Infobrochure voor studenten
Orthopedie – Neurologie – Neurochirurgie C2.2
Voorwoord
Als je twijfelt, vraag dan hulp! Dit doe je beter te vroeg dan te laat!
Welkom op C2.2. Wij willen je graag als collega/ student opnemen binnen onze eenheid en zullen trachten je integratie op de afdeling zo optimaal mogelijk te laten verlopen Deze onthaalbrochure wil hierbij een extra hulpmiddel zijn door samen met jou rustig door het dienstgebeuren te wandelen. Zo krijg je een idee van de werkkring waarin je terecht komt en van de verwachtingen die er naar jou toe zijn. De brochure geeft niet altijd de juiste oplossing en daarom zal iedereen je graag helpen bij eventuele problemen. Ieder van ons heeft het recht om fouten te maken maar ook ieder van ons heeft de plicht eventuele fouten te melden en te herstellen! Je hoeft niet te leren met vallen en opstaan. Vraag liefst op voorhand uitleg, zo kunnen misverstanden en fouten voorkomen worden. Wij gunnen je de nodige tijd om je aan te passen.
Namens de ganse equipe van C2.2
C2.2 -15 03 +32 11 826 374 (6 372)
2
Voorwoord ................................................................................................................................ 2 1 1.1 1.2 1.3
Voorstelling van de eenheid ................................................................................... 4 De architectuur ............................................................................................................ 4 Het multidisciplinaire team ......................................................................................... 6 De patiëntenpopulatie .................................................................................................. 7
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Taakinhoud en taakverdeling ................................................................................. 9 Organisatie van de verpleegzorg ................................................................................. 9 Taken van de zorgcoördinator ................................................................................... 12 Taken van de logistieke assistenten ........................................................................... 12 Operatiedagen ............................................................................................................ 12 Specifieke verpleegkundige interventies ................................................................... 13
3.1 3.2 3.3 3.4
Veel gebruikte terminologie ................................................................................. 17 Rug............................................................................................................................. 17 Hoofd ......................................................................................................................... 17 Onderzoeken .............................................................................................................. 17 Neurologie ................................................................................................................. 18
2
3
4
Verwachtingen - Aandachtspunten ...................................................................... 19
5 5.1 5.2 5.3
Specifieke verwachtingen .................................................................................... 19 Eerstejaarsstudenten – Initiatie verpleegkunde en basiszorg .................................... 19 Tweedejaarsstudenten – Oriëntatie Algemene .......................................................... 20 Derdejaarsstudenten – Uitstroom Algemene ............................................................. 20
C2.2 -15 03 +32 11 826 374 (6 372)
3
1 Voorstelling van de eenheid 1.1 De architectuur Dienst C2.2 telt 32 bedden geneeskunde/ heelkunde en bevindt zich in de C-blok op niveau +2.
1. 2. 3. 4. 5. 6.
geneeskunde A2.1 geneeskunde A2.2 heelkunde B2.1 heelkunde en geneeskunde B2.2 heelkunde C2.1 heelkunde en geneeskunde C2.2
Binnen de afdeling zijn de patiëntenkamers als volgt ingedeeld: 8 éénpersoonskamers 12 tweepersoonskamers
222 en 223 – 229 tem. 234 217 en 218 – 221 – 224 tem. 228
C2.2 OrthopedieNeurologieNeurochirurgie
C2.2 -15 03 +32 11 826 374 (6 372)
4
Het bovenstaand grondplan geeft je een beeld over de indeling van onze afdeling. Volgende lokalen vin je terug: Het bureau van de hoofdverpleegkundige/ zorgcoördinator Het verpleegstation Een spoelruimte Een linnenruimte (proper + vuil) Sanitair voor personeel en bezoekers Een bergruimte Een badkamer met een hoog-laag bad Een doucheruimte Een dagzaal Een onderzoeksruimte Een opbergruimte voor medisch materiaal of voorraadberging Een opbergruimte samen met C2.1 Een Keuken, samen met C2.1
C2.2 -15 03 +32 11 826 374 (6 372)
5
1.2 Het multidisciplinaire team Het medisch beleid is in handen van de chirurgen. Zij beslissen tot opname, doen diagnosestelling, stellen een behandelingsplan op en bepalen het ontslag. Er kan steeds een consult aangevraagd worden bij om het even welke medische discipline via de behandelende geneesheer.
