SPECIALE
De Si re ne
UITGAVE
VOORWOORD Als je als redactielid voor het personeelsblad wordt gevraagd, heb je een bepaalde voorstelling van hetgeen er van je wordt verwacht. Het verzamelen van kopij, het enthousiasmeren van (ex) personeelsleden om bijdragen te leveren, het bewaken van het evenwicht tussen het zakelijke en het vermakelijke van de inhoud van het blad en het vormgeven aan het blad. Bezigheden die weliswaar niet altijd van een leien dakje gaan, maar in het algemeen wel weer tot voldoening leiden op het moment dat er weer een goed gevuld en fraai vormgegeven exemplaar van De Sirene op de deurmat valt. Hoe anders kan het gaan als je als redactie van de ene op de andere dag geconfronteerd wordt met een dramatische gebeurtenis als die van zondagavond 23 maart 2003. De boodschap dat drie collega’s - trouwe lezers van ons blad - er door een tragische gebeurtenis niet meer zijn slaat, evenals bij vele anderen, met een verwoestende kracht in bij de redactie van De Sirene. Het dagelijkse gebeuren lijkt plots niet belangrijk meer. Ook bij onze redactie overheerst in eerste instantie het gevoel van verwerken van het verlies en het uiteindelijk werken aan de terugkeer naar het ‘gewone leven’. Het uitbrengen van De Sirene lijkt op zo’n moment bijzaak en een kwestie van lage prioriteit. Gelukkig overheerst niet alleen het gevoel van verdriet en gelatenheid, want al snel komen wij, mede op suggestie van het op dat moment opererende Begrafenis Bijstands Team, tot het besef dat er voor ons als redactie wel degelijk een belangrijke en omvangrijke taak binnen het verwerkingsproces is weggelegd. Mede op basis van ervaringen elders (Enschede/Harderwijk) wordt, in overleg met de voor de afhandeling van het ongeval in het leven geroepen projectorganisatie Kloppersingel, al snel besloten tot het uitbrengen van een speciale uitgave van De Sirene.
2
Bij de eerste redactievergadering in april 2003 heeft de redactie direct een aantal uitgangspunten voor de speciale uitgave geformuleerd. Mogelijke bijdragen worden geïnventariseerd en er wordt een plan van aanpak met een tijdpad opgesteld met als geplande verschijningsdatum eind augustus/begin september 2003. In de weken daarna zijn alle, in welk opzicht dan ook, bij het incident betrokken functionarissen en instanties gericht benaderd voor een (tekst)bijdrage. Ook zijn de families van de omgekomen collega’s en het personeel van de sector Brandweer & Ambulance/HulpverleningsDienst Kennemerland in de gelegenheid gesteld bijdragen te leveren. Dit alles naast hetgeen er reeds aan bijdragen van de uitvaartplechtigheden en de massaal binnengekomen reacties uit binnen- en buitenland beschikbaar was. De hoeveelheid ontvangen bijdragen is overweldigend te noemen. De inhoud van de bijdragen is indrukwekkend en doorspekt van emoties en medeleven. Bij het lezen en screenen van de bijdragen wordt ons als redactie nogmaals duidelijk wat de impact van een dergelijke gebeurtenis is op zowel de organisatie als de maatschappij en wat de waarde van de speciale editie binnen het gehele verwerkingsproces voor alle betrokkenen kan zijn. Het resultaat is een Sirene die in velerlei opzichten een imponerende uitgave mag worden genoemd. De redactie spreekt, mede namens de directie en de projectorganisatie Kloppersingel, haar dank uit aan hen die een bijdrage aan deze speciale uitgave hebben verleend. Wij hebben het samenstellen en uitbrengen van deze speciale Sirene als een dankbare en eervolle taak gezien en wensen de families van Renz, Douwe en Ben alsmede onze collega’s alle sterkte toe om deze dramatische gebeurtenis te verwerken.
De redactie Lisa Dempsey Toos Wilson Ronald Sneekes Freek Kersten Rob van Kesteren Rinus van der Peijl Fred Loozekoot Erik Groot
BLIJVENDE WONDEN Het ergste dat een brandweerkorps kan overkomen, gebeurde op de avond van 23 maart 2003, aan de Kloppersingel in onze stad. Drie gezinnen verloren hun echtgenoot en vader, drie families verloren een zoon en broer. Ons brandweerkorps verloor drie gewaardeerde collega's en kameraden. Het korps was verslagen.
De dramatische gebeurtenis leidde ook tot een nieuwe kracht. Gesteund door een enorme stroom van tekenen van medeleven uit Haarlem en uit Brandweer Nederland, ontstond er een sterke beweging van troost, steun en bijstand. Bestemd voor de nabestaanden, maar ook onderling in en om de kazerne. Dit kon het verlies natuurlijk niet goed maken, maar het liet de kracht en het karakter van de brandweer zien.
Daardoor werden de drie begrafenisplechtigheden indrukwekkend. Bijeenkomsten waarin zowel de menselijke als de brandweerkant goed tot hun recht kwamen. De wonden zullen blijven. Ik spreek mijn respect en dank uit voor al diegenen die geholpen hebben de pijn te verzachten. mr. J.J.H. Pop burgemeester Haarlem
3
Foto: Arno de Kock
ONTREDDERING BIJ BRANDWEER HAARLEM HOE HEEFT DIT KUNNEN GEBEUREN?
Foto: Arno de Kock
4
Een mooie zonnige zondag. De laatste dag van het RCvD-piket (Regionaal Commandant van Dienst). ’s Avonds om ca. 21.30 uur een alarmering via de callmaxer, ter kennisname aan de RCvD: een grote brand in de Koningkerk. Aanwezigheid ter plaatse is niet nodig. Dan een uur later een tweede alarmering en het verzoek om, conform de uitrukprocedure, ter plaatse te gaan vanwege gewonden eigen personeel. Bij aankomst een imposant fel oranjerood gekleurde hemel. Op een opmerking naar de chauffeur van een tankautospuit het antwoord: ”dat we er één kwijt zijn”. In de verbindingscommandowagen strakke gezichten en dan de onheilstijding dat er tenminste één, maar waarschijnlijk wel meerdere dodelijke slachtoffers onder het eigen personeel zijn. Op dat moment realiseer je je nog niet dat hetgeen waarvan je had gehoopt het nooit te hoeven meemaken werkelijkheid is geworden. In de dagen daarna besef je ook dat het bij brandweer Haarlem nooit meer hetzelfde zal zijn. Weer later komen de ‘als’ vragen. Als ik onmiddellijk ter plaatse zou zijn gegaan had het dan anders gelopen? Het antwoord komt nooit. Wel weet ik zeker dat 23 maart 2003 en de namen van de omgekomen collega’s nooit meer uit mijn geheugen zullen verdwijnen. Cor Haver, Brandweer Haarlem
Het is vlak na 21.00 uur ’s avonds, 23 maart 2003 als de brandweer gewaarschuwd wordt voor een binnenbrand bij de Koningkerk aan de Kloppersingel. De beroepsbezetting rukt uit met tankautospuit en autoladder vanaf de Zijlweg. Ook de vrijwilligers worden gealarmeerd en gaan voor herbezetting naar de kazerne. Terwijl de ploeg onderweg is naar de Koningkerk wordt gemeld dat er misschien slachtoffers zijn. Al snel blijkt dat de brand zich heel snel ontwikkelt en er komt veel rook vrij. Er moet opgeschaald worden; de bevelvoerder geeft ‘middelbrand’ door. Er komt meer materieel en menskracht ter plaatse: collega’s gaan rijden met de ademluchtcontainer en verbindingscommandowagen. Ook de tweede tankautospuit met de vrijwilligers van de Zijlweg, die voor herbezetting op de kazerne waren, gaat rijden. Douwe is bevelvoerder van deze tweede tankautospuit. Opschalen naar grote brand De ploegen van beide tankautospuiten doen een binnenaanval. Pas later wordt duidelijk dat de koster en zijn familie niet in het gebouw zijn. Er is opluchting want er zijn geen slachtoffers. De brand blijft zich snel en hevig ontwikkelen zodat er inmiddels sprake is van een ‘grote brand’. Dit heeft de nodige gevolgen omdat een verhoogde inzet van materieel en menskracht nodig is. Collega’s van Post Oost, die voor herbezetting naar de Zijlweg zijn gegaan, rukken uit met een derde tankautospuit naar de Kloppersingel. Vlak daarna vertrekken een busje en dompelpomp. Ben en Renz gaan ook mee. Bij de Koningkerk is de binnenaanval inmiddels beëindigd. De brand wordt nu alleen van buitenaf bestreden. Het vuur wordt ook zichtbaar door de glas-in-loodramen. Er wordt nog geprobeerd de brand via deze ramen te blussen, wat niet lukt. Tijdens de inzet wordt de rookontwikkeling heel hevig zodat een tankautospuit en ladder verplaatst moeten worden. Vlak daarna komt de brand door het dak naar buiten. De toren staat binnen de kortste keren ook in de brand en stort zo’n 10 minuten later in. Inmiddels wordt de dompelpomp gereed gemaakt om ingezet te worden. Dit wordt bemoeilijkt door de hoeveelheid slangen van andere voertuigen die overal over de weg liggen en de doorgang versperren. De grote (150 mm) slangen van de dompelpomp worden handmatig geplaatst en waar nodig, verlegd. De muur valt Tijdens deze werkzaamheden wordt de situatie ernstiger. Het gevaar van het instorten van één of meerdere muren ontstaat. Dit wordt ook regelmatig geroepen naar en onder elkaar. De uitslaande brand veroorzaakt ook veel vliegvuur. Hierdoor ontstaan nevenbranden bij huizen en schuren in de directe omgeving. Op het moment dat de situatie verslechtert, zijn
Ben, Renz en Douwe bezig met de slangen van de dompelpomp. Dan valt een muur van de Koningkerk. De muur komt in één klap naar beneden en binnen een aantal seconden is de grond bezaaid met brandende brokstukken. Één van de brandweerlieden heeft gezien dat er twee collega’s liepen op de plek waar de brokstukken terechtgekomen zijn. Er wordt ook geroepen ‘er liggen mensen onder’. De twijfels en vraagtekens komen op. Hoe kon dit nou gebeuren? Het gebied was toch afgezet? De eerste constatering: ‘we zijn er twee kwijt’. ‘Nee’ klinkt het stellig ‘het gaat om drie personen’. De verwarring is groot. Vrees wordt waarheid De ploeg gaat zoeken tussen de brokstukken. Als eerste wordt Douwe gevonden. Douwe wordt herkend aan de rode band op zijn helm. Een teken van zijn bevelvoerdersfunctie. Een collega roept ‘Douwe….’. Het blijft vervolgens stil. De ploegleden beseffen dat zij niets meer voor Douwe kunnen doen en gaan op zoek naar hun tweede collega. Er leeft nog hoop… misschien dat zij op tijd zijn. Na tien minuten zoeken, roept iemand van de ploeg ‘ik zie een gele jas’. De ploeg neemt aan dat het tweede slachtoffer Ben is omdat hij al vermist werd.
