28-1-2015
INSPIRATIEBOEK ZELFVOORZIENENDE(R) WIJK
Inspiratieboek
Opdrachtgever: Antea Group Nederland Datum: 28-1-2015
Zelfvoorzienende(r) wijk Auteurs: Adviesgroep MTR Naam: Michiel van Putten Studentnummer: 327380 E-mail:
[email protected] Minor: Stedelijke vernieuwing, KOBO Opleiding: Ruimtelijke ordening & planologie Naam: Tim Boswerger Studentnummer: 333279 E-mail:
[email protected] Minor: Stedelijke vernieuwing Opleiding: Ruimtelijke ordening & planologie Naam: Rowie Klein Swormink Studentnummer: 310584 E-mail:
[email protected] Minor: Stedelijke vernieuwing, KOBO Opleiding: Milieukunde
1
Voorwoord Beste lezer, Voor u ligt het inspiratieboek ‘de zelfvoorzienende(r) wijk’. Dit inspiratieboek is voortgekomen uit de opdracht van Antea Group Oosterhout. Dit inspiratieboek dient ter inspiratie voor het zelfvoorzienend/zelfvoorzienender maken van een bestaande wijk. In het bijzonder willen wij Gijsbert Schuur en Renier Koenraadt bedanken voor het begeleiden en het geven van deze opdracht. Verder gaat onze dank uit naar Antea Group Deventer voor het ter beschikking stellen van werkplekken, de geïnterviewde personen die tijd voor ons hebben vrijgemaakt en ook André Bus voor het begeleiden vanuit Saxion Hogescholen Deventer. Wij: Michiel van Putten, Tim Boswerger en Rowie Klein Swormink vormen samen adviesgroep MTR. Wij volgen dit half jaar een minor waarbij we konden kiezen voor verschillende opdrachten. Alledrie kozen wij voor de opdracht van Antea Group: de zelfvoorzienende wijk. Michiel en Rowie vanuit de minor ‘Bodem en ondergrond’, Tim vanuit de minor ‘Regie stedelijke vernieuwing’. Michiel en Tim volgen de opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie, Rowie de opleiding milieukunde. Iedereen volgt zijn/haar opleiding bij Saxion Hogeschool in Deventer.
V.l.n.r. Rowie Klein Swormink, Michiel van Putten & Tim Boswerger
Dit inspiratieboek dient behalve ter inspiratie maar ook als een werkdocument. Het hoofdstuk van dit boek bevat aanbevelingen waarmee aan de slag gegaan kan worden. Hierin wordt een stappenplan uitgewerkt op basis van het inspiratieboek. Wij wensen u veel leesplezier. 2
Samenvatting Zelfvoorziening en duurzaamheid zijn abstracte begrippen. Het inspiratieboek bied handvaten om in een bestaande wijk kansen te ontdekken en te benutten. Vanuit verschillende voorbeeldprojecten wordt geprobeerd om de zelfvoorzienende wijk te verhelderen. Elke voorbeeldproject heeft een ander doel wat bereikt moest worden. Toch zijn er een aantal overeenkomsten waar veelal meegewerkt wordt namelijk:
Duurzame energie in de vorm van besparing en opwekking; Duurzaam waterbeheer; Groen gebruiken voor waterprobleem; Groen en water voor sociale cohesie; Lokale voedselproductie; Inspelen op toekomstige klimaatproblematiek; Bewustwording en participatie bewoners.
Deze overeenkomsten bieden een overzicht van wat de voorbeeldprojecten hebben opgeleverd of waar nagestreefd is. In het inspiratieboek wordt gewerkt met vier verschillende thema’s. Deze thema’s zijn tot stand gekomen naar aanleiding van de oorspronkelijke onderzoeksvraag: ‘Welke bijdrage kan de bodem en ondergrond leveren aan een zelfvoorzienende wijk?’ Bij het beantwoorden van deze vraag wordt bodem en ondergrond zeer breed geïnterpreteerd en alle gerelateerde ecosysteemdiensten in acht genomen. Zoals de productie biomassa, het leveren zuiver drinkwater, koelen van steden in de zomer enzovoort. Dit heeft geleid tot de selectie van de volgende vier centrale
thema’s: energie, water, voedsel en klimaat. Aan de hand van deze thema’s zijn bouwstenen voor de zelfvoorzienende wijk uitgewerkt. Het blijkt dat een bestaande wijk de meeste kanen biedt voor een zelfvoorzienende wijk. Dit komt doordat de huidige opgave van gebiedsontwikkeling bij het bestaande vastgoed ligt en de meeste kansen voor zelfvoorziening liggen bij de herstructureringswijken. Het belangrijkste deel om tot een succesvol proces te komen is de samenwerking met actoren. Inspelen op de belangen, drijfveren en ambities van partijen kan ervoor zorgen dat er een goede samenwerking ontstaat om de zelfvoorziening te realiseren. Belangrijk daarbij is dat actoren in een vroeg stadium betrokken worden en aangeven wat de actor te bieden heeft. Om een bestaande wijk meer zelfvoorzienend te maken kan er gewerkt worden volgens het stappenplan: 1. 2. 3. 4. 5.
Is er vraag naar meer zelfvoorziening? Overtuig de actoren. Wat is de rol van de actoren? Gezamenlijk plan opstellen voor een zelfvoorzienende wijk. Welke bouwstenen dragen bij aan het plan voor de zelfvoorzienende wijk 6. Uitvoeren Aan de hand van deze 6 stappen kan een wijk meer zelfvoorzienend worden gemaakt. De benodigde inspiratie en uitgebreidere informatie hoe u daadwerkelijk aan de slag kunt gaan valt te lezen in dit document.
3
Inhoud
5.4 Thema Voedsel ................................................................................. 42
Voorwoord .................................................................................................. 2
5.4.1 Stadslandbouw .......................................................................... 42
Samenvatting............................................................................................... 3
6. Koppelstukken ........................................................................................ 45
1. Inleiding ................................................................................................... 5
6.1 Technisch.......................................................................................... 45
2. Aanleiding ................................................................................................ 6
6.2 Organisatorisch ................................................................................ 45
3. Wat is een duurzame zelfvoorzienende (r) wijk? .................................. 10
6.3 Financieel ......................................................................................... 46
4. Voorbeeldprojecten .............................................................................. 12
6.4 Juridisch............................................................................................ 47
4.1 Nationaal ......................................................................................... 12
7. Drijfveren................................................................................................ 50
4.2 Internationaal .................................................................................. 25
8. Wat heb je nodig om tot een zelfvoorzienende(r) wijk te komen? ....... 56
5. Bouwstenen ........................................................................................... 30
9. Aan de slag met het inspiratieboek........................................................ 60
5.1 Thema Energie ................................................................................. 30
Bibliografie ................................................................................................. 70
5.1.1 Beperken van energie .............................................................. 31
Bijlage ......................................................................................................... 75
5.1.2 Gebruik duurzame energie ....................................................... 31 5.1.3 Benut fossiele brandstoffen zo efficiënt mogelijk .................... 33 5.2 Thema Water ................................................................................... 34 5.2.1 Vasthouden .............................................................................. 35 5.2.2 Bergen ...................................................................................... 37 5.2.3 Afvoeren ................................................................................... 37 5.3 Thema Klimaat................................................................................. 38 5.3.1 Afval .......................................................................................... 39 5.3.2 Urban heating ........................................................................... 39 5.3.3 Emissie bij verbranding brandstoffen ...................................... 40 4
1. Inleiding Zelfvoorziening en duurzaamheid zijn abstracte begrippen totdat ze in praktijk worden gebracht. De ambitie voor een zelfvoorzienende duurzame wijk is een nobele. Dit inspiratieboek biedt een ieder handvaten om aan een stukje realisatie van deze droom binnen een bestaande wijk te beginnen. Kennis en technieken blijven verbeteren, maar hoe vind je je weg daarin? Hoe leer je van de fouten van pioniers? Het rapport is zo opgezet dat het eenvoudig altijd aangevuld kan blijven worden met nieuwe inzichten en informatie. Op dit moment is er geen wijk die geheel zelfvoorzienend is. In dit rapport komen daarom voornamelijk zaken naar voren die een wijk meer zelfvoorzienend maken. Dit document start met een goed onderbouwde eigen definitie van een zelfvoorzienende wijk waar mee gewerkt wordt. Daarna maakt u kennis met een aantal voorbeeldprojecten ter inspiratie en informatie. Vervolgens worden er bouwstenen aangeboden die een stap zetten richting de zelfvoorziening van een wijk.
actor om mee te werken maar er worden er een aantal beschreven om zo aan te geven hoe je een actor bereid zou kunnen krijgen tot medewerking. Tot slot is er het hoofdstuk ‘wat is nodig om tot een zelfvoorzienende(r) wijk te komen’. In dit hoofdstuk komt de strategie van het proces aan bod. Door middel van een stappenplan en een uitwerking wordt inzichtelijk gemaakt wanneer het zelfvoorzienend maken van een wijk gewenst is. Het is vrij vroeg in de onderzoeksfase naar voren gekomen dat het zelfvoorzienend maken van een bestaande wijk de voorkeur heeft. Dit komt doordat de huidige opgave voor gebiedsontwikkeling bij het bestaande vastgoed ligt en niet bij nieuw te bouwen wijken. Het doel van het inspiratieboek is om inzichtelijk te maken wat het zelfvoorzienend maken van een wijk inhoud. Uiteindelijk wordt er een stappenplan beschreven om tot een meer zelfvoorzienende wijk te kom.
Bouwstenen zijn losse projecten die een bijdrage leveren aan de zelfvoorzienende capaciteiten van de wijk. Samenstelling van projecten moet gebeuren in een proces. Hoe verbind je losse projecten tot een overkoepelend proces? Daarvoor zijn koppelstukken nodig, overkoepelende thema’s of elementen die essentieel zijn bij een succesvol proces. Bij een proces zijn altijd actoren aanwezig die een bepaalde behoefte hebben. Tevens zou je de aanwezige actoren nodig hebben bij het proces. In het hoofdstuk drijfveren worden daarom een aantal zaken beschreven waardoor een actor belang heeft bij het zelfvoorzienend maken van een wijk. Er zijn veel meer drijfveren voor een 5
2. Aanleiding Duurzaamheid en duurzame ontwikkelingen zijn sinds de jaren ’70 reeds in opkomst en staan steeds hoger op de agenda. Gedurende de jaren ’70 groeiden de zorgen over de druk van een toenemende bevolking, moderne technologie en consumentenvraag op de planeet. Ook kwam er wetenschappelijke en maatschappelijke aandacht voor nieuwe milieuproblemen: global warming, milieuverontreiniging, verdwijnen van soorten en ontbossing. (WCED, 1987) Naar aanleiding van deze milieuproblemen stelde de VN voor om een nieuwe strategie te ontwikkelen voor milieubescherming. Hieruit volgde de oprichting van de World Commision on Environment and Development. Ten tijde van de oplevering van haar rapport ‘Our Common Future’ werd de bevolkingsgroei niet meer als belangrijkste bedreiging gezien, maar vooral de Westerse landen. De Westerse landen verbruikten in hoog tempo de fossiele brandstoffen waardoor ze de ozonlaag aantastten met CO2 uitstoot en de gronden en wateren vervuilden. Het rapport ‘Our Common Future’ verklaarde dat de armoede in de ontwikkelingslanden het gevolg was van de achteruitgang van de leefomgeving, wat veroorzaakt werd door het rijkere Westen. Alleen duurzame ontwikkeling zou de menselijke behoefte aan vooruitgang in balans kunnen brengen met de kwaliteit van de lucht, water, grond en alle aanwezige levensvormen. “Sustainable development seeks to meet the needs and aspirations of the present without compromising the ability to meet those of the future” (WCED, 1987) oftewel, duurzame ontwikkeling is de ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien aan te tasten.
John Elkington ging verder met het gedachtegoed uit het rapport ‘Our Common Future’ en introduceerde in 1998 de triple-P benadering: People, Planet en Profit. People staat voor de sociaal-culturele dimensie, planet de ecologische dimensie en profit de economische dimensie (Puylaert & Werksma, Duurzame gebiedsontwikkeling: doe de tienkamp, 2011) en wordt veel gebruikt bij duurzame gebiedsontwikkeling. Een blik op het rapport ‘Our Common Future’ en de triple-p benadering van John Elkington zou kunnen leiden tot de conclusie dat duurzame gebiedsontwikkeling een evenwicht is tussen People (mensen), Planet (planeet) en Profit (economie), maar zo simpel ligt dat niet. “Gebiedsontwikkeling is duurzaam wanneer de maatschappelijke component en de ruimtelijke component elkaar versterken en de ruimtelijke kwaliteit het resultaat is” (Werksma & Puylaert, 2002). Duurzaamheid, meer balans tussen de verschillende belangen, zijn verschillende trends die zich ook op wijkniveau afspelen. Sinds enkele jaren komt de wens naar zelfvoorziening ook op in wijken. (JooQ.nl, 2014) De wens naar zelfvoorziening op het gebied van energie, maar ook op het gebied van voedsel. Het spreekt mensen aan. Dit soort wijken worden ook al gerealiseerd. Voorbeelden van deels zelfvoorzienende wijken zijn de aardewoningen in Olst, de wijk EVA-Lanxmeer in Culemborg en de Ecotribe Teuge. Is het ook mogelijk om bestaande wijken te verbeteren met zelfvoorziening als streven? De overheid heeft aangegeven dat er grote herontwikkelingsopgaven in de binnensteden uitgevoerd moeten worden in de stad. Hier zijn herstructureringswijken voor aangewezen. Deze wijken bestaan uit vooroorlogse en naoorlogse woningen. Het probleem van deze 6
herstructureringswijken is dat zij niet voldoen aan de eisen en wensen zoals die momenteel door gebruikers worden gesteld. De eisen hebben betrekking op grootte van de woning, maar ook op eisen met betrekking tot indeling, het comfort en de bouwkundige/installatie technische kwaliteit van de woningen. De woningen in de herstructureringswijken zijn allemaal voor 1975 gebouwd. (Blijie, Duurzame energiebesparende voorzieningen in herstructureringswijken, 2010) Een deel van de herstructureringswijken zal een kwaliteitsverbetering ondergaan en een ander deel komt in aanmerking voor sloop en nieuwbouw. Deze factoren zorgen ervoor dat herstructureringswijken kansen bieden voor het toepassen van duurzaamheid.
De zelfvoorzienende(r) wijk Er zijn blijkbaar hele voorraden woningen die verduurzaamd moeten worden. Het zou een mooie combinatie zijn met een wijk zelfvoorzienend maken. Geconstateerd is dan ook dat een groot deel van de naar voren gebrachte marktontwikkelingen en -kansen tot uiting komt in het thema “de zelfvoorzienende wijk of regio". (Schuur. Antea Group, 2014) Doelstellingen Aan het begin van het project zijn er ambities en doelstellingen opgesteld. Hierbij zijn er verschillende ambitie niveaus tussen de opdrachtgever en de uitvoerder van dit onderzoek. Antea Group heeft een groter doel en adviesgroep MTR een kleiner doel. Wat het grote en het kleine doel is wordt hieronder in de ambities beschreven. Ambitie Antea Group Het doel van Antea Group is om, binnen het domein bodem en ondergrond, te ontdekken welke marktkansen het concept 'zelfvoorzienende wijk' biedt. Antea Group wil uiteindelijk komen tot een business case (grote doel) waarin met meerdere partijen aan een zelfvoorzienende wijk wordt gewerkt. Het doel dat Antea Group met dit project voor ogen heeft, is dat in ieder geval de bouwstenen voor een dergelijke business case worden aangedragen.
Figuur 1 (infoniac, 2008)
Ambitie MTR Het doel van adviesgroep MTR is om een verkennend onderzoek te doen naar kansen voor een zelfvoorzienende wijk door middel van een literatuurstudie, gedachtegang van professionals en het gebruikmaken van voorbeeldprojecten om de bouwstenen voor een business case te kunnen aanleveren (kleine doel). De aangeleverde bouwstenen moeten inhoudelijk informatie leveren en strategische handvaten. In dit 7
onderzoek richt adviesgroep MTR zich op de bodem en ondergrond, waarbij de thema's water, klimaat, energie en voedsel vooropgesteld worden en de thema's sociaal en economie in het achterhoofd worden gehouden aangezien deze indirect invloed uitoefenen op de andere thema's. Probleemstelling De onderzoeksvraag die gesteld is om deze doelen te behalen is: Hoe kunnen bodem en ondergrond een bijdrage leveren aan zelfvoorziening in een herstructureringswijk in de komende jaren? Op deze onderzoeksvraag wordt een antwoord gezocht aan de hand van 4 onderzoeksvragen. Dat zijn de volgende de vragen: 1. Wat wordt er in dit onderzoek verstaan onder een duurzame zelfvoorzienende wijk? Verkrijgen van een duidelijke omschrijving van een duurzame zelfvoorzienende wijk. 2. Wat zijn per thema (water, klimaat, voedsel en energie) de bouwstenen voor een zelfvoorzienende wijk? Inzicht in welke bouwstenen er per thema mogelijk zijn om een wijk meer zelfvoorzienend te maken. 3. Wat zijn in de ogen van experts binnen Antea Group kansrijke bouwstenen, een geschikt wijk type en de hierbij horende actoren die verder uitgewerkt moeten worden? Inzicht in welke bouwstenen, welk wijk type en welke actoren verder moeten worden uitgewerkt om tot concrete bouwstenen te komen voor een toekomstige business case.
4. Wat zijn de bouwstenen en strategie voor een toekomstige business case voor Antea Group? Inzicht in de bouwstenen voor een toekomstig business case en de strategie die daarbij gebruikt zou kunnen worden op het gebied van actoren en tijdsfasering van de bouwstenen. De laatste twee vragen komen in hoofdstuk 8 aan bod. De strategie voor een toekomstige business case is anders verlopen dan vooraf gedacht werd. De strategie bestaat nu vooral uit een stappenplan om te komen tot een zelfvoorzienende wijk. Aanpak van het inspiratieboek De aanpak die gevolgd is om te komen tot dit inspiratieboek is als volgt: MTR is begonnen met een brede verkenning van een zelfvoorzienende wijk. Dit om in het onderzoek met een eenduidige definitie te werken. Daarom werd er eerst breed verkend aan de hand van literatuur, interviews en voorbeeldprojecten. De brede verkenning moest ook inzicht geven in welke bouwstenen (maatregelen) er kunnen worden toegepast om zelfvoorzienend of zelfvoorzienender te worden op de thema's. Deze resultaten zijn gepresenteerd tijdens een workshop sessie met experts van Antea Group.
Tijdens deze workshop is aan het begin de definitie van een zelfvoorzienende wijk vastgesteld en verder diende de workshop als middel om knopen door te hakken. Het doel van de workshop was om een gezamenlijke keuze te maken op de volgende punten: Het kiezen van een geschikte wijk type, het kiezen van de kansrijke bouwstenen voor dit wijk type en de rol van de actoren binnen de bouwstenen en de wijk.
8
De resultaten van de workshop moeten verder uitgewerkt worden. Er moet goed beschreven worden waarom de bouwstenen zijn gekozen en hoe deze bouwstenen de wijk zelfvoorzienend of in ieder geval zelfvoorzienender gaan maken. Daarna is het belangrijk om te weten welke actoren een rol kunnen spelen in het zelfvoorzienend maken van een wijk. Samenwerking met partijen is belangrijk dus moet er gekeken worden naar wat drijfveren zijn voor een partij om mee te werken. Uiteindelijk moet er een strategie geformuleerd worden hoe het proces voor het zelfvoorzienend maken van een wijk opgestart kan worden. Dit resultaat moet ervoor zorgen dat Antea Group in de toekomst business case opstellen voor het zelfvoorzienend maken van een wijk. De overige bouwstenen die in deelvraag 2 naar voren zijn gekomen worden kort en bondig uitgewerkt in dit project. Dit geeft Antea Group een overzicht van de bouwstenen. Antea Group kan zelf kijken bij welke wijken ze deze bouwstenen gebruiken. Nu de bouwstenen voor de business case zijn aangeleverd kan de rol van de bodem en ondergrond beschreven worden. Er kan per thema worden aangegeven wat de rol van de bodem en ondergrond is. Hiermee is de hoofdvraag beantwoord en is zowel het doel van Antea Group als het doel van adviesgroep MTR gehaald.
9
3. Wat is een duurzame zelfvoorzienende (r) wijk? Volgens de van Dale betekent het woord zelfvoorzienend: autarkisch, oftewel in staat in eigen behoeften te voorzien. Het woord wijk betekent volgens de van Dale: deel van een stad of groot dorp. Gecombineerd kunnen we concluderen dat de van Dale een zelfvoorzienende wijk omschrijft als een deel van een stad of groot dorp dat in staat is in eigen behoefte te voorzien. Toch ligt het niet voor de hand om deze definitie klakkeloos over te nemen. Het woord zelfvoorzienende wijk kan op veel manieren geïnterpreteerd worden. Waar de een denkt aan zelfvoorziening op het gebied van energie denkt een ander weer aan zelfvoorziening op sociaal niveau waarbij de inwoners van een wijk elkaar hulpen bij ziekte of andere zaken. De interviews bevestigen dat de omschrijving van een zelfvoorzienende wijk verschilt per persoon maar er zijn ook overlappingen. Er zijn ook personen die niet geloven in een zelfvoorzienende wijk. Het is mogelijk om in een bepaalde mate zelfvoorzienend te zijn maar geheel zelfvoorzienend is niet mogelijk. Tonnie Lindeman (Antea Group Almere, SMART-cities) Een zelfvoorzienende wijk is vooral een wijk waar men elkaar veel helpt. Bijvoorbeeld: mensen zijn ziek, via een slimme tool kan dit in de buurt aangegeven worden en kan iemand hulp aanbieden. In een wijk moet er slim gebruik gemaakt worden van wat er aanwezig is. Zowel op het niveau van grondstoffen als diensten. Je moet profiteren van wat je hebt. Toon Boonekamp (Antea Group Capelle a/d IJssel, Senior adviseur duurzaamheid en milieu) Toon Boonekamp denkt bij een zelfvoorzienende wijk aan kleine cyclische kringlopen, verschillende zuiveringen en zelf water opwekken. Je moet
zorgen dat je alle stromen op elkaar kan aansluiten zodat je meer terug bent in de ecologische kringloop. Robert Zuurbier (Antea Group Cappele a/d IJssel, Regiomanager bodem Zuid-Nederland) Een wijk kan op verschillende thema's zelfvoorzienend zijn. Om een eenduidige omschrijving van het begrip zelfvoorzienende wijk te geven is er gekozen voor de thema's water, klimaat, voedsel energie met als uitgangspunt bodem en ondergrond. Dit betekent niet dat ontwikkelingen op bijvoorbeeld gebouwniveau genegeerd worden. Henk Puylaert (H2Ruimte, Senior adviseur gebiedsontwikkeling) Henk is één van de personen die niet zo zeer in een zelfvoorzienende wijk gelooft. Voor drinkwater bijvoorbeeld vindt hij het veel slimmer om niet voor decentrale voorzieningen te kiezen. Wel kan worden gezegd dat een zelfvoorzienende wijk veel met duurzaam handelen te maken heeft. Het is eigenlijk je boerenverstand gebruiken. Het feit dat je dingen multifunctioneel kunt gebruiken is duurzaam. Je moet zelfvoorzienendheid niet zien met enge grenzen. Als je duurzaamheid, waar ook een sociale component inzit gebruikt, kan het wel goed samengaan. Het is vooral een evenwicht vinden tussen people, planet en profit. Er bestaat geen eenduidige definitie van een zelfvoorzienende wijk. Het is belangrijk om de definities met elkaar te vergelijken, te discussiëren en uiteindelijk te komen tot één definitie waarmee verder gewerkt wordt. Adviesgroep MTR omschrijft een zelfvoorzienende als volgt: “Een wijk die de huidige generatie bewoners voorziet in haar behoeften, maar óók die van toekomstige generaties door een vooruitstrevende blik waarmee wordt ingespeeld op de technieken en behoeften van de toekomst. “
10
Behoeften bewoners: “Bewoners hebben behoeften op het gebied van water, klimaat, energie en voedsel. Hernieuwbare bronnen leveren op dit schaalniveau voldoende energie om de aan de energiebehoefte van de bewoners te kunnen voldoen.”
Voorzien in behoeften: “Voorziening op het gebied van water, klimaat en voedsel is vooral gericht op lokale verbetering door het maximaal, maar duurzaam gebruik van het gebied en haar kenmerken om een zo groot mogelijke bijdrage aan te leveren een veiligere gezondere slimmere wereld.“
Het lijkt heel simpel om op bepaalde gebieden zelfvoorzienend te worden. Uiteindelijk is het van belang dat voldaan wordt aan de behoeften en belangen van partijen die betrokken zijn in een wijk. Het is immers wel de leefomgeving van de bewoners. In het volgende hoofdstuk komen voorbeeldprojecten aan bod. Een aantal van deze projecten gaan over duurzame wijken. Een duurzame wijk en een zelfvoorzienende wijk zijn twéé verschillende dingen. In de gehanteerde definitie is de zelfvoorzienende wijk ook duurzaam. In geen van de voorbeeldprojecten was zelfvoorziening een doel, maar door het toepassen duurzame maatregelen is er vaak wel meer zelfvoorziening bereikt op bijvoorbeeld het gebied van energie, water, klimaat en voedsel. "Ik heb ooit eens een oefening gedaan op het gebied van energie in een woon- en werkgebied. Het lukte om het zelfvoorzienend te krijgen, maar de ruimtelijke kwaliteit was slecht aangezien het ontwerp totaal niet aantrekkelijk was" (Puylaert, De zelfvoorzienende wijk, 2014)
11
4. Voorbeeldprojecten Dit hoofdstuk laat inspirerende voorbeelden zien van projecten waarbij de mate van zelfvoorziening vaak op innovatieve wijze is vergroot. De voorbeeldprojecten zijn uitgewerkt aan de hand van hetzelfde stramien: eerst wordt het project in het kort beschreven en vervolgens de uitdaging die met het project is aangegaan. Tot slot wordt gekeken hoe de uitdaging is aangegaan en wat het resultaat van het project is. De voorbeeldprojecten zijn opgesplitst in twee groepen: nationaal en internationaal.
4.1 Nationaal Hieronder vallen voorbeeldprojecten uit Nederland.
Eva-Lanxmeer, Culemborg Eva-Lanxmeer is een nieuwbouw wijk waar wonen wordt gecombineerd met werken, recreëren, drink water winning, naar school gaan, en voedsel produceren. Een multifunctionele wijk dus, waar vanaf het eerste uur hoge ambities worden nagestreefd op het gebied van cultuurhistorie, landschap, water, energie, gebruik van bouwmaterialen, mobiliteit en bewonersparticipatie in de ontwikkeling en beheer van de wijk. Ook zijn er speciale regels wat betreft van kopen en verkopen van woningen in de wijk. Dit om de wijk te beschermen tegen invloeden van buitenaf. (Bewonersvereniging EVA-Lanxmeer (BEL), 2000) Uitdaging De uitdaging die bij de woonwijk Eva-Lanxmeer werden gesteld zijn geformuleerd in het programma van eisen van het project. Ze hebben daar gewerkt met 8 verschillende sporen die hieronder worden weergegeven. (Stichting E.V.A., 1998)
Spoor stedenbouw Integratie van functies: wonen, werken, recreëren, lokale voedselproductie Sociaal gedifferentieerd woningaanbod met minimaal 30% betaalbare huuren koopwoningen Verkaveling die sociale verbanden bevordert Hoge Afbeelding 1 stedenbouwkundige plan (Stichting E.V.A., belevingskwaliteit 1998) (architectuur, stedenbouwkundige inrichting en natuur) Project verbinden met de bestaande stad, maatschappelijk en ruimtelijk-architectonisch Spoor landschap Integratie van stedelijke, natuurlijke en agrarische elementen en functies Behouden van bestaande landschappelijke en archeologische structuren en elementen Versterken flora en fauna Vier verschillende gebruikszones voor de buitenruimte (privé, gemeenschappelijk, openbaar, stadslandbouw) Spoor mobiliteit Stimuleren van openbaar vervoer en fietsgebruik 12
Autoluwe woonomgeving (geconcentreerd parkeren langs de randen van de wijk) Spoor ketenbeheer Sluiten van stofkringlopen Verantwoord en duurzaam materiaalgebruik Bio-ecologisch bouwen en beheren Spoor water Voorkomen van verdroging en wateroverlast (peilbeheer, infiltratie, retentie en vertraagde afvoer) Voorkomen van vervuiling (scheiden van verschillende waterkwaliteiten, zuiveren, vasthouden / benutten van regenwater Behouden, versterken en realiseren van natuurwaarden (water als inrichtingselement) Spoor energie Realiseren van een energiearme en CO2 arme woon-werkwijk Terugdringen van gebruik fossiele brandstoffen met de 'Trias Energetica', vraag beperken, duurzaam opwekken en verantwoord energiegebruik. Woningen en bedrijfsgebouwen hebben vooruitstrevende energieprestatie. Woningen hebben maximaal energieverbruik van 40 GJ. Spoor participatie Vroegtijdige en vergaande bewonersinvloed op vormgeving, type woningen, inrichting en beheer Interactief planproces
Spoor communicatie en educatie Optimaal gebruik maken van aanwezige kennis Open planproces (kansen creëren en benutten) Kennisvermeerdering op verschillende niveaus (land, stad, deelnemers en gebruikers) Regelmatig verslagleggen voortgang Pilotproject (‘ontdekkingstocht i.p.v. marstempo’) onder meer door gefaseerde uitvoering (ca. 50 woningen per jaar) Het Programma van Eisen Lanxmeer, Waardevol Wonen en Werken is op 28 januari 1998 gepubliceerd door BügelHajema Adviseurs. BügelHajema heeft het programma van eisen Lanxmeer in een eco-raamwerk van de sporen energie, water, landschap en mobiliteit uitgewerkt, en daarmee een basis gelegd voor het stedenbouwkundig ontwerp. (Stichting E.V.A., 1998)
13 Afbeelding 2 Sfeerbeelden Eva-Lanxmeer (Bewonersvereniging EVA-Lanxmeer (BEL), 2000)
Wat is er toegepast om de uitdaging te volbrengen? Bij de uitdaging zijn een hoop verschillende eisen opgesteld waar aan het plan zou moeten voldoen. Er wordt geprobeerd om al deze 8 sporen steeds toe te passen in het project. Er zijn in totaal 20 verschillende woningbouwprojecten. Maar er vindt ook bedrijvigheid plaats in de wijk. Zoals een zwembad en een boerderij. Ook zijn er kantoorgebouwen en scholen. Daarnaast is er op het gebied van Energie en water projecten. Woningbouwprojecten: Alle woningbouwprojecten zijn unieke ontwerpen, er zijn kaswoning ontwerpen, maar ook woningbouw ontwerpen genaamd Wilgenhoven. Bij elke woningbouwproject wordt geprobeerd om aan de 8 sporen te voldoen. Bij het woningbouwproject Kaswoningen wordt er voor de verwarming, warmtapwater en duurzame energie de volgende dingen gebruik gemaakt:
Zonneboilercombi Vloerverwarming Collectieve verwarming door Thermo Bello van twee rijen PV (zonnecellen): 560 tot 760 Wp Waterbesparend toilet (4 liter spoeling) (Bewonersvereniging EVA-Lanxmeer (BEL), 2000)
Bedrijvigheid in de wijk: In de wijk zijn verschillende bedrijvigheden zoals een boerderij Caetshage, Muzikaal poppentheater, zwembad de Meer, energiebedrijf Thermo Bello, scholen, kantoren, etc. Door al deze bedrijvigheid die in de wijk plaats vind is de saamhorigheid in de wijk en het gevoel dat je ergens bij hoort hoog.
De Boerderij is echt voor de wijk. Hier worden biologische groenten en bloemen, lamsvlees en klein fruit geproduceerd. Dit in samenwerking met de scholen maar ook met een kinderdagverblijf. Deze boerderij is een van de plekken in de wijk waar mensen samen komen. Daar worden markten georganiseerd waar het eten dat verbouwt wordt verkocht. Energie in de wijk: Het uitgangspunt in de wijk is energiebesparing en het opwekken van duurzame energie. Er wordt gestreefd naar een maximaal totaal fossiel energiegebruik van 40 GJ per woning per jaar. (Bewonersvereniging EVALanxmeer (BEL), 2000) De vraag naar energie wordt beperkt door de woning te oriënteren op de zon, zware isolatie en lage temperatuur voor ruimte verwarming. In de wijk is de zon de belangrijkste bron van duurzame energie. Hiermee wordt warm tapwater en elektriciteit gemaakt. Ook wordt drinkwater als warmtebron gebruikt voor de verwarming van een wijkverwarmingsnet. - Benutten van zonnewarmte - Zonnecollectoren - PV panelen - Warmte en koude opslag - Collectieve wijkverwarming (Bewonersvereniging EVA-Lanxmeer (BEL), 2000) Water in de wijk: Bij het ontwerpen is er aandacht geweest voor regenwater, afvalwater en drinkwater. Er is gebruik gemaakt van de onderstaande bouwstenen. - Drinkwaterwinning - Vijvers - Wadi’s - Open verharding - Grijs- en zwartwater riool - Helofytenfilters (Bewonersvereniging EVA-Lanxmeer (BEL), 2000) 14
Resultaat De verschillende sporen en projecten hebben er toe geleid dat EvaLanxmeer een bijzondere wijk is op het gebied van bewonersparticipatie, energie-, water-, en bedrijvigheid in de wijk. Dit heeft ervoor gezorgd dat EVA-Lanxmeer een duurzame wijk is.
Afbeelding 3 Sfeerbeelden Eva-Lanxmeer (Bewonersvereniging EVA-Lanxmeer (BEL), 2000)
15
Tropicana, Rotterdam Tropicana was een recreatieoord aan de Maasboulevard in Rotterdam en in 1988 in opdracht van Center Parcs gebouwd. Daarna verkocht aan andere ondernemers en in 2010 de deuren gesloten. Er zouden senioren woningen gebouwd worden op deze locatie, maar dat kon pas vanaf 2016. Sinds begin 2013 zijn er verschillende ondernemers actief om Tropicana nieuw leven in te blazen. Hun doel was om Tropicana te herbestemmen tot paddenstoelenkwekerij, stadskas en horeca. (Wikipedia, 2014) Hier wilden ze de RotterZwam kweken op koffiedik en koffieschilletjes. Deze restproducten worden nu weggegooid en verbrand in de vuilverbranding. Dit wordt gedaan samen met ondernemers in de stad Rotterdam die de koffiedik aanleveren. En in ruil daarvoor de RotterZwam krijgen. Uitdaging Er zijn 3 uitdagingen voor het project die staan hieronder beschreven:
Het lokaal produceren van voedsel in plaats van het de halve wereld over te vervoeren; Het gebruiken van koffiedik voor voedselproductie in plaats van het naar de vuilverbranding te vervoeren; Het produceren en consumeren van paddenstoelen omdat ze 25 keer efficiënter voedingsstoffen omzetten dan vlees. (Siemen Cox, Mark Slegers, 2012)
Resultaat Het resultaat is dat samen met ondernemers in de stad een nieuwe invulling gevonden is voor Tropicana. Waar ook gelijk op een economische en duurzame manier van stadslandbouw wordt uitgevoerd. Hun doel is bereikt.
