jaargang 12 nummer 3 november 2011 - spec iale uitgave
Het is nooit af
7 Vanzelfsprekend blijven moeder (of ouders) en kind
We kijken terug en we kijken vooruit en we realiseren ons op de eerste plaats dat er veel is bereikt. De gezondheidszorg kan er niet meer omheen: zij kan veel bijdragen aan de ondersteuning van borstvoeding. Wie kent niet de 10 vuistregels?
bij elkaar. Dat gunstig voor de hechting en de preventie van wiegendood.
8 Ook leren de ouders daardoor subtiele voedings-
signalen verstaan en wordt voeden op verzoek onderdeel van het (op)voedingspatroon; de hoeveelheid moedermelk blijft makkelijker in overeenstemming met de vraag.
1
Borstvoeding is een onderwerp geworden dat groepen mensen om de tafel brengt om te discussiëren over de beste formulering van adviezen in het protocol. Uitgangspunten, doelstellingen, zorgacties, taakverdeling, rapportage en evaluatie, alles komt eraan te pas.
9 Maar dan is het wel zaak om geruime tijd de fop-
speen te vermijden, zodat de baby niet daarop zuigt terwijl hij toe is aan voeding. Het vraag-en-aanbod- systeem wordt dan gefopt. De speen, ook die van een fles, veroorzaakt regelmatig minder effectief zuigen aan de borst.
2 Het onderwerp staat op de nascholingskalender en
tot je eigen verbazing vliegt het dagdeel borstvoeding voorbij. Dat je over zoiets basaals nog zoveel kunt bijleren! Over vaardigheden, maar ook over taal en toon, over keuzes en commercie.
10 De informatie aan jonge ouders moet consistent
3 Aanstaande ouders krijgen voorlichting die ze aan
zijn: samenwerking, afstemming en goede overdracht zijn essentieel in de keten, in de kring om ouders en baby heen. De borstvoedingorganisaties hebben hierin hun eigen unieke rol.
het denken zet. Ze realiseren zich al een beetje hoe zeer hun baby straks afhankelijk is van hun beslissingen.
4
Praktische tips staan in het licht van een goede start: de pasgeboren baby blijft warm toegedekt bloot bij moeder liggen zodat ze in alle rust aan elkaar kunnen wennen. En zoals alle jonge zoogdieren vindt de baby zelf de borst.
Met de 10 vuistregels staat het WHO/UNICEF Baby Friendly Hospital Initiative na vijftien jaar goed op de kaart. Maar er is ook nog veel werk te verzetten. Borstvoeding lijkt zo eenvoudig dat concurrentie met andere onderwerpen dreigt. De kwaliteit bewaken en optimaliseren: blijf zorgen voor borstvoeding! Het is nooit af.
5 De onwennige eerste dagen is er deskundige hulp
bij het aanleggen en eventueel kolven, zodat problemen en pijn worden voorkomen.
6 Het zelfvertrouwen van de ouders groeit met de dag en routinematig bijvoeden is al lang niet meer van deze tijd. Daar moet nu echt een gedegen medische indicatie voor gesteld zijn.
Stichting Zorg voor Borstvoeding Adrienne de Reede Sanny van Ginkel Petra den Uijl
2
3
Omzien in...
Koningin Beatrix op bezoek bij de UNICEF-tentoonstelling, augustus 1998
vereniging Borstvoeding Natuurlijk de video ‘Borstvoeding een zorg minder’ voor (aanstaande) ouders, waarvan het eerste exemplaar tijdens de première werd aangeboden aan minister Borst. De website met veel informatie voor de gezondheidszorg ging in mei 1999 de lucht in en begin 2000 was ook de nieuwsbrief Goed Gevoed een feit, gratis toegestuurd aan 1000 zorginstellingen; inmiddels is de oplage meer dan verdubbeld. In dat eerste nummer konden we meteen aankondigen dat minister Borst akkoord ging met het de toekenning van een nieuwe subsidie voor drie jaar door ZorgOnderzoek Nederland. We hadden toen negen borstvoedingcertificaten toegekend, met name aan kraamzorgorganisaties. Het Havenziekenhuis in Rotterdam stond als enige ziekenhuis in het lijstje.
In 1996 gingen we van start met de stichting Zorg voor Borstvoeding op basis van het projectplan dat door UNICEF Nederland aan het Preventiefonds was voorgelegd. En met succes. We kregen een projectsubsidie van het Preventiefonds voor de duur van drie jaar en konden het internationale Baby Friendly Hospital Initiative ook hier gaan vormgeven.
In die eerste jaren werkten we vooral aan informeren over de Tien vuistregels, die de internationale basis vormen voor optimale begeleiding. Een van de eerste wapenfeiten was de Nederlandse ondertiteling van de videofilm uit Noorwegen ‘Breast is Best’. Ook maakten we met extra financiële steun van de stichting Fondsenwervingsacties Volksgezondheid en de 4
Uit een enquête die we in februari 1999 hielden bleek dat zes van de tien vuistregels door 70% van de respondenten in praktijk werden gebracht en dat ruim 40 instellingen in 2000 en 2001 op willen gaan voor het certificaat.
Terugkijkend valt op dat we de tijd en financiële mogelijkheden hadden om op allerlei verschillende manieren aandacht te vragen voor borstvoeding. En dat deden we volop: een tv spotje onder regie van UNICEF ambassadeur Monique van de Ven, fotokaarten en ansichtkaarten in Loesjestijl, waarvoor we de teksten in een workshop met onze relaties hadden verzonnen, elk jaar weer leuke attenties voor Wereld Borstvoeding Week . We richtten ons dus ook op de ouders: in feite was het streven de voorlichting aan ouders voor de gezondheidszorg zo makkelijk mogelijk te maken.
Een van de hoogtepunten van de eerste jaren was wel de grote tentoonstelling over borstvoeding die we op verzoek van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK) namens UNICEF Nederland hebben gerealiseerd in de RAI op het internationale congres van kinderartsen in 1998. Omdat we er ook koningin Beatrix hebben rondgeleid, kreeg borstvoeding veel aandacht tot zelfs in het acht uur journaal!
5
Beeldmerkjes voor een fictief product: het ‘Japanse’ kaasje, gemaakt uit moedermelk... [archief André van Zwieten]
Zelf hebben we veel plezier gehad met het idee voor de 1 aprilgrap: kaasjes van moedermelk geïmporteerd uit Japan. Door de militaire acties van de NAVO in Kosovo dat jaar raakte het persbericht daarover volledig ondergesneeuwd; alleen Trouw nam er een berichtje over op. ‘Recht op borstvoeding. Een boekje open over de praktijk in Nederland anno 2000’: in een zwart kaftje lezen we in deze gezamenlijke uitgave van UNICEF
Nederland en Zorg voor Borstvoeding de ervaringen van ouders met de begeleiding die ze gekregen hebben. Er kwamen binnen een paar weken meer dan 250 brieven binnen, praktisch allemaal reacties van teleurgestelde en gefrustreerde ouders. ‘Ik was op dat moment nog niet in staat om te lopen, anders was ik hem zeker zelf gaan halen. De volgende ochtend vond ik een flesje in zijn wieg: hij was dus ondanks mijn nadrukkelijke verzoek die nacht bijgevoed.’- ’de verloskundige zei: ”zijn mondje staat er niet naar, je kunt maar beter overgaan op de fles”. Een krankzinnig antwoord, maar ik, onervaren moeder, geloofde haar.’ In dat jaar was het thema van Wereld Borstvoeding Week: ’ borstvoeding, je goed recht’, waarin aandacht werd gevraagd voor de manieren waarop de overheid borstvoeding kan en moet bevorderen. Bij de Wetenschapswinkel van de VU verscheen in 2000 het rapport ’A closer look at Breastfeeding in medical handbooks and teaching materials in the Netherlands’, waarvoor Zorg voor Borstvoeding 6
het initiatief had genomen. Uit dit onderzoek naar de inhoud van 17 verplichte lesboeken (van kraamzorg tot artsopleiding) bleek dat slechts drie een voldoende kregen volgens de WHO criteria. Veruit de beste score, een 8,8, was voor ‘ Begeleiding bij Borstvoeding ’, het studieboek dat nog steeds bij Zorg voor Borstvoeding te koop is, nu in de negende herziene druk van 2010. Later is op dezelfde manier een studie tot stand gekomen naar borstvoeding op de werkplek onder de titel ‘Hand in eigen boezem’ (2002). Het eerste project in samenwerking met de Wetenschapswinkel van de VU realiseerden we in 1998: ‘The economic benefit of Breastfeeding in de the Netherlands’.
kundigen (tevens lactatiekundigen) is betrokken geweest bij de formulering van de ‘Zeven stappen voor ondersteuning van borstvoeding in de JGZ’. Het was de aanleiding voor de herziene uitgave van de informatiefolder voor zorgverleners ‘Zorg voor borstvoeding!’. Om de drempels voor het borstvoedingcertificaat voor de gezondheidszorg weg te nemen ontwikkelden we een model plan-van-aanpak, dat je stapsgewijs meeneemt door het hele traject aan de hand van de Tien vuistregels of van de Zeven stappen voor de JGZ. Ook de cd-rom ‘Andermans veren’, waarvan we eerste versie in 2006 uitbrachten, is bedoeld om kwaliteitsverbetering te bevorderen. Door documenten met elkaar te delen wordt voorkomen dat iedereen kostbare tijd besteedt aan opnieuw het wiel uitvinden.
