Inhoudsopgave Een woord vooraf 1.
De School 1.1 1.2 1.3
2.
Richting Situering Schoolgrootte
Waar de school voor staat 2.1 2.2
3.
Het klimaat van de school Uitgangspunten
Het Onderwijs 3.1
3.2
3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.1.5
De opbouw van ons onderwijs De basis in de jongste groepen Basisvaardigheden Oriëntatie op jezelf en de wereld Kunstzinnige oriëntatie en bewegingsonderwijs De methoden
3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5 3.2.6
Zorg voor de kinderen Gegevens Vorderingen Rapportage Het Leerling Volg Systeem Weer Samen Naar School Kinderen met een handicap en Leerling Gebonden Financiëring
3.2.7 3.2.8 3.2.9 3.2.10 3.2.11 3.2.12 3.3 4.
Zorgteam Onderwijs Beuningen (ZOB) en Zorg Advies Team (ZAT) Schoolmaatschappelijk Werk Logopedie Jeugdgezondheidszorg Overgang naar het Voortgezet Onderwijs Schoolgegevens Cito De ontwikkeling van het onderwijs
De organisatie van de school 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11 4.12 4.13 4.14 4.15 4.16 4.17 4.18 4.19 4.20 4.21
De groepenverdeling Schooltijden Rookverbod Spreken met de leerkracht Spreken met de directie Aanmelden en toelaten nieuwe leerlingen Schorsen, verwijderen en uitschrijven van leerlingen Informatie aan de ouders Schoolverzuim Vakantietijden Vakantie buiten de vastgestelde periode Verlof bij familieomstandigheden Pauze en het vieren van de verjaardag Overblijven Schoolplein en fietsenstalling Gevonden voorwerpe Speelgoed en dergelijke Evenementen Hoofdluis Ouderhulp Verzekeringen
5.
Het schoolbestuur
6.
De Medezeggenschapsraad
7.
De Oudervereniging
8.
Klachtrecht
9.
Protocollen
10.
Schoollied
Een woord vooraf Beste ouders, verzorgers, Deze schoolgids is voor de eerstkomende jaren bedoeld en geldt vanaf schooljaar 2008 – 2009. Elk gezin krijgt één exemplaar. In deze gids staat veel informatie, die voor u van belang kan zijn. Bewaar hem dus goed. Staat er iets niet in of vindt u dat het anders zou moeten zijn, laat het ons dan weten. U helpt ons en wij helpen u. Waarom een schoolgids en wat biedt deze Met deze schoolgids willen wij u laten zien wat u mag en kunt verwachten van onze school. Wat onze school voor uw kind kan betekenen. We willen proberen duidelijk te maken hoe en waarom onze school zich onderscheidt van andere scholen. Welk onderwijs wij bieden en hoe wij dat onderwijs aanbieden. Kortom….. alles wat wij als school zijn. Vertaald naar een puntsgewijze opsomming ziet het er als volgt uit: • • • • • • • • • •
Hoe proberen wij de doelstellingen van de Wet op het Primair Onderwijs te realiseren. Hoe is de opzet van ons onderwijs. Welke methoden hanteren wij hierbij. Hoe is de zorg voor de leerlingen georganiseerd. Hoe meten wij de resultaten. Hoe stellen wij u hiervan op de hoogte. Hoe stellen wij ook andere belangrijke zaken aan de orde. Hoe gaan we met elkaar om. Wat verwachten wij van de kinderen en van u. En wat mag u van de leerkrachten en de directie verwachten.
Wat staat er verder nog in deze schoolgids Verder kunt u lezen hoe zaken geregeld zijn rond: • Uw aanwezigheid op contactavonden en bij rapportbesprekingen. • Uw verdere participatie ter ondersteuning van het onderwijs. • Allerlei afspraken rondom verjaardagen, ziekte, feesten enz. Wij besteden ook aandacht aan zaken, als vakantie- en verlofregeling, festiviteiten e.d. Tevens geven wij informatie over de M.R., de Oudervereniging en de Klachtenregeling.
1.
De school
1.1
Richting
Onze school is een katholieke school behorend tot Stichting Oeverwal voor Openbaar, Katholiek en Protestants-christelijk Basisonderwijs in de Gemeente Beuningen. 1.2
Situering
Onze school is sinds 1996 gesitueerd in een gebouw aan Zanddonk 2 te Beuningen. Het gebouw telt op dit moment 9 lokalen, waaronder een handvaardigheids/ technieklokaal en een voor meerdere doeleinden te gebruiken speelzaal/aula. Alle groepen zijn in dit gebouw gehuisvest.. 1.3
Schoolgrootte
Op het tijdstip van het uitbrengen van deze gids zijn er ongeveer 200 leerlingen, verdeeld over 9 groepen. Naast de directie, bestaande uit een directeur en adjunctdirecteur werken er groepsleerkrachten, een intern begeleider, een vakleerkracht handvaardigheid/
techniek en een conciërge op onze school. Een overzicht van de indeling van de groepen met de leerkrachten wordt ieder schooljaar op een aparte bijlage aan de ouders verstrekt.
2.
Waar de school voor staat
2.1
Het klimaat van de school
Veel mensen beseffen dat de sfeer waarin een kind moet opgroeien van groot belang is om een volwaardig mens te worden. De school streeft ernaar de kinderen zich thuis te laten voelen, zich geborgen te weten. Dan kan een kind zich het sterkst ontwikkelen. We willen een ongedwongen sfeer realiseren, waarin o.a. eigen ideeën van kinderen worden gestimuleerd en gewaardeerd. Als katholieke school willen we met nadruk ook de christelijke identiteit inhoud geven door veel aandacht te schenken aan omgangsvormen, normen en waarden. Natuurlijk moet er regelmaat zijn. Moeten gedragsregels gerespecteerd worden. Waar deze worden overtreden, zullen we met de kinderen over het waarom van de regel praten en hierbij zullen we ook een beroep doen op het begrijpen van de maatregelen. Onze school wil een leefgemeenschap zijn waar kinderen niet alleen iets leren, maar ook hun persoonlijkheid ontwikkelen. Zelfvertrouwen opbouwen. Zelfkennis verwerven. Verantwoordelijkheid kunnen nemen. Positief gedrag aanleren. Leren omgaan met elkaar, verdraagzaam zijn en kennis opdoen van andere culturen en opvattingen. Wij vinden ook dat kinderen op school iets moeten presteren, maar we zijn ons er sterk van bewust, dat "prestaties" voor ieder kind verschillend zijn. Een voortdurende ontwikkeling van het eigen kunnen is het doel.
2.2
Uitgangspunten
Ons onderwijs voor kinderen van 4 tot 12 jaar is zodanig ingericht, dat kinderen binnen een tijdvak van 8 leerjaren zoveel mogelijk ononderbroken de school kunnen doorlopen kinderen leren actief, onderzoekend en creatief bezig te kunnen zijn de levensbeschouwelijke waarden en normen vanuit christelijke (katholieke) zin onderdeel zijn van de dagelijkse activiteiten kinderen in een sociale, democratische en multiculturele samenleving kunnen functioneren kinderen zich zelfdenkend en zelfstandig kunnen ontplooien er een goede aansluiting met het Voortgezet Onderwijs kan worden gerealiseerd Begeleiden van kinderen bij hun ontwikkeling tot volwaardige leden van de samenleving vinden wij van groot belang. Wij zijn ons als school er echter wel van bewust dat dit niet zonder kennisverwerving tot stand kan komen. De kern van die kennisverwerving wordt gerealiseerd in: Taal/Spelling Lezen Rekenen -
je mondeling en schriftelijk kunnen uitdrukken met nadruk op begrijpen wat je leest snel en handig (reken)problemen kunnen inschatten en oplossen
Voorts is het noodzakelijk, dat je als lid van de samenleving weet wat er in de wereld om je heen gebeurt. We bekijken die wereld vanuit een historisch, geografisch en milieubewust perspectief. En tenslotte is er aandacht voor de culturele en creatieve ontplooiing van ieder kind.
3.
Het onderwijs
3.1
De opbouw van ons onderwijs
3.1.1
De basis in de jongste groepen
Kleuters leren al doende, veelal tijdens hun spel. Wij sluiten daarop aan door te zorgen dat er materiaal is waarvan en waarmee kleuters kunnen leren. We praten met de kinderen over allerlei onderwerpen, zodat ze goed leren spreken, taal leren verstaan en leren omgaan met taal. Dat is belangrijk als voorbereiding voor het latere lees- en taalonderwijs. Het onderwijs bij de kleuters wordt veelal in projectvorm aangeboden. Seizoengebonden thema’s komen daarbij regelmatig aan bod. Verder wordt er gebruik gemaakt van ondersteunende programma’s op het gebied van taal en rekenen. Kleuters, die er aan toe zijn, kunnen zich met de aanwezige materialen in de lees-schrijf-taal-hoek voorbereiden op het leesonderwijs. 3.1.2.
