1
Inhoudsopgave Inleiding Kerngegevens
3 7
Beleidsbegroting I
Programmaplan • Bestuur, Wijkontikkeling en Dienstverlening • Ruimtelijke Ontwikkeling • Sociale Infrastructuur • Stadseconomie • Veiligheid • Woonmilieu • Financiën
II Paragrafen • Bedrijfsvoering • Grondbeleid • Grote Stedenbeleid (GSB) • Lokale Heffingen • Onderhoud Kapitaalgoederen • Financiering • Verbonden partijen • Weerstandsvermogen
9 10 19 31 43 53 59 67
115 116
III Financiële Begroting Overzicht baten en lasten met toelichting Per programma de raming van de baten en lasten en saldo met als toelichting: • Overzicht van de geraamde algemene dekkingsmiddelen • Specificatie van mutaties in voorzieningen per programma • Specificatie van mutaties in reserves per programma • Algemene uitkering uit het gemeentefonds • Extra Inzet
121 122 123
IV Producten per programma
125
71 72 77 81 91 100 101 106 112
Programmabegroting 2008
120 121
2
Inleiding
4
Met de invoering van de programmabegroting in 2004 is ook het ontwikkelingstraject van de programmabegroting gestart. De opzet was om op basis van evaluaties en verbetertrajecten de komende jaren de programmabegroting te vervolmaken. De programmabegroting 2007 kan gezien worden als het meest complete binnen het gehanteerde format. Evaluatie en rapportages van de rekenkamer hebben er voor gezorgd dat het format niet meer voldoet aan de eisen. Met ingang van de programmabegroting 2008 (de vijfde begroting) is een ander format geïntroduceerd. Het model 2008 geeft invulling aan de wens naar een meer concrete benoeming van doelen en effecten. Ook de ken- en stuurgetallen zijn in het nieuwe format prominenter geplaatst. De introductie, implementatie en uitvoering van de nieuwe programmabegroting heeft plaatsgevonden in een roerige tijd. Het project Samen Schiedam zorgde voor bezinning en heroriëntatie bij vele medewerkers en dus ook bij de schrijvers van de programma’s. Op de wens van de raad, rekenkamer, college en ambtelijke organisatie om grotere betrokkenheid bij de opstelling van de programmabegroting is een klankbordgroep actief geweest. Leden van de auditcommissie en vertegenwoordigers van de ambtelijke organisatie hebben gedurende het traject invloed kunnen uitoefenen op het format en de conceptteksten. Het nu voorliggende is het eerste en voor 2008 het meest haalbare resultaat binnen het nieuwe format. Hieronder wordt het format verder toegelicht. Het gaat uit van enkele simpele uitgangspunten: • Eenvoud; hou het simpel; • Consistentie; een programma heeft een logische opbouw, van abstract naar concreet. Per beleidsonderdeel komen telkens de drie “W-vragen” aan de orde: • Wat willen we bereiken? • Wat gaan we ervoor doen? • Welke indicatoren maken dit meetbaar?
Missie (programmadoelstelling) Per programma wordt beknopt (één à hooguit drie zinnen) en onderscheidend de missie c.q. de programmadoelstel-
ling beschreven, welke uitmondt in een algemene, in kwalitatieve termen verwoorde doelstelling. Het gaat hierbij om de te bereiken maatschappelijke effecten, dat wil zeggen het beoogde gevolg van het gemeentelijk beleid in de Schiedamse samenleving.
Context en achtergrond Aan het begin van het programma wordt kort aandacht besteed aan de context en achtergronden. Bijvoorbeeld: (a) waar staan we met dit programma, (b) actuele ontwikkelingen (lokaal, regionaal en landelijk), (c) beschrijving landelijk speelveld, (d) invloed mogelijke exogene factoren en (e) welk beleid (beleidsnota's) is (zijn) op het terrein van het programma in voorbereiding.
Kaderstellende beleidsnota’s Hier worden de belangrijkste en nog actuele beleidsdocumenten genoemd. Om dit onderdeel niet te dominant in de programma's aanwezig te laten zijn, wordt alleen de titel en tussen haakjes het jaartal van vaststelling vermeld. De beleidsnota’s kunnen gegroepeerd naar programma op intranet worden gezet, zodat raadsleden genoemde beleidsdocumenten gemakkelijk kunnen raadplegen.
Beleidsonderdelen Het programma wordt indien dit uit meerdere beleidsterreinen bestaat opgeknipt in beleidsonderdelen. Terugkerende vragen bij elk beleidsonderdeel zijn: • Wat willen we bereiken in de periode 2008-2012? • Wat gaan we ervoor doen? • Hoe meten we dit met effect- en prestatie-indicatoren? (in de vorm van een tabel met indicatoren). De doelstellingen worden per programma-onderdeel meetbaar gemaakt met effect- en belevingsindicatoren en de prestaties (inspanningen/activiteiten) met behulp van prestatie-indicatoren. Zo ontstaat een gelaagdheid in de opbouw van de programma’s. Van abstract en kwalitatief in de missie naar specifiek en kwalitatief in de beleidsdoelen en tenslotte naar specifiek en meetbaar in dit onderdeel van het programma. De indicatoren worden opgenomen in een tabel.
5
Hiervoor wordt het volgende model gehanteerd: Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarde 2008 2009
2010
2011
- indicator a - indicator b - enzovoort * E= effectindicator en P= Prestatie-indicator
Extra Inzet
Tot Slot
In de nieuwe opzet van de programmabegroting 2008 is het overzicht van de Extra Inzet per programma behouden. Hieronder ziet u in grafiek de Extra Inzet 2008 ten opzichte van eerdere jaren.
Zoals boven gemeld is de begroting 2008 de eerste in een nieuw format. Dit zorgt voor nieuwe vragen en methoden bij de realisatie. Het gehanteerde format zorgt gedurende het realisatieproces voor bezinning over de juiste interpretatie. Hierover zijn verschillende inhoudelijke discussies gevoerd die voor de komende jaren een verdere ontwikkeling van de begroting garanderen. Voor deze begroting betekent dat er tussen de programma’s nog verschillen op detailniveau waarneembaar zijn. In een enkel geval geraakt het detail het niveau van de productenbegroting. Er is voor gekozen om deze verschillen te laten bestaan. De discussie over het aggregatieniveau is een zinvolle. Het is voor alle betrokkenen een zoektocht naar het juiste. Een uitnodiging hiertoe is onweerstaanbaar.
Extra Inzet begroting 2008 bedragen x 1.000 3.900 3.800 3.700 3.600 3.500 3.400 3.300 3.200
2005
2006
2007
2008
Naast deze Extra Inzet ten laste van de exploitatie wordt ook nog 21,5 miljoen Extra Inzet toegekent ten laste van de reserves. Zie hiervoor bladzijde 123.
Programmabegroting 2008
6
Kerngegevens
8
Kerngegevens Sociale structuur
Begroting 2007
Begroting 2008
75.982 17.612 47.027 11.343
75.466 17.201 46.734 11.531
Begroting 2007
Begroting 2008
1.989 1,66 33 35.583 221.000 600 90.000 95.000
1.989 1,66 33 35.400 1.896.535 2.100 1.080.788 98.500
Begroting 2007
Begroting 2008
Totaal uitgaven
214.140
268.002
Totaal inkomsten
214.140
268.333
80.717
85.952
Aantal inwoners Inwoners 0-19 jaar Inwoners 20-64 jaar Inwoners 65 en ouder
Fysieke structuur Oppervlakte gemeente Oppervlakte binnenwater Oppervlakte historische kern Aantal woningen Lengte wegen binnen de bebouwde kom (2007 m1, 2008 m2) Lengte wegen buiten de bebouwde kom (2007 m1, 2008 m2) Lengte recreatieve fiets-, ruiter-, en wandelpaden (2007 m1, 2008 m2) Lengte waterwegen (in m1)
Financiële structuur
Algemene uitkering Gemeentefonds
Beleidsbegroting
l Programmaplan Bestuur en dienstverlening Ruimtelijke ontwikkeling Sociale Infrastructuur Stadseconomie Veiligheid Woonmilieu Financiën
10
Bestuur, Wijkontwikkeling en Dienstverlening Missie (overkoepelende programmadoelstelling)
Het Beleidsonderdeel Bestuur:
De gemeente staat voor een daadkrachtig bestuur van de wijken, de stad en de regio. Hierin staan de mensen in de wijken en de stad centraal. Het gemeentebestuur wil de inzet en betrokkenheid van “Alle Schiedammers” maximaal benutten. Om dit te bereiken streeft de gemeente naar een permanente verbetering van haar dienstverlening en een open bestuurscultuur die alle Schiedammers stimuleert zoveel mogelijk initiatieven te nemen.
Om adequaat te presteren voert de gemeente vijf rollen uit, die ieder om een andere houding, andere prestaties en andere competenties vragen. De gemeente manifesteert zich achtereenvolgens als bedrijf/dienstverlener, ontwikkelaar, regeltoepasser en handhaver, politieke organisatie en beheerder.
Context en achtergrond In dit hoofdstuk passeren de onderdelen bestuur, wijkontwikkeling en dienstverlening de revue. De gemeenschappelijke noemer van deze onderdelen is dat ze alle drie van buiten naar binnen kijken. Daaronder wordt verstaan dat het gemeentebestuur naar een open en duurzame relatie met de stad streeft en daarin de inwoners centraal stelt. Onmiddellijk na haar aantreden heeft het college een begin gemaakt met deze werkwijze. Zo is het collegewerkprogramma 2006-2010, getiteld “Alle Schiedammers”, totstandgekomen na een uitgebreide consultatieronde van de inwoners. Voor de gemeente heeft deze consultatieronde er toe geleid dat onderwerpen als klantgericht- en wijkgericht werken, met een sterke nadruk op burgerparticipatie, centraal in de bedrijfvoering staan. Zichtbare en tastbare resultaten in wijken en buurten moeten samen met goede communicatie het vertrouwen in de gemeente herstellen. De gemeente biedt daarbij burgers de ruimte (onder meer via ondersteuning en facilitering) voor burgerinitiatieven. Vanuit de onderdelen bestuur, wijkontwikkeling en dienstverlening formuleren we de volgende ambities voor de ambtelijke organisatie van 2010. Wij willen een organisatie zijn die: • vraag- en oplossingsgericht denkt, • uitstekende dienstverlening levert, • transparant is, • dicht bij de mensen staat, • maatwerk levert waar nodig is, • burgers in staat stelt en stimuleert om mee te denken, mee te praten en mee te beslissen, • slagvaardig inspeelt op nieuwe ontwikkelingen en • knelpunten doortastend aanpakt. Realisatie van deze ambities, levert een bijdrage aan de verbetering van het imago van het gemeentebestuur en de stad.
De dienstverlenende rol vraagt om een vraaggerichte, proactieve, open houding naar de inwoners. De handhavende rol vraagt om consequent en voorspelbaar gedrag, waarbij de gemeente de afstand tot de burgers moet bewaren. De rol die de gemeente vervult, is ook van invloed op de wijze waarop zij omgaat met externe partijen. Bij de uitbesteding van werkzaamheden, is de gemeente opdrachtgever en kan zij eisen stellen. In het geval de gemeente ontwikkelaar is, ligt de nadruk veel meer op relatiemanagement en partnerschap. De tevredenheid van de inwoners hangt af van de prestaties die de gemeente in elk van deze rollen levert. Bij vergunningverlening verwacht de burger een andere type prestatie dan wanneer hij wordt uitgenodigd om mee te denken over de ontwikkeling van de buurt. Burgers staan dus ook op meer dan één manier in relatie tot de gemeente en vervullen dus ook weer verschillende rollen, te weten: • de burger in zijn rol als afnemer van diensten is de klant; • de burger die samen met de gemeente maatschappelijke vraagstukken aanpakt is de partner; • de burger die geconfronteerd wordt met bestuursdwang is de onderdaan; • de burger is een kiezer wanneer hij de leden van de raad kiest; • en tot slot is de burger ook nog een keer gebruiker van de openbare ruimte. Om de gestelde bestuurlijke doelen te bereiken en te komen tot uitvoering van beleid moet er voldoende realiseringskracht zijn. Dit betekent dat onze bestuursstijl aansluit op de wijze waarop we onze doelen willen bereiken. Als leidend motief voor de komende jaren zien we onze rol meer en meer verschuiven naar regisseren en waarnodig faciliteren.
11
Het beleidsonderdeel Wijkontwikkeling: Onder de noemer Wijkontwikkeling vallen drie thema’s samen. 1. Het bevorderen van een positieve ontwikkeling in de negen wijken. Daarbij wordt prioriteit gegeven aan de wijken die op één of meerdere terreinen een achterstandsscore behalen. Deze achterstandscore wordt bepaald door de sociaaleconomische situatie, de ervaren leefbaarheid en verloedering en de mate waarin bewoners een vooruitgang of achteruitgang van hun wijk verwachten. Op basis van de onderstaande figuren wordt de prioriteit voor de aanpak bepaald. Deze aanpak krijgt – door middel van een programmatische en projectmatige inzet – vervolgens een vertaling in concrete maatregelen en projecten. Het wijkplan West, het wijkplan Zuid, de Sociale Wijkvisie Groenoord en het Actieplan Oost zijn in uitvoering. Ook het Rijk gaat uit van een zelfde prioriteitstelling. Het programma Sociale Actie Nieuwland & Groenoord is inmiddels in uitvoering en aan het Wijkactieplan Nieuwland wordt in het kader van de Vogelaaraanpak hard gewerkt. 2. Het bevorderen van de bewonersparticipatie. Bij het wijkgericht werken wordt in samenspraak en in overeenstemming met de wens van bewoners gewerkt aan de juiste maatregelen voor de juiste problemen. Door middel van wijkoverleggen, wijkbudgetten en sinds 2007 wijkjaarprogramma’s worden bewoners gestimuleerd initiatieven te nemen en zich actief op te stellen in hun eigen woon- en leefomgeving. Bovendien stelt het wijkjaarprogramma bewoners in staat de inzet in hun eigen wijk mede vorm te geven. 3. De intermediaire functie tussen de bewoners en bewonersorganisaties en de ambtelijke organisatie. Het informeren en betrekken van bewoners is een product van Wijkontwikkeling, waarmee de beleidsvorming en inspraaktrajecten een positieve stimulans krijgen.
Figuur 1: Sociaal-economische situatie van de buurten in Schiedam (bron: rapport Buurtsignalering 2006)
Schiedam
Spal./Sveap. Woudhoek Kethel Groenoord Nieuwland Zuid West Oost Centrum -40 -35 -30 -25 -20 -15 -10 Achteruitgang
-5
0
5
10 15
20
25
Vooruitgang
Figuur 2: Toekomstverwachting voor de eigen buurt (bron: Leefbaarheidsonderzoek 2006)
Programmabegroting 2008
30
35
12
Centrum Oost West Zuid Nieuwland Groenoord Kethel Woudhoek Spaland/Sveaparken Schiedam
1
2
3
6,9 6,0 7,0 7,2 6,5 6,9 7,7 7,4 7,5 6,9
6,8 6,2 7,0 7,0 6,3 6,7 7,6 7,3 7,4 6,8
5,4 6,1 4,9 5,0 5,2 5,6 3,6 4,2 3,7 5,0
1 Gemiddeld rapportcijfer woonomgeving per wijk 2 Gemiddeld rapportcijfer leefbaarheid per wijk 3 Indicator verloedering per wijk (hoe lager het cijfer hoe beter, geen rapportcijfer)
Voorbeelden hiervan zijn het realiseren van een 24-uurs dienstverlening aan de klant via het digitale loket, het instellen van één telefoonnummer met callcenter en het gebruiken van klachten als instrument voor verbetering. 2. Dienstverlening vraagt een pro-actieve en klantgerichte houding van alle medewerkers. Dit omvat ook grenzen stellen en uitleggen waarom iets niet kan. Niet alle wensen en behoeften kunnen vervuld worden. 3. Afspraak is Afspraak. Dit betekent, dat klanten altijd tijdig, adequaat en volledig antwoord krijgen op hun vragen, klanten geen last mogen hebben van hoe de gemeente georganiseerd is, doorverwijzingen zo min mogelijk plaats vinden en processen transparant zijn en door de burger gevolgd kunnen worden.
Figuur 3: Indicatoren voor de waardering van de woonomgeving, de leefbaarheid en de openbare ruimte per wijk. (bron: Leefbaarheidsonderzoek 2006)
Beleidsonderdeel Dienstverlening Onze gemeente wordt steeds meer de poort tot de publieke dienstverlening. In dit verband draagt de gemeente er zorg voor dat burgers en bedrijven alle producten zo snel en goed mogelijk kunnen afnemen. Dat kan ook een doorverwijsfunctie naar andere overheden en ketenpartners betekenen. De kwaliteit van onze dienstverlening verbetert. Het is de bedoeling dat we in 2008 servicenormen gaan hanteren. Het college wil daarom bereiken dat de gemeentelijke afdelingen een open blik naar de omgeving hebben en vanuit deze houding in staat zijn het beleid via een pragmatische en samenhangende wijze tot uitvoering te brengen. Onderzoeken naar klanttevredenheid, verwachtingen en imago worden verricht om een helder inzicht in de kwaliteit van de dienstverlening te krijgen en te houden. Vermindering van de gemeentelijke regeldruk (=de paarse krokodil) wordt voor zover dat mogelijk is gerealiseerd. Ter verbetering van de huidige dienstverlening met een pakket aan klantgerichte producten is een nieuw dienstverleningsconcept vastgesteld met daarin drie centrale peilers: 1. Dienstverlening is het voortdurend vertalen van nieuwe ontwikkelingen en veranderingen in de dagelijkse dienstverlening.
Kaderstellende beleidsnota’s Algemeen: Collegewerkprogramma 2006-2010; Kadernota Communicatie; Protocol interactieve beleidsvorming; Notitie organisatieontwikkeling ‘Samen Schiedam’.
Voor het beleidsonderdeel bestuur: Algemene commissieverordening en de notitie ‘Beter Vergaderen’; Verordening burgerinitiatief; Verordening maatschappelijke verkenning; Protocol actieve informatievoorziening; Doorontwikkeling ambtelijke organisatie/regiegemeente.
Voor het beleidsonderdeel wijkontwikkeling: De kadernota wijkgericht werken; Wijkplan West; Wijkplan Zuid; Wijkvisie Groenoord; Actieplan Oost (in voorbereiding); Wijkactieplan Nieuwland (in voorbereiding).
Voor het Beleidsonderdeel dienstverlening: Werkdocumenten organisatieontwikkeling; Notitie digitale dienstverlening (in voorbereiding); Het dienstverleningsconcept.
13
2. Vergroting van de participatie door burgers bij het besluitvormingsproces: 1. Het uitvoeren van het protocol interactieve besluitvorming; 2. Het houden van 10 burgerpanels, waar ook controversiële onderwerpen ter sprake komen; 3. Blijvend en actief burgers informeren over de mogelijkheid een burgerinitiatief in te dienen; 4. Bevorderen van een open bestuursstijl door het college van burgemeester en wethouders. Dat betekent dat het bestuur: • ruimte laat voor verschillende alternatieven; • meer initiatief bij partners in de stad wil leggen; • samen met partners in de stad wil zoeken naar oplossingen voor problemen; • innovatieve en experimentele manieren van samenwerken nadrukkelijk wil opzoeken.
Beleidsonderdeel Bestuur: wat willen we bereiken; wat willen we er voor doen Wat willen we bereiken: 1) Een goede bereikbaarheid van college- en raadsleden waardoor de Schiedammer meer tevreden wordt over het functioneren van het stadsbestuur; 2) Vergroting van de participatie door burgers bij het besluitvormingsproces; 3) Een verbeterde toegankelijkheid van informatie voor raadsleden en burgers.
Wat gaan we ervoor doen: 1. Goede bereikbaarheid van college- en raadsleden, zodat de Schiedammer meer tevreden wordt over het stadsbestuur: 1. Opstellen van een stadsvisie; 2. Gevolgd door een stadsconferentie die moet leiden tot besluitvorming over concrete voorstellen voor de imagoverbetering, inclusief het opstellen van streefwaarden 2010 voor de Imagoverbetering van Schiedam bij de Schiedammers; 3. Opstellen van een communicatienota; 4. Betere ondersteunen en faciliteren van burgerinitiatieven; 5. Organiseren van spreekuren van portefeuillehouders; 6. Inspreken tijdens het stadserf; 7. Weblog van collegeleden; 8. Organiseren van collegelunches voor instellingen, bedrijven en burgers.
3. Een verbeterde toegankelijkheid van informatie voor raadsleden en burgers. In de relatie tussen de gemeenteraad en het college: 1. Actief sturen van het college op toezeggingen en moties; 2. Invoeren van een extranet voor raadsleden. De burgers: 1. een enquête houden over de toegankelijkheid van (digitale) informatie; 2. digitaliseren en actualiseren van de verordeningen.
Tabel effect en prestatie-indicatoren Imago van het stadsbestuur
Eens 2004
2007
Oneens 2004
2007
Het bestuur van Schiedam doet veel moeite om problemen in de stad aan te pakken.
20%
33%
27%
23%
Beloften gedaan bij de gemeenteraadsverkiezingen worden nagekomen.
7%
14%
28%
25%
Gemeenteraadsleden weten over het algemeen wat er leeft onder de mensen in Schiedam.
14%
32%
38%
33%
Het bestuur van de stad is er tot nu toe behoorlijk in geslaagd om belangrijke problemen in de stad op te lossen.
12%
11%
40%
45%
Programmabegroting 2008
Streefwaarde 2010
14
Imago van Schiedam
In Schiedam is het prettig wonen Als ik de kans krijg ga ik liever buiten Schiedam wonen Schiedam is een gezellige stad Schiedam heeft een aantrekkelijke binnenstad Schiedam is een schone stad Schiedam is een veilige stad Schiedam is een stad met weinig groen Ik ben trots op mijn stad
Eens 1997
2007
Oneens 1997
2007
84% 30% 60% 58% 41% 36% 41% 57%
68% 30% 30% 21% 15% 20% 36% 33%
8% 50% 21% 28% 42% 38% 40% 19%
8% 44% 35% 56% 53% 41% 38% 20%
Het beleidsonderdeel Wijkontwikkeling: wat willen we bereiken; wat willen we er voor doen Wat willen we bereiken: 1. Wijkgerichte diensten zijn gericht op het bevorderen van de participatie van wijkbewoners, afstemmen van instellingen die actief zijn in de wijk, vormgeven aan wijkgerichte communicatie en het leveren van wijkgerichte inbreng ten behoeve van beleidsontwikkeling. Deze diensten worden in alle negen wijken geleverd. 2. Het wijkjaarprogramma vormt een medium voor wijkgerichte inzet in alle negen wijken, in samenspraak met bewoners wordt dit product geoptimaliseerd. 3. Door inhoud te geven aan wijkgerichte projectidentificatie worden op wijkniveau projecten ontwikkeld en in uitvoering gebracht. 4. Burgerparticipatie wordt bevorderd door op wijkniveau bewonersorganisaties te faciliteren, bewonersondersteuning en opbouwwerk te bieden. Hierbij is de Kadernota Wijkgericht werken leidend. 5. Door organisatiebrede inzet te leveren ten behoeve van interactieve beleidsvorming en inspraak, op wijkniveau interne en externe adviezen te leveren en sociale activiteiten in de wijk te bevorderen wordt een bijdrage geleverd aan een prettige en veilige woon- en leefsituatie in de wijken.
Wat gaan we ervoor doen: 1. Wijkgerichte diensten • Zes wijkoverleggen per wijk; • Bezoeken van het college aan de wijken; • Structureel professionalsoverleg per wijk;
2.
3. 4.
5.
Streefwaarde 2010
• Besteding wijkbudgetten in samenspraak met bewoners; • Bewoners informeren en consulteren; • Uitdragen van kennis over de wijk; • Situatie in de wijk vertalen in wijkgerichte aanpak. Wijkjaarprogramma • Naast de Wijkplannen van West en Zuid zijn een Sociaal-economische wijkvisie Groenoord, een Actieplan Oost en een Wijkactieplan Nieuwland in voorbereiding; • Jaarlijks per wijk een wijkjaarprogramma opstellen; • Uitvoering lopende wijkjaarprogramma’s monitoren. Projectidentificatie • Invullen projectleiderschap sociaal. Bewonersondersteuning en opbouwwerk • Faciliteren actieve bewoners en bewonersorganisaties, ombouw subsidiestelsel en ondersteuning overkoepelende initiatieven; • Bevorderen representativiteit (georganiseerde) participatie; • Bewonersondersteuning en opbouwwerk. Beleidsontwikkeling • Leveren van organisatiebrede inzet ten behoeve van interactieve beleidsvorming; • Beleidsontwikkeling op het vlak van wijkontwikkeling; • Visieontwikkeling op de wijken; • Uitwerking diverse deelterreinen aan wijkontwikkeling gerelateerd beleid; • Vorm en inhoud geven aan buurtanalyses ten behoeve van intern gebruik.
15
Tabel prestatie en effectindicatoren Omschrijving
Wijkoverleggen organiseren Besteding wijkbudgetten Jaarlijkse cyclus wijkjaarprogramma’s Projectleiderschap sociaal Participatie bij inspraak en beleidsontwikkeling mede organiseren Nota Wijkontwikkeling Buurtanalyses
E / P*
Bron
P P P P P
KWW KWW CWP KWW PIB
P P
CWP APW
Nulmeting (jaar)
2008 54 9 9
9
Streefwaarde 2009 2010 54 54 9 9 9 9 projectmatig i.s.m. vakafdelingen
9
9
2011 54 9 9
9
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator KWW CWP PIB APW
= = = =
kadernota wijkgericht werken collegewerkprogramma protocol interactieve beleidsvorming afdelingsplan wijkzaken
Het beleidsonderdeel Dienstverlening: wat willen we bereiken; wat willen we er voor doen 1. Centraal aanspreekpunt voor de burgers. 2. Stabilisatie van het aantal klachten; toename van het aantal meldingen; afdoening van bezwaarschriften conform de landelijke termijnen. 3. Toename kwaliteit van dienstverlening. 4. Directe service vanuit het huis van de burger, 24 uur bereikbaar.
Wat gaan we ervoor doen: 1. Centraal aanspreekpunt voor burgers. 1. Scheppen van logistieke randvoorwaarden zoals bouwkundige aanpassingen in het stadskantoor (frontoffice/stadswinkel); 2. Formatieherziening + opleiden van medewerkers; 3. Opstellen van een ICT visie; 4. Implementatie van de landelijke 14010 nummers. 2. Stabilisatie van het aantal klachten; toename van het aantal meldingen; afdoening van bezwaarschriften conform de landelijke termijnen. 1. Opzetten van een klachtenregistratiesysteem; 2. Jaarlijks evalueren van de klachtenprocedures.
3. Toename kwaliteit van dienstverlening. 1. Opstellen van Servicenormen en deze gaan hanteren. 2. Opstellen van een format voor het burgerjaarverslag waarbij het gaat om het heet monitoren van de dienstverlening en de bejegening van de inwoners van de stad. 3. Monitoren en aanpassen van het dienstverleningsconcept gericht op het verbeteren van het concept. 4. De gemeentelijke dienstverlening en uitvoering stelt eisen aan de beleidsvoorbereiding, zodanig dat de beleidsvoorbereiding een dienstverleningsgericht karakter krijgt. 5. Verminderen van gemeentelijke regeldruk door: • opstellen plan van aanpak voor vermindering van de administratieve lastendruk voor burgers en bedrijven; • invoeren van de gedereguleerde APV; • invoeren van de gedereguleerde VNG modelverordeningen. 6. Verbeteren juridische kwaliteit door: • eenduidig gemeentelijk optreden; • risicobeheersing bij grote projecten; • aandacht voor nieuwe landelijke en Europese regelgeving. 4. Directe service vanuit het huis van de burger, 24 uur bereikbaar. 1. Promoten van dienstverlening op afspraak en digitale dienstverlening (E-loket); 2. Uitbreiden van digitale dienstverlening.
Programmabegroting 2008
16
Tabel effect en prestatie-indicatoren Tevredenheid over de dienstverlening: Wijze contact
(zeer) tevreden 2004 2007
2002
Streefwaarde 2008
mondeling telefonisch schriftelijk e-mail
81% 55% 37% 43%
74% 67% 48% 58%
85% 53% 47% 63%
85% 65% 55% 65%
totaal
73%
71%
77%
78%
Omschrijving
Rapportcijfer burgers m.b.t. gemeentelijke dienstverlening % tijdig afgehandelde bezwaarschriften WWB % tijdig afgehandelde overige bezwaarschriften
E P P
Bron
Nulmeting 2006
Streefwaarde 2008
Statistiek BJZ BJZ
7 64% 50%
7,1 95% 95%
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
Gemiddeld rapportcijfer voor de website op drie aspecten: www.schiedam.nl Uiterlijk/opzet 2004: 6,8 2007: 7,1 2008:
Gebruiksgemak 2004: 6,5 2007: 6,7 2008: 6,8
Informatieaanbod 2004: 6,6 2007: 6,9 2008: 7
WAT GAAT HET KOSTEN?
Bestuur, Wijkontwikkeling en Dienstverlening Bedragen x 1.000
Rekening 2006
Raming 2007
Raming 2008
Raming 2009
Raming 2010
Raming 2011
Raming 2012
12.353 2.138
11.360 1.371
14.081 1.178
14.170 1.178
14.170 1.178
14.272 1.178
14.052 1.178
- 10.215
- 9.989
- 12.903
- 12.992
- 12.992
- 13.094
- 12.874
– –
– –
– –
– –
– –
– –
– –
- 10.215
- 9.989
- 12.903
- 12.992
- 12.992
- 13.094
- 12.874
Omschrijving
2008
2009
2010
2011
Geboortekoffer Burgelijke stand
5.000
10.000
10.000
10.000
Totaal
5.000
10.000
10.000
10.000
Totaal lasten Totaal baten Resultaat voor bestemming Onttrekking reserves Toevoeging reserves Resultaat na bestemming
Extra Inzet Bestuur, Wijkontwikkeling en Dienstverlening
onderdelen
en
programma’s al en beleidsontwikkeling
P P P P P
KWW KWW CWP KWW PIB
P P
CWP APW
54 9 9
54 54 9 9 9 9 projectmatig i.s.m. vakafdelingen
9
9
9
Goede bereikbaarheid college- en raadsleden
9 Bestuur
Prestatie-indicator
icht werken amma eve beleidsvorming zaken
b.t. gemeentelijke dienstverlening zwaarschriften WWB erige bezwaarschriften Prestatie-indicator
(bereiken?)
54 9 9
Vergroting participatie burgers bij besluitvorming
Verbeterde toegankelijkheid informatie voor raadsleden en burgers
E P P
Bron
Nulmeting 2006
Streefwaarde 2008
Statistiek BJZ BJZ
7 64% 50%
7,1 95% 95%
Daadkrachtig bestuur van wijken, stad en regio samen met de burgers. Continue verbetering dienstverlening en een bestuurscultuur die Schiedammers stimuleert tot nemen van initiatieven.
(doen?) • • • • • • •
opstellen stadsvisie (gev opstellen communicatien ondersteunen/faciliteren spreekuren portefeuilleh inspreken tijdens stadse weblog collegeleden collegelunches voor inst
• • • •
x-maal uitvoeren protoco houden van 10 burgerpa informeren burgers over bevorderen open bestuu
• actief sturen op colleget • opstellen termijnagenda • invoeren extranet voor ra
• houden burgerenquête o informatie • digitaliseren/actualisere
Wijkgerichte diensten (participatie, afstemming en communicatie)
• • • • • • •
zes wijkoverleggen per w collegebezoeken van de struct. professionaliserin besteden wijkbudgetten informeren/consulteren uitdragen kennis over de wijksituatie vertalen in w
Optimalisatie wijkjaarprogramma
• voorbereiden wijkplanne Groenoord/actieplannen • opstellen wijkjaarprogram • monitoren lopende wijkja
Wijkontwikkeling Wijkgerichte projectidentificatie Bevordering bewonersondersteuning en opbouwwerk
Interactieve beleidsvorming en inspraak op wijkniveau
Centraal aanspreekpunt voor burgers
Stabilisatie klachten/toename meldingen/tijdige afdoening bezwaarschriften Dienstverlening Toename kwaliteit dienstverlening
Directe service vanuit huis burger (24 uur bereikbaar)
• invullen projectleidersch
• faciliteren bewoners(orga diestelsel) • bevorderen representativ • ondersteunen bewoners • • • • •
inzetten voor interactieve beleid ontwikkelen m.b.t visie ontwikkelen op de uitwerken aan wijkontw. vorm/inhoud geven aan
• • • •
scheppen logistieke rand herzien formatie/opleide opstellen van een ICT-vis implementeren landelijke
• opzetten klachtenregistr • jaarlijks evalueren klach • • • • • •
opstellen/hanteren Serv heet monitoren dienstve monitoren en aanpassen beleidsvoorbereiding is d verminderen gemeenteli verbeteren juridische kw
• promoten dienstverl. op • uitbreiden digitale diens • invoeren callcenter/klan
19
Ruimtelijke Ontwikkeling Missie (overkoepelende programmadoelstelling) Een goed functionerende, bereikbare en vitale stad door het stellen van kaders voor een goede inpassing van ruimtelijk-functionele ontwikkelingen en het bevorderen van de ruimtelijke en milieu kwaliteit met behoud van archeologische waarden.
Context en achtergrond Ruimtelijke ontwikkeling Antwoord moet worden gevonden op nieuwe maatschappelijke trends/behoeften en wetgevende kaders. Op regionaal niveau is dit bijvoorbeeld het uitwerken van het Ruimtelijk Plan RegioRotterdam 2020 (RR2020) en het zoeken van samenwerking met andere gemeenten op grensoverschrijdende thema’s (bijvoorbeeld herstructurering Spaanse Polder, Schieveste en Stedenbaan, landschapsontwikkelingsplan Midden-Delfland of aanpak Nieuw Mathenesse). Op rijksniveau is dit het nieuw planologisch en juridisch instrumentarium dat voortvloeit uit de Nota Ruimte, de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) en sectorale wetgeving (milieu, archeologie). De invoering van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening in juli 2008 (naar verwachting) brengt wijzigingen met zich mee in instrumenten en procedures, die in de gemeentelijke organisatie moeten worden geïmplementeerd. De verplichting tot het digitaliseren van bestemmingsplannen in de nieuwe Wro zal er toe moeten gaan leiden dat alle Schiedamse bestemmingsplannen digitaal beschikbaar en uitwisselbaar zijn en via internet raadpleegbaar zijn voor de burgers. Ook is de ambitie om meer nadruk te leggen op het formuleren van beleid in ruimtelijke beleidsnota’s ten aanzien van één ruimtelijk aspect zoals de hoogbouwvisie en de sportveldenvisie (en minder op ad hoc basis). Op stedelijk niveau vraagt de gedachte voor transformatie van delen van de rivieroevers, maar ook de aanpak van de binnenstad om aandacht vanwege de noodzaak de effecten (ruimtelijk en programmatisch) op de rest van de stad in beeld te brengen, ook in de tijd. Dit soort ontwikkelingen dragen er toe bij dat er behoefte bestaat te komen tot een herijking van de ruimtelijke ontwikkelingsvisie Schiedam uit 2005. Daarmee is in 2007 een aanvang gemaakt. Deze globale stedelijke visie wordt ook uitgezet in een uitvoeringsprogramma met (sleutel)pro-
jecten, gebiedsgericht en thematisch, die vervolgens opgepakt zullen worden. Ook is in 2007 het projectplan actualisatie bestemmingsplannen 2007-2011 opgesteld, dat een projectmatige aanpak voor staat met als doel de actualisatie van de bestemmingsplannen onder controle te brengen en volgens planning te laten verlopen. Bij de opstelling van het projectplan bleek dat voor verschillende gebieden nieuwe visievorming nodig is om actuele toekomstbestendige bestemmingsplannen te kunnen formuleren. De hoogbouwvisie, een toekomstvisie voor Harga, een visie op de toekomst van Beatrixpark/Thurlede, een visie op de wijk Oost, een masterplan openbare verlichting, maar bijvoorbeeld ook een stedenbouwkundige visie voor de wijk Zuid zijn concrete voorbeelden van uitwerkingstrajecten. Naast de meer ontwikkelingsgerichte projecten is er de aanpak in tal van wijken in de stad waar beheer de boventoon voert. Daar treden voornamelijk kleinschalige ontwikkelingen op (verbouw, functiewijziging, kleinschalige nieuwbouw), waarbij het er om gaat deze goed in te passen in de bestaande omgeving. Er wordt naar toe gewerkt voor deze gebieden actuele beheer bestemmingsplannen op te stellen, inclusief bijbehorende beeldkwaliteitsplannen. Met betrekking tot bereikbaarheid is een intensieve wisselwerking met het economische en ruimtelijke ontwikkelingsbeleid noodzakelijk. Bereikbaarheid stuurt in belangrijke mate de ruimtelijke en economische ontwikkeling. Schieveste en Vijfsluizen zijn juist door een goede bereikbaarheid tot ontwikkeling gekomen. Omgekeerd zorgen ruimtelijke ontwikkelingen voor verkeers- en vervoersstromen. Het toevoegen van woningen, arbeidsplaatsen en voorzieningen leidt tot meer mobiliteit, bovenop de autonome groei. De fysieke ruimte voor verkeersfuncties is beperkt en nauwelijks uitbreidbaar. Dat stelt strikte randvoorwaarden aan grotere en kleinere gebiedsontwikkelingen en geeft extra druk op het beïnvloeden van de mobiliteitsontwikkeling. Ook op buurt- en straatniveau is er de wisselwerking tussen verkeerskundige en de stedenbouwkundige inrichting, waarbij de uitstraling (in relatie tot parkeren) en verkeersveiligheid en verblijfskwaliteit belangrijke thema’s zijn bij onderhoud en (her)inrichting van het openbaar gebied.
Programmabegroting 2008
20
Verkeer en vervoer
Kaderstellende beleidsnota’s
Het beleidsonderdeel verkeer en vervoer zorgt voor duurzame bereikbaarheid en een verkeersveilig verkeerssysteem. Het draagt daarmee bij aan een optimale ruimtelijke, sociale en economische ontwikkeling en het richt zich op vlot afwikkelen van vrachtverkeer en personenverkeer per auto, openbaar vervoer en langzaam verkeer in, van en naar Schiedam. Dit is een aanzienlijke opgave, gegeven de toename van de mobiliteit en de beperkte ruimtelijke mogelijkheden om nieuwe infrastructuur te realiseren. Ook de noodzaak tot het beperken, bij voorkeur terugbrengen van de negatieve effecten van het verplaatsen in de vorm verkeersonveiligheid en uitstoot van geluid en schadelijke stoffen, vergroten deze opgave.
• Nota Ruimte (rijksbeleid); • Ruimtelijk Plan Regio Rotterdam 2020, RR2020 (2005, beleid provincie/stadsregio); • Groenstructuurplan (1996); • Ruimtelijke Ontwikkelingsvisie Schiedam (2005); • Nota Architectuur en Welstand (2004); • Nota Actualisering bestemmingsplannen (2001); • Projectplan actualisering bestemmingsplannen 20072011 (2007); • Milieubeleidsplan 2002-2006 (looptijd met 2 jaar verlengt); • Archeologiebeleid 2007-2011; • Regionaal en gemeentelijk bodembeleid en bodembeheersplan; • Waterplan Visie 2006-2015; • Kadernotitie Gemeentelijk verkeers en vervoerplan GVVP 2007; • Uitvoeringsagenda Regionale Verkeers- en Vervoersplan 2007, en gemeentelijke reactie; • Deltaplan duurzame Bereikbaarheid 2007; • Update OV-netwerk Stadsregio 2006, OV concessie 2007-2008, Programma van eisen OV-concessie 2009 e.v.; • Evaluatie fietsnota en uitvoeringsprogramma 2007-2011; • Beleidsnotitie verkeersregelingen 2007; • Kadernotitie parkeren 2007; • Nota luchtkwaliteit; • Herijking ruimtelijke Ontwikkelingsvisie; • College werkprogramma (2007); • Grootstedenbeleid (jaar); • Gemeentelijk rioleringsplan 2003-2007 (2003); • Beheerplan Openbare Ruimte Schiedam (BOR) (2002, niet geactualiseerd op basis van jaarplannen); • Beheerplannen 2005-2008: wegen, bruggen en sluizen, groen, milieu, straatmeubilair en verkeersveiligheid, openbare verlichting, meerjaren(beheer)plan riolering, verkeersregelinstallaties, parkeerautomaten, speelvoorzieningen en waterbeheerplan; • Groenstructuurplan 1996-2006 (1995; verlopen).
Mobiliteit in het algemeen en vervoerwijzekeuze van personen in het bijzonder zijn van veel factoren afhankelijk: inkomen, gezinssamenstelling, leeftijd, fysieke gesteldheid, beschikbaarheid van vervoermiddelen, totale bevolkingsomvang et cetera. Niet al deze factoren zijn door de gemeente te beïnvloeden. Anderszijds moet niet worden onderschat wat ook op lokaal niveau kan worden bereikt in termen van beïnvloeden van de mobiliteitsontwikkeling. Een belangrijk deel van het verkeersbeleid richt zich hierop. Voor wat betreft personen mobiliteit is niet verbieden, maar verleiden het credo. Door het bieden van goede alternatieven voor de auto, fiets en openbaar vervoervoorzieningen en mobiliteitsmanagement. Voor wat betreft het tegengaan van negatieve effecten door het vrachtverkeer is sprake van beide invalshoeken.
Archeologie In de loop van 2007 zal de nieuwe Monumentenwet in werkingtreden. Hiermee is het Verdrag van Malta dat het belang van archeologie heeft vastgelegd in de Nederlandse wetgeving verankerd. Bij de actualisering van de bestemmingsplannen wordt het aspect archeologie inmiddels meegenomen. Daarnaast zal voor een eerste toetsing een archeologische waardenkaart worden ontwikkeld. Voor ruimtelijke ontwikkelingen waarbij er nog geen geactualiseerd bestemmingsplan beschikbaar is kan de archeologische waardenkaart, die moet worden vastgesteld door de raad, en de nieuwe Monumentenwet als instrument worden gebruikt om archeologische waarden veilig te stellen.