Uitgerukt om 22.00 uur met de 586. In Haarlem was het een complete chaos. Afleggen Kloppersingel en water verzorgen bij het kosterhuis in de Zöcherstraat. Onmogelijk door ramptoerisme. Melding gehoord over vermissing personeel, het kippenvel zat dik op onze armen. Gebeld naar huis. Als er twee auto’s van een begrafenisonderneming voorbij komen, staan wij bij elkaar. Wat een afschuwelijke nacht. Tijdens de verdere werkzaamheden is de broederschap tussen alle korpsen enorm. Toch ben ik blij dat wij rond half 5.30 uur weer terug zijn op de kazerne. Thuisgekomen bij mijn nog slapende kinderen breek ik. Dankbaar dat ik veilig thuis ben. Deze nacht zal ik nooit meer vergeten. Irma Schoolmeester Brandweer Beverwijk
Één collega blijft volhouden dat een derde persoon vermist wordt. Het zoeken begint opnieuw en als de ploegleden geteld worden, ontstaat er onduidelijkheid over Renz. Was hij wel of niet gesignaleerd bij de dompelpomp? Collega’s van andere korpsen zetten de zoektocht voort. Minuten zijn voor het gevoel uren. Er is ook geen zicht op waar een derde slachtoffer kan liggen. Na lang wachten wordt het derde slachtoffer gevonden door collega’s van een ander korps. Zodra dit bekend wordt bij de Haarlemse collega’s gaan ze naar de plek toe. Door herkenningstekens en het zien van bepaalde kledingstukken wordt het duidelijk dat het echt om Ben en Renz gaat.
5
Waarom? Brandweer Haarlem is drie collega’s kwijtgeraakt. De verslagenheid is tastbaar. Vragen spelen door de hoofden van de ploegleden. Waarom? Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Drie ervaren brandweermannen. Het had ons ook kunnen overkomen…… Een tweede muur valt en er raakt wat materieel bedolven. Gelukkig geen slachtoffers. Opluchting daarover wordt weer opgevolgd door een machteloos gevoel en steeds weer de vraag ‘hoe heeft het kunnen gebeuren?’. Op bepaalde vragen zullen we nooit een antwoord krijgen. Foto: Theo Kelderman
Telkens weer Zondagavond 23 maart 2003, mijn eerste week als Regionaal Hoofdofficier van Dienst zit er bijna op. Groot alarm in Haarlem, een kerkgebouw staat in brand. Aanrijdend via het Spaarne; een hevig vuur, je slikt een keer, m’n hart slaat een keer over. In de commandocontainer de eerste ontmoeting met brandweercollega’s. Het is stil, ze kijken zo anders, wezenloos, vreemd. "Eigen personeel bij betrokken ………..", wordt geantwoord.
6
Drie maanden verder en drie keer ingezet waarbij: je toch telkens weer terugdenkt aan die eerste keer, 23 maart 2003; je telkens weer ter plaatse dezelfde collega’s tegenkomt; je telkens weer een herkenning van hun stemmen ervaart; je telkens weer de herinneringen krijgt; je telkens weer realiseert dat Douwe, Renz en Ben onuitwisbaar in je geheugen staan. Martin Rensen, juni 2003 Brandweer Beverwijk
Foto: United Photos de Boer
De ploegleden bellen naar huis. Verdrietig door het verlies maar blij dat ze hun familie kunnen laten weten dat ze van ze houden. Gezamenlijk gaat de ploeg op zoek naar antwoorden voor wat er gebeurd is. Het verdriet delen met elkaar, je begrijpt wat je ploeggenoten doormaken, maar ook met andere collega’s. Brandweer Haarlem vindt een gemeenschappelijke deler. Het verdriet dat er heerst en de verbondenheid die hierdoor ontstaat. Collega’s hebben aan één woord genoeg en er is begrip en saamhorigheid. En weer verder Enkele weken later reageert de ploeg op een melding: automatische brandmelder bij de Grote Kerk. Het gevoel van ‘het zal toch niet’ bekruipt een aantal ploegleden. Het is niet zo moeilijk om het beeld van de omvallende muur weer voor je te zien. Toch maakt het de ploegleden scherper en sterker. Ze weten waar ze voor staan. Desondanks blijft de Kloppersingel altijd door het hoofd spoken, op de meest gekke momenten. Één ding is zeker: dit wordt nooit vergeten! Ben, Douwe en Renz, er zijn geen woorden die het gevoel kunnen beschrijven. Misschien dat wij ons kunnen vasthouden aan de woorden in de krant die op treffende wijze het gevoel aangeven: ‘Hier past slechts diep respect’. We moeten weer verder maar zullen jullie nooit vergeten!
"We said goodbye to dear old friends the moon fell over our heads feeling sad it’s the only way…." ( Phil Collins-1985)
Woorden schieten te kort Er valt niets te zeggen Iedereen weet waar het over gaat Ze zijn er niet meer Het is niet eerlijk……
Een zwarte dag voor de brandweer De dag begon zo mooi met het vieren van de verjaardag van mijn schoondochter in Heerenveen. Bijtijds weggegaan om niet te laat thuis te zijn. Ongeveer 22.20 uur alarm voor bijstand Haarlem. Uitgerukt naar Haarlem waarbij veel last werd ondervonden van het publiek op het Staten Bolwerk. In de vaste overtuiging dat het ging om het blussen van een brand kregen wij bij aankomst een andere opdracht van de Officier van Dienst, namelijk zoeken naar collega’s. Onvoorstelbaar, wat een zware klus! Een dag die ons altijd bij zal blijven. De omgekomen collega’s zullen dan ook altijd in mijn gedachten blijven. J.N.Turenhout Brandmeester Brandweer Bloemendaal
Waarom? Alleen omdat ze hun best wilden doen Voor de samenleving, voor anderen Niet eens voor hen zelf Het is niet eerlijk….. Ik ken ze van gezicht Gezichten die je nooit meer zult vergeten Ik kan ze niet meer ontmoeten Alleen nog in gedachten zijn ze bij me Het is niet eerlijk….. Ze krijgen de aandacht waar ze recht op hebben Collega’s van het eerste uur Vrienden zullen het blijven Tot in lengte van jaren Dat is eerlijk
7
DE
VRIJWILLIGER EN HET BRANDWEERVAK
DE KEERZIJDE VAN EEN GEVAARLIJK BEROEP
Er zijn mensen die stevige uitdagingen nodig hebben om een evenwichtig leven te kunnen leiden. Zij hebben niet genoeg aan een goed boek, een postzegelverzameling of een borduurwerkje. Het zijn deze mensen die wereldreizen maken, diepzeeduiken, parachutespringen etc. Een bijzondere categorie binnen deze uitdaging zoekende mensen vormen de vrijwillige brandweerlieden. Behalve spanning en uitdaging in hun hobby, vervullen zij ook een belangrijke maatschappelijke functie. Een ander, bijzonder kenmerk van de vrijwillige brandweerlieden is dat zij werken in teams en dat de onderlinge verbondenheid zeer groot is. Is het werken bij de vrijwillige brandweer gevaarlijk?
Ja en nee denk ik. De brandweerman/vrouw werkt onder gevaarlijke omstandigheden en in situaties die mensen normaal gesproken zullen vermijden. Vakbekwame brandweerlieden die aan een groot aantal randvoorwaarden voldoen, kennen de gevaren en gaan daar zo verantwoord als mogelijk mee om. Zij zijn medisch goedgekeurd, goed opgeleid, goed geoefend, ervaren en hebben de juiste uitrusting en veiligheidsmiddelen. Onder die voorwaarden is het risico acceptabel. Ingecalculeerd heet het. Maar dat risico, hoe klein ook, kan zich dus ook voordoen. En dan blijkt het achteraf ineens niet meer zo acceptabel te zijn!
8
Zondagavond 23 maart 2003. Mijn semafoon gaat voor de tweede maal af. Hoewel ik geen dienst heb toch maar even bellen met de meldkamer. Een grote brand aan de Kloppersingel in Haarlem. De centralist meldt een omgevallen muur, verder geen gegevens, maar wellicht is er personeel bij betrokken. Eenmaal aangekomen bij de Kloppersingel wordt mij duidelijk dat er een afschuwelijk ongeluk is gebeurd waarbij brandweerlieden zijn betrokken. Pas laat op de avond wordt duidelijk dat het om drie, vermoedelijk vrijwillige, collega’s gaat. Nog later wordt duidelijk wie het betreft. Douwe van Kooten, Renz Knipper en Ben Hannenberg zijn bedolven onder een omgevallen muur, en om het leven gekomen. Het is niet te bevatten, Ongelooflijk! Die nacht gaat voorbij in een mengeling van uiteenlopende emoties: verdriet, wanhoop, boosheid, afgewisseld met het regelen van de dingen die moeten gebeuren. De week die volgt, staat in het teken van de begrafenissen van Douwe, Renz en Ben op vrijdag 28 en zaterdag 29 maart. Na overleg met de nabestaanden wordt besloten dat het drie begrafenissen met korpseer worden. Indrukwekkend was hoe alle collega’s zich hebben ingezet om van deze begrafenissen een waardig afscheid te maken.
De week na de Kloppersingel was iedereen in rep en roer. Hartverwarmend was de hulp die wij allen aangeboden hebben gekregen. Er werd veel meer hulp aangeboden dan kon worden ingezet. Het Begrafenis Bijstands Team, dat wordt gevormd door collega’s die elders helaas al ervaring opdeden met het organiseren van begrafenissen met korpseer, heeft een onmisbare bijdrage geleverd. De Haarlemmers hadden dit zelf, onder deze omstandigheden, nooit alleen gekund. Fantastisch ook de hulp uit onze regio, maar ook van de Amsterdamse en Zaanse collega’s die voor ons dagenlang de uitruk overnamen. Het is onbegonnen werk om iedereen te noemen die ons heeft ondersteund. Dan de dagen van de begrafenissen. Drie indrukwekkende (herdenkings)diensten, gevolgd door drie even indrukwekkende begrafenissen. Waardigheid en respect, stijl en perfectie. Langs de routes van de begrafenisstoeten stonden vele mensen opgesteld. Voor de brandweerkazerne aan de Zijlweg en onderweg collegabrandweerlieden, ambulance -en politiecollega’s in de houding. En ook vele burgers, duidelijk aangedaan, de laatste eer bewijzend aan hun omgekomen vrijwillige brandweerlieden.
Zoals allen hadden ook Douwe, Renz en Ben vele belangrijke rollen in hun leven. Echtgenoot, vader, kind, collega, verenigingslid, buurman etc. En dus ook brandweerman, met dat bekende maar ook zo ongekende risico. Voor allen die hen kenden in welke rol dan ook, is het verlies enorm en onacceptabel. Wat blijft zijn de herinneringen aan hoe het was, aan Douwe, Renz en Ben, maar ook leegte.
Echtgenotes die rouwen en niet zullen vergeten. Kinderen die rouwen en niet zullen vergeten. Ouders die rouwen en niet zullen vergeten. Collega’s die rouwen en niet zullen vergeten. Zij verdienen ons respect, veel respect.
Rob de Bruin Commandant Brandweer Haarlem
9
HET
GEVOEL ALS MENS EN ALS COMMANDANT DRAGERS Op zondagavond om 23.00 uur ging bij ons thuis de telefoon. Ik kreeg de vervangend teamleider van de C-ploeg, Eric Christjans, aan de lijn. Hij vertelde mij van de grote brand in de Koningkerk, het instorten van de muur en de drie vermisten. Totaal verslagen hebben we het gesprek beeindigd. Er bekroop mij een gevoel van hevige onrust en ik heb om 23.30 uur teruggebeld om te vragen of er al iets meer bekend was. Inmiddels waren de namen van de omgekomen collega’s zo goed als zeker bekend. Ik ben naar de kazerne gegaan om te zien of ik ergens mee kon helpen.