Basisvaardigheden ( lezen, schrijven, taal en rekenen )
In onze school beginnen de kinderen structureel met lezen, schrijven en rekenen in groep 3. Tijdens het leren lezen leren de kinderen ook het schrijven van de letters en de woorden. In de kleutergroepen is al met de voorbereiding daarvan begonnen d.m.v. allerlei motorische oefeningen. De kinderen beginnen te schrijven met potlood. Gaandeweg het jaar wordt het potlood vervangen door een vulpen, die de kinderen van school krijgen. Deze vulpen kan een schoolleven lang mee gaan. (Bij een ongelukje kan de school een nieuwe pen geven, wordt de pen "opgekauwd" of onzorgvuldig behandeld, dan moet er zelf een nieuwe pen van school worden aangeschaft.) Wij laten de kinderen bij voorkeur niet met balpen schrijven. Bij het ouder worden van het kind is er in de hogere groepen aandacht voor
de ontwikkeling van het eigen handschrift, waarbij we wel proberen het geleerde methodische handschrift zoveel mogelijk te laten toepassen en het vooral belangrijk is, dat het handschrift leesbaar blijft. De taalmethode vanaf groep 4 richt zich op verschillende aspecten van taal. Als communicatiemiddel is taal bij uitstek het leren praten met elkaar, maar ook het goed leren luisteren naar wat anderen precies zeggen en leren daar goed op te reageren. Het foutloos leren schrijven van taal is een ander aspect waar aandacht aan wordt besteed. Het rekenonderwijs legt het accent op het oplossen van praktische problemen die met getallen en rekenen te maken hebben en die kinderen in het dagelijkse leven kunnen tegenkomen. Natuurlijk leren we manieren om de handelingen uit te voeren, maar we leren de kinderen ook, dat je op verschillende manieren met rekenproblemen kunt omgaan en dat er meerdere oplossingen mogelijk zijn. We proberen zo de kinderen inzicht te geven in de getalstructuur. Ook ingewikkelder onderdelen van het rekenen als het lezen en zelf opstellen van tabellen en grafieken, de breuken, het berekenen van procenten, de oppervlakte- en inhoudsmaten komen aan de orde. 3.1.3.
Oriëntatie op jezelf en de wereld
We zorgen ervoor dat de kinderen Nederland, Europa en de Wereld leren kennen en hoe mensen er leven. De kinderen leren over de geschiedenis van ons land en van de ons omringende landen. In de groepen 1 t/m 3 worden aardrijkskunde en geschiedenis niet afzonderlijk gegeven. Daar zijn deze onderwerpen meer verweven in de dagelijkse besprekingen en voorvallen op allerlei gebied. In de andere groepen worden onderwerpen behandeld die voor kinderen interessant en begrijpelijk zijn en waarbij zaken op het gebied van aardrijkskunde vanaf groep 4 en op het gebied van geschiedenis vanaf groep 5 de aandacht krijgen.
In alle groepen wordt aandacht besteed aan verkeer en verkeersopvoeding. In groep 7 nemen de kinderen dan deelnemen aan een verkeersexamen, zowel theoretisch als praktisch, in groep 8 volgt dan nog een eventuele herkansing voor dat verkeersdiploma. Ook is er in alle groepen aandacht voor natuuronderwijs, waarbij ook specifieke techniekonderdelen aan de orde komen. Tevens maken we gebruik van het lesaanbod met de eventuele excursies van het Dijkmagazijn. Naast deze wereldoriëntatie bieden wij de kinderen een programma aan op het gebied van catechese. Daarvoor worden de leerkrachten ondersteund en begeleid door projecten van SOL (Stichting tot Ondersteuningen van Levensbeschouwing en identiteit) Wij vinden het belangrijk, dat kinderen leren, dat omgaan met elkaar als christelijke mensen vele facetten kent, dat daar de kerk een rol bij kan spelen, maar dat vooral de opstelling van jou als mens een belangrijke plaats inneemt. In groep 4 kunnen de kinderen als zij en hun ouders dat willen, deelnemen aan de Eerste Communie. De voorbereiding en organisatie daarvan ligt in handen van een parochiële werkgroep. De school wordt hier zijdelings bij betrokken, de klasgenoten worden uitgenodigd bij de uiteindelijke Communiemis aanwezig te zijn. De kinderen van groep 8 kunnen deelnemen aan het Vormsel. Ook daarvoor is de organisatie en voorbereiding in handen van een parochiële werkgroep. De uitnodiging tot opgave voor deelname aan deze activiteiten wordt ruim van te voren aan de betreffende groepen mee naar huis gegeven. 3.1.4.
Kunstzinnige oriëntatie en bewegingsonderwijs
Hierbij gaat het om de vorming van de creatieve en lichamelijke ontplooiing. Niet alleen op het terrein van tekenen, handvaardigheid en muzikale vorming, maar ook op het gebied van taalgebruik, hetgeen wordt ondersteund door dramalessen. We hechten veel waarde aan procesvorming van deze ontplooiing, meer dan aan het product ervan.
Voor handvaardigheid/techniek is er een vakleerkracht op school, die eens per week de groepen 3 t/m 8 les geeft. Veel verschillende technieken komen daarbij aan bod. Regelmatig zullen de kinderen hun werkstuk mee naar huis nemen. Om de kleding tijdens de handvaardigheidlessen te beschermen tegen bv. verf en lijm is het belangrijk, dat alle kinderen een schort of een oud vermaakt overhemd hebben, - met hun naam erop – met bv. een makkelijke klittenbandsluiting en waarvan de lange mouwen van een boordje met elastiek zijn voorzien. Deze hemden worden in de klas bewaard en regelmatig voor een vakantie mee naar huis gegeven om te laten wassen. Er is voor noodgevallen nog een voorraad hemden op school aanwezig, maar het is prettiger dat de kinderen een eigen hemd hebben. De kinderen van de groepen 1 en 2 spelen regelmatig buiten, met o.a. als doel ”samen te leren spelen”. Tevens komt de ontwikkeling van de ruimtelijke oriëntatie en de motorische vaardigheden aan de orde, maar ook aspecten als je lekker uitleven en je energie kwijt kunnen, spelen hierbij een rol. Tegelijkertijd is het voor de groepsleerkracht een moment om een kind of kinderen te observeren. Gerichte bewegingsoefeningen krijgen de kinderen van groep 1-2 één maal per 2 weken in de gymzaal of de speelzaal van de school. Bij erg slecht weer wordt het buitenspelen van deze groep kinderen vervangen door het binnen spelen/bewegen.. De kinderen van de groepen 3 t/m 8 krijgen bewegingsonderwijs (gymnastiek) in de Lèghe Polder. Dit gebeurt door de klassenleerkracht en deels door leerkrachten van de school, die daarvoor speciaal de opleiding bewegingsonderwijs hebben gedaan en voor die lessen zijn ingeroosterd. De groepen 5 t/m 8 werken met het aanbod van De Sportieve School, waarbij ook technieken van algemene sporten als hockey, tennis, atletiek e.d. aan bod komen. De gymkleding kan bestaan uit een sportbroek en shirt. We raden aan de kinderen gymschoenen te laten dragen, die in géén geval zwarte zolen mogen hebben. Na de gymles is douchen uit hygiënisch oogpunt verplicht, dus moeten de kinderen een handdoek bij zich hebben. (Deze kleding en handdoek gelden niet voor de kinderen van groep 1 en 2.)
De leerlingen van de groepen 4 en 5 krijgen tevens zwemonderwijs in zwembad De Plons. Het zwembad en de scholen hebben zich geconformeerd aan het landelijk geadviseerde zwemprotocol. De zwemonderwijzers en - onderwijzeressen werken verder volgens een zwemplan, dat op school ter inzage ligt. De kinderen worden in de gelegenheid gesteld een of meerdere diploma's te behalen, het is echter de keus van de ouders om hun kind daaraan mee te laten doen. Twee keer per jaar organiseert het zwembad zg. kijk-dagen, waarop de ouders welkom zijn een les mee te maken en evt. iets kunnen vragen aan de zwemonderwijzer(es). Mocht u tussendoor iets willen weten over het zwemmen, dan is de eigen leerkracht het aanspreekpunt, hij of zij overlegt dan met de zwemonderwijzer(es). U kunt ook een briefje meegeven met uw telefoonnummer en de boodschap dat u tussentijds persoonlijk contact wilt, u wordt dan door iemand van het zwembad teruggebeld voor overleg. Voor de goede orde: de eigen leerkracht van de school is uiteindelijk verantwoordelijk voor het welzijn van de kinderen in het zwembad. Aan dramatische vorming wordt in de groepen geregeld aandacht besteed en is er op school een leerkracht aanwezig, die een opleiding dramatische vorming heeft gevolgd en de overige leerkrachten met adviezen en lessuggesties kan ondersteunen. Muziek wordt in enkele klassen ook door een gespecialiseerde leerkracht van de school gegeven. De leerkrachten van de overige groepen verzorgen de lessen zelf. Tekenen wordt door de eigen leerkracht gegeven. 3.1.5
De methoden
Wij werken veelal met methoden voor de verschillende leergebieden. Daarbij hoort tegenwoordig ook steeds meer een oefenprogramma op de computer. Kinderen leren daar al in de kleutergroepen mee omgaan en oefenen. En omdat het onderwijs steeds in beweging is
en het voor goed onderwijs noodzakelijk is, dat de methoden regelmatig vernieuwd worden, is een overzicht van de in gebruik zijnde methoden te vinden op de bijlage. 3.2.
