toelichting De activiteiten van Stichting Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio (Stichting OOZ) bestaan voornamelijk uit: - Dienstverlening op het gebied van onderwijs; - Detacheren van (ondersteunend) onderwijzend personeel. Verbonden partijen Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomo verzicht bestaan uit de liquide middelen, met uitzondering van deposito’s met een looptijd langer dan drie maanden. Kasstromen in vreemde valuta zijn omgerekend tegen een geschatte gemiddelde koers. Ontvang sten en uitgaven uit hoofde van interest, ontvangen dividenden en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde dividenden zijn opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. Schattingen Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat de leiding van de instelling over verschillende zaken zich een oordeel vormt, en dat de leiding schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten. Toelichting op het kasstroomoverzicht Als verbonden partij worden aangemerkt alle rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap, geza menlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegen de zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire directieleden, andere sleutelfunctionarissen in het management van de instelling en nauwe verwanten zijn verbonden partijen. Voor het overzicht van de verbonden partijen wordt verwezen naar de paragraaf verbonden partijen in de toelichting op de balans. Grondslagen voor waardering van activa en passiva Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaar verslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgingsof vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgeno men. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar, met uitzondering van de toegepaste stelselwijziging zoals opgenomen in paragraaf 1.4.1.2. 2 Materiële vaste activa Bedrijfsgebouwen en -terreinen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs plus bijkomende kosten of vervaardigingsprijs onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de geschatte toekomstige gebruiks duur. Op terreinen wordt niet afgeschreven. De verkrijgingsprijs (1 januari 1997) voor het VO is bepaald door middel van taxatie per 31 december 1996. De verkrijgingsprijs (1 januari 2005) voor het PO en (V)SO is bepaald door middel van taxatie per 31 december 2004. De gebouwen en terreinen die in gebruik zijn bij de


35

scholen van de OOZ zijn nog steeds economisch en juridisch eigendom van de gemeenten (Zwolle, Dalfsen, Hattem, Ommen). Normaliter komt uitbreiding/aanpassing van huisvesting voor rekening van de gemeentelij ke overheid. Echter sinds 2004 staat op de balans onder de post gebouwen en terreinen een bedrag waarmee uitbreidingen en/of aanpassingen in het Voortgezet Onderwijs worden gerealiseerd die niet door de gemeen ten worden gefinancierd. Er wordt rekening gehouden met de bijzondere waardeverminderingen die op balansdatum worden verwacht. Voor een uiteenzetting ten einde vast te kunnen stellen of voor een materieel vast actief sprake is van een bijzondere waardevermindering wordt verwezen naar het betreffende onderdeel. Overige vaste activa (met een minimale aanschafwaarde van € 250,-) worden gewaardeerd tegen verkrijgingsof vervaardigingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur en bijzondere waardeverminderingen. De vervaardigingsprijs bestaat uit de aanschaffingskosten van grond- en hulpstoffen en kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de vervaardiging inclusief installatiekosten. De volgende afschrijvingspercentages worden gehanteerd: - Gebouwen 2,5 % - 5% - Inventaris algemene 10% - Leer- en hulpmiddelen 10% - 12,5% - Kantoormeubilair 10% - Audio-visuele apparatuur 10% - 25% - Schoolmeubilair 6,66% - Machines 6,66% -10% - Automatisering 25% Subsidies met betrekking tot investeringen in materiële vaste activa worden opgenomen als kortlopende schuld. De subsidieschuld wordt verminderd met de mate van afschrijvingen van het desbetreffende actief en als onderdeel van de overige baten verwerkt in de staat van baten en lasten. Voor de toekomstige kosten van groot onderhoud aan de bedrijfsgebouwen is een voorziening voor groot onderhoud gevormd. Voor de waardering van de voorziening onderhoud gebouwen wordt uitgegaan van een meerjaren onderhoudsplan tot 2020. De voorziening wordt lineair opgebouwd, het uitgevoerde groot onderhoud wordt ten laste van de voorziening gebracht. Financiële vaste activa Effecten worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Effecten die onderdeel zijn van de handelsportefeuille blijven gewaardeerd tegen reële waarde. Waardeveranderingen worden rechtstreeks in de staat van baten en lasten verwerkt. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Indien wordt vastgesteld dat een bijzondere waardevermindering die in het verleden verantwoord is, niet meer bestaat of is afgenomen, dan wordt de toegenomen boekwaarde van de desbetreffende activa niet hoger gesteld dan de boekwaarde die bepaald zou zijn indien geen bijzondere waardevermindering voor het actief zou zijn verantwoord. Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Han delsvorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Voorzienin gen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlo pende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.