10
Op de kazerne heerste grote verslagenheid na deze verschikkelijke gebeurtenis. Het ging om Renz, Douwe en Ben. Jongens die je al jaren kent en waarmee je hebt samengewerkt, waren er nu niet meer. Het is niet te bevatten dat dit is gebeurd, het is niet waar, het moet een vergissing zijn. Het besef dat het toch waar is, doet veel pijn. Er worden gesprekken gevoerd en er moeten zaken geregeld worden. De families moeten op de hoogte gebracht worden van het grote, intens droevig verlies. De opvang van de collega’s in de kazerne moet geregeld worden en er zijn nog veel taken die verricht moeten worden. Om ongeveer 03.30 uur was ik, samen met Rien Verbiest (commandant Bloemendaal) weer terug in de kazerne na een zware taak te hebben vervuld; het zeer slechte nieuws brengen naar Petra, de vrouw van Douwe. Bij terugkomst bleken de meeste zaken voor deze nacht geregeld te zijn zodat ik besloot om huiswaarts te keren. Om 08.00 uur moest ik weer op de
kazerne zijn omdat mijn eigen ploeg moest werken. De opvang van de eigen ploeg werd geregeld in de vorm van gesprekken; het samenzijn, het verdriet uiten en delen. Het was een zeer emotionele en verdrietige dag met ‘s avonds een bijeenkomst voor de familie en direct betrokkenen. In de kazerne werden op de maandag diverse ruimten ingericht als stiltecentrum en condoleanceruimte. De eerste bloemstukken en kaarten werden langsgebracht. Dinsdagavond werden de ploegen ingedeeld die een rol kregen bij de uitvaarten. Om de uitvaarten correct en waardig te laten verlopen, moest er veel geoefend worden. Dit heeft de week voor een groot deel in beslag genomen. We hebben De Grote of St. Bavo kerk bekeken om daar te bepalen hoe het beste, op een respectvolle manier, de kist naar binnen gebracht kon worden. Daarna is de begraafplaats bekeken, om ook daar op een waardige manier de kist op het graf te plaatsen. Vrijdag was de eerste begrafenis, van Renz, die ik als medelevende heb bijgewoond. Deze uitvaart heeft een diepe indruk op mij gemaakt. De muziek die gespeeld werd, de dragers die op een heel waardige manier de kist naar binnen brachten, de hoeveelheid bloemstukken, de sprekers die hun woorden van troost brachten en het aantal collega’s uit Haarlem, elders uit het land en Duitsland. Zaterdagochtend was de begrafenis van Douwe. Als commandant dragers werd mij verzocht om de kist met Douwe in ontvangst te nemen in het rouwcentrum. Na het plaatsen van de kist in de lijkwagen zijn wij samen langs het huis van Douwe gereden. Daar hebben wij een moment van stilte in acht genomen. Daarna zijn we naar de kazerne gereden en hebben daar ook een moment van stilte in acht genomen. Buiten stonden de collega’s van Zaanstreek-Waterland en Amsterdam opgesteld om Douwe de laatste eer te bewijzen. Daarna vertrok de rouwstoet naar de Grote kerk.
Foto: United Photos de Boer
Foto: United Photos de Boer
Nadat de familie in de kerk had plaatsgenomen werd een grote hoeveelheid aan bloemstukken naar binnen gebracht. Wij, als dragersploeg, stonden buiten opgesteld en hebben Douwe op een waardige manier naar binnen gebracht. Bij deze uitvaart was de belangstelling eveneens bijzonder groot onder vele collega’s, die overal vandaan kwamen. Ook hier hebben de muziek en sprekers, die woorden van troost brachten, veel indruk op mij gemaakt.
sploeg achter om ons moment van afscheid nemen te delen. De ontlading van verdriet en spanning mocht de vrije loop hebben. Ik wil mijn dragersploeg nogmaals bedanken voor hun grote inzet, waardoor het mogelijk was deze uitvaart zo waardig te laten verlopen (uiteraard zonder de andere dragersploegen te kort te doen). Ik hoop dat de families hier enige steun uit kunnen putten.
Na afloop van de dienst zijn we via de Waarderpolder en langs de werkplek van Douwe naar de Algemene Omdat wij bij de uitvaart van Douwe dragers waren, Begraafplaats in Haarlem-Noord gereden. Daar heeft hebben wij de kerkdienst van Ben moeten missen. De de dragersploeg voor, naast en achter de wagen plaatsbegraafplaatsen bevinden zich tegenover elkaar zodat genomen om Douwe tot aan de aula te begeleiden. Bij wij wel de teraardebestelling van Ben meemaakten. de aula hebben wij de kist weer op de schouders genoOok hier heeft de dragersploeg een grote indruk men en gevolgd door familie en belangstellenden gemaakt. De hoeveelheid aan bloemstukken, de groDouwe naar zijn laatste rustplaats gebracht. Na het te belangstelling uit binnen- en buitenland was plaatsen van de kist op het graf zijn wij als grafwacht indrukwekkend. om Douwe heen gaan staan. De familie nam plaats op stoelen Hierbij wil ik de families van en de stoet collega’s kon Douwe, Renz, Ben heel veel Douwe Renz afscheid nemen, zo’n 2000 sterkte wensen om dit grote verbelangstellenden. Daarna heblies te dragen. Ben ben wij gezamenlijk met de familie de kist laten afdalen, hetgeen zeer emotioneel was. Rinus de Visser Rust in Vrede Toen de familie afscheid had Brandweer Haarlem genomen, bleven wij als dragerRepressieve Dienst
11
THE
DAY AFTER
Verlies, verdriet, verslagenheid, woede, droefheid, teneergeslagenheid….. Dat zijn een paar van de emoties die mij momenteel bezighouden. Het is nu maandagochtend 24 maart en ik zit thuis met vragen. Waarom, waarom, waarom? Als je het weet mag je het zeggen. Ik word gebeld door familie, vrienden, kennissen en doe keer op keer mijn verhaal, waarbij ik mijn emoties soms niet kan beheersen. Vooral als ik mensen aan de lijn heb waarvan ik houd. Ze zijn blij voor mij dat mij niks is overkomen. Blij???…. Ik ben helemaal niet blij, misschien opgelucht dat ik nog leef, maar mag ik wel opgelucht zijn? Ik weet het niet. Er zijn teveel emoties tegelijk. Ik ben zelf lid van het BOTteam, maar als je zelf zoiets ergs meemaakt dan is rationeel denken een vrijwel onmogelijke opgave. Ik wil het niet maar ik zie het beeld van de collega’s voor me, tussen het puin bedolven. Weer die vragen waarom zij en niet ik? Waarom drie? Waarom Ben? Waarom Renz? Waarom Douwe? Ik weet het niet.
12
Het is inmiddels maandagmiddag en om de haverklap lopen de tranen over mijn wangen. Mijn kinderen zouden ‘s middags thuis komen eten terwijl mijn vrouw als overblijfmoeder op school zou blijven. Ik zeg tegen mijn vrouw ‘laat de jongens ook maar overblijven, want ik kan dat nog niet aan’. Ik wil ze wel even zien en loop mee naar school. Mijn oudste zoon (zeven jaar) halen we even uit de klas en ik probeer hem te vertellen dat er iets verschrikkelijks is gebeurd. ‘Papa, waarom moet u huilen?’ vraagt hij. Ik
probeer het uit te leggen maar kan alleen maar zeggen dat ik van hem houd en knuffel hem zowat fijn. Bij de jongste zeg ik alleen maar dat ik van hem houd en hij huppelt weer de klas in, onwetend en blij dat hij mag overblijven. Terwijl ik huilend terugloop naar huis kan ik alleen maar denken aan drie vaders, hun vrouwen en hun kinderen. Hoe is het met mijn collega’s? We hadden het allemaal moeilijk. Hoe is het met hen? Moet ik ze bellen of niet? Nog steeds heb ik vragen, kan ik mijn gedachten niet ordenen. Ik weet ook niet wat er verder gaat gebeuren. Waarom, waarom, is de vraag die steeds weer bovenkomt. Ik hoor de Officier van Dienst nog na de instorting over portofoon zeggen ‘100 voor de 120……. Douwe van Kooten kom eens uit…… Douwe van Kooten’. En daarna de serene rust over het portofoonkanaal. Niemand sprak meer via de portofoon. Vreemd. Onwezenlijk. Vanavond 20.00 uur gaan wij weer praten met elkaar. De hele groep die daar aanwezig was tijdens de instorting. Het vervolg op de gesprekken met het BOT-team van vannacht. Ik voel mij niet echt lekker en heb maar één uur geslapen. Ik denk aan de families van Ben, Renz en Douwe. Alledrie getrouwd en vader, net als ik. Waarom, waarom, waarom???? Life ain’t fair! Rob van Kesteren Brandweer Haarlem Repressieve Dienst
Er zijn zoveel soorten van verdriet Ik noem ze niet. Alleen maar een, het afstand doen en scheiden. En niet het snijden doet zo’n pijn, Maar het afgesneden zijn.
Voorgelezen door Rob de Bruin tijdens herdenkingsdienst
Gedicht van Vasalis
van Douwe
SAAMHORIGHEID Saamhorigheid het klinkt zo ouderwets, maar toch is het een gevoel dat bij mij op komt de laatste tijd. Wij zijn er tenslotte samen voor om mensen veiligheid te bieden. Zowel in Oost als in West, op de Westergracht of de Zijlweg. Voor het aannemen van de telefoon of het nemen van beslissingen onder zware omstandigheden. Elke stap is een onmisbare schakel in het geheel. Door de brand waarbij Renz, Ben en Douwe zijn overleden, werd het 'WIJ-SAMEN'-gevoel enorm zichtbaar en versterkt. Samen het verdriet delen, of je nu net een week in dienst bent of je beste maatje verliest, iedereen had een zware tijd. Het verlies en het verdriet moeten een plaats gaan krijgen bij iedereen, daar zijn geen vaste patronen voor. De één zal weer zijn overgegaan tot de orde van de dag terwijl de ander nog dagelijks het gemis ervaart en nog geen nieuw ritme heeft gevonden. Ook op deze momenten moeten we saamhorig zijn, ons realiseren dat een ander het op zijn manier verwerkt en dit van elkaar respecteren. Zo kunnen we ondanks de ellende van de Kloppersingel een stuk rijker worden en klinkt Saamhorigheid niet meer zo ouderwets.
Gijs Rurup
Leeg……. Leeg zijn de dagen Vol zijn de gedachten Buiten schijnt de zon Maar van binnen is het donker Een lach Maar van binnen wordt er gehuild De dagen vliegen voorbij Maar elke dag ben je in onze gedachten Je harde lach De stevige knuffel De wijze raad Het zweetrandje boven je lip tijdens het lekkere eten Het gezellig met zijn allen eten De leuke vakanties die we samen hebben gehad En nog heel veel meer maken de dagen leeg Maar onze gedachten zijn vol van jou Dat is de reden waarom ik je nooit vergeten zou….. Sabine Jonker Dochter van vrienden van Renz
13
ERVARINGEN VAN HET BEGRAFENIS BIJSTANDS TEAM (BBT) Over het tragisch ongeval in Haarlem, waarbij drie collega's om het leven kwamen, is al veel geschreven. Niet alleen in de media, maar ook in artikelen in diverse bladen. Hierbij werd verslag gedaan van de gebeurtenissen, wat er georganiseerd werd en wat iedereen deed. Gevraagd naar mijn ervaringen vanuit het BBT wil ik graag nog eens deze gedenkwaardige week doorlopen.
