Een uitgave van de Grootouders- en Seniorenactie van de Gezinsbond 20 december 2013 - nummer 4
INHOUD Mantelzorg
1-2 3
Column Willem Vermandere xxx
4-5 Architectuurgids illustratie: Koenraad Tinel
Op de kermis zat Edwaar met de smid van het dorp pinten te pakken. De twee enige overgebleven oudstrijders van ’14 -’18. Ze schepten tegen mekaar op. Wie zou er het langst leven? ”Ik ga honderd jaar worden”, zei de smid. ”Awel, ik zal naar uw begraving komen”, antwoordde Edwaar. Edwaar won.
plaatje misschien nog glimlachen; met de verhalen van beeldend kunstenaar Koenraad Tinel en schrijver Stefan Brijs is het vaker grimlachen. Tekenaar Tinel neemt ons mee naar de donkere kant van het landelijk leven van weleer waar boerderij en kerk de belangrijkste plaatsen in een mensenbestaan waren. Een platenboek waarin Brijs zuinig met commentaar is. De beelden van de dramatische hoofdrolspelers zeggen voldoende. Aangrijpend en grotesk, beide blijven in balans. RDS
Het boek ’Verhalen van het Pajottenland’ is geen uitstapje in ’Vlaanderen Vakantieland’ maar een kennismaking met een ruwe, grauwe wereld. Ga je van bovenstaand
’Verhalen van het Pajottenland’, Atlas/Contact, 415 blz., 45 euro
Wat schuilt er onder de mantel ? Zorg dragen voor anderen, of het nu om kinderen, jongeren, mensen met een handicap, zieken of ouderen gaat, is van alle tijden. De laatste jaren kwam het begrip ’mantelzorg’ echter steeds meer onder de aandacht. Typerend voor deze evolutie is de campagne ’Heel de wereld mag het weten’ die de Vlaamse overheid opzette in 2009, om de mantelzorgers in Vlaanderen een hart onder de riem steken. Via spotjes op de radio en af-
fiches liet de campagne ’aan heel de wereld’ zien hoe goed de mantelzorgers voor iemand anders zorgen.
H
et Woonzorgdecreet uit 2009, dat het beleid bepaalt inzakethuiszorg en residentiële ouderenzorg in Vlaanderen, besteedt bijzondere aandacht aan de mantelzorger. Het decreet maakt de keuze voor het zo lang mogelijk inzetten op mantelzorg en zelfzorg. Tegelijkertijd pleit het
decreet voor het ondersteunen van de mantelzorger zelf en het rekening houden met zijn/haar draagkracht. Een wezenlijk kenmerk is dat mantelzorg zich ontplooit binnen bestaande sociale relaties: tussen ouders en kinderen, partners, vrienden, buren,… Omwille van de hoge emotionele betrokkenheid ’rollen’ mantelzorgers vaak als het ware in de zorg. Lees verder op pag. 2
6 Oorlogsdagboeken
7
Coördinatie: Ronny De Schuyter Werkten mee aan dit nummer: Boris Bonne, Kristien Bonneure, Benedicte De koker, Lieve De Vos, Chris Dutry, Ronny De Schuyter, Willem Vermandere, Geert Van Hecke, Paul en Barbara Verstraete Eindredactie: Jef Bergmans Lay-out: Tessa De Ceuninck ’Aktief’ is een uitgave van de Grootouders- en Seniorenactie van de Gezinsbond en verschijnt vier keer per jaar als bijlage bij De Bond. Troonstraat 125, 1050 Brussel, tel. 02-507.89.45,
[email protected]
20 december 2013
2 2 / AKTIEF AKTIEF Tegelijk wordt het moeilijk om grenzen te stellen aan de eigen inzet. Dan blijven mensen zorg opnemen, tot de draaglast de draagkracht ver overschrijdt. Naar schatting 8% van de mantelzorgers voelt zich zwaar (over)belast. De druk kan na verloop van tijd zo groot worden dat het de mantelzorger belemmert in zijn functioneren en welbevinden. Verschillende studies tonen aan dat het verlenen van mantelzorg gepaard gaat met een slechtere psychische gezondheid, meer fysieke gezondheidsklachten en zelfs een hoger sterfterisico. Overbelasting van de mantelzorger kan dan ook leiden tot het stopzetten van de thuiszorg en opname van de oudere persoon in een Woon- en Zorgcentrum. Anderzijds beleven veel mantelzorgers ook voldoening en zingeving aan de zorg. Recent onderzoek toont aan dat net in zware zorgsituaties, mensen meer positieve persoonlijke ervaringen rapporteren. In ieder geval is het belangrijk om de ervaringen van mantelzorgers niet te veralgemenen. Dé mantelzorg of dé mantelzorger bestaan niet. Sommige mantelzorgers zijn 24 uur per dag ’stand by’ om zorg te leveren, terwijl anderen zich toespitsen op huishoudelijke taken en bijvoorbeeld wekelijks boodschappen doen voor een zorgbehoevende ouder. Ook de beleving van de zorg verschilt sterk: waar sommigen een zware belasting ervaren en zich fysiek of emotioneel uitgeput voelen, vinden anderen de zorg een verrijkende ervaring, zonder negatieve gevolgen voor het welbevinden. De balans tussen draagkracht en draaglast is hierbij van groot belang. Factoren die de zorg zwaarder maken zijn onder andere hoeveel en welke soort zorg men opneemt en de aard van de zorgnoden van de