Vanaf 2001 heeft Zorg voor Borstvoeding ook de Jeugdgezondheidszorg betrokken bij het certificeringprogramma. Een groep van JGZ verpleeg7
0 1 2 x gen din
Andermans veren Documenten voor goede zorg - van collega’s / voor collega’s t iv e WH
O/U
N
ICEF
F ri e Baby
k l e m d e r eer
ndly
Hos
pita
ti l Ini
a
M ooeg v e e l m
d jkertij r je egeli an. T ouden lee geda h heeft l bij je te rs e huilt, it and baby vee als hij ij noo hij lsof h ig. Door je agt. troost oor heeft nkt a d hem ra en dri at hulp no r hij om v nneer je ok daarv t rs o a aa w r eb n. O lw a w g d e a re n r e lf e li m h te e e ikk dt z og lang kalm s be gzaam ontw n steed elf te by vin . Lan Je ba je kleintje begrijpt voor zijn ilijk zichz jullie s e Je d van heeft kennen. belangrijk og te mo je kin rt n r l e . a y e u a he at le elk bab cadea et iets ren, d r een kraam Je do et is voo . ande h ooiste . ig en in want ders nod e wereld r worden t is het m a u e d d o jk , in rg eli zijn uwen en zo fhank Vertro zal hij ona van liefde zeker ede basis o g n Ee
en n
343 ·
57 66
26
www
.zo
orb rgvo
orst
Zorg dat je baby goed gesteund dicht tegen je aan ligt, met hoofd en lijfje in een lijn en met het neusje bij de tepel.
2
De baby zoekt de borst en doet haar mondje open. Vaak kun je zien hoe ze het tongetje uitsteekt.
3
Pas als het mondje heel wijd opengaat, trek je de baby met de billetjes dichter tegen je aan. Ze houdt haar hoofdje iets naar achter.
4
Zo gaat het goed: kinnetje tegen de borst, het neusje vrij, en het is een prettig gevoel. Eerst zuigt de baby snel en na een poosje gaat ze rustig drinken. Je hoort haar slikken.
5
t0 89 te n ? u d e rs : 41 31 r we o 0111 · uurlijk M e e a ti e v o o r nd t g Nat ederla oedin LN in fo rm g Borstv ie LL igin anisat rg : Veren gorg id sz o oedin ndhe Borstv gezo e g d tive oedin Initia voor tv l e rs ta ti o pi a rB os in fo rm Zorg voo Friendly H y ting ab B ch ti F S ICE /UN WHO 2047 Lek n de us en aa Postb rimp AA K 30 29
1
ing voed
.nl
g n i d voe
ete
orst
die j
B
et w e mo
r n ove
6
Soms stroomt de melk zo hard dat ze loslaat. Geen probleem, gewoon opnieuw beginnen.
Als voeden pijn doet, haal je haar van de borst af. Dat doe je door met je pink in haar mondhoek het vacuüm te verbreken.
Kijk altijd of je baby aan de andere borst nog verder wil drinken. Als ze goed is aangelegd, kun je voeden zo vaak en zo lang jij en je kind prettig vinden. Voeden naar behoefte zorgt voor melk naar behoefte: er is altijd genoeg.
www.borstvoeding.nl
www.borstvoedingverdienttijd.nl
Blaadjes op? Bestel een nieuw bloc bij: www.zvb.borstvoeding.nl
r voo
Bor
stv
oed
org g Z Vanaf 2002 hebben we elk jaar informatiebijeentin tich e s d an e v komsten gehouden om belangstellenden de kans te gav Uit geven van ons en vooral ook van elkaar te horen hoe de certificering in zijn werk gaat, hoe knelpunten zoals scholing, prenatale voorlichting, motivatie en samenwerking worden opgelost. Steevast zijn daar lactatiekundigen te gast die workshops leiden over de gang van zaken in hun gecertificeerde instelling. Ook de verloskundige praktijken worden hier voor uitgenodigd, sinds voor deze belangrijke groep BFHIcertificering in aangepaste versie wordt aangeboden, met de verloskundige praktijk Zeist als eerste succesvolle kandidaat in 2004.
ing
De folder ‘2 x 10 dingen die je moet weten over borstvoeding’ is een soort visitekaartje van onze stichting geworden en zal bij velen bekend zijn. Aanvullend op de folders van de borstvoedingorganisaties VBN en LLL schrijven we hierin met eenvoudige en beknopte bewoordingen waarom borstvoeding belangrijk is en hoe het gaat in de praktijk van alledag. De huidige versie – nieuw vormgegeven in vrolijk rood - bevat op de achterzijde een korte tekst over de hechting tussen ouders en kind.
8
Een scheurblok met op elke pagina een serie duidelijke aanlegfoto’s met korte uitleg heeft in het hele land zijn weg gevonden en wordt veel gebruikt in de (prenatale) voorlichting.
Mooi was ook het fotoalbum ‘Zelf voeden, hoe gaat dat?’ voor ouders die weinig (Nederlands) lezen, een praktisch hulpmiddel bij de voorlichting aan deze groep .
9
De foto’s voor Goed Gevoed en andere uitingen, zoals posters en presentaties op symposia, werden deels gemaakt door professionele fotografen. We merkten telkens wat een uitdaging het is om die echt perfecte aanlegfoto te maken, de ontspannen sfeer te bewaren of net het oogcontact tussen moeder en kind vast te leggen.
10
11
Borstvoeding
werkt.
Tweede congres van de Samenwerkende
Borstvoedingorganisaties
www.borstvoeding.nl
Inmiddels was het Voedingscentrum ook actief geworden op borstvoedinggebied en Zorg voor Borstvoeding maakte van 2003 tot 2007 onderdeel uit van het masterplan ‘Borstvoeding verdient tijd’. We gaven twee maal een full color special van Goed Gevoed uit: in 2004 voor de ziekenhuizen en het jaar daarna voor de Jeugdgezondheidszorg.
En dan waren er de folders voor anderstaligen : Turks-Nederlands, Arabisch-Nederlands, Farsi-Engels en Frans-Engels: mooie uitgaven, die we echter in een latere subsidiefase moesten overdragen aan een van de borstvoedingorganisaties. Het viel buiten onze doelstelling. Tja die financiën, dat is wel een wederkerend refrein in ons bestaan gebleken.
We werken elke twee jaar mee aan het congres van de Samenwerkende Borstvoedingorganisaties SBO, te beginnen met ’Borstvoeding leeft’ in 2004. De website werd in 2009 helemaal vernieuwd en de belangrijkste informatieve documenten voor zorginstellingen zijn nu eenvoudig gratis te downloaden.
Talloze rapporten zijn geschreven, de toekenning van het WHO/UNICEF certificaat Zorg voor Borstvoeding is uiteindelijke onze belangrijkste taak. Dat geldt uiteraard ook voor de reassessments die telkens na drie jaar plaatsvinden. De VWS-subsidiekraan is dichtgedraaid. Vanaf 2011 moeten we de inkomsten uit de markt halen. Een bijzondere ‘uitdaging’ voor alle betrokken partijen...
En intussen wordt continu de Externe Beoordeling aangevraagd en uitgevoerd met de hulp van onze groep van freelance assessors, allen lactatiekundigen.
Bij de afsluiting van drie jaar ZonMw subsidie hielden we in Naturalis in Leiden in levendig Lagerhuisdebat met de titel ‘Wie het weet mag het zeggen’. 12
13
Greetings on the 15th anniversary of Zorg voor Borstvoeding from the BFHI European coordinators’ network, and congratulations with their support and well done work regarding the extension of the Baby Friendly Initiative in the Netherlands. For a successful implementation of the BFHI the WHO advises Governments to design a National Infant and Young Child Feeding and Nutrition Authority. However this is not the norm in most European countries. But if there is lack of interest of authorities, this important task has been assumed by motivated and dedicated BFHI teams, such as Zorg voor Borstvoeding. Together with the enthusiasm and good work of professionals and mother support groups these teams are expanding the Initiative throughout Europe. This has resulted in increasing numbers of well fed babies and young children and more empowered and happy mothers. And in a higher quality of health care and more motivated and enthusiastic professionals. Along the road difficulties and barriers, innovative ideas and opportunities were successfully shared among countries. And in this Zorg voor Borstvoeding has also played an important role: it is just fair to recognize your valuable contribution to the well being not only of Netherlands’ mothers and children, but also of children of all Europe! In these moments of financial crisis monetary constraints affect all of us and following the BFHI expansion path is not easy. This makes the Zorg voor Borstvoeding achievements even more important.
UNICEF Nederland is trots op de resultaten die Zorg voor Borstvoeding afgelopen 15 jaar bereikt heeft. 270 zorginstellingen in Nederland die met het behalen van het WHO/UNICEF borstvoedingscertificaat bewijzen te staan voor professionele ondersteuning en advies bij borstvoeding. Bijna 95% van alle kraamzorginstellingen en meer dan de helft van alle ziekenhuizen! Een prestatie van formaat die breed uitgemeten mag worden. Felicitaties namens UNICEF Nederland en de mensen die zich met ons inzetten voor de best mogelijke start voor kinderen wereldwijd.
Congratulations Zorg voor Borstvoeding. You have demonstrated that nothing is impossible! Thank you for your efforts.