Afbeelding 4 (rotterzwam)
16
Wijkbedrijf Bilgaard, Leeuwarden Het wijkbedrijf bestaat uit 4 bedrijven die samen werken met bewoners om de wijk ‘Bilgaard’ in Leeuwarden te verbeteren. Wijkbedrijf Bilgaard bestaat uit:
Bouwgroep Dijkstra Draisma (bouwbedrijf) KUUB (collectief opdrachtgeverschap) KAW (architect en bewonerscommunicatie) Ekwadraat (energie)
Uitdaging Voor woningcorporatie WoonFriesland renoveren ze driehonderd woningen aan de Kei en de Gealanden. Daarbij worden tegen een kleine vergoeding wijkbewoners ingezet voor hand-en-span-diensten. Het doel van de samenwerking is het verbeteren van de energieprestatie en het uitrustingsniveau van meer dan 300 sociale huurwoningen en het versterken van de leefbaarheid in de wijk. Het wijkbedrijf investeert samen met WoonFriesland in de wijk zodat er extra financiële slagkracht ontstaat. Daarnaast werkt het Wijkbedrijf samen met andere maatschappelijke partners zoals de Wijkvereniging Bilgaard, zorgverzekeraar De Friesland, zorgaanbieder Palet, gemeente Leeuwarden, Omrin, de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden en Stenden Hogeschool. Hiermee kan de social return worden vergroot en de total cost of ownership voor bewoners en woningcorporatie worden verlaagd. (Ekwadraat, 2014)
leefomgeving vitaal en leefbaar houden waarbij mensen samen ondernemen om een individueel of gemeenschappelijk belang te dienen. (Hermanwijffelsinnovatieprijs, 2014) Naast het uitvoeren van het groot onderhoud aan de sociale huurwoningen initieert Wijkbedrijf Bilgaard leefbaarheidsprojecten in de wijk die, gecoördineerd door de Wijkvereniging, door de bewoners zelf uitgevoerd worden. Deze projecten variëren van het maken van een pluktuin tot aan ontwikkelen van valpreventiecursussen voor oudere bewoners. ‘Samen is meer mogelijk dan alleen!’ Is de boodschap van Wijkbedrijf Bilgaard. Alleen als bewoners actief bijdragen wordt wonen, welzijn en zorg weer betaalbaar. Sleutelwoorden zijn: gezondheid, banen en een fijne wijk om in te wonen. Dit is waar Wijkbedrijf Bilgaard in wil faciliteren. Resultaat Dit project draagt bij aan de leefbaarheid van de wijk Bilgaard. Tevens moet het de wijk verbeteren. Mensen ondernemen samen iets om een gemeenschappelijk belang te dienen. Het uiteindelijke resultaat is meer bewonersparticipatie in de wijk.
Wat is er toegepast? Wijkbedrijf Bilgaard heeft in 2014 de Herman Wijffels-prijs in de categorie zorg en welzijn gewonnen. Deze prijs is voor innovaties die de Afbeelding 5 Illustratie wat er allemaal gebeurt (Bilgaard)
17
(Kennis voor Klimaat , 2014)
De klimaatbestendige stad Onderzoekers, beleidsmakers en ondernemers werkten in Kennis voor Klimaat samen aan manieren om Nederland klimaatbestendiger te maken. In het thema Klimaatbestendige Stad zijn maatregelen bedacht en onderzocht om onze steden aangenaam te houden. Het is een uitgebreid onderzoek waar pagina’s over geschreven kunnen worden.
De aanwezigheid van oppervlaktewater is dus niet per definitie een maatregel om succesvol hittestress te verminderen. Wat zijn slimme maatregelen tegen hitte op gebouwniveau?
Uitdaging Geschikte maatregelen vinden om Nederland klimaatbestendiger te maken. Resultaat Het onderzoek heeft geleid tot verschillende nieuwe inzichten en weetjes:
-
-
Warmte blijft niet als een koepel over de stad hangen; de ene straat kan koeler zijn dan de andere. In het Zwitserse Basel is een groen dak voor nieuwe gebouwen verplicht, in ruil voor rioolheffingskorting. Stilstaand water houdt warmte vast en zorgt zo ’s nachts voor hogere temperaturen. Hoge gebouwen zorgen overdag voor koelte, maar houden ’s nachts de warmte vast. Hitte heeft in Europa in het afgelopen decennium meer slachtoffers gemaakt dan overstromingen. Het Benthemplein in Rotterdam kan 1,7 miljoen liter water opslaan in natte periodes. Ook in steden biedt ondergrondse wateropslag een oplossing voor extreem natte en droge periodes. Hitte reducerende maatregelen maken Bergpolder Zuid aantrekkelijker voor gezinnen.
-
-
Bomen en beplanting voor verdamping en schaduwwerking. Stimuleren van bomen en groen op privéterrein; Groene en zonwerende daken in plaats van asfaltdaken. Vooral in gebieden met veel dakoppervlak; Inzetten op minder bestrating en meer plantsoen. Punt van aandacht bij onderhoud van wegen en straten; Zonwering aan ramen en deuren en betere isolatie van huizen. (Kennis voor Klimaat , 2014)
Afbeelding 6 Adaptatiemaatregelen- gebouw (Kennis voor Klimaat , 2014)
18
Klimaatbestendige Stad maakt onderscheid tussen de diverse adaptatiemaatregelen: Generiek (werkt altijd), bijvoorbeeld een zonnescherm aan een gebouw om invallend zonlicht te voorkomen; bomen in de straat voor schaduw en koeling door verdamping; Typologie-gebonden: (werkt bij het ene type gebouw en straat beter dan bij het andere), bijvoorbeeld het afkoppelen van hemelwaterafvoer. Dit werkt wel op zandgronden, maar is minder geschikt op kleibodems; Context-afhankelijk: (werkt in de ene situatie beter dan in de andere), bijvoorbeeld witte gevels. Doordat ze zonlicht reflecteren, kan opwarming worden voorkomen, maar in bepaalde situaties kan reflectie tussen gevels ontstaan, waardoor de temperatuur juist stijgt. Dit wordt nog eens versterkt als er bomen in de straat staan die de warmte eronder vasthouden. (Kennis voor Klimaat , 2014) In de figuur zijn verschillende adaptiemaatregelen op wijk- en gebouwniveau terug te zien.
Afbeelding 7 Adaptiemaatregelen – wijk (Kennis voor Klimaat , 2014)
Afbeelding 8 Sfeerbeelden klimaat bestendige stad
19
Poptahof, Delft Poptahof is een typische jaren ’60 wijk in Delft. Er wonen 2.800 mensen van verschillende nationaliteiten. De wijk is een typische naoorlogse wijk met veel licht, lucht, ruimte, groen en veel hoogbouw. De wijk was vroeger vooral voor de arbeidersgezinnen in Delft. Tegenwoordig zijn de woonwensen van de bewoners veranderd. De beperkte keus aan woningtypes in Poptahof stonden haaks op de woonwensen, -gebruiken en –behoeftes. (Woonbron, 2014) Dit is reden geweest voor de grootscheepse vernieuwing in de wijk Poptahof.
Resultaat De wijk Poptahof heeft door de aanleg van de waterspeeltuin en de watervlakten een multifunctionele, stedelijke, goed bruikbare en aantrekkelijke groene ruimte gekregen. De groene ruimte zorgt er ook voor dat regenwater beter kan infiltreren in de wijk en de wijk het water ook beter kan vasthouden.
Uitdagingen Door middel van de stadsvernieuwing moet Poptahof veranderen naar een bruisende stadswijk met een gevarieerd woningaanbod en veel activiteiten. De gemeente Delft en de woningbouwvereniging willen een prettig leef- en verblijfsklimaat creëren met water als belangrijke drager. Groen is hierbij ondergeschikt aan het water. Wat is er toegepast Water en groen: De wijk Poptahof beslaat een gebied van 18,6 hectare. De intentie was om een gezond en veerkrachtig watersysteem te realiseren. Een deel is zichtbaar gemaakt. Er is een waterspeeltuin aangelegd waarvan het ontwerp resultaat is van een ideeënprijsvraag voor kinderen. (Pötz & Bleuzé, 2012) De wijk is aangesloten op het grotere watersysteem van de Hoge- en Lage ambstwoudse polder. Er worden op verschillende plekken zuiveringen aangebracht. Een voorbeeld van deze zuivering is een helofytenfilter. De waterspeeltuin heeft ook een functie voor natuurontwikkeling, educatie en recreatie.
Afbeelding 9 Sfeerbeelden Poptahof (d'Ersu)
20
Ecowijk, Olst In 2006 is de Vereniging Aardehuis Oost Nederland opgericht met als doel: ‘Het realiseren van een ecologisch woonproject van zelfvoorzienende aardehuizen, waarbij alle aspecten van duurzaamheid met elkaar in balans zijn’. (Vereniging Aardehuis Oost Nederland, 2010) Begin 2009 maakten de gemeenten Olst-Wijhe en Deventer kenbaar dat ze geïnteresseerd waren in de aardehuis-projecten. Uiteindelijk zijn de aardewoningen in de ecowijk in 2013 en 2014 opgeleverd. Uitdagingen De grootste uitdaging van ecowijk was om klimaat- en energiebestendig te bouwen. Wat is er toegepast Aardewoningen: Om aan het klimaat- en energiebestendig bouwen te voldoen zijn er aardehuizen gerealiseerd. De aardehuizen hebben de volgende voordelen: 1. Extreem laag energieverbruik: De aardewoningen hebben minder verwarming nodig dan andere woningen. Het ontwerp is gericht op het optimaal benutten van thermische massa waardoor de binnentemperatuur het gehele jaar door gestabiliseerd wordt rond de 15 graden Celsius. Zonnepanelen kunnen eenvoudig voorzien in de elektriciteitsbehoefte van bewoners. 2. Lokale watervoorziening en –zuivering: De aardewoningen zijn voorzien van volledige autonome zuivering van grondwater. Dit wordt opgepompt en gezuiverd zodat het voldoet aan de drinkwatereisen. Tevens hebben de aardewoningen geen aansluiting op het riool nodig.
3. Landschappelijk goed inpasbaar: De aardehuizen zijn omgeven voor aardewallen waardoor een goede inpassing relatief eenvoudig is. Mensen die de aardewoningen passeren zullen de woningen vaak opmerken als heuveltjes in een groen landschap. 4. Hergebruik van materialen voor de bouw. De bouwkosten van een aardehuis zijn lager dan die van gewone woningbouw. Dit heeft onder meer te maken met het hergebruik van materialen. Voor de bouw worden onder meer autobanden voor de muren, lege flessen, blikjes, niet-biologisch afbreekbare afvalmaterialen en ook sloopmateriaal van bouwbedrijven gebruikt.
Afbeelding 10 Aardewoning (Gorter)
21
Resultaat De ecowijk die gerealiseerd is door middel van de bijzondere aardewoningen is een paradepaardje op het gebied van duurzaam bouwen, doordat waar mogelijk herbruikbare en secundaire materialen zijn gebruikt. En daarnaast de grijswaterzuivering door helofytenfilter met daardoor een eigen waterproductie!
Afbeelding 11 Aardewoning (Gorter)
22
Amsterdam Rainproof Amsterdam Rainproof is een organisatie waarin verschillende partijen en mensen aangesloten zijn om Amsterdam Rainproof te maken. Amsterdam Rainproof geeft aan dat Amsterdam niet bestand is tegen extreme buien. Met elkaar kunnen de druppels wel worden opgevangen en kan Amsterdam regenbestendig gemaakt worden. Amsterdam Rainproof geeft aan dat je je eigen gebouw, dak, tuin, straat, plein, park en buurt regenbestendig kunt maken. (Amsterdam Rainproof, 2014) Uitdaging De uitdaging van het Amsterdam Rainproof project is dus ook om Amsterdam regenbestendig te maken door samenwerking tussen partijen. Hieronder worden een paar van deze voorbeelden weergegeven om een beeld te geven hoe Amsterdam regenbestendig gemaakt kan worden. Dit is niet zozeer een voorbeeldproject zoals de voorgaande voorbeeldprojecten maar het laat zien hoe Amsterdam omgaat met het waterprobleem. Door middel van kleine projecten en tips voor de bevolking wordt het waterprobleem tegengegaan. Daarom worden hieronder een aantal relevante voorbeeldprojecten of tips beschreven om meer zelfvoorzienend te worden op het gebied van water. Wat is er toegepast Buurt Een buurt bestaat uit vele mensen en huizen. Het vraagt om een collectieve oplossingen om wateroverlast aan te pakken. Als het water via de straat je huis binnenkomt heb je vaak meerde partijen nodig voor de oplossing. Hieronder volgt een voorbeeld van Rainproof Betondorp waarin verschillende partijen samenwerken door kleine aanpassingen te verrichten.
Betondorp in Amsterdam Oost is gevoelig voor wateroverlast na hevige of langdurige regen. Om wateroverlast te voorkomen hebben verschillende partijen kleine ingrepen gedaan. De gemeente en Waternet wordt het groot onderhoud van wegen en rioleringen meegenomen om aanpassingen te doen in de openbare ruimte. In de openbare ruimte worden er aanpassingen gedaan om water tijdelijk vast te houden. De woningcorporatie heeft daarna 400 schuurtjes van een groen dak voorzien om de opvang van water te bevorderen en de afvoer te vertragen. (Amsterdam Rainproof, 2014) Gebouw Amsterdam Rainproof geeft aan dat je pas weet of je gebouw regenbestendig is nadat er een hevige bui gevallen is. Toch kun je vooraf maatregelen treffen om je gebouw al meer regenbestendig te maken. In een artikel publiceren zij daarom een aantal tips die een gebouw regenbestendig kunnen maken. (Amsterdam Rainproof, 2014) Hieronder worden een aantal van die tips beschreven: 1. Voorkom water in kelder of souterrain: Een kelder ligt lager dan de rest van de woning. Water kan daarom gemakkelijk de kelder instromen door een open raam of deur. Door middel van kleine ingrepen zoals een drempel of het sluiten van ramen en deuren kan dit al worden voorkomen. 2. Voorkom dat rioolwater omhoog komt: Tijdens hevige neerslag kan rioolwater omhoog komen. Door middel van een terugslagklep kan dit voorkomen worden. 3. Houd regenwater tegen: Het belangrijkste bij een overstroming of waterprobleem door middel van neerslag is dat je het tegenhoud. Dit kan door hoger te bouwen of door blokkades tegen het water te maken. 23
4. Inrichting van de tuin: Verharding heeft negatieve invloed op hevige neerslag. Door middel van groen kan het water opgevangen worden en infiltreren waardoor het water niet zo snel mogelijk afgevoerd wordt. 5. Green roof: Groene daken zorgen voor extra isolatie van gebouwen maar ook voor energiebesparing en draagt bij aan een betere luchtkwaliteit. Het belangrijkste van een green roof is dat het water op het dak opvangt en gebruikt en niet zo snel mogelijk afvoert. 6. Gebruik regenwater, het is gratis: Dit is de laatste en tevens de belangrijkste tip. Regenwater is gratis en bied daarom volop kansen om te benutten. Straat Een straat hoeft niet alleen maar te dienen voor auto’s, fietsen, trams, voetgangers en dergelijke. Een straat kan enerzijds water snel afvoeren maar ook water opslaan. Een lager gelegen straat met hoge stoepranden kan tijdelijk veel water opslaan. De vormgeving zorgt ervoor dat het water geen problemen oplevert voor de omringende gebouwen. Uiteindelijk kan de straat het water ook laten stromen naar een plek waar het minder schadelijk is zoals een park.
Conclusie Het Amsterdam Rainproof project geeft aan dat door middel van samenwerking Amsterdam stukje bij beetje regenbestendiger kan worden gemaakt. De samenwerking moet zowel tussen buurtbewoners onderling geregeld worden maar ook tussen andere partijen zoals de gemeente of een woningcorporatie.
Afbeelding 12: Groene daken Amsterdam Rainproof (Wielinga)
Voor een zelfvoorzienende wijk zijn de buurt, het gebouw en de straat belangrijke elementen die kunnen bijdragen aan het regenbestendig maken van de wijk of stad. Het belangrijkste om een wijk regenbestendig te maken is dat er tussen de bewoners onderling samengewerkt wordt. Als alle bewoners een bijdrage leveren heeft het een groot effect op de wijk. Het gezegde ‘samen bereik je meer als alleen’ is hier van toepassing. Net zoals bij het regenbestendig maken van Amsterdam geldt dit voor alle wijken en steden in Nederland. 24
4.2 Internationaal Hieronder vallen projecten uit de hele wereld die als voorbeeld dienen om een wijk meer zelfvoorzienende(r) te maken.
Hammarby Sjöstad, Stockholm, Zweden Hammerby Sjöstad stond vroeger bekend als een verpauperd, vervuild en onveilig industrie- en woongebied. Tegenwoordig is het door de duurzame stadsvernieuwing een van de prettigste woonwijken in Stockholm. De wijk is zelfs een van de meest succesvolle duurzame stadsvernieuwingswijken van de wereld. Uitdaging Bij de stadsvernieuwing was duurzaamheid een primaire focus bij de vormgeving de wijk. Duurzame alternatieven voor management van water, energie en afval stonden hierbij centraal. Wat is er toegepast Duurzame energie: De voornaamste bron van warmte is wijkverwarming: 34% van de warmte is afkomstig van het gezuiverde afvalwater, 47% van het composteerbare deel van het huishoudelijk afval en 16% van biobrandstof. (Pötz & Bleuzé, 2012) Tevens wordt het koele afvalwater gebruikt voor de wijkkoeling. Ook wordt er biogas gebruikt door 900 appartementen. Het biogas komt van de bewoners zelf. Het afval wat het huishouden produceert wordt gebruikt waardoor de biogas gebruikt kan worden om te koken. Zonnepanelen op grote appartementen voorzien de bewoners voor 50% van het benodigde warme tapwater op jaarbasis. Water en klimaat Allereerst is er begonnen met een participatie- en voorlichtingsmodel om bewustzijn te creëren rondom duurzaam waterbeheer. Het afvalwater in
de wijk wordt lokaal gezuiverd. Het zuiveringsslib wordt hergebruikt voor de bemesting van landbouwen bosbouwgrond. Bij de verwerking komt biogas vrij wat gebruikt wordt als brandstof voor voertuigen en het verwarmen van woningen. Regenwater wordt geïnfiltreerd in de grond of afgevoerd via kanalen in het Afbeelding 13 Dagvatten canel (Vaxelaire) landschap. Ook worden er groene daken gebruikt om het regenwater tijdelijk te bufferen.
Afbeelding 14 Hammarby Sjöstad (Perrin & Karlsson)
Resultaat Hammerby Sjöstad is een van de succesvolste duurzame stadsvernieuwingswijken in de wereld. De wijk wekt zelf energie op, creëert bewustzijn en maakt gebruik van duurzaam waterbeheer.
25
Peterborough, Verenigd Koninkrijk Schoon, groen en een gezonde leefomgeving, Peterborough’s milieuprestaties hebben de stad tot één van de vier ‘Enviroment Cities’in het Verenigd Koninkrijk gemaakt. De stad ambieert nu om de ‘Enviroment Capital’ van de UK te worden. The Greater Peterborough Area heeft een lange geschiedenis van aandacht voor duurzaamheid. De gemeenschap was al in 1989 bij het Brundtlandrapport betrokken. Ook in daarop volgende bijeenkomsten was Peterborough vaak betrokken. Uitdaging Petersborough heeft een aantal principes opgesteld die ze nastreeft: - Langetermijn denken: Focus niet op korte termijn oplossingen, maar op de stappen die nodig zijn om de duurzaamheidsdoelen te behalen. - Zoek oplossingen regionaal: Werk samen om collectieve oplossingen om collectieve problemen op te lossen - Wees transparant en verantwoordelijk: Neem zowel positieve als negatieve veranderingen in de gemeenschappelijke duurzaamheid waar, deel de resultaten, accepteer de verantwoordelijkheid en blijf doorgaan met verbeteren. - Wees innovatief: Kijk verder dan de beproefde methodes en sta open voor nieuwe methodes die getest kunnen en geïmplementeerd kunnen worden. - Neem simpele, begrijpelijke en uitvoerbare benaderingen over: Bouw verder op wat we al doen, ondersteun individueel agentschap en gemeenschappelijke initiatieven, en focus op haalbare volgende stappen. - Neem financieel haalbare methoden over: Bepaal de terugverdientijd, vind de balans bij voordelen met lange termijn kosten en zoek naar innovatieve financieringsmogelijkheden.
-
-
-
-
Verbind leden van de gemeenschap met elkaar: Creëer en koester lange termijn relaties tussen individuen, groepen, instituten, marktpartijen en lokale ondernemers. Maak afspraken en geef het goede voorbeeld: Als partners van dit proces, ga de verbintenis aan met duurzaamheid en toon leiderschap binnen de gemeenschap. Wees veelomvattend: Wees bereikbaar voor alle gemeenschappen binnen de Greater Peterborough Area, omhels diversiteit en gebruik ons begrip van collectieve behoeften om onze acties vorm te geven. Wees creatief: Koester en benut de creativiteit die in ieder van ons zit om een sterke economie te bouwen, culturele identiteit te vormen en onze natuurlijke waarden te beschermen.
(Sustainable Peterborough, 2012)
Afbeelding 15 Aardbeien verzamelen (Sustainable Peterborough, 2012)
26
Stadslandbouw Prinzessinnengarten , Duitsland Prinzessinnengarten is een stadslandbouwproject in Berlijn. De tuin beslaat een braakliggend gebied in Kreuzberg van 6000 m2. De tuin is mobiel; alles zit in bakken of zakken en kan zo nodig worden verplaatst. De tuin is tijdelijk en veranderlijk. Afhankelijk van wat de participanten willen kan de tuin veranderen. In de tuin worden groenten en kruiden verbouwd. Als de stad Berlijn de grond weer nodig heeft verhuizen de ‘tuinnomaden’ weer ergens ander heen. De stad Berlijn heeft een coördinator in dienst die de stadstuinen onder zijn hoede heeft en helpt een nieuwe plek voor een tuin te vinden of een bestaande tuin te verhuizen als dit nodig is. (Prinzessinnengarten, 2011)
uit de tuin wordt naast de verkoop sinds 2010, ook voor een deel gebruikt in het café/restaurant op het terrein van de tuin. De tuin draait op vrijwilligerswerk. Mensen hebben de mogelijkheid om een perk van één bij één meter voor een jaar of langer te adopteren tegen een financiële bijdrage. Er staat een hek om de tuin, maar de tuin bezoeken is gratis mogelijk. (Prinzessinnengarten, 2011) Nomadisch Grün streeft verschillende doelen na. Deze zijn te vinden onder ‘Impressum’ op de website van de
De tuin is in 2009 gesticht en is eigendom van gemeinnützigen GmbH Nomadisch Grün. ‘Gemeinnützig’ vertaalt in het Nederlands naar ‘zonder winstoogmerk’ of ‘ten behoeve van het algemeen nut’. ‘GmbH’ is de Duitse term voor besloten vennootschap. ‘Nomadisch Grün’ slaat op het mobiele karakter van de tuin. (Cortenraede, 2013)
Prinzessinnengarten. Het gaat de Afbeelding 16 oprichters erom bij te dragen aan stadslandbouwproject natuur- en landschapsbescherming, (Cortenraede, 2013) milieubescherming, gemeenschapsvorming en het onbaatzuchtige engagement van burgers. Ze willen deze doelen te bereiken door het ontwikkelen van ecologische landbouw op braakliggende terreinen in de stad. Hieruit volgt dat stadslandbouw geen doel op zich is voor Nomadisch Grün maar eerder een instrument dat andere doelen dient. (Prinzessinnengarten, 2011)
Uitdaging Tot de zomer van 2009 was het een braakliggend terrein, al zestig jaar lang. Het is eigendom van de gemeente. De grond wordt gehuurd door Nomadisch Grün. Per jaar wordt er een vergunning afgegeven. De oogst
De Prinzessinnengarten ligt in Kreuzberg, in het zuidoosten van Berlijn, ten zuiden van de centrale wijk Mitte. Voor de val de Muur behoorde de wijk tot West-Berlijn. Sinds 2001 is de wijk administratief ondergebracht in Friedrichshain-Kreuzberg. Hier vind je de hoogste bevolkingsdichtheid van Berlijn met 135 inwoners per hectare. De wijk staat bekend als multicultureel. Het aandeel migranten is hoog,
Afbeelding 17 stadslandbouwproject (Prinzessinnengarten, 2011)
27
in 2012 had 21,4 procent geen Duits paspoort. De meesten hebben een Turkse achtergrond. Het netto inkomen per huishouden is 1,400 euro per maand, het laagste van Berlijn. Het gemiddelde van de stad is 1,600 euro per maand. In 2011 schreef de krant Focus dat Kreuzberg altijd aantrekkingskracht heeft gehad op alternatievelingen en werklozen. Dat heeft een wijk een ongepolijst karakter opgeleverd. En charme, want intussen weten ook toeristen de wijk te vinden. Voor inwoners van Kreuzberg is de ‘Touristifizierung’ zowel vloek als zegen. (Focus, 2011) Rol van de overheid Nomadisch Grün deed iets vernieuwends door een stuk grond onder handen te nemen zonder winst na te streven. Nomadisch Grün trad op als een alternatieve overheid en begeeft zich in figuurlijke zin op onbekend terrein. Dat verloopt niet soepel. In 2012 raakte de Prinzessinnengarten bekneld in officiële structuren van bovenaf. De gemeente wilde niet langer een vergunning uitschrijven, omdat vastgoedinvesteerders zich hadden gemeld. Dat waren partijen mét geld. Even leek de Prinzessinnengarten aan het kortste eind te trekken (Prinzessinnengarten, 2011). Resultaat Prinzessinnengarten toont het spanningsveld tussen burgers en de overheid. Enkele burgers hebben een onconventionele rol aangenomen en de overheid worstelt als reactie daarop met haar positie. Een eventuele herpositionering van de gemeente ten opzichte van de inwoners zou consequenties hebben die de Prinzessinnengarten overstijgen. Dit haakt in op een groter debat over burgerparticipatie. Het begrip burgerparticipatie is de afgelopen jaren in opmars binnen de ruimtelijke planning. (McCall, 2011)
Volgens Laura Cortenraedes scriptie is stadslandbouw vooral een sociaal fenomeen: “Stadslandbouw wordt beschreven als een sociaal fenomeen. Fysieke aspecten van de tuin zijn belangrijk, maar misschien nog wel belangrijker is het creëren van een gemeenschap door middel van stadslandbouw. In de ‘Open brief’ schrijft Nomadisch Grün dat “gewachsene soziale Strukturen” voor verdringing moeten worden behoed. Kenmerkend voor stadslandbouw in de Prinzessinnengarten zijn de vele verbindingen die er zijn met andere (non-profit) instanties, zoals scholen, universiteiten, andere stadslandbouwprojecten, vluchtelingenwerk, kunstenaars, koks, milieuorganisaties en de buurtbewoners. Daarom is stadslandbouw ook een typisch stadse aangelegenheid: daar treffen zoveel groepen elkaar.” (Cortenraede, 2013)
Aanknopingspunten voorbeeldprojecten De voorbeeldprojecten hadden allen een ander doel wat bereikt moest worden. Toch zijn er een aantal aanknopingspunten om mee verder te gaan. Deze aanknopingspunten zijn opvallende zaken uit de voorbeeldprojecten waarin veel aan gewerkt is. Duurzame energie in de vorm van besparing en opwekking; Duurzaam waterbeheer; Groen gebruiken voor waterprobleem; Groen en water voor sociale cohesie; Lokale voedselproductie; Inspelen op toekomstige klimaatproblematiek; Bewustwording en participatie bewoners. Deze aanknopingspunten bieden een overzicht van wat de voorbeeldprojecten hebben opgeleverd of hebben nagestreefd. Maar wat zijn nu de concrete mogelijkheden om bijvoorbeeld duurzaam waterbeheer te realiseren? In het volgende hoofdstuk wordt ingegaan op de bouwstenen, concrete in de praktijk toe te passen maatregelen. 28
29
5. Bouwstenen In dit hoofdstuk wordt ingegaan op verschillende bouwstenen waarmee een wijk meer zelfvoorzienend te maken is. Het oorspronkelijke uitgangspunt voor dit onderzoek was: hoe kan de bodem en ondergrond een bijdrage leveren aan een zelfvoorzienende wijk? Hierbij wordt bodem en ondergrond zeer breed geïnterpreteerd en alle gerelateerde ecosysteemdiensten in acht genomen. Zoals de productie biomassa (voedsel, vezels), het leveren zuiver drinkwater, koelen van steden in de zomer enzovoort. De voorbeeldprojecten hebben op verschillende zaken betrekking gehad. Zoals duurzame energie en duurzaam waterbeheer. Dit heeft geleid tot de selectie van de volgende vier centrale thema’s: energie, water, voedsel en klimaat. Bij de uitwerking van de bouwstenen wordt er eerst ingegaan op de huidige en toekomstige problematiek van het thema in algemene zin. Daarna komen de verschillende soorten bouwstenen aan bod die zijn gecategoriseerd en daarna de volledige uitwerking van de bouwstenen. Deze uitwerking wordt gedaan aan de hand van drie vragen. Wat is de bouwsteen? Wat levert het op? Waar kan je het beste toepassen?
steeds grotere hoeveelheden energie voor zich te laten werken, om in steeds meer en steeds complexere behoeften te voorzien. De wijze waarop nu in de menselijke energiebehoefte voorzien wordt is niet duurzaam: -
-
-
5.1 Thema Energie Problematiek huidige en toekomstige situatie Zonder energie staat alles stil. Dit geldt om te beginnen voor het leven zelf. Alle plantaardig en dierlijk leven is afhankelijk van het invangen van zonne-energie, direct of indirect. In dit biologische opzicht functioneert de mens niet anders dan andere dierlijke levensvormen. Wel anders is dat de mens er door technologieontwikkeling in is geslaagd
Bij de verbranding van fossiele brandstoffen komen afvalproducten vrij. Mogelijke gevolgen van de emissies van NOx en SO2 zijn gezondheidsschade en verzuring. Deze emissies kunnen door technische maatregelen worden voorkomen, maar dat geldt niet voor de emissie van CO2. In het Kyoto-protocol is dan ook besloten dat deze broeikasgassen moeten worden gereduceerd vanwege het versterkte broeikaseffect. Bovendien kan de winning van fossiele brandstoffen ook tot directe milieuschade leiden, denk bijvoorbeeld aan de aardbevingen in Groningen. De voorraden fossiele brandstoffen zijn eindig. Afhankelijkheid van eindige stoffen moet afgelopen zijn voordat ze echt op zijn om schade te voorkomen. Daarom moet nu een transitie naar andere vormen van energie worden ingezet. De voorraden fossiele brandstoffen zijn regionaal geconcentreerd. Aan deze importafhankelijkheid zijn wereldpolitieke risico’s verbonden.
"Allereerst moet je de in kaart brengen wat de energievraag is en in welke vorm. Dan kun je gaan kijken wat je er tegenover zet en hoe je het energieverbruik kunt laten dalen. Dan kun je uitkomen op zelfvoorziening in energie" (Boonekamp, 2014)
Ons gebruik van fossiele brandstoffen moet zeer drastisch worden verminderd. De opgave is om over te schakelen op energiebronnen die niet opraken en waar geen risico’s voor het klimaat aan verbonden zijn. In huishoudens is vraag naar elektriciteit, warmte en 30
gas. In de zomer willen we ons huis afkoelen waardoor we minder warmte gebruiken. Het overschot aan warmte is de restwarmte. De restwarmte kan gebruikt worden om voorzieningen met een hoge vraag naar warmte van warmte te voorzien. Op wijkniveau is het handig om zoveel mogelijk gebruik te maken van de aanwezige hulpbronnen in het gebied. Door het schaalniveau valt de mogelijkheid om duurzame energie op te wekken met een getijdencentrale af. Over de duurzaamheid van schaliegas en kernenergie valt te twisten, maar deze opties vallen af doordat ze alleen geschikt zijn om op grote schaal energie op te wekken. De Trias Energetica is de meest toegepaste strategie om energiebesparende maatregelen te nemen zodat ze op een efficiënte manier samenwerken. Duurzaam en CO2 neutraal bouwen vragen veel kennis van marktpartijen en overheden. De strategie van de Trias Energetica geeft handvaten bij de energietransitie naar een economie die gebaseerd is op hernieuwbare energiebronnen in plaats van fossiele brandstoffen. Bij het thema wordt gebruik gemaakt van de Trias Energetica. Daar zijn drie stappen. Stap 1 is het beperken van de energie vraag. Stap 2 wordt opgesplitst in 2a en 2b. Stap 2a is energie gebruiken uit reststromen. Stap 2b is het gebruik van energie uit primaire bronnen. Stap 3 houdt in dat wanneer het gebruik van fossiele of eindige bronnen onvermijdelijk is, ze zo efficiënt mogelijk gebruikt worden en op jaarbasis gecompenseerd met 100% duurzame energie. De bouwstenen zijn dus ook onderverdeeld volgens de Trias Energetica.
5.1.1 Beperken van energie Woningisolatie: De isolatie van woningen zorgt voor een enorme besparing op energie. Ook het Kabinet heeft aangegeven dat het bestaande gebouwen energiezuiniger wil maken. De woningisolatie is toepasbaar op de gevel, dak, vloer en de ruiten. (Agentschap NL,2013) Wat levert het op: De isolatie van de woningen levert uiteindelijk een energiebesparing op aangezien er minder verbruikt of verloren gaat. Minder energieverbruik verminderd ook de CO2 uitstoot en levert daarom ook een belangrijke bijdragen voor de beperking van de opwarming van de aarde. Een vermindering van het energieverbruik levert ook een lagere energierekening voor de gebruiker op en eventueel een beter wooncomfort aangezien kou hierdoor verleden tijd kan zijn.
5.1.2 Gebruik duurzame energie 2a energie uit reststromen Gebruik restwarmte: Restwarmte is het deel van de energie die verloren gaat in de vorm van warmte. Tijdens het productieproces van een bedrijf kan er veel warmte gebruikt worden die later niet meer nodig is. Deze warmte wordt dan vaak niets mee gedaan terwijl het als een bron voor een ander kan dienen. Restwarmte kan dus verloren gaan bij energiecentrales, de landbouw- en industriële sector maar ook bij douchewater en riolering. Een warmtenet is een fysieke verbinding tussen de warmteleveranciers en de warmteafnemers. De grootste slaagkans van de realisatie van warmtenetten is bij locaties waar een goede mix van
"Bewustmaking van het verbruik is belangrijk om het energieverbruik te verminderen" (Zuurbier, 2014)
31
vraag en aanbod aanwezig is zoals bij industriegebieden of dichtbebouwde woonkernen. Door middel van de warmtenetten kan de restwarmte opnieuw benut worden.