oudere. Als een persoon met wie men een nauwe band heeft, ziek is of achteruitgaat, vormt dat op zich een bron van verdriet en verliesgevoelens. Hoe meer zorgtaken mensen opnemen, hoe groter de kans dat zij zich overbelast gaan voelen. In het bijzonder persoonsverzorging (helpen bij wassen, toiletbezoek,…) wordt doorgaans als meer belastend ervaren. Bepaalde ziektebeelden zoals dementie leiden ook tot een hogere belasting omwille van de mentale beperkingen of gedragsveranderingen die optreden. Verschillende factoren kunnen een negatieve impact van de zorgverlening verzachten of verhinderen. Belangrijk hierbij is de wijze waarop de mantelzorger betekenis geeft aan de situatie en omgaat met problemen. Drie strategieën blijken hierbij zinvol nl. hantering, motivatie en acceptatie. Hantering betekent dat men actief op zoek gaat naar oplossingen. Mantelzorgers krijgen te maken met heel wat praktische problemen. Door effectief in te grijpen op deze problemen, kennis rond de zorg te verhogen en vaardigheden aan te leren, kan
de zorgbelasting worden verminderd. Acceptatie houdt in dat men ongunstige omstandigheden probeert te aanvaarden en oog heeft voor wat wel nog mogelijk is. Mantelzorgers die de situatie aanvaarden, schikken zich in de eisen die de omstandigheden hen opleggen: bv. er zich bij neerleggen dat het niet langer mogelijk is om zoals vroeger twee weken op reis te gaan naar Spanje, maar wel te genieten van een weekendje aan zee. Motivatie verwijst naar persoonlijke redenen om de zorg vol te houden. De motivatie kan het gevolg zijn van wederkerigheid in de relatie (het gevoel dat de oudere de zorg verdiend heeft), of van voordelen die men ziet in het verlenen van zorg (zingeving of waardering krijgen). Als er sprake is van een adequate hantering, een grote acceptatie en een sterke motivatie, vermindert dit de belasting die de mantelzorger ervaart. De samenhang tussen deze factoren kan echter complex zijn. Zo zijn bv. mantelzorgers die een sterke en liefdevolle band hebben met de oudere, vaak zeer gemotiveerd. Tegelijk kan die goede relatie het erg
Paul (tekst) en Barbara (tekening) Verstraete
moeilijk maken om afstand te nemen van de zorgsituatie en om de ziekte of aandoening te accepteren. Het ervaren van sociale steun is ook een belangrijke factor. Wie kan terugvallen op de emotionele en praktische steun van familie, vrienden of andere mantelzorgers, kan de zorg meestal beter aan. Het leven van de mantelzorger draait echter vaak volledig rond de zorgbehoevende, waardoor er minder tijd overblijft voor het eigen gezin of vrienden. De familie/het gezin van de mantelzorger kunnen zich tekort gedaan voelen omdat ze te weinig aandacht krijgen, ze te weinig samen kunnen doen of omdat ze van mening verschillen rond de zorg. Activiteiten buitenshuis kunnen een stuk minder vanzelfsprekend worden en relaties met vrienden kunnen spaak lopen op de zorgsituatie. Ook de kwaliteit van de relatie met de zorgbehoevende speelt een belangrijke rol voor de beleving van de zorg. Mantelzorgers die waardering ervaren van de hulpbehoevende voelen zich minder belast. Ook de (vroegere) hechting beïnvloedt de ervaren zorgbelasting. Zo gaat een slechte huwelijksrelatie in het verleden of een groot verlies van gehechtheid samen met een hogere zorgbelasting. Soms zijn er karakter- of gedragsveranderingen bij de oudere waardoor de relatie helemaal wijzigt. In partnerrelaties kan dat betekenen dat de interactiepatronen die bv. gebaseerd waren op een traditionele man-vrouwverhouding, moeten worden herzien. De rolverschuiving bij kinderen die de zorg voor hun ouders opnemen wordt ook ’omgekeerd ouderschap’ genoemd. Om de zorg te verlichten kunnen ook praktische hulpmiddelen en een aangepaste woonomgeving een belangrijke rol spelen. Mantelzorgers hebben niet altijd zicht op deze mogelijkheden. De zoektocht naar informatie is voor veel mantelzorgers een zware opgave. Vaak hangt aan de zorg ook een prijskaartje vast. Het combineren van werk en zorg kan te zwaar worden voor de mantelzorger, waardoor deze beslist om het betaald werk te verminderen of stop te zetten. De beschikbaarheid van financiële en materiële ondersteuning is dan ook een aandachtspunt. Vanuit de preventie is het belangrijk dat ondersteuning tijdig wordt ingeschakeld. Vaak blijkt echter dat mantelzorgers pas op zoek gaan naar hulp, wanneer zij de situatie niet langer alleen aankunnen. Dit geldt in het bijzonder voor oudere partners. Naast het verbeteren van de informatievoorziening is het dan van belang dat mensen worden gestimuleerd om de zorg te delen met andere mantelzorgers en professionele hulpverleners, van in de beginsituatie.