Zorg voor de kinderen
3.2.1
Gegevens
Van iedere leerling wordt na aanmelding een kaart gemaakt. Hierin staan de persoonlijke gegevens en andere aantekeningen, zoals rapportgegevens, die voor de leerkrachten van belang zijn. In deze kaart worden ook de verzoeken om verlof e.d. bewaard. De kaarten worden bewaard in afgesloten kasten. Bovendien is de wet op de Bescherming Persoonsgegevens hierop van toepassing. (Zie hiervoor het hoofdstuk protocollen.) Voorts heeft iedere leerkracht in de groep een leerlingenklapper (een soort logboek), waarin o.a. de afspraken over bv. logopedie of andere bijzonderheden van de kinderen instaan. Dit logboek gaat jaarlijks mee naar de volgende groep. 3.2.2
Vorderingen
Het dagelijkse werk van de kinderen wordt door de leerkracht bekeken, meestal besproken met de leerlingen en soms voorzien van een aanwijzing of een advies, vaak vergezeld van een aanmoediging in tekst of een beloning in de vorm van een stempel of een sticker. De opdrachten worden in schriften, werkboekjes of op kopieerbladen gemaakt. Voor de rapportage aan de ouders houdt de leerkracht een aantal gegevens bij in een leerlingvorderingenoverzicht. 3.2.3
Rapportage
Voor de kinderen van de groepen 1-2 is er het observatieprogramma “Kijk” , waarin
de basisvaardigheden en de ontwikkeling van het kind stelselmatig in kaart worden gebracht. De rapportage van deze kinderen gebeurt in de eerste twee schooljaren in meerdere mondelinge gesprekken tussen de leerkracht en de ouder(s). Het eerste gesprek vindt standaard plaats na ongeveer drie maanden, nadat het kind op school begonnen is. Het ligt in de bedoeling, dat aan het eind van het tweede jaar bij de overgang naar groep drie deze rapportage ook schriftelijk aan de ouders wordt verstrekt. Deze specifieke rapportage is momenteel in ontwikkeling. Voor de kinderen vanaf groep 3 wordt er twee maal per jaar een rapport gemaakt over elke leerling. In dit rapport worden de gegevens van de leerling door de leerkracht samengevat. Die samenvatting is gebaseerd op: • de indruk die de leerkracht van de leerling heeft n.a.v. het dagelijkse werken in de klas. • de resultaten van de methode-afhankelijke toetsen. De toetsen controleren de kennis van de leerstof • De resultaten van de methode-onafhankelijke toetsen op het gebied van rekenen, spelling en lezen. Deze toetsen worden vergeleken met de indruk van de leerkracht en de methode-afhankelijke toetsen. (zie ook het Leerling Volg Systeem) • Voor alle groepen wordt het protocol dyslexie gebruikt. Via dit protocol proberen we kinderen met dyslexie tijdig op te sporen en adequaat te behandelen. In november van elk schooljaar worden alle ouders op school uitgenodigd voor een gesprek over hun kind, waarbij het accent ligt op het zich welbevinden van het kind in de groep, het contact met de medeleerlingen en de leerkracht. Uitgangspunt daarbij is, dat wanneer een kind zich goed voelt, het leren ook optimaal kan zijn. Het eerste schriftelijke rapport volgt in januari/februari, dan worden weer alle ouders op school uitgenodigd voor een gesprek. Het tweede rapport is het overgangsrapport. Indien een leerkracht het nodig vindt om tussentijds met de ouders een gesprek te hebben, dan worden ouders daarvoor uitgenodigd. Uiteraard kunnen ook ouders om een gesprek verzoeken. Om bepalen of een kind naar de volgende groep gaat of dat het moet doubleren, heeft de school een protocol opgesteld, waarin duidelijk beschreven staat welke stappen in dat traject gezet dienen te worden en hoe de communicatie met de ouders is. Dit protocol ligt ter inzage op school en is bij elke leerkracht bekend.
Het rapport zelf, de schriftelijk uitvoering daarvan, zit in een map, die bij de allereerste keer wordt meegegeven naar huis. Ouders bewaren deze map thuis. Telkens enige weken voor de volgende rapportage zal de leerkracht de kinderen verzoeken de map mee naar school te nemen. Aan het eind van de schoolloopbaan zitten alle verslagen dan verzameld in de map en heeft u als ouder een gestructureerd overzicht. 3.2.4
Het Leerling Volg Systeem
Het merendeel van de leerlingen heeft geen moeite met het volgen van het onderwijs. Er zijn echter ook altijd kinderen die het tempo niet aankunnen, die het lezen, schrijven of rekenen niet zo vlot leren. Of kinderen die veel sneller leren dan de gemiddelde leerling. Of kinderen die emotionele problemen hebben door welke oorzaak dan ook. Kortom, als er een leerling is, die ergens moeite mee heeft, dan is het de taak van de school die problemen te signaleren en zo mogelijk te verhelpen. Signalering op cognitief gebied gebeurt dagelijks bij het normale werk, regelmatig bij de methode-afhankelijke toetsen en twee maal per jaar middels de methode-onafhankelijke toetsen voor de gebieden lezen, spelling, rekenen en begrijpend lezen. De vergelijking bij deze laatste toetsen met een landelijk gemiddelde is een behoorlijke graadmeter voor het niveau van de individuele leerling. De uitslagen van deze toetsen worden vermeld in het rapport. Signalering op emotioneel gebied is vaak een zaak van signalen opvangen van het kind zelf, maar ook van de omgeving en dus ook van u als ouder. Binnen de school werken wij met het Leerling Volg Systeem, dat de leervorderingen van elke leerling zichtbaar maakt. In de regelmatig in het team te houden leerlingbesprekingen worden de toetsgegevens globaal doorgenomen en kijken we telkens of de school aan de landelijke normen blijft voldoen. Bovendien kunnen de eenvoudige dingen die bij een leerling n.a.v. de toetsing naar voren zijn gekomen besproken worden en wordt de leerkracht ondersteund en geadviseerd in de verdere begeleiding van de leerling. De afspraken over het wanneer wel of niet extra begeleiden van leerlingen zijn in de afspraken aangaande het Leerling Volg Systeem vast gelegd. Op school is een Coördinator Leerlingenzorg/Intern Begeleider (CLZ/IB)aanwezig, die de leerkracht bij grotere problemen, achterstanden of hiaten kan raadplegen om samen te kijken
wat de oorzaak zou kunnen zijn. Daarna wordt een handelingsplan voor die leerling opgesteld om het probleem te verhelpen. In deze fase zult u als ouder van deze problemen en de behandeling door de leerkracht op de hoogte worden gesteld en zo nodig wordt uw medewerking gevraagd om thuis extra te oefenen. Zijn de problemen ernstiger van aard en blijken ze met een handelingsplan niet te verhelpen, dan kan de school de hulp inroepen van een externe instantie die er speciaal is voor hulp aan scholen. Wij maken veelvuldig gebruik van onderwijsbegeleidingsdienst Marant. U dient daarvoor als ouder schriftelijk toestemming te geven. Marant zal in eerste instantie in overleg met de leerkracht en de CLZ/IB-er proberen het handelingsplan aan te scherpen of bij te stellen. Soms moet er besloten worden tot een verder en uitgebreider onderzoek of een aanmelding bij het Speciaal Basisonderwijs. Ook daarvan wordt u als ouder op de hoogte gehouden. De aanvraag van zo’n onderzoek doet de CLZ/IB-er samen met de ouder bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (P.C.L.) van de gemeente Beuningen (een van de maatregelen van Weer Samen Naar School). De conclusie van het onderzoek zelf wordt altijd met de ouders en de school samen besproken. Naar aanleiding van de uitkomst van het onderzoek wordt bepaald wat het advies kan zijn en wat de verdere behandeling van de leerling zou kunnen zijn. Dat kan, als dat haalbaar is, een uitgebreidere hulp binnen de school zijn, maar het kan ook een advies zijn het kind aan te melden bij een Basisschool voor Speciaal Onderwijs of een school voor een andere soort speciaal onderwijs. In de meeste gevallen gaan de kinderen naar S.B.A.O. school “Klavervier” in Beuningen. Wanneer een ouder het niet eens is met de beslissing van de PCL in verband met de aanvraag tot plaatsing in het S.B.A.O. of zich niet correct behandeld vindt, kan die in beroep gaan tegen de beslissing of een klacht omtrent de behandeling indienen. Het protocol klachtenregeling PCL is op school aanwezig. In eerste instantie zal de school bemiddelen tussen de ouder en de PCL, deze bemiddeling leidt vaak tot een voor beide partijen bevredigende oplossing. Alle gegevens die naar aanleiding van bovenstaande beschrijving verzameld worden, worden bewaard in een dossier van die leerling. Dit dossier is wederom niet zomaar voor iedereen toegankelijk.
