Inspectierapport Greenkidzz B.V. (KDV) Schimmelstraat 14A 1053 TE AMSTERDAM Registratienummer: 152303443
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 10-03-2015 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 21-04-2015
Greenkidzz B.V. - Jaarlijks onderzoek 10-03-2015
1/15
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
Greenkidzz B.V. - Jaarlijks onderzoek 10-03-2015
2/15
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 10 maart 2015 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd. De locatie is in exploitatie vanaf 3 december 2014. Er is een volledig onderzoek uitgevoerd op alle domeinen omdat voor deze locatie nog geen risicoprofiel is opgesteld. De houder is in de gelegenheid gesteld om een aantal (beleids-)stukken na te sturen. De toezichthouder heeft deze op 13 maart 2015 ontvangen en beoordeeld ten behoeve van het onderzoek.
Beschouwing Organisatie Kindercentrum Greenkidzz B.V. is een besloten vennootschap met als enig aandeelhouder De Toverster Beheer B.V. De bestuurder van deze besloten vennootschap is tevens de directrice van Greenkidzz. Daarnaast is zij de directrice van drie andere vestigingen, allemaal genaamd de Toverster en eveneens gevestigd in Amsterdam. Voor de organisatie is een externe vertrouwenspersoon aangesteld voor zowel ouders als beroepskrachten. Locatie De locatie wordt aangestuurd door de directrice van Greenkidzz. Zij is tevens de directrice van drie andere kinderdagverblijven in Amsterdam maar heeft voor deze locaties een leidinggevende aangesteld. Momenteel is de directrice met verlof en worden haar taken waargenomen door de leidinggevende. Kinderdagverblijf Greenkidzz is in eerste instantie gestart met één verticale groep die uit maximaal 10 kinderen tussen de nul en vier jaar oud bestaat. Momenteel loopt er een aanvraag voor een omgevingsvergunning, zodra deze is afgegeven, is de houder voornemens om uit te breiden naar 28 kindplaatsen (een baby- en peutergroep).
Advies aan college van B&W De toezichthouder adviseert om vanwege de geconstateerde overtredingen handhavend op te treden conform het handhavingsbeleid van de gemeente.
Greenkidzz B.V. - Jaarlijks onderzoek 10-03-2015
3/15
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan Er is een pedagogisch beleidsplan opgesteld voor de gehele organisatie. Hierin wordt de pedagogische visie van de houder beschreven. Voor de uitwerking van deze visie heeft de houder gebruikgemaakt van elementen uit diverse pedagogische theorieën die de basis vormen voor het pedagogisch beleidsplan. De vier pedagogische basisdoelen worden in observeerbare termen beschreven: het bieden van emotionele veiligheid, het stimuleren van de persoonlijke en de sociale competenties en het overbrengen van normen en waarden. In eerste instantie is er gestart met een groep die uit maximaal tien kinderen bestaat. De werkwijze voor deze groep wordt beschreven in het pedagogisch beleidsplan. Daarnaast is er in het pedagogisch beleidsplan ook al rekening gehouden met de toekomstige situatie waarbij er sprake zal zijn van een baby- en een peutergroep. Er wordt beschreven op welke momenten en op welke wijze de groepen kunnen worden samengevoegd (met name in de vroege ochtend en in de namiddag) en op welke momenten kinderen hun stamgroep kunnen verlaten. Tevens wordt in het pedagogisch beleidsplan beschreven op welke wijze beroepskrachten worden ondersteund door andere volwassenen (een groepshulp, vrijwilliger, stagiaire), wat het beleid is ten aanzien van de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij worden opgevangen (zowel intern als extern) en wat het beleid is omtrent de afname van extra dagdelen. Het beleid met betrekking tot het vierogenprincipe is toegespitst op de locatie. Er wordt onder andere beschreven op welke wijze het gebouw en het personeelsbeleid bijdragen aan het waarborgen van het vierogenprincipe. Bovendien heeft de houder in iedere ruimte camera's opgehangen waarvan de beelden door de directie bekeken worden. In het 'cameraprotocol' is onder andere vastgelegd wie met welk doel toegang heeft tot de beelden en hoe lang de beelden bewaard blijven. Pedagogische praktijk Het inspectiebezoek