36

Eigen Vermogen Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves en bestemmingsreserves en/of -fondsen. Hierin is tevens een segmentatie opgenomen naar publieke en private middelen. De bestemmingsreserves zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, waarbij de beperking door het bestuur is aangebracht. Voor een verdere toelichting inzake de gevormde bestemmingsreserves wordt verwezen naar paragraaf 5 van de toelichting op de balans. Het bestemmingsfonds is een reserve met een beperktere bestedingsmogelijkheid, waarbij de beperking door derden is aangebracht. Voor een verdere toelichting inzake het gevormde bestemmingsfonds wordt verwezen naar paragraaf 5 van de toelichting op de balans. Voorzieningen Algemeen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen. Voorziening jubilea De voorziening jubilea wordt opgenomen tegen de contante waarde van de verwachte uitkeringen gedurende het dienstverband. Bij de berekening van de voorziening wordt onder meer rekening gehouden met verwach te salarisstijgingen en de blijfkans. Bij het contant maken is de marktrente van hoogwaardige ondernemingso bligaties ad 2,5% (2013: 2,5%) als disconteringsvoet gehanteerd. Toegepaste waardering voorziening jubileumuitkeringen De hoogte van de voorziening jubileumuitkeringen wordt volgens de statische methode bepaald. Per einde boekjaar wordt op basis van het personeelsbestand, de leeftijd en datum indiensttreding van een werknemer de kans berekend dat sprake zal zijn van een uitkering in verband met een 25-jarig of 40-jarig jubileum. Het verschil tussen de feitelijke en benodigde omvang wordt als dotatie of vrijval in de exploitatie zichtbaar. Voorziening spaarverlof Voor de waardering van de voorziening spaarverlof wordt uitgegaan van de opgebouwde aanspraken op spaarverlof en de gemiddelde personele last van de betreffende school. Voorziening individueel keuzebudget De voorziening individueel keuzebudget vloeit voort uit de CAO 2015-2016, waarbij werknemers de mogelijk heid hebben om recuperatie uren te sparen. Voor de waardering van deze voorziening wordt uitgegaan van de opgebouwde aanspraken op spaarverlof en de gemiddelde personele last van de betreffende school.


37

Schulden Schulden worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Schulden worden na eerste verwer king gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Grondslagen voor de bepaling van het resultaat Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het vaststellen van de jaarrekening bekend zijn geworden. Bij de exploitatie is de vastgestelde begroting 2014 opgenomen als vergelijkende cijfers. Voor de goede orde wordt hier gemeld dat de meerjarenbegroting in de continuïteitsparagraaf in de jaarrekening 2013 ook een begroting 2014 bevat, die echter afwijkt van de begroting in deze jaarrekening. In de jaarrekening 2013 is de wijziging toegelicht, in deze jaarrekening wordt de vastgestelde begroting 2014 gepresenteerd. Segmentatie De bestuurskosten worden op basis van de rijksbijdragen over de sectoren verdeeld. Deze verdeling sluit aan op de interne verdeling van middelen bij OOZ. Hierbij is rekening gehouden met eliminatie van onderlinge verrekeningen. Opbrengstverantwoording Verlenen van diensten Opbrengsten uit het verlenen van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten. Rijksbijdragen Rijksbijdragen worden als baten verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft. Giften Indien baten worden ontvangen in de vorm van zaken of diensten, worden deze gewaardeerd tegen de reële waarde. Overige overheidsbijdragen en -subsidies Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de instelling de condities voor ontvangst kan aantonen. Overige baten Overige baten bestaan uit baten uit verhuur, detachering, ouderbijdragen en overige baten. Afschrijving op materiële vaste activa Materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen wordt niet afgeschreven. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de toekomstige gebruiksduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast.


38

Boekwinsten en -verliezen uit de incidentele verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen. Personeelsbeloningen Periodiek betaalbare beloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoor waarden verwerkt in de staat van baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Pensioenen De instelling heeft een pensioenregeling bij Stichting Bedrijfspensioenfonds ABP. Op deze pensioenregeling zijn de bepalingen van de Nederlandse Pensioenwet van toepassing en worden op verplichte of contractuele basis premies betaald door de instelling. ABP hanteert het middelloon als pensioengevende salarisgrondslag. ABP probeert ieder jaar de pensioenen te verhogen met de gemiddelde stijging van de lonen in de sectoren overheid en onderwijs. Wanneer de dekkingsgraad lager is dan 105% vindt er geen indexatie plaats, over 2014 was de dekkingsgraad van ABP 104,7%. De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa, indien dit tot een terug storting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen. Bijzondere posten Bijzondere posten zijn baten of lasten die voortvloeien uit gebeurtenissen of transacties die behoren tot het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening, maar die omwille van de vergelijkbaarheid apart toegelicht worden op grond van de aard, omvang of het incidentele karakter van de post.


39

Toelichting op de balans Activa 1 Materiële vaste activa bedragen x € 1.000

Gebouwen

Inventaris en apparatuur

Activa in uitvoering

2.000

21.370

0

23.370

364

11.577

0

11.941

Boekwaarde per 1 januari 2014

1.636

9.793

0

11.429

Investeringen

1.411 3.090

Aanschafwaarde per 1 januari 2014 Cumulatieve afschrijvingen per 1 januari 2014

Desinvesteringen Afschrijvingslast

Totaal materiële vaste activa

9 4.510

37 127 0 164 234 2.392

0 2.626

Saldo mutaties

1.142

Aanschafwaarde per 31 december 2014

3.374

24.333

9

27.716

597

13.969

0

14.566

2.777

10.364

9

13.150

Cumulatieve afschrijvingen per 31 december 2014 Boekwaarde per 31 december 2014 Afschrijvingspercentages

571

9

2,5-10% 6,67-25%

1.721

0%

De investeringen in de gebouwen hebben betrekking op aanpassing van gebouwen, zodat met name de extra leerlingen bij Thorbecke Sg. goed konden worden gehuisvest. De investeringen in de Inventaris en Apparatuur slaan vooral op ICT investeringen in de infrastructuur enerzijds en goede devices anderzijds.

