afvalforum jaargang 17 • speciale uitgave december 2013
10
jaar
3
Colofon
Inhoud
afvalforum december 2013 jaargang 17, nummer 3 speciale uitgave ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van uitgever Vereniging Afvalbedrijven in 2014
ARTIKELEN
De Vereniging Afvalbedrijven behartigt op nationaal en internationaal niveau de belangen van bedrijven die actief zijn in de totale afvalketen. De ongeveer vijftig leden houden zich bezig met preventie, inzameling, transport, sorteren, reinigen, bewerken, recyclen, composteren, vergisten, verbranden met energieterugwinning en storten. Ook bedrijven die zich bezighouden met het rioleringsbeheer zijn lid. De Vereniging Afvalbedrijven streeft naar een gezond en evenwichtig ondernemingsklimaat in Nederland en Europa en staat voor een doelmatig en duurzaam afvalbeheer. De brancheorganisatie vertegenwoordigt in omzet en afvalvolume ongeveer tweederde van de Nederlandse afvalmarkt.
14 Circulaire economie is here to stay
4
Staatssecretaris Wilma Mansveld: ‘Nederland kan veel bereiken'
8
Tien jaar Vereniging Afvalbedrijven
18 Afvalsector maakt innovatieslag 24 Ketensamenwerking biedt nieuwe perspectieven 28 Afvalbranche maakt werk van arbeidsomstandigheden 32 Vijf speerpunten naar een circulaire economie 37 English summary
hoofdredactie Vereniging Afvalbedrijven, ’s-Hertogenbosch Daniëlle van Vleuten
eindredactie Addo van der Eijk, Usquert
redactieadres
Dit is de laatste editie van afvalforum. De Vereniging Afvalbedrijven blijft artikelen publiceren op haar website. Persberichten en ideeën voor artikelen kunt u mailen naar
[email protected]
engelse teksten
COLUMNS 7
Dave Hakkens: Phoneblok
13 Piet Hein Eek: Sloophout als inspiratie 21 Arjen Ulrich: Leven zonder afval 22 Bernice Notenboom: The Stinky Bluffs 27 Adjiedj Bakas: Afvalbergen worden gouden bergen
Derek Middleton, Zevenaar
31 Joop Hazenberg: Jongeren ondernemen voor het milieu
opmaak
35 Marga Hoek: Geen afvalverwerker, maar grondstofopwerker
Ontwerpburo Suggestie & illusie, Utrecht
drukwerk
36 Thomas Rau: Vergeet eigendom, wat telt is prestatie
SenB druk, Oss Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen of gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1386-4378
EN VERDER Afvaltrends
Voorspellingen 2050
Factcheckers
www.verenigingafvalbedrijven.nl www.wastematters.eu 2
afvalforum december 2013
De komende 10 jaar.... De laatste 10 jaar heeft de afvalverwerking zich spectaculair ontwikkeld. Internationaal, maar vooral in Nederland. Werd vroeger bijna alles gestort, nu gaat het nog maar om zo’n 3 procent van al het afval. Het grootste deel van het afval wordt gerecycled, organisch afval vooral vergist en gecomposteerd, en met het afval dat niet kan worden gerecycled wordt energie opgewekt in de vorm van elektriciteit, stoom en warmte. We beschikken over een hoogwaardige inzamelen verwerkingsstructuur, die ruim voldoende is voor het Nederlandse aanbod en we in toenemende mate benutten voor afval uit andere Europese lidstaten. Een interessante vraag is: wat zal de komende 10 jaar gebeuren? Ik denk dat er nog meer verandert dan in de afgelopen 10 jaar! En dan denk ik vooral aan de overgang naar een circulaire economie. Afval is grondstof geworden, bijna alles is herbruikbaar en vindt een nieuwe bestemming. De focus is verbreed naar ecodesign en zoveel mogelijk voorkomen van ontstaan van afval bij productie en consumptie. Daarbij spelen we in op de toenemende schaarste aan grondstoffen, maar ook op de wens om ketens van productie, distributie en consumptie te integreren. Meer duurzaamheid en lagere maatschappelijke kosten zijn belangrijk. En met de grote rol van Nederland in internationaal transport en internationale handel, is er ook voor ons een grote internationale rol weggelegd. Denk aan een materialenhub in Rotterdam en andere knooppunten in het achterland. Onze gunstige vervoersgeografische ligging is hierbij van wezenlijk belang. Maar wie denkt dat een circulaire economie zonder afvalenergiecentrales en stortplaatsen kan bestaan, vergist zich. Een maatschappij waarin alles 100 procent kan worden hergebruikt is niet realiseerbaar. Er is altijd verlies aan kwaliteit of materiaal, na elke recycling- en sorteerstap. Er blijven altijd residuen over. Die kunnen we gebruiken voor het opwekken van duurzame energie. En als het materiaal daar technisch niet geschikt voor is, is storten de enige goede oplossing. Bovendien zijn er in de ontwikkeling naar een circulaire economie snelheidsverschillen tussen de diverse Europese landen. Zo wordt in OostEuropese landen en ook in Groot-Brittannië en Ierland nog veel afval gestort. Dan is het heel verstandig dat Nederlandse bedrijven hun diensten aanbieden. Voor milieu, economie en werkgelegenheid. En als we van Nederland de recyclinghub van Europa willen maken, moeten we dus ook zorgen voor voldoende verbrandings- en stortcapaciteit. We zijn op weg naar de circulaire economie en spelen in op de kansen die dat met zich meebrengt. Samen met alle betrokken partijen uit de sector bekijken we op welke manier en met welke effectieve beleidsmaatregelen we daaraan handen en voeten kunnen geven.
ir. Pieter H. Hofstra Voorzitter Vereniging Afvalbedrijven
afvalforum december 2013
3
‘De Nederlandse afvalbranche is toonaangevend in de wereld.’
4
afvalforum december 2013
STAATSSECRETARIS WILMA MANSVELD:
‘Nederland kan veel bereiken’ Slimmer en zorgvuldiger omgaan met grondstoffen is niet alleen goed voor het milieu, het is ook goed voor de economie en de werkgelegenheid. Met haar programma Van Afval naar Grondstof zet staatssecretaris Wilma Mansveld in op groene groei. De bewindsvrouw constateert dat afvalsector en overheid elkaar op dit thema prima kunnen vinden. DOOR PIETER VAN DEN BRAND
Het woord ‘circulaire economie’ wil staatssecretaris Wilma Mansveld graag kwijt. Het sluit prima aan bij haar ambities. “In de circulaire economie gaan duurzaamheid en economische groei hand in hand. Het geeft wat meer aan dat we redeneren vanuit de kansen die er zijn. Die positieve insteek bevalt me erg. Daarnaast is de circulaire economie als onderdeel van groene groei een prioriteit van dit kabinet. Dat geeft aan dat we hier echt werk van willen maken.” Vlak vóór de zomer stuurde de PvdApolitica haar eerste opzet van het programma Van Afval naar Grondstof naar de Tweede Kamer. Nadere uitwerking volgt binnenkort. De kern van haar plannen, legt Mansveld uit, is de economie groen laten groeien. “Ik wil de welvaart laten toenemen door in te zetten op duurzame oplossingen. Nederland kan veel bereiken.” Een 100% circulaire economie is voorlopig nog geen feit, maar Mansveld wil wel zo dicht mogelijk in de buurt komen. Door grondstoffen optimaal in te zetten, uitstoot en afval te voorkomen en natuurlijke hulpbronnen duurzaam te gebruiken. “Deze bronnen zijn eindig en kunnen opraken. Het is dus belangrijk dat we er op een verantwoorde manier mee omgaan.” Daarom, geeft ze aan, stimuleert haar programma bedrijven, burgers en overheden om meer duurzame producten op de markt te brengen, bewuster te consumeren én meer en beter
te recyclen. “Zo kunnen we grondstoffen besparen, hergebruiken en zorgen we ervoor dat vrijkomende stoffen het milieu minder belasten. Dat is goed voor het milieu en ook goed voor de werkgelegenheid. Er ontstaan extra banen in de maaken reparatieindustrie en in de recycling en de dienstensector.”
MARKTKANSEN In Nederland wordt bijna 80 procent van het afval gerecycled. Daar mogen we trots op zijn, vindt Mansveld, maar wat haar betreft zijn we er nog niet. “Nederland scoort hoog op het gebied van recycling en heeft de afvalverbranders in huis die het beste energie terugwinnen. Maar we kunnen als land flinke stappen zetten als reeds bij het ontwerp van een product rekening wordt gehouden met het voorkomen van afval en de recycling ervan. De afvalsector beschikt over uitstekende kennis over de afvalstromen om een waardevolle inbreng te hebben bij het verduurzamen van de hele keten. Minder afval en anders naar afval kijken betekent ook een aanpassing voor de sector. Het biedt mooie marktkansen in Nederland en daarbuiten. Ik heb er alle vertrouwen in. De Nederlandse afvalbranche is toonaangevend in de wereld, ik hoop dat we die positie terugzien in het exporteren van kennis.”
Mansveld constateert dat de afvalsector en de overheid gelijke ambities koesteren. Het strategiedocument Rijk aan grondstoffen en energie van de Vereniging Afvalbedrijven ziet de staatssecretaris als waardevolle input bij het uitwerken van haar plannen, bijvoorbeeld op het vlak van breed gedragen restafvaldoelstellingen voor gemeenten. “De Vereniging Afvalbedrijven dringt onder andere aan op een deskundigenpool. Ik ben met de gemeenten in overleg om te komen tot verhoging van de recycling van huishoudelijk afval. De suggestie van de Vereniging Afvalbedrijven om een deskundigenpool te initiëren is dan ook constructief.”
»
‘Dit kabinet maakt echt werk van de circulaire economie.’
afvalforum december 2013
5
‘Het zal nog even duren voordat er geen eindverwerking meer nodig is.’
Ook in de visie van Nederland als grondstoffenrotonde vinden overheid en sector elkaar, concludeert Mansveld. “De kansen om Nederland een belangrijke rol te laten spelen in het opnieuw gebruiken van grondstoffen zijn de basis voor mijn programma Van Afval naar Grondstof. Goed voor de sector en goed voor Nederland. Tenslotte vinden we allebei samenwerking in de keten belangrijk. Ik zie hier een rol voor de sector weggelegd. Zij kan ketenpartijen bij elkaar brengen om op die manier gezamenlijk te komen tot het beter sluiten van ketens.”
SERIEUZE GESPREKSPARTNER Mansveld feliciteert de Vereniging Afvalbedrijven van harte met haar tienjarig bestaan. “Ik zie de brancheorganisatie niet alleen als een belangenbehartiger, maar ook als een serieuze gesprekspartner.” Wat ze de branchevereniging toewenst voor de komende tien jaar? “Als ministerie zijn wij erbij gebaat dat onze stakeholders niet alleen goed weten wat ze zelf willen, maar ook dat ze goed zien welke doelen er zijn en hoe die bereikt kunnen worden. Dat vereist samenwerking, invoelingsvermogen, kennis, energie en visie. Van deze kwaliteit van de Vereniging Afvalbedrijven wil ik nóg meer zien. Het programma Van Afval Naar Grondstof zie ik als een basis om de samenwerking verder in te vullen.”
Afvaltrend - Van afval naar grondstof
T
ien jaar geleden sprak de afvalsector nauwelijks over grondstoffen. Het was afval dat de klok sloeg. In de uitgave van afvalforum van tien jaar geleden kwam het woord grondstof niet voor. In de meest recente editie staat het maar liefst 47 keer. Het tekent de omslag in denken die het afgelopen decennium heeft plaatsgevonden. Was de sector vroeger vooral een oplosser van afvalproblemen, tegenwoordig is ze leverancier van grondstoffen en energie. Tussen afval en grondstof is er even een tussenpaus geweest, namelijk de term materialen. In 2010 zet de overheid in op omvorming van het Landelijk afvalbeheerplan naar het Landelijk materialenplan. Die term lijkt inmiddels van de baan. ‘Van Afval naar Grondstof’ heet het programma van milieustaatssecretaris Wilma Mansveld. Grondstoffen hebben de toekomst, zeker met de toenemende grondstoffenschaarste.
6
afvalforum december 2013
INSTRUMENTEN Het huidige afvalbeleid wordt gestuurd door het tweede Landelijk afvalbeheerplan (LAP), dat in 2015 wordt geactualiseerd. Het spreekt voor zich, stelt Mansveld, om bij de actualisatie van het LAP de overgang naar een circulaire economie als uitgangspunt te nemen. “Of het verplichten van het gebruik van secundaire grondstoffen hierin past is echter de vraag. Er zijn meer instrumenten om te komen tot de gewenste transitie. Ik denk bijvoorbeeld aan de Green Deals die we nu al inzetten. Ook via duurzaam inkopen door de overheid kan de vraag naar secundaire grondstoffen worden bevorderd. Ik laat op dit moment een haalbaarheidsstudie uitvoeren naar een grondstoffenpaspoort, een instrument dat kan helpen de keten beter te sluiten. Het hoeft geen uitgangspunt te zijn dat de rijksoverheid samenwerking in de keten tot stand brengt. Integendeel, laat de relevante ketenpartijen elkaar opzoeken. Komen daar goede oplossingen uit, dan ben ik graag bereid deze naar een hoger plan te tillen.” Voor de eindverwerking van afval ziet Mansveld nog altijd nadrukkelijk een rol weggelegd. “We hebben nog geen 100% circulaire economie. Er zijn tal van reststromen die verbrand of gestort worden. Als het echt niet anders kan, is een verantwoorde eindverwerking het sluitstuk van ketens. Hoe beter de materiaalketens worden gesloten, hoe minder afval er overblijft. Het zal nog even duren voordat er in ons land geen eindverwerking van afval meer nodig is.”
Voorspelling Remco Dijkstra (Tweede Kamerlid VVD): ‘In 2050 is Nederland het logistieke centrum voor hergebruik van alle restproducten. Afval bestaat niet meer. We zijn koploper op het gebied van de circulaire economie, doordat overheid en bedrijfsleven gezamenlijk op een zo innovatief en toegankelijk mogelijke manier inzamelen, scheiden en recyclen.’
Dave Hakkens - Ontwerper Phoneblok
PHONEBLOK
I
s de band van je fiets lek, dan plak je de band en gooi je niet de hele fiets weg. Bij elektronica doen we dat wel. Is er iets stuk, dan gaat de hele computer de deur uit. Elektronica wordt ontworpen om weg te gooien. Apparaten zitten bijvoorbeeld vastgelijmd, zodat je ze niet open kunt schroeven. Mijn vinding begon thuis. De oude camera, die ik op vakantie wilde meenemen, was stuk. Toen ik hem uit elkaar haalde, zag ik tientallen onderdelen, die nog prima werkten. De flitser, de batterijen, de display: alles deed het nog. Behalve de lensmotor. Toch stelde de leverancier: dat onderdeel leveren we niet, koop dus een nieuwe camera. Zo gaat dat altijd. Heel gek eigenlijk, want negentig procent van de camera was nog in orde. Voor mijn afstudeerproject aan de Design Academy Eindhoven zocht ik als ontwerper naar een technische
oplossing. Ik koos de mobiel, bij uitstek een apparaat met een korte levensduur. Elk jaar gooien mensen miljoenen telefoons weg omdat ze kapot of verouderd zijn. Het complete toestel gaat dan weg vanwege een simpele reden: telefoons zijn niet ontworpen voor een reparatie of upgrade. Mijn oplossing heet de Phoneblok, een smartphone waarbij de onderdelen als losse componenten aan elkaar kunnen worden geklikt. Bluetooth, WiFi, batterij, display; als legoblokjes zijn ze eenvoudig toe te voegen en te vervangen. Wil je goede foto’s nemen, dan koop je een betere camera-block. Werk je veel ‘in the cloud’, dan neem je minder opslagruimte. Is een onderdeel stuk, dan vervang je het, zonder de rest weg te gooien. Phoneblock staat voor vrijheid. Het leent zich voor een open modulair platform, waar iedereen aan mee mag doen. Niet één producent bepaalt dan uit welke onderdelen de mobiel bestaat, maar talloze bedrijven mogen componenten ontwikkelen. Mijn concept slaat aan. Sinds ik met het ontwerp online ging, stromen de reacties binnen. Binnen twee weken kreeg ik vijfduizend e-mails. Bedrijven en investeerders melden zich, talloze hardware fabrikanten tonen interesse. Momenteel bekijk ik hoe ik het verder ga aanpakken. Door slimmer te ontwerpen kunnen we onze e-waste sterk verminderen. Er komt steeds meer elektronica, met een steeds kortere levensduur. Technologie vernieuwt zich, waardoor mensen blijven kopen. Dat wil ik niet tegenhouden. Leuk zelfs. Maar gooi niet steeds alles weg, en update alleen wat nodig is.