Een zonneboiler levert warm water. Het gebruik van zonne-energie draagt bij aan vermindering van de CO2 uitstoot en gebruik van fossiele brandstoffen. Zonne-energie is een duurzame manier van energiewinning.
Wat levert het op: Het gebruik van restwarmte draagt bij aan duurzaam Wind energie: Windenergie wordt opgewekt aan de hand van een gebruik van energie. De restwarmte wordt hierbij niet als afvalstroom windturbine. Het kan op grote schaal maar ook op kleine schaal. Het gezien maar als grondstof voor een ander. De benutting van restwarmte levert energie op als het waait. Daarom is het handig om het te plaatsen draagt ook bij aan besparing van fossiele brandstoffen en een op plekken waar veel wind is. Een grote windmolen van 50 meter hoog vermindering van de CO2 uitstoot. Het gebruik zou mogelijk veel weerstand van bewoners in een “Momenteel zijn er kleine windturbines voor op van restwarmte in combinatie met betere isolatie woonwijk opleveren. Maar tegenwoordig is het het dak. Het probleem is dat de opbrengst erg van woningen kan zorgen voor meer mogelijk om kleine windmolens op daken te zetten beperkt is” (Puylaert, De zelfvoorzienende wijk, zelfvoorziening van energie. van gebouwen. 2014) 2b energie uit primaire bronnen Zonne-energie: Bij zonne-energie wordt de energie van de zon omgezet in elektriciteit of warmte. Zonnepanelen zetten de energie van de zon om in elektriciteit. Een zonneboiler gebruikt de zon als bron voor warm water. Zonnepanelen halen het meeste rendement als ze op het zuidoosten of zuidwesten gericht zijn met een hellingshoek tussen de 15° en 60°. Het zonlicht wat op de panelen valt wordt omgezet in elektriciteit. Een zonneboiler gebruikt de zon warm water. De zonnecollector is aangesloten op een buizenstelsel met een vloeistof wat door de zon verwarmt wordt. Deze warmte wordt getransporteerd wordt getransporteerd naar een voorraadvat met leidingwater wat uiteindelijk het water verwarmd. Wat levert het op: Zonne-energie levert elektriciteit en warm water op. Door middel van de opgewekte elektriciteit door middel van zonnepanelen kan er ook elektriciteit aan het net teruggegeven worden.
Wat levert het op: Windenergie levert duurzame energie in de vorm van elektriciteit op. Grote windmolenparken leveren een aardige bijdrage aan de opwekking van duurzame energie. Deze windmolens zijn in een wijk niet te realiseren waardoor er kleine windturbines op de daken geplaatst moet worden. Het nadeel van deze turbines is dat de opbrengst erg beperkt is. Bodemwarmte: Bodemwarmte ontstaat in de bovenste laag van de aardkorst. Bodemwarmte wordt op twee manieren gebruikt: (Van Dorp Energie, z.d) 1. Een gesloten buizensysteem waarin water wordt rondgepompt. Het water in de buizen warmt op in de grond en geeft de warmte af als het weer aan de oppervlakte komt. Met een warmtewisselaar worden gebouwen verwarmd of gekoeld (in de zomer). Dit systeem wordt meestal gebruikt in woningen of kleine kantoren.
32
2. Warmte Koude Opslag. Hierin wordt water opgepompt waarmee zijn ze nog bezig met praktijkproeven maar het is zeker iets waar rekening mee gehouden moet worden in de toekomst. de winterkou gebruikt wordt om in de zomer ruimtes te koelen. De zonnewarmte wordt opgeslagen in de bodem. In de winter kan Wat levert het op: Duurzame energie in de vorm van elektriciteit wat van de opgeslagen zonnewarmte weer worden gebruikt voor planten afkomstig is. Energie uit planten is indien verwarming. Warmte-koudeopslag wordt het zich volledig heeft ontwikkelt een nieuwe “De optimale wijkgrootte voor toepassing van vooral toegepast in kantoren, industrie en onuitputtelijke energiebron. geothermie is 3.000 á 4.000 woningen.” glastuinbouw. Gebruik in woningen is nog (Platform geothermie, 2012) Riothermie: Bij riothermie wordt de energie uit niet rendabel. het afvalwater van het riool gehaald. Het warme water van bad, douche, Wat levert het op: Bodemwarmte levert duurzame energie op in de vorm wasmachine, spoelbak en dergelijke wordt op het riool geloosd en kan van warmte. Deze warmte kan tevens hergebruikt worden. dienen als warmtebron. De gemiddelde temperatuur van rioolwater is 23 Bodemwarmte is een onuitputtelijke bron voor het verwarmen van graden Celsius en in de winter 6 graden Celsius. gebouwen. Geothermie (aardwarmte: Bij geothermie verwarmt warm water diep in de grond gebouwen. Geothermie wordt vanuit grote diepte warm water opgepompt. Dit water kan gebouwen zoals woningen en kantoren verwarmen maar ook kassen van de tuinlandbouw. Water wat is afgekoeld gaat terug in de grond en kan later weer worden hergebruikt. Geothermische warmte is te benutten door grondwater uit waterdoorlatende zandlagen en poreuze steenlagen op te pompen. Wat levert het op: Geothermische energie is een duurzame energiebron voor warmte. Het benutten van geothermie reduceert tevens de uitstoot van CO2. Energie uit planten: Wageningen UR geeft aan dat experimenten aangetoond hebben dat planten kunnen dienen als bron voor schone en hernieuwbare energie. Levende planten blijken een bijdrage te kunnen leveren aan de energieproductie in de vorm van elektriciteit. Momenteel
Wat levert het op: Riothermie levert op een duurzame manier warmte. Riothermie is een vrij nieuwe manier van energieterugwinning. Het kan uitsluitend toegepast worden in een nieuw riool. Riothermie is vaak goed te combineren met warmtekoudeopslag in de bodem. Het bied een redelijk hoge leveringszekerheid aangezien riolen lang blijven liggen en gedurende het hele jaar afvalwater blijven afvoeren. 5.1.3 Benut fossiele brandstoffen zo efficiënt mogelijk Stap 3 is qua duurzaamheid de laagste stap van de Trias Energetica. Als alles is gedaan aan energiebesparing en hernieuwbare energie, is het zaak om de installaties (voor verwarming, warm tapwater, koude, ventilatie, maar ook liften, niet gebouw gebonden apparatuur) en verlichting zo efficiënt mogelijk te laten werken. Belangrijk is dat het energieverbruik zo laag mogelijk gehouden wordt, zodat het verbruik van fossiele energiebronnen door hernieuwbare energie kan worden gecompenseerd. (Agentschap NL, 2013) "Opgewekte energie moet je slim gebruiken door middel van smart grids of restwarmte" (Otten, 2014)
33
5.2 Thema Water
Klimaatverandering vergroot het risico op verzilting op twee manieren. Ten eerste neemt de zoutindringing in de riviermonden toe door lage Problematiek, huidige en toekomstige situatie. rivierafvoeren. Ten tweede neemt de zoute kwel toe door stijging van de Water is enerzijds een heel tastbaar thema doordat we het dagelijks zeespiegel (diep gelegen zoutwaterbellen worden omhoog gedrukt). gebruiken. Anderzijds is het abstract en onvoorspelbaar. Hierdoor verzilt het grondwater en wordt Nederland in de toekomst voor Waterproblematiek was er al in het verleden, maar zeker nog in de de drinkwatervoorraad meer afhankelijk van oppervlaktewater wat erg toekomst. De komende decennia zal het klimaat veranderen. Deze nadelig is tijdens hittegolven. Verzilting van het grondwater komt veranderingen hebben gevolgen voor het functioneren van het stedelijke tegenwoordig ook voor door de bodemdaling waardoor het zoute water watersysteem. De klimaat scenario’s van het KNMI opkwelt. (Puylaert, De zelfvoorzienende wijk, "Duitsland heeft door de jaren heen haar laten voor Nederland zien dat de winters zachter 2014) De grondwatervoorraad in Nederland is rivieren enorm ingekaderd. Dit heeft gevolgen worden en de zomers warmer. (KNMI, 2014) Extreme zeer groot en nog zoet genoeg. De voor het rivierwater in Nederland. Ook zullen neerslag zal in alle seizoenen vaker voorkomen, maar beschikbaarheid van drinkwater komt dan ook dijkdoorbraken in Duitsland hier gevolgen de zomers zullen gemiddeld droger worden waar de meestal niet in gevaar. Met oog op de toekomst hebben." (Zuurbier, 2014) winters gemiddeld natter worden. Verder zullen de is het echter beter om nu al een strategie te zeespiegel en de rivierafvoeren stijgen. Dat deze bedenken voor onze toekomstige drinkwatervoorziening. Nederland is nu veranderingen onze stedelijke watersystemen beïnvloeden was afgelopen een voedsel exporterend land. Wanneer Nederland dat in de toekomst wil zomer weer duidelijk zichtbaar door de hevige neerslagen. blijven, stelt dat niet alleen eisen aan de zoetwatervoorziening, maar ook aan het innovatief vermogen gericht op zuinig watergebruik. Deze klimaatveranderingen kunnen ook effect hebben op de (Adviescommissie water, 2013) drinkwatervoorziening. (Rense, 2008) Ons drinkwater van hoge kwaliteit wordt vaak als vanzelfsprekend beschouwd. Dit is ook terug te zien in het De grondwaterstand heeft in Nederland invloed op de houdbaarheid van gebruik ervan. Een toilet doorspoelen met drinkwater is niet erg logisch de fundamenten van huizen en de landbouw is afhankelijk van een niet te als we drinkwater als een schaars en kostbaar goed zouden beschouwen. hoge grondwaterstand. (Boonekamp, 2014) Verschillende ingrepen in de Periodes van droogte kunnen effect hebben op de drinkwatervoorziening. bodem en ondergrond kunnen elkaar negatief beïnvloeden door onder In het westen van het land wordt drinkwater gewonnen uit andere het grondwater. oppervlaktewater zoals de Rijn en de Maas. Tijdens een hittegolf wordt de verontreiniging in het water minder verdund en is het lastiger om het water te zuiveren. Bij ernstige verontreiniging moet een waterzuiveringsinstallatie zelfs stil worden gelegd. 34
Om deze strategie te kunnen achterhalen zijn de bouwstenen onderverdeeld in drie categorieën. Het doel bij water is het vasthouden, bergen en afvoeren. De bouwstenen zijn onder deze drie categorieën verdeelt. 5.2.1 Vasthouden Helofytenfilter Een helofytenfilter of moerasfilter is een filter dat met behulp van een bepaald soort planten afvalwater zuivert tot een kwaliteit die onschadelijk is voor het milieu. Helofytenfilters worden aangelegd om water te filteren voor gebruik. Het zuiveren van huishoudelijk afvalwater is mogelijk. Het gezuiverde water uit een helofytenfilter (effluent) is niet geschikt als drinkwater tenzij gebruik wordt gemaakt van een extra zuiveringsstap zoals nano- of ultrafiltratie. (West-Brabant, 2011) De planten in helofytenfilters leveren zelf niet de grootste bijdrage aan de zuivering, dit gebeurt grotendeels door bacteriën die in de bodem leven. In het filter heerst een voor bacteriën ideale leefomgeving, waardoor het proces optimaal zal functioneren. De in het filter geplaatste beplanting brengt met hun holle wortels zuurstof in het zandbed, zodat er naast een anaërobe- ook een aërobe-klimaat ontstaat. Dit is essentieel voor de optimale werking van het systeem omdat de stikstofverbindingen beide klimaten gebruiken voor de omzettingen. (Wildkamp, 2011) Wat levert het op Het zuiveringsrendement van helofytenfilters is hoog terwijl het energiegebruik laag is. Helofytenfilters zijn erg geschikt voor maatwerk. Of het nu gaat om weinig of veel water, water dat heel vuil is of juist maar een beetje. Sommige filters zijn maar drie vierkante meter groot, maar er bestaan ook varianten van vele hectaren. Door helofytenfilters is het dus mogelijk om opgevangen water te zuiveren.
Afbeelding 18 Helofytenfilter (Wildkamp, 2011)
Waar kan hen qua grondlaag het best toegepast worden De grondsoort is bij een helofyftenfilter niet van essentieel belang. Bij een helofyftenfilter breng je een extra laag aan om het water in op te vangen en te zuiveren. Wel is de stand van het grondwater van belang bij de werking van helofytenfilters. 2. Regenwater vasthouden op daken Regenwater vasthouden op platte daken is een manier om er voor te zorgen dat er in de wijk water langer vastgehouden kan worden. Dit kan op verschillende manieren. Groene daken zijn hier een voorbeeld van, maar dit is verder uitgewerkt bij het thema klimaat. Een waterdak overloop is een andere manier om water langer vast te houden. Zoals op de afbeelding te zien is wordt het water pas afgevoerd als het een bepaalde hoogte op het dak heeft bereikt. (Mario Silvester, 2014)
Afbeelding 19 (Mario Silvester, 2014)
35
Wat levert het op Er zijn vier verschillende soorten waterdoorlatende Het belangrijkste resultaat van groene daken en oplossingen zoals een betonstraatstenen. waterdak overloop is dat het water langer vasthoud. 1. Betonstraatstenen met Het draagt tevens bij aan een vermindering van de "Regenwater moet je niet gelijk willen verbrede voegen. afvoeren. Regenwater moet je gebruiken. Het druk op het rioolsysteem tijdens hevige neerslag. 2. Betonstraatstenen met biedt mogelijkheden." (Otten, 2014) Ook dient water op het dak tot verkoeling voor het drainageopeningen leefgebied. 3. Poreuze betonstraatstenen 4. Regentonnen 4. Grasbetontegels Regenwater kan vastgehouden worden op platte daken of groene daken Wat levert het op/ resultaat (zie bouwsteen groene daken, thema klimaat), maar het kan ook opgevangen worden en vastgehouden in regentonnen. Voor veel toepassingen in het huishouden is geen water van drinkwaterkwaliteit nodig. Wat levert het op Zonder ingenieuze installaties is water uit een regenton of regenzuil (zie figuur 1) gemakkelijk te gebruiken voor het wassen van de auto en bewateren van de planten. Voor het bewateren van planten heeft hemelwater veel voordelen ten opzichte van kraanwater. Hemelwater bevat oligo-elementen, deze zijn goed voor buiten- en binnen planten. (Duurzaam thuis, 2008) 5. Waterdoorlatende verharding Waterdoorlatende verharding laat het hemelwater op de plek waar het valt infiltreren. Via de fundering wordt het water gebufferd en naar de ondergrond afgevoerd. Hierdoor worden enerzijds rioleringen ontlast. Anderzijds wordt de steeds verder dalende grondwaterstand op peil gehouden.
Afbeelding 20 (Bespaar Bazaar, 2010)
Het resultaat dat dit oplevert is dat op de plek waar het water valt, het water ook in de grond infiltreert. Dus langer vasthouden waardoor minder rioolbelasting. Waar kan hen qua grondlaag het best toegepast worden Waterdoorlatende verharding is op de volgende plaatsen het best toepasbaar: -
Op plaatsen waar het verkeer beperkt blijft; Niet op winplaatsen voor grondwater; Niet in zones waar veelvuldig dooizouten worden gebruikt, om het grondwater niet te verontreinigen; Qua comfort zijn betonstraatstenen met verbrede voegen of met drainageopeningen minder geschikt voor voet- en fietspaden. Poreuze betonstraatstenen met kleine afschuining (of vlak) en met smalle voegen zijn hiervoor meer aangewezen. (OPzoekingscentrum voor de wegenbouw, 2008)
36
5.2.2 Bergen Wadi: Een wadi is een groene holling in het landschap die bekleed is met gras of beplanting en kent een combinatie van boven- en ondergrondse infiltratie. Het hemelwater in een gebied wordt via goten naar de wadi geleid. Wat levert het op Door het aanleggen van een wadi kan water in een greppel/holling infiltreren. Hierdoor wordt het water geborgen in de wijk. Tevens is een wadi een natuurlijke manier van het infiltreren van water. Door het natuurlijke karakter draagt het bij aan meer groen en water in de wijk. Waar kan het qua grondlaag het best toegepast worden Een wadi wordt zoals al is aangegeven in de grond aangelegd. De bovenlaag bestaat uit zand en humus die niet te rijk mag zijn want dan slibt het dicht. Het is het best om een wadi in te zaaien en te laten begroeien met gras. (verhaak, 2010) Bergbezinkbassin: Een bergbezinkbassin is een grote ondergrondse kelder waar overtollig rioolwater tijdelijk kan worden geborgen zodat het niet in de sloten terechtkomt. Doordat het soms zo hard regent kan de riolering het aanbod van regenwater niet verwerken. Dit overschot wordt dan geloosd in sloten wat schadelijk voor het milieu kan zijn. Wat levert het op: In het bergbezinkbassin wordt water ondergronds opgevangen waardoor het overschot aan regenwater opgevangen wordt. Retentievijver (bezinkbassin): Een retentievijver, ook wel bezinkbassin is een bovengronds bassin voor het lozen van water. In de vijver kunnen zwevende delen bezinken. Een bezinkbassin moet dus niet verward
worden met een bergbezinkbassin, wat gewoon een bak onder de grond is waar bij een overschot aan regenwater het water bergt Wat levert het op Retentievijvers worden gebruikt voor de waterberging in een wijk. Tevens kunnen bezinkbassins of retentievijvers gebruikt worden voor de zuivering van water. Onderzoek toont aan dat het zuiveringspercentage vooral afhankelijk is van de verblijftijd in het bezinkbassin. Water bergen op straat: Door middel van het Aquaflow systeem kan hemelwater in de wegfundering geborgen en gezuiverd worden. Het hemelwater van zowel de daken, als de straten past in de wegfundering. Het water van straat zakt meestal weg door water passerende bestrating. (Aquaflow B.V., 2014) Wat levert het op Door middel van het Aquaflow systeem kan hemelwater geborgen worden en gezuiverd. Het water wordt tijdelijk opgeslagen, gezuiverd en vervolgens afgevoerd of geïnfiltreerd in de bodem. Waar kan het qua grondlaag het best toegepast worden De berging van het water loopt leeg door infiltratie op zandgronden of vertraagde afvoer in de rest van Nederland. Zandgronden lenen zich het best voor de waterbergende weg maar in de overige delen van Nederland is het toe te passen maar met een vertraagde afvoer. (Aquaflow B.V., 2014) 5.2.3 Afvoeren Gescheiden rioolsysteem: In een gescheiden rioolsysteem stromen afvalen regenwater beiden op een aparte wijze af. Het afvalwater naar een
37
rioolwaterzuiveringsinstallatie en het regenwater naar een sloot of in de bodem. Wat levert het op Gescheiden rioolsystemen kunnen al het hemelwater bergen in bijvoorbeeld op vijvers of sloten. Dat scheelt werk voor de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Het afvalwater wordt wel naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie afgevoerd en kan na zuivering weer worden hergebruikt. "Scheiding van het riool is een belangrijk aandachtspunt bij het afvoeren van water." (Puylaert, De zelfvoorzienende wijk, 2014)
5.3 Thema Klimaat Problematiek huidige en toekomstige situatie Wanneer we strikt genomen het klimaat beschrijven kijken we naar de karakteristieken van het weer over een lange periode op een bepaalde plaats of voor een regio. Andere processen worden beïnvloed door onder andere het klimaat. Bijvoorbeeld het verloop van kringlopen. De focus in dit thema ligt voor ons op de processen en gevolgen rondom klimaat en klimaatverandering. Het klimaat is sinds het ontstaan van de aarde altijd al dynamisch geweest, want de aarde heeft altijd warmere en koudere periodes gekend. Alleen de mens zorgt met hun uitstoot van CO2 voor een snellere verandering. Hierbij ontstaan allemaal verschillende soorten problemen. Een aantal problemen die in Nederland voor komen zijn:
-
Hitte stress (urban heating) in steden Intensieve neerslag Stijgende zeespiegel Co2 uitstoot
Deze problemen ontstaan door de verbranding van fossiele brandstoffen, smelten van de ijskappen en opschuivende klimaatzones als gevolg van de temperatuurstijging. De verbranding van fossiele brandstoffen ten behoeve van de huishoudens komt al bij het thema ‘Energie’ aan bod. Neerslag en zeespiegelstijging bij het thema ‘Water’. Alleen huishoudens produceren ook afval. Afval wat veel beter gescheiden zou kunnen worden en wat onnodige verbranding en opslag in de bodem tot gevolg heeft en daardoor een negatieve invloed op het klimaat. Door op wijkniveau kleine stapjes te zetten om kringlopen te sluiten wordt er een kleine bijdrage aan een beter klimaat geleverd. Meer groen en blauw in een wijk kan hittestress in een wijk tegengaan. Puur vanuit de inrichting boek je dan winst op het gebied van een aangenaam leefklimaat zodat je ook vanuit de inrichting in je huis winst kan halen. Op het moment dat meer groen en blauw in een wijk aanwezig is hoeft er minder klimatisering binnenshuis toegepast te worden. (Boonekamp, 2014) Met verbetering van onze kringlopen en meer biodiversiteit kan er op een natuurlijke wijze CO2 vastgelegd worden. In hoeverre is dit te realiseren in een versteende wereld? De klimaatproblematiek lijkt op wijkniveau in eerste instantie nog niet aanwezig, maar vooruitkijken en voorbereiden op bijvoorbeeld hittestress kan veel opleveren. Op wijkniveau zou ook gekeken kunnen worden naar 38
de regulatie van verkeer en hoe de reductie van autogebruik een positieve bijdrage aan het klimaatthema zou kunnen leveren, maar in dit onderzoek valt dit buiten de onderzochte schaal. De bouwstenen voor het thema klimaat zijn onderverdeeld onder de categorie afval, tegengaan van hittestress en uitstoot van stoffen. De bouwstenen worden kort beschreven wat het is, wat het oplevert/resultaat en waar het als beste toegepast kan worden qua grondlaag. 5.3.1 Afval “Afval is in mijn ogen een grondstof, maar je ontkomt er natuurlijk niet helemaal aan. Waar de een zich van afval wil ontdoen kan de ander het goed gebruiken. De output van de een is de input van de ander.” (Boonekamp, 2014)
Afvalrecycling: Het ministerie van VROM omschrijft in het landelijk afvalbeheerplan recycling als volgt: "elke nuttige toepassing waardoor afvalstoffen opnieuw worden bewerkt tot producten, materialen of stoffen, voor het oorspronkelijk doel of voor een ander doel. Dit omvat het opnieuw bewerken van organisch afval, maar het omvat niet energieterugwinning. (Bergman, 2010)Bij afvalrecycling is ophalen en verwerken erg belangrijk. Ophalen betreft het van te voren scheiden van afval wat door bewoners van een wijk gedaan wordt. De afvalverwerker/ophaaldienst komt dan terug in het verhaal bij verwerken. Bij verwerken moet het opgehaalde afval als grondstof voor iets nieuws dienen. Onder afvalrecycling kan compostering ook geplaatst worden. Dit kan toegepast worden als het groenafval wat in de wijk aanwezig is door
middel van compostering hergebruikt wordt voor eventuele moestuinen, plantsoenen en ander openbaar groen. Wat levert het op Door afvalrecycling draag je bij aan een duurzame manier van afvalverwerking. Door afvalrecycling kun je afval opnieuw hergebruiken. Dit heeft betrekking op het sluiten van kringlopen wat bij de zelfvoorzienende wijk belangrijk is. Het betreft wel een grote kringloop aangezien het afval niet alleen voor de wijk hergebruikt hoeft te worden. De wijkkringloop wordt door de compostering gesloten. Het GFT-afval uit de wijk kan hergebruikt worden als compost voor het aanwezige groen in de wijk. 5.3.2 Urban heating Groene- daken en gevels: Bij groenedaken en gevels wordt het dak of de gevel van een gebouw bedenkt met planten.
“Urban heating is een aandachtspunt en er valt winst te behalen. Er kan wat aan gedaan worden door de stad en gebouwen groener te maken” (Puylaert, De zelfvoorzienende wijk, 2014)
Wat levert het op Groene- daken en gevels leveren een bijdrage op het gebied van lucht, water en urban heating. Lucht: Stadsgroen kan de hoeveelheid fijn stof in de stad reduceren. Door het toevoegen van groen aan een dak of gevel versterkt het stadsgroen. Dit draagt bij aan de reductie van fijn stof. Water: Groene daken en gevels dragen bij aan de afvoer van hemelwater. Groene daken hebben een aanzienlijke capaciteit voor waterretentie en 39
verdamping en kunnen een groot deel van de regen over een jaar verwerken. De gevel draagt alleen bij aan verdamping. Retentie van neerslagpieken Stadsgroen is waardevol voor de opvang van neerslagpieken. Ook groene daken en gevels verdampen water en vangen het op. Hierdoor dragen groene daken en gevels bij aan de opvang van water tijdens neerslag. Urban heating: Groene daken en gevelgroen kunnen een verkoelend effect hebben op het urban heating effect. Het gezamenlijke groen in de stad zorgt voor verlaging van het urban heating effect en grote groene elementen hebben ook effect op de nabije omgeving. Dit zorgt ervoor dat groene daken en gevels het urban heating effect verminderen. Meer groen en water in de wijk: Onbenutte grond in een wijk moet voorzien worden van groen. In woonwijken kan het voorkomen dat er grote stukken versteende grond aanwezig is wat nergens voor gebruikt wordt. Deze stukken grond moeten voorzien worden van groenvoorziening zoals een plantsoen, bomen en planten. Wat levert het op Een wijk met veel groen is niet alleen aantrekkelijk, maar is ook beter voor de gezondheid en de biodiversiteit. Groen draagt bij aan de verkoeling van de stad en heeft een functie in het vasthouden en afvoeren van water. Ook draagt groen bij aan de gezondheid van stedelingen. Het rapport Vitamin G: Green environments - healthy environments verklaart dat groen bijdraagt aan de verlaging van stress en een verhoging van het veiligheidsgevoel. Meer water in de wijk draagt ook bij aan de verlaging van het urban heating effect in de stad. Tevens kan dit water worden benut voor het vasthouden, bergen en afvoeren zoals beschreven bij het thema 'Water'
5.3.3 Emissie bij verbranding brandstoffen Hieronder worden de bouwstenen beschreven die bijdragen aan vermindering van de uitstoot van stoffen die vrij komen bij verbranding van (fossiele) brandstof. Zoals NOx en CO2. Bevorderen van duurzame mobiliteit Rotterdam wil goed bereikbaar zijn en blijven, ook al neemt de behoefte aan mobiliteit in de stad toe. Door duurzame mobiliteit en transport te bevorderen verbetert de luchtkwaliteit en verminderen de geluidsoverlast en CO2.-uitstoot. (Rotterdam Climate Initiative, 2013) Dit is de aanleiding om ook duurzame mobiliteit in de zelfvoorzienende wijk te bevorderen. Elektrisch rijden: Elektrisch rijden is de laatste jaren steeds meer een trend gaan worden. Om elektrisch rijden te bevorderen moet dit gestimuleerd worden. Binnen een wijk moeten er voldoende oplaadpunten worden aangelegd om dit rijgedrag te stimuleren. Wat levert het op Door elektrisch rijden wordt er een milieubewuste vorm van verplaatsing gerealiseerd. Allereerst vermindert het verbruik van fossiele brandstoffen en de CO2.-uitstoot wordt verminderd.
40
Smart Cities, slim gebruik van data: Door het slim gebruik te maken van data zijn oplossingsrichtingen meetbaar. Toepassingen die het energieverbruik en de CO2.-uitstoot van een gebouw opmeten maken het verbruik inzichtelijk. Wat levert het op: Slim gebruik van data zorgt ervoor dat mensen zich bewust worden van wat ze verbruiken. Hierdoor kunnen ze er voor kiezen om te gaan besparen. Ook is het belangrijk om voor dat je gaat ingrijpen inzicht hebt in het verbruik. Zo kun je inspelen op het verbruik en kunnen de juiste oplossingen naar voren komen.
“Je kunt mensen bewust maken op het gebruik van energie en de CO2 uitstoot. Door een CO2 sensor maak je mensen bewust om eerder de fiets te pakken in plaats van de auto.” (Lindeman, 2014)
41
5.4 Thema Voedsel Problematiek, huidige en toekomstige situatie. Sinds de jaren '60 heeft de landbouw- en voedselsector een enorme ontwikkeling doorgemaakt en is er in geslaagd genoeg te produceren om een snel groeiende wereldbevolking te kunnen voedsel. Tegenwoordig staat het thema voedsel voor grote uitdagingen. In 2050 is de voedselbehoefte van ruim 9 miljard mensen 70% hoger dan nu, terwijl akkerland beperkt is en regionaal ongelijk verdeeld. Dit kan leiden tot een toenemende druk op ecosystemen, natuurgebieden, bossen, water en op bodemkwaliteit. (Commisie Corbey, 2014) Tegenwoordig wordt er steeds meer gesproken over verduurzaming van de voedselproductie. De productie van voedsel heeft invloed op het milieu, dierenwelzijn en arbeidsomstandigheden. De Rijksoverheid wil duurzame productie stimuleren. Het Rijk kiest hier voor duurzame producten, duurzame veehouderij en vlees en zuivel. Duurzame producten: Voor de geïndustrialiseerde productie van voedsel zijn gas, energie, water en grondstoffen nodig. Ook ontstaat er afval. Duurzame productie houdt rekening met de gevolgen hiervan voor de mens, dier en milieu. Duurzame veehouderij: De overheid werkt met partijen aan de Visie Veehouderij. Het doel is om de veehouderij duurzamer te maken. Vlees en zuivel: De productie van vlees en zuivel legt een grote druk op milieu en klimaat. De overheid wil duurzaam vlees en vleesvervangers bevorderen.
Een trend van tegenwoordig is dat de kloof tussen stad en land stukje bij beetje afneemt doordat mensen willen weten waar hun voedsel vandaan komt. Meer dan de helft van de wereldbevolking woont in de stad. Hierdoor neemt de druk op grond en ruimte toe. Voedselproductie kan bijdragen aan stedelijke behoeften door lokale voedsel- en energieproductie te koppelen aan maatschappelijke doelen en het bieden van ruimte aan stedelingen die op zoek zijn naar ontspanning, zorg of educatiemogelijkheden. (Visser, et al.) Voor het thema voedsel is er alleen de bouwsteen stadslandbouw. 5.4.1 Stadslandbouw: Stadslandbouw kan gedefinieerd worden als het produceren van voedsel in de stad. Dit kan geproduceerd worden op een dak- of balkontuin, een moestuin of volkstuinen.
"Stadslandbouw is interessanter dan openbaar groen. Je kunt er actief iets mee. Meer groenvoorzieningen kunnen de leefbaarheid vergroten. Stadslandbouw draagt bij aan meer groen, kan aan een klimaatdoelstelling bijdragen en versterkt de sociale component". (Boonekamp, 2014)
Wat levert het op Stadslandbouw levert voedsel op voor de bewoners van een wijk of stad. Wel is bewezen dat je een groot aantal hectare grond nodig hebt om geheel zelfvoorzienend te zijn. Stadslandbouw levert ook andere voordelen op voor een wijk volgens de 3 P’s: People (meer sociale cohesie), Planet (duurzaam verbouwen van voedsel zonder voedselkilometers) en Profit (eigen voedsel verbouwen kan goedkoper zijn dan kopen).
42
Tabel 1 Betekenis stadslandbouw voor de stad (Visser, et al.)
43
44
6. Koppelstukken
6.2 Organisatorisch
Met enkel bouwstenen is nog amper iets mogelijk. Daarom worden de technische, organisatorische, financiële en juridische aspecten die de bouwstenen met elkaar verbinden in dit hoofdstuk belicht. Koppelstukken zijn overkoepelende elementen die samenhang in een proces creëren doordat ze verschillende thema’s met elkaar verbinden.
Bewonersparticipatie
“Door middel van vergisting kan biogas worden geproduceerd, wat kan worden opgewerkt tot LPG niveau. In Zwolle heeft dit geleid tot een tankstation waar je biogas(op LPG niveau) kan tanken. “ (Boonekamp, 2014)
Tegenwoordig zijn gemeenten voor een groot deel verantwoordelijkheid voor het onderhoud van openbaar groen. Dit kan een hoge kostenpost voor een gemeente zijn, maar dat is niet overal het geval. Een discussie die weleens tussen een gemeente en haar burgers speelt is dat een gemeente van het openbaar groen een grasveld maakt aangezien dat minder onderhoud vereist. De burgers geven aan hier niet tevreden mee te zijn. De gemeente reageert daarop met het antwoord dat het plantsoen van bloemen, planten en struiken mag worden voorzien indien de burgers het zelf onderhouden. (Balen-Peeters, 2014) Steeds meer worden initiatieven vanuit de burgers gesteund door de gemeente. Gemeenten die burgers het plantsoen en de openbare ruimte laten beheren moeten hiervoor de benodigde apparatuur ter beschikking stellen, budgetten geven en eventueel trainingen in het goed en effectief beheren van de groene ruimte.
Warmtewisselaar: Een warmtewisselaar is een toepassing welke warmte van de ene naar de andere bron overbrengt. De warmtewisselaar heeft als doel om warmte die anders verloren zou gaan te benutten. De bron van een warmtewisselaar kan zowel lucht als water zijn. Een warmtewisselaar is vaak noodzakelijk bij het benutten van energieterugwinning voor warmte.
Het zelfbeheer van bewoners is ook een vorm van zelfvoorziening. Door middel van het budget kunnen de bewoners in een wijk zelf kiezen wat ze met het budget doen. De gebruiker kan bepalen hoe de groene openbare ruimte eruit komt te zien door het zelfbeheer. Bewonersparticipatie draagt bij aan de “Gemeente moet niet uitgaan dat het direct sociale cohesie en kostenbesparing oplevert. De insteek voor een zorgt ervoor dat gemeente is dus niet zozeer de euro's maar bewoners zich vooral het versterken van de sociale verantwoordelijk participatie.” (Balen-Peeters, 2014) gaan voelen.