3.2.5
Weer Samen Naar School
Sinds 1992 functioneert het door het Ministerie van Onderwijs ontwikkelde project Weer Samen Naar School. Doel van dit project is de leerlingen die maar enigszins - met extra hulp - binnen het basisonderwijs kunnen blijven, daar ook te houden en ze niet per definitie te verwijzen naar het Speciaal Onderwijs. Binnen de gemeente Beuningen is een Samenwerkingsverband opgericht waaraan alle scholen van de gemeente deelnemen en zich verplicht hebben tot het leveren van een aantal inspanningen om de doelstellingen van het project te kunnen verwezenlijken. Een zo’n verplichting is in bovenstaand stuk al genoemd: de P.C.L. Binnen de scholen zijn leerkrachten bezig met het (leren) geven van “Passend Onderwijs” aan de leerlingen. Kern van het Passend Onderwijs is het zoveel mogelijk toesnijden van de leerstof op de leerling, in groepen of individueel. Studie van en externe begeleiding voor leerkrachten horen daarbij. Momenteel is men in het Samenwerkingsverband aan het onderzoeken, welke richting en veranderingen het beste passen bij ons Verband. Wilt u over WSNS meer inhoudelijke informatie, dan is die op school verkrijgbaar. 3.2.6
Kinderen met een handicap en Leerlingen Gebonden Financiëring
Kinderen met een handicap, lichamelijk of verstandelijk, kunnen ook op een reguliere basisschool worden aangemeld. Ouders kunnen dan een Leerlingen Gebonden Financiëring aanvragen, het zogenaamde rugzakje. Een onafhankelijke regionale commissie (CVI Commissie van Indicatiestelling) oordeelt of de leerling in aanmerking komt voor deze rugzak. De rugzak is bedoeld voor bv. dove en slechthorende kinderen, kinderen met ernstige spraak-taalmoeilijkheden, lichamelijk en/of verstandelijk gehandicapte kinderen, langdurig zieke kinderen, kinderen met psychiatrische- of gedragsmoeilijkheden. Als ouders hun kind naar een reguliere school willen laten gaan, dan zal de school altijd in overleg met de ouders treden en bepalen of zij voor dat specifieke kind aan de zorg- en onderwijsbehoefte kunnen voldoen.
Is de rugzak toegekend en het kind toegelaten tot de school, dan worden de school en de ouders door de ambulante begeleiding van een school uit het speciaal onderwijs bijgestaan. Het accepteren van een kind met een rugzak houdt niet automatisch in, dat een volgende leerling met hetzelfde probleem ook de school kan bezoeken. Het opnemen van een kind met een specifiek probleem wordt dus keer op keer individueel bepaald. Volgen kinderen al het reguliere onderwijs, dan is het gedurende de schoolloopbaan van het kind mogelijk ook een beroep te doen op een Leerling Gebonden Financiëring. Ook dan beslist de CVI over toekenning van de rugzak. Deze aanvrage en procedure wordt altijd in nauw overleg met de school gedaan. 3.2.7
ZOB ZAT
In het Samenwerkingsverband is ook een Zorgteam Onderwijs Beuningen en een Zorg Advies Team ingericht. Hiermee wil men de algemeen zorgstructuur optimaliseren. • Het ZOB stuurt de zorg op de scholen aan door via een korte procedure en een snelle indicatiestelling handelingsgerichte adviezen te geven. Iedere week kan de intern begeleider van de school een hulpvraag voorleggen aan het ZOB. • In het ZAT worden de verschillende vormen van zorg en hulpverlening voor jeugdigen en hun ouders samengebracht. Er is afstemming tussen de diverse instanties , waardoor de geboden of de te bieden hulp geoptimaliseerd wordt. Het multidiciplinaire team biedt het kind, de ouders en de school informatie en advies, of aanvullende screening en indicatiestelling, lichte ambulante hulp en hulp bij crisissituaties. Voor beide vormen van hulp geldt, dat melding gedaan wordt in overleg en na toestemming van de ouder(s). Een evt. anonieme melding kan ook door de school gedaan worden, de adviezen zijn dan voornamelijk gericht op de leerkracht en intern begeleider. 3.2.8
Schoolmaatschappelijk Werk
Sinds enige tijd is het mogelijk om op school gebruik te maken van het spreekuur van een maatschappelijk werkster van het NIM. Een ouder kan zich voor dat spreekuur aanmelden bij
de CLZ/IB-er. In principe is er één maal per week zo’n spreekuur. Onderwerp van gesprek kunnen (kleine) problemen zijn die u ervaart met uw kind en die niet in eerste instantie te maken hebben met problemen op leergebied. 3.2.9
Logopedie
Voor de scholen in de gemeente Beuningen verzorgt de Schoollogopedische Dienst Maas en Waal de signalering van problemen op logopedisch gebied. Er wordt tijdens een screening of onderzoek gekeken naar de spraak, taal, stem, mondgedrag en gehoor van het kind. De schoollogopedist(e) is op regelmatige tijden op school aanwezig en screent alle oudste kleuters. Daarnaast doet ze nader onderzoek en voort controles uit, ook op verzoek van ouders en/of leerkrachten. Leerlingen die logopedische begeleiding nodig hebben worden verwezen naar een logopedische praktijk. Heeft u twijfelt over de spraakontwikkeling van uw kind, dan kunt u altijd via de groepsleerkracht een controle of onderzoek aanvragen bij de schoollogopedist(e). In de jaarlijkse bijlage van de schoolgids is het volledige adres van de Logopedische Dienst vermeld. 3.2.10
Jeugdgezondheidszorg
De eerste vier jaren van uw kind gaat u regelmatig met hem of haar naar het consultatiebureau voor de noodzakelijke gezondheidszorg, de inentingen enz. Vanaf het vierde tot het negentiende jaar valt uw kind onder de Jeugdgezondheidszorg en kunt u met al uw vragen en problemen op dat gebied terecht bij die afdeling van de G.G.D. Enkele taken van de G.G.D. zijn o.a. het signaleren van gezondheidsproblemen van jeugdigen, het geven van advies en indien nodig het geven van een verwijzing. Om die taken te kunnen uitvoeren worden standaard alle 5-jarige kinderen en de kinderen van groep 7 (en later in het voortgezet onderwijs ook nog eens) onderzocht. Tussentijds kunnen kinderen onderzocht worden op verzoek van ouders en/of school. Andere taken van de G.G.D. zijn o.a. ook het geven van gezondheidsvoorlichting aan leerlingen en hun ouders en het adviseren van gemeenten over hun jeugdbeleid.
Voor elke school is een gezondheidsteam, bestaande uit een schoolarts, een doktersassistente en een sociaal-verpleegkundige, geformeerd. Het contactadres hiervoor vindt u in de bijlage. 3.2.11
Overgang naar het Voortgezet Onderwijs
Aan het eind van de basisschool moet er in groep 8 een keuze gemaakt worden door de ouders en hun kind naar welk type voortgezet onderwijs de leerling gaat. Die keuze wordt ondersteund door het advies van de basisschool. Dat advies wordt in de eerste plaats gevormd door de indruk die de leerkracht van groep 8 heeft van de leerling en door de indrukken die de leerkrachten in de voorgaande jaren over de leerling hebben opgedaan. Alle gegevens van de methode-onafhankelijk toetsen in voorgaande jaren worden hierin meegewogen. Bovendien maken we gebruik van een tweetal specifieke toetsen, die gegevens geven, die meer gericht zijn op dat advies. Een eerste toetsing vindt plaats aan het eind van groep 7: de Entree-toets van Cito. In de resultaten daarvan is af te lezen hoe de kinderen er individueel voor staan op het gebied van rekenen, taal en algemene ontwikkeling. De uitslag van deze toets met een toelichting krijgen de kinderen ook mee naar huis. In groep 8 wordt met behulp van al die gegevens een advies voor het Voortgezet Onderwijs gevormd. Rond februari volgt dan nog de Eind-toets van Cito. De definitieve uitslag van deze toets met een toelichting krijgen de kinderen ook mee naar huis. Veelal zal deze uitslag het advies aan de ouders en de leerling bevestigen. In januari is er de zg. scholenmarkt op een van de scholen voor Voortgezet Onderwijs. Op deze avond is er voor elke ouder gelegenheid om informatie te krijgen over de verschillende scholen en schooltypes. Aansluitend vinden daarna nog de zg. Open Dagen plaats op alle scholen voor voortgezet onderwijs in de omgeving. U als ouder maakt samen met uw kind de uiteindelijke keuze en doet zelf de aanmelding bij de school voor voortgezet onderwijs. Deze school zal daarna dan weer contact opnemen met de basisschool om een aantal gegevens te krijgen (o.a. de toets gegevens), men gebruikt daarvoor een standaard formulier. Bij de meeste scholen is het dan ook nog gebruikelijk, dat
er een persoonlijk gesprek plaats vindt met de leerkracht van groep 8 over de leerlingen die op die school voor voortgezet onderwijs zijn aangemeld. Belangrijk: de basisschool geeft een advies, de school voor voortgezet onderwijs bepaalt zelf of het de leerling wel of niet aanneemt. 3.2.12
Schoolgegevens CITO
Zoals al eerder beschreven worden de resultaten van de methode-onafhankelijk toetsen op het gebied van lezen, spelling en rekenen vermeld in de rapporten van de leerlingen. De resultaten van de Cito Entree toets groep 7 krijgen de betreffende leerlingen mee naar huis. Dit geldt ook voor de resultaten van de Cito Eindtoets groep 8. De gegevens hiervan worden vergeleken met een landelijk gemiddelde, dat door Cito ook verstrekt wordt. Zo kunnen we zien welke plaats onze school inneemt ten opzichte van de andere scholen. Tegelijk is er een uitsplitsing gemaakt op de verschillende onderdelen, zodat we als school ook kunnen zien op welke gebied ons onderwijs nog verbeterd kan worden. Deze gegevens nemen we mee om keuzes te kunnen maken in de ontwikkeling en beweging van ons onderwijs. De resultaten van de Cito Entree toets groep 7 en de Cito Eindtoets groep 8 en de vergelijking met de landelijke gegevens liggen op school ter inzage. Ouders die daarin geïnteresseerd zijn, kunnen voor het bekijken en een uitleg daarvan terecht bij de directie.
3.3
De ontwikkeling van het onderwijs
De samenleving en ook het onderwijs veranderen in hoog tempo. Wij willen die veranderingen op de voet blijven volgen en maken daarom jaarlijks en een planmatige opzet van de vernieuwing van de methodes en de veranderingsonderwerpen, die aan bod moeten komen. Een uitgebreide beschrijving hiervan is te lezen in het schoolplan, dat ter inzage op school ligt. De volgende opsomming betreft slechts de belangrijkste punten uit dit schoolplan. - oriëntatie op Passend Onderwijs en het invoeren van veranderingen daarvoor - ontwikkelen van schriftelijke rapportage voor groep 2 kinderen als startpunt in de totale rapportage aan ouders - integreren gebruik digitale schoolborden - ontwikkelen techniekonderwijs - ontwikkelen cultuuronderwijs Per schooljaar staat in ieder geval het volgende in de planning: 2008 – 2009 - invoeren nieuwe methode aanvankelijk lezen 2009 – 2010 - invoeren nieuwe methode taal/spelling 2010 – 2011 - invoeren nieuwe methode rekenen
4.
De organisatie van de school
4.1
De groepenverdeling
De leerlingen zijn ingedeeld in jaargroepen, waarin kinderen zitten, die ongeveer dezelfde leeftijd hebben. Voor de jongste groepen geldt, dat daar twee jaargroepen bij elkaar geplaatst zijn, dus groep 1 en 2 kinderen samen in één groep. Daarna is er een jaarklassenindeling van groep 3 tot en met groep 8. We proberen het vormen van combinatie groepen te vermijden, maar door groei of vermindering van het aantal leerlingen en de beschikbare formatie is het soms noodzakelijk toch een combinatiegroep te maken. De groepsgrootte varieert van 20 tot 30 leerlingen. In alle groepen werken verdeeld op vaste dagen van de week twee leerkrachten. Veel leerkrachten werken in deeltijd, andere leerkrachten hebben recht op ADV-dagen. In onze organisatie proberen wij ervoor te zorgen dat er in een groep niet meer dan 2 verschillende leerkrachten werken. De vertrouwensband die kinderen opbouwen met hun leerkracht proberen we hiermee zoveel mogelijk te waarborgen. De groepsbezetting door de leerkrachten varieert ieder schooljaar en wordt op de bijlage vermeld. Vrijwel ieder jaar zijn er ook een aantal stagiaires van de Pabo (Pedagogische academie basisonderwijs opleiding) binnen de school. Diverse groepen zullen daar dan mee te maken hebben. De laatste jaren zijn er ook zg. LIO-studenten, vierdejaars studenten, die hun opleiding bijna hebben afgerond en veel lestaken van de groepsleerkracht overnemen. De groepen die te maken krijgen met een student worden daar via de nieuwsbrief over ingelicht. Als een leerkracht ziek is proberen we de vervanging in eerste instantie zo te regelen, dat er een voor de kinderen bekende leerkracht komt. Bovendien streven we ernaar dat bij meerdere keren afwezigheid van de eigen leerkracht de invaller dezelfde blijft. Is dat onmogelijk (en helaas komt dat de laatste tijd steeds vaker voor), dan wijken we uit naar andere invallers.
Als de situatie zich voordoet, dat er geen invaller is te krijgen, zullen we moeten overgaan op een interne oplossing, waarbij ambulante leerkrachten en/of directie zullen worden ingeschakeld. In het uiterste geval zullen kinderen van twee groepen bij elkaar gezet worden of uiteindelijk naar huis gestuurd moeten worden. Mocht dat laatste het geval zijn, dan weet u dat in ieder geval één dag van tevoren. In voorgaande jaren is dit gelukkig nog niet voorgekomen. De exacte regeling is beschreven in een protocol, dat op school ter inzage is. Overigens is er sinds schooljaar 2004-2005 met de Pabo een convenant gesloten, waarbij bepaald is, dat in geval van het niet beschikbaar hebben van een invaller, één van de aanwezige studenten mag invallen. Als tegenprestatie hebben de basisscholen zich verplicht een ruime hoeveelheid stageplaatsen beschikbaar te stellen. 4.2
Schooltijden
Onderbouw ( groepen 1 t/m 4 ): ’s morgens van 08.30 u. - 12.00 u. pauze van 10.15 u. - 10.30 u. ’s middags van 13.15 u.- 15.15 u. woensdagmiddag: geen school. Bovenbouw ( groepen 5 t/m 8 ): ’s morgens van 08.30 u.- 12.00 u. pauze van 10.15 u. - 10.30 u. ’s middags van 13.15 u.- 15.15 u. woensdagmorgen tot 12.15 u. woensdagmiddag: geen school. Iedere vrijdag zijn de kleuters van de groepen 1 en 2 vrij van school. De kinderen van groep 3 zijn enkele vrijdagen nog vrij van school, deze dagen worden ieder jaar apart vermeld op de kalender van dat schooljaar.
4.3
Rookverbod
Sinds 1 januari 2004 is het verboden in schoolgebouwen te roken. Dit is dus ook in onze gebouwen zo. Dat betekent, dat ook bij ouderavonden en andere activiteiten er door niemand in het gebouw mag worden gerookt. 4.4
Spreken met de leerkracht
Omdat de groepsleerkrachten hun activiteiten met de kinderen niet graag onderbroken zien, zijn ze voor ouders en instanties ná schooltijd bereikbaar. Onder schooltijd wordt de telefoon meestal aangenomen door de directie of door de conciërge, boodschappen kunnen dan altijd doorgegeven worden. Overigens stellen wij het bijzonder op prijs als u belangstelling toont m.b.t. hetgeen uw kind meemaakt op school. Schroom dus niet om ook eens een keer gewoon binnen te komen. ’s Middags na school kan dat altijd. 4.5
Spreken met de directie
In principe is één van de directieleden dagelijks bereikbaar. Voor korte mededelingen of vragen kunt u altijd zo even binnenlopen. Wilt u een wat langer gesprek, dan graag van tevoren een afspraak maken. Op dagen, dat er klassenactiviteiten, vergaderingen of andere activiteiten zijn, is de directie na schooltijd bereikbaar. 4.6
Aanmelden en toelating nieuwe leerlingen
In het voorjaar worden ouders via een advertentie in de plaatselijke bladen geattendeerd op de Open Dagen, die alle scholen in de gemeente Beuningen hebben om ouders de mogelijkheid te geven verschillende scholen te bezoeken en eventueel hun kind(eren) aan te melden. Bezoeken en aanmelden kan na afspraak ook gedurende het gehele schooljaar.
Over de kinderen, die een peuterspeelzaal of dagverblijf hebben bezocht krijgt de school een overdrachtsformulier, waarin de bevindingen van de leidster(s) over het kind zijn beschreven. Met u als ouder is dit formulier, vóórdat het naar de basisschool gaat, doorgesproken. Kinderen die 3 jaar en 10 maanden oud zijn, kunnen gebruik maken van een inloopperiode van 5 hele of 10 halve dagen. Op de dag dat de kinderen 4 jaar worden, worden zij definitief toegelaten. Vanaf 1 juni van ieder schooljaar tot en met de zomervakantie zijn er geen inloopdagen meer en zijn de kinderen, die deze periode nog vier worden, aan het begin van het nieuwe schooljaar van harte welkom. Tot nu toe is het nog zo, dat de kinderen vanaf hun 5e levensjaar leerplichtig zijn en dan zijn alle in de Wet Primair Onderwijs vastgelegde regels op hen van toepassing.
