Inhoud Deel 1 Inleiding ..................................................................................................... 2 1.1 Aanleiding.................................................................................................... 2 1.2 Vraagstelling ................................................................................................ 2 1.3 Hoe ga ik onderzoek doen? ............................................................................ 3 Deel 2 Definitie ..................................................................................................... 3 2.1 Wanneer ben je een buitenlandcorrespondent?................................................. 3 2.1.1 De Nederlandse, vrouwelijke journalist ...................................................... 4 2.1.2 De Nederlandse correspondente ............................................................... 5 2.2 Een aantal categorieën .................................................................................. 5 2.3 Verandering in kenmerken ............................................................................. 6 2.4 Samenvatting............................................................................................... 8 Deel 3 Creëren van een Databank ........................................................................... 8 3.1 Database ..................................................................................................... 8 3.2 Bronnen ...................................................................................................... 9 3.2.1 Social Media als bron .............................................................................. 9 3.2.2 Literatuuronderzoek ................................................................................ 9 3.3 Het aantal vrouwelijke correspondenten in Nederland........................................ 9 3.3.1 Voltijd of deeltijd correspondent?.............................................................. 9 3.3.2 Wat is het verschil in het percentage vrouwelijke buitenlandcorrespondenten tussen verschillende media? ............................................................................10 3.3.3 Wat is het verschil in het percentage vrouwelijke buitenlandcorrespondent tussen commerciële en publieke omroepen? ......................................................11 3.4 Spreiding van buitenlandcorrespondenten .......................................................12 3.4.1 Anno 2006 ............................................................................................12 3.4.2 Anno 2011 ............................................................................................13 3.5 Samenvatting..............................................................................................15 Deel 4 Wijkt Nederland af van de rest van de wereld? ...............................................15 4.1 De Amerikaanse correspondente....................................................................15 4.2 Algemene arbeidsparticipatie van vrouwen in Nederland, de Verenigde Staten en Groot-Brittannië ................................................................................................16 4.3 Wat is het percentage vrouwelijke correspondenten in het buitenland? ...............16 4.4 Samenvatting..............................................................................................17 Deel 5 Verklaringen ..............................................................................................17 Deel 6 Interviews .................................................................................................19 Deel 7 Conclusie ...................................................................................................20 7.1 Conclusie ....................................................................................................20 7.2 Op een rijtje ...............................................................................................21 7.3 Aanbevelingen.............................................................................................22 7.4 Discussie ....................................................................................................23
Verwijzing naar artikel uit Het Parool Van meneer de correspondent naar rugzakjournalist van M. van Hoek 3-22010
Voorwoord Voor u ligt een onderzoek over de buitenlandcorrespondent. Een beroepsgroep in een vakgebied waar ik een paar maanden geleden nog niets van af wist en wat me nu één van de meest interessante beroepen lijkt. Vrouwen en mannen die kiezen voor het leven als correspondent hebben mijn belangstelling, respect en ontzag gewekt. De mediawereld is hard, heb ik mij laten vertellen door mijn geïnterviewden, en ik ben blij dat de correspondenten, studenten en professionals waarmee ik gesproken heb openhartig hebben gepraat over hun ervaringen en ideeën. Ik wil iedereen bedanken die de moeite heeft genomen me mee te nemen naar zijn of haar wereld over buitenlandcorrespondenten, buitenlandse berichtgeving en nieuwsorganisaties. Speciaal wil ik mijn begeleider Marjan Delzenne, directeur van She Moves, bedanken voor haar hulp, kritische noot en vertrouwen. Ik ben zeer enthousiast bezig geweest met hetgeen wat nu voor u ligt. Ik hoop dat u bij het lezen vooral geprikkeld wordt om meer over dit onderwerp te weten te komen zodat er verder geborduurd kan worden op interessante bevindingen en vragen waar ik op gestuit ben tijdens mijn onderzoek. Veel leesplezier! Deel 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Van februari tot augustus 2011 heb ik stage gelopen bij She Moves. Als tweedejaars student Cultureel Maatschappelijke Vorming (CMV) heb ik twee dagen per week voor She Moves gewerkt. Deze organisatie zet zich actief in voor culturele veranderingen op twee niveaus. Op internationaal gebied helpt zij jonge vrouwen in de sloppenwijken van Rio de Janeiro naar de universiteit te gaan. In Nederland probeert ze een bijdrage te leveren aan het verbeteren van de professionele positie van de vrouw. She Moves vindt dat er een evenredige man-vrouw verhouding onder professionals moet zijn. She Moves organiseert ieder jaar een project rond een beroep, dit jaar de vrouwelijke buitenlandcorrespondent. In dit kader ben ik gestart met een onderzoek over de verhouding tussen mannen en vrouwen in dit vak. De keuze voor het onderwerp is te verklaren doordat wij bij She Moves vonden dat er weinig vrouwelijke gezichten op tv te zien zijn. Dat roept vragen op over hoe veel vrouwen er eigenlijk als buitenlandcorrespondent werken. Een beroepsgroep die heel Nederland ziet, hoort of leest en die we nodig hebben om ons dagelijkse portie buitenlands nieuws te vertalen naar onze Hollandse brillen. 1.2 Vraagstelling Het uitgangspunt is dat binnen de beroepsgroep buitenlandcorrespondent het aantal vrouwen ongeveer gelijk zou moeten zijn aan het aantal mannen. Voorbeeld: De Publieke Omroep heeft met richtlijnen, uitgangspunten en regels over diversiteit te maken. Het belastinggeld van de betalende Nederlander moet niet naar een omroep gaan waar alleen maar mannen verslag doen vanuit New York, Brussel of Cairo. Maar naar een omroep waar mannen én vrouwen werken en waar men zich kan identificeren met de Nederlandse avonturier in het Verre Oosten, zoals er ook mannen en vrouwen in Nederland wonen. De correspondenten moeten dus representatief zijn voor de Nederlandse samenleving. Ik denk dat er minder vrouwen het beroep beoefenen dan mannen maar is dat ook zo? Centrale vraagstelling: Zijn er minder vrouwelijke dan mannelijke buitenlandcorrespondenten werkzaam voor Nederlandse nieuwsorganisaties? Hoe verhouden die resultaten zich tot correspondenten werkzaam voor buitenlandse nieuwsorganisaties? En als het aantal niet gelijk is verdeeld wat zijn dan de redenen voor de ongelijkheid? In dit onderzoek ga ik kijken hoe veel vrouwelijke buitenlandcorrespondenten er in Nederland zijn in verhouding tot de mannen in het vak en in vergelijking met correspondenten uit het buitenland. Wanneer blijkt dat het aantal niet gelijk verdeeld is, ga ik op zoek naar verklaringen.
2
1.3 Hoe ga ik onderzoek doen? Voorafgaand aan het literatuuronderzoek heb ik artikelen gelezen, fora bezocht en gegoogled tot ik ondergedompeld was in de wereld van de buitenlandcorrespondent. Het onderzoek dat voor u ligt heb ik gemaakt met enthousiasme, nieuwsgierigheid en doorzettingsvermogen. Ik heb vier maanden lang twee dagen per week aan het onderzoek gewerkt. Het is een verkennend onderzoek. De manieren van onderzoek die ik gebruikt heb zijn: 1. interviews 2. literatuurstudie 3. zelf een database bouwen 4. uitkomsten uit database vergelijken met uitkomsten uit literatuur 5. conclusies trekken en aanbevelingen doen Noot: Wanneer ik in mijn onderzoek spreek van correspondenten bedoel ik buitenlandcorrespondenten.
Deel 2 Definitie In deze eerste paragraaf vertel ik over het beroep buitenlandcorrespondent. Ik bekijk de kenmerken van een buitenlandcorrespondent en belicht verschillende soorten correspondenten.