Factchecker STELLING: DE AFVALSECTOR IS EEN BELANGRIJKE PRODUCENT VAN DUURZAME ENERGIE
= JUIST
geleverde warmte (PJ)
3.500
5
3.000
4
2.500
3
2.000
2
1.500
1
1.000
geleverde warmte (PJ)
geproduceerde elektriciteit (GWh) geproduceerde elektriciteit (GWh)
De vergistingsinstallaties, stortgasinstallaties, biomassa-energiecentrales en afvalenergiecentrales leverden in 2012 een bijdrage van ruim 18 procent aan de duurzame energievoorziening. De afvalsector behoort daarmee in Nederland tot de topleveranciers van duurzame energie. Afvalbedrijven produceerden vorig jaar circa 3.200 GWh duurzame elektriciteit, 12 miljoen kuub groen gas en ruim 4 PJ duurzame warmte. De warmte-afzet - onder andere voor industriële processen, stadsverwarming en het verwarmen van kassen - is verdubbeld sinds 2008. Naar verwachting groeit de warmte-afzet door naar minstens 6 PJ.
0 2008
2009
2010
2011
2012
(bron: Vereniging Afvalbedrijven)
afvalforum december 2013
7
TIEN JAAR VERENIGING AFVALBEDRIJVEN
Een eenstemmig en krachtig geluid De Vereniging Afvalbedrijven nadert een respectabele mijlpaal, in 2014 viert de vereniging haar tienjarig bestaan. Eén conclusie is helder: de krachtenbundeling heeft zijn vruchten afgeworpen. In dit artikel blikt de sector terug, maar kijkt ze vooral vooruit. Welke uitdagingen liggen in het verschiet?
DOOR ADDO VAN DER EIJK
Tien jaar geleden, begin 2004, was het zover. Na ettelijke pogingen was Nederland een nieuwe brancheorganisatie rijker: de Vereniging Afvalbedrijven, voortkomend uit twee verenigingen. Dé belangenbehartiger van de gehele Nederlandse afvalsector, die een deuk in het Haagse pakje boter kan slaan: die opdracht kreeg de vereniging bij de oprichting mee. Terugblikkend kan Dick Hoogendoorn, directeur van de Vereniging Afvalbedrijven, tevreden vaststellen dat aan die opdracht is voldaan. “We zijn een serieuze gesprekspartner. Vooral in Den Haag zijn we een belangrijke entiteit. We vormen hét aanspreekpunt voor de afvalbranche.” Waarom destijds één brede belangenbehartiger? “De bundeling van krachten was nodig. Het afvallandschap was te versnipperd. Door de fusie van de VVAV, waar de afvalverwerkers inzaten, en de VNAO, de club van inzamelaars en recyclaars, ontstond een brede vereniging, waarin de hele afvalketen was vertegenwoordigd. Het resultaat: één krachtig geluid uit de totale keten.”
8
afvalforum december 2013
Lukt het om één geluid te laten klinken? “De brede achterban betekent dat we de interne discussie goed moeten organiseren. Dat hebben we stevig opgepakt. Ondanks dat de belangen niet altijd synchroon lopen, brengen we een gezamenlijke boodschap naar buiten, waar de hele achterban zich in herkent. Dat is onze kracht. In Den Haag waarderen ze het, dat maar één partij aanschuift. Voor de fusie schoven twee partijen aan, die het onderling niet altijd eens waren.”
Hoe is het de afvalsector het afgelopen decennium vergaan? “Professioneler, innovatiever, internationaler, meer kennis en kunde: er zijn forse stappen gezet. We mogen trots zijn op onze prestaties. In Europa doen we mee in de frontlinie. We lopen voorop. De branche heeft een dynamisch decennium achter de rug. Tal van verschuivingen vonden plaats. Van afval naar grondstoffen bijvoorbeeld, en van nationaal naar Europees. We zijn ons meer gaan richten op Europa.”
Welke hoofdboodschap draagt de afvalketen momenteel uit? “Afgelopen zomer voltooiden wij onze herziene strategie, waaraan al onze afdelingen hebben meegewerkt. Met deze strategie trekken we één lijn, één consistent verhaal over de koers van de afvalsector. Centraal in onze strategie staat de circulaire economie. We bevinden ons in een transitie naar een duurzame samenleving. Onze focus ligt op het sluiten van kringlopen. Maar realisme is op zijn plaats. Duurzaamheid heeft ook een technische en financiële component. Daarnaast vergt het vaak medewerking van burgers. Waar recycling niet haalbaar is, blijft verbranden met energieterugwinning voor brandbaar afval en storten voor niet-herbruikbaar en niet-brandbaar afval de beste optie. Onze totale infrastructuur is van belang voor een circulaire economie.”
Hoe staat de vereniging er momenteel bij? “We groeien. Recent sloten zich nieuwe leden aan. Dat juichen we toe. Voor de afvalenergiecentrales zijn we zelfs marktdekkend. Dat versterkt de kracht van onze lobby. Toch merken wij ook de economische crisis. We moeten bezuinigen, waardoor de omvang van ons bureau zal afnemen. Over twee jaar werken hier tien mensen, waarvan de meerderheid in deeltijd. Tien jaar geleden was dat het dubbele. Met elkaar gaan we de uitdaging aan om de afvalsector de komende periode nóg sterker te maken. De circulaire economie heeft ons nodig.”
Afdeling Bioconversie
Gft-afval in positief daglicht
Bijna tachtig procent wordt al gerecycled, een geweldig resultaat. DICK HOOGENDOORN WND. AFDELING RECYCLING EN INZAMELING
Afdeling Recycling en Inzameling
Naar 83 procent recycling Recycling heeft de wind in de rug. De circulaire economie zorgt voor een impuls, net als het opgeschroefde doel van 80 naar 83 procent recycling in 2015. Voor huishoudelijk afval ligt de recyclinglat op 65 procent. “Die doelen zijn haalbaar”, zegt Dick Hoogendoorn, waarnemend voorzitter Afdeling Recycling en Inzameling. “Samen met gemeenten gaan we de uitdaging aan. We werken aan slimmere inzamelconcepten en fijnere scheidingstechnieken om waardevolle grondstoffen uit het afval te halen.” Hoogendoorn is trots op de behaalde resultaten. “Bijna tachtig procent wordt al gerecycled, een geweldig resultaat. Voor tal van stromen, zoals metalen, is de kringloop zo goed als gesloten.” Toch zijn er voor de recyclingsector talloze uitdagingen, erkent Hoogendoorn: “De opdracht voor de komende jaren is om te zorgen dat secundaire grondstoffen nog beter voldoen aan de vraag van de produ-
cerende industrie. Leveren afvalbedrijven de juiste specificaties, dan krijgen secundaire grondstoffen de voorkeur boven primaire grondstoffen.” De Afdeling ziet voor zichzelf een leidende rol in de discussie over hoog- en laagwaardige recycling. “Vragen als ‘Wanneer is sprake van hoog- of juist laagwaardige recycling?’ en ‘Hoe kunnen we dit onderscheid maken en Europees verankeren?’ moeten de komende tijd worden beantwoord.” Op de agenda van de Afdeling staan verder thema’s als het verpakkingendossier “We hebben veel tijd gestopt in een goede monitoring” - de P90-norm, die beladers beschermt tegen zware fysieke arbeid, de herziening van de Europese BREF en de Europese einde-afvalcriteria. “Die criteria bepalen wanneer afval de status van product krijgt. Dat is waar we als afvalsector naar streven: producten maken.”
De beeldvorming rond gft is omslagen. In positieve zin. Dat stelt Ger de Jong, voorzitter van de Afdeling Bioconversie. “Rond de eeuwwisseling was er voor gft weliswaar een inzamelplicht, de praktijk was dat nog teveel gft in de vuilnisbak verdween. In de beleving van veel mensen maakte het weinig uit of gft werd gecomposteerd of verbrand. Als Afdeling hebben we ons daartegen verzet. Met succes. Het voortdurend hameren op de voordelen van gescheiden inzameling heeft het sentiment doen omslaan. Iedereen erkent nu de meerwaarde van de gescheiden gftinzameling. ” De gft-verwerkers bevinden zich volgens De Jong in een transitie. “Gft is grondstof geworden. Waar we vroeger gft enkel composteerden, halen we nu ook duurzame energie uit gft. De afgelopen jaren zijn maar liefst acht gft-vergisters gebouwd. Intussen werken we aan de volgende stap, namelijk het benutten van eiwitten in gft als diervoeder. Daarnaast zijn er bedrijven die gft om gaan zetten in bioplastics. Het einde van de waardevermeerdering is nog niet in zicht.” De Afdeling Bioconversie moedigt gemeenten aan om de gft-inzameling te verbeteren. Een speciale gft-expert organiseert bijeenkomsten en gaat bij gemeenten langs met een maatwerkadvies. Gemeenten ontdekken de meerwaarde van gft, zegt De Jong. “Na een jarenlange daling zit de gftinzameling in de lift. Hopelijk zet de groei door. Zelfs grote steden als Rotterdam en Amsterdam erkennen nu de voordelen van gft-inzameling. Tien jaar geleden was dat ondenkbaar.”
Voorspelling Frans Föllings (Attero): ‘In 2050 blijft volop organisch afval ontstaan, zoals bermmaaisel, snoeiafval en gft. Mensen blijven eten, bomen en gras blijven groeien. Biomassa gaat het fossiele koolstof vervangen. Als brandstof, maar ook als grondstof, onder meer als vervanger van olie in plastics.’
Iedereen erkent nu de meerwaarde van de gescheiden gft-inzameling. GER DE JONG AFDELING BIOCONVERSIE »
afvalforum december 2013
9
We helpen Europa op weg naar de circulaire economie. Afdeling Gevaarlijke en Oliehoudende Afvalstoffen
JAN ROOIJAKKERS AFDELING ENERGIE UIT AFVAL
Ontwikkeling naar Europese markt
Afdeling Energie uit Afval
Ombouw naar energiefabrieken Jan Rooijakkers, voorzitter van de Afdeling Energie uit Afval, zag de capaciteit van afvalenergiecentrales (AEC’s) het afgelopen decennium groeien. “Tien jaar geleden gingen miljoenen tonnen brandbaar afval naar de stort. De overheid drong aan op meer verbrandingscapaciteit. Aan die wens hebben we voldaan. Nieuwe installaties verrezen, die brandbaar afval uiterst energie-efficiënt en milieuvriendelijk verwerken. Gestaag ontstond er een kloof tussen het landelijke aanbod van restafval en de verbrandingscapaciteit. Import van brandbaar afval bracht uitkomst.” Verbranden van Nederlands restafval blijft nodig, benadrukt Rooijakkers. De import van brandbaar afval ziet hij als een positieve en structurele trend. “We lossen daarmee afvalproblemen van andere lidstaten op, en helpen Europa op weg naar de circulaire economie.” De installaties
We richten ons in toenemende mate op Brussel.
JAN GOEDHART AFDELING GEVAARLIJKE EN OLIEHOUDENDE AFVALSTOFFEN
zelf zag Rooijakkers transformeren tot energiefabrieken. “Afvalenergiecentrales (AEC’s) draaien steeds meer op de productie van energie. Circa tien jaar geleden haalde Twence met de verkoop van energie vijf procent van de omzet binnen, nu is dat meer dan de helft. In het afzetten van warmte en stoom ligt een grote kans.” AEC’s werken op grote schaal mee aan warmtenetten. Zo levert HVC in Dordrecht stoom aan buurbedrijf DuPont, Omrin aan Frisia Zout, AVR aan bedrijven en de stadsverwarming in Rotterdam-Noord en E.ON aan verscheidene omliggende bedrijven. Uit de reststof AEC-bodemas weten de AEC’s steeds meer non-ferro’s terug te winnen. Met de overheid is begin 2012 in een Green Deal afgesproken om in 2020 het bodemas hoogwaardig op te werken en in te zetten als ‘vrij toepasbare bouwstof’.
Blikt Jan Goedhart, voorzitter van de Afdeling Gevaarlijke en Oliehoudende Afvalstoffen, terug op het afgelopen decennium, dan constateert hij een verschuiving naar een Europese markt. “Niet alleen opereren onze grote spelers in het buitenland, ook verschijnen buitenlandse bedrijven op de Nederlandse markt”, zegt hij. Het Europese blikveld heeft zijn weerslag op de afdelingsactiviteiten. “Omdat de wetgeving meer in Europa wordt bepaald, richten we ons in toenemende mate op Brussel. Geregeld zitten we met Europese brancheverenigingen om tafel.” Op de agenda staan onder andere de ADR, het verdrag voor het internationale vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, de Seveso-regeling, de IPPC-richtlijn en de Europese afvalcodelijst. “We waken ervoor dat Brussel niet-realistische normen en werkwijzen voorschrijft. Neem de BREF Waste Treatment, die de komende jaren wordt herzien. De aanpassingen worden later geïmplementeerd in het Landelijk afvalbeheerplan. Willen we invloed uitoefenen, dan moeten we tijd investeren in Europa. Belangrijk agendapunt in Europa is een gelijkwaardig speelveld voor alle spelers.” Binnen de Afdeling werkt de sector eendrachtig samen. Goedhart waardeert dat. “Ondanks dat we concurrenten zijn, trekken we samen op. Dat is de kracht van een branchevereniging. Iedereen draagt zijn steentje bij. Alle deelnemers schuiven bij de vergaderingen van onze Afdeling aan.” Zelf buigt Goedhart zich op dit moment over de wijziging van de PGS-richtlijn voor de opslag van gevaarlijke stoffen. “Door de brand bij Chemie Pack staat veiligheid hoog op de politieke agenda. Ik praat mee in diverse werkgroepen, die voor de PGS-richtlijn in het leven zijn geroepen.”
10
afvalforum december 2013
Afdeling Storten
Stortsector gezond houden De stortplaatsen zagen hun aanvoer slinken. Van 13 miljoen ton twintig jaar geleden, naar 6 miljoen ton begin deze eeuw, tot rond de 1,7 miljoen ton op dit moment. Een gewenste ontwikkeling, gezien de Nederlandse ambitie om het storten te verminderen. Het succes van het Nederlandse afvalbeleid heeft een keer-
zijde: stortbedrijven kunnen nauwelijks hun hoofd boven water houden. “Storten is een zeer snel krimpende markt, waar geen droog brood meer in valt te verdienen”, vertelt Bert Krom, voorzitter van de Afdeling Storten. Een recente financiële studie, uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu,
In een circulaire economie blijven stortplaatsen nodig.
BERT KROM AFDELING STORTEN
bevestigt Kroms beeld. Het rapport becijfert een enorm tekort, waardoor de sector structureel verlies leidt. Terwijl de tarieven dalen, stijgen de kosten voor de nazorg. Daar komt bij dat de afvalstoffenbelasting wordt heringevoerd, zoals politieke partijen in het herfstakkoord overeenkwamen. Krom benadrukt de urgentie om in te grijpen. “Een gezonde stortsector blijft in de toekomst nodig. Er zullen bij het opwerken van afvalstoffen altijd afvalstromen overblijven, waarvoor storten de enige geschikte verwerking is. Ook in een circulaire economie blijven stortplaatsen nodig. Valt de stortsector om, dan ontstaat een nijpend probleem.” De Afdeling Storten zoekt naar oplossingen. “Onze uitdaging is om tot een gezonde en duurzame stortsector te komen. Drie dossiers beheersen onze afdelingsagenda: de toekomst van de stortsector, duurzaam stortbeheer, zodat eeuwigdurende nazorg niet nodig is, en de nazorgregeling. Gezien de recente ontwikkelingen kan daar de afvalstoffenbelasting aan worden toegevoegd. Door het verlagen van de rekenrente dreigen de doelvermogens voor nazorg snel op te lopen. En dat, terwijl de sector al verlies lijdt.”