Benedicte De Koker & Lieve De Vos Hogeschool Gent
20 december 2013
AKTIEF / 3 COLUMN / Willem Vermandere
H
alfweg december, ruim vijftig jaar geleden, zongen we dagelijks in de kloosterkapel ”Rorate coeli desuper et nubes pluant justum”. Wat het precies betekent, heb ik me toen nooit afgevraagd en nu lig ik er ook niet meer wakker van. Het klonk zo mooi, dat was voldoende. Met een kleine honderd man leefden we in ons klooster in uiterste soberheid, allemaal ’t zelfde voedsel, allen ’t zelfde lang zwart kleed, allen tegelijk gaan slapen en opstaan (altijd veel te vroeg). Allemaal hetzelfde ideaal: ”Het rijk Gods”, zogezeid. Terwijl het buiten koud en nat en nog stekkedonker was, zaten we in die kapel bij enkele brandende kaarsen, onverstaanbare Latijnse gebeden zingend, te wachten op het licht dat moest herboren worden. Wat een ongelooflijk avontuur! Nu is het spectaculair nieuws als één zestienjarige jongen naar India vliegt om monnik te worden. Wij waren met honderden, die de wereld ontvluchtten! Neen, niet via Zaventem, want hier te lande waren genoeg kloosters waar ze paters kweekten. Vanaf mijn dertiende levensjaar ben ik in zo’n streng kloosterinternaat terechtgekomen. Om de twee maanden mochten we even een paar dagen naar huis. Zes jaar later kregen
we dat zwarte kloosterkleed om de lendenen en mochten we een heel jaar lang niet naar huis. Aan mijn kleinkinderen mag ik dit gruwelverhaal niet meer vertellen. Ze slapen er slecht van. Ikzelf zit nu te glimlachen om die periode. Ja, ik heb geprobeerd om heel dat avontuur uit te wissen, maar het lukt niet. Die kloostertijd zit zo vastgebetonneerd in mijn fundamenten. Daar ligt in mijn ziel zo’n dikke composthoop, van gezangen en gebeden, van wereldwijde verhalen, mythes en sprookjes, van Joden en Grieken, maar ook van Bantoes en Hindoe’s, van eskimo’s en indianen. De wereld die ons aanbelangde, mochten we exploreren. Schrijvers die afweken van de leer van Rome waren ketters. Ook boeken waarin een blote bil beschreven stond, die zaten niet in de kloosterbibliotheek. Met honderden zijn we vijftig jaar geleden ook ”teruggekeerd” naar de wereld. Enkele uitzonderingen zijn doorgegaan. Mijn klooster is al lang tot de grond afgebroken, verzwonden, in de aarde weggezakt, in lucht opgegaan. En wij, schamele jonge mannen, werden uitzinnig van geluk toen we de liefde van ons leven vonden, kinders op de wereld mochten zetten en na al die jaren
foto: Jan Verhaeghe
Rorate coeli
zelfs grootvader mochten worden. Zouden we dat niet aanraden aan alle jonge mensen, eerst een paar jaar in zo’n klooster gaan leven, desnoods in Tibet! We leefden destijds met bijna niks, tenzij de dagelijkse afwas, het schuren en schrobben van de lange gangen en trappen en vooral de dagelijkse studie van al die oude kerkvaders. De glorieuze en bij momenten schandelijke kerkgeschiedenis werd ons niet onthouden. Toen was er ook die ondoorgrondelijke Bijbel. Wat een verzameling oeroude geestige onmogelijke vertelsels! Bijvoorbeeld over de schepping van de wereld, over hoe we het paradijs kwijtgespeeld hebben, over een herder die door een boer werd doodgeslagen, over een man die een reusachtige boot bouwde om van alle dieren ter
wereld een koppel van de verdrinkingsdood te redden. Sorry voor de dinosauriërs, die konden er niet meer bij. Dan verzwijg ik nog de naam van die maagd die zonder dat daar een vent aan te passe kwam een kind ter wereld bracht. Zeg het nu eens eerlijk ... kan een toekomstige liedjesschrijver een betere opleiding krijgen! Het moet allemaal niet waar zijn, als ’t ons maar pakt en iets blootlegt van het raadsel van heel de schepping. Wat hadden onze godgeleerde professoren (onze goeroe’s) toch moeite om de parabel van de talenten naar waarheid te interpreteren. Moest ik niet mijn persoonlijke goestingskes, dat tekenen en schilderen en beeldhouwen, dat altijd maar met muziek bezig zijn... opofferen aan het grote ideaal, ”de blijde boodschap” genaamd. Verdomme, daar ben ik op afgeketst. Dat rijk Gods is niet zoiets waar ge naartoe moet als ge dood zijt. Die man van Nazareth zal het nooit zo bedoeld hebben. Maak iets van uw leven, uw talenten zullen u de weg wijzen. Uiteindelijk mocht ik in dat klooster niet worden wie ik moest worden. Maar daar voeg ik aan toe... dank zij die kloostertijd heb ik in alle hevigheid mijn weg gevonden. Laat die jonge man naar zijn verre klooster in India vliegen. Blijft hij daar... hij zal gelukkig zijn! Komt hij terug... ook goed... een geweldige ervaring rijker zal hij weer thuis komen.
foto: Lieve Blancquaert
Lieve Blancquaert / Birth Day Wie zich rept kan nog net naar de expo van Lieve Blancquaert in het Cultuurcentrum ING te Brussel. Tot 5 januari 2014 loopt daar Birth Day, het tentoonstellingsluik van het bijzondere geboorteproject van de fotografe. In de veel bekeken tv-reeks volgt nog een indringende reportage uit India (30 december 201) om te eindigen op maandag 6 januari met ook al beklijvende beelden uit Brussel. Bij dat alles hoort ook een fraai fotoboek. Wie Lieve Blancquaert in levenden lijve aan het woord wil horen, kan terecht bij de Gezinsbond. In elke provincie is er dit voorjaar een lezing met de fotografe. Meer info via www.gezinsbond.be/birthday.
