info
Wie en wat binnen onze organisatie
S t i c h t i n g P e d a g o g i s c h Sociaal Werk Midden-Limburg PSW Zorg en ondersteuning bij een eigen leven PSW (Stichting Pedagogisch Sociaal Werk Midden-Limburg) biedt zorg en ondersteuning aan kinderen en volwassenen met een verstandelijke handicap bij wonen, dagbesteding/werken/onderwijs en vrije tijd. Zorg en ondersteuning worden geboden in of vanuit kleinschalige centra midden in de samenleving. PSW wil bevorderen dat mensen met een verstandelijke handicap zoveel mogelijk zelf richting en inhoud kunnen geven aan hun eigen leven. PSW werkt vanuit een houding van respect voor de eigenheid van de kinderen en volwassen cliënten. De vraag van de cliënt staat centraal.
Centraal Bureau Bestuurder
Postadres Telefoonnummer Telefax Email Website
de heer Geert Tullemans Charles de Gaullestraat 21 6049 HB Roermond Postbus 420 6040 AK Roermond 0475 474400 0475 474401
[email protected] www.pswml.nl
Belangrijke telefoonnummers zijn verder Colofon PSW Info is een uitgave van Stichting Pedagogisch Sociaal Werk Midden-Limburg. PSW Info verschijnt driemaal per jaar, in een oplage van 2500 exemplaren. Redactie-adres Postbus 420 6040 AK Roermond telefoon 0475 474400 telefax 0475 474401 e-mail
[email protected] website www.pswml.nl Redactie Geert Tullemans (hoofdredacteur) Els van Gils (eindredacteur) Ron Bosmans (redacteur) Wim van Baal Charles Beltjens Trees van Heeswijk Jet Vinken Jacques Wulms Aan dit nummer werkten mee Teksten Ron Bosmans, Els van Gils Eindredactie Els van Gils Foto’s Marc Janssen, Paul Niessen, Jac Vullers, Els van Gils Grafische verzorging Hoenen&van Dooren, Creatieve Communicatie St. Odiliënberg Verzending Comcop, Activiteitencentrum Herten
Klachtencommissie Stichting Pedagogisch Sociaal Werk Midden-Limburg Centraal Bureau, Postbus 420 6040 AK Roermond Telefoonnummer 0475 474400
informatieblad van stichting pedagogisch sociaal werk midden-limburg • uitgave december 2008
Nieuw: strategisch beleidsplan Vragenlijst geboden zorg- en dienstverlening Klusjesmannen
Cliëntenvertrouwenspersoon Mevrouw Marlies Kunnen Telefoonnummer 06 22389745 Centrale cliënten/ouder/verwantenraad Voorzitter mevrouw Monica Hagen Telefoonnummer 0495 548144 Bereikbaarheid activiteitencentra en kinderdagcentra in het weekend via de woonbegeleidingscentra Woonbegeleidingscentrum Heythuysen Telefoonnummer 0475 494356 Woonbegeleidingscentrum Nederweert Telefoonnummer 0475 582592 Woonbegeleidingscentrum Roermond Telefoonnummer 0475 315383 Woonbegeleidingscentrum Weert Telefoonnummer 0495 538010 Maatschappelijk werkers PSW PSW Junior Mevrouw Kim Loonen Telefoonnummer 0475 474426 / 06 53983662 PSW Volwassenen Telefoonnummer
Mevrouw Vera Corstjens 0475 474426 / 06 22787315
zorg en ondersteuning voor kinderen en volwassenen met een verstandelijke handicap
2
3
Voorwoord door Geert Tullemans
Samenwerking onderhoudsmedewerker en cliënt PSW
Strategie!
Elke dinsdag samen klussen
Bewust of onbewust, expliciet of impliciet, ieder van ons hanteert een persoonlijke strategie. Dat geldt voor individuen, voor groepen (gezinnen, verenigingen etc.) en uiteraard ook voor organisaties in welke vorm dan ook. Strategie is een focus op een lange-termijn doel of doelen en het bedenken van de beslissingen die je moet nemen om dat doel te bereiken. Dat klinkt misschien meteen ingewikkeld of hoogdravend, toch is strategie een simpel fenomeen. Voor individuen behelst een strategie vaak: simpelweg gelukkig worden en er voor zorgen dat mensen in je omgeving dat ook kunnen zijn. Een goed leven leiden is er ook zo een, waarbij dan wel een nadere definitie van goed gegeven moet worden. De kunst is je leven zo in te richten dat je de gestelde doelen ook behaalt, voor zover je daar zelf invloed op hebt althans.
Al meer dan twaalf jaar werken ze samen in Heythuysen en Horn: Jos Cuijpers en Leon Parren. Ze repareren kapotte zaken, voeren legionella controles uit en houden zo nodig de tuin bij. Ze houden allebei van hard werken en van gezelligheid. Wat ze van hun samenwerking vinden? ‘We passen gewoon goed bij elkaar!’
Organisaties zijn opgericht voor het verwezenlijken van een bepaald doel, voor het creëren van waarde. In het bedrijfsleven is die waardecreatie gericht op het behalen van winst, uitgedrukt in harde euro’s, maar in toenemende mate worden ook andere factoren zoals duurzaamheid en verantwoord ondernemen belangrijk gevonden Het bestaansrecht van organisaties in de zorg is gelegen in het creëren van waarde voor anderen, bij PSW hebben we dat vastgelegd in De Taak. Een en ander is gebaseerd op een mensbeeld, op een visie hoe in een samenleving omgegaan dient te worden met mensen met een beperking, hoe de fundamentele rechten van mensen zijn, ongeacht hun beperkingen, ras, sekse, etcetera. Een strategie van een zorgorganisatie dient dan ook geworteld te zijn in en verbonden te zijn aan dit bestaansrecht. In je wortels is je koers feitelijk al vastgelegd, de kunst is je daarvan bewust te blijven. Een organisatiestrategie moet vanzelfsprekend bewust en expliciet zijn om gericht te kunnen werken aan het behalen van de gestelde doelen. Steeds vaker dreigen zorgorganisaties af te raken van de koers die aan hun bestaansrecht verbonden is en wordt, onder meer door introductie van marktwerking in de zorg, bijvoorbeeld omzetmaximalisatie hun doel. Ik heb al eerder mijn opvattingen over de naar mijn mening hieraan ten grondslag liggende motieven in PSW info geventileerd. Wij hebben reeds eerder de factoren die bepalend zijn voor de door PSW geleverde kwaliteit geïdentificeerd en geanalyseerd. Deze factoren samen maken PSW tot “ typisch PSW”. Pas daarna zijn we begonnen aan het bedenken en beschrijven van een nieuw strategisch beleidsplan voor de komende jaren. Steeds hadden we als onderlegger en spiegel “typisch PSW” bij ons. Overigens iets dat we ook aan onze cliënten tijdens de strategiebijeenkomst begin dit jaar hebben beloofd. Zij hebben dit gesymboliseerd in het “monumentje met de twee pijlers” dat sindsdien boven aan de trap van het CB staat. De “cliënt centraal” is geen belofte, maar een stabiel onderdeel van de cultuur van PSW. Ons nieuwe strategisch beleidsplan is er op gericht om ook in de toekomst succesvol te blijven en de zelfstandigheid van PSW op de langere termijn te kunnen garanderen. Ons beleid is gebaseerd op drie pijlers: kwaliteit van zorg, klantgerichtheid en (maatschappelijk) ondernemerschap en organische groei. Binnenkort zullen we een publieksvriendelijke versie van onze strategie uitbrengen.
“Schiet maar op, want we hebben vandaag veel te doen!” ‘En die keer dat we in een waterleidingsbuis hadden geboord. Wij helemaal nat. En Jos zat met zijn vinger op het gaatje, terwijl ik de hoofdkraan aan het zoeken was.’
Een nieuwe strategie die gezien kan worden als een doorgaande lijn. Als een harmonische voortzetting van het tot nu toe gevoerde beleid. En daar is ook alle reden toe. PSW blaakt van passie, van de bezieling die je elke organisatie toewenst en die vanzelfsprekend zou moeten zijn in de zorg. De organiseeropvatting die daar bij hoort is die van kleinschaligheid, van de menselijke maat. De strategie is gericht op het verder ontwikkelen van deze lijn en de borging van de menselijke maat, ook als door organische groei de omvang zal toenemen. Zonder menselijke maat geen zorg van formaat! Geert Tullemans, bestuurder.
Jos Cuijpers woont in een éénpersoonsappartement aan de Magdalenastraat in Heythuysen. Hij krijgt begeleiding bij het wonen vanuit WBC Heythuysen. Vier dagen per week werkt hij bij Alucol, een bedrijf dat aluminium onderdelen maakt voor andere bedrijven, bijvoorbeeld fietsvelgen en profielen voor raamkozijnen. Hij is gedetacheerd vanuit de Westrom, de Sociale Werkvoorziening in de regio Roermond. ‘Ik werk al bijna 25 jaar bij dezelfde baas, bij de Westrom.’ Leon Parren is onderhoudsmedewerker van PSW, ofwel klusjesman, zoals de meeste collega’s en cliënten bij PSW hem noemen. Ruim veertien jaar geleden is hij gestart in een zogeheten Melkert-baan, dat wil zeggen een baan die gesubsidieerd werd door de overheid. Die Melkert-baan is na verloop van tijd door PSW omgezet in een vast dienstverband. Hij werkt voor WBC Heythuysen, WBC Weert, WBC Nederweert en Dagbesteding Weert. ‘Heel leuk werk, anders zat ik hier nu niet. Dat werk heeft me echt op de been gehouden, in de tijd dat ik niet zeker wist of die Melkert-baan wel bleef bestaan.’
Idee Gezeten aan de keukentafel in het appartement van Jos Cuijpers, onder het genot van koffie met speculaasjes, vertellen ze over hun samenwerking. De twee maakten kennis met elkaar in de locatie Luytersteegstraat in Heythuysen, waar Jos Cuijpers destijds woonde. ‘Het was mijn idee om met Leon te gaan samenwerken. Ik was ziek thuis en Leon kwam langs om iets te repareren en riep: “Is er iemand thuis?”. Ik heb me voorgesteld en zag hem werken. Dat zag ik wel zitten. Toen heb ik gevraagd of ik met hem mee kon werken.’ Leon Parren wilde hem wel een kans geven en het proberen. ‘Veel gezelliger dan alleen werken. Op donderdag werk ik in Weert ook samen met een cliënt, Wim Verdonschot. (Lachend) Ik ben geloof ik de enige mannelijke medewerker ADL in de stichting.’ Sindsdien hebben de beide heren veel samen meegemaakt. Het ene verhaal na het andere gaat over tafel. ‘Weet je nog, die keer dat de bliksem was ingeslagen, ‘s ochtends vroeg in Heythuysen? De haan bovenop de kerktoren was helemaal zwartgeblakerd en overal was de stroom uitgevallen. Toen Leon kwam, zei hij:
Aanspraak Jos Cuijpers geniet van de dinsdagen met Leon Parren. ‘Bij de Westrom gaat het ook goed hoor. Ik sta elke dag om half vijf op en ga met mijn scooter eerst naar de Westrom in Haelen. Daar drink ik koffie en dan ga ik door naar Alucom in Neer. Dat is een vrij bedrijf en ik ben daar gedetacheerd. Daar moet je hard werken en als je iets doet wat niet door de beugel kan, hoef je nooit meer te komen. Maar ik werk hard. De dinsdag met Leon is anders. Dan heb ik aanspraak en ik kan hem goed helpen. We zijn goed op elkaar ingewerkt.’ Leon Parren: ‘In het begin moesten we een beetje aan elkaar wennen. Maar met Jos krijg je niet gauw wat! En met mij krijg je trouwens ook niet gauw wat. We passen goed bij elkaar. Ik zie hem echt als een collega. Hij kan best veel zelf en zoekt graag dingen zelf uit. Van elektriciteit heeft hij bijvoorbeeld veel verstand. Hij kan zelf lampen ophangen en meten of er ergens stroom op staat. Maar hij weet ook dat veiligheid voorop staat en dat hij mij om raad moet vragen, als hij het zelf niet weet.’ Jos Cuijpers: ‘Dat heb ik vroeger allemaal van mijn vader geleerd. Daarom kan ik Leon ook raad geven. Als hij iets verkeerd heeft gedaan, zeg ik wel eens: nou luister ook eens naar mij!’ Radio Als de koffie op is, laat Jos Cuijpers nog even zijn appartement zien. Hij houdt van gezelligheid, maar heeft niet graag veel drukte om zich heen. ‘Hier heb ik echt mijn rust gevonden!’ Het appartement staat vol met de apparatuur die hij heeft verzameld. Hij is verslingerd aan geluidsapparatuur en luistert bijna de hele dag naar de radio. Hij heeft zelfs een kleine radio op zijn scooter. ‘Als we buiten werken, zet ik die lekker aan. En ook als we binnen werken, haal ik hem soms van de scooter af om te luisteren. Dat vind ik heerlijk bij het werk.’ Leon Parren: ‘We werken hard en maken op z’n tijd veel plezier. Anders zou onze relatie geen stand houden.’