»
Factchecker
STELLING: HET DUITSE STORTVERBOD VEROORZAAKTE IN 2005 EEN STORTTOENAME IN NEDERLAND
2.500 gestort brandbaar afval in kton
Juni 2005 ging het Duitse stortverbod in. Het werd snel daarna stil op de Duitse stortplaatsen. Nederlands afval dat eerder de Duitse grens passeerde - om in Duitsland grotendeels op stortplaatsen terecht te komen - ging vanaf dat moment naar binnenlandse verwerkingsmogelijkheden. Het gevolg: binnen één maand steeg de gestorte hoeveelheid van 70 duizend ton naar 164 duizend ton.
2.000 1.500 1.000 500 0 2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
= JUIST (bron: RWS Leefomgeving)
afvalforum december 2013
11
Afdeling Rioleringsbeheer
Rioolbranche focust op kwaliteit De leden van de Afdeling Rioleringsbeheer, samen goed voor circa zestig procent van de markt, hebben een forse kwaliteitsslag achter de rug. “Als Afdeling zetten we sterk in op veiligheid en kwaliteit van het werk”, vertelt Leo van der Valk, voorzitter
van de Afdeling Rioleringsbeheer. De focus leidde tot talloze mijlpalen, zoals nieuwe Beoordelingsrichtlijnen, de Arbocatalogus Afvalbranche, waarin het Voorschrift veilig werken bij rioleringsbeheer is opgenomen, de basisopleiding tot inspecteur en
We zetten sterk in op veiligheid en kwaliteit van het werk.
LEO VAN DER VALK AFDELING RIOLERINGSBEHEER
nieuwe NEN-normen. De kwaliteitswinst is merkbaar, stelt Van der Valk. Gemeenten plukken er de vruchten van. “Dankzij de strengere kwaliteitsstandaarden en het opleiden van werknemers onderscheiden onze leden zich in de markt. Wij hopen dat de investeringen zich terugbetalen.” Juist daar maakt Van der Valk zich zorgen over. Onder druk van de bezuinigingen zoeken gemeenten op het ogenblik naar de goedkoopste weg. Kwaliteitserosie ligt op de loer. “We zouden graag zien dat gemeenten meer gunnen op kwaliteit in plaats van op prijs. De nieuwe Aanbestedingswet verplicht het ook, maar desondanks passen meerdere gemeenten de wet nog niet toe. De hele markt - zowel gemeenten als rioolbedrijven - stoeit volgens mij met de nieuwe wet. De invoering heeft tijd nodig. Deze tijd moeten we gebruiken om als marktpartijen van elkaar te leren.” Gunning op prijs betaalt zich niet uit, benadrukt Van der Valk. “Op de langere termijn is goedkoop altijd duurkoop.”
enquête
HOE ZIET DE SECTOR DE TOEKOMST? Ondanks de huidige economische crisis blijft de afvalmarkt optimistisch gestemd. Maar liefst 65 procent ziet de toekomst zonnig tegemoet. Dat blijkt uit een speciale enquête voor deze jubileumuitgave onder de bijna tweehonderd deelnemers van de Afvalconferentie 2013 in Driebergen.
De toekomst van de afvalsector…
12
1. zie ik zonnig tegemoet
65%
2. baart mij enigszins zorgen
22%
3. blijft koffiedik kijken
14%
afvalforum december 2013
Voorspelling Yves Luca (AVR): ‘In 2050 is bronscheiden gezien de hoge economische en ecologische kosten verdwenen en vervangen door nascheiden. Afval heeft vandaag nog veelal een negatieve waarde, in 2050 zal dit uitsluitend positief zijn. In 2050 zien bedrijven en landen afval volledig als grondstof. Internationalisering is een feit, de politieke sturing is afgenomen.’
Piet Hein Eek - Ontwerper
SLOOPHOUT ALS INSPIRATIE
A
ls ontwerper kijk ik continu naar materialen. Of het nu oud of nieuw is, goud of blubber: respect voor het materiaal is voor mij het uitgangspunt. Bij elk materiaal dat ik ergens zie, denk ik: wat kan ik ervan maken. Gebruikte materialen inspireren mij. Toen ik begon beschouwde iedereen sloophout als een afvalproduct. Ik zag er een kast in. Sloophout vind ik mooier dan nieuw hout. Het heeft geleefd, het ademt geschiedenis. Oude materialen krijgen vaak een stempel afval, niet omdat ze waardeloos zijn, maar omdat het teveel geld kost om er iets mee te doen. Dure arbeid dwingt mensen om waardevolle materialen weg te gooien. Ik plaats daar vraagtekens bij, en draai het principe om: ik doe alsof het materiaal goud waard is en arbeid niets kost. Het andere blikveld betaalt zich uit. In tegenstelling tot dure en onverkoopbare meubels, blijkt onze afvalcollectie enorm succesvol. Kasten, tafels, stoelen: tot op de dag van vandaag maken we producten van oude materialen. Onze afvalcollectie inspireert. Je ziet dat mensen steeds meer rotzooi in huis halen. De kast
van sloophout zette de deur open voor andere gebruikte materialen, die eerder niet geaccepteerd werden. De eerste afvaltafel gemaakt van restmateriaal van de sloophoutenkasten ontstond uit ergernis. Ik erger me aan verspilling. Daar kan ik niet tegen. Slimmer dan materialen hergebruiken vind ik het voorkomen dat afval ontstaat. In ons atelier in Eindhoven, in een voormalige Philipsfabriek, proberen we zo min mogelijk afval te creëren. Toch houden we altijd restmateriaal over. Nu maken we van het afval van afval weer producten: kleine vierkante blokjes, die weer een bouwstof vormen voor nieuwe ontwerpen. Nagenoeg alles wordt hier hergebruikt. Op dit moment werk ik aan een project, waarbij ik van afval borstbeelden maak, net als de Romeinen vroeger deden. Van jerrycans, emmers en blikken uit de spuiterij heb ik een buste gecreëerd van 3,5 meter hoog. De buste heet: de werkplaatsman. Plastic van het strand van Tenerife leverde een kleine buste op: de vakantieman. De bustes confronteren. Ze houden mensen een spiegel voor, door te laten zien hoeveel afval er ontstaat. De bustes zijn geen meubels, maar kunst. Niets in onze wereld is meer waard dan kunst. Mensen betalen vele miljoenen voor een schilderij. Door van rommel - dat niets waard is - kunst te creëren, zet ik de grootst mogelijke stap van waardecreatie. Een mateloos intrigerende gedachte. Nederland behoort tot de landen waar behoorlijk goed wordt gerecycled. We lopen vooruit op de troepen. Toch kunnen we veel meer met afval, daar ben ik van overtuigd. Het vergt alleen wel veel creativiteit, aandacht, tijd en intelligentie.
Afvaltrend - Van afvalverwerker naar dienstverlener
W
aar afvalbedrijven vroeger bij de achterdeur van bedrijven stonden te wachten om het bedrijfsafval op te halen, schuiven ze tegenwoordig bij de directie aan tafel. Sterker nog: ze klimmen op de managementstoel om het afvalbeheer van bedrijven te optimaliseren. Grotere producenten laten de regie van hun afvalbeheer steeds vaker over aan professionele dienstverleners. Afvalbedrijven legen dan niet alleen de afvalcontainers op tijd, maar zorgen voor het totale afvalmanagement, inclusief afvalpreventie, monitoring, scheiden aan de bron en hoogwaardige verwerking. De rol zit de afvalsector als gegoten. De grote afvalspelers hebben een transformatie doorgemaakt van inzamelaar en verwerker van afval naar een full service dienstverlenend bedrijf, dat de gehele afvalketen beheert. Afvalbedrijven schuiven naar voren in de keten. In toenemende mate adviseren ze producenten en staan ze hen bij, onder meer op het terrein van ecodesign.
afvalforum december 2013
13
FREEK VAN EIJK (SITA NEWS):
‘Visie, leiderschap en vindingrijk ondernemerschap worden vereisten.’
CIRCULAIRE ECONOMIE IS HERE TO STAY
De grondstoffenrevolutie Grondstoffen worden schaarser, prijzen hoger, de beschikbaarheid onzekerder. Dat de circulaire economie aanstaande is, staat buiten kijf. Daar zijn politiek en bedrijfsleven, nationaal en internationaal, het over eens. Langzaam worden de contouren duidelijk van de nieuwe rol van wat nu nog de afvalsector wordt genoemd.
14
afvalforum december 2013
DOOR MICHEL ROBLES
Getver, maden! Vliegenlarven vormen zelden een populair gespreksonderwerp op recepties. Althans, tot voor kort. Want die afkeer is ineens “zo 2012, zo oude economie”. Reden: afvalbedrijven proberen tegenwoordig om de vliegenzwermen die afkomen op compostering te ronselen als ‘co-creators’, als leveranciers van eiwitten voor diervoeders. Zo ook SITA, Afval Energie Bedrijf, ingenieursbureau Jagran en diervoederbedrijf Denkavit. Dergelijke projecten vormen verkenningen in wat wordt genoemd: de ‘circulaire economie’. De proteïnerijke vliegenlarven zijn aanlokkelijke vervangers van vismeel nu de wereldwijde overbevissing steeds grotere zorgen baart. Wat voor vis geldt, gaat ook op voor talloze andere grondstoffen. Er heerst toenemende schaarste aan economisch winbare reserves, aangejaagd door snel uitdijende economieën in India, China en Zuid-Amerika. Sommige reserves,
JOHN GRIN (UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM):
‘Afvalbedrijven moeten innoveren, anders missen ze de boot.’
bijvoorbeeld zeldzame aardmetalen voor onze elektronica, liggen precies in politiek onveilige gebieden, zijn niet toegankelijk of liggen kilometers diep in de zeebodem van de Stille Oceaan. Grondstoffenprijzen zijn het afgelopen decennium gemiddeld vervijfvoudigd, met ongekende schommelingen van soms 30 tot 40 procent. Dat is funest voor producenten, zeker in grondstofarme regio’s als Europa. Wat milieuprofeten nimmer lukte, is nu alsnog
»
Factchecker
STELLING: DE AFGELOPEN JAREN ZIT DE NEDERLANDSE RECYCLING IN DE LIFT
80,0
recyclingpercentage
(foto: Denis Guzzo)
We recyclen steeds beter, zo lijkt het. Cijfers van het ministerie van Infrastructuur en Milieu vertellen een ander verhaal. De recycling zit niet in de lift, maar bleef de afgelopen jaren stabiel op bijna 80 procent. Het doel van 83 procent recycling in 2015 vergt nog een flinke inspanning. Van overheden én bedrijven. Overigens bestaat een fors verschil tussen recycling van huishoudelijk afval (53%) en stromen als bouw- en sloopafval (94%) en industrieel afval (81%).
77,5
75,0
72,5
70,0 2006
2007
= ONJUIST
2008
2009
2010
(bron: RWS Leefomgeving)
afvalforum december 2013
15
gebeurd door de grondstoffenproblematiek: grote producenten, hun brancheorganisaties en politieke partijen studeren naarstig op de ontsnappingsroute van een ‘circulaire economie’. Binnen deze economie worden onderdelen, materialen en grondstoffen niet meer ‘lineair’ van de producent via de consument naar de afvalverwerking afgevoerd, maar wordt alles teruggewonnen en opnieuw, werkelijk hoogwaardig ingezet. Plotsklaps verovert dit kringloopdenken de directiekamers.
WAARDECREATIE Sommigen stellen nog dat het allemaal niks anders is dan het aloude ‘integrale ketenbeheer’. Maar er zijn smaakma-
kende accentverschillen. Destijds lag de nadruk op vergroting van de efficiency. Juist de nieuwe focus op innovatieve manieren van grondstofbehoud en een optimale waardecreatie is, met de woorden van John Grin, hoogleraar systeeminnovaties aan de Universiteit van Amsterdam, “in crisistijd een buitengewoon aantrekkelijke propositie”. Internationale studies stapelen zich op: van de London School of Economics en McKinsey tot in eigen land TNO en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Om de transitie te promoten hebben grote marktpartijen in 2010 een speciale stichting, de Ellen MacArthur Foundation, opgericht. De rode draad in de studies:
Afvaltrend - Van lineair naar circulair
JAN JONGERT (2012ARCHITECTEN):
‘Afvalbedrijven kunnen een belangrijke makelaarsfunctie vervullen.’
16
afvalforum december 2013
een meer circulaire economie is onvermijdelijk en biedt nieuwe mogelijkheden. Alleen al voor de Europese Unie spreekt McKinsey van kostenbesparingen tot 630 miljard dollar of meer. Grin: “Een circulaire economie sluit daarnaast aan bij tal van trends, zoals het verkleinen van de CO2-voetafdruk en een hang naar oplossingen via lokale of regionale netwerken. De circulaire economie is here to stay.” De huidige lineaire economie zal niet van vandaag op morgen omslaan, relativeert hoogleraar Grin. “Voorlopig zijn er nog wel marktfuncties weggelegd voor bestaande bedrijven. Maar zowel op sector- als op bedrijfsniveau moeten afvalbedrijven dringend aan het innoveren slaan, anders missen ze de boot.” Volgens onderzoeker Aldert Hanemaaijer van het PBL zit de toekomst voor de sector niet zozeer puur in nóg meer recycling, maar met name in verdere waardevermeerdering voor de klant. “Qua recycling en verbranding scoren Nederlandse bedrijven zeer hoog. Ze zijn goed in ‘ontzorgen’ en hebben veel kennis in huis over stofstromen. Dat is een gunstige uitgangspositie voor een adviserende rol.” Ook Freek van Eijk, directeur communicatie en public affairs bij SITA NEWS (Northern Europe Waste Services), is optimistisch. “Onze afvalsector is goed op de hoogte van alle ingewikkelde, voor negentig procent Europese, regelgeving. We komen uit een gereglementeerde, beschermde situatie en moeten ons nu begeven op de dynamische mondiale grondstoffenmarkt. Visie, leiderschap en
O
peens is het er, de uitdrukking lijkt uit het niets gekomen: de circulaire economie, als tegenhanger van de lineaire economie. De gedachtegang is dat het huidige economische systeem van de rechte lijn - grondstoffen winnen, produceren, consumeren en afdanken - onder druk staat. Het alternatief: de circulaire economie, waarin werkwoorden als weggooien voltooid verleden tijd zijn. Sinds een paar jaar zoemt de uitdrukking als een mantra rond. Het staat in het regeerakkoord, en het bedrijfsleven maakt zich er sterk voor. “De overgang naar de circulaire economie is de enige manier voor bedrijven om in business te blijven”, stelt Herman Wijffels, hoogleraar duurzaamheid en maatschappelijke verandering aan de Universiteit Utrecht. Uitdaging, kansen en circulaire economie worden vaak in één adem genoemd. Ze lijken wel synoniemen van elkaar.