2 Financiële vaste activa bedragen x € 1.000

Aandelen Obligaties Overige

Totaal

Boekwaarde per 1 januari 2014

0

1.057

0

1.057

Investeringen en verstrekte leningen

0

95

0

95

Desinvesteringen en afgeloste leningen

0

0

0

Saldo mutaties Boekwaarde per 31 december 2014

0

95

95

1.152

0

1.152

De investering van de obligatie betreft de waardestijging als gevolg van de gestegen beurskoers. Dit is conform de richtlijnen Jaarverslag, die vermeldt dat een belegging tegen marktwaarde moet worden gewaardeerd.


40

3 Vorderingen bedragen x € 1.000

31-12-2014 31-12-2013

3.1 Debiteuren

394

289

3.2 Vorderingen op OCW 2.125

1.936

Leerlinggebonden financiering

Reguliere lumpsum

0

209

Impulsgebieden

3

16

Prestatieboxmiddelen PO

0

11

3.3 Vorderingen op verbonden partijen 3.4 Overige overheden 3.5 Belastingen en premies 3.6 Overige vorderingen

2.128

2.172

5

100

412

926

0

247

277

328

3.7 Transitorische activa Vooruitbetaalde kosten

652

Overige overlopende activa

403

2

30

654

Af: Voorziening wegens oninbaarheid

-38

-60

3.832

4.435

Totaal vorderingen

433

De hoge vordering op overige overheden in 2013 is in 2014 weer op een normaal niveau gekomen, door dat diverse vorderingen afgerekend, zoals vorderingen op de belastingdienst en de gemeente Zwolle. 4 Liquide middelen bedragen x € 1.000

31-12-2014

31-12-2013

11.456

13.961

Banken Kasmiddelen

7 9

Kruisposten 0 Totaal liquide middelen

11.463

13.970

De stand van de liquide middelen was in 2013 eenmalig hoog, doordat er extra gelden werden uitgekeerd uit de onderwijs akkoorden. Het niveau van eind 2014 is genormaliseerd.


41

Passiva 5 Eigen vermogen bedragen x € 1.000

Stand per 01-01-2014 Mutaties Bestemming Resultaat

5.1 Algemene reserve publiek

Overige Mutaties

Stand per 31-12-2014

0

14.848

14.254

594

Reserve eerste waardering

215

-53

0

162

Exploitatie gymgebouw

281

49

0

330

2.367

-2.367

0

0

473

-473

0

0

3.336

-2.844

0

492

355

79

0

434

5.2 Bestemmingsreserves publiek

Aanvullende bekostiging Subsidie jonge leerkrachten Totaal bestemmingsreserves publiek 5.3 Algemene reserve privaat 5.4 Bestemmingsfondsen privaat Bestemmingsfonds ICT

117

-7

0

110

Bestemmingsfonds onderwijs

136

-2

0

134

Totaal bestemmingsfonds privaat

253

-9

0

244

18.198

-2.194

16.004

Totaal eigen vermogen

De in 2013 gevormde bestemmingsreserves voor de ontvangen gelden uit de onderwijsakkoorden vallen in 2014 weer vrij. In het Primair Onderwijs zijn de gelden besteed aan het dichten van het tekort in de voorziening groot onderhoud en voor het aantrekken van jonge leerkrachten. In het Voortgezet Onderwijs zijn de gelden aangewend voor: - het behoud van jonge leerkrachten; - dekking loonkosten voortvloeiend uit het uitvoeren van de functiemix (waaronder entreerecht); - loonkosten naar aanleiding van het Passend Onderwijs (herstructurering zorg binnen de school en overname ‘oud Lumeijn-werknemers’); - scholing Onderwijsassistenten om kwalitatief goed onderwijs in groeiende talentstromen te kunnen blijven bieden; - grotere inzet van fte’s (OP en OOP) dan de normen van het ministerie aangeven om kwalitatief goed onderwijs te kunnen blijven aanbieden.

6 Voorzieningen bedragen x € 1.000

Mutaties Onderverdeling saldo 2014 Onttrekkingen 2014

Vrijval 2014

121

2.179

2.010

0

291

161

1306.2

Jubileum uitkeringen

667

126

76

25

692

74

618

Spaarverlof

325 38

344

11

333

6.1 Onderhoud

Stand per 01-01-2014 Dotaties 2014

Stand per 31-12-2014 Kortlopend deel <1 jaar Langlopend deel > 1 jaar

Personeelsvoorzieningen

Individueel keuzebudget Totaal voorzieningen

18 1

0

148

0

0

148

0

992

312

94

26

1.184

1.113

2.491

2.104

0

1.475

148

Ontwikkelingen binnen het onderhoud voor het Primair Onderwijs (dreigende negatieve voorziening en grotere onttrekking) hebben geleid een herijking van de voorziening groot onderhoud. Als gevolg van de toename van de kosten van groot onderhoud heeft er een extra dotatie plaatsgevonden.