21
Beleidsonderdeel Ruimtelijke ontwikkeling Wat willen we bereiken? 1. Verbetering van de ruimtelijke en economische ontwikkeling. Het gaat er om te bereiken dat Schiedam zich in ruimtelijk en economisch opzicht als stad door kan ontwikkelen in de komende jaren, daarbij inspelend op nieuwe maatschappelijke behoeften en trends. Dit vraagt om ruimtelijke visievorming en de doorvertaling daarvan tot het niveau van uitvoering, oftewel het stellen van kaders om ruimtelijk-functionele ontwikkelingen goed in de stad in te passen: ruimtelijk, programmatisch en in de tijd. 1.1 herijken en uitvoeren programma Ruimtelijke Ontwikkelingsvisie Schiedam; 1.2 vormen ruimtelijke visies t.b.v. bestemmingsplannen; 1.3 stedenbouwkundig planvorming op wijkniveau. 2. Versterking ruimtelijke kwaliteit. Aandacht voor kwaliteit moet meer voorop komen te staan. Dit zal zich uiten in: 2.1 een verbeterde stedenbouwkundige kwaliteit (architectuur); innoverende ontwikkeling op markante plekken; 2.2 een versterkte groenstructuur; 2.3 een verbeterde kwaliteit van de openbare ruimte. 3. Mogelijk maken van gewenste ruimtelijke ontwikkelingen: 3.1 beschikken over actueel ruimtelijk kader; 3.2 juridisch en procedureel faciliteren van gewenste ruimtelijke ontwikkelingen; 3.3 voldoen aan nieuwe wetgeving Wro (ingang 1 juli 2008); 3.4 een grotere betrokkenheid van burgers bij de totstandkoming van bestemmingsplannen.
Wat gaan we ervoor doen: 1. Verbetering van de ruimtelijke en economische ontwikkeling. Stellen van kaders voor een goede inpassing van ruimtelijke-functionele ontwikkelingen. 1.1 herijken en uitvoeren programma Ruimtelijke Ontwikkelingsvisie Schiedam (2008 t/m 2011). • uitwerken Schieveste (2008 t/m 2011); • opstellen en uitwerken visie Waterfront (2008 t/m 2011);
• opstellen en uitwerken visie Hof van Spaland (2008 t/m 2011); • opstellen integrale gebiedsvisie Harga; • uitwerken visie Stadsas Nieuwe Damlaan (2008 t/m 2011); • uitwerken Sportveldenvisie (2008 t/m 2011). 1.2 vormen ruimtelijke visies t.b.v. bestemmingsplannen. • opstellen ruimtelijke/stedenbouwkundige visie Nieuw-Mathenesse; • opstellen ruimtelijke visie/stedenbouwkundige visie Schiedam-Zuid; • opstellen ruimtelijke visie/stedenbouwkundige visie Schiedam-Oost; • uitvoeren Plan van aanpak uitplaatsen bedrijven Polderweg. 1.3 stedenbouwkundig planvorming op wijkniveau. Plannen op wijkniveau ontwikkelen en tot uitvoering brengen: stedenbouwkundige planvorming voor concrete ruimtelijke projecten (bouwplannen, herstructureringsprojecten): bouwplannen in Nieuwland (Utopia, Parkweg), West (locatie oude ziekenhuis). 2. Versterking ruimtelijke kwaliteit. Opstellen visies en omgevingsplannen: 2.1 een verbeterde stedenbouwkundige kwaliteit (architectuur); innoverende ontwikkeling op markante plekken opstellen van een hoogbouwvisie. 2.2 een versterkte groenstructuur • opstellen structuurvisie Beatrixpark; • uitwerken toekomstvisie c.q landschapsontwikkelingsplan Midden-Delfland (2008 t/m 2011). 2.3 een verbeterde kwaliteit van de openbare ruimte. • herinrichten Boterstraat (2008); • opstellen masterplan verlichting (2008 2009); • herprofileren Nieuwe Damlaan (Stadsas) (2008). 3. Mogelijk maken van gewenste ruimtelijke ontwikkelingen: 3.1 beschikken over actueel ruimtelijk kader. • actualiseren verouderde bestemmingsplannen gericht op beheer (conserverend); • actualiseren verouderde bestemmingsplannen gericht op nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen of transformatie van gebieden (gemeentebrede projecten).
Programmabegroting 2008
22
3.2 juridisch en procedureel faciliteren van gewenste ruimtelijke ontwikkelingen. • leveren van juridisch advies en ruimtelijke onderbouwing bij beoordeling van bouwaanvragen en ontwikkelingsplannen; • voeren van vrijstellingsprocedures ten behoeve van bouwplannen en afdoen van planschadeverzoeken. 3.3 voldoen aan nieuwe wetgeving Wro (ingang 1 juli 2008).
• tot uitvoering brengen nieuwe Wet ruimtelijke ordening; opstellen plan van aanpak en implementeren plan van aanpak in de organisatie; • digitaliseren van bestemmingsplannen; opstellen plan van aanpak en implementeren plan van aanpak in de organisatie. 3.4 een grotere betrokkenheid van burgers bij de totstandkoming van bestemmingsplannen. • interactieve communicatie over bestemmingsplannen.
Planning voor vaststelling door gemeenteraad: 2008 2009 2010
Bestemmingsplan
Soort
Polderwetering Oost Schieveste Kethel Nieuw-Mathenesse
beheer beheer ontwikkeling; project Schieveste beheer ontwikkeling; project Herstructurering Nieuw-Mathenesse beheer beheer beheer beheer ontwikkeling ontwikkeling; project Waterfront
Zuid West Woudhoek Spaland Harga Havens
2011
X X X X X X X X X X X
Tabel effect en prestatie-indicatoren Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (2007)
Streefwaarde 2008 2009
2010
2011
Percentage gemeentelijk grondgebied dat bedekt is met actuele bestemmingsplannen (vastgesteld door gemeenteraad sinds 2001)
P
39%
42%
68%
79%
99%
Aantal vast te stellen bestemmingsplannen
P
6
2
5
2
2
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
23
Beleidsonderdeel Milieu Wat willen we bereiken: 1. Integratie van milieuaspecten in alle ruimtelijke ontwikkelingen. Deze milieuaspecten zijn; bodem, externe veiligheid, geluid, water en luchtkwaliteit. 2. Versterking van het integrale milieubeleid. 3. Verbeteren van de bodemkwaliteit: • voorkomen van stagnatie vanwege bodemaspecten bij ruimtelijke en economische ontwikkelingen; • beheersen van alle ernstige gevallen van bodemverontreiniging in 2030. 4. Bereiken van een duurzaam, schoon, heel en veilig watersysteem.
Wat gaan we ervoor doen: 1. Integratie van milieuaspecten in alle ruimtelijke ontwikkelingen. • opstellen van een milieuparagraaf bij ieder nieuw bestemmingsplan; • opstellen van een waterparagraaf bij ieder nieuw bestemmingsplan; • integrale milieuadvisering bij alle overige ruimtelijke procedures.
2. Versterking van het integrale milieubeleid. • opstellen van een milieubeleidsplan 2008-2012; • jaarlijks opstellen van een milieu-uitvoeringsprogramma (mup); • jaarlijks opstellen van een milieujaarverslag. 3. Verbeteren van de bodemkwaliteit. • opstellen nieuw bodembeleid; • ontwikkelen van een nieuw bodembeheersplan met een asbestkansenkaart in 2008; • uitvoeren bodemprogramma 2005-2009. In het kader van ISV, deze is direct gekoppeld aan een financieringssystematiek. Deze systematiek zorgt ervoor dat ruimtelijke en economische ontwikkelingen die stageneren vanwege bodemproblematiek, worden vlotgetrokken. 4. Bereiken van een duurzaam, schoon, heel en veilig watersysteem. • samenwerken met diverse partijen en gebruikers die betrokken zijn bij de inrichting, het beheer en onderhoud van stedelijk water; • opstellen van een meerjaren uitvoeringsprogramma in 2008; • uitvoeren van de onderdelen opgenomen in het meerjaren uitvoeringsprogramma.
Tabel effect en prestatie-indicatoren Omschrijving
E/P*
Aantal opgestelde milieuparagrafen Suggestie: percentage bestemmingsplannen dat milieuparagraaf heeft
P
Aantal opgestelde waterparagrafen Suggestie: percentage bestemmingsplannen dat een waterparagraaf heeft
P
Aantal bodemsaneringsbeschikkingen
P
Percentage bodemoppervlak dat gesaneerd is.
E
Bron
Uitvoeringsprogramma bodem
Nulmeting (jaar)
Streefwaarde 2008 2009
2010
2005
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
Programmabegroting 2008
2011
24
omvattende doelstelling integratie van archeologie in de ruimtelijke ordening; • ontwikkelen van een archeologische waardekaart; • alle ruimtelijke ontwikkelingen (tot bouwplanniveau) toetsen aan de archeologische waardekaart.
Beleidsonderdeel Archeologie Wat willen we bereiken: Behoud van archeologisch erfgoed.
Wat gaan we ervoor doen: • uitvoeren archeologisch beleid 2007-2011 met als meest
Tabel effect en prestatie-indicatoren Omschrijving
Percentage ontwikkelingen die zijn getoetst aan de archeologische waardekaart
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarde 2008 2009
2010
2011
P
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
Beleidsonderdeel Verkeer en Vervoer Het onderdeel Verkeer en vervoer heeft de volgende beleidsonderdelen: 1. gemotoriseerd verkeer: auto-, motor- en het vrachtverkeer; 2. langzaam verkeer: fietsverkeer en voetgangers; 3. openbaar vervoer: bus, trein, OV taxi; 4. parkeren; 5. mobiliteitsmanagement.
2. Langzaam verkeer (fiets en voetganger) Wat willen we bereiken? 1. Groei van het langzaam verkeer binnen Schiedam (2006-2011). 2. Minder slachtoffers in het langzaam verkeer (20062011). 3. Betere toegankelijkheid openbaar gebied voor minder validen.
Wat gaan we ervoor doen? 1. Gemotoriseerd verkeer Wat willen we bereiken? 1. Optimale afwikkeling van het autoverkeer op de hoofdwegenstructuur (2006-2020). 2. Minder slachtoffers in het autoverkeer (2006-2011). 3. Afname overschrijdingen luchtkwaliteit.
Wat gaan we ervoor doen? 1. Optimale afwikkeling van het autoverkeer op de hoofdwegenstructuur (2006-2020). • realisering ontsluiting Schieveste, aanpassing ’s Gravelandseweg; • aansluiting Vijfsluizen (studie); • aanpak verkeersafwikkeling Stadsas. 2. Minder slachtoffers in het autoverkeer (2006-2011). • realisatie rotondes, aanpak black-spots; • introductie verkeerslichtenbeïnvloeding door nood- en hulpdiensten (2006-2011). 3. Afname overschrijdingen luchtkwaliteit. • milieuzonering Binnenstad; • milieuzonering Knappertlaan en G. Verboonstraat.
1. Groei van het langzaam verkeer binnen Schiedam (2006-2011). • aanleg nieuwe fietspaden en ontbrekende schakels; • asfaltering fietspaden; • vergroten aantal buurtfietsenstallingen en stallingsmogelijkheden bij (nieuwbouw)woningen; • uitbreiden fietsparkeerplaatsen centrum en stations (2007-2010). 2. Minder slachtoffers in het langzaam verkeer (20062011). • uitvoeren maatregelen fietsbeleid (fietsstructuur, bebording, antidiefstal, fietsparkeerplaatsen); • verkeerseducatie voor basisonderwijs. 3. Betere toegankelijkheid openbaar gebied voor minder validen. • uitvoeringsprogramma toegankelijkheid.
3. Openbaar vervoer Wat willen we bereiken? 1. Groei van het OV gebruik (bus, trein, OV taxi). 2. Betere fysieke toegankelijkheid van bussen voor minder validen (2007-2009).
25
Wat gaan we ervoor doen?
Wat gaan we ervoor doen?
1. Groei van het OV gebruik (bus, trein, OV taxi). • IC status Schiedam Centrum (NS); • aanleg station Kethel (Prorail/ NS); • aantakking Hoekse metro (SR, Prorail); • uitvoering TramPlus (SR); • overleg met concessiehouder busvervoer. 2. Betere fysieke toegankelijkheid van bussen voor minder validen (2007-2009). • aanleggen verhoogde bushalteperrons (2007-2010); • onderzoek naar structureel gratis OV voor doelgroepen.
• uitbreiden parkeerregime; • uitbreiden (gebouwde) parkeergelegenheid; • vergroten gebruik parkeergarages.
5. Mobiliteitsmanagement Wat willen we bereiken? 1. Een goede en duurzame bereikbaarheid. 2. Verschuiving vervoerswijze keuze van auto naar openbaar vervoer en fiets en carpoolen. 3. Mijden spits.
Wat gaan we ervoor doen? 4. Parkeren Wat willen we bereiken? 1. Verbeteren gebruik van de schaars beschikbare parkeerruimte (2006-2010). 2. Verminderen van de overlast in woonwijken door geparkeerde auto’s van woon-werkverkeer en bezoekers van het centrum.
• opstellen flankerend verkeersbeleid; • met bedrijven organiseren vervoermanagement op bedrijventerreinen; • bevorderen gebruik alternatieve vervoerswijzen bij evenementen; • ondersteunen verbeteren van informatievoorziening over vervoerswijzekeuze; • ondersteunen Week van de Vooruitgang.
Tabel effect en prestatie-indicatoren Verkeer en vervoer Indicator Aantal kilometers file Aantal slachtoffers (dodelijk en letsel) Aantal te realiseren projecten Infraplanning
E/P
Bron
E E
Gemeente Rdam/SR? Gemeente/ Ongevallenstatistiek Gemeente, infrastructuurplanning
P
Beleidsonderdeel Beheer en Onderhoud Openbare Ruimte Wat willen we bereiken: 1. Een verbetering van de objectieve beeldkwaliteit in de stad op basis van de besluitvorming in het kader van de “Stuur-variant”. Hogere kwaliteit openbare ruimte in aandachtsgebieden. 2. Burgers ervaren beeldkwaliteit positief. Burgers voelen zich meer betrokken bij de leefomgeving. Burgers ervaren de serviceverlening positief. 3. Instandhouding dan wel een verbetering van de functionaliteit van de inrichting van de openbare ruimte. 4. Een toename van de kwaliteit van water, groen en stadsnatuur in de stad.
Kengetal (jaar)
2008
2009
2010
2011
Wat gaan we ervoor doen: 1. Een verbetering van de objectieve beeldkwaliteit in de stad op basis van de besluitvorming in het kader van de “Stuurvariant”. Hogere kwaliteit openbare ruimte in aandachtsgebieden. • Sturen op beeldkwaliteit. • Toepassen/hanteren van striktere kwaliteitsnormen. • Inzetten van toezichthouders ten behoeven van het toetsen en bewaken van de kwaliteit en contractafspraken met ONS. • Opbouwen van een afdeling regie Beheer en Onderhoud Openbare Ruimte. • Opstellen beeldkwaliteitprofielen en beheerbeleid, met behulp van de beeldschaalbalken uit de kwali-
Programmabegroting 2008
26
teitscatalogus van de CROW. Een beeldschaalbalk bestaat uit een reeks van 5 kwaliteitsbeelden A+ t/m D, waarbij A+ de hoogste kwaliteit is en D de laagste. Voor 2007 is kwaliteitsbeeld “B” het uitgangspunt. In 2008 vindt opnieuw besluitvorming plaats over de na te streven kwaliteiten in de stad (stuurvariant). • Start maken conform programma met inhalen achterstand groot onderhoud (periode van 5 jaar t/m 2012). • Monitoren van de kwaliteit van de Openbare ruimte. • Opstellen van een “verordening kabels en leidingen”. 2. Burgers ervaren beeldkwaliteit positief. Burgers voelen zich meer betrokken bij de leefomgeving. Burgers ervaren de serviceverlening positief. • Communicatie en participatie; • Invoeren communicatieplan en voorlichting geven over werkzaamheden gemeente; • Deelnemen aan het wijkoverleg; • Houden van buurtschouwen; • Burgers laten participeren in denk en besluitvormingsprocessen; • Invoeren van een interactief klachten afhandelingsysteem; • Het doen van statistisch onderzoek naar (beheer) openbare ruimte.
3. Instandhouding dan wel een verbetering van de functionaliteit van de inrichting van de openbare ruimte. • Verbeteren functionaliteit buitenruimte; • Aanleggen van en zorgen voor veilige speelgelegenheden; • Uitvoeren speelruimteplan; • Uitvoeren baggerplan; • Maken programma van eisen voor de buitenruimte; • Extra aandacht geven aan het onderhoud in de binnenstad. 4. Een toename van de kwaliteit van water, groen en stadsnatuur in de stad. • Verbeteren kwaliteit water en natuur; • Opstellen beleidsplan grondwater; • Opstellen waterplan, beleid, en uitvoeringsgedeelte; • Actualiseren groenstructuurplan, aanvullen met paragraaf over natuurlijk beheer in de stad; • Opstellen bomenplan; • Opstellen verbreed gemeentelijk rioleringsplan (GRP).
27
Indicatoren In onderstaande tabel zijn de prestatie indicatoren vermeld die gehanteerd worden in het beheer openbare ruimte. Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarde 2008 2009
2010
2011
• Mate waarin de openbare buitenruimte voldoet aan het vastgestelde beeldkwaliteitsprofiel stuurvariant
P
Kwaliteitsplan OR
2005 en 2007
80%
90%
100%
100%
• % waarin de kwaliteitswaarde D voorkomt in onderhoud
P
Kwaliteitsplan OR
2005
<5%
<4%
<3%
<2%
• % waarin bewoners belevingswaarden C en D waarnemen voor schoon, heel en veilig per wijk voor alle voorzieningen per voorziening (bewonersschouw)
P
Monitoringsplan
2007
<20%
<15%
<12%
<10%
• Mate waarin bewoners tevreden zijn over de kwaliteit van het onderhoud
E
Omnibus onderzoek
2008
50%
60%
70%
75%
• Mate waarin bewoners tevreden zijn over serviceverlening bij klachten en meldingen
E
Bewonersschouw
2008
50%
60%
70%
75%
• % van bewoners dat bekend is met de servicelijn (> 18 jr.)
P
Melddesk/ omnibus onderzoek
2008
30%
40%
50%
60%
• % klachten en meldingen dat verholpen kan worden binnen de gestelde behandeltermijnen
P
Melddesk ONS
2008
70%
75%
80%
85%
• % bewoners dat bekend is met het jaaronderhoud en beheerprogramma
P
Omnibus onderzoek
2008
30%
40%
50%
60%
* E= effectindicator en P= Prestatie-indicator
WAT GAAT HET KOSTEN?
Ruimtelijke Ontwikkeling Bedragen x 1.000
Totaal lasten Totaal baten Resultaat voor bestemming Onttrekking reserves Toevoeging reserves Resultaat na bestemming
Rekening 2006
Raming 2007
Raming 2008
Raming 2009
Raming 2010
Raming 2011
Raming 2012
22.136 3.514
19.094 2.565
18.595 2.951
18.748 2.951
18.606 2.951
18.433 2.951
18.140 2.951
- 18.622
- 16.529
- 15.644
- 15.797
- 15.655
- 15.482
- 15.189
3.556 1.961
711 1.170
613 1.543
613 1.543
613 1.543
613 1.543
613 1.543
- 17.027
- 16.988
- 16.574
- 16.727
- 16.585
- 16.412
- 16.119
Programmabegroting 2008
28
Extra Inzet Ruimtelijke Ontwikkeling Omschrijving
2008
2009
2010
2011
Areaaluitbreiding reiniging wegen etc. Areaaluitbreiding wegen Areaaluitbreiding openbare verlichting Areaaluitbreiding straatmeubilair Uitvoering kleine projecten fietsnota Buurtfietsenstallingen 2008-2011 Aanvullend krediet kleine verkeersmaatregelen Areaaluitbreiding verkeersregelinstallaties Herijking ruimtelijke ontwikkelingsvisie Schiedam Areaaluitbreiding parkeren Areaaluitbreiding water (keermuur en fontein) Fietspad Churchillweg-westzijde Regulier onderhoud secondaire en overige watergangen
20.700 17.900 6.400 5.000 30.000 30.000 25.000 36.000 60.000 26.000 1.100 6.750 150.000
20.700 17.900 6.400 5.000 30.000 30.000 25.000 36.000 60.000 26.000 1.100 10.590 150.000
20.700 17.900 6.400 5.000 30.000 30.000 25.000 36.000 0 26.000 1.100 10.410 150.000
20.700 17.900 6.400 5.000 30.000 30.000 25.000 36.000 0 26.000 1.100 10.200 150.000
Totaal
414.850
418.690
358.510
358.300
derdelen
(bereiken?)
onderdelen
(doen?)
imtelijke twikkeling: pagina 2 Integratie milieuaspecten in alle ruimtelijke ontw'n
• opstellen milieu- en waterparagraaf bij ieder nieuw bestemmingsplannen • integrale milieu-advisering bij ruimt. procedures
Versterking integrale milieubeleid
• opstellen milieubeleidsplan 2008-2012 • opstellen milieu-uitvoeringsprogramma • opstellen milieujaarverslag
Verbetering ruimtelijke en economische ontwikkeling
lieu
cheologie
Verbetering bodemkwaliteit
Duurzaam, schoon, heel en veilig watersysteem
Behoud archeologisch erfgoed
rkeer en rvoer: pagina 3
• opstellen nieuw bodembeleid • ontw'n nieuw bodembeheersplan met asbestkansenkaart • uitvoeren bodemprogramma 2005-2009 • samenwerken met div. betrokken partijen bij stedelijk waterbeheer • opstellen meerjaren uitvoeringsprogramma • uitvoeren onderdelen meerj. uitv. programma • uitvoeren archeologisch beleid 2007-2011 (integratie in de ruimtelijke ordening) • ontwikkelen archeologische waardekaart • toetsen ruimt. onw'n a/d waardekaart • • • •
Verbetering objectieve beeldkwaliteit in de stad
Burgers ervaren beeldkwaliteit als positief
heer en derhoud enbare ruimte Instandhouding/verbetering functionaliteit inrichting openbare ruimte
Toename kwaliteit water, groen en stadsnatuur in stad
• • • •
sturen op beeldkwaliteit toepassen/hanteren striktere kwal. normen inzetten toezichtghouders opbouwen afd. regie Beheer en Ondehoud Openbare Ruimte opstellen beeldkwal. profielen/beheerbeleid inhalen achterstand groot onderhoud monitoren kwaliteit openbare ruimte opstellen verord. kabels en leidingen
• communicatie en participatie • invoeren communicatieplan en voorlichting geven over werkzaamheden gemeente • deelnemen aan wijkoverleggen • houden van buurtschouwen • burgers denken en besluiten mee • invoeren klachtenafhandelingssysteem • statistisch onderzoek beheer openb. ruimte • • • • • •
verbeteren functionaliteit openbare ruimte aanleggen veilige speelgelegenheden uitvoeren speelruimteplan uitvoeren baggerplan maken programma van eisen buitenruimte extra aandacht voor onderhoud Binnenstad
• • • • • •
verbeteren kwaliteit water en natuur opstellen beleidsplan grondwater opstellen waterplan (beleid en uitvoering) actualiseren groenstructuurplan opstellen bomenplan opstellen verbreed gem. rioleringsplan
Ruimtelijke ontwikkeling
Versterking ruimtelijke kwaliteit
Mogelijk maken gewenste ruimtelijke ontwikkelingen
(bereiken?)
(doen?)
Herijking/uitvoering progr. Ruimtelijke Ontwikkelingsvisie
• • • • • •
Ruimtelijke visies t.b.v. bestemmingsplannen
uitwerken Schieveste opstellen/uitwerken visie opstellen/uitwerken visie opstellen integrale gebie uitwerken visie Stadsas uitwerken sportveldenvis
• opstellen ruimtelijke/ste - Nieuw-Mathenesse - Schiedam-Zuid - Schiedam-Oost • uitplaatsen bedrijven Po
Stedenbouwkundige planvorming op wijkniveau
• ontwikkelen/uitvoeren p Nieuwland en West)
Verbeterde stedenbouwkundige kwaliteit
• innovatie ontwikkelingen • opstellen van een hoogb
Versterkte groenstructuur
• opstellen structuurvisie • uitwerken toekomstvisie Midden-Delfland
Verbeterde kwaliteit openbare ruimte
• herinrichten Boterstraat • opstellen masterplan ve • herprofileren Nieuwe Da
Beschikken over actueel ruimtelijk kader
• actualiseren verouderde - gericht op beheer (cons - gericht op nieuwe ruim
Juridisch procedureel faciliteren ruimt. ontwikkelingen
• leveren van juridisch adv • voeren van vrijstellingsp • afdoen van planschadev
Voldoen aan nieuwe wetgeving (Wro 1 juli 2008)
• uitvoeren nieuwe Wet RO implementatie) • digitaliseren bestemmin
Meer betrokkenheid burgers bij opstellen best. plannen
• interactief communicere
(2007)
2008
2009
2010
2011
P
39%
42%
68%
79%
99%
P
6
2
5
2
2
s met nnen nteraad
Prestatie-indicator
jn de prestatie indicatoren vermeld die gehanteerd worden in het beheer openbare ruimte. E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarde 2008 2009
2010
2011
are buitenruimte estelde beeldvariant
P
Kwaliteitsplan OR
2005 en 2007
80%
90%
100%
100%
waarde D d
P
Kwaliteitsplan OR
2005
<5%
<4%
<3%
<2%
levingswaarden C schoon, heel en e voorzieningen nersschouw)
P
Monitoringsplan
2007
<20%
<15%
<12%
<10%
tevreden zijn et onderhoud
E
Omnibus onderzoek
2008
50%
60%
70%
75%
tevreden zijn bij klachten en
E
Bewonersschouw
2008
50%
60%
70%
75%
ekend is met
P
Melddesk/ omnibus onderzoek
2008
30%
40%
50%
60%
en dat verholpen gestelde
P
Melddesk ONS
2008
70%
75%
80%
85%
P
Omnibus onderzoek
2008
30%
40%
50%
60%
nd is met het eerprogramma
Prestatie-indicator
31
Sociale infrastructuur Doelstelling
Maatschappelijke zorg
Een ongedeelde samenleving met optimale mogelijkheden voor ontwikkeling, welbevinden en participatie van ieder Schiedammer.
Met ingang van 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) van kracht geworden. Het doel van de wet is om het voor alle burgers mogelijk te maken mee te doen aan de samenleving. De filosofie is dat burgers daarvoor in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor zijn en dat de gemeente de functie heeft van een vangnet voor burgers die het voor korte of langere tijd niet zelf redden. Bij voorbereiding op de invoering van de wet is op basis van de samenwerkingsovereenkomst tussen de drie NWN gemeenten samengewerkt. Voor het verstrekkingenbeleid heeft dit geleid tot het aanwijzen van de ROGplus als uitvoeringsorganisatie en het vaststellen van een NWN Verordening met daarbij behorende beleidsregels. In 2008 worden het verstrekkingenbeleid en de werkwijze van de Wmo loketten geëvalueerd. Bovendien staat de verdere ontwikkeling van het Wmo loket centraal. In 2008 wordt verder vorm gegeven aan participatie. Omdat integratie van allochtone bewoners ook onder de prestatievelden van de Wmo valt, wordt gezocht naar verbinding met de Schiedamse integratie-agenda 2005-2009, waarin participatie en acceptatie de sleutelbegrippen zijn. De beleidsnota Wmo zal richtinggevend zijn bij de verdere beleidsontwikkeling.
Missie: Het programma sociale infrastructuur is gericht op ontwikkeling, deelname en welbevinden van alle Schiedammers. Bevorderen van participatie en het voorkomen van achterstand en sociaal isolement zijn hierbij van belang. Met betrekking tot de zorg wordt beleid ingezet vanaf de zorg voor de jongste Schiedammer tot en met ouderenbeleid. Centraal daarbij staat dat het zolang mogelijk zelfstandig functioneren en deelnemen aan de samenleving.
Context en achtergrond Onderwijs Het publieke, maatschappelijk belang staat voorop. Het bevorderen van integratie, tegengaan van segregatie, voortijdig schoolverlaten, VVE en doorlopende leerlijnen, schakelklassen en het bestrijden van onderwijsachterstanden zijn vanzelfsprekende elementen. Bij beleidsrijk lokaal maatwerk wordt in ieder geval óók gedacht aan antwoorden op vragen als: zit elke leerling op de juiste plek? Is er sprake van een relatie tussen school en omgeving? Daarbij komt ook de kwaliteit van het onderwijs aan de orde en is het beleid uitgebreid met thema’s als de brede school, veiligheid, zorgstructuren in en rond de school en de relatie tussen onderwijs- en jeugdbeleid.
Integraal jeugdbeleid Het streven is om ieder in Schiedam woonachtig kind optimale mogelijkheden te bieden tot welbevinden en tot ontplooiing, om zo op te kunnen groeien tot een zelfstandige, gezonde en gelukkige volwassene. Voorrang wordt gegeven aan die jeugdigen, waarvan ontsporing of uitval dreigt. Beoogd wordt voor de jeugd een sluitende aanpak te realiseren: voldoende aanbod van voorzieningen voor alle leeftijdsgroepen en voor een ieder bereikbaar. Jeugdgezondheidszorg, opvoedingsondersteuning, speelplekken en ontmoetingsmogelijkheden voor de jeugd, maar ook het bestrijden van jeugdoverlast zijn elementen hiervan. Het realiseren van een jongerenvoorziening en een Centrum voor Jeugd en Gezin hebben de bijzondere aandacht.
Volksgezondheid Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV) verplicht gemeenten een nota gemeentelijk gezondheidsbeleid op te stellen en uit te voeren en deze nota om de vier jaar te vernieuwen. Kernpunten van de lopende nota 2005 t/m 2008 zijn: een verbeterde samenhang en afstemming binnen de regio NWN, extra aandacht voor jongeren en kwetsbare groepen, beleidsacties die met name gericht zijn op preventie van onder ander sociaal isolement, overgewicht. In 2008 zal de nota 2005 t/m 2008 worden geëvalueerd en zal een nieuwe nota worden vastgesteld voor de jaren 2009 t/m 2012.
Werk en Inkomen Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt sluiten niet altijd op elkaar aan, zodat er nu al sectoren zijn die moeite hebben met het aantrekken van personeel. In het Lokaal Sociaal Akkoord hebben de gemeente Schiedam en werkgevers
Programmabegroting 2008
32
voor de periode tot 2010 afspraken gemaakt over plaatsingen op reguliere en gesubsidieerde banen, stages, leerwerkbanen, duale trajecten en scholingstrajecten voor upgrading van het opleidingsniveau. Daarnaast zal door intensivering van de samenwerking met ketenpartners (CWI, UWV, beroepsonderwijs, kenniscentra, regiogemeenten) regionaal arbeidsmarktbeleid mogelijk worden gemaakt, waarvan het regionale werkgeversservicepunt en het jongerenloket de eerste herkenbare uitingen zullen zijn. Toch zullen er burgers zijn die, ook op langere termijn, geen aansluiting kunnen vinden op de arbeidsmarkt en daarmee afhankelijk blijven van een uitkering. Ook in deze mensen zal de gemeente Schiedam willen investeren, bijvoorbeeld in de vorm van participatiebanen of vrijwilligerswerk. De gemeente Schiedam stelt zich ook ten aanzien van beleid rond inkomensondersteuning en schuldhulpverlening pro-actief op. Investeren in het potentieel van mensen vraagt om een aanpak waarbij - met accentuering van de eigen verantwoordelijkheid - burgers minder tijd en energie hoeven te steken in het rondkomen en vullen van gaten met andere gaten en meer tijd kunnen besteden aan (vormen van) participatie.
Dierenwelzijn Het college is begaan met het lot van de dieren. In het actieplan van het CWP is aangegeven dat er in 2007 een nota dierenwelzijn zal verschijnen inclusief een uitvoeringsprogramma. De rol van de gemeente ligt vooral in de voorwaardenscheppende sfeer. De gemeente wil ervoor zorgen dat burgers de weg kunnen vinden op het gebied van dierenwelzijn (voorlichting) en dat ondersteunende organisaties (asiel, dierenambulance en andere dierenwelzijnsorganisaties) een netwerk kunnen vormen en goed kunnen functioneren.
• Uitgangspunten en implementatiescenario Wet inburgering; • Meerjarenprestatieafspraken GSB volwasseneneducatie 2007-2009; • Huisvestingsprogramma 2008; • Nota integraal Jeugdbeleid (eind 2007 te verwachten); • Kadernota Sociaal Cultureel Werk; • Convenant Stadsregio; • Nota sluitende aanpak 0-6 jarigen; • Nota Kiezen voor kwaliteit; • Beleidskader integratie minderheden “Samen leven in Schiedam”; • Nota “De stand van integratie”; • Nota “Volksgezondheid en zorg 2005-2008”; • Integratie Agenda 2005-2009; • Sportbeleidsnota Sport beweegt 2005-2009; • Toekomstvisie Schiedamse zwembaden; • Toekomstvisie Sportvelden Schiedam (eind 2007 te verwachten); • Adviesnota BTW-sportbesluit (eind 2007 te verwachten); • Kwaliteitszorgplan Sportieve Recreatie (eind 2007 te verwachten); • Kwaliteitszorgplan Binnensportaccommodaties (eind 2007 te verwachten); • Kadernota Wet Werk en bijstand (2004); • Nota integraal arbeidsmarktbeleid ‘aan de slag’ (2004); • Uitvoeringsplan reïntegratie 2007 (2007); • Uitvoeringsplan handhaving WWB 2007-2008 (2007); • Uitvoeringsplan schuldhulpverlening 2007-2008 (2007); • Nota bijzondere bijstand en minimabeleid (2003); • Nota Jeugdfonds Schiedam (2005); • Nota minimabeleid 2005 (2005); • Nota Taskforce Terugdringing WWB-uitgaven (2006); • Service Niveau Overeenkomst (SNO) met CWI (2006); • Beleidsnota dierenwelzijn 2007-2010 inclusief uitvoeringsprogramma; • Bewaren om te gebruiken. Beleidsplan 2006-2010 Gemeentearchief Schiedam (2006).
Kaderstellende beleidsnota’s • Gemeentelijke verordening leerlingvervoer; • Zorg in het voortgezet onderwijs in de regio Nieuwe Waterweg Noord 2006-2010; • Voor- en vroegschoolse educatie “Schiedam in perspectief “2005-2010; • Bredeschoolontwikkeling Schiedam 2006-2010; • Vervolgnotitie Bredeschoolontwikkeling Schiedam 20072010; • Advies schakelklassen;
Beleidsonderdeel A: Onderwijs Wat willen we bereiken: 1. Het realiseren van een kwalitatief goede school- en leeromgeving voor zorg- en risicoleerlingen samen met de scholen. 2. Het voorkomen van uitval in het voortgezet onderwijs en de toeleiding naar werk. 3. Een gericht beleid op de doelgroep leerlingen die door sociaalculturele factoren een achterstand heeft in het onderwijs.
33
4. Het verbeteren van de kwaliteit van het Schiedams onderwijs. 5. Een aanbod van voldoende onderwijsvoorzieningen in goede schoolgebouwen in een veilige omgeving.
Wat gaan we ervoor doen: 1. Het realiseren van een kwalitatief goede school- en leeromgeving voor zorg- en risicoleerlingen samen met de scholen: • Een sluitende registratie van jongeren tussen 2,5 en 23 jaar, waarbij bekend is of zij op school zitten, op welke school, in welk leerjaar en of zij een startkwalificatie hebben behaald; • Alle leerlingen in Schiedam die op basis van de vervoersverordening in aanmerking komen voor vervoer, ontvangen een passend vervoersaanbod; • Alle vijfjarige kinderen in Schiedam worden logopedisch onderzocht. Leerkrachten en ouders van deze groep krijgen vervolgens voorlichting over de aanpak; • Alle scholen voor primair onderwijs maken gebruik van schoolmaatschappelijk werk; • Alle scholen voor voortgezet onderwijs maken gebruik van een social team. 2. Het voorkomen van uitval in het voortgezet onderwijs en de toeleiding naar werk: • 50% van de voortijdige schoolverlaters wordt terug geleid naar het onderwijs; • Jaarlijks worden 600 jongeren die dreigen voortijdig het onderwijs te verlaten, begeleid. Jaarlijks nemen 45 VMBO-schoolverlaters deel aan het preventieplan. Jaarlijks maken 220 kinderen gebruik van het zorgaanbod bij de overstap basisonderwijs-voortgezet onderwijs. Jaarlijks ontvangen 550 ouders voorlichting over onderwijsmogelijkheden voor hun kinderen. Verder worden tenminste 15 leerlingen direct afkomstig uit het buitenland getest met het oog op plaatsing in het voortgezet onderwijs; • In 2008 is een Jongerenloket gerealiseerd; • Realiseren van 330 leerwerkbanen voor jongeren. 3. Een gericht beleid op de doelgroep leerlingen die door sociaal-culturele factoren een achterstand heeft in het onderwijs: • 58% van de doelgroepkinderen neemt deel aan educatieve programma’s in de voor- en vroegschoolse periode; • Uitbreiding naar 13 tot 15 brede scholen; • Start brede school in het voortgezet onderwijs;
• In de periode 2006/2007 tot en met 2008/2009 nemen 122 leerlingen deel aan schakelklassen; • Per jaar starten 360 deelnemers een traject volwasseneneducatie; • Bij inburgering wordt uitgegaan van de volgende outputafspraken: • Voor 2008 en 2009: • aantal trajecten werk: 150 • aantal trajecten opvoeding, gezondheid en onderwijsGO: 290 • aantal handhavingsbeschikkingen: 137 • Uitvoeren van het aanvalsplan laaggeletterdheid; • Ontwikkelen van duale trajecten in MBO en HBO. 4. Het verbeteren van de kwaliteit van het Schiedams onderwijs: • Het jaarlijks realiseren van een kwalitatief goed lokaal educatief aanbod gericht op primair en voortgezet onderwijs; • Het NME-centrum Harre Wegh realiseert projecten op het gebied van natuur- en milieuonderwijs. Alle scholen in de gemeente Schiedam kunnen gebruik maken van de diensten van het centrum; • Voor alle groepen van het basisonderwijs zijn speciale kisten met lesmateriaal om kennis te maken met techniek; • Alle kinderen in Schiedam krijgen zwemles in het vierde leerjaar. Zijn er scholen waar relatief veel kinderen nog geen diploma hebben behaald, dan organiseert de gemeente Schiedam in het vijfde leerjaar een ‘herkansing’. Bovendien is er nog de zogenaamde vangnet regeling; • Muziekonderwijs toegankelijk maken voor jongeren in het onderwijs en allochtone doelgroepen door in de subsidievoorwaarden hier op te sturen; • Uitdragen van (historische) identiteit van Schiedam door: Publicaties, exposities, lesprogramma’s wijkgerichte activiteiten. 5. Het aanbod van voldoende onderwijsvoorzieningen in goede schoolgebouwen in een veilige omgeving: • Voorbereiding en realisatie nieuwbouw VMBO in Schieveste, 2e Islamitische school, het Stedelijk Gymnasium, OBS de Singel, Gravin Aleida, de Taaltuin, de Wieken, Schravenlant, multifunctionele accommodatie Groenoord; • Bouwkundige aanpassingen brede buurtscholen; • Alle scholen voor voortgezet onderwijs hebben het convenant “veilige school”onderschreven.
Programmabegroting 2008
34
Tabel effect en prestatie-indicatoren Omschrijving
Aantal publicaties Aantal basisschoolleerlingen die deelnemen aan lesprogramma Aantal wijkgerichte projecten Aantal exposities in Stadswinkel Aantal open dagen Aantal inburgeraars die deelnemen aan lesprogramma Aantal digitale leeromgevingen rondom een lokaal cultuurhistorisch onderwerp voor het voortgezet onderwijs % jongeren dat het archief kent
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
P E
ARCH ARCH
1 (2006) 600 (2005)
P P P E
ARCH ARCH ARCH ARCH
P
ARCH
E
Omnibusonderzoek
Streefwaarden 2008 2009
2010
2011
1 600
1 600
1 600
1 600
(2006) (2006) (2006) (2006)
1 2 1 50
1 2 1 50
1 2 1 50
0 2 1 50
0 (2006)
2
2
3
3
< 50% (2004)
50%
0 2 1 50
52%
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
Beleidsonderdeel B: Integraal Jeugdbeleid Wat willen we bereiken: 1. Sluitende aanpak jeugd van 0 tot 23 jaar. 2. Versterken van de opvoedingsondersteuning.
Wat gaan we hiervoor doen: 1. Sluitende aanpak jeugd van 0 tot 23 jaar. • Ter voorkoming en bestrijding van overlast van jongeren het bieden van een adequaat aanbod op het gebied van begeleiding en vrije tijdbesteding door onder ander ambulant jongerenwerk, buurtsportwerk, mentoraatsprojecten; • Realiseren extra voorzieningenaanbod voor jongeren in Schiedam-Noord; • Ontwikkeling toezicht op kinderopvang; • Operationalisering van een signaleringssysteem om te voorkomen dat kinderen/jongeren waarover zorg bestaat niet door een, of de juiste hulpinstantie worden geholpen; • In 2008 zijn in het kader van de BOS-impuls (Buurt, Onderwijs en Sport) van het ministerie van VWS projecten in de wijken Groenoord, West en Noord-noord, Oost, Zuid en Nieuwland;
• Naast schoolmaatschappelijk werk wordt de zorg in het basisonderwijs verder uitgebreid qua uren en/of disciplines); • Versterking van peuterspeelzaalwerk; • Versterking van ambulant jongerenwerk; • Voorkomen van jongerenoverleast (zie ook het programma Veiligheid); • Verbeteren jeugdparticipatie; • Jeugdmonitor; • Signaleren van problemen in de jeugdzorg; • Toegang bieden tot gemeentelijk en regionaal hulpaanbod; • (licht) pedagogische hulpverlening. 2. Versterken van de opvoedingsondersteuning. • Realiseren van een passend aanbod en bereik op het gebied van opvoedingsondersteuning ten behoeve van opgroeiende jongeren; • Onderzoek naar de mogelijkheden voor een centrum/ centra voor jeugd en gezin in de stad; • Informeren van ouders en jeugd over opvoeden en opgroeien; • Zorgcoördinatie op lokaal niveau (bijvoorbeeld via gezinscoaching).