Jan Bouke Wijbrandi algemeen directeur UNICEF Nederland
M Teresa Hernández Aguilar, MD, MPH BFHI Spain - Coordinator of BFHI industrialized countries network
14
15
Gefeliciteerd! Vijftien jaar geleden was ik directeur bij de stichting Wemos, een organisatie die zich bezighoudt met gezondheid wereldwijd. Eén van de thema’s was bescherming en promoten van borstvoeding. We wilden veel verbeteren maar ervoeren ook hoe lastig dat soms was. Het hielp als je visualiseerde wat je over een aantal jaar bereikt zou hebben. Dan kon je duidelijk op je –beoogde- resultaten aansturen, doelgericht daar naar toe werken. Tegelijk moest je reëel blijven. Te pretentieuze resultaten leverden frustratie op. In die tijd werkte ik ook veel samen met de Vereniging Borstvoeding Natuurlijk waarin o.a. Adrienne en Sanny actief waren. Die gingen iets nieuws doen: de Stichting Zorg voor Borstvoeding. Leuk, interessant, belangrijk, goed. Stel: • Jullie hadden toen gezegd: “In 2011 werkt een groot deel van de Nederlandse zorginstellingen volgens de richtlijnen van UNICEF en de WHO”. • Dan had ik jullie niet geloofd, en geadviseerd de beoogde resultaten niet zo ambitieus te formuleren.
Waar begin je te schrijven… Hoe bedank je collega’s voor het delen van hun kennis en expertise? Wel, alles start met een wit blad en heel wat losse woorden.
Hartelijk gefeliciteerd met het behaalde resultaat, al 15 jaar!!!! wordt door jullie borstvoeding op de kaart gezet. Een kleine herinnering van de uitreiking van het certificaat dat wij als OLVG in ontvangst mochten nemen in 2000 als eerste ziekenhuis van Nederland. We zijn er nog steeds erg trots op. Gefeliciteerd namens de afdeling verloskunde, kinderafdeling en neonatologie. Antoinette van Geemen, lactatiekundige in het OLVG
• Ik had jullie ook gevraagd hoeveel geld jullie daar voor te beschikking zouden hebben en hoeveel medewerkers jullie dachten in te zetten. • Dan hadden jullie waarschijnlijk gezegd: “wij doen dit met een kleine groep mensen, met structureel te weinig geld”.
Een welgemeende dank je wel om samen met Zorg voor Borstvoeding de Belgische BFHI evaluatoren mee op te leiden, om de gezellige momenten die we gehad hebben te kunnen delen. Jullie gezelschap Internationaal in Basel, Berlijn, Firenze, Glasgow en weet ik nog waar allemaal! Wat ik wel weet is dat het steeds leuk was en leerrijk! Vernieuwend en open van geest. Tof om jullie te kennen en voor altijd in mijn hart mee te dragen, jullie en de fijne collega’s die mee hielpen in België!!
• ik was verbijsterd achtergebleven.
Jullie hebben zeer succesvol aan het realiseren van je idealen gewerkt. Echt een prestatie van formaat! Respect!
Serena Dubonnet
Jaap Kemkes
Coördinator BFHI België, lactatiekundige IBCLC
Kemkes e.a. Beleidsadvies en interim-management voor ideële organisaties 16
17
Het Voedingscentrum feliciteert de Stichting Zorg voor Borstvoeding met hun jubileum. Dankzij jullie inzet kunnen ouders rekenen op zorg voor borstvoeding.
Het Nederlands Huisartsen Genootschap feliciteert de Stichting Zorg voor Borstvoeding met hun 15 jarig bestaan. Een kroon op al uw inzet!
De AJN wenst Zorg voor Borstvoeding een eeuwige jeugd toe! De afgelopen jaren hebben bewezen hoe succesvol hun inspanningen zijn gebleken. Chapeau!
Nederlandse Beroepsvereniging voor Kraamverzorgenden feliciteert Stichting “ZORG VOOR BORSTVOEDING” met het 15 jarig bestaan. Namens het bestuur Tineke Bogaard, voorzitter
Het bestuur van de Vereniging Borstvoeding Natuurlijk feliciteert de Stichting Zorg voor Borstvoeding met het 15 jarige jubileum!
De commissie voeding van de NVK feliciteert de Stichting Zorg voor Borstvoeding met het 15 jarig jubileum en wenst de stichting veel succes om al het goede werk door te zetten. Namens de commissie,
Al vijftien jaar lang vertaalt ‘Zorg voor Borstvoeding’ internationaal gedragen beleid naar de Nederlandse situatie, iets waar La Leche League zich in herkent en bij thuis voelt. We hopen dat dit jubileum voelt als een kroon op jullie werk!
Dr Koen Joosten, kinderarts
Felicitaties van de V&VN aan de Stichting Zorg voor Borstvoeding met jullie jubileum, mede dank zij jullie kennis, inzet en doorzettingsvermogen is borstvoeding nu beter in beeld van de jeugdgezondheidszorg! ActiZ feliciteert Stichting Zorg voor Borstvoeding met haar jubileum. De tien vuistregels en het charter voor borstvoeding zijn wat ons betreft hoogtepunten van de activiteiten van ZVB om borstvoeding op de kaart te zetten.
Collega’s van de Nederlandse Vereniging van Lactatiekundigen feliciteren de Stichting Zorg voor Borstvoeding met hun 15 jarig jubileum en hopen nog vele jaren hierna op een prettige professionele samenwerking, waarbij wij elkaar ondersteunen in de zorg rond borstvoeding!
Van harte gefeliciteerd! De werkers in de Jeugdgezondheidszorg kunnen al 15 jaar rekenen op júllie steun bij hún ondersteuning van moeders bij het geven van borstvoeding.
18
Van harte gefeliciteerd met jullie 15-jarig bestaan. Dankzij jullie inspanningen blijft, in een omgeving vol technische en medische hulpmiddelen, het geven van borstvoeding natuurlijk. Anja Evers, directeur Nederlandse Vereniging van Diëtisten Ukie Harkema, diëtist, lid platform Borstvoeding
Als V&VN VOG staan we achter een goede zorg voor borstvoeding. Onze felicitaties met jullie belangrijke bijdrage daaraan. Al 15 jaar! bestuur V&VN VOG
19
In 2010:
In 2010 vinden in 154 van alle 198 landen van de wereld activiteiten plaats in het kader van het Baby Friendly Hospital Initiative. Volgens een inventarisatie van de WHO zijn er in die landen in totaal 77.300 ziekenhuizen en daarvan is 27% in het bezit van het borstvoedingcertificaat. De geïndustrialiseerde landen scoren gemiddeld lager dan de landen in ontwikkeling. In de selectie van landen in de tabel vallen de uitschieters op: Nieuw Zeeland, Zweden, Turkije. Maar ook Nederland bevindt zich in de hoogste regionen. Dat komt vooral door het feit dat de kraamzorg hierbij ook is meegerekend: het is het gemiddelde percentage van het bereik in ziekenhuizen (53%) en kraamzorg (93%). De kraamzorg kunnen we uiteraard niet buiten beschouwing laten. Per slot van rekening krijgt het overgrote deel van de pas bevallen vrouwen en hun baby’s enige tijd de zorg en begeleiding van een kraamzorgorganisatie. De deelname aan het ZvB programma is in deze sector gelukkig groot. Borstvoeding is een belangrijk onderwerp in de dagelijkse zorg van moeder en kind in de thuissituatie, iets wat de kraamverzorgenden na aan het hart ligt.
totaal aantal
geboortecijfer:
ziekenhuizen*
% in instelling met
certificaat
Zweden
66
97
Nieuw Zeeland
78
95
Turkije
915
86
Nederland
190
73
Noorwegen
53
68
Luxemburg
5
60
Zwitserland
118
55
Ierland
20
35
Denemarken
35
31
Groot Brittannië
320
19
Australië
477
15
Canada
213
12
Finland
33
12
Oostenrijk
118
12
Portugal
52
12
Polen
456
11
België
127
9
Rusland
3000
9
Hongarije
119
7
Estland
17
6
VS
3100
4
Italië
700
3
Duitsland
933
2
Frankrijk
650
2
Griekenland
50
2
Spanje
909
1
*in Nederland inclusief kraamzorg 20
bereik van door ZvB BHFI-gecertificeerde instellingen 100%
80%
60%
40%
20%
0% 2000
2001
2002
2003 kraam
2004 jgz
2005 ziekenhuis
In 2004 was het bereik in de kraamzorg 35% en in 2011 al 97,5%. Ook de ziekenhuizen doen volop mee en gingen van 10% in 2004 naar 55% in 2011. In de Jeugdgezondheidszorg liggen de resultaten wat lager en is het bereik nu 48%. Tenslotte de verloskundige praktijken; daar is de inhaalslag sinds 2004 spectaculair geweest en krijgt nu naar schatting 45% van de moeders, die bevallen bij de verloskundige, zorg van een praktijk met het WHO/UNICEF certificaat Zorg voor Borstvoeding.
2006
2007
2008
2009
2010
2011
verlosk. praktijken
Sinds 2005 bieden zorgverzekeraars aan de kraamzorgbedrijven een gunstiger tarief als ze het borstvoedingcertificaat bezitten: ze worden gekort als ze het niet behalen of behouden. We vertrouwen erop dat deze steun in de rug niet teloorgaat, want consistente en toetsbaar hoge kwaliteit van zorg kost de nodige inspanning. Daar mag voor een zorginstelling best wat tegenover staan.
21
een zorg minder thuis maar ook bij werken buitenshuis kolven koelen verwarmen
Met wat hulp leer je
Voed gerust wanneer
Zorg ook goed voor
Weer aan het werk?
snel hoe borstvoeding
je baby wil,
jezelf en vraag om
Maak - in goed overleg -
gaat. Zelf voeden is
de regelmaat komt
advies.
gebruik van je recht;
makkelijk en plezierig
vanzelf.
Problemen zijn er om
een kwart van de
opgelost te worden.
werktijd doorbetaald
voor moeder en kind.
borstvoeding blijft veilig gezond
voeden of kolven.
en lekker
De beste start Vragen over het WHO/UNICEF borstvoedingscertificaat?
