INFOBROCHURE STUDENTEN
Welkom ! Van harte welkom op de afdeling heelkunde dienst 1! We hopen dat jij je vlug zal thuis voelen op onze afdeling. Met deze brochure willen we jou alvast een beetje wegwijs maken. Laat het een leidraad zijn om tijdens de stageperiode een beter zicht te krijgen op het reilen en zeilen van de afdeling. Wij hopen dat deze brochure enigszins kan bijdragen tot een vlottere integratie op de afdeling tijdens jouw stageperiode. Wij zullen proberen jou een deskundige begeleiding te geven en te sturen tijdens jouw leerproces op de afdeling. Wat verwachten we van jou? Goede moed, interesse en inzet. Het is vanzelfsprekend dat je met vragen en andere zaken steeds bij de verpleegkundigen terecht kan. Bedenk, domme vragen bestaan niet !!! Alle begin is moeilijk, maar tijd en geduld helpen om een klare kijk te krijgen op het verpleegkundig werk op de afdeling. Wij wensen jou alvast een aangename stageperiode.
Infobrochure Dienst 1
2
Inhoudsopgave 1 1.1 2 2.1 2.2 2.3 2.4
VOORSTELLING VAN DE AFDELING
4
EEN GLOBAAL BEELD VAN DE AFDELING
4
VERZORGING OP DE AFDELING WERKVERDELING TIJDENS DE WEEK WERKVERDELING TIJDENS HET WEEKEND RAPPORTAGE DE STUDENT VERSUS PATIËNTENZORG
6 6 7 7 7
3
EEN PLATTEGROND VAN DIENST 1
8
4
DAGINDELING OP DE AFDELING
9
5
PRAKTISCHE REGELS
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 7 7.1 7.2 8 8.1
INTRODUCTIE PARKEERMOGELIJKHEDEN UURROOSTER MAALTIJDEN EVALUATIE STUDENTEN AFDELINGSGEBONDEN INFORMATIE DE MAALTIJDBEDELING DE VERPLEEGKUNDIGE INTERVENTIES DE SPOELRUIMTE (HAND)HYGIËNE DIENSTGEBONDEN AANDACHTSPUNTEN ALGEMENE VERWACHTING TOV DE STUDENT DE CHIRURGISCHE PATIËNT PREOPERATIEVE ACTIES POSTOPERATIEVE ACTIES BIJLAGEN BIJLAGE 1: VERKLARENDE WOORDENLIJST
Infobrochure Dienst 1
10 10 10 10 10 11 12 12 12 12 12 13 14 15 15 16 17 17
3
1 Voorstelling van de afdeling De afdeling is gespecialiseerd in operaties aangaande gynaecologie, abdominale heelkunde en weke delen. Voorts worden ook patiënten ter observatie en voor conservatieve behandelingen opgenomen, betreffende aangehaalde specialiteiten. De afdeling is telefonisch te bereiken op het nummer 014/577170
1.1 Een globaal beeld van de afdeling De afdeling herbergt 31 bedden, waarvan 5 éénpersoonskamers. De afdeling werkt met een gangverantwoordelijke, van kamer 102 t/m kamer 108 en een gangverantwoordelijke voor de kamers 109 t/m 119. De verantwoordelijke neemt de medicatieronde voor haar rekening en brieft aan de hoofdverpleegkundige of vervangend leidinggevende. De dienst abdominale heelkunde, weke delen en gynaecologie wordt vertegenwoordigd door:
A. het Medisch Team De chirurgen abdominale heelkunde: o Dokter Gys o Dokter Lafullarde De chirurg weke delen: o Dokter Molderez De gynaecologen: o Dokter Verguts o Dokter Coppens o Dokter Vervliet o Dokter Vercammen o Dokter Kuyken De artsen worden op hun beurt bijgestaan door geneesheren in opleiding (normaliter drie assistenten heelkunde) en stagiairs geneeskunde (meestal één)
Infobrochure Dienst 1
4