20 december 2013
4 / AKTIEF ALS JE EEN KLEINKIND VERLIEST…
”Ze blijft overal aanwezig en zo geef je het gemis een plaats” Poelkapelle is een West-Vlaams dorp van nauwelijks tweeduizend zielen. Maar door het bewogen oorlogsverleden van de Westhoek is ook deze gemeente – op een steenworp van Ieper – bekend tot ver buiten de grenzen. En dat heeft vanzelfsprekend veel te maken met de aanwezigheid van een Brits oorlogskerkhof. Het is winterdonker als ik de dorpsgrens nader en ter hoogte van dat soldatenkerkhof een landweg insla. Korte tijd later krijg ik een warm welkom ten huize Thorrez-Debaere. Marijke en Jos zijn de trotse grootouders van vijf kleinkinderen. Ze hebben ooit gereageerd op een oproep in dit katern om je grootoudersverhaal te vertellen. En nu mag ik ter plekke naar dat verhaal komen luisteren, over blij zijn met klein geluk maar evengoed over het gemis om een gestorven kleinkind.
Z
e heette Esmée. De kleindochter van Marijke en Jos die op de leeftijd van 3,5 jaar overleed. Al van bij haar geboorte had Esmée – hun eerste kleinkind – het niet makkelijk. Door problemen met de heupen moest ze lange tijd in het gips zitten en verschillende keren geopereerd worden. Bovendien kampte ze met een zware reflux, waarvoor uiteindelijk ook een operatie nodig was. Maar Esmée was een dappere meid – ”een prachtkind”, zeggen de grootouders – een ”vechtertje” dat de pijn wist te verbijten. En toen ze net enkele maanden schoolliep, leken alle zorgen van de baan, tot de dag waarop ze onverwachts thuis in bed overleed. ”Dat was een donderslag bij heldere hemel”, zegt Marijke. ”Kort voordien had ze nog maar net haar nieuwjaarsbrief bij ons opgezegd en ik weet nog goed hoe die klonk:
Ik kom hier op mijn minivoetjes Zacht en lief Ik geef je eerst een zoentje En dan mijn nieuwjaarsbrief Was het misschien een late vorm van wiegendood, was er iets met haar hartje of met de hersenen? We zullen het nooit weten waaraan Esmée gestorven is.”
Troost in natuur Twee maanden na Esmées overlijden werd haar broertje Gillis (4) geboren. Meteen lagen verdriet en vreugde heel dicht bij elkaar, en dat ging vooral ook gepaard met de angst om de gezondheid van deze pasgeboren baby. Marijke: ”De gynaecoloog kon onze dochter gelukkig geruststellen. Gillis was een rustig en gezond kind, ondanks de onrust op dat moment in zijn omgeving. En het was naar aanleiding van zijn eerste verjaardag dat we destijds naar Aktief gemaild hebben, met een
verhaal over het plezier om onze kleinzoon te zien genieten van de natuur en de vogeltjes buiten.” Jos: ”Wij zijn natuurmensen en vinden daar ook troost als het moeilijk gaat. Allicht daarom hebben we toen gereageerd op die oproep in ’De Bond’: om onze gevoelens te delen met andere gezinnen die hetzelfde meegemaakt hebben. De natuur, maar evengoed bezinnende teksten of muziek bieden vertroosting. Ik denk bijvoorbeeld aan onze Willem Vermandere, want ook hij weet met Runeke wat het betekent om een kleinkind te verliezen.”
Snel draad weer opnemen Er was de blijdschap om de geboorte van Gillis, maar natuurlijk vervangt het ene kleinkind het andere niet. Toch zaten Marijke en Jos met het gevoel dat ze snel weer vooruit wilden en beetje bij beetje de draad weer moesten oppakken. foto: Kristof Ghyselinck
20 december 2013
AKTIEF / 5 Jos: ”We beseften immers dat het geen zin had om bij de pakken te blijven zitten. Dat mochten we ook de kleinkinderen niet aandoen die later nog geboren zouden worden.”
dagdutje gedaan en krijgt nu nog een fruitpapje. ”Ze is pas negentien maanden oud”, zegt de trotse oma, ”en ze kan al zelf haar lepeltje nemen om te eten. Kinderen moeten vandaag ook rap zelfstandig zijn, zeker als ze op die leeftijd al naar de crèche gaan. Het is uitzonderlijk dat we in de week zorgen voor Saar en Mats. Normaal gezien komen ze alleen in de vakanties of bij ziekte bij ons logeren. Maar Gillis en zijn broer Désiré komen wel twee dagen in de week naar ons.”