Bel voor brochure of verkooppunt:
070 - 333 93 00
Vragen over borstvoeding?
www.borstvoeding.nl Vragen over verlofregelingen?
Borstvoedingorganisatie LLL
Postbus 2047 2930 AA Krimpen aan de Lek
Met UNICEF geboortekaartjes helpt u kinderen overal ter wereld
postbus 212
Ministerie van Sociale Zaken en
4300 AE Zierikzee
Werkgelegenheid
telefoon 0111 · 41 31 89
postbus 90801 2509 LV Den Haag informatietelefoon: 0800 · 9051
Vereniging Borstvoeding Natuurlijk postbus 119 3960 BC Wijk bij Duurstede telefoon 0343 · 57 66 26
www.borstvoeding.nl
POSTERS WERELD BORSTVOEDING WEEK 1999
2000
22
2001
23
De waarde van het BFHI-programma voor mij zit in het internationale karakter ervan. Meer dan welk initiatief of organisatie ook op het gebied van borstvoeding in Nederland zorgt de uitvoering van het BFHI-programma voor een brede, internationale visie waarin alle elementen van borstvoeding geven en krijgen worden gewaarborgd. Lydia de Raad, voorzitter SBO
Laten we blij zijn dat er ook ‘kunstvoeding’ bestaat, maar dit dan ook als kunstgreep hanteren wanneer de natuur hapert. Of we nu willen of niet, de mens is een natuurwezen , een onderdeel van een veel bredere kringloop van geboorte, leven en sterven in samenhang en als onderdeel van alle leven op aarde. De mensheid lijkt zich met haar enorme creativiteit en denk- en daadkracht soms los te zingen van deze realiteit. Dat heeft ons veel gebracht, maar hierbij lopen we ook tegen grenzen aan, waar maatschappelijke waarden en gezondheid het verliezen van de kracht van marketing. Zo erg dat mensen geen borstvoeding gaven met de opmerking: ‘Ik ben toch geen aap of ‘n koe’. De campagnes van de stichting Zorg voor Borstvoeding hebben sterk bijgedragen aan een bewustwordingsproces in de gezondheidszorg dat borstvoeding natuurlijk en gezond is en dit telkens van een wetenschappelijk en praktisch kader voorzien. En juist omdat we dankzij ons denkvermogen anders dan ‘apen’ zijn, kunnen we beredeneren waarom koemelk vooral geschikt is voor kalfjes en moedermelk voor onze kinderen. Laten we blij zijn dat er ook ‘kunstvoeding’ bestaat, maar dit dan ook als kunstgreep hanteren wanneer de natuur hapert. Bert van Ruitenbeek, Voormalig bestuurslid UNICEF en mede-oprichter BFHI in Nederland
De bijdrage van het BFHI-programma van Zorg voor Borstvoeding is een heel belangrijke gebleken: leidend tot bewustwording van het belang van borstvoeding, bewustwording van de huidige inzichten in begeleiding bij borstvoeding en een stimulans om gericht zorg te verbeteren. Het programma stimuleert en geeft richting aan een belangrijke professionaliseringsslag in het begeleiden bij borstvoeding. Blij ben ik met de aandacht die de begeleiding bij borstvoeding inmiddels bij professionals - en wat mij betreft bij verloskundigen in het bijzonder - heeft gekregen. Deze beroepsgroep is na enige aarzeling de uitdaging aangegaan en heeft een prachtig groeiproces doorgemaakt in de begeleiding bij borstvoeding. Vele initiatieven zijn in praktijken en verloskundige kringen ontstaan en de begeleiding bij borstvoeding staat professioneel op de kaart binnen deze beroepsgroep. Jolande IJsseldijk, STBN
24
De uitdaging is om borstvoeding steeds meer tot de norm te maken. De uitdaging voor de toekomst is te zorgen dat vrouwen borstvoeding weer zien als de normaalste zaak van de wereld, als iets waar je soms best even moeite voor moet doen, en als iets waar je als het eenmaal goed loopt een lange tijd mee kunt doorgaan. Uiteraard hebben vrouwen een vrije keuze maar ze krijgen nu vaak het idee mee dat borstvoeding ‘voordelen’ zou hebben. Dit is eigenlijk het omdraaien van de werkelijkheid. Borstvoeding geven heeft geen voordelen, geen borstvoeding geven heeft nadelen. De uitdaging is om borstvoeding steeds meer tot de norm te maken. Maartje van der Zedde Hoofdredacteur KraamSupport
Andere verzekeraars zijn ons daarin gevolgd. Als kritische noot willen we aangeven dat diverse kraamcentra kritiek hebben op de (stijgende) kosten van met name de audit. Voor verloskundigen, als zelfstandige ondernemer, is het certificaat meestal veel te duur. De uitdaging voor de toekomst is om de continuïteit na de kraamperiode, na de overdracht naar de JGZ, beter te borgen. Ook de begeleiding bij borstvoeding in ziekenhuizen heeft nog meer aandacht nodig. Jacqueline Kasdorp Zorgverzekeraar Univé - VGZ - IZA – Trias
Zorg voor Borstvoeding heeft zich er hard voor gemaakt dat er landelijk op een eenduidige manier voorlichting en instructie aan zwangeren en jonge moeders wordt gegeven. De meeste kraamzorgaanbieders nemen het onderwerp nu veel serieuzer, hebben zich gecertificeerd en hebben vaak zelf een lactatiekundige in dienst. Ook de verloskundigen hebben zich hierin verder geprofessionaliseerd. Tussen beide beroepsgroepen wordt nu meestal een eenduidig beleid afgesproken. Uit onderzoek blijkt dat vrouwen nu ook vaker op het einde van de kraamtijd nog volledige borstvoeding geven. Het feit dat zoveel kraamzorgaanbieders het WHO/UNICEF-certificaat voor borstvoeding in het bezit hebben, heeft een directe link heeft met het contracteerbeleid van diverse zorgverzekeraars. Sinds 2005 hanteerde UVIT namelijk een korting van 5% op het tarief, als het certificaat niet in het bezit was. 25
Borstvoeding is van de hobby van een arts of verpleegkundige nu een normaal en belangrijk onderdeel van het werk geworden. en bedrijfsartsen moeten we meer op voordelen van borstvoeding te attenderen. Ook de omgeving van de ouders zou meer borstvoedingminded moeten worden, zoals in Scandinavië. Ada Keur, lactatiekundige GGD Amsterdam
Zorg voor Borstvoeding heeft de borstvoeding op de kaart gezet als iets dat is door de gezondheidszorg serieus genomen moet worden. Het recertificeren ondersteunt de organisaties dat zij met hun manier van werken op de goede weg zijn. Zonder ZvB was dit allemaal niet gerealiseerd. Borstvoeding is van de hobby van een arts of verpleegkundige nu een normaal en belangrijk onderdeel van het werk geworden. De artsen en verpleegkundigen behoren te onderschrijven dat borstvoeding eerste keus is en zij dienen dit ook uit te dragen; voorheen was dit bijvoorbeeld geen onderwerp bij het inwerken. Vijftien jaar geleden vond men drie maanden borstvoeding geven al heel lang, en toen ik bij de GGD over het WHO/UNICEF advies van zes maanden 100% borstvoeding sprak, was lang niet iedereen gemotiveerd, laat staan ervan overtuigd, dat dit voor moeder en kind haalbaar en ook goed is. Dat is nu wel heel anders! De uitdaging voor de toekomst is dat de certificering wordt voortgezet: we moeten de overheid ervan overtuigen dat borstvoeding een kwaliteitseis is en controle nodig heeft. Elke drie jaar toetsen is echt belangrijk en zeer motiverend voor de organisaties. De samenwerking tussen de organisaties voor kraamzorg, kraamafdelingen, verloskundigen en de Jeugdgezondheidszorg kan nog veel beter. Kinderdagverblijven
Zorg voor Borstvoeding heeft in de afgelopen 15 jaar een belangrijke bijdrage geleverd aan een bewustwordingsproces onder de zorgverleners. Deze staan nu beter stil bij het belang van borstvoeding voor moeder en kind. De uitdaging voor de toekomst is een absolute vergroting van kennis onder zorgverleners. Centraal daarin moet staan de normale fysiologie en ontwikkeling van baby’s en jonge kinderen en de rol van borstvoeding in dat geheel. De overheid heeft in dit krachtenveld van ultieme preventieve gezondheidszorg een belangrijke verantwoordelijkheid. Zij kan niet meer om de aangetoonde risico’s van gebrek aan borstvoeding heen. De woorden van de wetenschap moeten vergezeld gaan van daden door de overheid en dus van budgetten en inzet die bijdragen aan een gezonde start van ieder nieuw mensenleven! Stefan Kleintjes en medewerkers, Kenniscentrum Borstvoeding 26
verbreken we de cirkel van trouwe, zoete contacten en reclame met de kunstvoedingsindustrie? We leverden ook een bijdrage aan het opstellen van de criteria voor ‘de 7 stappen voor de JGZ’. Het waren bruisende jaren, gekenmerkt door veel pionierswerk met gelijkgezinden, wat ook aanstekelijk werkte. Het Rijnstateziekenhuis en de Verloskundige Kring Arnhem en omgeving werkte ook aan de certificering voor borstvoeding. En een korte filmcarrière volgde, we werkten mee aan de voorlichtingsfilm van Zorg voor Borstvoeding ‘Goede zorg werkt’. Met het programma van Stichting Zorg voor Borstvoeding was het mogelijk om zeer doelmatig een gigantisch project van de grond te krijgen. We voldoen sinds vele jaren aan de eisen voor goede zorg voor borstvoeding en de ouders merken dat heel goed.