MAKELAARSFUNCTIE SuperUse Studios, voorheen 2012Architecten, upcyclet afgedankte bouwmaterialen en andere spullen uit de omgeving in trendy binnen- en buitenarchitectuur. Interieurarchitect Jan Jongert: “Los van hun logistieke vaardigheden, waar zeker behoefte aan zal blijven, kunnen afvalbedrijven met hun kennis een belangrijke makelaarsfunctie vervullen. Een deel van het aanbod zal in gesloten co-creatiekringlopen verwerkt worden. Een groter deel zal benut worden in open meer lokale kringlopen. Dan heb je spelers nodig die partijen bij elkaar brengen. Zelf werken wij al jaren met Van Gansewinkel. Als we bepaalde materialen nodig hebben, bellen we. Zij seinen ons dan in zodra ze de materialen aangeboden krijgen. Ondanks enkele initiatieven ontbreekt het aan centraal georganiseerde materiaaluitwisseling tussen aanbieders en vragers. Afvalbedrijven zijn daarin de grootste potentiële partners.”
vindingrijk ondernemerschap worden vereisten. Waar je naartoe wilt, is: nieuwe, betere tweede- en derde-leven producten maken. Dat kan alleen wanneer je nog preciezere kennis hebt over je stromen, en wanneer je als producent voldoende kritische massa hebt om producten te ontwikkelen en te vermarkten.”
KETCHUP Van Eijk: “We moeten door een grondstoffenbril leren kijken. Niet meer: we hebben afval en wat kunnen we daar nog mee doen tegen zo laag mogelijke kosten, maar: wat heeft mijn klant aan grondstoffen nodig en kan ik dat uit mijn stromen voor hem verkrijgen? Volume, kwaliteit en continuïteit; daar draait het voortaan om. Grofweg kun je twee kanten op. Grote afvalbedrijven moeten zorgen dat ze controle krijgen over de hele keten. Kleinere bedrijven kunnen in niches innoveren. Hoe dan ook: kies als bedrijf zorgvuldig een passende portfolio. Bedrijven moeten zich realiseren dat ze
Voorspelling Loek Bergman (ministerie van Infrastructuur en Milieu): ‘In 2050 is elke gram die vrijkomt in een huishouden of in een bedrijf geld waard. Iedereen is verplicht om een contract met gegarandeerde opbrengst af te sluiten met het Nationaal Bureau Grondstoffenbeheer.’
ALDERT HANEMAAIJER (PLANBUREAU VOOR DE LEEFOMGEVING):
‘Qua recycling en verbranding scoren Nederlandse bedrijven zeer hoog.’
enquête
WANNEER IS DE CIRCULAIRE ECONOMIE EEN FEIT? Die vraag werd de bijna tweehonderd deelnemers aan de Afvalconferentie 2013 in Driebergen voorgelegd. Bijna de helft ziet het jaar 2050 als definitieve omslag naar een circulaire economie. De uitersten: 7 procent vindt dat reeds sprake is van een circulaire economie, 14 procent ziet het nooit zover komen.
Wanneer is de circulaire economie een feit? 1. nu al
7%
2. rond 2020
25%
3. rond 2050
46%
4. eind deze eeuw
8%
5. nooit
14%
toe moeten naar vormen van co-creatie: samenwerking in consortia en coalities voor nieuwe kringloopproducten.” Managen is meten en weten, aldus Van Eijk. “Dieper inzicht in je materiaalen stofstromen vraagt om een meer transparante kennisuitwisseling over producten. Grote klanten zijn vaak zelf al zover, andere moet je overtuigen.” Het is een stapsgewijze verkenningstocht, benadrukken zowel praktijkman Van Eijk als wetenschapper Grin. Want co-creatie vereist nieuwe contractvormen, met nieuwe verdelingen van opbrengsten en risico’s. Materieel moet worden aangepast, tegenwerkende regelgeving bijgestuurd. Mensen moeten lol krijgen in het nieuwe ondernemerschap en in innovatieve oplossingen. Hoogkwalitatieve
kringlopen moeten onderdeel worden van de branding, voor alle partijen in de co-creatie. John Grin: “Ga te werk zoals supermarkten bij de verduurzaming: eerst wat producten als toevoeging aan het assortiment, vervolgens uitbreiden naar gezichtsbepalende merkproducten.” Aansprekende pilotprojecten, dat is waarmee afvalbedrijven momenteel experimenteren. SITA doet dat onder andere in de nieuwe kunststofsorteer- en verpakkingsinstallatie in Rotterdam. Van Eijk: “Soms ontdek je verrassende dingen. Een tomatenketchupfabrikant worstelde met de recycleerbaarheid van hun flessen. Wat bleek? In de doppen bleven veel ketchupresten plakken, ten koste van de sorteerbaarheid. Gezamenlijk hebben we nu een slimmere dop ontwikkeld.”
afvalforum december 2013
17
Eruit halen wat er in zit 18
afvalforum december 2013
AFVALSECTOR MAAKT INNOVATIESLAG Innoveren is vooruitgang. Wat vroeger ondenkbaar werd geacht, is dankzij slimme technologieën inmiddels realiteit. Het einddoel van een circulaire economie vereist nieuwe technologische doorbraken. Die innovaties zijn aanstaande,
MAARTEN BAKKER (TU DELFT):
‘De kringlopen zullen zich op steeds meer fronten sluiten.’
menen wetenschappers van universiteiten. DOOR RENÉ DIDDE
Innoveren is als ademhalen. Bedrijven die er te lang van afzien, leggen het loodje. De afvalsector haalt de afgelopen jaren diep adem. Een breed scala aan technologische vernieuwingen heeft het afvalbeheer naar een hoger plan getild. Denk aan de productie van biobrandstoffen, het sorteren van kunststoffen door infraroodtechnologie en het realiseren van een hogere energieefficiency door afvalenergiecentrales. Innovaties banen de weg naar een betere en betaalbare inzameling, scheiding en verwerking. Gevraagd naar een visionair vergezicht voor toekomstig afvalbeheer, ziet Jan-Henk Welink van het Kennisplatform Duurzaam Grondstoffenbeheer aan de TU Delft, vooral vergaand hergebruik voor zich. “Afvalbedrijven moeten meer kijken naar de natuur. Een dode boom is een feest voor paddenstoelen en insecten. Niets gaat verloren. Ze halen er uit wat er in zit.” De boomlange en enthousiaste initiator van het kennisplatform noemt een waslijst voorbeelden van afvalbedrijven met baanbrekende innovaties. Hij verhaalt onder meer van het van oorsprong Belgische mijnbouwbedrijf Umicor, die niet langer kopererts uit hun voormalige kolonie Congo in hun installaties stoppen om het waardevolle koper te scheiden van zand en andere mineralen. “Tegenwoordig gaat er elektronica-afval zoals oude toetsenborden in.” Even verderop op de Delftse campus vertelt Maarten Bakker over soortgelijke toekomstige doorkijkjes van ‘afval-mijnbouw’. “De kringlopen zullen zich op steeds meer fronten sluiten”, zegt de onderzoeker van de vakgroep Resources en Recycling. De metaalkringloop is reeds deels gesloten. Al twintig jaar worden staal en blik met magneten uit het afval gevist, non-ferro’s als aluminium zijn een prooi voor eddy currentscheiders. “Het is echter nog een hele klus om een oud mobieltje, met zo’n beetje het hele periodiek systeem der elementen erin, grondig te scheiden”, aldus Bakker.
SENSORGESTUURDE SORTERING Bakker verwacht dat de sensorgestuurde sortering een vlucht zal nemen om complexe en gemengde afvalstromen te scheiden. “Nabij infraroodscheiding levert chemische informatie doordat de te scheiden stoffen elk op een eigen manier infrarood licht weerkaatsen. Optische technieken kijken als het ware als een mens, en zien tussen stoffen met dezelfde grootte en dichtheid toch de verschillen.” Deze technieken, die de afgelopen jaren in zwang zijn geraakt door onder meer de scheiding van afvalstromen met kunststofverpakkingen, zullen zich verder ontwikkelen. “We kunnen er straks ook textiel mee uit elkaar pluizen”, zegt Welink. “Nu is het vaak moeilijk om snel te zien waaruit een shirt bestaat. Is het 100% katoen, 70% katoen en 30% polyester, of 30% katoen en 70% polyester? Nabij infrarood ziet de molecuulstructuur van de stof, herkent de bestanddelen en geeft op een lopende band op het juiste moment een puls, zodat een hele berg textiel in no-time is gescheiden.” Het gaat volgens Welink de komende jaren vooral om het verhogen van de kwa-
liteit van secundaire grondstoffen door verbeterde scheidingstechnieken. Hij ziet daarvoor ook een rol weggelegd voor ontdoeners. “Ziet een bedrijf met veel pallets hoeveel geld die dingen waard zijn, dan waakt het bedrijf er wel voor om ze te laten rondslingeren of kapot te laten gaan.” Als scheidingstechnologie van formaat noemt Bakker onder meer de ADR, advanced dry recovery. Deze Delftse vinding scheidt aan elkaar plakkende mineralen in bijvoorbeeld nat bodemas of puingranulaat in een fijne en grove fractie. “Dat gebeurt door er met een rotor een rotklap op te geven. De waterbruggen breken daardoor en de deeltjes raken in een vrije val. We zijn bezig om deze techniek te perfectioneren voor hele fijne deeltjes.” Trots toont Bakker ook de magnetische dichtheidsscheider. “Deze staat echt op doorbreken. Met deze scheider kunnen we verschillende plastics scheiden in een met nano-ijzerdeeltjes magnetisch gemaakt water. De deeltjes gaan elk op een specifieke afstand van de magneet bewegen door de oplossing. Zet je kleppen op de juiste hoogte in het bad, dan krijg je soort bij soort.”
»
Afvaltrend - Van traditioneel naar innovatief
D
e afvalsector werd over het algemeen beschouwd als vrij conservatief en weinig innovatief. Dat beeld kantelde enige tijd geleden. De afgelopen tien jaar maakte de sector een vernieuwingsslag. Een waslijst technologische innovaties kwam op de markt. Bij de inzameling verschenen geavanceerde boordcomputersystemen, scheidingsinstallaties investeerden in nieuwe ICT-scheidingstechnieken, zoals Near Infrared, en afvalenergiecentrales halen met een innovatieve droge scheidings-techniek waardevolle metalen uit de bodemas. Steeds meer afvalbedrijven zien het belang van innoveren in. Ze gaan op zoek naar slimme oplossingen, vaak samen met universiteiten en andere kennisinstellingen. Een circulaire economie vraagt om nieuwe vindingen. Hoe hoger de recyclingpercentages, hoe moeilijker het wordt om de resultaten te verbeteren. De laatste procenten zijn immers het zwaarste. Samen met producenten, gebruikers en kennisinstellingen gaat de afvalsector de uitdaging aan om kringlopen te sluiten.
afvalforum december 2013
19
BIOBASED Johan Sanders, professor biobased van Wageningen UR, werkt aan de valorisatie van de organische afvalfractie. Hij meent dat waardevolle groene chemicaliën uit gft en landbouwafval gewonnen kunnen worden. Sanders is onder meer betrokken bij een proef van Attero, waarin ook TU Delft, TU Eindhoven en Paques participeren, voor de productie van bioplastic uit gft. Zojuist heeft hij een ander groot project afgerond. “We hebben een gist geleerd om het eiwit cyanophicine te produceren uit de eiwitten van gft. De gist hoopt het eiwit netjes op. Dat nieuwe eiwit bestaat uit slechts twee aminozuren, die de basis vormen voor veel gebruikte producten als nylon en acrylamide.” Het mooie aan deze innovatie is dat de eiwitproductie niet ten koste gaat van de biogasproductie, aldus Sanders. “Als een stofzuiger trekt de gist uiterst efficiënt stikstofhoudende componenten uit het gft om het eiwit te maken. Bovendien wordt de biogasproductie versneld. Dus je hebt twee producten uit hetzelfde afval: biogas én chemicaliën. Van dit soort bioraffinage gaan we het komende decennium veel horen.”
JAN-HENK WELINK (KENNISPLATFORM DUURZAAM GRONDSTOFFENBEHEER):
‘Met innovatieve scheidingstechnieken moeten we grondstoffen zuiverder uit het afval halen.’
INNOVATIEVE INZAMELCONCEPTEN Naast technologische scheidingstechnologieën vinden zowel Bakker als Welink innovatieve inzamelconcepten van groot belang. Beide zijn ze betrokken bij een project om de inzamelscores in hoogbouw in Amsterdam, Utrecht en Den Haag te verbeteren. Toverwoord is gemak, stelt Welink. “We werken aan een simpel concept om twee fracties te scheiden; een natte en een droge fractie, of een waardevolle en een niet-waardevolle. Dat moet met inzamelmiddelen met twee
afzonderlijke kleuren direct tussen de oren komen.” Om de komende jaren kansrijke technologieën door te laten breken, en nieuwe vindingen te doen, gelooft Bakker heilig in partnerschappen tussen wetenschap en industrie. “We krijgen daardoor een kijkje in de keuken van bedrijven. Dan weten we waaraan behoefte is.” Volgens Bakker is het van belang te bestuderen wat de meest waardevolle fracties in een afvalstroom zijn, en wat het sorteren daarvan zal opbrengen. “Stel je hebt een afvalstroom
Factchecker STELLING: GFT-VERGISTING KOMT NAUWELIJKS VAN DE GROND De gft-vergisting neemt de laatste jaren een enorme vlucht. Nederland telt inmiddels acht gft-vergisters. De groei van de vergistingscapaciteit zet door. In totaal telt Nederland in 2015 dertien locaties waar gft-afval wordt vergist. De gft-sector zal tegen die tijd 790 duizend ton gft-afval omzetten in biogas. Daarmee levert het gft-afval een bijdrage aan de transitie naar duurzame energie en het verminderen van de CO2-uitstoot. 800.000
ton gft vergist
700.000 600.000 500.000 400.000 300.000 200.000 100.000 2009
2010
2011
= ONJUIST 20
afvalforum december 2013
2012
2013
2014
2015
(bron: Vereniging Afvalbedrijven)
JOHAN SANDERS (WAGENINGEN UR):
‘Van bioraffinage gaan we het komende decennium veel horen.’
met een waarde van 15 euro per ton. Die waarde neemt door scheiding toe tot 75 euro. Dan hanteren wij als vuistregel dat de scheidingstechniek grofweg de helft van de marge mag kosten, in dit geval 30 euro per ton. Uit ervaring weten we dat scheiden dan in de praktijk wordt opgepakt.” De potentie is groot. Werpt Jan-Henk Welink een blik in de toekomst, dan ziet hij: “Verbranden is voorbij. Er wordt momenteel in Nederland circa 6 miljoen ton huishoudelijk afval verbrand in afvalenergiecentrales. We hebben uitgerekend dat daar voor een slordige 600 miljoen euro aan waardevolle grondstoffen in zitten. Met innovatieve scheidingstechnieken en een innovatieve organisatie van de afvalinzameling moeten we in de toekomst grondstoffen, zoals organisch materiaal, metalen, hout, papier, plastic en textiel, steeds zuiverder uit het afval halen, zowel vooraf als achteraf.” Hij voegt er in één adem aan toe dat het onverstandig zou zijn om per direct te stoppen met de afvalverbranding. Dat zou immers torenhoge afvalstortplaatsen veroorzaken.