B. Het Verpleegkundig team De verpleegkundigen: o Directeur Nursing: Walter Claessens o Middenkader: Gunther Oris o Hoofdverpleegkundige: Ward De Backer o Een gans team van verpleegkundigen De namen van de verpleegkundigen kan je mits het oefenen van jouw communicatieve vaardigheden leren o Sociaal verpleegkundige: Martine Verellen
C. Andere medewerkers o o o o
Kinesisten Diëtisten Logistiek medewerker Poetsvrouw…
Infobrochure Dienst 1
5
2 Verzorging op de afdeling 2.1 Werkverdeling tijdens de week De hoofdverpleegkundige is verantwoordelijk voor de afdeling. Daarnaast is er altijd een eindverantwoordelijke aanwezig, die de verantwoordelijkheid overneemt als de hoofdverpleegkundige afwezig is. De behandelende geneesheer (of een collega), bezoeken dagelijks de afdeling om de patiënten te evalueren en de behandelingen op punt te stellen. De hoofdverantwoordelijke van de verpleegkundigen begeleiden en informeren de arts bij de patiëntenronde. Het principe van teamverpleging wordt toegepast bij de verzorging. Twee verpleegkundigen bedelen de medicatie en nemen de parameters, elk aan hun zijde van de afdeling (102/108 en 109/119). Zij briefen zo nodig aan de eindverantwoordelijke en noteren belangrijke zaken in het elektronisch patiëntendossier (oa een verslag per shift). Een andere verpleegkundige begint direct met de verzorging van de patiënten, al dan niet vergezeld van een collega of een student. Eén verpleegkundige van de korte dienst neemt de voeding voor haar rekening als de logistiek medewerker niet aanwezig is. Verder bevraagt zij de patiënten elektronisch wat hun voorkeur is bij de maaltijden voor de volgende dag. Studenten worden opgevangen door de mentoren op de afdeling en de hoofdverpleegkundige. De mentoren zijn gespecialiseerd in het begeleiden van verpleegkundigen (in spé) en zijn ook een luisterend oor bij problemen of vragen. Je werkt onder toezicht en verantwoordelijkheid van de verpleegkundige aan wie jij wordt toegewezen.
Infobrochure Dienst 1
6
2.2 Werkverdeling tijdens het weekend De briefing wordt kort en bondig gehouden. De eindverantwoordelijke verzorgt de medicatieronde en de parameters. Twee verpleegkundigen werken per twee de kamers af. De andere verpleegkundige (a-shift) begint mee met de verzorging en verdeelt de maaltijden. Na het opdienen en afruimen wordt de verzorging van de patiënten verdergezet. De eindverantwoordelijke neemt ook de doktersronde voor haar rekening. De late shift bestaat uit twee verpleegkundigen, waarvan één de eindverantwoordelijke is. Elk neemt één kant van de afdeling voor de medicatieronde en parameters.
2.3 Rapportage Een elektronisch patiëntendossier wordt per patiënt opgemaakt en opgevolgd. Het werkinstrument bij uitstek in samenwerking met het medicatiebeheer. Het elektronisch patiëntendossier bestaat uit verschillende delen. De basiselementen waaruit het elektronisch dossier is opgebouwd, zijn: anamnese aktiviteitenplan rapportage (verslaggeving/evaluatie) Dagelijks worden per shift de belangrijke zaken genoteerd in het elektronisch patiëntendossier en wordt het aktiviteitenplan aangepast naar de volgende dag toe.