4.7
Schorsen, verwijderen en uitschrijven van leerlingen
Het kan voorkomen, dat in heel ernstige gevallen van misdraging er toe overgegaan moet worden, dat een leerling wordt geschorst of misschien zelfs definitief verwijderd moet worden van de school. Dit alles echter nadat door de school samen met de ouders er alles aan gedaan is om de zaak in goede banen te leiden. Van een schorsing en/of verwijdering worden de ouders, het schoolbestuur, de leerplichtambtenaar en de inspectie tevoren op de hoogte gesteld, een en ander zal dan schriftelijk worden bevestigd. Voor verdere handelingen staat de procedure omtrent het klachtrecht verderop in deze gids opgenomen. Wanneer een leerling i.v.m. verhuizing of het gaan naar een andere school binnen de gemeente moet worden uitgeschreven, is het gebruikelijk, dat de ouders dat persoonlijk op school komen regelen. Er wordt dan een wettelijk verplicht bericht van uitschrijving gemaakt voor de gemeente en de nieuwe school. Tevens kunnen er dan afspraken gemaakt worden over het meegeven van de persoonlijke spullen van de leerling en het overdragen van het verplichte onderwijskundig rapport aan de nieuwe school.
4.8
Informatie aan de ouders
Wij willen u zo goed mogelijk op de hoogte houden van de ontwikkelingen op school en de meer alledaagse gebeurtenissen. Een middel daarvoor is deze schoolgids. Daarnaast zorgen we voor: • de jaarlijkse informatieavond en de inloopavond voor alle groepen aan het begin van het schooljaar • het twee keer per jaar geven van een rapport: in januari en juni • het houden van oudergesprekken: in november, januari en zonodig vaker • de maandelijkse nieuwsbrief met informatie over van alles en nog wat • aparte brieven over verschillende onderwerpen of over oproepen om hulp bij activiteiten • het plaatsen van allerlei berichten en verslagen van verschillende activiteiten op de website van de school Als officieel contactorgaan tussen school en ouders functioneert een Medezeggenschapsraad. Bovendien is er een actieve Oudervereniging binnen de school, die eveneens een rol speelt in de contacten tussen de ouders en de school. Daarover staat verderop in deze gids nog een het een ander te lezen. 4.9
Schoolverzuim Schoolverzuim moet zoveel mogelijk worden vermeden. Als uw kind(eren) wegens ziekte, doktersvisite, tandartsbezoek o.d. de lessen moeten verzuimen, vragen wij u ons daarvan vóór half negen ’s morgens op de hoogte te willen stellen. Mocht een kind niet voor half tien ‘s morgens zijn afgemeld, dan zal de school actief navraag doen naar de verblijfplaats van het kind. Voor u en voor ons een geruststellende gedachte te weten waar de kinderen zijn.
4.10
Vakantietijden
De vakantietijden van onze school worden in overleg met de andere scholen van de gemeente Beuningen, volgens het advies van de Commissie voor de Schoolvakanties van de regio Nijmegen vastgesteld. Een overzicht van de vakanties en vrije dagen is ook op de bijlage vermeld. 4.11
Vakantie buiten de vastgestelde periode
Slechts in zéér bijzondere gevallen is het mogelijk een vakantie te houden buiten de vastgestelde periode. U moet daarvoor altijd 6 weken voor de beoogde datum een schriftelijk verzoek indienen bij de directie met omschrijving van de reden waarom van de reguliere vakantietijd wordt afgeweken. Officiële toestemming wordt bijna nooit verleend. De aanvraag wordt schriftelijk beantwoord en deze correspondentie wordt in het archief op school bewaard. Bij de gemeente is de folder Leerplicht/Leerrecht te verkrijgen, waarin dit duidelijk wordt uitgelegd. 4.12
Verlof bij familieomstandigheden
Er zijn een aantal gelegenheden waarvoor u voor uw kind(eren) vrij kunt vragen. Over het algemeen zijn het die dagen waarvoor elke werknemer ook verlof kan opnemen. Bijvoorbeeld: het bijwonen van een huwelijk van familie, een 25 - en 40 jarig (huwelijks)jubileum, begrafenissen van familieleden enz. Ook hierbij is het nodig, dat u het verzoek voor het verlof schriftelijk indient bij de directie. En ook hierover staat in de al genoemde folder Leerplicht/Leerrecht het een en ander te lezen.
4.13
Pauze en het vieren van de verjaardag
Voor in de ochtendpauze kunnen de kinderen fruit, drinken en/of brood meebrengen naar school. Geeft u ze vooral niet te veel mee en zoveel mogelijk het drinken (géén frisdrank) in een beker. Verpakkingen als flesjes en pakjes moeten als afval weer mee terug naar huis genomen worden. Voor de kleuters geldt dat het fruit geschild meegegeven moet worden. Wij willen als school niet “het gezonde tussendoortje” opleggen, maar vragen wel met veel nadruk om iets gezonds mee te geven. Dat betekent dus géén koeken met chocolade, luxe wafels en andere (zoete) verwenproducten. Het meenemen van snoep naar school is dus ook niet toegestaan. Vanwege de beperkte ruimte op de kapstokken, mag het drinken en eten niet in een tas meegegeven worden. In de klassen of op gang is een verzamelplaats (bak of aanrecht) voor het drinken en eten. Alleen de kinderen die overblijven mogen een tas meenemen. En heel belangrijk: zorg dat overal de naam van het kind opstaat, er blijft zoveel naamloos achter op school. Als een kind jarig is, mag hij of zij de klasgenoten trakteren op iets lekkers. We adviseren natuurlijk iets gezonds en verantwoords en zeker niet een te grote hoeveelheid. Voor het in de kleutergroep vieren van de verjaardag, in het bijzijn van de ouder(s), maken de leerkrachten een aparte afspraak met de ouder(s) van het kind. 4.14
Overblijven
Op school is het mogelijk de kinderen op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag tussen de middag te laten overblijven. Het overblijven valt onder de verantwoording van het schoolbestuur, voor de wettelijke aansprakelijkheid heeft zij een verzekering afgesloten. De school stelt een overblijfruimte beschikbaar. Er is regelmatig overleg met de overblijfgroep en de school om te overleggen en knelpunten, aanpak en afspraken te bespreken. De overblijfvoorziening is er zowel op het hoofdgebouw als op de dependance. De overblijfgroep bestaat uit een vaste groep van "overblijfmoeders". Een lunchpakketje moeten de kinderen zelf meenemen. Voor het drinken geldt ook hier dezelfde regel als voor het drinken onder de ochtendpauze: drinken in een beker (met naam) en géén frisdrank.
(Ook bij het overblijven moeten de verpakkingen als flesjes en pakjes weer mee terug naar huis genomen worden.) De kinderen kunnen ook drinken kopen bij de overblijfouders. (De kosten van het overblijven en het drinken zijn op de bijlage vermeld.) U kunt per keer of voor meerdere keren tegelijk (laten) betalen. Afspraken daarover kunt u zelf met de overblijfmoeders maken. 's Morgens melden de kinderen in de klas bij de leerkracht, dat ze die middag overblijven, het briefje met de namen erop gaat naar de overblijfmoeders. Om 12.00 uur moeten alle kinderen, voor zij gaan spelen, zich eerst melden bij de overblijfmoeders, die zo een overzicht hebben of de kinderen, die moeten overblijven er wel zijn en niet per ongeluk toch naar huis zijn gelopen of bij de poort staan te wachten. Om + kwart over twaalf wordt er gezamenlijk aan tafel gegeten en daarna samen opgeruimd. Daarna kunnen de kinderen weer gaan spelen. Van 12.00 uur tot 13.00 uur staan de kinderen onder toezicht van de overblijfouders, vanaf 13.00 uur nemen de leerkrachten die taak weer over. 4.15
Schoolplein en fietsenstalling
De kinderen kunnen iedere dag vanaf 15 minuten voor de school 's morgens en 's middags begint op het schoolplein terecht. Wij vragen u met klem de kinderen echter vooral bij slecht weer niet te vroeg naar school te laten gaan. Bovendien wordt aan het openstellen van het schoolplein vanaf 13.00 uur strikt de hand gehouden in verband met het overzicht, dat de overblijfmoeders willen houden over de overblijfkinderen. Kort na 12.00 uur zal ook de poort aan de kleuterkant dicht gemaakt worden, dit ook weer vanwege de overblijfkinderen. Omdat onze fietsenstalling slechts een beperkt aantal stallingsmogelijkheden heeft, verwachten wij dat de kinderen zoveel mogelijk te voet naar school te komen. Wilt u uw kinderen erop wijzen, dat zij de fietsen zoveel mogelijk in de rekken plaatsen. De eerste twee rekken bij de ingang zijn speciaal bedoeld voor de fietsen van de kleuters en de kinderen van groep 3. Als de dikke fietsbanden niet in de klemmen passen, kan de ruimte naast de klem gebruikt worden. De poort blijft overdag gewoon open, dus de fietsen zijn ook voor buitenstaanders bereikbaar. Wij raden aan de fietsen op slot te zetten en uiteraard de sleutel goed te bewaren. Het fietsen op het schoolterrein (inclusief in en bij de stalling) is voor iedereen verboden.