Marijke: ”Esmée werd op zaterdag begraven en de maandag erop ben ik meteen weer gaan werken. Te lang thuis blijven met mijn verdriet was niet houdbaar. Nam ik te snel de draad van het werk weer op? Misschien wel, ik weet het niet. Gelukkig kreeg ik bij de collega’s voldoende ruimte om mijn gevoelens de vrije loop te laten als ik daar behoefte aan had. Ik werkte merkelijk trager, dat wel. Maar door administratie mee te nemen naar huis, bouwde ik toch geen achterstand op.” Jos: ”Je blijft verweesd achter. Zelf zat ik toen in een functie waarbij ik de leiding had over een team. Dan is het nog moeilijker om over je gevoelens te spreken, want het werk moet gewoon gedaan worden. Sommige collega’s toonden zich zeker begripvol en waren vol medeleven, want niet iedereen had de kans om naar de begrafenis te komen.” Marijke: ”Het zijn ook scharniermomenten in je leven waarop je de mensen met wie je dag in dag uit te maken hebt, nog beter leert kennen. En daardoor kom je evenzeer voor verrassingen te staan. Zo kon ik niet begrijpen dat een collega die ik altijd ervaren had als een warme persoonlijkheid, toch geen enkele blijk van medeleven getoond had na het overlijden van Esmée. Pas maanden later, naar aanleiding van een jubileumviering op het werk waarbij ik ook in de bloemetjes gezet werd, volgden de verontschuldigingen: ’Sorry dat ik toen niet reageerde, maar ik was zelf zo geschrokken dat ik mijn kop in het zand stak’, stond er in een mail. Ik kon dat aanvaarden en we zijn daarna goede collega’s gebleven. Ook al zeg je op een stuntelige manier ’ik weet niet wat te zeggen’,
foto: Kristof Ghyselinck
”Als er een blaadje afvalt van de orchidee, is dat voor ons als het ware een knipoog van Esmée. Op die manier zegt ze ons dat ze er ook graag bij is” dat op zich alleen al biedt troost. Maar reacties als ’je hebt toch al een nieuw kleinkind’ vond ik vreselijk.”
Engelbewaarder Jos: ”Ik weet niet of ik sinds het overlijden van Esmée anders met de kleinkinderen omga. Zoals elke (groot)ouder zijn wij natuurlijk bezorgd, want een ongeval is vlug gebeurd. En hoe snel komen kinderen niet, ook in je eigen huis, in onveilige situaties terecht? Ik zie het nog zo voor mij dat een van de kleinkinderen hier aan het snoer van het strijkijzer trok toen Marijke aan het strijken was. Je mag er niet aan denken wat er gebeurt als zo’n
TIPS VOOR TRIPS
De livingklok tikt intussen vijf uur als Saar met oma Marijke naar beneden komt. Het jongere zusje van Mats (3 jaar) heeft net haar mid-
De orchidee van Esmée Esmées foto staat op de schoorsteenmantel in de woonkamer. En altijd bloeien er orchideeën bij want met haar grijpgrage handjes plukte Esmée telkens de blaadjes van die bloemen. ”Hoewel we haar nu al vier jaar moeten missen, is ze toch nog dichtbij ons”, zeggen Jos en Marijke nog. ”En dat merk je aan kleine dingen. Weet je wat bijvoorbeeld zo’n vreemd gevoel geeft? Op bijzondere dagen in onze familie – de eerste schooldag, een verjaardag… – valt er altijd een blaadje af van die orchidee. Voor ons is dat als het ware een knipoog van Esmée, die ons op die manier zegt dat ze er ook graag bij is. Wij hebben ooit iets dergelijks in ’De Bond’ gelezen van ouders die een kind verloren hadden. Toen ging het over een vlinder die als het ware een teken gaf en bij ons is het dus de orchidee van Esmée.”
Geert Van Hecke
ties hun eigen weg vinden. Opgelet: in het weekend kan het er héél druk zijn en is een maaltijd op de stoep niet uitzonderlijk.
Londen in stijl Voor liefhebbers van Londen die de Britse hoofdstad al enigszins kennen, is het boek ’Londen in stijl’ een voortreffelijke gids om nieuwe adresjes te ontdekken. Londenkenner Saska Graville laat de paleizen, musea, parken en beroemde winkels links liggen, maar neemt de reiziger mee naar die plekken die (veelal) niet in een doorsnee reisgids voorkomen. Terecht waarschuwt ze voor overdaad. Londen kan je best wijk per wijk verkennen en haar boek volgt ook die indeling. De auteur beperkt zich tot het kerngebied van Londen. Dat levert niettemin – wat dacht je – nog altijd een ongelooflijk palet van diverse eet-, winkel- en slaapadresjes. Tussendoor verklappen locals hun persoonlijke favorieten. Zeer keurig uitgegeven.
peuter dat hete ijzer op zich krijgt. Zo is Désiré (2,5 jaar) toch al eens – door met zijn fietsje door het huis te crossen – met zijn hoofd pal tegen de rand van de piano terechtgekomen. Op de leeftijd waarin onze vier kleinkinderen zich nu bevinden, zijn we toch nog het liefst een engelbewaarder voor hen, iemand die dus een oogje in het zeil houdt. Maar ik moet wel toegeven dat ik nu nog gevoeliger ben voor tragische ongevallen met kinderen als daarover in de media bericht wordt.”
Of de broertjes beseffen dat hun zusje overleden is, wil ik nog weten. ”Gillis begint zeker al vragen te stellen”, zegt Marijke. ”Ze wonen vlakbij het kerkhof en gaan iedere week naar het graf. Onlangs zei hij nog: ’Ik heb ook een zusje, maar ze is nooit thuis.’ Esmée blijft overal aanwezig en dat is belangrijk om het gemis een plaats te geven.”