heeft plaatsgevonden in de middag. Op dat moment waren er vijf kinderen met twee beroepskrachten aanwezig. Het pedagogisch handelen van de beroepskrachten is beoordeeld naar aanleiding van observaties tijdens verzorgingsmomenten, het vrij spelen en het eetmoment. Uit de observaties is gebleken dat er voldoende invulling wordt gegeven aan de pedagogische basisdoelen: het waarborgen van de emotionele veiligheid, het stimuleren van de persoonlijke en sociale competenties en de overdracht van normen en waarden. Emotionele veiligheid Er heerst een rustige en ontspannen sfeer op de groep; de helft van de aanwezige kinderen ligt nog te slapen aan het begin van het inspectiebezoek. Na enige tijd worden de kinderen wakker en haalt de beroepskracht hen uit bed om hen aan te kleden. De beroepskracht heeft tijdens het verschonen en aankleden veel individuele aandacht voor de kinderen en benoemt hierbij uitgebreid al haar handelingen. Een van de kinderen vertelt trots dat er allemaal sterren op haar shirt staan waarop de beroepskracht antwoordt: 'Heel mooi! Kijk, hier heb ik een rokje met allemaal sterren, dat hoort er zeker bij?' Vervolgens stimuleert zij de peuter om zichzelf aan te kleden en biedt ze ondersteuning als het met de maillot nog wat moeizaam gaat. De baby’s staan in contact met de groep op een manier en vanaf een plaats die veiligheid biedt en bij hun interesse en bevattingsvermogen past. De box is centraal in de groep geplaatst en tijdens de groepsmomenten, bijvoorbeeld als de beroepskrachten aan tafel zitten met de kinderen, worden ook de allerjongsten bij dit moment betrokken. Persoonlijke competenties De beroepskrachten stimuleren de persoonlijke competenties van de kinderen. Er worden op verschillende momenten boekjes gelezen met de kinderen. De beroepskrachten stellen de kinderen hierbij open vragen en gaan in op hun initiatieven. Als een van de verhalen uitgelezen is, pakt een dreumes een boekje over dieren en roept enthousiast: 'Aap!' De beroepskracht neemt het kind met het boekje op schoot en vertelt dat het dier dat zojuist werd aangewezen een pandabeer is. Vervolgens laat de beroepskracht zien dat op een andere plek in het boekje wel een afbeelding van een aap is staat. Kinderen gaan dagelijks naar buiten. In de buitenruimte is zowel vast als los spelmateriaal aanwezig; kinderen worden aangezet tot individueel en gezamenlijk spel. Er is een grote zandbak en een speelhuisje en ook de allerjongsten kunnen in een apart omheind gedeelte van de buitenspeelruimte spelen. Daarnaast maken de beroepskrachten gebruik van de nabije omgeving om de leefwereld van de kinderen te verbreden; er worden onder andere uitstapjes naar de kinderboerderij georganiseerd. Gebruikte bronnen: - Pedagogisch beleidsplan maart 2015 kopie 2 (ontvangen op 13 maart 2015) - Observaties
Greenkidzz B.V. - Jaarlijks onderzoek 10-03-2015
4/15
Personeel en groepen Het kinderdagverblijf wordt geleid door de directrice die tevens bevoegd is om zelf als beroepskracht ingezet te worden. Momenteel is zij met verlof en worden haar taken waargenomen door de leidinggevende die ook de drie andere locaties aanstuurt. Er is één vaste beroepskracht. Zij heeft een nulurencontract tot juni 2015. Tot voor kort was het kindercentrum drie hele dagen en één halve dag geopend, maar sinds een week is het kindercentrum vijf dagen per week open. De leidinggevende heeft verklaard dat er waarschijnlijk per april 2015 een extra beroepskracht in dienst zal treden. Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft beoordeeld dat de personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag die voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd en op dat moment niet ouder is dan twee maanden. Dit betreft naast de directrice, de leidinggevende en de vaste beroepskracht ook een vrijwilliger. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft beoordeeld dat de vaste beroepskracht en de directrice beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Ook de leidinggevende beschikt, na het afronden van het EVC-traject, over een passende kwalificatie. Opvang in groepen Er is één stamgroep voor maximaal tien kinderen tussen de nul en vier jaar oud. Momenteel worden er maximaal zes kinderen per dag opgevangen door twee beroepskrachten. Zodra er een omgevingsvergunning is afgegeven zal er een aanvraag worden ingediend om het aantal kindplaatsen uit te breiden. Het is de bedoeling om uiteindelijk een baby- en een peutergroep te exploiteren bestaande uit respectievelijk 12 en 16 kinderen. Beroepskracht-kind-ratio Tijdens het inspectiebezoek worden er vijf kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. Op de dag van het inspectiebezoek worden er voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van januari, februari en maart 2015 en de bijbehorende werkroosters van het personeel constateert de toezichthouder dat er ook in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal op te vangen kinderen. De beroepskrachten hebben dagelijks de volgende werktijden: van 7.30-16.30 uur en van 9.30-18.30 uur. Zij pauzeren ieder 45 minuten tussen 13.00 en 14.30 uur. Tot een week geleden was het kindercentrum op donderdag gesloten en was er op vrijdag alleen sprake van halvedagopvang. Door een toename van het aantal aanwezige kinderen is het kinderdagverblijf sinds deze week vijf dagen geopend. Gezien het aantal en de leeftijden van de kinderen, is er nog geen sprake van een afwijking van de beroepskracht-kind-ratio. Indien het kindaantal verder toeneemt dient er gedurende de pauzetijden van de beroepskrachten een extra volwassene in het pand aanwezig te zijn, ingeval er wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Op verschillende momenten gedurende de week is er een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig. De achterwacht is dan als volgt geregeld: er zijn drie individuele personen en daarnaast ook medewerkers van een kindercentrum in de buurt, die op deze momenten als achterwacht fungeren. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de achterwachtregeling. Naast de directrice, de leidinggevende en de vaste beroepskracht, is er tevens een vrijwilliger werkzaam op de locatie. Hoewel er op basis van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen geen eisen worden gesteld aan de inzet van vrijwilligers, is het onduidelijk of de werkzaamheden van deze persoon onder vrijwilligerswerk vallen (volgens de Belastingdienst) en of er überhaupt een vrijwilliger ingezet kan worden in een onderneming met een winstoogmerk. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Gedurende de hele opvang wordt door alle beroepskrachten Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: - Afschriften verklaringen omtrent het gedrag, ingezien tijdens het inspectiebezoek - Afschriften beroepskwalificaties, ingezien tijdens het inspectiebezoek - Kopie EVC-certificaat (ontvangen op 13 maart 2015) - Overzicht inzet beroepskrachten (januari-maart 2015) - Presentielijsten (januari-maart 2015) - Pedagogisch beleidsplan maart 2015 kopie 2 (ontvangen op 13 maart 2015) - Gesprek met de beroepskrachten - Inspectieonderzoek Greenkidzz B.V. - Jaarlijks onderzoek 10-03-2015
5/15
Greenkidzz B.V. - Jaarlijks onderzoek 10-03-2015
6/15
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Voor de inventarisatie van de aanwezige veiligheids- en gezondheidsrisico's is gebruikgemaakt van de digitale risicomonitor. De veiligheidsrisico's zijn geïnventariseerd voor de beide leefruimtes, de sanitaire ruimte, de slaapruimte, het kantoor, de entree, de keuken, de binnenbergruimte en de buitenspeelruimte. De gezondheidsrisico's zijn geïnventariseerd op basis van de aanwezigheid van één verticale groep op de thema's ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. In het plan van aanpak is opgenomen welke maatregelen worden getroffen om de risico's te reduceren. Hierbij wordt er verwezen naar verschillende protocollen waaronder het 'protocol veiligheid', 'protocol gezondheid en hygiëne', 'protocol buitenspelen', 'algemene leefregels' en het 'protocol zieke kinderen en medicijnen'. Er is een calamiteitenplan opgesteld waarin onder andere is opgenomen op welke wijze er gehandeld dient te worden in het geval van een calamiteit. Tevens is hierin vastgelegd dat er tweemaal per jaar een ontruimingsoefening gedaan zal worden. De