Met de introductie van het WHO/UNICEF BFHI programma en de 10 vuistregels in Nederland is een ongekende revolutie op gang gebracht binnen de zorginstellingen die met ouders van jonge kinderen werken. In het Zuivelland van Friso en Nutricia kwam borstvoeding op de kaart als de wenselijke, de beste voeding voor alle zuigelingen. De overheid werd ook wakker en deed langzamerhand steeds beter mee om borstvoeding te promoten en bevorderen.
Mijn persoonlijke interesse als wijkverpleegkundige was in 1997 gewekt na het lezen van een artikel over Zorg voor Borstvoeding en de 10 vuistregels in het Tijdschrift voor Verpleegkundigen. Rond dezelfde tijd vond er bij Zorg voor Borstvoeding een geweldig inspirerende bijeenkomst plaats met als thema “Introductie van BFHI en het certificeringprogramma”. Kort daarna viel bij mijn werkgever Stichting Thuiszorg Midden Gelderland het managementbesluit: we gaan ervoor, starten een projectgroep en laten een lactatiekundige opleiden, met als doel certificering in 2000. Hierop ontstond een vloedgolf van activiteiten en eindeloze vragen aan Zorg voor Borstvoeding: hoe zetten we een 0-meting op (uitkomst: de borstvoedingszorg is zwaar onvoldoende), hoe verzamelen we borstvoedingscijfers, waar is een lesprogramma te koop, waar vinden we lactatiekundigen om ruim 300 medewerkers bij te scholen, hoe komen we aan goede kolven en hulpmiddelen, hoe bespreken we de WHO-code en
ZvB gaat door met inspireren. De goede informatie die ons bereikt via Goed Gevoed, de fijne contacten rondom de recertificering en nieuwe aanbevelingen om de drie jaar houden ons borstvoedingsbeleid fris en in beweging. Onderzoeken en ontwikkelingen rondom het onderwerp borstvoeding gaan door en zo ook het BFHI van de WHO-UNICEF. Namens medewerkers en ouders hartelijk bedankt en van harte gefeliciteerd! Anna Ingadottir lactatiekundige IBCLC, stafmedewerker JGZ
Met het ZvB-programma lukte het om zeer doelmatig een gigantisch project van de grond te krijgen. 27
moedermelk waardevast
Een isgoed begin het halve werk
e aald beh n den ee st! erle ieden ekom v t e o b In h ltaten or de t u o s v re ntie a gar
Zorg dat je baby goed gesteund dicht tegen je aan ligt, met hoofd en lijfje in een lijn en met het neusje bij de tepel.
2
1
Pas als het mondje heel wijd opengaat, trek je de baby met de billetjes dichter tegen je aan. Ze houdt haar hoofdje iets naar achter.
3
4
5
Resultaten
Optimale gezondheid, want borstvoeding leidt onder meer tot:
minder maag-darmstoornissen minder oorontsteking en luchtweginfecties
En dat tegen minimale kosten:
inder doktersbezoek of ziekenhuisopname m een jaar flesvoeding kost ± € 500
Garantie
Het natuurlijke vervolg op de zwangerschap:
Zo gaat het goed: kinnetje tegen de borst, het neusje vrij, en het is een prettig gevoel. Eerst zuigt de baby snel en na een poosje gaat ze rustig drinken. Je hoort haar slikken.
Soms stroomt de melk zo hard dat ze loslaat. Geen probleem, gewoon opnieuw beginnen.
Toekomst
Een gezonde nieuwe generatie:
s nel herstel na de bevalling en weinig bloedverlies makkelijk terug op je oude gewicht
minder allergische klachten minder overgewicht en suikerziekte
v erzuim vanwege een zieke baby is beperkt besparing op ziektekosten ook op langere termijn
stevigere botten (50+) minder risico op bepaalde vormen van kanker
Een investering met rendement:
De baby zoekt de borst en doet het mondje open. Vaak kun je zien hoe ze haar tongetje uitsteekt.
Als voeden pijn doet, haal je haar van de borst af. Dat doe je door met je pink in haar mondhoek het vacuüm te verbreken.
En voor vrouwen die langer voeden geldt:
www.borstvoeding.nl
Kijk altijd of je baby aan de andere borst nog verder wil drinken. Als ze goed is aangelegd, kun je voeden zo vaak en zo lang jij en je kind prettig vinden. Voeden naar behoefte zorgt voor melk naar behoefte: er is altijd genoeg.
6
www.borstvoeding.nl
POSTERS WERELD BORSTVOEDING WEEK 2002
2003
28
2004
2005
29
De gezamenlijke agenda van het platform Borstvoeding Charter voor borstvoeding Reden voor de leden van het platform Borstvoeding om de krachten (verder) te bundelen in een gezamenlijk streven om het geven van borstvoeding in Nederland gewoon te maken. De platformpartijen hebben zich verdiept in de vraag wat ervoor nodig is om borstvoeding te bevorderen en weer vanzelfsprekender te maken. Dit is beschreven in het Charter voor borstvoeding, dat twee jaar geleden werd gelanceerd.
Het platform Borstvoeding is in 2002 opgericht in het kader van de opdracht van het ministerie van VWS aan het Voedingscentrum om het geven van borstvoeding te stimuleren. In het platform Borstvoeding participeren vertegenwoordigers van beroepsgroepen en organisaties die in hun werk te maken hebben met borstvoeding. Doel van het platform is, behalve adviseren over de borstvoedingscampagne, ook onderling tot samenwerking en afstemming te komen.
Als gezamenlijk streven beschrijft het Charter een samenleving waarin: het geven van borstvoeding gewoon is; iedereen bekend is met de voordelen van borstvoeding; ouders weloverwogen keuzes kunnen maken over de voeding van hun baby; vrouwen in staat zijn hun kinderen borstvoeding te geven zolang zij willen.
• • • •
Borstvoeding levert aantoonbare gezondheidswinst voor moeder en kind. Daarom adviseert de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) om baby’s de eerste zes levensmaanden uitsluitend borstvoeding te geven en er daarna nog geruime tijd mee door te gaan in combinatie met geschikte vaste voeding. Veel kinderen in Nederland profiteren niet optimaal van de gezondheidseffecten van borstvoeding. Positief is dat ruim driekwart van de moeders begint met borstvoeding, maar helaas krijgt uiteindelijk minder dan 20% van de baby’s van zes maanden uitsluitend borstvoeding. Met het oog op gezondheid èn vanuit economisch perspectief is dit een ongewenste situatie.
Uiteraard spelen de platformorganisaties zelf een belangrijke rol in het realiseren van deze doelstellingen, maar dit kan niet zonder de bijdrage van anderen, zoals zorgverleners, zorgverzekeraars, media, gemeenten, werkgevers, opleidingsinstituten en zorginstellingen. Vandaar dat deze partijen in het Charter worden opgeroepen mee te helpen en steun te betuigen aan het Charter. Velen hebben inmiddels gehoor gegeven aan deze oproep, met UNICEF Nederland voorop, maar meer is beter! Steun betuigen aan het Charter en de hierin beschreven doelstellingen kan nog steeds. Ga naar www.chartervoorborstvoeding.nl en laat zien dat ook u het geven van borstvoeding vanzelfsprekend vindt. Het Voedingscentrum - Eerlijk over eten Karen van Drongelen Projectmanager
Om dat te bewerkstelligen heeft het Platform Borstvoeding de volgende doelstellingen : verbeteren van de kwaliteit en continuïteit van de zorg; wegnemen van maatschappelijke belemmeringen; versterken van het zelfvertrouwen van moeders en hun partners; een werkklimaat scheppen samen met werkgevers en werknemers waarin het geven van borstvoeding en kolven gewoon is; verdere implementatie van de WHO-Code.
• • • •
Uit onderzoek naar de redenen waarom moeders stoppen, blijkt dat hier tal van oorzaken aan ten grondslag liggen die vaak te maken hebben met randvoorwaarden om borstvoeding te geven, zoals een goede begeleiding door zorgverleners, steun van anderen in de naaste kring, maar ook op het werk of in de samenleving als geheel. En daar valt wat aan te doen.
•
30
31
Geneva, 17 August 2011
Dear Colleagues and Friends in the Netherlands, It is my pleasure and privilege to write to you in my capacity of the European coordinator of IBFAN on the occasion of the 15th anniversary of the Baby-Friendly Hospital Initiative in your country. The year when you managed to gather support for ‘making BFHI happen’ in the Netherlands I was still working for UNICEF. I remember how pleased we all were that one more industrialized country realized that BFHI was not ‘just one more initiative for the third world’ but an essential step in making the world better for all children and mothers, no matter where they live. To the outsider, BFHI may seem relatively easy to implement. There are only 10 Steps, one simple condition to comply with the relevant provisions of the International Code of Marketing of breastmilk substitutes and resolutions of the World Health Assembly and --- well, it is done! You, with your 15 year experience, can testify that it is no small feat to implement BFHI. First you had to persuade decision-makers at various levels that the work and financial investment to get the Initiative underway and to sustain it are worthwhile. The fact that most decisions, despite the rhetoric about human rights, about ethical and moral obligations, are taken based on how much it costs and whether it makes sense in economic and also political terms, does not make BFHI implementation any easier.
And finally and perhaps most importantly, you must have remained rigorous when there were pressures coming from many sides to ‘close your eye’ when some step or other were not quite achieved, to lower your guard when funding for implementation is scarce and some ‘partners’ with conflict of interest knock on the door, when people feel that BFHI is ‘old news’, so should not there be now something new…. None of this is easy!
You helped many professionals to understand that BFHI is about mothers and babies and not about profits or personal benefits. Yet, you did not give up, you stood firm and day after day, year after year you managed to stay on course. The immense progress of BFHI in your country is the best testimony of your efforts: 270 health care facilities proudly display the WHO/UNICEF BFHI award. Thanks to you, in all these facilities mothers have a chance to learn about how best to feed their babies, to be protected against pressures the commercial sector would otherwise put on them to feed their babies artificially, and to enjoy full breastfeeding support from all staff. The few mothers who cannot enjoy breastfeeding are assisted in how to make formula feeding the safest possible for their babies.
With my best wishes and much admiration for your work, Lida Lhotska IBFAN Regional Coordinator for Europe
Secondly, you had to invest time and resources, always far greater than one ever imagines, in helping to launch the initiative and to maintain its standards.
32
And what more, you have helped to protect health professionals working in the BFHI facilities. They do no longer have to fend off company representatives or decide which infant formula should be the ‘flavour of the months’ in their hospital or health centre, as still happens in too many hospitals around the world. You helped many professionals to understand that BFHI is about mothers and babies and not about profits or personal benefits. This is one of the reasons why BFHI has always been very close to the heart of IBFAN as the network works for the right of infants everywhere to the highest level of health; the right of families, and in particular women and children, to adequate food; the right of women to breastfeed and to make informed decisions about infant feeding; the right of women to full support for successful breastfeeding and for sound infant feeding practices; the right of all people to health services which meet basic needs; the right of health workers and consumers to health care systems which are free of commercial pressures; the right of people to organise in international solidarity to secure changes which protect and promote basic health. And BFHI makes an important contribution to all these rights. Dear all, who have been since 1996 investing your time, knowledge, experience and enthusiasm into making the Baby-Friendly Hospital Initiative work in your country, you deserve all the congratulations you will receive and you should be very proud of your work!
33
De 10 vuistregels, een simpel instrument een blijvende verbetering van de zorg rondom borstvoeding. Doordat de stichting Zorg voor Borstvoeding met het systeem van certificering is gekomen en de Vereniging Kind en Ziekenhuis met de Smileys, werden ziekenhuizen, in een tijd waarin Kwaliteit van Zorg door ziekenhuizen, zorginstellingen en ziektekostenverzekeringen zo belangrijk werd gevonden, uitgedaagd om tot het uiterste te gaan; ze wilden niet achterblijven bij andere instellingen. De noodzakelijke veranderingen kon men bij het ziekenhuismanagement realiseren door zich te beroepen op weer diezelfde 10 vuistregels. Een van de belangrijke zichtbare of meetbare verandering op borstvoedinggebied in de afgelopen 15 jaar is borstvoeding na een sectio Caesarea mogelijk maken. Huid-op-huid contact op de operatiekamer was 15 jaar geleden ondenkbaar, maar wordt nu zonder problemen getolereerd door gynaecologen/obstetrici en anaesthesiologen, door operatiekamerpersoneel en verkoeverpersoneel. Het is nu ‘common practice’, gekoesterd en aangemoedigd door genoemde professionals. Dé uitdaging voor de toekomst is om de terugval van de borstvoedingscijfers na drie maanden (als de moeder weer aan het werk moet) te lijf te gaan. Ergo: de overheid te overtuigen van de gezondheidsvoordelen van een jaar zorgverlof van de moeder om haar kind van borstvoeding en een goede hechting en veiligheidsbasis te voorzien. Chapeau voor het vele werk en jullie niet aflatende steun voor de bevordering van borstvoeding!
Het BFHI-programma c.q. Zorg voor Borstvoeding heeft in zeer belangrijke mate bijgedragen aan de bevordering van borstvoeding. De belangrijkste factor was daarbij het opstellen van de 10 vuistregels. Deze 10 regels blinken uit door eenvoud en volledigheid. Hierdoor zijn ze gemakkelijk te onthouden en te hanteren. Het blijft overigens wel een voortdurende uitdaging om de 10 Vuistregels te borgen. Ze hebben bijgedragen aan uniformiteit bij het begeleiden van borstvoeding: je kon er steeds op terugvallen. Dezelfde regels golden, of het nu om een kraamafdeling, een couveuseafdeling of een zuigelingenafdeling ging. De 10 vuistregels maakten het mogelijk om bij zieke zuigelingen met problemen van bijvoorbeeld neonatale hypoglycaemie en hyperbilirubinemie tot een oplossing te komen: teruggrijpen op dezelfde eenvoudige 10 Vuistregels. Zodoende kon een beleid van het geven van glucosewater of bijvoeding in de vorm van kunstvoeding eenvoudig worden weerlegd door het simpele advies: eerder aanleggen, vaker aanleggen, niet onnodig bijvoeden. In de loop van de jaren werd het op sommige ziekenhuisafdelingen, mede door ondersteuning van het beleid van de 10 vuistregels, mogelijk om (ook bij keizersnede en zieke moeders) logistieke maatregelen te treffen om moeder en kind niet, of althans zo weinig en zo kort mogelijk, te scheiden. Huid-op-huid contact kwam hier als vanzelfsprekend uit voort. Hiervoor was soms een cultuurverandering nodig die geleidelijk in de loop van jaren kon ontstaan, dankzij een niet aflatend beroep op steeds weer diezelfde regels, die als belangrijkste argumentatie werden aangevoerd. Dit is volgens mij de belangrijkste bijdrage geweest aan
Dr. Ben Semmekrot, kinderarts-neonatoloog Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis Nijmegen 34
Dé uitdaging voor de toekomst is om de terugval van de borstvoedingscijfers na drie maanden (als de moeder weer aan het werk moet) te lijf te gaan. Ergo: de overheid te overtuigen van de gezondheidsvoordelen van een jaar zorgverlof van de moeder om haar kind van borstvoeding en een goede hechting en veiligheidsbasis te voorzien. 35
pasgeboren:
Geef borstvoeding de ruimte
Borstvoeding kent geen grenzen
To achieve optimal growth, development and health, infants should be exclusively breastfed for the first 6 months of life. Thereafter, to meet their evolving nutritional requirements, infants should begin to receive nutritionally adequate and safe complementary foods while breastfeeding continues for up to two years of age or beyond. Breastfeeding remains the unequalled way of providing ideal food for the healthy growth and development of infants and is an integral part of the reproductive process. Breast milk provides all the energy and nutrients that the infant needs for the first months of life, and it continues to provide up to half or more of a child’s nutritional needs during the second-half of the first year, and up to one-third during the second year of life. It promotes sensory and cognitive development. Breast milk contains unique immunological properties which protect against both infectious and chronic diseases. Breastfeeding’s positive contribution to the health and wellbeing of mothers, child-spacing, family and national economics, food security and a safe environment makes it a key aspect of primary health care and a important aspect of sound socioeconomic development. Accumulating evidence also demonstrates that: exclusive breastfeeding from birth is possible except in the case of a small number of specific medical conditions, and unrestricted exclusive breastfeeding from birth results in ample milk production; breastfeeding, while a natural act is also a learned behaviour. Virtually all women can breastfeed provided they have adequate information and support, and, if needed, skilled practical help, for example from breastfeeding counsellors, who can help build mothers’ confidence, improve technique, and prevent or resolve difficulties; women in paid employment can continue to breastfeed successfully provided they benefit from enabling conditions, for example paid maternity leave, part-time work, workplace facilities (onsite crèches, facilities for expressing milk), and breastfeeding breaks. Conditions which facilitate continued breastfeeding also benefit employers since they reduce employee turnover and absenteeism due to child illness; The Baby Friendly Hospital Initiative, launched in 1991, is the UNICEF/WHO’s primary intervention strategy for strengthening the capacity of national, regional and local health systems to protect and support breastfeeding. The BFHI has thus been incorporated into best practice initiatives in maternity services worldwide and has been shown to have achieved significant improvements in breastfeeding rates and practices wherever it is applied. WHO/UNICEF accredits hospitals with a “Baby Friendly” quality standard designation when they have made the institutional and practice changes necessary to meet the Initiative’s stringent assessment criteria. A BFH is a health care facility where the WHO/UNICEF 10 Steps to Successful Breastfeeding are the standard for maternal and child care with the aim of effectively protecting, promoting and supporting exclusive breastfeeding from birth.
niet storen Zorg voor Borstvoeding www.borstvoeding.nl
www.borstvoeding.nl
uitgave stichting Zorg voor Borstvoeding
www.borstvoeding.nl
edition: stichting Zorg voor Borstvoeding, The Netherlands
Stamp Collection: Signe Franks, Sweden
Stamp Collection: Signe Franks, Sweden
POSTERS WERELD BORSTVOEDING WEEK 2006
2007
36
2008
37
Multidisciplinaire richtlijn
De afgelopen jaren is door een groot aantal organisaties, waaronder Stichting Zorg voor Borstvoeding, onder leiding van TNO gewerkt aan een Multidisciplinaire Richtlijn over borstvoeding. Een bijzonder project. Meer dan 10 verschillende organisaties die samen een Richtlijn opstellen die bovendien uit 22 deelrichtlijnen bestaat. Een bijzondere richtlijn ook. Normaliter wordt een richtlijn geschreven voor de behandeling van een problematische situatie. Maar ‘borstvoeding’ als zodanig is bepaald geen probleem. Integendeel, het is de normale fysiologische voeding voor mensenbaby’s. Vandaar dat de richtlijn niet simpelweg Richtlijn Borstvoeding heeft maar deze lange naam heeft gekregen. Nu over de teksten overeenstemming is bereikt is het tijd voor de volgende fase. Gezien het grote aantal betrokken organisaties is ervoor gekozen om de richtlijn tot intellectueel eigendom te maken van het landelijk platform Borstvoeding. In datzelfde kader is ook is gekozen voor publicatie en beheer op een onafhankelijke website. Daarmee wordt de richtlijn toegankelijk voor alle geïnteresseerden. Er wordt een beheergroep gevormd en vanuit de NVL is voor het dagelijks onderhoud een beheerder aangesteld. En een van de eerste taken is het toewerken naar accordering door zoveel mogelijk betrokken organisaties.