2.4 De student versus patiëntenzorg Jij krijgt tijdens de stageperiode een aangepast programma aangeboden. De patiënten die aan jou worden toevertrouwd, is afhankelijk van het opleidingsniveau waarin jij je bevindt. Je werkt steeds onder toezicht en verantwoordelijkheid van de verpleegkundige aan wie je wordt toegewezen. Het is van belang dat jijzelf ook de afdeling op de hoogte brengt van de prioriteiten die je graag tot ontwikkeling brengt op de afdeling. Een goede communicatie en verantwoording geven jou de kans om optimaal jouw takenpakket te ontplooien op de afdeling en jouw doelstellingen te behalen.
Infobrochure Dienst 1
7
3 Een plattegrond van dienst 1
Infobrochure Dienst 1
8
4
Dagindeling op de afdeling
6u45-7u15 7u15-…
overdracht/briefing (de student is aanwezig) bloedname verpleegkundige verzorging hygiënische zorgen opmaak bedden wondverzorging voorbereiding + toedienen medicatie (+ parameters) opname + voorbereiden (operatie)patiënten orde op de afdeling (bv karren aanvullen) (de student spreekt met de verpleegkundige af welke taken hij/zij graag zou uitvoeren)
8u-9u
ontbijt bedelen/helpen
12u-13u
middagmaal bedelen (het tijdstip v/d middagpauze wordt besproken met verantwoordelijk)
12u-14u15
voorbereiden + toedienen medicatie (+ parameters) patiëntenzorg (indien nodig) (de student (late shift) spreekt met de verpleegkundige af welke taken hij/zij graag zou uitvoeren)
14u15-14u45
overdracht
15u-17u
voorbereiding + toedienen medicatie (+ parameters) patiëntenzorg transport + installatie van operatiepatiënten
17u-18u
avondmaal bedelen
20u-22u
voorbereiding + toedienen medicatie (+ parameters) Patiëntenzorg Orde op de afdeling
22u-22u15
overdracht
22u-7u
nachtverpleegkundige
Infobrochure Dienst 1
9
5
Praktische regels
5.1 Introductie De studenten worden op de eerste dag verwelkomd in het ziekenhuis. Om acht uur start een korte rondleiding en brengt de stageverantwoordelijke of Mieke Gillis (middenkader) jou naar de afdeling. Op de afdeling zelf zal de verantwoordelijke jou rondleiden en een informatiebrochure geven.
5.2 Parkeermogelijkheden Op eigen verantwoordelijkheid kan je jouw stalen ros, op twee of vier wielen, kwijt op de personeelsparking/fietsenberging, mits gebruik van een badge. De badge wordt jou op school aangereikt. De fietsenstalling bevindt zich thv spoedgevallen.
5.3 Uurrooster Het uurrooster wordt opgemaakt door de stagedocent in samenspraak met de hoofdverpleegkundige. De structuur zal grotendeels opgebouwd worden rond de ochtendshift. Tijdens de vroege shift krijgt de student ook meer mogelijkheden om de technieken in te oefenen. Het verpleegkundig beroep omhelst natuurlijk meer dan enkel werken in de voormiddag, waardoor je ook meerdere shiften in de namiddag zult werken, om een totaalbeeld te krijgen van de afdeling en het verpleegkundig beroep. De student kan een werkrooster beïnvloeden in samenspraak met de hoofdverpleegkundige en/of de stagedocent. Flexibiliteit en dynamiek zijn zoals je ziet sleutelwoorden in ons beroep.
5.4 Maaltijden De middagpauze wordt genuttigd in de refter op de gelijkvloers. De plaats zal jou kenbaar worden gemaakt op de rondleiding. Je hoeft jezelf niet om te kleden voor deze onderbreking. De maaltijd tijdens een late shift mag je op de afdeling nuttigen, omdat de kans groot is dat er op dat ogenblik niemand in de refter aanwezig is.
Infobrochure Dienst 1
10
5.5 Evaluatie studenten Tussentijds en op het einde van de stage wordt het functioneren op de afdeling overlopen met de stagebegeleider. Deze taak is hoofdzakelijk weggelegd voor de verpleegkundige die jou het meest heeft begeleid. Indien deze verpleegkundige belet is wordt er gebriefd aan de hoofdverpleegkundige. Hij zal vervolgens de evaluatie overlopen met de stagebegeleider. Tot slot: een goede communicatie is belangrijk voor een vlotte integratie op de afdeling!