35
Tabel effect en prestatie-indicatoren De indicatoren zijn nog niet voldoende ontwikkeld om hier opgenomen te worden. Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarden 2008 2009
2010
2011
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
Beleidsonderdeel C: Maatschappelijke ondersteuning Wat willen we bereiken: 1. Zolang als mogelijk zelfstandig functioneren van de Schiedammers; 2. Voorkomen van maatschappelijk isolement.
Wat gaan we ervoor doen: 1. Zolang als mogelijk zelfstandig functioneren van de Schiedammers:
• • • •
Verstrekken van hulpmiddelen in het kader van de WM; Ondersteuning van mantelzorgers; Verhogen van clientenparticipatie; Handhaven voorzieningenaanbod (wijkcentra, dienstencentra et cetera).
2. Voorkomen van maatschappelijk isolement: • Bevorderen vrijwilligerwerk; • Versterken van maatschappelijke opvang; • Faciliteren van ouderenadviseurs, visiteclubs et cetera.
Tabel effect en prestatie-indicatoren De indicatoren zijn nog niet voldoende ontwikkeld om hier opgenomen te worden. Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarden 2008 2009
2010
2011
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
Beleidsonderdeel D: Gezondheidszorg Wat willen we bereiken:
Wat gaan we ervoor doen:
1. Bescherming en bevordering van de gezondheid van de Schiedammers.
• Financiering ouder/kindzorg (bijvoorbeeld consultatiebureaus); • Monitoring jeugdgezondheidszorg; • Vaccinatieprogramma’s; • Bestrijding overgewicht, gezonde voeding en beweging; • Specifieke aandacht gezondheidszorg ouderen, allochtonen.
Tabel effect en prestatie-indicatoren De indicatoren zijn nog niet voldoende ontwikkeld om hier opgenomen te worden. Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarden 2008 2009
2010
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
Programmabegroting 2008
2011
36
Beleidsonderdeel E: Integratie Wat willen we bereiken: 1. Bevorderen dat alle bevolkingsgroepen volwaardig deelnemen aan de maatschappij (participatie) en op een harmonieuze manier samenleven (acceptatie).
• • • • • •
Wat gaan we ervoor doen: Uitvoeren integratieagenda 2005-2009 door:
Taal en inburgering; Onderwijs en opvoeding; Werk; Emancipatie; Dialoog; Uitdragen van (historische) identiteit van Schiedam door: Publicaties, exposities, lesprogramma’s wijkgerichte activiteiten.
Tabel effect en prestatie-indicatoren Omschrijving
Aantal inburgeraars op traject Aantal koppelingen Taal Op Maat Aantal contactmogelijkheden om taal te oefenen in de stad Evenredige deelname allochtone kinderen aan voorschoolse voorzieningen Tegengaan voortijdig schoolverlaten Streefcijfers overgewicht uit GSB Aantal jongeren in mentoraatproject Aantal Antilliaanse jongeren in Mi Kas Nobo Daling procentuele oververtegenwoordiging allochtonen in werkloosheidscijfers Aantal stageplaatsen voor allochtone jeugd Aandeel etnisch ondernemerschap Aandeel allochtone meisjes in de sport Afname psychische problematiek allochtone meisjes Bereik allochtonen rond aanpak huiselijk geweld Bewonersorganisaties / overleggen afspiegeling van de wijk
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
EDU/WELZ EDU/WELZ EDU/WELZ
Streefwaarden 2008 2009
400 (2006) 50 (2007)
50
80 (2006) 20 (2007)
80 20
2010
2011
EDU/WELZ EDU WELZ WELZ/EDU WELZ WERK REO REO Jeugdmonitor DSR/WELZ Jeugdmonitor
80
150
VEILIGHEID WIJKZAKEN
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
Beleidsonderdeel F: Sport Wat willen we bereiken: 1. Vergroten van het aantal deelnemers aan sportactiviteiten; 2. Op peil houden van sportvoorzieningen.
Wat gaan we ervoor doen: 1. Vergroten van het aantal deelnemers aan sportactiviteiten: • Sportactiviteiten in de wijk; • Sporttoernooien; • Activiteiten voor jeugd en allochtonen; • Stimuleren deelname aan sportverenigingen; • Doorontwikkelen BOS-projecten; • Schoolzwemmen; • Uitvoeren van actiepunten ten aanzien van activiteiten uit kwaliteitszorgplan sportieve recreatie; • Participeren in activiteitenaanbod WMO.
2. Op peil houden van sportvoorzieningen: • Opstellen van en uitwerking geven aan een toekomstvisie zwembaden; • Opstellen van en uitwerking geven aan een toekomstvisie sportvelden in samenhang met REO; • Uitvoeren van fysieke actiepunten kwaliteitszorgplan (KZP) binnensportaccommodaties; • Uitvoeren van fysieke actiepunten kwaliteitszorgplan sportieve recreatie; • Aanleg kunstgrasveld sportpark Thurlede; • Uitvoering Fase 2 herinrichting sportpark Thurlede; ontvlechting cricket & voetbal.
37
Tabel effect en prestatie-indicatoren Omschrijving
Ad 1: Vergroten deelnemers sportactiviteiten Aantal sportactiviteiten in de wijk Aantal sporttoernooien Ledenaantal sportverenigingen Sport- en Spelinstuif BOS-projecten Zwemvaardigheidsscore Regionale fittest
Ad 2: Op peil houden sportvoorzieningen Opstellen en uitvoeren toekomstvisie zwembaden Opstellen en uitvoeren toekomstvisie sportvelden Actiepunten KZP binnensport Actiepunten KZP sportieve recreatie
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarden 2008 2009
2010
2011
P P E E P E E
DSR DSR DSR DSR DSR DSR DSR/sportbureau, Vlaardingen
P
DSR
2007
–
–
–
–
P
DSR/REO
2007
–
–
–
–
P P
DSR DSR
2007 2007
– –
– –
– –
– –
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
Beleidsonderdeel G: Werk en Inkomen Wat willen we bereiken: 1. Zoveel mogelijk Schiedammers aan het werk (Work First via Schiewerk); 2. Financiële ondersteuning voor mensen in Schiedam die daar recht op hebben; 3. Maatschappelijke participatie en zorg voor mensen in Schiedam die niet aan het werk kunnen.
2 Financiële ondersteuning voor mensen in Schiedam die daar recht op hebben: • Verder vormgeven van hoogwaardig handhaven van de Wet werk en bijstand; • Ontwikkelen van nieuw minimabeleid voor Schiedammers met een laag inkomen (met speciale aandacht voor gezinnen met kinderen, ouderen en chronisch zieken en gehandicapten) waardoor hun financiële en maatschappelijke positie wordt verbeterd.
Wat gaan we ervoor doen: 1. Zoveel mogelijk Schiedammers aan het werk (Work First via Schiewerk): • Het plaatsen van werkzoekenden op reguliere of gesubsidieerde banen; • Het creëren van maatschappelijke nuttige (betaalde) banen; • Het creëren van participatiebanen (werken met behoud van uitkering); • Het oprichten van een regionaal werkgeversservicepunt; • Het aanbieden van werkgeversarrangementen Lokaal Sociaal Akkoord.
3. Maatschappelijke participatie en zorg voor mensen in Schiedam die niet aan het werk kunnen: • Realiseren van zorgtrajecten; • Uitbreiden van de, vooral preventieve, schuldhulpverlening; • Uitbreiden van vrijwilligerswerk.
38
Tabel effect en prestatie-indicatoren Omschrijving
E/P*
Toeleiding aantal cliënten naar werk
P
Aantal beëindigde uitkeringen
1)
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarden 2008 2009
Voortzetting bestaand reïntegratiebeleid
1.000
E
Voortzetting bestaand reïntegratiebeleid
500 = 50%
Creëren van maatschappelijk nuttige banen bij organisaties met een functie bij wijkgericht werken, veiligheid en handhaving, zorgverlening
P
Taskforce WWB
25 (onderdeel van 500)
Bijdrage aan verhoging van welzijn en welbevinden van burgers
E
Taskforce WWB
enquete
Realiseren doelstellingen van Werkgeversservicepunt (WSP)
P
Uitvoeringsplan reïntegratie 2007
Toename tevredenheid werkgevers over dienstverlening, vacaturevervulling via WSP
E
Uitvoeringsplan reïntegratie 2007
Aanbieden werkgeversarrangementen Lokaal Sociaal Akkoord
P
Lokaal Sociaal Akkoord
250
Het realiseren reguliere banen, opstapbanen, leerwerkbanen werkgevers
E
Lokaal Sociaal Akkoord
250
Aantal preventieonderzoeken bij aanvraag
P
Uitvoeringsplan handhaving WWB
500
Aantal afgewezen, ingetrokken en/of buiten behandeling gelaten uitkeringsaanvragen als gevolg van preventieonderzoeken
E
Uitvoeringsplan handhaving WWB
125 = 25%
Aantal controleonderzoeken bij lopende uitkeringen
P
Uitvoeringsplan handhaving WWB
300
Aantal beëindigde en/of gewijzigde uitkeringen als gevolg van de controleonderzoeken
E
Uitvoeringsplan handhaving WWB
30 = 10%
Percentage inwoners met een laag inkomen dat gebruik maakt van gemeentelijk minimabeleid
E
Plan van aanpak formulierenbrigade
Aantal zorgtrajecten
P
Uitvoeringsplan reïntegratie
2010
enquete
50% (2007)
60%
80
90
2011
39
Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarden 2008 2009
Percentage klanten dat na afloop van het zorgtraject een traject richting werk of activering kan gaan volgen Aantal budgetteringscursussen (voor gemiddeld 10 deelnemers per cursus)
E
Contract met Sagenn
70%
P
Uitvoeringsplan schuldhulpverlening
10
Aantal voorlichtingsbijeenkomsten (van gemiddeld 2 uur) op scholen over het voorkomen van schulden
P
Uitvoeringsplan schuldhulpverlening
40
Percentage toename aantal geplaatste vrijwilligers
collegewerkprogramma
50 plaatsingen (2005)
10%
2010
2011
70%
10%
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator 1) Mede afhankelijk van continuering TaskForce WWB
Beleidsonderdeel H: Dierenwelzijn Wat willen we bereiken: Het bevorderen van de lichamelijke en geestelijke gezondheid van huisdieren, hobby- en productiedieren en vrij levende dieren.
Wat gaan we ervoor doen: • Opstellen nota dierenwelzijn 2007-2010; • Uitvoeren van het uitvoeringsprogramma dierenwelzijn;
• Bewustmaking van diervriendelijkheid door middel van voorlichting en educatie; • Schiedammers informeren over lokale instanties voor dierenwelzijn; • Informatie-uitwisseling en samenwerking tussen instanties bevorderen d.m.v. instellen netwerkcafe’s; • Dierenwelzijn meewegen in beslissingen; • Voorwaarden scheppen voor een gezond leefklimaat voor dieren.
Tabel effect en prestatie-indicatoren Omschrijving
Nulmeting faunabestand
E/P*
P
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarden 2008 2009
2010
2008
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
Programmabegroting 2008
2011
40
WAT GAAT HET KOSTEN?
Sociale Infrastructuur Bedragen x 1.000
Rekening 2006
Raming 2007
Raming 2008
Raming 2009
Raming 2010
Raming 2011
Raming 2012
Totaal lasten Totaal baten
141.578 95.364
108.324 52.128
122.752 67.682
123.487 67.682
124.265 67.682
124.487 67.682
124.557 67.682
Resultaat voor bestemming
- 46.214
- 56.196
- 55.070
- 55.805
- 56.583
- 56.805
- 56.875
3.190 2.315
204 –
81 –
81 –
81 –
81 –
81 –
- 45.339
- 55.992
- 54.989
- 55.724
- 56.502
- 56.724
- 56.794
Onttrekking reserves Toevoeging reserves Resultaat na bestemming
Extra Inzet Sociale Infrastructuur Omschrijving Uitbreiding brede buurtscholen (Activiteiten) Uitbreiding brede buurtscholen (Huisvesting) Campagne Educatie laaggeletterdheid Uitbreiding formatie jongerenwerk Bemoeizorg voor gezinnen met complexe problemen Budgetverhoging tolkendienst Sanering stichting Opmaat Versterking sociale wijkaanpak, leefbaarheid en veiligheid Duimdrop-Sportdropcontainer Hogenbanweg Verhoging subsidie Schiedam Overleg Bewoners Organisaties Huis-aan-huis verspreiden wijkjaarprogramma’s Dierenwelzijn Stedenbouwkundige visie Schiedam Oost Sporthal Margriet dakrenovatie (Eco. Nut) Totaal
2008
2009
2010
2011
200.000 200.000 15.000 80.000 100.000 10.000 125.000 300.000 21.000 20.000 30.000 28.000 40.000 6.600
250.000 200.000 15.000 80.000 0 10.000 125.000 300.000 21.000 20.000 30.000 23.000 0 8.400
250.000 200.000 0 80.000 0 10.000 125.000 300.000 21.000 20.000 30.000 23.000 0 8.200
300.000 200.000 0 80.000 0 10.000 125.000 300.000 21.000 20.000 30.000 23.000 0 800
1.175.600
1.082.400
1.067.200
1.109.800
derdelen
(bereiken?)
Goede school- en leeromgeving voor zorg- en risicoleerlingen
Voorkomen van uitval in VO en toeleiding naar werk
Verminderen onderwijsachterstanden
• 58% deelname van doelgroepkinderen aan educatieve programma’s in VVE • Uitbreiding naar 13 tot 15 brede scholen • Start brede school in VO • Deelname 122 leerlingen aan schakelklassen in periode 2006/2007 tot en met 2008/2009 • Per jaar 360 trajecten volwasseneneducatie • Realisatie outputafspraken inburgering • Uitvoeren aanvalsplan laaggeletterdheid • Ontwikkelen duale trajecten in MBO en HBO
Verbeteren van de kwaliteit van het Schiedams onderwijs
• Realiseren van een kwalitatief goed lokaal educatief aanbod PO en VO • Realisatie projecten op het gebied van natuur- en milieuonderwijs • Voor alle groepen van het basisonderwijs zijn speciale kisten met lesmateriaal om kennis te maken met techniek • Alle kinderen in Schiedam krijgen zwemles in het vierde leerjaar met in het vijfde leerjaar een ‘herkansing’. • Muziekonderwijs toegankelijk maken voor jongeren en allochtone doelgroepen. • Uitdragen van (historische) identiteit van Schiedam door: publicaties, exposities, lesprogramma’s wijkgerichte activiteiten.
Voldoende en veilige onderwijshuisvesting
Vergroten van het aantal deelnemers aan sportactiviteiten
Zoveel mogelijk Schiedammers aan het werk
Terugleiden 50% voortijdig schoolverlaters Begeleiding 600 jongeren Realisatie jongerenloket Realiseren van 330 leerwerkbanen Werk en inkomen
Ontwikkeling, deelname en welbevinden van alle Schiedammers.
Dierenwelzijn
• Nieuwbouw VMBO in Schieveste, 2e Islamitische school, het Stedelijk Gymnasium, OBS de Singel, Gravin Aleida, de Taaltuin, de Wieken, Schravenlant, multifunctionele accommodatie Groenoord. • Bouwkundige aanpassingen brede buurtscholen • Afsluiten convenant “veilige school” met alle scholen voor VO • • • • • • •
Sportactiviteiten in de wijk Sporttoernooien Activiteiten voor jeugd en allochtonen Stimuleren deelname aan sportverenigingen Doorontwikkelen BOS-projecten Schoolzwemmen Uitvoeren van actiepunten ten aanzien van activiteiten uit kwaliteitszorgplan sportieve recreatie • Participeren in activiteitenaanbod WMO
ort
Op peil houden van sportvoorzieningen
(bereiken?)
• Sluitende registratie van onderwijsprestaties alle jongeren • Passend vervoersaanbod voor leerlingen die daarvoor in aanmerking komen • Logopedisch onderzoek naar alle 5-jarigen • Bevorderen schoolmaatschappelijk werk in PO • Bevorderen gebruik 'social team' in VO • • • •
derwijs
onderdelen
(doen?)
• Opstellen van en uitwerking geven aan een toekomstvisie zwembaden • Opstellen van en uitwerking geven aan een toekomstvisie sportvelden in samenhang met REO • Uitvoeren van fysieke actiepunten kwaliteitszorgplan (KZP) binnensportaccommodaties • Uitvoeren van fysieke actiepunten kwaliteitszorgplan sportieve recreatie • Aanleg kunstgrasveld sportpark Thurlede
(doen?)
• Het plaatsen van werkzo sidieerde banen • Het creëren van maatsc banen • Het creëren van particip van uitkering) • Het oprichten van een re • Het aanbieden van werk Sociaal Akkoord
Financiële ondersteuning voor mensen die daar recht op hebben
• Verder vormgeven van ho Wet werk en bijstand • Ontwikkelen van nieuw m met een laag inkomen
Maatschappelijke participatie en zorg voor mensen die niet aan het werk kunnen
• Realiseren van zorgtraje • Uitbreiden van de, voora ning • Uitbreiden van vrijwillige
Het bevorderen van de lichamelijke en geestelijke gezondheid van dieren
• Opstellen nota dierenwe • Uitvoeren van het uitvoe • Bewustmaking van dierv voorlichting en educatie • Schiedammers informere dierenwelzijn • Informatie-uitwisseling e ties bevorderen d.m.v. in • Dierenwelzijn meewegen • Voorwaarden scheppen v dieren
Sluitende aanpak jeugd van 0 tot 23 jaar
• Adequaat aanbod begele • Realiseren extra voorzien Schiedam-Noord • Ontwikkeling toezicht op • Operationalisering van e risicogroepen • BOS-projecten (Buurt, On Groenoord, West en Noo Nieuwland. • Uitbreiding zorg in het ba • Versterking van peutersp • Jeugdmonitor • Signaleren problemen in • Toegang bieden tot gem bod • (licht) pedagogische hulp
Versterken van de opvoedingsondersteuning
• Realiseren van een pass steuning • Onderzoek naar de moge centra voor jeugd en gez • Informeren van ouders e opgroeien • Zorgcoördinatie op lokaa gezinscoaching)
Integraal Jeugdbeleid
delen
(bereiken?)
(doen?)
Ondersteunen zelfstandig functioneren van de Schiedammers
• • • •
chappelijke teuning Voorkomen van maatschappelijk isolement
dheidszorg
tie
Bescherming en bevordering van de gezondheid van de Schiedammers
Bevorderen acceptatie en participatie van alle bevolkingsgroepen
Verstrekken van hulpmiddelen in het kader van de WMO Ondersteuning van mantelzorgers Verhogen van clientenparticipatie Handhaven voorzieningenaanbod (wijkcentra, dienstencentra et cetera)
• Bevorderen vrijwilligerwerk • Versterken van maatschappelijke opvang • Faciliteren van ouderenadviseurs, visiteclubs etcetera • • • • •
Financiering ouder/kindzorg Monitoring jeugdgezondheidszorg Vaccinatieprogramma’s Bestrijding overgewicht Specifieke aandacht gezondheidszorg ouderen, allochtonen.
Uitvoeren integratieagenda 2005-2009 door: • Taal en inburgering • Onderwijs en opvoeding • Werk • Emancipatie • Dialoog • Uitdragen van (historische) identiteit van Schiedam door: Publicaties, exposities, lesprogramma’s wijkgerichte activiteiten
statie-indicatoren E/P*
Bron
aject Op Maat den om taal te
EDU/WELZ EDU/WELZ EDU/WELZ
ochtone kinderen aan en oolverlaten uit GSB oraatproject ren in Mi Kas Nobo ertegenwoordiging eidscijfers or allochtone jeugd merschap jes in de sport
EDU/WELZ EDU WELZ WELZ/EDU WELZ WERK
ematiek
REO REO Jeugdmonitor DSR/WELZ Jeugdmonitor
aanpak huiselijk geweld overleggen
VEILIGHEID WIJKZAKEN
Prestatie-indicator
Nulmeting (jaar) 400 (2006) 50 (2007)
80 (2006) 20 (2007)
Streefwaarden 2008 2009
50
80 20
150
80
2010
2011
Toeleiding aantal cliënten naar werk
P 1)
Voortzetting bestaand reïntegratiebeleid
Aantal beëindigde uitkeringen
E
Voortzetting bestaand reïntegratiebeleid
Creëren van maatschappelijk nuttige banen bij organisaties met een functie bij wijkgericht werken, veiligheid en handhaving, zorgverlening
P
Taskforce WWB
25 (onderdeel van 500)
Bijdrage aan verhoging van welzijn en welbevinden van burgers
E
Taskforce WWB
enquete
Realiseren doelstellingen van Werkgeversservicepunt(WSP)
P
Uitvoeringsplan reïntegratie 2007
Toename tevredenheid werkgevers over dienstverlening, vacaturevervulling via WSP
E
Uitvoeringsplan reïntegratie 2007
Aanbieden werkgeversarrangementen Lokaal Sociaal Akkoord
P
Lokaal Sociaal Akkoord
250
Het realiseren reguliere banen, opstapbanen, leerwerkbanen werkgevers
E
Lokaal Sociaal Akkoord
250
Aantal preventieonderzoeken bij aanvraag
P
Uitvoeringsplan handhaving WWB
500
Aantal afgewezen, ingetrokken en/of buiten behandeling gelaten uitkeringsaanvragen als gevolg van preventieonderzoeken
E
Uitvoeringsplan handhaving WWB
125 = 25%
Aantal controleonderzoeken bij lopende uitkeringen
P
Uitvoeringsplan handhaving WWB
300
Aantal beëindigde en/of gewijzigde uitkeringen als gevolg van de controleonderzoeken
E
Uitvoeringsplan handhaving WWB
30 = 10%
Percentage inwoners met een laag inkomen dat gebruik maakt van gemeentelijk minimabeleid
E
Plan van aanpak formulierenbrigade
Aantal zorgtrajecten
P
Uitvoeringsplan reïntegratie
Percentage klanten dat na afloop van het zorgtraject een traject richting werk of activering kan gaan volgen
E
Contract met Sagenn
Aantal budgetteringscursussen (voor gemiddeld 10 deelnemers per cursus)
P
Uitvoeringsplan schuldhulpverlening
10
Aantal voorlichtingsbijeenkomsten (van gemiddeld 2 uur) op scholen over het voorkomen van schulden
P
Uitvoeringsplan schuldhulpverlening
40
Percentage toename aantal geplaatste vrijwilligers
1.000
500 = 50%
enquete
50% (2007)
80 70%
collegewerkprogramma
50 plaatsingen (2005)
10%
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator 1) Mede afhankelijk van continuering TaskForce WWB
Tabel effect en prestatie-indicatoren Omschrijving
E/P*
Nulmeting faunabestand
P
Bron
Nulmeting (jaar) 2008
Streefwaarden 2008 200
43
Stadseconomie Missie
Lokaal Sociaal Akkoord
Versterken van de sociaal-economische structuur van Schiedam.
Op initiatief van het college van B&W is het Lokaal Sociaal Akkoord afgesloten. In dit Lokaal Sociaal Akkoord (LSA) staan de afspraken die de gemeente Schiedam, werkgevers en maatschappelijke instellingen hebben gemaakt ter stimulering van het ondernemersklimaat en de arbeidsmarkt. Dit akkoord geldt voor de periode van het huidige College Werkprogramma, dus voor de periode van 2006 – 2010, en kent 3 pijlers: Arbeidsmarkt en educatie, Ruimtelijk-Planologisch en Dienstverlening aan ondernemers. De kracht van dit akkoord is dat de gemeente en werkgevers gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen en zich inspannen om de werkgelegenheid te bevorderen. Duurzame stedelijke ontwikkeling vereist een integrale benadering en zodoende een gezamenlijke aanpak van niet alleen publieke maar zeker ook private partijen. In het najaar van 2007 zal de Sociaal Economische Adviesraad (SEAR) officieel worden ingesteld. De samenstelling van deze Raad bestaat in ieder geval uit een werkgevers- en werknemersvertegenwoordiging. Het secretariaat wordt door de gemeente verzorgd. De adviesraad dient te werken aan het verkrijgen en behouden van draagvlak voor de uitvoering van het Lokaal Sociaal Akkoord en kan het college en de gemeenteraad gevraagd en ongevraagd adviseren over onderwerpen die de Schiedamse economie betreffen. Gedurende de looptijd van het LSA zal de adviesraad een lange termijnvisie over economie en werkgelegenheid opstellen.
Context en achtergrond De Schiedamse economie ontwikkelt zich de laatste jaren in positieve wijze. Zo is tussen 2004 en 2006 het aantal arbeidsplaatsen met zo’n duizend toegenomen. De zakelijke dienstverlening en - in iets mindere mate - de bouwnijverheid vertonen de sterkste groei. Inmiddels biedt de stad aan bijna 29.000 mensen werk. Bovendien ontwikkelt ook de werkloosheid zich positief. Er is zelfs sprake van een spectaculaire daling van het aantal mensen zonder werk. Telde Schiedam begin 2006 nog ruim 4.200 werkzoekenden, in juli 2007 was dit afgenomen tot iets meer dan 2.400. Dat is een daling van maar liefst 43 procent. Schiedam doet het daarmee beter dan de meeste andere steden in de regio Rijnmond. De Schiedamse economie ontwikkelt zich de laatste jaren zeer goed. Zo is tussen 2004 en 2007 het aantal arbeidsplaatsen met ruim tweeduizend toegenomen. De zakelijke dienstverlening en - in iets mindere mate - de bouwnijverheid vertonen de sterkste groei. Inmiddels biedt de stad aan meer dan 30.000 mensen werk. Bovendien ontwikkelt ook de werkloosheid zich positief. Er is zelfs sprake van een spectaculaire daling van het aantal mensen zonder werk. Telde Schiedam begin 2006 nog ruim 4.200 werkzoekenden, in juli 2007 was dit afgenomen tot iets meer dan 2.400. Dat is een daling van maar liefst 43 procent. Schiedam doet het daarmee beter dan de meeste andere steden in de regio Rijnmond.
werkz.pers. 30500 30000 29500 29000 28500 28000
Voortrekkersrol Schiedam binnen de G27 voor wat betreft Wijkeconomie Het doel van wijkeconomie is het bevorderen dat in wijken een proces op gang wordt gebracht waardoor het economisch draagvlak en het sociale profiel van de wijk worden verbeterd. Hierbij worden aanwezige kansen benut en eventueel nieuwe kansen gecreëerd, waarbij wordt aangesloten bij de bestaande economische en sociale situatie en deze, waar nodig, wordt hersteld. Hierbij wordt het doel tevens het middel om door wijkeconomie andere maatschappelijke doelstellingen te verwezenlijken.
27500 27000 26500 1-1-2004
1-1-2005
1-1-2006
1-1-2007
Ontwikkeling van de werkgelegenheid in Schiedam (> 12 uur per week)
Het is noodzakelijk om het economisch potentieel van de stadswijken volop te benutten. Dit is een middel om onder meer: – Werkgelegenheid te creëren; – Jeugd op jonge leeftijd met werk in aanraking te laten komen;
Programmabegroting 2008
44
– Levendigheid en leefbaarheid van de wijk te vergroten; – Ruimtelijke uitsortering van bedrijven te voorkomen; – Sociale integratie te bevorderen. Een sterke wijkeconomie (dat is de economie die zich niet op bedrijventerreinen afspeelt) draagt bij aan de sociale en economische zelfredzaamheid van bewoners. Het hebben van werk is het bindmiddel. Werk geeft mensen structuur, zelfstandigheid en bestedingsruimte. Het vergt echter ook bedrijvigheid in de wijken zelf. Het gaat dan om het scheppen van ruimte om te ondernemen. Tevens gaat het erom om de minder presterende ondernemers beter te laten ondernemen (bijv. door bijscholing), opdat hun onderneming niet ter ziele gaat of beter gaat floreren. Starterstimulering en het verstrekken van microkredieten dragen bij aan een sterkere wijkeconomie. Voor wat betreft microkredieten gaat het dan om kennis van en het draagvlak voor initiatieven voor microfinanciering in Schiedam en het stimuleren en wegnemen van belemmeringen voor kleine startende ondernemingen in Schiedam. Borgstelling is hierbij een mogelijkheid. Schiedam heeft binnen het landelijke G27 verband een voortrekkersrol op zich genomen voor wat betreft het onderwerp Wijkeconomie. Dit sluit prima aan bij de aandacht die hiervoor ook is ingeruimd in het College-WerkProgramma. In de loop van 2007 zal over wijkeconomie onder meer verdere visievorming plaatsvinden, zowel stadsbreed (met focus op de verschillende wijken) als binnen de G27. Door Schiedam wordt, in samenwerking met andere G27 steden, een actieplan Wijkeconomie opgesteld dat in het najaar van 2007 aan de minister van EZ en de minister van WWI zal worden aangeboden.
Europa Schiedam is bezig zich steeds meer extern te oriënteren in de wetenschap dat veel problemen, opgaven en oplossingen, op meerdere beleidsvelden, stadsoverstijgend zijn. Regionaal, provinciaal en nationaal is er al wel een oriëntatie. Hierbij hoort echter ook aandacht voor de internationale component: Europa. Europese zaken treffen de gemeente en haar burgers. Nederland en Schiedam zijn geen eilanden meer. Het profileren van de gemeente op internationaal terrein biedt kansen. Denk aan de mogelijkheden om kennis en goede concrete buitenlandse ideeën naar Schiedam te halen en daarmee bij te dragen aan de noodzaak zich te kunnen onderscheiden van andere steden in de regio/Nederland. Internationale oriëntatie draagt kortom bij aan creatieve & onorthodoxe oplossingsrichtingen.
Met steun van Europa kan Schiedam dus meer, beter en sneller dan zonder die steun. Halverwege 2007 is daarom gestart met een proefjaar Europa: extra aandacht en inzet op Europa.
Binnenstadcontext (incl. toerisme/cultuur) De aanpak in de binnenstad bevindt zich thans in een fase waarin met stevig ‘doorpakken’ veel van het voorbereidend werk van de afgelopen jaren ook daadwerkelijk zichtbaar wordt. Belangrijk daarbij zijn de fysieke projecten; zowel van gemeentewege, als de projecten van particulieren. De opgave is dan ook om met het kort na elkaar in uitvoering komen (3e en 4e kwartaal 2007) van projecten als De Joker, Bas van der Heijden en Oude Passage en naar verwachting in 2008 het Wennekerpand, de verbouw van de panden aan de Korte Haven en wellicht de Monopole, een stevige stimulans voor de kleinere verbouw- en opknapprojecten op met name de Hoogstraat en het Broersveld te organiseren. Het óók in de binnenstad starten van de aanpak particuliere woningverbetering, het voortzetten van het project Wonen boven winkels, het opzetten van een bijdrageregeling voor het opknappen van gevels en winkelpuien, alsmede zorgen voor meer kwaliteit in de winkelomgeving, zijn daarbij belangrijke instrumenten. Het inmiddels beschikbaar gestelde extra budget voor de woningverbetering en de Reserve Vastgoed Binnenstad bieden daarvoor de financiële middelen. De binnenstad als centrum van cultuur. Naast de aanwezigheid van musea en galeries in de binnenstad zal in 2008, mede afhankelijk van de financiële haalbaarheid, ernaar gestreefd worden om in het Wennekerpand diverse cultuurfuncties te (her)huisvesten. Mocht dit realiteit worden dan zullen enerzijds diverse knelpunten in de bestaande huisvesting van het filmhuis, artoteek, jeugdtheater en ateliers tot het verleden behoren en anderzijds zal deze concentratie van cultuurfuncties naar verwachting een positieve werking hebben op het aangezicht van de Brandersbuurt. De opgave voor 2008 is derhalve het bereiken van synergie; met name op het terrein van het vastgoed en het herstellen van het vertrouwen van ondernemers, eigenaren en investeerders in de binnenstad. Extra zorg voor (het behoud van de) kwaliteit (schoon, heel en veilig) in de openbare ruimte, goede horeca, aansprekende evenementen en tentoonstellingen en een krachtige toeristische promotie moeten deze aanpak ondersteunen. Inzet is meer bezoekers naar de binnenstad te halen en de verblijfsduur van deze bezoeker te verlengen. Gewerkt wordt aan het geven van een kwaliteitsimpuls van het toeristisch en culturele product. Bijvoorbeeld door het uitge-
45
ven van nieuwe wandelroutes en bijzondere gidsen zoals de winkelgids met stegenroute en de horecagids met een bijzondere historische wandelroute. Maar ook door bijzondere aansprekende tentoonstellingen in het Stedelijk Museum Schiedam en het weer in dienst nemen van een jeneverstoker in het Jenevermuseum. Ook op het gebied van het watertoerisme worden stappen gezet om Schiedam meer op de kaart te zetten. Dit gebeurt sinds eind 2006 binnen de regionale samenwerking WaterStad-Land. De gemeenten langs het Rijn-Schiekanaal werken binnen deze samenwerking aan het in fysieke en promotionele zin verbeteren van het gebied. In juni 2007 is de website www.waterwegwijzer.nl gelanceerd en in 2008 zal een vaargids uitgegeven worden.
Ontdekschiedam.nu: continuïteit in promotie Een vitaal en bruisend toeristisch, cultureel en recreatief Schiedam draagt bij aan een dynamische economie. De lopende veelzijdige promotiecampagne Ontdekschiedam.nu is gestart in 2006 en voortgezet in 2007. Beide jaren heeft Stichting Evenementen Promotie Schiedam (SESP) hiervoor de opdracht gekregen. Bedoeling is om in 2008 ontdekschiedam meer te bestendigen door het opzetten van een marketingorganisatie waarin SEPS en VVV opgaan. Beide partijen gebruiken 2007 om dit te gezamenlijk te concretiseren. De nieuwe stichting gaat de slag maken van toeristische promotie naar een overall stadspromotie. Er wordt een stadspromotor aangetrokken die met een aantal medewerkers de toeristische promotie opwerkt van regionale naar (inter)nationale promotie. En die ook woon- en werkpromotie, in overleg met partners in de stad, uitwerkt. De VVV-winkel is in juni 2007 omgevormd naar een Ontdekschiedam.nu winkel in het verbouwde pand aan de Buitenhavenweg. Hier zal ook de nieuwe stichting haar intrek nemen. De VVV licentie zal door de nieuwe stichting worden overgenomen.
Detailhandel In het kader van het wijkactieplan Nieuwland zal de detailhandel in de Nolenslaan, de Parkweg (zuid en midden) de nodige aandacht en impulsen krijgen. In een integrale aanpak zal samen met winkeliers en ondernemers de kwaliteit van de winkelgebieden worden verbeterd. Een “winkelstraatmanager Nieuwland” zal, samen met de betrokken ondernemers, winkeliers, commerciële vastgoedeigenaren, partners en bewoners, de uitvoering verzorgen. Voor de Groenelaan zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd die leiden, in overleg met de wijk, tot een lange termijn ontwikkelingsvisie voor dit winkelgebied. Winkeliers,
vastgoedeigenaren en de gemeente voeren deze ontwikkelingsvisie samen uit. De werkgroep Groenelaan is hier een eerste aanzet toe. De herinrichting van de Groenelaan moet een kwaliteitsimpuls geven aan het openbaar gebied, waardoor de aantrekkingskracht en de bijzondere uitstraling van de Groenelaan wordt versterkt. Op grond van het nieuwe bestemmingsplan Kethel wordt in het najaar 2007 gestart met het opstellen van een stedenbouwkundige visie, waarin aandacht voor het winkelcentrum “Hof van Spaland” in samenhang met de ontwikkelingen rondom het Bachplein. Bij de totstandkoming van de visie worden alle direct belanghebbenden betrokken. Na afronding van deze stedenbouwkundige visie, zal worden gestart met de revitalisering van het winkelcentrum. Hierbij zal o.a. aandacht zijn voor parkeren, bereikbaarheid, uitbreiding van het winkeloppervlak en veiligheid.
Herstructurering bedrijventerreinen In de regio Rotterdam bestaat een tekort aan bedrijventerreinen. Dit tekort kan voor een deel worden opgelost door het herstructureren van verouderde bedrijventerreinen tot hoogwaardige moderne bedrijventerreinen waar ondernemers zich graag vestigen In dit kader worden op dit moment de bedrijventerreinen Spaanse Polder/’s-Gravelandsepolder en Nieuw Mathenesse aangepakt. Op dit moment is de herstructurering van bedrijventerrein Spaanse Polder/’s-Gravelandsepolder in volle gang en zal ook de komende jaren worden voortgezet. Door intensiever ruimtegebruik kunnen meer ondernemers zich na herstructurering op dit bedrijventerrein vestigen. Bedrijventerrein Nieuw-Mathenesse is ook een verouderd bedrijventerrein. De herstructurering heeft een vertraging opgelopen waarbij het gebrek aan voortvarende afstemming van de plannen van Rotterdam (Merwedehaven) en Schiedam met Nieuw-Mathenesse een belangrijke rol heeft gespeelt. De overeenstemming over de plannen is vastgelegd in de ontwikkelingsvisie Nieuw-Mathenesse. Per juli 2007 is een nieuwe projectleider voor de herstructurering Nieuw-Mathenesse aangesteld. De gesprekken met de ondernemers op het terrein zijn inmiddels weer opgestart en in het 3e en 4e kwartaal 2007 zullen opdrachten voor het uitvoeren van diverse onderzoeken worden gegeven. Dit zijn onder andere onderzoeken als een quick scan voor het openbaar gebied, het opstellen van een stedenbouwkundige visie, onderzoek naar efficiënt ruimtegebruik en dubbel grondgebruik. Door een brancheringonderzoek in de regio dient helder te worden welke typen bedrijven geïnteresseerd kunnen worden voor vestiging op Nieuw-Mathenesse. Voor zowel Nieuw-Mathenesse als Spaanse Polder/
Programmabegroting 2008
46
’s Gravelandsepolder geldt dat er de komende periode duidelijkheid moet komen over afronding van de erfpachtinstructie. Dit heeft grote impact op de herstructurering/ gebiedsontwikkeling en de mogelijkheden maatwerk te bieden bij aflopende erfpachtcontracten. (Het voorkomen van precedentwerking.) Aan het verkrijgen van deze duidelijkheid wordt gewerkt.
Kaderstellende beleidsnota’s • Nota “Aan de slag”/januari 2004; • Ontwikkelingsvisie Nieuw Mathenesse/B&W besluit 18-11-2005; • Plan van Aanpak Spaanse Polder & ’s-GravenlandZuid/B&W 2002; • Masterplan Schieveste/december 2003; • De omloop binnenste buiten gekeerd (Advies Seinpost)/ december 2001; • Doorpakken op de binnenstad/januari 2007; • Reserve Vastgoed Binnenstad/juni 2007; • Nota Toeristisch Beleid 2005-2009/maart 2005; • Evenementennota 2006-2009/2/februari 2006; • Cultuurvisie 2006-2009/februari 2006;
• Atelierbeleid/juli 2007; • Stedelijk Museum Schiedam Beleid 2006-2009/september 2005.
Beleidsonderdeel A: Ruimte voor economische ontwikkeling Wat willen we bereiken: 1. Bedrijventerreinen aantrekkelijk worden voor ondernemers. 2. Er nieuwe bedrijfslocaties worden ontwikkeld. 3. Er meer consumenten zich binden aan Schiedam door versterking van de detailhandelsfunctie.
Wat gaan we ervoor doen: 1.1. Herstructureren bedrijventerreinen (de terreinen Nieuw Mathenesse, Spaanse Polder & ’s-Graveland Zuid). • Tegengaan criminaliteit op bedrijventerreinen, bijv. door het plaatsen van camera’s. 2.1. Ontwikkelen locatie Schieveste en uitgifte restkavels voor kantoren. 3.1. Stimuleren wijkeconomie mede door het verstrekken van microkredieten en aandacht voor starterstimulering.
Tabel effect en prestatie-indicatoren Omschrijving
Aantal te herstructureren hectares Aantal m2 uit te geven bedrijfsterrein Aantal m2 uit te geven kantoren
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
P P P
Streefwaarden 2008 2009
2010
2011
26,6
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
Beleidsonderdeel B: Werkgelegenheid Wat willen we bereiken: De werkgelegenheid groeit. De werkloosheid afneemt.
Wat gaan we ervoor doen: Herstructureren bedrijventerreinen ontwikkelen Schieveste & uitgifte restkavels voor kantoren (vnl. t.b.v. uitbreiding werkgelegenheid).
Uitvoeren lokaal sociaal akkoord. Hierbij is sprake van sterke link met Programma Sociale infrastructuur: – instellen taskforce jeugdwerkloosheid; – leerwerkbanen voor jongeren; – regionaal werkgeversservicepunt oprichten; – extra banen voor Schiedamse werklozen; – taalstages in het kader van de inburgeringtrajecten en om mensen uit het isolement te halen; – stageplekken creëren voor VMBO/MBO; – cursussen aanbieden voor laaggeletterd personeel.
Tabel effect en prestatie-indicatoren Omschrijving
Aantal arbeidsplaatsen * E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarden 2008 2009
2010 30.000
2011
47
Beleidsonderdeel C: Binnenstad Wat willen we bereiken: 1.1. Het marktvertrouwen wordt hersteld. 1.2. De winkelruimteaanbod wordt verbeterd en de branchering door middel van samenvoeging en vernieuwing van winkelpanden alsmede en (het stimuleren) van verplaatsing en vestiging van specifieke branches in met name kernwinkelgebied (Hoogstraat) en het Lifestylegebied wordt aangepast. 1.3. Panden en vrijvallende locaties worden herbestemd en -ontwikkeld. 1.4. De kwaliteit van de bebouwing en bescherming stadsgezicht wordt verbeterd. 2.1. Het historisch imago van de (binnen)stad Schiedam wordt verbeterd. 2.2. De aantallen en verblijfsduur van toerist en winkelend publiek wordt bevorderd. 2.3. De maatschappelijke- en cultuurfuncties voor de inwoners beter herkenbaarder en toegankelijker worden. 3.1. Het openbaar gebied beter wordt beheerd: schoon, heel en verzorgd. 3.2. De omgevingskwaliteit en de entrees binnenstad worden verbeterd door aanpak bestrating, overzicht (verkeers)-knooppunten, plaatsing bloembakken en dergelijke. 3.3. De openbare orde en veiligheid worden verbeterd. 3.4. De bereikbaarheid wordt verbeterd en parkeermogelijkheden worden verruimd.
