Schoolgids 2014-2015
Inhoudsopgave WOORD VOORAF .................................................................................................................. 1 1.
SCHOOLGEGEVENS EN BELANGRIJKE ADRESSEN ........................................................ 2
2.
WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT ................................................................................... 4 2.1 Profiel en missie van De Regenboog ................................................................................. 4 2.2 Visie van De Regenboog ................................................................................................... 4
3.
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS...................................................................... 5 3.1 3.2 3.3 3.3
4
DE ONDERSTEUNING VAN DE KINDEREN.................................................................. 10 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
5.
Groepsindeling ................................................................................................................ 5 Schooltijden en vakantierooster ........................................................................................ 5 Overige praktische zaken ................................................................................................. 6 Groepsindeling ................................................................................................................ 9 Aanmelding en inschrijving ..............................................................................................10 Het volgen van de ontwikkeling .......................................................................................11 Mogelijkheden van extra ondersteuning ...........................................................................11 Overgang naar voortgezet onderwijs ................................................................................13 Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld .............................................................13
DE OUDERS EN DE SCHOOL ........................................................................................ 14 5.1 Contacten van ouders naar school ...................................................................................14 5.2 Informatie van school naar ouders ...................................................................................15 5.3 Activiteiten waaraan ouders deelnemen en inspraak .........................................................16
6.
VEILIGHEID IN DE SCHOOL ........................................................................................ 18 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
7.
Klachtenregeling en preventie machtsmisbruik ..................................................................18 Protocol tegen het pesten ...............................................................................................19 Gedragsprotocol leerlingen ..............................................................................................20 Time-out en Protocol schorsing en verwijdering ................................................................22 Protocol medicijngebruik .................................................................................................25
ACTIVITEITEN TER VERBETERING VAN HET ONDERWIJS ......................................... 26 7.1 Kwaliteitszorg .................................................................................................................26 7.2 Planning komend schooljaar ............................................................................................27 7.3 Scholing .........................................................................................................................27
8.
FEESTELIJKE ACTIVITEITEN ....................................................................................... 28
9.
VERZEKERING ............................................................................................................. 29
AANVRAAGFORMULIER VAKANTIE EN VERLOF ................................................................. 30
Woord vooraf Beste ouder of verzorger, Wij presenteren de schoolgids van De Regenboog. In deze gids staat wat er gebeurt in onze speciale basisschool. De gids heeft twee bedoelingen: Ten eerste is de gids een naslagwerk voor ouders van kinderen die al op onze school zitten. Zij kunnen in de gids nalezen welke regels op school gelden. Veel praktische vragen worden in de gids beantwoord. Ten tweede is de schoolgids een informatiebron voor ouders die zich aan het oriënteren zijn op een geschikte school voor hun kind. Voordat ouders hun kind aanmelden, zullen er veel vragen naar voren komen. In de schoolgids proberen we, naast de informatie die op de website te vinden is, antwoord te geven op die vragen. Een vrijblijvend kennismakingsbezoek met rondleiding door de school is daarnaast aan te bevelen om een goed beeld van De Regenboog te krijgen. Niet alles over de school staat in de schoolgids. Veel meer informatie kunt u vinden in het schoolplan, dat te vinden is op onze website. Voor de periode 2013-2017 is een nieuw schoolplan opgesteld, met de actuele visie en meerjarenplanning. Mocht u vragen blijven houden, loop dan gerust de school binnen, zodat we met elkaar in gesprek kunnen gaan. Namens het team, Marlies van der Ploeg Schoolleider
1
1. Schoolgegevens en belangrijke adressen School Naam school Adres Telefoon E-mail Website Brin nummer Schoolleider Bestuur Naam Postadres Telefoon Website Bovenschools dir.
: SBO “De Regenboog” : Von Suppéstraat 3 5151 KR Drunen : 0416-560203 :
[email protected] : www.regenboog-sbo.nl : 02 GK : Marlies van der Ploeg : Stichting Scala : Kerkstraat 35 5154 AN Elshout : 0416-320264 : www.scalascholen.nl : Henk van der Pas
Samenwerkingsverband Naam : Samenwerkingsverband PO 30-10 Postadres : Von Suppéstraat 3 5151 KR Drunen Brin nummer : 21629 Directeur-bestuurder : Gerrit van der Wende Inspectie www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800- 8051 (gratis) Schoolarts Naam : Wendy Dambacher Bezoekadres : Vogelstraat 2, 5212 VL Den Bosch Postadres : Postbus 3166, 5203 DD Den Bosch Telefoon : 0900 – 4636443 Zij richt zich in hoofdzaak op de lichamelijke ontwikkeling van het kind en baseert hierop haar adviezen aan ouders en leerkrachten.
2
Klachtencommissie Bij klachten over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld kunnen kinderen, ouders en medewerkers terecht bij de interne vertrouwenspersoon, Mirjam Lammersma. Ook kan men zich richten tot de externe vertrouwenspersoon: GGD Hart voor Brabant Postbus 3166 5203 DD Den Bosch Tel: 0900 - 4636443 Of: Klachtmeldingen vertrouwensinspecteurs 0900-1113111 (lokaal tarief) Medezeggenschapsraad De Medezeggenschapsraad (MR) is vergelijkbaar met de ondernemingsraad in het bedrijfsleven. De MR is een schakel tussen het schoolbestuur en personeel en tussen ouders en schoolbestuur. Ouders kunnen met vragen, ideeën of verbeterpunten terecht bij de MR als ze liever niet rechtstreeks naar de mensen van school gaan. De MR kijkt dan of er draagvlak is onder de ouders en gaat in gesprek met de school. Namens de school participeren Mandy van Schaik en Mayke Kivits, namens de ouders Jacqueline Kaak (moeder van Eline) en Natascha Krämer (moeder van Tommy Lee). Jacqueline Kaak is de voorzitter van de MR. U kunt contact opnemen met de MR via
[email protected] Bedrijfshulpverleners Bij ongelukken en calamiteiten hebben de bedrijfshulpverleners de spilfunctie. Zij coördineren wat er moet gebeuren. Regelmatig volgen zij bijscholingscursussen om hun taak goed uit te kunnen voeren. Ook zorgen zij ervoor, dat zaken preventief in orde zijn. Op dit moment zijn Louise van der Schoot en Ria van Diem de bedrijfshulpverleners van De Regenboog. EHBO’ers Naast de bedrijfshulpverleners zijn er minimaal twee mensen met een EHBO-diploma, specifiek gericht op EHBO bij kinderen. Zij kunnen de eerste hulp verlenen bij een ongeluk en helpen de leerkracht bij het maken van de inschatting van de ernst van de situatie. Bij ongelukken worden ouders altijd op de hoogte gesteld. Momenteel beschikken Pebbles Hendriks, Ria van Diem, Mirrin Leemans en Corrie Vermeulen over een recent EHBO-diploma.
3
2. Waar de school voor staat 2.1 Profiel en missie van De Regenboog De missie van onze school is, om kinderen passende ondersteuning bij hun ontwikkeling te bieden. Voor sommige kinderen is het binnen het regulier onderwijs niet mogelijk om didactisch of pedagogisch een passend aanbod te realiseren. Wij zijn voor deze kinderen de school waar ze zich op hun plek voelen en tot leren kunnen komen. Met het aanbod op maat kunnen de leerlingen doorstromen naar een voor hen optimale vorm van vervolgonderwijs en ze kunnen participeren in onze samenleving. Alle “kleuren” passen in onze Regenboog. Ieder kind heeft recht op zijn eigen “kleur” en zijn eigen ontwikkelingsproces. De verschillen geven kleur aan onze samenleving en zijn een uitdaging voor ons onderwijs. Het verschillend zijn van de kinderen is uitgangspunt in onze school. De kernwaarden van waaruit wij handelen, sluiten hierop aan: Persoonlijke ontwikkeling:
We gaan per leerling na welke persoonlijke stappen de leerling in zijn of haar ontwikkeling moet zetten op leergebied en sociaal emotioneel gebied.
Relatiegericht:
We gaan bij ons handelen uit van de band die de leerkracht met een leerling opbouwt.
Duidelijkheid:
Door een duidelijke structuur, voorspelbaarheid en duidelijke regels kunnen we de omgeving voor onze leerlingen zo veilig mogelijk maken.
Betrokkenheid:
Onze leerkrachten zijn betrokken bij de leerlingen en de school. Leerlingen leren het beste als ze zich betrokken voelen bij hun eigen leerproces.
2.2 Visie van De Regenboog De maatschappij verandert en daarmee veranderen ook de eisen die aan het basisonderwijs gesteld worden. De verwachting is, dat de basisvaardigheden lezen en rekenen zeer belangrijk blijven. Daarnaast zullen er in grotere mate eisen gesteld worden met betrekking tot de ontwikkeling van sociale vaardigheden, burgerschapsvorming, wereldoriëntatie, creatieve en sportieve vaardigheden. De Regenboog wil hierop inspelen door een gevarieerd programma aan te bieden. Naast een veranderende maatschappij is ook de doelgroep veranderd met de invoering van Passend Onderwijs. Er is nog meer verschil in ondersteuningsbehoefte bij de kinderen. De Regenboog biedt daarom klassen met verschillende mate van ondersteuning, zodat aan ieder kind een passend aanbod kan worden gegeven. Daarnaast willen we door een flexibel zorgteam zo snel mogelijk de juiste hulp kunnen bieden aan de leerkracht, de leerling of aan het gezin.