4
Strategisch beleidsplan PSW 2009 - 2013
Gericht blijven groeien in kwaliteit en omvang PSW heeft een nieuw strategisch beleidsplan: “Gericht blijven groeien in kwaliteit en omvang”. Het plan geeft in grote lijnen aan op welke kernkeuzes PSW zich de komende jaren gaat richten en hoe de organisatie dat gaat doen. De komende jaren is het streven gericht op het verdiepen en uitbreiden van zorg van goede kwaliteit, voor kinderen en volwassenen van alle leeftijden, op alle levensterreinen waarbij zij ondersteuning nodig hebben: wonen, dagbesteding/werken/onderwijs/leren en vrije tijd.
Het nieuwe plan is een vervolg op het vorige beleidsplan uit 2004: “Gericht groeien in omvang en kwaliteit. Strategisch beleidsplan 2004, 2005, 2006.” De looptijd van dat beleidsplan is verlengd in verband met de bestuurswisseling binnen PSW medio 2007. De organisatie gaat geen wezenlijk andere koers varen. Het huidige strategisch beleidsplan kan beschouwd worden als een harmonisch vervolg op het vorige. Wel ligt in dit plan de nadruk (nog) meer op ondernemingsgericht werken. In het kader daarvan zal PSW naast de niet aflatende aandacht voor kwaliteit van zorg, (nog) meer aandacht besteden aan positionering in de markt, groei, innovatie, kennismanagement, arbeidsmarktcommunicatie en marketing. Draagvlak Het strategisch beleidsplan en de 8 kernkeuzes kunnen rekenen op een breed draagvlak binnen de organisatie. Het is tot stand gekomen tijdens een vooraf afgesproken strategietraject. Het traject is eind 2007 gestart met een tweedaagse bijeenkomst van MT, beleids- en stafmedewerkers en coördinator gedragskundigen. Tijdens die bijeenkomst zijn voor de eerste keer een aantal mogelijke kernkeuzes geformuleerd. In vervolg op die eerste bijeenkomst is de formule Typisch PSW opgesteld. In die formule zijn vijf kenmerken benoemd die typisch zijn voor PSW en die de organisatie ook in de toekomst wil behouden. In de eerste maanden van 2008 zijn de mogelijke kernkeuzes uitgewerkt in kleine werkgroepen. Deze zijn vervolgens besproken in de Raad van Toezicht en tijdens een conferentie voorgelegd aan de Centrale cliënten/ouder/verwantenraad, de ondernemingsraad en de teamleiders. Nog weer later hebben de clustermanagers en hoofden CB de voorgestelde kernkeuzes besproken in de teams en de lokale ouder/verwantenraden. Zowel ouders/verwanten als
medewerkers hebben gedurende het hele traject steeds twee opmerkingen meegegeven: houd de focus op kwaliteit van zorg en zorg voor organische groei, die geen doel op zichzelf mag worden. Deze kritische opmerkingen zijn verankerd in het uiteindelijke conceptplan. De Raad van Toezicht van PSW heeft het strategisch beleidsplan goedgekeurd en de Centrale cliënten/ouder/verwantenraad en ondernemingsraad hebben beide een positief advies uitgebracht. En nu verder Om het strategisch beleid volgens plan uit te voeren, is bekeken of de organisatie van PSW daartoe is ingericht. Dit najaar is onderzoek gedaan naar de organisatie en positionering van de ondersteunende en stafdiensten, gevestigd in het Centraal Bureau (CB). Daarnaast is goed gekeken naar de taken en activiteiten van het managementteam (MT). Er is een advies opgesteld voor een organisatieverandering. Deze organisatieverandering betekent in de praktijk een herverdeling van taken binnen het MT en het CB. De 8 kernkeuzes uit dit plan worden de komende maanden uitgewerkt in korte beleidsnotities met daaraan gekoppeld concrete actieplannen. Per kernkeuze wordt één manager verantwoordelijk voor de uitvoering. De actiepunten worden ingepast in de werkplancyclus van PSW, zoals het stichtingswerkplan, de jaarwerkplannen op het niveau van de centra en de teams, een kwaliteitszorgplan, een personeelsbeleidsplan en een marketingcommunicatieplan. Verantwoording over de voortgang wordt ingepast in de jaarlijkse planning&controlcyclus. Uiterlijk 2013, en zoveel eerder als de marktomgeving en de organisatie van PSW vragen, wordt het strategisch beleidsplan in z’n totaliteit geëvalueerd en wordt een nieuw strategisch beleidsplan opgesteld.
Strategie PSW in het kort PSW zet in op verdere innovatie en uitbreiding van zorg van goede kwaliteit voor kinderen en volwassenen met een verstandelijke handicap, levensbreed en voor een leven lang. De strategie wordt gerealiseerd door 8 kernkeuzes ofwel speerpunten van beleid: 1 verder ontwikkelen en in de markt zetten van PSW Junior 2 groei/innovatie wonen 3 verdiepen en verbreden dagbesteding voor (jong)volwassenen 4 verder ontwikkelen en innoveren zorg voor senioren 5 onderzoek naar doelgroep LVG + (licht verstandelijk gehandicapten met gedragsproblematiek) 6 meer nadruk op doelgroep LG (lichamelijk gehandicapten) met licht verstandelijke handicap 7 positioneren en verder ontwikkelen van aanbod vrije tijd 8 pro-actief arbeidsmarktbeleid
5
N e t t i e K e s s e l s - Vr i e s T ro t s o p h a a r w e r k Nettie Kessels-Vries woont samen met haar man Bèr Kessels, hond Rex en kat Sjors in Nederweert. Het echtpaar, getrouwd sinds 2001, krijgt begeleiding bij het wonen vanuit Woonbegeleidingscentrum Nederweert van PSW. Nettie Kessels werkt bij de Risse, de sociale werkvoorziening in Weert. Ze is trots op haar werk en heeft via teamleider Louise Haassen van Wonen Nederweert gevraagd of ze haar werk mag laten zien en daarover in PSW Info eens mag vertellen. Hieronder haar verslag, opgetekend eind oktober, tijdens de open dag van de Risse, en dat van Riny Menten, werkbegeleidster van groep 2 van de afdeling emballage. Nettie Kessels-Vries ‘Ik werk al 36 jaar bij de Risse, steeds op verschillende plekken. Het was allemaal inpakwerk. Dat kan ik het beste. Dat doe ik nu nog steeds en ik vind het leuk. Ik werk steeds aan andere tafels, net wat er moet gebeuren. We pakken van alles in. Meestal ophangsystemen voor TV en radio. Maar soms bijvoorbeeld ook snoep of lipgloss. Ik heb leuke collega’s. Ik werk vijf ochtenden per week. Ik word gebracht en gehaald door Bèr, mijn man. Ik ken hem al twaalf jaar. Hij werkt niet meer, maar heeft wel veel hobby’s. ‘s Middags ben ik thuis. We doen samen het huishouden en zorgen voor onze hond en kat. Ik heb ook buiten de Risse gewerkt, gedetacheerd bij een ander bedrijf. Dat wil ik nu weer gaan proberen. Toen ging dat niet zo goed, maar nu denk ik wel. Als het maar inpakwerk is, kan ik het wel! Riny Menten ‘Sinds ik Nettie begeleid, al weer acht jaar, heeft ze zich echt ontwikkeld. In het begin was ze iemand van haar eigen hokje. Nu kan ze overal op de afdeling worden ingezet. Ze heeft zelfs aangegeven dat ze wil proberen om buiten de Risse te werken, gedetacheerd bij een ander bedrijf. Ze heeft dat eerder geprobeerd, maar de werkdruk bleek toen nog te hoog. Buiten zijn de regels toch wat strakker dan hier. Maar ze is sindsdien zo gegroeid, dat we het toch weer kunnen proberen. Dat zie je bij veel van de mensen hier. Iedereen die zelf wil, daar zit iets in!
Te k o o p i n d e v e r k o o p p u n t e n v a n P S W TYPISCH PSW Formule: 1 + 2 + 3 + 4 + 5 = PSW 1. focus op primaire proces 2. werken in de driehoek 3. positieve bedrijfscultuur 4. continuïteit organisatie en beleid 5. regionale verankering
Nieuwe kunst- verjaardagskalender! PSW heeft een nieuwe kunst-verjaardagskalender uitgebracht. Bij alle 12 maanden staan kunstwerken afgebeeld die de kunstenaars van Atelier Biest 24 in Weert en Atelier Via Via in Maasbracht. Het is een kleurrijke, stevige verjaardagskalender geworden, te koop in de drie verkooppunten van PSW (zie elders in de nummer).
6
7
Activerende/belevingsgerichte dagbesteding
Activerende/belevingsgerichte dagbesteding Pappelhof en ‘t Zonnehuis
‘Scheiding’ die voor verdieping zorgt
Niks moet; veel kan
Ruim twee jaar geleden is binnen de dagbesteding van PSW een ‘scheiding’ doorgevoerd. Arbeidsmatige dagbesteding en belevingsgerichte dagbesteding zijn in een geleidelijk proces van elkaar losgekoppeld. Een logisch gevolg van de nieuwe vragen die de veranderende cliëntenpopulatie aan PSW stelt. Clustermanager Dagbesteding Ans Maessen kijkt terug, maakt de balans op en geeft haar visie op de nabije toekomst.
PSW biedt activerende/belevingsgerichte dagbesteding in twee locaties, AC Pappelhof in Roermond en AC ’t Zonnehuis in Weert. Beide zijn gericht op cliënten met een ernstige verstandelijke en/of meervoudige handicap en op cliënten met autisme. Daarnaast krijgen ook ouder wordende cliënten er dagbesteding op maat. Beide activiteitencentra hebben bovendien te maken met een toeloop van jongvolwassenen. Bij allemaal gaat het om cliënten die intensieve of specifieke begeleiding of verzorging nodig hebben en vaak ook een speciaal ingerichte omgeving. De sfeer in beide locaties is rustig, vriendelijk en gezellig en toch ook levendig. Er gebeurt van alles, maar niemand heeft haast of moet iets af krijgen.
kunnen komen aan alle denkbare wensen op het gebied van dagbesteding. Want ons streven is en blijft er altijd op gericht om naadloos te kunnen aansluiten bij de vraag van de cliënt.’ Teams De splitsing van de dagbesteding heeft behalve voor de cliënten ook consequenties voor de medewerkers. ‘Cliënten die vooral belevingsgerichte activiteiten krijgen aangeboden, stellen veelal andere begeleidingseisen dan cliënten die behoefte hebben aan activiteiten met een arbeidsmatig- en productief karakter. De teams zijn gesplitst en medewerkers werken nu of in de arbeidsmatige dagbesteding of in de activerende/belevingsgerichte dagbesteding. Een scheiding die als vanzelf voor meer verdieping heeft gezorgd en waar ook weer nieuwe ideeën en initiatieven uit zijn voorgekomen,’ zo besluit Ans Maessen.
Veranderende vragen van cliënten Een aantal ontwikkelingen zorgde er enkele jaren geleden voor dat de organisatie van de dagbesteding binnen PSW is herzien. Ans Maessen: ‘Zoals bekend, nemen we binnen PSW de vraag van de cliënt altijd als uitgangspunt en stemmen daar onze zorg en ondersteuning op af. We signaleerden binnen de dagbesteding enerzijds een groeiende behoefte aan een gevarieerder activiteitenaanbod, minder arbeidsmatig en meer belevingsgericht. Een omslag die met name voortkomt uit de groeiende groep jongvolwassenen die rechtstreeks instroomt vanuit het ZMLK onderwijs (voor zeer moeilijk lerende kinderen) of kinderdagcentrum èn uit het feit dat ouder wordende cliënten het arbeidsmatige werk geleidelijk geheel of gedeeltelijk vaarwel zeggen en meer behoefte krijgen aan belevingsgerichte dagbesteding. Daarnaast blijft er een vraag naar arbeidsmatige dagbesteding en naar werk in de reguliere maatschappij bestaan.’