Medisch team
Diensthoofd chirurgie
Dr. Wim Van Leemput
Orthopedisten
Dr. Peter Aerts Dr. Yves Claessens Dr. Geert Leirs Dr. Emiel Van Vlerken Dr. Wim Van Leemput Dr. Peter Vorlat Dr. Bert Van Herck
Neuroloog
Dr. Toon Ijsewijn Dr. Cosmin Cojocaru Dr. Danielle Haane
Neurochirurgen
Verpleegkundig team
Dr. Thomas Daenekindt Dr. Dieter Peuskens
Middenkaderverpleegkundige
Patrick Godfroid
Hoofdverpleegkundige
Jef Stinkens
Zorgcoördinator
Neele Bloemen
Verpleegkundigen, logistieke assistenten en studenten verpleegkunde en organisatieondersteuning (LA) Stagementoren
Marina Bastiaens Marita Mertens Kathleen Scheefnels Veerle Zentjens Dana Portugaels Sara Moons
Peter-Meter
Marina Bastiaens Sara Moons Neele Bloemen
Referentieverpleegkundigen MVG registratie
C2.2 -15 03 +32 11 826 374 (6 372)
Veerle Zentjens
Elektronisch verpleegdossier
Marina Bastiaens
Rugpreventie
Marita Mertens
Totaalzorg
Marita Mertens
Werkgroep wondzorg
Jef Stinkens
6
Paramedisch team
Kinésitherapie Ergotherapie Logopedie Patiëntenbegeleiding Diëtisten
Andere medewerkers
Palliatief supportteam Pastorale dienst Vrijwilligers
1.3 De patiëntenpopulatie De afdeling herbergt hoofdzakelijk patiënten met problemen van orthopedische en/ of neurologische aard. Bij grote chirurgische ingrepen gaan de patiënten meestal de eerste dag naar de IC om de vitale functies nauwkeurig te kunnen volgen. De meest voorkomende pathologieën zijn:
Orthopedie
Arthroscopie Eventueel Menisectomie Rugchirurgie Laminectomie Disectomie Decompressie en fusie Microdisectomie
Neurochirurgie
Bij rugoperaties is het van groot belang dat wij als verpleegkundigen erover waken dat de patiënt in BLOK gedraaid wordt. D.w.z.: knieën optrekken en armen gekruist over de borstkas voet in de matras en gelijktijdig draaien naar rechts of links (zijligging) vanuit zijligging voeten gelijktijdig uit bed en met de armen het bovenlichaam opduwen patiënt zit nu aan de rand van het bed voeten op de grond plaatsen voeten voor- achterwaarts spreiden handen op de bovenbenen plaatsen gelijktijdig op voeten en armen op de benen duwen en met rechte rug rechtstaan Wees dus altijd voorzichtig, zodat de patiënt geen verder letsel of trauma oploopt. Andere voorkomende ingrepen zijn: Acif (Anterieure cervicale Interlaminaire Fusie) Alif (Anterieure Lumbale Interbody Fusie) TFL (Thoraco Frenico Laparotomie) Discusprothesen o lumbaal o cervicaal Laminectomie o cervicaal o lumbaal Shuntoperaties (VED, VPD)
C2.2 -15 03 +32 11 826 374 (6 372)
7
Coma patiënten met tracheotomie Trepanaties o Bloedingen o Tumoren o Abcessen o AV malformatie o Schedelbasisplastie o Transphenoïdale hypofyse o Aneurysma
Neurologie
C2.2 -15 03 +32 11 826 374 (6 372)
Neurologie is een uitgebreide discipline en daarom ook moeilijk om er beknopt een beschrijving van te geven. Toch enkele voorbeelden van aandoeningen: T.I.A. (Transient Ischemic Attack) C.V.A. (Cerebro Vasculair Accident) Hersenbloeding Herseninfarct Meningitis Encephalitis Migraine M.S. (Multiple Sclerose) Parkinson Encephalopathy Trauma Revalidatie Migraine Lumbale puncties
8
2 Taakinhoud en taakverdeling 2.1
Organisatie van de verpleegzorg
De verpleegkundigen werken volgens een vast uurrooster met een minimum bezetting.