6.1 Technisch Vergisting: In een wijk met veel biomassa zijn ook veel biomassa stromen door het beheer en onderhoud ervan. Biogas kan gebruikt worden om warmte en energie op te wekken. Het verwerken van biomassa kan gemeentes veel geld kosten. Vergisting is een manier van verwerken waarbij de reststromen biomassa een grondstof zijn in plaats van een afvalstof. Energieopwekking uit water/afvalwater
45
“Je kunt mensen bewust maken op het gebruik van energie en de CO2 uitstoot. Door een CO2 sensor maak je mensen bewust om eerder de fiets te pakken in plaats van de auto.” (Lindeman, 2014)
Smart Cities, slim gebruik van data: Door het slim gebruik maken van data zijn oplossingsrichtingen meetbaar. Toepassingen die het energieverbruik en de CO2 uitstoot van een gebouw opmeten maken het verbruik inzichtelijk. Slim gebruik van data kan ervoor zorgen dat mensen bewust worden van wat ze verbruiken. Hierdoor kan er voor gekozen worden om te gaan besparen Ook is het belangrijk dat je vóór je gaat ingrijpen inzicht hebt in het verbruik. Zo kun je inspelen op het verbruik en kunnen de juiste oplossingen naar voren komen.
tolheffing) terwijl indirecte value capturing betrekking heeft op de directe begunstigde (bijvoorbeeld een hogere gronduitgifteprijs rond een nieuwe weg). (Rakers, Blokland, & Topper, 2010)
6.3 Financieel Value capturing Een veelgebruikte definitie van value capturing is: “Een verzamelnaam voor instrumenten die het mogelijk maken waardevermeerdering van grond en onroerend goed – ontstaan door publiek handelen – direct dan wel indirect af te romen en aan te wenden voor die activiteiten die deze waardestijging veroorzaken.” Een “Kennen jullie de term value capturing? Als je een eiland hebt en jij legt er een weg naar toe. andere definitie is: “Het Dan stijgt de waarde van die grond. Die weg vasthouden van de wordt gefinancierd door andere mensen die er waardeontwikkeling belang bij hebben.” (Blijie, De een gebied.” zelfvoorzienende wijk, 2014)
In de praktijk betekent dit dat een organisatie een andere organisatie, die profiteert van het aanleggen van werken, probeert een bijdrage te laten leveren aan de aanleg van deze werken. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in directe en indirecte heffing. Directe value capturing vindt plaats bij de directe gebruiker van bijvoorbeeld een weg (bijvoorbeeld in de vorm van
Afbeelding 21 (Rakers, Blokland, & Topper, 2010)
Deze verhaalde kosten worden gebruikt voor verevening: het overhevelen van rechten,risico’s, financiële of kwalitatieve waarden, tussen winstgevende en verliesgevende onderdelen om een samenhangend programma mogelijk te maken. Een bekend voorbeeld hiervan zijn de rood-voor-groen projecten, waarbij groenvoorzieningen worden betaald uit de bouw van woningen. Voor het kunnen toepassen van value capturing gelden drie voorwaarden waar aan voldaan moet worden: • Er moet sprake zijn van profijt. Een partij moet substantieel voordeel ondervinden van een voorziening binnen een plan, zoals vernieuwing of aanleg van infrastructuur.
46
• Er moet sprake zijn van toerekenbaarheid. Er bestaat een verband tussen het profijten de gemaakte kosten voor een voorziening binnen het plan. Toerekenbaarheid geeft de grenzen van value capturing aan. • Er moet sprake zijn van proportionaliteit. Als meerdere locaties binnen het plangebied profijt hebben van een voorziening dan worden de kosten naar rato verdeeld. Naarmate een locatie er meer profijt van heeft, draagt deze meer bij aan de kosten Subsidie Er zijn talloze verschillende subsidies voor duurzame investeringen op verschillende bestuursniveaus. Om bijvoorbeeld de doelstellingen uit het Energieakkkoord te halen is er vanuit verschillende bestuurslagen subsidie beschikbaar. Ook zijn er ter stimulatie van meer duurzame energie belastingvoordelen en dergelijke mogelijk. De Nederlandse overheid is instabiel in subsidieregelingen. Een subsidieregeling kan zomaar volgend jaar wegvallen. (Boonekamp, 2014) Voor gemeentes zijn subsidies verstrekken voor groene daken en wateropvang goedkoper dan het hele rioolstelsel aanpakken. (Meulen, 2014) Afhankelijk zijn van subsidie gedurende het hele proces is dus niet aan te raden, maar het kan wel helpen een project op te starten.
6.4 Juridisch Energieakkoord Het energieakkoord is een principeakkoord wat in september 2013 is vastgelegd onder aanvoering van de Sociaal Economische Raad (SER). Er is door veertig verschillende organisaties aan gewerkt. Maatschappelijke partijen, milieuorganisaties, sociale partners en het kabinet waren betrokken. Er is zeven maanden door veertig verschillende organisaties gewerkt aan dit principeakkoord op hoofdlijnen. Deelnemers aan het overleg zijn maatschappelijke partijen, milieuorganisaties, sociale partners en het kabinet. De kern van het akkoord is om meer duurzame energie te produceren om uiteindelijk in de toekomst tot een volledig duurzame energievoorziening te komen. “Belangrijkste afspraken uit het Energieakkoord zijn:
Meer windmolens
Er komen 1.000 windmolens bij. In 2020 zal 14% van alle energie duurzaam worden opgewekt. In 2023 moet dat oplopen tot 16%.
Geld voor huisisolatie
Het kabinet investeert € 400 miljoen in de isolatie van huurwoningen. Naast lagere stookkosten en minder uitstoot van broeikasgas CO2 levert deze maatregel banen op.
Meer banen
47
Alle investeringen in duurzame energie en energiebesparing leveren samen 15.000 banen op.
Deze afspraken hebben gevolgen voor bewoners in de wijk en eventuele woningcorporaties.
Bewoners wordt een extra mogelijkheid geboden hun huis te verduurzamen. Onder andere doordat ze kunnen lenen bij het energiebesparingsfonds, maar ook door extra dienstverlening te bieden. Daarnaast krijgt hun woning in 2014 of 2015 een energielabel. Als hun woning door de woningcorporatie verbeterd wordt gaat de huurprijs niet omhoog.
Alle huizen een energielabel
Woningeigenaren en (ver)huurders die nog geen energielabel hebben, krijgen vanaf 2015 een voorlopig energielabel. Dit voorlopige label geeft aan hoe energiezuinig een woning is en maakt mensen meer bewust van hun energieverbruik. Hierdoor zullen ze eerder investeren in energiebesparende maatregelen, zoals isolatie en HR-ketels.
Hardere afspraken over handel in broeikasgas
Er moeten scherpere Europese afspraken komen om uitstoot van broeikasgas te verminderen. Het kabinet wil dat Europa maatregelen neemt om de emissiehandel van CO2 te verbeteren. In 2050 moet dit leiden tot minstens 80% minder uitstoot.
Fonds voor energiebesparing
Woningcorporaties hebben meer verplichtingen gekregen vanuit het energieakkoord: ze moeten hun woningvoorraad gaan verduurzamen. In 2020 moeten alle woningen van woningcorporaties gemiddeld minstens energielabel B hebben. De woningcorporaties moeten samenwerken met de gemeenten. Bewoners, gemeenten en woningcorporaties worden door het energieakkoord extra gemotiveerd om hun woningvoorraad te verduurzamen.
Huiseigenaren kunnen voordelig geld lenen voor energiebesparende maatregelen. Dit geld komt uit een energiebespaarfonds van € 600 miljoen.
Belastingvoordeel voor lokale schone energie
Wie samen met anderen duurzaam elektriciteit opwekt, betaalt een lager energiebelastingtarief. Denk aan bewoners die samen investeren in een grote zonnepaneleninstallatie. Bijvoorbeeld op het dak van een school of een loods.” (Rijksoverheid, 2013)
48
49
7. Drijfveren Een succesvol proces zonder actoren is bij gebiedsontwikkeling onmogelijk. Enkel kennis is niet voldoende. Bij de gebiedsontwikkeling zijn er veel partijen die een belang vertegenwoordigen in het gebied. Medewerking van deze partijen vraagt dus om aansluiting bij de behoefte en belang van de partij. Drijfveren kun je zien als een motivatie voor het meewerken aan een zelfvoorzienende wijk. De zelfvoorzienende wijk kan voordelen opleveren voor een actor maar een actor kan ook door middel van beleid, regels, missie of een behoefte willen mee werken aan het zelfvoorzienend maken. Om aan te geven wat drijfveren kunnen zijn volgt hieronder een overzicht per actor. Dit zijn niet de enige drijfveren voor een partij.
Rijksoverheid De rijksoverheid is het landelijk bestuur van Nederland en bestaat uit verschillende ministeries met elk hun eigen verantwoordelijkheden. De Rijksoverheid maakt onderdeel uit van de overheid. De Rijksoverheid heeft bepaalde ambities waar een zelfvoorzienende wijk aan kan bijdragen. Dit zijn: 1. Klimaatdoelen EU en Nederland 2020: In de Europese Unie moet het aandeel duurzame energie in 2020 20% bedragen en de CO2 uitstoot met 20% zijn teruggedrongen. Verder heeft de wereld met een Klimaatverandering te maken wat negatieve gevolgen met zich mee kan brengen voor Nederland. 2. Energieakkoord 2020 waarin doelen zijn geformuleerd zoals besparing van energieverbruik, een toename van opwekking van hernieuwbare energie met 14% in 2020 en een stijging van 16% in 2023.
3. Deltaprogramma met als doel Nederland nu en in de toekomst te beschermen tegen overstromingen en het zorgen voor voldoende zoetwater. 4. Op 1 januari 2014 heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken aangegeven zich hard te maken voor een wereld zonder honger. Investeren in duurzame voedselketens is van belang om Nederland in de toekomst van voedsel te voorzien. Relevantie zelfvoorzienende wijk De Rijksoverheid heeft verschillende ambities die zij willen behalen. Hierboven zijn er maar vier aangehaald om toch de relevantie met de zelfvoorzienende wijk aan te geven. De zelfvoorzienende wijk kan een bijdrage leveren aan de besparing van energie en de opwekking van energie. Stijging van de zeespiegel en pieken in neerslag zijn de gevolgen van de klimaatverandering. De zelfvoorzienende wijk wil het water zo lang mogelijk in het gebied vasthouden en de afvoer richting het riool en de rivieren vertragen. Zelfvoorziening in voedsel is ook belangrijk bij een zelfvoorzienende wijk. Als mensen zichzelf voor een deel van eigen voedsel voorzien kunnen we concluderen dat we het voedselprobleem toch een klein beetje verhelpen. Uiteindelijk zijn er veel meer ambities opgesteld in beleid, in de vorm van doelstellingen die de Rijksoverheid heeft. De zelfvoorzienende wijk kan aan duurzaamheidsdoelstellingen van de Rijksoverheid bijdragen.
Provincie Een provincie is een deelgebied van een land met een eigen bestuur. Een provincie heeft te maken met het regionale beleid van de overheid maar kan ook zelf beleid opstellen. De drijfveren van een provincie zijn dus onder andere het bijdragen aan de door de Rijksoverheid opgestelde doelen. Een provincie kan zelf ook beleid opstellen op het gebied van 50
duurzaamheid of zelfvoorziening op het gebied van energie, water, klimaat en voedsel. Een voorbeeld hiervan is de Provincie Gelderland. De provincie Gelderland streeft naar een duurzame woningvoorraad. De provincie Gelderland heeft hierover afspraken gemaakt met de gemeenten en woningcorporaties. Relevantie zelfvoorzienende wijk De provinciale doelstellingen die geformuleerd zijn verschillen per provincie. De gemeente Gelderland heeft afspraken gemaakt over duurzame woningvoorraad. De zelfvoorzienende wijk draagt bij aan de realisering van deze doelstelling aangezien het energie bespaart en energie opwekt.
Gemeente De gemeente is de laagste overheid bij de ruimtelijke planvorming. De gemeente heeft verschillende taken maar doet niet alles zelf. De gemeente krijgt onder andere te maken met structuurvisies van het Rijk en de provincie. De gemeente moet aan de doelstellingen van de hogere overheden gehoor geven en stelt tevens haar eigen doelstellingen op in het beleid. Ook hebben ze te maken met het coalitieprogramma. Hierin zijn afspraken gemaakt binnen de coalitie over ambities waaraan de gemeente de komende vier jaar wil gaan werken. Een voorbeeld waarin een gemeente duurzaamheid hoog op de agenda heeft staan is de gemeente Ede. Wethouder Leon Meijer geeft aan dat Ede een gemeente wil zijn waar kinderen van nu later goed kunnen leven. “Als je nu het milieu schaadt of de energievoorziening uitput, betalen toekomstige generaties daar de prijs voor. Daarom moeten we niet alleen
voor nu in onze behoeften voorzien. We moeten ook zorgen voor een goede toekomst. Dat is de betekenis van duurzaamheid en de reden dat Ede tot één van de duurzaamste gemeenten van Nederland wil behoren.” (Ede stad.nl, 2014) Relevantie zelfvoorzienende wijk De zelfvoorzienende wijk gaat op een duurzame manier om op het gebied van energie, water, klimaat en voedsel. De zelfvoorzienende wijk kan energie opwekken en energie besparen. Ook gaat het op een duurzame manier om met water aangezien het water niet direct afvoert maar het liefst vasthoud om het zo lang mogelijk te benutten. Tevens kan een zelfvoorzienende wijk op een klein schaalniveau bijdragen aan reducering van de CO2 uitstoot. Waterschap Net zoals de Rijksoverheid, de provincies en de gemeenten zijn waterschappen een overheidsorganisatie. Een waterschap draagt zorg voor het waterbeheer in een bepaald gebied. Net als andere overheidsorganisaties bestaat een waterschap uit een bestuur. Het waterschap bestaat uit een dijkgraaf (voorzitter van waterschap), een algemeen bestuur en een dagelijks bestuur. Ieder waterschap draagt zorg voor het waterbeheer in haar eigen gebied. Een waterschap heeft de volgende taken:
Watersysteembeheer: Kwantiteit, kering en waterkwaliteit. Zuiveringsbeheer: Zuivering van afvalwater
Relevantie zelfvoorzienende wijk Een waterschap heeft geen direct belang bij een zelfvoorzienende wijk. Het is lastig om te zoeken naar drijfveren van een waterschap om mee te 51
werken aan een zelfvoorzienende wijk. Een waterschap heeft voornamelijk betrekking op het thema water en zal waarschijnlijk op dat thema enthousiast kunnen worden. Een waterschap heeft alleen profijt van een zelfvoorzienende wijk als het een bijdrage levert aan het watersysteembeheer en het zuiveringsbeheer. De zelfvoorzienende wijk kan een bijdrage leveren aan het zuiveringsbeheer door afvalwater lokaal te gaan zuiveren en de druk op de rioolzuiveringsinstallatie te verminderen. Woningcorporaties Woningcorporaties zijn stichtingen of verenigen die woningen verhuren of verkopen. Vaak zijn deze woningen betaalbaar voor lagere inkomensklassen. De Rijksoverheid stelt spelregels op voor woningcorporaties en houdt hier toezicht op. Woningcorporaties bouwen, beheren en verhuren woningen. Een andere taak voor de woningcorporatie is het verbeteren van de leefbaarheid en het verbeteren van de buurt waar de corporatie haar bezit heeft. Ook beschikt een woningcorporatie over maatschappelijke taken zoals:
Huisvesting van ouderen, gehandicapten en mensen die onder begeleiding wonen; Bouw en verhuur van maatschappelijk vastgoed; Leefbaar maken van de omgeving waarin haar sociale woningen staan; Het stimuleren van eigen woningbezit door het verkopen van huurwoningen; Woningcorporaties mogen niet investeren in bedrijfspanden zoals winkels en mogen ze ook niet beheren. Tegenwoordig hebben woningcorporaties de mond vol van duurzame ambities. Helaas werkt de huidige woningmarkt het realiseren van deze
ambities tegen. Toch zullen er keuzes gemaakt moeten worden en zal er richting moeten worden gegeven voor corporaties. Het ING Economisch Bureau stelt een aantal uitdagingen voor woningcorporaties op weg naar 2020. Een hele belangrijke hierin is: “Duurzaamheid leidt tot kostenvoordelen. Door het energiezuiniger maken van de bestaande voorraad worden er grote kostenvoordelen behaald”. (Sante, 2012) In dit rapport wordt gesteld dat er grote uitdagingen liggen voor corporaties om bij te dragen aan een duurzame maatschappij. Energiezuinige gebouwen, reductie van CO2-uitstoot en verbetering in het energieverbruik zijn erg belangrijk. Ook wordt er gesteld dat de relatief oude woningvoorraad kansen biedt om te verduurzamen en naar een beter energielabel getild moet worden. Als laatste wordt gesteld dat de ruim twee miljoen daken van corporatiewoningen enorm veel kansen biedt voor zonne-energie. Relevantie zelfvoorzienende wijk De zelfvoorzienende wijk gaat op een duurzame manier om met de thema’s energie, water, klimaat en voedsel. Woningcorporaties zijn gebaat bij een prettige en veilige woonomgeving en een leefbare buurt. De thema’s water en klimaat beschikken beiden over bouwstenen die hieraan kunnen bijdragen. Het voorbeeldproject Poptahof Delft laat dit zien. Het toepassen van water en groen kan bijdragen aan verbetering van de woonomgeving. Een andere belangrijk punt voor woningcorporaties is de toegenomen belangstelling voor duurzaamheid. Duurzaamheid wordt steeds belangrijker bij het bouwen en beheren van woningen. Het thema energie ingezet worden om het energieverbruik te reduceren en duurzame energie op te wekken. Tot slot is het zo dat door middel van de bouwsteen van het thema voedsel een verbetering in de sociale cohesie kan gaan plaatsvinden.
52
Bewoners Bewoners zijn de groep personen die binnen een bepaald gebied wonen en leven. Bewoners zijn gebaat bij een prettige en veilige woon- en leefomgeving. Waar de rol van de overheid tegenwoordig verschilt met vroeger is de rol van de bewoners toegenomen bij de ontwikkeling van een gebied. Burgerparticipatie is tegenwoordig een veel besproken onderwerp. Steeds vaker nemen bewoners het initiatief in hun omgeving. Dit uit zich bijvoorbeeld in het onderhouden van het groen en speeltuinen in de omgeving. Een andere drijfveer voor bewoners om mee te werken in hun leefomgeving is de beloning. Je kunt dit zien als het werken voor een baas. Jij levert iets op voor een ander tegen een beloning (loon). Mensen zijn waarschijnlijk eerder bereid om ergens aan mee te werken als er iets tegenover staat. Verduurzaming van een woning kan als resultaat hebben dat de energierekening omlaag gaat. Een vermindering op de energierekening kan er toe lijden dat mensen voor verduurzaming van hun woning kiezen. Relevantie zelfvoorzienende wijk Bewoners zijn gebaat bij een prettige woon- en leefomgeving. Tevens is een vermindering op de energierekening of een andere beloning aantrekkelijk voor bewoners. Door middel van de zelfvoorzienende wijk kan de woon- en leefomgeving verbeterd worden. Bijvoorbeeld door het toepassen van groenbeheer door bewoners of stadslandbouw waarbij de sociale cohesie verbeterd kan worden. Duurzame toepassingen op het gebied van energie kunnen zowel energie opwekken als besparen. Dit draagt bij aan een vorm van beloning voor de bewoners. Projectontwikkelaars Een projectontwikkelaar is een persoon of onderneming die grote projecten in de bouw voorbereidt en uit laat voeren. De
projectontwikkelaar houdt zich op eigen risico bezig met de aankoop van grond of vastgoed om die later te verkopen. Projectontwikkelaars ontwikkelen alles waar zij denken geld mee te kunnen verdienen. Dit kan door middel van woningbouw, bouw van kantorenpanden, de bouw van winkelcentra en nog veel meer. Uiteindelijk levert het product de ontwikkelaar enkel geld op als er vraag naar is. Voor een projectontwikkelaar is het daarom belangrijk om mee te gaan met de trends en ontwikkelingen die zich voordoen. Tevens zal een projectontwikkelaar rekening moeten houden met de gestelde regels door de overheden wat betreft de bouw. Relevantie zelfvoorzienende wijk Tegenwoordig staat duurzaamheid hoog in het vaandel bij de bouw van vastgoed. De zelfvoorzienende wijk draagt bij aan het verduurzamen van onder andere vastgoed. De zelfvoorzienende wijk bevat bouwstenen om gebouwen duurzaam te maken die voor een projectontwikkelaar van belang kunnen zijn. Uiteindelijk zal de projectontwikkelaar belang hebben bij zelfvoorziening als het voor hem/haar wat oplevert. Bedrijven Binnen een wijk zijn het niet alleen bewoners die gebruik maken van de wijk maar ook bedrijven. Deze bedrijven kunnen zeer verschillend zijn maar wat ze gemeen hebben is dat ze winst willen maken. Ook hebben bedrijven een missie en een visie waarin ze beschrijven waar ze zich voor inzetten. Bedrijven nemen tegenwoordig steeds meer het begrip duurzaamheid op in haar missie en visie. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat een bedrijf alleen maar producten wil produceren op een duurzame manier met het oog op de toekomstige generatie.
53
Relevantie zelfvoorzienende wijk Bedrijven kunnen op verschillende manieren baat hebben bij een zelfvoorzienende wijk. Allereerst kan het op het gebied van energie voordelen meebrengen. Onderlinge uitwisseling tussen bedrijven met andere bedrijven, maar ook bedrijven met woningen kan ervoor zorgen dat ze elkaar van nuttige energie voorzien. Warmte wat het bedrijf niet nodig heeft kan uitgewisseld worden met kou van een huishouden. Een ander aantrekkelijk punt voor bedrijven is de ruimtelijke kwaliteit. Als er meer groen wordt toegepast om de afvoer van toegenomen pieken in neerslag als gevolg van de klimaatverandering op te vangen kan het betekenen dat de ruimtelijke kwaliteit van het gebied versterkt. Een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit komt ten goede voor het imago van het bedrijf en kan zelfs waarde toevoegen aan het bedrijfspand. Alle eerder genoemde actoren hebben te maken met politieke en maatschappelijke veranderende interesses met de zelfvoorzienende(r) wijk. Het is mogelijk dat er voor een onderwerp meer interesses ontstaat maar ook juist minder. In het volgende hoofdstuk komt het onderwerp ‘bodem en ondergrond’ opnieuw aan bod. Een onderwerp wat vaak het onderspit delft bij het ontwikkelen van een gebied. Actoren zien er regelmatig het belang niet van in. Is dit een valkuil of is de bijdrage van bodem en ondergrond inderdaad summier?
54
55
8. Wat heb je nodig om tot een zelfvoorzienende(r) wijk te komen? Dit is het afsluitende hoofdstuk waarin wordt teruggekoppeld op de gemaakte keuzes en te beantwoorden vragen. Daarom wordt er allereerst teruggekomen op de oorspronkelijke onderzoeksvraag en wordt deze beantwoord. Daarna wordt beschreven waarom een bestaande wijk de meeste kansen biedt voor een zelfvoorzienende wijk voor een zelfvoorzienende wijk. Tot slot komen de actoren aan bod en wordt er een aanbeveling gedaan in de vorm van een stappenplan. De oorspronkelijke onderzoeksvraag was: ‘Hoe kan ten aanzien van bodem en ondergrond de meeste winst behaald worden? ‘ Doordat het vraagstuk abstract is gebleven is hierop geen concreet antwoord te geven gebaseerd op de praktijk. In het onderzoek is daarom gewerkt met vier thema’s. Per thema wordt de te behalen winst beschreven. Hoe kan ten aanzien van bodem en ondergrond de meeste winst behaald worden? Bij het beantwoorden van deze vraag wordt bodem en ondergrond zeer breed geïnterpreteerd en alle gerelateerde ecosysteemdiensten in acht genomen. Zoals de productie biomassa (voedsel, vezels), het leveren zuiver drinkwater, koelen van steden in de zomer enzovoort. Dit heeft geleid tot de selectie van de volgende vier centrale thema’s: energie, water, voedsel en klimaat. Bodem en ondergrond spelen altijd een belangrijke rol in een wijk. Om te beginnen al bij de draagfunctie. De huizen moeten stevig en recht kunnen blijven staan. De bodem levert ons vele ecosysteemdiensten Het gaat om vernieuwbare producten en diensten die bij goed beheer van het ecosysteem blijvend geleverd kunnen worden.
Winst ten aanzien van energie: De bodem kan worden gebruikt voor opslag van infrastructuren en warmte van bijvoorbeeld WKO’s. Ook zit er energie in de ondergrond zelf in de vorm van geothermie. Al dat ingrijpen, kan de bodem en haar natuurlijke processen beïnvloeden. Daarnaast levert de bodem ons biomassa; wat gebruikt kan worden als brandstof in de vorm van biogas Winst ten aanzien van water: Ook hierbij kan de bodem wederom als opslag gebruikt worden door de waterbergende functie van de bodem. Op natuurlijke wijze zuivert de bodem ook water waardoor wij het kunnen gebruiken als drinkwater. Al met al speelt de bodem een grote rol in een stabiel watersysteem. Winst ten aanzien van voedsel: Dankzij de bodem wordt er voedsel geproduceerd. De diensten plaagbeheersing en natuurlijke bestuiving van een gezonde functionerende bodem ondersteunen dit en zorgen voor een stabieler voedselproductiesysteem wat een eigen natuurlijke weerstand opbouwt. Winst ten aanzien van klimaat: Het vastleggen van CO2 en het koelen van steden zijn allebei diensten die het klimaat op wijkniveau ten goede komen. In de praktijk zal dit vaak in de vorm van meer aandacht voor het groen en blauw gebeuren. Door de verstening valt hier vaak ook veel winst te behalen. Hoe kan nu de meeste winst behaald worden? Bij een gezonde bodem en ondergrond kan de mens van veel ecosysteemdiensten en functies profiteren. Daarom wordt de meeste winst behaald wanneer deze diensten met goed beheer gebruikt worden waardoor ze niet op termijn verloren gaan. Het is zaak tijdig in kaart te brengen wat de aanwezige/te 56
realiseren ecosysteemdiensten in een concreet gebied zijn. Door een integrale aanpak raken verschillende te realiseren functies niet met elkaar in het gedrang en kan de bodem en ondergrond optimaal functioneren.
er liggen voor de herstructureringswijken kan geconcludeerd worden dat de herstructureringswijken zich goed ontlenen voor het zelfvoorzienend maken van de wijk.
Bestaande wijk Eerder in dit rapport is al aangegeven dat er nog geen volledige zelfvoorzienende wijk bestaat. Wel zijn er wijken of steden die (groten)deels zelfvoorzienend zijn op bepaalde gebieden. Je zou kunnen zeggen dat een zelfvoorzienende wijk zo gerealiseerd kan worden door een nieuwe wijk te bouwen en volledig op zichzelf aan te stellen. Dit is natuurlijk een onrealistisch doel en staat recht tegenover de opgave die tegenwoordig speelt bij de gebiedsontwikkeling. Nu de nieuwbouwproductie stokt, komt de nadruk op het bestaande te liggen. Gebiedsontwikkeling gaat daarmee vaker over verbouwing of renovatie en minder vaak over nieuwbouw en uitbreiding. (Peek & Remmen, 2012)
Met specialisten binnen Antea Group is de vraag over het geschikte wijk type aan bod gekomen. Hier wordt terug gegrepen op de vraag die gesteld is bij de aanleiding namelijk; Wat zijn in de ogen van experts binnen Antea Group kansrijke bouwstenen, een geschikt wijk type en de hierbij horende actoren die verder uitgewerkt moeten worden?
Nu duidelijk is dat de opgave bij het bestaande ligt is het belangrijk om te weten welk bestaande kansrijk is. Het bestaande heeft betrekking op verschillende typen wijken: vooroorlogs, naoorlogs, jaren ’70, Vinexwijken enzovoorts. De vooroorlogse en naoorlogse woningvoorraad valt onder de noemer herstructureringswijken. De herstructureringswijken kenmerken zich daarom ook vooral door een verouderde woningvoorraad. De woningen voldoen op een groot aantal punten niet aan de eisen zoals die tegenwoordig worden gesteld aan woningen. De eisen hebben betrekking op de grootte van de woningen, maar ook op eisen met betrekking tot de indeling, comfort en bouwkundige kwaliteit. Aangezien nieuwbouwwoningen sinds 1980 voorzien worden van isolatievoorzieningen zijn de herstructureringswijken slecht geïsoleerd. (Blijie, Duurzame energiebesparende voorzieningen in herstructureringswijken, 2010) Mede door de grootschalige opgaven die
Hieruit is gebleken dat de grootste kansen liggen bij de herstructureringswijken. In de herstructureringswijken is er meer urgentie op verschillende vlakken. Niet alleen op het gebied van energie valt er veel winst te behalen, maar ook het sociale component. Veel gemeenten zijn bezig met de sociale problemen rond deze wijken. De zelfvoorzienende wijk kan hier een oplossing voor vinden door de verbetering van de sociale cohesie die behaald kan worden. De urgenties in deze wijken liggen daarom voornamelijk op de sociale problemen, energieproblematiek en de klimaatproblematiek. Alle genoemde aspecten zorgen ervoor dat de herstructureringswijk zich goed ontleent voor het toepassen van een zelfvoorzienende wijk. Dit betekent niet dat andere wijken zoals de jaren ’70 bloemkoolwijk of de Vinex-wijken geen baat hebben bij meer zelfvoorziening. Zelfvoorziening kan toegepast worden op allerlei soorten wijken maar de herstructureringswijk biedt de meeste kansen door de opgaven die hier liggen. Rol actoren Het zelfvoorzienend maken van een wijk kan betrekking hebben op een vorm van gebiedsontwikkeling. Het hoeft niet. Een aanpassing aan of in een gebouw is niet direct een vorm van gebiedsontwikkeling. Wanneer er 57
grotere ingrepen worden gedaan waarbij meer partijen betrokken moeten worden en wanneer ze in onderlinge samenhang worden gerealiseerd, dan is er sprake van gebiedsontwikkeling. Daarom horen erbij een zelfvoorzienende wijk actoren. De actoren zijn per wijk verschillend. Gesteld kan worden dat er over het algemeen altijd één of meer actoren uit het hoofdstuk drijfveren aanwezig zijn. Dit betekent dat je vrijwel altijd te maken hebt met bijvoorbeeld een overheidsinstantie (Rijk, provincie, gemeente, waterschap), bewoners, projectontwikkelaars, woningcorporatie of bedrijven. Er kunnen ook nog andere actoren aanwezig zijn binnen een wijk. Het is belangrijk om de actoren goed in kaart te brengen en te weten wat het belang van de actor is. De rol van de actoren verschilt per wijk maar ook per plan voor zelfvoorziening. Om medewerking van de actoren te krijgen is het belangrijk om de actoren te prikkelen. Overtuig de actor voor de zelfvoorziening, creëer bewustwording over de thema’s en beloon de actor waar het kan. Actoren hebben een aantal drijfveren die ervoor zorgen dat ze mee willen werken aan een zelfvoorzienende wijk. Voor een goede samenwerking is het belangrijk dat alle betrokken actoren belang hebben bij zelfvoorziening en dat het proces duidelijk is. Van elke actor moet men weten wat het belang is en wat ze kunnen bieden. Zo kunnen er heldere afspraken gemaakt worden en kan zelfvoorziening toegepast worden. Kort samengevat kan gezegd worden dat de rol van de actoren verschillend is. Ieder project kent andere actoren waardoor het lastig is om de rol hier concreet aan te geven. Belangrijk is dat er altijd wordt gekeken welke actoren er zijn. Als die in kaart zijn gebracht moeten die actoren geprikkeld worden. Door te prikkelen kun je medewerking krijgen en dan is er belangrijk dat er inzichtelijk wordt gemaakt wat elke actor kan
bieden. Daarna kunnen er goede afspraken gemaakt worden. Het proces voor het zelfvoorzienend maken moet door middel van samenwerking verlopen waardoor elke actor zijn steentje bij moet dragen. Samenwerking is de sleutel tot het zelfvoorzienend maken van een wijk. Conclusie De rol van de bodem en ondergrond in een zelfvoorzienende wijk is niet eenduidig. De bodem en ondergrond kan als drager van functies fungeren maar ook als opslagfunctie. Het is belangrijk om goed met de ecosysteemdiensten om te gaan. De rol van de bodem en ondergrond verschilt natuurlijk per wijk of per plan voor zelfvoorziening. Naar mate de ingrepen betrekking hebben op de bodem en ondergrond zoals bij bijvoorbeeld een WKO-systeem of duurzaam waterbeheer is de rol groter dan bij het toepassen van bijvoorbeeld zonnepanelen. Door een integrale aanpak raken verschillende te realiseren functies niet met elkaar in het gedrang en kan de bodem en ondergrond optimaal functioneren. Het blijkt dat een bestaande wijk de meeste kansen biedt voor een zelfvoorzienende wijk. Dit omdat de huidige opgave van gebiedsontwikkeling bij het bestaande ligt en de kansen voor zelfvoorziening liggen bij de herstructureringswijken. Het belangrijkste deel om tot een succesvol proces te komen is de samenwerking met actoren. Inspelen op de belangen, drijfveren en ambities van partijen kan ervoor zorgen dat er een goede samenwerking ontstaat om de zelfvoorziening te realiseren. Belangrijk daarbij is dat actoren in een vroeg stadium betrokken worden en aangeven wat de actor te bieden heeft. Om een zelfvoorzienende wijk te realiseren is het belangrijk dat er het een en ander aanwezig is. Door middel van het stappenplan kan worden aangegeven of er vraag is naar een zelfvoorzienende wijk. Als het 58
stappenplan doorlopen is kan worden aangegeven of er vraag is naar zelfvoorziening of dat er vraag gecreëerd moet worden. Dit kan bijvoorbeeld door partijen te overtuigen van de voordelen van een zelfvoorzienende wijk. Het stappenplan zal hieronder weergegeven worden met een korte toelichting: 1. Is er vraag naar meer zelfvoorziening? De vraag naar meer zelfvoorziening is het belangrijkste. Indien er vraag is naar meer zelfvoorziening zal stap 2 ‘overtuig de actoren’ gemakkelijker zijn. Als er geen vraag is naar meer zelfvoorziening moeten in stap 2 de actoren goed overtuigd worden naar het nut van een zelfvoorzienende wijk. Door actoren te overtuigen kun je zelf eventueel een opdracht binnenslepen voor bijvoorbeeld een gemeente. Als je een actor overtuigt van de voordelen van een zelfvoorzienende wijk en in dit geval een gemeente kan het zijn dat die gemeente zelfvoorziening wil gaan toepassen. 2. Overtuig de actoren Een zelfvoorzienende wijk is niet van bovenaf te realiseren. Ingrepen in een wijk hebben betrekking op het leefgebied van mensen. Door het overtuigen van de actoren creëer je draagvlak voor het uitvoeren van de zelfvoorzienende wijk. Tevens kan het ervoor zorgen dat actoren bereid zijn om me te werken. De actoren kunnen overtuigd worden door ze te prikkelen en aansluiting te vinden bij een van de drijfveren. 3. Wat is de rol van de actoren Als de actoren overtuigd zijn van de zelfvoorzienende wijk is het belangrijk om te weten wat de belangen en ambities van de actoren zijn en op welke manier zij hier aan kunnen bijdragen. “Werk samen met mensen die in jou plan geloven. De mensen die er niet in geloven moet je er gewoon uitknikkeren, die zijn niet belangrijk” (Blijie, 2014)
4. Gezamenlijk plan opstellen voor een zelfvoorzienende wijk Nu de actoren overtuigd zijn, de belangen inzichtelijk zijn gemaakt en de rol van de actoren in beeld is gebracht kan er een gezamenlijk plan opgesteld worden. Wees ambitieus en houd vast aan je ambities, hoe lastig het ook is. In dit gezamenlijke plan moet geprobeerd worden om zo veel mogelijk belangen en wensen van de actoren op te nemen. Wel is het belangrijk dat er knopen worden doorgehakt en dat niet alles wat geroepen wordt meegenomen wordt in het plan. Door een gezamenlijk plan op te stellen creëer je maatschappelijk draagvlak voor het plan. Als de wensen van het bestuur zoals een gemeente ook verwerkt zijn kun je tevens bestuurlijk draagvlak creëren 5. Welke bouwstenen dragen bij aan het plan voor de zelfvoorzienende wijk Na het opstellen van een gezamenlijk plan volgt de uitwerking van het plan. Om aan het plan te voldoen zullen er bouwstenen toegepast moeten worden. Dit rapport biedt bouwstenen die toegepast kunnen worden, maar er zullen vast en zeker nog meer bouwstenen zijn of er worden nieuwe ontwikkeld. Het is belangrijk om onderlinge samenhang te creëren tussen de bouwstenen. Ook kan er gekeken worden naar de uitdaging en oplossingen van de genoemde voorbeeldprojecten en kan daar van geleerd worden. 6. Uitvoeren De laatste stap is de uitvoering. Bij de uitvoering moeten er goede afspraken gemaakt worden tussen de opdrachtgever en de uitvoerder. De wijze van uitvoeren kan per zelfvoorzienende wijk verschillen en dat is aan de opdrachtgever en de uitvoerder om te kiezen hoe zij dit willen. 59
9. Aan de slag met het inspiratieboek In dit hoofdstuk wordt er gewerkt met het inspiratieboek aan de Hondenkop in Ede.
Wijkbeschrijving Hondenkop De Hondenkop maakt deel uit van de wijk Veldhuizen. De gemeente Ede bestempelt Veldhuizen als een gezellige en gevarieerde wijk. Veldhuizen telt ongeveer 16.000 inwoners en bestaat uit twee gebieden: Veldhuizen A en Veldhuizen B. Onder Veldhuizen A vallen de volgende buurten: De Horsten en De Burgen. Veldhuizen B bestaat uit de buurten: De Dalen, De beken, De Hoven, De velden, De Steinen en het sportpark Peppelensteeggebied. (Gemeente Ede, 2015) De ‘Hondenkop’ behoort tot de buurten De Velden en Beken in Veldhuizen B.