Arjen Ulrich - The New Motion
LEVEN ZONDER AFVAL
K
onden ze daar niet eens even een plastic zak omheen doen?” vraagt een nogal verbaasde vrouw terwijl ik enigszins onhandig een ongesneden brood in een katoenen tas probeer te stoppen. Ik sta bij m’n fiets, vlak voor de bakkerswinkel in de binnenstad van Alkmaar, waar ik al enige tijd driemaal per week een ongesneden en onverpakt brood, en af en toe een versgebakken ontbijtkoek, kom halen. De bakker kent me inmiddels goed en vraagt geregeld hoe het op het werk gaat. “Ik hoef geen zak”, antwoord ik de vrouw opgewekt, “want ik probeer zonder afval te leven.” Op een avond, zes jaar geleden, in het studentenhuis in Den Haag, waar ik op dat moment woonde, plaatse ik de plastic verpakkingen van de pasta en de roerbakgroente bovenop het andere afval en vulde daarmee de tweede zak van die week. “Stel nou, dat je het avondeten al in de supermarkt direct in de
Afvaltrend - Van poort naar output
Voorspelling Rens Zwanenburg (InterCheM): ‘In 2050 is het woord afval uit de Dikke Van Dale geschrapt. Wij spreken dan alleen over het genereren van grondstoffen. De afval(rest)stromen van huishoudens zullen eerder toe- dan afnemen, maar omdat ze biologisch afbreekbaar zijn, worden ze opgenomen in het rioolstelsel.’
pan zou doen”, vroeg ik me al roerbakkend af, “en je broodbeleg in meegebrachte bakjes. Dat zou een hoop afval schelen!” Jaren later groet ik op zaterdagochtend de marktkooplui die me al gauw herkennen aan de ouderwetse rieten mand die ik bij me draag. Ik koop aardappelen, groente, fruit, stroopwafels, kaas en pindakaas. Doordeweeks kijk ik wat de supermarkt nog zonder verpakking aanbiedt en, wanneer ik toch in Amsterdam moet zijn, haal ik pasta, rijst en olijfolie. De eerste periode was zeer vermakelijk: her en der werd met een onbegrijpelijke blik naar me gekeken, maar het viel ook op hoe enthousiast de meeste mensen reageerden en vervolgens zelf probeerden hun afval te verminderen. Naast de vraag of het wel echt mogelijk is om zonder afval te leven, zoek ik vanaf het begin ook naar de grenzen. Weiger je op een feestje een biertje omdat er een kroonkurk op zit en koop je bepaalde producten helemaal niet omdat het alleen maar in een verpakking te krijgen is? Het zijn interessante vragen waar ik vaak genoeg met anderen over discussieer. Ook de vraag of het eigenlijk allemaal wel milieuvriendelijker is, is interessant. Laat je je fles olijfolie vullen vanuit een aluminium vat dat moeilijk te recyclen is, of koop je steeds een nieuwe plastic fles die juist eenvoudig te recyclen is? Zijn groente en fruit in plastic langer houdbaar en hoeft er daardoor minder weggegooid te worden? De vrouw bij de bakker snapte het in ieder geval nog niet en antwoordde: “O, maar ze hebben ook papieren zakken hoor.”
I
n het verleden verdienden afvalbedrijven hun brood hoofdzakelijk aan de poort. Gevuld met afval kwamen de vrachtauto’s aanrijden. Ze reden de weegbrug op, losten hun afval, en er werd afgerekend bij de kassa. Het afvalbedrijf verwerkte het afval vervolgens zo efficiënt mogelijk. Lees: tegen zo laag mogelijke kosten. De winst bestond immers uit het inkooptarief minus de kosten. Dit verdienmodel ging bij veel bedrijven op de schop. Voor tal van stromen, vooral degene waarvoor schaarste ontstond, kelderden de inkooptarieven. Neem de gewilde houtachtige stromen, waar talloze partijen aan trokken. Het gevolg: lagere prijzen aan de poort, en hogere houtprijzen. De verschuiving maakte dat afvalbedrijven hun geld moesten verdienen met hun producten, en steeds minder met de poorttarieven. Deze omslag vroeg een andere manier van denken; een focus op scheiding, kwaliteit en certificaten. Van afvalverwijderaars transformeerden bedrijven tot grondstoffenwinkels, waar in de schappen producten verschenen met eigen merknamen. Tegenwoordig staan veel afvalbedrijven te boek als leveranciers van secundaire grondstoffen.
afvalforum december 2013
21
Bernice Notenboom - Klimaatjournaliste
THE STINKY BLUFFS
B
en Abbott, bodemdeskundige uit Alaska, en ik staren naar een veertig meter hoge, witbruine wand van bevroren veen, The Stinky Bluffs, de enige in zijn soort. Ik heb nog nooit zoiets gezien; langs de hele muur druipen dikke druppels en smeltende waterstralen, modderkluiten vallen voortdurend naar beneden. Het lijkt een omvangrijke diepvries waar iemand de stekker uit heeft getrokken. Het water ruikt naar compost, het is rijk aan vergane planten en bomen en uit de grote bruine modderwand steekt zelfs de slagtand van een mammoet. Ben schraapt modder van de muur en doet dat in een glazen flesje om het later in zijn laboratorium te kunnen testen op methaan- en CO2uitstoot. Hij zal me de resultaten mailen, belooft hij. In Alaska is ook NASA-wetenschapper en zeeijs-expert Jay Zwally aan het werk, in Barrow, een kustplaatsje van Inupiat-indianen dat alleen per vliegtuig is te bereiken. Het is begin augustus en de Noordpool heeft net zijn eerste orkaan achter de rug. We lopen in het noordelijkste puntje van heel Amerika. Nergens is ijs te bekennen.
Jay legt uit dat de Noordpool het hele jaar te lijden heeft gehad van een veel te warme zomer. Barrow ligt aan de Arctische oceaan. Erachter strekt de toendra zich uit, een gebied zo groot als Nederland en België samen. De toendra is het grootste deel van het jaar bevroren, behalve in de zomer, als de bovenste laag ontdooit en moerassig wordt. Een NASA-toestel landt sierlijk op de landingsstrip. Aan de buitenkant van het vliegtuig zitten verschillende buisjes gemonteerd die tijdens de vlucht lucht naar binnen zuigen. Deze monsters worden door technici geanalyseerd op methaan- en CO2-gehalte dat vrijkomt als de bovenlaag van het permafrost in de zomermaanden ontdooit. Volgens Jay zijn de hoge concentraties te wijten aan het feit dat er geen zomerijs meer is in de Arctische Zee. Het ijsvrije water wordt warmer en de noordpoolwind die over de aangrenzende toendra blaast, wordt steeds milder. Het permafrost ontdooit hierdoor sneller, waardoor gassen vrijkomen. Voor Jay is het uitgestrekte permafrost-gebied een van de gevaarlijkste kantelpunten op aarde, want ‘het methaan dat hierbij vrijkomt is een veel sterker broeikasgas dan CO2’. Precies een jaar nadat we samen voor de omvangrijke smeltende, bruine, veertig meter hoge ‘diepvrieswand’ in Alaska stonden, mailt Ben Abbott me de resultaten van zijn laboratoriumonderzoek van Stinky Bluffs. Zijn vermoedens zijn bevestigd: er komt veel methaan vrij uit de smeltende massa. “We moeten weg van de fossiele brandstoffen”, meldt hij. “En een circulaire economie stimuleren. De kennis en middelen zijn er al. Nu alleen nog de wil van de mens en het bedrijfsleven.”
Factchecker STELLING: NEDERLANDSE AFVALENERGIECENTRALES KAMPEN NOG STEEDS MET EEN RUIME OVERCAPACITEIT Verwerkt
Invoer
Restcapaciteit
8.000 hoeveelheid afval verwerkt (kton)
Dankzij de invoer van brandbaar restafval is de restcapaciteit van de Nederlandse afvalenergiecentrales de afgelopen jaren geslonken. Het aandeel buitenlands brandbaar restafval steeg van ruim 2 procent in 2010 circa 0,14 miljoen ton - naar bijna 13 procent in 2012, oftewel circa 1 miljoen ton. In korte tijd is Nederland uitgegroeid tot de grootste importeur van brandbaar restafval in de Europese Unie. Waarschijnlijk is dit jaar geen sprake meer van restcapaciteit, omdat de invoer verder is toegenomen.
7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 2009
= ONJUIST 22
afvalforum december 2013
2010
2011
2012
(bron: Werkgroep Afvalregistratie)
Factchecker
STELLING: NEDERLAND BEHOORT TOT EUROPESE RECYCLINGKOPGROEP Volgens de meest recente cijfers wordt in Europa gemiddeld 40 procent van het stedelijk afval gerecycled of gecomposteerd. Tien jaar eerder was dat nog 27 procent. Van de EU-27 behoort Nederland tot de kopgroep. Duitsland recyclet het meest. In landen als Bulgarije en Roemenië belandt nagenoeg al het afval nog op de stort.
EU 27 Duitsland Oostenrijk Nederland België Zweden Luxemburg Denemarken Ierland Slovenië Verenigd Koninkrijk Frankrijk Finland Italië Spanje Estland Polen Hongarije Litouwen Portugal Cyprus Griekenland Tsjechië Slowakije Letland Malta Bulgarije Roemenië
Recyclen (incl. composteren) Verbranden Storten
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100 %
= JUIST (bron: Eurostat)
Afvaltrend - Van Den Haag naar Brussel
W
ie het in de jaren negentig van de vorige eeuw over de invloed van Brussel had, werd met gefronste wenkbrauwen bekeken. Brussel was toen nog een ‘ver van mijn bed’-show. Als ze in Brussel al iets besloten, dan bereikte het Den Haag pas na vele jaren. Bovendien was Nederland trendsettend. Eenrichtingsverkeer gingen de voorschriften richting Brussel, niet andersom. Langzaam kantelde de rolverdeling. Diverse milieudossiers drukten Nederland met de neus op de feiten. Neem de Europese luchtnormen, waardoor bouwprojecten stil kwamen te liggen. Inmiddels is Brussel leidend. Europa stelt tegenwoordig de belangrijkste wet- en regelgeving vast, waarna Den Haag ze implementeert. Wie niet meepraat in Brussel loopt achter de feiten aan. Met een vaste medewerker in Brussel en een actief lidmaatschap bij Europese brancheverenigingen als FEAD draait de Vereniging Afvalbedrijven al vele jaren mee in de Europese arena.
Voorspelling Gerard Kuipers (Dusseldorp Inzameling en Recycling): ‘In 2050 zal de circulaire economie state of the art zijn. Iedereen vindt het normaal om duurzaam gebruik te maken van energie en grondstoffen. Bij de supermarkt spaar je geen zegeltjes meer, maar krijg je korting bij de kassa voor de gescheiden ingeleverde hoeveelheid grondstoffen.’
afvalforum december 2013
23
KETENSAMENWERKING BIEDT NIEUWE PERSPECTIEVEN
Samen aan tafel Samenwerken opent nieuwe deuren. Om ketens verder te optimaliseren, moeten ketenpartijen samen optrekken, informatie uitwisselen en kansen verzilveren. Producenten, gebruikers en afvalbedrijven: de uitdaging ligt er om met elkaar méér waarde te creëren. Koplopers nemen het voortouw.
24
afvalforum december 2013
MICHEL SCHUURMAN (MVO NEDERLAND):
‘Steeds meer bedrijven zien de noodzaak van ketensamenwerking in.’
DOOR HAN VAN DE WIEL
Oesterzwammen groeien prima op koffieprut. Twee keer per week haalt vervoerder Vroegop Windig honderden emmers koffiedik op bij vestigingen van restaurant La Place en levert ze af bij GRO Holland in Warmenhuizen. Hier wordt het koffiedik vermengd met sporen van oesterzwammen en opgehangen in plastic zakken. Na een week of zes zijn de paddenstoelen rijp voor de pluk. Dezelfde vervoerder brengt ze ‘terug’ naar de La Place-vestigingen, die er maaltijden mee bereiden. Zo is deze cirkel rond. “Een goed voorbeeld van meervoudige waardecreatie”, noemt Michel Schuurman van MVO Nederland, de nationale kennis- en netwerkorganisatie voor maatschappelijk verantwoord ondernemen, het voorbeeld van ketensamenwerking. Volgens Schuurman zien steeds meer bedrijven de noodzaak van ketensamenwerking in. Bedrijven die focussen op het optimaliseren van hun eigen procesvoering, lopen momenteel tegen de grenzen aan. Voor een volgende optimalisatiestap - en het daadwerkelijk sluiten van kringlopen - hebben bedrijven partners in de keten nodig. Bedrijven beseffen dat ze waarde vernietigen als materialen in de afvalfase uit de keten verdwijnen. Dat gebeurt massaal. Recycling betekent vaak nog downcycling. Soms is dat onvermijdelijk, maar ook metalen en kunststoffen, die in principe vaker recyclebaar zijn, worden door verontreiniging in de meeste gevallen niet optimaal gerecycled. De tijd lijkt rijp voor een nieuwe stap. “Waarom zou je een grondstof tien keer inkopen als je hem ook tien keer ‘een rondje kunt laten maken’?”, vraagt Marcel Koen van Shanks zich retorisch af.
MARCEL KOEN (SHANKS):
‘Wij kunnen aangeven wat er met een product in de afvalfase gebeurt.’
GESCHEIDEN WERELDEN Philips omarmt de circulaire economie, zegt Henk de Bruin, senior vicepresident Philips International en hoofd Duurzaamheid. Hij ziet het als een strategie voor economische groei met minder grondstoffen. Om kringlopen te sluiten acht hij ketensamenwerking van groot belang. “De transitie waar we voor staan, betekent een dermate grote stap, dat we die als bedrijf onmogelijk alleen kunnen zetten. Kijk je alleen al naar recycling: daar heb je bedrijven upstream en downstream voor nodig. Toch zijn de productie- en afvalsector nog vaak gescheiden werelden. Het kan en moet beter.” Voor de transitie is nog een lange weg te gaan. “Kijk naar elektronische apparatuur die in de afvalfase belandt. Veel verdwijnt nog in de kliko. Recycling van plastics in elektronica betekent in de praktijk vaak downcycling, of toepassing van een technologie die niet state of the art is. Daarnaast wordt er nog veel plastic verbrand. In Nederland wordt ongeveer eenderde van de elektronische producten gerecycled, waarvan eenderde zonder dat producenten
»
Afvaltrend - Van AVI naar AEC
A
fvalverbrandingsinstallatie, kortweg AVI, zo werden de installaties voor het verbranden van restafval tot voor kort genoemd. Door te innoveren realiseerden de centrales steeds hogere energierendementen, tot over de dertig procent. Centrales die ook hun warmte nuttig wisten in te zetten, zagen hun rendement verdubbelen naar zestig procent. De energieresultaten spreken boekdelen. In 2008 produceerden de installaties 3.531 GWh aan elektriciteit, tegenwoordig 4.691 GWh. Naast elektriciteit leveren ze 7,3 petajoule (PJ) warmte. Hiervan is iets meer dan de helft duurzame energie. Met talloze nieuwe warmteprojecten op stapel zal de warmtelevering naar verwachting verdubbelen. Daarmee behoren de AEC’s tot de belangrijkste leveranciers van duurzame warmte in Nederland. Met deze omslag verdienen de installaties een nieuwe benaming: afvalenergiecentrales, afgekort tot AEC. Met de nadruk op energie.
afvalforum december 2013
25
enquête HOBBELS
ZITTEN AFVALBEDRIJVEN AL AAN TAFEL MET PRODUCENTEN OM GEZAMENLIJK KRINGLOPEN TE SLUITEN? Meer dan de helft van de tweehonderd deelnemers aan de Afvalconferentie 2013 zit aan tafel met producenten, zo blijkt uit een enquête. Het resultaat is positief. Ketensamenwerking is van belang in een circulaire economie. Zit u al aan tafel met producenten om gezamenlijk kringlopen te sluiten? 1. nee
17%
2. ja
53%
3. niet van toepassing
30%
daarbij betrokken zijn. Het geeft aan dat er veel waarde zit in het afval.” Steeds meer ketenpartners weten elkaar te vinden. Zo werkt Shanks nauw samen met Heineken. Koen: “We brengen de werelden van verpakkingen en recycling bij elkaar, zodat we problemen er bij voorbaat uitfilteren. Wij kunnen aangeven wat er met een product in de afvalfase gebeurt. Heineken houdt daar rekening mee. Bijvoorbeeld door één soort afsluitdop toe te passen, zodat in de afvalfase monostromen ontstaan.” Keteninzichtelijkheid, noemt Koen dit. Philips ziet heil in het identificeerbaar maken van materialen in producten, bijvoorbeeld met een soort barcode, zodat ze eenvoudiger, efficiënter en hoogwaardiger gerecycled kunnen worden. De Bruin: “We willen elektronische producten beter documenteren, en specificaties en indicatoren opstellen voor een hoogwaardige recycling. Dat geldt bijvoorbeeld voor polypropyleen,
HENK DE BRUIN (PHILIPS INTERNATIONAL):
‘De productie- en afvalsector zijn nog vaak gescheiden werelden.’