Naadloos aansluiten In eerste instantie speelde PSW binnen de bestaande dagbestedinglocaties zo goed mogelijk in op de veranderende vragen. Maar de toename van het aantal cliënten en de grote niveauverschillen tussen de cliënten maakten het ondoenlijk om op één locatie aan alle dagbestedingwensen te voldoen. Ans Maessen: ‘De nieuwbouw van het Centraal Bureau en Activiteitencentrum Herten zorgde in 2006 per direct voor een scheiding tussen de arbeidsmatige dagbesteding in AC Herten en de belevinggerichte dagbesteding in AC Pappelhof. Bij Dagbesteding Weert is de omslag inmiddels ook doorgevoerd. Daar is een gedeelte van de arbeidsmatige activiteiten naar een locatie aan de Edisonlaan verhuisd, waardoor in ’t Zonnehuis ruimte is gekomen om het belevingsgerichte aanbod uit te breiden en te variëren. Als in 2009 de nieuwbouw op het WML-terrein in Weert en de groenvoorziening Genegenterhof in Grathem gerealiseerd zijn, zal PSW tegemoet
‘t Zonnehuis Activiteitencentrum ’t Zonnehuis bood tot voor kort dagbesteding aan een brede groep cliënten met een verstandelijke handicap. Het aanbod bestond uit activiteiten en groepen met een arbeidsmatig en een belevingsgericht karakter. In 2006 is de arbeidsmatige dagbesteding verhuisd naar locatie Edisonlaan in Weert. In AC ‘t Zonnehuis ligt de nadruk sindsdien op activerende/belevingsgerichte dagbesteding, Om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de mogelijkheden en de wensen van de cliënten is binnen ’t Zonnehuis een waaier aan belevingsgerichte activiteiten ontwikkeld. Elke cliënt heeft een eigen dag- en weekprogramma, afgestemd op de individuele mogelijkheden en wensen. Cliënten brengen (een deel van) de dag door in een van de groepen. In de groep of vanuit de groep kunnen zij deelnemen aan de verschillende activiteiten die ’t Zonnehuis biedt, zoals snoezelen, bewegingsactiviteiten, tekenen en schilderen, koken/bakken, industrieel werk, volksdansen, muziekactiviteiten of een spelletje doen. Kenmerk van al die activiteiten is dat prestatie en productie geen rol spelen en de beleving centraal staat. Na de verhuizing van de arbeidsmatige dagbesteding naar locatie Edisonlaan is ’t Zonnehuis verbouwd en zijn de verschillende ruimtes opgeknapt en ingericht voor de doelgroep. Zo is er een prachtige snoezelruimte gemaakt, is er een ruim bubbelbad met jetstream geïnstalleerd en een vogelnestschommel opgehangen.
AC ’t Zonnehuis heeft 5 groepen Groep 5 is een groep voor cliënten met een meervoudig complexe handicap die veel verzorging en aandacht nodig hebben. Er wordt veel tijd besteed aan de verzorging en aan hulp bij het eten en drinken. Lichaamstaal is in deze groep heel belangrijk, aangezien deze cliënten niet kunnen praten. Activiteiten zijn bijvoorbeeld wandelen, muziek, zwemmen en snoezelen. De Leefgroep is een groep voor ouder wordende cliënten die behoefte hebben aan een gezellige sfeer en een rustig tempo. Soms brengen deze oudere cliënten nog een dagdeel door in een arbeidsmatige activiteit, maar ze werken daar zonder productiedoel. Activiteiten kunnen bijvoorbeeld zijn: TV kijken, knutselen, koken, wandelen, in een boek kijken. Allerhand is een groep voor cliënten die op individueel niveau verschillende arbeidsmatige activiteiten uitvoeren zonder productief karakter. Deze activiteit wordt ook bezocht door cliënten die om enige reden niet (meer) kunnen deelnemen aan de arbeidsmatige activiteiten. Triangel is een groep voor jonge cliënten. Structuur en duidelijkheid zijn de belangrijkste kenmerken van deze groep. Variant is ook gericht op jonge cliënten. De nadruk ligt hier op een gevarieerd aanbod aan werkzaamheden, waardoor hen nog prikkels tot eventuele verdere ontwikkeling worden aangereikt. Bij deze groep horen ook enkele cliënten die (bijna) blind zijn.
8
9
PSW in ‘t groen
In ’t Zonnehuis worden momenteel ook nog activiteiten met een creatief en ambachtelijk karakter geboden, zoals textiel, keramiek, kaarsen maken en koken/bakken. Deze activiteiten verhuizen straks naar de nieuwbouw van Dagbesteding Weert op het WML terrein. Daar worden ook de teken- en schilderactiviteit gevestigd en het bijbehorende verkooppunt. Beide zijn nu nog gevestigd in locatie Biest 24.
Genegenterhof bijna klaar! De Genegenterhof, het nieuwe groencentrum van PSW in Grathem, is bijna klaar. De bouw is razend snel gegaan. Medio september hebben cliënten en medewerkers van PSW, samen met de medewerkers van aannemersbedrijf Schroen en andere betrokkenen bij de bouw, en niet te vergeten de gebroeders Frenken, eigenaren van de Genegenterhof, de eerste steen “gelegd”. In januari kunnen de “groene” mannen en vrouwen van PSW aan de slag.
Pappelhof Dagbesteding Roermond is al eind 2005 gesplitst. De arbeidsmatige dagbesteding is verhuisd naar de nieuwe locatie in Herten, naar hetzelfde gebouw als het Centraal Bureau van PSW. De activerende/belevingsgerichte dagbesteding bleef gevestigd in de locatie Pappelhof.
Werken/dagbesteding in ’t Groen is bij veel cliënten van PSW favoriet. PSW heeft drie groenploegen, gekoppeld aan Dagbesteding Maasbracht, Roermond en Weert en één tuinactiviteit van AC Maasbracht. Vanaf begin 2009 werken alle cliënten in of vanuit groencentrum Genegenterhof van PSW.
Zinvol meewerken aan producten Ook Pappelhof biedt een breed scala aan activerende/belevingsgerichte activiteiten, zoals industrieel werk, computeractiviteit, drukkerij, keramiek, huishoudelijk werk, textiel en zeep. De producten die in deze activiteiten worden gemaakt, worden verkocht in de verkooppunten van PSW. De voornaamste doelstelling bij de activerende activiteiten is dat cliënten zinvol meewerken aan de totstandkoming van de producten. De cliënten voeren daarbij afgebakende handelingen uit en werken zònder prestatiedruk, een wezenlijk verschil met de arbeidsmatige activiteiten. Binnen de activiteiten wordt veel aandacht besteed aan het creëren van een sfeer van warmte, veiligheid en gemoedelijkheid. Na de verhuizing van de arbeidsmatige dagbesteding naar Herten is de locatie Pappelhof verbouwd en beter geschikt gemaakt voor de doelgroep. Bij die verbouwing is ook hier een prachtige snoezelruimte ingericht waarvan alle cliënten gebruik kunnen maken. In 2009 wordt er een nieuwe activiteitenkeuken en een uitbreiding van de leefgroep gerealiseerd.
De Genegenterhof is eigendom van de gebroeders Jan en Leo Frenken. De boerderij is hun ouderlijk huis, gelegen op steenworp afstand van de Haelensebeek en het Spaansebos in het groene hart van Midden-Limburg. Een mooiere plek is nauwelijks denkbaar. Samen met hun ouders hebben zij er jarenlang een gemengd bedrijf gehad. Gegeven hun leeftijd is het voor hen tijd om het wat rustiger aan te doen. Toch willen zij graag dat er leven blijft op hun erf. Zij zijn met PSW in zee gegaan. De gebroeders Frenken wonen in een nieuw huis op het landgoed. PSW gaat gebruik maken van het oude woonhuis. Het is tot de grond toe afgebroken en wordt in de oorspronkelijke stijl weer
Beleving in Leefgroepen Naast de activerende activiteiten heeft Pappelhof twee leefgroepen. In de ene groep verblijven cliënten die naast een verstandelijke handicap ook een vorm van autisme hebben. Individuele verzorging en begeleiding bij eten en drinken vragen in deze groep veel aandacht en tijd. De ruimte is prikkelarm ingericht, waardoor rust en structuur voor de cliënten wordt gecreëerd. In de andere leefgroep verblijven cliënten die naast de verzorgingsbehoefte ook vanwege hun gedrag extra begeleiding vragen. In deze leefgroep wordt veel aandacht besteed aan een gevarieerde- en sfeervolle aankleding van de ruimte, waarvoor kleuren, vormen en geluid bepalend zijn. De cliënten van de leefgroepen beleven de dagbesteding vooral in hun eigen groep en nemen soms ook deel aan de activiteiten die de cliënten in de activerende groepen uitvoeren. In de toekomst zal er een aparte seniorengroep binnen Pappelhof worden gevormd, zodat de ouder wordende cliënten ook apart van de meestal actieve jongere cliënten hun programma kunnen invullen.
Flyer Binnenkort verschijnt de flyer ‘belevingsgerichte dagbesteding in het activiteitencentrum’. Daarin vindt u meer informatie over deze vorm van dagbesteding van PSW in Roermond en Weert.
opgebouwd. Er is plaats voor een grote activiteitenruimte, een keuken en een douche- en kleedruimte. Voor de opslag van materialen en gereedschap kan PSW gebruikmaken van een deel van de oude graanschuur. De toekomstige gebruikers, de cliënten en medewerkers van de groenploegen en de tuinactiviteit, gaan regelmatig kijken naar de voortgang van de bouw. Medio september is de “eerste steen” onthuld. Een feestelijke bijeenkomst, ingeluid met een overweldigende serenade op de trom door Piet Rutten, een cliënt van AC Maasbracht. Het idee van de eerste steen was van Ruud Bakers, een andere cliënt van AC Maasbracht. Hij heeft de steen onthuld, samen met de gebroeders Frenken. En nu op naar de feestelijke opening!!
10
11
Behandeling op school
Gericht op kwaliteit van zorg
Spelbegeleiding
Vastgoedbeleid PSW
Spelen is behalve leuk ook leerzaam. Kinderen ontwikkelen zich door te spelen. Kinderen met een ontwikkelingsachterstand of handicap moeten soms geholpen worden om (beter) te leren spelen, zelf of met anderen. Daarnaast kan spelbegeleiding worden ingezet om de ontwikkeling te volgen en te stimuleren en in een enkele situatie zelfs om emotionele problemen op te sporen of te helpen verminderen.
PSW Junior heeft twee spelbegeleiders in dienst: Lian Linssen en Elly Stoop. Zij werken met verschillende methodes en ondersteunen kinderen zowel in- als buiten het kinderdagcentrum. Zij werken altijd nauw samen met de ouders. In het KDC is het spelplan een veelgebruikte methode, met name bij kinderen met een ernstige handicap die een specifieke vraag op het gebied van spelen hebben. Steeds vaker wordt spelbegeleiding niet alleen binnen het KDC, maar ook thuis, samen met de ouders of op school, samen met de leerkracht ingezet. Bij externe spelbegeleiding gaat het vaak om heel specifieke vragen. Hieronder de ervaring van Geert Reijnen, vader van Luc.
Vastgoedbeleid vraagt steeds nadrukkelijker aandacht. Enerzijds door de groei van PSW, waardoor er veel gebouwd en verbouwd wordt; anderzijds vanwege de veranderende regelgeving, waardoor PSW in toenemende mate zelf kan bepalen hoe en waar er gebouwd wordt en in de nabije toekomst ook welk deel van de financiële middelen besteed worden aan de gebouwelijke omgeving. Jacques Wulms, clustermanager PSW, heeft de afgelopen jaren veel kennis en expertise opgedaan rondom vastgoed en neemt stichtingsbreed steeds meer taken op het gebied van vastgoedbeleid voor zijn rekening. ‘PSW heeft in grote lijnen een heldere visie op vastgoedbeleid. Die visie gaan we de komende tijd nader uitwerken.’
Geert Reijnen, vader van Luc
Meer dan alleen maar spelen Luc Reijnen is een jongetje van 7 jaar. Hij woont met zijn vader en moeder in Nederweert. Luc zit sinds vorig schooljaar op de Herman Broerenschool in Roermond. Daar krijgt hij één keer per week spelbegeleiding van Elly Stoop, spelbegeleider van PSW Junior. ‘Luc is eerst in KDC ’t Brombemke geweest, ruim twee jaar. Rond zijn vijfde verjaardag speelde de vraag: maakt hij de overstap naar school of blijft hij nog een jaar in ’t Brombemke. Wat betreft dingen begrijpen, kon hij die overstap wel aan. Het was alleen de vraag of hij al toe was aan de schoolomgeving en al die kinderen in de klas. Wij wilden de stap naar school graag maken. In ’t Brombemke blijven betekende voor hem alleen maar uitstel. Wat wij ook belangrijk vonden, was dat er nog vijf andere kinderen tegelijk naar school zouden
overstappen. Die kinderen kende hij en met hen tje uit de klas en gaat ergens apart met hem zitzit hij nu ook in de klas. ten, zeg maar face tot face. Ze laat hem bepalen wat ze gaan doen. Hij begint met spelen, bijvoorBij de overstap is afgesproken dat Luc spelbegelei- beeld met auto’s. Maar het is meer dan spelen. Ze ding meekrijgt. Om hem te leren in een sociale stuurt hem wat bij, laat bijvoorbeeld een ongeluk wereld een beetje voor zichzelf op te komen. Dat gebeuren en kijkt wat hij doet. De ziekenwagen kunnen wij hier niet. Luc is enig kind en natuur- erbij halen met de dokter. Ze blijft steeds kijken lijk staat hij bij ons centraal. Alles draait hier om hoe hij reageert en beloont positieve, eigen acties. hem. Als hij in een groepje zit, met onrustige kin- Daarmee wil ze stimuleren dat hij zelf beslissinderen om zich heen, wordt hij een beetje onder- gen kan nemen en actief iets kan doen. Ze blijft gesneeuwd en doet hij niet meer actief mee. steeds kijken hoe hij reageert, hoe ver hij gaat. Elly Stoop haalt hem elke dinsdag een half uur- Daar komen wel dingen uit. Elly bespreekt de dingen die ze ziet en hoort met de leerkracht en ook met ons tijdens de evaluatie. Zij zwengelt dingen aan, waarmee de juffrouw kan doorgaan. En wij kunnen ook dingen inbrengen. We hebben bijvoorbeeld gemerkt dat Luc bang is voor de kermis, vooral voor het geluid. Elly gaat nu kijken of geluid te hard bij hem binnenkomt. De school neemt daarbij de nodige stappen, maar Elly zet de leerkracht op het spoor. Het gaat goed op school. Luc blijft zich ontwikkelen, in één lijn naar boven. De spelbegeleiding zal daar zeker aan bijdragen. Maar het heeft vooral met Luc zelf te maken. Hij wordt ouder. Hij gaat graag naar school en ook de half uurtjes apart met Elly Stoop vindt hij leuk. Hij is deze zomer in de vakantie voor het eerst naar het logeerhuis geweest. Drie weken lang halve dagen en dat ging heel goed. Wij hadden nooit gedacht dat hij het tussen al die kinderen leuk zou vinden. Ook daarin zie je dat hij is gegroeid. Het hele beeld is gewoon positief.’