Ruimtelijke structuur Veldhuizen A en B zijn eind jaren ’60 gebouwd. De wijk is opgebouwd volgens de naoorlogse opzet met veel hoogbouw aan de randen, een stempelstructuur en veel rijtjeswoningen. De oorspronkelijke structuur is ondanks een aantal veranderingen in de jaren zeventig, tachtig en negentig zichtbaar gebleven. Veldhuizen B is voornamelijk tussen de jaren ’70 en ’80 gebouwd waardoor het karakteristiek heeft van een bloemkoolwijk. In de Hondenkop loopt de straat Grootveld die later overgaat in de Veldbeeklaan. Deze twee straten zorgen ervoor dat het gebied van bovenaf op Snoopy de hond lijkt. De bebouwing bestaat voornamelijk uit rijtjeswoningen uit de koop- en huursector. De wijk kent weinig openbaar groen en is voor het grootste deel verhard met wegen, woonerven en parkeerplaatsen. Verspreid over een aantal parkeerplaatsen en woonerven zijn er een aantal garageboxen aanwezig. De erfafscheidingen zijn voornamelijk geregeld door middel van muurtjes, hekken en schuttingen en op enkele plaatsen via groenbeplanting. In het midden van de wijk ligt een speelplaats die tussen 21.30 en 08.00 verboden toegang is.
Afbeelding 22: Hondenkop en de Velden en Beken
60
Opdrachtomschrijving Ede Het gesprek met wethouder Leon Meijer en Robert van Rheenen, wijkregisseur van Veldhuizen en Kernhem heeft ertoe geleid dat er een concrete opdracht is uitgegeven om te onderzoeken. Het aandachtsgebied voor deze opdracht is de Hondenkop. Dit gebied kent een tweestrijd in de openbare ruimte. Er is veel verstening en het groen wat er wel is, is van slechte kwaliteit. Verder moet het thema energie leven binnen de wijk en moet er geconcludeerd worden dat meer groen bijdraagt aan een betere wijk. De opdracht die er eigenlijk ligt is: wat kun je op het gebied van groen doen om de openbare ruimte in de Hondenkop te verbeteren, om het thema energie (duurzame energie) te laten leven binnen de wijk en bewustwording creëren voor afval en zelfvoorziening in de vorm van eigen onderhoud.
Relevantie opdracht De gemeente Ede heeft aangegeven hoge duurzaamheidsdoelen na te streven. Het doel van het duurzaamheidsprogramma is om te zorgen dat Ede een groene, gezonde en aantrekkelijke gemeente blijft om in te wonen, werken en recreëren, ook voor toekomstige generaties. Gevolg van het verduurzamen van Ede zou moeten zijn dat Ede stijgt op de ranglijst van Nederlands duurzaamste gemeenten. De duurzaamheidsdoelen zijn onderverdeeld in de volgende thema’s: (Gemeente Ede, 2014) •
• •
• •
Water (van afvalstof naar grondstof, energiewinning uit afvalwater, waterbesparing, duurzame waterzuivering); Groen en natuur (ecologisch groenbeheer, natuur- en luchtkwaliteit, duurzame ontwikkeling buitengebied, vergroening stad, versterken verbinding stad-platteland); Food (duurzame voedselproductie en distributie, duurzame voeding) Mobiliteit (duurzame vormen van mobiliteit, verkeersinfrastructuur en (openbaar) vervoer)
Verder is het Meerjarenbeleidsvisie 2014-2018 een belangrijke input voor deze opdracht. In deze beleidsvisie staan de beleidsdoelen voor de komende jaren beschreven. Hierin is onder andere opgenomen dat er meer groen in de stad moet komen en dat bewoners meer zelf het groen in de wijk moeten gaan onderhouden. Dit als voorbeeld om de relevantie aan te geven. Desalniettemin zijn de uitspraken van wethouder Leon Meijer niet onmisbaar in dit verhaal. De wethouder, dus de gemeente heeft de ambitie uitgesproken om tot de top van duurzaamste gemeenten in Nederland te willen behoren. Ook heeft de gemeente aangegeven dat zij het accent leggen bij het zelf organiseren van zaken. Er wordt meer inzet van bewoners gevraagd en de kracht van de eigen bewoners staat centraal.
Energie en grondstoffen (duurzaam bouwen en revitaliseren, bevorderen duurzame energieproductie, gebruik duurzame energiebronnen, hergebruik grondstoffen, afvalscheiding, duurzaam inkopen); 61
Stappenplan
Stap 2 en 3: Actoren
Het stappenplan van het inspiratieboek wordt hieronder uitgewerkt. Dit stappenplan neemt stap 2 en 3 over de actoren samen aangezien de uitwerking verschilt. Het stappenplan in het inspiratieboek is er tevens op gericht om voor Antea Group zelf opdrachten binnen te kunnen halen door actoren te overtuigen. In dit stappenplan is er vooraf al een opdracht van de gemeente Ede binnengehaald waardoor niet alle stappen geheel doorlopen moeten worden. Dit stappenplan is nog gericht op het overtuigen van de gemeente Ede voor een eventuele verandering en toepassing van de zelfvoorzienende wijk in de Hondenkop. Dat betekent dat stap 4: Gezamenlijk plan opstellen en stap 6: uitvoering hier nog niet aan de orde zijn. Dit is pas noodzakelijk in het vervolgstadium.
Om de actoren te prikkelen worden hieronder de actoren beschreven waarvan we zeker weten dat die aanwezig zijn binnen de wijk. Om deze actoren te overtuigen gaan we in op ambities, beleidsdoelstelling, drijfveren of andere motiverende zaken. Hier wordt nog niet aangegeven hoe de zelfvoorzienende wijk hier aan kan bijdragen. Dit komt pas bij stap 5 aan bod.
Stap 1: Is er vraag naar meer zelfvoorziening Er bestaat wel degelijk een vraag naar meer zelfvoorziening. Het aandachtsgebied, de Hondenkop kent een tweestrijd in de openbare ruimte. Er is veel verstening en het groen wat er wel is, is van slechte kwaliteit. Verder moet het thema energie leven binnen de wijk en moet er geconcludeerd worden dat meer groen bijdraagt aan een betere wijk. De gemeente Ede zou ook graag zien dat de bewoners in de wijk zelf hun groen onderhouden en dat food wordt geïntegreerd in de samenleving. Er is dus wel degelijk vraag naar meer zelfvoorziening. Er is al een concrete opdracht voor de gemeente Ede binnengehaald. De opdracht die er ligt is: wat kun je op het gebied van groen doen om de openbare ruimte in de Hondenkop te verbeteren, om het thema energie (duurzame energie) te laten leven binnen de wijk en bewustwording creëren voor afval en zelfvoorziening in de vorm van eigen onderhoud.
Gemeente Ede Om te beginnen heeft de gemeente Ede de volgende uitspraak gedaan: “Ede wil een gemeente zijn waar kinderen later goed kunnen leven. Als je nu het milieu schaadt of de energievoorziening uitput, betalen toekomstige generaties daar de prijs voor. Daarom moeten we niet alleen voor nu in onze behoeften voorzien. We moeten ook zorgen voor een goede toekomst. Dat is de betekenis van duurzaamheid en de reden dat Ede tot één van de duurzaamste gemeente van Nederland wil behoren”. De wijkaanpak geven ook een aantal zaken aan waar de zelfvoorzienende wijk een bijdrage aan kan leveren: •
Verbeteren imago Veldhuizen: “Veldhuizen heeft een niet al te beste naam. Dat is niet terecht als je kijkt naar de contacten tussen de bewoners en naar wat hier gebeurt zoals de open dag Veldhuizen.” (Gemeente Ede, 2014) Het imago van Veldhuizen moet verbeterd worden. De Hondenkop zou hier een positieve bijdrage aan moeten kunnen leveren.
•
Verloedering in de vorm van slecht onderhouden tuinen. In Veldhuizen is er veel last van verloedering waaronder slecht onderhouden tuinen. 62
•
•
Aanpak Hondenkop. De opzet van de Hondenkop was bedoeld als gezellig en kleinschalig wonen met lage erfafscheidingen en een gezamenlijke gebruik van de buitenruimte. Tegenwoordig hebben de bewoners andere leefwijzen en genieten ze van meer privacy waardoor ze zich terugtrekken in hun eigen woning, hun auto en fietsen voor het huis parkeren en zich minder verantwoordelijk voelen voor de gezamenlijke ruimte. Erfafscheidingen zijn veelal verhard in de vorm van een stenen muur, hek of schutting. De gemeente zou graag groene erfafscheidingen zien.
Woningcorporatie Woonstede Allereerst is er de visie en missie van Woonstede. Woonstede heeft de slogan ‘Wonen naar je zin’. Volgens Woonstede houdt wonen naar je zin het volgende in: “Iedereen heeft recht op een prettige woonomgeving. Een woonomgeving waarin u zich prettig voelt en die voldoet aan uw persoonlijke wensen en behoeften. Niet alleen staat een kwalitatief goede woning tegen een redelijk prijs centraal maar ook de leefbaarheid en veiligheid in de buurt spelen een belangrijke rol”. (Stichting Woonstede, 2014) De stichting vindt het dus erg belangrijk dat de woonomgeving leefbaar en veilig is. Duurzaam en energiebewust bouwen en wonen zijn belangrijk voor Woonstede. In 2011 is er een Klimaatconvenant afgesproken tussen de gemeente Ede en de huurdersbond Ede. Hierin zijn concrete afspraken vastgelegd die lagere woonlasten voor bewoners een stap dichterbij moet brengen. De afspraken in het klimaatconvenant hebben betrekking op onder andere verlaging van de woonlasten, reductie van de CO2-uitstoot en het gas-, water- en elektraverbruik.
Woonstede zal enthousiast worden als de verbeteringen in de wijk bijdragen aan: •
Verbetering van leefomgeving en veiligheid;
•
Bijdraagt aan duurzaamheid in de vorm van verbruik en eigen opwekking;
•
Bewustzijn wordt gecreëerd over duurzaam gebruik.
Bewoners De Hondenkop heeft geen eigen belangenvereniging waardoor het lastig is om de belangen van de bewoners op een rijtje te krijgen. Wel maken de bewoners samen met het wijkteam van de gemeente in samenwerking met professionals een wijkagenda. Hierin geven ze aan waar ze waarde aan hechten en wat ze graag verbeterd zien. Zoals al bij actor gemeente Ede is aangegeven hechten de bewoners ook waarde aan verbetering van het volgende: •
Verbeteren imago Veldhuizen;
•
Aanpak Hondenkop;
•
Onveilig gevoel rijgedrag en overlast jeugd: bewoners van de Hondenkop vinden dat het rijgedrag erg gevaarlijk is binnen de wijk maar dit geld tevens voor de hele wijk Veldhuizen. Bewoners geven ook aan dat de jeugd voor overlast zorgt binnen de wijk en zien hier graag wat tegen gebeuren.
Uiteindelijk zullen bewoners een beloning in de vorm van een vermindering van de woonlasten of een vermindering van de energierekening altijd prettig vinden. 63
Overkoepelende ambities Bovengenoemde actoren hebben alleen belang bij de aanpak van de Hondenkop. De zelfvoorzienende wijk kan een bijdrage leveren aan wat door de actoren is aangegeven. Hieronder volgt het overzicht van wat er in de Hondenkop gebeuren moet:
Toepassen duurzaamheid. Vooral gericht op duurzame energie en reduceren van de woonlasten in de vorm van verbruik en opwekking; Verbeteren imago Veldhuizen; Verbetering leefomgeving en veiligheid Hondenkop; Erfafscheidingen moeten een nieuw karakter krijgen ten opzichte van de verharde afscheidingen zoals die er nu zijn; Bewustwording creëren over energie, food en eigen onderhoud.
De zelfvoorzienende wijk kan hier een bijdrage aan leveren. Door middel van het toepassen van bouwstenen uit de thema’s energie, voedsel en klimaat kan dit gerealiseerd worden. Het thema energie heeft betrekking tot het beperken van energie, duurzaam gebruik van energie en het efficiënt benutten van fossiele brandstoffen. Het thema klimaat kan een bijdrage leveren aan de verbetering van de leefomgeving, het verbeteren van het imago en de erfafscheidingen door middel van groentoepassingen in de wijk. Uiteindelijk heeft het thema voedsel ook betrekking op groen, op de verbetering van de leefomgeving en de bevordering van sociale cohesie in de wijk. Hoe hier een bijdrage aan geleverd kan worden komt in stap 5 aan bod.
Stap 4: Gezamenlijk plan opstellen voor een zelfvoorzienende wijk Aangezien deze opdracht nog een invulling is voor de gemeente Ede hoe de zelfvoorzienende wijk een bijdrage kan leveren aan de opdracht zoals zij die hebben geformuleerd kan er nog geen gezamenlijk plan opgesteld worden. De gemeente Ede zal eerst overtuigd moeten worden waarom de zelfvoorzienende wijk de problemen in de Hondenkop kan aanpakken. Als de gemeente Ede overtuigd is kunnen zij met partijen een gezamenlijk plan opstellen over hoe de Hondenkop er uit moet komen te zien volgens alle actoren.
Stap 5: Welke bouwstenen dragen bij aan de beantwoording van de opdracht In deze stap worden een aantal bouwstenen beschreven die bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving, duurzame energie en het bevorderen van bewonersparticipatie. Verbeteren kwaliteit leefomgeving Hieronder worden een aantal bouwstenen uitgereikt waardoor de kwaliteit van de openbare ruimte verbeterd kan worden. Er wordt eerst kort beschreven wat de bouwsteen inhoud en daarna wat het oplevert.
64
Groene erfafscheidingen: De erfafscheidingen bestaan nu vooral uit stenen muren of houten schuttingen. Om aan de wens van groene erfafscheidingen te voldoen kan er gekozen worden om de erfafscheidingen van planten te voorzien. Net als bij groene gevels is het zo mogelijk om de stenen muren of houten erfafscheidingen toch een groen
worden in de Hondenkop om bewonersparticipatie te bevorderen. Hierin werd aangegeven dat Small talk tuintjes hier een bijdrage aan kunnen leveren. De genoemde small talk tuintjes zijn achtertuinen van bewoners die voorzien zijn van een lage erfafscheiding waardoor men elkaar makkelijk kan aanspreken en een praatje kan maken tijdens het tuinieren of andere activiteiten. Deze tuinen moeten het onderlinge contact tussen de bewoners bevorderen.
karakter te geven en worden extra kosten voor het verwijderen van de stenen of houten erfafscheidingen voorkomen.
Stadslandbouw: De inventarisatie in het gebied laat zien dat er veel verharding is in de wijk. De woonerven zijn veelal voorzien van verharding in de vorm van parkeerplaatsen of pleinen. De grote hoeveelheid aan verharding bied kansen voor het toepassen van stadslandbouw. In het centrum van de verschillende woonerven kan er gekozen worden om stadslandbouw toe te passen in de vorm van moestuinen.
Wat levert het op: Bijdrage op het gebied van luchtkwaliteit, water en urban heating. Lucht: Stadsgroen reduceert de hoeveelheid fijnstof in de stad. Water: Groene gevels kunnen water opvangen e n dragen bij aan de afvoer van water. Urban heating: Meer groen in de stad draagt bij aan een verkoelend effect in de nabije omgeving. Small talk tuintjes: Tijdens het kennisevent is er een discussie geweest over wat er toegepast kan
Wat levert het op: Uiteindelijk moet het meer contact tussen bewoners opleveren en moeten bewoners elkaar durven aan te spreken.
Wat levert het op: Allereerst draagt de stadslandbouw bij aan meer groen in de wijk dus een betere kwaliteit van de leefomgeving. Ook kan het bijdragen aan het bewustzijn van de voedselproductie. Het verbouwde voedsel kan gebruikt worden door de bewoners maar kan ook verkocht worden als streekproducten. Stadslandbouw kan ook een bijdrage leveren aan de sociale cohesie in de wijk. Door samen te tuinieren komen mensen met elkaar in contact. Meer groen en water in de wijk: Onbenutte grond in een wijk moet voorzien worden van groen. In de Hondenkop is er door de woonerven
65
veel verharding. Veel van deze verharding kan worden vervangen door groen om de kwaliteit van de openbare ruimte te verbeteren. Wat levert het op: Een wijk met veel groen is niet alleen aantrekkelijk, maar is ook beter voor de gezondheid en de biodiversiteit. Groen draagt bij aan de verkoeling van de stad en heeft een functie in het vasthouden en afvoeren van water. Ook draagt groen bij aan de gezondheid van stedelingen. Het rapport Vitamin G: Green environments - healthy environments verklaart dat groen bijdraagt aan de verlaging van stress en een verhoging van het veiligheidsgevoel. Meer water in de wijk draagt ook bij aan de verlaging van het urban heating effect in de stad. Tevens kan dit water worden benut voor het vasthouden, bergen en afvoeren zoals beschreven bij het thema 'Water'. Duurzame energie Hieronder worden de bouwstenen aangereikt waardoor duurzame energie gaat leven binnen de wijk. Om duurzame energie te laten leven binnen de wijk kan er op een aantal zaken gescoord worden. Zo kan het energieverbruik beperkt worden, kun je energie halen uit primaire bronnen en kun je fossiele brandstoffen zo efficiënt mogelijk gebruiken. Zonne-energie: Bij zonne-energie wordt de energie van de zon omgezet in de elektriciteit of warmte. Zonnepanelen zetten de energie van de zon om in elektriciteit en een zonneboiler gebruikt de zon als bron voor warm water. Het gebruik van zonne-energie is te realiseren door samen te werken met woningcorporatie Woonstede. Door samen te werken met Woonstede kan een groot deel van de woningvoorraad in de wijk van zonne-energie worden voorzien.
Riothermie: Riothermie is een oplossing voor de toekomst. Riothermie kan prima worden toegepast wanneer de riolering in de wijk aan vernieuwing toe is. Bij riothermie wordt de energie uit het afvalwater van het riool gehaald. Het warmte water van het bad, douche enzovoorts wordt op het riool geloosd en kan dienen als een warmtebron. Wat levert het op: Riothermie levert op een duurzame manier warmte. Het bied een redelijk hoge leveringszekerheid aangezien riolen lang blijven liggen en gedurende het hele jaar afvalwater blijven afvoeren. Gebruik restwarmte: Restwarmte is het deel van de energie die verloren gaat in de vorm van warmte. Tijdens het productieproces van een bedrijf kan er veel warmte gebruikt worden die later niet meer nodig is. Deze warmte wordt dan vaak niets mee gedaan terwijl het als een bron voor een ander kan dienen. Via een warmtenet kan deze restwarmte benut worden. Wat levert het op: Het gebruik van restwarmte draagt bij aan duurzaam gebruik van energie. De restwarmte wordt hierbij niet als afvalstroom gezien maar als grondstof voor een ander. De benutting van restwarmte draagt ook bij aan besparing van fossiele brandstoffen en een vermindering van de CO2 uitstoot. Voorlichting en Smart City: Om bewustwording te creëren bij bewoners kan er voorlichting gegeven worden over het nut van bewust omgaan met duurzame energie. Woonstede informeert haar klanten al van de voordelen van bewust omgaan met duurzame energie. Dit kan ervoor zorgen dat men het energiegebruik gaat beperken. Het toepassen van het Smart City concept is ook een mogelijkheid om bewustwording te creëren. Door het toepassen van slimme tools en de energiemeter die alle huishoudens in 2015 krijgen kan men zien wat het verbruik is. 66
Bewonersparticipatie We hebben bij een aantal bouwstenen aangegeven het is belangrijk dat de bewoners betrokken worden bij de toepassing van deze bouwstenen. Dit betekent dat bewoners gemotiveerd moeten worden om mee te werken. Elke wijk bestaat uit verschillende bewoners met allemaal een andere achtergrond. Dit betekent dat het lastig is om alle bewoners te kunnen motiveren. Het blijkt uit interviews met interne specialisten van Antea Group dat je bewoners het snelst motiveert door hen te belonen. Deze beloning kan in de vorm van een vergoeding maar betreft ook andere vormen waarbij mensen iets terugkrijgen voor hun inzet. Een voorbeeld hiervan kan zijn dat de wijk een betere uitstraling heeft en dat het leefklimaat verbeterd.
Hoe zou je de bewoners kunnen benaderen om mee te werken aan hun eigen wijk:
Op 16 januari 2015 is er een workshop georganiseerd op het Saxion te Deventer. Tijdens deze workshop waren er een aantal studenten en professionals aanwezig. Aan deze personen is een motivatievraag voorgelegd in zowel groeps- als individueel verband. De vraag over de motivatie was: wat bepaalt uw bereidheid om binnen uw wijk mee te werken aan de vraagstukken/opgaven die er zijn? De uitkomsten waren in het kort:
Is er een probleem in de wijk/urgentie Nabijheid: je moet erbij betrokken zijn Wie vraagt het mij: Buurman of ambtenaar? Als een buurman vraagt ben ik eerder bereid dan als er een ambtenaar komt. Binding met de wijk Verantwoordelijkheid (kinderen) What’s in it for me: beloning. Buurt leren kennen: sociale contacten krijgen.
Groepsdruk voelbaar: ben ik anders de enigste die niks doet? Veiligheid Noaberschap: burenhulp Leefbaarheid: fijne woon sfeer, fraaiere wijk, meer groen
Sleutelfiguur binnen de wijk overhalen: en deze op zijn beurt de buurt mee trekt. Mogelijke sleutelfiguren in een wijk kunnen ouderen, werklozen en huisvrouwen zijn; Buurt feest organiseren waar je met elkaar in gesprek kunt. Belangrijk: ga hier niet de problemen bespreken. Dit doen de bewoners vanzelf wel; Wijk budget waar de bewoners vanuit de wijk dingen voor de wijk mee kan financieren; Benadering door het wijkteam Veldhuizen/Kernhem. Het wijkteam heeft een beter beeld van de bewoners in de Hondenkop en zullen naar alle waarschijnlijkheid vertrouwd zijn binnen de wijk.
Resultaat De bouwstenen en de bewonersparticipatie resulteren in een aantal belangrijke zaken voor de gemeente Ede, de bewoners en de woningcorporatie Woonstede. Door het toepassen van meer groen in de vorm van groene erfafscheidingen, stadslandbouw en openbaar groen wordt de leefomgeving verbeterd en versterkt het imago. Ook wordt er gehoor gegeven aan de wens voor het groene karakter van de erfafscheidingen.
67
Het toepassen van stadslandbouw heeft niet alleen een bijdrage aan de verbetering van de leefomgeving maar kan ook resulteren in bewustzijn over voedsel en zorgt voor eigen onderhoud van de bewoners. De stadslandbouw moet ook de sociale cohesie in de wijk bevorderen en uiteindelijk moet dit ervoor zorgen dat bewoners niet alleen de eigen stadslandbouw tuinen onderhouden maar ook het openbaar groen. Door in samenwerking met de woningcorporatie Woonstede zonneenergie te benutten wordt er ingespeeld op de duurzaamheidsambitie van zowel de corporatie als de gemeente. Het is bekend dat de gemeente Ede al over een warmtenet beschikt waardoor de wijk hier ook op aangesloten kan worden. Door voorlichting te verlenen aan de bewoners over het nut van duurzame energie en het zo efficiënt mogelijk gebruiken van energie wordt er tevens bewustwording gecreëerd. Het gebruik van duurzame energie en de bewustwording moet ervoor zorgen dat duurzame energie gaat leven binnen de wijk. Door bewonersparticipatie te stimuleren in de wijk kan dit ervoor zorgen dat niet alleen de veiligheid in de wijk verbeterd wordt maar kan ook bijdragen aan de zelfvoorziening van bewoners. Hierbij onderhoud de gemeente de openbare ruimte niet maar doen de bewoners het zelf waardoor ze de openbare ruimte naar eigen wensen kunnen onderhouden.
68
69
Bibliografie Adviescommissie water. (2013, maart 11). Advies zoetwatervoorziening. Opgeroepen op november 6, 2014, van adviescommissie water: http://www.adviescommissiewater.nl/Images/Advies%20zoetwat er_tcm308-340666.pdf Agentschap NL. (2013). Infloblad Trias Energetica en energieneutraal bouwen. Ministerie van Economische Zaken. Amsterdam Rainproof. (2014). Amsterdam Rainproof. Amsterdam Rainproof. (2014, november 26). tips om je gebouw rainproof te maken. Opgehaald van rainproof: https://rainproof.nl/tips-omje-gebouw-rainproof-te-maken-houden Amsterdam Rainproof. (2014). Wat kan ik doen? Opgehaald van Rainproof: https://rainproof.nl/ Aquaflow B.V. (2014). Zuiver water bergen in wegen. Opgeroepen op december 18, 2014, van aquaflow: http://www.aquaflow.nl/mediastore/pdf/leafletalgemeen/aquaflow-leaflet-waterbergende-weg.pdf Balen-Peeters, C. v. (2014, december 18). Databeheer. (T. Boswerger, & M. v. Putten, Interviewers) Bergman, L. (2010). Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021. Ministerie van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu, milieu, Den Haag. Bespaar Bazaar. (2010). Opgeroepen op december 2, 2014, van http://www.bespaarbazaar.nl/design-regenzuil-p-837.html
Bewonersvereniging EVA-Lanxmeer (BEL). (2000, April 30). Eva-lanxmeer. Opgeroepen op December 12, 2014, van eva-lanxmeer: http://www.eva-lanxmeer.nl Bilgaard, W. Hoe werkt het. Duurzaamheid. woningcorporatie, Leeuwarden. Blijie, E. (2010). Duurzame energiebesparende voorzieningen in herstructureringswijken. Rotterdam: Erasmus Universiteit Rotterdam. Blijie, E. (2010). Duurzame energiebesparende voorzieningen in herstructureringswijken. Den Haag. Blijie, E. (2014). De zelfvoorzienende wijk. (M. v. Putten, T. Boswerger, & R. K. Swormink, Interviewers) Boonekamp, T. (2014, oktober 22). De zelfvoorzienende wijk. (M. v. Putten, & R. K. Swormink, Interviewers) Commisie Corbey. (2014). Advies verduurzaming voedselsector. Copyright 2011. Retam slagboomservice, Helmond. Cortenraede, V. (2013, juni). dspace.library.uu. Opgeroepen op december 8, 2014, van http://dspace.library.uu.nl/bitstream/handle/1874/287223/Defini tieve%20scriptie%20Vera%20Cortenraede.pdf?sequence=2 d'Ersu, M. Stockholm. Duurzaam thuis. (2008, maart 22). duurzaam wonen. Opgeroepen op december 2, 2014, van duurzaam thuis: 70
http://www.duurzaamthuis.nl/hergebruik-regenwater-deregenton-is-terug Ede stad.nl. (2014, oktober 10). 'Op naar een duurzaam Ede'. Ede stad. Ekwadraat. (2014, oktober 15). Opgeroepen op december 12, 2014, van http://www.ekwadraat.com/nieuws/wijkbedrijf-bilgaard-finalistherman-wijffels-innovatieprijs/ Focus. (2011). Opgeroepen op december 8, 2014, van http://www.focus.de/reisen/ nternation/berlin-kreuzberg-mehrtouristen-als-bewohner_aid_604918.html Gorter, K. d. Aardehuis. Olst. Hermanwijffelsinnovatieprijs. (2014, oktober 30). Opgeroepen op december 12, 2014, van http://www.hermanwijffelsinnovatieprijs.nl/ infoniac. (2008). Opgeroepen op december 18, 2014, van http://www.infoniac.com/uimg/seastead-autonomous-floatingcity.jpg JooQ.nl. (2014, september 16). JOoql. Opgeroepen op december 18, 2014, van http://jooql.nl/zelfvoorzienend-leven-wordt-de-nieuwetrend.html Kennis voor Klimaat . (2014). Opgeroepen op december 8, 2014, van http://www.kennisvoorklimaat.nl/gfx_content/documents/maats chappelijke%20boekjes/Boek%204%20%20Klimaatbestendige%20stad%20Klimaat%20en%20de%20stad. pdf
KNMI. (2014). Klimaatscenario's toekomstbeelden. Opgeroepen op november 6, 2014, van klimaatscenario's : http://www.klimaatscenarios.nl/ Lindeman, T. (2014, oktober 21). De zelfvoorzienende wijk. (M. v. Putten, T. Boswerger, & R. K. Swormink, Interviewers) Mario Silvester. (2014, september 12). Aanpassingen aan daken, straten parken en tuinen in Amsterdam. Opgeroepen op December 18, 2014, van Cobouw: http://www.cobouw.nl/nieuws/algemeen/2014/08/21/amsterda m-moet-zich-beter-wapenen-tegen-heftige-regenval McCall, M. &. (2011). Geo-information tools for participatory spatial planning: Fulfilling the criteria for ‘good’ governance? Meulen, V. v. (2014, november). De zelfvoorzienende wijk. (M. v. Putten, T. Boswerger, & R. K. Swormink, Interviewers) OPzoekingscentrum voor de wegenbouw. (2008). Waterdoorlatende verhardingen met betonstraatstenen. Brussel: C. Van Rooten. Otten, H. (2014, Oktober 29). Zelfvoorzienende wijk. (A. MTR, Interviewer) Peek, G.-J., & Remmen, Y. v. (2012). Investeren in gebiedsontwikkeling nieuwe stijl. Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Den Haag. Perrin, J., & Karlsson, M. Voorbeeldprojecten. Hammarby Sjöstad, Stockholm, Zweden. groenbauwenetwerken.
71
Platform geothermie. (2012). Handboek geothermie in de gebouwde omgeving. Pötz, H., & Bleuzé, P. (2012). Groenblauwe netwerken voor duurzame en dynamische steden. Delft: Coop for Life. Prinzessinnengarten. (2011). Opgeroepen op december 8, 2014, van http://prinzessinnengarten.net/ Puylaert, H. (2014, oktober 24). De zelfvoorzienende wijk. (A. MTR, Interviewer) Puylaert, H., & Werksma, H. (2011). Duurzame gebiedsontwikkeling: doe de tienkamp. Delft: praktijkleerstoel gebiedsontwikkeling. Rakers, D., Blokland, J. v., & Topper, H. (2010, september). Onzekerheid, flexibiliteit en waarde bij integrale gebiedsontwikkeling. Baarn. Rense, R. (2008). Klimaatverandering en drinkwatervoorziening. Opgeroepen op november 6, 2014, van Helpdesk Water: http://www.helpdeskwater.nl/publish/pages/19009/klimaatveran deringendrinkwatervoorziening.pdf Rijksoverheid. (2013). Duurzame energie. Opgeroepen op december 15, 2014, van http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/duurzameenergie/documenten-enpublicaties/convenanten/2013/09/06/energieakkoord-voorduurzame-groei.html Rotterdam Climate Initiative. (2013). Investeren in in duurzame groei. gemeente Rotterdam, programma bureau duurzaam. Rotterdam: Veenman.
rotterzwam. Rotterdam. Sante, M. v. (2012). Woningcorporaties op weg naar 2020. Schuur. Antea Group. (2014, september 1). Opdracht zelfvoorzienende wijk. situatieschets. Oosterhout. Siemen Cox, Mark Slegers. (2012). Home. Opgeroepen op december 17, 2014, van Rotterzwam: http://www.rotterzwam.nl Stichting E.V.A. (1998, januari 28). programma van eisen. Opgeroepen op december 11, 2014, van eva-lanxmeer: http://www.evalanxmeer.nl/sites/default/files/files/ontstaan/Programma%20van %20eisen%20Lanxmeer.pdf Sustainable Peterborough. (2012). Opgeroepen op december 12, 2014, van http://sustainablepeterborough.ca/wpcontent/uploads/2012/04/Sustainable_Peterborough_Final_Plan. pdf Van Dorp Energie. (z.d). Technieken uitgelegd. Opgehaald van vandorpenergie: http://vandorpenergie.nl/diensten/duurzameopwekking/technieken-uitgelegd Vaxelaire, A. Voorbeeldprojecten. Hammarby Sjöstad, Stockholm, Zweden. groeneblauwenetwerken. Vereniging Aardehuis Oost Nederland. (2010). Ontwikkelingsplan aardehuizen in Overijssel. verhaak, L. (2010). Regenwater vasthouden waar het valt, bergen waar het kan. Enschede. 72
Visser, A., Eijk, O. v., Kempenaar, A., Schans, J. v., Valk, A. v., Wiskerke, H., et al. (sd). Stadslandbouw. Wagening UR. Visser, A., Kempenaar, A., Onno, E. v., Schans, J. v., Valk, A. v., Wiskerke, H., et al. (sd). Brochure stadslandbouw. Wageningen UR, Wageningen. WCED. (1987). Our Common Future. Werksma, H., & Puylaert, H. (2002). Duurzame gebiedsontwikkeling doe je zo. Delft. West-Brabant, M. &. (Regisseur). (2011). Helofytenfilter [Film]. Wielinga, A. Dakoplossing Rainproof Amsterdam. Wikipedia. (2014, oktober 13). Tropicana (Rotterdam). Opgeroepen op december 12, 2014, van Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Tropicana_(Rotterdam) Wildkamp. (2011). Opgeroepen op december 2, 2014, van https://www.wildkamp.nl/is-bin/intershop.static/WFS/JarolaWildkamp-Site/JarolaWildkamp/nl_NL/PDF%20bestanden/Helofytenfilter%20Wildkam p%20brochure.pdf Woonbron. (2014). Poptahof door de jaren. Opgehaald van Poptahof: http://www.poptahof.nl/poptahof-1962/ Zuurbier, R. (2014, oktober 22). De zelfvoorzienende wijk. (M. v. Putten, R. K. Swormink, & T. Boswerger, Interviewers)
73
74
Bijlage Interviews Interviewvoorbereiding 1. Wie interview ik en welke relevante kennis en ervaring bezit hij/zij? Zijn er onderzoeken/literatuur beschikbaar waaraan deze persoon een bijdrage heeft geleverd? 2. Wat is de centrale interviewvraag en wat is het doel van het interview? 3. Welke onderwerpen moeten aan bod komen? De opzet van de interviews is half gestructureerd. De onderwerpen waarover gesproken gaat worden vooraf vastgelegd. Dit wordt in overleg met het gehele team gedaan. Alle onderwerpen dienen aan bod te komen. De lijst onderwerpen kunnen een houvast zijn om de rode draad in het interview vast te houden. 4. Hoe wordt de kwaliteit van het interview gewaarborgd? Is het mogelijk om audio- en/of videoapparatuur te gebruiken? Dit wordt vooraf uitgezocht. Ook worden er voor elk interview een aantal concrete vragen van tevoren opgesteld. De lijst met onderwerpen wordt meegenomen naar het interview. 5. Er wordt een goede afspraak met de respondent gemaakt. De respondent dient op de hoogte te zijn van het kader waarin het interview wordt afgenomen, de duur van het interview, wat het doeleinde is van de vergaarde informatie en of het gepubliceerd wordt.