14
Midden in de hectiek Het BBT kwam maandagmorgen 24 maart bij elkaar in Haarlem. We hebben de laatste ontwikkelingen doorgenomen. Samen met de voorlichter van Brandweer Haarlem, Lisa Dempsey (die ik al kende) ben ik aan de slag gegaan. Wij kregen hierbij ook assistentie van twee gemeentevoorlichters van de Publieksdienst, Jesseke van Buuren en Tanja van der Linde en Hans Vos, een oude ‘politiemaat’ van mij en dus een goede bekende. Ik koos er voor om een werkruimte in de buurt van Lisa te hebben en dankzij Erik Groot was dat snel geregeld. De pers uit het hele land belde constant. De telefoons stonden niet stil. We hebben zo snel mogelijk ruimte gemaakt voor onderling overleg. Belangrijk is welke boodschap je naar buiten brengt op zo'n moment.
Wat zeg je wel en wat niet. De eerste uren waren zeer hectisch. Het BBT kreeg een ruimte bij de kantine, maar ik heb ervoor gekozen om mijn werkplek bij voorlichting te behouden. Dan maar heen en weer pendelen. Coördinatie en organisatie Het BBT ging aan de slag. Voorzitter Frans Schippers en zijn vervanger Rob Schouten gaven aan wat er moest gebeuren. Taken werden verdeeld. Siep Paauwe was binnen het team contactpersoon namens Haarlem. Voor de nabestaanden werden vaste contactpersonen benoemd. Er moest van alles geregeld worden. Duidelijk werd gesteld dat wij dit voor de familie deden van de omgekomen collega's. Op maandagavond werd een bijeenkomst georganiseerd voor alle personeel, waarbij het BBT werd voorgesteld. Vervolgens werd alles rondom de begrafenissen geregeld. Het oefenen met het dragen van de kist, hoe zit het protocol in elkaar, hoe ‘staan we er bij’ en ‘hoe zien we er uit’ werd besproken. Dat alles strak geregeld moet worden, was voor sommigen even wennen. Binnen het korps kwamen dan ook snel de vragen: ‘Wat mogen wij doen en wat doet het BBT’. Dit was in het begin wat onduidelijk maar gelukkig werd alles snel uitgesproken en dat gaf helderheid. Het team hield dagelijks vele malen overleg. In korte tijd werd een beeld gegeven van de voortgang, waar liepen we tegenaan, wat moest er nog geregeld worden etc. Via een interne nieuwsbrief werd iedereen op de hoogte gebracht. We maakten lange dagen, 's morgens rond 8.30 uur aanwezig en niet voor 22.00 uur de deur uit en dat moest ook. Wat voor iedereen voorop stond was dat de (herdenkings)diensten en begrafenissen zo goed mogelijk moesten verlopen. Uit brandweerland was veel medeleven en belangstelling om de begrafenissen bij te wonen. Daarom hebben we het land ‘in drieën geknipt’ om een goede verdeling te maken. De mediabelangstelling bleef aanhouden. Het verschoof wel van landelijk naar plaatselijk. Met name het Haarlems Dagblad besteedde veel aandacht aan de brand en de gevolgen. Ze hebben dit op een uitstekende manier gedaan. De dagen van de begrafenissen naderden. Per kerk en per begraafplaats werd een officier aangewezen voor de coördinatie. Voor de communicatie kwam voor de vrijdag en zaterdag ondersteuning van de gemeente en de politie. De dragers van de kist oefenden niet
Foto: United Photos de Boer
alleen in het dragen maar ook op welke manier zij de wacht naast de kist moesten houden. Positieve ervaring Ik ben van mening dat alles op de dagen van de begrafenissen goedgegaan is en dat onze collega's op een waardige manier met korpseer zijn begraven. Uiteraard heeft het BBT alles geëvalueerd en zo hoort dat ook. Natuurlijk zijn er verbeter- en veranderpunten naar voren gekomen. Eén van deze punten is dat wij, zodra wij een brandweerkorps binnenkomen, meteen de rol en taken van het team duidelijk moeten communiceren naar de gehele organisatie. Wij hebben het weliswaar gecommuniceerd maar het moet blijkbaar nog duidelijker. Voor sommigen binnen het Haarlemse brandweerkorps waren wij een soort A-team, snel naar binnen en na een week weer weg. Ook daar hebben wij het over gehad en die rol moet helder gemaakt worden. Over de samenwerking met de collega's in het Haarlemse korps ben ik positief. Ondanks de tragische aanleiding heb ik met iedereen goed samengewerkt en heb ik binnen hele korte tijd mijn draai gevonden en wist ik wie ik waarvoor kon aanspreken. In de eerste plaats wil ik Lisa bedanken voor de goede samenwerking, maar ook alle andere collega's van de Haarlemse brandweer!
Kees Jongh Lid BBT en Hoofd Communicatie Brandweer Amsterdam
Wij kunnen en willen niet geloven dat zijn leven vergeefs voorbij is gegaan, en dat wat hij voor mensen heeft betekend nu verloren is. Wij zijn dankbaar voor alle vriendschap die van hem is uitgegaan en voor de vrede die hij heeft gebracht; en dat hij zo vergankelijk als hij was, een mens geworden is om van te houden. Wij wensen dat wij, die met hem waren verbonden, nu ook, omwille van zijn dood, Dieper met elkaar verbonden mogen zijn. Dan is zijn dood niet tevergeefs geweest.
Regels uit het gedicht van de dichter Huub Oosterhuis Voorgelezen door Rob de Bruin tijdens de kerkdienst van Ben
15
Lieve Renz,
Momenten Wat voel ik me alleen zonder jou. Je humor, je lach, je geplaag, je onzin Momenten die zijn er elk uur, elke dag,
maar ook mijn geborgenheid die ik bij jou had. Je steun in alles, met de
Een moment met een traan, een moment
met een lach.
kinderen, het stoeien met Richard en Lianne en het dollen met Abbey (Abse zoals je de hond noemde).
Een moment van verrukking, door bomen
die bloeien,
Wij konden altijd met alles bij je aankomen. Jij hield zoveel rekening met ons, je gezin was je alles.
Door vlinders, die samen in het zonnetje stoeien.
16
Wij hielden zoveel van elkaar en bespraken alles.
Een moment, als een kind zegt: ‘ik vind je zo lief", Er was voor alles een oplossing. met stralende oogjes, spontaan naïef.
De autoritjes die we maakten en dat ik zo heerlijk naast je zat te genieten.
Momenten van liefde, tederheid, trouw,
Momenten van afscheid, verdriet en van rouw.
Jij zei altijd: "zit je lekker, Netje?". Nu moeten we met zijn drieën verder (maar met nog vele anderen om ons
Momenten, zo zwaar, bijna niet door te komen,
heen). Maar ik voel me sterk, door jou meegekregen. Wij gaan zoveel mogelijk
Waardoor je voor altijd zou willen wegdromen. op dezelfde voet verder, het zal niet Dan wordt er een hand op je schouder gelegd,
altijd gemakkelijk gaan. Ik weet dat jij vreselijk trots op ons zal zijn, net zo
Dat is een moment, waarbij niets wordt gezegd.
trots als wij op jou zijn.
Je krijgt weer kracht om verder te gaan, Dag mijn allerliefste schat, ik blijf Gesteund en gelouterd, in dit woelige bestaan.
altijd ontzettend veel van je houden.
Heel veel liefs, Jeannetje
TOESPRAAK
BIJ DE BEGRAFENISSEN
MR. J.J.H. POP, BURGEMEESTER VAN HAARLEM
Hier, in het hart van de stad, staan wij stil bij het drama dat ons zo diep trof in ons eigen hart. Het betekent veel voor de familie en de collega’s dat het afscheid met korpseer plaatsvindt, en dat wij hier samen zijn met vele honderden belangstellenden uit Haarlem en uit heel Nederland. Hieronder is de directeur Brandweer en Rampenbestrijding, de heer Van Strien, die de staatssecretaris van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vertegenwoordigt. Het noodlottig overlijden van Renz Knipper, Ben Hannenberg en Douwe van Kooten bij de brand in de Koningkerk heeft ons allen geraakt. En niet alleen ons. Er zijn inmiddels enkele duizenden reacties bij de brandweer, de gemeente en het Haarlems Dagblad binnengekomen. Een teken van het enorme medeleven in Nederland en ook van de grote waardering voor de brandweer in het algemeen. Het was een zwarte nacht, afgelopen zondag, aan de Kloppersingel. Ik was erbij toen die nacht langzaam de contouren van het drama duidelijk werden. Eerst de twijfel over de vermissing, over het aantal, toen zachtjes de eerste namen. De ontzetting was af te lezen op de gezichten. Verbijstering over de harde realiteit van het brandweervak, die zo meedogenloos in Haarlem had toegeslagen. Later die nacht schoof ik even aan toen de ploegen in de kazerne in verslagenheid bij elkaar zaten. Tranen, armen om schouders, woorden, woede, machteloosheid, stilte……. Foto: United Photos de Boer
Na die zwarte nacht volgde een donkere week. Maandagavond was er een eerste bijeenkomst met de nabestaanden van Renz, Ben en Douwe, met het brandweerkorps en met de andere hulpverleners van die nacht. Ik heb daar gezegd dat ik nog nooit zoiets ergs had meegemaakt, en dat ik er (ondiplomatiek gezegd) gewoon kapot van was, binnen in mijn hart. En zo is het met ons allen. Maar in die donkere week begon er ook direct iets anders. Iets dat ook past bij de brandweer. Er ontstond een soort tegenbeweging in de vorm van gezamenlijk ontwikkelde steun en troost. Niét de gedachte dat het onnoemelijke menselijke leed hersteld kan worden. Maar wel met de opzet om dit leed te verzachten. In de eerste plaats voor de echtgenotes, de kinderen en de andere nabestaanden. En in de tweede plaats ook voor de ploeggenoten en de collega’s. Met hulp van velen, waarvoor ik dankbaar ben, is dit traject overtuigend ingezet. Het zal een lang traject zijn, en – ik herhaal – het verlies zal niet te herstellen zijn. Maar ik ben trots op de veerkracht van ons brandweerkorps, en de troost en de steun die daarmee geboden kunnen worden aan de nabestaanden. De vreselijke gebeurtenis van de afgelopen zondag laat de grote kracht zien die de Haarlemse brandweer heeft. Een kracht die mede is opgebouwd door mannen als Renz, Douwe en Ben en die nu als het ware terugvloeit in de richting van de nabestaanden.
17
TOESPRAAK BIJ DE BEGRAFENIS VAN RENZ KNIPPER OP 28 MAART 2003 DOOR MR. J.J.H. POP, BURGEMEESTER VAN HAARLEM
18
Renz kende ik vooral als de voorzitter van de personeelsvereniging ‘De Tien’. Op korpsavonden, diploma-uitreikingen en jubilea waren we beiden een soort vast nummer. Voordat het echt gezellig werd, moesten wij spreken (en de commandant natuurlijk). Dat kon Renz goed. En, als ik besefte wat te serieus te zijn, met onderwerpen als integrale meldkamer of veiligheidsregio`s, dan wist ik dat Renz daarna in zijn toespraak de luchtigheid wel zou inbrengen. Solidariteit, kameraadschap en onderling vertrouwen zijn noodzakelijk voor hun brandweerwerk. Ik hoef hier niet uit te leggen dat een personeelsvereniging bij de brandweer daarbij een zeer belangrijke rol vervult. Zo ook dus bij ons. Renz was als voorzitter een bindende factor in de personeelsvereniging en hij was een uitstekende voorzitter. Daarnaast was hij een bekwame en betrouwbare hoofdbrandwacht, waar we altijd op konden rekenen. Bij de UWV vervulde hij een verantwoordelijke functie. Dáár dachten ze dat dat zijn hoofdbaan was, terwijl wij bij de brandweer het idee hadden dat hij alleen voor de brandweer werkte. En in zijn gezin was hij geliefd en betrokken. Renz Knipper was op vele fronten een waardevolle en zeer gewaardeerde persoonlijkheid. Als er iéts waar is, dan is het wat zijn vrouw Jeannette op de kaart liet zetten: "Hij kan niet gemist worden". Wij zijn hem dankbaar voor het vele goede en belangrijke werk dat hij voor ons deed. Niet alleen vandaag verdient hij korpseer, maar blijvend. Sterkte en kracht wensen en bieden wij aan Jeannette, Richard en Lianne en aan de andere nabestaanden.