Londen in stijl, Kosmos uitgevers, 296 blz., 19,95 euro
Met oma en opa op vakantie Shoreditch, dat tussen de City en het Olympisch Park ligt, staat voor een dosis ruwe stadse stijl met onafhankelijke winkels en eetcafés, markten, chique interieurzaken, originele galerijen, prikkelende platenwinkels en armoedige warenhuizen met oude spullen. Je kan het vergelijken met Mitte in Berlijn waar ook alle genera-
Een echte topper in het vakantieaanbod is ’met oma en opa naar zee’. Deze zorgeloze midweek in het Reigersnest is er een eentje vol sport, spel en amusement voor grootouders én hun kleinkinderen. Op het programma staat onder meer begeleide wandelingen en fietstochten, strandsporten, knuffelturnen en zwemmen.
Noteer nu al de grootouder- en kleinkindvakanties in het Reigersnest in de week van 7-11 juli, 18-22 augustus en 25-29 augustus 2014. Nieuw voor 2014 is het vakantieaanbod met ’oma en opa naar de Bosberg’ in het Limburgse vakantiehuis van de Gezinsbond. Daar zijn de grootouders, ouders en kleinkinderen welkom van 30 juni tot 4 juli 2014. Meer weten? www.gsf.be en www.gezinsvakantie.be
RDS
20 december 2013
6 / AKTIEF
Rectoraat VUB
Hergé museum
Architectuurgids voor België Wat zijn de interessantste Belgische gebouwen sinds 1900? Die vraag werd voorgelegd aan een aantal straffe Belgische architecten en dat resulteerde in het boekje ’Belgium’s Best Buildings’. Een handige gids om dit (vaak lelijk) volgebouwde land eens op een andere manier te verkennen.
drukpersen. Met het drukkerijgebouw Sanderus wilde architect Christian Kieckens een pand neerzetten dat ook zonder drukactiviteiten zijn recht van bestaan heeft. Bijzondere aandacht werd besteed aan de instroom van natuurlijk licht. Het bedrijfsgebouw werd tussen 1996 en 1998 opgetrokken op dezelfde plaats waar het oude tegen de grond ging. Rectoraat VUB, Pleinlaan 2, Elsene
Er zijn 75 gebouwen geselecteerd, wat een mooie mix oplevert die reikt van Oostende (het voormalige PTTgebouw van Gaston Eysselinck) tot Luik (het ambitieuze tgv-station van de Spaanse architect Calatrava). Elk gebouw krijgt in de gids een foto met een korte toelichting van het bouwproject. Hierbij zes tamelijk onweerstaanbare tips in de vorm van een persoonlijk favorietenlijstje.
Dit baken van Renaat Braem (19002001) op de campus van de Vrije Universiteit Brussel wil volgens de bekende ontwerper door zijn ellipsvorm uiting geven aan de ”open en pluralistische visie” van de opdrachtgever. In 2007 werd het gebouw, nauwelijks 30 jaar oud, beschermd als monument.
Drukkerij Sanderus, Ronseweg 65, Oudenaarde
Brugge, met zijn hoog prentkaartgehalte, mag zonder schroom uitpakken met dit moderne concertgebouw uit 2002. Het wordt door kenners qua akoestiek tot de wereldtop
Gebouwen van drukkerijen zijn vaak niet meer dan een omhulsel van grote
Concertgebouw, ’t Zand 34, Brugge
gerekend. Robbrecht en Daem op zijn best, al is het ook fijn toeven in hun Stadshal (’de schapenstal’) in Gent. Centraal Station, Antwerpen Het is verleidelijk om het MAS naar voor te schuiven als we richting Antwerpen reizen. Maar het station, die machtige ’spoorwegkathedraal’, doet ons even vergeten dat de trein alweer vertraging had. Louis Delacenserie (1838-1909) tekende begin twintigste eeuw bovendien voor een technisch huzarenstukje. Hop, nu naar ’t Eilandje. C-mine 10, Genk C-Mine, de mijnsite die tussen 2005 en 2010 dankzij de Vlaamse bouwmeester Peter Swinnen een ware metamorfose onderging, kreeg dit jaar de Vlaamse Monumentenprijs. ”De restauratie van de vroegere steenkoolmijn van Winterslag is een geslaagd voorbeeld van de herbestemming van onroerend erfgoed”, klinkt het éénstemmig.
W
ie geen yoga beoefent of er maar weinig over weet, denkt doorgaans dat yoga vooral iets voor jonge mensen is. Juist door hun actieve, vaak stresserende leven kan yoga helpen om innerlijke rust terug te vinden. Maar yoga beoefenen is even gunstig voor oudere mensen die, al dan niet gedwongen, proberen het wat kalmer aan te doen. Yoga is ook meer dan een serie spirituele oefeningen, want men vertrekt niet van de klassieke westerse scheiding tussen geest en lichaam. Het is gunstig voor allebei en bijgevolg ook voor het ouder wordende lichaam dat blijvend beweging nodig heeft. Carole Morency is een Canadese yogini, een vrouwelijke yogi, die klassiek geschoold is maar zich sinds vijf jaar volledig toelegt op het aanleren van yoga aan zeventigplussers. Over haar ervaringen schreef ze een boek dat hopelijk zijn weg vindt naar wie dagelijks ouderen begeleidt met het oog op hun psychisch en fysiek welzijn. Het eerste deel van ’Yoga op leeftijd’ biedt een beknopte maar degelijke inleiding tot de wereld van de yoga, een vijfduizend jaar oude discipline die in India ontstaan is en sinds de jaren zestig van vorige
eeuw ook bij ons haar beoefenaars kent. Yoga heeft de ’bewuste’ ademhaling als basis en de andere yogahoudingen of asana’s vertrekken ervan. Verder heeft yoga evengoed te maken met gezonde voeding, voldoende ontspanning, positief denken en meditatie. Yoga is dus veel meer dan ’fitness’. Praktische oefeningen vormen de hoofdmoot van dit handboek en worden mooi geïllustreerd met kleurenfoto’s. De opdrachten zijn bovendien aangepast aan ouderlingen en helpen om ouderdomskwalen te verlichten. Meestal gaat het om stoeloefeningen die veilig uit te voeren zijn. Yoga vervangt de traditionele medische zorg natuurlijk niet, maar helpt wel om het verouderingsproces te vertragen en deze levensperiode in sereniteit te beleven. Het boek van Carole Morency is doorspekt met een aantal getuigenissen van hoogbejaarden die de weldoende invloed van yoga ervaren hebben.