2.1 Wanneer ben je een buitenlandcorrespondent? Er is nationaal en internationaal nog nooit grondig onderzoek gedaan naar de vrouwelijke buitenlandcorrespondent. Wel is er onderzoek verricht naar de buitenlandcorrespondent in verschillende contexten. Zo schreef Tom Heijboer (2010) tijdens zijn opleiding aan de Rotterdamse Erasmusuniversiteit zijn scriptie over de werkwijze van de buitenlandcorrespondent in Zuid-Amerika. Anke Vellenga schreef haar masterthesis (2009) over de ontwikkelingen in alternatieve mogelijkheden voor buitenlandse berichtgeving in Nederlandse kranten. Eric van Dam (Hogeschool journalistiek in Ede) schreef in 2010 zijn afstudeerscriptie over het werk van de Nederlandse buitenlandcorrespondent in de VS en Stasja Verduyn deed in 2005 het onderzoek ‘Van onze correspondent’ over de Nederlandse buitenlandcorrespondent. De vrouwelijke correspondent komt in hun onderzoek kort aan bod en verwijst naar eerdere studies van Amerikaanse onderzoekers: Hamilton & Jenner (2004), Hamilton & Wu (2004), Hannerz (2004) en Hess (1996). Peter Vasterman en Leendert van der Valk hebben in 1995 en in 2006 onderzoek gedaan naar de spreiding van Nederlandse buitenlandcorrespondenten en het aantal correspondenten en correspondentschappen. Helaas hebben zij in hun onderzoek geen onderscheid gemaakt tussen vrouwelijke en mannelijke correspondenten. Zij hebben wel in kaart gebracht hoeveel correspondenten per medium werkzaam zijn. Om een onderzoek te doen naar buitenlandcorrespondenten moet je weten wat een buitenlandcorrespondent is. De boeken en artikelen die ik bestudeerd heb voor dit onderzoek geven aan dat er verschillen zijn in soorten buitenlandcorrespondenten. Ze worden verdeeld in categorieën zoals freelancer of vaste
3
medewerker. Opvallend is dat geen van de onderzoeken een algemene definitie geeft van de buitenlandcorrespondent. Het blijkt dus lastig om een buitenlandcorrespondent te definiëren. Stasja Verduyn (2005) stelt dat correspondenten wonen en werken in het buitenland en beroepsmatig meewerken aan de samenwerking en totstandkoming van verschillende media1. Stephen Hess schreef in 1996 een boek over de buitenlandcorrespondent. Volgens Hess onderscheidt de buitenlandcorrespondent zich van de ‘normale’ journalist doordat hij/zij bepaalde kwaliteiten bezit. Zij hebben kennis van de taal en de cultuur van het land waar zij gestationeerd zijn, zijn avontuurlijk en nemen vaker risico’s dan een gewone journalist. Sanne Roosenboom, ex-correspondent voor De Pers, zegt : “De oude definitie van buitenlandcorrespondent is iemand die bericht vanuit een ander land. Een land waar zij woont, dat ze van binnen en buiten kent, waar ze contacten heeft en als eerste verslag kan doen van het nieuws voor een Nederlandse krant of omroep. De nieuwe correspondent bericht ook uit een ander land, werkt freelance en bericht niet perse iets nieuws maar illustreert en kleurt het nieuws in. Ze schrijft blogs op internet, rapportages in kranten en bladen of houdt interviews met betrokkenen voor tv.” De oude en de nieuwe definitie van Sanne brengen me op het volgende, namelijk de verandering in kenmerken van de buitenlandcorrespondent en de gevolgen daarvan voor de verhouding tussen mannen en vrouwen in het vak. Maar voordat ik daar aan begin, wil ik eerst nog wat algemener over de vrouwelijke journalist vertellen en een aantal categorieën bespreken waarin correspondenten kunnen worden ingedeeld. 2.1.1 De Nederlandse, vrouwelijke journalist Ter aanvulling en vergelijking geef ik informatie over de Nederlandse vrouwelijke journalist, waarvan de correspondente een specialisatie is. Om te beginnen een overzicht. D e
80
‘ n70 o60 r50 m 40 a l 30 e20 ’
Vrouw Man
10 j 0 totaal vast contract o u r nalisten in 2002, SCP:
parttimer
freelancer
Mark Deuze is hoogleraar journalistiek en promoveerde in 2002 met zijn onderzoek over de Nederlandse journalist. Hij telde, uit een steekproef van 1010 journalisten, 34 % vrouwen en 66% mannelijke journalisten2. Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) onderzocht in 2003, met behulp van Deuze, in hoeverre mannen en vrouwen deelnemen aan de verschillende besluitvormende lagen in de nieuwsmedia in Nederland3. Het bureau stelt dat één op de drie werknemers in alle media vrouw is. 59% van de vrouwen hebben in deze tijd een vast contract, tegenover 72% van de mannen. Van de vrouwen werkt 26% deeltijd terwijl 8% van de mannen dit doet. Er werken procentueel gezien ongeveer evenveel mannen als vrouwen freelance, namelijk 20%. Over de vrouwelijke journalist van nu is het lastig betrouwbare informatie te vinden. Het zou kunnen zijn dat er tegenwoordig meer vrouwen in de media werkzaam zijn dan in 2003. Of dat er meer 1
2 3
Verduyn, S. ‘Van onze correspondent’. 2005 Masteropleiding ‘media & Journalistiek aan de Erasmus universiteit van Rotterdam. Deuze, M. ‘Journalists in the Netherlands’ 2002 Aksant, Amsterdam Merens, A. ‘Midden in de media’ 2003 SCP
4
vrouwen een vast contract hebben en meer mannen een deeltijdcontract. Vooralsnog zijn er geen nieuwe cijfers van Mark Deuze of het SCP bekend over het aantal journalisten met hun kenmerken. Over aanstormend talent in de media wereld wil ik het volgende zeggen: Studenten aan de opleiding journalistiek in Utrecht, Groningen en Ede bestaan afgelopen jaren en ook dit jaar uit meer vrouwen dan mannen 4. 2.1.2 De Nederlandse correspondente De populatie van het onderzoek van Stasja Verduyn bestaat uit de freelance en vaste medewerkers van de volgende dagbladen: de Volkskrant, het NRC Handelsblad, het Algemeen Dagblad en de Trouw. Volgens Stasja is in 2005 21% van de buitenlandcorrespondenten van die dagbladen vrouw5. Eric van Dam schreef in mei 2010 zijn afstudeerscriptie ‘I’m from Holland’ over het werk van de Nederlandse buitenlandcorrespondenten in de Verenigde Staten van Amerika. Hij stelt dat tussen april en juli 2009 17 Nederlandse correspondenten in de VS werkten, 12
van hen werkten primair voor gedrukte media en vijf primair voor de radio of televisie. Van de 17 Amerika correspondenten zijn er op dat moment twee vrouw, 12% van het totaal dus, Freke Vuijst van Vrij Nederland en Jacquelien Nienhuis van het Algemeen Dagblad.6 2.2 Een aantal categorieën Stephen Hess (1996) onderscheidt onder de correspondenten generalisten van specialisten. Waarbij de generalist een soort nomade is die om de drie á vier jaar wisselt van standplaats. Zijn of haar droom ligt niet bij één land of gebied (zoals een Chinaspecialist) maar bij het verkennen van meerdere landen en gebieden. Specialisten zijn vaak hun hele carrière werkzaam in één gebied. Het is aannemelijk, volgens de onderzoeken van Hess7, dat een specialist in zijn of haar jonge jaren al gewoond of gereisd heeft door het land en een band heeft opgebouwd met het gebied. Van Ginniken (2002) onderscheidt correspondenten op een meer praktische manier. Hij onderscheidt bijvoorbeeld de voltijd correspondent die in vaste dienst is van de parttime correspondent en de freelancer. De parttimer werkt als vaste correspondent, maar voor verschillende media en de freelancer wordt gebruikt wanneer de redactie dat nodig vindt. Deze laatste krijgt per geschreven stuk betaald.8 Hamilton en Jenner (2004) onderscheiden o.a. de traditionele correspondent van de parachute journalist, de locale buitenlandcorrespondent en de amateur correspondent. De freelance correspondent wordt hier gewoon ingedeeld bij de traditionele correspondent. Dit is een ervaren of opgeleide correspondent, gestationeerd in een ander land die werkt voor één of 4
Hogeschool Utrecht Journalistiek contactpers. Lucienne Reijenga Christelijke Hogeschool Ede Journalistiek contactpers. MaatjePeeneman Rijksuniversiteit Groningen Master Jounalistiek contactpers. Drs Sanna Buurke 5 Verduyn, S. ‘Van onze correspondent’. 2005 Masteropleiding ‘media & Journalistiek’ aan de Erasmus universiteit van Rotterdam 6 Van Dam, E. I’m from Holland. 2010 Christelijke Hogeschool Ede. 7 Hess, S. International news & foreign correspondents. 1996. The Brooking Institution, Washington D.C. 8 Van Ginneken, J. De schepping van de wereld in het nieuws. 2002. Kluwes, Alphen a/d/ Rijn
5