26
afvalforum december 2013
een hoogwaardig plastic voor de behuizing van talloze elektronische apparaten. De inkoop hanteert hiervoor specificaties die in de afvalfase niet meer bekend zijn. Blijven die specificaties wel bekend, dan is het plastic identificeerbaar en kun je op een veel hoger niveau recyclen. Je houdt het materiaal zuiver. Dat is belangrijk, want zelfs de kleinste verontreiniging zorgt voor laagwaardiger materiaal. Om verontreiniging te voorkomen, moeten leveranciers samenwerken voor het standaardiseren en uitwisselen van informatie.” Een veelbelovende manier om materialen in de productieketen te houden is door consumenten gebruiks- in plaats van eigendomsrecht over producten te geven. Daarbij helpt het dat zich een robuuste maatschappelijke trendbreuk aftekent waarin bezit minder telt. Fameus is de afname van het autobezit onder jongeren van 18 tot 25 jaar. Liever delen, huren of lenen ze een auto. Wie goed kijkt, ziet veel meer voorbeelden van gebruik in plaats van bezit. “De absolute koplopers zijn de producenten van kopieermachines”, zegt Schuurman. De gebruiker betaalt voor de gemaakte prints, niet voor het apparaat. “Dat is een geaccepteerd verdienmodel geworden. Het heeft er toe geleid dat fabrikanten van kopieermachines belang hebben bij een ontwerp dat hergebruik vereenvoudigt.” Schuurman denkt dat huur of lease van producten goedkoper wordt als de grondstoffen die erin verwerkt zijn in waarde toenemen. “Ik verwacht dat er leasecontracten komen die afschrijven op intellectueel eigendom en ontwikkelingskosten, niet op de grondstoffen.”
Er moeten nog de nodige hobbels worden genomen voordat ketensamenwerking de volle wind in de zeilen krijgt. Een deel van die hobbels is van mentale aard. Zo denkt Michel Schuurman dat ons wereldbeeld gaat kantelen. “Twintig procent van de uitdagingen waar we voor staan is van technische aard. Die kunnen we in een jaar of tien overwinnen. De overige tachtig procent is een ander wereldbeeld dat we moeten aanvaarden. Samenwerken, transparantie, het samengaan van ecologie en economie; dat vergt misschien wel een generatie.” Koen en De Bruin zien tal van wettelijke rimpels die gladgestreken moeten worden. Koen: “Bedrijven mogen afval niet op hun locatie houden. Ze zijn geen afvalverwerkers, dus het is wettelijk verboden. Daarom moeten ze het aanbieden aan een verwerker. Ik ben erg voor proefprojecten om dat te veranderen.” Ook De Bruin ziet in het niet mogen verplaatsen van afval, zij het in een groter verband, de grootste hindernis voor ketensamenwerking. “Wij vinden dat kritische materialen als handelswaar wereldwijd vrij vervoerd moeten kunnen worden. Discussies over de Conventie van Bazel, het internationaal verdrag over het vervoer van gevaarlijke stoffen, volgen we nauwkeurig. Bedrijven moeten zich in de discussies mengen. Natuurlijk moet het dumpen van afval in ontwikkelingslanden worden voorkomen. Maar het opzetten van bijvoorbeeld gecertificeerde recyclingfabrieken, gericht op hergebruik van materialen en onderdelen, moet wel mogelijk blijven. Hergebruik brengt ook werkgelegenheid met zich mee.”
Voorspelling Nanne Fioole (RetourMatras BV): ‘In 2050 is de afvalsector nog steeds vooruitstrevend, innovatief en toekomstgericht. Als opa, en in 2050 misschien als overgrootvader, hoop ik dat mijn (achter-) kleinkinderen blij zullen zijn met alle maatregelen die wij nu nemen op het gebied van afval en recycling. Ik hoop dat zij de zorg voor hun toekomst zullen waarderen.’
Adjiedj Bakas - Trendwatcher
AFVALBERGEN WORDEN GOUDEN BERGEN
D
e jongens en meisjes uit de afvalsector zaten altijd een beetje in het verdomhoekje. Afval was vies. Een smet die zoveel mogelijk buiten zicht moest blijven, en door de afvalsector zo snel mogelijk opgeruimd moest worden. Maar tijden veranderen, en de sector maakt een belangrijke imagoverandering door. Tegenwoordig is de afvalbranche één van de cruciale sectoren als het gaat om duurzaamheid. De jongens en meisjes uit de afvalsector maken hun handen spreekwoordelijk (en soms ook letterlijk) vuil voor ons aller heil, en dat begrijpen steeds meer landgenoten. Afvalverwerking is cool, want het is het toonbeeld van een nieuwe, meer duurzame samenleving. Om duurzaam te produceren moeten we meer gaan denken in termen van kringlopen. Moeder Natuur regelt haar processen uiterst economisch, want alles wordt door haar hergebruikt. We zouden wat dat betreft beter naar Moeder Natuur moeten kijken. Afval is voor de natuur voedsel. Alles speelt zich af in natuurlijke kringlopen. Daar zouden wij een voorbeeld aan moeten nemen. De inhoud van onze vuilnisbak moet vanuit
dat gezichtspunt worden beschouwd als brandstof of grondstof. Afvalverwerkers hebben zich dit gezichtspunt al jaren geleden eigen gemaakt. Zij lopen voor de troepen uit en beschouwen afval als grondstof, zoals het hoort. Om het hergebruik van afval in goede banen te leiden, moet het eerst zo goed mogelijk worden gescheiden. Daar is een rol weggelegd voor producenten van bijvoorbeeld consumentenartikelen. Nu is het nog zo dat een mobiele telefoon die wordt gedemonteerd allerhande plastic en metalen componenten bevat die moeilijk van elkaar te scheiden zijn. De producenten van deze artikelen gaan steeds meer rekening houden met hergebruik, door de plastic en metalen componenten zodanig te verwerken dat ze makkelijk te scheiden zijn. Er is natuurlijk ook een taak weggelegd voor de consument, die zijn afval zal moeten scheiden. Batterijen apart inleveren zorgt er bijvoorbeeld voor dat allerhande zeldzame aardmetalen kunnen worden hergebruikt. Hier is nog wel een verbeterslag te maken, en ik denk dat (positieve dan wel negatieve) financiële sancties een oplossing kunnen bieden. Tenslotte zijn het de verwerkers die afval sorteren en via nascheiding bijvoorbeeld ijzer en andere metalen uit de verbrandingsresten halen. De verduurzaming van de wereldeconomie is onontkoombaar. Wanneer we ons daar niet voor gaan inspannen, krijgen we over niet al te lange tijd te maken met grote tekorten aan grondstoffen en brandstoffen. Verstandig omgaan met afval is volgens mij een van de belangrijkste stappen die we moeten zetten richting een duurzame toekomst.
Factchecker STELLING: DOOR DE ECONOMISCHE CRISIS KOMT MINDER AFVAL VRIJ 63,0 62,5 afvalproductie (mld kg)
In het najaar van 2008 sloeg de economische crisis toe. De crisis overrompelde iedereen, ook de afvalsector. Het aanbod nam stevig af, de grondstofprijzen kelderden. Wanneer de economie aantrekt - en daarvoor zijn de eerste signalen aanwezig - zal het afvalaanbod waarschijnlijk weer toenemen.
62,0 61,5 61,0 60,5 60,0 59,5
= JUIST
59,0 2005
2006
2007
2008
2009
2010 (bron: CBS)
afvalforum december 2013
27
AFVALBRANCHE MAAKT WERK VAN ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN
‘Veilig werken is de laatste jaren meer gaan leven’ Veiligheid, gezondheid, goede arbeidsomstandigheden: het zijn basisbehoeften van werknemers van afvalbedrijven. Het aantal ongevallen moet omlaag. De sector werkt daarom continu aan verbetering, onder meer met arbozorgsystemen, arbovoorlichting en de Arbocatalogus Afvalbranche. Het naslagwerk brengt arbeidsrisico’s in kaart en biedt adequate oplossingen. Maar hoe wordt veiligheid ervaren op de werkvloer? Vier ervaren medewerkers aan het woord.
28
afvalforum december 2013
DOOR MARIEKE VOS
PIET DE KOK (VAN GANSEWINKEL):
PIET DE KOK, CHAUFFEUR Welk werk doet u? Ik ben chauffeur Vertrouwelijke Vernietigingen. Ik haal door het hele land papier, datamateriaal en bedrijfskleding op en breng dat naar onze locatie in Breda waar het wordt verwerkt. Ik werk al 25 jaar in de afvalsector en heb van alles gedaan, van het rijden van huisvuil tot kraanwerk. Heeft u de veiligheidscultuur in uw branche zien veranderen? Veilig werken is de laatste jaren meer gaan leven. Collega’s spreken elkaar er op aan, bijvoorbeeld als iemand koffie is gaan halen en daarna vergeten is zijn veiligheidshesje weer aan te doen.
Wat gebeurt er om de veiligheid te verbeteren? Best veel. We hebben bijvoorbeeld een cursus ‘Aanspreken - aangesproken worden’ gehad, waardoor we elkaar nu veel gemakkelijker aanspreken en men dat ook accepteert. Ook als het de regiodirecteur is. We werken daarnaast met mentoren die ons coachen in ons werk. Ik was eens getuige van een ongeluk en gaf dat door aan de planner, waarna mijn mentor mij meteen belde. Wat kan er beter? De situatie op de weg is door de toename van het verkeer onveiliger geworden. Een ander risico is dat binnen ons bedrijf
‘We werken met mentoren die ons coachen in ons werk.’
bezuinigd wordt en we met minder mensen hetzelfde werk moeten doen, waardoor de werkdruk toeneemt en onveilige situaties kunnen ontstaan. Verder vind ik dat regels meer aangepast mogen worden aan de tijd. Zoals de P90-norm voor huisvuilinzameling, waarin staat dat vijftigers minder lading mogen tillen. Als je al vanaf je twintigste achter de wagen loopt, ben je zo goed getraind dat je dit als vijftiger best aankunt.
GERARD HONING, CAMERA-INSPECTEUR HOOFDRIOLERING
GERARD HONING (TEEUWISSEN RIOOLREINIGING):
‘Het is belangrijk dat je alert blijft op wat er beter kan.’
Welk werk doet u? Momenteel inspecteer ik de riolen in Almere. We laten een camera op wielen het riool ingaan en die bestuur ik, de lens kan alle kanten opdraaien. Op mijn werkplek in de wagen zie ik op een aantal schermen of er schade is. We doen dit voor gemeenten, op bouwplaatsen en bedrijfsterreinen. Heeft u de veiligheidscultuur in uw branche zien veranderen? Dit werk doe ik nu drie jaar, daarvoor werkte ik zeven jaar op een recyclecombi: een wagen waarmee je het riool reinigt en
die ter plekke het opgezogen water filtert. Als wij aan het werk zijn, dan is de weg afgezet, soms gebruiken we verkeersbegeleiders om het verkeer te regelen als we op een druk kruispunt werken. Dat was vroeger wel anders hoor. Tegenwoordig is dat heel goed geregeld. Wat gebeurt er om de veiligheid te verbeteren? We hebben vooral te maken met het verkeer. Mensen willen wel eens te snel langsrijden, ze zijn gauw geïrriteerd als je op de weg staat. Zeker in de Randstad hebben mensen een kort lontje. Maar het wordt altijd geregeld hoor: bewoners worden ingelicht als we komen, de weg wordt deels afgezet, we hebben op
de wagen zo’n elektronisch pijlbord. De cursussen zijn de laatste jaren ook uitgebreid, iedereen heeft bij ons bijvoorbeeld een cursus ‘Veilig werken langs de weg’ gevolgd. Wat kan er beter? De grootste ergernis zijn mensen die te hard langsrijden, maar daar kun je weinig aan doen. Ik vind dat er nu genoeg aandacht is voor veiligheid, maar het is natuurlijk wel belangrijk dat je alert blijft op wat er beter kan. En kritisch blijven: er bestaan nog steeds klanten die zeggen dat je het werk maar even snel moet doen, omdat ze bijvoorbeeld over een uurtje komen asfalteren. Daar moet je je niet door laten sturen.
»
Afvaltrend - Van bezitten naar leasen
G
een lampen, maar licht. Geen wasmachines, maar schone kleren. Geen banken, maar zitplezier. Het principe om geen producten te verkopen, maar prestaties, begint in zwang te raken. Is bezit in de toekomst passé? De twintigers van nu weten al niet beter. De jeugd wil geen huis met hoge schulden. Ze willen geen auto met hoge onderhoudsuitgaven. Zij willen dingen gebruiken. Hebben hoeft niet meer.
afvalforum december 2013
29
RONALD VLAAR (AFVALZORG):
‘Veiligheid heeft bij ons bedrijf altijd bovenaan gestaan.’
Voorspelling Marco Kraakman (Rijkswaterstaat): ‘In 2050 wordt het verbranden van afval net zo sterk ontmoedigd als op dit moment het storten. Omdat tegen die tijd voor veel meer componenten recycling mogelijk is, wordt de vernietiging van grondstoffen door deze te verbranden dan onacceptabel geacht.’
RONALD VLAAR, MILIEUTECHNISCH UITVOERDER Welk werk doet u? Ik regel de logistiek op onze locatie Nauerna, van alle grondbank- en baggeractiviteiten. Allerlei soorten grond en granulaire stromen worden hier gebracht. Die worden bemonsterd, dan weten we definitief wat we ermee moeten doen, bijvoorbeeld behandelen of storten. Dit werk doe ik nu 12 jaar.
Wat gebeurt er om de veiligheid te verbeteren? We werken hier niet alleen met grote machines, ook het product zelf kan gevaarlijk zijn. Zo krijgen we grond binnen met vluchtige stoffen en met asbest. Als we zo’n partij hebben, dan wordt er vooraf met de KAM-coördinator en het team een plan opgesteld. Ons werk valt onder veiligheidsklasse 3T, wat betekent dat onder
Heeft u de veiligheidscultuur in uw branche zien veranderen?
meer alle machines zijn voorzien van airco, filters en overdruk en dat we beschermende kleding dragen.
Veiligheid heeft bij ons bedrijf altijd bovenaan gestaan. Toen ik net begon vond ik het soms wat overdreven, al die maatregelen, maar als je er meer vanaf weet, dan is het eigenlijk heel logisch dat het zo moet. Sinds twee jaar hebben we een nieuwe KAM-coördinator die nog meer op de werkvloer komt en met ons over veiligheid praat. Dat is goed, we spreken elkaar daar nu ook gemakkelijker op aan.
Wat kan er beter? We hebben een maximumsnelheid van 30 kilometer per uur op het terrein en dat werd niet altijd nageleefd. Nu is daar extra aandacht voor - met borden - en zijn we strikter in de naleving. Eigenlijk is alles nu goed geregeld, maar wat altijd beter kan is toezicht op de naleving. Veiligheid heeft continu aandacht nodig, dat mag nooit verslappen.
ED VAN DER SLUIS, SUPERVISOR Welk werk doet u? Ik ben supervisor op het overslagterrein en stuur de mensen van de sorteerinstallatie aan. We recyclen hier bedrijfs-, bouw- en sloopafval. Dit werk doe ik nu 17 jaar, ik werk al 35 jaar in deze sector. Heeft u de veiligheidscultuur in uw branche zien veranderen? Absoluut. Vroeger werd eigenlijk nergens naar gekeken, je kon meteen de shovel of de kraan bedienen. Nu moet iedereen een diploma hebben en is ongeveer alles geregeld wat je kunt bedenken dat met veiligheid te maken heeft. Wat gebeurt er om de veiligheid te verbeteren? Teveel om op te noemen. De machine die hier al twintig jaar staat, is aan alle kanten veranderd om aan steeds meer veiligheidseisen te voldoen. Iedereen volgt cursussen op het gebied van veiligheid, we houden toolbox-meetings waar we alles bespreken, er zijn vluchtroutes uit de sorteerhal aangelegd. Noem maar op.