Volgens een gemeentelijke afspraak i.v.m. het voorkomen van vandalisme, is na schooltijd het schoolplein nog beperkt toegankelijk. In ieder geval moet iedereen om vijf uur van het schoolplein af zijn of het plein verlaten op het moment dat de laatste leerkracht weg gaat en de hekken sluit. 4.16
Gevonden voorwerpen
Regelmatig worden er overal in school en in de kleedruimten van de sportzaal en het zwembad kledingstukken, gymschoenen, bekers, tassen, e.d. gevonden. In bijna alle gevallen blijken deze spullen niet van een naam te zijn voorzien. Zo blijft er veel onbekends op school achter. Wij vragen u daarom met klem alles met een NAAM te merken. Toch nog achtergebleven spullen worden verzameld en bewaard tot aan de inloopavond in het begin van het nieuwe schooljaar. Is er iets kwijt,….. informeer bij onze conciërge. 4.17
Speelgoed en dergelijke
Op hun eigen verjaardag mogen de kinderen van de groepen 1-2 één stukje speelgoed mee naar school nemen. Op de overige schooldagen, behalve als de leerkracht erom vraagt, mag er geen speelgoed (ook geen mp3-spelers, walkmans ed.) mee naar school worden genomen. Dit geldt ook voor mobiele telefoons. De school is overdag bereikbaar en van school uit mag er, als het nodig is, ook altijd gebeld worden. Wil een kind toch een mobieltje meenemen, omdat er na school bv. meteen naar de sportclub gegaan wordt, dan moet de telefoon overdag bij de leerkracht of de directie in bewaring gegeven worden. Wanneer er weer een rage is over bv. (pokemon-voetbal)plaatjes die onderling geruild kunnen worden, dan mogen de leerlingen op woensdag die spullen mee naar school nemen om te ruilen.
4.18
Evenementen
Op onze school worden jaarlijks de volgende evenementen georganiseerd: Beundertshow Sinterklaasfeest Kerstviering Carnavalsfeest Paasviering Schoolsportdag Excursies Schoolreisjes Beundertdag Kampdagen voor de kinderen van groep 8 Verjaardagen van de leerkrachten Deze activiteiten worden samen door het team en de oudervereniging georganiseerd. Zie hiervoor ook de informatie over de oudervereniging. Soms vragen we per brief nog extra hulp van andere ouders. Doet u een keer mee? 4.19
Hoofdluis
Zoals u misschien wel weet kunnen kinderen regelmatig last hebben van hoofdluis. Het is een probleem, waar we als school zo goed mogelijke maatregelen voor hebben genomen, om te voorkomen, dat de besmetting op school in stand gehouden wordt. Overigens, hoofdluis kan bij iedereen voorkomen en is zeker geen kwestie van slechtehygiëne, zoals nogal eens vaak gedacht wordt. Uitgebreide informatie daarover is bij ons opschool (en bij de G.G.D.) verkrijgbaar. Naast de regelmatige controle thuis, die wij van de ouders verwachten, worden een aantal keren per jaar op school alle kinderen met een luizenkam gekamd door de kamouders. Het blijkt, dat door dit gezamenlijk kammen het probleem beter beheersbaar
is. Er komt minder luis voor en de behandeling kan gerichter plaats vinden. Ook weten wij dan of er voor een groep nog andere maatregelen genomen moeten worden, zoals b.v. het opruimen van de verkleedkleren in de kleutergroepen en het bewaren van de jas aan de kapstok in een grote plastic tas. Sinds kort zijn er ook zg. luizencapes in de handel (drogist), die ook de jas aan de kapstok goed beschermen. (De school heeft regelmatig een serie capes te koop, informatie bij de directie.) 4.20
Ouderhulp
Naast de activiteiten die de Oudervereniging samen met de school organiseert en waarvoor gebruik wordt gemaakt van ouderhulp (zie daarvoor het hoofdstuk van de Oudervereniging zelf) wordt er structureel of incidenteel extra hulp van ouders gevraagd om op school te helpen. Dit varieert van hulp bij bv. het werken met de computer in de onderbouw tot hulp bij het assisteren van arbeidsintensieve werkprogramma’s in verschillende groepen of het wegbrengen en halen van kinderen naar een excursielocatie. De groepen doen als het van toepassing is, zelf daarvoor een oproep aan de ouders. Wanneer ouders een ondersteunende taak uitvoeren voor of op school, zijn zij tegen wettelijke aansprakelijkheid en ongevallen verzekerd middels een collectieve verzekering, die het schoolbestuur daarvoor heeft afgesloten. Zie daarvoor het hoofdstuk verzekeringen. De uitvoering van de taak is altijd onder de verantwoording van de leerkracht of de school als geheel. 4.21
Verzekeringen
Door het schoolbestuur is een standaard verzekeringspakket afgesloten. In dit pakket is een schoolongevallenverzekering opgenomen. Deze verzekering is uitsluitend van kracht tijdens de schooluren en/of evenementen, georganiseerd in schoolverband en bedoeld voor: • de leerlingen gedurende de tijd dat zij onder toezicht staan van leerkrachten en/of hulpkrachten (ouders). De dekking geldt ook als de leerlingen rechtstreeks van huis naar
•
school gaan en omgekeerd en wanneer zij van huis of school gaan naar een andere plaats die dan door de schoolleiding is aangegeven (bv. tijdens een schoolreisje of tijdens het gaan naar de gymzaal). het personeel van de school, onder dezelfde condities als bovenstaand.
Onder de dekking van deze verzekering valt geen schade aan persoonlijke eigendommen (rijwielen, brillen e.d.). De verzekering dekt slechts letsel ten gevolge van een ongeval. De verzekeringsvorm heeft slechts een aanvullende werking. M.a.w. eerst de eigen W.A./Ziektekostenverzekering, daarna de schoolverzekering. Indien u meent aanspraak te kunnen maken op een uitkering van de verzekering, kunt u zich wenden tot de directie van de school. Deze zal dan zorgen voor aanmelding bij de verzekeraar.
5.
Het Schoolbestuur
Op 1 januari 2006 heeft er een fusie plaatsgevonden tussen de besturen van alle katholieke, openbare en de protestants-christelijke scholen in de gemeente Beuningen. Het schoolbestuur heeft de juridische vorm van een Stichting en heet Stichting Oeverwal, Het doel van de Stichting is: het bevorderen van kwalitatief hoogwaardig onderwijs op een christelijke mens- en maatschappijvisie in een voor het kind veilige en vriendelijke omgeving, waarin kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen. Hoe realiseert zij die doelstellingen? • Door het beheren van het schoolgebouw en zorg te dragen voor bouw/verbouw, uitbreiding en onderhoud. • Door het aanstellen van leerkrachten. • Door het verzorgen van het financieel beheer. • Door al die beslissingen te nemen welke zij nodig acht om haar voortbestaan te waarborgen, een en ander uiteraard binnen de grenzen van de wet en de statuten van de Stichting. Het dagelijkse bestuur is in handen van een Algemene Directie, welke de schakel vormt tussen bestuur en scholen met hun directies.
6.
De Medezeggenschapsraad
De Medezeggenschapsraad (MR) functioneert als overlegpartij tussen de ouders, leerkrachten, schoolleiding en schoolbestuur. De MR van de Beundert telt 8 leden: 4 ouders (oudergeleding) en 4 leerkrachten (personeelsgeleding). Het doel van de MR is om actief bij te dragen aan de kwaliteit op school in de meest brede zin van het woord, echter binnen de door de wet daartoe geschapen ruimte. Dit houdt in, dat de MR over instemmingsbevoegdheid beschikt of over adviesbevoegdheid. Hierbij moet gedacht worden aan onderwerpen als het schoolplan/gids, zorgplan, veiligheid, onderwijskundige doelstellingen, budget en nog een hele reeks andere onderwerpen. (Voor een compleet overzicht kunt u contact opnemen met de voorzitter van de M.R.) Natuurlijk gaan we ervan uit, dat adviezen en instemmingen, die van de MR gevraagd worden, ook op een positieve manier gegeven kunnen worden. Hiervoor bestaat een open dialoog met het bestuur, de leerkrachten en de schoolleiding. Mocht er toch een verschil van mening blijven bestaan dan kan er een beroep gedaan worden op een geschillencommissie. De MR komt 6 – 8 keer per jaar bijeen en de vergaderingen zijn in principe openbaar. Als u wilt komen luisteren (en meepraten) neem dan even contact op met de voorzitter van de MR om de vergaderdata te vernemen. Op de internetpagina van de Beundert zijn het mailadres en het MR reglement geplaatst. Behalve een MR voor de Beundert bestaat er binnen de Stichting Oeverwal voor Katholiek protestant en openbaar Basisonderwijs Gemeente Beuningen (waar de Beundert deel van uitmaakt) ook een overkoepelende Gemeenschappelijke MR: de GMR. De GMR heeft een eigen lijst met aandachtsgebieden waar ook weer instemming- en adviesrecht op staan. Met ingang van het schooljaar 2007 – 2008 levert de MR een bijdrage aan de nieuwsbrief om de ouders over de diverse punten te informeren. Voor overige vragen over de MR kunt u terecht bij de leden van de MR of mailen aan
[email protected]
7.