PSW bouwt er de afgelopen jaren flink op los. Overal in de regio Midden-Limburg, en binnenkort ook daarbuiten, bouwt en verbouwt PSW nieuwe woonvoorzieningen en centra voor dagbesteding, zowel voor kinderen en volwassenen cliënten die al bij PSW ingeschreven zijn als voor toekomstige kinderen en cliënten. Door al die bouwprojecten is PSW een speler geworden in de wereld van het vastgoed; de wereld van grondeigenaren, architecten, aannemers, projectontwikkelaars, adviseurs en woningcorporaties. Een wereld waarin je over de nodige kennis en expertise en de nodige contacten moet beschikken, om verantwoord zaken te kunnen doen. Toch heeft PSW een eenvoudige en heldere visie op vastgoedbeleid. Jacques Wulms: ‘PSW biedt kwaliteit van zorg. De focus ligt op het primair proces en de leidraad is het methodisch werken met begeleidingsplannen. Dat is de kern waar het om draait. De omgeving waarin de primaire zorg plaatsvindt, is daarbij van cruciaal belang. Als je goede zorg wilt leveren, kom je vanzelf uit bij vastgoed. Dat moet goed op orde zijn.’ Eisen Zorg en ondersteuning van PSW zijn gericht op verschillende doelgroepen, kinderen en volwassenen met heel verschillende mogelijkheden en beperkingen. Maar voor allemaal geldt dat de omgeving, het leefklimaat huiselijkheid en warmte moet uitstralen. Alleen dan kan een mens zichzelf zijn. Volgens Jacques Wulms moet de gebouwde omgeving voldoen aan drie eisen: in de eerste plaats ruimte bieden voor exploratie en ontwikkeling van de gebruikers; ten tweede ergonomisch ofwel goed bruikbaar zijn, dus rekening houden met de (im)mobiliteit van de gebruikers; en ten derde veiligheid bieden aan de gebruikers.’
Gericht bouwen Een zo groot mogelijke participatie aan de lokale samenleving is voor alle doelgroepen van PSW het uitgangspunt. Per project bekijkt PSW hoe de omgeving en het gebouw eruit moeten zien. Bij het kiezen van de locatie voor woningen is PSW gericht op drie doelgroepen: mensen met een lichte, matige en ernstige verstandelijke handicap. De woningen voor licht en matig verstandelijk gehandicapte cliënten staan bij voorkeur midden in het dorp of de wijk. Bij woningen voor ernstig verstandelijk gehandicapte cliënten is het streven om de voorkant naar de samenleving te richten en de achterkant naar de rust of de natuur. De bouw is in principe levensloopbestendig, dat wil zeggen geschikt voor alle leeftijden. Per woonvoorziening wordt vervolgens een programma van eisen opgesteld, afgestemd op de gebruikers. Voor de dagbesteding wordt gericht gebouwd voor twee vormen van dagbesteding: arbeidsmatige dagbesteding voor cliënten met een lichte tot matige handicap en belevingsgerichte dagbesteding voor cliënten met een matig tot ernstige handicap. En voor PSW Junior gelden weer andere eisen. Bij de bouw van een kinderdienstencentrum of een kinderwoonvoorziening is bijvoorbeeld ruimte heel belangrijk, want kinderen moeten kunnen spelen. Jacques Wulms: ‘Bouwen in de zorg is niet denken in stenen, vierkante meters, liften en speciale voorzieningen alleen. Het gaat in de eerste plaats om de sfeer en de bruikbaarheid. Goed bouwen vereist kennis en expertise, zowel van de zorg als van bouwzaken. Er moet een vertaalslag gemaakt worden van de zorg naar het programma van eisen voor het gebouw en de toekomstige gebruikers moeten in dat proces worden meegenomen.’
leid. Het zakelijk deel van vastgoedbeleid is niet minder belangrijk. Er zijn grote bedragen gemoeid met bouwprojecten en veel risico’s. Binnenkort wordt bovendien “het bouwregime “ afgeschaft en worden integrale tarieven ingevoerd. Dat wil zeggen dat PSW een bedrag krijgt waarvan zowel de zorg als de bouw betaald moet worden. Jacques Wulms: ‘Dan betekent een (te) duur gebouw letterlijk minder handen aan het bed. Het is dus belangrijk daarvoor gezamenlijk de maat te bepalen: hoe comfortabel en luxe moeten onze gebouwen zijn? Zodat onze cliënten in een goede omgeving kunnen wonen en werken, en er genoeg geld overblijft om kwaliteitszorg te bieden.’
Integrale verantwoordelijkheid PSW gaat de komende periode het vastgoedbeleid nadrukkelijker op de agenda zetten. Dat gebeurt met name in het verlengde van het nieuwe strategische beleidsplan (zie elders in dit nummer), waarin verschillende, ambitieuze (bouw)plannen staan geformuleerd. Er is een stuurgroep Vastgoed in het leven geroepen die zich bezighoudt met beleid en lopende bouwprojecten. Daarnaast wordt in de nabije toekomst een van de zorgmanagers specifiek belast met vastgoedontwikkeling. De keus is gevallen op Jacques Wulms, vanwege zijn affiniteit met het onderwerp en de jarenlang opgebouwde kennis en expertise op dat gebied. Waarbij de integrale verantwoordelijkheid van de overige zorgmanagers van PSW niet in het geding is. Jacques Wulms: ‘ Het realiseren van nieuwe bouwprojecten zal altijd gebeuren in nauwe samenwerking met de betreffende clustermanager. Dat kan niet anders. Niemand anders dan de betrokken zorgmanager kent immers de specifieke eisen van de toekomstige gebruikers. Zonder Zakelijke deel die kennis en inbreng is kwaliteit van de gebouwTot zover de “warme” kant van het vastgoedbe- de omgeving niet haalbaar!’
12
13
Seniorenbeleid
Focus op g ro e i e n d e d o e l g ro e p De toenemende vergrijzing in de samenleving is vanzelfsprekend ook merkbaar binnen een organisatie als PSW. Gerichte aandacht voor de omgang met en het aanbod aan deze in aantal gestaag groeiende groep cliënten is er binnen de organisatie natuurlijk al jarenlang. Aandacht die in 2003 werd vertaald in het seniorenbeleidsplan. Dit plan werd in 2007 door de werkgroep senioren geëvalueerd en herschreven. Een werkgroep die bestaat uit twee begeleiders (uit de sectoren wonen en dagbesteding), twee teamleiders, een gedragsdeskundige, een beleidsmedewerker en een clustermanager. PSW Info sprak met werkgroeplid Jet Vinken, clustermanager Dagbesteding en Wonen over de conclusies en de daaruit voortkomende acties die in het nieuwe seniorenbeleidsplan zijn neergelegd.
Alvorens in te gaan op het nieuwe Seniorenbeleidsplan is het goed om de term ‘senior’, zoals die binnen de verstandelijk gehandicaptenzorg wordt gebruikt, nader te duiden. Jet Vinken: ‘Wetenschappelijk is aangetoond dat mensen met een verstandelijke beperking verhoudingsgewijs sneller verouderen en dat geldt vooral voor de mensen met het syndroom van Down. Binnen PSW rekenen we cliënten vanaf 50 jaar en cliënten met het syndroom van Down vanaf 40 jaar tot de doelgroep Senioren. Dat betekent op dit moment dat binnen de sector Dagbesteding 40% en binnen de sector Wonen 30% van de cliënten tot de doelgroep gerekend wordt.’ Ontstaan seniorengroepen Heeft de komst van de beleidsplannen tot rigoureuze veranderingen in de benadering van senioren geleid? Jet Vinken: ‘Nee, juist doordat we altijd al naar het individuele belang van de cliënt hebben gekeken, zagen we binnen de Dagbesteding als vanzelf seniorengroepen ontstaan. Ouder wordende cliënten die lichamelijk geleidelijk achteruit gaan en psychisch veranderen, vragen van de medewerkers om een andere benadering en om een aangepast aanbod binnen de Dagbesteding. Zo ontstonden eigenlijk heel organisch de Soos voor Ouderen in Roermond en Weert en de seniorengroep in Maasbracht. En binnen een aantal woonvoorzieningen
ontstonden eveneens vanuit de behoeften van bepaalde cliënten een aantal specifieke groepen voor senioren. Houding van nabijheid De werkgroep legde het oor te luister binnen de verschillende voorzieningen om de in het eerste seniorenbeleidsplan beschreven uitgangspunten aan de dagelijkse praktijk te toetsen. Jet Vinken somt de vergaarde conclusies op: ‘In het algemeen kunnen we stellen dat we goed op weg zijn. We hebben de vragen en aanbevelingen uit het werkveld geïnventariseerd en daaruit een aantal conclusies getrokken die als speerpunten van beleid in het nieuwe plan zijn opgenomen. Zo hebben we bijvoorbeeld in de afgelopen jaren veel aan scholing gedaan. Veel medewerkers volgden de door orthopedagoog Harry Urlings ontwikkelde basiscursus. Een cursus die in het kort gezegd focust op het begrijpen en volgen van de ouder wordende cliënt. Het er simpelweg ‘zijn’ en de cliënt ‘volgen’ vraagt echter om een andere benadering. Dat heeft met een attitude te maken, een houding van nabijheid, van samen op kunnen gaan in iets heel eenvoudigs. Samen bijvoorbeeld een ouderwetse pan soep op het vuur krijgen en deze uren laten trekken, terwijl de cliënt geniet van die vroeger zo bekende geuren. Kortom; de behoefte aan bijscholing blijkt groot en hier gaan we in de naaste toekomst dan ook
zeker gehoor aan geven. Bijscholing niet alleen op het gebied van benadering van de ouderwordende cliënt, maar ook op het gebied van bijvoorbeeld verzorgingsaspecten. Dat voert zelfs zo ver dat we in vacatures ook van toekomstige begeleiders vragen of zij een verzorgende- of verplegingsachtergrond hebben, dan wel de bereidheid hebben om zich hierin verder te scholen. Tevens is het leerzaam als medewerkers vanuit Dagbesteding binnen de woonvoorzieningen gaan kijken en omgekeerd, om met elkaar, en zo mogelijk ook met medewerkers uit collega-zorginstellingen, ervaringsgegevens uit te wisselen. Een rondje lopen in de ellips Het tweede speerpunt betreft de materiele zaken, de roerende- en onroerende goederen in de dag- en wooncentra. ‘Bouwtechnisch kunnen er in de oudere gebouwen nog een aantal verbeteringen worden getroffen. Zo zijn bepaalde deuren nog niet toegankelijk voor rolstoelgebruikers of ontbreekt er een rolstoeltoilet. Qua meubilair moeten we nagaan of de senioren goede zitstoelen hebben met een rugleuning die bijvoorbeeld steun geeft tot aan de schouders. Op verschillende locaties wordt er nu en in de naaste toekomst nieuwbouw gepleegd. Daar zullen waar nodig brede deuren, rolstoeltoegankelijke badkamers voorzien van een hoog/laag-bad aanwezig zijn. En in de woonvoorzieningen zullen appartementen komen met extra brede deuren, waar zonodig een bed doorheen kan voor cliënten die zijn aangewezen op bedverpleging,’ zo legt Jet Vinken uit, om vervolgens nog een laatste praktisch voorbeeld aan te halen. ‘Senioren vinden het vaak fijn om gewoon een klein stukje te wandelen. In veel gebouwen betekent dit dat men een gang afloopt, omkeert en weer terugloopt. Daar is in de nieuw te bouwen woonvoorziening in de Coenraad Abelsstraat in Weert reke-
ning mee gehouden. Deze locatie wordt in een ellipsvorm gebouwd en dat heeft als voordeel dat cliënten nu daadwerkelijk een echte ronde kunnen lopen.’ Het levensverhaal vastleggen Eigenlijk verschilt de ouder wordende cliënt niet eens zoveel van de senior zonder verstandelijke handicap. Naast een vaak geleidelijke afname van de vitaliteit en zelfredzaamheid, kan het geheugen verder verminderen of verloopt de opname van informatie trager dan voorheen en kan er dementering gaan optreden. Rust en het genieten van oude vertrouwde dingen zijn vaak van groot belang in de kleiner wordende belevingswereld van de ouderwordende cliënt. Deze constatering vormt de opmaat voor een derde speerpunt dat binnenkort om uitvoering vraagt. Jet Vinken: ‘Voor senioren zijn foto’s en anekdotes vaak van groot belang. Foto’s van vroeger. Wie waren de gezinsleden en hoe heetten zij? Welke gerechten vond iemand erg lekker? Misschien hield de cliënt vroeger wel van paardrijden, was zijn vader melkboer of was hij erg gehecht aan die ene kriebeltrui. We gaan gericht actie maken van het samenstellen van een heus levensverhaal. Een boek met foto’s en wetenswaardigheden dat we zomogelijk samen met de cliënt en de familieleden gaan samenstellen en dat niet alleen voor de ouder wordende cliënt van belang is, maar ook voor die nieuwe begeleider. Want stel je maar eens voor; een cliënt die zichzelf niet meer verstaanbaar kan maken krijgt, alle goede bedoelingen ten spijt, een kop koffie met daarin melk en suiker voorgezet. De cliënt schuift de kop weg of erger, veegt deze van tafel. Een gedragsprobleem?...Welnee, de cliënt heeft zijn koffie al z’n hele leven zwart gedronken. Dergelijke informatie hoort vanzelfsprekend ook thuis in het levensboek.’