1. De interviewer introduceert zichzelf goed. Hij/zij vertelt wie hij/zij is en nogmaals wat het kader van dit interview is. De respondent wordt geïnformeerd over het verloop van het interview door enkele voorbeelden van te bespreken onderwerpen te geven. Voor kwaliteitswaarborgingsmaatregelen zoals opnamen wordt vooraf toestemming gevraagd. Daarna wordt de geïnterviewde gevraagd zichzelf te introduceren en iets over zichzelf te vertellen. Een informeel praatje voorafgaand komt het interview ten goede. 2. Alle onderwerpen komen aan bod, maar er mag dieper ingegaan worden op relevante zaken die aan bod komen. Als het interview door meerdere studenten wordt afgenomen neemt ieder een thema op zich en het aantekeningen maken wordt afgewisseld. Zo wordt voorkomen dat er een vragenvuur op iemand wordt afgevuurd en gezorgd dat iedereen de kans krijgt actief aan de interactie deel te nemen. 3. De interviewer bewaakt de sfeer en de rode draad. Als de geïnterviewde afdwaalt of te lang over een onderwerp uitweidt moet deze netjes onderbroken worden. Bijvoorbeeld door te zeggen dat hij een interessant onderwerp aansnijdt, waar je graag op het eind nog even op terug komt, maar dat je liever eerst de overige onderwerpen doorneemt. 4. Er wordt tijd genomen om het interview netjes af te ronden. De geïnterviewde wordt bedankt voor zijn/haar medewerking. Er wordt gevraagd of de geïnterviewde geïnteresseerd is het eindrapport of eventueel de uitwerking van het interview en of er nadien contact opgenomen kan worden als er een kleine opheldering nodig is.
Interviewuitvoering
75
Afgenomen interviews Interview Tonnie Lindeman 20 oktober 2014 Tonnie Lindeman is senior adviseur. Ze houdt zich voornamelijk bezig met contracten met BP en is voor Nederland verantwoordelijk. Traditioneel is ze bezig met bodemwerk en daarnaast is ze verkennend bezig om voor Smart Cities een business case te genereren. Wat houd Smart Cities in? Smart Cities kent een overlap met een zelfvoorzienende wijk. We leven in een ander tijdperk. Er zijn nu veel nieuwe ontwikkelingen waarbij zelfredzaamheid erg belangrijk is. Smart Cities houdt zich voornamelijk bezig met het gebruik van data. Hoe je het gebruik van ICT, gebruik van informatie en nieuwe technologieën koppelen waardoor het meer waarde toekent aan een stad. Data moeten gebruikt worden voor andere doeleinden. Het idee daarachter is dat de druk op de steden toeneemt. Hoe kun je de data gebruiken voor de leefbaarheid, veiligheid, energie en mobiliteit. Dat is waar Smart Cities zich voornamelijk mee bezighouden. Wat is in uw ogen een zelfvoorzienende wijk? Een zelfvoorzienende wijk is voornamelijk een wijk waar je elkaar helpt. Een voorbeeld hiervan is: Mensen zijn ziek, in de buurt is een tool ontwikkeld waarin men een aanvraag kon doen voor een klusje of het bieden van hulp. Vroeger was er meer zorg voor elkaar maar door de individualisering is het meer een meer ieder voor zich geworden. Sinds de crisis komen er meer creatieve ideeën en komt de participatie weer terug. Herwaardering voor veel dingen zoals gezond eten, dierenwelzijn etc. zorgen ervoor dat de tijd rijp is voor verandering. De vraag die hierbij
gesteld kan worden is: wat heb ik nodig om in m'n eigen wijk dingen te ondernemen. Wat zijn de elementen van een zelfvoorzienende wijk? In een zelfvoorzienende wijk is participatie vooral belangrijk. Een zelfvoorzienende wijk is een wijk waarin men elkaar helpt. In Rotterdam is een wijk waarin buurtbewoners een collectief hebben opgericht. Deze wijk gaat in haar eigen energie voorzien. Bewoners, overheden, kennis instituten en bedrijven moeten elkaar vinden en samenwerken. Energie is erg hot. Iedereen spreekt erover en er gaat veel aandacht naar uit. Hoe kun je het energiegebruik terugdringen of zelfs teruggeven aan het net. Ook is voedsel erg belangrijk. 30% van het geproduceerde voedsel in de wereld wordt niet geconsumeerd. Hier kan slimmer mee worden omgegaan. Ook kan klimaat in de steden beter. Afval is ook een belangrijk punt. Je moet voorkomen dat men voor afval moet betalen want dan gaan ze illegaal dumpen. Mensen moeten geprikkeld worden door middel van een beloning. Water kom je erg ver mee. Als wat je hebt met bufferbassins, groene daken en groen. Daar is ook veel winst op te behalen. Klimaat heeft niets met de bodem en ondergrond te maken, maar je kunt mensen bewust maken op het gebruik van energie en de CO2 uitstoot. Door een CO2 sensor maak je mensen bewust om eerder de fiets te pakken in plaats van de auto. Klimaat zal vooral gericht zijn op groen en het bewustwordingsproces. Zelfvoorzienendheid is nooit 100% te maken. Het is al knap als je op een van de thema's zelfvoorzienend kunt zijn. Energie kan het makkelijkst op gescoord worden. Voedsel wordt al lastiger. Het deel waar je niet zelf in voorziet moet op een duurzame manier geborgd worden.
76
Wat is de relatie tussen Smart Cities en de zelfvoorzienende wijk? Smart Cities heeft een overlap met de zelfvoorzienende wijk. De grootste overlapping is dat het bij beiden gaat over het zo slim gebruik maken van. Bij Smart Cities is dat het gebruik van data en bij de zelfvoorzienende wijk is het slim omgaan met wat het gebied te bieden heeft. Wat belangrijk is voor beide projecten is dat het bewustwordingsproces een grote rol speelt. Om het succesvol te maken is het belangrijk dat er bewustwording wordt gecreëerd omdat je zo ook mensen mee kunt krijgen in het plan. Een prikkel die hierbij gebruikt wordt is beloning. Een voorbeeld hiervan is het GFT afval. Als mensen niet hoeven betalen voor het GFT afval en het afval wel wordt opgehaald om opnieuw te kunnen gebruiken hebben ze er voordeel aan. Mensen zullen hieraan meewerken en illegale dump zal worden tegengegaan. Het komt er hier op neer: Smart Cities en de zelfvoorzienende wijk hebben betrekking op het slim inspelen op…
In Amsterdam is iets bedacht waarmee GFT afval via een speciaal riool gebruikt kan worden om energie mee te generen.
Wat is de ideale schaalgrootte? Het is belangrijk om slim in te spelen op beperkingen. Dit is bepalend voor de schaalgrootte. Petersborough heeft een straal van 100 km. In Nederland zul je al gauw op stadsniveau uitkomen. Het is niet zo maar even te bepalen wat het schaalniveau moet zijn. Het ligt er vanaf wat je criterium is en wat je wilt. Dit is ook zo voor Smart Cities. Je moet weten of het realiseerbaar is. Het is prima om klein te beginnen en vervolgens te kopiëren en op te schalen.
Welke partijen spelen een rol? Het belangrijkste hierbij is om te weten dat een concept echt wil slagen als je verschillende partijen bij elkaar weet te brengen. Je moet weten wat je hebt en wat er aanwezig is. In een wijk heb je de bewoners, bedrijfsleven en de gemeente. Een kennisinstituut, indien het aanwezig is zou je ook kunnen betrekken. Het is uniek als je deze verschillende partijen, en soms ook concurrenten kunt samenbrengen en samen kennis te laten delen. Bewoners moeten vanaf dag 1 meegenomen worden in het traject
Welke voorbeelden zijn er? In Rotterdam is er een bewonerscollectief opgericht om een wijk van haar eigen energie te voorzien. Hierin hebben bewoners, overheden, bedrijven en kennis instituten elkaar gevonden.
In Petersborough is een website opgezet maar bedrijven van elkaar kunnen produceren. Bedrijf A produceert product X. Deze productie zorgt voor restafval. Deze restafval wordt op de website aangeboden en kan door bedrijf B gekocht worden. Zo wordt er van afval van anderen geproduceerd en dient deze afval als grondstof. De gemeente Noordoostpolder heeft iets bedacht om groen in de stad te houden en te krijgen. Er was voor bewoners keuze uit 2 elementen namelijk: een plantsoen mag groen(bloemen, planten etc.) zijn als men het zelf onderhoud. Men onderhoud het zelf niet? Dan wordt er gras aangelegd waardoor het groen blijft en door de gemeente zelf makkelijk te onderhouden is.
Wat is er nodig om partijen over de streep te trekken? Hierbij is vooral beloning van belang. Mensen zullen niets doen als ze er zelf geen voordeel aan hebben. Als mensen beloont worden en voordeel
77
hebben zullen ze eerder geneigd zijn mee te doen en te denken dan wanneer ze dit niet hebben. Zijn er nog thema's die ontbreken? Ga eens kijken naar de aspecten van Smart City. Hierbij zal ik de aspecten naar jullie toe sturen. Ook mist er een stukje financiering. Veel projecten lopen mis op het financiële aspect. Je moet mensen bereid krijgen te willen investeren en ga eens kijken of er subsidies te verkrijgen zijn. Zorg dat de behoefte in beeld wordt gebracht. We kunnen beginnen bij een stukje ontevredenheid. Hoe kunnen we met elkaar dit probleem tegengaan en daar elkaar bij helpen. Dit kan een van de thema’s raken. Dat is de voedingsbodem gelegd en kun je andere thema’s aanpakken. Volgens mij zijn wij wel gewend dat we iets hebben bedacht en naar buiten presenteren en denken dat het wel moet werken. Het is een interessant proces hoe je de behoefte in beeld krijgt. Hoe krijg je de behoefte van de doelgroepen in beeld. Kan me wel voorstellen dat de gemeente veel info heeft over bewoners, sommige mensen interesseert het geen reet. Goed kijken hoe de behoefte kan worden bevredigd.
Interview Toon Boonekamp 21 oktober 2014 Wat zijn de elementen van een zelfvoorzienende (herstructurerings)wijk? Ik ga dan gelijk denken aan kleine cyclische kringlopen, verschillende zuiveringen, zelf water opwekken. Zorgen dat je alle stromen op elkaar aan kan laten sluiten zodat je meer terug bent in de ecologische kringloop.
Meer groen en blauw in een wijk. Zodat je ook vanuit de inrichting in je huis een stuk winst kan halen. Op het moment dat je meer groen en blauw in je wijk hebt hoef je minder klimatisering in je eigen huis toe te passen. Ook heb je met die structuur meer buffer in je beschikbare biomassa en drinkwater. Je zit met een aantal gaten als je alleen op woningniveau kijkt. Als je dan kijkt naar restwarmte en dergelijke, die kan je niet zomaar kwijt. Dan moet je ijken of je ook andere diensten kan integreren in de cyclus? Voorzieningen die altijd warmte nodig hebben zoals een bejaardentehuis of een zwembad. De kunst is, hoe ga je dat in een bestaande wijk doen? Ik woon zelf in een oude wijk in Utrecht, een combinatie van koop en huurhuizen. De gemeente had plannen om een deel daarvan plat te gooien. De bewoners waren tegen, want de (huur?)prijs van hun woningen zou daardoor omhoog gaan. De gemeente is toen met de bewoners in overleg gegaan met de vraag: Hoe kunnen we jullie woningen dan toch verbeteren? Bewoners hebben genoeg ideeën. Bij zulke dialogen blijkt telkens dat er veel kennis aanwezig is onder de bewoners zelf waardoor er veel mogelijkheden zijn. Dat is natuurlijk het ‘grappige’ van crisis, er wordt meer samengewerkt en meer problemen gezamenlijk opgelost. Ik denk dat als je bewoners de voordelen goed voorlegt dat samenwerking dan wel lukt. Waarom een zelfvoorzienende wijk? Wat willen we ermee oplossen? Bij mensen heb je verschillende stimuleringspuntjes. Heeft te maken met het dak boven je hoofd, gezondheid en euro’s. Alleen euro’s vind ik wat te 78
kortzichtig en ook niet altijd te realiseren. Voedsel uit de eigen omgeving vinden mensen uiteindelijk toch een prettig idee, omdat je zelf kan zien dat het betrouwbaar is. Het klimaatverhaal zou je heel snel aan euro’s kunnen hangen, omdat het sterk samenhangt met energiebesparing. Vanuit voedsel zou je meer vanuit kringloopjes moeten denken. Landbouw en bodem hebben 1 op 1 met elkaar te maken door de nutriëntenhuishouding. Nutriënten zitten ook in het afvalwater. Bij de bodem zou ik de bodemgelaagdheid formuleren, waar zit het WKOniveau, geothermie, landbouw en biomassa. Overal kan je kleine cirkeltjes en cyclische processen in zien. Het leuke van bodem is, is dat het zich heel goed voor al die kleine cirkeltjes leent. Uit de bodem haal je ook je water en je drinkwater. Ik zou je mindmap kantelen zodat de bodem dienstbaar aan de zelfvoorzienende wijk wordt. Water is ook heel belangrijk. De grondwaterstand heeft bijvoorbeeld invloed op de houdbaarheid van de fundamenten van woonhuizen, maar de landbouw wil de grondwaterstand niet te hoog. Welk belang weegt dan het zwaarst? Kelders zijn leuk om aan te denken bij een herstructureringswijk. Kelders kunnen mooie waterbergingsplekken zijn als je ze op de juiste manier construeert. Op Texel hadden vroeger alle huizen een eigen zoetwaterkelder zodat ze altijd hun eigen zoetwater voorraad hadden. De
nieuwe huizen hebben dat niet meer, maar ze denken er nu over om het toch weer te introduceren vanwege de grote voordelen. Afval is een grondstof in mijn ogen, maar je ontkomt er natuurlijk niet helemaal aan. Waar de een zich van wil ontdoen kan de ander gewoon goed gebruiken. De output van de een is de input van de ander.‘ Wat is de ideale schaalgrootte? Het kan natuurlijk nooit allemaal in één wijk. Wij burgers willen ook deels allemaal dat bepaalde dingen op hoog niveau worden geproduceerd. Maar kleine onderdelen van een grotere kringloop bewust aanpakken kan wel op wijkniveau. Welke voorbeelden zijn er? Ik deed in België een studie naar een groter gebied dan enkel een stad. De formulering die we daar gebruiken is de klimaat neutrale provincie. Deze studie bestaat uit literatuurstudie, gegevens verzamelen en kaarten uitwerken in GIS. Hoe breng je dan de kansen en mogelijkheden om duurzame energie toe te passen in kaart? Eerst stel je de huidige energievraag vast en naar welke vormen van energie vraag is. Huishoudens, bedrijven, transport sector, warmte en gas. De volgende vraag is, hoe kan ik hier een duurzame energievorm tegenover zetten? En hoe kan ik de energievraag laten dalen? En gezamenlijk kom je dan tot een klimaat neutrale omgeving. Als je het hebt over biomassa kom je meer bij de voedselvraag. Wat vaak werkt is dat er bij dit soort projecten wordt begonnen met kijken vanuit 79
het energieperspectief. Hiervan zijn de huidige stromen goed zichtbaar en de financiën goed in kaart te brengen. ‘ (toont kaartbeelden opdracht Zwolle)
En ook de overige functies die mensen willen gaan gebruiken. Bijvoorbeeld drinkwater, iedereen wil drinkwater gebruiken. En in de toekomst misschien WKO. Een goede WKO mag geen interactie hebben met de omgeving.
‘Dit is een andere opdracht in Zwolle wat goed de samenhang illustreert. Deze opdracht was een samenwerkingsverband tussen gemeente, provincie en een afvalverwerkingsbedrijf wat al veel bezig was met vergisting. De gemeente had veel biomassa stromen en de verwerking en afvoer daarvan kostte ze veel geld. Ook andere gemeentes hebben te kampen met hoge kosten om GFT afval af te voeren. Biomassa kan echter een heel goede grondstof zijn. Door middel van vergisting kan biogas worden geproduceerd wat kan worden opgewerkt tot LPG niveau. In Zwolle heeft dit geleid tot een tankstation waar je biogas(op LPG niveau) kan tanken. Er zijn na de vergisting nog wel reinigingsstappen nodig.
Voor de waterkringloop is het handiger om wat breder te kijken. Sowieso lukt kringlopen sluiten op klein niveau nooit volledig. In de VS is een experiment gedaan ‘The Bubble’ waarin een afgesloten biosfeer gecreëerd werd, maar ook daarin vond op een gegeven moment een opeenhoping van afvalstoffen plaats.
Er zijn nog veel andere reststromen die voor vergisting gebruikt zouden kunnen worden, maar waarbij dat niet gedaan wordt. Afgeschreven voedsel bijvoorbeeld wordt niet gebruikt, omdat in het digestaat (restproduct van vergisting wat als meststof gebruikt kan worden) geen voedsel mag zitten. Dat komt door een stuk onwetendheid van de beleidsmakers, want in vergisters worden alle ziektekiemen afgebroken, dus er is gewoon geen risico.
Het effluent van afvalwaterzuiveringen kan ook makkelijk gebruikt worden voor bijvoorbeeld het toilet, maar niet als drinkwater. Dat is ook weleens toegepast, maar mensen maken fouten, dus dan kwam het effluent toch weer per ongeluk in het drinkwater.
Daarom denk ik ook aan stadslandbouw en dergelijke. Binnen je eigen cyclus ook nog een stukje landbouwgewassen en nutriëntenhuishouding. Stadslandbouw is op vele manieren mogelijk, bijv. een soort gestapelde kas in een kantoor gebouwen.
Een aantal gemeenten en provincies zijn bezig met bodemdossiers. Provincie Noord-Brabant is daar heel ver in en Limburg gaat daarin mee. Op een gegeven moment zullen bodemdossiers nationaal ingevoerd zijn.
Welke rol spelen bodem en ondergrond in het zelfvoorzienende concept?
Welke partijen spelen een rol?
Ik denk dan gelijk aan biomassa stromen. Hoe kan ik de eerste toplaag gebruiken? Biomassastromen kan je gebruiken bij het vergisten.
De uitdaging is vooral het koppelen van al die betrokken partijen en het initiatief van de grond krijgen. De bereidheid om deel te nemen moet je creëren, dat geldt ook voor de ambtenaren en uiteindelijke beslisser. Om
80
dit voor elkaar te krijgen moet je ook over een aantal wettelijke drempels heen kunnen stappen die nu nog door gemeenten worden opgelegd. Wat is er nodig om partijen over de streep te trekken? Bij mensen heb je verschillende stimuleringspuntjes. Heeft te maken met het dak boven je hoofd, gezondheid en euro’s. Alleen euro’s vind ik wat te kortzichtig en ook niet altijd te realiseren. Voedsel uit de eigen omgeving vinden mensen uiteindelijk toch een prettig idee, omdat je zelf kan zien dat het betrouwbaar is. Wat is het doel van subsidies? En op welke manier ga je daar als overheid momentum aan geven. Bij zonnepanelen is het heel nuttig geweest. Via subsidie is er een heel grote vraag ontstaan, waardoor massaproductie op gang kwam. Door de massaproductie daalde de prijs heel erg. Hier is door subsidie een marktwerking ontstaan. Voor heel veel andere dingen is het meestal niet strikt noodzakelijk en dan kan je beter kijken naar alternatieve financieringsvormen. De Nederlandse overheid is instabiel in subsidieregelingen. Een subsidieregeling kan zomaar volgend jaar wegvallen. De overheid kan ook zeggen dat ze bij goede initiatieven ijken naar het maximaal oprekken van de wet en regelgeving en op die manier een initiatief stimuleren zonder geld.
Interview Robert Zuurbier 21 oktober 2014
Wat zijn de elementen van een zelfvoorzienende (herstructurerings)wijk? Wat ik in ieder geval voor me zie is een wijk die op een aantal van deze elementen(voedsel, water, klimaat, energie) gewoon veel slimmer omgaat met het gebruik van grondstoffen en reststoffen ook niet als afval ziet, maar als grondstof voor iets nieuws. Ik ben er ook wel van overtuigd dat in de huidige economie waar we alles van heel ver halen dat we daar uiteindelijk ook wel de prijs voor betalen. Laatst werd er ook een casus op een symposium in Rotterdam gepresenteerd over een wat cyclische voedselvoorziening in Rotterdam. Heel makkelijk op het eerste gezicht doordat er heel veel landbouw rondom Rotterdam zit. Leveranciers zijn gevangen in allerlei contracten en kunnen niet lokaal leveren. Manier van omdenken. Kijken op wijkniveau of je die dingen dan toch heel kort bij elkaar kan krijgen. Dat geldt wat mij betreft voor voedsel vooral. Afvoer GFT afval, kost gemeentes enorm veel geld terwijl dat eigenlijk gewoon grondstoffen zijn die je lokaal toe zou kunnen passen. Op wijkniveau kijken of dat toch te organiseren is. Bodemsaneringsoperatie is grotendeels afgerond. Er zijn wel plekken met restricties door verontreinigingen, maar als het over bodem gaat dan zouden we in de toekomst toch meer moeten kijken naar duurzaam en slim gebruik in plaats van specifiek op die verontreiniging. Waarom een zelfvoorzienende wijk? Wat willen we ermee oplossen? Volgens mij ligt bij alle 4 de thema’s wel een uitdaging, want het zijn alle vier wel thema’s die behoorlijk in de belangstelling staan. Voedselveiligheid wordt steeds meer een thema. De komende jaren 81
wordt dat politiek gezien echt wel een item. Water, in ieder geval in het kader van veiligheid, is natuurlijk hot. Water opslaan. Duitsland heeft ook die rivieren enorm ingekaderd. Als daar de dijk doorbreekt dan merk je dat in Nederland. In alle 4 zit telkens wel een element wat door de politiek en samenleving als urgent wordt beschouwd. Je hebt natuurlijk de schaalvergroting en mondialisering, maar ook die tegenbeweging en in ieder geval op voedsel energie en een paar van die klimaat thema’s. Heel lang werd dat gezien als progressief en luchtfietserij, maar nu de mondialisering steeds meer problemen oplevert verandert dat. Waar ik zelf wel verbaasd over was: in Den Haag zijn al 80 locaties van stadslandbouw. Dat zijn geen experimenten meer. Deels braakliggende locaties, deels faciliterende gemeente. Samenwerking bewoners gemeente en woningcorporatie(vanuit de leefbaarheid). Stadslandbouw is misschien nog wel interessanter dan openbaar groen, want je kunt er actief iets mee. Beheer van openbaar groen kan overgedragen worden aan bewoners. Wat is de ideale schaalgrootte? Wil je bijvoorbeeld stadslandbouw echt een rol laten spelen dan zou het wel echt een bepaalde schaalgrootte moeten hebben. Dan zou je het wel op een echt professionele manier moeten doen. Er zijn wel van dat soort proefprojecten in Amsterdam en Rotterdam, dus daarvoor zou je wel moeten faciliteren.
Op zich is dat natuurlijk prima voor de leefbaarheid van zo’n wijk. Meer groen, meer sociale samenhang. En als je dat dan met zo’n keten als die compost koppelt. Het is mogelijk een heel ingewikkeld concept, maar je kunt het ook heel erg versimpelen. Waar komt mijn energie vandaan? Waar komt mijn voedselstoffen vandaan? Waar gaat mijn afval heen? Als je die ketens eens even uittekent dan geeft dat misschien ook wel een idee van waar je de winst makkelijk zou kunnen houden. Welke voorbeelden zijn er? Concreet project, heeft ook de stadslandbouwprijs gewonnen: Initiatief in Rotterdam waarbij het oude Tropicana omgebouwd is tot champignonkwekerij. Als grondstof voor die champignonteelt wordt binnen Rotterdam al het koffie en groenafval opgehaald. Contracten afgesloten met alle horeca voor levering koffiedik en ze leveren de champignons ook weer terug. Rendabel project, echt bedrijfsmatig. Subsidies. Denken aan subsidie is onhandig. Initiatieven die op basis van een subsidieregeling zijn wel link. Je moet wel de tijd nemen en als dat dan alleen op basis van een subsidie is dan stort het in. En ergens moet het ook wel zijn dat je ergens naar streeft om iets op te bouwen, maar subsidie vangen moet niet het doel zijn. Welke rol spelen bodem en ondergrond in het zelfvoorzienende concept? 82
Momenteel vaak nog niet. Als je kijkt hoe nu de bodem gebruikt wordt in heel veel gevallen dan worden deze elementen hier op papier daar eigenlijk nog helemaal niet naar gekeken. Bijvoorbeeld in de landbouw wordt vermesting enz. heel inefficiënt aangepakt. Om te produceren in landbouw wordt die bodem min of meer misbruikt. Qua opbrengsten op korte termijn is dat heel handig om te doen. Op zandgronden gebrek aan organische stof. Compostprobleem heel raar (organische stof!). Wel steeds meer bewustzijn door teruglopen bufferwerking bodem. Welke partijen spelen een rol? Nou gemeente zou op twee manier geïnteresseerd kunnen zijn. Bezuinigen en veel geld gaat naar het sociale domein. Dus als je ze op die punten kan triggeren wordt het voor hen interessant. Alles op het gebied van groenvoorziening werkt heel goed om mensen aan het werk te krijgen en daar bespaart de gemeente enorm mee. Als je verder kijkt naar bezuiniging dan kom je uit bij afvalverwerking. Gemiddelde gemeente geeft daar tonnen tot miljoenen aan uit .Als je gewoon puur op dat kostenaspect gaat zitten zou je dat moeten kunnen triggeren. Zelfs voor woningbouwcorporaties geldt dat denk ik ook, maar daar zit het denk ik in andere aspecten. Wat meer in de leefbaarheid van de wijk waar groenvoorziening en stadslandbouw een rol kan spelen. Maar ook energie en klimaatdoelstellingen die ze moeten halen. Doelstellingen kan je wel halen met energiezuinige apparatuur, maar de doelstellingen worden steeds scherper.
CO2 neutraler natuurvriendelijker materialen bij Pro Rail over 4 jaar. CO2 doelstellingen voor over 5 jaar die weet je nu al, dus dan moet je echt in andere concepten gaan denken, want dat redt je niet meer met enkel wat losse elementen. Trigger achter dit soort dingen is uiteindelijk ook wel wetgeving. Daar moeten gemeentes wat mee, daar moeten woningbouwcorporaties wat mee. Uiteindelijk wordt de soep niet zo heet gegeten als die wordt opgediend, maar ze moeten er wel echt iets mee. Voor mij persoonlijk zit in energie en voedsel wel de kern, maar op wijkniveau is water misschien weer water lastig te realiseren. Herstructureringswijken moeten sowieso al worden aangepakt, want die voldoen niet meer aan de eisen. Iedereen is toegespitst op zijn eigen stukje, maar om dat dan te veranderen is heel erg moeilijk, los van techniek. Als je kijkt naar wat provincies en gemeenten als CO2 doelstellingen hebben liggen dan snap je niet dat ze er niet wat meer nadrukkelijk mee bezig zijn. Op het moment dat wetgeving eraan komt, maar toch weer wordt opgerekt, maar toch weer net niet dan werkt dat niet. Overheid moet consistent zijn. Heb je met bodemsanering ook gehad. Wat is er nodig om partijen over de streep te trekken? Mensen bewust maken helpt heel erg om energievraag terug te dringen door bewuster gebruikt.
83
Ik vind de meet- en technologiekant wel heel handig, maar ik vind het geen doel op zich. De kringlopen die eronder liggen daar ligt toch de essentie denk ik. Als je naar een zelfvoorzienende wijk kijkt, als dat is in een gebied waar ook intensieve landbouw is. Genereert heel veel warmte die gewoon niet gebruikt wordt.
Henk Puylaert
In Nederland hebben we relatief veel goedkoop drinkwater. Het productieproces om drinkwater te maken vindt al in de bodem en ondergrond plaats voor een deel. Daardoor hebben we veel goedkoop drinkwater. Moet je wel zelf drinkwater willen winnen voor de wijk op het grondwater? Kost veel geld. In westen verzilting, punt bij waterwinning. Verzilting kan twee componenten hebben. Het brakke grondwater kan opkwellen door bodemdaling en zeespiegelstijging.
24 oktober 2014 Introductie opdracht zelfvoorzienende wijk, aanleveren bouwstenen. Tim legt mindmap aan Henk voor. Water Ik begin even met water. Als het om zelfvoorziening gaat toch een stukje van de kringloop te sluiten. Inzet is water vasthouden. Met het oog op klimaat en klimaatverandering ook steeds belangrijker. We krijgen natuurlijk meer piekbuien en langere periodes van droogte. Is het wel slim om water van piekbuien in hetzelfde gebied vast te houden of meer in de buurt van dat gebied? Maar je kan het wel in de zomer gebruiken tijdens periodes van grote droogte. Het maakt veel verschil waar in Nederland je zit. Locatie maakt nogal verschil uit. Drinkwater zit je in de buurt van een bron dan is dat een makkelijk punt. Wordt het nergens gewonnen, dan wordt dat al een stuk lastiger.
In Haarlemmermeer is het probleem dat de landbouw last krijgt van brak grondwater. Water ontzilten is heel duur en kost heel veel energie. Bij rioolwater het is toch een aandachtspunt dat er een scheiding optreedt, gescheiden rioolstelsels waarbij hemelwater afvoer niet meer via het riool gaat. Hergebruik voor energie. Er vindt behoorlijk wat innovatie plaats. Is de bodem in staat om het water vast te houden? Open bodem of bodemafdekking. Vanuit bodem zeggen we ook steeds meer, creëer meer open bodem. Parkeerplekken hoeven niet geasfalteerd te zijn. Klimaat Mitigatie(vermindering van de uitstoot van broeikasgassen) gedeelte klimaat, het tegengaan van klimaatverandering. Is natuurlijk het hele verhaal over broeikasgassen en CO2 uitstoot relevant. Zon en wind, biomassa.
Bodem en ondergrond
84
Ik begrijp van een aantal mensen op het gebied van biomassa het is veel slimmer om daar geen energie van te maken om daar producten te maken.
Het is een decentrale voorziening, past goed bij een zelfvoorzienende wijk. Er zijn wel kleine windturbines voor op je dak, maar opbrengst beperkt.
Afvalverwerking, we gaan een tijd in waarin afval geen afval meer is, maar een grondstof.
Ik ben bij 25 gemeentes met windmolens langs geweest en er zat enorm verschil in hoe mensen dat ervaren. Het scheelt enorm als je van die turbine mijn turbine kan maken (of van de gemeenschap).
Voor heel veel afvalstromen is er ook gewoon echt een business model. In de wereld van glas en papier zien we dat al langer. Urban heating, ja is wel een aandachtspunt, ik heb zelf altijd het idee dat het wat overtrokken is in onze Nederlandse situatie. In Rotterdam en Arnhem is er goed onderzoek naar gedaan. Ik denk wel dat je er wat aan kan doen, door de stad groener en blauwer te maken en andere vormen van stedenbouwkundig ontwerp. Windstromen benutten als een soort ventilator, maar kan ook op wijkniveau bekeken worden. In winter warmte vasthouden, koude oostenwind tegengaan. Straatjes in Zuid-Europa zijn niet voor niets zo smal. De grote kostenpost bij urban heating zit hem vooral in productiviteit in het arbeidsproces. Geld zit in de relatie van ruimte water en klimaat. Energie Energie, biomassa hebben we al gehad. Zonne-energie hele kansrijke optie. Ik heb 11 zonnepanelen, ik moest gisteren de meterstand na een jaar doorgeven. Ik kwam bijna op 0 uit. Nou is dat ook wel een goed jaar geweest.
8, 9 jaar geleden kwamen we bij de gemeente Lopik. Dat is een gemeente die al jaren aan de weg timmert als het om duurzaamheid gaat. In zo’n gemeente is het veel makkelijker en was er weinig discussie als het gaat om een paar turbines. Bodem energie komt daar terug zie ik. Water is in Nederland gewoon lastig, waterkracht hebben we eigenlijk niet. Getijdencentrale ook niet haalbaar (iig 5 jaar geleden niet). Waar zoet en zout water samenkomt, zou het technisch kunnen. Of Noordzee met temperatuur verschillen in water. Bovenste lagen zijn veel warmer dan de onderste lagen. Bodem WKO is eigenlijk een vrij gangbare techniek aan het worden, ondergrond op meeste plaatsen NL ook geschikt. Onderscheid te maken open en gesloten. Open systemen maken van het watervoerende pakket. Wijk zou ook op een systeem kunnen aansluiten. Gesloten systeem is vaak wat kleinschaliger. Kaart met warmte en koude zones, want de doelstelling is om te optimaliseren.
85
Hetzelfde speelt ook wel weer bij open systemen, op het moment dat er een in de buurt zit.
We weten nog steeds niet wat diep ingrijpen inde bodem voor gevolgen heeft.
Het spannende van die ondergrond is dat je er niet in kan kijken, komen pluimen wel of niet in beweging?