2.1.
2.2.
Wat gaan we ervoor doen: 1.1. Stimuleren investeringen door middel van financiële bijdragen in verbeterplannen (regeling gevels en winkelpuien) en verbeteren kwaliteit winkelomgeving (o.a. verlichting, straatmeubilair en beklinking). Lostrekken vastgelopen projecten als Gat van Bolmers, Monopole en het Wennekerpand. 1.2. Concentratie en verbetering winkelpanden. Stimuleren onderscheidende winkelmilieu’s door middel van financiële bijdragen in uit de Lifestyleregeling, coaching en begeleiding van vestigende ondernemers en gerichte acquisitie. Versterken promotie en acquisitie door middel van inhuur acquisiteur gericht op het midden en kleinbedrijf en actieve informatieoverdracht naar marktpartijen. 1.3. Versterken economische niet-winkelfuncties als wonen, horeca en ambachten. Uitbreiden en differentiëren woningaanbod (o.a. wonen boven winkels). 1.4. Stimuleren verbetering panden door middel van het bieden van faciliteiten en bijdrageregelingen gericht op de
2.3.
2.4.
3.1.
particuliere woningverbetering zoals ‘wonen boven winkels’. Restauratie van monumenten door middel van begeleiding door gemeente van het aanvragen van rijksbijdrage, assistentie bij zoeken naar architecten en restaurateurs en door het verlenen van subsidies. Continueren promotiecampagne Ontdekschiedam.nu. Bevorderen creatieve economie door aantrekken van kleine bedrijven als ontwerpbureaus, vormgevers en ambachten. Oprichten Stichting Schiedam Promotie. Meer kwaliteit evenementen door kritische toetsing van subsidieaanvragen, coaching van bestaande evenementen en het eventueel aantrekken van evenementen van buiten Schiedam. Een grotere (toetsings-)rol geven voor Adviescommissie evenementen bevorderen toegankelijkheid ‘subsidieloket’ door introductie van een standaardsubsidieformulier voor subsidieaanvragen en gebruikmakend van het E-loket. Versterken en uitbouwen van het toeristisch product door kwaliteitsverbetering en productontwikkeling. Bevorderen en promoten van Schiedam als waterstad, ook binnen de regionale samenwerking Water-StadLand, door verbetering doorvaart- en aanlegmogelijkheden (bouw aanlegsteigers) en aanboren van specifieke op water gerichte doelgroepen als onderdeel van de campagne Ontdekschiedam.nu. Uitwerken afspraken uit convenant R’dam – S’dam door o.a. meer opname van Schiedam in promotiemateriaal en -activiteiten van Rotterdam. Omzetten VVV naar Ontdekschiedam.nu winkel. Bevorderen van de aanwezigheid en aantrekkelijkheid van de musea door gezamenlijke promotie en een afwisselend tentoonstellingsprogramma. Binnen de ontdekschiedam.nu campagne wordt door diverse acties en producten bevorderd dat de Schiedammer meer kennis krijgt over de eigen stad en daardoor zich ambassadeur voelt voor die stad. Herhuisvesten Filmhuis, Jeugdtheater, ateliers en Artoteek. Verbeteren zichtbaarheid functies in Stadskantoor (bibliotheek, theater, stadswinkel en gemeentearchief). Zorgen voor een schone en verzorgde openbare ruimte Renoveren en/of vernieuwen bruggen de Kippenbrug en Proveniersbrug. (Her)inrichten kaden en oevers, zoals bijvoorbeeld herstel van de oever langs de Noordvest en de nieuwe wandelroute langs de Schie.
Programmabegroting 2008
48
3.2. (Her)inrichten en verbeteren straten en pleinen zoals de Boterstraat(plein) en omgeving Oude Kerkhof en Proveniershuis. Aanschaffen en plaatsen van een betere kwaliteit straatmeubilair en verlichting bij het (her)inrichten van straten en pleinen. 3.3. Afsluiten convenant veilig ondernemen met ondernemers in de winkelstraten als vervolg op het convenant met ondernemers van de Nieuwe Passage. 3.4. Verbeteren bewegwijzering en signalering dit in aansluiting op het vernieuwde objectbewegwijzeringssysteem
en het geïnstalleerde parkeerverwijssysteem. Verbeteren aanloop- en aanrijdroutes door middel van het aanbrengen van markeringen. Actualiseren parkeerbeleid op basis van de uitkomsten van het parkeeronderzoek (te verwachten medio 2008). Uitbreiden parkeervoorzieningen op basis van uitkomsten van het parkeeronderzoek (te verwachten medio 2008). Uitbreiden fietsvoorzieningen met extra fietsbeugels en stallings-mogelijkheden.
Tabel effect en prestatie-indicatoren Omschrijving
E/P* Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarden 2008 2009
2010
Herstel marktvertrouwen
P
Aantal verbouwen verbeterprojecten
2006
+ 20%
+ 50%
Verbetering winkelruimteaanbod en branchering
P
Aantal m2 nieuw vloeropp.vl
2006
+/- 2.300 m2
+/- 4.000 m2
Aantal m2 verbeterd vloeropp.vl.
2006
+/- 1.200 m2
+/- 3.500 m2
2006
+/- 20
Herbestemmen en ontwikkelen panden en locaties
P
Aantal panden met nieuwe bestemming
Verbetering kwaliteit en diversiteit winkelaanbod
E
% groei in kooporiëntatie nonfood
2004
35%
Herhuisvesting ateliers
P
Aantal ateliers
2007
6
Meer kwaliteit evenementen
E
Rapportcijfer Adviescommissie Evenementen
2007
Bevordering bezoek en verblijfsduur in Schiedam
E
Aantal bezoeken + aantal bezoekers (d.m.v. panelonderzoek)
2002
E
Aantal passanten
E
Aantal bezoekers musea
2006
+ 15%
E
Aantal bezoekers evenementen
2007
+ 15%
Verbeteren omgevingskwaliteit en entree binnenstad
P
% (groei) waardering schiedammers
2004
> 40%
> 50%
Verbeteren bereikbaarheid en parkeren
E
Rapportcijfer Waardering bereikbaarheid tot gem.
2004
6.8
7.0
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
+/- 40
2011
+/- 60
38% 16
20
+ 15%
+?
25
49
WAT GAAT HET KOSTEN?
Stadseconomie Bedragen x 1.000
Rekening 2006
Raming 2007
Raming 2008
Raming 2009
Raming 2010
Raming 2011
Raming 2012
Totaal lasten Totaal baten
36.707 50.805
25.152 33.446
46.115 47.979
45.821 47.979
45.821 47.979
45.710 47.979
45.708 47.979
Resultaat voor bestemming
14.098
8.294
1.864
2.158
2.158
2.269
2.271
Onttrekking reserves Toevoeging reserves
1.705 15.164
8.051
29 1.880
29 1.880
29 1.880
29 1.880
29 1.880
639
243
13
307
307
418
420
Resultaat na bestemming
Extra Inzet Stadseconomie Omschrijving
2008
2009
2010
2011
Atelier voor beeldende kunstenaars Oprichting stichting Schiedam promotie Lokaal sociaal akkoord terugdringing werkeloosheid Microkredieten voor kleine ondernemers
55.000 200.000 50.000 0
55.000 150.000 50.000 0
55.000 150.000 50.000 0
55.000 100.000 50.000 0
Totaal
305.000
255.000
255.000
205.000
Programmabegroting 2008
50
(jaar)
2008
2009
2010
2011
onderdelen
(bereiken?)
(doen?)
Bedrijventerreinen aantrekkelijk maken voor ondernemers
• Herstructureren bedrijve Mathenesse, Spaanse P • Tegengaan criminaliteit o het plaatsen van camera
30.000 Prestatie-indicator Ruimte voor economische ontwikkeling
statie-indicatoren E/P* Bron
P
Nulmeting (jaar)
Aantal verbouwen verbeterprojecten
2006
Aantal m2 nieuw vloeropp.vl
2006
Aantal m2 verbeterd vloeropp.vl. Aantal panden met nieuwe bestemming
Streefwaarden 2008 2009 + 20%
2010
2011
Meer consumenten binden door versterking detailhandelsfunctie
Stimuleren wijkeconomie m microkredieten en aandach
Nieuwe bedrijfslocaties ontwikkelen
Ontwikkelen locatie Schiev kantoren.
+ 50% Groei werkgelegenheid Werkgelegenheid
aanbod
kkelen
diversiteit
P
P
+/- 4.000 m2
2006
+/- 1.200 m2
+/- 3.500 m2
2006
+/- 20
2004
35%
P
Aantal ateliers
2007
6
ten
E
Rapportcijfer Adviescommissie Evenementen
2007
erblijfsduur
E
Aantal bezoeken + aantal bezoekers (d.m.v. panelonderzoek)
2002
d en
+/- 40
16
+/- 60
20
25
• Versterken niet-winkelfun • Uitbreiden en differentie
Verbetering historisch imago
• Restauratie monumente • Bescherming stadsgezic
Binnenstad Bevordering bezoek en verblijfsduur in Schiedam
E
Aantal bezoekers musea
2006
+ 15%
E
Aantal bezoekers evenementen
2007
+ 15%
P
% (groei) waardering schiedammers
2004
+?
Rapportcijfer Waardering bereikbaarheid tot gem.
2004
> 40%
Verbeteren omgevingskwaliteit, veiligheid en entree binnenstad
> 50% Verbeteren bereikbaarheid en parkeren
6.8
7.0
• Financieel ondersteunen verbeterprojecten • Concentratie en verbete • Lifestyleregeling • Inhuren acquisiteur MKB
Herbestemmen en ontwikkelen panden en locaties
+ 15%
Aantal passanten
Prestatie-indicator
Versterken van de sociaal-economische structuur van Schiedam
38%
E
E
Afname werkloosheid
Verbetering winkelruimteaanbod en branchering
% groei in kooporiëntatie nonfood
aliteit en
E
+/- 2.300 m2
Uitvoeren lokaal sociaal ak • instellen taskforce jeugd • leerwerkbanen voor jong • regionaal werkgeversser • extra banen voor Schied • taalstages in het kader om mensen uit het isole • stageplekken creëren vo • cursussen aanbieden vo
• • • •
Promotiecampagne Schi Oprichten stichting Schie Kritischer toetsing evene Gezamenlijke promotie m tentoonstellingsprogram • Uitwerken afspraken con • • • •
Zorgen voor een schone Renoveren en/of vernieu (Her)inrichten straten en Afsluiten convenant veili
• Verbetering bewijzering, • Actualiseren parkeerbele zieningen • Uitbreiden fietsvoorzieni
53
Veiligheid Doelstelling De doelstelling van openbare orde en veiligheid is een continu proces om Schiedam merkbaar veiliger te maken voor iedereen die daar deel van uitmaakt. Het vergroten van de integrale veiligheid in Schiedam moet bijdragen aan de aantrekkelijkheid van de stad en het welbevinden van de bewoners. Doel is enerzijds ongewenst en crimineel gedrag terug te dringen, zowel gebieds- als persoonsgericht, anderzijds een veilige omgeving te bieden. In beide gevallen wordt bij voorkeur preventief, maar ook repressief beleid gevoerd. Om dit te bereiken zijn prioriteiten benoemd binnen drie categorieën: stedelijke en wijkgerichte veiligheid en fysieke veiligheid. Binnen de stedelijke categorie worden structurele problemen stadsbreed aangepakt. Daarnaast worden wijkgerichte projecten en maatregelen uitgevoerd, omdat per wijk grote verschillen in veiligheid bestaan en hier maatwerk op kan worden geleverd. Tot slot wordt bij fysieke veiligheid de brandveiligheid gewaarborgd en wil de gemeente goed voorbereid zijn en blijven op risico’s en rampen.
Context en achtergrond De veiligheidsnota 2005-2009 is aan een herijking toe, nog voor het eind van de looptijd. Een nieuw beleidsplan moet meer maatwerk op wijkniveau bieden en een meer projectmatige integrale aanpak, met behoud van de reeds bestaande stadsbrede thematische aanpak met veiligheidsprojecten. Het nieuwe Beleidsplan Veiligheid wordt in 2007 gemaakt en beoogt over de periode 2008-2011 richting te geven aan het veiligheidsbeleid. Het Grotestedenbeleid is een belangrijk onderdeel van het veiligheidsbeleid. De GSB doelstellingen maken onderdeel uit van het totaal van veiligheidsdoelstellingen, gericht op stedelijke, wijkgerichte en fysieke veiligheid. Wanneer de GSB periode in 2009 eindigt, zullen de doelstellingen in grote lijnen overeind blijven, en wordt in de meerjarenplanning rekening gehouden met het voortzetten van bepaalde projecten via de reguliere begroting. Binnen het Grotestedenbeleid zijn de volgende doelen benoemd: • Het verminderen van (herhaling van) huiselijk geweld; • Het verminderen van de criminaliteit gepleegd door volwassen en jeugdige veelplegers; • Sluitende aanpak 0-23 jarigen; (is onderdeel van integraal jeugdbeleid);
• Het verminderen van overlast op straat veroorzaakt door personen; • Het verminderen van criminaliteit in risicogebieden door een gebiedsgerichte aanpak; • Open doelstelling: de aanpak van jeugdcriminaliteit. De prestaties staan beschreven in de GSB monitor.
Kaderstellende beleidsnota’s • • • •
Nota Integraal Veiligheidsbeleid Schiedam 2005-2009; Handhavingsprogramma Schiedam 2004; Uitvoeringsprogramma veiligheid 2007; Milieubeleidsplan 2002-2006 (verlengd tot 2008).
Een aantal onderwerpen zijn niet opgenomen in de doelstellingen en beleidsonderdelen. Deze zijn wel van belang voor de veiligheid in Schiedam, maar nog niet verwerkt tot concrete maatregelen omdat deze nog in beleidsontwikkeling zijn, of omdat externe partners dit aanpakken. Een voorbeeld is de aanpak van illegale hennepteelt, wat momenteel strafrechtelijk wordt aangepakt door de politie en waar momenteel onderzocht wordt wat de mogelijkheden zijn voor bestuurlijke aanpak.
Beleidsonderdeel A: Stedelijke sociale veiligheid Wat willen we bereiken: • jeugd en veiligheid, d.w.z. verminderen jeugdoverlast, vandalisme en jeugdcriminaliteit; • meer toezicht op de naleving en handhaving van de gemeentelijke verordeningen op het terrein van de openbare orde en veiligheid; • veilig ondernemen; • verminderen van criminaliteit door veelplegers; • verminderen huiselijk geweld.
Wat gaan we ervoor doen: • doorontwikkelen wijkaanpak jeugdoverlast (gericht op groepen pellen, Beke methodiek en locatiecodering); • doorontwikkelen organisatiestructuur persoonsgerichte aanpak 0-23 jaar; Gemeentelijk Overleg Sluitende aanpak en invoeren signaleringssysteem (zie ook integraal jeugdbeleid); • uitbreiding project de Veilige School; • uitbreiding handhaving en toezicht door Lichtblauwe brigade; • Veilig Ondernemen in De Nieuwe Passage; • aanbieden van een nazorgtraject aan veelplegers; • doorontwikkelen aanpak huiselijk geweld.
Programmabegroting 2008
54
Tabel effect en prestatie-indicatoren Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarden 2008 2009
uitbreiding project de Veilige School, met 1 school in 2008, naar alle 7 in 2009
P
x
x
uitbreiding LBB van 26 naar 50 BOA’s in 2010, d.w.z. 8 fte per jaar
P
x
x
convenant en keurmerk VO de Nieuwe Passage in 2008
P
x
nazorgtraject voor 25% van de in 2004 in beeld gebrachte veelplegers, te weten 60
P
x
invoering monitor huiselijk geweld
P
x
2010
2011
x
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
Beleidsonderdeel B: Wijkgerichte sociale veiligheid Het betreft veiligheidsproblemen die te maken hebben met wonen en de woonomgeving (openbare ruimte), waarbij drie wijken specifieke aandacht verdienen, te weten Oost, Nieuwland en het Centrum.
Wat willen we bereiken: • verminderen woninginbraken; • verminderen overlast tussen bewoners en bestrijden;
• verbewoning (onrechtmatige bewoning/illegale verhuur); • verminderen geweld/dreiging op straat; • verminderen onveilig gevoel in eigen buurt.
Wat gaan we ervoor doen: • inzet subsidie politiekeurmerk veilig wonen (zie ook afdeling Wonen); • inzet politiekeurmerk veilige woonomgeving; • inzet interventieteam.
Tabel effect en prestatie-indicatoren Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarden 2008 2009
2010
2011
minimaal 1 projectgebied per jaar volgens politiekeurmerk veilige woonomgeving inrichten (in 2008 Oost of Nieuwland)
P
x
x
x
x
interventieteam gaat 1x per maand naar gemiddeld 5 overlastlocaties (wenselijk is naar alle locaties, maar dat is alleen mogelijk met uitbreiding van capaciteit voor de back office)
P
x
x
x
x
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
55
Beleidsonderdeel C: Fysieke veiligheid Wat willen we bereiken:
Wat gaan we ervoor doen:
• goed functioneren van de brandweer, d.w.z. een voldoende paraatheid, het uitrukken en ter plaatse komen volgens de zorgnormen, incidentbestrijding op afdoende wijze (ter voorkoming, beperking en bestrijding van brand); • goede organisatie externe risico’s en rampenbestrijding; • uitbreiden/continuering van de handhaving op bouw- en woningtoezicht, horeca en milieu.
• zorgen voor voldoende materieel en personeel en huisvesting brandweer; • actualiseren rampenbestrijding (oefeningen e.d.); • aantal handhaafacties/controles bouw- en woningtoezicht, horeca en milieu; • kwaliteitsverbetering controles bouw- en woninginspecteurs.
Tabel effect en prestatie-indicatoren Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarden 2008 2009
betrokkenen bij alle 17 deelplannen crisisP beheersing worden in 2007 en 2008 opgeleid
x
jaarlijks minimaal 2 oefeningen crisisbeheersing
P
x
invoering digitale checklijsten ter verbetering van de kwaliteit van controles bouw- en woningtoezicht
P
x
2010
2011
x
x
x
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
WAT GAAT HET KOSTEN?
Veiligheid Bedragen x 1.000
Totaal lasten Totaal baten Resultaat voor bestemming Onttrekking reserves Toevoeging reserves Resultaat na bestemming
Rekening 2006
Raming 2007
Raming 2008
Raming 2009
Raming 2010
Raming 2011
Raming 2012
8.258 492
8.408 70
9.369 140
9.388 140
9.374 140
9.393 140
9.374 140
- 7.766
- 8.338
- 9.229
- 9.248
- 9.234
- 9.253
- 9.234
813 –
889 –
829 –
829 –
829 –
829 –
829 –
- 6.953
- 7.449
- 8.400
- 8.419
- 8.405
- 8.424
- 8.405
Programmabegroting 2008
56
Extra Inzet Veiligheid Omschrijving
Regiseren en ondersteunen Buurtpreventieteams Fysieke maatregelen bestrijding Jeugdoverlast Openbare orde Nieuwjaarsnacht Aanpak woninginbraken van Politiekeurmerk Veilige omgeving Ontwikkeling crisis- en rampenbestrijdingsorganisatie Totaal
2008
2009
2010
2011
20.000 30.000 60.000 60.000 30.000
25.000 30.000 60.000 60.000 30.000
25.000 30.000 60.000 60.000 30.000
30.000 30.000 60.000 60.000 30.000
200.000
205.000
205.000
210.000
(jaar)
d per jaar volgens oonomgeving of Nieuwland)
P
per maand naar aties (wenselijk is dat is alleen van capaciteit
P
2008
2009
2010
2011
x
x
x
x
x
x
x
onderdelen
Prestatie-indicator
statie-indicatoren
deelplannen crisisP 07 en 2008 opgeleid
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarden 2008 2009
(doen?)
Verminderen jeugdoverlast, vandalisme en jeugdcriminaliteit
• Doorontwikkelen wijkaan • Doorontwikkelen organis aanpak 0-23 jaar; • Uitbreiding project de Ve
x
Stedelijke sociale veiligheid
E/P*
(bereiken?)
Naleving en handhaving van de gemeentelijke verordeningen
Uitbreiding handhaving en
Veilig ondernemen
Veilig Ondernemen in De N
Verminderen van criminaliteit door veelplegers
Aanbieden van een nazorgt
Verminderen huiselijk geweld
Doorontwikkelen aanpak hu
Verminderen woninginbraken
2010
2011 Het vergroten van de integrale veiligheid in Schiedam
x
Verminderen overlast en bestrijden overbewoning Wijkgerichte sociale veiligheid
• Inzet subsidie politiekeu • Inzet politiekeurmerk vei
Verminderen geweld/ dreiging op straat Inzet interventieteam
ningen
P
x
sten ter verbetering roles bouw- en
P
x
Prestatie-indicator
x
x
Verminderen onveilig gevoel in eigen buurt
x
Fysieke veiligheid
Goed functioneren van de brandweer
Zorgen voor voldoende mat huisvesting brandweer
Goede organisatie externe risico’s en rampenbestrijding
Actualiseren rampenbestrij
Uitbreiden/continuering van de handhaving op bouw- en woningtoezicht, horeca en milieu
• Aantal handhaafacties/c zicht, horeca en milieu • Kwaliteitsverbetering con teurs
59
Woonmilieu Doelstelling Het in overleg met partners in de stad ontwikkelen en uitvoeren van beleid gericht op het creëren van een evenwichtige en kwalitatieve woningvoorraad in een optimale woonomgeving, variërend van monumenten tot en met moderne architectuur in een sterk verstedelijkte, ruime en groene omgeving, alsmede het scheppen van goede condities voor de uitvoering.
een eigen toetsingskader ontwikkeld en de Stadsregio heeft samen met de gemeenten een actieplan Luchtkwaliteit opgesteld. Onderbouwing van plannen in Schiedam voor het onderdeel luchtkwaliteit vindt nu vrij gedetailleerd plaats. Bij iedere ontwikkeling, klein of groot, zal duidelijk moeten zijn dat het aspect is onderzocht. Het is de verwachting dat in de loop van 2008 het Rijk met nieuwe wetgeving komt. Daarnaast heeft de gemeente zelf een actieplan Luchtkwaliteit gemaakt en vastgesteld.
Context en achtergrond Landelijke ontwikkelingen Omgevingsvergunning De gedachte achter de omgevingsvergunning is dat een initiatiefnemer voor een bepaalde ontwikkeling maar één vergunning hoeft aan te vragen, een besluit krijgt op alle activiteiten en eenmaal de bezwaar en beroepsprocedure door hoeft. In 2005 is een pilotproject samen met de DCMR afgerond. Een belangrijke conclusie uit dit project is dat het aantal situaties waar meerdere vergunningen noodzakelijk zijn erg gering is. In 85% van de aanvragen gaat het om één vergunning en dat is in het overgrote deel van de gevallen een bouwvergunning. Van de overige gevallen is er daarna meestal een combinatie van een bouwvergunning en een RO-procedure. In 5% van de gevallen is er sprake van een combinatie met een milieuvergunning. Nagedacht zal de komende tijd worden hoe de omgevingsvergunning organisatorisch moet worden ingericht. Inwerkingtreding is vooralsnog voorzien op 1 juli 2008.
Wet Luchtkwaliteit Ontwikkelingen die een grote rol spelen in de woningbouw en ruimtelijke ontwikkelingen is de wijze waarop de Raad van State plannen toetst aan het Besluit Luchtkwaliteit. De Raad van State heeft hierin een rechtlijnige benadering. Indien onvoldoende is aangetoond en/of gemotiveerd dat er aan de normen wordt voldaan en/of dat hiernaar onderzoek is gedaan is tot op heden de lijn om het besluit dat genomen is door een gemeente te vernietigen. Landelijk en dus ook in Schiedam betekent deze interpretatie dat ruimtelijke ontwikkelingen en bouwplannen die gewenst zijn tot stilstand kunnen komen. Het Rijk, de provincie en de Stadsregio proberen in deze zaken te voorzien. Het Rijk is bezig met nieuwe wetgeving, de provincie heeft
Regionale achtergrond Woningbouwafspraken Rijk, Stadsregio Rotterdam, provincie Zuid-Holland en de centrumgemeenten Rotterdam en Schiedam hebben eind 2004 een convenant afgesloten over onder andere de bouw van 38.000 nieuwbouwwoningen in de regio voor 2010. Ter uitvoering is de Stadsregio Rotterdam met alle regiogemeenten, waaronder Schiedam, woningbouwafspraken overeengekomen. De Stadsregio heeft met de gemeente Schiedam een deelconvenant afgesloten tot de bouw van 2300 woningen in de periode 1 januari 2005 tot 1 januari 2010, waarvan 1000 nieuwbouwwoningen voor 1 januari 2007 behoorden te worden opgeleverd. Tot eind 2006 is een nieuwbouwproductie van ca. 700 woningen gehaald. Volgens het deelconvenant is per niet-realiseerde woning een boete van € 2.000,- verschuldigd. De boete wordt opgelegd als op 1 januari 2010 minder dan 92,5% van de taakstelling (2.127 woningen) is uitgevoerd. In de paragraaf over het weerstandsvermogen is voorlopig rekening gehouden met een bedrag van 1.4 miljoen euro (€ 2.000,- x 700 nieuwbouwwoningen) als mogelijk gemeentelijke risico. In de programmabegroting 2009 zal aan de hand van de dan beschikbare voortgangsrapportages over de woningbouwproductie worden bepaald met welk risico eind 2009 rekening dient te worden gehouden.
Luchtkwaliteit In het kader van de verbetering van de luchtkwaliteit wordt er samengewerkt met de Stadsregio. Het regionale actieplan luchtkwaliteit vormt de basis voor het gemeentelijke actieplan luchtkwaliteit. Met een aantal gemeenten in de regio wordt samengewerkt in een digitaal energieloket.
Programmabegroting 2008
60
Duurzame woonomgeving Voor wat betreft de duurzame ontwikkeling van de woonomgeving is in de regio Rijnmond het Warmtebedrijf actief. Het Warmtebedrijf is een initiatief van de gemeente Rotterdam. Het Warmtebedrijf is gebaseerd op het uitgangspunt dat bedrijven in het Botlekgebied warmte overhouden die getransporteerd wordt naar woongebieden en bedrijfsterreinen die deze warmte weer gebruiken. Het Warmtebedrijf is bezig om gemeenten in de regio Rijnmond te interesseren voor deelname in het Warmtebedrijfof afname van warmte.
Kaderstellende beleidsnota’s • Nota Ouderenhuisvesting (12 februari 2001/VR9); • 1e module Beleidsnota Wonen “Contouren voor aantrekkelijk wonen in Schiedam” (23 mei 2003/VR79); • 2e module “Beleidsnota Wonen “Kansen voor Ouderen”, bestaande uit: evaluatie Nota Ouderenhuisvesting (14 mei 2002) en tweede evaluatie Nota Ouderenhuisvesting (februari 2004); • 3e module Beleidsnota Wonen “Beleidsplan Woonwagenzaken 2004 en verder” (1 februari 2005/VR6); • Meerjaren prestatieafspraken gemeente Schiedam en Stichting Woonplus (2 december 2003); • Jaarlijkse prestatieafspraken gemeente Schiedam en Stichting Woonplus 2006 (21 maart 2006); • Nota Architectuur en Welstand 2004 (VR 31/2004); • Klimaatbeleid 2003-2007 (VR 218/2004); • Nota Monumentenbeleid 2007-2011 en de nieuwe Monumentenverordening 2007; • Actieplan Luchtkwaliteit (april 2007); • Verordening particuliere woningverbetering 2004; • Beleidsregels particuliere woningverbetering 2007 (Januari 2007); • Bouwbeleid 2006 (januari 2006); • Handhavingsbeleid 2006 (januari 2006); • Afvalbeleid 2005-2009 (VR 118/2005).
Beleidsonderdeel Wonen Wat willen we bereiken: 1. Realisatie 2.300 nieuwbouwwoningen voor 2010 (woningbouwafspraken tot 2010 met de Stadsregio Rotterdam). 2. Een gevarieerde, evenwichtige en kwalitatief hoogwaardige woningvoorraad voor alle inwoners. 3. Sturen en bewaken Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing, incl. aanpak 40-wijken. 4. Een rechtvaardige en evenwichtige woonruimteverdeling. 5. Een verbeterd bestand van particuliere woningen (casco en fundering).
6. Meer woningen boven winkels in centrum. 7. Handhaving in de gebouwde omgeving.
Wat gaan we ervoor doen 1.1.• Uitvoeren Volkshuisvestingsplan (herijking woonbeleid) met als uitgangspunt het Collegewerkprogramma 2006-2010 “Alle Schiedammers”. Belangrijke onderwerpen zijn: • Bij nieuwbouw van grotere aantallen: differentiatie in woningtypen en een goede spreiding over alle prijsklassen; • 20% bereikbare woningen in elk plan of deelgebied is uitgangspunt; • Extra aandacht voor eengezinswoningen in zowel bereikbare huur- als koopwoningen; • Forse uitbreiding van het aantal bereikbare starterswoningen; • Uitbreiding van het aantal toegankelijke woningen voor ouderen. 1.2. Transformeren woningmarkt in het kader van het Grote Steden Beleid (GSB) en het Investeringbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) door middel van het uitvoering van de herstructeringsopgave in Groenoord, Nieuwland en Toernooiveld (vm. Slachthuisbuurt) (sloop/nieuwbouw, verbeteren, samenvoegen en opplussen van woningen). 1.3. Maken prestatieafspraken met Stichting Woonplus over uitvoering woonbeleid (woningbouwproductie) en doelstellingen MeerjarenOntwikkelingsPlan (MOP) 2005-2010. 1.4. Monitoren, evalueren en bijstellen lopend woonbeleid. 1.5. Organiseren Platform Wonen. 1.6. Doorontwikkelen Nota Ouderenhuisvesting: het vastgestelde beleid in de Nota Ouderenhuisvesting (februari 2001) en de evaluaties (mei 2002 en februari 2004) herijken en zonodig bijstellen. 1.7. Uitwerken pilot toe- en doorgankelijkheid particuliere woningcomplexen. Er zal een pilot worden uitgewerkt om één (of meerdere) particuliere wooncomplex(en) beter toe- en doorgankelijk te maken voor ouderen. Hiervoor is een ISV-budget beschikbaar gesteld. 1.8. Realiseren projecten met als uitgangspunt particulier opdrachtgeverschap en/of consumentgericht bouwen. 1.9. Organiseren Informatiemarkt 55+ en Wonen. 1.10. Uitvoeren VROM-Startersleningen. 1.11. Plannen en programmeren woningbouwprojecten. 1.12. Uitvoeren woonwagenbeleid. 1.13. Uitvoeren Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW). 1.14. Voeren van overleggen met externen.
61
2. Een gevarieerde, evenwichtige en kwalitatief hoogwaardige woningvoorraad voor alle inwoners. Bewaken en bijsturen (voeren van regie) en leveren van extra inspanning om de vertraging weg te nemen die is ontstaan door factoren zoals marktomstandigheden, regelgeving en procedures. 3. Sturen en bewaken Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing. Maken analyse voortgang projecten op basis van de monitor stedelijke vernieuwing 2007, en zonodig herprioriteren projecten. Start laatste projecten om nog op tijd gereed te zijn voor eind 2009. Opleveren diverse projecten, zoals laatste stuk Sveaparken, Groenoord Midden A en bijna 80 seniorenwoningen Vijfmolens. 4. Een rechtvaardige en evenwichtige woonruimteverdeling. • Voeren van regie over de uitvoering van de regionale woonruimteverdeling. De regionale woonruimteverdeling is vastgelegd in de Huisvestingsverordening Stadsregio Rotterdam 2006 en de daarbij behorende overeenkomst woonruimteverdeling Stadsregio Rotterdam 2006. • Monitoren, evalueren en bijstellen van het woonruimteverdelingbeleid. Gemonitord wordt de slaagkans van de verschillende doelgroepen zoals: starters, doorstromers, ouderen, BBSH-doelgroep en grote huishoudens. Voor zover mogelijk geschiedt bijsturing door middel van lokaal maatwerk. • Afhandelen klachten van woningzoekenden. • Beheersen van de huurtoeslaguitgaven aan de hand van de in de beleidsrichtlijn (9 maart 2004) vastgelegde afspraken rondom het fiatteren van verhuizingen boven de aftoppingsgrenzen.
5. Een verbeterd bestand van particuliere woningen (casco en fundering). • Continuering van de huidige aanpak in de wijken West, Oost en Zuid. • Uitbreiding van de aantallen particuliere woningen in de wijken West, Oost en Zuid. • Uitbreiding van de aanpak particuliere woningverbetering naar de Binnenstad in combinatie met de monumenten in het Beschermde Stadsgezicht en de verbetering van de winkelstraten in het Centrum, inclusief meer woningen boven winkels. 6. Meer woningen boven winkels in centrum. • Geven van gratis advies in de vorm van een Bouwkundig onderhoudsrapport. • Het verstrekken van een laag rentende lening aan een eigenaar van een woning. • Het verstrekken van een eenmalige subsidie aan een eigenaar van een woning. • Het aanschrijven van een eigenaar op basis van de Woningwet op noodzakelijke wettelijk onderhoud aan de eigen woning. 7. Handhaving in de gebouwde omgeving. • Uitvoering Bouwbeleid en handhavingsbeleid waarbij eigenaren en/of ontwikkelaars worden aangeschreven op naleving van de Woningwet, Bouwbesluit en/of bouwverordening. • Indien dit eerste geen succes oplevert zal er een dwangsom worden opgelegd of bestuursdwang, stillegging van het bouwen of slopen of verzegeling van een gebouw, worden toegepast.
Programmabegroting 2008
62
Tabel effect en prestatie-indicatoren Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarden 2008 2009
Percentage eigen woningbezit
E
Beleidsnota Wonen 2003
28% (2000)
45%
Percentage eengezinswoningen
E
Beleidsnota Wonen 2003
27% (2000)
35%
Aantal woningen
P
Beleidsnota Wonen 2003
34.000 (2000)
37.000
Aantal VROM-Startersleningen
P
Raadsbesluit VR54 d.d. 21 juni 07
25 (2007)
50
Aantal nieuwe woonwagenstandplaatsen
P
Beleidsplan Woonwagenzaken 2005
0 (2005)
3
Aantal op te leveren nieuwbouwwoningen
P
Convenant woningbouwafspraken 2004
700 (2006)
Aantal subsidies PKVW
P
Grote Stedenbeleid 2005-2009
Aantal herstelde woningen
P
3.600
Aantal herstelde funderingen
P
750
Aantal woningen boven winkels
E
Aantal aanschrijvingen
P
Aantal dwangsommen
P
Aantal bestuursdwang toepassingen
P
50
2010
2011
50
50
2.300
2.500
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
Beleidsonderdeel Monumenten Wat willen we bereiken: 1. Behoud architectonisch en cultuurhistorisch erfgoed.
Wat gaan we ervoor doen: 1.1. Uitvoeren Monumentenbeleid 2007-2011 met als meest omvattende doelstelling integratie van monumentenzorg in de ruimtelijke ordening. 1.2. Het zelf als gemeente uitvoeren of het stellen als randvoorwaarde aan ontwikkelaars het uitvoeren van
een Cultuur Historisch effectrapportage voor bouwplannen binnen het Beschermde Stadsgezicht (de Binnenstad) Toetsing van bouwplannen aan concrete en objectieve welstandregels die zijn toegesneden op de verschillende gebieden en soorten bouwwerken. 1.3. Het zorgen voor een integrale aanpak en continuïteit van architectuur. Ook onderwerpen als particulier opdrachtgeverschap en de aandacht voor de openbare ruimte komen aan bod.
63
Tabel effect en prestatie-indicatoren Omschrijving
Aantal Rijksmonumenten hersteld Aantal gemeentelijke monumenten hersteld Aantal beeldbepalende panden hersteld
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarden 2008 2009
2010
2011
E E E
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
Beleidsonderdeel Milieu Wat willen we bereiken: 1. verbeterde luchtkwaliteit; 2. schone woonomgeving; 3. duurzame woonomgeving.
Wat gaan we ervoor doen: 1. Uitvoeren van alle maatregelen uit het gemeentelijk actieplan Luchtkwaliteit. Bijv. versneld schoonmaken van het gemeentelijk wagenpark, weren van vuile vrachtwagens uit de stad door milieuzonering, het bieden van goed vervoersalternatieven voor de auto van de ring naar de Binnenstad. 2. Het plaatsen van ondergrondse containers voor restafval in Schiedam Oost en de Binnenstad.
3. • Het leveren van een gemeentelijke bijdrage aan de landelijke doelstellingen om tussen 2008 en 2012 de uitstoot van broeikasgassen 6% te verminderen ten opzichten van 1990. • Het leveren van een gemeentelijke bijdrage dat in 2020 10% van het totale energiegebruik duurzame energie is. • Integratie van duurzaamheid in RO, verkeer, economische zaken en het eigen handelen van de gemeente (bijv. groene stroom voor gemeentelijke gebouwen). • Het onderzoeken van de mogelijkheden om deel te nemen aan het Warmtebedrijf Rotterdam. • Adviseren en subsidiëren woningeigenaren m.b.t. energiebesparende maatregelen. • Participeren in het regionale energieloket Woon ++. • Stimuleren huishoudens met lage inkomens tot het treffen van energiebesparende maatregelen d.m.v. advies en subsidie. • Opstellen en vaststellen nota Klimaatbeleid 20082012.
Programmabegroting 2008
64
Tabel effect en prestatie-indicatoren Omschrijving
E/P*
µg\m3 NO2 jaargemiddelde
E
µg\m3
E
fijnstof jaargemiddelde
Aantal ondergrondse containers restafval geplaatst
P
Verminderen uitstoot CO2 %
E
Aantal eigenaren woningen die energiemaatregelen treffen
P
Aantal huishoudens met lage inkomens die energiebesparende maatregelen treffen
P
Aantal gemeentelijke gebouwen voorzien van groene stroom
P
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarden 2008 2009
2010
2011
40 40
40
40
40
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
WAT GAAT HET KOSTEN?
Woonmilieu Bedragen x 1.000
Rekening 2006
Raming 2007
Raming 2008
Raming 2009
Raming 2010
Raming 2011
Raming 2012
33.630 36.979
26.022 19.383
27.078 19.057
27.172 19.057
27.535 19.057
27.115 19.057
27.095 19.057
Resultaat voor bestemming
3.349
- 6.639
- 8.021
- 8.115
- 8.478
- 8.058
- 8.038
Onttrekking reserves Toevoeging reserves
3.261 1.803
1.418 1.255
1.375 1.255
1.375 1.255
1.375 1.255
1.375 1.255
1.375 1.255
Resultaat na bestemming
4.807
- 6.476
- 7.901
- 7.995
- 8.358
- 7.938
- 7.918
Totaal lasten Totaal baten
Extra Inzet Woonmilieu Omschrijving
2008
2009
2010
2011
Areaaluitbreiding openbaar groen Onderzoek naar de kansen huurwoningmarkt Jaarlijkse quick scan particuliere wooncomplexen Uitvoeringsbudget monumenten Particuliere woningverbetering oost, zuid, west en centrum
34.500 7.500 10.000 90.000 790.000
34.500 7.500 10.000 25.000 910.000
34.500 7.500 10.000 55.000 1.318.000
34.500 7.500 10.000 55.000 918.000
Totaal
932.000
987.000
1.425.000
1.025.000
hersteld numenten hersteld anden hersteld
(jaar)
2008
2009
2010
2011
onderdelen
(bereiken?)
E E E
• • • • • • •
Prestatie-indicator
statie-indicatoren E/P*
lde
E
delde
E
tainers
P
E
en die en
P
lage inkomens maatregelen treffen
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarden 2008 2009
Een gevarieerde, evenwichtige en kwalitatief hoogwaardige woningvoorraad voor alle doelgroepen
2010
2011
40 40
40
40
40
Realisatie 2.300 woningen voor 2010
ISV (incl. aanpak 40 wijken)
2%
(doen?)
• • • • • • •
uitvoeren Volkshuisvesti transformeren woningma maken prestatieafsprake monitoren, evalueren, bi organiseren Platform Wo doorontwikkelenn Nota O uitwerken pilot toe- en d woningcomplexen realiseren proj'n part.op organiseren informarkt 5 uitvoeren VROM-starters plannen/programmeren uitvoeren woonwagenbel uitvoeren Politiekeurmer voeren van overleggen m
• bewaken en bijsturen (re • leveren extra inspanning • • • •
maken analyse voortgan herprioriteren projecten start laatste projecten opleveren diverse projec
Wonen Rechtvaardige en evenwichtige woonruimteverdeling
P
bouwen voorzien
Verbeterd bestand particuliere woningen
P
Prestatie-indicator Meer woningen boven winkels in centrum Een evenwichtige en kwalitatieve woningvoorraad in een optimale woonomgeving
Handhaving in de gebouwde omgeving
Monumenten
Behoud architectonisch en cultuurhistorisch erfgoed
• regievoeren uitv. reg. wo • monitoren/evalueren/bij leid • afhandelen klachten won • beheersen huurtoeslagu
• continueren aanpak wijk • uitbreiden part. woninge • uitbreiden part. woningv • • • •
geven gratis bouwkundig verstrekken laagrentend verstrekken eenmalige s aanschrijven eigenaren m
• uitvoeren bouw- en hand • zo nodig opleggen dwang legging, e.d.
• uitvoeren Monumentenb monumentenzorg in RO) • zelf uitvoeren of randvoo over cult. hist. effectrapp • integrale aanpak continu
Verbeterde luchtkwaliteit
• uitvoeren maatregelen g Luchtkwaliteit
Schone woonomgeving
• plaatsen ondergrondse c (Schiedam Oost en Binn
Milieu
Duurzame woonomgeving
• verminderen uitstoot bro • bijdragen aan gebruik du • integreren duurzaamheid eigen handelen gemeen • onderzoeken deelname W • adviseren/subsidiëren w besparende maatregelen • deelnemen in regionaal • stimuleren enegiebespa met lage inkomens
67
Financiën Uitgangspunten begroting 2008 Het realiseren van een reële begroting, waarmee de basis wordt gelegd voor het bereiken van de beoogde maatschappelijke doelstellingen. In de Begrotingsrichtlijnen 2008 is deze doelstelling als volgt uitgewerkt: Om een meer reële begroting te krijgen zijn de begrotingsrichtlijnen aangepast ten opzichte van vorige jaren. De bedoeling hiervan is dat de financiële parameters zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid komen te liggen. In volgende begrotingen zal worden getracht ook de structuur van de begroting zodanig te maken dat de begroting meer transparant wordt en producten en programma goed op elkaar afgestemd zijn.