4
3. De organisatie van het onderwijs 3.1 Groepsindeling De leerlingen van SBO De Regenboog worden verdeeld in mate van ondersteuningsbehoefte. Vervolgens vindt een onderverdeling middenbouw en bovenbouw plaats. De schoolverlaters die aan het einde van het schooljaar naar het voortgezet onderwijs uitstromen, hebben een eigen groep. In het schooljaar 2014-2015 wordt gestart met vier groepen. De grootte van de groep is afhankelijk van de ondersteuningsbehoefte en varieert van zes tot zeventien leerlingen. Voor iedere groep is één groepsleerkracht beschikbaar. De leerlingen volgen veel vakken in de basisgroep, maar bij de vakken rekenen, (begrijpend) lezen en taal/spelling worden ze ingedeeld op hun niveau. Dan kan het zijn dat ze bij deze vakken les krijgen van een andere leerkracht. Ook werken groepen soms samen aan bepaalde opdrachten. 3.2 Schooltijden en vakantierooster De wet schrijft voor dat leerlingen 7520 uur les moeten krijgen per basisschoollooptijd (8 jaar). Er is toestemming om dit te vertalen in 8 x 940 uur, zodat de kinderen woensdagmiddag en vrijdagmiddag vrij hebben. De kinderen hebben dus recht op 940 uur les per leerjaar. Op De Regenboog is het weekrooster als volgt: Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag
: : : : :
08.30u. 08.30u. 08.30u. 08.30u. 08.30u.
– – – – –
12.00u. 12.00u. 12.15u. 12.00u. 12.15u.
12.40u. – 14.50u. 12.40u. – 14.50u.
Dagrooster 08.25 uur 08.30 uur 09.30 uur 10.30 uur 10.45 uur 11.45 uur 12.00 uur 12.40 uur 14.50 uur
Aanvang school, kinderen gaan naar hun klas. Rekenen Lezen Pauze Taal/Spelling Schrijven Maaltijd/Pauze Leefstijl/Wereldoriëntatie/ Creatieve vorming Einde schooldag
12.40u. – 14.50u.
Op maandagmiddag en woensdagochtend vinden de gymlessen plaats. Mocht u interesse hebben in een uitgebreider overzicht van het lesrooster, dan kunt u hiervoor terecht bij de groepsleerkracht.
5
Vakantierooster Herfstvakantie Kerstvakantie Carnavalsvakantie Goede vrijdag en Pasen Meivakantie Hemelvaart Pinksteren Zomervakantie Studiedagen (kinderen vrij)
20-10-2014 22-12-2014 16-02-2015 03-04-2015 27-04-2015 14-05-2015 25-05-2015 20-07-2015 vrijdag vrijdag dinsdag woensdag
t/m t/m t/m t/m t/m t/m
24-10-2014 02-01-2015 20-02-2015 06-04-2015 08-05-2015 15-05-2015
t/m 28-08-2015 10-10-2014 30-01-2015 07-04-2015 17-06-2015
3.3 Overige praktische zaken Eten en drinken voor overblijven Alle kinderen blijven over. Het is de verantwoordelijkheid van ouders/verzorgers om te zorgen voor een lunchpakket (boterhammen) en iets te drinken. Priklimonade zoals cola of sinas en energie-drinks zijn niet toegestaan. In de kleine pauze is fruit aan te raden. Dinsdag en donderdag zijn fruitdagen op De Regenboog. We vragen u om uw kind in ieder geval op deze dagen fruit mee te geven voor in de kleine pauze. Trakteren Uw zoon of dochter is jarig! Natuurlijk vieren we dit ook in de klas en mag de leerling trakteren. Bespreek dit van tevoren met de leerkracht, zodat zij er rekening mee kan houden. Ook weet u dan als ouder of verzorger het aantal leerlingen in de groep op die dag. Hou de traktatie bescheiden en ga voor lekker en gezond, zodat de kinderen zich de hele dag nog goed kunnen concentreren. Gymnastiek Op maandag en woensdag hebben de leerlingen gymnastiek in de gymzaal naast De Regenboog. De leerlingen hebben daarvoor gymkleding (T-shirt, korte broek of turnpakje) en gymschoenen nodig. De kinderen nemen woensdag de gymkleren mee naar huis, zodat u ze kunt wassen. Maandag dienen ze de gymkleren weer mee naar school te nemen. Verstrekken van informatie aan derden Tijdens excursies en leuke activiteiten in de groep, worden regelmatig foto’s gemaakt, die soms op onze website of op facebook worden geplaatst, zodat ouders ze kunnen bekijken. Ook wordt soms gefilmd in de klas, om de interactie tussen leerkracht en leerlingen te verbeteren, of om een leerling te kunnen begeleiden op gedragsmatig gebied. Mocht u er bezwaar tegen hebben dat uw zoon/dochter "in beeld komt" voor intern gebruik, of bij het plaatsen van foto’s van activiteiten op de website en op facebook, laat ons dat dan even weten. Zonder tegenbericht gaan we er van uit dat u geen bezwaar heeft. Voor doorsturen van leerlinggegevens naar derden vragen wij altijd schriftelijk uw toestemming.
6
Ouderbijdrage Ook dit jaar zal De Regenboog in samenwerking met de oudervereniging weer verschillende activiteiten organiseren. Hierbij moet gedacht worden aan een herfstwandeling, schoolvieringen, een excursie of de zomermarkt. Alle activiteiten die de Oudervereniging organiseert vallen onder de extra schoolactiviteiten en behoren dus niet tot het reguliere onderwijsprogramma. Al deze extra activiteiten worden uit de vrijwillige ouderbijdrage betaald. Deze activiteiten zijn dus niet verplicht. Er is soms verwarring over de term “vrijwillige ouderbijdrage”. Vrijwillig betekent dat u een keuze heeft om de ouderbijdrage wel of niet te voldoen. Heeft u geen ouderbijdrage betaald? Dan doet uw kind niet mee. De school zorgt dan voor opvang van uw kind. De ouderbijdrage is dus vrijwillig, maar niet vrijblijvend. Wij rekenen op uw bijdrage. U kunt de vrijwillige ouderbijdrage van 20 euro overmaken op rekeningnummer: NL48 RABO 0332 3272 05 ten name van Oudervereniging SBO De Regenboog. De bijdrage van het schoolreisje (30 euro) of het schoolkamp voor de schoolverlatersgroep (60 euro) kan ook op dit rekeningnummer worden overgemaakt. In totaal komen we dan op een bedrag van 50 of 80 euro, een heel bedrag. Mocht u graag in termijnen willen betalen, laat dit dan weten bij juffrouw Louise. Zij houdt alle betalingen nauwgezet bij. Vermeld altijd de naam van uw kind bij de overboeking, zodat we kunnen bijhouden wie betaald heeft. De kosten van schoolkamp en allerlei festiviteiten nemen helaas steeds meer toe. Wij merken, dat het voor sommige ouders heel lastig wordt om dit alles te betalen. Behoort u tot de groep mensen, die dit probleem ondervindt, dan bestaat de mogelijkheid van de samenwerkende gemeenten, het bedrag voor het schoolkamp en de ouderbijdrage vergoed te krijgen. Dit gebeurt uit een regeling die “bijzondere bijstand” heet. U kunt hiervoor contact opnemen met: I.S.D. Midden Langstraat Tel: 0416-671000 Hoofdluis….het kan de beste overkomen! Ieder jaar opnieuw steekt het probleem van de hoofdluis weer de kop op. Om dit probleem aan te pakken is er binnen de school een “hoofdluis werkgroep” actief. De groep bestaat uit twee ouders die regelmatig het haar van de leerlingen controleert. Dit gebeurt standaard iedere maandag na de schoolvakanties. Sinds dit schooljaar hebben de leerlingen hun eigen kluisje, waardoor de kans dat de luizen via jassen worden overgedragen, vrijwel uitgesloten is. Wij vragen ouders ook regelmatig zelf uw kinderen te controleren op hoofdluis. Regelmatig kammen met de stofkam is hierbij een goed hulpmiddel. Constateert u een hoofdluis, behandel dit dan meteen en laat het op school weten.