fende beroepsgroep tot het organiseren van scholingen om aspecten uit de richtlijn in de praktijk mogelijk te maken. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van gewichtscurves. En hopelijk zullen ook opleidingen de link naar de Richtlijn weten te vinden en deze toegankelijk maken voor hun studenten, zodat zij gemakkelijk goede basisinformatie kunnen vinden en zich waar nodig kunnen gaan verdiepen in het onderwerp. De uitgebreide literatuurverwijzing zal daar zeker toe bij kunnen dragen. Zijn we nu voor de komende 10 jaar klaar? Nee, gelukkig niet. Er wordt steeds meer onderzoek gedaan naar borstvoeding, zowel naar de gezondheidseffecten van al dan niet moedermelk krijgen en geven als naar methodes om borstvoeding zo prettig en effectief mogelijk te geven. Naar preventie en behandeling van borstvoedingsproblemen dus. Hopelijk gaan die ontwikkelingen zo snel dat binnen enkele jaren de richtlijn bijgesteld kan en moet worden. De beheergroep en beheerder staan garant voor onderhoud van de website en voor het verzamelen van en reageren op opmerkingen en onderwerpen die vragen om een toelichting. Wanneer er voldoende belangrijke nieuwe inzichten zijn, zullen zij het initiatief nemen om een herziening aan het platform voor te dragen. In het jubileumjaar voor Stichting Zorg voor Borstvoeding komt nu de eerste Nederlandse Landelijke Multidisciplinaire Richtlijn Preventie en Aanpak van Borstvoedingsproblemen beschikbaar. Toeval, maar een duidelijk teken dat er gelukkig zorg voor borstvoeding is en blijft.
Een levende richtlijn
preventie en aanpak van borstvoedingsproblemen 38
Met alleen publiceren en accorderen zijn we er niet. De Richtlijn krijgt pas waarde als deze ook gebruikt gaat worden. Bij het vormgeven van de website is dan ook aandacht voor interactie. De lezer krijgt direct de kans om een inhoudelijke reactie te geven. Alle accorderende organisaties hebben nu zelf de taak om een implementatieplan te maken. Dat kan variëren van het bekendmaken van de richtlijn bij de betref-
Myrte van Lonkhuijsen namens het platform Borstvoeding www.multidisciplinairerichtlijnborstvoeding.nl 39
percentage uitsluitend borstvoeding
Borstvoedingpercentages 100 90 80
dag 1
70 60 50
1 mnd
40
2 mnd
30
3 mnd
20
4 mnd
10
5 mnd
0%
6 mnd
‘96/’97
‘97/’98
1999
‘00/’01
‘01/’02
onderzoeksjaar De borstvoedingpercentages stagneren. Niet alleen begint in de meest recente TNO peiling van 2010 75% van de moeders met borstvoeding, terwijl dat een aantal jaren rond de 80% was, ook de grote terugval met 1, 2 en 3 maanden blijft zich voordoen. Wel blijkt dat ZvB certificering van kraamzorg een gunstig effect heeft. Moeders die gecertificeerde kraamzorg ontvingen hadden een 1,3 (95% BI: 1,03-1,66) maal zo grote kans dat ze bij beëindiging van de kraamzorg borstvoeding gaven in vergelijking met voedende moeders die niet-gecertificeerde kraamzorg ontvingen. Hierbij werd gecorrigeerd voor achtergrondkenmerken van moeder en kind. 40
‘02/’03
2005
2007
2010
In de eerste weken geven de vrouwen als reden voor het overgaan op kunstvoeding meestal op dat zelf voeden pijnlijk is of dat ze niet genoeg melk hebben voor hun baby. De laatste jaren wordt het werk vanaf de tweede maand - na te weinig melk - het meest genoemd als motief om te stoppen met borstvoeding. Bij hoogopgeleide vrouwen was werk in 2007 daarvoor zelfs de belangrijkste reden (TNO Peiling Melkvoeding van Zuigelingen 2007). De beste manier om de kansen op gewoon geruime tijd borstvoeding voor meer baby’s en hun moeders te vergroten lijkt ons dan ook de verlenging van het bevallingsverlof tot ten minste zes maanden.
41
WERKEN VOOR DE VROLIJKE GUERILLA Vertellen dat je als grafisch ontwerper onder andere voor de Stichting Zorg voor Borstvoeding werkt is niet verjaardag-fähig. Niet sexy. Niet ‘cool’. Dat je met Monique van de Ven samenwerkt aan een TVspotje, of met een stand van 12 bij 12 meter op de RAI staat, dat dan weer wél. Genanter wordt het als je, met de informatie van je opdrachtgever op zak doodleuk langs je neus opmerkt dat 10 maanden borstvoeding je kind een stuk kleinere kans op allergiën en buik- en darmklachten bezorgt terwijl nichtjelief naast je een glutenallergie blijkt te hebben. Te weinig borstvoeding gehad? Zelden een gespreksonderwerp tegengekomen waarbij tussen maatschappelijk belang en persoonlijke betrokkenheid zoveel spanning zit. Schuldgevoel en geladen stiltes. ‘Borstvoeding. Als het kan, geef het dan’ zou nog steeds een hele bruikbare slogan zijn. Een eerlijke kreet die geen schuldgevoel aan wil praten, maar aanmoedigt om er werk van te maken.
beroepsgroepen en een informatiestrategie te ontwikkelen waarbij je kennisachterstand inloopt en tegelijkertijd ‘bakerpraatjes’ eruit masseert. En tussendoor even een zwartboek om iedereen alert te houden. In zwartwit en met een gearticuleerde mening. En dan dat keurmerk - certificering - kunnen verstrekken die als incentive werkt, zodanig zelfs dat zorgverzekeraars hier rekening mee gaan houden. Hetgeen anno 2011 logischerwijze zou moeten worden gevolgd door wetgeving. Het is bekend hoeveel miljoenen in de gezondheidzorg te besparen valt als elke moeder die 10 maanden borstvoeding kan geven dat ook werkelijk doet. Maar mevrouw de Minister houdt zich stil.En dat is merkwaardig; lees de reactie van het ministerie van VWS op de achterkant van deze publicatie. Schuldgevoel en geladen stiltes?
15 jaar ontwerpen voor Borstvoeding is niet alleen visualiseren geweest. Er is ook veel nagedacht over strategie: wie wil je het eerst bereiken en hoe kun je dat, zonder het ongelimiteerde budget van de ‘fles-industrie’ (van flessen en geflest worden) en met een sterk wisselende betrokkenheid van de overheid? Met reclame, ook voor borstvoeding, kun je op een drietal niveau’s effect veroorzaken met je boodschap: je kunt kennis overdragen, een emotie of mentaliteit uitstralen, of harde actie uitlokken. Een simpel voorbeeldje: TV-kijker ziet spotje met hongerend kind (kennis), krijgt een brok in de keel (emotie) en maakt geld over naar giro 555 (actie). Die kennis, daar is de stichting Zorg voor Borstvoeding absoluut sterk in geweest, al die jaren. Met een minimum aan budget slim gebruik maken van de olievlekwerking in de gezondheidzorg door te focussen op de betrokken
Mentaliteit overdragen, da’s andere koek. Daarbij moeten heel wat andere partijen worden overtuigd: een werkgever die ruimte moet geven aan jonge moeders om te voeden of te kolven, de politicus met gezondheidzorg 42
in zijn portefeuille die op zijn beurt zijn collega-politicus die economie doet weet te overtuigen, de flesvoedingsindustrie om zich maatschappelijk verantwoord op te gaan stellen. En niet in de laatste plaats de doelgroep ‘moeders die borstvoeding geven als een verlenging zien van die hinderlijke onderbreking van hun carrière die het krijgen van kinderen toch wel even is’.
wat donkerroze en een kleinere nog donkerder-roze stip - tepel. ‘It comes in cute containers’ was de geamuseerde opmerking van Adrienne de Reede, die een Britse borstvoedingscampagne citeerde. Het frisdrankpakje moedermelk was een beeldgrap, bedoeld om het pleidooi voor borstvoeding niet louter als een politiek-maatschappelijke lobby te zien, maar als een marketingoperatie.
Tja, en dan de actie. De harde actie van de jonge moeders. Die actie zou vanzelfsprekend moeten zijn: je kind borstvoeding blijven geven tot minstens 10 maanden na de geboorte. Nee nu niet roepen: je hebt als man makkelijk praten. Ik kijk naar het maatschappelijk effect van een gezondere bevolking die minder vaak met klachten naar de dokter gaat.
Zolang er baby’s worden geboren is houdt de campagne voor borstvoeding nooit op. En omdat borstvoeding geen economische factor is (lees: de huidige generatie geen directe winst oplevert), zal die campagne ook de komende 15 jaar wel met een minimum budget worden gevoerd. En dus is opnieuw een soort strijd nodig die ik ‘de vrolijke guerilla’ noem. Met slimme strategie en veel, heel veel vrije publiciteit. Met fullcolor drukwerk en af en toe een zwart-wit mening om iedereen wakker te houden. En de hoop dat Mevrouw de Minister wordt opgevolgd door iemand die méér borstvoeding heeft gehad...