Reële productenbegroting • Loonkosten • Raming op basis van werkelijke inschaling, peildatum 1-5-2007; • Totaal stijging netto werkgeverslasten 3%. • Prijsstijging • 1% op goederen, diensten en energie; • Belasting en retributietarieven: 1% tariefstijging. • Gemeenschappelijke regelingen Stijging 1,71% volgens gezamenlijke afspraak regiogemeenten. • Rentepercentages t.b.v. kapitaallasten • Bespaarde rente 4,51%. Overeenkomstig dekkingsplan 2002-2006 wordt de bespaarde rente volledig ten gunste gebracht van de begroting (functie 914.00); • Rente omslag 3%. Dit betreft een intern verrekenpercentage om de totale rentekosten te verdelen over de boekwaarde van de investeringen. • Inwoners: per 1-1-2008 : 75.466 • Woningen: per 1-1-2008 : 35.400 In de ramingen zijn alle raadsbesluiten tot en met 31 juli 2007 verwerkt.
Rechtmatigheid In mei 2006 is het project Rechtmatigheid van start gegaan. Doelstelling is om voor de jaarrekening 2007 een goedkeurende accountantsverklaring te krijgen op het gebied van Rechtmatigheid. De projectaanpak is gesplitst in twee deelprojecten:
1. het inventariseren, screenen en updaten van onze regelgeving (tevens dereguleren); 2. het invoeren van rechtmatigheidbeheer (schrijven en implementeren van een controlplan op deze regelgeving).
Controlplan Rechtmatigheid Vanaf eind 2006 is veel gerealiseerd. Alle verordeningen zijn geïnventariseerd en geprioriteerd. De 26, voor rechtmatigheidbeheer belangrijkste verordeningen, zijn gescreend en heeft een update plaats gevonden. Voor de 8 meest kritische processen is een controlplan (deel 1) opgesteld. Inmiddels zijn ook voor de meeste processen, welke ook onderwerp zijn van de rechtmatigheidstoets, een (concept)controlplan (deel 2) geschreven. Het controlplan rechtmatigheid is een overzicht van beheersmaatregelen om de uitvoering van de regelgeving op de werking te toetsen. Hierin is een tweedeling in toetsing aan te brengen: 1. toetsing door middel van (beperkte) steekproefbasis op processen waarbij interne controles wel in de uitvoering zijn opgenomen; 2. toetsing op uitgebreide schaal of op alle processen waar interne controles niet in de uitvoering zijn opgenomen. De eerste methode blijft natuurlijk de voorkeur hebben. Deze methode vergroot het bewust handelen en de control, en kost de organisatie uiteindelijk minder tijd. Doelstelling van dit alles is om de interne beheersing te versterken en transparant te maken en zo een goedkeurende verklaring op gebied van rechtmatigheid te verkrijgen!
Ontwikkeling en invoering ondersteunende control De laatste jaren is veel aandacht gegeven aan Planning & control. Er is veel bereikt in het structureren en het plannen van, voornamelijk, financiële instrumenten. Nu zal de stap voorwaarts gemaakt moeten worden: niet alleen financiële onderwerpen, maar een breed scala aan onderwerpen moet binnen de P&C worden opgenomen. Met de vorming van de afdeling Control binnen het cluster Middelen is een eerste stap gezet. Control is intussen geëvolueerd van een technisch instrumentele beheersing naar een persoonlijk
Programmabegroting 2008
68
en gezamenlijk organiseren van het eigen werk. Hiermee wordt control een verantwoordelijkheid voor elke medewerker. De borging ligt bij de lijnmanager en de controllers ondersteunen de managers en medewerkers hierin. De advies en ondersteuningsfunctie van control wordt daarbij de belangrijkste taak van de controller. Hiermee wordt dus afgestapt van de oude “controlefunctie”. Het paradigma maakt plaats voor een nieuwe perceptie: “informatiebehoefte voor de gebruiker in de praktijk”.
Management Informatiesysteem Om te kunnen sturen op resultaten dienen doelstellingen van onze gemeentelijke organisatie zo helder mogelijk (SMART) te worden geformuleerd. Deze doelstellingen vormen de koers voor de Gemeente Schiedam. Om koersafwijkingen te kunnen volgen per organisatieonderdeel is als kompas een Management Informatiesysteem (MIS) onontbeerlijk. Dit systeem biedt gegevens uit alle relevante bronsystemen die volgens van te voren helder geformuleerde definities geautomatiseerd en voor elke gewenste medewerker op ieder gewenst moment zichtbaar gemaakt worden in de vorm van informatie. Voorbeelden van deze informatie: ziekteverzuim per organisatieonderdeel, formatie versus bezetting, productie en doorlooptijden per product, werkvoorraden per product en organisatieonderdeel, budget versus realisatie et cetera. Dit instrument is momenteel in gebruik binnen de afdelingen Werk en Inkomen en dient op korte termijn gemeentebreed te worden ontwikkeld en geïmplementeerd. In het MIS zijn kengetallen, doelstellingen en realisaties opgenomen, zodat het management in staat is acties te ondernemen om de gestelde doelen te realiseren, kort gezegd bij te sturen. Samengevat: het gebruik van een MIS is een uiterst belangrijke voorwaarde om in staat te zijn op transparante wijze onze successen te behalen.
Totaal extra inzet alle programma’s
Nieuw Belastingsysteem Rond 1 november 2007 is er een nieuw belastingsysteem operationeel (GOUW-Belastingen). Dit systeem biedt naast Het Waarderingshuis, een systeem ten behoeve van modelmatige waardebepaling van onroerende zaken, per 1 januari 2008 ondersteuning bij de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken en de verschillende gemeentelijke belastingverordeningen. Met het nieuwe belastingsysteem is het beter mogelijk de complexe processen rond belastingheffing te beheersen en zodoende de dienstverlening naar cliënten te verbeteren. Dit laatste zal bijvoorbeeld tot uitdrukking komen in de invoering van een systeem van gecombineerde belastingaanslagen (meerdere belastingaanslagen op één biljet) en automatische incasso (Streefdatum: 2009).
Debiteurenbeheer De afgelopen jaren zijn de resultaten op het gebied van debiteurenbeheer, afgemeten aan de ontwikkeling van het Schiedamse debiteurensaldo, verbeterd. Met het op peil brengen van de personele bezetting in 2007, zal deze lijn ook in 2008 moeten worden doorgezet. Dit zal moeten worden bereikt door verdere optimalisering van de procesorganisatie (gemeentebreed) en informatiesystemen.
Programmabegroting In de inleiding is al aangegeven dat de programmabegroting een groot aantal wijzigingen heeft ondergaan. De totale omzetting van het format is wel de meest in het oog springende. Het doel: meer inzicht, betere sturingsmogelijkheden door het concreet benoemen van doelen en activiteiten moeten voor de raad een leesbaar en stuurbaar begrotingsinstrument opleveren.
Extra Inzet In de begroting 2008 zijn onder de verschillende programma’s aanzienlijke bedragen voor het uitvoeren van nieuw beleid opgenomen. Voor alle programma’s tezamen zijn onderstaande bedragen beschikbaar.
2008
2009
2010
2011
3.695.250
3.595.890
3.958.510
3.555.900
69
In de programmabegroting is onder ieder programma een specificatie van extra inzet opgenomen met de daarbij behorende toelichtingen. In hoofdstuk Financiële begroting is op bladzijde 123 een overzicht opgenomen van de Extra Inzet die middels een
reserve worden geregeld. Deze Extra Inzet is niet verwerkt in de exploitatie. De voorstellen moeten eerst door middel van een raadsvoorstel worden geactiveerd, waarna dit in de exploitatie wordt verwerkt. Het doel van deze aanpak is om een beter grip te krijgen op de kosten van de Extra Inzet en op de uitvoering ervan.
WAT GAAT HET KOSTEN?
Financiën Bedragen x 1.000
Rekening 2006
Raming 2007
Raming 2008
Raming 2009
Raming 2010
Raming 2011
Raming 2012
Totaal lasten Totaal baten
16.671 103.489
6.184 102.164
8.668 108.859
8.625 110.157
8.428 110.618
8.287 111.348
8.067 111.122
Resultaat voor bestemming
86.818
95.980
100.191
101.532
102.190
103.061
103.055
Onttrekking reserves Toevoeging reserves
15.070 20.384
1.378 178
17.560 16.667
17.560 16.667
17.560 16.667
17.560 16.667
17.560 16.667
Resultaat na bestemming
81.504
97.180
101.084
102.425
103.083
103.954
103.948
Extra Inzet Financiën Omschrijving
2008
2009
2010
2011
Culturele dag in het kader van Nederlanderschap Formatie diverse capaciteitsuitbreidingen Formatie uitbreiding Samen Schiedam, prijsverschil
25.000 473.000 164.800
0 473.000 164.800
0 473.000 164.800
0 473.000 164.800
Totaal
662.800
637.800
637.800
637.800
Programmabegroting 2008
70
II Paragrafen Bedrijfsvoering Grondbeleid Grote Stedenbeleid (GSB) Lokale heffingen Onderhoud Kapitaalgoederen Financiering Verbonden partijen Weerstandsvermogen
72
Bedrijfsvoering De bedrijfsvoering ondersteunt de uitvoering van de programma’s. Het programma Bestuur en Dienstverlening hangt voor een deel samen met deze paragraaf. Het verschil is dat het genoemde programma zich richt op de externe relatie tussen burger en gemeente, terwijl deze paragraaf ingaat op het interne reilen en zeilen van de organisatie. In deze paragraaf komen een aantal actualiteiten aan de orde die in de bedrijfsvoering van de gemeente Schiedam spelen.
• De financiële en operationele kaders adequaat georganiseerd zijn; • De processen en systemen op het gebied van bedrijfsvoering en beleid beheersbaar zijn; • De beleids- en beheerafdelingen adequaat ondersteund en geadviseerd worden op het gebied van de bedrijfsvoering en de klantcontacten; • In de hele organisatie met het oog op een permanente verbetering van producten, diensten en bedrijfsprocessen van hoog tot laag met regelmaat stilgestaan wordt bij de kenmerken kwaliteit, effectiviteit, efficiency, flexibiliteit en innovatief vermogen.
Visie op bedrijfsvoering
Organisatieontwikkeling
In de afgelopen jaren zijn veel inspanningen gedaan om verbeteringen in de bedrijfsvoering door te voeren en er is het nodige gerealiseerd. Dit proces zal in 2008 – zoals uit het vervolg van deze paragraaf mag blijken – een vervolg krijgen, dit met als doel in de gemeentelijke organisatie van Schiedam een situatie te bereiken waarbij: • De gemeente producten en diensten levert die aansluiten bij de behoeften en verwachtingen van de stad en haar burgers; • De organisatie papierarm is en producten en diensten enerzijds en de bedrijfsprocessen anderzijds voor een belangrijk deel elektronisch afgehandeld worden; • De medewerkers van de compacte ambtelijke organisatie professionals zijn en vooral samen werken aan het leveren van producten en diensten; • Alle in de organisatie aanwezige informatie die voor de uitvoering van de interne werk- en besluitvormingsprocessen benodigd is, ten behoeve van de uitvoering van deze taken centraal beschikbaar en raadpleegbaar is; • Beleidsprocessen, projecten, e.d. door de medewerkers in nauwe samenspraak met de burger op een integrale wijze vanuit de lijn- of projectorganisatie (backoffice) vormgegeven worden, dit met het oog op het bereiken van de gewenste maatschappelijke effecten;
Op 25 april 2005 heeft de raad de richting, die het college heeft bepaald om de gemeente (verder) te ontwikkelen tot Regiegemeente, aanvaard. Deze keuze voor regiegemeente betekent onder meer invulling van de regierol op de verzelfstandigde onderdelen en verdere vormgeving van de interne verzelfstandiging van een aantal vooral met uitvoerende werkzaamheden belaste onderdelen. In 2007 zijn de noodzakelijke stappen gezet die moeten leiden tot de externe verzelfstandiging van het Museum per 1 januari 2008. In 2007 is tevens besluitvorming geweest ten aanzien van enkele onderdelen van de ONS. Het gaat hier om een uitbreiding van de gemeentelijke organisatie met ONS onderdelen die na de ontmanteling zijn overgebleven en die van nut zijn voor het beheer van de openbare ruimte. Aansluitend hieraan is de organisatieontwikkeling Samen Schiedam in 2006 in gang gezet. De harde kant van het traject; de organisatie-indeling, is in 2007 formeel afgerond. Per november is het organigram gewijzigd en zijn alle medewerkers functioneel geplaatst in de nieuwe organisatie. Hiernaast is het organigram per november opgenomen:
73
Directie - Gemeentesecretaris / Algemeen Directeur - Directeur
Ondernemingsraad
Staf - Strategie & Beleidscontrol - Onderzoek & Statistiek - Besluitvorming B&W
Intern verzelfstandigde onderdelen
Maatschappelijke Ontwikkeling
Wijkontwikkeling
Stedelijke Ontwikkeling
Dienstverlening
Middelen
BGS
Educatie & Welzijn
Projectbureau
Bestuursondersteuning
Personeel & Organisatie
Archief
Werk
Ruimtelijke Ontwikkeling, Vastgoed en Grondzaken
Informatisering & Automatisering
Gemeentelijke Belastingen
Sport & Recreatie
Inkomen Ruimtelijk Gebruik
Facilitaire Zaken
Museum
Financiën & Ondersteuning
Veiligheid
Control Vergunningen en Handhaving Beheer Openbare Ruimte
Frontoffice (Stadswinkel)
In 2008 zal nog de nodige aandacht gegeven worden aan de nieuwe organisatie. Naast de specifieke personeel en organisatie aspecten zal ook de bedrijfscultuur en het leiderschap in de veranderde organisatie gestalte krijgen. Hiervoor zal in het kader van de Schiedamse academie het nodige aan opleidingen, trainingen en coaching worden georganiseerd. De formatie van de ambtelijke organisatie bestaat uit ongeveer 650 formatie eenheden waarvan 534 tot de kernorganisatie behoren. Medio 2007 had de organisatie te maken met een fors aantal vacatures. De in het najaar 2007 gestarte wervingscampagne loopt tot 2009 en zorgt in de komende jaren voor een groot aantal nieuwe medewerkers. Dit zal echter niet eenvoudig zijn want er is een krimpend aanbod van gekwalificeerd personeel in een (ook regionaal) hevig concurrerende markt.
Controlfunctie De controlfunctie is binnen de gemeente Schiedam in 2007 in organisatorische zin opnieuw vormgegeven. Een
nieuwe en moderne controlfunctie zal de realisatie van de door de organisatie vastgestelde doelen garanderen tegen minimale inspanningen en binnen vastgestelde kaders. De managers van de gemeentelijke clusters en afdelingen spelen hierin een belangrijke rol. Zij zijn de eerstverantwoordelijken in onze organisatie om de doelen op de gestelde wijze te bereiken. Dat betekent dat elke clusteren afdelingsmanager er onder andere voor dient te zorgen dat zijn/haar werkprocessen op een doelmatige wijze zijn ingericht en dat de inspanning die zijn/haar afdeling verricht doeltreffend zijn. De managers staan hierin niet alleen. Vanuit het cluster Middelen zullen zij vanuit professionaliteit en specialiteit worden ondersteund door een daarvoor speciaal ingesteld afdeling control. De afdeling control zal de control met het clustermanagement onder verantwoordelijkheid van de directie organiseren. Dit met alle disciplines die voor een kwalitatief controlproces nodig zijn zoals; personeelszaken en juridische zaken. De afdeling control richt zich op de bedrijfsvoeringscontrol en op beleidscontrol. In 2008 zal, afhankelijk van de vacaturevervulling, de controlfunctie worden geïmplementeerd
Programmabegroting 2008
74
en uitgebouwd. Hierbij wordt uitgegaan van een integrale controlvisie en -plan geheel in lijn met artikel 213a gemeentewet (doelmatig/doeltreffend), rechtmatigheid en de integrale beheersing van de organisatie.
Competentiemanagement In 2007 is gekozen voor competentiemanagement als leidende personeelsinstrument voor het bereiken van de organisatiedoelen. Via competentiemanagement kunnen kennis en gedrag van de medewerkers worden beïnvloed.
Auditprogramma Het college is verplicht op grond van artikel 213a van de gemeentewet een periodiek onderzoek te (laten) verrichten naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van het gevoerde bestuur. Deze controles werden verricht door het “controlteam” geholpen door het controlplan. In verband met de reorganisatie in 2007 is deze planning niet meer actueel. Eind 2007 is een nieuwe planning voor 2008 gemaakt die aansluit bij de planning van het “oude” controlteam.
Rechtmatigheid Het project voor de invoering van rechtmatigheidsonderzoek en – handelen zal in 2008 zijn vervolg krijgen door de borging van de in 2007 verkregen uitkomsten. Het onderwerp rechtmatigheid behoeft een voortdurende aandacht van manager en medewerker.
HR beleid De vernieuwde Schiedamse organisatie heeft de ambitie zichtbaar en voelbaar anders te gaan werken. Scherpere sturing. Meer samenhang. Een organisatie die werkt van buiten naar binnen. De organisatie wil een andere rol: niet de organisatie staat centraal, maar het probleem of het vraagstuk. Als je bij de Gemeente Schiedam wilt werken, moet je flexibel zijn. De competenties klantgerichtheid, samenwerken, resultaatgerichtheid, en omgevingsbewustzijn drukken uit waar de medewerkers voor staan. Van de leidinggevenden wordt nog meer verwacht. Zij moeten uitblinken in het kunnen ontwikkelen en uitdragen van een visie, het geven van het goede voorbeeld en het kunnen motiveren en coachen van anderen. De rol van de afdeling Personeel & Organisatie (onderdeel van het cluster middelen) is daarin het ondersteunen van deze ontwikkeling. Kernwoorden hierbij zijn: professionaliteit, resultaatgericht, goed werkgeverschap. Het laatste betekent goed personeelsbeheer en arbeidsvoorwaardenbeleid. Dit alles gekoppeld aan prestatie- en competentiemanagement waardoor resultaatsturing, ontwikkeling en beloning van de medewerkers de belangrijkste thema’s zijn. De rol van het management is daarbij van groot belang en wordt ondersteund door de afdeling P&O.
Schiedamse academie In 2007 is een start gemaakt met de invulling van de Schiedamse academie. Het instrument dat de nieuwe organisatie moet ondersteunen in het ontwikkelen, stimuleren en continueren van de scholingsbehoefte van de Schiedamse medewerkers. Tevens worden de coaching en de management ontwikkeling bij de Schiedamse academie ondergebracht. De Schiedamse academie vervult daarmee een cruciale rol in het personeelsinstrumentarium van de manager bij het realiseren van de organisatie- en personele doelen.
Stagebeleid Gezien de krapte op de arbeidsmarkt, de vergrijzing en de ontgroening van het personeelsbestand wordt een stagebeleid opgesteld en uitgevoerd. Het is de bedoeling om gestructureerd stageplekken, hbo, vo aan te bieden. Het streven is om ……. Stage- en werkervaringsplekken te realiseren.
Diversiteitbeleid De gemeente wil met diversiteitbeleid blijk geven van maatschappelijk verantwoordelijk werkgeverschap. Diversiteit uit zich op allerlei vlakken: geslacht, afkomst, handicap, uiterlijk, opleidingsniveau, seksuele geaardheid. Door het benutten van diversiteit in de organisatie zal de inbreng bij het voorbereiden en uitvoeren van beleid voor de stad meer divers zijn. De kwaliteit van de dienstverlening zal hierdoor toe kunnen nemen. Ook zal de geloofwaardigheid van Schiedam toenemen omdat de bewoners zich in het ambtelijk apparaat herkennen. Het diversiteitbeleid is ook het tot ontwikkeling brengen van een ieders kwaliteiten, zijn competenties op zijn eigen unieke wijze. Op die manier sluit dit ook aan op de in gang gezette competentiegerichte personeel- en organisatiebeleid. Het verhogen van de diversiteit in de organisatie versterkt ook het veranderingsproces van de gemeentelijke organisatie: multiculturele talenten maken een wereld van verschil!.
75
Verzuim De gemeente (5,7%) heeft een gunstige positie binnen de branche (6,2%) qua verzuimcijfers. Zij is een voorloper in het werken met financiële kaders bij het verzuimbeleid en er is een start gemaakt met de aanpak van het kort frequent verzuim (2,4x per jaar). De resultaten van de verzuimpilot bij de afdelingen Werk en Inkomen zullen in 2008 worden omgezet in concreet beleid en organisatiebreed worden uitgerold.
Medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) Sinds 2006 bestaat de wens om een MTO te houden. Hierover is veelvuldig overleg geweest met de Ondernemingsraad. De stand van de reorganisatie speelde hierin een belangrijke rol. In 2007 is afgesproken om in het tweede kwartaal 2008 een MTO te houden. Tevens is afgesproken om voor juli 2008 de resultaten hierover bekend te maken.
Mobiliteit en loopbaancentrum In samenwerking met de gemeente Vlaardingen zijn initiatieven gestart om te komen tot een mobiliteit- en loopbaancentrum. Het doel is om door effectieve inzet van mensen en middelen en het bundelen van kennis meer beweging/mobiliteit in de deelnemende gemeenten te realiseren. Hiermee kan de ongewenste uitstroom vermeden worden en talent voor de eigen regio worden behouden. Ook kan door dit centrum meer plaatsingsmogelijkheden worden geboden in geval van reintegratie na ziekte of aan bovenformatieven. Tevens spelen aspecten rondom leeftijdsbewust personeelsbeleid een rol in de wens tot realisatie van het centrum. Het streven is om in januari 2008 het startsein te geven.
Informatisering en automatisering De gemeente Schiedam onderkent dat maatschappelijke ontwikkelingen een steeds groter aanpassingsvermogen en een meer permanente ontwikkeling van de kwaliteit van de gemeentelijke organisatie en haar medewerkers noodzakelijk maken. Men beseft zich dat succesvolle gemeenten meer strategische samenwerkingsrelaties nodig hebben en dat het beleid vraagt om interactie met burgers, ondernemers en belangengroepen. Er worden steeds hogere eisen gesteld aan de communicatie met de samenleving. De burgers en bedrijven in Schiedam verwachten een klantgerichte, hoog kwalitatieve dienstverlening. In de beleidsnota informatisering 2006-2008 wordt een aantal Schiedamse Informatisering en automatiserings doelstellingen beschreven. Als uitgangspunt geldt dat
Schiedam “geen koploper hoeft te zijn op gebied van e-government”. In de nota wordt beschreven dat de gemeente Schiedam een multi-channelaanpak nastreeft (klantvragen kunnen via verschillende kanalen, zoals bijvoorbeeld telefoon, balie, internet binnenkomen). De intake en registratie vinden centraal plaats, waarna het proces op de juiste wijze kan worden gestart. Dit proces is overigens te volgen door zowel ambtenaar als burger (klant). De processen in de gemeente worden zoveel mogelijk papierarm uitgevoerd en men werkt zoveel mogelijk met vaste, herkenbare aanpakken en procedures voor gelijkvormige problemen, ook wanneer die zich bij verschillende afdelingen voordoen. De ontwikkelingen op het gebied van IT moeten worden begeleid en gecoördineerd door een regiegroep informatisering. Deze heeft onder andere als taak om duurzame, omvangrijke en/of strategisch belangrijke investeringen te toetsen aan het gemeentelijke informatiebeleid. Het beleid informatisering kent 4 speerpunten: 1. meer interactieve producten en diensten op de website; 2. beter delen en sneller routeren van documenten en gegevens; 3. hogere kwaliteit van gegevens; 4. betere bewaking en beveiliging van processen, documenten en gegevens. Voor 2008 staan de volgende activiteiten op de agenda.
Accenten bedrijfsvoering 2008 Voor 2008 is een aantal voornemens van belang: Doorgaan met het doorontwikkelen aan de werking en werkwijze van de organisatiecultuur: Om het presteren van de gemeente te verbeteren is het nodig blijvend te werken aan houding- en gedragsaspecten van medewerkers. Maar ook te streven naar een organisatie die gericht is op de individuele wensen van de klant en ook helder durft aan te geven wat het collectieve belang van de gemeenschap is.
Shared services Met het oog op kwaliteit, effectiviteit, efficiency en kostenreductie wordt binnen de middelenafdelingen ernaar gestreefd de inzet op bepaalde onderdelen en activiteiten te bundelen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de samenwerking tussen secretariaten, gezamenlijke communicatie, geïntegreerde managementinformatievoorziening, wederzijds gebruik van kennis en diensten, enz. Deze werkwijze sluit aan bij de geschetste organisatieontwikkeling binnen het cluster Middelen.
Programmabegroting 2008
76
Planning & Control cyclus In 2007 is de start gemaakt met een vernieuwde P&C cyclus. Doelstelling is het effectief maken van de informatie en verantwoording door het aanbrengen van structuur en vereenvoudiging in de cyclus. Hierbij is de nadruk komen te liggen op de bestuurlijke wensen en doelstellingen. De vertaling ervan in een programmabegroting en vervolgens naar afdelingsplannen. De afdelingsplannen vormen de basis voor de beheers- en strategische rapportages en voor de beleidscontinuiteit en -beleidsuitvoering. De bestuurlijke wensen en doelstellingen zijn ondergebracht in een monitorsysteem. In 2008 zal het systeem verder worden ingevuld en verfijnd. De rol van de controllers is hierbij van groot belang. De ondersteuning vanuit het cluster middelen is georganiseerd middels de ondersteuningsteams (OT). Hierin zijn vertegenwoordigd financiële consulenten, P&O consulent en een controller.
Sturing op risico’s Risicomanagement is een proces om op een gestructureerde wijze risico’s in kaart te brengen, regelmatig te evalueren
en te beheersen. Risico’s worden geïnventariseerd en voor zover mogelijk worden er financiële gevolgen aan verbonden. Door in een zo vroeg mogelijk stadium na te denken over de mogelijke risico’s kunnen deze zo veel mogelijk worden voorkomen of beperkt. Een risico inventarisatie en -analyse dient regelmatig te worden herhaald, geanalyseerd en te resulteren in beheersmaatregelen. Ook in 2008 wordt weer veel aandacht gegeven aan de risico’s die de Gemeente Schiedam loopt. Er wordt verder gewerkt aan een instrument dat de risico’s beter kan inschatten zodat een getrouw beeld ontstaat van het weerstandsvermogen van de gemeente. Bij het bepalen van het beleid met betrekking tot het weerstandsvermogen dient de aandacht in de eerste plaats uit te gaan naar het ontwikkelen van een risicomanagement. Op basis van erkende risico’s wordt, rekening houdend met bijvoorbeeld reeds getroffen voorzieningen, verzekeringen, beheersingsmaatregelen en de kans dat een risico zich voordoet de hoogte van het noodzakelijke weerstandsvermogen berekend.
77
Grondbeleid Inleiding Schiedam zal om de ontwikkeling van de stad verder vorm te geven gebruik moeten maken van herstructurering en functieverandering. De beschikbare ruimte is een blijvend schaars goed en met de beschikbare ruimte dient zorgvuldig en efficiënt te worden omgegaan. Ruimtelijke claims op de schaarse grond dienen te worden afgewogen hetgeen uiteindelijk moet resulteren in de vaststelling van de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen. Vormen van meervoudig grondgebruik zullen in de nabije toekomst steeds belangrijker worden bij het invullen van ruimtelijke opgaven. Het gemeentelijk grondbeleid heeft tot doel het bevorderen van een maatschappelijk gewenst grondgebruik. Dit grondgebruik dient een optimale “mix” te bevatten om invulling te geven aan de ruimtevragers wonen, werken en voorzieningen. Het grondbeleid is erop gericht deze beleidslijnen te ondersteunen; grondbeleid is een instrument voor de realisatie van het ruimtelijk beleid. Er zijn verschillende vormen van grondbeleid: Passief (faciliterend) versus actief grondbeleid en een mengvorm de publiek – private samenwerking (zgn. PPS constructies). Passief (faciliterend) grondbeleid kenmerkt zich doordat de gemeente het privaat rechtelijk initiatief overlaat aan de marktpartijen. Er wordt volstaan met het faciliteren vanuit de publiekrechtelijke bevoegdheden. Voordeel is dat het ontwikkelingsrisico geheel bij de marktpartijen ligt, maar met als nadeel dat de regie op de ontwikkeling van de grond in grote mate niet vanuit de gemeentezijde wordt gevoerd. Voorbeelden van passief grondbeleid in Schiedam zijn: Wiltonhaven II en Houthaven. Actief grondbeleid is aan de orde als de gemeente voor eigen rekening en risico verwerft, bouw- en woonrijp maakt en vervolgens de geproduceerde (bouw)gronden uitgeeft. Deze vorm van grondbeleid biedt een sterke regie mogelijkheid vanuit de gemeente. Vanuit een actief grondbeleid vindt de ondersteuning van de gewenste ruimtelijke en economische ontwikkeling in de meest mogelijke volle vorm plaats; in beginsel binnen de
financiële kaders van het grondbedrijf. Het grondbedrijf, als gemeentelijke producent van bouwrijpe grond, zorgt voor de verwerving, productie en uitgifte van bouwrijpe gronden. Nadeel is dat het financieel risico geheel bij de gemeente ligt. Voor het grondbedrijf als geheel moeten de ontwikkelingen financieel verantwoord kunnen worden binnen het financiële kader van alle geconsolideerde bouwgrondexploitaties. Op grond van de jaarlijkse actualisatie van de actieve grondexploitaties kan het gemeentebestuur de ruimtelijke ontwikkelingen sturen en monitoren. Indien noodzakelijk kunnen ruimtelijke keuzes op basis van de geboden informatie worden ondersteund. In deze vorm vinden alle bouwgrondontwikkelingen plaats door de gemeente. Voorbeelden van actief grondbeleid zijn: Land van Belofte, Schieveste (exclusief fase 2), Nieuwland vernieuwend verder. Hieronder treft u een overzicht aan van de actieve grondexploitaties.
Overzicht actieve grondexploitaties Binnenstad: Otterbuurt Binnenstad: Broersvest Binnenstad: voormalig VROM terrein Binnenstad: de Joker Binnenstad: Lange Achterweg Binnenstad-Schienoko + Schie 34 Binnenstad; Westmolenstraat Industrieterrein Haven\Nieuwe Waterweg Bedrijvenpark Vijfsluizen Industrieterrein ’s-Graveland-noord 1 Industrieterrein ’s-Graveland-noord 2 Bedrijvenpark Schieveste Industrieterrein Mathenesse Mathenesse: Gustoterrein Oost-Overschiestraat Recreatie-Bad Groenoord Spaland-west West-Slachthuisterrein ANB-AMRO ’s-Gravelandseweg Herenstraat Ooievaarsteeg Overschiesestraat 30-40 Herstructurering ’s-Graveland-zuid Herstructurering Spaanse Polder Herstructurering Mathenesse Nieuwland Vernieuwend verder
Publiek/Private samenwerking. In deze vorm werken gemeente en marktpartijen samen en dragen gezamenlijk risico voor de gewenste ruimtelijke invulling.
Programmabegroting 2008
78
Voordeel van deze vorm van ontwikkeling is het delen van de risico’s. Voor verliesgevende ontwikkelingen vindt er in principe een gedeeltelijke afdekking vanuit de markt plaats. Uiteraard wordt naast het risico ook de zeggenschap met betrekking tot de potentiële ontwikkeling gedeeld. Hierdoor is de regie niet zo volledig als bij actief grondbeleid vanuit de gemeentelijke optiek. Voordeel is dat bij winstgevende projecten er meegedeeld kan worden in de winst. Voorbeelden zijn: Grondexploitatiemaatschappij Sveaparken, Schieveste fase 2.
aftrek van bouw – en bijkomende kosten voldoende middelen genereren om de kosten van de inrichting van de openbare ruimte te dekken. Voor gewenste ruimtelijke ontwikkelingen op lange termijn kunnen anticiperend gronden worden ingekocht. Een voordeel hierbij kan zijn dat de gemeente in veel gevallen reeds (bloot) eigenaresse van de grond is (erfpachtsysteem) en in die gevallen minder last heeft van strategisch aankopen van derden. Deze erfpachtconstructie is en blijft vooralsnog de gedragslijn bij herstructurering van bedrijfsterreinen en de zogenaamde “natte bedrijfsterreinen”.
Toekomst – ‘meer’ actief grondbeleid Schiedam is feitelijk aan de fysieke grenzen van de ontwikkeling van de stad gekomen en er zijn geen grote uitbreidingslocaties voor de stad meer te vinden. Herstructurering is in dat kader nog de enige mogelijkheid om gewenste ruimtelijke ontwikkelingen in gang te zetten. Mogelijkheden tot herstructurering moeten meer worden aangepakt en daarom is het gewenst dat de Gemeente Schiedam maximale invloed heeft op de planvorming voor de schaarse beschikbare ruimte voor ruimtelijke ontwikkelingen. Deze voor de Gemeente Schiedam zeer belangrijke invloed is het beste te realiseren door middel van een actief grondbeleid en daarmee een actief grondbedrijf. Daarmee worden nadere vormen niet uitgesloten; “maatwerk” per locatie is hierbij het uitgangspunt. Herstructurering van gebieden is, ten opzichte van de ontwikkeling van onbebouwd gebied, een veelal zeer complex proces met zware ingrepen in de bestaande structuren. Ruimtelijke plannen moeten daarom oplossingen bieden voor het opereren in bestaand en functionerend stedelijk gebied. Hiertoe dient de economische grondslag van de plannen niet uitsluitend te worden gebaseerd op de resultaten vanuit de grondexploitatie maar veel meer op de totale vastgoedontwikkeling. Uitgangspunt voor het financiële kader van het grondbedrijf is dat de bouwgrondexploitatie kan worden gedekt uit de totale vastgoedexploitatie. Scharnierpunt is hierbij de residuele1 grondwaarde. Deze berekeningswijze maakt onderdeel uit van de nota grondprijzenbeleid. Bij de herontwikkeling van bestaand stedelijk gebied is de vastgoedpotentie, waarmee gedoeld wordt op de totale waarde van grond en opstal, doorslaggevend. De opbrengst van de verkoop van onroerend goed moet na
Gevolgen – ‘meer’ actief grondbeleid In geval van een actief grondbeleid ten behoeve van de invloed op ruimtelijke ontwikkelingen treedt Schiedam meer als een “ontwikkelingsbedrijf/gemeentelijke projectontwikkelaar” op. Hierbij zal gewerkt moeten worden vanuit de visie van een totale vastgoedstrategie. Marktinformatie dient nauwkeurig te worden bijgehouden en geanalyseerd. Voor de positionering van bedrijven(terreinen) dienen economische analyses plaats te vinden. Alles dient, gezien de grote financiële risico’s voor de Gemeente Schiedam, binnen verantwoorde financiële kaders plaats te vinden (nieuwe grondexploitaties dienen minimaal kostendekkend te zijn). Verder kan de winst op een plan pas worden genomen wanneer een plan is gerealiseerd en dienen verliezen in een plan te worden genomen op het moment dat deze worden geconstateerd. Deze grondlagen steunen op de principes uit de accountancy en geven invulling aan het zogenaamde voorzichtigheidsprincipe. Elk voorgecalculeerd nadelig resultaat is afgedekt uit de voorziening dekking tekort Grondbedrijf. De voorziening zal primair worden gevuld uit afgesloten en af te sluiten positieve exploitaties en dividendenuitkeringen vanuit bijvoorbeeld de samenwerking Sveaparken. Indien er geen voldoende dekking wordt gegenereerd uit de voornoemde bronnen dan zal er een bijdrage uit de gemeentelijke exploitatie nodig zijn.
Grondbeleid in relatie tot inhoudelijke programma’s In de programma’s Ruimtelijke Ontwikkeling, Stadseconomie en Wonen zijn de ambities van de gemeente Schiedam in beeld gebracht. De belangrijkste elementen hierin zijn: - Versterking van de binnenstad; - Schieveste (incl. Stationsplein); - Herstructurering (woongebieden en bedrijfsterreinen).
1 Residuele grondwaarde is de waarde die ontstaat door de waarde van het gehele onroerend goed (prijs grond en opstal in de “markt”) te verminderen met de bouwkosten in totaal. Het overblijvende residu is de waarde die aan de grond kan worden toegekend.
79
Grondbeleid is het middel om de geformuleerde programma’s te realiseren. Recentelijk is een nota grondbeleid vastgesteld. In voornoemde beleidsnota worden de vormen van grondbeleid (inclusief de wettelijke kaders), werkwijzen en procedures beschreven. Daarnaast worden voorstellen gedaan om het grondbeleid op strategisch niveau (op hoofdlijnen) vast te stellen. Het grondbeleid zal, daar waar mogelijk, geconcretiseerd worden door het formuleren van doelen. Op het tactische en operationele niveau dient hieraan uiteraard verdere inhoud en uitwerking te worden gegeven.
Landelijke ontwikkelingen en trends Het Rijk Er wordt besluitvorming verwacht omtrent de zogenaamde grondexploitatiewet. Deze wet is gerelateerd aan de herziening van de wet op de ruimtelijke ordening. De grondexploitatiewet geeft de (gemeentelijke) overheid veel meer waarborgen om kostenverhaal te kunnen toepassen bij passief grondbeleid2. De afdekking van planschade is door de invoering van het artikel 49a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening in principe mogelijkheid via verhaal op de ontwikkelende (private) partij. Daartoe dient de gemeente een zogenaamde planschade verordening op te stelen om de “spelregels” vast te leggen waaronder dit verhaal kan plaatsvinden. De Rijksontwikkelingen worden op de voet gevolgd en indien nodig of wenselijk zal aanvullende lokale besluitvorming worden voorbereid.
Flankerend Schiedams beleid; gronduitgiftemethodiek Grond wordt in Schiedam in beginsel uitgegeven in erfpacht3. Deze uitgiftevorm zorgt er onder meer voor dat de gemeente - ook na uitgifte - invloed houdt op het gebruik van de grond. Het gronduitgiftebeleid ondersteunt op deze wijze het doel van het grondbeleid: het bevorderen van maatschappelijk gewenst grondgebruik. De mogelijkheid om invloed te houden op het gebruik van de grond is voornamelijk van belang bij gronden die zijn uitgegeven voor commerciële doeleinden. Bij de functie
wonen wordt tot 1 juli 2008 aan particuliere erfpachters van door hen zelf bewoonde woningen de mogelijkheid geboden om de grond in eigendom te krijgen. Om erfpacht als gronduitgiftevorm aantrekkelijk en eigentijds te houden zijn in 2004 nieuwe algemene voorwaarden opgesteld4. In de loop van 2008 zal een evaluatie op het gronduitgiftebeleid plaatsvinden.
Prognose en risico’s De financiële positie van het grondbedrijf wordt jaarlijks geactualiseerd. Hierbij wordt per exploitatiegebied ingegaan op de te verwachten ontwikkelingen. De parameters rente en prijsontwikkeling, alsmede de nagestreefde ontwikkeling inclusief fasering spelen hierbij een rol. Een samenvatting van de jaarlijkse herziening van de actieve grondexploitaties wordt in de jaarrekening opgenomen. In navolging van artikel 70 uit het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten 2004 (BBV) worden in de paragraaf grondbeleid minimaal de volgende items behandeld: Inzake de grondexploitatie voor het totaal van de in exploitatie zijnde complexen wordt het volgende aangegeven: a. De boekwaarde aan het begin van het begrotingsjaar. b. De vermeerderingen van het begrotingsjaar. c. De verminderingen van het begrotingsjaar. d. De boekwaarde aan het eind van het begrotingsjaar. e. De geraamde nog te maken kosten en een onderbouwing hiervan. f. De geraamde opbrengsten en een onderbouwing hiervan. g. Het geraamde eindresultaat. h. Een uiteenzetting van de wijze waarop eventuele nadelige resultaten worden opgevangen. i. Korte omschrijving per exploitatiegebied van de belangrijkste ontwikkelingen en risico’s. j. Tevens wordt van de niet in exploitatie genomen gronden de boekwaarde vermeld. De in de herziening opgenomen geraamde vermeerderingen en verminderingen van het begrotingsjaar worden
2 Gemeenten kunnen bij passief grondbeleid (dus niet in de onwikkelende rol) toch voor kosten komen te staan zoals bijvoorbeeld een wegaanleg of riolering vanuit een wettelijk kader. Deze kosten kunnen worden verhaald op de ontwikkelende partij. De op handen zijnde wet geeft betere mogelijkheden dan nu (exploitatieverordening en baatbelasting) om dit kostenverhaal te realiseren. 3 Uitgiftebeleid, zoals vastgesteld in de Nota Gronduitgifte en Conversie 2007 met raadsbesluit d.d. 12-02-2007, nr. 06INT00733. 4 Algemene erfpachtvoorwaarden 2004, vastgesteld door burgemeester en wethouders van Schiedam op 16 december 2003.
Programmabegroting 2008
80
opgenomen in de productenbegroting voor de eerstkomende volgende jaarschijf. De prognose in het kader van de herziening financiële positie grondbedrijf per 1 januari 2007 zijn opgenomen in de jaarrekening 2006 en worden tevens gebruikt voor de begroting 2008. Daarnaast worden de geprognosticeerde uitgaven en inkomsten uit de jaarschijf 2008 van alle in exploitatie zijnde complexen in totaliteit opgenomen in de begroting 2008 en vormen, na vaststelling begroting, het budget voor 2008 met betrekking tot de in exploitatie zijnde complexen. Op grond van het BBV dienen de grondexploitaties jaarlijks te worden geactualiseerd. Dit betekent dat de grondexploitaties voortdurend worden aangepast aan gewijzigde inzichten, beleidskeuzes en gebeurtenissen.