7
3.2 Wie werken er in de school? De groepsleerkracht Iedere groep heeft een of twee vaste leerkrachten. De leerkracht heeft de (eind)verantwoordelijkheid over de totale begeleiding van de leerlingen in haar groep. De leerlingen blijven in principe een jaar lang bij dezelfde leerkracht. De leerkrachten zijn goed bereikbaar via email: Mirrin Leemans:
[email protected] Ria van Diem:
[email protected] Mirjam Lammersma:
[email protected] Mandy van Schaik:
[email protected] Corrie Vermeulen:
[email protected] Mayke Kivits-Vermeulen:
[email protected] Marion van Weert:
[email protected] Om onze leerlingen zo goed mogelijk te kunnen helpen, zijn er verschillende mensen op school die de leerkrachten ondersteunen. De schoolleider Deze zorgt voor de algemene zaken op school en probeert alles zo goed mogelijk te laten verlopen. De schoolleider is voorzitter van de Commissie van Begeleiding. Schoolleider: Marlies van der Ploeg (
[email protected]) De intern begeleider De intern begeleider volgt en bewaakt de totale schoolontwikkeling van de leerlingen. En ze kijkt mee met de begeleiding van de groep. Ze ondersteunt, begeleidt en stimuleert de leerkrachten. Intern begeleider: Louise van der Schoot (
[email protected]) De logopediste Kinderen die moeite hebben met taal en/of spreken worden door haar geholpen. Soms individueel, soms in groepjes. De logopediste onderneemt ook activiteiten om de communicatievaardigheden van alle kinderen klassikaal te verbeteren. Logopediste: Pebbles Hendriks (
[email protected]) De schoolmaatschappelijk werkster Deze is er vooral om ouders te helpen. U kunt bij haar terecht met als uw vragen en zorgen over het gedrag van uw kind, over de opvoeding en over uw thuissituatie. Soms zal de schoolmaatschappelijk werkster u kunnen helpen door enkele gesprekken te voeren. De hulp kan er echter ook uit bestaan dat ze u helpt de weg te vinden naar de juiste instanties. De schoolmaatschappelijk werkster kan met uw medeweten of op uw verzoek ook gesprekjes met leerlingen voeren als uw kind ergens mee zit. Schoolmaatschappelijk Werk: Henriëtte de Kort (
[email protected]) De psycholoog Als lid van de Commissie van Begeleiding adviseert hij leerkrachten over de begeleiding van de leerlingen. Hij verricht ook het eventueel herhalingsonderzoek en speelt een belangrijke rol in het schoolverlatersadvies. Psycholoog: Walter van der Put (
[email protected])
8
De vakleerkracht gymnastiek Eenmaal per week krijgen de leerlingen les van een vakleerkracht gymnastiek. Zij verzorgt deze lessen op inhoudelijk hoog niveau. Daarnaast stuurt zij de gymlessen van de maandag aan. De lessen zijn zo gepland dat ze aansluiten bij buitenschoolse toernooien in de regio, die worden georganiseerd door De Schroef. Vakleerkracht gym: Saskia Engelsman (
[email protected]) 3.3 Groepsindeling Groep/dag Rood Oranje Geel Blauw
maandag Mirrin Leemans Mirjam Lammersma Mandy van Schaik Mayke Kivits
dinsdag Ria van Diem
woensdag Ria van Diem
donderdag Ria van Diem
vrijdag Ria van Diem
Mirjam Lammersma Mandy van Schaik Mayke Kivits
Mirjam Lammersma Mandy van Schaik Marion van Weert
Mirjam Lammersma Corrie Vermeulen Mayke Kivits
Mirjam Lammersma Corrie Vermeulen Mayke Kivits
9
4
De ondersteuning van de kinderen
4.1 Aanmelding en inschrijving Een kind kan bij een school voor speciaal basisonderwijs worden aangemeld als er een toelaatbaarheidsverklaring is afgegeven. De Toelaatbaarheids- en adviescommissie (TAC) van het samenwerkingsverband geeft deze af, als men oordeelt dat het SBO de juiste ondersteuning kan bieden aan de leerling. De TAC neemt een weloverwogen beslissing op basis van de door school en ouders verstrekte gegevens (startdocument ontwikkelingsperspectief en arrangementsaanvraag). Aanmelding bij de TAC gebeurt door de reguliere basisschool (of in enkele gevallen de voorschoolse voorziening), nadat binnen het schoolbestuur samen met de ouders besloten is dat de reguliere basisschool niet voldoen kan aan de ontwikkelingsbehoeften van de leerling. Ouders die denken dat hun kind zich beter zou kunnen ontwikkelen binnen het Speciaal Basisonderwijs, kunnen dat het beste eerst bespreken met de leerkracht en intern begeleider van de school waar het kind op dat moment naartoe gaat. Dan kan met de ouders samen bekeken worden hoe de leerling het beste tot leren komt en eventueel wordt het traject richting de TAC opgestart. Als een arrangement is toegekend kan de leerling worden ingeschreven op SBO De Regenboog. Ouders vullen het inschrijfformulier in en gaan in gesprek met de schoolleider en de intern begeleider. Het zorgteam van De Regenboog bekijkt aan de hand van de rapportage en de gesprekken met de ouders en school of plaatsing mogelijk is, in welke groep en op welke termijn. Er zal niet altijd ruimte zijn op De Regenboog om een leerling direct te plaatsen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat een groep al erg groot is. Het bestuur van de school verantwoordt altijd schriftelijk aan de ouders en het algemeen bestuur van het samenwerkingsverband waarom een leerling niet geplaatst kan worden. In het schooljaar 2014-2015 wordt gewerkt met vaste instroommomenten, namelijk na de herfstvakantie, de kerstvakantie, 1 april en na de zomervakantie. Na plaatsing neemt de interne zorgadviseur meestal nog wat schoolse toetsen (rekenen / lezen e.d.) af om een juiste instap te kunnen maken. De psycholoog werkt het startdocument ontwikkelingsperspectief verder uit en zorgt voor praktische adviezen aan de leerkracht die de leerling gaat begeleiden. Alle nieuwe leerlingen worden in het schooljaar gezien door de schoolarts (GGD). Na een paar weken vindt een gesprek over de stand van zaken plaats met de schoolleider, interne zorgadviseur, leerkracht en ouders. In sommige gevallen nodigt de maatschappelijk werkster ouders uit voor een gesprek.
10
4.2 Het volgen van de ontwikkeling Als kinderen op De Regenboog starten, worden alle relevante gegevens van het kind door de psycholoog in kaart gebracht en er wordt een ontwikkelingsprofiel opgesteld. Dit profiel geeft een beeld van de verwachte ontwikkeling gedurende de jaren dat het kind op De Regenboog zit. Dit profiel wordt door de leerkracht met de ouders besproken. De groepsleerkracht bespreekt met de interne zorgadviseur meermalen per jaar de vorderingen van alle leerlingen en de begeleiding middels de groepsplannen. Twee keer per jaar gaan de psycholoog en interne zorgadviseur na of de leerlingen zich ontwikkelen volgens het ontwikkelingsprofiel. Bij afwijking van het gewenste profiel wordt nagegaan wat De Regenboog kan doen om beter aan te sluiten bij de leerbehoeften van de leerling. Om te kijken of met de aangeboden leerstof ook de gewenste resultaten worden bereikt maken we gebruik van methode-gebonden toetsen en niet-methode-gebonden toetsen (Cito LOVS). Alle leervorderingen worden vastgelegd in een digitaal leerlingvolgsysteem (ESIS). De sociaal-emotionele ontwikkeling leggen we digitaal vast middels het volgsysteem “SCOL”. Twee keer per jaar krijgen de leerlingen een rapport mee voor de ouders en dan vinden de rapportavonden plaats. Daarnaast wordt het ontwikkelingsprofiel 1 keer per jaar met de ouders besproken. In het begin van het schooljaar, in de periode oktober/november, komen de leerkrachten op huisbezoek om kennis te maken en de start van het schooljaar door te spreken. 4.3 Mogelijkheden van extra ondersteuning Met de invoering van Passend onderwijs ontstaat de mogelijkheid om de school flexibeler in te richten, zodat we nog beter tegemoet kunnen komen aan de ondersteuningsbehoeften van onze leerlingen. Onze school biedt in de kern onderwijs aan leerlingen die moeilijk zelfstandig tot leren komen, door verschillende oorzaken. De ene leerling heeft bij het leren meer hulp bij nodig dan de andere leerling. Daarom worden onze groepen dit schooljaar ingericht met verschillende ondersteuningsniveaus. We starten met twee verschillende niveaus, namelijk de kerngroep en de basisgroep. Op termijn willen we uitbreiden met een groep die aansluiting heeft met het reguliere onderwijs. De gele groep De gele groep is een kleine groep, maximaal 8 leerlingen. In deze groep zitten kinderen met een grote ondersteuningsbehoefte. Zij komen moeilijk zelfstandig tot leren, hebben veel sturing van de leerkracht nodig in een prikkelarme omgeving. Deze leerlingen worden snel beïnvloed door medeleerlingen en/of ze hebben een grote invloed op hun omgeving. Individuele ondersteuning van de leerkracht is nodig om tot ontwikkeling te komen. In de ochtend krijgen de leerlingen in de kleine groep op hun eigen niveau les van de leerkracht. In de middag sluit de hele groep aan bij een van de basisgroepen. De leerkracht blijft de kinderen van de kerngroep ondersteunen. Er zijn dan dus twee leerkrachten in deze groep aanwezig.