V04 of vroege dienst
06u30 – 14u36
4 verpleegkundigen
D11 of dagdienst
08u00 – 16u06
Hoofdverpleegkundige en/ of zorgcoördinator Niet op zaterdag en zondag
L25 of late dienst
14u09 – 22u15
3 verpleegkundigen
N09 of nachtdienst
21u50 – 06u50
1 verpleegkundige
De dienstrooster vindt men in het verpleegstation terug. Ook de dienstrooster van de studenten hangt ter inzage op het infobord in de dienstplaats.
Studenten werken STEEDS onder toezicht/ begeleiding van een verpleegkundige!
Men werkt op deze afdeling volgens het model “Totaalzorg”, dus met patiëntentoewijzing. De hoofdverpleegkundige maakt dagelijks de taakverdeling op. Iedere verpleegkundige krijgt een aantal patiënten toegewezen en de studenten worden op hun beurt toegewezen aan een verpleegkundige. Elke verpleegkundige heeft een oproepsysteem van zijn/haar eigen patiënten.
Kant 1 (Groen)
12 patiënten
Kamers 217 tem. 220
Kant 2 (Rood)
10 patiënten
Kamers 221 tem. 225 – 233 en 234
Kant 3 (Blauw)
10 patiënten
Kamers 226 tem. 232
Onder totaalzorg verstaan we elke verpleegkundige staat zoveel mogelijk in voor alle verpleegkundige zorgaspecten bij de patiënten die hem zijn toegewezen men voert deze zorgsaspecten zoveel mogelijk in 1 tijdstip uit de verpleegkundige zorgt voor de invulling van het verpleegdossier met inbegrip van de bijhorende registraties zoals o.a. MVG voor de patiënten die hem zijn toegewezen de verpleegkundige zorgt voor een efficiënte overdracht voor de patiënten die hem zijn toegewezen de verpleegkundige treedt in contact met andere hulpverleners indien dit noodzakelijk is voor de zorgbehoeften van de patiënten die hem zijn toegewezen
C2.2 -15 03 +32 11 826 374 (6 372)
9
Buiten de totaalzorg van de patiënten is de verpleegkundige, samen met de logistiek assistent ook verantwoordelijk voor andere dagelijkse taken zoals: aanvullen van linnen aanvullen van steriele en niet-steriele materialen bestelling van de medicatie orde in het verpleegkwartier, apotheek, berging, keuken… halen van medicatie in apotheek en verdeling van de medicatie De maaltijdverdeling gebeurt voornamelijk door de logistieke assistenten. Transporten naar onderzoeken, opnamen, ontslag, … lopen door het voormiddagprogramma. Hiervoor wordt een centrale vervoersdienst ingeschakeld. Ontslag en opname van patiënten gebeuren op wisselende tijdstippen. VROEGE DIENST (V04) 6u30 – 6u50
Overdracht van de dienst Briefing patiënten
6u50 – 9u30
Controleren van de medicatie Bloedname Starten van de totaalzorg van de toegewezen patiënten Verzorging, parameters, medicatietoediening, infuuscontrole, …. Opname van patiënten, voorbereiding voor onderzoeken en behandelingen Ontbijt opdienen, rechtzetten van patiënten en helpen waar nodig
9u30 – 11u30
Patiëntenzorg verder afwerken Ondersteuning bieden bij de collega’s indien nodig Logistieke taken Opruimen van de gang en karren Patiëntendossiers invullen/ overschrijven Elektronische verpleegdossiers in- en aanvullen Middagpauze verpleegkundigen Bestelde medicatie verdelen per patiënt
11u30 – 12u30
Uitdelen, toedienen van de medicatie Uitdelen middagmaal, rechtzetten van patiënten en helpen waar nodig
12u30 – 14u00
Comfortronde patiënten Patiëntenontslag in orde brengen Voorbereiding patiëntenoverdracht
LATE DIENST (L25) 14u09 – 14u36
Bezoek Overdracht van de dienst Briefing van de toegewezen patiënten
14u36 – 16u00
Controle medicatie Beddenopschik van ontslagen patiënten
16u00 – 17u00
Comfortronde patiënten en eventuele verzorgingen