30
afvalforum december 2013
Wat kan er beter? Het enige dat anders zou moeten, maar niet kan, is het aanleggen van een veilige looproute door de hal. Er is helaas geen plaats voor, alles gaat door één grote uitgang. Omdat we dit maandelijks bespreken in de toolbox-meetings, is iedereen er wel van bewust dat je goed moet opletten als je door de hal loopt.
ED VAN DER SLUIS (SHANKS):
‘Iedereen volgt cursussen op het gebied van veiligheid.’
Joop Hazenberg - Initiatiefnemer Prospekt, denktank van jonge denkers
JONGEREN ONDERNEMEN VOOR HET MILIEU
W
ie heeft schuld aan de uitputting van de grondstoffen van de aarde, en het creëren van het afvalprobleem? Het rijtje antwoorden op deze cruciale vraag is bekend: het zijn de ‘grote bedrijven’ die milieukosten afwentelen op de samenleving, ‘gierige consumenten’ die voor drie euro een plofkip kopen, en ‘onwillige overheden’ die geen CO2belastingen of circulaire economie willen invoeren. Dit zijn allemaal clichés, allemaal zijn ze een beetje waar. Hoe kijken de jongeren van vandaag naar de milieuproblemen van morgen? En welke rol speelt de ‘netwerkgeneratie’ - de huidige twintigers en dertigers - in het afvalbeleid? Anders dan hun ouders staan ze niet op de barricaden of verzamelen ze handtekeningen tegen de zure regen. Het lijkt alsof ze een passieve houding aannemen. Dit beeld klopt gelukkig niet. Jongeren zijn wel degelijk veel bezig met de toekomst van natuur en milieu. Dat doen ze alleen op een individuele, vaak ondernemende manier, in plaats van dat ze lid worden van Natuurmonumenten en Greenpeace.
De overgrote meerderheid van de duurzaamheidsondernemers in Nederland - zo is althans mijn indruk - is twintiger of dertiger. Ik ben regelmatig in duurzaamheidsland te vinden, bijvoorbeeld bij de netwerkborrel Cleandrinks voor groene ondernemers. Daar kun je over de jonge koppen lopen. Ook in groene bedrijfsverzamelgebouwen als De Groene Bocht in Amsterdam wemelt het van de jeugdige starters. Eén van hen, Aart van Veller, volgde ik een tijdje met de camera voor mijn film Weg van de barricaden. Hij werd ondernemer omdat change het beste via de markt, en niet via collectief protest, is te bereiken. Natuurlijk is niet elke jongere een duurzaamheidsondernemer. Wat doet de rest dan? Er zijn boeiende onderzoeken. Het autobezit daalt aanzienlijk onder jongeren, waar dat voorheen juist een statussymbool was. Nog maar dertig procent van de jongvolwassenen tot 30 jaar heeft een auto, terwijl zeventig procent van hen een rijbewijs heeft. Jongeren kiezen liever voor het openbaar vervoer. Zo’n auto is een blok aan het been en als je brandstof moet verbranden, doe dat dan in een deelauto via Greenwheels - of nog beter - Snappcar. Dan leen je gewoon de auto van je buren via sociale media. Geen bezit, maar toegang - dat is de essentie van de deeleconomie. Waarom nog al die spullen bezitten, zeker als je ze niet altijd nodig hebt? Mijn auto heb ik vorig jaar weggedaan. Daarvoor stond hij vaak wekenlang stil. De cd’s liggen op zolder, Spotify biedt alle muziek die ik nodig heb. Ik ga zoveel mogelijk naar de biologische supermarkt en compenseer mijn CO2 bij vluchten. Ik ben niet de enige die zo handelt, al zijn het onzichtbare stapjes. Kortom: jongeren gaan bewuster om met de omgeving dan menigeen denkt.
Factchecker STELLING: DE GESCHEIDEN INZAMELING VAN GFT NEEMT AF
= ONJUIST
1.450 gft-afval (mijoen kilo)
Tot twee jaar geleden nam de hoeveelheid gescheiden ingezameld gft geleidelijk af. Daarna deed zich een ommekeer voor. Vorig jaar verwerkten de Nederlandse gft-verwerkers 1.339 kiloton gft en 322 kiloton ander organisch materiaal als veiling-, restaurant- en landbouwafval. Dat is een stijging van 235 kiloton ten opzichte van 2010.
1.400 1.350 1.300 1.250 1.200 2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012 (bron: CBS)
afvalforum december 2013
31
VIJF SPEERPUNTEN NAAR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE
Circulair afvalsturen De Nederlandse afvalsector staat midden in het transitieproces naar de circulaire economie. De circulaire horizon is helder. Maar wat moet er op dit moment gebeuren om de weg ernaar toe te plaveien? De Vereniging Afvalbedrijven schetst in vijf speerpunten het geraamte van een circulair sturingsinstrumentarium.
DION VAN STEENSEL (HVC):
‘Het is belangrijk dat we dezelfde begrippen en normen hanteren.’
DOOR HARRY PERRÉE
SPEERPUNT 1 BREED GEDRAGEN RESTAFVALDOELSTELLING VOOR GEMEENTEN Om het restafval te verminderen, pleit de Vereniging Afvalbedrijven voor specifieke gemeentelijke restafvaldoelen, waarvan de hoogte afhankelijk is van het percentage hoogbouw. De lat moet voor landelijke gebieden hoger komen te liggen dan voor gebieden met veel hoogbouw, waar gescheiden inzamelen lastig is. Cruciaal is dat de inzameling niet alleen draait om de kwantiteit van de ingezamelde
stromen, maar ook om de kwaliteit en herbruikbaarheid. Veel gemeenten focussen reeds op gescheiden inzameling, constateert Dion van Steensel van HVC. Soms is die wel 90 procent, maar dat zegt niks over materiaalhergebruik. “Volg je het apart ingezamelde materiaal in de keten, dan blijkt dat alsnog veel afval naar afvalenergiecentrales gaat of wordt gestort. Als je ziet wat gemeenten gescheiden aanleveren, dan schieten de tranen je soms in de ogen. Daar kun je niks meer mee.” Van
Steensel vindt het belangrijk om dezelfde begrippen en normen te hanteren, zodat resultaten en recyclingdoelen eerlijk vergeleken kunnen worden. Hij geeft een voorbeeld: “Stel een gemeente zegt: ‘We hebben een ton kunststof apart ingezameld, geweldig!’ Maar kijk dan ook wat er met die ton in de keten gebeurt. De deels nog aanwezige inhoud van de verpakkingen moet bijvoorbeeld van die ton worden afgetrokken, net als de kunststoffen die te slecht van kwaliteit zijn om te hergebruiken.”
SPEERPUNT 2 OPTIMALISEREN VAN DE WAARDEKETEN JAN THEWISSEN (SHANKS):
‘Bij recyclen gaat nog teveel waarde verloren.’
32
afvalforum december 2013
“Bij recyclen gaat nog teveel waarde verloren. Dat verlies beperk je door materialen en stoffen zoveel mogelijk in de kringloop te houden.” Aan het woord is Jan Thewissen van Shanks. “Een afgedankte computer met waardevolle materialen kun je shredderen om er metalen en energie uit te halen. Maar het mooiste is de materialen er apart uit te halen: goud, koper, zeldzame aardmetalen, kunststoffen. Dat is de basis van de circulaire economie: in het recyclingproces zoveel mogelijk waarde terughalen.” Dit ‘optimaliseren van de waardeketen’ kan op
verschillende manieren. Thewissen: “Bij ecodesign denk je bij het ontwerp van een product na over de afvalfase en over de vraag hoe je bij recycling optimaal hergebruik kunt bevorderen. Dat gebeurt al op veel plaatsen, maar het kan beter.” Ook het uitbreiden van de producentenverantwoordelijkheid kan recyclen bevorderen. “Je moet wel eerst onderzoeken of dat realistisch is. Meubels kunnen we bijvoorbeeld in Nederland prima verwerken, waarbij we basismaterialen, zoals metaal, hout en glas, kunnen recyclen. Het opzetten van een retoursysteem is dan niet nodig. Handhaven van de minimumstandaard zou voldoende moeten zijn.”
OTTO FRIEBEL (VAN GANSEWINKEL):
‘Sommige Europese landen houden hun afval angstvallig binnen de eigen grenzen.’
SPEERPUNT 3 NEDERLAND ALS GRONDSTOFFENROTONDE Van een grondstoffenrotonde spreek je, zo legt Otto Friebel van Van Gansewinkel uit, als er “een afval- en grondstoffenbranche is die ervoor zorgt dat materialen in een kringloop terechtkomen en uiteindelijk niet meer worden verbrand of gestort, maar gebruikt als nieuw product.” In Nederland gebeurt dat al volop. “Kijk bijvoorbeeld naar Coolrec. Dat bedrijf krijgt koelkasten en diepvriezers aangeleverd en ontmantelt ze. De waardevolle materialen worden hergebruikt in Nederland of geëxporteerd naar andere landen die ze kunnen inzetten als grondstof.” Om de import en export ten dienste van de grondstoffenrotonde soepel te laten verlopen, doet de overheid er verstandig aan om hindernissen uit de weg te ruimen, stelt Friebel. Zo is import van gemengd plastic uit bijvoorbeeld Duitsland soms moeilijk omdat Nederland strengere regels hanteert dan andere lid-
staten. “Terwijl we deze stroom hier kunnen opwerken tot hoogwaardig kunststofgranulaat. Verder houden sommige Europese landen hun afval angstvallig binnen de eigen grenzen, waar het wordt gestort. Terwijl Nederlandse afvalbedrijven het afval kunnen verwerken met een veel groter milieurendement.” Nederland heeft de kennis en de voorzieningen in huis om een voorsprong te nemen in Europa. Volgens TNOonderzoek kan een circulaire economie Nederland de komende jaren 7,3 miljard euro en meer dan 50.000 banen opleveren. Dat geldt alleen wanneer Nederland de best practices grootschalig toepast en onnodige juridische belemmeringen in Nederland en Europa worden weggenomen.
JOOST BOUMAN (AFVALZORG):
‘Stortplaatsen vormen het noodzakelijke sluitstuk van de circulaire economie.’
»
enquête Voorspelling Bas Eickhout (GroenLinksEuroparlementariër): ‘In 2050 kennen we de term afval niet meer. Afvalverwerking is geen laatste stap in de productieketen, maar staat midden in de circulaire economie. Het hergebruiken en opwaarderen van grondstoffen is een basisprincipe van onze economie geworden, waarin Europa en Nederland mondiaal koploper zijn.’
HOE KIJKT DE SECTOR AAN TEGEN HET DOEL VAN 65 PROCENT RECYCLING VAN HUISHOUDELIJK AFVAL? Joop Atsma, ex-staatssecretaris, besloot tot een stijging van het recyclingpercentage voor huishoudelijk afval van 50 naar 65 procent. Zijn we op de goede weg, of moet het roer nog stevig om? De meningen binnen de afvalbranche zijn verdeeld, zo bleek tijdens de Afvalconferentie 2013, waar deze vraag werd voorgelegd. Een kleine minderheid vindt dat een serieus pakket aan nieuwe maatregelen vereist is.
Willen we 65 procent van het huishoudelijk afval recyclen, dan … 1. zijn we op de goede weg
53%
2. moet het roer fors om
47%
afvalforum december 2013
33
SPEERPUNT 4 KEES VAN DEN BERGE (AFVAL ENERGIE BEDRIJF):
‘Andere lidstaten kunnen nu direct investeren in recycling.’
IMPORT VAN BRANDBAAR AFVAL ONDERSTEUNT DE CIRCULAIRE ECONOMIE Nederlandse afvalenergiecentrales importeren brandbaar afval. “Het gaat om afval dat anders in landen als Engeland op de stort zou belanden, of terecht zou komen in installaties met lagere milieuprestaties dan die in Nederland”, zo verklaart Kees van den Berge van Afval Energie Bedrijf het belang van dit speerpunt. Door een succesvol afvalbeleid, met de huidige hoge recyclingpercentages, heeft Nederland capaciteit beschikbaar om andere lidstaten te helpen. Import voor
enquête IS IMPORT VAN BRANDBAAR RESTAFVAL BELANGRIJK VOOR GROENE GROEI EN CIRCULAIRE ECONOMIE? Van speerpunt 4 - import van brandbaar afval ondersteunt de circulaire economie - is niet iedereen in de afvalbranche overtuigt. Tweederde van de geënquêteerden tijdens de Afvalconferentie 2013 vindt import niet van belang voor groene groei en circulaire economie.
Import van brandbaar restafval is belangrijk voor groene groei en circulaire economie 1. waar
34%
2. niet waar
66%
Afvaltrend - Van onder- naar restcapaciteit
W
ie een jaar of acht geleden voorspelde dat voor de verbrandingsmarkt een restcapaciteit in het verschiet lag, zou voor gek zijn verklaard. Het tegenoverstelde, de ondercapaciteit, hield de gemoederen bezig. Na het ingaan van het Duitse stortverbod, in de zomer van 2005, sloeg de markt om. Afvalenergiecentrales kregen het dermate druk, dat ze het aanbod niet aankonden. Vele tonnen brandbaar afval belandden op stortplaatsen. Mede op verzoek van de overheid bouwden bedrijven nieuwe verbrandingscapaciteit. De capaciteit steeg van 5,5 naar 7,5 miljoen ton. De ondercapaciteit kapseisde naar een overcapaciteit voor het Nederlandse afvalaanbod. December 2009 sloot de Vereniging Afvalbedrijven een convenant met de minister. De capaciteit zou niet meer groeien en de AEC’s kregen versneld de R1-status. Die status maakte het eenvoudiger om brandbaar afval te importeren. Inmiddels zijn de ovens weer gevuld, waardoor sprake is van evenwicht in aanbod en capaciteit. De toekomst valt moeilijk te voorspellen, zo leert de geschiedenis.
34
afvalforum december 2013
verbranding in hoogwaardige Nederlandse afvalenergiecentrales leidt tot een veel beter milieurendement, zo blijkt uit onderzoek van CE Delft. Overigens is import, verduidelijkt Van den Berge, “ter overbrugging van de periode waarin ook het buitenland steeds beter kan voorzien in kringlopen voor grondstoffen. Die lidstaten hoeven nu niet te investeren in afvalenergiecentrales, maar kunnen direct investeren in een infrastructuur voor recycling.” Europa moet, zo vindt Van den Berge, het zelfvoorzieningsprincipe voor afval niet heilig verklaren als met export van afval milieuwinst valt te behalen.
SPEERPUNT 5 IN EEN DUURZAME VERWIJDERINGSSTRUCTUUR ZIJN STORTPLAATSEN ONMISBAAR “Om afvalstromen te recirculeren, moet je ze veelal reinigen. Naast de gereinigde stroom komt dan een verontreinigde restfractie vrij, die niet geschikt is voor hergebruik”, legt Joost Bouman van Afvalzorg uit. Reiniging leidt tot grofweg tachtig procent schoon materiaal en twintig procent verontreinigde restfractie. Is die fractie niet-brandbaar, dan is storten de enige optie. Als voorbeeld noemt Bouman AEC-bodemas. “Als je dat schoonmaakt om als bouwstof in te zetten, dan ontstaat een verontreinigde slibstroom die gestort moet worden. Storten is de onderste trede van de Ladder van Lansink. Het gaat enkel om stromen waarvoor geen hoogwaardigere verwerking bestaat. We willen niet dat die stromen worden weggemengd, gedumpt of naar het buitenland verdwijnen, waar ze mogelijk illegaal worden toegepast.” Daarom mogen stortplaatsen geen onnodig hoog tarief vragen, moeten ze makkelijk toegankelijk zijn en moet er voldoende keuze zijn, stelt Bouman. “Stortplaatsen vormen het noodzakelijke sluitstuk van de circulaire economie.” Het herinvoeren van de stortbelasting past daar niet in. Het maakt het storten van afval, waarvoor geen alternatieve verwerking bestaat, onverantwoord duur.