Voedsel Stadslandbouw en alles wat ermee samenhangt. Ik ben er een groot voorstander van. Ik vind het vaak mooie initiatieven, maar ik geloof eerlijk gezegd niet in een zelfvoorzienendheid op dat gebied. Als het niet je hobby is houd je het niet vol. Het moet echt een behoorlijke schaalgrootte hebben. Er is niks mis mee als mensen voor een deel in hun eigen voedsel voorzien.
Bodemsanering kan gecombineerd worden met WKO. Aardwarmte is de verzamelnaam, dus nemen we maar even geothermie. Geothermie hebben we inmiddels ook wel enige ervaring mij. In Bleiswijk was de eerste bron bij een glastuinder. Den Haag zuidwest, hebben ze een bron geboord, maar kwam in de financiële problemen. Herstructureringswijk 4000 woningen, maar door de crisis kwamen er problemen met het business model, want er werd minder gesloopt en bijgebouwd. Woningcorporatie haakte toen af. Vraag naar warmte essentieel om het rendabel te houden. Het boren naar de bron is heel duur. Meestal toch wel 3-4 km. Wat er ook kan gebeuren, grens van Delft en Pijnacker, volgens mij kwam daar aardolie mee naar boven.
Kennis wilde kruiden kweken in kantoor in Utrecht in kantoor van 3 verdiepingen en dat lokaal leveren. Wordt vaak ook monocultuur. Wat wij veel zien dat het ene thema in de ene wijk veel meer potentie heeft dan in de andere. Wij hebben ooit eens een vingeroefening gedaan op het gebied van energie (brinckhorst) een woon en werkmilieu. Het lukte ook om het zelfvoorzienend te maken op het gebied van energie, maar het ontwerp was totaal niet aantrekkelijk. De ruimtelijke kwaliteit was niet erg hoog.
Nog even over het perspectief van duurzaamheid, ik vraag me bij WKO wel af, als leek, er gaan wel heel veel pijpen de grond in. Hoe beheer je dat dan 10 jaar? Wat is de levensduur, hoe ga je ermee om als dat ten einde is?
Ander voorbeeld is bijvoorbeeld in de wereld van waterschappen. Is een regel in bestemmingsplannen is dat 10% van het oppervlak gereserveerd moet worden voor water. Terwijl kleine stukjes water geen kwaliteit op leveren.
Liggen heel veel weeskabels en leidingen in de grond die gewoon afgeknipt zijn. Je zou kunnen overwegen om er een soort verplichting aan te hangen ze eruit te halen.
Stap niet in de valkuil van zelfvoorzienend door hele harde grenzen er omheen te zetten.
86
Geldt ook voor kabels en leidingen en WKO. Afgeschreven leidingen en kabels niet laten zitten. Dat is denk ik ook een sleutelpunt bij duurzaamheid, maar dat je ook denkt hoe kan dit gebied ook op langere termijn goed functioneren. In een stedelijk gebied stoppen we steeds meer in die ondergrond. We hebben ook wel projecten in Rotterdam gehad dat er van alles in die ondergrond moest, maar toen kwam het groenplan met bomen die gaan wortelen. Dat moet je wel goed op je netvlies hebben. Natuurlijk is het vanuit het oogpunt van ruimtelijke kwaliteit handiger om dingen ondergronds te doen. Zoals tegenwoordig vaak afval containers. Kabels en leidingen worden nog steeds niet uit de ondergrond gehaald. Wat doen we met afgeschreven ondergrondse parkeergarage? Als ik het er niet uit kan halen, kan ik het dan een tweede leven geven. Hoe ziet u aan de hand van de lagenbenadering de bodem en ondergrond voor zich? Soms denk ik weleens als je het echt over duurzaamheid hebt dat het heel slim is om echt uit de ondergrond weg te blijven. Er spelen zich allerlei processen af, vaak hele trage processen.
Denkend in termen van die lagenbenadering vind ik vooral die tijdscyclus belangrijk en dat je ook nadenkt van hoe is dat te beheren. Ik denk hoe dichter je bij natuurlijke kringlopen hoe duurzamer dat wordt.
Processen van eeuwen, moet je echt op geologische schaal gaan denken.
Wat is in uw ogen een zelfvoorzienende wijk? Ik geloof niet zo in een zelfvoorzienende wijk. Voor drinkwater is het volgens mij veel slimmer om niet voor een decentrale voorziening te kiezen.
Ik denk dat je altijd heel erg goed moet nadenken, zeker als je het hebt over duurzame ontwikkelingen, als ik in de bodem en ondergrond ingrijp, kan de bodem en ondergrond daarvan herstellen?
We hebben in een boekje ooit opgeschreven van wat is nou duurzaam handelen, eigenlijk is het niet meer en niet minder dan gewoon je boerenverstand gebruiken.
In de occupatie laag, windmolens kan je na 10-15 jaar weghalen.
87
Het feit dat je dingen multifunctioneel kan gebruiken is in mijn ogen heel duurzaam. Ik heb denk ik al duidelijk gezegd ik geloof in zelfvoorzienend met enge grenzen. Ik denk dat als je duurzaamheid waar ook een sociale component in zit, dat dat ook wel goed samen kan gaan. Het voorbeeld wat ik over de Binckhorst noemde is misschien wel duurzaam vanuit planet, maar niet vanuit people. Die balans tussen people, planet profit is dan verstoord. Je moet een soort evenwicht zien te vindentussen people, planet en de profit kant. In die zin heb ik wel een brede visie op duurzaamheid. Net zoals vroeger met de Bijlmer. Ik vind altijd nog wel een aardige anekdote. In Alphen aan de Rijn een jaar of 20 geleden is daar de meest duurzame wijk van Nederland ontwikkeld. Tegenwoordig is dat achterhaald. Wat daar gebeurde was dat in die regio wonen heel veel piloten die veel geld verdienen en op zoek waren naar vrijstaande huizen. En die huizen werden in die wijk gebouwd, maar hun gedrag was absoluut niet duurzaam. Als daar mensen komen wonen die niks hebben met het scheiden van afval en het liefst twee auto’s op de oprit hebben staan. Houd dat ook altijd wel voor ogen. Ik weet bijvoorbeeld van Bouwfonds projectontwikkelaar, dat die ook wel nadenken over concepten waarin je eigenlijk je installaties op het gebied van klimaat, op het gebied van water, die lease je. Zij hebben de beschikking over de installaties, als er na 10 jaar een nieuwe is die misschien veel zuiniger is dan vervangen ze die.
Je koopt gewoon diensten, daar zit een meet en regelsysteem en apparatuur achter die dat niveau op dit moment kunnen bieden, maar als de eisen veranderen dat de woning dan makkelijk mee kan groeien met die eisen. Huis bouwen op EPC van de toekomst, bouwtechnisch denken aan toekomstige ontwikkeling. Meeste winst is momenteel te behalen bij het isoleren van bestaande woningen. Als je gaat kijken naar duurzame gebiedsontwikkeling welke actoren spelen daar dan een rol? Je hebt in feite toch altijd te maken met overheden. Gemeente heeft gewoon taken in zake van het bestemmingsplan, omgevingsvergunning, omgevingsvisie. Hele circus van vergunningsverlening. De overheid heeft natuurlijk nog wel meer verschillende taken, kan ook een stimulerende taak hebben. Een stimulerende faciliterende rol van gemeente. Kan uiteenlopend zijn. Daarnaast is een gemeente een investeerder, want ze beschikt over grond en investeringsmiddelen. Dus de gemeente kan ook willen investeren in voorzieningen in zo’n wijk. In een bestaande situatie is het lastig om al die mensen achter zo’n idee te krijgen. Wat levert het op moet je niet altijd in geld vertalen.
88
Heel goed marktonderzoek doen als je het wat commerciëler wilt vertalen.
Kleine decentrale voorzieningen moeten overschotten kunnen terug leveren. Smart grids.
Herstructureringswijken hebben al verschillende samenstellingen meegemaakt.
We moeten qua energie voorziening minder afhankelijk zijn van het buitenland.
In een aantal wijken is de wipkip verdwenen, maar misschien moet die weer geherintroduceerd te worden.
CO2 die over is in het botlekgebied gaat naar het Westland ter ondersteuning van plantengroei.
Ambitie om door transitie andere marktpositie.
Heeft u verder nog tips? Ik kan jullie eventueel nog een paar bronnen meegeven. Ik vind in ruimtelijke ordening het meest slim om ruimte openhouden voor de toekomst.
ZZP’ers nemen toe. Projectontwikkelaars, beleggers, individuele consument. , Woningcorporaties zitten in een lastig parket, ze moeten echt terug naar hun sociale taakstelling.
Interview Henk Otten
Dienstverlenende partijen, zoals aanbieders van nutsdiensten op het gebied telecom, elektriciteit, die in feite zorgen voor infrastructuur.
Henk Otten is project manager en senior adviseur.
Warmtenetten. Je hebt ook veel plaatsen warmtenetten op verschillende manieren. Op het moment dat je bedrijvigheid hebt, vooral industrie. Warmte overschot wordt al gebruikt in kassen. In veel steden zitten vaak afvalverwerkingsbedrijven die afvalverbranding, maar die kunnen ook de voeding zijn van een warmtenet wat warmte levert aan grote gebieden. Misschien is het wel een utopie, maar op het moment dat je steeds meer decentrale warmtebronnen hebt zou het handig zijn als je dat terug kan hebben.
29 oktober 2014
Hij doet projecten doe herinrichting openbare ruimte stedelijke herinrichting Verbreding provinciale wegherinrichting hele omgeving zit gebiedsontwikkeling aan vast. Duurzame gebiedsontwikklingen initiatieven van bewoners en de gemeente faciliteert hierbij. Bedrijfsterrein combineren met duurzame en zelfvoorzienend wordt Overheid gemeente bezuinigen. naar zorg en jeugd zorg moet het geld. Woningbouw stopt. Randstad trekt de mensen aan. Wel kwalitatief 89
hoog waardig wonen. Energie opwekking trigger om duurzame energie opwekken hebben van een eigen energie opwekking waterpomp, zonnepanelen samen windmolen met de wijk Stadslandbouw Rijneburg oksel a2 a12 te zuidwesten Utrecht de wijk Rijneburg www.toolkitrijneburg.nl Of het dan ook rendabel kan krijgen in een woonwijk om duurzame te bouwen.
Nek durven uitsteken is heel belangrijk bij dit soort projecten. Vakbladen land en water, RO planologie: overheid wil wel maar kost heel veel. Doelstelling staat opgespannen voet met haalbaarheid ervan. Nieuwbouwwijk is er nog geen sociale structuur zoals in een dorp. Duurzaamheid kan werken voor sociale binding in een wijk Een utopie dat een wijk 100% zelfvoorzienend kan krijgen 1 zelf energie opwekking en consumeren
Verduurzaming van een wijk kost meer, meer ruimte en voorziening en openbare ruimte hoger en daardoor de inkomsten ook lager.
2 zelf water gebruiken nuttigen en schoonmaken en recycleren
Woonwijk verduurzaamt wel prettig wonen maar wie betaald de rekening?
4 wat je eet ook zelf verbouwen
Grootste probleem in zelfvoorzienende wijken is wie betaalt het en wie heeft de opbrengsten. Vanaf de tekentafel niet mogelijk. Energie maatschappij of waterschap of provincie of die willen investeren in de wijk. Duurzaam doelstelling gemeente Co2 uitstoot bespaart. Subsidie. Banken met duurzame doelstellingen zodat zij hun eigen duurzaamheidsbeleid halen. Triolosbank Rabobank Bestuurlijke wil begint het bij, directie moet het als missie ervaren. Geen goed rendement verhaal maar een missie en verhaal en je staat ergens voor.
3 hergebruik afval
Water moet volstaan aan hoge eisen. Leidsche Rijn grijs water cyrsie er is altijd wel iets met het water. Regen water gebruiken om op te vangen en dat gebruiken goed zou kunnen. Het ene sluit de andere niet uit. Zelfvoorzienende wijk kan je spreken van een duurzame gebiedsontwikkeling. Maar ook andersom geredeneerd Duurzame gebiedsontwikkeling is dat je de bronnen in het gebied niet uitput. Duurzaam container begrip milieu plus begrip
Imago van je organisatie kan je er mee neerzetten. 90
Duurzame gebiedsontwikkeling tegen hanger van de economische boost waarbij niet gekeken werd naar de kwaliteit van het bouwen.
Her. In het oog van zelfvoorzienende wijk. Basis structuur klaar leggen om het zelfvoorzienend te krijgen in een her. Wijk.
Cradle to cradle. Recyclen van plastic al in zijn tijd een onderwerp op school
Vaak water systeem vernieuwen in een her. Vaak vervangen. Water opvangen van de piek buien waar je gebruik van maakt om de planten water te geven.
De afvalstof is voor de andere het grondstof circulaire economie. Zelfvoorzienende wijk is niet een eiland maar het staat altijd in het geheel van het gebied.
Essentmanagent Afzetmanagement. Bestaande moet worden onderhouden
Opgewekte energie slim gebruiken smart grids. Vraag en aanbod op elkaar afstemmen.
Bezit dat je bezit moet worden vervangen en een nieuwe boost geven voor de komende 50 jaar. In plaats van alles opnieuw.
Hoe ziet u de bodem en ondergrond in de zelfvoorzienende wijk
Tips
Bodem over de vruchtbaarheid en doorlaatbaarheid opvang vermogen van water etc.
Probeer doelstelling duidelijk neer te zetten. Neiging bestaat om hem te breed te pakken. Let daar goed op.
Ondergrond leidingen en transport leidingen wat zit er qua infra. A naar b soort netwerk
Hoe ideaal is de wereld en hoe is de wereld echt.
Zandige bovenlaag en een wat klein leemachtig onderlaag.
Praktische zaken wereld en utopie wereld
Nieuwe ontwikkelingen vanaf de tekentafel tot dat je uit uitrekent
Zelfvoorzienende wijk is zekere zin goed en goede gedachtesheid in term los laten en
Her. Energie, afval water wat te doen. Riool stelsel gaat aanpassen kan je ook gelijk van water systeem wisselen.
Infuus overheid los laten. Doe je tegen betaling.
Kan je al snel verbetering toepassen
Meer eigenbaas over je leefomgeving. Meer regie over je gebiedsontwikkeling waar je woont.
Semi zelfvoorzienend krijg je eerder in een
91
Denk goed na dat het een business case is. Vragen open gesteld wel veel vragen Probeer je ene laagje dieper te gaan wat zelfvoorziende is. Misschien wel zelfvoorzienender worden. Meer regie nemen over je eigen leefomgeving.
Interview Edwin Blijjie
‘We gaan WKO toepassen, want dat is duurzaam!’ ‘We kunnen heel simpel heel goede isolatie toepassen!’ Dat is uiteindelijk totaal irrelevant. Als jij jezelf een doelstelt dan is het proces daar naar toe vele malen interessanter. En uiteindelijk bleek ver in het proces dat de gemeente een contract had omtrent stadsgas.
29 oktober 2014 Uitleg opdracht zelfvoorzienende wijk. De scriptie MCD, Master City Development. Integrale gebiedsontwikkeling verder kijken dan die paar woningen die je wilt gaan ontwikkelen. Waar gaat het procesmatig nou mis? Waar het met die duurzaamheid misgaat. Vaak zijn er initiatiefnemers, dat kan een wethouder zijn, dat kan een projectontwikkelaar zijn. Ik zou graag zo’n zelfvoorzienende wijk ontwikkelen. Die persoon is een onderdeel van een organisatie en die waarschijnlijk die kar gaat trekken kan heel erg enthousiast zijn vanwege dat idee. Kan vanwege idealen of doelstellingen zijn. Duurzaamheid is een hot item. Soort commercieel begrip. Partijen worden verzameld, in herstructureringswijken zag je dan de gemeente aan tafel, corporatie, ontwikkelaar of adviseur. Heel snel werd daar in oplossingen gedacht. Vaak is dat een hele grote fout.
Visie/doelstelling is van belang. Partijen die je selecteert moeten vanuit hun organisatie doelstellingen hebben gericht op de doelstelling die je wilt gaan realiseren. Enthousiast persoon heeft steeds meer personen uit zijn eigen organisatie nodig die moeten helpen en die dan hele kritische vragen gaan stellen. Woningen 10% duurzamer, energieneutraal. Duidelijk doelstelling waaraan getoetst kan worden, voorkomt kritische vragen achteraf. Partijen moeten affiniteit met het onderwerp hebben. Mind map- Wat je hier ziet en dat is vergelijkbaar met de casus in mijn scriptie. Het vertoont veel kenmerken van de behoefte van een integrale aanpak. De vraag is of je gebruik wilt maken van bijvoorbeeld nieuwe ontwikkelingen of toekomstige ontwikkelingen. Wat gebeurt is in een van mijn interviews dat je in een heel vroeg stadium een installateur gaat inschakelen. Die installateur die zal zoveel mogelijk installaties willen.
92
!veel mogelijke oplossingen. Gedurende het traject zullen er een aantal afvallen en uiteindelijk binnen de kaders de beste oplossingen. In het begin oplossing kiezen werkt niet. In het eerste moment wordt het proces gevormd. Ik kan me voorstellen dat bij de zelfvoorzienende wijk ook de provincie, bij bodem en ondergrond ook hoort. Maar de provincie kan ook voor veel meer dingen aan tafel schuiven, moet die ook in het proces? Misschien nog verder opschalen, centrale overheid. Wat wil je gaan bereiken en hoe wil je dat gaan invullen? Mijn ervaring is dat mensen heel snel vragen, oké wat is dan de oplossing? Of dat nu leegstand is van onroerend goed of gebiedsontwikkeling. Dat zijn geen projectmatige oplossingen, maar projectmatige oplossingen. Aan de voorkant zijn de oplossingen niet bekend, die ga jij tijdens het proces ontdekken. Welke toegevoegde waarde gaan de partijen leveren aan het proces? Het succes van het project wordt in het proces voorafgaand bepaald. Op het moment dat jij erin gelooft, als je dan al meteen begint met mensen te verzamelen met mensen die zeggen kan niet, die moet je eruit knikkeren. Op het moment dat jij voor een 6 gaat geloof ik wel dat jij die 6 haalt, maar een 9 haal je niet. Maar wat nou als jij zegt ik ga voor een 9, maar wat is nou de kans de kans dat je een 6 haalt? Groot. Laat nou gedurende het traject blijken. Charrette georganiseerd. Iedereen aan tafel. Mensen van de TU. Dingen
bleken niet te kunnen, maar wij weten dat de ontwikkelingen zo ver gevorderd zijn dat het over 5 jaar wel mogelijk is. Kunnen we daar al op voorsorteren? Op het moment dat jij in dit vroegtijdig stadium al mensen erbij betrekt die zeggen dat kan niet, dat kan niet. Die techniek is nu nog niet zo ver, wanneer is die techniek dan wel zo ver? Mensen nodig die geloven en die zich realiseren dat jij niet op t=0 alle oplossingen zo op tafel kan leggen. Ik heb een product verkocht over leegstand van kantoren. Ik wist een punt op de horizon. Vanochtend zeiden ze van goh, je hebt echt creatieve ideeën bedacht. Ja dat wist ik ook niet van tevoren. Er is een proces nodig bij een zelfvoorzienende wijk. Iemand die binnen of buiten de kaders denkt. Aantal dingen weet je gewoon niet. Ben jij in staat om dat te organiseren en de juiste mensen erbij te betrekken. Het is goed om er kritische mensen bij te hebben. TU delft, Wageningen. Misschien is er wel ergens een of andere Willie Wortel waar niemand van op de hoogte is met revolutionaire ideeën. Misschien moet je daar rekening mee houden. En dan ben je wel echt met gave projecten bezig.
93
Mensen die zeggen dat kan niet, moet je niet te belangrijk maken. Alles dat kan, dat is interessant en dat moet je meenemen. Een aantal dingetjes komen bij elkaar. Tomaten in je achtertuin, regenwater hergebruiken, energie zonnepanelen en volgend jaar kan de schop in de grond. Kracht van de procesmanager om vanuit zijn organiserend vermogen de juiste mensen bij zo’n project te betrekken. Het doel is dat we zelfvoorzienend en als je dat net niet haalt, nou is toch nog steeds fantastisch. Gaandeweg komen die oplossingen. Universiteiten. Al in vroeg stadium studenten erbij. Alle verschillende oplossingen naast elkaar en stap voor stap naast elkaar. Misschien een beetje in de onderzoekswereld. Vanuit de politiek ineens iemand die subsidie wil geven. Succes staat en valt met het proces. Wil jij ook beschikken over de informatie over de zaken die nu nog niet mogelijk zijn? Brinckhorst. Crisis, plannen de prullenbak in. We hebben allemaal hindercirkels, afvalverwerking. Dan denk ik, stank is die lucht die wordt
geproduceerd, bij een afvalberg kan je daar misschien een gebouwtje omheen zetten, of een opdracht uitzetten bij de TU voor een filter. Dan denk je dus over nee kan niet, kunnen we stank wegnemen? Er komt een moment dat je een echte echte beslissing moet nemen. Binnen de kaders waarin we nu werken moeten we dit gewoon laten vallen. En dan heb je ook goede argumenten om het te laten schieten. Dit zijn fantastische onderwerpen. Heel veel mensen zijn daar op wat oor manier dan ook. Jouw opdrachtgever heeft die de beschikking over al die kennis. Dat is bijna onmogelijk. Schrijf dan op wij willen een zelfvoorzienende wijk met tomaten in je achtertuin en zonnecollectoren op je dak. Voor mij is dat die 6. Als je echt een zelfvoorzienende wijk wilt maken ontkom je er niet aan om echt die lat hoog te leggen. Installateur raadt zonnecollectoren en windturbinetjes aan. Misschien moet degene die zegt alle gevels op het zuiden pas iets later in het proces erbij komen. Hoe gaan we die visie vormen, hoe hoog gaan we die lat leggen en wie doet mee met die volgende stap. Procesomschrijving met gebiedsontwikkeling wat je dan met al die mensen erbij zou moeten doen. Het makkelijkste zou zijn als je iemand hebt die jullie visie deelt op het gebied van energie, water, voedsel, klimaat. En dan heb je enthousiaste mensen. En dan zeggen mensen ja je moet realistisch blijven, maar als jij enthousiast bent.
94
Maar daar moet je gaandeweg achter komen, van ja dit kan dus echt niet. Maar dat is beter dan andersom en blijkt dat het wel kan.
Voordeel hebben, ervaring. Jij wordt ook enthousiast van die zelfvoorzienende wijk.
Ik zeg zet in op 100% zelfvoorzienend en richt daar je proces op in. Als jouw opdrachtgever een adviesorganisatie is, dat dat misschien niet een van de eerste partijen is die aan tafel zou moeten zitten. Laat je niet beperken door kennis die je niet hebt.
Filmpje op internet: Tedtalk, man die praat over de WHY. Dus de waarom vraag. Mensen die kopen dan een product omdat het een beleving is. Je kan overal een computer kopen, maar waarom nou een Apple? Apple begint met de waarom vraag te beantwoorden en ze beginnen met de droom.
Misschien moet je mensen van het rijk erbij hebben. Daar wordt je doodziek van als er iemand aan tafel zit die continue zegt, kan niet. En als je het niet weet kun je het laten uitrekenen. En dan kom je met hele andere zaken in aanraking. Ik zeg niet dat je het niet moet vergeten. Kennen jullie de term value capturing. Als je een eiland hebt en jij legt er een weg naar toe. Dan stijgt de waarde van die grond. Die weg wordt gefinancierd door andere mensen die er belang bij hebben. Moet ik andere mensen bij mij project hebben, wat betekent dat nou? Als jij ergens anders buiten jouw wijk minder gaan belasten heeft iemand daar voordeel van, kunnen wij daar iets van meekrijgen om bepaalde initiatieven wel financieel mogelijk te maken. Het is belangrijk als je op papier jouw project veel groter maakt dan dat het is. Kijk je hebt het over een wijk. Het probleem is weleens dat mensen zich alleen maar blijven focussen op die wijk, maar als je gaat zeggen het is belangrijk voor de stad de provincie gaan mensen uit bijvoorbeeld andere lagen van de politiek zich daarmee bemoeien. Hoe actoren motiveren?
Waarom wil je een zelfvoorzienende wijk? Het hoe wat en waarom dat volgt allemaal wel. Kom niet met 20 sheets met een heel technisch verhaal. Presenteer je eigen visie, presenteer je eigen droom van waarom. En dan gaat het niet om geld, want er zijn mensen die doen het voor nop. Als jij gelooft als procesmanager in die 10.
Visie goed verwoorden . Als je politiek bij jouw project wil betrekken, kijk naar de agenda. Als duurzaamheid totaal geen issue is dan wordt het moeilijker. Goede procesmanager. Wat doe je dus eerst met een soort krachtenveldanalyse, met welke partijen krijg je allemaal te maken? Procesmanager, brede visie. 95
Initiatiefnemers fantastisch idee, bedrijven die een positie innemen die belangrijk is dat proces die jouw visie op een verkeerde manier beïnvloeden.
Over 10 jaar, allemaal dingen die we nog niet weten.
Vaak heb je een aantal partijen die zijn wel enthousiast, wij willen dus gezamenlijk naar een bepaalde visie toewerken. En daar moet je dus echt gewoon de lat hoog leggen.
Dus die zelfvoorzienende wijk, als jij er in gelooft, dan kan dat.
Welke partijen gaan we nu bij dit proces betrekken die ons dit helpen realiseren? Gaat niet alleen over de persoon zelf, maar ook over de organisatie. Personen lopen intern tegen problemen aan als de organisatie er niet achter staat.
Mens op de maan, ook droom verkocht.
Voedsel, wijkinitiatieven. Voedsel in tuinen uitwisselen. Soort community. Ons eigen voedsel. Trend restaurants voedsel uit de eigen omgeving, zelf groenten op het dak telen. Je doel is belangrijk hè. Eenvoudige bestaande technieken, is dat spannend? Moeten zou jou daar nou straks voor bellen?
Beleid formuleren duurt half jaar. Kosten eerst uitzoeken.
Het één beïnvloed het ander. Als je echt van een zelfvoorzienende wijk uitgaat, groot complex proces.
Organisaties en initiatiefpartijen, gelijk in het begin vragen naar het beleid.
Visie op het gebied van enkel voedsel is ook goed. Maar wat je ook doet, ik denk dat je op heel veel onderdelen succes kan boeken.
Heel belangrijk dat hun achterban is die er achterstaat door middel van beleid binnen de organisatie.
Jij gaat naar de Appie met je auto in een andere wijk voor voedsel, dat is dan ook niet energiebesparend.
In het geval dat je voor een adviesorganisatie bezig bent is het natuurlijk linke boel dat ze gelijk al gaan roepen, dat kan niet. De ene wijk is niet de andere wijk. Je wordt gedwongen om ook buiten je eigen project te kijken.
Ga je je doelstellingen halen als je inzet op 1 onderdeel?
Geldt ook voor de organisatie. We konden ook nooit plastic weghalen uit de zee.
Je hoeft niet overal Willie Wortels bij te betrekken. Grote oplossingsrichtingen voor jouw proces. Het voordeel dat jullie hebben is dat je van een andere generatie bent. Jullie hebben natuurlijk ook weer andere kennis meegekregen op school.
En dan zijn er ook nog zat mensen die zeggen, hoe doe je dit dan? 96
Durf gewoon te vragen hoezo niet, waarom niet? Gooi je eigen ideeën gaat houden.
In Amersfoort is er toch zo’n wijk? Recent ontwikkeld, paar jaar geleden. Laatste wijk van Amersfoort A28. VINEX. Soesterhof.
Google regels brainstormsessie.
Wie bent u en wat doet u? Ik ben business lijn directeur van de business lijn infrastructuur. Adviesgroepen ontwerpen wegen, railtrajecten, viaducten bruggen en een groep die schrijft contracten voor de aannemers. Hans Wolterman teammanager.
Ik zou voor de zelfvoorzienende wijk gaan, ik zou daar niet op voorhand dingen gaan strepen. Als jij op101 onderwerpen bezig bent dan kan het ook weleens te groot worden.
Interview Piet Ackermans 6 november 2014
Een van mijn hobby’s is duurzame energie. Ik ben actief in energie uit water. En dan droom ik van dat getijdenenergie. Ik zit zelf in het bestuur van het Tidal Testingcenter. Energie uit water is mijn passie.
4 thema’s
Zijn dat de thema’s waar de meeste winst te behalen haalt? Als je het over de bestaande wijken lijkt me dat energievoorziening met zonnepanelen en zo heel goed kunnen. Met water opvangen, water infiltreren, dat kan bij bestaande wijken allemaal heel erg goed. Voedsel vind ik lastig. Voedsel lijkt mij complex worden.
Wat ziet u als de zelfvoorzienende wijk? Op televisie een serie, een gesloten cirkel, qua energie qua voedsel. Utopia.
Eerder reststroom voedsel nuttiger gebruiken. Fruitbomen planten is maar een heel klein deel van een voedselpakket. Composteren of iets dergelijks kan wel met voedselafval.
Als eerste zelfvoorzienend qua energie. Daarna water. Spoelwater, toiletwater, drinkwater.
Trouwens G. Neuteboom in Deventer van de afdeling infra, heeft iets bedacht om uit rioolwater energie op te wekken. Regenwater, turbines in het riool.
Interview half uur Introductie opdracht
Voedsel heb ik ook wel een beeld bij, bepaalde dingen kun je wel binnen de wijk verbouwen. Qua klimaat heb ik niet echt een beeld bij. Alles hangt met elkaar samen.
En wat me trouwens ook nog even te binnen schiet met klimaat, is ook actueel in Deventer. Kijk die IJssel loopt natuurlijk langs Deventer, maar je kan ook zeggen ik maak de dijken iets lager en ik gebruik dat stromende water. 97
Met woonerven kun je water niet door de wijk laten stromen. Rioolwater kan niet weg, hoe zorg je dat je toch geen wateroverlast krijgt? Hoe kan je daar dan qua infrastructuur op inspelen? Rivier ontsluiting door wijk. Tijdelijk bergen van regenwater. Goedkoper en betere variant, soort rivier. Dan zien mensen ook waarom de trottoirs zo hoog zijn. Business case niet zelf op te stellen. Bijv. een tekening van rivierstraat. Elk gebied of thema, allemaal prioriteiten weten te stellen. Warmte terugwinning uit steen, principe begrijpen. Warmte terugwinnen uit asfalt. Dan leg je een soort vloerverwarming in dat asfalt en daar kun je dan of warm water of stroom van maken. De dikte bepaald dan hoe dicht die buis is. In wijk niet zo gauw rendabel. Kun je het zwart genoeg krijgen? Het kan theoretisch wel, het is net van hoe hoog kun je die buizen neerleggen voordat je er rendement haalt. Wat ook een principe is, je kan ook aardwarmte gebruiken door buizen in de tuin. WKO installatie. Aardwarmte ligt bij huizen op een halve of een meter diepte, geothermie verticaal naar beneden. Met WKO locatie in Oosterhout zorgt voor energieneutraal.
Schaalgrootte maatgevend voor of het haalbaar is of niet. Bij het proces van het realiseren van een zelfvoorzienende wijk, veel verschillende partijen nodig. Hoe ziet u dan Antea in dat proces? Met name bij stedenbouwkundige adviesbureaus. Indeling vaak door stedenbouwkundige gedaan, infrastructuur vaak door ons. Waterhuishouding. Bij een woonwijk waterschap ook een van de stakeholders. Wij zorgen ook dat er allemaal vergunningen worden aangevraagd, toetsen aantal parkeerplaatsen. Brandveiligheid toetsing. Reconstructie van de wijk, woonwijk wordt gereconstrueerd. Worden wij ook ingeschakeld of rioolreconstructie. Antea Group heeft heel vaak leidende rol bij een wijk. Waar ziet u de meeste kansen bestaand of nieuwbouwwijk? In het nieuwe wijk altijd het makkelijkst en qua wetgeving ook. EPC is tegenwoordig 0,7 of 0,6. Maar waar kan ik de meeste CO2 winst boeken? Uiteraard een bestaande wijk. Corporaties zijn daar wel mee bezig. En wat daar dan belangrijk is, het is uiteindelijk een kostending. Mijn beeld is de appartementencomplexen en flats zijn allemaal hetzelfde, dus als je een module ontwikkeld voor bijv de gevel kan je dat heel makkelijk kopiëren. Veel aandacht voor concepten die heel snel toegepast kunnen worden met zo min mogelijk overlast voor de bewoners. 98
Ik zit nog heel even te denken over elektrisch rijden en fietsen. Fietsvriendelijke wijk wordt er ook minder CO2 uitgestoten. Blauwdruk. Op het hoogste abstractieniveau is het allemaal wel hetzelfde. Hoeveelheid regen, zon enz. overal hetzelfde. Vastgelegd in het bouwbesluit.
Vertaling van hetgene er al is, maar dan in een andere toepassing. Je zou moeten kijken of je jouw bouwstenen kan selecteren of binnen 5 jaar toepasbaar binnen 10 jaar toepasbaar binnen 50 jaar toepasbaar. Een techniek die wij ook voeren is, vervuilde lucht probleem. Auto’s produceren CO2 maar ook NOx, fijnstof en die dwarrelen overal rond. Wij hebben een apparaat ontwikkeld om die vuile lucht af tevangen. Coronatechiek, Lijn ESP. Dat apparaat op geluidsschermen langs snelweg plaatsen.
Smart cities verhaal. Artikel een primeur schijnbaar, ze hadden energie uit plantjes gehaald. Universiteit Wageningen. Windturbinetjes op de nok van een dak. Eerste pilot gedaan. Big data en meten. Ik denk dat er nog meer het gedrag van de mensen op afgestemd wordt. Meten en weten komt heel veel nog. Voedsel nog belangrijker, als we straks met zijn allen insecten gaan eten. Mijn dochter was op vakantie in Thailand en die heeft ze ook gegeten. Kleine visjes eet je compleet op. Heel veel last gaan krijgen van klimaat. Omgaan met de pieken en dalen. Tips voor ons? Kijk het gaat over een droombeeld, maar waar wij natuurlijk het meest mee geholpen zijn is natuurlijk wat je morgen kan realiseren.