14
Voor alle cliënten, ouders/verwanten, medewerkers, vrijwilligers en andere betrokkenen bij PSW
Vo o r s p o e d i g 2 0 0 9 ! Sinterklaas, Kerstmis en vervolgens over de drempel naar 2009. In de centra van PSW wordt op allerlei manieren vorm en inhoud gegeven aan ‘samen vieren’. Om daarna over te gaan naar weer een nieuw jaar. De redactie van PSW Info wenst vanaf deze plaats alle lezers een gelukkig en gezond 2009 toe.
Wonen Het is inmiddels een traditie geworden. In ‘de Zaal’ in Heythuysen wordt voorafgaand aan Kerst een gezamenlijke viering gehouden voor cliënten, ouders en verwanten en medewerkers en vrijwilligers van alle wooncentra. Een werkgroep kiest elk jaar een thema dat in spel, zang, tekst en muziek wordt vormgegeven en dat aansluit bij de belevingswereld van de cliënten. Het thema voor dit jaar is ‘Laten we elkaars engel zijn’. Een groep van onge-
15
Frank Knols
Nieuwe teamleider heeft z’n weg al snel gevonden Met ingang van 1 september is Frank Knols werkzaam als teamleider van AC Herten, Bureau Begeleid Werken en Atelier no 37. In deze functie volgt hij Henk Bemelmans op. Voorheen heeft Frank Knols 12 jaar als bewegingsagoog binnen AC ’t Veldje en later binnen KDC de Grummelkes (beiden Stichting Radar) gewerkt. In het KDC heeft hij vervolgens nog twee jaar als adjunct-hoofd gewerkt. In zijn laatste dienstverband was hij werkzaam als unitmanager bij Kleur (kinder- en jeugdzorg van Stichting Dichterbij). In dit artikel vertelt Frank Knols over zijn eerste indrukken van PSW en over zijn plannen voor de toekomst.
Sfeer van openheid Gevraagd naar zijn eerste indrukken van de nieuwe werkomgeving, zegt Frank Knols: ‘Ik heb hier snel de weg leren kennen en proef een bijna familiale sfeer, zònder dat die doorslaat naar onprofessioneel handelen van de medewerkers.’ Volgens Frank Knols heerst er binnen PSW een no-nonsense cultuur die doordrenkt is van twee kernwaarden…de cliënt staat centraal en laagdrempeligheid. ‘Overal waar ik praat met medewerkers, kom ik die respectvolle benadering van de cliënt tegen. Ook merk ik dagelijks dat mensen mij makkelijk weten te vinden en dat ik op mijn beurt ook kan aankloppen bij alle medewerkers van de verschillende diensten.’
veer dertig mensen, bestaande uit medewerkers, cliënten, vrijwilligers, ouders en bijvoorbeeld een zangkoor of muziekgezelschap van ‘buiten’ PSW, zorgt samen voor de organisatie van deze themavieringen.
Expertise in kaart brengen Dan naar Bureau Begeleid Werken, een ander onderdeel van PSW dat ook onder verantwoordelijkheid van de nieuwe teamleider valt. Frank Knols: ‘Mijn eerste indruk is dat BBW heel goed functioneert. Dat komt met name door een sterk onderscheidend uitgangspunt dat BBW in de praktijk waar kan maken, namelijk het langdurig en zelfs blijvend begeleiden van cliënten. Ik zie voor de toekomst nog grote ontwikkelingskansen in het begeleiden van schoolverlaters die vanuit het speciaal onderwijs een appèl doen op de expertise van de jobcoaches van BBW. Op dit moment zijn we ons aan het beraden over de mogelijkheden om aan het trainen van arbeidsvaardigheden vorm en inhoud te geven. Zo zijn er op dit moment gesprekken gaande over de mogelijke opzet van een arbeidstrainingscentrum. We kunnen ook inventariseren in welke locaties van PSW, in welke bedrijven en in welke scholen we schoolverlaters en ook eigen cliënten arbeidsvaardigheidstrainingen kunnen aanbieden. En dan gaat het niet alleen om praktische arbeidsvaardigheden, maar ook om tal van randvoorwaarden zoals ‘op tijd komen’ en ‘een conflict met je baas uitpraten’. Daar hebben we zelf veel expertise voor in huis. In het laatste voorbeeld zou de invloed van iemand als Loes Knoben (coördinator/trainer scholing IOC) bijvoorbeeld van groot belang kunnen zijn.’
maar ook door andere belangstellenden. De dag daarna gebruiken cliënten, medewerkers en vrijwilligers samen in AC Pappelhof een kerstmaal.
PSW Junior KDC ’t Brombemke houdt de jaarlijkse ‘Sterretjestocht’ in de omgeving van het kinderdagcentrum. De medewerkers zorgen bij de diverse halteplaatsen voor zang, muziek en het verbeelden van het kerstverhaal. Daarna komen kinderen, ouders, medewerkers, vrijwilligers en chauffeurs in het kinderdagcentrum samen om daar onder het genot van bijvoorbeeld een Dagbesteding Weert gaat ’s middags kienen warme kop soep kerstfeest te vieren. en houdt een kerstdisco, gevolgd door een gezamenlijke maaltijd voor cliënten en In KDC Heisterkes worden de groepen en medewerkers. Daarna is er een gezellig gezamenlijke ruimtes sfeervol versierd en ook kerstfeest met ouders en familieleden plaats, daar vieren ouders, medewerkers en vrijwilliopgeluisterd door de volksdansgroep en het gers samen met de kinderen het kerstfeest. Zonnehuiskoor.
Dagbesteding Dagbesteding Maasbracht viert heeft een gezamenlijke kerstviering met onder meer spel, zang en muziek. De cliënten krijgen tevens een kerstpakket uitgereikt, een herkenbare traditie, passend bij arbeidsmatige- op productie gerichte bedrijven en instellingen.
Dagbesteding Roermond viert Kerstmis traditiegetrouw in kapel ’t Zand. Buiten de voorganger verzorgen de cliënten en medewerkers samen de gehele viering, die druk wordt bezocht door ouders en verwanten,
werkende club medewerkers aan, die ideeën heeft en als het ware steeds op het puntje van de stoel zit om deze te verwezenlijken.’ Frank Knols wil, afgaande op zijn eerste bevindingen, voortvarend aan de slag en nodigt medewerkers graag uit tot discussie. ‘Hoe ziet onze visie over arbeid eruit? Waarom organiseren we zaken, zoals we ze organiseren? Over het aspect ‘trainen’, dat ook een onderdeel van arbeidsmatig werken behoort te zijn. Hoe kunnen we cliënten blijven stimuleren en hen ontwikkelingsmogelijkheden blijven aanbieden? Ik stel mezelf vaak vragen en het is fijn om te ervaren dat er binnen PSW een cultuur van openheid bestaat, waarin medewerkers met elkaar in gesprek gaan, vragen stellen aan elkaar en daarop samen antwoorden proberen te formuleren.’
Rondje langs de velden Wat kwam Frank Knols tegen toen hij met een onbevooroordeeld oog en oor kennis nam van de activiteiten binnen AC Herten waarin de arbeidsmatige activiteiten computer, drukkerij, mobiele buitenploeg, industrieel werk en catering zijn ondergebracht? ‘Ik tref hier een hard-
Samen de discussie aangaan. Vragen blijven stellen en daar samen antwoorden op formuleren. Medewerkers altijd ruimte tot eigen initiatief bieden. Het zijn enkele belangrijke uitgangspunten in de visie van Frank Knols. Speerpunten die hij binnen PSW verder tot ontwikkeling kan brengen. Hij is er klaar voor en voelt zich na twee maanden al helemaal in zijn element binnen PSW.
16
17
Van kinderdagcentrum (KDC) naar activiteitencentrum (AC)
Tilly Breukers-Custers, moeder van Thijs
Marinka Tax, moeder van Marc
Doorstroming in goed overleg
De overstap naar ‘t Zonnehuis
De overstap is ons erg meegevallen
Afgelopen jaar zijn vijf jongeren in de leeftijd van 14 tot 16 jaar vanuit KDC de Heisterkes doorgestroomd naar AC ’t Zonnehuis. Het zijn allemaal jongeren die intensieve en specifieke begeleiding nodig hebben. De overstap van een bekende, kindvriendelijke omgeving naar een nieuwe omgeving die is ingericht voor volwassenen was voor de jongeren zelf noch voor hun ouders een makkelijke stap. En ook de begeleiders in het KDC en in het AC hadden behoefte aan een goede afstemming. Reden voor PSW om de overstap goed voor te bereiden en te regelen, in overleg met de ouders en met de medewerkers van de Heisterkes en ’t Zonnehuis.
De vijf kinderen zaten al jarenlang in KDC de Heisterkes. Daar werd de afgelopen jaren duidelijk dat ze bezig waren de KDC omgeving te ontgroeien. Carin Metsemakers, teamleider KDC de Heisterkes: ‘Wij waren al een tijdje aan het nadenken over een geschikt aanbod voor deze pubers. Behalve dat ze de ruimte en de kleine kinderen om zich heen ontgroeid waren, hadden ze ook een meer volwassen benadering nodig. Daarover hadden we ook al gesproken met de ouders. De vraag was: kunnen we hen in het KDC nog wel bieden wat ze nodig hebben.’ Projectplan Het werd tijd voor een overstap naar AC ’t Zonnehuis. Maar de betreffende jongeren zijn geen cliënten die “zomaar” kunnen overstappen. Er is een werkgroep ingesteld die tot doel had om een zo optimaal mogelijke doorstroom te realiseren. Lizet Stals, teamleider AC ’t Zonnehuis: ‘We hebben afspraken gemaakt over de doelen, over de kennis die we in het AC nodig hadden en over speciale voorzieningen die in het AC moesten komen. Daarnaast is ook veel aandacht besteed aan de overdracht van de individuele begeleidingsplannen. En ook aan zaken als logopedie, fysiotherapie en spelbegeleiding. Die disciplines hebben we in de volwassenenzorg niet standaard in huis. Daarvoor hebben we nieuwe oplossingen moeten bedenken.’ Begeleiders en ouders Bij de overstap hebben begeleiders een grote rol gespeeld. De toekomstige persoonlijk begeleiders en de gedragskundige van ’t Zonnehuis zijn naar het KDC geweest om daar te kijken en hebben bijvoorbeeld de begeleidingsplanbespreking van de betreffende kinderen bijgewoond. Ook is advies gevraagd aan de begeleiders van groep 5 uit ’t Zonnehuis, een groep van jongvolwassenen die een aantal jaren geleden zijn overgestapt. En verder is per kind gekeken hoe de overstap in de praktijk het best geregeld kon worden. Lizet Stals: ‘Voor het ene kind betekende dat voorzichtig wennen met één of twee dagen per week; voor een ander kind meteen vijf dagen per week.’ Ook de ouders zijn actief betrokken in het traject. Lizet Stals: ‘Ouders maakten zich toch wel zorgen: Hoe gaat dat in de grote wereld. Worden onze kinderen niet ondergesneeuwd tussen al die volwassenen? Er zijn vooraf gesprekken gevoerd. Hen is echt gevraagd: denk met ons mee. Wat zou voor dit kind het beste werken. Ze hebben een rondleiding gekregen in het AC. We hebben steeds benadrukt: laat horen als er twijfels zijn. En loop af en toe binnen om zelf te zien hoe het loopt. Ouders maken daar ook wel gebruik van.’ Carin Metsemakers: ‘We hebben het samen met de ouders gedaan. Dat is wel heel belangrijk geweest.’