directrice is in het bezit van een EHBO- en BHV-certificaat. Zij heeft tijdens het inspectiebezoek na aanvraag tot registratie verklaard dat ook de beroepskrachten hier (bij)scholing in zullen ontvangen. De vaste beroepskracht is inmiddels opgegeven voor scholing. De leidinggevende die momenteel tevens als beroepskracht werkzaam is op de locatie is in het bezit van een BHV- en (kinder)EHBOcertificaat. Er heeft nog geen ontruimingsoefening plaatsgevonden. Minimaal eens in de vier weken vindt er werkoverleg plaats. Sinds de start van de exploitatie is er in ieder geval drie keer werkoverleg geweest en wel buiten de opvangtijd. Tijdens het overleg zijn onder andere de inhoud van de meldcode, het pedagogisch beleidsplan en de risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid en de bijbehorende protocollen besproken. In verband met de inzet van een vrijwilliger is het in ieder geval zaak in de contracten met vrijwilligers vast te leggen dat zij zich moeten houden aan het beleid en de regels van de organisatie. Ook dient te worden toegezien op naleving van deze regels. In het kindercentrum worden aan de kinderen biologische kant-en-klaar maaltijden aangeboden die dagelijks worden gekocht bij een biologische supermarkt. De beroepskracht vertelt tijdens het onderzoek dat er wordt gelet op de houdbaarheidsdatum, dat de maaltijden dagelijks worden gekocht, dat de maaltijden en/of restjes niet worden ingevroren of opnieuw worden opgewarmd en dat de maaltijden worden verhit tot minimaal 75 °C en direct na het opwarmen naar de groep worden gebracht, zodat de maaltijd nog warm (>60 °C) is. Deze afspraken zijn conform de instructies die zijn opgenomen in het voedingsbeleid van Greenkidzz. Tijdens het inspectiebezoek na aanvraag tot registratie heeft de houder verklaard in de toekomst gebruik te willen maken van buitenbedden. In het inspectierapport d.d. 28 oktober 2014 is opgenomen dat de houder bij aanschaf van de buitenbedden aanpassingen in het veiligheids- én gezondheidsbeleid zou moeten doen. Tijdens het huidige onderzoek is gebleken dat deze buitenbedden inmiddels zijn geplaatst. De bedden zijn echter nog niet in gebruik. Er is verklaard dat op zijn vroegst per 1 april 2015 de bedden in gebruik worden genomen. De houder heeft na het plaatsen van de buitenbedden de risico-inventarisatie veiligheid en het protocol veiligheid aangepast. Niet alle veiligheids- en gezondheidsrisico's die samenhangen met het gebruik van de buitenbedden blijken echter te zijn geïnventariseerd. De risico-inventarisatie gezondheid is niet aangepast en de risicoinventarisatie veiligheid is slechts uitgebreid met één volledig geïnventariseerd risico. Bij het gebruik van buitenbedden moet bij het inventariseren en reduceren van de risico's in ieder geval gedacht worden aan het gebruik tijdens verschillende weersomstandigheden (koude én warme omstandigheden en welke maatregelen er dan worden getroffen), de schoonmaak van de bedden (welke specifieke maatregelen worden er getroffen om bijvoorbeeld schimmelvorming te voorkomen), de leeftijden van de kinderen die deze bedden gebruiken, het toezicht bij het gebruik van de bedden etc. Omdat de gezondheids- en veiligheidsrisico's respectievelijk niet en onvoldoende zijn geïnventariseerd heeft de toezichthouder de samenhang met het beleid onvoldoende kunnen beoordelen (voor wat betreft het gebruik van de buitenbedden). Voor de overige veiligheids- en gezondheidsrisico's heeft de toezichthouder beoordeeld dat er voldoende samenhang is tussen de geïnventariseerde risico's en de genomen maatregelen. Samenvattend De veiligheids- en gezondheidsrisico's die samenhangen met het gebruik van de buitenbedden zijn onvoldoende geïnventariseerd. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.50 lid 1 lid 2 sub a art 1.51 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 lid 2 sub a Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.50 lid 1 lid 2 sub a art 1.51 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a sub b lid 2 sub a Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Greenkidzz B.V. - Jaarlijks onderzoek 10-03-2015
7/15