Bij mijn allereerste bezoek aan bestuur en medewerkers van de Stichting Zorg voor Borstvoeding zette ik een pakje op tafel, vorm en grootte gelijk aan een koffiemelkpakje. Het pakje was lichtroze met op beide zijden een grote roze schijf - borst? - met in het midden een
Grafisch ontwerper André van Zwieten 43
En dan nog dit... Borstvoeding als norm
Vuistregels op neonatologie
Het is inmiddels algemeen aanvaard dat borstvoeding de optimale voeding is voor een gezonde groei en ontwikkeling. Des te vreemder is het dat we in de communicatie over borstvoeding nog steeds lijken uit te gaan van kunstvoeding als de norm en borstvoeding als iets bijzonders. De resultaten van een studie worden bijvoorbeeld gepresenteerd als aangetoonde voordelen van borstvoeding. Maar feitelijk is sprake van schadelijke effecten van het gebruik van kunstvoeding. Zo blijkt uit onderzoek dat kinderen, die de eerste drie maanden kunstvoeding (bij) krijgen, twee keer zo veel risico lopen op een oorontsteking als kinderen die uitsluitend moedermelk krijgen. De boodschap zou daarom niet moeten luiden: ‘borstvoeding beschermt tegen oorontsteking’ maar ‘kunstvoeding geeft risico op oorontsteking’. Bij het opzetten van onderzoek is het gebruikelijk interventies te vergelijken met wat men algemeen beschouwt als de standaard. Elk borstvoedingonderzoek zou daarom moeten uitgaan van zes maanden uitsluitend borstvoeding, waartegen elke andere manier van voeden wordt afgezet. Iets dergelijks geldt ook voor voorlichting en communicatie: door de juiste taal kunnen attitudes ook veranderen. Kunstvoeding is een interventie, afwijkend van de standaard.
De‘Nordic working group’, een groep professionals uit Scandinavië en Canada, heeft de afgelopen twee jaar gewerkt aan de aanpassing van de WHO/UNICEF tien vuistregels voor de specifieke situatie op de neonatologieafdeling. Daarover heeft in september 2011 in Zweden een conferentie plaatsgevonden. In Nederland hebben we in het document ‘Internationale criteria en interne beoordeling’ bij verschillende vuistregels al vergelijkbare uitleg toegevoegd, maar we zullen hier in de nabije toekomst zeker verder aan werken en daarbij dankbaar gebruikmaken van het werk van onze collega’s. De WHO is zeer geïnteresseerd in deze ontwikkeling, maar laat ook weten dat er jaren overheen kunnen gaan voordat een officiële wereldwijde richtlijn zoals ‘de Tien vuistregels voor neonatologie’ door alle wetenschappelijke commissies goedgekeurd is.
44
Opleidingen
WHO groeistandaard
Borstvoeding moet een groter aandeel krijgen in de curricula op de verschillende zorgopleidingen. Het moet een vast, verplicht onderwerp worden, zodat ouders erop kunnen vertrouwen dat de begeleiding die zij krijgen gebaseerd is op gedegen kennis van zaken en een positieve attitude. Dat is nog lang niet altijd het geval. Bij de voorbereiding op het behalen van het borstvoedingcertificaat blijkt steeds weer dat nascholing nodig om op het vereiste niveau te komen. Er is de laatste jaren hier en daar zeker een verbetering te zien, maar met name in de artsenopleiding lijkt de begeleiding bij borstvoeding nog steeds een ondergeschoven kindje te zijn. Op deze website geeft de American Academy of Pediatrics een voorbeeld dat navolging verdient: http://www.aap.org/breastfeeding/curriculum/. Zorg voor Borstvoeding heeft als grote wens dat de komende jaren een dergelijk initiatief ook in ons land van de grond zal komen.
In de multidisciplinaire richtlijn, waaraan ook Zorg voor Borstvoeding heeft bijgedragen, wordt ingegaan op de WHO groeistandaard, maar deze wordt nog niet aanbevolen. Na de kraamtijd worden kinderen op het consultatiebureau volgens een vast schema gewogen om hun groei in de gaten te houden. Daarvoor worden de Nederlandse groeicurven van TNO gebruikt, die gebaseerd zijn op voornamelijk kunstgevoede zuigelingen. Deze kinderen groeien anders dan kinderen die uitsluitend borstvoeding krijgen: de eerste drie tot vier maanden groeien ze langzamer dan borstgevoede kinderen en daarna juist sneller. Er is nog steeds discussie in Nederland over de toepassing van de nieuwe WHO-curven. Deze curven zijn gebaseerd op uitsluitend borstgevoede kinderen en geven de biologische norm weer. Ze gelden dus voor alle kinderen, ongeacht de melkvoeding die ze krijgen. Dat kan ook met het oog op vroege preventie van overgewicht van belang zijn.
45
En dan nog dit... WHO Code
De BFHI Raad
Instellingen die het WHO/UNICEF certificaat Zorg voor Borstvoeding in hun bezit (willen) hebben verplichten zich daarmee de WHO Code na te leven. Dat betekent geen enkele reclame in de vorm van cadeaus en folders accepteren. Die cadeaus nemen uiteenlopende vormen aan. Met de krappe budgetten in de gezondheidszorg vormt vooral het betalen van nascholing een verleidelijk aanbod. Maar laten we ons wel kritisch blijven afvragen waarom deze kunstvoedingbedrijven de kosten van bijscholing zo graag willen dragen. Voorlichting over vernieuwde babyvoedingsproducten is welkom en moeten ze verschaffen aan diegenen die binnen een organisatie verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit; zij kunnen de feitelijke en wetenschappelijke informatie dan doorgeven. Dat is wat anders dan het bedrijf toestaan binnen je organisatie reclame te maken onder het mom van scholing. Belangenverstrengeling ligt op de loer en het is naïef te denken dat dat alleen voor anderen geldt. Met zo’n kritische houding verworden we niet allemaal tot ‘borstvoedingsmaffia’, maar nemen we het recht op objectieve informatie serieus. Dat recht hebben ook ouders die kunstvoeding geven. We zullen aandacht blijven vragen voor eerlijke voorlichting. (zie ook pag 30)
Uitgangspunt voor UNICEF en de WHO was en is nog steeds dat de verantwoordelijkheid voor het BFHI moet worden gedragen door de overheid, die daarbij zorginstellingen, NGO’s en andere relevante partijen betrekt. Maar in Nederland is dit niet gebeurd, evenmin als in de meeste andere landen. Het is blijkbaar veel gevraagd, dergelijke structurele overheidsverantwoordelijkheid voor borstvoeding. UNICEF heeft 15 jaar geleden de stichting Zorg voor Borstvoeding opgericht om het BFHI programma te (laten) realiseren. In 2010 heeft UNICEF Nederland als bestuurslid van Zorg voor Borstvoeding het initiatief genomen om alsnog te komen tot een meer structurele verankering van het BFHI in Nederland. Dat heeft in het najaar van 2011 geleid tot de oprichting van de Nederlandse BFHI Raad, waarvan de leden afgevaardigd zijn door organisaties die ook lid zijn van het platform Borstvoeding. De Raad zet beleid uit, bijvoorbeeld met het oog op verankering van het BFHI in kwaliteitsystemen in de zorg, en ziet er op toe dat wordt gecertificeerd volgens de internationale UNICEF/WHO kwaliteitscriteria en richtlijnen.
Borstvoeding
[foto: J. Merkus]
De moeite waard! www.borstvoeding.nl
Poster Wereld Borstvoeding Week 2009
Afgebeelde advertentie is een overtreding van de WHO-code maar toegestaan volgens de Nederlandse Warenwetregeling Zuigelingenvoeding.
GoedGevoed © speciale uitgave van de stichting Zorg voor Borstvoeding nummer 12.3 november 2011 Oplage: 1750
Stichting Zorg voor Borstvoeding (1996) implementeert het WHO/UNICEF Baby Friendly Hospital Initiative in Nederland.
Een pdf-file van GoedGevoed staat ook op de website.
Postbus 2047 2930 AA Krimpen aan de Lek. tel.
Fotoverantwoording: voor deze uitgave is gebruik gemaakt van archiefmateriaal uit 15 jaar Zorg voor Borstvoeding.
0343 · 591 319 / 0180 · 52 65 45
e-mail:
[email protected]
website:
www.zorgvoorborstvoeding.nl
on line bestellen:
[email protected] ZvB is telefonisch bereikbaar op werkdagen: 9.00 tot 13.00 u .
46
47
Uit de kunstBV “De WHO/UNICEF certificering door de stichting Zorg voor Borstvoeding is immers een project voor de landelijke implementatie van programmatische preventie. Het is een bewezen effectieve strategie om het geven van borstvoeding te bevorderen”. Ministerie van VWS 2000
“...het ondersteunen van moeders die borstvoeding geven vraagt alle aandacht. In dit kader wil ik u wijzen op de WHO/UNICEF certificering voor een goed borstvoedingsbeleid die door de stichting Zorg voor Borstvoeding wordt uitgevoerd. ” Minister van VWS 2006
“Het stimuleren van borstvoeding is speerpunt van mijn beleid. De afgelopen jaren vertonen de borstvoedingscijfers een positieve trend. De door u, in mijn opdracht, uitgevoerde certificering voor borstvoeding bij zorginstellingen heeft hieraan een goede bijdrage geleverd.” Minister van VWS 2007 Leven? of Theater?(1940) Charlotte Salomon (1917 - 1943) heeft in een reeks van zo’n 800 schilderingen haar leven in beeld gebracht. De totale reeks heeft de vorm van een muziektheaterstuk met akten en scenes, een ‘zangspel’ noemt zij het zelf.
“ Het onderwerp Borstvoeding ligt bij de huidige minister te gevoelig om ons als overheid op enigerlei wijze te profileren op dat gebied.” Ministerie van VWS 2011