TOESPRAAK BIJ DE BEGRAFENIS VAN DOUWE VAN KOOTEN OP 29 MAART 2003 DOOR MR. J.J.H. POP, BURGEMEESTER VAN HAARLEM
De kracht, die in het wezen van ons korps zit, is in de loop der jaren opgebouwd door brandweermannen als Douwe van Kooten. Wanneer je een voorbeeld van een vrijwillige brandweerman zou willen beschrijven, dan moet dat iemand zijn die uiteraard gek is van de brandweer, die vervolgens goed is opgeleid in het brandweervak, die een verantwoordelijke functie vervult in het korps, die joviaal is en vriendelijkheid uitstraalt. Zo’n ideaal type moet dan eigenlijk ook nog een stevige hoofdbaan hebben. Welnu, als u de invulling van zo’n voorbeeldfunctie zou uitdraaien, dan verschijnt daar het beeld van teamleider Vrijwilligers West, brandmeester Douwe van Kooten. Douwe was, ondanks zijn drukke baan als directeur van de apparatenfabriek Vanko in de Waarderpolder, een toegewijd en zeer gewaardeerd brandweerman. En hij was dat lange tijd. Ik was erbij toen hij in december vorig jaar zijn onderscheiding voor 25 jaar vrijwillige brandweerdienst kreeg. Wij zijn hem dankbaar voor het vele goede en belangrijke werk dat hij zo’n lange periode voor onze brandweer heeft gedaan. Niet alleen vandaag verdient hij korpseer, maar blijvend. Sterkte en kracht wensen en bieden wij aan Petra, aan Nick en Dave, aan Casper en Thomas en aan de overige nabestaanden.
19
TOESPRAAK BIJ DE BEGRAFENIS VAN BEN HANNENBERG OP 29 MAART 2003 DOOR MR. J.J.H. POP, BURGEMEESTER VAN HAARLEM
20
De kracht, die bij ons korps hoort, is in de loop der jaren opgebouwd door brandweermannen als Ben Hannenberg. Het is mooi om te zien hoe die kracht nu als het ware weer terugvloeit in de vorm ondersteuning en troost naar de families van de omgekomen brandweermannen. Ben Hannenberg had eigenlijk twee banen waar van tijd tot tijd vuur aan te pas kwam. Zijn hoofdbaan bij Corus bracht hem als technicus soms in de nabijheid van de ovens van dat bedrijf. Bij de brandweer bestreed hij het vuur. Tenminste, als hij er als vrijwilliger aan toe kwam. Want hij vond wel eens dat er te weinig uitrukmogelijkheden waren voor vrijwilligers. En daarmee sneed hij een reëel probleem aan, waarvoor wij een oplossing aan het zoeken zijn. Het is droevig dat hij aan die oplossing niet meer mee kan doen. Ben was een buitengewoon plezierige collega, die er altijd was, zeer behulpzaam door zijn technische kennis en ook joviaal en vol humor. Een eigenschap die past bij vrijwillige brandweermensen. Hij had een lange staat van dienst als hoofdbrandwacht. Wij verliezen in Ben een uitstekende brandweerman. Wij zijn hem dankbaar voor het vele goede en belangrijke werk dat hij gedurende een lange periode voor onze brandweer heeft gedaan. Niet alleen vandaag verdient hij korpseer, maar blijvend. Wij wensen en bieden Marja, Martijn en Wendy alle sterkte en steun voor de komende tijd.
Zeven maal om de aarde gaan, als het zou moeten op handen en voeten; zeven maal om die ene te groeten die daar lachend te wachten zou staan. Zeven maal om de aarde te gaan.
Zeven maal over de zeeën te gaan, schraal in de kleren, wat zou het mij deren, kon uit de dood ik die ene doe keren. Zeven maal over de zeeën te gaan zeven maal, om met zijn tweeën te staan.
(De Gestorvene) Voorgelezen door Rob de Bruin tijdens herdenkingsdienst van Renz
Lieve Renz, Het is alweer zeven weken geleden dat ik dat telefoontje van ma kreeg om ongeveer 0.30 uur. Het bericht dat jij was omgekomen bij een brand in jouw geliefde stad; je ouders zijn hun oudste kind kwijt, je vrouw haar geliefde man en de kinderen voor de rest van het leven hun lieve vader. En ik mijn broer, mijn enige broer, je leven in een keer verscheurd. Voor ons is er een leven vóór 23 maart en na 23 maart. Alleen met het leven na 23 maart in balans komen, nog een weg zoeken, dat is een moeizaam proces dat lang zal duren. Jouw naam wordt veel genoemd en we proberen in jouw geest verder te leven. Het gat dat jij achterliet wordt steeds meer zichtbaar. Het gemis steeds duidelijker en tastbaarder. Zoveel mensen zijn er zowel direct als indirect bij jouw overlijden betrokken. Je kunt er gerust het Haarlem-stadion mee vullen. Allemaal mensen die jou gekend hebben vanuit je jeugd, je werk, je vriendschap, je familie en de brandweer. Dat heeft ons zo geraakt, de betrokkenheid van zoveel mensen, het verdriet dat je deelt, en de troost die je vindt bij elkaar. Wat veel mensen aangrijpt is dat je bij vrijwilligerswerk bent omgekomen. Zo sta je midden
in het leven en zo is alles voorbij. Zo wordt voor iedereen de kwetsbaarheid van het leven zichtbaar. Veel mensen steunen Jeannette, Richard, Lianne, mijn ouders en de gehele familie. Ik zie nu goed dat wat jij, Renz, anderen gaf nu weer terugkomt naar de achterblijvers. Veel vragen zijn nog niet beantwoord: wat is er gebeurd op de avond van de brand? Hoe heeft dit kunnen gebeuren dat jij samen met Douwe en Ben zo noodlottig en onnodig bent verongelukt? Wij wachten nu op een rapport en hopelijk geeft dit duidelijkheid. Wij zijn naar jou, Douwe, Ben, de families en heel brandweer Nederland verplicht dit tot de bodem uit te zoeken. Zodat de opgedane ervaring bij de Koningkerk wellicht in de toekomst slachtoffers bij branden kan voorkomen. Niemand heeft dit gewild, het is duidelijk dat hier alleen maar slachtoffers zijn. Ik wil tevens het korps sterkte wensen in de toekomst en bedanken voor steun en troost. Blijf vooral de namen Renz, Douwe en Ben noemen, zodat zij deel van het korps blijven uitmaken. Ronald
21
HULP
BIEDEN WAAR MOGELIJK EN NODIG
DE WERKZAAMHEDEN VAN HET BEDRIJFS OPVANG TEAM (BOT)
23 maart ca. 22.00 uur. De pieper gaat. De 842 moet bijstand verlenen in Haarlem bij de grote brand in de Koningkerk. Aangekomen bij de Kloppersingel krijgen wij opdracht ademlucht omhangen en meekomen. We lopen de zijstraat in, over het puin. We passeren een vrijgemaakt lichaam dat met een laken is afgedekt. Even later zijn wij op de aangewezen locatie op onze knieën enorme brokken puin weg aan het halen. We graven als gekken en met gemak tillen wij de meest zware brokstukken op. Wij vinden een slachtoffer en maken de plaats helemaal vrij van brokstukken. Het slachtoffer wordt afgedekt.
22
Eerste inzet BOT Een collega komt naar mij toe en geeft namens de bevelvoerder aan mij door dat het BOT-team is opgeroepen en dat ik naar de kazerne in Haarlem moet. Ik meld mij af en vertrek vervolgens met spoed naar de Zijlweg. Daar aangekomen blijkt dat er al een aantal BOT’ers aanwezig is. Het is de bedoeling dat de collega’s van Haarlem, die op de Kloppersingel aan het werk zijn, zo snel mogelijk door collega’s uit de regio worden afgelost en terugkeren naar de kazerne. Daar zullen de leden van het BOT-team de diverse ploegen opvangen. Er is inmiddels ook een aantal ervaren BOT’ers uit Amsterdam opgeroepen en aangekomen. Zij waren opgeroepen door de commandant van Amstelveen, Frans Schippers, die leiding geeft aan het Begrafenis Bijstands Team. We krijgen door dat de ‘vrijwilligers centrum’ het eerst worden afgelost en wij zullen hen opvangen. Tijdens het wachten spelen er allerlei gedachten door
je hoofd. Toen ik vorig jaar met een flink aantal collega’s uit de regio de BOT-cursus volgde, hebben wij het regelmatig over kleinschalige gebeurtenissen gehad. Wel zijn ook de grootschalige gebeurtenissen aan de orde geweest maar iedereen dacht hierbij aan een ‘ver van mijn bed show’. Niemand kon bevroeden dat dit zo kort na de cursus realiteit zou worden. Grote bijdrage Als ik terugkijk op de afgelopen periode dan kan ik met een gerust hart zeggen dat de BOT’ers een enorme prestatie hebben neergezet. Van het begin af aan 200% inzet. Alle ploegen die van de Kloppersingel afkwamen zijn dezelfde nacht nog opgevangen in de kazerne van Haarlem. De eerste week na het incident zijn de BOT’ers van ’s morgens vroeg tot ‘s avonds laat (tot ca. 23.30 uur!!) aanwezig geweest om mensen en ploegen op te vangen; te praten, een luisterend oor te bieden en een schouder om op te huilen. De ‘stamtafel’ en het ‘stiltecentrum’ waren veel bezochte plekken. Ook nadien. Gedurende de eerste week na het incident was er ook alle dagen om 18.00 uur BOT-vergadering. Daar werd de dag nabesproken met Saskia Uhlenbroek en Han van der Veen; beiden zijn traumapsychologen die toegevoegd waren aan het team. Er kwam snel structuur in het BOT-gebeuren. Daarnaast vergaderde het Begrafenis Bijstands Team drie keer per dag. Het was een strakke militaire operatie. Er moest ook zoveel geregeld worden. Het BOT participeerde ook hierin. Er zijn in een heel korte tijd enorm veel zaken rondom de begrafenissen geregeld.
Foto: Arno de Kock
De dagen van de begrafenissen waren heel emotioneel. De BOT-leden hoefden die dagen niet als BOT’er aan te treden. Zij konden als korpslid de plechtigheden bijwonen. BOT-collega’s vanuit Amsterdam hebben de kazerne bemand om degenen die niet bij de begrafenis aanwezig konden zijn, op te vangen. Wat fijn dat brandweercollega’s uit andere regio’s voor je klaar staan!! BOT en de toekomst De weken daarna vonden wekelijks meerdere vergaderingen plaats, onder andere van het BOT- en het Nazorgteam. De BOT-leden waren immers nog steeds met de nazorg bezig. Als ik terugkijk zijn er in korte tijd enorm veel bijeenkomsten georganiseerd waarbij BOT’ers een rol hebben gespeeld: de eerste bijeenkomst kort na het incident, de bijeenkomsten van de verschillende ploegen, partnerbijeenkomsten etc. Zelfs zoveel dat we moesten waken dat er niet een soort ‘overkill’ zou komen. Toen hierover signalen kwamen, zijn gelijk de tijdslijnen aangepast. Het was voor ons ook de eerste keer en het gevaar bestaat dat je het ‘te goed’ wilt doen. Dat moet je dus zien te vermijden. Je moet als BOT’er ingaan op de behoefte die er is. Je moet het niet opdringen. De komende periode zullen er nog regelmatig bijeenkomsten plaatsvinden waarbij leden van het BOTteam aanwezig zullen zijn. Iedere keer als we bijeen zijn, voel je de momenten van emotie, rouw en van spanning als ‘de pieper’ gaat. Niet alleen bij de brandweercollega's maar ook bij de partners. Het gevoel gaat slijten en krijgt een ‘plekje’, maar vergeten doe je het nooit. Vaak nog denken we aan ‘De Kloppersingel’ en hopen uit de grond van ons hart: ‘Dat was eens maar nooit weer’.