Meldcode kindermishandeling De organisatie heeft een meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld vastgesteld. Er is hiervoor gebruikgemaakt van het model dat is opgesteld door de Brancheorganisatie Kinderopvang (versie juli 2013). De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode doordat nieuwe medewerkers de opdracht krijgen om de meldcode door te nemen en deze daarna met de directrice of leidinggevende te bespreken. Tevens wordt er in het teamoverleg aandacht besteed aan de inhoud van de meldcode (onder andere de signalen, de routes en verschillende stappen) en wordt de meldcode doorgenomen voorafgaand aan de kindobservaties die tweemaal per jaar uitgevoerd worden. De directrice heeft in het inspectiebezoek na aanvraag tot registratie aangegeven voornemens te zijn om minimaal eens per jaar een training aan te bieden aan de beroepskrachten waarbij een externe deskundige hen schoolt op het gebruik van de meldcode. Tijdens het huidige onderzoek is gebleken dat de beroepskrachten op de hoogte zijn van een groot aantal kenmerken van kindermishandeling en weten wat de eerste stap is bij een vermoeden van kindermishandeling. Sinds de opening van het kindercentrum in december 2014 zijn er geen vermoedens van kindermishandeling geweest. Vierogenprincipe Om het zogenaamde vierogenprincipe te kunnen waarborgen zijn er meerdere maatregelen genomen. Bij de verbouwing van het pand is rekening gehouden met het vierogenprincipe en zoveel mogelijk transparantie gerealiseerd. De leefruimtes hebben deuren met glas en ook vanuit de keuken en het kantoor is er door de grote ramen zicht op de leefruimtes. Vanuit de leefruimtes, de keuken en het kantoor is er zicht op de gehele buitenspeelruimte en andersom. Tevens zijn alle ruimtes voorzien van een camera. Uitsluitend de directie heeft toegang tot de beelden en in het 'Camera protocol' is onder andere vastgelegd met welk doel er van de camera's gebruik wordt gemaakt, wie er toegang heeft tot de beelden en hoe lang de beelden bewaard blijven. Daarnaast is er beleid opgesteld waaruit blijkt dat een open werkklimaat en een open aanspreekcultuur gestimuleerd worden waardoor de drempel om elkaar op bepaalde gedrag aan te spreken zo laag mogelijk moet zijn. Ook in het personeelsbeleid zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden met het vierogenprincipe. Dit betekent dat in de toekomst, wanneer er sprake zal zijn van twee groepen, de groepen in de vroege ochtend en in de namiddag zullen worden samengevoegd als de tweede beroepskracht van iedere groep naar huis gaat. Uitstapjes, zoals naar de nabijgelegen kinderboerderij, vinden vooralsnog alleen plaats in de directe omgeving, een drukbezocht gebied. Gebruikte bronnen: - Toetsingsrapportage Veiligheidsmanagement, d.d. 13 maart 2015 (ontvangen op 13 maart 2015) - Toetsingsrapportage Gezondheidsmanagement, d.d. 7 november 2014 (ontvangen op 10 november 2014) - Notulen werkoverleg december 2014, januari en februari 2015 (ontvangen op 13 maart 2015) - Voedingsbeleidsplan (ontvangen op 7 november 2014) - Cameraprotocol (ontvangen op 13 maart 2015) - Voedingsbeleidsplan (ontvangen op 7 november 2014) - Protocol Veiligheid Greenkidzz (ontvangen op 13 maart 2015) - Protocol veilig slapen en wiegendoodpreventie (ontvangen op 13 maart 2015) - Protocol Hygiëne en gezondheid (versie november 2014, ontvangen op 7 november 2014) - Afschrift EHBO- en BHV-certificaat (ontvangen op 7 november 2014) - Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld van Greenkidzz (ontvangen op 28 november 2014) - Pedagogisch beleidsplan maart 2015 kopie 2 (ontvangen op 13 maart 2015) - Gesprek met de beroepskrachten - Inspectieonderzoek
Greenkidzz B.V. - Jaarlijks onderzoek 10-03-2015
8/15