De Oudervereniging
Behalve een M.R., die zich hoofdzakelijk bezig houdt met het onderwijs en de beleidszaken, heeft onze school ook een Oudervereniging. De Oudervereniging vormt een directe schakel tussen de ouders en de school. zij onderhoudt goede contacten met de leerkrachten, de directie en de Medezeggenschapsraad en probeert de samenwerking tussen de ouders en de school door middel van het organiseren van activiteiten te bevorderen. De Oudervereniging houdt zich niet bezig met de inhoudelijke kant van het onderwijs en beslissingen van leerkrachten en directie over alle organisatorische aspecten. (Denk hierbij aan: indeling van groepen, zwem- en gymonderwijs, enz. enz.) Wel proberen we als Oudervereniging ons kritisch op te stellen ten aanzien van bepaalde beslissingen en vragen we tekst en uitleg aan de directie. We proberen daarvoor ook zoveel mogelijk te weten te komen over wat er onder de ouders leeft. Dus zijn er vragen, opmerkingen of suggesties, aarzel niet en benader de bestuursleden van de Oudervereniging. Verder proberen we als Oudervereniging, zoals reeds gemeld, de samenwerking tussen ouders en school te bevorderen door: • samen met de leerkrachten de jaarlijkse activiteiten mee te organiseren. Voor elke activiteit (sportdag, sinterklaas, kerst, carnaval, pasen, eindactiviteit) stellen we een werkgroep samen, die de organisatie van deze activiteit op zich neemt. Voor sommige activiteiten wordt dan de hulp van andere ouders ingeroepen. • jaarlijks een thema-avond te organiseren over een onderwerp dat leeft onder de ouders en leerkrachten. Zo zijn de afgelopen jaren thema’s als “Pesten”, “Waarden en Normen” en Weerbaarheid aan de orde geweest. • regelmatig een overleg met de directie te hebben om allerlei opmerkingen suggesties en vragen met elkaar te bespreken. • op de verjaardagen van de leerkrachten ervoor te zorgen, dat de klassen versierd worden en dat er geld ingezameld wordt voor een gezamenlijk cadeau van de kinderen Alle activiteiten incl. de schoolreisjes worden betaald uit uw contributiebijdrage voor de Oudervereniging. In onze jaarlijkse Algemene Ledenvergadering leggen we
verantwoording af over onze activiteiten en besteding van het geld. Bovendien wordt in deze vergadering jaarlijks de hoogte van de contributie vastgesteld. De organisatie van de Oudervereniging is als volgt: Ieder jaar proberen we een groep van circa 20 ouders te krijgen, die gezamenlijk bovenstaande activiteiten op zich neemt. Deze groep wordt verdeeld in diverse werkgroepen. Zeven keer per schooljaar is er een vergadering, waarin de zaken met elkaar besproken worden. Iedereen heeft het recht zich aan te melden en mee te doen. Alle ouders, voogden en wettelijke verzorgers worden automatisch lid van de vereniging, zodra men een kind op onze school heeft. Dit lidmaatschap eindigt wanneer het laatste kind van school gaat. De hoogte van de contributie en de namen van het dagelijks bestuur staan vermeld op de bijlage.
8.
Klachtrecht
Sinds enige jaren is iedere school verplicht maatregelen te treffen om voor leerlingen én leerkrachten een veilig schoolklimaat te scheppen. Scholen dienen een klachtenreglement te hebben voor alle mogelijke klachten, die op een school kunnen afkomen: machtsmisbruik, waaronder wordt verstaan pesten, agressie, seksuele intimidatie, discriminatie en geweld, maar ook onvrede over rapportcijfers, de schoonmaak, huiswerk maken enz. enz. Hoewel we er alles aan doen ons werk zo goed mogelijk te doen, kan het gebeuren, dat u het ergens niet mee eens bent, dat u wilt dat er iets verandert, kortom.. er is voor u reden om te klagen. Hoe gaat U dan te werk? Allereerst zult u veelal uw onvrede of klacht bespreken met de leerkracht van uw kind, de meest logische en gewenste stap, want de meeste klachten zullen zaken zijn, die met het kind in de groep en de groepsleerkracht te maken hebben. De leerkracht zal in een gesprek samen met u tot een vergelijk of oplossing zien te komen. Komt u er samen niet uit, of vindt u dat de leerkracht uw klacht niet afdoende heeft behandeld, of het is een klacht van meer algemene aard het beleid of de organisatie betreffend, dan neemt u contact op met de directie. Indien van toepassing zal deze samen met u en de leerkracht de klacht bespreken en proberen een oplossing te vinden. Ook bij een organisatie- of beleidsprobleem zal de directie samen met u naar een oplossing zoeken. Mocht u hiermee niet tevreden zijn of is de oplossing niet direct voorhanden, dan kunt u zich vervolgens wenden tot het Schoolbestuur. U dient uw klacht schriftelijk in bij de secretaris van het bestuur, het adres vindt u op de bijlage van deze gids. Het bestuur onderzoekt op haar beurt de klacht, waarbij het in het algemeen zo is, dat zij het functioneren van een individuele leerkracht niet gaan bespreken met derden, zonder dat de betreffende leerkracht daarbij aanwezig is. Iedere school heeft een of meerdere interne contactperso(o)n(en). Deze persoon zorgt voor de eerste opvang van de klachten (zowel komend van ouders, kinderen of leerkrachten),
wijst de klager evt. de weg naar de externe vertrouwenspersoon, signaleert zelf mogelijke intimidaties en geeft mede vorm aan preventiebeleid rondom deze problematiek. De namen van de contactpersonen binnen onze school zijn vermeld op de bijlage. De externe vertrouwenspersoon is iemand die op basis van zijn of haar beroep deskundig mag worden geacht op het bedoelde gebied. Het bestuur heeft zich daarvoor aangesloten bij de GGZ Nijmegen. Ook daarvan vindt u de contactgegevens op de bijlage. Wanneer u, nadat u contact hebt gehad over uw klacht met de genoemde personen en u zich niet gehoord voelt, kunt u uw klacht schriftelijk indien bij de Landelijke Geschillen commissie. De adres- contactgegevens daarvan vindt u ook op de bijlage. Deze commissie zal het bestuur informeren over de binnengekomen klacht, zal de klacht onderzoeken, zal de betrokkenen horen, zal conclusies formuleren, zal het bestuur adviseren over de eventuele te nemen maatregelen en zal advies uitbrengen op het gebied van preventie. Ook leerkrachten of de directeur, vrijwilligers en ook bestuursleden kunnen redenen hebben om te klagen. In het algemeen bewandelen zij dan dezelfde weg als hierboven omschreven. Hun externe vertrouwenspersoon is echter verbonden aan de bedrijfgeneeskundige dienst. In eerste instantie is de bedrijfsarts degene, die de eerste opvang verzorgt. Deze kan, of de leerkracht of de directeur besluit zelf daartoe, verwijzen naar de externe vertrouwenspersoon. En uiteindelijk kunnen zij ook hun klacht indienen bij voornoemde commissie.
9.
Protocollen
Scholen moeten zich, naast de artikelen die genoemd zijn in de Wet op het Basisonderwijs, houden aan nog een aantal andere wetten en voorschriften. Deze afspraken zijn vastgelegd in een aantal protocollen. Daaronder vallen ook de beleidsafspraken, die het Schoolbestuur samen met de scholen afspreekt om zaken rondom bv. sponsoring te regelen. Deze protocollen worden in overleg met de directies en teams opgesteld, voorgelegd aan de M.R. of G.M.R. en als laatste vastgesteld door het Bestuur. Er zijn momenteel protocollen voor de Wet Bescherming Persoonsgegevens, een landelijk Zwemprotocol, een protocol Sponsorbeleid, een protocol Veiligheid en protocollen voor diverse andere onderwerpen vastgesteld of in ontwikkeling. Ook schoolspecifiek zijn er protocollen vastgesteld. Al deze protocollen kunnen inhoudelijk niet in deze gids worden beschreven, maar liggen op school ter inzage.
10.
Schoollied
Als laatste presenteren wij u ons schoollied, dat al vele jaren geleden gecomponeerd en geschreven is door een leerkracht van onze school, dhr. Wout Cornelissen. Het lied wordt bij voorkomende gelegenheden, zoals feesten, sportdag e.d. gezamenlijk gezongen als herkenningspunt van onze school. De kinderen hoeven dit niet te kennen als ze naar school komen! (Ze leren het wel op school.) Maar mocht u het ook willen leren, of weten wat er nou eigenlijk gezongen wordt, dan is hier de muziek en de tekst.