Infobrochure Dienst 1
11
6 Afdelingsgebonden informatie 6.1 De maaltijdbedeling het ontbijt is grotendeels weggelegd voor de logistiek medewerker of verpleegkundige van dienst. Meestal is op dat moment ook de ochtendverzorging aan de gang en willen we jouw ontwikkeling niet beknotten. Vanaf het moment dat de ochtendverzorging is afgelopen, kan je eventueel een handje toesteken bij de maaltijdbedeling. Probeer een totaalbeeld voor ogen te houden, dwz zorg ervoor dat de patiënt zijn maaltijd kan nuttigen (ev helpen) en zorg voor een goede algemene orde na het afruimen. Een goede observatie is beter dan snelle voetjes.
6.2 De verpleegkundige interventies Het zenuwcentrum van de afdeling is de verpleegkundige post. Alle verpleegkundige interventies worden hier opgestart. De verbandkarren en medicatiekarren worden er gestockeerd , alsook al het verpleegkundig materiaal. De overdracht vindt hier plaats en alle administratie wordt hier verwerkt. Het is van belang dat de verpleegkundige post overzichtelijk en ordelijk is. Hier kan jij je steentje mee in bijdragen. Dit omhelst het aanvullen van de medicatiekarren, verbandkarren, kasten,…
6.3 De spoelruimte Na de verzorging wordt het proper van het vuile materiaal gescheiden. Het vuile materiaal wordt verzameld in (linnen)zakken, recubox, … en het wordt verwijderd van de afdeling. Herbruikbaar materiaal wordt afgewassen en gestockeerd (bv perfusiestaander). Een goede algemene orde zorgt voor een aangename en overzichtelijke manier van werken.
6.4 (hand)Hygiëne Als verpleegkundige weet je dat een goede hygiëne onontbeerlijk is in de patiëntenzorg. In de verpleegpost, de koffiekamer en de toiletten is een lavabo aanwezig om de handen te wassen én aan elke patiëntenkamer (of ander ruimte) kan je de handen ontsmetten tussen de verschillende handelingen die je uitvoert.
Infobrochure Dienst 1
12
6.5 Dienstgebonden aandachtspunten Voeding van de patiënt: o heelkundige patiënten moeten doorgaans de dag van de operatie NUCHTER zijn. Informeer wanneer en wat de patiënt mag eten, want dit is dikwijls verschillend van de normale voeding die de patiënt thuis eet. o De patiënten moeten nuchter zijn voor sommige onderzoeken. o Nuchter zijn = ook NIET drinken. De vitale parameters worden dikwijls afgenomen door de studenten. Abnormale waarden worden gemeld aan een verpleegkundige (idem glycemie) en met rode balpen op het parameterblad ingevuld. De studenten nemen de koffiepauze in de verpleegpost. Zij mogen dan persoonlijke administratie uitwerken, oproepen van patiënten beantwoorden en luchtigere zaken bespreken (= ontspannen). Op een rustig moment of pauze bestaat de mogelijkheid om medische of verpleegkundige informatie te raadplegen (procedures kunnen worden bekeken op intranet, na overleg met verantwoordelijke). Alle patiënten op de afdeling dragen een identificatiebandje tijdens hun verblijf. Na het verwijderen van een blaassonde of na een operatie moet je er op attent zijn dat de patiënt kan wateren. Na een gynaecologische ingreep controleren we ook het residu na het plassen (= bladderscannen). De patiënt hierover goed informeren, zij vergeten dikwijls te bellen na het plassen. Bij patiënten met een wonddrain controleren we het vochtverlies dmv observatie. Dagelijks wordt het minimaal 2x verzorgd (absorberende compressen) Bij patiënten met een redondrain wordt het debiet ’s morgens afgelezen en observeren we verder de leiding op ev verstopping dmv sliertvorming. Een redondrain kan actief (suctie) of passief (zwaartekracht) draineren. Observeer dus ook de luchtledigheid van de redonpot. Een patiënt/familie kan informatie vragen over de (ziekte)toestand. Aangezien dit een delicaat onderwerp is kan je best doorverwijzen naar een verpleegkundige. De sociaal verpleegkundige begeleidt de patiënt na een ingreep, en wordt telefonisch gecontacteerd bij vragen/problemen. Elke medische discipline heeft een specifieke wondzorg. Informeer eerst bij een verpleegkundige welke wondzorg zich aandient, vooraleer je begint. De meeste operaties zijn standaard en verwerkt in een klinisch pad. Op de afdeling wordt bij een heelkundige patiënt een klinisch pad uitgerold bij de opname. Je kan dit terugvinden in het EPD/medicatiebeheer.