C2.2 -15 03 +32 11 826 374 (6 372)
10
Controle parameters + uitdelen van medicatie Linnen aanvullen en het vuil linnen wegbrengen 17u00 – 19u00
Uitdelen van avondmaal, rechtzetten van patiënten en helpen waar nodig Eten verpleegkundigen
19u00 – 20u00
Administratie in orde brengen Elektronisch verpleegdossier invullen Papier van de keuken nakijken
20u00 – 21u50
Comfortronde patiënten Controle van parameters Aanpassen van blad voor patiëntenoverdracht
NACHT (N09) 21u50 – 6u50
Overdracht van de dienst Briefing van toegewezen patiënten Controle patiënten Medicatie klaarzetten en bestellen Medicatie van patiënten die de volgende dag naar huis gaan klaarzetten Terugschrijven van medicatie Opstellen van ontslagdocumenten Verpleegdossiers in orde maken voor de volgende dag Algemene orde van de dienst Bestellen medicatie, etiketten,…
Deze dagindeling is een richtgegeven. Elke opname of onvoorzien ontslag dient men binnen deze uurregeling te plannen door aanpassingen aan te brengen in de werkplanning. De enige vastliggende uren zijn de bezoekuren. Deze zijn van 14uur tot 20uur
C2.2 -15 03 +32 11 826 374 (6 372)
11
2.2 Taken van de zorgcoördinator Binnen het project Effectief en efficiënt leiderschap werd een belangrijk knelpunt binnen de ZE/ ZOE aangepakt. Het takenpakket van de diensthoofden zat overvol waardoor de operationeel-technische taken, de taak van leidinggevende in de zin van leiden, coachen en managen, niet meer naar behoren kon opgenomen en uitgevoerd worden. Daarbij komt ook dat patiënten, medewerkers, artsen, middenkader, directie, … verschillende verwachtingen hebben naar de leidinggevende toe. Doelstellingen konden niet meer gerealiseerd worden. Duoleiders gaan hierbij een resultaatsverbintenis aan. Hoofddoel: effectiever en efficiënter leidinggeven verbetering van kwaliteit van zorg tevredenheid van klanten (lees: patiënten) en medewerkers verhogen Binnen C2.2 werd deze taak aan Neele Bloemen toegewezen. Door haar functie kreeg het diensthoofd meer ruimte voor zijn taken op vlak van leiden, coachen en managen.
2.3 Taken van de logistieke assistenten De logistieke assistente op de afdeling is verantwoordelijk voor taken ter ondersteuning van het verplegend personeel op de afdeling. Rapporteren doet de logistieke assistente rechtstreeks aan de hoofdverpleegkundige van de afdeling. Biedt hulp bij het opdienen en afdienen van de maaltijden Biedt hulp bij de maaltijden, uitgezonderd bij patiënten met slikproblemen Staat in voor het opmaken van bedden Draagt zorg voor proper en vuil linnen Draagt zorg voor het onderhoud van de spoelruimte en materialen Verzorgt het stockbeheer van de afdeling Bodefunctie: o Zorgt voor het wegbrengen en ophalen van materialen, stalen en formulieren Biedt hulp bij het opzetten en installeren van patiënten Administratief: o Klasseert patiëntendossiers
2.4 Operatiedagen Maandag
Orthopedie Neurochirurgie
Dinsdag
Orthopedie Neurochirurgie
Woensdag
Orthopedie
Donderdag
Orthopedie
Vrijdag
Orthopedie
C2.2 -15 03 +32 11 826 374 (6 372)
12
2.5 Specifieke verpleegkundige interventies 2.5.1 Ademhalingsstelsel Aërosoltherapie Spontaan ademende patiënt o zonder tube/ canule zuurstofbril zuurstofmasker toediening aërosol aspiratie via mond en bovenste luchtwegen o met tracheacanule aspiratie secreties toediening aërosol reiniging binnencanule en vervangcanule fixatie canule o Patiënt met pleurale drainage gebruik en toezicht op thoraxdrainagesysteem CPR Oxymetrie Toedienen van pufjes Afname sputumkultuur Zorgen aan een besmette patiënt (procedure isolatie – procedure handhygiëne) Gebruik ambu