meerdere nieuwsorganisaties. De parachute journalist wordt op een vliegtuig gezet zodra er ergens in het buitenland, waar geen vaste correspondent zit, iets nieuwswaardigs gebeurt. De locale buitenlandcorrespondent werkt voornamelijk voor locale nieuwsorganisaties en gebruikt buitenlandse organisaties om bij te verdienen. De buitenlandse nieuwsorganisaties hebben dan geen eigen correspondent in dat gebied, dus gebruiken zij een locale journalist of iemand die geen journalist is maar wel iets kan vertellen over de situatie op locatie. Tot slot de amateur correspondent. Deze amateur wordt niet betaald. Een belangrijk middel voor de amateur is het internet en de nieuwe media (blogs, Twitter, Facebook, etc.) waar zij of hij nieuwswaardige informatie biedt. De locale journalist of een freelancer, waar Hamilton & Jenner het over hebben, kan een vervanging zijn voor de traditionele correspondent, maar kan ook een toevoeging zijn aan de traditionele correspondentschappen. Bij het Financieel Dagblad gebruiken ze bijvoorbeeld expats, een andere vorm van correspondenten als toevoeging op correspondenten in vaste dienst. Deze expats schrijven over hun carrière en leven in het buitenland. Volgens de door mij geïnterviewde personen werken de meeste buitenlandcorrespondenten in Nederland op freelance basis of als stringer. Deze twee termen, freelancer en stringer, worden vaak door elkaar gebruikt. Een stringer kan een soort freelance journalist zijn die zich onderscheidt doordat deze op regelmatige basis voor een werkgever werkt volgens dezelfde regels als een freelancer. Ze wonen vaak ook al langere tijd in het buitenland en hebben freelance contracten waarin staat dat je ook andere opdrachtgevers mag hebben. Een andere definitie van stringer die gehanteerd wordt in het vakgebied is iemand die nieuwsorganisaties tipt en hen wijst op nieuws wat de moeite waard is om een stuk over te schrijven. Een freelancer kan ook eenmalig of sporadisch voor een nieuwsorganisatie werken. Allebei, stringer en freelancer, zijn ondernemer, onafhankelijk en meestal niet voor een lange tijd gebonden aan een werkgever. Ze hebben weinig sociale zekerheid en zijn lage kostenposten voor werkgevers. In Nederland zijn drie grote groepen correspondenten te onderscheiden. 1. De correspondent in vaste dienst Deze mensen hebben een vast contract bij een werkgever en rouleren meestal om de 5 jaar. 2. De correspondenten met een freelance contract, ik noem hen ook wel stringer. Dit is de overgrote meerderheid in Nederland die freelance jaarcontracten hebben bij een nieuwsorganisatie. 3. De freelancer Deze correspondenten worden per aangeleverd stuk betaald. Dit zijn mensen die vaak ook een andere baan in het buitenland erbij hebben, of mensen die bij verschillende opdrachtgevers hun kost verdienen. 2.3 Verandering in kenmerken Wat voor veranderingen treden er op in de kenmerken van correspondenten? Ik heb hierover gesprekken gehad met Marga Miltenburg, voorzitter van ZijSpreekt, met excorrepondent Sanne Rooseboom en met Groot-Brittannië correspondent Yolande Bobeldijk. De geïnterviewden zijn van mening dat de traditionele correspondent met kenmerken zoals een vast contract hebben, of gespecialiseerd zijn in een bepaalde regio met bijbehorende kennis van de taal en cultuur, nog een lange tijd zullen blijven bestaan. Deze correspondenten hebben belangrijke standplaatsen zoals New York, Brussel, Berlijn en Londen en werken voor grote nieuwsbronnen. Maar de minder belangrijke standplaatsen zijn al jaren voorzien van freelancers of stringers. Yolanda Bobeldijk vertelt in ons gesprek dat ze denkt dat de freelance buitenlandcorrespondent harder werkt dan de correspondent met een vast salaris: “Freelancers werken harder omdat ze zich met elk stuk opnieuw moeten bewijzen, juist daardoor leveren ze ook kwaliteit. Aan de andere kant bekijk je als freelancer het nieuws wat commerciëler omdat je een groter belang hebt om geld te verdienen. Dit betekent dat je minder tijd aan stukken kunt besteden en eerder trends signaleert om als aanleiding te kunnen gebruiken voor een artikel. Dat zal de kwaliteit niet altijd ten goede komen.” De Nieuwe Reporter (DNR) heeft een serie van 9 artikelen gewijd aan de toekomst van de buitenlandcorrespondent. De Nieuwe Reporter is een onafhankelijk groepsweblog over
6
journalistiek, technologie, nieuwe media en de publieke sfeer.9 Ik wil een aantal personen aanhalen die voor de nieuwe reporter over dit onderwerp geschreven hebben: Een redacteur van de BBC, Richard Sambrooke heeft onlangs voor het Reuters Instituut een onderzoek gedaan naar de vraag of buitenlandcorrespondenten overbodig zijn geworden.10 Sambrooke stelt dat de functies van een buitenlandcorrespondent niet weg bezuinigd kunnen worden of te vervangen zijn door locale journalisten, nieuwe media of interactief internetverkeer. Volgens Sambrooke zal de traditionele correspondent bijna helemaal uitsterven, op een paar vaste correspondenten per nieuwsorganisatie na. In de toekomst zijn de functies van een nieuwe correspondent volgens hem: 1. Het produceren van specialistische inhoudelijke artikelen 2. Het vergaren en verifiëren van andere bronnen 3. Het coveren van breaking news en live evenementen We zien een aantal dingen terug waar ik het al over gehad heb. Punt één gaat over de diepgang die correspondenten geven aan het buitenlandse nieuws en punt drie gaat over het ter plaatste zijn bij nieuwswaardige gebeurtenissen en tussen de oorlog door verslag doen van die gebeurtenissen. Punt twee is een nieuwkomer en gaat volgens Sambrooke een belangrijke rol innemen. Door technologische innovatie zal er in de toekomst nog een grotere explosie aan nieuwswaardige informatie beschikbaar komen. Nu kunnen we soms door de bomen het bos al niet meer zien. Correspondenten zullen bronnen moeten lezen, filteren, beoordelen, interpreteren en er een kwalitatief goed en betrouwbaar stuk van moeten maken zodat de massa weet wat ze leest. René Roodheuvel is jaren correspondent geweest voor de ‘Radio Nederland Wereldomroep’ (RNW) en wordt in juli 2011 vervangen op de Nederlandse Antillen door een, door de RNW, opgezette locale redactie. Hij vindt het goed dat er extra aandacht wordt besteed aan een hele nieuwe redactie op de Antillen maar zegt over de algemene trend van de traditionele correspondent die verdwijnt: “Dat kan er namelijk toe leiden dat de buitenlandverslaggeving oppervlakkiger wordt. Het scala van meningen en opinies neemt af als je voor tien media dezelfde correspondent gebruikt. Dat vind ik jammer.” Over de ontwikkeling van de correspondent zegt hij: “Er is een soort democratisering van het nieuws gaande. Het is niet meer alleen iets van de journalist, die iets meldt en men leest het in de krant. Nieuwtjes, maar ook echte nieuwsfeiten worden nu veel sneller via sociale media uitgewisseld tussen mensen.”11 Er is dus een verandering gaande waarbij de vaste correspondent nog maar op een aantal plaatsen zal blijven bestaan en op de meeste plekken overgenomen wordt door de freelance correspondent. Interessant aan dit onderwerp is de vraag: Zou de trend van het aantal toenemende freelancers in Nederland kunnen zorgen voor een toename van het aantal vrouwen binnen het beroep? Oftewel, de relatie tussen de verandering in kenmerken van de correspondent en de man-vrouw verhouding in het vak. Van 1970 tot 1992 is het aantal vrouwelijke correspondenten in de VS sterk gegroeid. In die tijd merkte Hess ook dat er steeds meer freelance correspondenten kwamen én dat de vrouwelijke correspondenten vaker als freelancer werkten dan mannelijke correspondenten. Dit is voor een deel te verklaren doordat de meeste vrouwelijke correspondenten jonger zijn dan mannen en freelancers zijn over het algemeen jonger dan ‘vaste’ correspondenten. Vrouwen bleken ook vaker dan mannen naar een gebied af te reizen zonder dat ze een opdrachtgever hadden. Mannen hebben vaker gekozen voor de zekerheid van een opdrachtgever voordat zij naar een plek afreisden.12 Heden werken bijna alle Nederlandse buitenlandcorrespondenten freelance. Het gevolg van deze trend voor de vrouwen en mannen in het beroep is lastig te verklaren. In het boek van Hess stelde Robin Wright: “Eerst waren er geen vrouwen, toen single vrouwen en tot slot de getrouwde vrouw”. Hij suggereert dat vrouwen, relatief ‘nieuw’ in het vakgebied, eerst aan de slag gingen als freelancer en in de loop van 9
De Nieuwe Reporter http://www.denieuwereporter.nl/colofon/ 9-6-2011 Captijn, M. De toekomst van de correspondent: Van jager naar hoeder? De Nieuwe Reporter 14-3-2011
10
11 12
Caprijn, M. “De wereldomroep is voor nieuwsconsumenten een soort kwaliteitskeurmerk” DNR 4 -4-2011 Hess, S. International news & foreign correspondents. 1996. The Brooking Institution, Washington D.C.
7