Infobrochure Dienst 1
13
6.6 Algemene verwachting tov de student
Wees tijdig aanwezig op de afdeling. Toon voldoende inzet, openheid en eerlijkheid. Neem initiatief, in overleg met de verpleegkundige(n). Toon interesse, durf vragen te stellen en informeer (internet/literatuur…) jezelf om de afdelingsgebonden problematiek te begrijpen Probeer zo zelfstandig als mogelijk te werken, werk aan je. zelfvertrouwen. Wanneer een patiënt/familie een vraag stelt, antwoordt dan niet met: ‘ik zal het eens vragen’, maar antwoordt met: ‘ik zal het even nakijken’!!! Zoek zelf naar een juist antwoord en controleer de correctheid van de informatie bij de verpleegkundige. Let op het taalgebruik. De taal en de termen die je gebruikt, moet je soms aan de noden van de patiënt aanpassen. Zorg voor orde en netheid in je handelen en ook tov jezelf. Zorg dat je het verpleegkundige handelen dat je stelt steeds toetst aan de basisprincipes die je leert op school. Stimuleer motivatie tot zelfzorg bij patiënten, maar maak wel de inschatting van wat wel en niet is aangewezen of kan voor de patiënt. Overleg eventueel met de verpleegkundige. Wees vriendelijk en correct tov elke patiënt. Blijf bij kritische patiënten steeds vriendelijk en behulpzaam, maar indien nodig ook assertief Van de 2e en 3e jaarstudenten verwachten wij een zekere zelfstandigheid en meer persoonlijk initiatief. Zij kunnen ook een bijdrage leveren in de opvang van 1e jaarstudenten. Respecteer het beroepsgeheim, ook tegenover medestudenten. Ga zorgvuldig om met notities die verzameld hebt om aan je verslag te werken. Steeds de naam van het ziekenhuis, de patiënt en algemen gegevens onleesbaar maken of vernietigen. Vraag na de verzorging uit eigen beweging om feedback. Maak eventueel een kritische zelfevaluatie en toets die aan de commentaar van de verpleegkundige. Zo heb je altijd de kans om je leerproces tijdig bij te sturen.
Infobrochure Dienst 1
14
7 De chirurgische patiënt Een heelkundige afdeling is vooral gespecialiseerd in patiënten die een operatie moeten ondergaan. De duur van de ziekenhuisopname is afhankelijk van de ingreep. Zowel preoperatief als postoperatief moet je altijd een aantal zaken overlopen.