81
Grote Stedenbeleid (GSB) Op vrijdag 11 maart 2005 hebben de vertegenwoordigers van het kabinet en de dertig grote steden het prestatieconvenant Grotestedenstedenbeleid 2005-2009 ondertekend. Het kabinet stelde voor de periode 2005-2009 voor Schiedam in totaal zo’n 47 miljoen euro beschikbaar. Deze middelen worden door Schiedam breed ingezet. In het Meerjaren-ontwikkelingsprogramma (MOP 2005-2009) heeft Schiedam opgenomen welke prestaties geleverd zullen worden voor het beschikbaar gestelde geld. Op deze prestaties zal Schiedam in 2010 door het rijk worden beoordeeld.
Inzet GSB-middelen in Schiedam Op economisch terrein worden de GSB-gelden ingezet voor de herstructurering en beveiliging van de verouderde bedrijfsterreinen zoals Nieuw Mathenesse, Spaanse Polder en ’s-Graveland-Zuid en het versterken van het toerisme. Op het beleidsveld ‘Sociaal, integratie en veiligheid’ worden middelen ingezet om o.a. de succesvolle projecten uit de GSB-periode 2000-2004 te kunnen voortzetten. Het gaat dan onder meer om het onderwijsachterstandenbeleid, de aanpak van voortijdige schoolverlaters, de projecten in het kader van jeugd en veiligheid en het minderhedenbeleid. Daarnaast wordt in de nieuwe GSB-periode extra ingezet op projecten in het kader van leefbaarheid en veiligheid. Met name wordt ingezet op de uitbouw van de succesvolle lichtblauwe brigade, de aanpak van veelplegers en de aanpak van huiselijk geweld. Ook krijgt de sociale wijkaanpak extra aandacht, waarbij burgers en bewoners actief worden betrokken. Hiermee is in 2004 en begin 2005 al begonnen met de eenmalig door het Rijk beschikbaar gestelde impulsgelden burgerparticipatie. De voortzetting en ondersteuning van de succesvolle herstructurering in Nieuwland en Groenoord staat centraal in het beleidsterrein ‘Fysiek’. Het gaat daarbij om het verbeteren van de kwaliteit van de openbare ruimte. Deze aanpak wordt gekoppeld aan de eerder aangegeven sociale wijkaanpak. Bewoners spelen hierbij een actieve rol. Daarnaast krijgen de versterking van de binnenstad en het verbeteren van de leefbaarheid in de wijken aandacht. Ook wordt ingezet op het versterken van het groen in en om de
stad, de aanpak van de particuliere woningverbetering, de verbetering van het milieu via de aanpak van bodemvervuiling, geluidsoverlast en het verbeteren van de luchtkwaliteit.
Besluitvorming Raad 20 juni 2005 In de vergadering van 20 juni 2005 heeft de Raad besloten om t.b.v. de uitvoering van het MOP 2005 - 2009 de volgende voorzieningen in te stellen en daarin de volgende dotaties te doen: Voorziening GSB fysiek (ISV II) 2005-2009 Voorziening GSB sociaal, integratie en veiligheid 2005-2009 Voorziening GSB economie 2005-2009
€ 19.630.669,– € 25.864.141,– € 1.718.700,–
Bij het raadsvoorstel was een overzicht van de in de uitvoeringsprogramma’s van de drie brede doeluitkeringen opgenomen projecten bijgevoegd.
Extra rijksmiddelen sociale herovering Schiedam heeft in 2006 extra verkregen middelen via de zgn. Pechtoldgelden. Dit op basis van een bij het Rijk ingediend en goedgekeurd project “Sociale actie Nieuwland/ Groenoord”. De inzet van de middelen richt zich op de verbetering van de leefbaarheid en veiligheid in de wijken Nieuwland en Groenoord. Bewoners zijn actief bij de opzet en uitvoering van het project betrokken. Totaal betreft het een bedrag van € 2.000.000 in te zetten in de jaren 2006 en 2007. Terzijde kan vermeld worden dat naast de extra Pechtoldgelden ook Woonplus een bedrag van € 550.000 beschikbaar stelt. Dit t.b.v. het vervolg van het project in 2008 en 2009. De extra “Pechtoldgelden” zijn door de Raad (VR 92-2006) toegevoegd aan de voorziening van de “Sociale actie Nieuwland/Groenoord”.
Aanvullende prestatieafspraken (en middelen) november 2006 Bij het afsluiten d.d. 11-3-2005 van de prestatieconvenanten MOP 2005-2009 tussen het Rijk en de in het Grotestedenbeleid betrokken steden is afgesproken dat in 2006 nog aanvullende prestatieafspraken gemaakt moesten worden voor de terreinen voor- en vroegschoolse educatie, schakelklassen, volwasseneneducatie en inburgering. De reden hiervoor werd gevormd door nog niet afgeronde wet- en regelgeving op de genoemde beleidsterrei-
Programmabegroting 2008
82
nen. In november zijn voor de bovengenoemde beleidsterreinen aanvullende prestatieafspraken met het Rijk gemaakt. Deze prestaties zijn toegevoegd aan de prestatielijst van het MOP 2005-2009. Door het Rijk zijn ten behoeve van het realiseren van deze prestaties aanvullende middelen beschikbaar gesteld. De aanvullende presentaties zijn door de Raad vastgesteld (VR-118). De begroting is daarbij als volgt aangepast: De dotatie in de voorzieningen voor de BDU-SIV5 is gewijzigd: Voorziening gsb sociaal, integratie en veiligheid 2005-2009 (nr. 506) Voorziening gsb, sociaal, integratie en veiligheid 2005-2009 (nr. 506) Totaal
€ 3.417.806,-- -/- (GOA,Web)
€ 7.217.219,-- + (inburgering)
€ 3.799.413,-- +
De programmabegroting 2006 is hierop aangepast. Samenhang outputprestaties MOP 2005-2009 en resultaatafspraken CWP 2006-2010. De in het MOP 2005-2009 in 2009 te realiseren outputprestaties zijn opgenomen in het resultatenoverzicht van het CWP 2006-2010.
5 Sociale Integratie en Veiligheid
In 2007 is een midterm-review gehouden van de stand van zaken van het MOP 2005-2009. De midtermreview 2007 is een tussen de steden en het Rijk afgesproken moment om de tot dan gerealiseerde prestaties tegen het licht te houden van de in 2009 afgesproken prestaties. Het vormt een moment om de prestaties evt. bij te stellen c.q. te herijken. De midtermreview 2007 is gebaseerd op de outputprestatiies van het MOP 2005-2009 per 31-12-2006. Door het bureau Onderzoek en Statistiek is een GSB-monitor ontwikkeld voor de monitoring van de outputprestaties van het MOP 2005-2009. De gegevens ten behoeve van de midtermreview zijn de in GSB-monitor van het MOP 2005-2009 opgenomen. In het kader van de midtermreview 2007 is één outputprestatie gewijzigd. Het betreft de verlaging vande outputprestatie “herstructurering bedrijfsterreinen”. De ambitie voor de herstructurering van het bedrijventerrein Nieuw Mathenesse is verlaagd van 12 ha naar 6,6 ha (te realiseren per 31-12-2009). De ambitie voor de bedrijventerreinen Spaanse Polder blijft gehandhaafd op 20 ha (per 31-12-2009, met een uitloop mogelijkheid naar 2011). Het rijk is akkoord met de gewijzigde prestatiedoelstelling. De per brede doeluitkering te behalen outputprestaties eind 2009 zijn onderstaand weergegeven. Tevens is daarbij aangegeven de 0-meting per 2005, de tussenstand eind 2006 en de in 2008 te behalen, tussentijdse, prestaties.
83
1.1 Outputindicatoren brede doeluitkering Sociaal Integratie en Veiligheid Doelstelling Nr. Indicator/subdoelstelling
Gedeeld 1 Burgerschap
Mid-Term Review 2007
Stedelijk Stedelijk resultaat resultaat 31 december 2009 2008
Verbetering beheersing Nederlandse taal en kennis van de Nederlandse samenleving onder etnische minderheden
1
Gegevens nieuwkomers
Aantal in te burgeren nieuwkomer 2005: 129 Aantal in te burgeren nieuwkomers 2006: 149
n.v.t.
n.v.t.
Jaarlijkse monitor inburgering op basis format Rijk
2
Gegevens oudkomers
Aantal in te burgeren oudkomers 2005: 149 Aantal in te burgeren oudkomers 2006: 74 In 2006 voert de gemeente 148 inburgeringsprogramma’s voor oudkomers uit
n.v.t.
n.v.t.
Jaarlijkse monitor inburgering op basis format Rijk
In 2006 worden 50 inburgeringsvoorzieningen aan nietwerkende en niet uitkeringsgerechtigde allochtone vrouwen toegekend
n.v.t.
n.v.t.
Gemeente
Totale doelgroep: 2,5 tot 6-jarigen: 3.140. Autochtoon: 1.710. Allochtoon: 1.430. NN: 0. Deelname VVE: autochtoon 133. Allochtoon 779. NN 68. Totaal: 980. bereik in %: 7,8% autochtoon: 54,5% allochtoon 31,2% peildatum 1-1-2004
- 180 peuters - 312 kleuters
2a Inburgering allochtone vrouwen
Geen leerling zonder diploma van school
Stedelijke Nulsituatie 2004
3
Aantal doelgroepkinderen dat deelneemt aan voorschoolse educatie met onderscheid tussen allochtone en autochtone doelgroepkinderen
206 (systematiek nieuwe gewichtenregeling) er zijn nieuwe prestatieafspraken
definitie gewijzigd
4
Totaal aantal leerlingen dat 0 schakelklassen heeft deelgenomen aan een (0-meting 2004) schakelklas op grond van de artikelen 166 en 166a van de Wet op primair onderwijs met onderscheid tussen allochtone en autochtone kinderen
24 leerlingen definitie gewijzigd
122 leerlingen definitie aangepast (cumulatief aantal definitie schooljaar 2006-2007 gewijzigd t/m 2008-2009) er zijn nieuw prestatieafspraken
5
Aantal (t.o.v. de doelgroep voortijdig schoolverlaters) allochtone en autochtone scholieren dat herplaatst is en alsnog een startkwalificatie behaalt.
22.8%
35%
Totale doelgroep: 809 VSV’ers; 330 succesvol teruggeplaatst (41%) 60,6% gemelde VSV’ers is autochtoon, 39,4% is allochtoon
50% van het aantal VSV’ers wordt succesvol terug geplaatst in het onderwijs
Programmabegroting 2008
84
1.1 Outputindicatoren brede doeluitkering Sociaal Integratie en Veiligheid (vervolg) Doelstelling Nr. Indicator/subdoelstelling
Van de straat en veilig
Gezond en wel in de stad
Stedelijke Nulsituatie 2004
Mid-Term Review 2007
Stedelijk Stedelijk resultaat resultaat 31 december 2009 2008
6
Aantallen deelnemers aan * trajecten: Voortgezet Algemeen Volwassenenonderwijs
n.v.t.
n.v.t.
*
7
Aantallen deelnemers aan * trajecten: Breed Maatschappelijk Functioneren/ Begeleiding naar vervolgonderwijs, of
n.v.t.
n.v.t.
*
8
Aantallen deelnemers aan * trajecten: sociale redzaamheid (met onderscheid tussen NT2onderwijs en alfabetisering van autochtone Nederlanders) of
n.v.t.
n.v.t.
*
9
Aantallen deelnemers aan trajecten: staatsexamen MT2-opleidingen
n.v.t.
n.v.t.
*
*
10 Gemiddelde verblijfsduur in maatschappelijke opvang
Schiedam is geen centrumgemeente
11 Het aantal plaatsen in de vrouwenopvang
*
n.v.t.
n.v.t.
*
12 Ambulante verslavingszorg: aantal cliënten dat per jaar feitelijk wordt behandeld
*
n.v.t
n.v.t.
*
13 Ambulante verslavingszorg: aantal behandelingen dat per jaar regulier wordt afgesloten
*
n.v.t.
n.v.t.
*
311 kinderen
n.v.t.
55%
75%
15 Het aantal of % 0-19-jarigen met overgewicht dat (1) via de JGZ wordt opgespoord en (2) voor wie gezondheidsinterventies worden ingezet. 15a Screening op overgewicht van 100 % van de 0-19 jarigen
0 activiteiten
*
- bij 0 tot 4 jarigen tijdens contactmomenten op de bureaus voor Ouder- en Kindzorg van Thuiszorg NWN - bij de 4-19 jarigen tijdens de periodieke geneeskundige onderzoeken door GGD NWN
85
1.1 Outputindicatoren brede doeluitkering Sociaal Integratie en Veiligheid (vervolg) Doelstelling Nr. Indicator/subdoelstelling
Stedelijke Nulsituatie 2004
Mid-Term Review 2007
Stedelijk Stedelijk resultaat resultaat 31 december 2009 2008
Activiteiten: - stay slim - schoolgrutten - BOSimpuls
n.v.t.
- alle 0-19 jarigen en/of ouders, bij wie overgewicht is gesignaleerd, worden voorgelicht over het verband tussen voeding, beweging, sporten en overgewicht en ziekten zoals diabetes (indien nodig kan deze voorlichting in groepen worden gegeven aan ouders met dezelfde etnische achtergrond door een Voorlichter Eigen taal/Zorgconsulent); - Het bekijken van het sporten spelaanbod voor 0-19 jarigen in Schiedam en het stimuleren van sporten/ bewegen door alle jongeren in bovengenoemde leeftijdsgroep.
Totaal aantal veelplegers: 56 Pilot (36 jeugdigen, 20 volwassen) nazorgveelplegers. Momenteel is 0% trajecten van de veelplegers in een gestart traject opgenomen. Allochtoon: 60% Autochtoon: 40% Jaar van nulmeting: 1-1-2004
nog geen cijfers
25% van zowel de jeugdige als de volwassen veelplegers krijgt een nazorgen/ of resocialisatietraject aangeboden
18 Het percentage jeugdige en volwassen allochtone en autochtone veelplegers waarvoor door een stad nazorgen/of resocialisatietrajecten worden afgerond t.o.v. het totale aantal geregistreerde jeugdige en volwassen veelplegers
Nog geen trajecten afgerond Jaar van nulmeting: 2004
Pilot nazorgtrajecten gestart
nog geen cijfers
80% van de aangeboden trajecten wordt afgerond
19 Het percentage overlastgevenden dat in maatschappelijke opvang (24 uur per dag beschikbaar in crisissituaties) kan worden geplaatst t.o.v. het totale aantal geregistreerde overlastgevenden
A: 80 m geregistreerde overlastgevende personen B: 4 plaatsen opvang C: 5% van de overlastgevenden wordt in de Maatschappelijke Opvang geplaatst Jaar van nulmeting: 1-1-2004
A: 80 B: 4 C: 5%
A: 70 B: 4 C: 7%
A: 50 overlastgevende personen B: 6 plaatsen in sociaal pension met een bezettings graad van minstens 80% C: 12% van de overlastgevenden wordt in de Maatschappelijke opvang geplaatst
15b Activiteiten gericht op het 0 activiteiten voorkomen en bestrijden van overgewicht bij 0-19 jarigen
Naar een 17 Het percentage jeugdige en veiliger volwassen allochtone en Samenleving autochtone veelplegers waarvoor door een stad nazorg- en/of resocialisatietrajecten worden aangeboden t.o.v. het totale aantal geregistreerde jeugdige en volwassen veelplegers
Programmabegroting 2008
86
1.1 Outputindicatoren brede doeluitkering Sociaal Integratie en Veiligheid (vervolg) Doelstelling Nr. Indicator/subdoelstelling
Stedelijke Nulsituatie 2004
Mid-Term Review 2007
Stedelijk Stedelijk resultaat resultaat 31 december 2009 2008
20 Aanwezigheid van een conGeen convenant venant/arrangement tussen Jaar van nulmeting: 1-1-2004 alle lokale partijen betrokken bij de aanpak van huiselijk geweld
Convenant afgesloten
gerealiseerd
21 De aanwezigheid van een Geen advies- en meldpunt advies- en meldpunt huiselijk huiselijk geweld geweld Jaar van nulmeting: 1-1-2004
Steungerealipunt seerd HGW open
22 Het aantal (eerste) meldingen van huiselijk geweld en van herhaling van huiselijk geweld
105 meldingen periode januari – augustus 2006
Het aantal meldingen huiselijk geweld bij de politie bedraagt 123. 63 eerste meldingen van huiselijk geweld, 60 herhaalde meldingen van huiselijk geweld Jaar van nulmeting: 1-1-2004
23 Het verminderen van criminaliteit in risicogebieden en in de woonomgeving mede door een gebiedsgerichte aanpak
Aanwezigheid van een convenant integrale aanpak huiselijk geweld
Aanwezigheid van een regionaal advies- en meldpunt huiselijk geweld
150 mel- Bij tussenmeting (2007) is dingen het aantal eerste meldingen toegenomen tot 250; bij de eindmeting in 2009 is dit gestabiliseerd.
- 24 uurs Gerealibewaseerd king NSSchiedamCentrum - Integra- Gerealile aanseerd pak Prinses Beatrixpark (o.a. cameratoezicht)
23a Aandeel van de fietsendiefstallen bij station centrum t.o.v. totaal aantal fietsendiefstallen
17% van de fietsendiefstallen in 2003 vond plaats bij station centrum Jaar van nulmeting: 1-1-2003
Politiecijfers medio 2007 beschikbaar
15% van 10% van de fietsendiefstal de fiets- len vindt plaats bij station en dief- centrum stallen vindt plaats bij station centrum
23b Percentage Schiedammers dat gebruik maakt van Openbaar vervoer dat zich in en rond de (metro)stations onveilig voelt
16% van de Schiedammers vindt de situatie rond Station Schiedam-Centrum onveilig; voor de metrostations is dit 27%. Jaar van nulmeting: 1-1-2004
Leefbaarheidsonderzoek 2006: a) 15,8% b) 26,5%
Leefbaar- Stijging van de genoemde heidson- percentages in 2004 voorderzoek komen 2007: a) 17,6% b) 23%
23c Terugdringen van criminaliteit in horeca en detailhandel in de binnenstad
40% van de ondernemers in de binnenstad voelt zich wel eens onveilig Jaar van nulmeting: 2004
Nog geen n.v.t. gegevens. Eind 2007 beschikbaar
30% van de ondernemers in de binnenstad voelt zich wel eens onveilig
87
1.1 Outputindicatoren brede doeluitkering Sociaal Integratie en Veiligheid (vervolg) Doelstelling Nr. Indicator/subdoelstelling
23d Vergroten van veiligheid in openbaar gebied door meer inzet van BOA’s
Stedelijke Nulsituatie 2004
Mid-Term Review 2007
Stedelijk Stedelijk resultaat resultaat 31 december 2009 2008
Aantal BOA’s: 5 Jaar van nulmeting: 2003
33
33
Van de 7 V.O-scholen is bij 2 scholen een veiligheidsscan uitgevoerd en wordt een veiligheidsplan ingevoerd Jaar van nulmeting: 2004
4 vo5 voscholen. scholen Met 2 scholen nog overleg
Aantal BOA’s: 12
24 Aanpak jeugdcriminaliteit 24a Aantal scholen (V.O) dat deelneemt aan het project Veilige School
Alle 7 V.O.-scholen nemen deel aan het project Veilige School
24b Aantal jongeren tussen 0 en In 2002 40 aanmeldingen 18 dat deelneemt in hulpver- Pak-je-Kans leningstraject Pak-je-Kans Jaar van nulmeting: 2002
99 aan100 aan- Aanmeldingen handhaven op meldingen melding- 40 en
24c Voortzetting van het school- De hoogste groepen van alle adoptieplan doe-effe-normaal basisscholen nemen deel door Politie en Halt aan het schooladoptieplan Jaar van nulmeting: 2004
Alle 23 basisscholen
Alle 23 basisscholen
Handhaven van deelname aan schooladoptieplan door alle basisscholen
24d Deelname aan mentoraatprojecten van jongeren tussen 0 en 23 jaar
93 jongeren
80 jongeren in 2008
Begeleiding van 80 jongeren (handhaving nulsituatie)
Begeleiding van 80 jongeren Jaar van nulmeting: 2004
1.2 Outputindicatoren brede doeluitkering Fysiek Doelstelling Nr. Indicator/subdoelstelling
Stedelijke Nulsituatie 2004
Mid-Term Review 2007
Stedelijk resultaat 2008
Stedelijk resultaat 31 december 2009
Wonen
25 Mutaties in de woningvoorraad, uitgesplitst naar aantallen nieuwbouw op uitleglocaties
*
- MH 66 - MK 103 - DK 98
- MH 170 - MK 103 - DK 150
Middeldure Huur: 170 Middeldure Koop: 52 Dure Koop: 247
26 Mutaties in de woningvoorraad, uitgesplitst naar aantallen nieuwbouw als op locaties binnen bestaand bebouwd gebied van 2000 i.v.m. de uitbreidingsbehoefte
*
- MH 64 - MK 25 - DK 174
- MH 100 - MK 150 - DK 174
Middeldure Huur: 189 Middeldure Koop: 835 Dure Koop: 148
Programmabegroting 2008
88
1.2 Outputindicatoren brede doeluitkering Fysiek (vervolg) Doelstelling Nr. Indicator/subdoelstelling
Omgevingskwaliteit
Stedelijke Nulsituatie 2004
Mid-Term Review 2007
Stedelijk resultaat 2008
Stedelijk resultaat 31 december 2009
27 Mutaties in de woningvoorraad, uitgesplitst naar aantallen nieuwbouw op locaties binnen bestaand bebouwd gebied van 2000 i.v.m. de vervangingsbehoefte
*
-
-
Goedkope Huur: 36 Middeldure Huur: 256 Middeldure Koop: 1.137 Dure Koop: 132
28 Aantallen omzettingen huurwoningen in koopwoningen
1. Door coöperaties: 121 2. Door particulieren:
1) 247 2) 350
1) 320 2) 430
1 en 2 Woonplus 500 + particulier
29 Aantallen vernietigde woningen
277 woningen
659
1.060
1.000 woningen
30 Aantallen ingrijpende woningverbeteringen
A: Ingrijpend Woonplus B: Beperkt Woonplus C: Particuliere woningverbetering
A) 316 B) 458 C) 493 Tot. 1.267
A) 316 B) 500 C) 600 Tot 1.416
A: 80 B: 900 C: 150 Totaal: 1.130
31 Toename aantal volledig toegankelijke woningen voor ouderen
A: Nieuwbouw B: Bestaand aangepast C: Absoluut toegankelijk
A) 158 B) 152 C) 203 Tot. 513
A) 270 B) 152 C) 240 Tot 662
A: 584 B: 152 C: 264 Totaal: 1.000
32 Oppervlak in (m2 of ha) openbare ruimte waarbij sprake is van een kwaliteitsimpuls
A: i.s.m. nieuwbouw B: in BBG C: Fietsverbindingen D: Semi-openbaar
A) 2.672 Div. projecten zijn in uitvoering. Nog niet verwerkt in cijfers
A) 20.000 B) 10.000 C) 3000 D) 3000
A: 110.000 m2 B: 65.000 m2 C: 10.800 m2 D: 10.000 m2
33 Het aantal grootschalige groenprojecten met bijbehorend oppervlak (ha)
0 projecten
GH 39 MH 77 MK 57 DK 0
GH 39 MH 100 MK 120 DK 0
Objectinvesteringen: 2 objecten
8 projecten 60.000 m2 20.000 m2 4 proDiv. jecten projecten 40.000 m2 zijn in uitvoering. Nog niet verwerkt in cijfers
89
1.2 Outputindicatoren brede doeluitkering Fysiek (vervolg) Doelstelling Nr. Indicator/subdoelstelling
Stedelijke Nulsituatie 2004
Mid-Term Review 2007
Stedelijk resultaat 2008
Stedelijk resultaat 31 december 2009
34 Aantal wijken waar fysieke culturele kwaliteiten aantoonbaar en integraal deel uitmaken van de gebiedsontwikkeling, en de mate waarin deze kwaliteiten zijn geborgd in lokale planfiguren en beleid
0 projecten
Haalbaarheidsonderzoek Wennekerpand uitgevoerd
1 fysiek project
2 fysieke projecten in het kader van de cultuurimpuls t.w Glasmuseum en Filmtheater Monopole
35 Aan te pakken deel van de werkvoorraad gerelateerd aan het landsdekkende beeld bodemsanering in aantallen (sanering en onderzoek), m2 en m3 (oppervlakte en in de bodem aanwezige ernstig verontreinigde grond) en m3 (te saneren verontreinigd) grondwater en bpe’s (bodemsaneringsprestatie-eenheden). Vermelden welk deel hiervan door saneringen in eigen beheer tot stand zal komen (zonder overheidsbijdrage in de financiering).
*
tot. 12 22
SEB 12 17
91.308 4.924 3.588 107.515
82.208 2.737 3.588 91.854
36 Aantal A- en railwoningen (absoluut en als percentage van het totaal in de gemeente) waar de saneringssituatie aan het eind van het ISV2-tijdvak is opgelost
0 woningen
23 (gegevens nog niet compleet)
n.v.t.
90 (waarvan bij 30 medewerking van de marktpartijen noodzakelijk is) 31% van de werkvoorraad
38 Saldo toe te voegen woningen in bestaand bebouwd gebied 2000
*
- 103 app - + 157 egw Saldo: + 54
- 450 app - + 407 egw Saldo - 43
745 appartementen 437 eengezinswoningen 1.182 woningen totaal
Aantal saneringen Aantal onderzoeken M2 verontreinigd oppervlak M3 verontreinigde grond M3 verontreinigd grondwater Aantal b.p.e
n.v.t.
totaal 11 31 412.359 475.245 5.055 1.840.116
Programmabegroting 2008
Waarvan SEB 2 14 14.908 17.184 0 66.460
90
1.2 Outputindicatoren brede doeluitkering Fysiek (vervolg) Doelstelling Nr. Indicator/subdoelstelling
Stedelijke Nulsituatie 2004
Mid-Term Review 2007
Stedelijk resultaat 2008
Stedelijk resultaat 31 december 2009
39a Toename aantal woningen met politiekeurmerk veilig wonen
*
1.852
2.100 woningen
2.500 woningen
39b Toename aantal fietsenstallingmogelijkheden
*
2 stallingen, 381 inpandige plaatsen, 50 beugels
3 stallingen, 500 inpandige plaatsen en 50 beugels
6 stallingen, 600 inpandige plaatsen en 50 beugels
39c Aanpak verkeersonveilige plekken en plaatsen: het betreft de aanpak van de verkeersonveiligheid op twee locaties t.w. het aanleggen van een fietspad op de BM van Haarenlaan en de aanleg van de rotonde op het Lorentzplein
*
- Rotonde Lorentzlaan is aangelegd - Fietspad Bm. Van Haarenlaan is voor 2/3 deel aangelegd. 2007 volgt het resterende deel
n.v.t.
Aanleg rotonde en plaatsbepalende elementen
39 Fysieke voorwaarden voor aantrekkelijke sociale en veilige omgeving:
Fietspad Bm. Van Haareblaan is gerealiseerd
1.3 Outputindicatoren brede doeluitkering Economie Doelstelling Nr. Indicator/subdoelstelling
Stedelijke Nulsituatie 2004
Mid-Term Review 2007
Stedelijk resultaat 2008
Stedelijk resultaat 31 december 2009
Bedrijventerreinen
40 Aantal hectare geherstructureerde bedrijventerreinen
0 ha
Nieuw-Mathenesse 1,2 ha Overig 0 ha
5 ha voor Nieuw-Mathenesse en Spaanse Polder
26,6 ha bruto, waarvan 20 ha Spaanse Polder (2011 gerealiseerd) ’s Gravenland-Zuid en 6,6, ha Nieuw-Mathenesse (afspraak is in kader midterm review 2007 aangepast)
Toerisme
53 Aantal bezoekers
2002: 304.000 bezoekers
CVO 2006: 395.000 bezoekers
395.000 bezoekers
10% meer bezoekers dan in 2004
* = gegevens moeten nog ingevuld worden
91
Lokale Heffingen
tussen gemeenten worden in het algemeen veroorzaakt door verschillen in kwaliteit en kwantiteit van de lokale voorzieningen en door doelmatigheid en doeltreffendheid.
Inleiding gemeentelijke heffingen
Algemeen dekkingsmiddel
Eén van de inkomstenbronnen voor de gemeenten zijn de gemeentelijke heffingen, met name belastingen en retributies. Deze heffingen zijn gebaseerd op publiekrechtelijke regels.
De gemeentelijke belastingen dienen mede als algemeen dekkingsmiddel voor de begroting. De gemeentewet bevat een limitatieve lijst van belastingen die een gemeente mag heffen.
Concreet kunnen deze heffingen onderscheiden worden in: Algemene belastingen: hierbij bestaat geen duidelijke relatie tussen de dienstverlening en de belasting (met name onroerende-zaakbelastingen) en de opbrengst vloeit rechtstreeks naar de algemene middelen; Rechten of retributies; dit zijn vergoedingen voor publiekrechtelijke dienstverlening of voor het gebruik van voorzieningen waarbij tevens betaald moet worden indien de dienst niet gewenst is (rioolrecht, afvalstoffenheffing en dergelijke). Leges; hierbij moet sprake zijn van een individuele tegenprestatie van de overheid (zoals een paspoort, een rijbewijs etc.).
De inflatiecorrectie is voor 2007 berekend op 1%. De totale belastingopbrengst zoals opgenomen in de begroting 2007 bedraagt € 27,5 miljoen. Van de totale opbrengst wordt € 10,7 miljoen ingezet als algemeen dekkingsmiddel. De OZB brengt voor de gemeente € 10,2 miljoen op, de afvalstoffenheffing € 8,6 miljoen en het rioolrecht € 4,9 miljoen.
Inkomsten gemeentelijke belastingen 2008
OZB afvalstoffen rioolrecht
De lokale heffingen vormen een onderdeel van de inkomsten van de gemeente en hebben als dekkingsmiddelen betrekking op verschillende beleidsvelden. Ze zijn dan ook door de hele begroting terug te vinden.
Algemeen Besteedbaar inkomen De gemeentelijke heffingen hebben rechtstreeks invloed op het besteedbaar inkomen van de burger. Dit is de inkomenstechnische kant van de lokale lasten. Wettelijk is vastgelegd dat het de gemeente niet vrij staat een onderscheid tussen haar inwoners op grond van inkomen aan te brengen. Het inkomensbeleid is namelijk een primaire verantwoordelijkheid van het rijk.
Legitimering overheidsoptreden Wat krijgt de burger terug voor de betaling aan de gemeente? Er moet sprake zijn van een zeker evenwicht tussen het ervaren overheidsoptreden en de hoogte van het te betalen bedrag. In de gemeentewet is vastgelegd dat retributies en leges maximaal kostendekkend mogen zijn. Een gemeente mag derhalve geen winst maken c.q. er mogen geen baten uit retributies en leges toevloeien naar de algemene middelen. Bij overtreding kan de rechter de desbetreffende verordening onverbindend verklaren. De verschillen in tarieven
Ontwikkelingen De volgende landelijke ontwikkelingen zijn van belang voor de lokale heffingen:
Regeerakkoord In het regeerakkoord is de mogelijkheid tot verruiming van het lokaal belastinggebied opgenomen. Eén en ander uit te werken in twee bestuursakkoorden, waarin afspraken worden gemaakt over de bijdragen van gemeenten en provincies aan oplossing van maatschappelijke vraagstukken. In dit kader wordt de helft van het aantal doeluitkeringen omgezet in een generieke bijdrage aan de gemeenten en door een nader in te vullen decentralisatie-impuls met budgetoverheveling en/of met verruiming van het lokale belastinggebied, inclusief, bij invoering, voor de burgers compenserende beperking van de rijksbelastingen. In het bestuursakkoord tussen Rijk en gemeenten dat op 4 juni 2007 bekend is gemaakt is inzake de limitering van de OZB opgenomen dat het huidige systeem gericht is op indi-
Programmabegroting 2008
92
viduele gemeenten en leidt als gevolg daarvan tot bestuurlijke en technische discussies. Deze huidige limitering wordt per 1 januari 2008 geschrapt onder het gebruikelijke voorbehoud van parlementaire behandeling van de wetswijziging. VNG en kabinet zijn het er over eens dat dit niet mag leiden tot een onevenredige stijging van de collectieve lastendruk. In verband hiermee zal een macronorm worden ingesteld. De ontwikkeling van de lokale lasten zal worden gevolgd en zo nodig onderwerp vormen van bestuurlijk overleg, waarna het rijk in geval van overschrijding van de macronorm kan ingrijpen via correctie van het volume van het gemeentefonds. Deze afspraak zal in 2010 worden geëvolueerd. Het kabinet kan dan, indien daar aanleiding voor is, alsnog een wettelijk mechanisme van limitering en compensatie via gemeentefonds instellen.
Verbreding rioolrecht Vanwege de vergroting van de verantwoordelijkheden voor gemeentelijke watertaken via de ‘Wet gemeentelijke watertaken’ wordt het huidige rioolrecht vervangen door een bestemmingsheffing. Gemeenten krijgen naast de verantwoordelijkheid voor het beheer van afval- en regenwater de verantwoordelijkheid voor het verwerken van overtollig grondwater. De heffing mag hooguit kostendekkend zijn. Gemeenten moeten inwoners en het Rijk inzicht geven in de opbrengsten uit de heffing en investeringen in het waterbeleid. Het wetsvoorstel geeft gemeenten de ruimte voor maatwerk in de financiering van de gemeentelijke watertaken, zoals bij de ontkoppeling van het regenwater van het riool. Het kabinet beoogt geen wijziging in het heffingssysteem dat gemeenten al gebruiken voor het rioolrecht. Gemeenten blijven vrij in de keuze van de belastingplichtige (eigenaar of gebruiker) en de maatstaf (berekening) van heffing. Het wetsvoorstel is 26 juni 2007 aangenomen door de Eerste Kamer en treedt op 1 januari 2008 in werking. Er geldt een overgangstermijn van twee jaar.
Afschaffing precariobelasting voor infrastructuur van nutsbedrijven Rondom de inperking van de mogelijkheid om precariobelasting te heffen voor alle infrastructurele netwerken van nutsbedrijven is het al enige tijd stil. In de junicirculaire is hieromtrent vermeld dat de informatie die gemeenten verstrekt hebben inzake de derving van inkomsten indien een vrijstelling van ondergrondse infrastructuur van precariobelasting wettelijk wordt vastgesteld ontvangen is en dat blijkt dat de inkomstenderving meer dan 50 mln bedraagt.
Tot op heden is echter nog geen wetsvoorstel aan de Tweede Kamer aangeboden. Vermoedelijk wordt een inwerkingtreding van de wetswijziging per 1 januari 2008 niet gehaald.
Wetsvoorstel Verkorting beslistermijn (Wet versterking fiscale rechtshandhaving) Dit onderwerp betreft de verkorting van de beslistermijn voor het doen van uitspraak op bezwaar. Het voorstel betekent dat gemeenten binnen hetzelfde kalenderjaar uitspraak op bezwaar moeten doen. Als een bezwaarschrift na 1 oktober van een kalenderjaar wordt ingediend moet de gemeente binnen 13 weken (wordt een jaar later ook ingekort tot zes weken) uitspraak doen. De verlengingsmogelijkheid van 1 jaar blijft bestaan, maar wordt in een later jaar ingekort tot vier weken. Het wetsvoorstel waarin de verkorting van de beslistermijn is opgenomen is in behandeling bij de Eerste Kamer.
Tarieven OZB 2008 Met ingang van 2008 zijn de maximumtarieven OZB vervallen en vervangen door een macronorm. Zie op de vorige pagina onder Regeerakkoord. De gemeentelijke tarieven 2007 waren gebaseerd op de WOZ-waarden met waardepeildatum 1 januari 2005, terwijl de gemeentelijke tarieven 2008 gebaseerd zullen zijn op een nieuw tijdvak met waardepeildatum 1 januari 2007.
Lokaal zijn de volgende ontwikkelingen aan de orde: Tarieven Jaarlijks wordt een inflatiecorrectie toegepast op de gemeentelijke heffingen. Het college heeft gelet op de financiële positie in afwijking hierop besloten af te zien van de 1% tariefsverhoging. Daarnaast dienen de afvalstoffenheffing en het rioolrecht volledig kostendekkend te zijn. Het woonwagenrecht zal in 2008 na een gefaseerde aanpassing op het niveau van de maximaal redelijke huurprijs van het Woningwaarderingssysteem (WWS) zijn gebracht.
Onroerende-zaakbelastingen (OZB) Met ingang van 2007 wordt jaarlijks een nieuwe WOZ-waarde bepaald. In 2008 zullen de aanslagen OZB gebaseerd worden op een nieuwe WOZ-waarde met als waardepeildatum 1 januari 2007. De peildatum voor het bepalen van de waarde ligt dan dus voor de eerste keer één in plaats van twee jaar voor het belastingjaar. Voor de OZB wordt voor
93
het jaar 2008 de 0-lijn gehanteerd. De tarieven worden berekend, rekening houdend met de genoemde 0-lijn in combinatie met de uitkomsten van de nieuwe WOZ-waardering naar pijldatum 1 januari 2007.
Parkeerbelastingen De gemeente legt een naheffingsaanslag op als de belasting niet vooraf is betaald. De naheffingsaanslag kent twee componenten: • De nageheven belasting; Voor wat de eigenlijke naheffing betreft, schrijft de wet voor dat uitgegaan mag worden van een uurtarief, tenzij aannemelijk is dat het voertuig langer dan een uur zonder te betalen geparkeerd heeft gestaan. • Een vergoeding voor de kosten om de naheffing op te leggen De hoogte van de kostenvergoeding moet in de verordening worden vastgesteld. Bij algemene maatregel van bestuur (Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen) zijn regels gesteld voor de berekeningswijze van de maximale hoogte van die kosten. Het maximum bedraagt voor 2007 € 48. Dit maximum wordt jaarlijks geïndexeerd en is voor 2008 bepaald op € 49. De tarieven voor straatparkeren worden voor 2008 gehandhaafd en om de paar jaar, laatstelijk per 2006, verhoogd met het cumulatieve trendmatige stijgingspercentage. Dit ook in verband met de te maken kosten bij het ombouwen van de parkeerautomaten.
Hondenbelasting De hondenbelasting is een algemene belasting waarvan de opbrengst ten goede komt aan de algemene middelen. Voor de hoogte van de tarieven gelden geen beperkingen. Een inkomensafhankelijk tarief is echter niet toegestaan. De hondenbelasting wordt voor het jaar 2008 verhoogd met 1% (trendmatige verhoging).
Afvalstoffenheffing Bij de afvalstoffenheffing worden de kosten van beheer van huishoudelijke afvalstoffen omgeslagen over de burgers. Deze kosten van beheer betreffen alle kosten die samenhangen met de inzameling, het vervoer, de nuttige toepassing (bijvoorbeeld hergebruik) of de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen. De afvalstoffenheffing wordt voor 2008 verhoogd met 1,2%. De tarieven zijn berekend door de kosten voor inzameling en verwerking te delen door het aantal huishoudens.
Retributies Retributies zijn heffingen voor diensten die de gemeente verleent. Er is een rechtstreeks verband tussen de (kosten van de) dienst en de heffing. In het algemeen geldt voor retributies dat er ingevolge artikel 229b geen winst mag worden gemaakt. De tarieven moeten zo worden vastgesteld dat de geraamde baten van de rechten niet uitgaan boven de geraamde lasten ervan. Over het algemeen geldt dat er binnen één verordening geen winst mag worden gemaakt. Ten aanzien van de te compenseren lasten zijn er in artikel 229 Gemeentewet nadere regels gesteld. In z’n algemeenheid worden de diverse retributies evenals de leges voor 2008 verhoogd met 1%. Het rioolrecht is kostendekkend. Het tarief wordt voor 2008 trendmatig verhoogd met 1% en extra met € 1,36 per aansluiting in het kader van de uitvoering van het rioleringsplan. Met de gevolgen van het wetsvoorstel gemeentelijke watertaken is nog geen rekening gehouden. (Het overzicht tarieven en retributies 2005-2008 staat aan het eind van de paragraaf)
De ontwikkeling van de gemeentelijke woonlasten (bron: COELO-atlas 2007) Voor het inzicht hierin wordt gebruik gemaakt van de gegevens uit de meest recente COELO-atlas (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden van de Universiteit van Groningen) om de positie van Schiedam op het gebied van de lokale belastingdruk tegen het licht te houden. Het gaat om de (bruto-)woonlasten: OZB, rioolrecht en reinigingsheffing (in Schiedam betreft dit de afvalstoffenheffing). Het COELO geeft ook een beeld van de netto-woonlasten: wat houdt de gemeente van de woonlasten per huishouden over. Hierin is de negatieve correctie verwerkt, die via de algemene uitkering uit het gemeentefonds plaatsvindt voor de waarde van het gemeentelijk onroerend goed (WOZ). Gemeenten met relatief waardevol onroerende goed binnen de grenzen, ontvangen minder uit het gemeentefonds. Zij worden geacht een groter deel van hun uitgaven uit hun eigen belastinginkomsten te financieren. De gemiddelde bruto-woonlasten (meerpersoonshuishoudens) in Nederland stijgen in 2007 met 3,8% (2006: 3,1%). De belangrijkste stijger is het rioolrecht: € 9,04 (6,7%, Schiedam 2%). Dit komt gedeeltelijk doordat
Programmabegroting 2008
94
4 gemeenten een rioolrecht invoerden. Verder moeten gemeenten veel in de riolering investeren als gevolg van strengere milieueisen op het gebied van oppervlakte- en grondwater ter bestrijding van regionale en stedelijke wateroverlast, en moet er veel riolering worden vervangen. De reinigingsheffing draagt € 6 bij aan de woonlastenstijging (+2,3%), en de OZB-aanslag € 5,47 (+2,7%). De resterende woonlastenstijging is het gevolg van het feit minder gemeenten in 2007 een heffingskorting verlenen. In de goedkoopste (deel)gemeente van Zuid-Holland bedragen de woonlasten € 471 (Hellevoetsluis) en in de duurste € 943 (Wassenaar). In de voorgaande zin wordt gesproken over deelgemeente omdat gemeenten soms uiteenlopende tarieven voor verschillende delen van hun territoir kennen, als erfenis van gemeentelijke herindelingen. In de atlas zijn zo nodig delen van gemeenten afzonderlijk opgenomen. De gemiddelde woonlasten in Nederland bedragen in 2006 € 613 (€ 591 in 2005).