Intensief De jongeren zijn uiteindelijk één voor één overgestapt, de eerste in augustus 2007 en de andere vier tussen juni en september 2008. De eerste dag is steeds de “oude” persoonlijk begeleider uit het KDC meegekomen, om de begeleiding goed over te dragen. En in de eerste periode is bij alle kinderen een VIB traject ingezet (video interactie begeleiding, waarbij het kind in de omgeving wordt gefilmd, om goed te kunnen kijken hoe hij/zij zich voelt en reageert). Lizet Stals: ‘De kinderen om wie het gaat, kunnen zelf niet vertellen wat ze er van vinden. Je moet dus heel goed naar ze kijken, om te zien of het goed gaat. De opnames van de VIB zijn samen met de ouders bekeken. Dat was een intensief traject, maar heeft wel veel informatie opgeleverd.’ Feest De doorstroom van de vijf wordt eind van dit jaar geëvalueerd. Vooruitlopend daarop durft Lizet Stals te zeggen dat het prima is gegaan. ‘Onlangs hebben we een groot feest gehad vanwege het veertig jarig bestaan van Dagbesteding Weert. Het was echt genieten om te zien hoe die vijf zich tussen de andere cliënten bewogen en hoe de ouders zich thuis voelden.’ Francien Meulenbroeks, gedragskundige van KDC de Heisterkes: ‘Ik heb altijd gedacht: beter dan hier krijgen ze het nooit! Nu zie je dat ze in het AC hartstikke op hun plaats zijn!’
v a n T h i j s B re u k e r s ‘In maart van dit jaar was de begeleidingsplanbespreking van Thijs. Vooraf werd ons gevraagd of wij akkoord gingen met de aanwezigheid van Lizet Stals in verband met een aanstaande overplaatsing van Thijs naar ’t Zonnehuis. Mij overviel dit in eerste instantie, omdat ik uitging van een overstap in 2009. De bespreking verliep prima, waarbij de mogelijkheden voor Thijs in ’t Zonnehuis ook nader aangegeven werden. Er werd afgesproken dat Cindy Naus (begeleidster van Thijs in ’t Zonnehuis) in het KDC zou meekijken naar het werken met Thijs en hoe er met hem werd omgegaan. Zij deed dit op 3 april. Vervolgens heb ik een afspraak gemaakt met Lizet Stals (teamleider ’t Zonnehuis) om eens in ’t Zonnehuis te gaan kijken. We zijn hier 15 april geweest, hebben een rondleiding gehad en een gesprek waarbij Ans Maessen (clustermanager dagbesteding Weert), Lizet en Cindy aanwezig waren. Frits (Breukers, vader van Thijs) zag het meteen helemaal zitten. Ik hield nog even enige reserves. Het was mij echter wel duidelijk dat de mogelijkheden en uitdagingen in de Heisterkes voor Thijs op hun eind liepen. Het accent zou gaan verschuiven van ontwikkelingsgericht bezig zijn naar een vorm van ‘werken’. Gezien zijn leeftijd van 14 jaar was dit voor mij een facet waar ik aan moest wennen. Er werd voorgesteld Thijs in juni te laten starten, omdat er op dat moment meer ruimte en personeel was om hem op te vangen en te laten wennen. Dit sprak mij wel aan. We hebben verder besproken of deze overstap gefaseerd moest verlopen of in één keer. Gezien eerdere ervaringen met de verhuizing in de woonsituatie werd gekozen voor het laatste. De familiedag op 7 juni was de laatste dag van Thijs in Haelen. Vanaf 10 juni ging hij naar Weert. De eerste dag was Inge Smolenaers, begeleidster van het KDC, de hele dag aanwezig en vertaalde het gedrag van Thijs naar zijn nieuwe begeleidsters. Ook de tweede dag was Inge erbij, maar deze keer meer op de achtergrond. Zij gaf tips en hield in de gaten hoe Thijs reageerde op zijn nieuwe omgeving. Zij gaf aan waar er voor Thijs uitdagingen lagen en waar extra aandacht nodig was. Op 19 juni hebben we een video bekeken, opgenomen in het KDC, hoe er gewerkt wordt met het spelplan dat voor Thijs was opgesteld. De bedoeling was dat dit in ’t Zonnehuis overgenomen zou worden. Het samen kijken werkte zeer verhelderend. Op 2 juli volgde een nieuwe bespreking. Inmiddels waren opnames gemaakt van hoe Thijs zijn ‘werk’ doet. Dit was bijzonder om te zien. Ik was erbij, Kitty Rutten begeleidster van de woonvoorziening, Inge vanuit het KDC, Francien en de mensen van de Triangel. We hebben de beelden voorzien van opmerkingen en deze vormen de leidraad hoe er verder gewerkt wordt. Het was opvallend hoeveel rust Thijs uitstraalde en hoe goed hij zich met zijn eigen werk kon bezighouden. Het was duidelijk dat hij de begeleiding helemaal vertrouwde. Kort hierna werd ook het spelplan opgepakt. Dit wordt nu wekelijks met hem gedaan, tot groot plezier van Thijs en zijn begeleidsters. Pikant detail bij dit alles is het vervoer. Naar het KDC had Thijs nog begeleiding in de bus en een chauffeur die Henk heette. Dit is een van de weinige namen die hij zelf kan uitspreken. In de bus naar ’t Zonnehuis ontbreekt de begeleiding. Echter, ook deze chauffeur heet Henk. Lekker vertrouwd voor Thijs. Henk heeft tips en uitleg gekregen over wat Thijs in de bus laat zien en kan hem goed corrigeren op momenten dat dit nodig is. Inmiddels is het november en zien we dat Thijs goed gewend is, lekker in zijn vel zit en in de vroege avond moe kan zijn (van al het harde werken), maar dat trekt meestal snel bij. Al met al zijn we zeer tevreden over de manier waarop deze overstap verlopen is.’
Marc Tax is 16 jaar en is in september jongstleden vanuit KDC de Heisterkes overgegaan naar AC ‘t Zonnehuis. Zijn moeder Marinka Tax vertelt hoe dat in z’n werk is gegaan. Marc is ruim 13 jaar in de Heisterkes geweest. Daar ging het heel goed met hem. Tijdens de begeleidingsplanbespreking, bijna twee jaar geleden, is door de begeleiding van de Heisterkes samen met Lizet Stals voor de eerste keer gesproken over een overstap naar AC ‘t Zonnehuis. Er is toen besloten om dat nog een jaar uit te stellen, vooral ook vanwege een aantal verbouwingen die in ’t Zonnehuis zouden gaan plaatsvinden. Marc reageert heel angstig op allerlei boor- en zaaggeluiden en hiermee wilden we hem niet confronteren. Hij moest zich tenslotte veilig kunnen voelen in zijn nieuwe omgeving. Ook waren wij (Wim de vader van Marc en ik) er zelf nog niet aan toe. Wij vonden toen nog dat Marc meer bij kinderen thuishoorde dan bij volwassenen. Hij had het leuk bij de Heisterkes en wij hadden veel vertrouwen in de begeleidsters. Bij de volgende begeleidingsplanbespreking een jaar later waren we wel zover. We hadden ons intussen georiënteerd op de verschillende mogelijkheden voor Marc. We hebben gekozen voor ‘t Zonnehuis, omdat we de sfeer daar huiselijk en warm vonden en hij er in een fijne groep zou komen. Ook zou hij er een actiever programma aangeboden kunnen krijgen. We hebben aan ‘t Zonnehuis onze wensen voor Marc kenbaar gemaakt en daar hebben ze goed naar geluisterd. Marc is in september als laatste van de groep van vijf overgegaan. We hebben er bewust voor gekozen om hem na de zomervakantie eerst een paar weken naar de Heisterkes te laten gaan. Hij moet er altijd weer even inkomen na een vakantieperiode. Hij heeft niet eerst stage gelopen, zoals sommige andere kinderen. Het is voor Marc heel verwarrend als hij steeds weer terug komt in de oude situatie. Naarmate de dag van de overgang dichterbij kwam, maakten wij ons meer zorgen of het wel goed zou gaan. Er waren begeleiders van het AC in de Heisterkes geweest, om te kijken hoe het daar in de praktijk toegaat, maar er was nog niet specifiek met Marc gewerkt. Het begeleidingsplan was overgedragen en we hadden van te voren met ‘t Zonnehuis besproken wat er wel en niet moest gebeuren, om zijn veiligheid te garanderen. Maar ik had eigenlijk verwacht dat een begeleidster van het AC een dag met Marc in de Heisterkes zou meedraaien om hem persoonlijk ook te leren kennen. Hij heeft toch heel speciale begeleiding nodig. De vrijdag voor de overstap ben ik met Marc samen naar ‘t Zonnehuis gegaan, om te kijken of alles goed geregeld was en om hem kennis te laten maken met de nieuwe omgeving en met de mensen die hem zouden gaan begeleiden. Gelukkig valt er in ‘t Zonnehuis over alles te praten en wordt er altijd iets gedaan met de dingen die je zegt. De eerste dag in ‘t Zonnehuis is een begeleidster van de Heisterkes met hem meegegaan. De dag erna ben ik op eigen verzoek met hem meegegaan. Maar ik ben maar een paar uurtjes gebleven, want het ging goed met hem. Na een week is de begeleidster van de Heisterkes nog langs geweest en vond dat het heel goed met Marc ging. Na vier weken hebben ze VIB met hem gedaan. De opnamen hebben we met de begeleidsters van het AC en de begeleidster van het KDC bekeken en besproken. Het was heel prettig om dat samen te doen. Ik zag dat Marc tevreden was en hij reageerde op een voor hem normale manier. De overstap is me heel erg meegevallen. Marc zit echt op zijn plaats in ‘t Zonnehuis. Hij was het KDC ontgroeid en hier hebben ze hem veel meer te bieden. De mensen die met hem werken, hebben veel ervaring en weten wat ze doen. Je ziet dat ze oppikken wat je zegt. Ze reageren op Marc op de juiste manier. En dat is toch waar het om draait. Ik heb er een goed gevoel bij!’
18
19
Opleidingsbeleid PSW
gestart en volgt er straks ook nog een derde.’ Ten slotte zijn er ook nog de symposia en congressen, belangrijke bijeenkomsten waar kennis en expertise uit de gehandicaptensector worden uitgewisseld en netwerken worden onderhouden en uitgebreid. Ook deze vorm van scholing wordt bekostigd uit het opleidingsbudget.
Aandacht voor behoefte organisatie en persoonlijke ontwikkeling medewerkers
Stagiaires PSW heeft regelmatig stagiaires om toekomstige beroepsbeoefenaren in staat te stellen kennis op te doen in het werkveld en om hen kennis te laten maken met PSW. Het gaat om 55 stageplaatsen voor studenten BOL (beroeps opleidende leerweg). Daarnaast heeft PSW 10 plaatsen voor BBL-ers (beroeps begeleidende leerweg). Antoinette ten Haaff: ‘We nemen jaarlijks een beperkt aantal mensen van de BBL aan, want de organisatie steekt veel tijd in hun begeleiding. Ze worden bij ons boventallig ingezet, dat wil zeggen bovenop de reguliere formatie. Ze doen hun werk dan ook altijd onder supervisie van onze eigen medewerkers. Van de andere kant worden ze wel in staat gesteld echt dingen te doen en zelf uit te proberen. En naarmate ze langer bij ons zijn, neemt de mate van zelfstandigheid toe. Maar dat hangt ook weer af van de personen zelf. De een kan eerder zelfstandig taken uitvoeren dan de ander.’
Medewerkers zijn voor PSW van cruciaal belang. Zij geven dag in dag uit inhoud aan de zorg en met elkaar staan ze voor de kwaliteit van het primaire proces. Naast een houding van respect voor de cliënten en hun ouders/verwanten en een actieve, positieve instelling, hebben medewerkers ook kennis en expertise nodig. PSW heeft een opleidingsbeleid om die kennis en expertise in de organisatie op peil te houden. Daarin is aandacht voor wat PSW nodig heeft én voor de persoonlijke ontwikkeling van medewerkers.