7.1 Preoperatieve acties Ga na of de patiënt de nodige documenten bij heeft of laat nog de nodige preoperatieve onderzoeken uitvoeren: EKG (onderzoek van het hart), bloedname (al dan niet kruisproef), RX thorax (onderzoek van de longen). Geef informatie over kamergebruik: de oproepbel, tv, het licht, de bedbediening, de wc, kastnummer, … Vervolgens gebruik je het EPD om de anamnese en de pre-operatieve checklist in te vullen. De patiënt zelf wordt gevraagd om de anesthesiefiche in te vullen Bereid de patiënt voor op de operatie: o scheren operatiestreek, o operatiehemd aandoen, o anti-trombose-kousen aanmeten/aandoen, o algemene hygiëne: juwelen, kunstgebit, piercings, nagellak, bril, contactlenzen, kledij, e.a. verwijderen. Ga na of de patiënt nuchter is voor de operatie (vanaf middernacht). Dien eventueel fraxiparine toe. Geef premedicatie (1/2 uur voor de ingreep): o Temesta exp. 1mg (smelttablet voor onder de tong). Bundel alle administratie die wordt meegegeven naar de operatiekamer: o Anesthesiefiche o Anamnese en pre-operatieve checklist o 15 patiëntenklevers o Eventueel pre-operatieve onderzoeken o Noteer het uur dat de patiënt naar de operatiekamer wordt gebracht in het EPD.
Infobrochure Dienst 1
15
7.2 Postoperatieve acties Neem het ontwaakverslag door en voer de eventuele acties die erin vermeld worden uit. Dien perfusie/medicatie toe. Installer de patiënt op de kamer: o infuusstaander geven, o water geven (zie verslag), o houding verzorgen, o urinaal en/of bedpan aanbieden. Zorg ervoor dat de patiënt bedrust houdt tot de eerste dag post-op. Volg de parameters op. Schrijf een verslag in het EPD en noteer het uur dat patiënt terug is van de ontwaakkamer
Infobrochure Dienst 1
16
8
Bijlagen
8.1 Bijlage 1: Verklarende woordenlijst Gynaecologie Mastectomie Verwijderen van de volledige borst Tumorectomie Verwijderen van het gezwel (tumor) in de borst Okselevidement Uitruimen van de okselklieren Sentinelklier Schildwachtklier, dit is de eerste klier langswaar de borst ‘afvalstoffen’ ( of in dit geval stralingen) uitscheidt Vaginale hysterectomie (VH) Verwijderen van de baarmoeder langs vaginale weg Abdominale hysterectomie (HRT) Verwijderen van de baarmoeder langs abdominale (buik) weg Adnexectomie Abdominaal verwijderen van de eierstok en de eileider (adnex)
Weke delen chirurgie Borstreductie (BR) Verkleinen van de borsten Borstaugmentatie (BA) Vergroten van de borsten (prothesen) Abdominoplastie Teveel aan vet- en huidweefsel thv de buik verwijderen Borstreconstructie Reconstrueren van een ‘nieuwe’ borst (flap) na een mastectomie
Infobrochure Dienst 1
17
Algemene chirurgie Lap colon Laparoscopisch verwijderen van een stuk dikke darm Lap lar Laparoscopische lage anterior resectie (dikke darm) Liechtenstein Open liesbreuk Lap gal/cholecystectomie Laparoscopisch verwijderen van de galblaas Lap nissen Laparoscopisch verstevigen (kraag aanbrengen) van de maagingang Lap RYGB Laparoscopische gastric bypass: stapling (nieten) van de maag (=maagverkleining) Lap band Laparoscopisch plaatsen van een maagring (aanpasbaar) PAC Port-a-cath, aanprikpoort onderhuids voor toedienen van chemo Ventralex Synthetisch netje om een breuk op te heffen (bv. littekenbreuk) SCC Sacro-coccaele-cyste, cyste thv de stuit Lap LB Laparoscopische liesbreuk opheffen Lap app Laparoscopisch verwijderen van de appendix Colostomie/ileostomie (AP) Aanleggen van een stoma op de dunne (ileo) of dikke (colo) darm ( dixit: anus praeternaturalis) Hemorroïden Aambeien
Infobrochure Dienst 1
18