C.D. Yoga op leeftijd. Meer kracht en flexibiliteit door yoga, Carole Morency, 2012, Altamira, 16,90 euro.
foto: Matthieu Dupuis / tango
Yoga voor alle leeftijden
Hergé museum, Rue du labrador 26, Louvain-la-Neuve Dit museumgebouw, met zijn licht futuristisch trekjes, is ontwerpen door de Franse architect Christian de Portzamparc. Het heeft de vorm van een prisma dat lijkt te zweven in de bosrijke omgeving. Op 3.600 vierkante meter zijn acht zalen ingericht waarin verschillende aspecten van de carrière van Hergé belicht worden. Kuifje-fans hebben geen excuses. Al hebben ze zich wellicht recent ’Kuifje, uit de geheime archieven van Hergé’ aangeschaft, ”de papieren tegenhanger van het museum” aldus de uitgever. Voor de originele tekeningen en de verrassende architectuur moet je in de Franstalige universiteitsstad zijn.
Ronny De Schuyter Belgium’s Best Buildings, Luster, 2012, 160 blz., 19,95 euro Museumgids Kuifje, Lannoo, 2013, 482 blz., 39,90 euro
20 december 2013
AKTIEF / 7 ”Ik ga op reis en ik neem mee…” is een kringspelletje dat het als ijsbreker sinds jaar en dag doet in de jeugdbeweging. Meespelen mag zolang je alle eerder vermelde voorwerpen kan opsommen. Deze rubriek graaft ook in het geheugen. Wat willen we onze (klein) kinderen meegeven uit het verleden? Wat doet er toe? Wat zit er in onze reiskoffer van de vorige eeuw? Belangrijke momenten, fait divers met grote gevolgen, plekken en pleinen met een geschiedenis… Kortom een proeve van canon in ’t klein. Een kringspelletje over generaties heen.
Oorlogsdagboeken Op de voorbije Grootoudersontmoeting wees Kristien Bonneure aan de hand van oorlogsdagboeken op de herkenbaarheid van de oorlogsgruwel. Kristien Bonneure werkt voor www.cobra.be, de cultuurwebsite van de VRT.
M
isschien hebt u het ook gemerkt op de Boekenbeurs: de herdenking van de honderdste verjaardag van de Eerste Wereldoorlog komt met rasse schreden dichterbij. Behalve foto- en geschiedenisboeken, jeugdromans en strips, zijn er ook enkele boeiende egodocumenten. Bijvoorbeeld de ’Oorlogsdagboeken’ van Virginie Loveling. Een razend interessant en fris geschreven oog- en oorgetuigenverslag.
Ontwikkelde vrouw Virginie Loveling (1836-1923) uit Nevele was de tante van Cyriel Buysse en schreef zelf een aantal gedichten, antiklerikale pamfletten, novellen, jeugdboeken en romans. ’Een revolverschot’, over twee zusters die dezelfde man begeren, doet nog altijd modern aan. Ze was ongehuwd, bemiddeld, ontwikkeld en geëmancipeerd. Loveling woonde op haar eentje in Gent, had een uitgebreid sociaal leven, en reisde naar Australië, in die tijd!