11
Naast de kleinere groep en prikkelarme omgeving verschilt het lesprogramma van de kerngroep in enige mate van dat van de basisgroep. Er wordt meer aandacht besteed aan sociaal-emotionele ontwikkeling en het zelfbeeld van de leerlingen wordt vergroot door gebruik te maken van videobeelden en positieve feedback volgens de methode Marte Meo. Wanneer leerkracht, ouder of intern begeleider van mening is dat een leerling thuishoort in de kerngroep, volgt eerst een gesprek in de commissie van begeleiding. Als de commissie besluit dat het inderdaad een leerling voor de kerngroep is, volgt een gesprek met ouders. Er wordt geprobeerd om samen met ouders de beste route voor de leerling te bepalen. Als er echter een verschil van mening is, beslist de school over plaatsing in de kerngroep. Het streven is, dat een leerling niet de hele schoolloopbaan in de kerngroep blijft. Bij de start in de kerngroep is een handelingsplan gemaakt voor een periode van tien weken. Dit plan wordt aan het einde van die tien weken geëvalueerd. Als de leerling zo tot ontwikkeling is gekomen, dat de ondersteuningsbehoefte verminderd is, dan kan worden overgegaan tot plaatsing in de basisgroep. Het moment van verplaatsing wordt in overleg met ouders besloten. De basisgroep De basisgroep bestaat uit maximaal 17 leerlingen. In de ochtend krijgen de leerlingen instructie op hun niveau door te werken in niveaugroepen. In de middag volgt het programma in de eigen groep. Waar nodig worden aanpassingen gemaakt om aan te sluiten bij de ondersteuningsbehoefte van een individuele leerling, voor zover mogelijk in een groep van 17 leerlingen. Aansluiting met het regulier basisonderwijs Voor leerlingen met een voor het SBO lichte ondersteuningsbehoefte wordt aansluiting gezocht bij het regulier basisonderwijs. Hierbij zijn twee variaties denkbaar: de leerling zit op het SBO of de leerling zit op de reguliere basisschool. Als de leerling op het SBO zit, kan het zijn dat hij/zij een takenpakket krijgt dat aansluit op de reguliere school, zodat terugplaatsing wordt vergemakkelijkt. Een andere mogelijkheid is, dat de leerling in de middag naar de reguliere school gaat en alleen het ochtendprogramma op De Regenboog volgt. Als de leerling op de reguliere school zit, kan het zijn dat een leerkracht van het SBO de leerkracht van het reguliere onderwijs ondersteuning geeft door te helpen bij het samenstellen van het lesprogramma, door advies te geven over de instructiewijze of door materialen aan te leveren. Ook zou ondersteuning geboden kunnen worden door een Marte Meo traject (videobegeleiding van leerling-leerkracht). In een aantal gevallen zal blijken dat de ondersteuning onvoldoende is en dat plaatsing op het SBO nodig is. Het voordeel van een voortraject is dan, dat de leerling al bekend is, waardoor sneller kan worden aangesloten op de ondersteuningsbehoeften. De ondersteuning die leerlingen op De Regenboog krijgen, bestaat in eerste instantie uit een afgestemd leerstofaanbod, afgestemde instructie en een responsieve benadering van de leerlingen. Leerlingen kunnen echter meer nodig hebben. Altijd zal worden gezocht naar een aanbod dat zoveel mogelijk aansluit bij de ontwikkelingsbehoefte van de leerling. Vooraf is daarom niet precies te zeggen hoe de begeleiding eruit zal komen te zien. Ook zal de begeleiding gedurende de schoolloopbaan veranderen. Ons streven is om de leerling steeds zelfstandiger te laten worden. Vaak zal de begeleiding daarom aanvankelijk intensief zijn en vervolgens steeds dichter bij de begeleiding van het regulier onderwijs komen.
12
4.4 Overgang naar voortgezet onderwijs Over alle leerlingen die vóór 1 oktober van het nieuwe schooljaar 12 jaar worden, wordt een schooladvies met betrekking tot het voortgezet onderwijs uitgebracht. Dit gebeurt na onderzoek door leden van de begeleidingscommissie en de groepsleerkracht. De mogelijkheden voor vervolgonderwijs bestaan in de meeste gevallen uit Het praktijkonderwijs Het VMBO, in de meeste gevallen met leerwegondersteuning. Er is in de wet precies vastgelegd wanneer een leerling naar welk vervolgonderwijs mag. Zowel onze school als het vervolgonderwijs moet zich hieraan houden. De gemeten intelligentie (IQ) van een kind is sterk bepalend. Daarnaast wordt ook gekeken naar “achterstanden op leergebied”. Tenslotte is er nog een sociaal-emotioneel aspect dat de doorslag voor een bepaald advies kan geven. Aan het begin van het nieuwe schooljaar krijgen de ouders / verzorgers van de schoolverlaters informatie over de inhoud, de procedure en het tijdspad (van oktober t/m maart) van het schoolkeuzetraject. Binnen dit traject vinden testen, toetsen, gesprekken en informatieve bijeenkomsten plaats. Dit alles resulteert tenslotte in een definitieve aanmelding door de ouders (of verzorgers) bij een school voor voortgezet onderwijs. Uitstroomgegevens Het afgelopen jaar gingen onze schoolverlaters naar de volgende scholen voor voorgezet onderwijs: Praktijkschool Met: 4 leerlingen VMBO Basis met leerwegondersteuning: 4 leerlingen VMBO Basis zonder leerwegondersteuning: 1 leerling VMBO kader met leerwegondersteuning: 1 leerling Speciaal Onderwijs cluster IV: 4 leerlingen 4.5 Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld Scholen hebben de plicht een meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld te hanteren. De meldcode gaat over alle vormen van kindermishandeling. Scholen zijn niet verplicht om te melden, maar wel om de meldcode actief te hanteren. Binnen onze zorgstructuur wordt de meldcode ingepast. Signalen van kindermishandeling en huiselijk geweld worden in kaart gebracht en ingebracht in het zorgteam van de school. Hier worden de vervolg-stappen bepaald. Op de website http://www.rijksoverheid.nl vindt u meer informatie over de meldcode. Ook is er een app beschikbaar.
13
5. De ouders en de school 5.1 Contacten van ouders naar school Mocht u behoefte hebben aan meer informatie over uw kind op school, dan kunt u daarvoor altijd terecht bij de leerkracht, de interne zorgadviseur of de logopediste. In de meeste gevallen zal er met u op korte termijn een afspraak worden gepland. Waar mogelijk staan we u meteen te woord, waar nodig nemen we de tijd. Voor hulp bij opvoedingsproblemen kunt u terecht bij onze schoolmaatschappelijk werkster. Zij kan u tips geven of u begeleiden naar een voor u passende instantie. Afmelden leerlingen Wanneer uw kind wegens ziekte of andere dringende reden niet, of niet op tijd op school kan komen, dienen ouders dit is het vóór 8:15 ´s morgens aan de school te laten weten, door te bellen met de school. Mocht het niet lukken om telefonisch contact te krijgen, mailt u dan de groepsleerkracht. De leerkracht belt altijd na als er niets vernomen wordt. Dit om ervoor te zorgen dat leerlingen het onderwijs volgen dat ze nodig hebben, maar ook om na te gaan of er onderweg naar school niets is gebeurd. Verlofverzoek U bent verplicht zich te houden aan de vastgestelde schoolvakanties. Dat geldt ook voor wintersportvakanties of bezoek van buitenlandse kinderen aan hun eigen land. In hele bijzondere gevallen (gewichtige omstandigheden) mag de directeur van de school een leerling vrij geven. Dat mag hooguit één keer per jaar, voor een periode van ten hoogste tien dagen. Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van artikel 14 lid 3 van de leerplichtwet 1969 voor meer dan 10 schooldagen per schooljaar dient minimaal 2 maanden van tevoren via de directeur van de school, aan de leerplichtambtenaar van de woongemeente te worden voorgelegd. De leerplichtambtenaar beslist dan over deze aanvraag, nadat hij/zij de directeur van de school heeft gehoord. De ouders worden door de leerplichtambtenaar schriftelijk en gemotiveerd van zijn/haar beslissing op de hoogte gesteld. Onderaan deze beschikking wordt in het kader van de Algemene wet bestuursrecht een clausule opgenomen dat ouders de gelegenheid geeft tegen de beslissing van de leerplichtambtenaar in bezwaar te gaan. Voor ouders die door hun beroep geen vakantie kunnen opnemen in de schoolvakanties, geldt dat zij een verklaring van de werkgever moeten afgeven, waaruit dit duidelijk blijkt. Wanneer er sprake is van een gewichtige reden, moeten ouders een verklaring van een arts of een maatschappelijk werk(st)er kunnen overleggen waaruit blijkt dat een verlof noodzakelijk is op grond van medische of sociale indicatie betreffende één van de gezinsleden. Deze verklaring wordt aan de leerplichtambtenaar voorgelegd. Voor het aanvragen van verlof moet het formulier achter in deze schoolgids (en op de website) worden ingevuld. De directeur is verplicht de leerplichtambtenaar mededeling te doen van ongeoorloofd schoolverzuim. Tegen die ouders die hun kind(eren) zonder toestemming van school houden zal proces-verbaal worden opgemaakt.
14
5.2 Informatie van school naar ouders Doelstellingengesprekken Bij de start van het schooljaar worden ouders uitgenodigd voor een doelstellingengesprek. Met de leerkracht samen wordt besproken wat de ontwikkelingsdoelen voor het komende half jaar zijn voor de leerling. Dit betreft ontwikkelingsdoelen op leergebied, maar ook op het gebied van werkhouding en sociaal-emotioneel functioneren. Bij het rapportgesprek worden de doelen nabesproken en er worden nieuwe doelen vastgesteld. Huisbezoeken De leerkracht bezoekt de ouders of verzorgers van de nieuwe leerlingen in de groep, om kennis te maken. Tijd en datum worden tijdig met u geregeld. Rapportbesprekingen Twee keer per jaar wordt u uitgenodigd om het rapport te bespreken. Op deze wijze kunt u de ontwikkeling gedurende het hele jaar volgen. Inloopavonden/dagen Bij de start van het schooljaar wordt een inloopavond georganiseerd. Leerlingen kunnen dan hun school en werk laten zien aan ouders, verzorgers en andere dierbaren. In februari wordt een inloopweek gehouden, waarbij ouders tijdens de lessen kunnen komen kijken. Thema-avond Voor de ouders wordt dit schooljaar een thema-avond georganiseerd waar door deskundigen informatie wordt gegeven over verschillende onderwerpen. U ontvangt nader bericht over de onderwerpen bij de uitnodiging voor die avond, die dit jaar op 11 november plaatsvindt. Digiduif Dit schooljaar starten we met Digiduif. Dit is een programma waarmee we op een gemakkelijke manier met ouders kunnen communiceren. De Regendruppel, onze nieuwsbrief, wordt bijvoorbeeld via Digiduif verspreid en rapportgesprekken en dergelijke worden met dit programma gepland. U kunt op een snelle manier de kalender van de school raadplegen. Mocht u geen internet of smartphone hebben, dan kunt u aan de leerkracht vragen om de informatie op papier mee te geven. Website en facebook Op de website www.regenboog-sbo.nl is veel informatie over de school te vinden. Hier vindt u ook leuke foto’s van excursies of bijzondere klassenactiviteiten. Een aanrader is onze facebook-pagina, waarmee u automatisch nieuwtjes en de laatste foto’s te zien krijgt.