de jaren zijn gaan werken als vaste correspondent. Het lijkt logisch, omdat nieuwsorganisaties voor hun vaste correspondentschappen ervaren mensen kiezen. Het is dus een positieve ontwikkeling geweest voor de vrouwen dat er meer gebruik werd gemaakt van freelancers, zodat zij zich konden profileren op de markt. Maar is dit toenemen van freelancers nu nog wel een voordeel voor vrouwelijke correspondenten? En zijn er heden, procentueel gezien, meer vrouwelijke dan mannelijke freelancers? In het deel Verklaringen geef ik aan de hand van resultaten antwoord op deze vragen. 2.4 Samenvatting Wat is een buitenlandcorrespondent? In de literatuur en interviews worden verschillende kenmerken van een buitenlandcorrespondent verlicht. Zij of hij bericht breaking news vanuit het buitenland of geeft verdiepings- en achtergrond informatie over nieuwswaardige onderwerpen. De kenmerken van een correspondent zijn een verandering aan het ondergaan hoewel de meeste correspondenten in Nederland gewoon als freelancer of stinger werken bij één of meerdere werkgevers. In de toekomst gaan ze volgens Sambrooke een grotere rol spelen bij het vergaren en verifiëren van andere bronnen om de vele nieuwsfeitjes op internet voor ons tot een leesbaar en betrouwbaar brok nieuws te vormen. De traditionele correspondent, die veel lezers zullen herkennen en hen aan zal spreken, verblijft voor langere tijd in een buitenlandsgebied en bericht met haar of zijn kennis en ervaring exclusief voor een nieuwsorganisatie in het thuisland. Deze correspondent wordt schaars omdat het goedkoper en makkelijker is om op een vergelijkbare manier van freelancers gebruik te maken maar ze zullen niet uitsterven. Deel 3 Creëren van een Databank 3.1 Database Voor dit onderzoek heb ik een databank gemaakt met de Nederlandse buitenlandcorrespondenten. Ook heb ik aparte databanken met buitenlandcorrespondenten uit Vlaanderen, Groot-Brittannië, het Midden Oosten en de Verenigde Staten, om te gebruiken voor dit vergelijkend onderzoek. In dit hoofdstuk vergelijk ik resultaten uit mijn database met het onderzoek van Stephen Hess, het enige onderzoek dat specifieke informatie geeft waarmee ik mijn resultaten kan vergelijken. Het beeld dat ik wil geven van de Nederlandse buitenlandcorrespondenten is zo compleet mogelijk. Maar omdat veel nieuwsorganisaties (misschien door tijdgebrek) niet mee wilden werken aan mijn onderzoek is de meeste informatie niet direct verkregen van de werkgevers. De resultaten uit het samenstellen van een databank zijn de volgende: De teller met het aantal buitenlandcorrespondenten in Nederland staat op 182. Het aantal correspondenten dat ik in juni 2011 geteld heb, bestaat voor 30,21 % uit vrouwen en 69,78 % mannen. In de databank heb ik de buitenlandcorrespondenten in twee hoofdgroepen verdeeld op basis van hoe frequent een stuk van hen gepubliceerd wordt en voor hoe veel nieuwsorganisaties ze werkzaam zijn. Van de drie eerder genoemde categorieën, correspondent in vaste dienst, freelancer of stringer, maak ik er dus twee. Dit komt doordat ik niet weet wat voor contract de correspondenten met hun opdrachtgever(s) hebben. Ik groepeer hen in de deeltijd correspondent die vaak op freelance basis voor meerdere nieuwsbronnen werkt en de voltijd correspondent die voor één of maximaal twee nieuwsorganisaties werkt, meestal in vaste dienst. De voltijd correspondent heeft dus niet perse een vast contract. Vanessa Lamsvelt bijvoorbeeld werkt voltijd voor RTL maar heeft een freelance overeenkomst met haar werkgever. De meeste voltijders hebben wel een vast contract zoals de buitenlandcorrespondenten van het dagblad NRC. De correspondenten in de databank zijn werkzaam bij verschillende media: Krant: de Volkskrant, Het NRC Handelsblad, Trouw, de Telegraaf, het Reformatorisch Dagblad, het Financieel Dagblad, het Algemeen Dagblad, The Times (UK) Omroep radio en tv: NOS, Radio 1, Nieuwsuur, BNR, RNW, RTL, RTL nieuws, RTLZ, VPRO, VRT (België), CBS (VS), CNN (VS), Al Jazeera (Midden Oosten)
8
Opinie: Groene Amsterdammer, Elzevier, HP/De Tijd, Vrij Nederland
3.2 Bronnen De gegevens in de databank heb ik verzameld op de volgende manieren: Telefonisch contact en email contact met nieuwsorganisaties met als gevolg lijstjes van hun buitenlandcorrespondenten. Wanneer een nieuwsorganisatie een actueel overzicht op hun website of in hun krant hebben staan, heb ik dat gebruikt. Steekproef van 20 kranten per nieuwsorganisatie (zoals bijvoorbeeld 20 kranten met verschillende data uit 2011 van de Volkskrant) waarin ik alle schrijvers die ‘buitenlandcorrespondent’ genoemd worden gebruikt heb. Google, Twitter, LinkedIn, Facebook, Blogs, persoonlijke websites. Overige websites zoals, www.one11.nl, www.journalisted.com, www.villamedia.nl, www.denieuwereporter.nl en www.nvj.nl 3.2.1 Social Media als bron Twitter, Facebook, LinkedIn, Blogs en persoonlijke websites zijn een hulpmiddel geweest om informatie te verkrijgen over buitenlandcorrespondenten. Deze nieuwe middelen om te communiceren en nieuws uit te wisselen zijn voor de meeste journalisten onmisbaar geworden. Veel freelancers hebben bijvoorbeeld een eigen website om zich te profileren. Correspondenten met een vast contract Twitteren voor hun werk zoals Erik Mouthaan die te vinden is op Twitter als ‘ErikmouthaanRTL New York’ met als onderschrift ‘correspondent RTL Nieuws in de Verenigde Staten / US correspondent RTL Dutch TV.’ 3.2.2 Literatuuronderzoek Het literatuuronderzoek hoort vooral bij het tweede hoofdstuk van mijn onderzoek en bij het zoeken naar de spreiding van Nederlandse correspondenten. Omdat er zo weinig bekend is over de vrouwelijke buitenlandcorrespondent uit Nederland heb ik verschillende, onderwerp gerelateerde, onderzoeken gelezen en gezocht naar raakvlakken. De theorieën en resultaten uit eerder onderzoek die relevant zijn voor mijn onderzoek naar de vrouwelijke buitenlandcorrespondent heb ik verwerkt in dit verslag. Ik vergelijk resultaten uit de literatuur met mijn eigen onderzoeksresultaten. 3.3 Het aantal vrouwelijke correspondenten in Nederland De buitenlandcorrespondent is het onderwerp geweest van menig onderzoek. De informatie over de vrouwelijke correspondent is helaas erg gering. Hoe veel werken er eigenlijk voor Nederland nieuwsorganisaties en hoe zit dat in het buitenland? Wat zijn daar de oorzaken van? Wat zegt verschillende literatuur over de vrouwelijke correspondent in vergelijking met haar mannelijke collega’s? Er zijn geen cijfers over het aantal vrouwelijke correspondenten in Nederland. Niet van nu en niet van 30 jaar geleden. Daarom heb ik ze geteld. De Nederlandse correspondent in 2011:
De Amerikaanse correspondent in 1992:
Vrouw 2011 Man 2011
Vrouw 1992 Man 1992
3.3.1 Voltijd of deeltijd correspondent? Het merendeel van de correspondenten werkt deeltijd. Dat wil zeggen, ze werken freelance en vaak voor meerdere werkgevers. Het begrip deeltijd gebruik ik dus niet om aan te geven dat zij als parttimer werken. Velen van hen zijn fulltime met hun beroep
9
bezig, het geeft alleen aan dat ze meerdere werkgevers hebben en vaak geen vast contract hebben. Een iets kleinere groep correspondenten werkt als voltijd correspondent. Zij hebben één vaste werkgever met vaak een vast contract of overeenkomst en werken soms bij een enkele nieuwsorganisatie nog wat extra. Nederlandse correspondenten voltijd en deeltijd 2011:
Ter vergelijking: In Amerika werkten procentueel gezien in 1992 evenveel vrouwelijke correspondenten als heden in Nederland. In de VS werkten de meeste vrouwelijke buitenlandcorrespondenten Voltijd freelance, bijna twee keer zoveel vrouwen als Deeltijd mannen. Maar in totaal werkte een meerderheid van de correspondenten als vaste medewerker van een nieuwsbron13. Tegenwoordig scheelt het totaal aantal deeltijd correspondenten niet veel van het aantal voltijd correspondenten. De meeste vrouwen werken deeltijd in vergelijking tot de mannen maar er is lang niet zo’n verschil als 20 jaar geleden. 3.3.2 Wat is het verschil in het percentage vrouwelijke buitenlandcorrespondenten tussen verschillende media? In het onderzoek van Hess werkten vrouwen het vaakst bij opiniebladen, (Newsmagazines), radio, krant en tot slot tv, waar de mannen dus logischerwijs het meest te zien waren. Percentage correspondenten per medium in de VS 1992
Type nieuwsorganisatie - Krant - Radio - Opiniebladen - Televisie
Vrouw 24,1 25,0 38,5 18,4
Man 75,9 75,0 61,5 81,6
Anno 2011 in Nederland scoren vrouwen ook het hoogst op opiniebladen, vervolgens op radio en tv (bij elkaar) en als laatste de krant. Opiniebladen hebben de grootste groep vrouwelijke correspondenten voor hen werken. Er werkt slechts 18 % van het totaal aantal correspondenten maar 38% van hen is vrouw. Het blad Elsevier is koploper met haar 38 % vrouwelijke buitenlandcorrespondenten. Bij alle media zijn de vrouwen ondervertegenwoordigd. Aantal correspondenten in % nieuwsmedium NL 2011:
per
80 70 60 50 40 30 20 10 0
Het percentage mannen en vrouwen dat bij een Vrouw medium werkt (de witte balken) is aangegeven in Man verhouding tot het totale Totaal aantal correspondenten in Nederland. Dit is samen meer dan 100% Opinie Radio en Persbureau Krant omdat niet alle TV correspondenten exclusief voor één medium werken. We kunnen zien dat kranten de meeste buitenlandcorrespondenten voor 13
Hess, S. International news & foreign correspondents. 1996. The Brooking Institution, Washington D.C.
10
hen hebben werken, zij hebben de meeste ‘correspondentschappen’. Bij de NRC werken bijvoorbeeld 18 mannen en 7 vrouwen waarvan maar drie correspondenten deeltijd werken (waarvan twee man en één vrouw). Bij de Volkskrant werken 20 correspondenten waarvan 16 mannen en 4 vrouwen. Één vrouw werkt voltijd tegenover 5 mannen. In procenten werkt er 20% vrouw waarvan 25% voltijd. 80% is dus man waarvan 68% voltijd werkt. De Trouw is de enige krant waar meer vrouwelijke correspondenten werken dan mannelijke. Van alle correspondenten is 53% vrouw, 30% van hen werkt voltijd tegen 44% van de mannen. De verdeling tussen vrouwen en mannen die deeltijd of voltijd werken per nieuwsmedium is hier onder weergegeven. Het percentage vrouwen en mannen voltijd of deeltijd per medium: 80 70 60 50
Vrouw volijd Man voltijd Vrouw deeltijd Man deeltijd
40 30 20
De opiniebladen hebben het meeste deeltijd correspondenten voor hen werken. De kranten, en dat komt vooral door de NRC, hebben het meeste voltijd correspondenten in dienst. Zonder de correspondenten van het NRC zou dit percentage echter stukken lager zijn.
10 0 Opinie
Radio TV
Krant
3.3.3 Wat is het verschil in het percentage vrouwelijke buitenlandcorrespondent tussen commerciële en publieke omroepen? Vroeger had de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) het Bureau beeldvorming en diversiteit. Deze had als taak advies te geven en beleid te schrijven voor een evenwichtige beeldvorming van mannen, vrouwen, allochtonen en autochtonen bij de NPO. Bureau beeldvorming bestaat niet meer. De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) gaf in 2010 cijfers vrij waaruit bleek dat bijna 92 procent van de Nederlands sprekende mensen op televisie blank is en 38 procent vrouw14. Dat laatste percentage is ten opzichte van het vorige onderzoek uit 1991 al een verbetering. Toen was nog maar 34 procent vrouw. De NPO heeft met zijn belangrijkste subsidiegever het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap (OCW) hierover afspraken gemaakt. Binnen vijf jaar moet 50 procent vrouw zijn en 11 procent van niet-westerse afkomst. Commerciële omroepen zijn niet afhankelijk van overheidssubsidie, zij hoeven niet te voldoen aan door het OCW opgestelde eisen over diversiteit. Maar hoe zit het met het aantal vrouwelijke correspondenten bij de NPO? We weten dat er minder dan 40% vrouwelijke buitenlandcorrespondenten werken, maar werken er bij de publieke omroep minder of meer vrouwen dan bij de commerciële zenders? Aantal mannelijke en vrouwelijke correspondenten bij de publieke en commerciële omroep:
70 60 50 40
vrouw
30
man
20 10 0 Publiek
Commercieel
14
NPO Publieke omroep wil meer vrouwen en allochtonen http://www.publiekeomroep.nl/artikelen/publiekeomroep-wil-meer-vrouwen-en-allochtonen 20-09-‘11
11
Er werken procentueel gezien iets minder vrouwen bij de commerciële omroep dan bij de publieke. Dit scheelt een slordige 2,5%. Wat wel opvallend is dat er bij de NPO 67% van de correspondenten voltijd werkt. 50% van de vrouwen werkt bij de NPO voltijd en 73% van de mannen. Bij de commerciële omroepen ligt dit aantal een stuk lager, 25% van de correspondenten werken voltijd. Vrouwen 20% en mannen 26%. 3.4 Spreiding van buitenlandcorrespondenten Hoe zijn de Nederlandse correspondenten over de wereld verdeeld? Deze gegevens heb ik deels uit de literatuur gehaald en vervolgens zo veel mogelijk onderzocht om ook in mijn eigen databank te verwerken. 3.4.1 Anno 2006 Leendert van der Valk en Peter Vasterman hebben in hun onderzoek uit 2006 vragen beantwoord zoals: Waar zitten de Nederlandse buitenlandcorrespondenten? Hoeveel zijn het er? Is de spreiding over de wereld de afgelopen jaren 15 veranderd? Om hun bevindingen te illustreren gebruik ik bovenstaand figuur uit hun onderzoek. In de figuur is het aantal ‘correspondentschappen’ weergegeven. Dit betekent dat meerdere media gebruik maken van dezelfde buitenlandcorrespondent uit een gebied. De figuur laat zien dat de meeste Nederlandse buitenlandcorrespondenten gestationeerd zijn in de Westerse wereld. Midden-Amerika, Afrika en bepaalde gebieden in Azië zijn sterk ondervertegenwoordigd. Van der Valk schrijft het volgende: “Uit het onderzoek van 1995 concludeerde Vasterman dat de spreiding over de wereld iets was verbeterd ten opzichte van 1989. Op basis van de spreiding per land lijkt die trend zich, zij het schoorvoetend, voort te zetten. Maar op basis van de spreiding over de werelddelen niet, die is juist schever geworden.” Van der Valk en Vasterman hebben 241 correspondenten in hun bestand, maar er is geen duidelijk zicht op aan wat voor criteria hun ‘correspondent’ moet voldoen. Volgens hen is het totaal aantal correspondenten sinds 1995 met 6% afgenomen. Dat komt vooral door de vermindering van correspondenten op tv en op de radio. In 1995 waren er 442 correspondenten die voor deze media werkten in 2006 nog maar 122. Het aantal correspondenten dat voor de krant werkt daalt veel minder drastisch van 216 in 1995 naar 192 in 2006. Het aantal nieuwsorganisaties dat correspondenten in dienst wil is wel drastisch gedaald. Een journalist kan meerdere correspondentschappen vervullen. Volgens de onderzoekers is het aantal correspondentschappen van 1995 tot 2006 meer dan gehalveerd van 658 naar 323. Een grote terugloop is vooral weer te zien bij radio en tv wat vooral komt door de fusies en intensievere samenwerking binnen de omroepen. Dag- en opiniebladen daarentegen maken meer gebruik van buitenlandcorrespondenten. Al met al betekent de afname van het aantal correspondentschappen dat de correspondent minder media en dus minder podia ter beschikking heeft om zijn verhalen af te zetten.16 Tot slot concluderen de schrijvers: “Het aantal opdrachtgevers is dan weliswaar gedaald, toch 15
Van der Valk, L. en Vasterman, P. Deel I: De Nederlandse correspondente: Witte vlek in Afrika, Azië en Arabische wereld populairder. 2006 DNR 16 Van der Valk, L. en Vasterman, P. Deel II: Aantal correspondenten neemt nauwelijks af, aantal opdrachtgevers wel. 2006 DNR
12
berichten veel correspondenten nog altijd voor meerdere media.” De NOS en RTL-nieuws scoren het laagst op exclusiviteit van hun correspondenten. Wat betekent, dat zij veel van hun correspondenten delen met andere media. Vrij Nederland en de Telegraaf scoren het hoogst, maar zij hebben ook niet zo veel correspondenten in dienst. Een interessante vraag over het onderwerp spreiding m.b.t. mijn hoofdvraag luidt: Wat voor gevolgen heeft de huidige spreiding van buitenlandcorrespondenten voor de man-vrouw verhouding binnen het beroep? Vasterman heeft in zijn onderzoek over Nederlandse correspondenten uit 2006 helaas geen onderscheid gemaakt tussen mannelijke en vrouwelijke correspondenten. Als we kijken naar het onderzoek van Vasterman (mannen en vrouwen bij elkaar) zijn de meeste correspondenten gestationeerd in West Europa, vervolgens in de Arabische wereld (het Midden Oosten), Azië, de VS en Afrika. Zie figuur hier rechts. Maar hoe zijn de vrouwelijke correspondenten over de wereld verdeeld? En wat heeft de spreiding van correspondenten te maken met het aantal vrouwen en mannen in het vak? Hess (1992) heeft de spreiding van de Amerikaanse correspondenten per continent weergegeven. Zie tabel volgende pagina.
Amerikaanse correspondenten 1992
Totaal Man % Vrouw %
Azië 86 72,9 27,1
Afrika 22 77,3 22,7
Europa 199 73,0 27,0
Midden Oosten 35 68,6 31,4
Er zijn in totaal (mannen en vrouwen) het meeste correspondenten in Europa, Azië, het Midden Oosten en Afrika. De vrouwelijke correspondenten waren het best vertegenwoordigd in het Midden Oosten, dan in Europa, Azië en Afrika. 3.4.2 Anno 2011 De vrouwelijke correspondenten uit de VS waren in 1992 het best vertegenwoordigd in het Midden Oosten, dan in Europa, Azië en Afrika. Als we kijken naar het onderzoek van Vasterman uit 2006 (mannen en vrouwen bij elkaar) zijn de meeste correspondenten uit Nederland gestationeerd in West Europa, vervolgens in de Arabische wereld (het Midden Oosten), Azië, de VS en Afrika. In 2011 is het als volgt verdeeld. Aantal correspondenten per continent 2011: 80 70 60 50 Vrouw Man
40
Totaal 30 20
Noot: In de figuur staan de twee mannelijke correspondenten die in Australië werken niet vermeld. Zij zijn wel meeberekend.
10 0 W-E
O-E
M-O
Azië
N-A
M en Z-A
Afrika
13
Wat je kunt zien in de figuur, naast de torenhoge paarse staven die de mannen representeren, is dat de meeste Nederlandse buitenlandcorrespondenten in West-Europa zijn gevestigd. 20% van de West Europa correspondenten zit in Brussel en 17% zit in Berlijn. Dan volgt Italië, Groot-Brittannië en Frankrijk. De minste correspondenten zitten in Midden en Zuid Amerika waar overigens, samen met het Midden-Oosten wel de meeste vrouwen te vinden zijn. De minste vrouwelijke correspondenten werken in OostEuropa, gevolgd door Noord-Amerika. Wat verder opvallend is, is dat het continent met de meeste voltijd werkend correspondenten Noord-Amerika is, tevens het continent met maar 23% vrouwelijke correspondenten. Het percentage vrouwen dat hier voltijd werkt is, niet verbazend, dan ook lager dan bij de mannen namelijk 50% voor de vrouwen tegenover 85% voor de mannen. De voltijd correspondenten in Noord-Amerika werken in de VS en voornamelijk voor de NOS, de Volkskrant en het NRC. Het gebied met de meeste deeltijders is Oost-Europa en daarna Zuid-Amerika. Dit is hieronder schematische weergegeven, eerst het aantal voltijd en deeltijd correspondenten per gebied en daarna het aantal voltijd en deeltijd correspondenten naar geslacht per gebied. Spreiding van Nederlandse buitenlandcorrespondenten voltijd en deeltijd 2011:
80 70 60 50 40
Voltijd
30
Deeltijd
20 10 0 W-E
O-E
M-O
Azië
N-A
M en Z-A
Afrika
Spreiding van het aantal mannelijke en vrouwelijke voltijd en deeltijd correspondenten 2011:
90 80 70 60 50
Vrouw deeltijd
40
Vrouw voltijd Man voltijd
30
Man deeltijd
20 10 0 W-E
O-E
M-O
Azië
N-A
M en Afrika Z-A
Overal werken vrouwen vaker deeltijd behalve in Oost Europa. Wat je ziet is dat het verschil tussen deeltijd en voltijd correspondenten groot is in Noord-Amerika waar de vrouwen 50% deeltijd werken en de mannen 15%.
14
3.5 Samenvatting Ik heb een database opgebouwd met gegevens over de Nederlandse buitenlandcorrespondent. Ik heb voor het verwerven van informatie verschillende bronnen aangeboord zoals direct contact met nieuwsorganisaties maar ik heb ook social media gebruikt als bron. In dit hoofdstuk heb ik resultaten uit het onderzoek van Hess ter vergelijking gebruikt. Er werken in Nederland minder vrouwen als buitenlandcorrespondent dan mannen. Het percentage vrouwen in het vak is even groot als in 1992 in de VS. Er werken meer vrouwen dan mannen parttime en de meeste correspondenten werken bij dagbladen. Vrouwen zijn het sterkst ondervertegenwoordigd bij de krant en werken procentueel het meest gezien bij opiniebladen. Het meeste vrouwen zijn gestationeerd in Zuid-Amerika en het Midden-Oosten, het meeste mannen zijn gestationeerd in Noord-Amerika en Oost-Europa. Deel 4 Wijkt Nederland af van de rest van de wereld? 4.1 De Amerikaanse correspondente Hess telde in totaal in Amerika 300 buitenlandcorrespondenten waarvan 117 vrouw, 28% dus in het jaar 1992. Hess heeft de correspondenten in kaart gebracht die nieuw waren in het vak. Van 1970 tot 1992 is het aantal beginnende, vrouwelijke correspondenten in Amerika met 20% gestegen naar 36,5%. Vrouwen zijn gemiddeld tussen de 20-40 en mannen gemiddeld tussen de 30-60. De meeste vrouwelijke buitenlandcorrespondenten werken in 1992 freelance (bijna twee keer zoveel vrouwen als mannen). Daarna scoren ze het hoogst bij opiniebladen (newsmagazines), radio, krant en tot slot tv, waar de mannen dus logischerwijs het meest te zien zijn. Veel mannelijke én vrouwelijke correspondenten hebben een tijd in het buitenland gezeten voordat ze buitenlandcorrespondent werden. Meestal met hun ouders mee, voor hun studie of om te reizen. 74% van de mannen in 1992 was getrouwd en 43% van de vrouwen. Tot slot heeft Hess cijfers over het aantal jaren dat de correspondenten al in het buitenland zijn. Van de vrouwelijke Amerikaanse buitenlandcorrespondenten zit de grootste groep 1-3 jaar in het buitenland. Ulf Hannerz wijdt in zijn boek uit 2004 een hoofdstuk aan de vrouwelijke buitenlandcorrespondent. Hij beschrijft een aantal noemenswaardige vrouwelijke correspondenten uit het verleden zoals Martha Gellhorn die ooggetuige was van tientallen jaren oorlog. Geyer komt in haar boek een aantal keer terug op het thema ‘het huwelijk’ en zegt vaak te hebben moeten kiezen tussen een man met gezin en de vrijheid van het correspondentschap. Uiteindelijk concludeert Hannerz het volgende: “In the United States and, perhaps to a slightly lesser extent, in Europe, the influx of women into foreign correspondence in later years has been so considerable that they now form a sizable proportion of the entire correspondents corps.”17 Tabel: In 1992 heeft Hess de kenmerken van de vrouwelijke correspondent in kaart gebracht
Hess 1992 Totaal buitenlandcorrespondenten: 300 Nieuw in het vak 1970 1980 1992 Leeftijd 20-29 30-39 40-49 50 of ouder Bachelor diploma Master diploma Journalistieke opleiding Freelance correspondentschappen 17
Vrouw % 29
Man % 71
16 33 36,5
84 67 63,5
14,8 59,1 16,5 9,6 51,3 42,7 23,0 40,0
4,2 40,6 30,7 24,2 46,9 40,0 15,1 23,0
Hannerz, U. Foreign news: Expolring the World of foreign correspondents. 2004 The University of Chicago Press, Ltd, London.
15
Type nieuwsorganisatie - Krant - Radio - Opiniebladen - Televisie Getrouwd Tijd in het buitenland besteed voordat ze aan correspondentschap begon Aantal jaar in het buitenland als correspondent 1-3 3-9 Meer dan 9
24,1 25,0 38,5 18,4 43 72
75,9 75,0 61,5 81,6 74 73
43
74
38,8 37,6 14,4
61,3 62,4 85,6
Samengesteld uit Stephen Hess . International news & foreign correspondents. 1996. The Brooking Institution, Washington D.C.
4.2 Algemene arbeidsparticipatie van vrouwen in Nederland, de Verenigde Staten en GrootBrittannië Het is interessant om te kijken naar de verhouding tussen het aantal werkende vrouwen in een land, voltijd en deeltijd, en het aantal vrouwelijke buitenlandcorrespondenten. Zouden er in een land waar de arbeidsparticipatie van vrouwen hoger is ook meer correspondentes zijn? In de figuur hieronder kun je zien dat in het Verenigd Koninkrijk 66% van de vrouwen een baan heeft waarvan 41% voltijd werkt. Deze cijfers zijn in Europees perspectief en komen uit 2008 van E-Quality, een kenniscentrum voor emancipatie en diversiteit en Eurostat, het bureau voor statistiek van de Europese Unie. Opvallend is, wanneer je kijkt naar cijfers over hetzelfde onderwerp maar dan uit bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk18 of de VS19 dat ze iets afwijken altijd in het voordeel van dat land. De arbeidsparticipatie in Verenigde Staten is niet onderzocht door Eurostat. Het Bureau Of Labor Statistics (BLS) uit de Verenigde Staten onderzocht in 2009 het aantal werkende vrouwen in verschillende landen. In de VS werkt in 2009 59,2% van de vrouwen20. 73% van de Amerikaanse vrouwen werkt fulltime en 26,5% parttime. Van de mannen werkt 86,8% fulltime en 13,2% parttime. Arbeidsparticipatie vrouwen en mannen in 2008 21:
4.3 Wat is het percentage vrouwelijke correspondenten in het buitenland? Wat zijn de overeenkomsten en verschillen m.b.t. buitenlandcorrespondenten tussen Nederland, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en België? Met hoeveel buitenlandcorrespondenten werken andere landen? De buitenlandse nieuwsorganisaties 18
Office for National Statistics Working Lives 2008 http://www.statistics.gov.uk/cci/nugget.asp?id=1654 23-8-‘11 BSL Women in the labor force: A databook 2010 http://www.bls.gov/cps/wlf-table20-2010.pdf 23-8-‘11 20 BLS Spotlight on Statisticts Women and Work http://www.bls.gov/spotlight/2011/women/pdf/women_bls_spotlight.pdf 21 E-Quality Arbeidsparticipatie in Europees perspectief http://www.e-quality.nl/e-quality/pagina.asp?pagkey=57690 7-9-’11 19
16
die ik onderzocht heb zijn Al Jazeera in het Midden-Oosten en in de VS de tv zender CNN en de commerciële zender CBS. Uit België heb ik de publieke omroep VRT bekeken en uit Groot-Brittannië het dagblad de Times. De BBC heb ik gedeeltelijk onderzocht maar niet compleet genoeg om in de grafiek te vermelden. Ik kan er wel over zeggen dat er niet verbazend veel vrouwelijke correspondenten voor de BBC werken.
Aantal correspondentes in procenten per land 2011:
41% 46%
30%
25%
VS UK België NL M-O
25%
Bij CNN werken procentueel gezien de meeste vrouwelijke buitenlandcorrespondenten (47%) bijna hetzelfde aantal als bij de Arabische Al Jazeera (41%). Het procent werkende vrouwen in het Midden-Oosten ligt vele malen lager dan in de meer ‘ontwikkelde’ landen zoals de VS, België en Nederland. Al Jazeera omschrijft zichzelf als de enige politiek-onafhankelijke nieuwsorganisatie in het Midden-Oosten en is daarmee misschien niet te vergelijken met andere organisaties in Arabische landen. Net als CNN is het een internationale organisatie die kijkers en luisteraars van de hele wereld trekt. Uit theorie is gebleken dat 66% van de vrouwen in Groot-Brittannië wel participeert op de arbeidsmarkt maar 42% van hen werkt parttime. De Britste Times scoort laag op een evenwichtige man-vrouw verhouding onder buitenlandcorrespondenten en dagbladen scoren ook in Nederland het laagst. De VRT en de Times staan onderaan met 25% en Nederland schommelt er tussenin met 30% vrouwelijke correspondenten. 4.4 Samenvatting De buitenlandse nieuwsorganisaties werken procentueel gezien met ongeveer evenveel vrouwen als de Nederlandse organisaties. De Amerikaanse en Arabische zenders CNN en Al Jazeera werken met meer vrouwelijke correspondenten namelijk 47 en 41%. Deel 5 Verklaringen Centraal in dit hoofdstuk staat de vraag: Wat zijn de redenen voor de ongelijkheid onder het aantal vrouwelijke en mannelijke buitenlandcorrespondenten? In mijn onderzoek heb ik bepaalde factoren opgenomen die een buitenlandcorrespondent kunnen beïnvloeden. Door bepaalde factoren te onderzoeken probeer ik verklaringen te vinden voor het feit dat er minder vrouwen dan mannen als buitenlandcorrespondent werken. Factoren zijn:
17
-
Verandering van de buitenlandcorrespondent Algemene arbeidsparticipatie mannen en vrouwen en het aantal vrouwelijke en mannelijke gewone journalisten Verschillende media Waar in de wereld is de correspondent gestationeerd Verblijft de correspondent lang op één plek voor een vaste werkgever of reist ze rond in werelddelen voor meerdere bazen Werkt ze voor een commerciële werkgever of voor de Publieke Omroep Hoe zit het met het aantal correspondenten uit het buitenland in vergelijking met Nederland?
Hebben deze onderwerpen iets te maken met een verklaring voor mijn centrale vraag? Om te proberen verklaringen te geven voor mijn centrale vraag speelt op de achtergrond de vraag mee waar ik het ook met mijn geïnterviewden over gehad heb. Namelijk: Is het voor een vrouw moeilijker om correspondent te worden dan voor een man en speelt het mannenbolwerk aan de top van de media een rol? Over het eerste punt vraag ik me af hoe zeer de verandering die de correspondent doormaakt, binnen korte tijd in Nederland effect zal hebben. Het beleid van de NOS om correspondenten eens in vijf jaar te rouleren zorgt voor een correspondent die sowieso niet te lang op een plek kan blijven. Bij de NOS werkt een aantal vaste correspondenten naast veel freelancers, zelfs een aantal bekende gezichten van tv hebben geen vast contract. Jaren geleden werkte iedereen met een vast contract en deze verandering bij bijvoorbeeld de NOS past binnen de algemene trend in Nederland van het toenemend aantal freelancers. De arbeidsparticipatie onder Nederlandse vrouwen is hoog in vergelijking met de rest van de wereld. Dit lijkt dus niet in verband te staan met het lage percentage vrouwen werkzaam als correspondent. Het lage percentage voltijd werkende vrouwen zou wel te maken kunnen hebben met ons onderwerp maar wordt omstreden door de behoefte aan deeltijders en freelancers bij nieuwsorganisaties. Bij de krant werken minder vrouwen dan bij opiniebladen, radio&tv en persbureaus wat jammer is aangezien bij de krant de meeste correspondenten werkzaam zijn vergeleken met de overige nieuwsorganisaties. Bij de opiniebladen werken het meeste vrouwelijke correspondenten maar de opiniebladen maken het minst van alle media gebruik van correspondenten. Vrouwen berichten het meeste uit Midden- en Zuid-Amerika en het Midden-Oosten maar totaal zitten de meeste correspondenten, en dus mannen, in West-Europa en Azië. Het aantal procent vrouwelijke correspondenten in het buitenland is vergelijkbaar met dat in Nederland. Het lijkt dus niet veel uit te maken in welk land je opdrachtgever zit. Wel opvallend is dat bij de opdrachtgever CNN uit de VS en Al Jazeera uit de Arabische Wereld veel meer vrouwelijke correspondenten werken dan in Nederland, België, het Verenigd Koninkrijk of de Verenigde Staten. Ook al is CNN een Amerikaanse organisatie en Al Jazeera een Arabische, ze zijn niet te vergelijken met andere nieuwsorganisaties die ik onderzocht heb. Het zijn zenders die over de hele wereld bekeken worden en daarom anders zijn dan een publieke of een commerciële omroep. Bijna de helft van het aantal correspondenten bij deze Wereldomroepen is vrouw. In Nederland is er weinig verschil tussen het aantal vrouwelijke correspondenten bij de commerciële of publieke omroep, het verschil zit hem meer in de missie en verantwoordelijkheid die de NPO wel heeft en die de commerciële zenders niet hebben.
18
Deel 6 Interviews
Waarom werken er minder vrouwen dan mannen als buitenlandcorrespondent? De cijfers die in dit onderzoek zijn laten zien geven slechts aanzet tot speculeren over het antwoord op die vraag. Ik heb er gesprekken over gehad met een aantal personen. Ook heeft een aantal personen mij geholpen door vragenlijsten in te vullen. Waar we zoal over gepraat en gedacht hebben is of het vak buitenlandcorrespondent een risicovol beroep is en of het daardoor niet aantrekkelijk is voor vrouwen. Blijven vrouwen liever bij een veilig parttime contract en laten ze een drukke meer onzekere baan als buitenlandcorrespondent aan mannen over? Is er een glazen plafond en wordt de weg naar buitenlandcorrespondent voor vrouwen lastiger gemaakt door het mannenbolwerk in de media? Volgens Marga Miltenburg, directeur van ZijSpreekt, is de voorbeeldfunctie van vrouwelijke correspondenten belangrijk. “Vrouwen in de media zorgen voor beeldvorming (wat je bewust en onbewust meekrijgt) en het geeft andere vrouwen het gevoel van ‘dat kan ik ook’. Het laat zien dat vrouwen ook een bijdrage leveren in het vak van de buitenlandcorrespondent. Een rolmodel is belangrijk voor ambitie en toekomstvisie voor anderen.” Yolanda Bobeldijk, correspondente bij GPD, denkt ook dat rolmodellen belangrijk zijn voor mensen die buitenlandcorrespondent zouden willen worden. Zelf heeft ze ook voorbeelden gehad en zegt erover: “Doordat je correspondenten op tv ziet en mooie reportages in kranten leest, raak je geïnspireerd door het werk wat ze doen.” Studenten journalistiek die ik gesproken heb vertellen ook over het belang dat zij hechten aan rolmodellen in hun vak. In de fase dat je nadenkt over welke kant je op wilt gaan in de journalistiek kunnen bepaalde rolmodellen je inspireren en de doorslag geven. Patrick Ijzendoorn, correspondent bij GPD, heeft nu correspondenten die hem inspireren maar zegt voordat hij correspondent werd geen voorbeelden te hebben gehad. Hij denkt dat het geslacht van een rolmodel een verschil zou kunnen maken aangezien bijna al zijn favoriete schrijvers en journalisten man zijn. Yolanda Bobeldijk, denkt dat ze zich niet bewust geïnspireerd gevoelt heeft door vrouwelijke correspondenten maar zegt: “Ik voel me wel verwant met vrouwelijke correspondenten, bijvoorbeeld Laura Kuenssberg, politiek verslaggever van de BBC. Over het belang van een gelijke verhouding tussen het aantal vrouwen en mannen in de buitenlandse berichtgeving zegt Marga Miltenburg: “Vrouwen leveren een bijdrage aan de diversiteit van het nieuws en kunnen ook bepaalde voordelen hebben in situaties waar mannen bijvoorbeeld niet vertrouwd worden. Juist de diepgang is belangrijk en die krijg je mede door langer op een plek te wonen en te werken.” Sanne Rooseboom, voormalig correspondent van GPD, vindt diversiteit in de media belangrijk en zegt: “Mannen en vrouwen verschillen in berichtgeving. Het kan nu eenmaal niet zo zijn dat mannen op dezelfde manier tegen nieuws kijken als vrouwen. In mijn ervaring zijn mannen meer gericht op de feitjes en vinden nieuws al vaak te soft. Vrouwen daarentegen zijn meer gericht op de persoonlijke verhalen die verdieping geven aan de feiten. Natuurlijk heeft dit ook alles te maken met je persoonlijkheid maar die is verweven met je man of vrouw zijn. Ook denk ik dat je als vrouwelijke correspondent in een land sneller met vrouwen vrienden wordt. Zij zijn dan onderdeel van je netwerk en leveren inspiratie voor nieuws. Mannen zullen een groter mannen netwerk maken dus ander nieuws tegenkomen.” Ook Laure Sauer, afstudeerstudente master in Journalistiek vindt diversiteit in berichtgeving belangrijk: “Wanneer je alleen maar dezelfde type
19
mensen (zowel qua achtergrond, leeftijd, geslacht etc.) het werk laat doen, wordt de berichtgeving er niet beter op. Objectiviteit is een moeilijk begrip, berichtgeving is nooit geheel objectief, dat kan niet. Maar het is wel een streven. En dat streven kun je pas echt doorvoeren wanneer je het ook in de mensen doorvoert.” Patrick Ijzendoorn is de enige van mijn geïnterviewden die denkt dat diversiteit in berichtgeving van de media geen invloed heeft op het nieuws: “Nieuws verslaan lijkt mij niets te maken hebben met geslacht. Misschien is er een Old Boys Network wat in het voordeel van mannen werkt maar daartegenover staat dat vrouwen misschien handiger zijn in het luisteren naar anderen.” Dat brengt me op de volgende vraag namelijk is er een mannenbolwerk en maken mannen het lastiger voor vrouwen om buitenlandcorrespondent te worden of te zijn? “Er is in de loop der jaren veel veranderd binnen de Publieke Omroep” zegt Marga Miltenburg. Er werken volgens Marga misschien wel meer vrouwen dan mannen binnen de redacties. “Maar in de top van de NOS en de managersfuncties binnen de NOS zijn bijna alleen maar mannen. Het is een mannen bolwerk. De (psychologische)verschillen tussen mannen en vrouwen zijn merkbaar op de werkvloer. Als er meer mannen zijn werken ze automatisch samen op een mannen-manier.” Er zal volgens Marga minimaal 30% van een team vrouw moeten zijn voor een cultuurverandering en wil er verschil in werkwijze optreden. “Anders, zegt ze, blijkt het dat vrouwen toch weer weggaan. Alleen maak je geen verschil.” Yolanda Bobeldijk stelt terecht de vraag of een mannenbolwerk een groot probleem is. Het zou een probleem kunnen zijn, Marga en Sanne vragen zich af hoe bijvoorbeeld een sollicitatieprocedure verloopt met alleen maar mannen in de top. Sanne zegt: “Ik merk dat mijn mannelijke bazen een andere kijk hebben op het nieuws dan ik. Het lijkt me ook logisch dat mannen (onbewust) graag samen willen werken met mannen en eerder een man als sollicitant kiezen. Ook al staan ze hier niet bewust bij stil. Je herkent jezelf bijvoorbeeld als redacteur in de jonge journalist die voor je staat en een baantje wil.” Volgens Laure Sauer is er ook een mannenbolwerk ik de top van de media: “Alleen als het zo’n mannenbolwerk blijft, is het voor vrouwen moeilijker erdoor heen te komen. De vrouwen die ik op de krant heb gesproken, vertelden het vrij zwaar te hebben.” Ze vindt het een lastige kwestie, “enerzijds biedt het werk als correspondent namelijk geen regelmatig bestaan, dat kan ook niet, nieuws kan altijd, overal opduiken. Maar aan de andere kant is het wel belangrijk dat er genoeg vrouwen de beroepsgroep ingaan en weet ik dat er ook genoeg vrouwen zijn die dit willen.” Deel 7 Conclusie 7.1 Conclusie Er is wereldwijd weinig onderzoek gedaan naar de verhouding tussen het aantal mannelijke en vrouwelijke buitenlandcorrespondenten en verklaringen voor de ongelijkheden. Het onderzoek dat voor u ligt is een verkennend onderzoek: het moet dus voortgezet worden. Als conclusie geef ik antwoord op mijn eerder genoemde centrale vraag: Zijn er minder vrouwelijke dan mannelijke buitenlandcorrespondenten werkzaam voor Nederlandse nieuwsorganisaties? Hoe verhouden die resultaten zich tot correspondenten werkzaam voor buitenlandse nieuwsorganisaties en als het aantal niet gelijk is wat zijn dan de redenen voor de ongelijkheid? Bij alle media in Nederland zijn minder vrouwen dan mannen werkzaam met als dieptepunt de correspondenten bij dagbladen. Gemiddeld gezien is in het vak de verhouding 1 op 3 dus 30% vrouw en 70% man. De meest uiteenlopende aantallen, bij de grootste opdrachtgever de krant, zijn van het Financieel Dagblad, 10% vrouw, en het dagblad Trouw waar 53% van de correspondenten vrouw is. De verhouding met het aantal vrouwelijke correspondenten uit het buitenland, bijvoorbeeld bij de Britse Times, is ongeveer gelijk. De verhoudingen met buitenlandse wereldzenders zijn niet gelijk. De internationale nieuwsorganisaties CNN en Al Jazeera werken beduidend meer met correspondentes dan nationale organisaties met als hoogtepunt de Amerikaanse wereldwijd bekeken zender CNN die 47% vrouwelijke correspondenten gebruikt voor de verslaggeving van internationale gebeurtenissen. Nederland kan wel wat meer diversiteit in berichtgeving gebruiken en niet alleen in de buitenlandse berichtgeving. Van de
20
‘normale’ journalisten in Nederland is ook 30% vrouw terwijl de instroom bij de studies journalistiek meer vrouwen telt dan mannen22. De voornaamste reden voor het geringe aantal vrouwen in deze beroepsgroep is het mannenbolwerk aan de top van de media, en daarmee ook het personeelsbeleid dat gevoerd wordt door nieuwsorganisaties, dat het lastiger maakt voor vrouwen dan voor mannen om buitenlandcorrespondent te worden. 7.2 Op een rijtje Waarom zouden er zo weinig vrouwen buitenlandcorrespondent zijn? Ik heb mezelf een aantal vragen gesteld: 1. Ligt het aan het gevaarlijke vak: De meeste Nederlandse correspondentes zijn te vinden in Midden- en Zuid-Amerika en het Midden-Oosten, de meest onrustige gebieden in de wereld. Mannelijke correspondenten daarentegen zitten het meest in Noord-Amerika en Europa, niet de gevaarlijkste gebieden dus. Hess onderzocht in ’92 dat meer Amerikaanse vrouwelijke correspondenten dan mannelijke naar het buitenland afreizen op de bonnefooi opzoek naar avonturen en verhalen, zonder een opdrachtgever en de zekerheid betaald te worden voor hun moeite. Het vooroordeel dat vrouwen het beroep te gevaarlijk vinden lijkt dus niet waar. 2. Ligt het aan de inhoud van het vak? Correspondenten zijn sterke mannen en vrouwen die huis en kind achterlaten, meenemen of niet hebben om te kunnen doen wat ze het liefst doen, de ogen, oren, hoofden en harten van de bevolking uit ons kikkerlandje voorzien van informatie die onze blik verdiept, verbreedt en vernieuwt. Of vrouwen afgeschrikt worden door de inhoud van het vak lijkt niet aan de orde. Het stichten van een gezin en het willen zorgen voor de kinderen kan een factor zijn waardoor ze minder snel hun thuisfront willen verlaten dan hun mannelijke collega’s die minder binding zouden kunnen hebben met hun nest. 3. Komt het omdat Nederlandse vrouwen parttime willen werken en veel van deze banen fulltime zijn: De algemene arbeidsparticipatie van vrouwen in Nederland is hoog vergeleken met andere landen maar het aantal vrouwen dat fulltime werkt is laag. Correspondentes werken vaker dan hun mannelijke collega’s op freelance basis of als stringer met een freelance jaarcontract bij een nieuwsorganisatie. Ze werken ook het meest parttime net als driekwart van de vrouwelijke bevolking in Nederland. Dit, vergeleken met andere landen, rare deeltijd verschijnsel bij de Nederlandse vrouw zou verband kunnen houden met de weinige vrouwen in de beroepsgroep. Maar de verandering in kenmerken van de buitenlandcorrespondent laat zien dat er meer en meer vraag is naar een flexibele correspondent die niet langdurig op een locatie verblijft met een vast contract, maar af en aan gebruikt wordt om ‘breaking’ nieuws te verslaan, andere bronnen te vergaren en verifiëren of achtergrond informatie te bieden over nieuwsonderwerpen. Er is dus vraag naar parttime flexwerkers en wat we gezien hebben is dat de meerderheid van de vrouwelijke correspondenten dat is. 4. Hebben vrouwen geen belangstelling voor dit vak? Of er meer mannen zijn dan vrouwen die het beroep ambiëren zou prachtig zijn om verder te onderzoeken. Voor de studies journalistiek geldt dat er meer vrouwen studeren dan mannen23 maar correspondenten komen regelmatig ook van andere disciplines zoals de studies politicologie en internationale relaties en betrekkingen. De vrouwen en mannen die ik gesproken heb denken niet dat er minder vrouwen belangstelling hebben voor de specialisatie als buitenlandcorrespondent.
22
Hogeschool Utrecht Journalistiek contactpers. Lucienne Reijenga Christelijke Hogeschool Ede Journalistiek contactpers. MaatjePeeneman Rijksuniversiteit Groningen Master Jounalistiek contactpers. Drs Sanna Buurke 23 Journalistiek aan de Hogeschool Utrecht, Christelijke Hogeschool Ede en Rijksuniversiteit Groningen
21
5. Ligt het aan het personeelsbeleid van de Nederlandse omroepen: Het aandeel van de vrouwen in leidinggevende functies bij alle media is 22%.24 Bij de landelijke dagbladen is het percentage vrouwen in de hoofdredacties volgens het SCP 10% en er zitten bijna geen vrouwen in raden van bestuur (1,4%) en in raden van commissarissen (10,4%). Volgens hoogleraar Mark Deuze25 is het voor vrouwen in de journalistiek lastiger om staande te blijven en correspondent te worden of hogerop te komen dan voor mannen, door de organisatiestructuur van nieuwsorganisaties. Josca Westerhof26 deed onderzoek naar de ondervertegenwoordiging van vrouwen in hoofdredacties van dagbladen en spreekt van masculiene elementen in de organisaties die het een vrouw lastiger maken om hogerop te komen. Vechtcultuur, overwegend mannelijke hoofdredacties, focus op mannelijke eigenschappen, seksisme en de eis van totale beschikbaarheid zijn factoren die het vrouwen lastiger maken en ook in onderzoeken van Deuze terugkomen.
7.3 Aanbevelingen De ongelijke verdeling onder buitenlandcorrespondenten maakt het voor de studenten journalistiek die ik gesproken heb niet minder aantrekkelijk. Zij zien juist mogelijkheden omdat ze, als vrouw, met minder zijn dus zich daarmee ook kunnen profileren als aanwinst voor een nieuwsorganisatie. De studentes zien het als een uitdaging om zich een weg te banen door de mannelijke hoofdredacties en commissies al denken ze dat het lastiger zou kunnen zijn door de hoge functies die binnen de media vooral bekleed worden door mannen. Zeker bij dagbladen kan het voor nieuwelingen toch lastig zijn om binnen te komen en te blijven werken binnen een masculiene omgeving aan de top. Wanneer er echter genoeg vrouwen zijn zal dat zorgen voor een cultuurverandering die voor vrouwen en mannen gelijke kansen biedt op de werkvloer. - Een advies aan vrouwen die dit beroep ambiëren is veel schrijven en laten zien, je profileren en proberen je eigen weg te vinden in het mannenbolwerk in de topfuncties. 24
SCP Midden in de Media 2003 Deuze, M. Wat is journalistiek Het Spinhuis Amsterdam 2004 26 Westerhof, J. Adjunct Hoofdredacteur Afstudeerscriptie Master Journalistiek RUG 2010 25
22
-
Een aanbeveling aan de overheid is om gesubsidieerde omroepen te verplichten meer vrouwen op dit beroep in te zetten.
7.4 Discussie Maar waarom is het belangrijk dat er evenveel vrouwelijke als mannelijke buitenlandcorrespondenten zijn? Ik kan hier kort antwoord op geven door te zeggen dat de Nederlandse bevolking ook niet voor maar 10 of 20 % uit vrouwen bestaat en dat de vrouwen in de media een representatief beeld moeten geven van onze Nederlandse samenleving. Een belangrijke rol van een buitenlandcorrespondent op tv is ook de voorbeeldfunctie die zij heeft. Onbewust krijgen we door de media een kant en klare wereld op ons bordje met een sausje van ‘beeldvorming’. Maar wat is beeldvorming en wat heeft het te maken met de vrouwelijke correspondenten? Beeldvorming is het beeld dat gevormd wordt over een ander bij contact of door informatie van derden.27 Men heeft snel een beeld van wie en wat een buitenlandcorrespondent is. Dit beeld wordt bepaald door direct contact of, voor degene die geen persoonlijk contact hebben met een buitenlandcorrespondent, door de media. Beeldvorming gaat niet perse over beelden maar ook reportages op de radio, columns of berichten in een krant of blad leveren een bijdrage aan beeldvorming. Ik denk dat het van belang is een gelijke verhouding tussen mannen en vrouwen te hebben zodat ons beeld van de buitenlandse berichtgeving niet wordt bepaald door eenzijdigheid maar door diversiteit. Diversiteit in berichtgeving dus. Wanneer je bijvoorbeeld altijd de Volkskrant leest met berichten uit Israël van Rolf Bos zul je een ander beeld vormen over het nieuws dan dat je de berichten beluistert van Israël correspondent Ankie Rechess. Want al het nieuws is subjectief, leer je in les één journalistiek.28 En naast zo objectief mogelijk nieuws bieden, geven correspondenten aan dat ze het ook belangrijk vinden om een analyse, opinie of interpretatie te bieden van het nieuws.29 Als de correspondenten een persoonlijke visie, wel of niet bedoeld, door laten sijpelen in ons nieuws vraag ik me af of er verschil is tussen de visie van een mannelijke of vrouwelijke correspondent. Kijken mannen anders tegen het achterwerk van Pippa Middleton aan dan vrouwen? Berichten vrouwen met meer gevoel en diepgang in het onderwerp en zijn mannen meer gericht op feiten? De correspondenten die ik gesproken heb denken dat er wel een verschil zou kunnen zijn. Niet beter of slechter maar anders. In een land waar mannen zo lang geheerst hebben in de wereld van de media zou ik graag het nieuws zo divers mogelijk bekijken, dus door vrouwen en mannen ogen. En met 10 of 20 % neem ik geen genoegen. Berichtgeving door een evenveel vrouwen als mannen is dus belangrijk om onze vooroordelen, beeldvorming en beperkte visie als Nederlander op de wereld iets te vergroten door diversiteit in correspondenten en dus in berichtgeving. Diversiteit kan op vele aspecten duiden maar in mijn onderzoek heeft het geduid op diversiteit in mensen en hun persoonlijkheid die verweven is met het man of vrouw zijn. Of zoals afstudeer master-studente journalistiek Laure Sauer zegt: “Als je idealistisch, en misschien ook een tikje naïef bent zeg je niet dat het nieuws beïnvloed wordt door het man of vrouw zijn van de correspondent. Je leert heel nadrukkelijk op de opleiding journalistiek dat je zo objectief mogelijk moet werken. Maar, uiteindelijk kijkt iedereen naar zaken op een andere manier. Vrouwen ook op een andere manier dan mannen. Dus de inhoud van berichtgeving zal in veel gevallen ook anders worden gezien en gebracht.” Wie zich verantwoordelijk voelt voor de diversiteit in de media is naar mijn mening niet alleen de NPO. Maar de publieke taak t.a.v. van diversiteit lijkt nog niet gedaan te zijn dus misschien is het tijd voor een nieuwe Bureau beeldvorming in een ietwat ander jasje.
27
Aszgari, Y. Cultuurbepaalde communicatie 2007 Boom Lemma Van Dam, E. I’m from Holland. 2010 Christelijke Hogeschool Ede 29 Verduyn, S. ‘Van onze correspondent’. 2005 Masteropleiding ‘media & Journalistiek aan de Erasmus univer siteit van Rotterdam 28
23