Sjoerd Joustra Coördinator BOT Kloppersingel
Renz, Een aantal weken zijn voorbij Ik heb verdriet want jij was bijzonder voor mij Jouw leven was kort maar heel intens Jij was voor mij een super mens Het gemis dat nooit zal wennen Een voorrecht jou te hebben mogen kennen Jij was een man met heel veel glans Voor jou dit gedicht van Toon Hermans
Je zwager Co
"De leegte zonder jou is met geen pen te beschrijven De leegte zonder jou zal altijd bij ons blijven Maar veel fijne herinneringen verzachten onze smart Voorgoed uit ons midden maar altijd in ons hart"
23
H.V.B.V. "DE TIEN"
NEEMT AFSCHEID
Op zondag 23 maart 2003 verloren wij onze collega’s Ben, Douwe en Renz. Geschokt, verbijsterd en verdrietig waren wij de dagen en weken daarna. En nu nog steeds. Renz was de voorzitter van de H.V.B.V. "De Tien" en de bestuursleden ervaren zijn verlies als een persoonlijk verlies. Renz was een uniek persoon en als voorzitter had hij een belangrijke rol in het bestuur en de vereniging. De leden van het bestuur waren (en zijn) door zijn overlijden en die van Ben en Douwe door verdriet overmand. In de eerste week hebben wij ons enkel en alleen gericht op het delen van het verdriet en zorgen dat de dingen die geregeld moesten worden, zoals de advertenties en bloemen, daadwerkelijk gebeurden. Omdat de drie collega’s met korpseer werden begraven, hebben wij Rob de Bruin gevraagd in zijn speech tijdens de begrafenissen vooral ook de deelneming van de H.V.B.V. "De Tien" te memoreren. Het uitkomen van deze speciale editie van De Sirene stelt ons in de gelegenheid om als bestuur en namens de leden van de personeelsvereniging onze gevoelens omtrent dit vreselijke verlies onder woorden te brengen. Niet dat dit ons zo gemakkelijk afgaat maar we hebben ons best gedaan. In een informeel samenzijn van de bestuursleden hebben we besloten om Ben, Douwe en Renz namens H.V.B.V. "De Tien" te eren. Daar waren we het snel over eens.
24
Het postuum eerbetoon heeft plaatsgevonden op de Algemene Leden Vergadering op dinsdagavond 20 mei 2003. Drie beeldjes van een ademluchtdrager met bijbehorende inscriptie werden overhandigd aan Jeannette, Marja en Petra. Het was een emotioneel moment toen Sip mooie woorden sprak om aan te geven dat wij Ben, Douwe en Renz zullen missen als collega’s, vrienden en leden van "De Tien". Ben en Douwe waren bij verschillende evenementen aanwezig. Ben, Marja en kinderen waren steevast deelnemers aan de fietspuzzeltocht op Hemelvaartsdag. Douwe en Petra waren op de feestavond op de boot in 2002 hun danslessen aan het showen. Beelden die op het netvlies staan gegrift. Wij hebben geen woorden voor dit verlies van deze drie mannen. Maar wij zullen Ben, Douwe en Renz nooit vergeten.
Foto: Arno de Kock
NOOIT
MEER VERGETEN
Het is zondag 30 maart en ik heb dienst. Ik hang mijn uitrukkleding op de juiste plek en loop naar boven. We hebben net de zwaarste en slechtste week uit de geschiedenis van Brandweer Haarlem achter de rug. Een week van veel verdriet maar ook van hard werken, inzet en oefenen. Gisteren was ik één van de dragers van de kist van Ben Hannenberg en ondanks de moeheid en verslagenheid ben ik blij dat ik een drager mocht zijn. Een gevoel van ‘ik wil erbij zijn’, meehelpen, samen delen maar ook een waardig afscheid van onze collega’s en steun aan de familieleden geven. Het geeft mij een goed gevoel en de mogelijkheid om dit te verwerken. Het is net een week geleden en Frank van de Toorren heeft een idee om ’s avonds een kaars te laten branden en een minuut stilte te houden. Iedereen is het daarmee eens en we besluiten dit ’s avonds met onze ploeg bij de Koningkerk te doen, ook Post Oost en wat vrijwilligers zijn aanwezig. Zondag 11 mei en ik heb dienst. Er wordt deze dag gewoon gerommeld, net zoals anders; auto’s wassen, uitzuigen en er wordt nog wat gesport. Het leven gaat toch verder en dat is goed. Toch loop ik ’s middags nog even langs de foto’s van Ben, Douwe en Renz. Op de steen ligt een briefje met een tekst van Eric Clapton, opgeschreven door Arie. Ik lees het wel twee keer, het is een mooie tekst vind ik en ik kijk naar de foto’s die op het tafeltje staan. Voor de foto’s staat een kaarsje en ik steek het aan. ‘Zo zijn jullie toch nog hier’ mompel ik. Het is nu zeven weken geleden. Er is ook gelegenheid om de videobanden te kijken. Het geeft mij een goed gevoel om mezelf en ons ploegje dragers bezig te zien; een bevestiging dat het er inderdaad mooi en soepel uitzag voor de nabestaanden. Daar hebben we tenslotte zo hard voor geoefend. Bij het zien van de film komen toch ook de emoties weer boven. Het dragen van de kist, het zien van de films, foto’s en krantenknipsels. Het hoort allemaal bij de verwerking en ook het schrijven van deze tekst hoort daarbij. In gedachten ben ik bij de vrouwen en kinderen voor wie het leven zo ingrijpend veranderd is. Verwerken, verwerken maar nooit meer vergeten
Rob Thijssen Brandweer Haarlem Repressieve Dienst
... Lieve Renz, Onbegrijpelijk, wat jou is overkomen en wat een verdriet dit heeft veroorzaakt. Ook voor jou, te weten dat je je Jeannetje, Richard, Lianne en Abbey moest achterlaten terwijl er nog zo’n lang leven voor je lag. Het is niet te bevatten dat je er niet en nooit meer zal zijn, een leeg gevoel blijft achter bij je familie en vrienden. Als je wist (en je weet het) hoe Jeannette, Richard, Lianne en Abbey worden gesteund door iedereen die jou dierbaar waren, zou je daar heel blij mee zijn geweest. Ik hoop dat je daarboven alles kunt volgen wat hier beneden gebeurt en dat je ziet, hoe wij met elkaar ons best doen om de draad weer op te pakken. Wij zijn heel blij dat je eerst mijn vriend was en later onze geweldige lieve zwager. Zo lang als we leven zullen wij je nooit vergeten en altijd van je blijven houden en je Jeannetje en de kinderen steunen. Veel liefs Anneke en Alle
25
In memoriam
Renz Knipper Bestuurslid van H.V.B.V. "De Tien" 1995 – 1999 Voorzitter van H.V.B.V. "De Tien" 1999 – 23 maart 2003
Nooit meer een bestuursvergadering H.V.B.V. "De Tien" met jou Nooit meer je bulderende lach, schouderklop of zoen Nooit meer een baco, nooit meer Kaapse Draai Nooit meer eten van Gembira, wat kon je hiervan smullen Nooit meer zal een feestavond, fietstocht of evenement nog hetzelfde zijn
26
Alles nooit meer maar ….. Nooit zullen we je vergeten Het bestuur van de H.V.B.V. "De Tien"
Mijn herinnering Een lege plek, een groot gemis, een fijne herinnering is al wat er nog is. Waar ben je nu, vraag ik me af, ik voel nog de liefde die jij me gaf. Jou te kennen vond ik fijn, je los te laten dat doet pijn. Ik zal je missen in dit leven en altijd om je blijven geven. Gedicht van Dave,
de zoon van Douwe
Voorgelezen tijdens de herdenkingsdienst
Verlies Te veel pijn, te weinig woorden Of juist teveel? Een hand, een gebaar, betere keuze, of niet? Wat te zeggen, wat te doen? Verdriet Doe ik het goed? Help ik wel? Ik weet het niet Hoe te reageren, Wat te zeggen? Verdriet Dingen die je
Foto: United Photos de Boer
niet wil leren, Maar wel moet, want wegrennen
Onze lieve oudste zoon Renz,
helpt niks
Er te zijn, te proberen, te doen, wat je kan Verdriet ’t doet zo’n pijn Daar zat hij altijd Dat heeft hij gemaakt Ik mis hem
Wij waren zo blij dat wij de ouders van Renz mochten zijn. Wij vinden het verschrikkelijk wat hem is overkomen. Een kind verliezen is het ergste wat je kan gebeuren. Renz was een bijzonder mens en uniek. Hij was altijd met mensen bezig. Wij moeten nu verder zonder hem. Het zal heel moeilijk zijn. Wij willen van de gelegenheid gebruik maken iedereen te bedanken (in het bijzonder de Brandweer Haarlem) voor de steun in deze moeilijke tijd. Renz, wij zullen altijd van je blijven houden.
Verdriet Woorden zo leeg, Ze klinken, je hoort ze Ze zijn er niet Verdriet
Gedicht van Martijn, de zoon van Ben en zijn vriend, voorgelezen tijdens de kerkdienst.
Veel liefs en een dikke kus van je ouders Fam. R. Knipper
27
EEN
BIJZONDERE BIJSTAND
Op zondag 23 maart bereikte ons, de Regionale Brandweer Zaanstreek-Waterland, het trieste bericht dat er drie collega’s van de brandweer Haarlem bij de bestrijding van een grote uitslaande brand in een kerk waren omgekomen. Als een dergelijk bericht tot je komt ga je denken ‘kan dat bij ons ook gebeuren?’. Ja, dat kan, maar wat komt er allemaal op je af als korps. De volgende dag spreek je erover met je collega’s. Dan komt er naar voren ‘kunnen we wat betekenen voor de brandweercollega’s in Haarlem?’ Een telefoontje naar de collega’s in Amsterdam was genoeg om gezamenlijk de brandweer Haarlem hulp te bieden. In de loop van de dag zijn we met collega’s van Amsterdam naar de hoofdkazerne in Haarlem gegaan om door te spreken wat we konden betekenen.
28
Vervolgens werd voor drie dagen de kazerne Schalkwijk door Amsterdam bezet met een autoladder en een tankautospuit en werd de hoofdpost bezet door collega’s van Zaanstreek-Waterland. De hoofdkazerne werd met een autoladder, een hulpverleningsvoertuig, een tankautospuit en een Officier van Dienst-voertuig bezet. Enkele specialistische voertuigen werden vervolgens door collega’s uit Wognum bezet. Voorts werd de ademluchtvoorziening geregeld door medewerkers van de technische dienst. Een stuk samenwerking van de bovenste plank. Je ziet dan ook dat in dergelijke gevallen heel veel kan. In de kazerne doe je veel indrukken op. Familie en bevolking komen naar de kazerne om het condoleanceregister te tekenen in het ingerichte stiltecentrum. Mensen spreken met elkaar en geven elkaar steun. Indrukken die je nooit meer vergeet.