15
5.3 Activiteiten waaraan ouders deelnemen en inspraak Medezeggenschapsraad De Medezeggenschapsraad (MR) is vergelijkbaar met de ondernemingsraad in het bedrijfsleven. De MR bestaat voor de helft uit personeelsleden en voor de helft uit ouders. Deze gelijke verdeling tussen ouders en personeelsleden is verplicht. Vanwege de grootte van de school mag de MR uit maximaal 4 leden bestaan. Namens de school participeren Mandy van Schaik en Mayke Kivits, namens de ouders mevrouw Jacqueline Kaak (moeder van Eline) en Natascha Krämer (moeder van Tommy Lee). Jacqueline Kaak is de voorzitter van de MR. Een MR-lid heeft een zittingsperiode van 3 jaar, maar is daarna weer herkiesbaar. U kunt contact opnemen met de MR via
[email protected]
Doelstelling
De MR is een schakel tussen het schoolbestuur en personeel en tussen ouders en schoolbestuur. Ouders kunnen met vragen, ideeën of verbeterpunten terecht bij de MR als ze liever niet rechtstreeks naar de mensen van school gaan. De MR kijkt dan of er draagvlak is onder de ouders en gaat in gesprek met de school. Ouders zijn welkom om een vergadering van de MR bij te wonen, als dit van tevoren bij de MR-leden wordt gemeld. Op de website staat wanneer de vergaderingen gepland zijn. De notulen worden na goedkeuring op de website geplaatst. De MR stelt een goede samenwerking met schoolbestuur, oudervereniging, ouders en schoolteam op prijs om zodoende een positieve bijdrage te leveren aan het schoolgebeuren.
Reglement
De MR hanteert een reglement en daarin zijn verkiezing van de leden, werkwijze en bevoegdheden van de MR vastgelegd. Het reglement bepaalt voor welke schoolbestuursbesluiten de instemming van de MR nodig is en voor welke de MR om advies gevraagd moet worden. Ook ongevraagd kan de MR het schoolbestuur van advies dienen en voorstellen doen. Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad Naast de gewone medezeggenschapsraad per school is er ook een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Dit is een overkoepelende raad waarin vertegenwoordigers zitten van de medezeggenschapsraden van alle scholen die onder het bestuur vallen van Stichting SCALA. Deze raad bespreekt situaties en voorstellen van het bestuur die “schooloverstijgend” zijn. De bestuurskracht van het schoolbestuur wordt hiermee versterkt, doordat het bestuur niet meer aan alle afzonderlijke medezeggenschapsraden instemming of advies hoeft te vragen over zaken die voor alle scholen dezelfde gevolgen hebben. Alleen voor aangelegenheden die specifiek voor een bepaalde school van belang zijn, zal het bestuur instemming of advies vragen aan de medezeggenschapsraad van de betreffende school. Bij de instelling van de GMR is vastgesteld welke bevoegdheden er worden overgedragen van de MR naar de GMR.
16
Oudervereniging De Regenboog heeft een zeer actieve oudervereniging. De ouders van de oudervereniging organiseren een aantal activiteiten gedurende het schooljaar. Zij beheren de financiën, doen inkopen, bedenken nieuwe activiteiten en coördineren het gebeuren. Er wordt gewerkt met klassenouders, die op verzoek van de oudervereniging of de leerkracht ouders benaderen om bij schoolactiviteiten te ondersteunen. Het kan dan gaan om het rijden van leerlingen tijdens een excursie, het begeleiden van een groepje leerlingen, het zijn van hulpouder tijdens techniek of handwerken, het versieren van de school, etc. Wij willen ouders heel graag betrekken bij alles dat op school gebeurt en we stellen het op prijs als u één of twee keer kunt komen helpen. Het is een leuke ervaring waarbij u uw kind op een hele andere manier meemaakt dan thuis. De hulpouder heeft de plicht vertrouwelijk om te gaan met gegevens van kinderen en/of leerkrachten. Mocht u graag deel willen nemen aan de oudervereniging, laat het dan weten aan de leerkracht of aan een ouder van de oudervereniging. Namens school is Ria van Diem de contactpersoon.
17
6. Veiligheid in de school 6.1 Klachtenregeling en preventie machtsmisbruik Gedragsregels Onze school onderneemt een aantal activiteiten gericht op het voorkomen van grensoverschrijdend gedrag (misbruik van macht) in de school. Scholen dienen veilige plaatsen te zijn, waar machtsmisbruik, in welke vorm dan ook, niet thuishoort en ook niet wordt geaccepteerd. Om kinderen, ouders en personeel te beschermen tegen agressie, geweld en (seksuele) intimidatie heeft onze school hiertoe een aantal zaken nader uitgewerkt. In het huishoudelijk reglement van de school is een overzicht opgenomen van op school geldende gedragsregels. Deze regels gelden voor iedereen die de school bezoekt of daar werkt. Regelmatig worden deze regels met de kinderen besproken of onder de aandacht gebracht bij ouders, soms worden ze in projecten uitgewerkt. Schoolcontactpersoon Waar samengewerkt wordt, kunnen spanningen ontstaan. Spanningen tussen een leerling of een ouder enerzijds en de schoolleiding of leerkracht anderzijds. Als u met uw probleem niet naar de schoolleiding kan of wilt, kunt u terecht bij de interne vertrouwenspersoon van de school, Mirjam Lammersma (groep groen). U kunt met haar praten en zij kan vervolgens de juiste instanties benaderen om de problemen zo snel mogelijk op te lossen. De gesprekken zijn vertrouwelijk, dit wil zeggen dat Mirjam zonder uw toestemming niet over de inhoud praat met mensen op school. Externe contactpersoon De externe vertrouwenspersoon heeft een zodanige positie dat deze niet verbonden is aan een schoolbestuur of individuele school. Daardoor is een grote mate van objectiviteit gewaarborgd. Deze externe vertrouwenspersoon neemt de zaak verder in behandeling en kan terecht bij diverse hulpverlenende instanties of de speciaal hiervoor in het leven geroepen klachtencommissie. Bij klachten van algemene aard is de groepsleerkracht de eerst aangewezen persoon bij wie ouders terecht kunnen. In eerste instantie blijft de schoolleider daarbij op de achtergrond. In het geval dat de klacht onvoldoende wordt verholpen, ligt de weg naar de schoolleider open. Mocht ook na deze stap het probleem niet naar tevredenheid zijn opgelost dan komt de klachtencommissie in het vizier. Vanuit de organisatie VKO (tel. 070-3925508) wordt meer informatie verstrekt over hoe te handelen in geval van klachten. VKO is gevestigd in Den Haag en de commissie is telefonisch te bereiken en via een postbus: VKO Postbus 82324 2508 EH Den Haag. Op de website www.gcbo.nl staat het reglement van de klachtencommissie.
18
De instanties voor externe vertrouwenspersonen zijn de GGD ‘Hart voor Brabant’ voor klachten t.a.v. seksuele intimidatie en andere vormen van machtsmisbruik (tel. 09004636443) Het adres is Vogelstraat 2, 5212 VL den Bosch. Ook de inspectie van onderwijs heeft een centraal nummer beschikbaar gesteld voor vertrouwensinspecteurs van inspectie. Dit telefoonnummer is 0900-1113111. We hopen als school dat u, wanneer u overweegt een klacht in te dienen bij een externe instantie, eerst contact zoekt met de schoolleider van de school. 6.2 Protocol tegen het pesten Onze school heeft een protocol tegen pesten opgesteld. U kunt dit protocol lezen op onze website. In het kort is het protocol opgebouwd uit de volgende elementen: 5-sporenaanpak Tegen pestgedrag hanteren we de 5-sporenaanpak, d.w.z.: 1. het slachtoffer 2. de pester(s) 3. de rest van de groep 4. de leerkrachten 5. de ouders Het is belangrijk om elk spoor mee te nemen bij een geval van pesten. Het gevaar is namelijk groot dat anders het pesten opnieuw zal beginnen of onderhuids doorwoekert. De “No blame-aanpak” In de bovenbouw van onze school proberen we pestgedrag in eerste instantie aan te pakken met de “No blame-aanpak”. Kenmerk van deze aanpak is dat getracht wordt de positieve kracht van de groep aan te spreken. Niet de pester(s) aanpakken, maar door de groep in te zetten het pesten doen stoppen. In die zin is het geen bestraffende maar een probleemoplossende methode om met pestproblemen om te gaan. Uitgangspunt is dat het belangrijker is het probleem op te lossen dan de pester te bestraffen. Pesters hebben vaak moeite zich in te leven in de gevoelens van anderen. Zij beseffen niet wat de gevolgen zijn voor de gepeste leerling. De “No blame-aanpak” biedt het voordeel dat het inlevingsvermogen van de pester en omstanders wordt vergroot. De aanpak sluit aan bij de manier waarop wij de kinderen van onze school via de methode “Leefstijl” willen laten omgaan met gevoelens van henzelf en die van de ander. De “No blame-aanpak” in zeven stappen: 1.