42

7 Kortlopende schulden bedragen x € 1.000

31-12-2014 31-12-2013

7.1 Crediteuren

2.251

1.701

7.2 Schulden aan OCW Innovatie Impuls Onderwijs

170

LGF VO 2008-2009

3

3

Af te rekenen ZW 2012

0

76

Scholing overblijfmedewerkers

0

6 174 85

7.3 Belastingen en premies sociale verz Loonheffing

2.800

2.727

Premies sociale verzekeringen

108

76

2.908 2.803

7.4 Schulden terzake pensioenen

884

963

7.5 Nog te besteden subsidies Bekostiging Festival

857

365

Maatschappelijke stage

160

161

Lerarenbeurs

168

122

Prestatiesubsidie convenanten

80

65

Leerlinggebonden financiering

0

199

Subsidie jonge leerkrachten

0

190 1.265 1.102

7.6 Transitorische passiva Vakantiegeld

2.112

1.984

Vooruitontv. investeringssubs. gemeente

821

832

Vooruitontv. investeringssubs. OCW

351

447

Vooruitontv. subsidies OCW geoormerkt

14

433

Vooruitontv. investeringssubs. overig

73

80

Nog te besteden ouderbijdragen

299

384

Nog te betalen personele lasten

281

274

Nog te betalen instellingslasten

334

353

Vooruitontv. bedragen gemeente

119

0

Vooruitontv. bedragen overig

47

0

Overige

171

129

Accountants- en administratiekosten Totaal kortlopende schulden

11

4.622

4.927

12.104

11.581

Door de toegenomen investeringen in ICT systemen en apparatuur is de post crediteuren met gestegen met K€ 300. Bij de post nog te besteden subsidies is de grootste stijging zichtbaar bij het onderdeel “bekostiging Festival”. Vanuit weten regelgeving is meer subsidie ontvangen dan Stichting OOZ heeft berekend. Nadat de definitieve beschikking is ontvangen die betrekking heeft op de leerlingentelling van 1 oktober 2014 zal de post verrekend worden.


43

model G: geoormerkte subsidies G1 Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule bedragen x € 1.000 Omschrijving

Kenmerk

Bedrag van toewijzing Ontvangen t/m 2014

De prestatie is geheel afgerond

Lerarenbeurs sector PO

2014/2/375146

Datum

83

83

nee

Lerarenbeurs sector SO

2014/2/375146

20

20

nee

Lerarenbeurs sector VO

2014/2/374558

141

141

nee

Zij instromers sector VO

2014/2/374558

20

20

nee

G2 Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule Omschrijving

Kenmerk

Stimulering invoering

Datum


Totale kosten

Te verrekenen ultimo verslagjaar

STIMIPOVO/574361-1 7-nov-13

219

219

219

DL/FCA/197112

539

539

368

170

Passend Onderwijs Subsidie ontwikkeling projectplan

2010

InnovatieImpuls Onderwijs 2010

G2-B Doorlopend tot in een volgend verslagjaar Omschrijving

Kenmerk

Datum


Lasten in

Totale kosten

Saldo nog te

verslagjaar

31-12-2014

besteden ultimo

verslagjaar

Zij instromers

14

ZI3V/563551-1

4-okt-13

40

40

18

26

De subsidies G2 zijn verwerkt onder punt 7.2 in de jaarrekening

182

De subsidies G2-B zijn verwerkt onder punt 7.6 in de jaarrekening

14


44

Wet Normering Topinkomens Vermelding alle bestuurders met dienstbetrekking1 bedragen x € 1.000 Functie

Voorzitter (j/n) Naam

Ingangsdatum

Einddatum

Omvang dienst- Beloning

Belastbare vaste

Voorziening

Uitkeringen

dienstverband

dienstverband

verband in FTE

en variabele

beloningen

wegens

onkosten betaalbaar beëindiging

op termijn dienstverband

Voorzitter College van Bestuur ja

H.T. Damhof

1-11-2007

1,00

131

0

Ingangsdatum

Einddatum


Belastbare vaste

Voorziening

Uitkeringen

dienstverband

dienstverband

verband in FTE

en variabele

beloningen

wegens

0

Vermelding alle interim-bestuurders Functie




niet van toepassing

Ingangsdatum

Einddatum

Beloning

Belastbare vaste

Voorziening

Uitkeringen

en variabele

beloningen

wegens

Vermelding alle toezichthouders Functie


dienstverband2

dienstverband



Voorzitter

ja

H.F. Kruize

1-1-2014

9,2

0

0

0

Secretaris

nee

S. van Gemeren 1-1-2014

6,1

0,5

0

0

Lid

nee

J.A. Diepenhorst 1-1-2014

6,1

0

0

0

Lid

nee

M.J. de Greef

31-12-2014

6,1

0

0

0

Lid

nee

H.J.M. Kenkhuis 1-1-2014

6,1

0

0

0

Lid

nee

F.J. Markerink

1-1-2014

6,1

0

0

0

1-1-2014

Gegevens bij overschrijding toepasselijke norm Functie

Ingangsdatum

Einddatum


Belastbare vaste

Voorziening

Uitkeringen

dienstverband

dienstverband

verband in FTE

en variabele

beloningen

wegens



niet van toepassing

1

in de WNT is de bovengenoemde dienstbetrekking iedere aanstelling, arbeidsovereenkomst of andere titel op grond waarvan iemand tegen betaling zijn/haar functie vervult.