De ervaring als kazernecommandant Door het Begrafenis Bijstands Team (BBT) werd mij gevraagd om de functie van kazernecommandant op mij te nemen op de dagen van de uitvaartplechtigheden van de collega’s. De leden van het BBT brachten mij op de hoogte van de werkwijze van dit bijstandsteam. Ik heb die dagen doorgebracht op de hoofdkazerne van Haarlem en heb op zeer prettige wijze samengewerkt met collega’s uit verschillende geledingen van de brandweer. Een speciaal woord van dank wil ik overbrengen naar de collega’s van de gemeentelijke organisatie, die allerlei hand en spandiensten voor mij verzorgden tijdens deze dagen. Logistiek is in dit soort gevallen een heel belangrijke factor waarin de gemeentelijke diensten een grote rol kunnen vervullen. Ook heb ik kunnen ervaren dat een brandweerkorps in een zeer trieste situatie als deze goed ondersteund kan worden door het BBT. Er dienen zoveel zaken geregeld te worden in een heel korte periode dat hulp van buitenaf noodzakelijk is. Het is hartverwarmend om te zien dat verschillende diensten elkaar bij dergelijke zaken heel hard nodig hebben. Samenwerking is noodzaak. Ik wens het brandweerkorps van Haarlem heel veel sterkte toe met het verwerken van het verlies van drie brandweercollega’s.
Nico Moes Sectorhoofd Repressie Regionale Brandweer Zaanstreek-Waterland
Foto: United Photos de Boer
Kippenvel Met een alles doordringende dreun, zo snel, in één seconde, er viel een relatieve stilte, als in een bankschroef, zo beklemmend. Er liggen mensen onder, zeker twee en misschien wel drie. Ongeloof, niet te bevatten, doorgaan, zoeken. We trekken ze er onder uit want de vrees voor het allerergste, dat kan toch niet!!! Dat stukje puzzel, die gedachte, dat past niet, bijna verlammend. In je hoofd de realiteit weer proberen op te pakken. Kwaad, boos, woedend, als het allerergste bewaarheid wordt. Maak me wakker, sleur me uit deze nachtmerrie maar hoe ik mezelf figuurlijk ook knijp, wakker schrikken doe ik niet. Want de realiteit is maar al te waar. Een wacht, een dag die begon als zovele. Een brandje dat ook begon als zovele maar wel één die een onuitwisbaar litteken in onze zielen heeft achtergelaten. Wanhoop, machteloosheid, boosheid, ongeloof, verdriet, ongrijpbaarheid, onrecht, zomaar een paar surrealistische gevoelens die zich op 23 maart van ons meester hebben gemaakt en waaraan je niet kunt ontkomen, hoe hard je ook rent. Ik zou willen dat ik ze bij een ieder kon wegnemen, niets is minder waar. Twee of drie weken later loop ik door de kazerne en ben eigenlijk op weg naar huis. Ik heb best wel haast want ik moet een hoop dingen doen. Beneden bij een voertuig kom ik een collega tegen die me vraagt ‘gaat ie een beetje?’. Is zijn welgemeende vraag. Vervolgens zijn we leunend op de spoelbak ruim anderhalf uur verder als ik weer mijn verhaal vertel, alsof ik zo belangrijk ben. Aandachtig luistert Rinus naar me en op een gegeven moment zegt hij ‘Freek, ik ben er niet bij geweest maar ik krijg het er koud van’ terwijl hij mij zijn onderarmen toont waarvan de haartjes recht overeind staan. We schudden elkaar de hand en zeggen gedag. Ik loop naar mijn auto, stap in en zucht heel, heel diep, start de motor en rijd weg. Goh, het verkeerslicht springt nog steeds op rood als je haast hebt! Freek Kersten Brandweer Haarlem Repressieve Dienst
29
HET
AANTAL REACTIES WAS OVERWELDIGEND
PASSAGES UIT EEN AANTAL BRIEVEN
Regionale Brandweer en Hulpverleningsdienst Noord-Kennemerland
30
Echtgenote van omgekomen brandweerman uit Enschede
Brandweer Apeldoorn
Brandweer Groesbeek
Feuerwehr Osnabrück Via deze weg wil ik mijn medeleven betuigen met het overlijden van drie van jullie collega’s. Ik ben bewoner van de Zocherstraat. Ik heb vanmorgen gezien hoe een aantal mensen van jullie naar de plek kwam waar het gebeurd is. Wat goed van jullie om dat te doen! Ik hoop dat alle bloemen die er lagen en alle vlaggen die halfstok hangen, jullie een heel klein beetje kunnen troosten. Jullie zijn niet alleen met je verdriet. Ondanks het feit dat wij jullie collega’s niet gekend hebben, zijn wij ook vreselijk verdrietig. Voor mij persoonlijk geldt ook nog eens dat je wel erg met je neus op de feiten gedrukt wordt. Wat ik daarmee wil zeggen is dat alles zo onbelangrijk wordt, leuk dat mijn huis er nog staat, jammer van de kerk, maar het zijn maar spullen, het zijn maar stenen, dat is vervangbaar (meestal), maar dat zijn jullie collega’s niet! Alles is zo relatief. Ik wens jullie alle sterkte toe om dit verlies te dragen. Ik kan me voorstellen dat er onder jullie mensen zijn die misschien nu overwegen het bijltje er bij neer te gooien. Ik heb daar alle begrip voor, maar mensen als jullie hebben we als maatschappij zo hard nodig. Ik kan me ook indenken dat jullie vrouwen, mannen, kinderen, ouders nu de angst om het hart slaat. Ik wens ook hen heel veel sterkte.
Het vuur, Warme vriend en verwoestende vijand… Een huis, een kerk Een veilig thuis en een beschermende haven.. De brandweerlieden troffen deze bewuste zondagavond echter geen warme vriend, doch een alles verwoestende vijand. Ook de bescherming en veilige haven van ‘thuis’ of een kerk, bleek geen stand te kunnen houden.
Arie
De verslagenheid even na het omklappen van de gevel is groot. Ik zal de tranen en het intense verdriet van één van de vrouwelijke brandweerlieden nooit vergeten en begreep dat het echt behoorlijk fout zat. Diep geraakt door dit beeld hoorde ik even later dat haar collega’s onder het puin bedolven waren geraakt. Op dat moment stond de tijd even stil. ‘Waarom?’ vraag je jezelf af en tegelijkertijd weet je dat niets of niemand deze vraag zinnig kan beantwoorden. Niets of niemand kan de pijn van dit verlies wegnemen. Toch hoop ik dat collega’s, familie, vrienden en bekenden van deze helden op enige manier troost kunnen vinden in de vele steunbetuigingen. Wij denken aan jullie, Dierenbescherming Haarlem e.o. Dierenambulance Haarlem e.o. Kennemer Dierentehuis Zandvoort
Brandweer Lochem
Brandweer Meerssen
Brandweer Steenwijkerland
31
Brandweer Purmerend
‘MOOIE’
GROTE BRAND
DE BRAND DIE EEN DRAMATISCHE WENDING KRIJGT Het is zondagavond, kwart over tien als ik tijdens mijn wekelijkse avondje uit op de Raamsingel hoor dat er in Haarlem-Noord een grote brand gaande is. Vanaf het pand aan de Raamsingel is in de verte een grote vuurzee en dito rookpluim zichtbaar. Men weet ook al te vertellen dat het om een kerk gaat. Ik denk mooi een lekkere grote fik zonder dat er meteen mensen het slachtoffer zijn en eindelijk een ‘grote brand’, leuk voor de brandweer. terechtgekomen. Er zouden doden zijn gevallen. We besluiten naar de Zijlweg te gaan voor het opvangen van onze ambulancemensen. In de uitrukhal horen we van de brandweermensen meteen al de namen van de vermisten. Er heerst grote verslagenheid en iedereen wacht op de definitieve namen van de slachtoffers. Wat aanvankelijk lijkt op een mooie grote brand verandert in een drama. Het is inmiddels rond middernacht als de namen definitief bekend worden gemaakt van de overledenen. De koffieruimte puilt uit van alle medewerkers die inmiddels van huis zijn gekomen. Ook de ‘parate’ ploeg is binnen en kan maar nauwelijks bevatten wat er is gebeurd. Ook bij de ambulancedienst heerst verslagenheid en is werken even op de tweede plaats gekomen. Direct betrokken ambulancemedewerkers gaan uit de parate dienst, dit grijpt hen ook zeer zwaar aan. Waren we tot dan toe twee aparte diensten in een gebouw, nu heeft het meer iets van een grote familie en treft het ons ook. De meesten van onze medewerkers kennen de slachtoffers ook goed.
32
Chaos op straat Op weg naar huis in Haarlem-Noord is het een drukte van jewelste, overal auto’s, fietsers en voetgangers die duidelijk op weg zijn naar die mooie brand. Het Bolwerk is inmiddels niet meer toegankelijk vanwege alle dubbel geparkeerde auto’s. Ik hoor ook veel ambulances rijden en besluit toch maar even te gaan kijken of mijn hulp daar gewenst is. Ik kom duidelijk op het verkeerde moment want voordat ik het weet heb ik bijna een politiehond aan mijn benen hangen. De politie heeft op dat moment veel moeite om alle ramptoeristen de weg te wijzen. Het is chaos. Er gaat onder het publiek het verhaal de ronde dat er een brandweerman gewond is geraakt of zelfs zou zijn overleden. Ach, het is maar een verhaal van toeschouwers denk ik nog. Als ik uiteindelijk alleen vanuit de verte de brand heb gezien, besluit ik naar huis te gaan. Een drama Thuis aangekomen gaat de telefoon en Machteld vraagt of ik al iets weet van een brand in de Koningkerk omdat zij gehoord heeft dat er meerdere brandweerlieden onder een vallende muur zijn
Tijdens het bergen van de slachtoffers en ook tijdens het nablussen blijft er een ambulance de hele nacht stand-by staan voor eventuele calamiteiten. Ook voor de doorgewinterde ambulancemedewerkers is dit een nare klus. Op de Zijlweg vliegt de nacht voorbij. Af en toe komen we even in actie omdat er mensen niet lekker zijn en het gewone werk gaat voor ons ook gewoon door. We organiseren wat veldbedden voor mensen die niet meer naar huis kunnen of willen en richten hiermee een slaapruimte in de sport-
zaal in. Er wordt hiervan amper gebruik gemaakt, er is niemand die rustig kan gaan slapen op dit moment. Zwarte linten Als op maandagochtend de eerste collega’s binnenkomen, weten sommigen nog niet wat zich de vorige avond heeft afgespeeld en komt de informatie als een donderslag bij heldere hemel. De hele kazerne is een week lang in rouw gehuld en het slaat op je neer als je het gebouw betreedt. Al het repressieve brandweerwerk wordt overgenomen door korpsen uit andere regio’s en de mensen op kantoor zijn er wel maar duidelijk van slag. Voor de ambulancemedewerkers is het een rare week. Eigenlijk zou je ook een moment van rust willen inlassen maar ons werk gaat gewoon door. Om aan te geven dat bij ons ook een gevoel van rouw heerst besluiten wij om aan de antennes van de ambulances zwarte linten te bevestigen. Een week lang staat alles in het teken van voorbereidingen voor de begrafenissen. Aangezien niet iedereen tegelijker-
SAINT FLORIAN DE BETEKENIS Florian was in de derde eeuw een officier in het Romeins leger. Het verhaal van Florian is dat hij voorkwam dat een dorp afbrandde door een enkele emmer water op de brand te gooien. Sindsdien wordt hij gezien als de beschermheilige van brandweerlieden. Florian staat voor brandpreventie en beschermt tegen brand. St. Florian wordt herdacht op 4 mei.