Gesprek met de gepeste leerling over de effecten op de leerling en het plan van aanpak. De leerling geeft aan welke kinderen hij graag in de hulpgroep wil hebben. 2. Bijeenkomst van de betrokkenen (hulpgroep). Uitgenodigd worden de pester(s), meelopers en ook leerlingen waarvan een positieve groepsinvloed verwacht wordt. Totaal 5 tot 8 kinderen. De gepeste leerling is niet bij dit gesprek aanwezig. 3. Het probleem uitleggen en empathie kweken. De leerkracht legt in een (kring-)gesprek het probleem uit. Hij maakt duidelijk dat er een leerling is die zich erg ongelukkig voelt en dat de aanwezige kinderen een
19
4. 5. 6. 7.
bijdrage kunnen leveren om de leerling in kwestie te helpen. De leerkracht vermijdt elke vorm van beschuldiging en geeft duidelijk aan dat niemand straf krijgt. Op geen enkel moment bespreekt hij details van de voorvallen. De verantwoordelijkheid delen; iedereen in de klas is verantwoordelijk voor de groep. De groepsleden naar ideeën vragen. De verantwoordelijkheid wordt overgedragen, de kinderen krijgen de gelegenheid hun goede voornemens en ideeën uit te voeren. Nabespreking en afsluiting.
6.3 Gedragsprotocol leerlingen Nieuwe leerlingen Op het moment dat een leerling op SBO De Regenboog wordt geplaatst, is door de psycholoog een startnotitie gemaakt op basis van het dossier. De leerkracht weet vanuit de startnotitie, of er bij de leerling sprake is van gedragsmatige problematiek. Als dit het geval is, dan wordt op SBO De Regenboog het volgende protocol gevolgd: 1. De leerling wordt begeleid door middel van positieve bekrachtiging. Leerlingen komen vaak vanuit een moeilijke situatie op een eerdere school De Regenboog binnen. Ze hebben zichzelf negatief gedrag aangeleerd. Door steeds positief gedrag te bekrachtigen, lukt het vaak om leerlingen in een positieve spiraal te krijgen. Bij positieve bekrachtiging kan men denken aan een beloningskaart met stickers, het geven van complimentjes, het wijzen van leerlingen op momenten dat het goed gaat en vooral die momenten bespreken. De ouders worden door de leerkracht op de hoogte gehouden van de ontwikkeling. 2. De leerling krijgt alternatief gedrag aangeboden. Sommige leerlingen blijven te lang het negatieve gedrag vertonen. Vaak weten ze dan geen andere manier van handelen. Door gedragsalternatieven aan te bieden, kunnen ze ervoor kiezen zich aan te passen. De leerkracht bespreekt met de intern begeleider de gedragsalternatieven die mogelijk bij het kind kunnen werken. Voorbeelden van gedragsalternatieven zijn: Even weglopen als je boos wordt op iemand; Sneller aangeven dat je iets niet leuk vindt, het gevoel niet op laten lopen; Praten in plaats van fysiek reageren; Van tevoren de regels afspreken bij een spel of bij samenwerken. De leerkracht kan de leerling ook ondersteunen in het gedrag door te wijzen op het gedrag van andere leerlingen (voorbeeldgedrag) of door de leerling te koppelen aan een maatje in de groep die de leerling helpt als het even niet goed gaat.
20
3. Als probleemgedrag zich vaker blijft voordoen, wordt contact met de ouders gezocht om de oorzaken van het gedrag te achterhalen. Bij een duidelijke oorzaak bespreekt de leerkracht dit met de leerling en er wordt samen een afspraak gemaakt over het vervolg. Bij onduidelijke oorzaak wordt een beloningssysteem van goed gedrag opgezet. 4. Er wordt een beloningsysteem opgezet. Sommige kinderen hebben extra bekrachtiging nodig om de gedragsalternatieven uit te voeren. Er wordt een beloningssysteem op specifiek gedrag gezet. Vanaf dit punt wordt het team meegenomen in de communicatie om samen consequent te kunnen handelen. 5. Er worden afspraken gemaakt over het negatieve gedrag. Als de positieve bekrachtiging niet tot het gewenste resultaat leidt, wordt met de leerling een afspraak gemaakt over het negatieve gedrag. Dit kan mondeling zijn, maar in sommige gevallen zal ervoor gekozen worden, de leerling de afspraak op papier te laten zetten, in zijn of haar eigen woorden. Er worden dan consequenties gehangen aan het negatieve gedrag, maar ook worden beloningen afgesproken als het negatieve gedrag een bepaalde periode uitblijft. De duur van deze periode varieert, afhankelijk van de ernst en frequentie van het probleemgedrag. Consequenties kunnen bijvoorbeeld het binnenblijven in de pauze of nablijven na schooltijd zijn. Zoals u leest, gaat er een behoorlijk traject vooraf aan het punt, dat we een ouder bellen om een leerling op te halen van school. In een enkel geval kan dit toch voorkomen. 6. Aan ouders wordt gemeld dat het protocol schorsing en verwijdering wordt opgestart. De leerkracht meldt bij de schoolleider dat er geen verbetering is in het gedrag van de leerling. Samen wordt besloten over te gaan op het protocol schorsing en/ of verwijdering. De leerkracht meldt dit aan ouders. Leerlingen die al langer op De Regenboog zijn 1.
Bij optreden van probleemgedrag wordt een waarschuwing gegeven.
2.
Heeft dit geen effect, dan wordt de leerling uit de klassensituatie gehaald en in een time-out plek geplaatst.
3. De leerkracht bespreekt met de leerling wat er gebeurde en gaat na of de leerling oorzaken van het gedrag kan aangeven. Ook worden na overleg met de intern begeleider, gedragsalternatieven aangereikt. Voorbeelden van gedragsalternatieven zijn: Even weglopen als je boos wordt op iemand; Sneller aangeven dat je iets niet leuk vindt, het gevoel niet op laten lopen; Praten in plaats van fysiek reageren; De leerkracht kan de leerling ook ondersteunen in het gedrag door te wijzen op het gedrag van andere leerlingen (voorbeeldgedrag) of door de leerling te koppelen aan een maatje in de groep die de leerling helpt als het even niet goed gaat. Als de leerling verbetering in het gedrag laat zien, vindt positieve bekrachtiging plaats. Bij positieve bekrachtiging kan men denken aan een beloningskaart met stickers, het geven van complimentjes, het wijzen van leerlingen op momenten dat het goed gaat en vooral die momenten bespreken. De ouders worden door de leerkracht op de hoogte gehouden van de ontwikkeling.
21
4. Als probleemgedrag zich vaker blijft voordoen, wordt contact met de ouders gezocht om de oorzaken van het gedrag te achterhalen. Bij een duidelijke oorzaak bespreekt de leerkracht dit met de leerling en er wordt samen een afspraak gemaakt over het vervolg. Bij onduidelijke oorzaak wordt een beloningssysteem van goed gedrag opgezet. Vanaf dit punt wordt het team meegenomen in de afspraken om consequent te kunnen handelen. 5. Er worden afspraken gemaakt over het negatieve gedrag. Als de positieve bekrachtiging niet tot het gewenste resultaat leidt, wordt met de leerling een afspraak gemaakt over het negatieve gedrag. Dit kan mondeling zijn, maar in sommige gevallen zal ervoor gekozen worden, de leerling de afspraak op papier te laten zetten, in zijn of haar eigen woorden. Er worden dan consequenties gehangen aan het negatieve gedrag, maar ook worden beloningen afgesproken als het negatieve gedrag een bepaalde periode uitblijft. De duur van deze periode varieert, afhankelijk van de ernst en frequentie van het probleemgedrag. Consequenties kunnen bijvoorbeeld zijn het in de pauze binnenblijven of nablijven na schooltijd. Zoals u leest, gaat er een behoorlijk traject vooraf aan het punt, dat we een ouder bellen om een leerling op te halen van school. In een enkel geval kan dit toch voorkomen. 6. Aan ouders wordt gemeld dat het protocol schorsing en verwijdering wordt opgestart. De leerkracht meldt bij de schoolleider dat er geen verbetering is in het gedrag van de leerling. Samen wordt besloten over te gaan op het protocol schorsing en verwijdering. De leerkracht meldt dit aan ouders. 6.4 Time-out en Protocol schorsing en verwijdering Time-out Een Time-out is een rustmoment. Even bezinnen, even weer de zaken op een rijtje zetten of gewoon even afkoelen. De leerling wordt bij een time-out even geconfronteerd met een nieuwe situatie of nieuwe plek. De keuze voor een time-outplek moet zorgvuldig zijn. De leerling moet er even rustig (zonder veel) prikkels kunnen verblijven. In een aantal gevallen is het raadzaam dat er geen andere kinderen direct betrokken zijn bij de leerling die even apart zit. Een leerling kan in een aantal gevallen zelf kiezen voor een time-out. Dit is de vrijwillige fase. In deze gevallen is er een herkenbare rustige werkplek in de klas waar het kind naar toe gaat. Meestal zal dit gebeuren tijdens de momenten dat de leerstof zelfstandig verwerkt wordt. In alle andere gevallen is de time-out niet vrijwillig en wordt een leerling door de leerkracht naar de time-outplek gestuurd. De procedure is vooral beschreven voor leerlingen die ongewenst gedrag vertonen. Er zijn ook leerlingen die niet agressief/opstandig zijn maar toch een time-outplek nodig hebben. Dit zijn bijvoorbeeld leerlingen die overprikkeld zijn en een rustmoment nodig hebben. De time-out kan in het eigen groepslokaal gebeuren. Er is een andere duidelijke time-outplek waar de leerling moet plaatsnemen. Uiteraard is het duidelijk dat een leerkracht er alles aan moet doen om ongewenst gedrag te voorkomen. Dat betekent dat de leerkracht de leerlingen onder haar/zijn hoede heeft en aanwezig is in de klas. De dag is goed voorbereid en materialen zijn voorhanden. Als er toch nog iets gehaald moet worden, wordt dit aan een leerling gevraagd.