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Het kindercentrum bestaat uit twee stamgroepsruimtes. Op dit moment is de linker ruimte in gebruik als groepsruimte. Hierin worden maximaal tien kinderen opgevangen. Deze ruimte beschikt volgens de aangeleverde plattegrond over 61,70 m², ruim voldoende voor tien kinderen. De tweede groepsruimte wordt momenteel gebruikt als activiteitenruimte voor met name de peuters. In de toekomst is het de bedoeling om een aparte baby- en peutergroep te exploiteren waarbij beide ruimtes in gebruik zullen worden genomen. De tweede stamgroepsruimte heeft volgens de plattegrond een oppervlakte van 74,41 m². De ruimtes zijn passend ingericht voor de leeftijd van de kinderen. Bij de inrichting van de ruimtes is al rekening gehouden met de toekomstige situatie waarbij er sprake zal zijn van een aparte baby- en peutergroep. De ene ruimte (de huidige verticale groep en toekomstige babygroep) is ingericht met onder andere een leeshoek, een speelkleed, een box, een tent en tunnel en verschillend los speelmateriaal. In de andere groep (toekomstige peutergroep) is een winkeltje dat tevens als poppenkast gebruikt kan worden, een autokleed met auto's, verschillende constructiematerialen zoals blokken, rollenspelmaterialen zoals verkleedkleding en materialen voor de fijne motoriek zoals puzzels en knutselmaterialen. Een aantal materialen van de peutergroep is beschikbaar gesteld op de babygroep omdat er momenteel sprake is van een verticale groep. Het kindercentrum heeft twee slaapkamers waarvan vooralsnog één slaapkamer is ingericht met bedden. In deze slaapkamer staan acht bedden. Daarnaast zijn er vier buitenbedden en zes stretchers. Dit aantal is voldoende afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte Er is een toegankelijke, aangrenzende buitenruimte die volgens de plattegrond een oppervlakte heeft van 159,96 m² en daarmee voldoende is voor de opvang van 10 kinderen en voor het toekomstige aantal van 28 kinderen. De beide groepsruimtes hebben een eigen toegang tot de buitenruimte. De buitenruimte is ingericht met verschillende vaste speeltoestellen waaronder een grote houten boot die tevens als zandbak gebruikt kan worden, een houten speelhuisje met een glijbaan en een tipi-tent van bamboe. Daarnaast is er een afgescheiden gedeelte beschikbaar voor de allerjongsten zodat zij veilig buiten kunnen spelen. Tevens is er divers los speelmateriaal beschikbaar zoals fietsjes, poppenwagens, ballen en zandspullen. Indien het kindercentrum in de toekomst mocht uitbreiden wat betreft het aantal kindplaatsen, zal er goed gekeken moeten worden naar de plek van de buitenbedden. De kinderen die buiten liggen te slapen en de kinderen die buiten zullen spelen, mogen geen hinder (geluidsoverlast of beperking van de beschikbaarheid van de buitenspeelruimte) ondervinden van elkaar. Gebruikte bronnen: - Plattegrond (d.d. 21 oktober 2014, behorende bij de aanvraag omgevingsvergunning) - Pedagogisch beleidsplan maart 2015 kopie 2 (ontvangen op 13 maart 2015) - Inspectieonderzoek
Greenkidzz B.V. - Jaarlijks onderzoek 10-03-2015
9/15
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders door middel van een informatiebrochure, de website www.greenkidzz.nl, een intakegesprek, een jaarlijkse ouderavond en maandelijkse nieuwsbrieven. In de informatiebrochure informeert de houder de ouders onder andere over het pedagogisch beleid van het kinderdagverblijf, de beroepskracht-kindratio, de groepsgrootte, de opleidingseisen van de beroepskrachten, de mate waarin en de voorwaarden waaronder beroepskrachten in opleiding belast kunnen worden met de opvoeding en verzorging van kinderen, het veiligheids- en gezondheidsbeleid (waaronder de jaarlijkse risico-inventarisaties) en de klachtenregeling. Ouders kunnen op de website via 'Algemeen-Inspectierapporten' het afschrift van het laatste inspectierapport raadplegen. Oudercommissie De houder heeft nog geen oudercommissie ingesteld en nog geen oudercommissiereglement vastgesteld. De leidinggevende heeft tijdens het inspectiebezoek aangegeven dat er momenteel twee geïnteresseerde ouders zijn die lid willen worden van de oudercommissie. Binnenkort zal een vergadering worden ingepland. Binnen zes maanden nadat de aanvraag tot registratie is gedaan dient de houder een oudercommissie te hebben ingesteld en een reglement te hebben vastgesteld. Deze termijn is op 28 februari 2015 reeds verstreken. Doordat er (nog) geen oudercommissie is ingesteld, is het adviesrecht niet beoordeeld. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld. (art 1.59 lid 1 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen.)