Brandweer Haarlem beschikt over een aantal St. Florianmunten, zoals afgebeeld op de omslag, die te verkrijgen zijn tegen een kleine vergoeding. De munten liggen bij de receptiebalie op de Zijlweg 200 in Haarlem.
tijd weg kan bij de ambulancedienst moeten er keuzes worden gemaakt wie waarheen gaat. Ook ambulancedienst Kennemerland wordt in onze regio ingezet om zoveel mogelijk medewerkers de mogelijkheid te geven om de begrafenissen bij te wonen. Ook gaan er ambulancemedewerkers van ambulancedienst Kennemerland mee naar de begrafenissen. Het is inmiddels eind augustus en alles heeft min of meer weer zijn normale gang gekregen. In de gang staat een tafeltje met foto’s die herinneren aan drie leuke brandweercollega’s die naar een grote mooie brand werden gestuurd maar nooit meer thuiskwamen. Ik hoop dit nooit meer mee te maken René Moolenaar Ambulance Hulpverlening Haarlem
Herinneringen Als je afscheid moet nemen van de Brandweer Haarlem aangezien je de F.L.O.-leeftijd hebt bereikt, zoals dat iedere brandweerman/vrouw zou moeten overkomen, dan neem je veel goede en soms ook minder goede herinneringen mee als bagage behorend bij een afscheid. De minder goede herinneringen verdwijnen snel, zo selectief werkt ons geheugen nu eenmaal, slechts het goede resteert uiteindelijk. Zo zal het voor mij en velen die de actieve dienst hebben verlaten echter niet mogen zijn. Voor altijd zal die zwarte zondag in maart in ons geheugen gegrift blijven en alle andere herinneringen verdringen. Ik denk terug aan de bedachtzame vastbeslotenheid waarmee Ben zich in ploeggesprekken manifesteerde en ook denk ik terug aan de onstuitbare inzet van Douwe voor ‘zijn’ kring West. Renz heeft op mij diepe indruk gemaakt door zijn persoonlijkheid en als voorzitter van onze H.V.B.V. “De Tien”. Ik denk terug aan betere tijden en de gelegenheden waarin we elkaar zagen samen met Jeannette, Petra, Marja en de opgroeiende kinderen. Ik denk aan het onvoorstelbare verdriet van Jeannette, Petra, Marja, de kinderen, de ouders, familieleden en vrienden en hoop dat we in staat zullen zijn een deel van het verdriet te dragen. Rinus van der Peijl Voormalig hoofd vrijwilligers Brandweer Haarlem
33
POLITIE
STAAT SCHOUDER AAN SCHOUDER
MET DE BRANDWEER OP DE WIJ
BESEFFEN DAT HET ONS OOK HAD KUNNEN OVERKOMEN
De kerk en de brand Zondagavond 23 maart wordt rond 21.00 uur gemeld dat er brand is in de Koningkerk aan de Kloppersingel in Haarlem Noord. Verschillende politiemensen spoeden zich ter plaatse. Zij zien daar de brand in de kerk snel uitgroeien zeer grote uitslaande brand die het hele gebouw verwoest. Als blijkt dat er geen doden of gewonden zijn, dat er geen brandstichter kan worden aangehouden en nadat omwonenden geen gevaar meer lopen, beperken de politiemensen zich tot het op afstand houden van het talrijke publiek. Geen eenvoudige klus maar wel de dagelijkse routine bij de grote en kleine incidenten waar de politie bij wordt ingezet.
34
KLOPPERSINGEL
De muur en de dreun De brandweer doet haar werk. Tientallen brandweerlieden zijn druk bezig met het blussen van de vlammen en alle dingen die daarbij komen kijken. Zij hebben hun eigen commandocentrum en sturen de hele brandbestrijding en het toezicht door de politie aan. Dan valt plotseling een hoge zijmuur van de kerk om. Met geweldige dreun storten tonnen aan oude stenen in de straat naast de kerk. Na de dreun is het even stil maar al snel wordt duidelijk dat er mensen in de straat liepen, mensen van de brandweer. Er is wat verwarring maar dan blijkt wat er aan de hand is, dat er drie collega’s van de vrijwillige brandweer het slachtoffer zijn geworden van de brand en de omvallende muur. Drie collega hulpverleners die hun leven in de waagschaal hebben gesteld en nu hebben verloren.
ners welkom zijn om samen het grote verlies te verwerken. Het onderzoek en de rouw De dagen na de brand start de politie een groot onderzoek op naar de oorzaak van de brand. Specialisten van de technische recherche zijn dagen bezig met een minutieus onderzoek op het brandterrein. Daarnaast wordt samen met de brandweerinspectie en de arbeidsinspectie onderzocht hoe het kon gebeuren dat de brandweerlieden nog bij de muur in de buurt stonden. Die dagen komen op de rampplek steeds weer mensen samen. Brandweermensen, familieleden, politiemensen en buurtbewoners. Er worden bloemen neergelegd en er wordt gerouwd. De onderzoekers van de technische recherche zien dagelijks hoe dit allemaal verloopt, hoe mensen ook hier hun verdriet proberen te verwerken. Het afscheid De slachtoffers worden op vrijdag 28 en zaterdag 29 maart begraven. Voor de slachtoffers worden herdenkingsdiensten gehouden in de Grote Kerk op de Grote Markt en de Adelbertuskerk in Haarlem-Noord. Draaiboeken worden geschreven om het geheel voor te bereiden en in goede banen te leiden. Tientallen politiemensen zijn betrokken bij de begeleiding van de drie begrafenisstoeten en het toezicht rond herdenkingen en de begrafenissen. Er zijn duizenden belangstellenden uit het hele land. Dit alles zorgt voor een indrukwekkend en passend afscheid.
De dood Er worden nog meer politiemensen ingezet om te helpen bij de afzetting van wat nu een rampplek is geworden. De plaats waar drie slachtoffers zijn gevallen. Die extra handen zijn nodig want het toezicht en de hulpverlening worden ernstig bemoeilijkt door opdringerig en zeer vervelend publiek. Er worden drie Haarlemse mannen aangehouden, één van hen nadat hij een agent een kopstoot heeft gegeven. Nota bene terwijl die agent bezig is met de reanimatie van een onwel geworden man. Deze man overlijdt ondanks de inspanningen van de betrokken agenten in een ziekenhuis en is uiteindelijk het vierde slachtoffer van de brand. De verslagenheid en de verwerking Na de brand is de verslagenheid binnen het brandweerkorps over de dood van de drie spuitgasten zeer groot. Ook bij de politie komt de klap hard aan. Maar al te vaak staan dienders en spuitgasten schouder aan schouder. Hun verlies is ook ons verlies klinkt het onder de agenten. Ook is er het besef dat het net zo goed drie agenten hadden kunnen zijn, bezig met hun deel van het werk rond zo’n brand. Tal van politiemensen bezoeken de bijeenkomsten die worden georganiseerd en waar hulpverleners en ook buurtbewo-
Foto: Theo Kelderman
De herinnering Het politieonderzoek naar de oorzaak van de brand wijst uit dat er vrijwel zeker geen sprake is geweest van brandstichting. De brand heeft hoogstwaarschijnlijk een technische oorzaak. Het onderzoek naar het werk van de brandweer rondom de brand is niet voor de politie, dat is voor de brandweer zelf en voor de brandweerinspectie. Het leven en het werk van de politiemensen gaat door. Met een gemene kerf in het geheugen, de scherpe herinnering aan een grote brand in een kerk waarbij drie collega’s omkwamen. Collega’s van de brandweer die we regelmatig tegenkwamen maar nu nooit meer zullen zien. Dick van Egmond Politie Kennemerland
EEN
Bij de bloemen voor en de foto’s van de omgekomen brandweerlieden op de plek des onheils rouwt de 13-jarige René. Hij is lid van de Haarlemse jeugdbrandweer en kende de mannen goed. Foto: Dick van Egmond
KERK
Maandagochtend hoor ik van de brand. Althans: van een brand. Eerst nog even mopperig: waarom zijn we nou niet gealarmeerd om te evacueren. Dan komt het hele verhaal en rest slechts stille verbijstering. Ik bel Rob de Bruin meteen. Dan barst de activiteit los. Onze rampentaken moeten vervuld worden: vaststelling van de schades, registratie geëevacueerden (is iedereen er, en waar dan wel) opvang geëvacueerden, regeling onderdak daklozen, eventueel voorzien in eerste levensbehoeften. In no time staan we op de plek van wat eens een kerk was. Dwars door de verslagenheid heen gaan de werkprocessen draaien. We regelen de communicatie ter plaatse en sturen twee adviseurs naar de kazerne om daar de woordvoerder te ondersteunen bij alle media-aandacht. Het is wat vreemd, al die burgerpakken tussen de uniformen. Je hoort er niet zo bij, op het eerste gezicht. Maar de praktische samenwerking komt al gauw vanzelf op gang, de gemeentelijke taken doen wij, in aanvulling op de hulpdiensten. Hoe tragisch ook, het loopt prima. Ineens dringt ook het besef die middag door van het overlijden van drie collega’s: we praten over drie collega’s en niet alleen brandweerlieden. Het eilandjesdenken smelt weg. Ik merk het ook in onze organisatie: iedereen is betrokken. Vrijdagmiddag staat een grote groep medewerkers voor het gebouw als de stoet langskomt. Niet georganiseerd, zomaar: onze collega’s. De maandagavond na de brand organiseren we een voorlichtingsavond voor de buurtbewoners. Emotioneel. Het leiden van een grote bijeenkomst is voor mij niet bijzonder. Maar deze wel. Soms moet ik toch even slikken. Het raakt. Ook hier weer een voortreffelijke samenwerking van alle betrokkenen, hulpdiensten, bouwtoezicht, slachtofferhulp, de loco-burgemeester. Dat is het gekke, zo’n gebeurtenis schept meteen een band, alles kan en loopt gesmeerd. We hebben weer eens ervaren dat de informatie richting deze burger noodzakelijk is. Aandacht, openheid en duidelijkheid over het hoe en waarom wordt enorm op prijs gesteld. Later zijn we nog een poosje centraal adres voor bewonersvragen, gaandeweg dragen we die over aan andere collega’s en instellingen. De hele week zijn we af en aan nog bezig. De vraag is
niet of je het hoort te doen, maar of het moet gebeuren. Dan doen we het. We hebben er veel van geleerd, dat ook, in technisch opzicht. De noodzaak om vooral veel contact te hebben met brandweer en politie, bijvoorbeeld, zodat je elkaar snel kan vinden als het moet, taken af te stemmen maar ook praktisch blijven. Die samenwerking groeit gestaag en dat is goed. We staan voor de burger in deze stad, allemaal. De een zichtbaarder dan de ander, maar met elkaar. Die zaterdag rijd ik alleen naar Blokzijl, waar de familie wacht. Het is prachtig Hollands weer. Een beetje aangeslagen van de week passeer ik steeds maar bussen en brandweervoertuigen. Op de terugweg naar alle delen van het land. Het is wat vreemd zo’n burgerauto tussen die dienstvoertuigen. Net of je er een beetje bijhoort. Maar ja, weten zij veel, zo’n burgerpak.. Uit de radio klinkt mijn ex-stadsgenoot Lee Towers. Leen de kraandrijver. ” Walk on, walk on ....You’ll never walk alone”. Even wordt het mistig. Zo is het maar net, denk ik, als je dat maar weet. Jan de Kramer Directeur Publieksdienst Gemeente Haarlem
35