22
Ook is de leerkracht op de hoogte van de behoeften van de individuele leerling en zal hem/haar aanspreken op de manier die de leerling nodig heeft. Leerlingen die medicijnen nodig hebben om het gedrag te reguleren moeten die medicijnen nemen. Als dit problemen geeft, worden de ouders meteen uitgenodigd voor een gesprek. Fase 1. Time-out in de klas De leerling vertoont ongewenst gedrag. De leerkracht probeert op een positieve manier ander gedrag te bewerkstelligen. Als dit niet lukt en de leerling gaat door is het tijd voor de gedwongen time-out. De leerling gaat naar de vaste herkenbare en prikkelarme time-outplek in de klas. Op de plek zijn materialen aanwezig waar de leerling mee kan werken en er is een time-timer waar de time-outtijd mee wordt ingesteld. Standaard nemen we daarvoor 10 minuten. De tijd die de leerling op de time-outplek doorbrengt wordt van de middagpauze vrije tijd afgehaald. De leerling moet immers wat inhalen. Als de leerkracht na 10 minuten merkt dat de leerling nog niet helemaal klaar is om terug te keren in de groep wordt de tijd met 10 minuten verlengd. Fase 2. Time-out buiten de klas en binnen de school Er is sprake van een time-out buiten de klas en binnen de school als gewenst gedrag uitblijft na een time-out in de klas. De leerkracht geeft de leerling opdracht naar de time-outplek buiten de klas te gaan. Indien de leerling niet uit zichzelf naar de time-outplek gaat, stuurt de leerkracht een andere leerling naar de schoolleider of intern begeleider en vraagt hiermee assistentie. Als de leerling weigert om mee te gaan en ongewenst gedrag blijft vertonen worden de ouders gebeld om de leerling op te halen. De ouders en het kind worden door de groepsleerkracht later op de dag uitgenodigd voor een gesprek. Dit als preventief middel om een volgende keer te voorkomen. De belangrijkste afspraken van dit gesprek wordt geregistreerd in Esis. Als het kind na interventie meegaat wordt de procedure vervolgd. Deze time-outplek buiten de klas is een klinische plek, gesitueerd in een lokaal tussen 2 groepslokalen in. Op deze werkplek is behalve een time-timer geen ander materiaal aanwezig. Standaard wordt de time-timer ingesteld op 10 minuten. Na deze 10 minuten komt de leerling zelf weer terug naar de klas. Het werk en de tijd die de leerling gemist heeft wordt in de middagpauze afgemaakt. De leerkrachten die grenzen aan het extra lokaal werken samen en houden eventueel toezicht over elkaars leerlingen. De leerkracht heeft op dezelfde dag een gesprek met de leerling. De belangrijkste afspraken van dit gesprek wordt geregistreerd. De groepsleerkracht licht de ouders in dat een time-out buiten de groep heeft plaatsgevonden. Wanneer er op een dag door een leerling twee keer een time-out buiten de groep moet plaatsvinden worden de ouders gebeld om de leerling op te halen. Het werk wat niet op school gemaakt kan worden gaat mee naar huis en wordt de volgende dag ingeleverd bij de leerkracht. De volgende dag volgt er een gesprek met de ouders en de leerling. De leerkracht voert dit gesprek samen met de Intern Begeleider. Er worden duidelijke afspraken gemaakt om een volgende keer te voorkomen en deze afspraken worden vastgelegd. Wanneer een leerling een volgende keer weer tweemaal op een dag naar de time-out voorziening buiten de klas moet is de procedure hetzelfde. De volgende dag volgt er een gesprek met de ouders en de leerling. De leerkracht voert dit gesprek samen met de
23
directeur. Er worden duidelijke afspraken gemaakt om een volgende keer te voorkomen en deze afspraken worden vastgelegd. Bij een herhaling wordt de procedure Schorsing gehanteerd. Schorsing Dit protocol treedt ook in werking als er sprake is van ernstig ongewenst gedrag door een leerling, waarbij psychisch en of lichamelijk letsel aan derden is toegebracht. Als besloten wordt om over te gaan tot een schorsing is de wettelijke regeling is hierbij van toepassing. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag van de school wordt voorafgaand aan de schorsing in kennis gesteld van deze maatregel en om goedkeuring gevraagd. Gedurende de schorsing wordt de leerling de toegang tot de school ontzegd. Voor zover mogelijk worden er maatregelen getroffen waardoor de voortgang van het leerproces van de leerling gewaarborgd kan worden. In eerste instantie zal de leerling voor 1 dag worden geschorst. Als er geen vooruitgang wordt gesignaleerd zal de schorsing worden verlengd. De schorsing bedraagt maximaal 3 weken en kan hooguit 2 maal worden verlengd. De betrokken ouders/verzorgers worden door de directie uitgenodigd voor een gesprek betreffende de maatregel. Hierbij dienen nadrukkelijk oplossingsmogelijkheden te worden verkend, waarbij de mogelijkheden en de onmogelijkheden van de opvang van de leerling op de school aan de orde komen. Van de schorsing en het gesprek met de ouders wordt een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de ouders/verzorgers voor gezien getekend en in het leerlingendossier opgeslagen.
Het verslag wordt ter kennisgeving verstuurd aan: het bevoegd gezag de ambtenaar leerplichtzaken de inspectie van het onderwijs Ouders kunnen beroep aantekenen bij het bevoegd gezag van de school. Het bevoegd gezag beslist uiterlijk binnen 14 dagen op het beroep.
24
Verwijdering Bij het zich meermalen voordoen van een ernstig incident, dat ingrijpende gevolgen heeft voor de veiligheid en/of onderwijskundige voortgang van de school, kan worden overgegaan tot verwijdering. De wettelijke regeling is hierbij van toepassing. Hierbij gelden de voorwaarden: Verwijdering van een leerling van school is een beslissing van het bevoegd gezag. Voordat men een beslissing neemt, dient het bevoegd gezag de betrokken leerkracht en de directie te horen. Hiervan wordt een verslag gemaakt wat aan de ouders ter kennis wordt gesteld en door de ouders voor gezien wordt getekend. Het verslag wordt ter kennisgeving opgestuurd naar: de ambtenaar leerplichtzaken de inspectie van het onderwijs Het bevoegd gezag informeert de ouders schriftelijk en met redenen over het voornemen tot verwijdering, waarbij de ouders gewezen wordt op de mogelijkheid van het indienen van een bezwaarschrift. De ouders krijgen de mogelijkheid binnen zes weken een bezwaarschrift in te dienen. Het bevoegd gezag is verplicht de ouders te horen over het bezwaarschrift. Het bevoegd gezag neemt een uiteindelijke beslissing binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift. Een besluit tot verwijdering is pas mogelijk nadat een andere basisschool of een andere school voor speciaal onderwijs is gevonden om de leerling op te nemen of dat aantoonbaar is dat het bevoegd gezag, gedurende acht weken, er alles aan heeft gedaan om de leerling elders geplaatst te krijgen. 6.5 Protocol medicijngebruik De Regenboog werkt volgens het protocol medicijnverstrekking van de GGD. Daarbij hebben we ervoor gekozen, dat onze leerkrachten in principe geen medische handelingen verrichten op school. Deze verantwoordelijkheid laten we over aan ouders en verpleegkundig personeel. Het gehele protocol kunt u lezen op onze website. Hier volgen de belangrijkste punten: Als een leerling ziek wordt op school Er wordt contact opgenomen met de ouders. Als zij of bekende contactpersonen niet te bereiken zijn, zal de leerkracht ervoor zorgen dat een leerling de tijd zo comfortabel mogelijk overbrugt. We vragen ouders daarom vooraf toestemming om de leerling in zo’n geval een paracetamol te geven. Als een leerling last heeft van bepaalde allergieën, is het belangrijk dat ouders dit doorgeven op school, zodat er rekening mee kan worden gehouden. Aan het begin van ieder schooljaar zal de leerkracht u vragen een vragenlijst in te vullen. Zo blijven onze gegevens up to date. Medicijngebruik leerling Veel leerlingen op De Regenboog gebruiken medicijnen. De leerkrachten zijn bereid deze medicatie toe te dienen op de door ouders aangegeven tijdstippen. De medicijnen worden door de leerkracht bewaard in een afgesloten lade. Ouders zijn er verantwoordelijk voor om te zorgen dat er voldoende voorraad is. Zorg er dus voor dat u weet voor hoeveel dagen u aan de leerkracht verstrekt en zet in uw agenda wanneer u weer nieuwe tabletten mee moet geven. Van belang is, wijzigingen van dosering of soort medicatie schriftelijk of via de mail door te geven aan leerkrachten.