2.5.2 Bloedsomloopstelsel CPR Aanbrengen van TED-kousen ter preventie van veneuze aandoeningen Plaatsen van een perifere katheter o gebruik van obturator Voorbereiding, toediening van en toezicht op intraveneuze perfusies en transfusies o gebruik van infuuspompen o zorgen aan centraal veneuze katheter Controle bloeddruk Bloedafname o perifeer o via obturator o via port-à-cath o via diepe veneuze katheter Gebruik van glucometer Port-a-cath o Aanprikken, spoelen, maken van verband volgens procedure Voorbereiding en nazorg bij onderzoeken o CT-scan
2.5.3 Spijsverteringsstelsel Maagsonde o inbrengen van maagsonde o actieve en passieve drainage Uitscheiding o verzorging van stoma
C2.2 -15 03 +32 11 826 374 (6 372)
13
o toediening lavement o manueel verwijderen faecalomen Voorbereiding op onderzoeken o gastro-enterologie Gastroscopie Coloscopie, rectoscopie o CT abdomen o CT schedel o echo …
2.5.4 Urogenitaal stelsel Voorbereiding, uitvoering en/of toezicht op o blaassondage o eenmalige sondage voor onderzoek van urine, residubepaling o blaasinstillatie o gesloten urinedrainagesysteem o urine- en/ of stoelganstaalname o drainage via suprapubische katheter Blaastraining Bijhouden urinedebiet Eenmalige sondage voor onderzoek van urine, residubepaling Voorbereiding en nazorg onderzoeken
2.5.5 Huid-en zintuigen Voorbereiding, uitvoering en toezicht op o aseptische, antiseptische wondverzorging vb. brandwonden, hoofdwonde… o verzorging van wonden met wiek, drain, stomati o open wondbehandeling o wondkulturen o voetbadjes o wondspoeling o verzorging van 1°, 2° en 3° graad decubitus o verwijderen hechtingsmaterialen Preventie van decubitus d.m.v. wisselhouding, hulpmiddelen, opzitten, mobilisatie, … Verwijderen van katheters, hechtingsmateriaal, redons e.a.
2.5.6 Metabolisme Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op o technieken van hemoperfusie Opstellen en in evenwicht houden van vochtbalans Inzicht hebben in de behandeling van een diabetespatiënt o educatie aan de patiënt en zijn familie of doorverwijzen naar diabeteseducatieteam o voorbereiding en toediening van insuline o gebruik van glucometer
2.5.7 Medicamenteuze toedieningen Voorbereiding en toediening van medicatie met spuitpompen of infuuspompen Voorbereiding, uitvoering, toediening van en toezicht op o veneuze katheters o intraveneuze medicatietoediening Voorbereiding, toediening en toezicht op de enterale en parenterale inname van medicatie Voorbereiden en toedienen van medicatie via volgende toedieningswegen
C2.2 -15 03 +32 11 826 374 (6 372)
14
o oraal (inbegrepen inhalatie) o rectaal; vaginaal o dermaal o SC-IM-IV o via gastro-intestinale katheter Oogindruppeling en oorindruppeling
2.5.8 Voedsel- en vochttoediening Toediening van sondevoeding via o Maagsonde Totale parenterale nutritie Hulp bij vocht en voedselinname
2.5.9 Parameters Opnemen en correct noteren van verschillende parameters o Temperatuur o Pols o Bloeddruk o Glucometrie o Gewicht o Ontlasting o Pijn o Zuurstofsaturatie o Urinedebiet o Vochtbalans o …
2.5.10
Mobiliteit
Wisselhouding Gebruik van tiltechnieken en hulpmaterialen Passieve en actieve mobilisatie Zelfredzaamheid van de patiënt stimuleren
2.5.11
Hygiëne