PSW besteedt 1,5 % van de loonsom aan opleidingen voor medewerkers. Dat percentage is vastgelegd in de CAO gehandicaptenzorg. De organisatie en coördinatie van het opleidingsbeleid ligt bij de afdeling Personeel en Organisatie (P&O). Antoinette ten Haaff, personeelsfunctionaris/teamleider P&O, stuurt de werkzaamheden aan. ‘Het opleidingsbeleid van PSW is een rechtstreeks vervolg op het strategisch beleid. Vanuit de kernkeuzes in het strategisch beleidsplan, en natuurlijk vanuit de Taak, de zorgvisie van PSW, bekijken we jaarlijks op welke gebieden we medewerkers een opleiding gaan aanbieden. Want de medewerkers geven uiteindelijk vorm aan het strategisch beleid.’ Opleiding binnen PSW is grotendeels gericht op het primaire zorgproces. Maar ook de ondersteunende medewerkers worden in staat gesteld een opleiding of cursus te volgen. De mogelijkheden zijn in grote lijnen als volgt: de basiscursus voor (assistent-)begeleiders, opleidingen die gericht zijn op wat nodig is voor de cliënten, opleidingen die voortvloeien uit wettelijke verplichtingen, opleidingen die de persoonlijke ontwikkeling stimuleren en symposia en congressen. Basiscursus Alle nieuwe begeleiders van PSW volgen verplicht de basiscursus. “De cursus bestaat al jaren en is opgezet om van elke begeleider een “typische PSW-er” te maken,’ aldus Antoinette ten Haaff. ‘Als iemand bij ons wordt aangenomen, bezit hij of zij al de gevraagde opleiding en soms ook de nodige werkervaring. Maar om te werken bij PSW is meer nodig. Wij stellen eisen aan de medewerkers op het gebied van houding en respect. En we willen hen bij het begin goed de weg wijzen binnen PSW.’ De cursus bestaat uit een aantal modules van één of meer dagdelen: werken met het individueel begeleidingsplan, communicatie en ervaringsordening, seksuele weerbaarheid en agressie. De cursus duurt in totaal 6 dagdelen en wordt gegeven door interne docenten: gedragskundige Carlos Hirdes, teamleider Wim van Baal, logopedist Chantal Lemlijn en trainer Info en ondersteuningscentrum cliënten Loes Knoben. ‘Eigen docenten hebben veel voordelen. Ze voelen zich zelf verbonden met PSW, weten hoe het in de organisatie werkt en zijn zelf betrokken bij het primaire proces. Zij kunnen dat goed overbrengen op nieuwe medewerkers.’ Met ingang van 2009 gaat PSW van start met een eigen basiscursus voor begeleiders van PSW junior. De cursus is in 2008 ontwikkeld.
Antoinette ten Haaff: ‘PSW Junior biedt zorg en ondersteuning aan kinderen. Dat is toch een heel speciale doelgroep. De begeleiding van kinderen en jongeren is altijd nadrukkelijk gericht op ontwikkeling. Dat vereist een wat andere manier van werken dan de volwassenenzorg, met andere accenten.’ Besteden en verdelen Een belangrijk deel van het opleidingsbudget wordt besteed aan cursussen die gericht zijn op wat PSW op dat moment vraagt. Er zijn bijvoorbeeld cursussen voor het werken met nieuwe methodieken voor het begeleiden van specifieke doelgroepen, zoals cliënten met autisme of met een meervoudig complexe handicap of ouder wordende cliënten. PSW biedt ook opleidingen aan om beter te leren omgaan met fysieke belasting of agressie. Allemaal gericht op zaken of ontwikkelingen die spelen en waarvoor PSW de medewerkers beter wil toerusten.’ Daarnaast zijn er regelmatig cursussen die worden gegeven om reden van wettelijke verplichtingen. Bekendste voorbeeld daarvan is ongetwijfeld de BHV (bedrijfshulpverlening). Om het gereserveerde opleidingsbudget goed te besteden en te verdelen, kiest PSW er vaak voor om maar een deel van de medewerkers in te schrijven voor een opleiding of cursus. In overleg met die medewerkers wordt vervolgens een manier bedacht om de opgedane kennis door te geven aan de andere medewerkers en vast te leggen. Zodat de kennis niet aan individuele medewerkers vastzit, maar beschikbaar wordt voor de hele organisatie. Persoonlijke ontwikkeling PSW wil de persoonlijke ontwikkeling van medewerkers helpen stimuleren. In het beschikbare budget wordt ruimte gereserveerd voor individuele scholingstrajecten. Medewerkers kunnen in overleg met hun leidinggevende een aanvraag indienen voor studiefaciliteiten. Afhankelijk van de meerwaarde voor de huidige of toekomstige functie van de medewerker kan hij of zij rekenen op een tegemoetkoming in de kosten en/of de studietijd. Antoinette ten Haaff: ‘Daar wordt bij ons veel gebruik van gemaakt. Medewerkers willen blijkbaar graag zelf een deel van hun tijd en geld in een opleiding steken. Beide partijen hebben daar voordeel van. Nieuw is dat PSW regelmatig zelf groepscursussen organiseert, waarvoor medewerkers individueel kunnen inschrijven via de teamleiders. Voorbeeld daarvan is de cursus “psychiatrische beelden”. De eerste cursus zat binnen drie dagen vol. Inmiddels is de tweede reeks
Planmatig Zoals alle beleidsterreinen wordt ook het opleidingsbeleid planmatig opgesteld en uitgevoerd. Na het verschijnen van het nieuwe strategisch beleidsplan wordt een meerjaren opleidingsbeleid geformuleerd. In dat beleid wordt vastgelegd welke (extra) deskundigheid nodig is om de strategische kernkeuzes uit te kunnen voeren. Van daaruit wordt ieder jaar opnieuw een opleidingsjaarplan gemaakt. Daarin staan ook de doorlopende opleidingstrajecten, zoals de basiscursus, vastgelegd. De clustermanagers zijn verantwoordelijk voor het opleidingsniveau van hun medewerkers en de inhoud van het beleid. P&O is verantwoordelijk voor de organisatie. Bij het opstellen, uitvoeren en bewaken van de opleidingsplannen speelt evaluatie een belangrijke rol. Elke medewerker die een opleiding/cursus heeft gevolgd,wordt daarover bevraagd door de teamleider. P&O maakt op basis van alle informatie de balans op. Antoinette ten Haaff: ‘We letten er vooral op of de opleiding/cursus een meerwaarde heeft gehad voor de betreffende medewerker en voor PSW. Daar is het opleidingsbeleid tenslotte voor bedoeld!’
Schenking Natte Snoezelruimte Vorig jaar heeft Activiteitencentrum ‘t Zonnehuis in Weert een royale schenking van bouwbedrijf Meulenbouw uit Weert mogen ontvangen. De schenking bedroeg maar liefst € 7.500,-. Voor ’t Zonnehuis kon hiermee een lang gekoesterde wens in vervulling gaan. Een zogenaamde ‘natte’ snoezelruimte kon worden ingericht. In de grote verzorgingsruimte van groep 5 is een tweepersoons bad geplaatst met bubbel- en jetstreammogelijkheden. Gevuld met badschuim en bijvoorbeeld plastic ballen, biedt dit prachtige bad aanvullende mogelijkheden bij de zorg en ondersteuning van de cliënten. Namens alle medewerkers en cliënten: hartelijk bedankt!
20
21
Vragenlijst ‘Geboden zorg en dienstverlening’
40 jaar ‘t Zonnehuis
Ouders/verwanten geven PSW een 7,9
Van dagverblijf voor ouderen naar activiteitencentrum
PSW besteedt constant aandacht aan de handhaving en verbetering van de kwaliteit van de zorg en dienstverlening aan de cliënten. Daarvoor is de mening van de ouders/verwanten van groot belang. PSW stuurt daarom driejaarlijks vragenlijsten ‘Geboden zorg en dienstverlening’ uit waarin aan ouders, verwanten en verzorgers wordt gevraagd om deze te beoordelen. Sjaak Bidlot, stafmedewerker algemeen beleid, inventariseert de antwoorden, analyseert de gegevens en vat deze vervolgens samen in een rapport. En het allerbelangrijkst: hij koppelt negatieve resultaten meteen terug naar de betreffende teamleider. ‘Het draait uiteindelijk om het verbeteren van zaken die niet lopen zoals het hoort.’
Op 1 april van dit jaar bestond Dagbesteding Weert 40 jaar. PSW Info staat stil bij dit heuglijke feit en belicht in vogelvlucht de geschiedenis van veertig jaar dagbesteding voor volwassenen met een verstandelijke handicap.
De vragenlijst ‘Geboden zorg en dienstverlening’ vraagt van ouders en verwanten om kritisch meedenken. Zij doen dat vanuit hun eigen verantwoordelijkheid voor zoon/dochter of broer/zus. De ouders en verwanten vormen de belangrijkste graadmeter voor de kwaliteit van zorg die PSW levert en daarom wordt er serieus naar hen geluisterd. Sjaak Bidlot heeft een flinke kluif aan het onderzoek. Meer dan duizend vragenlijsten zijn verstuurd. Voor iedere vorm van zorg zijn vragenlijsten ‘op maat’ samengesteld. Ouders/verwanten van cliënten die van verschillende vormen van zorg gebruik maken, hebben ook meerdere vragenlijsten gekregen. Sjaak Bidlot over de resultaten: ‘We hebben in totaal 70% van de verstuurde vragenlijsten retour gekregen. We krijgen van ouders en verwanten een gemiddeld waarderingscijfer van 7,9. Dat is een erg hoog cijfer, waar we vanzelfsprekend heel blij mee zijn. Als we dit resultaat afzetten tegen het vorige onderzoek, waarbij we gemiddeld een 7,3 scoorden, dan presteren we op dit moment een stuk beter dan drie jaar geleden.’
Groeien en veranderende inzichten Nadat een verbouwing en inrichting van het pand met de naam ‘Ons Zonnehuis’ aan de Hieronymusstraat 1 in Weert waren gerealiseerd, werd hier op 1 april 1968 het startsein gegeven voor een dagverblijf voor volwassen verstandelijk gehandicapten. ‘Ons Zonnehuis’ begon met 12 cliënten, in die tijd nog ‘pupillen’ genoemd. Al snel volgde uitbreiding met zes nieuwe cliënten. Er waren in de beginjaren twee leefgroepen, die in subgroepen werden onderverdeeld tijdens de verschillende activiteiten. Sfeer en gezelligheid waren in die eerste jaren de voornaamste uitgangspunten in de zorg en ondersteuning die aan de cliënten werden geboden. Keuzevrijheid Een gestage toename van het aantal cliënten en de uitbreiding van het activiteitenaanbod, zorgde in de daaropvolgende jaren voor ruimtegebrek. De villa aan de Hieronymusstraat werd verlaten en ingeruild
De juiste dingen goed doen Dergelijke resultaten zijn natuurlijk prachtig, maar wat houden deze beoordelingen nu precies in? ‘In de vragenlijst ‘Geboden zorg en dienstverlening’ hebben we aan ouders en verwanten gevraagd om aan te geven hoe tevreden zij zijn over bepaalde onderwerpen. Tevens hebben we hen gevraagd hoe belangrijk zij deze onderwerpen vinden. Uit alle antwoorden heb ik uiteindelijk de vijf aspecten gehaald die de ouders/verwanten het belangrijkst vinden en heb ik gekeken naar de waardering die zij hiervoor hebben. Hieruit kunnen we afleiden of we ook wel de juiste dingen goed doen. Want we zouden de plank misslaan als we vooral goed zouden scoren op aspecten die de ouders minder belangrijk vinden.’ Directe terugkoppeling Ook uit dit onderzoek blijkt dat PSW over het algemeen de juiste dingen goed doet, in de ogen van de ouders/verwanten. In de gevallen waarbij ouders/verwanten beoordelingen aangeven die ons zorgen baren, onderneemt Sjaak Bidlot direct actie. ‘Ik stuur, meestal nog dezelfde dag, een kopie
van de vragenlijst naar de betreffende teamleider en clustermanager. Dezen bespreken het probleem met de persoonlijk begeleider van de cliënt en met de ouders of verwanten. In overleg worden verbeteracties ingezet. En over het resultaat van deze verbeteracties wordt ook weer gecommuniceerd met de ouders. Maar ook bij de ouders die tevreden zijn, wordt de ingevulde vragenlijst tijdens de begeleidingsplanbespreking doorgenomen. Die terugkoppeling is eigenlijk het belangrijkste effect van het onderzoek!’ De kracht van het onderzoek schuilt verder in het concrete, praktische nut voor de hele organisatie. Uit het samenvattende rapport worden door alle leidinggevenden van PSW verbeterpunten gehaald. Bij de bestuurder en clustermanagers gaat het om verbeterpunten op het niveau van de clusters en de organisatie; bij de teamleiders en persoonlijk begeleiders om verbeteringen die gericht zijn op het team of op de cliënten. Maar voor iedereen is het een belangrijk instrument om de kwaliteit van zorg op peil te houden en waar mogelijk te verbeteren.’