2

bij de ingangsdatum dienstverband voor de leden van de Raad van Toezicht is vermeld de datum van oprichting van de Stichting Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio. De Raad hanteert een rooster van aftreden.


45

Verbonden partijen bedragen x € 1.000 Naam

Juridische vorm Statutaire zetel Code activiteiten Eigen vermogen 31-12-2014 Resultaat jaar 2014

Art. 2: 403 BW

Consolidatie

Stichting Voorzieningenfonds Gymnasium Celeanum

Stichting

Zwolle

4

55

6

Nee

Nee

Stichting Schoolfonds Thorbecke Sg

Stichting

Zwolle

4

311

62

Nee

Nee

Stichting Schoolfonds Diezer College

Stichting

Zwolle

4

23

-/- 6

Nee

Nee

Stichting Scola

Stichting

Elburg

3

0

0

Nee

Nee

SWV PO 2304 Veld, Vaart en Vecht

Stichting

Ommen

4

Nee

Nee

SWV PO 2305 IJssel Vecht

Stichting

Zwolle

4

Nee

Nee Nee

SWV VO 2305 IJssel Vecht

Stichting

Zwolle

4

Nee

SWV VO 23 NW Veluwe Harderwijk

Stichting

Harderwijk

4

Nee

Nee

SWV VO 23 NO Overijssel

Stichting

Hardenberg

4

Nee

Nee

code activiteiten 3 = onroerend goed, 4 = overige activiteiten De financiële gegevens van de stichtingen voorzieningenfonds Thorbecke Sg. en Diezer College zijn gebaseerd op nog niet gecontroleerde cijfers. Alle Samenwerkingsverbanden hanteren een verlengd boekjaar van 1-8-2014 tot en met 31-12-2015. Daarom zijn er geen cijfers beschikbaar.

Segmentatie Baten bedragen x € 1.000 8 Rijksbijdragen

Bestuur - Stafbureau

PO

SO

VO

0

27.375

12.230

41.407

9 Overige overheidsbijdragen

282

60

190

10 Overige baten

3.204

1.000

1.056

1.749

Totaal Baten

3.204

28.656

13.346

43.346

Lasten 11 Personele lasten

4.407

23.802

10.820

34.602

12 Afschrijvingen

106

657

287

1.575

13 Huisvestingslasten

200

3.361

593

2.541

14 Overige instellingslasten

510

1.768

665

5.104

5.222

29.588

12.366

43.822

-2.019

-932

980

-476

266

0

0

1

Totaal lasten Saldo baten en lasten 15 Financiële baten Resultaat

-1.753 -932 980 -475


46

Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen Claim In 2013 eiste een tegenpartij een schadeloosstelling á K€ 7. Eiser is een zorgpartner van Stichting OOZ en meent dat er sprake is van gederfde inkomsten en imagoschade door optreden van Stichting OOZ. De schadeloosstelling is in december 2013 tot K€ 150 verhoogd. De betreffende school en het bestuur van Stichting OOZ kunnen de vorderingen niet plaatsen en hebben aangegeven dat zij op basis van de stukken en informatie zoals die op dat moment voorlag, geen aansprakelijkheid kunnen en zullen erkennen. De aansprakelijkheidsstelling wordt momenteel behandeld door advocaten van zowel de eisende als verdedigende partij. Festival De oplevering van het gebouw verloopt stroef. Er is sprake van niet nog conform het bestek en geaccordeerd meer/minder werk afgesproken werkzaamheden door de aannemer. Vanuit de afgegeven bankgarantie is een netto een bedrag van K€ 50 door stichting OOZ opgeëist en door de raad van Arbitrage voor de Bouw ook toegewezen. In de optiek van Stichting OOZ heeft de aannemer het gebouw niet conform afspraken opgeleverd en dit bedrag is aangewend worden om andere leveranciers in staat te stellen het gebouw technisch goed op te leveren. De aannemer betwist dit standpunt van Stichting OOZ.

Langlopende contracten In 2014 is sprake van een aantal langlopende contracten. Het betreft hier contracten die, indien van toepassing, via een Europese aanbestedingsprocedure tot stand zijn gekomen: - Ingaande 16 september 2013 is een leasecontract -minimale looptijd 43 maanden- afgesloten voor een auto. De verplichtingen uit hoofde van deze leaseovereenkomst bedragen in totaal K€ 52 (inclusief BTW en brandstof). De waarde hiervan op 31-12-2014 is K€ 34. - Er is een contract met de verhuurder van de huisvesting aan de Dobbe. Dit contract heeft een waarde van K€ 105 per jaar en loopt, inclusief een optie voor 2 jaren, door tot en met 2016. - Een contract over levering van energie met GDF Suez, afgesloten via een inkoopcollectief. Het contract gaat in op 1 januari 2015 voor de duur van 4 jaren. De verwachte jaaromzet voor elektriciteit is K€ 193 per jaar en voor gas K€ 310 per jaar. - Met de Stichting Kulturhus Olst-Wijhe is een 5 jarig contract afgesloten voor het gebruik van ruimten in het gebouw waarin ook De Capellenborg is gevestigd. Het contract loopt af in 2017 en heeft een waarde in 2014 van K€ 118. - Een contract met Van Dijk leermiddelen is in 2010 afgesloten. Inclusief verlengingen eindigt het contract in 2015. De waarde van het contract in 2014 was K€ 1.538. - Multifunctionals: Met Ricoh Nederland BV is in 2014 een overeenkomst afgesloten voor 4 jaren met betrekking tot het beheer van multifunctionals voor de PO scholen. De waarde van dit contract in 2014 is K€ 107. Ook met Canon BV is een contract over multifunctionals afgesloten voor de VO scholen voor 4 jaren, met in 2014 waarde van K€ 115. - Afvalverwerking: In 2012 is een langlopend contract afgesloten voor de afvalverwerking. De waarde hiervan in 2014 is K€ 109. - Verhuurder huisvesting Dobbe. Waarde: K€ 105 per jaar. Dit contract loopt tot en met 2016. Ten behoeve van de verhuurder van de locatie aan de Dobbe 74, waar het Bestuur - Stafbureau is gevestigd, is een bankgarantie afgegeven van K€ 35.


47

- Verlofrechten: Vanuit de CAO PO is het recht op het sparen van verlofuren ontstaan. Dit recht is ontstaan nadat de formatie voor het schooljaar 2014-2015 was vastgelegd. Als gevolg hiervan zijn geen schriftelijke vastleggingen van het sparen van uren per 31-12-2014 tussen Stichting OOZ en haar medewerkers die onder de CAO PO vallen. In het kader van schoonmaak van onze locaties zijn ook meerdere langlopende contracten afgesloten. - Met Nivo Noord is een contract afgesloten met een looptijd van 1 jaar, met de mogelijkheid van verlengingen. K€ 670 is er in 2014 op basis van het contract aan Nivo Noord betaald. - Met Novon is een contract afgesloten met een einddatum van augustus 2012, met een optie tot verlenging van 2 jaren. Ten aanzien van dit contract is gebruik gemaakt van de optie tot verlenging. De waarde hiervan in 2014 was K€ 791. - GOM Schoonmaakbedrijf verleent tot mei 2015 haar schoonmaakdiensten voor het PO. De waarde per jaar is K€ 202. Alle schoonmaakcontracten worden in 2015 opnieuw Europees aanbesteed. In 2013 is een stelselwijziging doorgevoerd met betrekking tot de eeuwigdurende vordering. Waarde in 2014 is maximaal 7,5% van de personele bekostiging VO: K€ 2.436 (2013: K€ 2.441).


48

Toelichting op de exploitatierekening bedragen x € 1.000

2014

begroting 2014

2013

Rijksbijdrage VO

36.757

36.630

37.936

Rijksbijdrage PO

35.218

33.577

35.801

Baten 8 Rijksbijdrage OCW

71.975 70.207 73.737

Overige subsidies OCW Niet-geoormerkte subsidies

7.716

Ontvangen doorbetalingen rijksbijdrage SWV

1.030

Geoormerkte subsidies Toerekening investeringssubsidies

7.696

9.791

194

51

239

96

100

98

9.036 7.847 10.128

Totaal rijksbijdragen OCW

81.011

78.054

83.865

De gerealiseerde baten 2014 zijn hoger dan begroot als gevolg van de invoering van Passend Onderwijs (€ 808). Daarnaast zijn gelden ontvangen in de lumpsum die wij uit voorzichtigheid niet hadden begroot en opnieuw hebben wij extra overheidstoekenningen ontvangen als gevolg van onderwijsakkoord (€ 809). 9 Overige overheidsbijdragen Gemeentelijke bijdragen Overige gemeentelijke bijdragen

532

418

577

532

418

577

Totaal overige overheidsbijdragen

532

418

577

10 Overige baten Verhuur onroerende zaken

329

289

Detachering personeel

394

280

357 336

Ouderbijdragen

650

1.020

1.373 569 1.713

Overige

2.573

1.653

2.987

Totaal overige baten

3.946

2.221

4.700

De baten voor ouderbijdragen zijn niet begroot. De afname ten opzichte van 2013 komt voort uit een lager aantal leerlingen en minder activiteiten gedurende het boekjaar.De overige baten zijn hoger dan begroot wat met name voortkomt uit het afwikkelen van de voormalige samenwerkingsverbanden en zorgvoorzieningen als gevolg van de invoering van de wet op Passend Onderwijs (€ 625). 11 Personele lasten Lonen en salarissen Brutolonen en salarissen Sociale lasten

50.914

61.904

48.093

6.965

0

6.865

0

7.249

Pensienpremies 7.375

65.254 61.904 62.207

Overige personele lasten Dotatie overige personele voorzieningen Personeel niet in loondienst

192

10

193

3.548

2.371

4.252

Schoonmaakpersoneel 83 Overige Uitkeringen (-/-) Totaal personele lasten Gemiddeld aantal fte’s

103

104

2.556 3.302 2.778 6.379

5.786

-410

-8

7.327 -462

71.223

67.682

69.072

1.102

1.075

De gemiddelde loonkosten per fte in loondienst zijn gestegen als gevolg van de invoering van de nieuwe cao’s PO/SO en VO. Daarnaast heeft de sector VO opnieuw geïnvesteerd in de uitvoering van de functiemix. De kosten voor personeel niet in loondienst zijn hoger dan begroot. Dit komt met name voort uit éénmalige project inhuur om de ICT infrastructuur voor heel OOZ op orde te brengen. 12 Afschrijvingen Gebouwen Inventaris en apparatuur

234

158

100

2.392

2.231

2.130

Totaal afschrijvingen 2.626 2.389 2.230


49

bedragen x € 1.000

2014

begroting 2014

2013

Baten 13 Huisvestingslasten Huur Dotatie onderhoudsvoorziening Klein onderhoud en exploitatie Energie en water

572

514

638

2.212

1.264

1.704

497

455

447

1.376

1.409

1.413

1.768

2.049

Schoonmaakkosten 1.876

Heffingen 161 157 159 Overige huisvestingslasten Totaal huisvestingslasten

6.694

5.567

6.410

De huisvestingslasten zijn hoger dan begroot als gevolg van een noodzakelijke extra dotatie (€ 1.050) in de sector PO. Deze dotatie wordt voor de helft gedekt door gelden uit de per 31 december 2013 gevormde bestemmingsreserve. 14 Overige instellingslasten Administratie- en beheerslasten Administratie en beheer

1.248

561

1.365

Reis- en verblijfskosten

185

178

161

Overige beheerslasten

65

50

61

1.498 789 1.587

Inventaris, apparatuur en leermiddelen Inventaris 1.469 1.155 1.108 Leermiddelen 1.235 1.023 1.232

2.704 2.178 2.340

Overige Wervingskosten 219 Representatiekosten 48

151 62 1.465

162 52

Kosten boeken

1.357

1.530

Overige

1.565 468 2.656

3.192 2.146 4.400

Totaal overige instellingslasten

7.391

5.114

8.327

De kosten inzake ouderbijdrage (realisatie € 570) zijn, evenals de baten, niet begroot. De overschrijding wordt voor € 198 veroorzaakt door de inhuur van externen inzake systeembeheer als gevolg van de verhoogde prioriteitstelling op de ICT infrastructuur. Specificatie van de in 14 opgenomen accountantslasten Honorarium onderzoek jaarrekening

34

38

32

Honorarium andere controleopdrachten

2

0

2

Honorarium fiscale adviezen

1

0

Honorarium andere niet controledienst

0

Totaal

0 0

1

37 38 35

15 Financiële baten en lasten Financiële baten Rentebaten 171 225 167 Waardeveranderingen financiële vaste activa en effecten

95

0

168

266 225 335

Financiële lasten Overige financiële lasten

0

0

0

Saldo fin. baten en lasten

266

225

335


50

Overige gegevens Bestemming resultaat 2014 bedragen x € 1.000 Omschrijving 2014 Algemene reserve resultaat stafbureau

-1.753

resultaat sector PO

309

resultaat sector SO

1.070

resultaat sector VO

968

resultaat ouderbijdrage (privaat)

79

673 Bestemmingsreserve Eerste waardering PO Eerste waardering VO Aanvullende bekostiging PO

-46 -7 -1.066

Aanvullende bekostiging SO

-77

Aanvullende bekostiging VO

-1.224

Subsidie jonge leerkrachten PO

-179

Subsidie jonge leerkrachten SO

-13

Subsidie jonge leerkrachten VO

-281

Exploitatie gymgebouw

49

Bestemmingsfonds ICT

-7

Bestemmingsfonds onderwijs

-2

-2.853 Saldo exploitatie boekjaar

-2.180


51

Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum


52

Bestuursbesluit Vergadering Raad van Toezicht (bestuur) d.d. 18 juni 2015. Agendapunt: jaarrekening 2014 Geachte Raad, Hierbij stel ik u voor de jaarrekening 2014 vast te stellen met een negatief saldo van K€ 2.182 en akkoord te gaan met een verwerking van voornoemd saldo aan de reserves conform het voorstel resultaatbestemming. Zwolle, 18 juni 2014 Voorzitter College van Bestuur, Mevr. H.T. Damhof MME

Besluit (Raad van Toezicht) De Raad van Toezicht (bestuur) stelt de jaarrekening 2014 vast met een negatief saldo van € 2.182 en gaat akkoord met een verwerking van voornoemd saldo aan de reserves conform het voorstel resultaatbestemming. Zwolle, 18 juni 2015

De voorzitter, Mevr. H.F. Kruize MGM

De secretaris, Mevr. Mr. S. van Gemeren

Dhr. Drs. H.J.M. Kenkhuis

Dhr. Drs. J.A. Diepenhorst

Dhr. F.J. Markerink MMC


53

Accountantsverklaring CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag onder het hoofdstuk “jaarrekening” opgenomen jaarrekening 2014 van Stichting Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio te Zwolle gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en de staat van baten en lasten over 2014 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, in overeenstemming met de Regeling jaar verslaggeving onderwijs. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante weten regelgeving opgenomen bepalingen. Het bestuur is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante weten regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 171, lid 4 van de Wet op het primair onderwijs respectievelijk artikel 157, lid 4 van de Wet op de expertisecentra en artikel 18, lid 3 van het Bekostigingsbesluit W.V.O. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controle standaarden en het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante weten regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risicoinschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.