25
7. Activiteiten ter verbetering van het onderwijs Het onderwijs is voortdurend in ontwikkeling. Vele maatregelen en vernieuwingen komen op ons af. Op niet alles hebben we zelf invloed (bijv. Rijksregelingen) en niet alles is even bruikbaar of past in onze filosofie. Het is de kunst een verantwoorde keuze te maken. Van belang is na te gaan wat we verstaan onder goed speciaal onderwijs en hoe we dit in de praktijk willen en kunnen vormgeven. In het kort gaan we hier in de schoolgids op in. In het meerjarenbeleidsplan van het schoolplan is hier meer over te vinden. 7.1 Kwaliteitszorg In Nederland wordt het onderwijs op scholen getoetst door de Inspectie van het onderwijs. Regelmatig onderzoeken wij ook zelf de kwaliteit van ons onderwijs. Wij gebruiken daarvoor een speciaal instrument: Werken met Kwaliteitskaarten (WMK) genaamd. Wij hanteren een cyclus van 4 jaren, waarbinnen alle zaken, die de inspectie belangrijk vindt, onder de loep worden genomen. In de praktijk betekent dit dat we per jaar een zestal gebieden nader onderzoeken. Ook laten we onze ouders en kinderen regelmatig hun mening geven. Dit gebeurt door vragenlijsten en door ouderavonden. De resultaten van het kwaliteitsonderzoek zijn openbaar en worden met bevoegd gezag en MR besproken. Regelmatig toetsen wij het effect van ons onderwijs en worden de resultaten zorgvuldig bekeken. De laatste jaren laten de opbrengsten een groei zien. Een groot aantal van onze leerlingen presteert op het niveau wat we van ze mogen verwachten. Een aantal van onze leerlingen presteert op een hoger niveau en een klein aantal onder het niveau. Uiteraard zijn deze gegevens voor onze ouders op school beschikbaar. Het meten van je schoolsucces is echter meer dan alleen de cito-toetsgegevens die ook in het leerlingendossier vermeld staan. Het vermelden van toetsgegevens en/of lijstjes uitstroomgegevens kan gemakkelijk aanleiding zijn tot het trekken van verkeerde conclusies. Allerlei sociaal-maatschappelijke en aanleg factoren maken “scoren” tot een niet zo eenvoudige activiteit. Het gaat erom, dat de school bijdraagt aan de ontwikkeling van kinderen naar het maximaal haalbare niveau, rekening houdend met alle omstandigheden. Kinderen zijn geen containers die door de school met kennis worden gevuld. Ze leren, naarmate ze kunnen. We vinden het belangrijk ons onderwijs op het individuele kind af te stemmen. De prestaties zijn zeer individueel, dus ook het vervolgtraject. Waar het uiteindelijk om gaat is te kunnen constateren dat de kinderen vol zelfvertrouwen “op hun plaats” zijn terechtgekomen.
26
7.2 Planning komend schooljaar De volgende onderwerpen staan in 2014-2015 centraal:
1
Beleidsterrein Pedagogisch klimaat
Actie Handelen op elkaar afstemmen door intervisiemomenten, collegiale consultatie, bij elkaar in de klas kijken en studiedagen Pedagogisch Handelen. Voorkomen van schelden en vloeken door de kinderen. Aandacht voor de omgang met elkaar op het plein.
2
Ouderbetrokkenheid
3
Passend onderwijs
4
Actieve en zelfstandige rol leerlingen
Ouders inzetten bij activiteiten in de school en het organiseren van thema-avonden. Opzet gele groep, verdieping HGW, samenwerking andere scholen. Verder gaan met implementeren coöperatief leren.
7.3 Scholing Leerkrachten Scholing op teamniveau gebeurt op basis van de onderwerpen die in het schoolplan staan aangegeven. Daarnaast vindt individuele scholing van de leerkrachten plaats, op basis van de persoonlijke ontwikkelingsplannen die jaarlijks worden opgesteld. De leerkrachten hebben twee keer per schooljaar een gesprek met de schoolleider over hun professionele ontwikkeling. Stages Onze school biedt regelmatig aan leerlingen van uiteenlopende opleidingen de mogelijkheid tot het lopen van stage. Bij de start van het schooljaar 2014-2015 worden voor dit jaar geen stagiaires verwacht op De Regenboog. Als er later stagiaires mee gaan lopen, zult u hiervan meteen op de hoogte worden gesteld. De groepsleerkracht blijft altijd (eind)verantwoordelijk voor de groep.
27
8. Feestelijke activiteiten De meeste tijd op De Regenboog wordt besteed aan onderwijs, maar er is ook tijd voor feesten en vieringen of andere activiteiten (waar je overigens ook veel van kunt “leren”). Sinterklaas Sinterklaas wordt gevierd door het maken van surprises voor elkaar. Ook ontvangt iedere groep een groepscadeau. Kerst De kinderen brunchen op school met zelf meegebrachte hapjes. Om kinderen bewust te maken van de verschillen in welvaart in de wereld, doen we jaarlijks mee aan een inzamelingsactie voor een goed doel. Dit jaar willen we weer meedoen met de actie Serious Request van Radio 3FM (Het glazen huis). Tijdens de brunch wordt bekend gemaakt hoeveel geld er is ingezameld. Carnaval Spelletjes, Schmink en playback. Feest met z’n allen in en door de school! Hiervoor nodigen we ook graag enkele hulpouders uit. Zomermarkt Altijd erg gezellig en leuk: kinderen verkopen hun eigen gemaakte zaken, uiteenlopend van koekjes tot vogelhuisjes. Schoolverlaters In de laatste schoolweek wordt er door de hele school afscheid genomen van de schoolverlaters. Dit gebeurt met een lied en de schoolverlaters presenteren hun musical. De schoolverlaters gaan aan het einde van het schooljaar met de eigen groep op kamp. De overige groepen gaan een dag op schoolreisje. Tijdens de projecten (wereldoriëntatie) zijn er gezamenlijke openingen of sluitingen, soms met toneelstukjes, met presentaties of met excursies. Dit schooljaar organiseren we in ieder geval een excursie naar het natuurmuseum en er komt een kunstenaar op school die met de kinderen een “trommel met rommel” gaat maken.
28
9. Verzekering De school heeft een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering. Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen; personeel; vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering als een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële schade (kapotte bril, fiets etc.) valt niet onder de dekking. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school actief zijn (bestuursleden, personeel en vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims als gevolg van onrechtmatig handelen. Wij attenderen U in dit verband op twee aspecten, die vaak aanleiding zijn tot misverstand. Ten eerste is de school of het schoolbestuur niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moeten worden vergoed. Deze opvatting leeft wel bij veel mensen, maar berust op een misverstand. De school is alleen aansprakelijk en daarmee schadevergoedingsplichtig wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus tekort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is dus mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid van de kant van de school. Een voorbeeld daarvan is schade aan een bril tijdens de gymnastiekles; die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering en wordt (dan ook) niet door de school vergoed. Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens andere door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders/verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering afsluiten.
29
AANVRAAGFORMULIER VAKANTIE EN VERLOF Aan de directeur van: ……………………………………………………………………… Ondergetekende:
Naam: ………………………………………………… Adres: ………………………………………………… Tel: …………………………………………………… Ouder/verzorger van: …………………………………
Vraagt hierbij verlof voor de dag / periode ……………………………………………….. Reden O O O O O O
voor dit verlof: verhuizing bijwonen huwelijksfeest van bloed- of aanverwanten bijwonen ambts- of huwelijksjubileum van bloed- of aanverwanten ernstige ziekte of overlijden van bloed- of aanverwanten vakantieverlof (bewijsstukken bijvoegen) andere reden: …………………………………………………………………………………………………………….
Datum:
Handtekening:
Geachte ouders/verzorgers, O O
Hierbij verleen ik U toestemming voor het gevraagde verlof op ………………(datum) Voor uw kind(eren) ………………………………………. (naam kind(eren). Hierbij geef ik U GEEN toestemming voor het gevraagde verlof op ………….(datum) Voor uw kind(eren) ………………………………………..(naam kind(eren) Reden: ………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………..
Datum:
Handtekening:
BEZWAARPROCEDURE Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u hiertegen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen 6 weken na dagtekening van deze beschikking gemotiveerd:
een bezwaarschrift indienen bij de directeur van de school (indien de aanvraag betrekking heeft op vakantieverlof (art. 13a) of gewichtige omstandigheden (art. 14) van 10 schooldagen per schooljaar of minder)
BESLISSING LEERPLICHTAMBTENAAR: (is alleen noodzakelijk indien de aanvraag betrekking heeft op gewichtige omstandigheden voor meer dan 10 schooldagen). O O Datum:
Hierbij verleen ik toestemming voor het gevraagde verlof op ………………………… Hierbij verleen ik GEEN toestemming voor het gevraagde verlof. Zie motivatie in bijgaand schrijven. Handtekening: