Jaarverslag 2007 Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate Brugstraat 2 Postbus 126 T +31 (0)546 455 753 F +31 (0)546 455 879 I www.pensioenfondstencate.nl
7600 AC Almelo
•••
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
JAARVERSLAG 2007 5 juni 2008
Inhoudsopgave Jaarverslag Karakteristieken van het pensioenfonds ................................................................................................... 3 Personalia, stand per 5 juni 2008 ................................................................................................................... 3 Profiel ................................................................................................................................................................ 4 Organisatie ....................................................................................................................................................... 5 Kerncijfers......................................................................................................................................................... 7 Verslag van het verantwoordingsorgaan .................................................................................................. 9 Verslag van het Bestuur ............................................................................................................................. 10 Hoofdlijnen...................................................................................................................................................... 10 Algemene ontwikkelingen in de pensioenwereld ......................................................................................... 11 Belangrijkste interne ontwikkelingen ............................................................................................................ 13 Goed pensioenfondsbestuur ......................................................................................................................... 17 Pensioenparagraaf......................................................................................................................................... 19 Beleggingenparagraaf ................................................................................................................................... 20 Financiële paragraaf ...................................................................................................................................... 26 Actuariële paragraaf....................................................................................................................................... 27 Risicoparagraaf .............................................................................................................................................. 28 Toekomstparagraaf........................................................................................................................................ 29
Jaarrekening Balans per 31 december 2007, na resultaatbestemming ...................................................................... 30 Staat van baten en lasten over 2007......................................................................................................... 32 Kasstroomoverzicht 2007........................................................................................................................... 33 Toelichting behorende tot de jaarrekening 2007.................................................................................... 34
Overige gegevens Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten .............................. 71 Actuariële verklaring ................................................................................................................................... 72 Accountantsverklaring................................................................................................................................ 74
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
2
Karakteristieken van het pensioenfonds Personalia, stand per 5 juni 2008 De samenstelling van het Algemeen Bestuur is als volgt: Naam
Functie
Vertegen-
Lid sinds
woordiging L.J. Kuipers
Voorzitter
Einde zittingsduur
Werkgever
01-01-2004
n.v.t.
G.J. Getkate
e
2 Voorzitter
Werkgever
01-09-2000
n.v.t.
J.H.A.J. Gritter
Lid
Werkgever
25-04-2006
n.v.t.
F.R. Spaan
Lid
Werkgever
01-03-2003
n.v.t.
S. Malgaz
Lid
Werkgever
01-12-2000
n.v.t.
J.C.M. Halkes
Lid
Werkgever
07-12-2004
n.v.t.
A.J. Oude Hergelink
Secretaris
Deelnemers
11-12-1990
30-11-2008
J. Vlietstra
Lid
Deelnemers
01-12-2000
30-11-2009
C.P.C.G. de Bruijn
Lid
Deelnemers
10-06-2005
30-11-2010
A. Schipper
Lid
Gepensioneerden
19-02-1997
30-11-2008
H.J. Dul
2 Secretaris
e
Gepensioneerden
01-03-2003
30-11-2009
J.J. de Jong
Lid
Gepensioneerden
08-12-1983
30-11-2010
Lid sinds
Einde
De samenstelling van het Dagelijks Bestuur is als volgt: Naam
Functie
Vertegenwoordiging
zittingsduur
L.J. Kuipers
Voorzitter
Werkgever
01-01-2004
n.v.t.
G.J. Getkate
2 Voorzitter
Werkgever
01-09-2000
n.v.t.
A.J. Oude Hergelink
Secretaris
Deelnemers
11-12-1990
30-11-2008
H.J. Dul
2 Secretaris
Gepensioneerden
01-09-2007
30-11-2009
Lid sinds
Einde
e
e
De samenstelling van het verantwoordingsorgaan is als volgt: Naam
Functie
Vertegenwoordiging
zittingsduur
B.A.F. Keijzer
Voorzitter
Werkgever
21-02-2008
01-01-2011
F. ten Oever
2 Voorzitter
Werkgever
21-02-2008
01-01-2012
H.B.F. Boerrigter
Lid
Deelnemers
21-02-2008
01-01-2011
P. van der Linde
Secretaris
Deelnemers
21-02-2008
01-01-2013
L.J.F. Fens
e
2 Secretaris
Gepensioneerden
21-02-2008
01-01-2012
J. Hartkamp
Lid
Gepensioneerden
21-02-2008
01-01-2013
Jaarverslag 2007
e
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
3
De samenstelling van de beleggingscommissie is als volgt: Naam
Functie
A.J. Oude Hergelink
Voorzitter
F.R. Spaan
Lid
H.G. Noorlander-Bunt
Lid
H. Scheppink
Lid
De samenstelling van de uitvoeringsorganisatie is als volgt: Naam
Functie
W.B.E. Rutgers
Manager pensioenfonds
S.I. Stiggelbout
Assistent manager
N.F. Bosma
Secretarieel adm. medewerker
J.H. Schoemaker
Financieel adm. medewerker
Actuarissen R. Kruijff, AAG adviserend actuaris van Towers Perrin W. Eikelboom, AAG certificerend actuaris van Towers Perrin
Accountant KPMG Accountants N.V.
Profiel Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate (hierna “het Pensioenfonds”), statutair gevestigd te Almelo is opgericht op 30 december 1966. De laatste statutenwijziging was op 21 februari 2008. De stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 41027730. Het Pensioenfonds is een ondernemingspensioenfonds en is aangesloten bij koepelorganisatie OPF. Het Pensioenfonds heeft tot doel uitvoering te geven aan het pensioenreglement, zoals dat geldt voor de aangesloten ondernemingen. Hiertoe wordt voor 15 aangesloten werkgevers en 3.675 deelnemers en gewezen deelnemers/ slapers circa EUR 300 miljoen vermogen belegd.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
4
Organisatie Bestuur Het Bestuur van het Pensioenfonds heeft de dagelijkse uitvoering van de werkzaamheden uitbesteed aan een uitvoeringsorganisatie. Deze werkzaamheden betreffen vermogensbeheer, pensioenadministratie en bestuursondersteuning. Uitgangspunt is dat het Bestuur, conform de eisen van de Pensioenwet verantwoordelijk blijft voor de juiste uitvoering van de uitbestede taken.
Dagelijks Bestuur e
Het Dagelijks Bestuur van het Pensioenfonds wordt gevormd door de voorzitter, de secretaris, de 2 e voorzitter en de 2 secretaris. Alle operationele besluiten worden voorgelegd aan ten minste één medebestuurslid. Het Bestuur heeft uitsluitend bevoegdheden conform de statuten en reglementen van het Pensioenfonds, overeenkomstig de vastlegging in de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota.
Verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan is op 21 februari 2008 ingesteld. De belangrijkste taken van het verantwoordingsorgaan, conform “De Principes voor goed pensioenfondsbestuur”, zijn: - De bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen van het Bestuur aan de hand van het jaarverslag, de jaarrekening en andere informatie, waaronder de bevindingen van het interne toezichtorgaan, over het door het Bestuur gevoerde beleid, alsmede over beleidskeuzes voor de toekomst. Dit oordeel wordt, samen met de reactie van het Bestuur daarop, bekend gemaakt en in het jaarverslag opgenomen. - Het verantwoordingsorgaan heeft ten minste voorts de volgende rechten: - het recht op overleg met het Bestuur; - het recht op overleg met de externe accountant en de externe actuaris; - het recht op informatie; - het recht op een schriftelijke en beargumenteerde reactie op het oordeel dat het verantwoordingsorgaan heeft gegeven over het door het Bestuur uitgevoerde beleid.
Intern toezicht Voor het Intern toezicht is gekozen voor een visitatiecommissie, die eens in de drie jaar de beleids- en bestuursprocedures en -processen, de checks and balances, de wijze waarop de uitvoering van de regeling wordt bestuurd en aangestuurd en de wijze waarop wordt omgegaan met de risico's op de langere termijn voor (de dekkingsgraad van) het Pensioenfonds beoordeelt. Het Bestuur zal zich nog beraden over de personele invulling van de visitatiecommissie.
Uitvoeringsorganisatie Drie medewerkers van de uitvoeringsorganisatie zijn in dienst van het Pensioenfonds. Zij staan onder leiding van een manager pensioenfonds, die eveneens in dienst is van het Pensioenfonds. De werkzaamheden betreffen op hoofdlijnen het uitvoeren van de pensioenadministratie en bestuursondersteuning.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
5
Vermogensbeheer Het vermogensbeheer is uitbesteed aan de volgende vermogensbeheerders: Barclays Global Investors, Pimco, Altera Vastgoed, Lupus Alpha en Crédit Agricole.
Beleggingscommissie De beleggingscommissie heeft als mandaat het monitoren van de vermogensbeheerders, het uitvoeren en opstellen van het beleggingsbeleid. De commissie is samengesteld uit leden die door het Bestuur worden benoemd. De beleggingscommissie laat zich bijstaan door een externe beleggingsadviseur.
Externe ondersteuning Het Pensioenfonds wordt bijgestaan door een externe adviserende actuaris, een externe beleggingsadviseur en ten behoeve van de periodieke ALM-studie een gespecialiseerde ALM-adviseur.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
6
Kerncijfers1 Bedragen x EUR 1.000
2007
2006
2005
2004
2003
1.046
1.184
1.220
1.353
1.369
Gewezen deelnemers (“slapers”)
1.266
1.123
1.097
1.020
1.029
Gepensioneerden
1.363
1.339
1.329
1.299
1.296
Totaal aantal deelnemers
3.675
3.646
3.646
3.672
3.694
Indexatie actieven per 1 januari volgend op boekjaar
1,50%
1,50%
-
-
-
Indexatie inactieven per 1 januari volgend op boekjaar
1,48%
1,25%
1,45%
0,82%
1,77%
Feitelijke premie (doorsneepremie)
8.836
8.572
8.860
9.383
5.230
Kostendekkende premie (marktrente)
8.604
-
-
-
-
Gedempte kostendekkende premie (4% rekenrente)
9.165
-
-
-
-
13.812
13.355
12.070
11.705
11.090
678
704
589
699
766
Pensioenvermogen
308.376
305.675
291.249
261.073
244.316
Pensioenverplichtingen
232.909
246.910
244.803
228.849
227.707
Aanwezige dekkingsgraad
132,4%
123,8%
119,0%
114,1%
107,3%
Vereiste dekkingsgraad DNB
118,4%
126,6%
125,8%
125,0%
117,9%
Aantal deelnemers Deelnemers
2
Indexatie 3
Pensioenuitvoering
Pensioenuitkeringen Pensioenuitvoeringskosten Vermogenssituatie en solvabiliteit
1
Tot en met boekjaar 2006 waren de cijfers gebaseerd op Actuariële Principes Pensioenfonds (APP). Vanaf boekjaar 2007 zijn de cijfers gebaseerd op het Financieel Toetsingskader (FTK). 2 Arbeidsongeschikte deelnemers worden meegeteld bij de actieve deelnemers. 3 Tot boekjaar 2006 was sprake van een eindloonregeling voor de pensioenopbouw over het salarisgedeelte.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
7
Bedragen x EUR 1.000
2007
2006
2005
2004
2003
23.914
23.384
19.313
-
-
99.331
103.888
94.686
102.919
104.474
157.704
159.454
160.780
156.331
139.980
Beleggingsportefeuille Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten, saldo activa en passiva Overige beleggingen
Totaal belegd vermogen
1.535
1.083
-432
-70
-
19.350
16.141
15.783
2.350
-
301.834
303.950
290.130
261.530
244.454
Beleggingsperformance Beleggingsrendement in %
4
2,3
7,2
12,7
8,2
8,9
Benchmark in %
2,1
5,6
12,8
8,7
9,0
Outperformance
0,2
1,6
-0,1
-0,5
-0,1
4
De rendementen zijn berekend volgens een gestandaardiseerde methode GIPS (Global Investment Performance Standard).
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
8
Verslag van het verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan (VO) van het Pensioenfonds is formeel op 21 februari 2008 ingesteld. Daaraan voorafgaand is een reglement vastgesteld op basis van de uitgangspunten van Pension Fund Governance. Hierbij zijn onder meer de frequentie van het overleg met het Bestuur, de te behandelen onderwerpen met betrekking tot het beleid en de verantwoording van het orgaan vastgesteld. Het VO heeft het recht advies uit te brengen over: • Het vaststellen en wijzigen van de vergoedingsregeling voor bestuursleden; • Het wijzigen van het beleid van ten aanzien van het VO; • De vorm, inrichting en samenstelling van het Intern toezicht; • Het vaststellen en wijzigen van een interne klachten- en geschillenprocedure; • Het vaststellen en wijzigen van het communicatie- en voorlichtingsbeleid. Aangezien het VO sinds 21 februari 2008 in functie is, zal zij niet met een algemeen oordeel over het gevoerde beleid in 2007 komen. Wel heeft het VO kennis kunnen nemen van het jaarverslag, de accountantsverklaring en de actuariële rapporten over 2007. Uit deze documenten is niet gebleken dat er onvoldoende belangenafweging heeft plaatsgevonden.
Almelo, 5 juni 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate Het verantwoordingsorgaan
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
9
Verslag van het Bestuur Hoofdlijnen Vanaf 1 januari 2007 is de Pensioenwet (PW) van kracht geworden en daarmee ook het Financieel Toetsingskader (FTK). De voorzieningen worden sindsdien op marktwaarde gewaardeerd. Dit betekent dat de vaste rekenrente van 4,0% is vervangen door de rentetermijnstructuur die De Nederlandsche Bank (DNB) publiceert. Daarnaast wordt bij de vaststelling van de levensverwachting rekening gehouden met de voorzienbare trend in overlevingstafels. Medio 2007 is begonnen met het verder afdekken van het renterisico. Dit gebeurt door de looptijden van de vastrentende beleggingen te verlengen. Hierdoor is de dekkingsgraad van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate (hierna “het Pensioenfonds”) minder gevoelig geworden voor renteveranderingen. Het hierdoor vrijgekomen risicobudget is gebruikt om het strategisch aandelenbelang met 5,0% te verhogen. Het premiebeleid en het indexatiebeleid zijn in 2007 gewijzigd. Premieopslagen (bij een dekkingsgraad lager dan 110,0%) en premiekortingen (bij een dekkingsgraad hoger dan 140,0%) zijn alleen mogelijk voor de werkgever. Indexatie wordt in principe gekort als de dekkingsgraad van het Pensioenfonds lager is dan 120,0%. Inhaal van deze indexatiekorting is mogelijk indien de dekkingsgraad hoger is dan 130,0%. In het kader van ons (nieuwe) communicatiebeleid zijn in 2007 een aantal projecten afgerond. Zo is voor alle huidige en nieuwe medewerkers een pensioen(informatie)map samengesteld, met daarin een beschrijving van het reglement, algemene pensioeninfo en informatie over keuzes en wijzigingen. Ook beschikt het Pensioenfonds nu over een website met doelgroepspecifieke informatie over de pensioenregeling bij Koninklijke Ten Cate nv (hierna “de onderneming”). In het najaar van 2007 hebben alle actieve deelnemers een Uniform Pensioenoverzicht (model 2008) ontvangen. In november 2007 zijn voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd voor actieve deelnemers en pensioengerechtigden. In deze bijeenkomsten zijn onder andere de hierboven genoemde beleidsveranderingen toegelicht. Ook in 2008 zal verdere invulling van de professionalisering van de pensioencommunicatie plaatsvinden. Zo is begin 2008 de eerste editie verschenen van PensioenNieuws voor de actieve deelnemers en de PensioenKrant voor pensioengerechtigden. In het kader van Pension Fund Governance (goed pensioenfondsbestuur) is een verantwoordingsorgaan (VO) ingesteld. Het VO bestaat uit zes leden: twee vertegenwoordigers vanuit de werknemers, twee vanuit de werkgever en twee namens de gepensioneerden. Het intern toezicht wordt ingevuld door een visitatiecommissie, bestaande uit drie externe, onafhankelijke deskundigen. Over de bemensing van deze commissie zal het Bestuur zich nog buigen. De dekkingsgraad van het Pensioenfonds is gestegen met 8,6%-punt tot 132,4%. De stijging van de dekkingsgraad wordt vooral veroorzaakt door de stijging van de marktrente. Het behaalde rendement over 2007 was 2,3%. De vereiste dekkingsgraad is 118,4%, zodat de financiële positie van het Pensioenfonds toereikend kan worden genoemd.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
10
Algemene ontwikkelingen in de pensioenwereld Indexatielabel Op grond van de Pensioenwet moet een pensioenuitvoerder zijn (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden informeren over relevante zaken die met hun pensioenregeling samenhangen. Eén daarvan betreft de indexatieverlening. In de wetgeving is vastgelegd dat de informatie over indexatieverlening moet plaatsvinden in duidelijke en begrijpelijke bewoordingen, maar ook door middel van een beeldende en kwalitatieve maatstaf. Deze maatstaf, ook indexatielabel genoemd, is bedoeld om (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden een begrijpelijk beeld te geven over de kwaliteit van de indexatieverlening. Bedoeling van het indexatielabel is om tot uitdrukking te brengen wat de gemiddelde verwachtingen zijn over de indexatieverlening en tevens welk risico er is dat die verwachtingen niet waargemaakt worden. Initiatiefnemer van het ontwikkelen van het indexatielabel is het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Samen met vertegenwoordigers van de sociale partners, de pensioenkoepels, het Verbond van Verzekeraars en van de toezichthouders AFM en DNB heeft het ministerie in de loop van 2007 gewerkt aan de invoering van het indexatielabel. Daarbij is gebleken dat de oorspronkelijke planning van de invoering per 1 januari 2008 niet mogelijk is; deze is uitgesteld naar 1 januari 2009. Velen in de pensioenwereld, waaronder de koepelorganisatie van ondernemingspensioenfondsen (OPF), zijn van mening dat de invoering van het indexatielabel het gevaar in zich bergt dat belanghebbenden het oordeel over de indexatieverlening ten onrechte zien als een oordeel over de gehele regeling. Het label zegt immers niets over kwaliteit van de pensioenregeling als geheel en evenmin over de financiële situatie van de pensioenuitvoerder. Nu de wetgever echter heeft gekozen voor het middel van het indexatielabel heeft OPF te kennen gegeven waar mogelijk constructief maar ook kritisch mee te werken aan de verdere ontwikkeling van het indexatielabel.
Toezichthouders pensioenfondsen De toezichthouders op pensioenfondsen zijn de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en DNB. De AFM is verantwoordelijk voor het gedragstoezicht, dat zich richt op de vraag of deelnemers aan de financiële markten correct behandeld en juist geïnformeerd worden. DNB is verantwoordelijk voor het prudentieel toezicht, dat zich richt op de vraag of de deelnemers aan de financiële markten erop kunnen vertrouwen dat hun contractpartner de aangegane financiële verplichtingen kan nakomen. Tot voor kort hadden ondernemingspensioenfondsen alleen met de AFM te maken uit hoofde van de zogenaamde effecten typisch gedragstoezicht. Met de komst van de Pensioenwet is dit veranderd en heeft AFM eveneens de taak om toezicht te houden op de informatieverstrekking door pensioenfondsen. Die informatieverstrekking moet tijdig en in duidelijke en begrijpelijke bewoording plaatsvinden. Het toezicht hierop door AFM vindt achteraf plaats, waarbij AFM o.a. toetst of het pensioenfonds heeft voldaan aan de wettelijk gestelde termijnen en of en op welke wijze het pensioenfonds getoetst heeft of de boodschap is overgekomen. AFM heeft aangegeven dat het toezicht risicogeoriënteerd en incidentgedreven is, waarbij bijvoorbeeld gereageerd wordt op klachten van deelnemers en wordt ingespeeld op signalen van DNB. Ook is benadrukt dat het werk van de ene toezichthouder niet zal worden overgedaan door de andere toezichthouder. Dit aspect komt aan de orde tijdens een evaluatie met de pensioenkoepels in 2009.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
11
Continuïteitsanalyse In de Pensioenwet is de vereiste opgenomen dat een pensioenfonds zijn organisatie zodanig inricht dat deze een integere en beheerste bedrijfsvoering waarborgt. Eén van de aspecten die daarbij een rol spelen is dat het pensioenfonds de financiële positie over een lange termijn monitoort door periodiek een continuïteitsanalyse uit te voeren. Door middel van die analyse wordt met een stochastische benaderingswijze bezien of het pensioenfonds aan haar verplichtingen op lange termijn kan voldoen. De continuïteitsanalyse biedt tevens inzicht in de mate waarin de voorwaardelijke indexatieverlening naar verwachting kan worden toegekend. De continuïteitsanalyse omvat, vanaf de rapportagedatum gerekend, 15 prognosejaren. De analyse moet eens in de drie jaar worden opgesteld. Bijzondere omstandigheden zoals onder meer een verslechterde financiële positie, gewijzigd beleid en gewijzigde externe omstandigheden kunnen voor DNB aanleiding zijn om te verzoeken tussentijds een continuïteitsanalyse te laten uitvoeren.
Pensioenregister In de Pensioenwet is bepaald dat de pensioenuitvoerders van pensioenregelingen een Pensioenregister moeten inrichten, dat uiterlijk op 1 januari 2011 operationeel is. Het register is bedoeld om op eenvoudige wijze inzicht te geven in de opgebouwde pensioenen. Om aan deze opdracht inhoud te kunnen geven hebben de pensioenkoepels OPF, VB en UvB, het Verbond van Verzekeraars en de Sociale Verzekeringsbank de intentie uitgesproken om een dergelijk register op te zetten en te gaan beheren. Het is de bedoeling dat een daartoe op te zetten stichting vanaf 2011 via een beveiligde website inzicht biedt in de eerste en tweede pijler pensioenen, oftewel AOW en aanvullende, collectieve pensioenen. Ook gaat op termijn onderzocht worden of ook individueel afgesloten polissen in het register ondergebracht kunnen worden.
Kosten en baten ondernemingspensioenfondsen Mede naar aanleiding van de ongenuanceerde berichten in de pers over het voortbestaan van ondernemingspensioenfondsen in verband met het niveau van de uitvoeringskosten heeft OPF door het bureau PricewaterhouseCoopers (PwC) een onderzoek laten verrichten naar de kosten en baten van ondernemingspensioenfondsen. Behalve de kosten zijn door PwC ook de baten in beeld gebracht. De rapportage van het onderzoek is in november 2007 gepresenteerd. In het rapport wordt niet alleen ingezoomd op schaalgrootte en uitvoeringskosten maar met name ook op keuzes die gemaakt kunnen worden bij de uitvoering van een pensioenregeling. Uit het onderzoek blijkt dat er een groot aantal categorieën kosten en baten is; de factor “uitvoeringskosten” is dus slechts één van de vele aspecten. Ook is er geen sprake van dalende trends. Hoewel het aantal ondernemingspensioenfondsen in de loop der jaren is gedaald van circa 900 naar circa 600 blijkt het belegd vermogen van ondernemingspensioenfondsen over de afgelopen tien jaar ongeveer verdubbeld te zijn en is het aantal actieve deelnemers grofweg constant gebleven. Uit het onderzoek blijkt dat schaalgrootte een belangrijke factor is bij de hoogte van de uitvoeringskosten. Wat vervolgens ook blijkt is dat deze factor niet van groot belang wordt geacht door de stakeholders die in het onderzoek zijn bevraagd. Ook blijkt de focus van ondernemingspensioenfondsen goed te zijn; er wordt relatief hoog gescoord op elementen als deskundigheid, zekerheid van de uitkering en vertrouwen. Dit zijn juist de elementen die door stakeholders als belangrijk worden gezien. Aandachtspunten voor kleine pensioenfondsen zijn met name deskundigheid en onafhankelijkheid ten opzichte van externe adviseurs en partijen waaraan wordt uitbesteed. Dit kan door meer samenwerking worden opgelost. Eén van de conclusies is dat ondernemingspensioenfondsen waardevolle uitvoeringsvorm voor pensioenregelingen blijven.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
12
Uniform Pensioenoverzicht Een aantal jaren geleden hebben de koepels van de ondernemingspensioenfondsen, de bedrijfstakpensioenfondsen en het Verbond van Verzekeraars de handen ineengeslagen om een uniform pensioenoverzicht voor de gehele pensioensector te ontwikkelen. Pensioenfondsen en verzekeraars stuurden jaarlijks al pensioenoverzichten naar hun deelnemers, maar deze verschilden qua opzet en inhoud van elkaar. Met dit initiatief werd ook tegemoet gekomen aan de politieke wens om te komen tot vergelijkbare pensioenoverzichten voor de hele sector. In oktober 2005 sloten de initiatiefnemers een convenant, waarin zij zich verplichtten om te bevorderen dat alle aangesloten pensioenfondsen en verzekeraars het uniform pensioenoverzicht zullen invoeren. Het initiatief van de koepels heeft geleid tot verankering in de Pensioenwet. Alle pensioenuitvoerders zijn op grond van de wet gehouden om de informatie die aan deelnemers jaarlijks verstrekt moet worden, vanaf 2008 te verstrekken in de vorm van een voor de gehele pensioensector geldend uniform pensioenoverzicht.
Belangrijkste interne ontwikkelingen Aanpassing beleggings-, premie- en indexatiebeleid De PW verplicht het pensioenfonds vanaf 1 januari 2007 te voldoen aan de eisen van het nieuwe FTK. Doel van het FTK is om pensioenfondsen in staat te stellen financiële tegenvallers op te vangen zonder dat dit ten koste gaat van de deelnemers. Uitgangspunt daarbij is risicobeheersing. De meest relevante uitgangspunten zijn: • De verplichtingen moeten op marktwaarde worden gewaardeerd. Tot en met vorig jaar werden de verplichtingen contant gemaakt met een vaste rekenrente van 4,0% of een lagere marktrente. Vanaf dit jaar zullen de verplichtingen dus meebewegen met de marktrente. Door deze verandering is het renterisico in ons Pensioenfonds meer zichtbaar geworden, immers de looptijd van onze verplichtingen is hoger dan de looptijd van onze bezittingen. Een daling van de marktrente leidt zodoende tot een veel sterkere stijging van de verplichtingen dan van de beleggingen. • Indien een pensioenfonds in een situatie van onderdekking verkeert, dat wil zeggen een dekkingsgraad onder de 105,0%, heeft men een hersteltermijn van maximaal 3 jaar. Binnen 3 jaar moet dus weer het niveau van 105,0% zijn bereikt. • Een pensioenfonds moet over voldoende buffers beschikken. Ook wel vereist eigen vermogen genoemd. Dit wordt zodanig vastgesteld dat met een zekerheid van 97,5% wordt voorkomen dat binnen 1 jaar een situatie van onderdekking (onder dekkingsgraad van 100,0%) ontstaat. Hoe risicovoller een pensioenfonds belegt, hoe hoger het vereist eigen vermogen moet zijn. Zoals gezegd ligt de nadruk van deze maatregelen op risicobeheersing. Dit kan enerzijds door het beleggingsbeleid aan te passen en anderzijds het premie- en indexatiebeleid meer af te stemmen op de financiële situatie bij het Pensioenfonds.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
13
Aanpassing beleggingsbeleid In boekjaar 2007 is het renterisico tussen de beleggingen en de verplichtingen verkleind. Met de huidige beleggingsportefeuille werd al ongeveer 30,0% van het renterisico van de pensioenverplichtingen afgedekt. Dit percentage is begin derde kwartaal van 2007 verhoogd van 30,0% tot 45,0%. In het vierde kwartaal van 2007 is dit percentage verhoogd van 45,0% naar 60,0%. De besparing op het totale beleggingsrisico is deels gebruikt om het strategische belang in aandelen te verhogen met 5,0%-punten. Aanpassing premie- en indexatiebeleid Ook het premie- en indexatiebeleid is in het boekjaar 2007 aangepast. Korting of opslagen op de premie, korting op de indexatie, inhaalindexatie en rechtenkorting zijn afhankelijk van de financiële situatie bij het Pensioenfonds. Hierbij streeft het Bestuur naar een evenwichtige verdeling van “lusten en lasten” over de verschillende stakeholders (werkgever, werknemers en gepensioneerden). Het voorgestelde beleggings-, premie- en indexatiebeleid is getoetst door een ALM-studie die in 2006 is gestart. Met de ALM-studie wordt inzicht verkregen wat voorgenomen beleidswijzigingen voor consequenties hebben voor het risicoprofiel van het Pensioenfonds. De ALM-studie is in 2007 afgerond.
Juridische documenten Eind december 2007 zijn alle (aangepaste) juridische documenten voor een laatste beoordeling 5 verstuurd naar het Bestuur en de onderneming . Het betreft de volgende documenten: • Uitvoeringsovereenkomst; • Statuten; • Pensioenreglement; • Reglement pensioensparen; • Tijdelijke aanvullingsregeling; • Het Statuut; • Addendum vroegpensioenreglement; • Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN); • Reglement Verantwoordingsorgaan; • Reglement Intern Toezicht/ Visitatiecommissie; • Deskundigheidsplan. Nadat op 15 januari 2008 van de raad van bestuur bericht was ontvangen dat de onderneming akkoord is met de (aangepaste) documenten, is ook het Bestuur tijdens de AB-vergadering van 14 februari 2008 akkoord gegaan met deze documenten. De definitief goedgekeurde documenten zijn ondertekend door de voorzitter en de secretaris. Op 21 februari 2008 is de statutenwijziging gepasseerd bij de notaris. Hierna zijn alle documenten verstuurd naar DNB. Vanwege de nieuwe overlevingsgrondslagen zijn door Towers Perrin (TP) nieuwe tabellen met factoren samengesteld. De nieuwe factoren gelden vanaf 1 januari 2008 tot uiterlijk 1 januari 2013 en zijn van toepassing op het pensioenreglement, reglement pensioensparen en de tijdelijke aanvullingsregeling. Ook de uitruilfactoren voor het ouderdomspensioen zijn gewijzigd. De nieuwe tabellen met factoren zijn verwerkt in de goedgekeurde reglementen.
5
De laatste vier documenten zijn ter informatie verstuurd.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
14
Communicatie Zoals ieder jaar is ook in dit verslagjaar een verkorte uitgave van het jaarverslag naar onder andere deelnemers en gepensioneerden verstuurd. Dit jaarverslag wordt het jaarbericht genoemd. e
Alle actieve deelnemers hebben in het 4 kwartaal van 2007 informatie ontvangen over hun opgebouwde en te bereiken pensioen. Dit pensioenoverzicht is vormgegeven volgens de richtlijnen voor het Uniform Pensioenoverzicht (UPO). In de versie van 2007 is het gepubliceerde model voor 2008 al zoveel mogelijk verwerkt. In maart 2007 heeft een voorlichtingsbijeenkomst voor alle P&O-functionarissen en salarisadministrateurs van de onderneming plaatsgevonden. Hierbij werd onder andere aandacht besteed aan de nieuwe pensioenmap en de website. Ook is enige algemene informatie over de pensioenregeling aan de orde gekomen. In Txtures, het huisblad van de onderneming, is een artikel over de nieuwe pensioenmap en de website gepubliceerd. Eind november 2007 zijn voorlichtingsbijeenkomsten voor werknemers en gepensioneerden georganiseerd, waarin toelichting is gegeven op het gewijzigde beleid, de nieuwe bestuursstructuur en andere ontwikkelingen bij het Pensioenfonds. Eind februari 2008 is het PensioenNieuws verstuurd naar alle actieve deelnemers (werknemers) en een PensioenKrant naar alle pensioengerechtigden. In de kranten zijn onder andere een verslag van de gehouden voorlichtingsbijeenkomsten, informatie over indexatie, algemene ontwikkelingen (bij het Pensioenfonds) en doelgroepspecifieke artikelen opgenomen. De kranten verschijnen niet op vaste momenten, maar worden alleen uitgebracht op momenten dat er daadwerkelijk nieuws is. Het is de bedoeling in augustus/ september 2008 een tweede krant uit te brengen, waarin het jaarbericht zal worden verwerkt. De nieuwe Pensioenwet stelt aanvullende eisen op het gebied van voorlichting, zodat deelnemers aan een pensioenregeling meer inzicht krijgen in hun pensioen. In 2006 is een aanvang gemaakt om aan die nieuwe eisen te kunnen voldoen. Zo is in opdracht van het Bestuur een communicatiebeleidsplan opgesteld, waarin rekening is gehouden met een uitbreiding van het bestaande communicatiepakket. Vanaf maart 2007 wordt een nieuwe huisstijl in alle correspondentie toegepast. Om invulling te geven aan een transparantere voorlichting zijn inmiddels de volgende zaken gerealiseerd: Werkgevershandleiding Voor medewerkers van de P&O- en salarisafdelingen van de onderneming is vanaf april 2007 een vernieuwde werkgevershandleiding beschikbaar met informatie over pensioenregelingen en de mutatieprocedure. Pensioenmap Begin 2007 is aan alle actieve deelnemers van het Pensioenfonds een nieuwe pensioenmap uitgereikt. Deze pensioenmap is onder andere voorzien van een beschrijving van de nieuwe pensioenregeling en is volledig in de nieuwe huisstijl opgemaakt. Ook nieuwe deelnemers aan de pensioenregeling ontvangen deze map als onderdeel van de startbrief.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
15
Pensioenwebsite Sinds mei 2007 is een website in gebruik genomen, waarin alle pensioeninformatie is te vinden voor alle deelnemers per specifieke doelgroep. Naast informatie over de pensioenregeling wordt onder andere informatie gegeven over het Pensioenfonds en welke acties moeten worden ondernomen bij wijzigingen in de privé- en/of werksituatie. Pensioenovereenkomst Door de onderneming is, in overleg met het Pensioenfonds, een pensioenovereenkomst opgesteld, die vanaf 1 januari 2008 als bijlage bij nieuw af te sluiten arbeidsovereenkomsten zal worden gevoegd.
Einde tijdelijke voortzetting deelname Plasticum Plasticum is in april 2006 door de onderneming verkocht. De werknemers van Plasticum zijn tot en met 31 december 2007 deelnemer aan de pensioenregeling van de onderneming gebleven, zodat de leiding van de inmiddels geheten Plasticum Group een goede alternatieve pensioenvoorziening kon regelen voor haar werknemers. Per 31 december 2007 zijn de opgebouwde pensioenaanspraken van de werknemers van Plasticum bij het Pensioenfonds premievrij gemaakt.
Veegwet Op 18 december 2007 is het (gewijzigd) wetsvoorstel “Veegwet” door de Tweede Kamer aangenomen. In de Veegwet is opgenomen dat raadpleging van pensioengerechtigden in het kader van medezeggenschap onder bepaalde voorwaarden niet nodig is. Het Pensioenfonds voldoet aan de gestelde voorwaarden en hoeft dus geen raadpleging te houden.
Overlevingstafels Towers Perrin heeft een onderzoek verricht naar de meest adequate leeftijdsterugstellingen voor mannen en vrouwen en naar de gevolgen voor de voorziening pensioenverplichtingen van het hanteren van de generatietafels. De aanleiding voor het onderzoek is de publicatie van nieuwe overlevingstafels. De resultaten hiervan zijn weergegeven in een rapport. Het Bestuur heeft besloten te kiezen voor het hanteren van overlevingstafel GBM/V 2000-2005, toegepast met drie jaar leeftijdsterugstelling voor mannen en zonder leeftijdsterugstelling voor vrouwen en met een voor 5 jaar vaste opslag van 3,5% voor toekomstige trendmatige sterfteontwikkeling. Gelijktijdig wordt jaarlijks 0,24% van de pensioenverplichtingen gereserveerd voor de overgang op de eerstvolgende overlevingstafels GMB/V 2005-2010, opdat er over 5 jaar een voorziening overgang overlevingstafels aanwezig is van 1,2%.
Klachten en geschillen In het afgelopen jaar zijn er geen klachten ontvangen of geschillen van deelnemers binnengekomen.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
16
Goed pensioenfondsbestuur Integere bedrijfsvoering Wettelijk is geregeld dat een pensioenfonds maatregelen dient te treffen die goed pensioenfondsbestuur waarborgen. Met de invoering van de Pensioenwet per 1 januari 2007 zijn de STAR principes voor Pension Fund Governance (PFG) verankerd in het wettelijk kader. Deze 32 principes betreffen de onderdelen zorgvuldig bestuur, transparantie, openheid en communicatie, deskundigheid, verantwoording en intern toezicht. Het beleid van een pensioenfonds is gericht op een integere bedrijfsvoering. Deze verantwoordelijkheid is vastgelegd in artikel 143 van de Pensioenwet. Dit houdt onder meer in: • Adequate administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) en risicobeheersing. • Analyse en beheersing van integriteitsrisico’s. • Voorkomen van belangenverstrengeling. • Duurzame beheersing van (financiële) risico’s. • Tenminste eenmaal per 3 jaar een continuïteitsanalyse.
Intern toezicht en verantwoordingsorgaan Het Bestuur van het Pensioenfonds besteedt conform de Pensioenwet en de daarin opgenomen eisen voor goed pensioenfondsbestuur veel aandacht aan de opzet en inrichting van de organisatie, inclusief de interne beheersing. Reglementair is bepaald hoe het Bestuur omgaat met de rol als Bestuur en invulling geeft aan begrippen als goed bestuur, verantwoording en intern toezicht. Vanaf 21 februari 2008 is het verantwoordingsorgaan (VO) officieel ingesteld. Het VO bestaat uit zes leden: twee vertegenwoordigers uit de kring van deelnemers, twee vertegenwoordigers uit de kring van pensioengerechtigden en twee vertegenwoordigers namens de onderneming. De verantwoording die het Bestuur aflegt is onderdeel van de jaarverslagcyclus en in dat kader ook het formele overleg te voeren tussen Bestuur en VO. Voor het Intern toezicht is gekozen voor een visitatiecommissie, die eens in de drie jaar de beleids- en bestuursprocedures en -processen, de checks and balances, de wijze waarop de uitvoering van de regeling wordt bestuurd en aangestuurd en de wijze waarop wordt omgegaan met de risico's op de langere termijn voor (de dekkingsgraad van) het Pensioenfonds beoordeelt. Het Bestuur zal zich nog beraden over de personele invulling van de visitatiecommissie.
Deskundigheidsbevordering De nieuw te benoemen bestuursleden zullen allen een introductiecursus “pensioenen” volgen. Bij de keuze van kandidaten wordt in goed overleg met de COR, de raad van bestuur van de onderneming en de Vereniging van Gepensioneerden Koninklijke Ten Cate (VGKTC) rekening gehouden met een juiste deskundigheidsinbreng in het Bestuur. In het komende jaar zal veel aandacht besteed worden aan de deskundigheidsbevordering van het Bestuur. Het Bestuur zal hierbij uitgaan van de eisen die zijn vastgelegd in het plan van aanpak Deskundigheidsbevordering van VB, OPF en UvB d.d. 16 april 2007.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
17
Naleving wet- en regelgeving Het Bestuur is niet bekend met overtredingen van wet- en regelgeving.
Gedragscode Alle direct bij het Pensioenfonds betrokkenen (Bestuur en medewerkers) hebben zich geconformeerd aan de gedragscode van het Pensioenfonds door het ondertekenen ervan. In 2008 dienen pensioenfondsen de nieuwe modelgedragscode te implementeren en waar nodig de administratieve organisatie en interne controle bij te stellen.
Toezichthouder Bij DNB heeft een aantal wijzigingen in de organisatie van het toezicht op pensioenfondsen plaatsgevonden. Hierdoor heeft het Pensioenfonds per 1 april 2007 een andere toezichthouder gekregen, de heer drs. J.A.C. Luijks RA. Ook is de toetsing van statuten en reglementen voortaan ondergebracht bij een aparte afdeling. Het Pensioenfonds heeft binnen deze afdeling een eigen behandelaar aangewezen gekregen. Het afgelopen boekjaar is geen vertegenwoordiging van DNB op bezoek geweest. Er is geen sprake van een reservetekort, derhalve is geen herstelplan van toepassing. Er zijn geen boetes of dwangsommen door DNB uitgedeeld.
Communicatie In het boekjaar is veel aandacht besteed aan communicatie. Op basis van de beleidsregel toeslagenmatrix en in overeenstemming met de eisen van de Pensioenwet is voor de door het Pensioenfonds uitgevoerde pensioenregeling het beleid, de ambitie en de financiering van de indexatie vastgesteld. Het pensioenreglement is hiermee in overeenstemming gebracht en de indexatieverwachting is inmiddels naar de deelnemers en pensioengerechtigden uitgesproken. In overeenstemming met de door de koepels geïntroduceerde doelstelling om eenvormige, eenduidige en duidelijke pensioenoverzichten te verstrekken (UPO) is aan alle deelnemers een pensioenoverzicht op basis van de huidige regeling uitgereikt. Het Bestuur vertrouwt erop hiermee een belangrijke stap voorwaarts in de pensioencommunicatie te hebben gezet.
Bestuursvergaderingen Het Algemeen Bestuur van het Pensioenfonds heeft het afgelopen jaar driemaal vergaderd. Daarnaast is een aparte vergadering gehouden, waarin het jaarverslag 2006 door het Bestuur is vastgesteld. Het Dagelijks Bestuur heeft het afgelopen jaar negenmaal vergaderd.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
18
Bestuurssamenstelling Het Bestuur van de VGKTC heeft per 1 januari 2007 drie personen, te weten de heer H.J. Dul, de heer A. Schipper en de heer J.J. de Jong, benoemd tot lid van het Bestuur van het Pensioenfonds. De heer J.C.M. Halkes heeft per genoemde datum de plaats van de heer De Jong ingenomen en is werkgeverslid geworden. De heer Jansen heeft zijn functie als plaatsvervangend bestuurslid beëindigd. e De heer H.J. Dul heeft met ingang van 1 september 2007 de functie van 2 secretaris overgenomen van de heer C.P.C.G. de Bruijn. De heer De Bruijn blijft wel lid van het Bestuur. Per 1 januari 2008 zijn alle plaatsvervangende bestuursleden afgetreden. Alle plaatsvervangers, behalve de heer H. Michel en de heer K.P. Zwarts, hebben plaatsgenomen in het VO.
Pensioenparagraaf Kenmerken regeling De regelingen die door het Pensioenfonds worden uitgevoerd zijn de volgende: • Pensioenregeling; • Tijdelijke aanvullingsregeling; • Pensioenspaarregeling. De pensioenregeling heeft de volgende kenmerken: • Middelloon; • Opbouwpercentage: 2,1%; • Franchise 2007: EUR 13.906,00; • Voorwaardelijke indexatie; • Toetredingsleeftijd: 18 jaar; • Pensioenleeftijd: 65 jaar; • Voorwaardelijke overgangsregeling extra pensioeninkoop voor deelnemers geboren vanaf 1950. De pensioenspaarregeling is een vrijwillige spaarregeling. Deze regeling biedt de mogelijkheid jaarlijks een aantal bruto loonbestanddelen te sparen, waarmee extra pensioenrechten kunnen worden verkregen. De tijdelijke aanvullingsregeling is van toepassing op werknemers geboren vóór 1 januari 1950. Betreffende werknemers kunnen op basis van deze regeling een aanvulling op het tot 2006 opgebouwde vroegpensioen aanvragen. De standaardingangsdatum van vroegpensioen plus aanvulling is afhankelijk van het geboortejaar en ligt tussen de 62 en de 63 jaar.
Wijziging reglementen Op grond van de reglementaire bepalingen zijn per 1 januari 2007 de volgende wijzigingen doorgevoerd: - Verhoging van de franchise met 1,5% tot EUR 13.906,00. - Verhoging maximaal bedrag Anw-hiaatpensioen van EUR 1.059,60 naar EUR 1.082,56 per maand. - In het Statuut is een bepaling toegevoegd. Leden van de raad van bestuur, die vanaf 1 januari 2007 in dienst treden, zullen vanaf het moment van indiensttreding gaan deelnemen aan de pensioenregeling van het Pensioenfonds.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
19
Beleggingenparagraaf Algemeen Het doel van het beleggingsbeleid is het leveren van een optimale bijdrage aan het veiligstellen van de pensioenafspraken binnen aanvaardbare risicogrenzen. Het Bestuur heeft de beleggingen gespreid over verschillende beleggingscategorieën. Binnen de verschillende beleggingscategorieën wordt gespreid naar regio’s en subcategorieën. Bij de uitvoering van het beleid houdt het Bestuur rekening met valutarisico, renterisico en het neerwaartse risico van aandelen.
Beleggingsbeleid Begin 2007 is een ALM-studie afgerond. Met behulp van deze ALM-studie is het premiebeleid, indexatiebeleid en het beleggingsbeleid vormgegeven binnen het FTK. Het strategische e beleggingsbeleid is met ingang van het 3 kwartaal 2007 aangepast. Het renterisico wordt afgedekt tot 60,0% door de looptijd (duration) van de vastrentende waarden te verlengen. Het hierdoor vrijkomende risico-budget is gebruikt door tegelijkertijd het normgewicht van de aandelen met 5,0% te verhogen en het normgewicht van de vastrentende waarden met 5,0% te verlagen. Om timing-effecten zoveel als mogelijk uit te sluiten is door het Bestuur besloten om de afdekking van het renterisico in twee stappen uit te voeren: de eerste tranche tot 45,0% afdekking in juli en de tweede tranche tot 60,0% in oktober. Het verhogen van het strategische aandelenbelang heeft niet geleid tot het bijkopen van aandelen, omdat het feitelijke aandelenbelang, vanwege koersstijgingen in het eerste halfjaar al was gestegen tot boven het nieuwe normgewicht. Het aandelenbelang is in juli zelfs licht afgebouwd om op het nieuwe normgewicht uit te komen. Het gewenste strategische belang in vastgoed is 10,0%. Vanwege beperkte beschikbaarheid van vastgoed geldt tijdelijk een afwijkende strategische verdeling van de beleggingscategorieën. Het deel van vastgoed dat nog niet geïnvesteerd kan worden is tijdelijk belegd in de categorieën vastrentende waarden en aandelen (respectievelijk 65,0% en 35,0%). De volgende strategische beleggingsmix is van toepassing: Strategische beleggingsmix ultimo 2007 (in %) Strategische mix
Minimum
Maximum
Vastgoed
7,5
5,0
10,0
Aandelen
35,9
30,9
40,9
Vastrentende waarden
51,6
46,6
56,6
Hedgefondsen
5,0
3,0
7,0
Kasmiddelen
0,0
-2,5
2,5
Totaal
Jaarverslag 2007
100,0
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
20
De samenstelling van de portefeuille was ultimo boekjaar als volgt: Samenstelling beleggingsportefeuille ultimo 2007 (in %) Feitelijk belang
Strategische mix
Afwijking van strategische mix
Vastgoed
7,9
7,5
0,4
Aandelen
33,2
35,9
-2,7
Vastrentende waarden
52,5
51,6
0,9
Hedgefondsen
5,5
5,0
0,5
Kasmiddelen
0,9
0,0
0,9
100,0
100,0
0,0
Totaal
Vermogensbeheerders Vastgoed: Altera Aandelen: Barclays en Lupus Alpha Vastrentende waarden: Barclays en Pimco Hedgefondsen: Crédit Agricole
Beleggingsrendement Het Pensioenfonds behaalde op de totale beleggingsportefeuille een rendement van 2,3% (2006: 7,2%). Het rendement van de benchmark was 2,1%. Vastgoed en hedgefondsen hebben goede e rendementen behaald. Vooral de kredietcrisis in het 2 halfjaar heeft er voor gezorgd dat het aandelenrendement veel lager uitkwam dan we gewend waren de laatste jaren. Door de stijging van de rente op (staats)obligaties is het rendement van vastrentende waarden amper in de plus geëindigd. Alleen de categorie hedgefondsen heeft het beter gedaan dan de benchmark. De andere categorieën behaalden iets lagere rendementen dan de benchmark. Rendement in 2007 (in %) Pensioenfonds TenCate
Benchmark
Relatieve Performance
Vastgoed
11,4
11,4
0,0
Aandelen
1,8
2,1
-0,3
Vastrentende waarden
0,8
1,2
-0,4
Hedgefondsen
8,2
4,1
4,1
Totaal rendement
2,3
2,1
0,2
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
21
Vastgoed Op vastgoed is een rendement van 11,4% behaald. Het rendement van de benchmark was 11,4%. De sector woningen behaalde een rendement van 11,0%, sector winkels 13,1% en sector kantoren 10,0%. Belegd wordt in niet-beursgenoteerd Nederlands onroerend goed, vanwege de lage afhankelijkheid van rendementen op obligaties en aandelen. Bovendien is het algemeen aanvaard dat deze categorie een hoger verwacht rendement heeft dan obligaties. Een verdere risicospreiding wordt aangebracht door in verschillen sectoren te beleggen. Er zijn belangen opgebouwd in de sectoren woningen, winkels en kantoren. Voor de sector bedrijfsruimten staat het Pensioenfonds voor EUR 7,0 miljoen op een wachtlijst. Samenstelling vastgoedportefeuille ultimo 2007 (in %) Gewenste verdeling
Strategische verdeling 2007
Feitelijke verdeling ultimo 2007
Kantoren
25,0
33,3
31,1
Winkels
25,0
33,3
33,2
Woningen
25,0
33,3
35,7
Bedrijfsruimten
25,0
0,0
0,0
100,0
100,0
100,0
Totaal
Aandelen Op aandelen inclusief valuta-afdekking is een rendement van 1,8% behaald. Het rendement van de benchmark was 2,1%. Het rendement op aandelen exclusief valuta-afdekking bedroeg -1,7%. Europa large cap behaalde een rendement van -0,7%, euro mid/small cap 5,5%, Noord-Amerika -7,8%, Japan -15,1% en Verre Oosten exclusief Japan 18,8%. De aandelenportefeuille bestaat uit een ‘core’ aandelenportefeuille en portefeuille met euro mid/small cap aandelen. In onderstaande tabel is de verdeling van de aandelenportefeuille weergegeven, zowel strategisch, de bandbreedte als het feitelijke belang ultimo 2007: Strategische normverdeling aandelenportefeuille (in %) Strategische verdeling
Minimum
Maximum
Ultimo 2007
Core portefeuille (USD, GBP en JPY gehedged naar EUR)
83,3
78,3
88,3
82,9
Euro mid/small cap aandelen
16,7
11,7
21,7
17,1
Totaal
100,0
100,0
De ‘core’ aandelenportefeuille wordt belegd in een wereldwijde portefeuille van large cap aandelen in ontwikkelde landen. De beleggingsstijl is ‘index-enhanced’: er wordt beperkt risico gelopen ten opzichte van de benchmark. Het valutarisico van de belangen in USD, GBP en JPY wordt structureel afgedekt.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
22
Een beperkt deel van de aandelenportefeuille (strategisch: 16,7%) wordt bovendien belegd in euro mid/small caps vanwege het verwachte extra rendement en spreidingsvoordelen. De regioverdeling binnen de ‘core’ aandelenportefeuille is vastgelegd in het beleggingsbeleidsplan. De vermogensbeheerder heeft het mandaat binnen bepaalde grenzen van het strategische belang af te wijken. In onderstaande tabel is de geografische verdeling van de aandelenportefeuille weergegeven, zowel strategisch, de bandbreedte als het feitelijke belang ultimo 2007: Regioverdeling ‘core’ aandelenportefeuille (in %) Strategische verdeling
Minimum
Maximum
Ultimo 2007
Europa
60,0
55,0
65,0
60,6
Noord-Amerika
30,0
25,0
35,0
29,4
6
7,3
4,0
2,7
Japan
8,0
3,5
Zuidoost-Azië
2,0
0,0
Totaal
100,0
12,5
100,0
Vastrentende waarden Op vastrentende waarden is een rendement van 0,8% behaald. Het rendement van de benchmark was 1,2%. Doordat de marktrente in 2007 verder is gestegen is het absolute rendement in deze categorie lager dan gemiddeld op lange termijn verwacht. e
Om de al eerder genoemde looptijd (duration) van de beleggingen te verlengen is vanaf het 3 kwartaal een groot deel van de participaties in het euro staatsobligatie indexfonds omgezet in participaties in long duration investments (LDI). Dit zijn zogenaamde ‘bucket-fondsen’ met verschillende looptijden, waarin onderliggend in renteswaps wordt belegd. Strategisch wordt 70,0% passief belegd in euro staatsobligaties en LDI. Hierin wordt geen actief beleid gevoerd, omdat hiervan structureel gezien geen outperformance wordt verwacht. Het overige deel van 30,0% wordt actief beheerd in een zogenaamd ‘Credit+’-mandaat. Naast euro credits (investment grade obligaties die niet zijn uitgegeven door staten), mag op tactische basis worden belegd in high yield obligaties, Emerging Markets Debt en derivaten. De portefeuille onderhandse leningen wordt intern beheerd, waarbij een passief beheer gevoerd wordt. Op termijn dient deze portefeuille volledig afgebouwd te worden ten gunste van de overige categorieën vastrentende waarden. Het beleid staat niet toe nieuwe onderhandse leningen aan te kopen.
6
Het gezamenlijk belang van de regio’s Japan en Zuidoost-Azië zal nooit meer dan 12,5% van de aandelenportefeuille bedragen.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
23
In onderstaande tabel is de verdeling van de portefeuille vastrentende waarden weergegeven: Strategische normverdeling vastrentende waarden (in %) Strategische verdeling
Minimum
Maximum
Ultimo 2007
Euro staatsobligaties + LDI
70,0
65,0
75,0
70,5
Credits
30,0
25,0
35,0
29,5
Totaal
100,0
100,0
Hedgefondsen Op hedgefondsen is een rendement van 8,2% behaald. Het rendement van de benchmark was 4,1%. Er wordt alleen in fondsen belegd die nastreven om rendementen te genereren die onafhankelijk zijn van markten en andere beleggingscategorieën. Deze lage ‘correlatie’ met andere categorieën is de belangrijkste reden om in hedgefondsen te beleggen. Er wordt uitsluitend belegd in een ‘fund of hedgefunds’. In dit type fondsen wordt belegd in meerdere strategieën en fondsen, zodat de risico’s worden gespreid. Bij de selectie van de hedgefondsbeheerder is het, zelfs nog meer dan bij andere beleggingscategorieën, van belang dat het gaat om een te goeder naam en faam bekend staande partij. Valuta In 2007 is geen verandering aangebracht in het valutahedgebeleid. De valutaposities in Amerikaanse dollars, Britse ponden en Japanse yen zijn voor wat betreft het aandelenbelang 100% afgedekt, waardoor koersschommelingen het rendement niet beïnvloeden. Slechts in het actieve credit+ mandaat is een zeer beperkte tactische valutapositie in deze valuta’s toegestaan.
Beleggingsklimaat Kredietcrisis Het jaar 2007 stond in het teken van de kredietcrisis. Een groeiend aantal huishoudens bleek in de Verenigde Staten niet in staat om de gestegen hypotheeklasten op te brengen. De oorzaak van deze lastenstijging was de sterk gestegen rente. Doordat rente en aflossing niet meer werden betaald, leidde dat tot verliezen bij banken, en met name de hypotheekbanken die gespecialiseerd zijn in het verstrekken van hypotheken aan minder draagkrachtigen. Wereldwijd schreven banken miljarden af van hun vorderingen. De gevolgen van deze crisis bleven niet beperkt tot de (hypotheek)banken. Het onderlinge wantrouwen tussen banken leidde ertoe dat rentetarieven voor bedrijfsleningen en interbancaire leningen in de hoogte schoten. Daardoor werden de gevolgen niet alleen zichtbaar in de financiële wereld, maar ook in de reële economie.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
24
Teneinde de interbancaire liquiditeit te vergroten leenden de centrale banken in de Verenigde Staten en Europa grote bedragen aan banken. Doel was om het financiële systeem overeind te houden en te voorkomen dat de kredietcrisis het consumentenvertrouwen te veel zou aantasten hetgeen tot grote schade in de wereldeconomie zou kunnen leiden. Duurdere grondstoffen leidt tot inflatie. De laatste jaren draaiden alle belangrijke economieën in de wereld op volle toeren. Met name door de toenemende productie en welvaart in China en India groeide de vraag naar respectievelijk grondstoffen en voedingsmiddelen. Niet alleen steeg de prijs voor ruwe olie tot een niveau van USD 100 per vat, ook de prijzen van metalen stegen fors. Het leidde tot hogere inflatiecijfers: in de Verenigde Staten 4%, in het eurogebied tot 3% en in China zelfs 7%. Valuta: de euro neemt in kracht toe Door het jaar heen verslechterden de vooruitzichten voor de Britse en Amerikaanse economieën, waardoor de US dollar en het Britse pond in waarde verminderden ten opzichte van de euro. Strategisch heeft het Pensioenfonds de drie meest belangrijke vreemde valuta’s zijnde de US dollar, het Britse pond en de Japanse yen, gedurende het gehele jaar volledig afgedekt. Dit betekent dat de waarde van de bezittingen van het Pensioenfonds niet direct beïnvloed wordt door schommelingen in de verhouding tussen deze valuta en de euro. De valutatermijncontracten worden op een driemaandsbasis afgesloten en verlengd.
Vooruitzichten 2008 De economische vooruitzichten voor 2008 zijn negatief. De vraag is niet of de Verenigde Staten in een recessie zullen belanden, maar hoe diep deze recessie zal zijn en hoe lang deze zal duren. Onvermijdelijk wordt de wereldeconomie geraakt door de ontwikkelingen in de Verenigde Staten. Inmiddels hebben verschillende internationale instituten de verwachtingen voor de economische groei in alle belangwekkende economische blokken teruggeschroefd. Zelfs China zal het hoge groeitempo van boven de 10% niet kunnen volhouden. De grootste angst is thans dat bij een afnemende groei de inflatie toch zal toenemen. Dit gevaar dreigt met name in de eurozone. Ongetwijfeld zal de Europese Centrale Bank (ECB) haar doelstelling van een inflatie van 2% wensen te realiseren door het verhogen van de voorschotrente. Wat betreft de wereldeconomie kunnen hogere rentes leiden tot zand in de raderen van de economische motoren, hetgeen mogelijk gevolgen heeft voor de winstverwachtingen van de ondernemingen en derhalve de prijsvorming op de aandelenbeurzen. Voor pensioenfondsen daarentegen betekenen rentestijgingen dat tegen een hogere rente verdisconteerd kan worden, hetgeen bij onvolledige renteafdekking leidt tot hogere dekkingsgraden. Het Pensioenfonds tracht in deze onzekere tijden door het permanent volgen en bespreken van de ontwikkelingen binnen de beleggingscommissie en door het (deels) afdekken van rente- en valutarisico’s de verhouding van risico en mogelijk te behalen rendement optimaal te houden. Dat laat onverlet dat het moeilijk is en blijft om toekomstige ontwikkelingen te voorspellen. De verwachting van het Pensioenfonds is echter dat op middellange termijn de beleggingen in zakelijke waarden (vastgoed, aandelen en hedgefondsen) een hoger rendement opleveren dan vastrentende waarden.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
25
Financiële paragraaf Samenvatting van de financiële positie van het fonds en ontwikkelingen gedurende het jaar Bedragen x EUR 1.000
Pensioen-
Technische
Dekkings-
vermogen Voorzieningen
graad
EUR
EUR
%
305.675
246.910
123,8
-
-1.106
0,6
Beleggingsresultaten, rentetoevoeging en indexatie
6.691
-4.158
4,9
Premiebijdragen
8.836
7.048
0,1
-13.857
-14.144
1,6
1.031
-1.641
1,4
308.376
232.909
132,4
Stand per 1 januari 2007 Cumulatief effect stelselwijziging (overgang naarFTK)
Uitkeringen Overige
Stand per 31 december 2007
De verbetering van de dekkingsgraad is voornamelijk het gevolg van de stijging van de marktrente. Het saldo van baten en lasten kan als volgt worden geanalyseerd: Bedragen x EUR 1.000
2007
2006
Premieresultaat
692
800
Interestresultaat
10.849
16.943
Overig resultaat
4.055
-5.424
15.596
12.319
Totaal
Ultimo 2007 bedraagt de rekenrente 4,84% (2006: 4,3%). Het Bestuur stelt vast dat de actuele dekkingsgraad boven de in de ABTN vastgelegde minimumgrens van 120,0% ligt en dat derhalve in het kader van de ABTN geen maatregelen noodzakelijk zijn. De dekkingsgraad ultimo jaar (op basis van de jaarrekening) heeft zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld:
Dekkingsgraad ultimo
Jaarverslag 2007
2007
2006
2005
2004
2003
132,4%
123,8%
119,0%
114,1%
107,3%
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
26
De vereiste dekkingsgraad zoals die voortvloeit uit de solvabiliteitsvoorschriften volgens de Pensioenwet bedraagt 118,4%. Ultimo 2007 is derhalve sprake van een toereikende solvabiliteit. Het Pensioenfonds heeft in haar toeslagbeleid vastgelegd dat ruimte voor indexering bestaat indien de dekkingsgraad groter dan 120,0% is. Ultimo 2007 is de dekkingsgraad 132,4%. Het Bestuur heeft derhalve indexaties toegekend in overeenstemming met het toeslagbeleid.
Actuariële paragraaf Actuariële analyse De actuariële analyse van het saldo van baten en lasten kan als volgt worden weergegeven: Bedragen x EUR 1.000
2007
2006
Premieresultaat
692
800
Premiebijdragen
8.836
8.572
Pensioenopbouw
-7.048
-6.702
Onttrekking uit premiebijdragen voor pensioenuitvoeringskosten
-600
-550
Onttrekking uit premiebijdragen voor sterfte en arbeidsongeschiktheid
-496
-520
10.849
16.943
6.691
19.882
Rentetoevoeging voorziening pensioenverplichtingen
-9.887
-9.319
Indexatie
-3.509
-3.115
Wijziging marktrente
17.554
9.495
4.055
-5.424
-160
-37
1.356
-436
209
109
Resultaat op uitkeringen
45
-137
Wijziging overige verzekeringstechnische grondslagen
18
-97
Interestresultaat Beleggingsresultaten
Overig resultaat Resultaat op waardeoverdrachten Resultaat op kanssystemen (sterfte en arbeidsongeschiktheid) Resultaat op uitvoeringskosten
Wijziging overige actuariële uitgangspunten
2.617
-4.842
Vrijval van sterftetrendopslag over de uitkeringen
488
-
Overige baten
112
106
Wijziging herverzekeringsdeel technische voorzieningen
-38
-11
-592
-79
15.596
12.319
Overige lasten
Totaal saldo van baten en lasten
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
27
Uitkomsten van de solvabiliteitstoets Het vereist eigen vermogen is jaarultimo EUR 42,7 miljoen. Dit is 18,4% van de technische voorzieningen.
Oordeel van de certificerende actuaris over de financiële positie De vermogenspositie van het Pensioenfonds is voldoende, mede gelet op de mogelijkheden tot het realiseren van de beoogde toeslagen.
Risicoparagraaf Risico- en beheersingsbeleid Het Bestuur heeft zijn beleid verwoord in de ABTN. Algemene leidraad voor het uitvoeren van zijn beheertaken is risicomijdend operationeel management. Hieronder staan de risico´s die het Bestuur met prioriteit heeft aangepakt: • Beleggingsrisico’s; • Actuariële risico’s; • Renterisico.
Beleggingsrisico’s In 2007 is het beleggingsbeleid heroverwogen in het licht van de nieuwe Pensioenwet en de daarin opgenomen eisen inzake de kostendekkende premie, het toeslagbeleid en het (minimaal) vereist eigen vermogen. In het nieuwe beleggingsbeleid is sprake van gedeeltelijk (60,0%) afdekken van het renterisico. In dit (nieuwe) beleggingsbeleid is ook sprake van een grote spreiding over de verschillende beleggingscategorieën en regio’s. Per beleggingscategorie is een strategische weging aangegeven alsmede de bandbreedtes die naar inzicht van de externe vermogensbeheerder benut kunnen worden. Dit resulteert erin dat de gehele portefeuille een aanvaardbaar risico heeft. De belangrijkste beleggingsrisico’s zijn het markt-, prijs-, valuta- en kredietrisico.
Actuariële risico’s Onlangs zijn de nieuwe sterftetafels GBM/V 2000-2005 verschenen. Deze tafels wijzen op een verdere toename van de levensverwachting. Tevens zijn verschenen de zogenaamde prognosetafels AG 20052050. In deze tafels is de sterftetrend verdisconteerd. Eenvoudigheidshalve wordt een algemene stertetrendopslag van 3,5% toegepast. Hiermee is het langlevenrisico voor het Pensioenfonds sterk gereduceerd. Overige relevante actuariële risico’s zijn het overlijdens- en het arbeidsongeschiktheidsrisico.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
28
Renterisico Het Pensioenfonds is gevoelig voor wijzigingen in de marktrente omdat de duration van de beleggingen en de verplichtingen niet gelijk zijn. Bij de bepaling van het beleggingsbeleid weegt het Bestuur zorgvuldig de voordelen (meer zekerheid) en nadelen (minder rendement) van meer of minder durationmatching af ten opzichte van alternatieve strategieën.
Toekomstparagraaf UPO-gepensioneerden en slapers De Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen heeft de concepten van de UPO-modellen voor gepensioneerden en slapers verstrekt. Het is de bedoeling de UPO’s voor gepensioneerden in het derde kwartaal van 2008 te versturen. De slapers zijn in 2005 voor het laatst geïnformeerd over de hoogte van hun premievrije pensioenaanspraken. Het is de bedoeling de UPO’s voor slapers in 2009 te versturen.
Indexatielabel Vanaf 1 januari 2009 worden pensioenuitvoerders verplicht het indexatielabel in de informatie naar deelnemers op te nemen. Voordat de vormgeving van het indexatielabel is afgerond, dient onder andere de definitieve categorie-indeling van het label te worden vastgesteld. Om tot een zorgvuldige categorie-indeling te kunnen komen heeft DNB cijfers van pensioenfondsen nodig. Hiervoor is een vragenlijst ingevuld en aangeleverd bij DNB.
Continuïteitsanalyse Voor het jaar 2009 staat in combinatie met het verrichten van een ALM-studie het uitvoeren van een continuïteitsanalyse op de agenda.
Vastgoedbeleggingen Begin 2008 is onderzocht hoe het strategische belang in vastgoed kan worden uitgebreid tot het gewenste niveau van 10,0%. Vanwege een lange wachtlijst kan het nog enige tijd duren voordat in de sector bedrijfsruimten bij Altera kan worden geïnvesteerd. De beleggingscommissie heeft daarom naar alternatieven gekeken. Het Bestuur heeft besloten om EUR 6,0 miljoen (circa 2,0% van de beleggingen) te alloceren aan een Europees vastgoedfonds. Verder worden er geen wijzigingen in het e beleggingsbeleid voorzien. In het 4 kwartaal van 2008 zal gestart worden met de evaluatie van de diverse vermogensbeheerders. Almelo, 5 juni 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate Het Bestuur
Drs. L.J. Kuipers Voorzitter
Jaarverslag 2007
A.J. Oude Hergelink Secretaris
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
29
Balans per 31 december 2007, na resultaatbestemming Bedragen x EUR 1.000
toelichting
31 december 2007
31 december 2006
Beleggingen voor risico pensioenfonds
6
Vastgoedbeleggingen
7
23.914
23.384
Aandelen
8
99.331
103.888
Vastrentende waarden
9
157.704
159.454
Derivaten
10
2.700
1.166
Overige beleggingen
11
19.350
16.141
302.999
304.033
12
518
556
13
1.647
1.539
14
5.153
415
310.317
306.543
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen Overige contracten herverzekering Vorderingen en overlopende activa Overige vorderingen Overige activa Liquide middelen
TOTAAL ACTIEF
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
30
Bedragen x EUR 1.000
toelichting
31 december 2007
31 december 2006
Stichtingskapitaal en reserves Stichtingskapitaal
15
1
1
Wettelijke en statutaire reserves
15
73.389
56.547
Bestemmingsreserves
15
2.077
2.217
75.467 Technische voorzieningen
58.765
16
Voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds
16
232.367
246.910
Overige technische voorzieningen
16
542
-
Overige schulden en overlopende passiva
17
TOTAAL PASSIEF
Dekkingsgraad (in %)
7
232.909
246.910
1.941
868
310.317
306.543
132,4
123,8
7
Volgens de jaarrekening 2006 was de aanwezige dekkingsgraad ultimo 2006 gelijk aan 122,9%. Het verschil wordt veroorzaakt door de vooruit ontvangen premie bestemd voor de financiering van de tijdelijke aanvullingsregeling en de overgangsregeling extra pensioeninkoop. Deze post werd in de jaarrekening 2006 verantwoord onder overige schulden en overlopende passiva en wordt nu als eigen vermogen (bestemmingsreserves) verantwoord.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
31
Staat van baten en lasten over 2007 Bedragen x EUR 1.000
toelichting
2007
2006
Premiebijdragen (van werkgevers en werknemers)
21
8.836
8.572
Beleggingsresultaten risico pensioenfonds
22
6.691
19.882
Overige baten
23
112
106
15.639
28.560
BATEN
TOTAAL BATEN LASTEN Pensioenuitkeringen
24
-13.812
-13.355
Pensioenuitvoeringskosten
25
-678
-704
Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds
8
- Pensioenopbouw
28
-7.048
-6.702
- Indexering en overige toeslagen
29
-3.509
-3.115
30
-9.887
-9.319
- Rentetoevoeging - Onttrekking voor pensioenuitkeringen en
31, 32 14.144
13.481
- Wijziging marktrente
pensioenuitvoeringskosten 33
17.554
-
- Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten
37
-1.800
-53
- Wijziging actuariële uitgangspunten
34
2.617
4.653
- Overige wijzigingen
35
1.366
-1.052
13.437
-2.107
Mutatie herverzekeringsdeel technische voorziening
36
-38
-11
Saldo overdrachten van rechten
37
1.640
15
Overige lasten
38
-592
-79
15.596
12.319
15.736
12.638
-140
-319
15.596
12.319
Saldo van baten en lasten
Bestemming van het saldo van baten en lasten Wettelijke en statutaire reserves Bestemmingsreserves
Totaal saldo van baten en lasten
8
Al deze mutatieposten zijn gebaseerd op 4,0% rekenrente. Wijziging van de marktrente geeft de stijging van de rekenrente in 2007 weer (van 4,3% tot 4,84%).
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
32
Kasstroomoverzicht 2007 Bedragen x EUR 1.000
2007
2006
8.600
9.111
Kasstroom uit pensioenactiviteiten Ontvangen premies Ontvangen in verband met overdracht van rechten
2.174
771
-14.124
-14.489
Betaald in verband met overdracht van rechten
-254
-633
Betaalde pensioenuitvoeringskosten
-544
-679
Ontvangen uitkeringen van herverzekeraars
102
141
Betaalde premies herverzekering
-47
-76
-4.093
-5.854
Verkopen en aflossingen van beleggingen
18.685
7.486
Ontvangen directe beleggingsopbrengsten
433
91
-10.000
-1.161
-287
-67
Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten
8.831
6.349
Netto-kasstroom in 2007
4.738
495
-
-
4.738
495
Betaalde pensioenuitkeringen
Totaal kasstroom uit pensioenactiviteiten Kasstroom uit beleggingsactiviteiten
Aankopen beleggingen Betaalde kosten van vermogensbeheer
Koers- en omrekeningsverschillen op liquide middelen
Mutatie liquide middelen
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
33
Toelichting behorende tot de jaarrekening 2007 1.
Inleiding Het doel van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate, statutair gevestigd te Almelo (hierna “het Pensioenfonds”) is het nu en in de toekomst verstrekken van uitkeringen aan gepensioneerden en nabestaanden terzake van ouderdom en overlijden. Het Pensioenfonds geeft invulling aan de uitvoering van de pensioenregeling van Koninklijke Ten Cate nv (hierna “de onderneming”).
2.
Overeenstemmingsverklaring De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, in het bijzonder Richtlijn 610 Pensioenfondsen (RJ 610). Het Bestuur heeft op 5 juni 2008 de jaarrekening opgemaakt.
3.
Stelselwijziging Met de invoering van de Pensioenwet per 1 januari 2007 worden beleggingen en pensioenverplichtingen gewaardeerd tegen actuele waarde. Voor het Pensioenfonds heeft dit belangrijke gevolgen voor de waardering van de pensioenverplichtingen. Thans vindt waardering plaats met inachtneming van de uitgangspunten van het Financieel Toetsingskader (FTK). Dit betekent de introductie van onder meer andere sterftetafels (met sterftetrend) en het gebruik van de marktrente in plaats van een vaste rekenrente van maximaal 4,0%. Deze wijziging wordt gekwalificeerd als een stelselwijziging. Het Pensioenfonds heeft tevens besloten om met ingang van boekjaar 2007 de nieuwe richtlijn 610 voor de verslaggeving van pensioenfondsen toe te passen. Het Pensioenfonds maakt gebruik van de mogelijkheid om in plaats van het opnemen van vergelijkende cijfers voor de balans en de staat van baten en lasten te volstaan met een toelichting op de voornaamste componenten van het cumulatieve effect, als rechtstreekse mutatie in het eigen vermogen te verwerken per 1 januari 2007. Het cumulatieve effect van de stelselwijziging kan als volgt worden gespecificeerd: Bedragen x EUR 1.000
EUR
Introductie sterftetrend (toekomstige sterfteontwikkeling)
-7.000
Introductie marktrente ad 4,3% in plaats van 4,0%
8.106
Verhoging eigen vermogen door stelselwijziging
1.106
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
34
4.
Presentatiewijzigingen Voornamelijk als gevolg van het toepassen van Richtlijn 610 voor de verslaggeving van pensioenfondsen hebben de volgende wijzigingen in de presentatie van de jaarrekening plaatsgevonden: Balans - Onderhandse leningen worden verantwoord onder vastrentende waarden (in 2006 was nog sprake van een aparte beleggingsrubriek onderhandse leningen); - Derivaten worden verantwoord onder een aparte beleggingsrubriek derivaten (in 2006 werden derivaten verantwoord onder de beleggingsrubrieken vastrentende waarden en aandelen); - Tijdelijke banksaldi, overige vorderingen en schulden inzake beleggingen die gekoppeld zijn aan een beleggingsmandaat worden verantwoord onder de beleggingsrubrieken waartoe zij behoren (in 2006 verantwoord onder geldmarktbeleggingen); - Tijdelijke banksaldi die niet gekoppeld zijn aan een beleggingsmandaat, maar wel bestemd zijn voor beleggingen worden verantwoord onder overige beleggingen (in 2006 verantwoord onder geldmarktbeleggingen); - Overige vorderingen en schulden inzake beleggingen die niet gekoppeld zijn aan een beleggingsmandaat worden verantwoord onder overige beleggingen (in 2006 verantwoord onder overige vorderingen c.q. overige schulden); - Vooruit ontvangen premie bestemd voor de financiering van de tijdelijke aanvullingsregeling en de overgangsregeling extra pensioeninkoop wordt verantwoord onder bestemmingsreserves (in 2006 verantwoord onder overige schulden en overlopende passiva). Staat van baten en lasten - Uitkeringen vanuit herverzekeringscontracten worden verantwoord onder overige baten (in 2006 verantwoord onder een aparte rubriek herverzekeringen); - FVP-bijdragen worden verantwoord onder overige baten (in 2006 verantwoord onder bijdragen van werkgevers en werknemers); - Premies herverzekering worden verantwoord onder overige lasten (in 2006 verantwoord onder een aparte rubriek herverzekeringen); - De onttrekkingen of toevoegingen aan de vooruit ontvangen premie bestemd voor de financiering van de tijdelijke aanvullingsregeling en de overgangsregeling extra pensioeninkoop, dit boekjaar bestemmingsreserve, worden verantwoord onder bestemming van het saldo van baten en lasten (in 2006 verantwoord onder bijdragen van werkgevers en werknemers). De vergelijkende cijfers van 2006 zijn aangepast aan de veranderde presentatie.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
35
5.
Grondslagen voor de waardering en resultaatbepaling
(a)
Algemeen De jaarrekening wordt gepresenteerd in duizenden euro’s, tenzij anders vermeld. Beleggingen en pensioenverplichtingen worden gewaardeerd op actuele waarde. Overige activa en passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij anders vermeld. Baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop deze betrekking hebben.
(b)
Schattingen en veronderstellingen Bij het opstellen van de jaarrekening is het gebruik van schattingen en veronderstellingen noodzakelijk. De schattingen en veronderstellingen zijn vooral van invloed op de hoogte van de voorziening pensioenverplichtingen. Voor de waardering van de beleggingen, inclusief derivaten, zijn weinig schattingen nodig. De waardering van de beleggingen is nagenoeg geheel gebaseerd op marktinformatie.
(c)
Opname van een actief of een verplichting Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de rekening van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan kan sprake zijn van een post “nog af te wikkelen transacties”. Deze post kan zowel een actief als een passief zijn.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
36
(d)
Saldering van een actief en een verplichting Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met de gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen.
(e)
Verwerking van waardeveranderingen van beleggingen Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de rekening van baten en lasten opgenomen.
(f)
Vreemde valuta Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend naar euro’s tegen de koers per balansdatum. Deze waardering is onderdeel van de waardering tegen reële waarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde valuta’s worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum. De koersen van de belangrijkste valuta’s ten opzichte van de euro zijn als volgt:
(g)
31 december 2007
Gemiddelde 2007
31 december 2006
Gemiddelde 2006
USD
1,46
1,37
1,32
1,26
GBP
0,73
0,68
0,67
0,68
JPY
163,40
161,31
157,12
146,18
Beleggingen
(g.1) Algemeen In overeenstemming met de Pensioenwet worden beleggingen gewaardeerd op actuele waarde. Participaties in beleggingsinstellingen, die gespecialiseerd zijn in een bepaald soort beleggingen worden gerubriceerd en gewaardeerd volgens de grondslagen voor dat soort beleggingen. (g.2) Vastgoedbeleggingen Onderliggende beleggingen in niet-beursgenoteerde participaties worden gewaardeerd tegen de reële waarde, gebaseerd op de marktwaarde van het onderliggende vastgoed. De marktwaarde van het onderliggende vastgoed is de geschatte waarde bij onderhandse verkoop in verhuurde staat. (g.3) Aandelen De marktwaarde van onderliggende beursgenoteerde aandelen van aandelenfondsen is gebaseerd op de beurskoers per balansdatum. Indien onderliggende aandelen niet beursgenoteerd zijn of indien de koersvorming niet representatief is, wordt de marktwaarde getaxeerd. De taxatie is gebaseerd op recente marktinformatie.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
37
(g.4) Vastrentende waarden Beursgenoteerde vastrentende waarden en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoersen. Indien vastrentende waarden of participaties in beleggingsinstellingen niet-beursgenoteerd zijn, vindt waardebepaling plaats op basis van de geschatte toekomstige nettokasstromen (rente en aflossingen) die uit de beleggingen zullen voortvloeien, contant gemaakt tegen de geldende marktrente en rekening houdend met het risicoprofiel (kredietrisico; oninbaarheid) en de looptijd. (g.5) Derivaten Derivaten worden gewaardeerd op reële waarde, te weten de relevante marktnotering of, als die er niet is, de waarde die wordt bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen. (g.6) Overige beleggingen De hieronder opgenomen beleggingen zijn overwegend participaties in een niet-beursgenoteerd fund of hedgefunds. Deze participaties worden gewaardeerd op reële waarde, te weten de relevante marktnotering of, als die er niet is, de waarde die wordt bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen. Niet-beursgenoteerde beleggingen zijn opgenomen voor de geschatte marktwaarde.
(h)
Herverzekeringen Betaalde herverzekeringspremies worden verantwoord in de periode waarop de herverzekering betrekking heeft. Vorderingen uit herverzekeringscontracten op risicobasis worden verantwoord op het moment dat de verzekerde gebeurtenis zich voordoet. Bij de waardering worden de herverzekerde uitkeringen contant gemaakt tegen de rentetermijnstructuur, onder toepassing van de actuariële grondslagen van het pensioenfonds. Vorderingen uit herverzekeringscontracten die classificeren als garantiecontracten worden gelijkgesteld aan de hiertegenover staande voorziening voor pensioenverplichtingen. Vorderingen uit herverzekeringscontracten die classificeren als kapitaalcontracten worden gewaardeerd op de verwachte verzekeringsuitkering bij expiratie van het herverzekeringscontract. Bij de waardering van de vorderingen wordt rekening gehouden met de kredietwaardigheid van de herverzekeraar (afslag voor kredietrisico).
(i)
Deelnemingen Het Pensioenfonds houdt kapitaalbelangen in maatschappijen met een beleggingskarakter. Om inzicht te geven in de samenstelling van de beleggingsportefeuille wordt de waarde van de deelnemingen opgenomen onder de betreffende beleggingscategorie. De waardering van de kapitaalbelangen is gebaseerd op de waarderingsgrondslagen van het Pensioenfonds.
(j)
Vorderingen en overlopende activa Voor zover noodzakelijk is een voorziening voor oninbaarheid in mindering gebracht.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
38
(k)
Technische voorzieningen
(k.1) Voorziening pensioenverplichtingen De voorziening voor pensioenverplichtingen wordt gewaardeerd op actuele waarde (marktwaarde). De actuele waarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde nominale aanspraken en de onvoorwaardelijke (indexatie)toezeggingen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de marktrente. Bij de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen is uitgegaan van het op de balansdatum geldende pensioenreglement en van de over de verstreken deelnemersjaren verworven aanspraken. Jaarlijks wordt door het Bestuur besloten of de opgebouwde pensioenaanspraken worden geïndexeerd. Alle per balansdatum bestaande indexatiebesluiten zijn in de berekening begrepen. Er wordt geen rekening gehouden met toekomstige salarisontwikkelingen. Bij de berekening van de voorziening wordt rekening gehouden met premievrije pensioenopbouw in verband met invaliditeit op basis van de contante waarde van pensioenaanspraken welke in de toekomst worden opgebouwd. Bij de bepaling van de actuariële uitgangspunten wordt uitgegaan van voor de toezichthouder acceptabele grondslagen, waarbij rekening wordt gehouden met de voorzienbare trend in overlevingskansen. De berekeningen zijn uitgevoerd op basis van de volgende actuariële grondslagen en veronderstellingen: • Marktrente: gebaseerd op de rentetermijnstructuur zoals maandelijks gepubliceerd door DNB, rekening houdend met een looptijd van de uitkeringen van gemiddeld 12,9 jaar. • Overlevingstafels: GBM/V 2000-2005 toegepast met drie jaar leeftijdsterugstelling voor mannen en zonder leeftijdsterugstelling voor vrouwen. • Gezinssamenstelling: Voor de actieve deelnemers wordt bij de berekening van de contante waarde van het partnerpensioen uitgegaan van een partnerfrequentie van 100,0% tot de 65-jarige leeftijd, welke frequentie daarna afneemt op grond van de sterftekansen van de partner volgens de gehanteerde overlevingstafels. Voor de inactieve deelnemers jonger dan 65 jaar, inactief geworden vóór 1 januari 2000, wordt bij de berekening van de contante waarde van het partnerpensioen uitgegaan van een partnerfrequentie van 90,0% tot de 65-jarige leeftijd, welke frequentie daarna afneemt op grond van de sterftekansen van de partner volgens de gehanteerde overlevingstafels. Voor de inactieve deelnemers jonger dan 65 jaar, inactief geworden ná 1 januari 2000, wordt bij de berekening van de contante waarde van het partnerpensioen uitgegaan van een partnerfrequentie van 100,0% tot de 65-jarige leeftijd, welke frequentie daarna afneemt op grond van de sterftekansen van de partner volgens de gehanteerde overlevingstafels. • Voor partnerpensioen is aangenomen dat alle mannen drie jaar ouder zijn dan hun echtgenote/ partner. • Er vindt opbouw van nabestaandenpensioen plaats.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
39
• • • •
Geboortedata: verondersteld is dat alle verzekerden zijn geboren op de eerste dag van hun geboortemaand. Kostenopslag ter grootte van 2,0% van de voorziening voor pensioenverplichtingen in verband met toekomstige administratie- en excassokosten. Een opslag voor sterftetrendontwikkeling ter grootte van 3,5% van de netto voorziening voor pensioenverplichtingen verhoogd met 2,0% kostenopslag. Met de kans op reactivering van arbeidsongeschikten wordt geen rekening gehouden.
(k.2) Overige technische voorzieningen Onder het hoofd Overige technische voorzieningen worden voorzieningen opgenomen voor met de pensioenverplichtingen samenhangende risico’s voorzover niet opgenomen in de berekening van de pensioenvoorziening zoals voorziening aanpassing sterftegrondslagen. Deze voorziening wordt gevormd in verband met de verwachte toekomstige verbetering van de levensverwachting, in casu de overgang naar de meest recente overlevingstafels. De jaarlijkse aanpassing aan de voorziening is gerelateerd aan de omvang van de voorziening pensioenverplichtingen.
(l)
Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is conform de directe methode opgesteld. Dit houdt in dat alle ontvangsten en uitgaven ook als zodanig worden gepresenteerd. Onderscheid wordt gemaakt tussen kasstromen uit pensioenuitvoeringsactiviteiten en beleggingsactiviteiten.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
40
6.
Beleggingen Bedragen x EUR 1.000
Vastgoed-
Aandelen
Vastrentende
Overige
waarden
beleggingen
beleggingen Stand per 01-01-2006
Totaal
19.313
94.686
160.780
15.783
290.562
4.062
-
15.702
-
19.764
Verkopen/aflossingen
-
-4.396
-11.454
-
-15.850
Overige mutaties
-
-
-3.853
-686
-4.539
Herwaardering
9
13.598
-1.721
1.044
12.930
23.384
103.888
159.454
16.141
302.867
Aankopen/verstrekkingen
Subtotaal Derivaten, activa
1.166
Derivaten, passiva
Stand per 31-12-2006
-83
23.384
103.888
159.454
16.141
303.950
Aankopen/verstrekkingen
-
2.976
129.929
-
132.905
Verkopen/aflossingen
-
-3.898
-129.562
-
-133.460
Overige mutaties
-
-
-1.025
1.949
924
530
-3.635
-1.092
1.260
-2.937
23.914
99.331
157.704
19.350
300.299
Herwaardering
Subtotaal Derivaten, activa
2.700
Derivaten, passiva
Stand per 31-12-2007
-1.165
23.914
99.331
157.704
19.350
301.834
Actuele waarde Schattingen en oordelen Zoals vermeld in de toelichting zijn de beleggingen van het Pensioenfonds nagenoeg allemaal gewaardeerd tegen actuele waarde per balansdatum en is het over het algemeen mogelijk en gebruikelijk om de actuele waarde binnen een aanvaardbare bandbreedte van schattingen vast te stellen. Voor sommige andere financiële instrumenten, zoals beleggingsvorderingen en -schulden, geldt dat de boekwaarde de actuele waarde benadert als gevolg van het kortetermijnkarakter van de vorderingen en schulden. De boekwaarde van alle activa en de financiële verplichtingen op balansdatum benadert de actuele waarde.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
41
Voor de meerderheid van de financiële instrumenten van het Pensioenfonds kan gebruik worden gemaakt van marktnoteringen. Echter, bepaalde financiële instrumenten, zoals bijvoorbeeld onderhandse leningen en vastgoed zijn gewaardeerd door middel van gebruikmaking van waarderingsmodellen en -technieken, inclusief verwijzing naar de huidige reële waarde van vergelijkbare instrumenten. Op basis van de boekwaarde kan het volgende onderscheid worden gemaakt: Bedragen x EUR 1.000
(Directe en
Waarderings-
afgeleide)
modellen en
markt-
-technieken
Totaal
noteringen Vastgoedbeleggingen
-
Aandelen Vastrentende waarden Derivaten, activa
23.914
23.914
99.331
-
99.331
151.343
6.361
157.704
2.700
-
2.700
Derivaten, passiva
-1.165
-
-1.165
Overige beleggingen
19.350
-
19.350
271.559
30.275
301.834
Stand per 31 december 2007
Vastgoedbeleggingen
-
23.384
23.384
Aandelen
103.888
-
103.888
Vastrentende waarden
151.105
8.349
159.454
1.166
-
1.166
-83
-
-83
16.141
-
16.141
272.217
31.733
303.950
Derivaten, activa Derivaten, passiva Overige beleggingen
Stand per 31 december 2006
Schattingen van de actuele waarde zijn een momentopname, gebaseerd op de marktomstandigheden en de beschikbare informatie over het financiële instrument. Deze schattingen zijn van nature subjectief en bevatten onzekerheden en een significante oordeelsvorming (bijvoorbeeld rentestand, volatiliteit, schatting van kasstromen, etc.) en kunnen derhalve niet met precisie worden vastgesteld. Schatting van reële waarde De belangrijkste gehanteerde methoden en veronderstellingen voor het schatten van de reële waarde van financiële instrumenten zijn de market to market en de netto contante waarde methode, taxaties en eventuele opgaven van derden.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
42
7.
Vastgoedbeleggingen Bedragen x EUR 1.000
8.
2007
2006
Indirect vastgoed (participaties in beleggingsfondsen)
23.914
23.384
Stand per 31 december
23.914
23.384
2007
2006
Niet-beursgenoteerde aandelen beleggingsfondsen, large cap
82.198
85.110
Beursgenoteerde aandelen beleggingsfondsen, small/mid cap
17.133
18.778
Stand per 31 december
99.331
103.888
2007
2006
43.928
43.703
Aandelen Bedragen x EUR 1.000
9.
Vastrentende waarden Bedragen x EUR 1.000 Obligaties Leningen op schuldbekentenis
6.361
8.349
Obligatiebeleggingsfondsen, Index Linked
59.493
104.343
Obligatiefondsen, Liability Driven Investments
45.828
-
-
88
Liquide middelen
2.408
2.971
Overige schulden
-314
-
157.704
159.454
Overige vorderingen
Stand per 31 december
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
43
10. Derivaten (activa) Bedragen x EUR 1.000
2007
2006
Valutaderivaten
1.445
1.166
Rentederivaten
1.255
-
Stand per 31 december
2.700
1.166
2007
2006
16.684
15.424
2.611
717
55
-
19.350
16.141
2007
2006
Overige contracten herverzekering
518
556
Stand per 31 december
518
556
11. Overige beleggingen Bedragen x EUR 1.000 Hedgefondsen Liquide middelen Vorderingen inzake beleggingen
Stand per 31 december
12. Herverzekeringsdeel technische voorzieningen Bedragen x EUR 1.000
Onder overige contracten is de gekapitaliseerde waarde van de herverzekeringscontracten opgenomen. Dit betreft contracten van aangesloten ondernemingen bij herverzekeringsmaatschappijen, die ten tijde van toetreding tot het Pensioenfonds premievrij zijn gemaakt. De rechten en plichten van de deelnemers die onder genoemde contracten vallen, zijn overgenomen door het Pensioenfonds. Tevens vallen hieronder de uitkeringen uit het beëindigde contract van het premierisico bij arbeidsongeschiktheid. De verzekeringstechnische risico’s liggen bij de verzekeringsmaatschappijen.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
44
13. Overige vorderingen Bedragen x EUR 1.000
2007
2006
Vordering op sponsor(s)
1.562
1.343
Beleggingsdebiteuren
18
17
Waardeoverdrachten
17
155
Overig
50
24
1.647
1.539
Bedragen x EUR 1.000
2007
2006
Liquide middelen
5.153
415
Stand per 31 december
5.153
415
Stand per 31 december
Alle vorderingen hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar.
14. Overige activa
Onder de liquide middelen worden opgenomen tegoeden op bankrekeningen, die onmiddellijk dan wel op korte termijn opeisbaar zijn en die niet beschikbaar zijn om te worden belegd. De relatief hoge stand van de liquide middelen ten opzichte van vorig boekjaar is tijdelijk. In het eerste kwartaal van 2008 is een deel toegevoegd aan het belegd vermogen. Hierbij is rekening gehouden met de benodigde liquiditeit in 2008 als gevolg van het negatieve saldo van premieontvangsten ten opzichte van uitkeringen.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
45
15. Stichtingskapitaal en reserves Bedragen x EUR 1.000
Stichtings-
Algemene Bestemmings-
Totaal
kapitaal
reserve
reserve
1
43.909
2.536
46.446
-
12.638
-319
12.319
Stand per 31 december 2006
1
56.547
2.217
58.765
Cumulatief effect stelselswijziging
-
1.106
-
1.106
-
15.736
-140
15.596
1
73.389
2.077
75.467
Stand per 1 januari 2006 Uit bestemming saldo van baten en lasten Overige
Uit bestemming saldo van baten en lasten Overige
Stand per 31 december 2007
In afwijking van artikel 390 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW2) wordt geen herwaarderingsreserve aangehouden voor de ongerealiseerde waardestijgingen van nietbeursgenoteerde financiële instrumenten (onroerend goed, onderhandse leningen en hedgefondsen). Over 2007 bedroeg deze ongerealiseerde waardestijging circa EUR 3.904.000 (2006: EUR 2.350.000). De herwaarderingsreserve heeft gezien de aard van een pensioenfonds niet de functie van kapitaalbescherming. De bestemmingsreserve heeft betrekking op vooruit ontvangen premie bestemd voor de financiering van de tijdelijke aanvullingsregeling en de overgangsregeling extra pensioeninkoop en kan als volgt worden toegelicht: Bedragen x EUR 1.000
2007
Stand per 1 januari
2.217
2.536
-1.867
-1.988
Ontvangen premies aanvullingsregeling
1.727
1.669
Stand per 31 december
2.077
2.217
9
Toekenning aanvullingsregeling
9
2006
Er is rekening gehouden met een solvabiliteitsopslag van 20,0%.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
46
Solvabiliteit10 Bedragen x EUR 1.000
2007
2006
Aanwezig eigen vermogen
75.467
59.872
Vereist eigen vermogen
42.701
43.182
Surplus per 31 december
32.766
16.690
Minimaal vereist eigen vermogen
11.645
12.290
De vermogenpositie van het Pensioenfonds kan worden gekarakteriseerd als toereikend en solvabel. Voor de berekening van het vereist eigen vermogen wordt gebruik gemaakt van een standaard model.
16. Technische voorzieningen Bedragen x EUR 1.000 Voorziening voor pensioenverplichtingen Overige technische voorzieningen
Stand per 31 december
10
2007
2006
232.367
246.910
542
-
232.909
246.910
De cijfers per 31 december 2006 zijn voor een juiste vergelijking gebaseerd op FTK-grondslagen.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
47
Het mutatieoverzicht voor de voorziening voor pensioenverplichtingen is als volgt: Bedragen x EUR 1.000 Stand 1 januari Cumulatief effect stelselwijziging
11
2007
2006
246.910
244.803
-1.106
-
Pensioenopbouw
7.048
6.702
Indexering en overige toeslagen
3.509
3.115
Rentetoevoeging
9.887
9.319
-13.857
-13.218
-287
-263
Onttrekking voor pensioenuitkeringen Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten Wijziging marktrente
12
-17.554
-
1.800
53
Wijziging actuariële uitgangspunten
-2.617
-4.653
Overige wijzigingen
-1.366
1.052
232.367
246.910
Saldo van inkomende en uitgaande waardeoverdrachten
Stand per 31 december
Ultimo boekjaar bedraagt de rekenrente 4,8% (2006: 4,0%). Voor een toelichting op de verschillende posten wordt verwezen naar de toelichting op de verschillende posten uit de staat van baten lasten. De voorziening voor pensioenverplichtingen is naar categorieën van deelnemers als volgt samengesteld: Bedragen x EUR 1.000 Actieve deelnemers
13
2007
%
2006
%
62.709
27,5%
73.008
30,1%
Pensioengerechtigden
135.986
59,6%
142.318
58,8%
Gewezen deelnemers
29.392
12,9%
26.860
11,1%
Nettopensioenverplichtingen
228.087 100,0%
Toekomstige kosten uitvoering pensioenregeling
Stand per 31 december
242.186 100,0%
4.280
4.724
232.367
246.910
De methode voor de berekening van de pensioenverplichtingen is zodanig toegepast dat er geen sprake is van een financieringsachterstand. Naar hun aard hebben de technische voorzieningen in het algemeen een langlopend karakter. 11
12
13
Deze post bestaat uit verhoging van de rekenrente van 4,0% naar 4,3% ad EUR 8.106.000 en introductie sterftetrendopslag van 3,0% ad EUR 7.000.000. Wijziging marktrente is gelijk aan de stijging van de rentetermijnstructuur in 2007 van 4,3% tot 4,8%. De overige posten in het verloop van de voorziening pensioenverplichtingen zijn vastgesteld op basis van 4,0% rekenrente. Inclusief pensioensparen en Anw-hiaatpensioen.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
48
Het mutatieoverzicht voor de overige technische voorzieningen luidt als volgt: Bedragen x EUR 1.000
2007
Stand per 1 januari
0
Reservering nieuwe overlevingstafels (0,24% van VPV per jaar)
542
Stand per 31 december
542
Korte beschrijving van de pensioenregeling De pensioenregeling kan worden gekenmerkt als een voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling met een pensioenleeftijd van 65 jaar. Jaarlijks wordt een aanspraak op ouderdomspensioen opgebouwd van 2,1% van de in dat jaar geldende pensioengrondslag. De pensioengrondslag is gelijk aan 12 maandsalarissen inclusief 8,0% vakantietoeslag onder aftrek van een franchise. De franchise wordt jaarlijks vastgesteld. Tevens bestaat er recht op nabestaanden- en wezenpensioen. Deelname aan de regeling is mogelijk vanaf de leeftijd van 18 jaar. Jaarlijks beslist het Bestuur van het Pensioenfonds de mate waarin de opgebouwde aanspraken worden geïndexeerd. Overeenkomstig artikel 10 van de Pensioenwet kwalificeert de pensioenregeling als een uitkeringsovereenkomst.
Toeslagverlening Het toeslagbeleid kan als volgt worden verwoord: De indexatie van pensioenrechten en pensioenaanspraken wordt jaarlijks vastgesteld door het Bestuur van het Pensioenfonds. Er bestaat ambitie om jaarlijks de pensioenrechten en pensioenaanspraken aan te passen. De indexatie van de pensioenrechten (voor gepensioneerden en premievrije deelnemers) bedraagt maximaal de stijging van de afgeleide consumentenprijsindex (cpi afgeleid), zoals vastgesteld door het CBS. De pensioenrechten zijn per 1 januari 2008, op basis van een bestuursbesluit in december 2007, met 1,48% (1 januari 2007: 1,25%) geïndexeerd. De indexatie van de pensioenaanspraken (voor de actieve deelnemers) bedraagt maximaal de algemene loonontwikkeling zoals vastgelegd in de CAO voor de MITT. De pensioenaanspraken zijn per 1 januari 2008, op basis van een bestuursbesluit in december 2007, met 1,50% (1 januari 2007: 1,50%) geïndexeerd. Bij de bepaling van de voorziening voor pensioenverplichtingen ultimo boekjaar is rekening gehouden met deze indexatiebesluiten. Er is geen recht op toekomstige indexaties. Het is niet zeker of en in hoeverre in de toekomst wordt geïndexeerd. Het Pensioenfonds heeft voor toekomstige indexaties geen geld gereserveerd en er wordt geen premie voor betaald.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
49
Inhaalindexaties Onder bepaalde omstandigheden kunnen inhaalindexaties worden toegekend. Inhaalindexaties zijn voorwaardelijke indexaties die worden toegezegd, voorzover in de vijf voorafgaande kalenderjaren niet voor honderd procent is geïndexeerd. Deze inhaalindexaties gelden alleen voor toekomstige uitkeringen. Om inhaalindexaties te kunnen toekennen is een hoge dekkingsgraad vereist. Het Bestuur van het Pensioenfonds heeft toegezegd om elk jaar een specificatie te geven van een eventueel verschil tussen de volledige en de werkelijk toegekende indexatie. In de afgelopen jaren is steeds de volledige indexatie toegekend aan zowel de actieve deelnemers als gepensioneerden en premievrije deelnemers. Er is dus geen sprake van een indexatieachterstand. Indexatie in %
Indexatie in %
1 januari 2008
1 januari 2007
Actieve deelnemers
1,50
1,50
Gepensioneerden en premievrije deelnemers
1,48
1,25
17. Overige schulden en overlopende passiva Bedragen x EUR 1.000 Schulden aan sponsor(s) Derivaten
2007
2006
6
6
1.165
83
Kosten adviseurs en accountants
167
167
Beleggingscrediteuren
247
149
Belastingen en premies sociale verzekeringen
320
330
Waardeoverdrachten
27
-
9
133
1.941
868
2007
2006
Valutaderivaten
141
58
Rentederivaten
1.024
25
Stand per 31 december
1.165
83
Overige schulden
Stand per 31 december
Alle schulden hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar.
Derivaten (passiva) Bedragen x EUR 1.000
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
50
18. Risicobeheer en derivaten Solvabiliteitsrisico Het Pensioenfonds wordt bij het beheer van de pensioenverplichtingen en de financiering daarvan geconfronteerd met risico’s. De belangrijkste doelstelling van het Pensioenfonds is het nakomen van de pensioentoezeggingen. Voor het realiseren van deze doelstelling wordt gestreefd naar een toereikende solvabiliteit op basis van de marktwaarde van de pensioenverplichtingen. Het belangrijkste risico voor het Pensioenfonds betreft het solvabiliteitsrisico, ofwel het risico dat het Pensioenfonds niet beschikt over voldoende vermogen ter dekking van de pensioenverplichtingen. De solvabiliteit wordt gemeten zowel op basis van algemeen geldende normen als ook naar de specifieke normen welke door de toezichthouder worden opgelegd. Indien de solvabiliteit van het Pensioenfonds zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat het Pensioenfonds de premie voor de onderneming moet verhogen en het risico dat er geen ruimte beschikbaar is voor een eventuele indexatie van opgebouwde en ingegane pensioenrechten. In het uiterste geval kan het noodzakelijk zijn dat het Pensioenfonds verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten moet verminderen. De aanwezige dekkingsgraad heeft zich als volgt ontwikkeld:
Dekkingsgraad per 1 januari Stelselwijziging (overgang FTK)
2007
2006
%
%
123,8
119,0
0,6
-
Premieresultaat
-0,4
-0,1
Beleggingsresultaat
-2,2
3,4
Indexatie
-1,6
-1,4
Wijziging reken(markt)rente
8,5
4,5
Wijziging actuariële grondslagen
1,4
-2,3
Overige
2,3
0,7
132,4
123,8
Dekkingsgraad per 31 december
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
51
Het surplus/tekort op FTK-grondslagen
14
is als volgt:
Bedragen x EUR 1.000
31 december 2007
Technische voorzieningen volgens jaarrekening
31 december 2006
232.909
246.910
Introductie sterftetrend (toekomstige sterfteontwikkeling)
-
7.000
Introductie marktrente ad 4,3% in plaats van 4%
-
-8.106
232.909
245.804
S1 Renterisico
17.951
16.682
S2 Risico zakelijke waarden
30.377
31.911
2.034
2.205
Technische voorzieningen (FTK-waardering) Buffers:
S3 Valutarisico S4 Grondstoffenrisico S5 Kredietrisico S6 Verzekeringstechnisch risico Diversificatie-effect
Totaal S (vereiste buffers)
Vereist vermogen (art. 132 Pensioenwet)
-
-
755
231
5.323
5.860
-13.739
-13.707
42.701
43.182
275.610
288.986
308.376
305.675
32.766
16.689
Aanwezig vermogen (Totaal activa–schulden = pensioenvermogen)
Surplus per 31 december
Bij de berekening van de buffers past het Pensioenfonds de standaardmethode toe. Voor de samenstelling van de beleggingen wordt uitgegaan van de strategische asset mix in de evenwichtssituatie. De beleggingen in hedgefunds zijn voor wat betreft het risico meegenomen als private equity.
Beleid en risicobeheer Het Bestuur beschikt over een aantal beleidsinstrumenten ten behoeve van het beheersen van deze risico’s. Deze beleidsinstrumenten betreffen: • Beleggingsbeleid; • Premiebeleid; • Herverzekeringsbeleid; • Indexatiebeleid.
14
De cijfers per 31 december 2006 zijn voor een juiste vergelijking gebaseerd op FTK-grondslagen.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
52
De keuze en toepassing van beleidsinstrumenten vindt plaats na uitvoerige analyses ten aanzien van te verwachten ontwikkelingen van de verplichtingen en de financiële markten. Daarbij wordt onder meer gebruikgemaakt van ALM-studies. Een ALM-studie is een analyse van de structuur van de pensioenverplichtingen en van verschillende beleggingsstrategieën en de ontwikkeling daarvan in diverse economische scenario’s. De uitkomsten van deze analyses vinden hun weerslag in jaarlijks door het Bestuur vast te stellen beleggingsrichtlijnen als basis voor het uit te voeren beleggingsbeleid. De beleggingsrichtlijnen geven normen en limieten aan waarbinnen de uitvoering van het beleggingsbeleid moet plaatsvinden. Ze zijn gericht op het beheersen van de belangrijkste (beleggings)risico’s. Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt gebruik gemaakt van derivaten. Alternatieve beleggingen Er wordt naast beleggingen in aandelen en vastrentende waarden tevens belegd in vastgoedbeleggingen en hedgefondsen. Vastgoedbeleggingen bestaan uit Nederlands nietbeursgenoteerde vastgoedbeleggingen verspreid over winkels, kantoren en woningen. Beleggingen in hedgefondsen vinden plaats door middel van participaties in een wereldwijde multi strategie fund of hedgefunds met een focus op arbitrage strategieën. Premiebeleid In de uitvoeringsovereenkomst tussen de onderneming en het Pensioenfonds is het volgende vastgelegd met betrekking tot het premiebeleid: • Dekkingsgraad kleiner dan 110,0%: Het werkgeversdeel van de pensioenpremie, die door de onderneming verschuldigd is, wordt met een opslag van 50,0% verhoogd. • Dekkingsgraad groter dan de vereiste dekkingsgraad (minimaal 120,0%) + 20,0%-punt: Het werkgeversdeel van de pensioenpremie, dat door de onderneming verschuldigd is, wordt verminderd met 1,0%-punt voor elke %-punt dat de bovengrens (vereiste dekkingsgraad + 20,0%-punt) wordt overschreden. Het werkgeversdeel van de pensioenpremie zal echter nooit minder bedragen dan 50,0% van het werkgeversdeel van de pensioenpremie, dat door de onderneming verschuldigd is. Herverzekeringsbeleid Het Pensioenfonds heeft het overlijdensrisico herverzekerd op basis van een stoploss-dekking met een prioriteit (eigen behoud) van 200,0% van de risicopremie eigen rekening. Alle overige risico’s voortvloeiende uit de aangegane pensioenverplichtingen worden volledig in eigen beheer gehouden. Indexatiebeleid Het Bestuur beslist jaarlijks in hoeverre pensioenaanspraken en pensioenrechten worden geïndexeerd. Voor deze voorwaardelijke indexatietoezegging is geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen premie betaald.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
53
De ingegane pensioenen en premievrije pensioenaanspraken van gewezen deelnemers worden maximaal verhoogd op basis van het prijsindexcijfer. De opgebouwde aanspraken van actieve deelnemers worden maximaal verhoogd op basis van het loonindexcijfer. Indien echter het aanwezige vermogen zich onder of nauwelijks op of boven het vereiste niveau bevindt, zal er een terughoudend beleid met betrekking tot het verlenen van toeslagen worden gevoerd. Het Bestuur houdt daarbij in beginsel de volgende beleidsregel aan: • Dekkingsgraad kleiner dan 105,0%: geen indexatie. • Dekkingsgraad tussen 105,0% en 110,0%: geen indexatie inactieven. Indexatie actieven gelijk aan het (positieve) verschil tussen ontwikkeling loon- en prijsindexcijfer. • Dekkingsgraad tussen 110,0% en vereiste dekkingsgraad (minimaal 120,0%): indexatie inactieven lineair oplopend van geen indexatie bij een dekkingsgraad van 110,0% tot volledige indexatie bij de vereiste dekkingsgraad. Indexatie actieven gelijk aan indexatie inactieven plus het (positieve) verschil tussen ontwikkeling loon- en prijsindexcijfer. • Dekkingsgraad groter dan de vereiste dekkingsgraad (minimaal 120,0%): volledige indexatie. • Dekkingsgraad groter dan de vereiste dekkingsgraad (minimaal 120,0%) + 10,0%-punt: volledige indexatie en inhaal van een indexatieachterstand met maximaal vijf jaar terugwerkende kracht, indien en voorzover de dekkingsgraad door de inhaalindexatie niet kleiner wordt dan de vereiste dekkingsgraad (minimaal 120,0%) + 10,0%-punt. Deze beleidsregel is een richtlijn. Het Bestuur kan op basis van andere overwegingen hiervan afwijken. Het beleid is erop gericht om op de lange termijn minimaal 90,0% van de stijging van de loon- respectievelijk de prijsindex door middel van toeslagen te compenseren.
Marktrisico Marktrisico omvat de mogelijkheden voor winst of verlies en omvat het prijs(koers)risico, valutarisico en het renterisico. De strategie van het Pensioenfonds met betrekking tot het beleggingsrisico wordt bepaald door de beleggingsdoelstellingen. Monitoring van het marktrisico geschiedt op maandelijkse basis door het pensioenbureau. De overall-marktposities worden periodiek gerapporteerd aan het Bestuur. Prijsrisico Prijsrisico is het risico van waardewijzigingen door de ontwikkeling van marktprijzen, die wordt veroorzaakt door factoren gerelateerd aan een individuele belegging, de uitgevende instelling of generieke factoren. Omdat alle beleggingen worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij waardewijzigingen onmiddellijk in het saldo van baten en lasten worden verwerkt, zijn alle wijzigingen in marktomstandigheden direct zichtbaar in het beleggingsresultaat. Het prijsrisico kan worden gemitigeerd door diversificatie. In aanvulling hierop kan het prijsrisico worden gehedged door het gebruik van afgeleide financiële instrumenten (derivaten), zoals opties en futures.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
54
De segmentatie van vastgoed naar sectoren is als volgt: Bedragen x EUR 1.000
2007
In %
2006
In %
Kantoren
7.444
31,1%
7.188
30,7%
Winkels
7.933
33,2%
7.427
31,8%
Woningen
8.537
35,7%
8.769
37,5%
23.914
100,0%
23.384
100,0%
Stand per 31 december
De segmentatie van de aandelenportefeuille naar regio kan als volgt worden toegelicht: Bedragen x EUR 1.000
2007
In %
2006
In %
Europa
66.917
67,4%
71.608
68,9%
Noord-Amerika
24.171
24,3%
24.560
23,7%
Japan
6.023
6,1%
5.850
5,6%
Verre Oosten exclusief Japan
2.220
2,2%
1.870
1,8%
99.331
100,0%
103.888
100,0%
Stand per 31 december
Valutarisico Het totaalbedrag dat buiten de euro wordt belegd, bedraagt ultimo 2007 circa 21,9% (2006: 21,4%) van de beleggingsportefeuille en is voor 84,3% (2006: 82,2%) afgedekt door de euro. De belangrijkste valuta daarin zijn de US dollar, de Britse pond en de Japanse yen. Het strategische beleid van het Pensioenfonds is om alle valutaposities af te dekken, waarbij tactische beleidsruimte aanwezig is voor de creditportefeuille. Per einde boekjaar is de waarde van de uitstaande valutatermijncontracten EUR 55.621.000. Het valutarisico wordt in onderstaande tabel weergegeven. De beleggingen in vreemde valuta kunnen per categorie als volgt worden gespecificeerd: Bedragen x EUR 1.000
2007
2006
Aandelen
55.539
59.815
Vastrentende waarden
10.446
5.176
Stand per 31 december
65.985
64.991
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
55
De valutapositie voor en na afdekking door valutaderivaten is als volgt weer te geven: Bedragen x EUR 1.000
2007
2006
Voor
Valuta-
Nettopositie
Nettopositie
afdekking
derivaten
(na)
(na)
19.540
20.253
-713
472
GBP JPY
6.220
6.170
50
-344
USD
26.293
28.483
-2.190
-703
Overige
13.932
715
13.217
12.151
Stand per 31 december
65.985
55.621
10.364
11.576
Een restrisico betreft de categorie overige valuta; deze valuta worden niet strategisch afgedekt, omdat de valuta-exposure en/of volatiliteit niet groot genoeg is. Renterisico Het renterisico is het risico dat de waarden van de portefeuille vastrentende waarden en de pensioenverplichtingen verandert als gevolg van ongunstige veranderingen in de marktrente. De rentegevoeligheid kan worden gemeten door middel van de duration. De duration is de (met de contante waarde van de kasstromen) gewogen gemiddelde resterende looptijd in jaren. Bedragen x EUR 1.000
Per 31 december 2007 Balanswaarde
In jaren
Duration van de vastrentende waarden (voor derivaten)
157.704
5,5
Duration van de vastrentende waarden (na derivaten)
157.704
10,0
Duration van de (nominale) pensioenverplichtingen
232.909
12,9
Op balansdatum is de duration van de beleggingen aanzienlijk korter dan de duration van de verplichtingen. Er is derhalve sprake van een zogenaamde “duration-mismatch”. Dit betekent dat bij een rentestijging de waarde van beleggingen minder snel daalt dan de waarde van de verplichtingen, waardoor de dekkingsgraad zal stijgen. Bij een rentedaling zal de waarde van de beleggingen minder snel stijgen dan de waarde van de verplichtingen, waardoor de dekkingsgraad daalt. Het beleid van het Pensioenfonds is gericht op het verkleinen van deze “duration-mismatch”. Dit gebeurt door middel van renteswaps. Bij een renteswap wordt een vaste lange rente geruild tegen een variabele korte rente. Het Pensioenfonds ontvangt een lange rente, vergelijkbaar met de kasstroom van een langlopende obligatie en betaalt daarvoor een variabele korte rente (6-maands Euribor). Hierdoor wordt de “duration-mismatch” verkleind, maar het Pensioenfonds is wel afhankelijk van de ontwikkeling van de korte rente die het Pensioenfonds aan de tegenpartij betaalt.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
56
Kredietrisico Kredietrisico is het risico dat tegenpartijen hun contractuele verplichtingen aan het Pensioenfonds of de beleggingsfondsen waarin het Pensioenfonds participeert niet nakomen. Een specifiek risico van de beleggingsfondsen die in aandelen en obligaties beleggen is het settlementrisico. Dit is het risico dat tegenpartijen van transacties hun tegenprestatie niet leveren. Dit risico wordt beheerst door alleen te opereren in markten waar een voldoende betrouwbaar clearingsysteem functioneert. Daarnaast worden transacties alleen afgewikkeld op basis van de conditie levering tegen betaling. Bij de beleggingsfondsen die in obligaties beleggen komt daarbij het risico dat de uitgevende partijen de rente- en aflossingsverplichtingen niet nakomen. Dit risico wordt beheerst door middel van maximering van de beleggingen per kredietklasse, land (in het bijzonder opkomende landen), bedrijf, bedrijfstak en regio. Zowel het beleggingsfonds als het Pensioenfonds zelf beperken dit risico door middel van spreiding van de portefeuille. Het Pensioenfonds beheerst het tegenpartijrisico uit hoofde van deposito’s en over-the-counter derivaten door middel van selectie van solide tegenpartijen en hantering van tegenpartijlimieten. In geval van langlopende derivatencontracten vraag het Pensioenfonds onderpand. Verder wordt het tegenpartijrisico hier beheerst door het aangaan van standaardcontracten. Ten aanzien van de kredietwaardigheid van de debiteuren van de vastrentende portefeuille kan het volgende overzicht worden gegeven: Bedragen x EUR 1.000
2007
In %
2006
In %
AAA, AA en A-rating of vergelijkbaar
149.420
94,7%
152.440
95,6%
BBB, BB en B-rating of vergelijkbaar
8.284
5,3%
7.014
4,4%
157.704
100,0%
159.454
100,0%
Stand per 31 december
Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor het Pensioenfonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Waar de overige risicocomponenten vooral de langere termijn betreffen (solvabiliteit), gaat het hierbij om de kortere termijn. Dit risico kan worden beheerst door in het strategische en tactische beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor de liquiditeitsposities. Er moet eveneens rekening worden gehouden met de directe beleggingsopbrengsten en andere inkomsten zoals premies. Inzake het beheersen van het liquiditeitsrisico kan het volgende worden gemeld: • De uitkeringen overtreffen de inkomende premies aanzienlijk; • Er wordt maandelijks een liquiditeitsprognose voor de komende twaalf maanden opgesteld; • De manager van het Pensioenfonds bewaakt de liquiditeitsbehoefte en overlegt met de beleggingscommissie indien gelden uit de beleggingen vrij moeten worden gemaakt. Verzekeringtechnische risico’s (actuariële risico’s) De belangrijkste actuariële risico’s zijn de risico’s van langleven, overlijden en arbeidsongeschiktheid.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
57
Het langlevenrisico is het belangrijkste verzekeringstechnische risico. Langlevenrisico is het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld wordt bij de bepaling van de voorziening pensioenverplichtingen. Als gevolg hiervan volstaat de opbouw van het pensioenvermogen niet voor de uitkering van de pensioenverplichting. Door toepassing van een sterftetrendopslag van 3,5% op de voorziening pensioenverplichtingen en 0,24% opslag per jaar op de voorziening pensioenverplichtingen voor aanpassing sterftegrondslagen is het langlevenrisico nagenoeg geheel verdisconteerd in de waardering van de pensioenverplichtingen. Het overlijdensrisico betekent dat het Pensioenfonds in geval van overlijden mogelijk een nabestaandenpensioen moet toekennen waarvoor door het Pensioenfonds geen voorzieningen zijn getroffen. Dit is het verschil tussen nabestaandenpensioen op pensioendatum en het opgebouwde nabestaandenpensioen. Dit risico kan worden uitgedrukt in risicokapitalen. Het Pensioenfonds heeft het overlijdensrisico op stoploss basis herverzekerd bij een externe, onder toezicht van DNB staande verzekeringsmaatschappij. De herverzekeringsovereenkomst wordt telkens voor één kalenderjaar afgesproken. De premie bedraagt in het boekjaar 11,11% van de risicopremie eigen rekening. Het eigen behoud is 200,0% van de risicopremie eigen rekening met een minimum van EUR 857.000. De maximale aansprakelijkheid is gesteld op EUR 15.000.000. Het arbeidsongeschiktheidsrisico betreft het risico dat het Pensioenfonds voorzieningen moet treffen voor premievrijstelling bij invaliditeit. Voor dit risico wordt jaarlijks een risicopremie in rekening gebracht. Het verschil tussen de risicopremie en de werkelijke kosten wordt verwerkt via het resultaat. De actuariële uitgangspunten voor de risicopremie worden periodiek herzien. Indexatierisico (actuariële risico’s) Het Bestuur van het Pensioenfonds heeft de ambitie om de pensioenen te indexeren. De mate waarin dit kan worden gerealiseerd is afhankelijk van de ontwikkelingen in de rente, rendement, looninflatie en demografie. Uitdrukkelijk wordt opgemerkt dat de indexatietoezegging voorwaardelijk is. De hoogte van de nominale dekkingsgraad geeft zicht op de mate waarin kan worden geïndexeerd. Concentratierisico Concentratierisico’s kunnen optreden bij een concentratie van de beleggingsportefeuille in regio’s, economische sectoren of tegenpartijen. Om deze concentraties tegen te gaan worden beleggingen zoveel als mogelijk gediversificeerd. Tevens worden beleggingsrichtlijnen afgesproken met vermogensbeheerders, waarin limieten ten aanzien van genoemde concentraties zijn afgesproken.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
58
Overige niet-financiële risico’s Operationeel risico Operationeel risico is het risico ten gevolge van niet afdoende of falende processen of systemen, menselijk gedrag of externe gebeurtenissen. Het gaat hier om onjuiste of niet tijdige afwikkeling van transacties, verkeerde verwerking van gegevens, fraude en dergelijke. Dergelijke risico’s worden beheerst door het stellen van hoge kwaliteitseisen aan de organisaties waaraan het Pensioenfonds activiteiten heeft uitbesteed op gebieden zoals interne organisatie, processen, interne controles, kwaliteit van de geautomatiseerde systemen en dergelijke. Systeemrisico Systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren functioneert, waardoor beleggingen van het Pensioenfonds niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde kunnen verliezen. Net als voor andere marktpartijen, is dit risico voor het Pensioenfonds niet beheersbaar anders dan door de vorming van buffers (reserves).
Specifieke financiële instrumenten (derivaten) Voor de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt tevens gebruikgemaakt van financiële derivaten. Als hoofdregel geldt, dat derivaten uitsluitend worden gebruikt voor zover dit passend is binnen het algemene beleggingsbeleid. De portefeuillestructuur en het risicoprofiel, berekend inclusief de economische effecten van derivaten, dienen zich binnen de door het Bestuur vastgestelde grenzen (limieten) te bevinden. Het Pensioenfonds gebruikt derivaten hoofdzakelijk om de hiervoor vermelde vormen van marktrisico zo veel mogelijk af te dekken. Een van de belangrijkste risico’s bij derivaten is het kredietrisico. Dit is het risico dat tegenpartijen niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen. Dit risico wordt beperkt door alleen transacties aan te gaan met te goeder naam en faam bekend staande partijen. Bovendien geldt dat zoveel mogelijk wordt gewerkt met onderpand. Gebruik kan worden gemaakt van onder meer de volgende instrumenten: • Futures: dit zijn standaard beursgenoteerde instrumenten waarmee snel posities kunnen worden gewijzigd. Futures worden gebruikt voor het tactische beleggingsbeleid. Tactisch beleggingsbeleid is slechts zeer beperkt mogelijk binnen de grenzen van het strategische beleggingsbeleid. • Valutatermijncontracten: dit zijn met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het verkopen van een valuta en de aankoop van een andere valuta, tegen een vooraf vastgestelde prijs en op een vooraf vastgestelde datum. Door middel van valutatermijncontracten worden valutarisico’s afgedekt. • Swaps: dit betreft met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het uitwisselen van rentebetalingen over een nominale hoofdsom. Door middel van swaps kan het Pensioenfonds de rentegevoeligheid van de portefeuille beïnvloeden.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
59
Onderstaande tabel geeft inzicht in de derivatenposities per 31 december 2007: Bedragen x EUR 1.000 Type contract
Valutatermijncontract Interest Rate Swap
Contractomvang
Contractomvang
Actuele waarde
Actuele waarde
aankopen
verkopen
activa
passiva
6.307
61.928
1.445
141
-
-
1.245
967
Future
73.534
56.976
0
0
Swaption
11.900
3.200
10
15
8.618
-
-
42
2.700
1.165
Forward obligatie
Onderstaande tabel geeft inzicht in de derivatenposities per 31 december 2006: Bedragen x EUR 1.000 Type contract
Valutatermijncontract Interest Rate Swap
Contractomvang
Contractomvang
Actuele waarde
Actuele waarde
aankopen
verkopen
Activa
passiva
-
53.415
1.166
25
-
-
-
58
13.674
9.893
-
-
Swaption
-
-
-
-
Forward obligatie
-
-
-
-
1.166
83
Future
Kortlopende obligaties en banksaldi dienen als zekerheid voor de openstaande posities in rentederivaten. Het totaalbedrag dat dient als zekerheid is EUR 11.306.000 (2006: EUR 16.297.000).
19. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Langlopende contractuele verplichtingen Het Pensioenfonds heeft een uitbestedingsovereenkomst afgesloten met een serviceorganisatie voor een periode van 2 jaar, welke per 31 december 2007 afloopt. De jaarlijks te betalen vergoeding bedraagt EUR 119.000 (2006: EUR 117.000). Eind 2007 is een nieuwe overeenkomst voor een periode van 3 jaar afgesloten. De totale verplichting voor deze periode bedraagt EUR 250.000.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
60
Het Pensioenfonds heeft een huurovereenkomst voor een gedeelte van een kantoorpand afgesloten voor een periode van 5 jaar. De jaarlijks te betalen vergoeding bedraagt EUR 22.000 (2006: EUR 22.000). De totale verplichting voor de resterende looptijd bedraagt EUR 107.000.
20. Verbonden partijen Identiteit van verbonden partijen Er is sprake van een relatie tussen de verbonden partijen tussen het Pensioenfonds en de sponsor, de aangesloten ondernemingen en hun bestuurders.
Transacties met bestuurders Inzake de beloning van bestuurders wordt verwezen naar pagina 65. Er zijn noch leningen verstrekt, noch is er sprake van vorderingen op (voormalige) bestuurders.
Overeenkomst met de onderneming Het Pensioenfonds heeft een uitvoeringsovereenkomst afgesloten met Koninklijke Ten Cate nv en Ten Cate Nederland bv (de onderneming). Deze overeenkomst geldt ook voor de door de onderneming aangewezen groepsmaatschappijen en deelnemingen. Het doel van deze overeenkomst is het vastleggen van de regeling omtrent de betaling van de bijdragen door de onderneming, de verplichtingen van het Pensioenfonds met betrekking tot de pensioenregeling(en) en welke bijdragen de onderneming aan het Pensioenfonds zal voldoen. Ter nakoming van de financiële verplichtingen, die voortvloeien uit de opbouw van de pensioenaanspraken van de deelnemers, is de onderneming een bijdrage aan het Pensioenfonds verschuldigd. De hoogte van de bijdrage wordt vastgesteld aan de hand van de bepalingen in de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN). De onderneming heeft geen andere contractuele verplichting inzake bijdragen aan het Pensioenfonds.
21. Premiebijdragen (van werkgever en werknemers) Bedragen x EUR 1.000
2007
2006
Werkgeversgedeelte
5.435
5.229
Werknemersgedeelte
3.401
3.343
Stand per 31 december
8.836
8.572
De totale bijdrage voor de pensioenregeling van werkgever en werknemers bedraagt 22,5% (2006: 22,5%) van de pensioengrondslag. De totale bijdrage voor de aanvullingsregeling van werkgever en werknemers bedraagt 3,9% (2006: 3,9%) van de loonsom.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
61
Daarnaast betalen werknemers EUR 8,00 per maand voor de Anw-hiaatregeling en is in de premiebijdragen de storting ad EUR 558.000 (2006: EUR 551.000) in het kader van het pensioensparen meegenomen. De kostendekkende, gedempte kostendekkende en feitelijke premie volgens artikel 130 van de Pensioenwet zijn als volgt: Bedragen x EUR 1.000
2007
Kostendekkende premie (marktrente)
8.604
Gedempte kostendekkende premie (4% rekenrente)
9.165
Feitelijke premie (doorsneepremie)
8.836
De aan het boekjaar toe te rekenen feitelijke premie is als bate verantwoord. De samenstelling van de kostendekkende en gedempte kostendekkende premie is als volgt: Bedragen x EUR 1.000
Kosten-
Gedempte kosten-
dekkende premie
dekkende premie
(markrente)
(4% rekenrente)
Jaarinkoop actieve deelnemers
5.024
5.399
Toekenning aanvullingsregeling
1.368
1.470
Pensioensparen
558
558
Anw-hiaat premie
117
117
7.067
7.544
391
391
7.458
7.935
1.146
1.230
8.604
9.165
Totale actuariële lasten
15
Uitvoeringskosten -/- vrijval uitbetalingskosten
Premie exclusief solvabiliteitsopslag Solvabiliteitsopslag (17,6%)
16
Totaal
Kostendekkende premie De kostendekkende premie is berekend op basis van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur. De kostendekkende premie bestaat uit de volgende componenten: • De actuarieel benodigde premie voor de opbouw en risicodekking van alle onvoorwaardelijke onderdelen van de pensioentoezegging. • De aan het strategische risicoprofiel ultimo 2007 van het pensioenfonds gerelateerde solvabiliteitsopslag op de premie voor de onvoorwaardelijke onderdelen van de pensioentoezegging, zijnde opslag voor het in stand houden van het vereist eigen vermogen. • De benodigde opslag voor de uitvoeringskosten. 15 16
De kostendekkende premie is inclusief 3,5% sterftetrendopslag en 2,0% excassokostenopslag. Op basis van vereiste dekkingsgraad primo 2007 bij de strategische beleggingsverdeling.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
62
De gedempte kostendekkende premie Het Pensioenfonds heeft gekozen voor een kostendekkende premie op basis van een vaste rekenrente van 4,0%. Deze gedempte kostendekkende premie is in de ABTN vastgelegd.
Feitelijke premie De feitelijke premie (doorsneepremie) is vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomst tussen het Pensioenfonds en de onderneming en tevens in de ABTN van het Pensioenfonds. De feitelijke premie is tot en met boekjaar 2009 vastgesteld op 22,5% van de pensioengrondslagsom plus 3,9% van de salarissom. In 2009 zal het niveau van de feitelijke premie (doorsneepremie) opnieuw worden getoetst.
Premiekorting De feitelijke premie bedraagt in 2007 meer dan de kostendekkende premie, maar minder dan de gedempte kostendekkende premie. Vergeleken met de gedempte kostendekkende premie is er in 2007 sprake geweest van een premiekorting van EUR 329.000. De premiekortingsgrens van het Pensioenfonds is gelijk aan 140,0%. Gegeven de aanwezige dekkingsgraad van 134,2% was er in 2007 geen ruimte om premiekorting toe te kennen.
Overgangsregime Pensioenwet Op basis van de Pensioenwet mag er voor de boekjaren 2007 en 2008 bij de vaststelling van de feitelijke premie nog rekening worden gehouden met de solvabiliteitsvrijval over de uitkeringen, ook als de premiekortingsgrens nog niet is bereikt. De solvabiliteitsvrijval over de uitkeringen is in 2007 op basis van de vereiste solvabiliteitsmarge van 17,6% gelijk aan EUR 2.349.000. Wordt deze solvabiliteitsvrijval gemaximeerd op de solvabiliteitsopslag op de premie, dan zou een premiekorting over 2007 mogelijk zijn van EUR 1.230.000. Met de feitelijke korting van EUR 329.000 wordt 27,0% van de mogelijke gemaximeerde korting gebruikt. Vergeleken met de mogelijke ongemaximeerde korting wordt met de feitelijke korting van EUR 329.000 slechts 13,0% van de mogelijke korting gebruikt.
22. Beleggingsresultaten risico pensioenfonds Bedragen x EUR 1.000 2007 Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen
Jaarverslag 2007
Directe
Indirecte
Kosten van
Totaal
beleggings-
beleggings-
vermogens-
opbrengsten
opbrengsten
beheer
2.012
530
-13
2.529
42
-1.373
-530
-1.861
2.689
-1.814
-268
607
-
4.068
-12
4.056
60
1.456
-156
1.360
4.803
2.867
-979
6.691
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
63
Bedragen x EUR 1.000
Directe
2006 Vastgoedbeleggingen
Kosten van
Totaal
beleggings-
beleggings-
vermogens-
opbrengsten
opbrengsten
beheer
2.251
9
-14
2.246
Aandelen Vastrentende waarden
Indirecte
-
14.870
-508
14.362
2.433
-2.036
-263
134
Derivaten
-
2.119
-11
2.108
-7
1.183
-144
1.032
4.677
16.145
-940
19.882
2007
2006
Baten uit herverzekering (uitkeringen)
94
106
Slotuitkering faillissement Tilburgse Hypotheekbank
18
-
112
106
2007
2006
Ouderdomspensioen
-8.839
-8.610
Nabestaandenpensioen (partnerpensioen)
-2.855
-2.747
Wezenpensioen
-23
-29
Anw-hiaatpensioen
-54
-66
-1.099
-1.529
-931
-374
-11
-
-13.812
-13.355
Overige beleggingen
23. Overige baten Bedragen x EUR 1.000
Stand per 31 december
24. Pensioenuitkeringen Bedragen x EUR 1.000
Vroegpensioen Aanvullingsuitkering Afkopen
Stand per 31 december
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
64
De indexatie van de uitkeringen per 1 januari 2007 zoals vastgesteld door het Bestuur bedraagt 1,25% (2006: 1,45%). De post “Afkopen” betreft de afkoop van pensioenen die lager zijn dan EUR 400,00 (2006: EUR 361,02) per jaar (de afkoopgrens) overeenkomstig de Pensioenwet (voorheen Pensioen- en spaarfondsenwet).
25. Pensioenuitvoeringskosten Bedragen x EUR 1.000
2007
Bestuurskosten
2006
-33
-36
Personeelskosten
-264
-277
Administratiekosten
-173
-234
-68
-20
Controle- en advieskosten
-185
-165
Contributies en bijdragen
-21
-23
Huisvestingskosten
-25
-25
-9
-11
-950
-907
-1.728
-1.698
71
54
-1.657
-1.644
979
940
-678
-704
Communicatiekosten
Overige Externe kosten vermogensbeheer
Totaal kosten Kosten doorberekend
Kosten pensioenfonds Kosten vermogensbeheer
Kosten uitvoering pensioenregeling
Overeenkomstig artikel 96 van de Pensioenwet wordt vermeld dat het Pensioenfonds in het afgelopen jaar geen dwangsommen en boetes zijn opgelegd.
26. Aantal personeelsleden Bij het Pensioenfonds zijn vier werknemers in dienst (3,8 fte).
27. Bezoldiging bestuurders De bezoldiging voor de bestuurders tezamen bedraagt EUR 30.000 (2006: EUR 30.000).
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
65
28. Pensioenopbouw Onder pensioenopbouw is opgenomen de actuarieel berekende waarde van de diensttijdopbouw. Dit is het effect op de voorziening pensioenverplichtingen van de in het verslagjaar opgebouwde nominale rechten ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen. Verder zijn hierin begrepen de toegekende rechten inzake de tijdelijke aanvullingsregeling op het vroegpensioen voor deelnemers die vóór 65 jaar met pensioen zijn gegaan en de pensioenspaarstorting van deelnemers aan de vrijwillige pensioenspaarregeling. De pensioenopbouw bedraagt EUR 7.048.000 (2006: EUR 6.702.000).
29. Indexering en overige toeslagen Het Pensioenfonds streeft ernaar de opgebouwde pensioenrechten van de actieve deelnemers jaarlijks aan te passen aan de loonontwikkeling volgens de CAO MITT. De indexering heeft een voorwaardelijk karakter. Dit betekent dat geen recht op indexering bestaat en dat het niet zeker is of en in hoeverre in de toekomst indexering kan plaatsvinden. Een eventuele achterstand in de indexering kan in principe voor een beperkte periode worden ingehaald. De indexatie voor actieve deelnemers bedraagt EUR 860.000 (2006: EUR 1.024.000). Het Pensioenfonds streeft er tevens naar de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenrechten (gewezen deelnemers) jaarlijks aan te passen aan de ontwikkeling van de prijsindex. Ook deze indexering heeft een voorwaardelijk karakter. Een eventuele achterstand in de indexering kan in principe voor een beperkte periode ingehaald worden. De indexatie voor de gepensioneerden en gewezen deelnemers bedraagt EUR 2.649.000 (2006: EUR 2.091.000).
30. Rentetoevoeging voorziening pensioenverplichtingen De pensioenverplichtingen zijn opgerent met 4,0% (2006: 4,0%), zijnde EUR 9.887.000 (2006: EUR 9.319.000).
31. Onttrekking uit voorziening pensioenverplichtingen voor pensioenuitkeringen Verwachte toekomstige pensioenuitkeringen worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de pensioenen van de verslagperiode. De pensioenverplichtingen zijn verminderd met EUR 13.857.000 (2006: EUR 13.218.000).
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
66
32. Onttrekking uit voorziening pensioenverplichtingen voor pensioenuitvoeringskosten Toekomstige pensioenuitvoeringskosten (in het bijzonder excassokosten) worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de kosten van de verslagperiode. De pensioenverplichtingen zijn verminderd met EUR 287.000 (2006: EUR 263.000).
33. Wijziging marktrente Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de actuele rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het hoofd wijziging marktrente. De stijging van de rentetermijnstructuur in 2007 heeft geleid tot een afname van de pensioenverplichtingen van EUR 17.554.000.
34. Wijziging actuariële uitgangspunten Jaarlijks worden de actuariële grondslagen en/of methoden beoordeeld en mogelijk herzien ten behoeve van de berekening van de actuele waarde van de pensioenverplichtingen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van interne en externe actuariële deskundigheid. Dit betreft onder meer de vergelijking van veronderstellingen ten aanzien van sterfte, langleven, arbeidsongeschiktheid met werkelijke waarnemingen voor de gehele bevolking als voor de populatie van het Pensioenfonds. De vaststelling van de toereikendheid van de voorziening voor pensioenverplichtingen is een inherent onzeker proces, waarbij gebruik wordt gemaakt van schattingen en oordelen door het Bestuur van het Pensioenfonds. Het effect van wijzigingen wordt verantwoord in het resultaat op het moment dat de actuariële uitgangspunten worden herzien. De afname van de pensioenverplichtingen van EUR 2.617.000 heeft betrekking op de aanpassing van de sterftegrondslagen. De afname van de pensioenverplichtingen in 2006 van EUR 4.653.000 had betrekking op enerzijds de aanpassing van de sterftegrondslagen (toename van EUR 4.842.000) en anderzijds de aanpassing van de rekenrente van 3,7% naar 4% (afname van EUR 9.495.000).
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
67
35. Overige wijzigingen Bedragen x EUR 1.000
2007
2006
Sterfte
902
-815
Vrijval van sterftetrendopslag over de uitkeringen
488
-
Arbeidsongeschiktheid
-42
-140
1.348
-955
18
-97
1.366
-1.052
Resultaat op kanssystemen:
Subtotaal Wijziging overige verzekeringstechnische grondslagen
Stand per 31 december
36. Wijziging herverzekeringsdeel technische voorzieningen Bedragen x EUR 1.000
2007
2006
8
-
21
22
9
10
-54
-57
-5
14
Wijziging marktrente
-17
-
Stand per 31 december
-38
-11
Cumulatief effect stelselwijziging Rentetoevoeging Sterfte Pensioenuitkeringen Wijziging grondslagen (sterftetafels)
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
68
37. Saldo overdracht van rechten Bedragen x EUR 1.000
2007
2006
Inkomende waardeoverdrachten
2.435
1.085
Uitgaande waardeoverdrachten
-795
-1.070
1.640
15
Toevoeging aan de voorziening voor pensioenverplichtingen
-2.185
-710
Onttrekking aan de voorziening voor pensioenverplichtingen
385
657
-1.800
-53
-160
-38
Saldo overdracht van rechten
Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten
Resultaat overdracht van rechten
Waardeoverdracht betreft de ontvangst van of overdracht aan pensioenfonds of pensioenverzekeraar van respectievelijk de vorige of nieuwe werkgever van de contante waarde van premievrije pensioenaanspraken van deelnemers, die tot de ontslagdatum zijn opgebouwd. De ontvangen koopsommen worden aangewend voor de inkoop van extra dienstjaren.
38. Overige lasten Bedragen x EUR 1.000
2007
2006
-50
-79
Dotatie aan de overige technische voorzieningen
-542
-
Stand per 31 december
-592
-79
Premies herverzekering (overlijdensrisico)
39. Belastingen De activiteiten van het Pensioenfonds zijn vrijgesteld van belastingheffing in het kader van de vennootschapsbelasting.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
69
Almelo, 5 juni 2008
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate Het Bestuur
Drs. L.J. Kuipers Voorzitter
Jaarverslag 2007
A.J. Oude Hergelink Secretaris
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
70
Overige gegevens Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten Ten aanzien van de bestemming van het saldo van baten en lasten is geen bepaling opgenomen in de statuten van het Pensioenfonds. Het Bestuur van het Pensioenfonds heeft op 5 juni 2008 besloten het positieve resultaat over 2007 van EUR 15.596.000 als volgt te bestemmen: - EUR 140.000 ten laste van de bestemmingsreserves, en - EUR 15.736.000 ten gunste van de algemene reserve.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
71
Actuariële verklaring Opdracht Door Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate te Almelo is aan Towers Perrin de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2007. Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de financiële positie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. Overeenkomstig de richtlijn “Samenwerking tussen accountant en actuaris ter zake van de controle van verantwoordingen van verzekeringsinstellingen” heeft de accountant van het fonds mij geïnformeerd over de betrouwbaarheid en de volledigheid van de administratieve basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeelsvorming van belang zijn. Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. Daarbij: - heb ik ondermeer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld en - heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het fonds. Mijn onderzoek en beoordeling heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum opgebouwde pensioenverplichtingen zal kunnen nakomen. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met binnen het Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor het hierna te geven oordeel. Oordeel De bevindingen van de accountant ten aanzien van de door het fonds verstrekte administratieve basisgegevens zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt heb aanvaard. Met inachtneming van het navolgende verklaar ik dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningregels en uitgangspunten, juist en toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum ten minste gelijk aan het wettelijk minimaal vereist eigen vermogen.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
72
Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum ten minste gelijk aan het wettelijk vereist eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een toereikende solvabiliteit. De vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate is naar mijn mening voldoende, mede gelet op de mogelijkheden tot het realiseren van de beoogde toeslagen. Daarbij is bepalend de mate van waarschijnlijkheid dat het pensioenfonds zal kunnen voldoen aan de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, in aanmerking nemend het streven inzake toeslagen, zoals aan verzekerden meegedeeld en de in wet- en regelgeving opgenomen criteria. Apeldoorn, 5 juni 2008
Drs. W. Eikelboom AAG verbonden aan Towers Perrin
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
73
Accountantsverklaring Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2007 van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate te Almelo, bestaande uit de balans per 31 december 2007 en de staat van baten en lasten over 2007 met de toelichting gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate per 31 december 2007 en van het resultaat over 2007 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
74
Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e BW melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Utrecht, 5 juni 2008 KPMG ACCOUNTANTS N.V.
H.P. van der Horst RA
Jaarverslag 2007
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
75
Jaarverslag 2007 Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate Brugstraat 2 Postbus 126 T +31 (0)546 455 753 F +31 (0)546 455 879 I www.pensioenfondstencate.nl
7600 AC Almelo
•••