Clandestiene dagboeken Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak was Virginie Loveling al 78. Op foto’s zien we een statige ’matrone’, met mooi opgestoken grijs haar en een strenge pince-nez. Eind juli 1914 begon ze stiekem een kritisch dagboek bij te houden. De hele oorlog lang leefde ze in permanente schrik dat de Duitsers haar aantekeningen zouden vinden. Ze zeulde haar ’schriftjes’ naar een kluis in de bank en weer terug. ”Nooit herlees ik iets, in allerhaast moet alles ergens weggestopt, zoo mogelijk onvindbaar wezen. Zal ik dit dagboek ooit weder ter hand
kunnen nemen en uit al de losse bladen samenstellen en afschrijven kunnen? Zal het niet door den vijand, indien ontdekt, vernietigd worden. Zou ik er met de ballingschap in Duitschland en een natuurlijken dood van afkomen?” Haar vrees was niet onterecht. Heel geregeld werden er in Gent tegenstanders van de bezetting geëxecuteerd. De dagboeken hebben de oorlog gelukkig overleefd. In 2006 volgde een eerste boekversie en nu is er een heruitgave. In oude spelling, maar laat dat geen hinderpaal zijn: deze vrouw schreef spitser dan menig hedendaagse journalist. Reportersbloed ”13 december donderdag 1917. Een vliegende kraai vangt meer dan een zittende, zegt het spreekwoord. Het is morgenstond, elf uur. Ik ga uit”. Dat typeert Loveling, ze had geen ’zittend gat’. Veel informatie verzamelde deze bejaarde, kloeke dame gewoon zelf. Loveling zag met eigen ogen vluchtelingen uit alle w i n d s t r e ke n en soldaten van allerlei slag aanspoelen in Gent. Een Duitse zeppelin neergehaald in Sint Amandsberg? Ze ging zelf ter plekke en praatte met de mensen die aan de vuurzee ontsnapten. Elke gelegenheid nam ze te baat om op onderzoek uit te gaan, en dat levert boeiende notities op over ziekenhuizen, kerkhoven, cafés, de prijzenpolitiek van winkeliers. Loveling slaagde er ook in om een toer langs de vernielde Vlaamse steden Lier, Antwerpen en vooral Leuven te maken: ”Eén slagveld van gesneuvelde gebouwen op het stationsplein en langs de groote straat, die naar het centrum leidt: gruis, steenhoopen, brokken van balkons, van kolommen, van gekromd en verzengd smeedwerk”. Dat klinkt als Vukovar of Aleppo… Ook het dagelijks leven bood in al zijn isolement en gebrek veel stof voor dit dagboek. De Duitsers eisten
steeds meer op: niet alleen koper, maar ook vee, duiven (spionage!), stoffen en verlichting. Honger had de bemiddelde Loveling niet, maar het was improviseren voor haar en haar meid.
Een driekleurig groentenkraam Het was niet allemaal kommer en kwel. Loveling had oog voor subtiel vaderlandslievend verzet in Gent. ”Een fruitverkoopster had voor haar straatraam een uitstalling gemaakt van zwarte kersen, citroenen en tomaten. Een Duitscher trad te harent binnen, hij wees er met den vinger naar: ’Weg damit, de belgische kleuren’ gebood hij”, schrijft Virginie over de nationale feestdag van 1916. Telkens Loveling een nieuwsje opving, vroeg ze zich af: zou dat echt gebeurd zijn? Ook honderd jaar geleden gonsde het van de geruchten en was de waarheid het eerste slachtoffer van de oorlog. Maar Loveling liet zich nooit meeslepen. Bovendien had ze contact met de Duitsers. Een Duitse neef, officier in het leger, kwam op bezoek en met hem discussieerde ze fel over de inzet van de strijd. Ze moest ook Duitsers inkwartieren in haar herenhuis bij het Sint Pietersstation. Ze deed dat altijd met respect. De mens ging altijd voor op de ideologie. ”Toen ik heden aan een bezoeker vertelde, dat de soldaat, die hier was ingekwartierd geweest op zijn doorreis naar Berlijn, was komen goeden dag zeggen, onderbrak hij mij met onverholen gisping in den toon: En ge hebt hem niet aan de deur gezet? Neen, antwoordde ik onverschrokken, ik heb hem goed onthaald. Ha! Zoo neem ik de vaderlandsliefde niet op, lomp te handelen, het individu verantwoordelijk te stellen voor de daden dergenen die de volkeren besturen en in het verderf jagen. En nog wat anders: indien
ge niemand zijn meening vrij laat uitdrukken, al krenkt ze u, hoe kunt ge wetenschap der toestanden en menschenkennis opdoen? Met geen vijanden spreken willen, is u opzettelijk een blinddoek voor de oogen binden”. (vrijdag 30 juli 1915) Met permissie, dat klinkt zelfs in 2013 nog altijd revolutionair, in een tijd waar mensen niet met elkaar communiceren omdat ze van een andere groep, een ander geloof, een ander geslacht, kleur of politieke partij zijn. Deze dame had een scherpe blik, een trefzekere pen en een mildkritisch oordeel. Ze overleed vijf jaar na de Eerste Wereldoorlog in 1923, maar ze heeft ons iets heel bijzonders en waardevols nagelaten: haar ’Oorlogsdagboeken’.
Nog andere stemmen Voor wie ook de Duitse kant van het verhaal wil leren kennen is er ’Het Frontparadijs’ van Heinrich Wandt, een Duitse militair die na de oorlog een boekje opendeed over de corruptie en losbandigheid van de Duitse officieren in Gent. En de jonge historicus Pieter Serrien heeft in ’Oorlogsdagen’ een bloemlezing gemaakt van àndere dagboeken uit de Eerste Wereldoorlog, van dokters, pastoors of studenten overal in Vlaanderen. Hun verhalen over vlucht, angst, honger, plundering zijn helaas zo te transponeren naar 2013 en naar Syrië of Oost-Congo…
Kristien Bonneure
Meer weten? Oorlogsdagboeken van Virginie Loveling is uitgegeven bij De Bezige Bij Het frontparadijs van Heinrich Wandt, met een voorwoord door Michiel Hendryckx, is uitgegeven bij Hannibal Oorlogsdagen van Pieter Serrien is uitgegeven bij Manteau
’De Gezinsbond verbindt generaties’. Vraag aan een jong tekentalent, net afgestudeerd in St.-Lucas Brussel, wat hij zich daarbij verbeeldt en je krijgt een fascinerende prent als resultaat. Zie volgende bladzijde: Getekend Boris Bonne.