Marga Hoek - Directeur De Groene Zaak
GEEN AFVALVERWERKER, MAAR GRONDSTOFOPWERKER
I
n de nieuwe economie werken bedrijven letterlijk samen aan het creëren van maximale waarde. Ik noem dit value cycles. Kenmerk is dat alle partners meedenken over, en meewerken aan, eindproducten die zoveel mogelijk uit recyclebare materialen bestaan, en die tegen zo laag mogelijke kosten weer demonteerbaar en opnieuw inzetbaar zijn. Wat betekent dit voor de afvalbranche? Een woord dat overigens in de nieuwe economie niet langer bestaat. Ik denk dat er nieuwe, door concurrentie gedreven, allianties zullen ontstaan tussen ondernemers die aan het begin en aan het einde van de levenscyclus van een product staan. Ofwel: producenten en ‘grondstofopwerkers’ ontwikkelen samen nieuwe technieken waarmee grondstoffen beter van elkaar gescheiden en gezuiverd kunnen worden. Ik zie bovendien nieuwe partijen ontstaan die gespecialiseerd zijn in het inzamelen van reststromen die ontstaan bij de productie, en van uiteindelijk door de consument afgedankte goederen. Deze partijen hebben
als core business het sorteren, voorbewerken en weer terugbrengen van de secundaire grondstoffen naar de diverse partijen in de value cycle. Als je dat tot het einde doordenkt, betekent dit dat de eindgebruiker feitelijk onderdeel van de value cycle geworden. Hij is supplier van afgedankte producten die een grondstofwaarde vertegenwoordigen. In de nieuwe economie zijn bedrijven zich zeer bewust van deze nieuwe rol van consumenten. Mede om die reden richten ze hun businessmodel zo in dat ze eigenaar blijven van de producten die ze leveren. Japan loopt hierin momenteel voorop: daar zijn zelfs de recyclingfabrieken op grond van wetgeving altijd in handen van een consortium van producerende partijen. Omdat ze direct profiteren van de herwonnen grondstoffen, hebben deze partijen een financiële prikkel om het recycling-, remanufacture- of re-use-proces zo goed mogelijk in te richten. Omdat hergebruik van materialen wettelijk verplicht is, investeren Japanse bedrijven flink in een infrastructuur voor de lange termijn. Daar waar behoud van eigendom niet mogelijk is, bedenken bedrijven slimme manieren om afgedankte producten terug te winnen voor hernieuwde inzet in de value cycle. We zien een nieuw marketing-discipline opkomen: die van de (global) collect marketing. Deze vorm van marketing is er niet op gericht de verkoop te stimuleren, maar juist om - met inzet van alle middelen die de marketingdiscipline inmiddels kent - het retourneren van producten te bevorderen. Toekomstmuziek? In mijn boek ‘Zakendoen in de Nieuwe Economie’ staan tientallen voorbeelden van bedrijven die deze filosofie al in praktijk brengen.
Factchecker STELLING: HET GROOTSTE DEEL VAN DE AFVALBERG BESTAAT UIT HUISHOUDELIJK AFVAL In totaal komt in Nederland bijna 60 miljoen ton afval per jaar vrij. Daarvan is de grootste stroom van bijna 40 procent afkomstig van de bouw. De industrie neemt een kwart van de afvalberg voor zijn rekening. Op de derde plaatst staan de consumenten met 15 procent.
1.377 1.494
175 8.823
(in kton)
1.094 2.561
Consumenten Verkeer en vervoer Landbouw Industrie Handel, diensten en overheid
23.752
Bouwnijverheid Energievoorziening 15.204
= ONJUIST
Rioolwaterzuivering Drinkwaterbereiding
5.324
(bron: RWS Leefomgeving)
afvalforum december 2013
35
Thomas Rau - Architect, oprichter van RAU en Turntoo
VERGEET EIGENDOM, WAT TELT IS PRESTATIE
A
(foto: Peter Lous)
fvalbedrijven moeten zo snel mogelijk verdwijnen. Zolang er afvalbedrijven bestaan, blijven we waardevolle grondstoffen vernietigen. Die grondstoffen krijgen we nooit meer terug. We moeten kringlopen sluiten. Ons concept Turntoo zorgt daarvoor. Consumenten zijn geïnteresseerd in de prestatie van een product, niet in het bezit ervan. Ze willen licht, geen lamp. Ze willen schone kleren, geen wasmachine. Turntoo draait de relatie tussen producenten en consumenten om: niet de consument wordt eigenaar, maar de producent blijft eigenaar van zijn product. Consumenten betalen enkel voor de prestatie. Na gebruik krijgt de producent zijn producten retour. Hij blijft daardoor verantwoordelijk. Hoe beter en duurzamer hij produceert, hoe groter de meerwaarde die hij creëert. In de huidige lineaire economie is niemand verantwoordelijk omdat verantwoordelijkheid met elke transactie in de keten wordt doorgeschoven. Bedrijven hoeven de consequenties van hun handelen niet te dragen. Uiteindelijk draaien de overheid en de samenleving op voor de maatschappelijke schade.
Ons model van Turntoo brengen we in de praktijk. Ik noem twee voorbeelden. Het recent opgeleverde gemeentehuis in Brummen is ontworpen als ‘grondstoffendepot’. We weten exact uit welke grondstoffen het gebouw bestaat, zodat de grondstoffen in dit depot bij afbraak weer volledig inzetbaar zijn. Inspirerend vind ik ook de wasbeurten in de sociale huursector. Huurders kopen geen wasmachine meer, maar krijgen van de fabrikant wasbeurten aangeboden. Hier is iedereen bij gebaat: wassen is goedkoper, fabrikanten leveren energiezuinige apparaten, en er gaan minder grondstoffen verloren. Turntoo is geen trucje om geld te verdienen. Het model vereist een fundamentele transformatie van ons economische systeem. Dat lukt niet van de ene op de andere dag. Dat realiseer ik me. We moeten experimenteren, pilots uitvoeren en al doende leren. Willen afvalbedrijven binnen dit nieuwe economische systeem een rol spelen, dan moeten ze diensten aanbieden. Waar ze momenteel de grondstoffen in eigendom krijgen, zullen afvalbedrijven meer in opdracht moeten werken van grote producerende bedrijven. Die uitdaging ligt er. Afvalbedrijven zijn experts in logistiek, scheiding en recycling. Met hun expertise kunnen afvalbedrijven dienstverleners van producenten worden. Afvalbedrijven die zich niet aanpassen aan een circulaire economie hebben geen bestaansrecht meer. Die volgen de muziekwinkels. De Free record shops sluiten de deuren, de schappen zijn leeg, de werknemers ontslagen. Waarom? Omdat de muziekwereld is veranderd. Mensen kopen geen cd’s meer, ze willen toegang tot muziek, bijvoorbeeld via Spotify. De circulaire economie vraagt om nieuwe verdienmodellen, waarmee we overschakelen van een roofbouwmaatschappij naar een oogstmaatschappij.
Afvaltrend - Storten: van hoofdrol naar achtervang
H
et storten van afval is spectaculair gedaald. Waar in 1990 nog bijna 14 miljoen ton afval aan de poort van stortbedrijven stond, is dat nu nog 1,7 miljoen ton. Al het afval dat niet meer wordt gestort, belandt nu hoger in de afvalhiërarchie: het wordt hergebruikt of verbrand met energieterugwinning. Op de stortplaatsen komt alleen afval terecht dat niet-herbruikbaar en niet-brandbaar is. Denk aan afval dat vrijkomt bij de asbest- en bodemsanering, en aan residuen die overblijven bij het opwerken en recyclen van afvalstromen. Storten is daarvoor de enige optie. Wanneer stromen in de toekomst met nieuwe technieken hoogwaardiger verwerkt kunnen worden, stelt de rijksoverheid een stortverbod in. Storten blijft als achtervang een cruciaal onderdeel van de Nederlandse afvalbeheerstructuur.
36
afvalforum december 2013
Voorspelling Friso Noordhoek (hoofdredacteur vakblad Afval!): ‘In 2050 maakt de afvalbranche deel uit van de grondstoffenmarkt. De sterk schommelende markteconomie vraagt om meer snelheid, meer innovaties voor het vinden oplossingen.’
wasteforum The Dutch Waste Management Association (Vereniging Afvalbedrijven) serves both the national and international interests of waste-processing companies throughout the entire waste chain. This involves Dutch-based companies that collect, recycle, reuse, compost and incinerate waste, as well as those that process waste for landfill and sewage treatment companies.
TEN YEARS DWMA – A STRONG AND UNITED VOICE In 2004 the Dutch Waste Management Association (DWMA) was formed by the merger of the VVAV (waste processors) and the VNAO (waste collectors and recyclers). Director Dick Hoogendoorn says over the past ten years the Association has succeeded in presenting a strong and united message to government and the waste industry has become more professional, innovative, knowledgeable and internationally oriented. Looking forward, the DWMA’s renewed strategy is built around the circular economy, focusing on closing recycling loops while recognising the need for incineration with energy recovery where recycling is not feasible, and landfill as backstop. Despite the current economic crisis, membership is growing and the DWMA is ready to tackle the challenge of building the circular economy with renewed vigour. Each of the Association’s sections faces specific challenges and opportunities. Recycling and Collection: Smarter collection techniques and more refined separation and sorting technologies are starting to close some recycling loops. The challenge
is to make secondary raw materials better suited to demand from manufacturers. Bioconversion: The section has rekindled awareness of the value of biowaste and separate collection of organic household waste is increasing. Besides compost and energy, the industry will soon be producing protein for animal feed and other products. Waste to Energy: As domestic demand has fallen, Dutch waste-to-energy operators also import waste for processing in their highly efficient facilities. Energy production is an important earner, non-ferrous metals are recovered, and methods are being developed to turn bottom ash into a safe building material. Hazardous and Oil-Containing Wastes: The section’s activities reflect the shift towards a European market, with more emphasis on EU legislation, lobbying for realistic European standards and talks with other national and European associations. A key issue is ensuring a European level playing field.
now faces financial difficulties. The key challenges are economic continuity, introducing sustainable landfilling techniques and securing aftercare funds. Sewer Maintenance: Companies have invested heavily in improving safety and raising quality, but contracts are increasingly awarded on price alone. The challenge is to maintain standards and convince local authorities that quality pays dividends in the long run.
More news from Europe and the Association can be found on our website: www.wastematters.eu
Landfill: The Netherlands has been so successful in reducing landfill that the sector
afvalforum
december 2013
37
INNOVATIVE TECHNOLOGIES WILL TRANSFORM WASTE MANAGEMENT
SAFETY ON THE WORK FLOOR Waste companies are continually trying to improve health, safety and working conditions in the industry and reduce the number of accidents through the use of occupational health and safety management systems, information campaigns and the Health & Safety Catalogue for the Waste Sector. But what is the experience on the work floor? Four seasoned employees tell their stories. A driver at Van Gansewinkel describes how colleagues keep each other on their toes, but thinks some safety rules are outdated. A sewer camera inspector at Teeuwissen Rioolreiniging describes how the traffic control measures have improved and employees are much better trained. An environmental foreman at Afvalzorg explains how safety has always been a priority in his field (soil and dredged materials) and stresses the need for continual vigilance. A supervisor of a sorting plant for commercial, construction and demolition waste at Shanks describes how the safety culture has radically improved, with regular toolbox meetings and training courses for employees.
SUPPLY CHAIN COOPERATION OPENS UP NEW OPPORTUNITIES Companies increasingly recognise the need to work with users and waste companies to optimise product chains and close recycling loops. Collaboration across the chain and stateof-the-art technologies have the potential to prevent loss of material quality and value. Electronic components and plastics are a case in point. Philips sees potential in labelling materials in products with a sort of barcode to enable recovery from waste streams for highgrade recycling and more efficient reuse. Shanks is tracking what happens to Heineken’s packaging waste to identify opportunities to improve recycling, for example by using a single type of cap to create a monostream. A promising strategy for keeping materials in the production chain is leasing (pay for use) rather than owning products, but this will depend on a change in attitudes. Restrictions on the free trade in critical waste materials for recycling and reuse are a major obstacle to supply chain cooperation. But it could take a generation to achieve the shift in thinking required for full collaboration, transparency and integration of ecology and economy.
38
afvalforum
december 2013
The waste sector has already seen many technological breakthroughs, but further innovations are needed to underpin the circular economy. Three scientists look to a future of extensive materials recycling and reuse, eventually including the recovery of all metallic elements from electronic goods and mobile phones. Maarten Bakker (TU Delft) and Jan-Henk Welink (Knowledge Platform for Sustainable Resource Management) say improved sorting techniques will raise the value of waste streams and the quality of secondary raw materials. They expect sensor-based sorting technologies will soon be able to separate complex mixed waste streams, including different types of textiles. The Advanced Dry Recovery technology developed at Delft can already separate different fractions of aggregates and a magnetic density separator under development will be able to separate different plastics. Johan Sanders (Wageningen UR), who works on recovering green chemicals from organic waste, has produced a yeast that converts proteins into cyanophycin for the production of nylon and acrylamide, while at the same time speeding up the production of biogas.
STATE SECRETARY WILMA MANSVELD CONFIDENT IN DUTCH WASTE SECTOR Environment state secretary Wilma Mansveld says the circular economy combines sustainability with economic growth and supports to government’s ‘green growth’ priority. She is confident the waste sector can turn its ability to facilitate the shift to a circular economy into export earnings and believes the sector’s ambitions are in line with government policy. In particular, her programme ‘From Waste to Raw Material’ is based on the sector’s vision for the Netherlands as a ‘raw materials roundabout’. Mansveld expects the ideas underlying the circular economy will be prominent in the revision of the National Waste Management Plan in 2015. Instruments to stimulate the desired transition will include the Green Deals and sustainable government procurement. The feasibility of introducing a ‘raw materials passport’ to stimulate the closing of recycling loops is being investigated. Mansveld congratulates the DWMA on its ten year anniversary and praises its role as a serious discussion partner for government.
FIVE PRIORITIES FOR A CIRCULAR ECONOMY The DWMA sets out five key components of a policy framework to steer the transition to a circular economy. 1. Specific residual waste collection targets for each local authority in which quality – separation of waste streams for recycling and recovery – is as important as quantity. 2. Optimisation of the value chain: recovering value from waste and reducing downcycling through ecodesign, producer responsibility, etc. 3. Make the Netherlands a raw materials roundabout by building an industry to keep materials in the recycling loop and easing restrictions on the export/import of waste. 4. Importing combustible waste to support development of the circular economy: incineration with energy recovery is preferable to landfill or low-grade treatment and allows exporting countries to concentrate on developing a recycling infrastructure. 5. Landfills are essential for a sustainable waste management infrastructure: some residual wastes are unsuitable for recycling or incineration. Landfill capacity is the backstop of the circular economy and it should be readily available and affordable.
THE CIRCULAR ECONOMY IS HERE TO STAY Faced with the growing scarcity, insecure supplies and rising prices of raw materials, manufacturers, industry associations and politicians are increasingly turning to the circular economy as a remedy. Numerous international studies conclude that the circular economy is inevitable. Although the linear economy will not disappear overnight, waste companies must innovate to avoid missing the boat. Dutch waste companies are in a good position to exploit their expertise in recycling, total waste management solutions and waste-to-energy. Vision, leadership and innovative entrepreneurialism will be needed in the new dynamic international raw materials market, in which volume, quality and continuity will be the keywords. Large waste companies should seek to manage materials flows throughout the whole chain; smaller companies can innovate in niche markets. The future lies in co-creation – working in consortia and coalitions on new recyclable products – which will require a more transparent exchange of expertise, new types of contract and a different division of risks and returns.
afvalforum
december 2013
39
Laatste editie!
17 jaargangen lang kon u nieuws, ontwikkelingen, feiten en meningen over afval volgen via afvalforum. Dit is de laatste editie van afvalforum. Een bijzondere uitgave ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van de Vereniging Afvalbedrijven (VA) in 2014. Journalistieke artikelen blijft de VA publiceren op haar website verenigingafvalbedrijven.nl. Hierover informeert zij u via een e-nieuwsbrief.