In Schiedam liggen die op € 546,- waarbij Schiedam de 60e plaats (77e in 2006; nummer 475 heeft de hoogste woonlasten) in de COELO-rangorde inneemt. Schiedam behoort derhalve tot de gemeenten met relatief gunstige woonlasten. Voor wat de netto-woonlasten betreft, bevindt Schiedam zich met € 577 op de 116e plaats (voorheen 161e plaats).
Schiedam ten opzichte van de regio (2006) De positie die Schiedam inneemt in verhouding tot de omliggende gemeenten leidt tot de onderstaande vergelijking (betrekking hebbend op meerpersoonshuishoudens). Hierbij dient opgemerkt te worden dat een vergelijking per afzonderlijk tarief een vertekening kan opleveren omdat een gemeente bijvoorbeeld voor hogere OZB-tarieven kan kiezen ten gunste van een lager tarief voor een andere heffing. Daarnaast komen in de tarieven niet de uitgangspunten voor het kwijtscheldingsbeleid tot uiting.
Gemeente
OZB-woningen (eigenaar)
Afvalstoffenheffing Eénpersoons- Meerpersoonshuishouden huishouden
Rotterdam Spijkenisse* Vlaardingen Schiedam Capelle a/d IJssel ** Maassluis
€ € € € € €
€ € € € € €
2,89 2,71 2,94 2,53 2,34 2,29
236 263 239 227 248 274
€ € € € € €
236 331 305 268 318 320
Rioolrecht
€ € € € € €
146 87 143 127 166 87
* De gemeente Spijkenisse maakt bij het tarief afvalstoffenheffing geen onderscheid naar één- of meerpersoonshuishoudens, maar naar gestapelde bouw (flatwoningen) en eengezinswoningen. ** De gemeente Capelle a/d IJssel heft een rioolrecht van de eigenaar en van de gebruiker van een onroerende zaak (resp. € 92,00 en € 74,00) en heft een bedrag van € 283,95 aan afvalstoffenheffing van tweepersoonshuishoudens.
95
Hetgeen resulteert in de volgende COELO-rangorde: Gemeente
Brutowoonlasten meerpersoonshuishouden
COELO-positie (2007)
Schiedam Rotterdam Maassluis Spijkenisse Vlaardingen Capelle a/d IJssel
€ € € € € €
60 67 142 175 279 312
546 553 588 601 643 660
* Nummer 1 heeft de laagste woonlasten, nummer 475e de hoogste. Schiedam bevindt zich inmiddels reeds jaren in de kopgroep van gemeenten met gunstige “bruto woonlasten”.
Bruto woonlasten volgens COELO 700 600 500
2007
400
2008
300 200 100
Capelle
Vlaardingen
Spijkenisse
Maassluis
Schiedam
Rotterdam
0
Kwijtscheldingsbeleid Algemeen Artikel 26 van de Invorderingswet 1990 bepaalt dat kwijtschelding van een belastingschuld wordt verleend aan diegenen die niet anders dan met buitengewoon bezwaar hun belastingschuld kunnen voldoen. In de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 is geregeld volgens welke regels iemand al dan niet voor kwijtschelding in aanmerking komt. Artikel 255 Gemeentewet bepaalt dat deze regels ook van toepassing zijn op gemeentelijke belastingen. Gemeenten is het niet toegestaan af te wijken van de bepalingen uit de Uitvoeringsregeling voor de berekening van iemands inkomen of vermogen. Bij de beoordeling van een verzoek tot kwijtschelding is de betalingscapaciteit bepalend. Onder betalingscapaciteit wordt verstaan het positieve verschil tussen het nettobesteedbare inkomen en de door het Rijk genormeerde kosten van bestaan. Het netto-besteedbare inkomen is het inkomen dat resteert na de betaling van de huur (na aftrek van huursubsidie) en de premie voor de ziektekostenverzekering/ziekenfonds. De genormeerde kosten van bestaan bedragen, aldus het Rijk, 90% van de bijstandsuitkering. Het staat de gemeente echter vrij dit percentage te verhogen tot 100%, waarbij ervan uitgegaan wordt, dat van een bijstandsuitkering geen gemeentelijke belastingen betaald kunnen worden. In Schiedam is dit, net als in het overgrote deel van de andere gemeenten in Nederland dan ook gebeurd. Indien bij de beoordeling van een kwijtscheldingsverzoek blijkt dat er geen betalingscapaciteit bij de belastingplichtige is, wordt kwijtschelding verleend. In de gemeentelijke verordening dient te zijn geregeld of en in hoeverre kwijtschelding kan worden verleend. De afvalstoffenheffing, OZB, de hondenbelasting voor wat de eerste hond betreft komen in Schiedam eveneens in beginsel voor kwijtschelding in aanmerking. Het proces van aanvragen en verlening van kwijtschelding is klantgericht opgezet. Op basis van informatie over bijstandsgerechtigden van de Afdeling Werk. Wordt de aanslag niet meer verzonden naar deze groep maar wordt er pro-actief kwijtschelding verleend. Dit voorkomt dat personen met een structureel laag inkomen ieder jaar opnieuw de gegevens betreffende hun financiële positie moeten verstrekken.
Programmabegroting 2008
96
Heffingen Schiedam Belasting/heffing
Geraamde opbrengst 2008
Belastingplichtig
Afvalstoffenheffing
Eén- en meerpersoonshuishouden
€ 8.636.000
Gebruikers woningen
Rioolrecht
Eigenarenbelasting: Woningen Bedrijven
€ 4.563.800 € 385.600
Eigenaar (on)roerende zaak
Parkeerbelastingen
• Opbrengst naheffingsaanslagen • Vergunningparkeren • Opbrengst uit automaten
€ 1.174.200
Onroerendezaakbelastingen
Eigenarenbelasting
€ 8.184.000
Gebruikersbelasting
€ 2.059.000
Woonwagenrechten
Gebruikersbelasting
€
32.500
Gebruiker van woonwagen
Woonschepenrechten
Gebruikersbelasting
€
21.600
Gebruiker van woonschip
Precariobelasting
Diversen
€
142.800
Diversen
Hondenbelasting
Houden van een hond
€
339.900
Houder van een hond
Marktgelden
Beschikking stellen standplaats
€
101.300
Standplaatshouder
Rechten havengeld
Gebruik van haven met pleziervaartuigen
€
4.000
Leges*
Genot van verleende diensten
€ 1.099.300 € 1.000 € 783.500 **
* respectievelijk Leges Stadswinkel, Archief en Bouw en Woningtoezicht. ** exclusief € 292.500 Rijksleges
Zakelijk gerechtigden van onroerende zaken Gebruikers van onroerende zaken
div. o.a. eigenaar, gebruiker, schipper Aanvrager dienst dan wel degene t.b.v. wie de dienst verleend is
97
Vigerende verordeningen per juni 2007 Verordeningen (citeertitel)
Vaststelling Toelichting Gemeenteraad
Kwijtschelding
Verordening Hondenbelasting 2007
18 dec. 2006 Belasting op het houden van honden
Verordening Rioolrecht 2007
18 dec. 2006 Recht van eigenaar van (on)roerende zaak met aansluiting riolering of openbaar gemeentewater
Verordening Afvalstoffenheffing 2007
18 dec. 2006 Recht ten laste van gebruikers van woningen waar huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan
Verordening Parkeerbelastingen 2004 (vierde wijziging)
18 dec. 2006 Belasting wegens het parkeren van een motorvoertuig op daartoe aangewezen plaatsen
Neen
Verordening Woonwagenrechten 2007
18 dec. 2006 Recht voor het hebben van een standplaats met woonwagen
Neen
Verordening Woonschepenrechten 2007
18 dec. 2006 Recht voor het hebben van een ligplaats met een woonschip
Neen
Verordening Marktgelden 2007
18 dec. 2006 Recht voor standplaats op de weekmarkt
Neen
Precarioverordening 2007
18 dec. 2006 Belasting voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond
Neen
18 dec. 2006 Belasting op het gebruik en/of het eigendom van en 12 feb. 2007 onroerende zaken
Ja
Verordening Onroerende-zaakbelastingen 2007 en eerste wijziging
Ja (1e hond) Neen
Ja
Verordening Rechten havengeld pleziervaartuigen 2007
18 dec. 2006 Recht voor gebruik met een vaartuig van o.a. gemeentewater
Neen
Legesverordening 2007 en eerste wijziging
18 dec. 2006 Rechten voor verleende diensten o.a. paspoort, huwelijk, rijbewijs
Neen
Noot: De tarieven voor 2008 worden eind 2007 vastgesteld. Onderstaande gegevens zijn op basis van huidige inzichten vastgesteld. De belastingopbrengen over 2005 en 2006 zijn op Rekeningbasis.
Omschrijving
2005
2006
2007
2008
Rioolrecht Tarief
€
121,95
Opbrengst
€ 4.756.741,00
€
124,83
€ 4.763.148,00
€
127,43
€ 4.860.800,00
€
130,06
€ 4.949.400,00
Programmabegroting 2008
98
Omschrijving
2005
2006
2007
2008
Afvalstoffenheffing 1 VE 3 VE
€ €
Opbrengst totaal
€ 7.777.596,00
€ 8.260.339,00
€ 8.592.500,00
€ 8.636.000,00
2005
2006
2007
2008
Omschrijving
205,80 242,64
€ €
224,88 265,08
€ €
227,04 267,72
€ €
229,80 270,96
Onroerende-zaakbelastingen Gebruikers woningen Gebruikers niet-woningen Eigenaren woningen Eigenaren niet-woningen
€ € € €
1,98 4,33 2,47 5,40
Opbrengst totaal
€ 14.232.389,00
€ € €
4,83 2,75 6,02
€ 10.672.098,00
€ € €
3,65 2,53 4,96
€ 10.221.900,00
€ 10.243.000,00
De tarieven 2008 kunnen eerst worden berekend na oplevering van de WOZ-taxaties.
Omschrijving
2005
2006
2007
2008
Hondenbelasting 1e hond 2e hond
€ €
105,36 210,72
€ €
106,67 213,34
€ €
107,64 215,28
€ €
108,72 217,44
Opbrengst totaal
€
346.541,00
€
363.554,96
€
336.500,00
€
339.900,00
Omschrijving
2005
2006
2007
2008
Woonwagenrecht Standplaats
€
1.229,00
€
1.685,76
€
1.896,48
€
2.166,72
Opbrengst
€
18.435,00
€
27.451,44
€
31.400,00
€
32.500,00
Tarief 2007: betreft het tarief bij 43 punten.
Omschrijving
2005
2006
2007
2008
diversen
diversen
diversen
diversen
Precariobelasting Tarief Opbrengst
€
146.522,00
€
140.762,98
€
141.400,00
€
142.800,00
99
Omschrijving
2005
2006
2007
2008
Woonschepenrecht Tarief ligplaats
€
418,80
€
424,80
€
432,00
€
436,32
Opbrengst
€
21.714,00
€
22.134,00
€
21.400,00
€
21.600,00
Het tarief is afhankelijk van de lengte van het woonschip. Het vermelde tarief is het minimum jaartarief.
Omschrijving
2005
2006
2007
2008
Marktgelden Tarief
€
133,00
€
134,64
€
136,00
€
137,20
Opbrengst
€
98.100,00
€
63.970,00
€
100.300,00
€
101.300,00
Het vermelde tarief betreft een abonnement voor een dag per week per strekkende meter, met een minimum van 4 strekkende meters. Het gerealiseerde bedrag 2006 is negatief beïnvloed met 24.230 i.v.m. ONS Afrekening Jaarrapp BOR/GRP2005.
Omschrijving
2005
2006
2007
2008
Parkeerbelastingen Naheffingsaanslag Straatparkeren Bewonersvergunning Bedrijvenvergunning
€ € € €
46,00 1,30 57,84 202,68
Opbrengst totaal
€ 1.933.396,00
€ € € €
47,00 1,40 58,64 205,24
€ 1.760.017,00
€ € € €
48,00 1,40 59,22 207,30
€ 1.170.765,00
€ € € €
49,00 1,40 59,81 209,37
€ 1.174.200,00
Naheffingsaanslag: Tariefberekening volgt en is mede afhankelijk wettelijk bepaalde maximum kostenopslag. Deze is voor 2008 vastgesteld op € 49,00. Bewonersvergunning: één kenteken van maandag t/m zaterdag inclusief koopavond. Bedrijvenvergunning: eerste vergunning van maandag t/m zaterdag inclusief koopavond.
Omschrijving
2005
2006
2007
2008
Leges Paspoort Rijbewijs Uittreksel GBA Huwelijk
€ € € €
38,80 25,70 8,05 235,75
Opbrengst totaal
€ 2.442.815,00
€ € € €
47,45 32,50 8,15 60,00
€ 2.190.100,00
€ € € €
47,45 32,80 8,25 60,50
€ 1.820.600,00
€ € € €
48,35 33,15 8,30 61,00
€ 1.838.800,00
Het maximum paspoorttarief wordt door het Rijk vastgesteld. Tot 26 augustus 2006 bedroeg het tarief € 39,40. Leges huwelijksvoltrekking: betreft laagste tarief na kosteloze tijdstip.
Programmabegroting 2008
100
Onderhoud kapitaalgoederen
CATEGORIE GEBOUWEN
Gebouwen in permanent bezit a. regulier Algemeen De gemeente heeft een groot aantal kapitaalgoederen, zoals: wegen, riolering, water, groen en gebouwen. Deze goederen zijn nodig om de beleidsdoelen te realiseren. In deze paragraaf wordt per categorie kapitaalgoederen nader ingegaan. De financiële consequenties van beleid zijn niet opgenomen. In de volgende programmabegroting zal hier meer aandacht aan worden gegeven. Tevens zullen de categorien Wegen, Rioleringen, Openbaar groen, Overig (kademuren, glooiingen, monumenten) worden opgenomen.
CATEGORIE WATER
Binnenhavens a. oevers, kaden en aanmeervoorzieningen
De centralisatie van de eigenaarsrol van exploiteerbaar onroerend goed bij de afdeling Vastgoed & Grondbedrijf leidt tot vergroting van het bestand, onder meer door interne overdrachten vanuit afdeling educatie. Ten aanzien van meerjarig onderhoud is het uitgangspunt dat in de voorliggende jaren gefaseerd meerjarige onderhoudsplannen (MOP’s) voor het gehele permanente bezit zullen worden opgesteld. Ook komend jaar zal een aantal MOP’s worden geactualiseerd. De voorgenomen opname van de betreffende informatie en planningen in een geautomatiseerd systeem was opgeschort hangende de reorganisatie ‘Samen Schiedam’ en krijgt prioriteit.
b. enkele bijzondere panden
Voor de voorgenomen inventarisatie ten behoeve van planmatig onderhoud is samenwerking gezocht met beheer buitenruimte en wordt geanticipeerd op mogelijke organisatieverandering. Eind 2007 start een lijnproject gericht op het inventariseren van de eigendomsituatie van oevers en kade en het digitaliseren en rubriceren van voorhanden bouwtechnische informatie.
De bestemming van de panden Monopole en het Wenneker staat op het moment van schrijven van deze bijdrage in de schijnwerpers. Afhankelijk van verdere besluitvorming zal door middel projectmatige aanpak verdere realisatie worden opgepakt.
b. bodem
De huidige functie van deze gebouwen is gewoonlijk van tijdelijke aard omdat de bedoeling is dat deze worden ingezet voor een beoogde ontwikkeling. Het onderhoud strekt tot behoud (wind en waterdicht), waarbij sloop als ultieme beheersdaad geldt. Er vindt dientengevolge slechts hoogst noodzakelijk, niet planmatig, onderhoud plaats. Gelet op reëel kraakrisico voor een deel van dit bezit wordt veelvuldig door middel van bruikleen of beheer via derden een vorm van tijdelijk gebruik geregeld.
Er vindt geen regelmatige monitoring plaats omdat de aanslibbing zeer laag is. Er staat geen grootschalig baggerwerk gepland.
Zeehavens a. oevers, kaden en aanmeervoorzieningen Anders dat het geval is bij de binnenhavens is het merendeel van de kaden van de zeehavens niet in beheer bij de gemeente. Een renovatie van aanmeervoorzieningen in de Voorhaven wordt opgepakt waarbij gebruik wordt gemaakt van specifieke ervaring binnen de gemeente Rotterdam.
b. bodem Monitoring vindt plaats door kwartaallijkse dieptepeilingen die gewoonlijk resulteren in één baggeractie per jaar. De baggerkwaliteit valt, vooral ten gevolge van bijgestelde normen, weer onder klasse 4 waardoor kostbare berging, zoals storting in de Slufter, is voorgeschreven.
Gebouwen in tijdelijk c.q. verspreid bezit a. tijdelijk
b. verspreid Voor deze objecten hebben na verwerving gewijzigde inzichten historisch geleid tot een semi-permanent bezit. Het beheer van dit bezit via stichting Woonplus eindigt na 30/11/2007, waarna het beheer door de gemeente zelf wordt geregeld. Alsdan kan beter rekening worden gehouden met de diversiteit van dit bezit alsmede met mogelijke relaties met vastgoed-ontwikkelingen in de stad. Het gaat daarbij om zo’n 20 objecten.
101
Financiering Inleiding In deze financieringsparagraaf zullen de beleidsrelevante onderwerpen met betrekking tot de treasury in de Gemeente Schiedam voor de komende periode behandeld worden. Naast enige algemene opmerkingen zal de stand van zaken met betrekking tot de financieringspositie van de gemeente besproken worden. Door de Gemeente Schiedam worden geen derivaten gebruikt, dit gebruik is ook in het treasurystatuut uitgesloten. Ook zal blijken dat er binnen de kasgeldlimiet en de renterisiconorm, zoals voorgeschreven op basis van de wet fido, gebleven wordt. Deze paragraaf zal verder zoveel mogelijk aansluiten op hetgeen in het Treasurystatuut vastgelegd is. Dit statuut zal in afwachting van de organisatieontwikkeling in 2007 aangepast en vastgesteld worden.
Algemene ontwikkelingen Interne ontwikkelingen De treasuryfunctie is nog steeds in ontwikkeling. Met de koppeling van de treasurymodule aan de module betalingsverkeer is een nieuwe impuls gegeven aan de liquiditeitenplanning. Daarnaast wordt de eerdere ontwikkeling van koppeling van de leningenmodule binnen het financiële pakket verder verdiept. Het beheersen van de treasuryfunctie blijft mede afhankelijk van een goede informatievoorziening vanuit de gehele gemeentelijke organisatie (nut en noodzaak moeten goed belicht worden). Met de organisatieontwikkeling zal ook de treasuryfunctie nader ingevuld worden en in volgende treasuryparagrafen zal de ontwikkeling daarvan vermeld worden.
Externe ontwikkelingen De externe ontwikkelingen die de aan te trekken financieringen beïnvloeden zijn grotendeels macro-economisch van aard. De ontwikkeling van de rentestand is een belangrijke
factor, maar die kan tussen het moment van schrijven en het moment van realisatie belangrijk afwijken. Voorzichtigheidshalve is de begroting met een gemiddelde rente van 5% gerekend voor op te nemen leningen. In het afgelopen jaar (juni 2006 tot en met mei 2007) heeft het rentetarief van de 10 jaarsbenchmark van de Bank Nederlandse Gemeenten zich bewogen tussen de 3,38% (september 2006) en de 4,44% (mei 2007) met een gemiddelde van 3,98%, met een opgaande trend naar mei 2007. De prognose is dat de in 2006 ingezette economische groei zich zal voortzetten, maar het tempo is onvoorspelbaar. Hierdoor zal de lagere lange rente nog wel even aanhouden maar op de langere termijn is toch wel een stijging te verwachten.
Treasurybeheer Algemene evaluatie De hierna te noemen onderwerpen betreffen die onderwerpen waar steeds meer aandacht aan gegeven gaat worden, met voornaamste doelstelling de renterisico’s voor de Gemeente Schiedam zoveel mogelijk te beperken en de financiering te laten plaatsvinden tegen de laagst mogelijke kosten.
Renterisicobeheer Dit is het beheersen van de risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid dat in de toekomst de rentelasten van het vreemd vermogen hoger respectievelijk dat de renteopbrengsten van activa lager zullen zijn dan een bestuurlijk wenselijk geacht niveau, c.q. het in de meerjarenraming in de begroting geraamde niveau. Een middel hierbij is het hanteren van de renterisiconorm; dit is een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de vaste schuld van de Gemeente Schiedam bij de aanvang van het jaar. Het feitelijk renterisico wordt daarbij vergeleken met de renterisiconorm. Volgens de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden die een nadere uitwerking geeft van de Wet fido is de renterisiconorm voor gemeenten gesteld op 20% van de vaste schuld. In het volgende overzicht is naast de kolom voor 2008 ook een aanname weergegeven voor de jaren tot en met 2011.
Programmabegroting 2008
102
Bedragen x 1 miljoen
1a. 1b. 2. 3a. 3b. 4. 5. 6. 7. 8. 9a. 9b.
Renteherziening op vaste schuld o/g Renteherziening op vaste schuld u/g Netto renteherziening op vaste schuld (1a – 1b) Nieuwe aan te trekken vaste schuld Nieuw te verstrekken lange leningen Netto nieuw aan te trekken vaste schuld (3a – 3b) Betaalde aflossingen Herfinanciering (laagste van 4 en 5) Renterisico op vaste schuld (2 + 6) Renterisiconorm Ruimte onder renterisiconorm (8-7) Overschrijding renterisiconorm (7-8)
Begroting 2008
Begroting 2009
Begroting 2010
Begroting 2011
0,00 0,00 0,00 29,91 4,50 25,41 29,91 25,41 25,41 41,54 16,13 - 16,13
0,00 0,00 0,00 17,34 0,00 17,34 17,34 17,34 17,34 39,02 21,68 - 21,68
14,29 7,60 6,69 17,17 0,00 17,17 17,17 17,17 23,86 38,99 15,13 - 15,13
0,00 0,00 0,00 16,38 0,00 16,38 16,38 16,38 16,38 38,83 22,45 - 22,45
207,69 20% 41,54
195,12 20% 39,02
194,95 20% 38,99
194,16 20% 38,83
Berekening Renterisiconorm 10. Stand van de vaste schuld per 1 januari 11. Het bij ministeriële regeling vastgesteld percentage 12. Renterisiconorm (10*11) Uit de berekening blijkt dat er in 2008 renterisico gelopen mag worden over een bedrag van € 41,5 miljoen. Er blijkt renterisico gelopen te worden over een bedrag van € 25,4 miljoen zodat er een ruimte onder de renterisiconorm is van € 16,1 miljoen. Voor de volgende jaren ziet het er niet naar uit dat er een te groot renterisico gelopen zal worden.
Stand vaste schuld per januari 2008 bedragen in miljoenen 350 300 250 200 150 100 50 0 2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
103
Kredietrisicobeheer Box 11. Kredietrisico op verstrekte gelden Risico groep Woningcorporaties met garantie WSW Niet toegestane instellingen, volgens treasurystatuut
Met/zonder (hypothecaire) zekerheid
Restantschuld per 1 januari (x 1.000)
% van het totaal
deels deels
41.714 19.634
68% 32%
61.348
100%
Totaal
Toelichting De leningen staan gespecificeerd naar beleidsterreinen in de lijst van uitgezette leningen. (Zie ook bij Uitzetting) Deze lijst van uitgezette leningen is terug te vinden in het bijlagenboek bij de programmabegroting 2008.
Deze leningen zijn verstrekt in het kader de uitoefening van de publieke taak van de Gemeente Schiedam en dus niet in het kader van de financieringsfunctie van de gemeente. Geen van deze leningen behoeft te voldoen aan de criteria die gesteld zijn in het treasurystatuut. Toch wordt hier het risico getoond.
Intern liquiditeitsbeheer Box 9. Kasgeld limiet begroting 2007 2008 Omvang begroting per 1 januari 2008 (=grondslag) 1 Toegestane kasgeldlimiet • in procenten van de grondslag • in bedrag 2 Omvang vlottende korte schuld Opgenomen gelden < 1 jaar Schuld in rekening-courant Gestorte gelden door derden < 1 jaar Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld Totaal vlottende korte schuld 3 Vlottende middelen Contante gelden in kas Tegoeden in rekening-courant Overige uitstaande gelden < 1 jaar Totaal vlottende middelen Toets kasgeldlimiet 4 Totaal netto vlottende schuld (2) - (3) Toegestane kasgeldlimiet (1) Ruimte (+) / Overschrijding (-); (1) - (4)
Bedragen per jaar (x 1.000) 2009 2010 2011
246.658 247.411 248.199 247.697
8,5% 20.966
8,5% 21.030
8,5% 21.097
8,5% 21.054
nihil
nihil
nihil
nihil
0
0
0
0
nihil
nihil
nihil
nihil
0
0
0
0
0 20.966 20.966
0 21.030 21.030
0 21.097 21.097
0 21.054 21.054
Programmabegroting 2008
104
Toelichting
Toelichting op staat E
Als grondslag is de omvang van de primaire begroting per 1 januari 2008 genomen met de prognose voor de komende jaren tot en met 2011. Ad 1. De kasgeldlimiet wordt berekend als een percentage van de omvang van de begroting. Ad 2. Omdat er geen inzicht is in de omvang van de eventueel op te nemen kortgeld leningen is hier het maximum genomen van de rekening-courantovereenkomst met de BNG.
De portefeuille betreffende langlopende leningen O/G bedraagt per 1-1-2008 € 207,7 miljoen hierop wordt in de loop van 2008 ca. € 29,9 miljoen afgelost en € 8,7 miljoen rente betaald ten laste van 2008. Door enkele incidentele baten (bijvoorbeeld verkoop aandelen) is het afgelopen jaren mogelijk gebleken om geen nieuwe financieringen aan te trekken. De verwachting is dat in de toekomst wel weer overgegaan zal moeten worden tot het aantrekken van nieuwe leningen. Aangenomen is dat op de aan te trekken leningen een rente percentage van gemiddeld 5% betaald moet worden. De mutaties in de leningenportefeuille laten een rentegevoeligheid zien zoals die in de volgende tabel is weergegeven. Door over de jaren heen het bedrag aan aflossingen omlaag te brengen wordt de rentegevoeligheid t.g.v. aflossingen minder. Het moet mogelijk zijn om de jaarlijkse aflossingen in de richting van de € 20 miljoen te brengen dit kan zonder bijzondere gebeurtenissen in 2009 gerealiseerd zijn. Dit is mogelijk door de (her)financieringen meer te spreiden in de tijd.
Vooralsnog is er voor 2008 ruim voldoende ruimte (ca. € 21 miljoen.) om naast de maximale uitputting van de rekeningcourant ook nog zonodig extra kort geld op te nemen. Ook voor de volgende jaren lijkt er voldoende ruimte te zijn.
Valutarisicobeheer Valutarisicobeheer is niet aan de orde omdat er niet met vreemd geld (niet Euro’s) gefinancierd wordt.
Gemeentefinanciering Aangetrokken geldleningen.
Rentegevoeligheid met betrekking tot mutaties in de leningenportefeuille Box 12. Mutaties in leningenportefeuille OG
Bedrag Gemiddeld Rente bedragen Invloed op bedrag (x 1.000) rentepercentage (x 1.000) gem. rente per 31-12
Stand per 1 januari 2008 Nieuwe leningen (+) Reguliere aflossingen (-)
207.689 29.907 29.907
Rente aanpassing (oud percentage) (-) Rente aanpassing (nieuw percentage) (+) Stand per 31 december 2008
4,56% 5,00% 4,47%
9.471 1.495 1.337
16% 14%
0 0
0% 0%
0 0 207.689
Uitgezette geldleningen Toelichting op de staat van uitgezette leningen. Het betreffen uitsluitend in het kader van de publieke taak uitgezette leningen. Dat wil zeggen dat ze niet bedoeld zijn ter belegging van overtollige gelden. (Zie ook 3.2.2). De portefeuille betreffende langlopende leningen U/G bedraagt per 1 januari 2008 € 61,3 miljoen hierop wordt in de loop van 2008 € 3,7 miljoen afgelost en ongeveer € 3,5 miljoen rente ontvangen, waarvan € 2,9 miljoen ten gunste van de exploitatie in 2008 zal vallen. In de loop van 2008 zullen leningen ter grootte van € 4,5 miljoen worden verstrekt.
4,64%
9.629
De samenstelling naar beleidsterrein is: Bedragen x 1 miljoen Woningbouw/wijkontwikkeling Welzijn Nutsbedrijven Sport
55.736 139 6.262 13 62.150
105
Uit treasuryoverwegingen zal bevorderd worden om indien dat mogelijk is en dat uit andere beleidsmatige overwegingen niet bezwaarlijk is, de omvang van de uitgezette leningen terug te brengen. De dan vrijvallende gelden kunnen onder meer gebruikt worden om de omvang van de opgenomen leningen te beperken.
tievoorziening vanuit de organisatie. Na de organisatieontwikkeling zal bekeken worden hoe deze verder vervolmaakt kan worden. Tevens worden de saldi van de diverse bankrekeningen bewaakt, waarbij de bankrekeningen bij de BNG zijn ondergebracht in een rente- en saldocompensatie circuit.
OVERIG Relatiebeheer
Administratieve organisatie
De huisbankier is de Bank Nederlandse Gemeenten. Daarnaast worden bij een aantal bankinstellingen rekeningen aangehouden. In het treasurystatuut is vastgesteld dat eens in de vijf jaar de relatie met de banken en de bancaire condities beoordeeld zullen worden. De eerste keer dat zo’n beoordeling zal plaats moet vinden is in het najaar van 2008.
Kasbeheer Er wordt gewerkt met een liquiditeitenplanning. Een dergelijke liquiditeitenplanning staat of valt met de goede informa-
Als basis voor de administratieve organisatie met betrekking tot de Treasury geldt het Treasurystatuut en de daarvan afgeleide regelgeving. Van de volgende treasuryprocessen zijn AO-beschrijvingen gemaakt: afsluiten leningen opgenomen geld en treasurystatuut.
Informatievoorziening Informatie wordt verstrekt door middel van deze treasuryparagraaf bij zowel de begroting als bij de rekening. Verder wordt indien dat nodig is aan Provincie en Rijk informatie verschaft in het kader van de informatievoorziening aan derden (Iv3).
Programmabegroting 2008
106
Verbonden partijen Algemeen De paragraaf verbonden partijen geeft inzicht in de door de gemeente aangegane bestuurlijke participaties. Verbonden partijen zijn een manier om beleidsvoornemens uit de programma’s uit te voeren. Deze paragraaf beperkt zich tot verbonden partijen waarin zowel bestuurlijke invloed wordt uitgeoefend als waarmee financiële belangen zijn gemoeid. Verbonden partijen zijn privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Onder financieel belang wordt verstaan dat de gemeente aan de verbonden partij middelen ter beschikking heeft gesteld, die ze kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij of waarvoor aansprakelijkheid van de gemeente bestaat als de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. In de regelgeving (BBV) wordt gesteld dat participaties (deelnemingen) in NV’s, BV’s, VOF’s, CV’s en gemeenschappelijke regelingen in ieder geval verbonden partijen zijn. Ook stichtingen en verenigingen kunnen dit zijn als de gemeente een zetel in het bestuur heeft en financiële risico’s loopt. Als de relatie met een vereniging of stichting echter uitsluitend bestaat uit een subsidierelatie is dit geen verbonden partij.
Kadernota Verbonden partijen Op grond van de Financiële verordening gemeente Schiedam (art. 14 lid 7) dient tenminste eenmaal per 4 jaar een (bijgestelde) Nota Verbonden Partijen ter behandeling en ter vaststelling aan de raad aangeboden te worden. Op 19 september 2005 besloot de gemeenteraad tot het vaststellen van de Kadernota Verbonden Partijen 2005 met als kernpunten de wegingskaders voor vennootschappen, voor stichtingen en voor gemeenschappelijke regelingen. Met de vaststelling heeft de raad het kader geschetst waarbinnen het college zijn bestuur moet voeren. Belangrijke elementen voor dit bestuur zijn doelmatigheid en doeltreffendheid.
Evaluatie belangrijkste verbonden partijen Op 6 februari 2006 besloot de gemeenteraad kennis te nemen van deze evaluatie. Als belangrijkste participaties werden in het kader van deze evaluatie gezien de vennootschappen en gemeenschappelijke regelingen waarin de gemeente deelneemt. De stichtingen waarin wordt geparticipeerd hebben alle een beperkt belang en zullen op een later moment geëvalueerd worden. Op basis van de ingevulde wegingskaders werden de volgende conclusies getrokken. Deelname is bij de vennootschappen in geen enkel geval en bij de gemeenschappelijke regelingen slechts in een tweetal gevallen wettelijk opgedragen namelijk de RHRR (thans Veiligheidsregio) en de Stadsregio. De aandelen van de vennootschappen zouden verkocht kunnen worden als geconcludeerd zou worden dat deelname in het aandelenkapitaal van de vennootschap niet meer het meest effectieve instrument is om het betreffende publieke belang te behartigen c.q. dat het financiële risico niet in redelijke verhouding staat tot het te dienen belang. Bij eventuele verkoop gelden meestal statutaire of wettelijke beperkingen (o.a. blokkeringsregelingen). Voor wat betreft de gemeenschappelijke regelingen is er dus slechts in een tweetal gevallen een wettelijke verplichting. De overige regelingen zijn in meerdere of mindere mate op basis van vrijwilligheid tot stand gekomen en zouden in principe ook weer beëindigd kunnen worden. Hieraan zijn dan wel financiële consequenties verbonden als gevolg van uittreedregelingen. Hoeveel dat is hangt ondermeer af van de betreffende regeling. Ook komt daar dan bij dat indien het om een wettelijke taak van de gemeente gaat, dat de gemeente dit (weer) zelf zal moeten doen en hiervoor kosten zal moeten maken. Vooralsnog is in alle gevallen geconcludeerd dat deelname aan de betreffende gemeenschappelijke regeling nog steeds het meest effectieve instrument is.
Visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van doelstellingen De bestaande participaties van de gemeente zijn van publiekrechtelijke en van privaatrechtelijke aard. Deze participaties zijn de afgelopen decennia aangegaan. In verschillende beleidssectoren van de gemeente, met verschillende motieven, komend vanuit verschillende uitgangsposities, werd de afweging voor het aangaan van een bestuurlijke participatie gemaakt en werd gekozen voor de ene of de andere constructie. Voor nieuwe en bestaande participaties gelden dus thans de wegingskaders zoals vermeld in de kadernota.
107
Beleidsvoornemens 2008 De evaluatie van 6 februari 2006 betrof de belangrijkste participaties van de gemeente namelijk die in vennootschappen en gemeenschappelijke regelingen. Andere participaties (w.o. stichtingen) worden in 2008 geëvalueerd. Daarnaast is een actueel onderwerp voor gemeenschappelijke regelingen de vergroting van de democratische legitimatie. Hierna wordt een overzicht gegeven van de partijen waarmee de gemeente Schiedam een verbintenis is aangegaan die vallen onder de paragraaf Verbonden Partijen. Er dient onderscheid gemaakt te worden in deelnemingen, gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen. In de laatste kolom van onderstaande tabellen is van
iedere verbonden partij in de vorm van de door de Rekenkamercommissie Schiedam-Vlaardingen (RKC) gehanteerde ‘stoplichtenmethode’ aangegeven wat volgens de Rekenkamercommissie het huidige risico is voor de gemeente zoals vermeld in het rapport ‘Stoppen of doorgaan’ van 17-1-2007. Risico heeft in dit verband betrekking op financiële, bestuurlijke en informatieverstrekkende risico’s voor de gemeente. Hierbij staat ‘groen’ voor weinig of geen risico, ‘oranje’ voor enig risico en rood voor risicovol. Voor een aantal verbonden partijen heeft de commissie geen oordeel afgegeven omdat participatie hierin pas recent is besloten of om andere redenen.
Deelnemingen
1
Naam/datum en nummer oorspronkelijk besluit tot deelname
Vestigingsplaats
Percentageaandelenkapitaal
Nominaal bedrag deelname
Netto resultaat deelneming over het boekjaar 2006
Eigen Aktiviteiten vermogen deelneming deelneming per 31-12-2006
Risicoanalyse volgens stoplichtenmethode RKC1
N.V. ENECO 6-12-2003 VR 1993-253
Rotterdam
1,03%
€ 5.137.300
€ 310.737.000
B.V. Gemeenschappelijk Bezit Evides 25-10-1993 VR 1993-207
Rotterdam
3,88%
€ 3.589
€ 59.658.102
€ 221.927.911 Deelname in N.V. Evides; drinkwaterproduktie- en distributie
Groen
N.V. ONS Houdstermaatschappij 28-1-1991 VR 1991-35
Schiedam
100%
€ 19.262.425
Nog niet bekend
Nog niet bekend Openbare werken en dienstverlening. Via de houdstermaatschappij wordt naast enkele 100%-deelnames (o.a. IBOR en Beukenhof) voor 50% deelgenomen in N.V. IRADO.
Oranje
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
Den Haag
0,59%
€ 815.880
€ 194.000.000
Vernieuwde Stad Verwerving B.V. 29-6-1995 VR 1995-105
Schiedam
100%
€ 113.627 (+ € 90.756)
Nog niet bekend
€ 2.738.246.000 Energiedistributie c.a.
€ 2.571.000.000 Bankaktiviteiten
Nog niet bekend Projectontwikkeling vastgoed. Via deze BV wordt voor 100% deelgenomen in Vernieuwde Stad Schiedam B.V.
Hierbij staat ‘groen’ voor weinig of geen risico, ‘oranje’ voor enig risico en ‘rood’ voor risicovol.
Programmabegroting 2008
Groen
Groen
Groen
108
Naam/datum en nummer oorspronkelijk besluit tot deelname
Vestigingsplaats
Percentageaandelenkapitaal
Nominaal bedrag deelname
Netto resultaat deelneming over het boekjaar 2006
Kommun B.V. 30-3-1998 VR 1998-48
Schiedam
100%
€ 18.151
Nog niet bekend
Nog niet bekend Wijkontwikkeling Sveaparken
Groen
Midgard Beheer B.V. 29-9-1997 VR 1997-142
Schiedam
50%
€ 9.529
Nog niet bekend
Nog niet bekend Wijkontwikkeling Sveaparken
Groen
WOG Beheer B.V. 11-2-2002 VR 2002-33
Schiedam
50%
€ 10.000
Nog niet bekend
Nog niet bekend Wijkontwikkeling Groenoord
Groen
WOG C.V. Schiedam (i.s.m. Woonplus) 11-2-2002 VR 2002-33
n.v.t.
€ 490.000
Nog niet bekend
Nog niet bekend Wijkontwikkeling Groenoord (betreft inbreng 50% van maatschappelijk kapitaal van de C.V. = risico-dragende lening)
*
B.V. Schieveste 12-12-2005 VR 2005-178
Schiedam
50%
€ 9.100
Nog niet bekend
Nog niet bekend Ontwikkeling Schieveste i.s.m. Burgfonds B.V.
*
C.V. Schieveste 12-12-2005 VR 2005-178
Schiedam
49%
€ 73.500
Nog niet bekend
Nog niet bekend Ontwikkeling Schieveste i.s.m. Burgfonds
*
Distilleerdersbuurt B.V. 7-2-2006 VR 2006-10
Schiedam
100%
€ 18.000
Nog niet bekend
Nog niet bekend Ontwikkeling Toernooiveld (v.h. slachthuisbuurt)
*
V.o.f Toernooiveld (i.s.m. Woonplus) 7-2-2006 VR 2006-10
Schiedam
n.v.t.
€ 1.000.000
Nog niet bekend
Nog niet bekend Ontwikkeling Toernooiveld (betreft inbreng van 50% van het maatschappelijk kapitaal van de v.o.f. = risicodragende lening)
*
Nominale bedragen deelnames 2008
Eneco Evides Ons BNG Vernieuwde stad Kommun Midgard WOG
Eigen Aktiviteiten vermogen deelneming deelneming per 31-12-2006
Risicoanalyse volgens stoplichtenmethode RKC1
109
Gemeenschappelijke regelingen Naam G.R./ datum en nummer oorspronkelijk besluit tot deelname
1
Vestigingsplaats Deelnemers
Aktiviteiten
Deelname in alg. bestuur
Risicoanalyse volgens stoplichtenmethode RKC1
Volwasseneneducatie Rijnmond 2007-2010 18-12-2006 VR 2006-124
Rotterdam 16 Rijnmondgemeenten en 4 gemeenten op Goeree-Overflakkee
Volwasseneneducatie
Ja
Groen
Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond DCMR 2-2-1987 VR 1987-26
Schiedam 16 Rijnmondgemeenten en Prov. Z.H.
Uitvoering Wet milieubeheer
Ja
Groen
ROGplus NWN 18-12-2006 VR 2006-123
Maassluis 3 Waterweggemeenten
Uitvoering Wet maatschappelijke ondersteuning
Ja
Groen
Openbare Gezondheidszorg Rotterdam - Rijnmond 18-12-2006 VR 2006-119
Rotterdam 10 Rijnmondgemeenten
Volksgezondheidszorg
Ja
Groen
Brandweer Waterweg 27-3-2000 VR 2000-24
Schiedam 3 Waterweggemeenten
Brandweerzorg
Ja
Groen
Veiligheidsregio Rotterdam - Rijnmond 12-12-2005 VR 2005-172
Rotterdam Diverse gemeenten regio Rijnmond
Regionale crisisbeheersing bij incidenten, Ja rampen en crises
Groen
Stadsregio Rotterdam 2006 6-2-2006 VR 2006-7
Rotterdam Diverse gemeenten regio Rijnmond
Diversen
Ja
Groen
Recreatieschap Midden Delfland 14-11-1988 VR 1988-180
Schiedam Gemeenten Delft, Midden Openluchtrecreatie Delfland, Rotterdam, Maassluis, Vlaardingen en Schiedam alsmede Prov. ZH
Ja
Groen
Koepelschap Buitenstedelijk Groen 18-12-2006 VR 2006-128
Schiedam 16 gemeenten in regio Rijnmond + Provincie ZH
Doelmatige kostenverdeling diverse regionale natuur- en recreatieschappen
Ja
Groen
Halt-Rotterdam Rijnmond 12-12-2005 VR 2005-173
Rotterdam 20 gemeenten in de regio Rijnmond
Verbetering kwaliteit van samenwerking HALT-bureaus
Ja
*
Hierbij staat ‘groen’ voor weinig of geen risico, ‘oranje’ voor enig risico en ‘rood’ voor risicovol.