De houder heeft een oudercommissie ingesteld. (art 1.58 lid 1 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen.)
Klachten De houder heeft een klachtenregeling ingesteld voor zowel de ouders als de (toekomstige) oudercommissie. Deze regeling is te vinden in de informatiebrochure en op de website. De houder is voor beide regelingen aangesloten bij een onafhankelijke klachtencommissie, namelijk de ZcKK. De houder brengt de klachtenregeling op passende wijze onder de aandacht van ouders door middel van de website en de informatiebrochure. De regeling geeft duidelijk weer dat een ouder zich te allen tijde tot de onafhankelijke klachtencommissie kan richten. Gebruikte bronnen: - Website www.greenkidzz.nl (geraadpleegd op 17 maart 2015) - Website www.zckk.nl (geraadpleegd op 2 april 2015) - Informatiebrochure (versie onbekend, ontvangen op 28 november 2014) - Pedagogisch beleidsplan maart 2015 kopie 2 (ontvangen op 13 maart 2015) - Inspectieonderzoek
Greenkidzz B.V. - Jaarlijks onderzoek 10-03-2015
10/15
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruikmaken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. A. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. Of B. De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. Beroepskracht-kind-ratio Greenkidzz B.V. - Jaarlijks onderzoek 10-03-2015
11/15
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Gebruik van de voorgeschreven voertaal A. De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Of B. Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte
Greenkidzz B.V. - Jaarlijks onderzoek 10-03-2015
12/15
Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. Oudercommissie De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld. De houder heeft een oudercommissie ingesteld. Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement. De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 1.60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen
Greenkidzz B.V. - Jaarlijks onderzoek 10-03-2015
13/15
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
Greenkidzz B.V. 000030010551
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
Greenkidzz B.V. Van Mourik Broekmanstraat 21 1 1065 ER AMSTERDAM 60855010
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. drs. M.F.A. Hammerstein
10 Nee
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Gemeente Amsterdam : Amstel 1 : 1011 PN AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
Greenkidzz B.V. - Jaarlijks onderzoek 10-03-2015
: : : : :
10-03-2015 08-04-2015 20-04-2015 21-04-2015 29-04-2015
: 29-04-2015 :
14/15
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze Greenkidzz: Wij zijn hartstikke blij met het inspectierapport. Wij werken er dagelijks hard aan om de kwaliteit en veiligheid te bevorderen en te waarborgen. Wij zijn blij met de complimenten en zullen er ook alles aan doen om deze te behouden. Wel was er een aandachtspunt m.b.t. het buitenslapen. Tijdens het inspectiebezoek werden de buitenbedden nog niet gebruikt. De buitenbedden worden sinds begin april 2015 gebruikt. De instructies voor de buitenbedden hebben wij net voordat ze in gebruik zijn genomen uitgebreid, gespecificeerd en uitvoerig besproken met de pedagogische medewerkers. De pedagogische medewerkers zijn op de hoogte van de risico's die kleven aan het slapen in buitenbedden. Wij hebben een apart protocol (protocol buitenslapen) hieraan gewijd en een aantal beleidstukken hierop aangepast. Tevens hebben wij ook een buitenthermometer aangeschaft. Met vriendelijke groeten, Leidingggevende M. Fazazi
Greenkidzz B.V. - Jaarlijks onderzoek 10-03-2015
15/15