54

Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio per 31 december 2014 en van het resultaat over 2014 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2014 in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoen aan de eisen van financiële rechtmatig heid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante weten regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijsaccoun tantsprotocol OCW/EZ 2014. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393, lid 5 onder e en f van het BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en paragraaf 2.2.3 Jaarverslag van het onder wijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014 is opgesteld, en of de in artikel2:392, lid 1 onder b tot en met h van het BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391, lid 4 van het BW. Arnhem, 18 juni 2015 Flynth Audit B.V. Was getekend drs. A.F .J. van der Velden RA


55

D Bijlagen ANBI gegevens De naam Stichting Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio. Ook genoemd: Stichting OOZ Het RSIN of het fiscaal nummer RSIN: 8519.39.764 De contactgegevens Bezoekadres: Dobbe 74, 8032 JX Zwolle Postadres: Postbus 55, 8000 AB Zwolle Telefoonnummer: 038-4555940 E-mailadres: [email protected] Internetadres: www.ooz.nl De bestuurssamenstelling en de namen van de bestuursleden Stichting OOZ werkt volgens het zogenaamde ‘Raad van Toezicht - College van Bestuur’ (governance) model. Binnen het College van Bestuur is één voorzitter actief. Het betreft mevrouw H.T. Damhof. Het beleidsplan Het beleidsplan van de Stichting OOZ is weergegeven in het strategisch beleidsplan “Nu leren voor Straks”Strategisch Beleidsplan en Animatiefilmpje. Het beloningsbeleid Medewerkers van de Stichting OOZ ontvangen hun beloning op basis van de CAO-VO (Voortgezet Onderwijs) of CAO PO, afhankelijk van de onderwijssector waarin de medewerker de functie heeft.De bestuurder van Stichting OOZ ontvangt haar beloning op basis van de CAO Bestuurders VO (Voortgezet Onderwijs).Leden van de Raad van Toezicht ontvangen hun honorering op basis van een regeling van de VTOI (Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen) dat richtlijnen geeft voor de honorering van Raden van Toezicht. De doelstelling De doelstelling van de Stichting OOZ staat vermeld in de statuten van de stichting:Het geven van openbaar onderwijs in de zin van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de Expertisecentra en het daartoe in stand houden en oprichten van scholen voor primair (voortgezet) speciaal en voortgezet onderwijs in de gemeenten Zwolle, Hattem, Dalfsen en Ommen. Het ontplooien van activitei ten die dienstbaar zijn aan het geven van openbaar onderwijs; De instandhouding van onderwijsvoorzieningen buiten de genoemde gemeenten die een directe samenhang hebben met de scholen die de stichting in stand houdt; Het aangaan van samenwerkingsverbanden met derden gericht op het geven van openbaar onderwijs dan wel activiteiten die dienstbaar zijn aan het geven van openbaar onderwijs. De stichting beoogt niet het maken van winst en het onderwijs binnen de stichting is toegankelijk voor alle leerlingen zonder onderscheid naar godsdienst of levensovertuiging.


56

Gegevens Stichting OOZ Bestuursnummer 2623 Naam instelling

Stichting OOZ

Brin Naam

Sector

14XR

De Toonladder

PO

15EG

Het Veldboeket

PO

15HQ

De Campherbeek

PO

15UF

De Springplank

PO

15YR

De Marshof

PO

16AP

De Oosterenk

PO

16CF

De Parkschool

PO

16GH

De Ridderspoor

PO

16KE

De Werkschuit

PO

16LE

De Wieden

PO

16MI

De Markesteen

PO

22JG

De Octopus

PO

23TA Montessorischool

PO

24JC

De IJsselhof

PO

26AA

De Krullevaar

PO

28BP

De Schatkamer

PO

30UN Festival

PO

19SP

De Sluis

PO

04GE

De Carrousel

PO

08HA

De Tweemaster

PO

10AD Heideparkschool

PO

18JL

De Bonte Stegge

PO

09RA

De Vlonder

PO

11AM

Het Palet

PO

08ED Vinkenbuurt

PO

09EG Nieuwebrug

PO

12CX

De Dennenkamp

PO

12LZ

Het Palet

PO

19QK

De Twijn / Dr. Itardschool

SO

19VD

De Twijn / De Driemaster

SO

17BZ


VO

20CF

Gymnasium Celeanum

VO

20DB

Thorbecke Sg.

VO

19UO

Het Kwartiers

VO

De Gerenhof

PO

15RV

Deze brin is vervallen per 1 augustus 2012 als gevolg van een fusie met de Marshof


57

Colofon Uitgave: Stichting OOZ Tekst: Mark Schrijft! Fotografie: Vulkers Fotografie, Zwolle Vormgeving & Realisatie: TRUE Communications, Apeldoorn


58

Jaarverslag 2014 Stichting OOZ

Recommend Documents