Totaalverzorging aangepast aan ADL functies Totaalverzorging bij een patiënt met ADL dysfunctie Mondhygiëne Detailzorgen Isolatie besmette patiënten Totaalverzorging bij o besmette patiënt o bedlegerige patiënt o …
2.5.12
Fysische beveiliging
Voorbereiding voor en vervoer van patiënten Aanwenden van maatregelen ter voorkoming van lichamelijk letsel o fixatiebanden voor handen en voeten, buikriem, onrusthekken o halskraag Maatregelen ter preventie van infecties Maatregelen ter voorkoming van decubitus o Wisselhouding C2.2 -15 03 +32 11 826 374 (6 372)
15
o
Alternatingmatras, luchtkussen
2.5.13 Verpleegkundige activiteiten die verband houden met het stellen van de diagnose Bloedname o via diepe veneuze katheter o perifeer Staalname sputum, faeces, urine en wondvocht Culturen van wonden, drains Gebruik glucometer Glucosurie d.m.v. aution sticks Controle van parameters o bloeddruk o temperatuur o saturatie o … Observatie van bewustzijn: comaschaal
2.5.14
Voorbereiding (en assistentie) bij medische handelingen
Voorbereiding, assistentie bij het plaatsen van o Een lumbale punctie o Een thoracale drain o …
2.5.15
Algemeen
Lijktooi Procedures
C2.2 -15 03 +32 11 826 374 (6 372)
16
3 Veel gebruikte terminologie 3.1 Rug L = Lumbale wervel = L3-L4 = Lumbale wervel 3 – Lumbale wervel 4. C = Cervicale wervel = C6-C7 = Cervicale wervel 6 – Cervicale wervel 7. HNP = Hernia nuclei pulposus. MILD = micro interlaminaire disectomie. Laminectomie = het verwijderen van de laminae, de achterste wervelbogen zodat het wervelkanaal open komt te liggen. Disectomie = het verwijderen van de tussenwervelschijf. TFL = thoraco phrenico laparotomie = het openen van de thorax, middenrif en de buikholte. ALIF = anterieure lumbale interlaminaire fusie = het plaatsen van een schroef tussen 2 wervels ter vervanging van de tussenwervelschijf vb. bij artrose. ACIF = anterieure cervicale interlaminaire fusie = het plaatsen van een schroef tussen 2 wervels ter vervanging van de tussenwervelschijf vb. bij artrose. PLIF = posterior lumbal interbody fusion = PLIF is een operatie waarbij lendenwervels (lumbar) aan elkaar vast worden gezet. TYLIF = transcutane lumbale interbody fusie. Discitis = ontsteking van de tussenwervelschijf.
3.2 Hoofd Shunt operatie = een shunt is een geïmplanteerd systeem dat gebruikt wordt om vocht af te voeren van één deel van het lichaam naar een ander deel. Hematoom = bloeding. Intracraniële bloeding = bloeding in de hersenen. Epiduraal hematoom = is een traumatische bloeding tussen de schedel en de dura. Subduraal hematoom = is een bloeding tussen de dura en arachnoïdea (dura mater). Subarachnoïdale bloeding = (SAB) bloeding in de liquorruimten rond de hersenen. Aneurysma = een zakwormige uitzetting van een cerebrale arterie. Op de plaats van deze misvorming is de arteriewand minderwaardig. Ventrikel = kamer in de hersenen gevuld met liquorvocht. Liquor = spinaal vocht. Epi = epilepsie = vallende ziekte. Aanvalsgewijs optredende stoornis in de hersenfunctie.
3.3 Onderzoeken OADSA of angio = een onderzoek waarbij een contraststof direct (via de lies) in een slagader wordt ingespoten waarna snel een aantal foto’s worden genomen. Hierdoor kan een afbeelding worden verkregen van de bloedvaten in het hoofd en van de bloedsomloop. EMG = elektromyografie = onderzoeksmethode waarbij men de elektrische activiteit meet van de spieren mbv naaldelektroden die in de spieren worden gestoken. NMR = nucleaire magnetische resonantie. EEG = elektro-encefalografie = een onderzoek waarbij de hersenfunctie wordt onderzocht.
C2.2 -15 03 +32 11 826 374 (6 372)
17
3.4 Neurologie T.I.A. (Transient Ischemic Attack) = voorbijgaande ischemie (gedeeltelijke) van de hersenen. Kleine beroerte met plotselinge ontstaan van neurologische uitvalverschijnselen tgv extra- en intracraniële circulatiestoornissen die van enkele minuten tot een etmaal kunnen duren en weinig of geen restverschijnselen achter laten. C.V.A. (Cerebro Vasculair Accident) = cerebro vasculair accident. Plotselinge verstoring van de doorbloeding van het hersenweefsel met als gevolg het uitvallen van een deel van de hersenwerking. De oorzaak kan zijn een bloeding of een circulatoire insufficiëntie. Meningitis = acute of subacute infectieziekte gekenmerkt door ontsteking van de hersenvliezen en/ of ruggenmergvliezen. Encephalitis = ontsteking van het hersenweefsel als gevolg van een virale of bacteriële infectie. Migraine = gaat gepaard met paresthesieën, convulsies, voorbijgaande afasie, vasomotorische en psychische verschijnselen M.S. (Multiple Sclerose) = chronische aandoening van het centrale zenuwstelsel. Parkinson = synoniem = paralysis agitans Encephalopathy = degeneratieve hersenaandoening. Lumbale puncties = aftappen van lumbaal vocht met een holle naald uit de spinale subarachnoïdale ruimte beneden het niveau waar het ruggenmerg eindigt.
C2.2 -15 03 +32 11 826 374 (6 372)
18
4 Verwachtingen - Aandachtspunten Je kan altijd met al je vragen bij de hoofdverpleegkundige, verpleegkundigen en artsen terecht. De grootste bron van informatie zijn de verpleegkundigen! Neem steeds je eigen leerproces in handen. Probeer na een korte inwerkperiode inzicht te krijgen in de werking van de dienst. Er wordt verwacht dat men zo veel mogelijk initiatief neemt tot vragen stellen en observeren. Je kan uitleg en advies vragen maar heb er wel begrip voor dat dit in crisissituaties niet altijd mogelijk is. Neem verantwoordelijkheid op eigen niveau. Tact, voorkomendheid, vriendelijkheid t.o.v. patiënten en familie is vanzelfsprekend. Natuurlijk en spontaan contact met alle leden van het team, met respect voor ieders werk, is een noodzaak. Wees betrouwbaar. Respecteer het beroepsgeheim. Aandacht hiervoor siert je persoonlijkheid. Informeer je voldoende alvorens een taak aan te vatten. Tracht zo snel mogelijk en zo goed mogelijk zelfstandig te werken, maar vraag tijdig om advies. Toon hierbij organisatietalent en geef blijk van een vlotte aanpak. Denk mee in moeilijke situaties. Toon initiatief en blijf niet steeds wachten op aanwijzingen. Breng eigen ideeën naar voor. Geef blijk van een ruim observatievermogen. Observeer de patiënt continu en pak een alarmsituatie onmiddellijk aan. Heb aandacht voor de achterliggende symptomen! Wees stipt, gebruik een correcte taal, zorg voor een verzorgd uiterlijk. Tracht de vaardigheid te ontwikkelen om leren om te gaan met de beperkingen van de realiteit. Leer te rapporteren, zowel schriftelijk (verpleegdossier) als mondeling (naar teamverantwoordelijke, arts, tijdens briefing). Discussie of vraagstelling gebeurt op de juiste plaats en op het juiste tijdstip. Dit is dus niet op de kamer van de patiënt. Handhygiëne is zeer belangrijk omwille van het risico voor kruisinfecties. Ringen, kunstnagels, armbanden en polshorloges zijn verboden (procedure handhygiëne) o Na iedere zorg bij een patiënt of bij het verlaten van de kamer steeds de handen wassen en/ of insmeren met alcoderm-gel voordat je andere acties onderneemt. Patiënten hebben recht op privacy: sluit de deuren en de (tussen)gordijnen tijdens de verzorging. Spreek de patiënten eervol en tactvol aan. Patiënten bevinden zich in een afhankelijke positie: hygiëne, kleden, verplaatsen, continentie, voeding,… al deze facetten vragen om een respectvolle benadering. Verwerf voldoende inzicht in de verschillende ziektebeelden.
5 Specifieke verwachtingen 5.1 Eerstejaarsstudenten – Initiatie verpleegkunde en basiszorg Leren omgaan met patiënten en familie, het team en medestudenten Luisterbereidheid Leren omgaan met feedback en zelfevaluatie ontwikkelen Hygiëne Persoonlijk hygiëne Toedienen van correcte hygiënische zorgen in functie van de mogelijkheden van de patiënt Zelfstandig de vitale en fysische parameters kunnen controleren (noteren in verpleegdossier)
C2.2 -15 03 +32 11 826 374 (6 372)
19
Tijdens de maaltijden de nodige hulp bieden en de patiënt een goede houding geven om zijn maaltijd te benutten Indien mogelijk eten de patiënten aan tafel Indien aan tafel eten niet mogelijk is dient de patiënt een correcte of aangepast houding te krijgen in bed Zonodig de patiënt helpen met eten geven Rapportage omtrent de maaltijd vb. niet gegeten, verslikken, braken,… Zuurstof en aërosoltherapie Het belang hiervan kennen en kunnen toepassen Preventie decubitus kennen en kunnen toepassen Aandacht hebben voor administratieve taken vb. correct invullen van verpleegdossiers Ook steeds mondeling rapporteren Tactvol zijn t.o.v. de patiënten, hun familie, het team en de medestudenten Door vraagstelling zich kunnen inwerken en inzicht krijgen op de werkindeling Ook open staan voor verdere taken zoals de keuken, de opruim en het wegbrengen van stalen Specifieke technieken beheersen en kunnen toepassen Insuline met de pen Glycemiemeting met glucometer IM en SC- inspuitingen Geven van kleine en grote lavementen Bedden opmaken …
5.2 Tweedejaarsstudenten – Oriëntatie Algemene Zie doelstellingen 1° jaar Verpleegtechnische vaardigheden van 2°jaar kennen en kunnen toepassen Medicatie: o IV-medicatie en perfusies kunnen klaarmaken onder toezicht o Weten welke medicatie vooraf of na het eten moet worden genomen o Toezicht houden op inname van medicatie o Toezicht houden op het verloop van een insulinedrip, infuustherapie en een transfusie Wondverzorging kennen en kunnen toepassen in de bestaande situatie Aandacht hebben voor sondevoeding, urinedebiet en faecesstaalname De voorbereiding en nazorg van de verschillende onderzoeken nagaan Bijwonen van onderzoeken Weten wanneer de patiënt voor meerdere onderzoeken nuchter moet blijven Nemen van initiatief o Uit zichzelf zien wat er moet gebeuren o Eigen werk goed kunnen organiseren o Het verpleegkundig werk weten aan te pakken Eigen verantwoordelijkheid kunnen dragen voor de uitgevoerde taken Onder begeleiding van een verpleegkundige specifieke testen kunnen uitvoeren
5.3 Derdejaarsstudenten – Uitstroom Algemene Zie doelstellingen 1° en 2° jaar Zelfstandig de nodige zorgen kunnen uitvoeren o Het werk efficiënt kunnen organiseren o Leren fungeren als leider van een team o Verantwoordelijk voor totaalzorg bij 4 patiënten (onder toezicht) Zich betrokken voelen bij de noden van een patiënt, zich verantwoordelijk weten voor de realisatie van die noden, zelf hulp bieden of hulp inroepen van deskundigen Een patiënt kunnen opnemen en wegwijs maken op de afdeling Patiënt met een specifieke behandeling kunnen verplegen o Heparineslot o Met infuuspomp C2.2 -15 03 +32 11 826 374 (6 372)
20
o Met spuitpomp o Diepe katheter o MS-patiënt o Patiënt met porth-à-cath o … Voorbereiding en nazorg bij bepaalde onderzoeken kennen en kunnen uitvoeren Bloedafname Transfusies Inzicht in multidisciplinaire samenwerking versterken
Bijwonen van onderzoeken/ operatie : Is zeer belangrijk voor iedere student, vraag dus zeker om eens enkele onderzoeken of een operatie bij te wonen. Spreek dit tijdig af!
C2.2 -15 03 +32 11 826 374 (6 372)
21