Vincent van der Meulen 10 november 2014 stadskas interessant met medewerking van kantoren en supermarkten. In uw ogen een zelfvoorzienende wijk Water en energie is niet zo moeilijk. Het is geen kabeltje of leiding die het gebied uit gaat. Ook nadenken over opslag van water. Klimaat: afvalverzamelingsinstallatie wordt ook lastig om geheel zelfvoorzienend in afval te zijn. Of je moet een heel utopisch plan moeten maken. Voedsel en afval moet je toch naar een ander schaalniveau. Je kan wel zeggen dat er niks ongescheiden een gebied in of uit gaan. Voedsel: is lastig in de zin dat je nooit of niet snel op schaal van een regio of land zelfvoorzienend word. Denk aan peper, dat halen we nog steeds uit Indonesië en andere specerijen. Wees heel scherp op het definiëren van zelfvoorzienend voedsel en klimaat. Je moet een haalbare definitie er aan koppelen anders loop je stuk. Eten is vooral calorieën naar binnen halen bij een mens. Je zou dus ook voor eten met veel calorieën binnen een gebied kunnen verbouwen. 99
We willen het sowieso niet te diep afbakenen. Het lastige van een zelfvoorzienende wijk is dat er iets is vastgelegd. Het maakt makkelijker als je voorzieningen hebt als een sporthal etc. Veel diversiteit in een wijk is belangrijk want wonen gebruiken veel warmte etc. Supermarkten en kantoren hebben veel warmte over ivm koeling etc. Woningen hebben dan een grote warmtevraag en je moet dan kijken of je dingen kunt koppelen. Supermarkt en zwembad in Rotterdam proberen samen te laten gaan. Je hoeft daardoor niks op te wekken maar het is vooral rondpompen van warmte en kou. Cyclus bouwen Jullie hebben gekeken naar het cyclus bouwen op gebouwniveau. Zou je dit ook op wijkniveau kunnen? Gekozen voor energie, water, biodiversiteit, lucht. De grap is dat je eerst gaat kijken wat je binnen het eigen domein kunt. Je hebt warmte, elektra, water, biologisch technisch, groen, materiaal. Het is gewoon boekhouden van wat gaat er in en wat uit over een jaar. Waar gaat het überhaupt naar toe en kwantificeren hoeveel waar naar toe gaat. Dan zie je waar de winst te halen valt dat warmte in de keukens veel nodig was. Doe je ook voor lucht. Hoeveel gaat er in, waar gaat het uit. Je doet dit steeds binnen elk domein en dan kom je er achter dat bijvoorbeeld veel warmte door de lucht kwijt gaat. In de volgende stap zie je dat veel warmte in de lucht gestopt word dus hoe voorkom je dat die lucht naar buiten gaat en dat je de warmte niet verliest. Je maakt de kringloop kleiner. Veel water kan gebruikt worden voor groen, en water kan lucht afkoelen. Lucht rondpompen kost veel elektra, en dingen moeten schoongemaakt worden. Je moet de kringlopen binnen het gebouw houden. Dan stel je de vraag: Hoe kunnen we zo veel mogelijk pompen voorkomen? Je komt er nooit helemaal uit. Je hebt altijd extra energie, water etc nodig. Je rekent
het dakoppervlak uit, op jou gebiedje valt nog geen tiende van het water wat je nodig hebt. Grijs water wordt gebruikt. Op de binnenplaats is een helofytenfilter om het water te gebruiken voor toilet en voor groen. De volgende stap: Je komt er achter dat er niet genoeg water in het gebied valt komt, en zonne-energie via de zon nog steeds niet genoeg op te wekken om dat hele gebouw te voorzien. Je kunt heel veel tijd en moeite in steken om het toch te proberen via allerlei trucjes etc. Je moet dus hoe dan ook buiten het gebouw kijken en kijken naar het omliggende gebied. Dan is de vraag: Hoe ga je die uitwisseling minimaal houden, want het gevaar is dat je dan je doelstelling verzwakt. Als we bijvoorbeeld met biologisch afval compost willen om het gebouw te voorzien heb je 3 verdiepingen vol, dus je moet naar het gebied om je heen kijken en gebruiken. De afval om te beperken niet dat het 60 km verscheept moet worden maar afspraken gemaakt met Ganzewinkel en ook met omwonenden om de compost te doen. De warmte koude opslag is gereedgemaakt voor de toekomst om de toekomstige woningen van warmte te voorzien. Lucht lukte wel, alles wat het gebouw uitging komt schoner eruit dan dat het erin ging. Water niet helemaal, wel grijze water. Dat gaat schoner eruit dan dat het er in kwam. Sour mining: Aansluiting op riool, troep eruit halen en aangesloten op iets wat het verbrand. Gelaagde opbouw: op de laagste bron beginnen, intern in het wijkje en uiteindelijk als laatste redmiddel buiten de wijk kijken. Je moet door deze dingen te doen krijg je duidelijk wat er nog gebeuren moet, wat wel kan lukken. Het is ook wel lastig om te denken wat er in de toekomst nodig is. Draadloze energie. Vroeger alles tjokvol leggen met kabels. We doen het nog steeds maar veel minder als daarvoor in verband met draadloze verbindingen enzovoorts. Het is moeilijk te voorspellen maar je kan wel 100
binnen een periode van 15 jaar voorspellen wat er aan komt. Het is er wel maar nog niet financieel rendabel dus je weet dat het binnenkort toch kan komen. Voedsel: dingen in het donker. Champignons. Vonden we ook interessant hoe dat in zijn werk ging. Die waterzuiveringsgemeenschap. Hoe zat dat in gedachte, dat concept. Het idee was daar uiteindelijk dat je als gemeenschap in zn geheel meer water zuivert dan dat je gebruikt. Regenwater is altijd makkelijk, maar het mooiste zou zijn dat je ook die vuile maasrivier ook de overcapaciteit gebruikt om te zuiveren. Om dat ook voor mensen, en het gedrag van mensen om een wijk te maken. Heel veel kan je in gedrag doen, het gaat om acceptatie bijvoorbeeld niet iedereen 2 parkeer plekken voor de deur. Er zullen bepaalde beperkingen zijn of dingen duurder worden maar het kan als je mensen ook het leuke kant laat zien. We hadden bedacht dat we water centraal stellen en de hele gemeenschap rond ouderwetse watertorens gingen centreren. We moesten een opslag hebben, zeker als je met planten gaat zuiveren is de zuiveringscapaciteit veel groter als in de winter. Je wilt water opslaan voor dag en nacht. Een slechte week enz. OM de watertorens zijn drijvende tuinen die met helofytenbakken waar je om heen kunt lopen. Door de eb en vloed gaan de tuinen op en neer en op de punten waar het vastzit wordt het gewicht uitgeoefend om het water in de toren te pompen. Hij denkt dat het allemaal kan maar als je het gaat uitrekenen wat zo’n systeem kost dat een pompje wel voordeliger zou zijn. Daarnaast zijn alle woningen, als regel opgeschreven daken georiënteerd op het zuiden. Als je dingen van tevoren aangeeft geeft het een karakter op de wijk en creëert het ook geen chaos.
Deden de bewoners ook wat in dit concept? Het was zo bedacht dat de drijvende woningen hun eigen zwart water zelf wordt gezuiverd en de woningen op het land een gezamenlijke zwartwater zuivering hebben of aangesloten op een sour mining systeem. Als je dit gaat doen moet je afspraken maken dat er geen chloor wordt weggespoeld. Je moet goede afspraken maken dat er geen gekke dingen door het riool worden gespoeld. Hoe zie je om binnen een herstructureringswijk een zelfvoorzienende wijk te introduceren? Het is natuurlijk makkelijker om het binnen een nieuw te bouwen wijk te doen. Wat zijn echt de problemen in de herstructeringswijk. De problemen liggen vooral in de energieopwekking. Je moet mazzel hebben met de daken. Als die op het zuiden zijn gericht is het al makkelijker. Een groot voordeel kan zijn dat die wijken een hele grote dichtheid hebben. Je kunt relatief weinig infrastructuur op de schop nemen. Aan de andere kant geeft het wel weer problemen. De kans dat je genoeg energie en water en weet ik veel kunt opvangen wordt weer kleiner. Je zou verschillende wijken kunnen combineren. Dus een wijk met overschot aan energie gebruiken en te ruilen met een wijk met overschot aan water. Het is uiteindelijk veel slimmer om dingen aan elkaar te kopellen en verbinden en de stad als ecosysteem zien. De restwarmte als voorbeeld naar de kassen toe hier bijvoorbeeld is gratis, dus dat heeft voordelen voor de financiën. De woningcorporaties hadden dit kunnen doen. Die konden een gebied pakken en de functies aan elkaar kopellen, een winkelcentrum, kantoortjes en woningen en dit soort dingen aan elkaar schakelen. We zitten nog met studentenwoningen. De woningcorporaties had zo’n regisseursstoel kunnen opnemen. Het probleem is dat iedereen dit wil 101
zo’n zelfvoorzienende wijk maar het moet wel iemand doen. Vraag eens aan Antea Group: wie zouden jullie opdrachtgever zijn in de toekomst. Dit soort processen worden niet in gang gezet. Het is wel een beetje utopisch maar is wel vet. IN blijdorp een corporatie die een wijk de bewoners wil mobiliseren en dat de bewoners gaan investeren. Cofely, van franse energiereus. Die betalen zelf als jullie over 15 jaar warmte afnemen. Dan leg ik dit wel aan. De warmtekoudeopslag infrastructuur regelen zei maar je zit wel aan een huurcontract. Voor water en lucht zit er geen verdienmodel aan. Voedsel is in principe een verdienmodel. Alleen je moet aan klantenbinding doen. Je moet contracten opstellen. Zorg dat er dingen afgesproken wordt. Bijvoorbeeld afval ophalen. Lucht vervuilen we zelf dus zit geen verdienmodel aan. Water is pas interessant als je ook onder je rioolbelasting uit kunt komen. Je moet toch rioolbelasting betalen ook al heb je geen aansluiting op het riool. Restafval moet je ook voor betalen. Je moet het dan zo doen dat er aan het eind van het jaar tarieven verschillen. Probeer de gemeente er zo lang mogelijk buiten te houden. De gemeente duurt allemaal lang. Je moet zo dicht mogelijk zitten bij de mensen die er wat aan hebben, en geld aan kunnen verdienen dus bijvoorbeeld direct de bewoners, energiemaatschappij, waterschap, afvalverwerkers. Alles wat er tussen zit zo ver mogelijk bij je weghalen. Ze verwachten een grote toename van regenwater. Het is veel goedkoper om subsidies te geven voor groene daken, wateropvang etc dan rioolstelsel en dergelijke aan te leggen. Dat is veel duurder dan een paar subsidies geven. De markt toegang geven, de mensen die kennis hebben en geld verdienen aan jou reststromen die moet je direct aan tafel hebben. Het enige wat je er tussen zou kunnen hebben is een corporatie om bepaalde infrastructuur aan te leggen dat niet te doen is voor bewoners. Bij het nieuw bouwen, de
gemeente moet altijd opdraaien voor de kosten van riool, elektra er naar toe. Daar betaal je je leges en alles voor. Het slaat eigenlijk nergens op dat je die leges moet betalen als je een zelfvoorzienende woning, Het kan een slim business model zijn dat als je het geld van die leges enz. in je eigen werkzaamheden steekt. Als je de gemeente buitenspel zet kan je geld verdienen. Als je een zelfvoorzienende wijk wil realiseren is een gemeente een stoorzender wat je moet ze er bijhalen voor regelgeving enz. Tips: Er zijn geloof ik wijken die dit soort dingen al realiseren. Kijk daar eens naar. In Amsterdam een woningcorporatie. Die hadden een case van als je dit kan, kan alles er achter aan. Slecht gebouwde jaren 70 wijk. Probeer snel grip te krijgen op de cijfers. Er word heel snel de focus gelegd op de verkeerde dingen. Als je de grote van warmte, afval, elektriciteit niet weet word het lastig. We zijn niet gewend om te monitoren hoeveel afval bijvoorbeeld er een wijk uitgaat. Als je dit soort dingen niet weet is het moeilijk. Gebouwsystemen waarin dingen bij worden gehouden. Je kunt ook de seizoen effecten in kaart brengen. Dan weet je waar je je op moet focussen. Kleine dingetjes doen we niet want die worden te lastig om te doen. Dan koop je dat af door iets te verzinnen wat er een duurzaam antwoord op geeft. Het gedrag van mensen is ook belangrijk. Wil graag op de hoogte gehouden worden van onze voortgang.
102
Interview Trudy van den Berg en Hans Jurgen Heinen
H: Het zal toch ook het in elkaar grijpen van bepaalde dingen zijn waardoor de gemeente ook een grote rol zal spelen.
17 november 2014
H: Waar ik vrij snel aan denk is warmtenetwerken, want die infrastructuur is nodig en een stukje algemeen belang vandaar dat ik de rol van de gemeente daarin noemde. Het project Parelhoender van Gert-Jan, niet zelfvoorzienend maar wel op het gebied van warmte distributie en waar de gemeente gewoon een rol in heeft als het gaat om onderhoud. Het is niet een rol die we heel erg prettig vinden. Gemeente is daarin ook nog heel erg zoekende.
Korte introductie Trudy van den Berg. Bodemspecialist, omgevingsdienst Veluwe IJssel, voorheen werkzaam bij gemeente Apeldoorn, vier gemeenten samengevoegd. Ongeveer 2 – 2,5 jaar geleden verzoek gekregen om breder te gaan kijken dan bodemverontreiniging, maar hoe de ondergrond breder gebruikt kan geworden. Uiteindelijk hebben we dit boek gerealiseerd. En langzaam oriënteer ik me meer op de ondergrond e hoe je dat binnen een gemeente kan gaan uitzetten Hans Jurgen Heinen, ik zit helemaal niet inde bodem. Tot vorig jaar was ik alleen maar bezig met specialisme externe veiligheid en sinds vorig jaar specialisme energie erbij. Maar steeds meer energievraagstukken waar de omgevingsdienst mee te maken krijgt. Eigenlijk zit ik met name in de fase van kennisopbouw en vragen. Trudy: Voedselproductie kan zelfvoorziening zijn, kan ook alleen op energie. Maar het sluit wel heel erg aan bij de faciliterende rol die de gemeente heel erg aanneemt. De wijk en de wijkraad die dragen zelf hun oplossingen daarin aan. In die zin sluit het heel erg aan op de nieuwe rollen. M: Gemeente heel vaak nodig om dat soort dingen op gang te krijgen. Trudy: Dat bedoel ik eigenlijk ook met faciliterend. Uiteindelijk is het de bedoeling dat mensen uit de wijk zelf met ideeën aankomen. Ik weet ook echt bij god niet hoe het allemaal werkt.
T: Welke rol neemt de gemeente daarin in? Ik denk dat het meer faciliterend zal zijn als ze er geen werkelijke taak in hebben. Ook ondanks ambities vooral een faciliterende rol. HJ: Eigenlijk zie je daar hetzelfde bij ook bij andere gemeentes, die doelstellingen die staan er wel, ook om de markt in beweging te krijgen, gemeente schuwt investeringen niet, maar dan om het in gang te zetten niet om het te onderhouden. M: Herstructureringswijk. Die moeten verandert worden. Hoe zou je warmtenetwerken daar aanpakken HJ? In verband met verouderde structuur. HJ: Ik zit niet in de warmtenetwerken. In de regel is er iemand anders die daar mee bezig is. De vraag die je stelt is natuurlijk een terechte. Het is de markt die het moet gaan oppakken. T: Het is ook niet helemaal mijn gebied, maar bij renovatie van bijvoorbeeld een winkelcentrum dan gaan we zeker kijken wat zijn de 103
mogelijkheden voor WKO. Alleen daar moet je eerst een behoorlijke haalbaarheidsstudie voor doen. Het is niet makkelijk om te realiseren. Soms kom je tot de conclusie, het lukt niet, het is niet rendabel. Bij bestaande wijken speelt het kostenaspect een best wel grote rol, maar op alle fronten wordt er onderzoek naar gedaan hoe dat wel gerealiseerd kan worden. M: We werken vanuit de gedachte van bodem en ondergrond, wat komt er bij u op? Wko en geothermie, maar nog meer?
HJ: Mijn invalshoek is vooral vanuit bedrijven. Wat minder gericht op vooralsnog wat minder op dit soort systemen vanuit de bodem en ondergrond. De top 3 energiebesparing voor bedrijven? Hangt heel erg van het bedrijf af. Verlichting, koeling, klimaatbeheersing. Daar halen wij denk ik de grootste meerwaarde vandaan voor bedrijven.
HJ: Nou ja goed,
M: Ga je dan bij bedrijven dan langs of komen bedrijven naar je toe?
T: Nou we hebben ook veel naar windenergie gekeken als gemeente Apeldoorn, maar wko is ook een systeem waar we naar gekeken hebben. Synergie tussen bepaalde dingen. Wat wij proberen is bijvoorbeeld verontreinigd grondwater te koppelen aan een wko systeem. Beken gerenoveerd en beken gereconstrueerd. Koelwaterystemen van bedrijven. Daar zijn wij heel erg op gericht om bepaalde belangen bij elkaar te brengen en te benutten. En dat is niet op energie gericht.
HJ: toezichthouders gaan gewoon bij bedrijven langs voor controles.
Gemeente Apeldoorn gebiedsgericht grondwaterbeheer. Voeding van het water in te herstellen beken. M: We hebben een reisgids voor gebiedsgerichte aanpak, daar kwam in voor dat de gemeente Apeldoorn mee had gewerkt. T: Ik heb zelf ook al zitten denken is het handig om dat met andere mensen binnen de gemeente te praten. M: HJ is echt bezig met regels met betrekking op energie?
M: en dat krijg jij dan op je bureau? HJ: Nou nee niet per se direct. Ze hebben allemaal hun eigen strategie Maatregelen kunnen afgedwongen worden op basis van het activiteitenbesluit. Daar onder heb je een tussen en midden categorie. Daar ligt het gros van de bedrijven. Wat voor maatregelen kunnen hier nog genomen worden? Ligt het energieverbruik een beetje binnen de bandbreedte? En als dat niet zo is dan kom ik er weer invliegen om behulpzaam te zijn bij het verdere toezicht. M: Nu krijg ik wel een beter beeld van wat je nou precies doet. HJ: Daarnaast is er nog een project en dat is veel meer lokaal gericht. Met name op woonhuizen maar ook op bedrijven.
104
T: Een bedrijf moet energiebesparende voorziening aanleggen, kan dat met zonnepanelen?
Het kan gewoon niet allemaal 1,2,3 gerealiseerd worden, maar het is echt onvoorstelbaar hoeveel mensen er met projecten en ideeën rondlopen.
HJ: Zonnepanelen kan je niet afdwingen.
M: actuele ontwikkelingen duurzame technieken?
T: Kan je dat koppelen met een wijk?
T: Wij zijn niet zo zeer gespecialiseerd in technieken. Ik zie onszelf nog een beetje in het voorstadium zitten. Dit mooie boek is daar een voorbeeld van. De bodem en ondergrond kan heel veel maatschappelijke opgaves te realiseren. Maar het wordt er ook zo druk dat het urgent wordt om er afspraken over te maken. We zoeken ook echt naar de integratie van eigenschappen waar je elkaar kan versterken. Wat wij proberen is het verhaal van de ondergrond te vertellen en dat de opbouw heel erg lokaal gebonden is. En hoe je van die eigenschappen gebruik kan maken in het realiseren van je maatschappelijke opgaves. En bij gemeenten begint dat bij structuurvisies, die wordt heel erg abstract opgesteld.
HJ: Waar de gemeente Apeldoorn wel expliciet een vraag voor heeft gesteld is of het slim is om een efficiënt warmtenetwerk in te richten. Hoe kun je die warmte en koude behoefte goed op elkaar afstemmen? Waardoor je de energievraag veel beter op elkaar af kan stemmen? Betekent ook dat je voor je bodem en ondergrond veel planologen moet gaan denken. Dat betekent dat je beleidsmatig ook keuzes moet gaan maken. Dat zijn allemaal vraagstukken die daar ook bij komen kijken. T: Iedereen is nog wel duidelijk zoekende over hoe het moet werken op dit gebied. Vervolgens moet je het ook nog in de praktijk brengen. Iedereen heeft daar wel zijn mogelijkheden maar ook wel beperkingen in. Ik zou het wel handig vinden om eens iets te vinden aan welke voorzieningen denk je dan concreet? Actueel zijn de braakliggende terreinen. Dat zou dan kunnen zijn om tuinen aan te leggen. HJ: En welke randvoorwaarden gelden er dan om die oplossing op die plek te kunnen realiseren. T: Maar om gewoon inspirerend een aantal ideeën te hebben daar is al heel veel behoefte aan. Het barst van de proefprojecten. HJ: Maar dat vond ik ook wel weer grappig in dit gemeentehuis, hoeveel mensen er bezig zijn met energie. Die energie ergens in een vraagstuk.
Als ik nu bijv. kijk naar het opstellen van bestemmingsplannen en daarin worden ook doelen gesteld voor de inrichting van het gebied. De volgende stap is dan om te kijken hoe kan de ondergrond helpen in het realiseren van die groen-opgave? En wat de gemeente dan doet is kijken hoe dat kan. Dat is het niveau waar we op dit moment zijn. Het is nog niet zo zeer de concrete vertaling naar maatregelen en het is al moeilijk genoeg om de integratie van ondergrondeigenschappen en belangen rond te krijgen. En de specialisten daarbij samen te brengen om bewuste keuzes te maken. Bijv. dat voorbeeld van het aanbrengen van een WKO systeem. M: Kijkt meestal binnen de kaders van de wijk. Voorbeeld van het ziekenhuis.
105
T: Eerst begrijpen voordat je gaat ingrijpen. En die WKO systemenzijn de afgelopen jaren eigenlijk zomaar ontstaan. Vorige week was er volgens mij nog de aanleg van een ondergrondse container waarbij een gasleiding geraakt is. Dat geeft zeg maar de urgentie aan. Daar zitten we veel meer in.
T: Henk Puylaert die ken ik, die heeft dit mee ontwikkelt . En zij timmeren heel erg aan de weg met dat project bodem en ondergrond. T: Ontwikkeling van dit boek duurde echt wel 1,5 jaar omdat wij ook een van de koplopers waren. En wij hebben ook een kaartenatlast gebruikt om echt het gebied in kaart te brengen.
Daarom is het ook de goede mensen bij elkaar zitten en de consequenties overzien en keuzes gaan maken.
*kaart van gasleidingen en hoogspanning
M: U gaf het voorbeeld van meer groen in de wijk
Kaarten samenvoegen erg lastig om de belangrijkste aspecten in kaart te brengen.
T: Nee, want dit werd aangevuld vanuit het bestemmingsplan. Een wijk waar weinig ontwikkeling is. Wat vind de wijk belangrijk? Welke gedeeltes zijn al groen en welke moeten groen blijven? En door middel van beeldkwaliteitsplan. Handreiking met plaatjesenz. Realisatie kan op verschillende manieren plaatsvinden. Gemeente kan alleen haar eigen openbare stukken beheren. Dus rol voor een groot deel ook faciliterend. M: Subsidie om de tuin te ontstenen.
Kaarten met ArcGis gemaakt. Hebben weinig gemeentes gedaan. Ontwikkeld door H2 ruimte en Witteveen en Bos. Dit is wel een heel belangrijk instrument om te hebben als gemeente om het verhaal van de ondergrond te vertellen om integrale goede keuzes te maken. M: Heeft Apeldoorn al echt beleid op het beheer van ondergrondse netwerken?
T: Gemeente Apeldoorn had een projectje met de renovatie van een beek waarbij water werd afgevoerd gecombineerd met huizen waar mensen gootjes konden aanleggen om het water af te voeren en zelf het water opvangen.
T: Weet niet precies wat je daar mee bedoelt
M: Een stukje informatie aan de burgers ook.
Ik ben pas naar een werksessie geweest waar de kabelwerkers ook aanwezig waren.
T: Ik kan je daar wel een leuke folder over toesturen. Ik zal die folder bijvoegen dan zie je daar een goede uitleg van.
Je hebt vak beleid van kabel en leidingwerk en daarnaast keuzes van waar je ze neerlegt. Altijd te maken met bestaande wet- en regelgeving. En altijd de afweging wat doe ik waar.
Vanwege concurrentie weinig abstractie. 106
Waterleidingen werken niet met een bepaald programma maar als iets stuk is. Afstemming heel erg lastig, maar is wel een doel voor de toekomst. Riolering veel meer op termijn en programma’s. Er zijn sowieso al 27 kabelbedrijven. Probeer die ook maar eens af te stemmen. Centraal coördinatiepunt? HJ: ik heb nog twee minuten M: Dit zijn nog veel diepere vragen.
107
b) Welk bouwsteen het meest kansrijk is per type wijk. c) Welke actoren spelen een rol in een de verschillende wijktypes?
Workshop Draaiboek workshop dinsdag 25 november Locatie: Oosterhout Tijdstip: 13.00 – 16.00
Pauze (15 min)
1. Intro (20 min) -
Voorstellen Doel van de middag Resultaten interviews en literatuur Begrip zelfvoorzienende wijk (Kort terugkoppelen/ discussiemoment) Afkadering: de thema’s water, energie, klimaat en voedsel in een bestaande wijk. Uitdagende afbeeldingen (utopische beelden aanreiken als inspiratiebron) Wat gaan we precies doen?
2. Thema’s, bouwstenen en ambitie. (20 min) -
(iedereen)
-
Laat de groep per actor een overzicht maken van
-
a) De rol van de actor (initiatiefnemer, facilitator, investeerder, etc.), b) Ambities van de actor? c) Zijn er wettelijke verplichtingen? Wat is de rol van Antea Group bij de zelfvoorzienende(r) wijk?
5. Strategie (30 min)
(2 groepen)
-
Vorm twee groepen Elke groep maakt een keuze voor het meest kansrijke wijktype Schets het gewenste eindbeeld a) Korte en lange termijn. b) Welke bouwstenen moeten als eerst c) Welke later
-
Welke actoren spelen een cruciale rol en moeten als eerste in het proces worden betrokken?
Presentatie bouwstenen en aanvullingen vanuit de zaal. Ambitie Antea Group per thema
3. Geografie (30 min) -
(Iedereen)
4. Actoren (30 min)
( 3 groepen)
Presentatie drie typen bestaande wijken Groep verdelen in 3 groepjes. a) Elke groep bepaalt welk bouwstenen bij welk wijktype past.
6. Afsluiting min)
(5
108
Programma
-
1. Inleidende presentatie
-
2. Themas’s, bouwstenen en ambities: - Wat zijn de ambities van Antea Group per thema?
Schets (bijvoorbeeld een kaart) met het gewenste eindbeeld op korte en lange termijn Overzicht van actoren die een cruciale rol in het proces speen en daarom als eerste moeten worden betrokken
6. Afsluiting 16:00 – einde
- Wat zijn geschikte bouwstenen voor een zelfvoorzienende wijk?
3. Geografie Verdelen in 3 groepen. Elke groep krijgt drie verschillende wijktypes aangereikt. Per wijk wordt aangegeven: - Welke bouwstenen passen bij dit wijktype? - Welke actoren spelen in deze wijk een rol?
4. Actoren Gehele groep maakt een lijst van actoren. Per actor wordt een overzicht gemaakt: -
De rol van de actor De ambities van de actor Wettelijke verplichtingen van de actor
5. Strategie Verdelen in twee groepen. Elke groep kiest het meest kansrijke wijktype en maakt daarvoor een:
109
Notulen workshop De workshop is begonnen met een korte intro presentatie. In deze presentatie werd er aangegeven waar we mee bezig zijn en wat we vandaag zoal zouden gaan doen. Uiteindelijk kwamen we terecht bij het presenteren van de bouwstenen. Bij deze bouwstenen hadden we een selectie gemaakt van bouwstenen die we in een bestaande wijk zouden kunnen gebruiken. We hebben naderhand gevraagd wat we nog missen:
Vergisting Is een koppelstuk tussen energie en afval; We missen koppelstukken tussen thema’s; Windenergie Uit te voeren op wijkniveau. Lokale initiatieven voor windenergie per gebouw. Is te realiseren indien er een financieel gewin is voor bewoners; Geothermie; Biomassa; Water: Niet te veel afkaderen. Hier de link leggen met andere thema’s. Zoet water is een schaars goed. Oppervlaktewater, hemelwater, grondwater, afvalwater (verontreinigd, matig verontreinigd), Watergebruik (Drinkwater, schoonmaakwater) Belangrijk bij water is de watervraag en wateraanbod. Bouwstenen kunnen zijn: Helofytenfilter, regentonnen, infiltratie, ruimtelijke inrichting Juridsch: Energieakkoord; Financieel: Subsidies (eventueel voor afval) Subsidies kan een koppelstuk zijn.
Klimaat: Smart Cities is een koppelstuk: tweeledig: Je moet slim data gebruiken om slim in te spelen en actoren moeten elkaar vinden Gebruik van parken en groenstroken; Meer water; Bio based economy: plastics kringlopen bijvoorbeeld Voedsel: Kassen verwarmen – warmte koppelen; Kijken naar afzet; Supermarkt stimuleren tot verkoop regio/streekproducten; Supermarkt stimuleren groenafval in de wijk te hergebruiken; Flats van landbouw; Smart-Toren Capelle a/d IJssel (verticale kassenbouw)
Belangrijk bij de zelfvoorzienende wijk is hoe je er naar kijkt. Kijk je alleen naar technische dingen of naar ruimtelijke belemmeringen? Ambities Antea Group Hier is gekeken naar wat de ambitie van Antea Group is. Er is gekeken naar de bedrijfspolicy en de ambitie van de aanwezige personen. Energie Bedrijfspolicy: Geen scherpe doelstelling en geen bedrijfsambitie Groep: Het moet mogelijk zijn om in een regio aan de energievraag te voldoen door het gebruik van duurzame energie. Er is geen verbindende strategie maar ze zijn wel bezig met bouwstenen binnen Antea Group. Ruimte: Toekomst is energie als ordenend principe. Energie als drager van ruimtelijke ordening.
110
Water Water in de stad/wijk. Antea Group heeft daar een kleine positie in. Ruimtelijke adaptatie: hoe ga je met water om? Ambitie: Water als levensader in de wijk. Antea Group als boegbeeld en hoe ga je dat inpassen
Klimaat Antea Group niet co2 gerelateerd. Ambitie: CO2 emissie omlaag en vertalen in adviezen en projecten.
Voedsel Antea Group geen ambitie maar wel kleine projecten. Compostering in relatie tot stadslandbouw. Antea Group initiatief bevorderend.
Bouwstenen per wijktype Hier worden de bouwstenen weergegeven die gezamenlijk gekozen zijn per wijktype. Tussen de haakjes (..) is de keuze beschreven. Naoorlogse wijk Energie
Water
Wegzinkbassins; Water op dak afkopellen
Voedsel
Parkeerplaatsen vervangen door stadslandbouw (draagt bij aan meer groen, voedselvoorziening en sociale cohesie)
Klimaat
Zonnepanelen (Het zijn platte daken. Geschikt voor zonnepanelen) Geothermie (Veel flats, woningbouwcorporatie groot aandeel in de wijk. Collectief gebruik van geothermie) Vergisting (Veel groen in de wijk dus veel groenafval. Kan gebruikt worden voor vergisting)
Winenergie (Rendement is laag maar het is uit te zoeken of het haalbaar is) Zonnecollectoren (Deze zijn rendabel op eengezinswoningen) Begin met verder isoleren van woningen (dak, vloer, wand) Biogas Riothermie (is haalbaar bij een flatgebouw want je kunt het langs de waterafvoer aanleggen, indien riool vervanging moet gebeuren kan dit systeem nog verder aangelegd worden)
Groene daken (Grote platte daken dus flatgebouwen kan dat. In combinatie met zonnepanelen om de paneel te koelen) Groene gevels (lange gevels langs de flatgebouwen. Hier toepassen) Compostering (Groenafval hergebruiken) Hittestress tegengaan door meer groen en water in de wijk
Jaren ’70 wijk 111
Energie
Zonne-energie (boiler en panelen) Biomassa (Veel groen aanwezig in de wijk) Isolatie woningen (jaren 70 nog redelijk slechte isolatie) Veel parkeerplaatsen, smart grid, elektrische energie opwekken om hybride auto’s op te laten lopen Geluidwering icm zonnepanelen
Water
Binnen de hofjes veel te realiseren. Wateropvang, infiltratie enz
Moestuinen (binnen de hofjes kun je aanwezige groen vervangen door moestuinen) Binnen voedsel ook kijken naar afzetmogelijkheden (winkelcentrum etc)
Klimaat
Groene daken; Compostering (Veel groen om te hergebruiken) Biomassa (zie compostering) Hittestress tegengaan door groen en water
Vinexwijk Energie
Zonnepanelen en collectoren (wel individuele afspraken maken over warmte, elektriciteit en transport) Veel forenzen dus geen paniek over warmtevraag
Bevorderen elektrische auto’s Uitgebreidere openbare verlichting slim invullen op duurzame manier Smart-meter (meten van verbruik) Biogas (veel groen en er zijn al gescheiden afvalsystemen)
Water
Opvang en infiltratie in groen Waterweg
Voedsel
Voedsel
Moestuinen/stadslandbouw (veel groen aanwezig. De vraag is alleen of er tijd is om te onderhouden ivm hoog aantal forenzen)
Klimaat
Groene gevels en daken Compostering (Nieuwe wijk, hoe meer groen hoe beter) Biomassa ( veel groen, ook stoken voor winkelcentrum) Hittestress tegengaan door groen en water
Belangrijk Het is goed om stil te staan bij het volgende:
Koppelstukken tussen thema’s Zorgen voor sociale cohesie
112
Koppeling water en energie (energieopwekking uit water, afvalwater en nuttig gebruik van water, Antea Group kan daar veel in betekenen)
Welke wijk liggen de meeste kansen? Mensen hebben verschillende drijfveren. Belangrijke drijfveren zijn: 1. Kostenbesparing; 2. Onafhankelijkheid op gebied van energie. Actoren Corporatie: Gedreven door sociale component en energieprestatie
Provincie: Verduurzamingsgelden Bewoners: meefinancieren als energierekening omlaag gaat Projectontwikkelaars: Alleen als het om reconstructie gaat. Wat, waar, wie Antea Group: water, energie en groen in de wijk. Stadslandbouw als middel om andere doelen te bereiken. Naoorlogse wijk In deze wijk is er meer urgentie op veel vlakken. De gemeente is bezig met sociale problemen enzovoorts. Urgenties liggen vooral op energie en klimaat.
Gemeente: Doelstelling komt van de gemeente. Subsidies verstrekken voor zonnepanelen. Behalen van co2 doelstelling. Het zou mooi zijn als je sociaal geld kunt gebruiken voor duurzaamheidsprojecten.
Achterstandswijken: Sociale problemen, laaggelegen, energieproblematiek, ambitieuze problemen.
Energieleverancier: Zien de lokale initiatieven als bedreiging.
Gemeente Ede: Wil de duurzaamste gemeente van Nederland worden en heeft problematiek op gebied van sociale cohesie.
Antea Group/adviseur: Adviserende rol en aan elkaar knopen van de lijntjes. Het initiëren van projecten met als argument de opgaven die er liggen bij energie van bedrijven en gemeentes.
Gesprek met gemeente Ede en corporatie om te weten welke wijk geschikt is om zelfvoorziening te gaan toepassen.
Financieringsbronnen Gemeente: Duurzaamheidsgelden Woningcorporatie: Verduurzamingsgeld Energiemaatschappij: Positie verstevigen door netten aan te leggen Waterschappen? Hebben wel belang bij water in de stad, maar zullen geen geld inleggen Bedrijven: Als afnemer kunnen ze een rol spelen. Aanbieder van restwarmte mits er een warmtenet ligt. 113