Programmabegroting 2008
110
Overigen Hierbij kan gedacht worden aan verenigingen en stichtingen waarin de gemeente een zetel in het bestuur heeft én financiële risico’s loopt. Na de evaluatie in 2006 van deelnemingen en gemeenschappelijke regelingen, worden in 2008 de overige verbonden partijen geëvalueerd. Vooralsnog zijn de volgende organisaties geselecteerd die (grotendeels) aan deze criteria voldoen en waarbij er voor de gemeente financiële en maatschappelijke belangen van enige omvang zijn.
Naam/datum en nummer oorspronkelijk besluit tot oprichting of deelname
Vestigingsplaats Deelnemers
Aktiviteiten
Deelname in alg. bestuur
Subsidiebedrag van de gemeente in 2006
Risicoanalyse volgens stoplichtenmethode RKC1
Stichting PRIMO Schiedam 12-12-2005 VR 2005-174+175
Schiedam Gemeente Schiedam
Verzorgen openbaar primair onderwijs in Schiedam
Nee, gemeente benoemt wel de (externe) bestuursleden
€ 0,00
*
Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Schiedam 12-12-2005 VR 2005-174+175
Schiedam Gemeente Schiedam
Verzorgen openbaar voortgezet onderwijs in Schiedam
Nee, gemeente benoemt wel de (externe) bestuursleden
€ 0,00
*
Stichting Bibliotheek Waterweg 12-12-2005 VR 2005-180
Schiedam Gemeente Schiedam
Bibliotheek
Nee, gemeente benoemt leden in Raad van toezicht
€ 0,00
*
Stichting Bibliotheek Waterweg-Schiedam 12-12-2005 VR 2005-180
Schiedam Gemeente Schiedam
Bibliotheek
Nee, gemeente benoemt leden in Raad van toezicht
€ 3,2 milj.
*
Nee
€ 0,4 milj.
*
Ja
€ 0,9 milj.
*
Stichting Muzikale Vorming NWN
Vlaardingen Gemeenten Schiedam, Muziekonderwijs Vlaardingen en Maassluis
Sportfondsen Schiedam B.V.
Schiedam Sportfondsen Nederland Exploitatie zwembad N.V. is houder van alle Groenoord (huur aandelen van gemeente)
Stichting Schiedamse Theaters
Schiedam –
Exploitatie theaters
Nee
€ 1,1 milj.
*
Stichting De Schiedamse Molens
Schiedam –
Exploitatie molens
Nee
€ 0,3 milj.
*
Stichting Nat. Gedest. Museum De Gekroonde Brandersketel
Schiedam –
Exploitatie jenever-museum
Nee
€ 0,3 mil.
*
Toerisme
Nee
€ 0,2 milj.
*
Ouderenwerk
Nee
€ 0,8 milj.
*
Regio-VVV Nieuwe Waterweg/Westland
Stichting Ouderenwerk NWN
Vlaardingen Gemeenten Schiedam, Vlaardingen, Maassluis en Westland Schiedam Gemeenten Schiedam en Vlaardingen en Stichting Woonplus
111
Naam/datum en nummer oorspronkelijk besluit tot oprichting of deelname
Vestigingsplaats Deelnemers
Aktiviteiten
Deelname in alg. bestuur
Subsidiebedrag van de gemeente in 2006
Risicoanalyse volgens stoplichtenmethode RKC1
Stichting Maatschappelijke Dienstverlening NWN
Schiedam Gemeenten Schiedam, Vlaardingen en Maassluis
Algemeen maatschappelijk werk
Nee
€ 0,6 milj.
*
Stichting Welzijn Schiedam
Schiedam –
Club- en buurthuiswerk
Nee
€ 2,2 milj.
*
Stichting thuiszorg NWN
Schiedam Gemeenten Schiedam, Vlaardingen en Maassluis
Jeugdgezondheidszorg 0 tot 4 jaar
Nee
€ 0,9 milj.
*
* Geen oordeel Rekenkamercommissie. 1
Hierbij staat ‘groen’ voor weinig of geen risico, ‘oranje’ voor enig risico en ‘rood’ voor risicovol.
Programmabegroting 2008
112
Weerstandsvermogen Inleiding Artikel 9 van het besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten bepaalt dat in de begroting beleidslijnen worden vastgelegd met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten. Daartoe is een aantal paragrafen verplicht, waaronder de paragraaf weerstandsvermogen. Onder weerstandsvermogen wordt verstaan de mate waarin de gemeente in staat is financiële tegenvallers op te vangen zonder dat het beleid veranderd moet worden.
4. De ratio weerstandsvermogen wordt vastgesteld op 1,4. De betekenis hiervan is, dat voor iedere € 1 miljoen risico’s een weerstandsvermogen van € 1,4 miljoen wordt aangehouden. De hoogte van de ratio weerstandsvermogen is afhankelijk van de kwaliteit van de risico inventarisatie en -beheersing. Naarmate de kwaliteit toeneemt, kan de ratio worden verlaagd. In deze paragraaf weerstandsvermogen zijn bovenstaande uitgangspunten toegepast.
Overzicht risico's 2008
Gemeentelijk beleid Het beleid inzake het weerstandsvermogen is er op gericht inzicht te verkrijgen in: • de omvang van de risico’s welke de gemeente loopt; • de omvang van het weerstandsvermogen: middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten en tegenvallers te dekken. Uit confrontatie van deze gegevens zal blijken of het aanwezige weerstandsvermogen voldoende is en zo niet of er maatregelen ter versterking moeten worden getroffen. Artikel 18 van de Financiële Verordening regelt dat het college het beleid met betrekking tot het weerstandsvermogen voorbereidt en dit ter vaststelling voorlegt aan uw raad. Op 21 juni 2007 heeft uw raad de Kadernota weerstandsvermogen vastgesteld. Het betreft in hoofdzaak de volgende vier punten: 1. Voor ieder geïnventariseerd risico wordt de kans bepaald dat het risico zicht voordoet. De kans wordt vastgesteld op minimaal 10% en maximaal 90%. Daarbij dient alle relevante kennis en de omstandigheden een rol te spelen. Voor borgstellingen is het mogelijk de kans dat een risico optreedt vast te stellen op 1%. 2. Indien de kans dat een risico optreedt lager is dan 10% wordt het risico niet meegenomen, met uitzondering van borgstellingen. Indien de kans dat een risico optreedt hoger is dan 90% is er geen sprake meer van een risico en dient een voorziening te worden gevormd. 3. De volgende groepen risico’s worden onderscheiden: Kleiner dan € 100.000,--. Deze risico’s worden in de Programmabegroting en de Programmarekening onder één post “diversen” opgenomen. Groter dan € 100.000,--. Deze risico’s worden in de Programmabegroting en de Programmarekening zoveel mogelijk individueel vermeld.
grondbedrijf borgstellingen kunstgrasvelden woningbouwconvenant vinex convenant exploitatie Schieveste Vlietlandziekenhuis Westmolenstraat ophogen Svealund lagere algemene uitkering diversen
Risico’s Op basis van een in februari 2007 verrichte inventarisatie alsmede een actualisatie van bestaande risico’s en toevoeging van nieuwe risico’s in het kader van de 1e Bestuursrapportage 2007 zijn in de programmabegroting 2008 de volgende risico’s opgenomen:
113
Risico’s
Bedragen x € 1.000 Programmarekening 2006 Programmabgroting 2008 De bedragen zijn gewogen De bedragen zijn gewogen met het de kans dat het met het de kans dat het risico zich voordoet risico zich voordoet
Grondbedrijf exploitatie ’s-Graveland Noord Diverse categorieën van borgstellingen Verschuldigde integratieheffing over de aanleg van kunstgrasvelden Niet behalen woningbouwconvenant 2005-2010 Niet behalen VINEX woningbouwconvenant 1995-2000 Enkele grondexploitatie projecten zullen mogelijk verliesgevend worden afgesloten: exploitatie Schieveste afrekening grondtransactie Vlietlandziekenhuis exploitatie Westmolenstraat Extra kosten ophogen Svealund Daling van het aantal bijstandsgerechtigden leidt tot een lagere algemene uitkering. Het risico bestaat dat de personeelsformatie van de afdeling Werk niet evenredig kan afnemen.
Het totaal van bovenstaande risico’s bedraagt bij het samenstellen van de programmabegroting 2008 € 15,6 miljoen. Alle bovengenoemde risico’s hebben een incidenteel karakter, met uitzondering van het risico “daling van het aantal bijstandsgerechtigden”. Het is van groot belang dat risico’s tijdig worden onderkend en zo mogelijk worden afgewend. Om de sturing op risico’s te versterken wordt in het kader van “Samen Schiedam” de functie van cluster controller geïntroduceerd. Een van de hoofdtaken van deze functionaris is het systematisch sturen op risico’s onder de aandacht te brengen bij het clustermanagement.
Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen kan bestaan uit meerdere componenten: • Statisch weerstandsvermogen: vermogensbestanddelen welke vrij aanwendbaar zijn om incidentele tegenvallers op te vangen. Bijvoorbeeld de algemene reserve, bestemmingsreserves welke zich er voor lenen te worden herbestemd en eventuele stille reserves.Van stille reserves kan sprake zijn wanneer activa kunnen worden verkocht tegen een opbrengst die hoger is dan de boekwaarde. De stille reserves maken slechts deel uit van het weerstandsvermogen als de betrokken activa op korte termijn verkoopbaar zijn en de verkoop de taakuitoefening van de gemeente niet aantast.
2.520 3.014 100 990 4.050
2.520 3.014 100 1.260 4.050
1.000 1.980 630 270
1.000 1.980 630 270
635
635
• Dynamisch weerstandsvermogen: ruimte in de programmabegroting, en de onbenutte belastingcapaciteit. In het Bestuursakkoord overeengekomen tussen het Rijk en de gemeenten op 4 juni 2007 is opgenomen dat de limitering van de onroerend zaak belasting vervalt. Uit het Bestuursakkoord blijkt eveneens dat de algemene uitkering uit het gemeentefonds extra zal worden gevoed in verband met uitvoering van wijkgerichte alsmede voor projecten voor openbare orde en veiligheid. In de praktijk speelt de algemene reserve een belangrijke rol bij het bepalen van het weerstandsvermogen. Na het opmaken van de jaarrekening 2006 bedraagt de algemene reserve per 1 januari 2007 € 30,0 miljoen inclusief de bestemming van het resultaat. Op 19 juli 2007 heeft uw raad de Voorjaarsnota 2008 vastgesteld (VR 69-2007). In de Voorjaarsnota zijn aanzienlijke bedragen voor extra inzet vanaf 2008 opgenomen. Ter dekking wordt ruim € 7,3 miljoen ten laste van de algemene reserve gebracht.
Conclusies Het weerstandsvermogen wordt in de praktijk voornamelijk gevormd door de algemene reserve. De geïnventariseerde risico’s bedragen € 15,6 miljoen. Bij een ratio weerstandsvermogen van 1,4 vergt dit een weerstandsvermogen van € 21,8 miljoen. De algemene reserve bedraagt per ultimo 2006 na de bestemming van het positieve resultaat € 30,0 miljoen. Na onttrekking van bovengenoemde 7,3 miljoen en rekeninghoudend met overige mutaties van de algemene reserve resteert voldoende weerstandsvermogen.
Programmabegroting 2008
114
III Financiële Begroting Overzicht baten en lasten met toelichting Per programma de raming van de baten en lasten en saldo met als toelichting: Overzicht van de geraamde algemene dekkingsmiddelen Specificatie van mutaties in voorzieningen per programma Specificatie van mutaties in reserves per programma Algemene uitkering uit het gemeentefonds Extra Inzet
116
Financiële begroting In dit hoofdstuk zijn de diverse financiële overzichten ondergebracht. Deze overzichten geven naast de overzichten per programma inzicht in de exploitatie en financiële positie. De begroting 2008 sluit met een voordelig saldo van € 0,3 mln. en zal in de begroting worden opgenomen als nog nader te besteden lasten.
Baten en lasten per programmaveld (bedragen x € 1.000)
Rekening 2006 Lasten Baten Saldo
Begroting na wijziging 2007 Lasten Baten Saldo
Begroting 2008 Lasten Baten Saldo
Resultaat voor bestemming Bestuur, Wijkontwikkeling en Dienstverlening Ruimtelijke Ontwikkeling Sociale Infrastructuur Stadseconomie Veiligheid Woonmilieu Financiën
12.353
2.138
- 10.215
11.360
1.371
- 9.990
14.081
1.178
- 12.903
22.136 141.578 36.707 8.258 33.630 16.671
3.514 95.364 50.805 492 36.979 103.489
- 18.622 - 46.214 14.098 - 7.767 3.349 86.818
19.094 108.323 25.152 8.408 26.022 6.184
2.565 52.128 33.446 70 19.383 102.164
- 16.529 - 56.195 8.295 - 8.339 - 6.639 95.980
18.595 122.752 46.115 9.369 27.078 8.668
2.951 67.682 47.979 140 19.057 108.859
- 15.644 - 55.070 1.864 - 9.229 - 8.021 100.191
Totaal
271.333
292.780
21.447
204.543
211.126
6.584
246.658
247.846
1.188
Mutaties reserves Bestuur, Wijkontwikkeling – en Dienstverlening Ruimtelijke Ontwikkeling 1.961 Sociale Infrastructuur 2.315 Stadseconomie 15.164 Veiligheid – Woonmilieu 1.803 Financiën 20.384
–
–
–
–
–
–
–
–
3.556 3.190 1.705 813 3.261 15.070
1.596 875 - 13.459 813 1.459 - 5.314
1.170 – 8.051 – 1.255 178
711 204 – 889 1.418 1.378
459204 - 8.051 889 163 1.200
1.543 – 1.880 – 1.255 16.667
613 81 29 829 1.375 17.560
- 930 81 - 1.851 829 120 893
Totaal
27.595
- 14.032
10.654
4.600
- 6.054
21.345
20.487
- 858
41.627
Resultaat na bestemming Bestuur, Wijkontwikkeling 12.353 en Dienstverlening Ruimtelijke Ontwikkeling 24.096 Sociale Infrastructuur 143.894 Stadseconomie 51.871 Veiligheid 8.258 Woonmilieu 35.432 Financiën 37.055
2.138
- 10.215
11.360
1.371
- 9.990
14.081
1.178
- 12.903
7.070 98.554 52.510 1.305 40.240 118.558
- 17.027 - 45.339 639 - 6.954 4.808 81.504
20.264 108.323 33.202 8.408 27.278 6.362
3.276 52.331 33.446 959 20.801 103.542
- 16.987 - 55.992 244 - 7.449 - 6.476 97.180
20.138 122.752 47.995 9.369 28.333 25.335
3.564 67.763 48.008 969 20.432 126.419
- 16.574 - 54.989 13 - 8.400 - 7.901 101.084
Totaal
320.375
7.416
215.197
215.726
529
268.002
268.333
330
312.960
117
Overzicht per programmaveld van het resultaat voor bestemming (bedragen x € 1.000) Programmaveld
Begroting na wijziging 2007 Lasten Baten Saldo
Begroting 2008 Lasten Baten Saldo
Lasten
Verschil Baten
Saldo
Bestuur, Wijkontwikkeling en Dienstverlening Ruimtelijke Ontwikkeling Sociale Infrastructuur Stadseconomie Veiligheid Woonmilieu Financiën
11.360
1.371
- 9.990
14.081
1.178
- 12.903
- 2.721
- 192
- 2.913
19.094 108.323 25.152 8.408 26.022 6.184
2.565 52.128 33.446 70 19.383 102.164
16.529 - 56.195 8.295 - 8.339 - 6.639 95.980
18.595 122.752 46.115 9.369 27.078 8.668
2.951 67.682 47.979 140 19.057 108.859
- 15.644 - 55.070 1.864 - 9.229 - 8.021 100.191
499 - 14.429 - 20.964 - 961 - 1.056 - 2.484
387 15.554 14.533 70 - 326 6.695
885 1.125 - 6.431 - 890 - 1.382 4.211
Resultaat voor bestemming
204.543
211.126
6.584
246.658
247.846
1.188
- 42.115
36.720
- 5.395
Onderstaand wordt per programma de analyse gegeven van het verschil voor bestemming tussen de begroting 2007 en begroting 2008. Het totaal verschil bedraagt € 5,4 mln. nadelig. 1. Bestuur, Wijkontwikkeling en Dienstverlening Product "Wijkontwikkeling" was in 2007 onderdeel van programma "Sociale Infrastructuur" Hogere doorberekening kostenplaatsen Extra inzet vanuit de Voorjaarsnota 2008 Er zijn geen verkiezingen gepland in 2008 Verlaging onderzoeksbudget B&W i.v.m. Samen Schiedam Diverse posten
- 2.268 - 209 - 668 122 141 - 31
Totaal
- 2.913
2. Ruimtelijke ontwikkeling Extra inzet vanuit de Voorjaarsnota 2008 Hogere doorberekening kostenplaatsen Toegestane prijsstijging 1% goederen en diensten (lasten en baten) Hogere kapitaallasten Hogere opbrengsten parkeren Vermindering incidentele verhogingen vanuit oude jaren Diverse posten
- 455 - 169 - 83 - 39 373 1.226 32
Totaal
885
Programmabegroting 2008
118
3. Sociale infrastructuur Hogere doorberekening van de kostenplaatsen Extra inzet vanuit de Voorjaarsnota 2008 Extra inzet vanuit de Voorjaarsnota 2007 Toegestane prijsstijging 1% goederen en diensten (lasten en baten) Toegestane verhoging gemeenschappelijke regelingen Hogere bijdrage Recreatieschap Toegestane hogere inkomensoverdracht bibliotheek (1%) Hogere kosten bijzondere bijstand (o.a. prijsstijging) Extra budget t.b.v. evenementen in het Beatrixpark Lagere kosten personeel van derden Exclusief incidentele post SCHAT Hogere subsidie ID banen BGS (inkomsten) Lagere kosten goederen en diensten Lagere (netto) kosten uitkeringen IOAZ/W en BBZ Dekking Samen Schiedam (GOA) Lager negatief saldo BGS Lagere lasten WMO op grond van een lagere uitkering Gemeentefonds Lagere salarislasten Lagere kapitaallasten Product "Wijkontwikkeling" is m.i.v. 2008 onderdeel van programma "Bestuur en Dienstverlening" Diverse posten Totaal
- 1.781 - 1.136 -145 - 86 - 75 - 62 - 32 - 26 - 15 7 21 38 77 90 108 188 247 726 765 2.268 - 53 1.125
4. Stadseconomie Lager resultaat verkoop grond Extra inzet vanuit de Voorjaarsnota 2008 Extra budget SMS mjb nr 54111 Opbrengst erfpacht en vrijval Overheveling budget van kostenplaats museum Toegestane prijsstijging 1% (lasten en baten) Extra inzet vanuit de Voorjaarsnota 2007 Verrekening bouwgrondexploitaties Lagere kapitaallasten Rente reserves Diverse posten
- 6.200 - 305 - 52 - 44 - 30 - 21 20 29 29 248 - 105
Totaal
- 6.431
5. Veiligheid Extra inzet vanuit de Voorjaarsnota 2008 Hogere bijdrage gemeenschappelijke regelingen Hogere doorberekening van de kostenplaats Diverse posten
- 200 - 261 - 450 21
Totaal
- 890
119
6. Woonmilieu Extra inzet vanuit de Voorjaarsnota 2008 Hogere doorberekening van de kostenplaatsen Toegestane prijsstijging 1% goederen en diensten (lasten en baten) Toegestane prijsstijging gemeenschappelijke regeling (1,71%) Hogere storting in de voorziening Rioleringswerken Lagere subsidielasten Stijging afvalstoffenheffing (0,51%) Stijging rioolrechten (1,82%) Kosten inning afvalstoffenheffing is overgeheveld naar kostenplaats Fin H&I Diverse posten
- 842 - 674 - 102 - 20 -8 34 44 89 100 -3
Totaal
- 1.382
7. Financiën Hogere doorberekening kostenplaats 1 kapitaallasten Lagere dividend BNG Onvoorzien (uitgaven 2007 inmiddels afgeraamd) Lagere rentebaten Wegvallen stelpost taakstellende bezuiniging personeel 2006 Hogere belastingopbrengsten Hogere baten invordering (aanmaningen, dwangbevelen) Lagere kosten goederen en diensten Wegvallen functie 990 (aangeraamd in 2007) Lagere kapitaallasten Lagere doorberekening kostenplaats belastingen Lagere doorberekening kostenplaatsen Hogere bespaarde rente over eigen vermogen Hogere uitkering gemeentefonds op basis van de junicirculaire Diverse posten
- 5.392 - 480 - 404 - 239 - 202 26 142 160 168 213 323 852 4.396 4.656 -8
Totaal
4.211
Overzicht resultaatbestemming (mutaties in reserves) (bedragen x € 1.000) Programmaveld
Bestuur en dienstverlening Ruimtelijke Ontwikkeling Sociale Infrastructuur Stadseconomie Veiligheid Woonmilieu Financiën Resultaatbestemming
Begroting na wijziging 2007 Lasten Baten Saldo
Begroting 2008 Lasten Baten Saldo
Lasten
Verschil Baten
Saldo
–
–
–
–
–
–
–
–
–
1.170 – 8.051 – 1.255 178
711 204 – 889 1.418 1.378
- 459 204 - 8.051 889 163 1.200
1.543 – 1.880 – 1.255 16.667
613 81 29 829 1.375 17.560
- 930 81 - 1.851 829 120 893
- 373 – 6.171 – – - 16.489
- 99 - 123 29 - 60 - 43 16.182
- 471 - 123 6.200 - 60 - 43 - 307
10.654
4.600
- 6.054
21.345
20.487
- 858
- 10.691
15.886
5.196
Programmabegroting 2008
120
Overzicht resultaat na bestemming (bedragen x € 1.000) Programmaveld
Begroting na wijziging 2007 Lasten Baten Saldo
Begroting 2008 Lasten Baten Saldo
Lasten
Verschil Baten
Saldo
Bestuur en 11.360 dienstverlening Ruimtelijke Ontwikkeling 20.264 Sociale Infrastructuur 108.323 Stadseconomie 33.202 Veiligheid 8.408 Woonmilieu 27.278 Financiën 6.362
1.371
- 9.990
14.081
1.178
- 12.903
- 2.721
- 192
- 2.913
3.276 52.331 33.446 959 20.801 103.542
- 16.987 - 55.992 244 - 7.449 - 6.476 97.180
20.138 122.752 47.995 9.369 28.333 25.335
3.564 67.763 48.008 969 20.432 126.419
- 16.574 - 54.989 13 - 8.400 - 7.901 101.084
126 - 14.429 - 14.792 - 961 - 1.056 - 18.973
288 15.431 14.561 10 - 369 22.877
414 1.002 - 231 - 950 - 1.425 3.904
Resultaat na bestemming
215.726
529
268.002
268.333
330
- 52.805
52.606
- 199
215.197
Overzicht algemene dekkingsmiddelen Omschrijving (bedragen x 1.000)
Baten Onroerend zaakbelasting: gebruikersdeel eigenarendeel Hondenbelasting Precariobelasting Algemene uitkering gemeentefonds Saldo compensabele BTW Saldo financieringsfuntie
Dividend uitkeringen: AVR BNG Bouwfonds Eneco Evides ONS
Totaal baten Lasten Onvoorziene uitgaven Saldo
Rekening 2006
Begroting 2007 na wijziging
Begroting 2008
2.202 8.518 364 141 71.558 - 561 - 11.361
2.060 8.162 337 141 81.295 - 700 - 9.227
2.059 8.184 340 143 85.952 - 700 - 8.907
70.861
82.068
87.071
– 3.714 4 1.717 958 –
– 2.080 – 800 600 –
1.600 – 800 600 –
6.393
3.480
3.000
77.254
85.548
90.071
–
596
1.000
77.254
84.952
89.071
121
Specificatie van mutaties in voorzieningen per programma (Bedragen x € 1.000) Voorziening Woonmilieu Rioleringswerken Geluidskaart en actieplan Groot onderhoud woonwagencentra Uitvoering mjp wet bodemsanering Subtotaal Sociale Infrastructuur 40% van vorderingen cliënten Bestuurl. arrang. Antill. jongeren B.O.S. project Nieuwland B.O.S. project Schiedam Zuid B.O.S. project Schiedam Oost Subtotaal Totaal
Stortingen
Onttrekkingen
Saldo
4.818 43 31 20 4.912
–
- 4.818 - 43 - 31 - 20 - 4.912
520 130 50 50 50 800
–
–
- 520 - 130 - 50 - 50 - 50 - 800
5.712
–
- 5.712
– – – –
– – – –
Specificatie van mutaties in reserves per programma (Bedragen x € 1.000) Reserve Ruimtelijke Ontwikkeling Parkeren Subtotaal Sociale Infrastructuur Afschrijvingen Wet Voorziening Gehandicapten Subtotaal Stadseconomie Grondfonds Compensatie voormalige erfpachtinkomsten Aankoop cultuur en historie Beeldende kunst Instandhouding Schiedams erfgoed Subtotaal Veiligheid Parkeren Subtotaal
Stortingen
Onttrekkingen
Saldo
1.543 1.543
613 613
930 930
–
81
- 81
–
–
–
–
81
- 81
1.500 300 46 29 5 1.880
–
1.500 300 46
– –
– –
29
–
–
29
5 1.851
829 829
- 829 - 829
Programmabegroting 2008
122
Reserve
Stortingen
Onttrekkingen
Saldo
713 – 542 1.255
729 365 281 1.375
- 16 - 365 261 - 120
Financiën Herstel openbare infrastructuur Herstructurering Nieuwland Onderhoud verkeersinstallaties Formatie uitbreiding Samen Schiedam Actualisering bestemmingsplannen Grondfonds (rentebijschrijving) Gem. onroerend goed kantoorinbouwpakket Afschrijvingen (rentebijschrijving) Milieubeheer erfpachtgronden (rentebijschrijving) Btw oude activa (rentebijschrijving) Rerserve subsidie Liduinabasiliek (rentebijschrijving) Evenementengarantiefonds (rentebijschrijving) Grondfonds Algemene reserve Afschrijvingen Subtotaal
8.000 3.500 2.600 1.401 500 398 100 60 44 31 30 3 – – – 16.667
– – – 632 – – – – – 400 – – 11.550 4.861 117 17.560
8.000 3.500 2.600 769 500 398 100 60 44 - 369 30 3 - 11.550 - 4.861 - 117 - 893
Totaal
21.345
20.487
858
Woonmilieu BWS soc. huurwoningen c.a. Subsidie Liduinabasiliek Rente BWS Subtotaal
Algemene uitkering uit het gemeentefonds (bedragen x € 1.000) De algemene uitkering voor het jaar 2007 gebaseerd op de juni circulaire 2007 bedraagt Voor 2008 zijn er de volgende mutaties: • accres 2008 • aanpassing verdeelstelsel in verband met herijking cluster openbare orde en veiligheid, actualisering uitname btw compensatiefonds en nettering specifieke uitkeringen • afloop suppletieregeling verdeelstelsel 2006 • diversen bij/af: op grond van regelingen “binnen” de algemene uitkering zoals afname van verfijningsuitkeringen, gevolgen van wijzigingen in woning- en inwoneraantallen etc. Raming algemene uitkering voor 2008 gebaseerd op de juni circulaire 2007
€
81.586
€ €
3.304 + 227 +
€ €
638 + 197 +
€
85.952
123
Extra Inzet Van de onderstaande Extra Inzet is volgens de voorjaarsnota een reserve gevormd. In tegenstelling tot de gehonoreerde Extra Inzet voorstellen zoals die genoemd zijn bij de verschillende programma’s moeten onderstaande voorstellen met een raadsbesluit afzonderlijk geactiveerd worden. (zie toelichting in het programma Financiën bladzijde 69) Omschrijving
2008
2009
2010
2011
1. Bestuur, Wijkontwikkeling en Dienstverlening Geboortekoffer Burgelijke stand
5.000
10.000
10.000
10.000
Totaal Extra Inzet
5.000
10.000
10.000
10.000
2. Ruimtelijke Ontwikkeling Areaaluitbreiding reiniging wegen etc. Areaaluitbreiding wegen Areaaluitbreiding openbare verlichting Areaaluitbreiding straatmeubilair Uitvoering kleine projecten fietsnota Buurtfietsenstallingen 2008-2011 Aanvullend krediet kleine verkeersmaatregelen Areaaluitbreiding verkeersregelinstallaties Herijking ruimtelijke ontwikkelingsvisie Schiedam Areaaluitbreiding parkeren Areaaluitbreiding water (keermuur en fontein) Fietspad Churchillweg-westzijde Regulier onderhoud secondaire en overige watergangen
20.700 17.900 6.400 5.000 30.000 30.000 25.000 36.000 60.000 26.000 1.100 6.750 150.000
20.700 17.900 6.400 5.000 30.000 30.000 25.000 36.000 60.000 26.000 1.100 10.590 150.000
20.700 17.900 6.400 5.000 30.000 30.000 25.000 36.000 0 26.000 1.100 10.410 150.000
20.700 17.900 6.400 5.000 30.000 30.000 25.000 36.000 0 26.000 1.100 10.200 150.000
Totaal Extra Inzet
414.850
418.690
358.510
358.300
3. Sociale Infrastructuur Uitbreiding brede buurtscholen (Activiteiten) Uitbreiding brede buurtscholen (Huisvesting) Campagne Educatie laaggeletterdheid Uitbreiding formatie jongerenwerk Bemoeizorg voor gezinnen met complexe problemen Budgetverhoging tolkendienst Sanering stichting Opmaat Versterking sociale wijkaanpak, leefbaarheid en veiligheid Duimdrop-Sportdropcontainer Hogenbanweg Verhoging subsidie Schiedam Overleg Bewoners Organisaties Huis-aan-huis verspreiden wijkjaarprogramma’s Dierenwelzijn Stedenbouwkundige visie Schiedam Oost Sporthal Margriet dakrenovatie (Eco. Nut)
200.000 200.000 15.000 80.000 100.000 10.000 125.000 300.000 21.000 20.000 30.000 28.000 40.000 6.600
250.000 200.000 15.000 80.000 0 10.000 125.000 300.000 21.000 20.000 30.000 23.000 0 8.400
250.000 200.000 0 80.000 0 10.000 125.000 300.000 21.000 20.000 30.000 23.000 0 8.200
300.000 200.000 0 80.000 0 10.000 125.000 300.000 21.000 20.000 30.000 23.000 0 800
1.175.600
1.082.400
1.067.200
1.109.800
Totaal Extra Inzet
Programmabegroting 2008
124
Omschrijving
2008
2009
2010
2011
4. Stadseconomie Atelier voor beeldende kunstenaars Oprichting stichting Schiedam promotie Lokaal sociaal akkoord terugdringing werkeloosheid Microkredieten voor kleine ondernemers
55.000 200.000 50.000 0
55.000 150.000 50.000 0
55.000 150.000 50.000 0
55.000 100.000 50.000 0
Totaal Extra Inzet
305.000
255.000
255.000
205.000
20.000 30.000 60.000 60.000 30.000
25.000 30.000 60.000 60.000 30.000
25.000 30.000 60.000 60.000 30.000
30.000 30.000 60.000 60.000 30.000
Totaal Extra Inzet
200.000
205.000
205.000
210.000
6. Woonmilieu Areaaluitbreiding openbaar groen Onderzoek naar de kansen huurwoningmarkt Jaarlijkse quick scan particuliere wooncomplexen Uitvoeringsbudget monumenten Particuliere woningverbetering oost, zuid, west en centrum
34.500 7.500 10.000 90.000 790.000
34.500 7.500 10.000 25.000 910.000
34.500 7.500 10.000 55.000 1.318.000
34.500 7.500 10.000 55.000 918.000
Totaal Extra Inzet
932.000
987.000
1.425.000
1.025.000
7. Financiën Culturele dag in het kader van Nederlanderschap Formatie diverse capaciteitsuitbreidingen Formatie uitbreiding Samen Schiedam, prijsverschil
25.000 473.000 164.800
0 473.000 164.800
0 473.000 164.800
0 473.000 164.800
Totaal Extra Inzet
662.800
637.800
637.800
637.800
3.695.250
3.595.890
3.958.510
3.555.900
5. Veiligheid Regiseren en ondersteunen Buurtpreventieteams Fysieke maatregelen bestrijding Jeugdoverlast Openbare orde Nieuwjaarsnacht Aanpak woninginbraken van Politiekeurmerk Veilige omgeving Ontwikkeling crisis- en rampenbestrijdingsorganisatie
Totaal Extra Inzet alle programma’s
IV Producten per programma
126
Totaal overzicht producten (bedragen x € 1.000) nr.
Productnaam
Rekening 2006 Baten
Saldo
Lasten
720 6 61 1.351 0 0 0
- 6.844 - 1.695 - 188 - 1.439 - 50 0 0
5.593 1.625 336 3.744 63 0 0
0 2 101 1.267 0 0 0
- 5.593 - 1.622 - 235 - 2.477 - 63 0 0
5.718 1.519 311 4.202 64 2.267 0
0 0 102 1.076 0 0 0
- 5.718 - 1.519 - 208 - 3.126 - 64 - 2.267 0
126 - 104 - 27 649 1 2.267 0
12.353
2.138
- 10.215
11.360
1.371
- 9.990
14.081
1.178
- 12.902
2.913
2. Ruimtelijke ontwikkeling Beheer openbare ruimte 11.784 Verkeer 1.540 Openbaar Vervoer 875 Ruimtelijke ontwikkeling 1.436 Planontwikkeling 3.487 Parkeren 772 Havens 1.189 Waterbeheer 1.053 Mutaties reserves 1.961
310 7 0 1 587 1.760 848 0 3.556
- 11.473 - 1.533 - 875 - 1.435 - 2.901 988 - 340 - 1.054 1.596
11.822 972 327 1.422 1.225 543 1.217 1.566 1.170
1 0 186 0 0 1.170 807 402 711
- 11.821 - 972 - 141 - 1.422 - 1.225 627 - 410 - 1.164 - 459
11.250 1.118 389 1.803 1.224 587 1.242 982 1.543
1 0 188 0 0 1.543 815 406 613
- 11.250 - 1.118 - 202 - 1.803 - 1.224 956 - 427 - 577 - 930
- 572 147 61 380 -1 - 329 16 - 588 471
24.096
7.070
- 17.027
20.264
3.276
- 16.987
20.137
3.564
- 16.573
- 414
7.055 4.201 944 1.816 25 1.279 4.770 5.264 1.332 1.049 4.638 8.465 2.175 51.598 41.890 420 2.199 105 2.285 69 2.315
2.843 89 0 1.792 - 77 148 1.561 81 52 99 596 3.333 1.235 41.911 39.919 0 868 2 914 0 3.190
- 4.212 - 4.113 - 944 - 24 - 102 - 1.132 - 3.210 - 5.183 - 1.281 - 950 - 4.042 - 5.131 - 940 - 9.688 - 1.971 - 420 - 1.331 - 102 - 1.370 - 69 875
7.121 4.592 2.181 27 27 1.135 5.069 3.199 1.789 1.193 4.834 14.322 1.466 42.041 14.527 428 2.282 71 1.950 71 0
2.574 36 10 0 15 113 1.615 0 69 244 387 391 0 34.088 11.566 0 865 0 155 0 204
- 4.547 - 4.556 - 2.171 - 27 - 12 - 1.022 - 3.453 - 3.199 - 1.720 - 950 - 4.447 - 13.931 - 1.466 - 7.953 - 2.961 - 428 - 1.417 - 71 - 1.794 - 71 204
5.551 4.336 1.598 25 27 1.340 5.164 3.257 1.746 1.071 4.922 14.158 2.608 41.779 32.094 557 2.300 72 0 147 0
613 36 10 0 15 152 1.632 0 3 101 216 180 1.183 33.689 28.994 0 860 0 0 0 81
- 4.938 - 4.300 - 1.588 - 25 - 12 - 1.188 - 3.532 - 3.257 - 1.743 - 970 - 4.707 - 13.978 - 1.424 - 8.091 - 3.101 - 557 - 1.440 - 72 0 - 147 81
391 - 256 - 583 -2 0 167 79 58 23 21 260 47 - 42 138 140 129 23 1 - 1.794 76 123
143.894
98.554
- 45.339
108.323
52.331
- 55.992
122.752
67.763
- 54.990
- 1.002
Lasten
1.001 1.002 1.003 1.004 1.005 1.006 1.999
1. Bestuur, Wijkontwikkeling en Dienstverlening Bestuurszaken College 7.564 Bestuurszaken Raad 1.701 Bestuurszaken toezicht 249 Burgerzaken 2.790 Rechtsbescherming 50 Wijkontwikkeling 0 Mutaties reserves 0 Totaal Bestuur, Wijkontwikkeling en Dienstverlening
2.001 2.002 2.003 2.004 2.005 2.006 2.007 2.008 2.999
Totaal Ruimtelijke Ontwikkeling
3.001 3.002 3.003 3.004 3.005 3.006 3.007 3.008 3.009 3.010 3.011 3.012 3.013 3.014 3.015 3.016 3.017 3.018 3.019 3.020 3.999
3. Sociale Infrastructuur Onderwijsbeleid Primair onderwijs Voortgezet onderwijs Volwasseneneducatie Milieu educatie Sport en recreatie Sportaccomodaties Bibliotheekwerk Gemeentearchief Culturele activiteiten Sociaal cultureel werk Maatschappelijk werk Kinderopvang Inkomensvoorziening Werkgelegenheidsbeleid Vormingswerk Volksgezondheid Wet op de lijkbezorging Wijkontwikkeling Dierenwelzijn Mutaties reserves Totaal Sociale Infrastructuur
Begroting 2007 Baten
Saldo
Begroting 2008 Lasten
Baten
Verschil 2008Saldo 2007
127
nr.
4.001 4.002 4.003 4.004 4.005 4.006 4.007 4.008 4.009 4.010 4.011 4.999
Productnaam
Saldo
Lasten
Begroting 2007 Baten
119 40 0 108 5 0 19 54 1 50.102 355 1.705
- 264 - 272 - 1.399 - 3.557 - 636 - 600 - 491 32 - 676 22.100 - 139 -13.459
332 323 1.348 2.773 779 682 525 52 892 17.185 261 8.051
110 50 0 142 0 5 21 59 8 33.052 0 0
- 222 - 273 - 1.348 - 2.632 - 779 - 677 - 505 8 - 885 15.867 - 261 - 8.051
332 312 1.333 2.926 810 744 527 55 556 38.164 357 1.880
112 0 0 155 0 5 21 60 8 47.620 0 29
- 220 - 312 - 1.333 - 2.771 - 810 - 739 - 506 5 - 549 9.456 - 357 - 1.851
-2 40 - 15 139 31 62 1 3 - 336 6.411 96 - 6.200
51.871
52.510
639
33.202
33.446
244
47.995
48.008
13
231
4.654 3.604
244 248
- 4.410 - 3.356
4.792 3.616
0 70
- 4.792 - 3.547
5.053 4.316
0 140
- 5.053 - 4.176
261 629
0
813
813
0
889
889
0
829
829
60
8.258
1.305
- 6.954
8.408
959
- 7.449
9.369
969
- 8.400
950
0 252 16.212 8.260 96 4.763 1.962 2 5.431 0
- 2.225 - 2.516 1.905 8.260 - 4.830 4.763 66 - 487 - 1.464 - 124
2.373 2.648 8.493 0 58 4.810 1.685 511 5.323 122
0 78 0 8.593 7 4.861 1.173 0 4.671 0
- 2.373 - 2.570 - 8.493 8.593 - 51 51 - 512 - 511 - 652 - 122
2.542 2.684 8.608 0 4.956 0 2.079 1.278 4.808 124
0 142 0 8.636 7 4.949 1.185 0 4.137 0
- 2.542 - 2.542 - 8.608 8.636 - 4.949 4.949 - 893 - 1.278 - 671 - 124
169 - 28 115 - 44 4.899 - 4.899 381 767 19 2
3.261
1.459
1.255
1.418
163
1.255
1.375
120
43
35.432
40.240
4.808
27.278
20.801
-6.476
28.333
20.432
- 7.901
1.425
83 1.407 2.330 0 12.850
71.558 11.502 10.242 257 9.930
71.475 10.095 7.912 257 - 2.920
0 1.976 1.686 596 1.927
81.295 11.025 7.399 113 2.331
81.295 9.050 5.713 - 482 405
0 1.493 1.473 1.000 4.702
85.952 11.046 11.077 255 530
85.952 9.553 9.604 - 745 - 4.172
- 4.657 -503 - 3.891 263 4.577
20.384
15.070
- 5.314
178
1.378
1.200
16.667
17.560
893
307
37.055
118.558
81.504
6.362
103.542
97.180
25.335
126.419
101.084
- 3.904
312.960
320.375
7.416
215.197
215.726
529
268.001
268.332
331
4. Stadseconomie Evenementen Cultuurbeoefening Kunst en cultuur Musea Toerisme Monumentenbescherming Monumenten Recreatie Economische Zaken Grondzaken Ruimtelijke ordening Mutaties reserves Totaal Stadseconomie
5. Veiligheid 5.001 Brandweer 5.002 Openbare orde en veiligheid 5.999 Mutaties reserves Totaal Veiligheid
Lasten
Rekening 2006 Baten
383 312 1.399 3.665 641 600 511 23 676 28.003 494 15.164
6. Woonmilieu Natuur- en groenbeheer 2.225 Milieu 2.768 Afval beheer 14.307 Afval heffingen 0 Riolering beheer 4.926 Riolering heffingen 0 Bouw- en woningtoezicht 1.896 Stadsvernieuwing 488 Volkshuisvesting 6.895 Volkshuisvesting 124 ISV programma 6.999 Mutaties reserves 1.803 6.001 6.002 6.003 6.004 6.005 6.006 6.007 6.008 6.009 6.010
Totaal Woonmilieu 7. Financién Algemene uitkering Belastingen Beleggingen Onvoorziene uitgaven Saldo financieringsfunctie 7.999 Mutaties reserves
7.001 7.002 7.003 7.004 7.005
Totaal Financiën Totaal Controle
7.416
Saldo
Begroting 2008 Lasten
Baten
Verschil 2008Saldo 2007
529
Programmabegroting 2008
331