voor een geheel nieuw dagverblijf. Op 1 juli 1978 werd ‘’t Zonnehuis’ (let op de kleine naamswijziging) feestelijk in gebruik genomen. Het cliëntenaantal bleef ook in de volgende jaren evenredig toenemen. In 1985 telde ’t Zonnehuis al 45 cliënten. In deze jaren werkte men met een vast activiteitenprogramma. Daarnaast werd ook ruimte vrijgemaakt voor projectmatige activiteiten die een aantal weken bestreken en waarin bepaalde thema’s, zoals verkeer, wonen of milieu, werden uitgediept. Ook startte men met projecten ‘buitenshuis’, die integratiebevorderend werkten, zoals bijvoorbeeld het huishoudelijk werk project. Door de cliënten een grotere mate van keuzevrijheid en vrijwilligheid te geven, werd hun individuele belangstelling en motivatie gestimuleerd en uitgebreid. Van ‘verblijven’ naar ‘actief deelnemen’ In de jaren negentig worden nieuwe tendensen steeds duidelijker: van DVO naar AC, oftewel van ‘verblijven’ naar ‘actief deelnemen’. De omslag van leefgroep naar activiteitengroep wordt in deze jaren definitief doorgezet. Een aantal activiteiten die in het kader van de arbeidsmatige dagbesteding wordt aangeboden, krijgt nu ook een
zakelijker karakter. Productie in de vorm van bijvoorbeeld licht industrieel werk dat een weg vindt naar de (zakelijke) consumentenmarkt, zorgt tevens voor toenemende integratie van de cliënten. Ook de opkomst van ‘begeleid werken’ biedt cliënten in toenemende mate mogelijkheden om een vrijwillige- of betaalde werkplek in de maatschappij te vinden. Uitgangspunt is dat de invulling van de dagbesteding altijd zoveel mogelijk wordt aangepast aan de individuele mogelijkheden en aan de wensen van de cliënt. Plannen In 1991 wordt de eerste oudercommissie ingesteld, een voorbeeld van groeiende inspraak en medezeggenschap binnen PSW. In 1993 vraagt de komst van een MCG (meervoudig complex gehandicapten) - groep van acht cliënten om een nieuwe uitbreiding. Na een verbouwing start ‘dependance Biest 24’. En de groeiende groep oudere cliënten vindt vanaf 1997 onderdak in de Soos voor Ouderen aan de Biemansstraat 18 in Weert. Als voorlopig laatste verandering in veertig jaar Zonnehuis kan de verhuizing van de activiteiten industrieel werk en drukkerij in 2007 naar de locatie Edisonlaan worden vermeld. En daarmee groeide ‘Ons Zonnehuis’, in 1968 gestart met 12 ‘pupillen’, in vier decennia uit tot ‘Dagbesteding Weert’ waar stichting PSW verspreid over vier locaties dagelijks aan 133 cliënten individuele zorg en ondersteuning op maat biedt. En de plannen voor de naaste toekomst worden binnenkort concreet. Op het voormalige WML-terrein start de bouw van een nieuwe locatie van PSW. Een voorziening die aan cliënten nieuwe dagbestedingsmogelijkheden gaat bieden. In de vaart der volkeren gaat Dagbesteding Weert zo op naar het gouden jubileum!
Festiviteiten Op verschillende momenten is afgelopen jaar in ’t Zonnehuis aandacht besteed aan het veertig jarig bestaan. In april is een feestelijke bijeenkomst georganiseerd waarbij vier jubilarissen, Christien Keyerts, Grietje Zentjens, Wim Verdonschot en Tecla Tielens in het zonnetje zijn gezet. Deze vier cliënten hebben vanaf de eerste dag ’t Zonnehuis bezocht. Daarna was er een bezoek aan de Efteling; een feestelijke barbecue; een prachtige toertocht in de regio Roermond in oude Volkswagen Kevers, aangeboden en georganiseerd door de Keverclub Roermond; en tot slot in oktober een groot jubileumfeest voor cliënten, ouders/verwanten en medewerkers.
22
Bouwprojecten
Stand van zaken Wo n e n Wonen Heythuysen • Nieuwbouw woonvoorziening in de Vlasstraat voor 21 cliënten (3 x 7) door WSR (Woning Stichting Roermond). Het wachten is op de bouwvergunning. Planning: start bouw: voorjaar 2009; oplevering: voorjaar 2010. • Nieuwbouw woonvoorziening aan de Magdalenastraat voor 21 cliënten (3 x 7) door WSR. Het huidige gebouw is ontruimd en de sloop is gestart. De bewoners zijn tijdelijk verhuisd naar het voormalige klooster Bethanië in Horn. Planning: start bouw: najaar 2008; oplevering: eind 2009 • PSW onderzoekt in Heythuysen momenteel de mogelijkheden voor een nieuw appartementencomplex voor geclusterd wonen (dat wil zeggen: individuele appartementen bij elkaar in hetzelfde gebouw gevestigd) in de plaats van de huidige locatie Luytersteegstraat. • PSW onderzoekt bovendien de mogelijkheid om op dezelfde locatie een nieuw trefcentrum te realiseren, in combinatie met dagbesteding voor met name senioren. Wonen Nederweert • Nieuwbouw woonvoorziening aan de Geenestraat 21 voor 28 cliënten (4 x 7) door Woningvereniging Nederweert. Het huidige gebouw is ontruimd en gesloopt. De bewoners zijn tijdelijk verhuisd naar het voormalige klooster Bethanië in Horn. Planning: start bouw: eind 2008; oplevering: eind 2009. Wonen Roermond • Nieuwbouw woonvoorziening 28 cliënten (4 x 7) aan de Spoorlaan Noord in Roermond door WSR. De bouw is gestart. Planning: oplevering: medio 2009.
• Nieuwbouw woonvoorziening Melick in eigen beheer. Planning: oplevering januari 2009. • Locatie Willem ll Singel 84 krijgt een bestemming voor cliënten van Ondersteund Wonen. Wonen Weert • Nieuwbouw woonvoorziening aan de Coenraad Abelstraat (hoofdlocatie) voor 28 cliënten (4 x 7) door WSR. Het huidige gebouw is ontruimd en sloop is gestart. De bewoners zijn tijdelijk verhuisd naar een voormalig schoolgebouw, gelegen aan de Kloosterstraat in Weert. Planning: start bouw: eind 2008; oplevering: eind 2009. • Nieuwbouw woonvoorziening “WML terrein” door WSR (nabij nieuwbouw Dagbesteding Weert) voor 28 cliënten (4 x 7). Planning: start bouw: eind 2008; oplevering: eind 2009. • Nieuwbouw 15 éénpersoonsappartementen (geclusterd wonen) en trefcentrum in de Looimolenstraat door Stichting Wonen Weert. De bouwvergunning is angevraagd. Planning: start bouw: voorjaar 2009; oplevering: begin 2010. Wonen Reuver Nieuwbouw voor in totaal 32 cliënten in het centrum van Reuver door Woongoed2-Duizend. Gepland zijn: 10 éénpersoonsappartementen (geclusterd wonen); een trefcentrum; 2 geschakelde woningen voor elk 7 personen met een matig verstandelijke handicap; 2 geschakelde woningen voor elk 4 personen met een ernstige verstandelijke handicap. Planning: start bouw: voorjaar 2009; oplevering: voorjaar 2010. Wonen PSW Junior PSW voert gesprekken met Gemeente Leudal over planontwikkeling
Dagbesteding Dagbesteding Weert • Nieuwbouw activiteitencentrum op WML terrein door WSR, nabij AC ’t Zonnehuis. Planning: start bouw: oktober 2008; oplevering: eind 2009. Dagbesteding Roermond • Aanbouw/verbouw Activiteitencentrum Pappelhof. Het wachten is op de bouwvergunning. Planning: start bouw: januari 2009; oplevering voorjaar 2009. Dagbesteding: groenvoorziening Genegenterhof • Nieuwbouw boerderijproject Genegenterhof in Grathem ten behoeve van huisvesting drie groenploegen en een tuinactiviteit. Planning: de bouw is intussen gestart; oplevering: januari 2009.
Dagbesteding Heythuysen PSW onderzoekt de mogelijkheid om in het centrum van Heythuysen, op dezelfde locatie als het nieuw te bouwen appartementencomplex, een nieuwe locatie voor dagbesteding voor met name senioren te realiseren, in combinatie met een trefcentrum. Dagbesteding Reuver PSW onderzoekt mogelijkheden voor dagbesteding in Reuver. PSW Junior: Kinderdienstencentrum PSW voert gesprekken met Gemeente Leudal over planontwikkeling.
23
24
25
Medewerker in beeld
Levensbeschouwing en ethiek
Kim Heijkers: hier kan ik mezelf zijn
Verankerd in het dagelijks handelen
PSW heeft ruim 600 betaalde medewerkers. Met elkaar zijn ze verantwoordelijk voor “typisch PSW”. Wie zijn die mensen? Wat doen ze? Welke band hebben ze met de kinderen en volwassen cliënten? En hoe ervaren ze hun baan? Dit nummer van PSW Info het verhaal van Kim Heijkers, begeleidster bij Kinderdagcentrum ‘t Brombemke in Sint Odiliënberg van PSW Junior. ‘t Brombemke biedt ontwikkelingsgerichte dagbesteding aan kinderen met een verstandelijke handicap. In totaal heeft het KDC 45 kinderen. De meesten van hen stromen rond hun vijfde jaar door naar het onderwijs; een klein gedeelte blijft in het KDC en stroomt op enig moment door naar KDC de Heisterkes in Haelen.
De afgelopen jaren had PSW een commissie ethiek in de vorm van een samenwerkingsverband tussen PSW en stichting Dichterbij. Deze commissie hield zich voornamelijk bezig met het bespreken van ethische vraagstukken. PSW besloot om het samenwerkingsverband te beëindigen en een eigen commissie in het leven te roepen die naast ethische ook levensbeschouwelijke vragen behandelt en die zich sterk op de praktische uitvoering richt. Uitgangspunt is vooral om de deskundigheid van medewerkers met betrekking tot het signaleren en beantwoorden van ethische vragen verder te ontwikkelen. De commissie is deze zomer gestart onder voorzitterschap van beleidsmedewerker Nel van Enckevort.
Kim Heijkers maakte kennis met PSW in 2002. Ze volgde de opleiding SPH (sociaal pedagogische hulpverlening) en ging in haar derde jaar stage lopen bij KDC de Heisterkes in Haelen. De samenwerking beviel goed en PSW bood haar een dienstverband van 24 uur aan als assistant-begeleider. Haar studie heeft ze daarna in deeltijd afgemaakt. Kim Heijkers: ‘Ik hoefde niet lang na te denken. Als ik eenmaal binnen ben, zit ik gebakken, dacht ik. Want dit was echt wat ik wilde.’ In de Heisterkes werkte Kim Heijkers in Oranje, een groep voor kinderen met een autisme spectrum stoornis. ‘Eigenlijk wilde ik werken met MCG-kinderen (meervoudig complex gehandicapt), maar ik wilde deze groep ook wel proberen. De eerste weken in Oranje vond ik best zwaar. Maar toch lag het werk me direct. Het was een leuk team en in de groep zaten kinderen die me erg aanspraken.’ Nadat ze haar opleiding had afgerond, stapte ze over naar KDC ‘t Brombemke. Daar kreeg ze een aanstelling als begeleidster. Ze werkte fulltime in de Bengels, een groep voor kinderen rond de tien jaar met gedragsproblematiek. ‘De groep was opnieuw opgestart. We begonnen met twee kinderen, maar dat werden er later meer. Het was een nieuw team en we gingen werken met DTT (Discrete Trial Teaching), een methodiek die speciaal bestemd is voor kinderen met een autisme spectrum stoornis. Samen met de andere teamleden kreeg ik daarin eerst een cursus. Daarna zijn we ermee gaan werken in de praktijk. Het was een intensieve en leerzame, maar vooral leuke tijd.’ Dit schooljaar is Kim Heijkers overgestapt naar de Regenboog, een groep voor MCG-kinderen. Het is een combinatiegroep. De kinderen hebben heel verschillende mogelijkheden. In de groep gaat gewerkt worden met de Vijfwijzer, een programma voor kinderen dat gericht is op onderwijs. ‘Ieder kind heeft recht op onderwijs. Dat leeft enorm in ‘t Brombemke. Daarom werkt hier een leerkracht van de Herman Broerenschool in Roermond (ZMLK-school voor zeer moeilijk lerende kinderen). Zij werkt in verschillende groepen en kijkt met ons mee naar wat onderwijs kan betekenen voor onze kinderen. Ook als kinderen niet of nog niet in een schoolomgeving kunnen functioneren, kunnen ze wel wat hebben aan een onderwijsachtige benadering. Daar blijven we met z’n allen steeds naar zoeken. We spreken ook wel van onderwijs in zorg.’ KDC ‘t Brombemke is een kleinschalige voorziening. De medewerkers kennen elkaar en de kinderen heel goed en de sfeer is gemoedelijk, volgens Kim Heijkers. ‘Ik kan hier mezelf zijn. Dat komt door
de onderlinge communicatie en de begeleiding. En het heeft denk ik ook te maken met de kleinschaligheid. Ik krijg hier de ruimte om ideeën te uiten en daar mee aan de slag te gaan. De teamleider en de orthopedagoog staan achter me; hebben vertrouwen in wat ik doe. Dat laten ze merken. Toen ik begon, was ik piepjong. Maar ik ben gegroeid in mijn werk. Er blijven altijd dingen die moeilijk zijn. De coachingsgesprekken helpen om naar mezelf te kijken. Steeds beter te leren hoe ik in mijn werk sta.’ Voor drie kinderen in de Regenboog is Kim Heijkers persoonlijk begeleider. Dat betekent dat ze voor deze kinderen het zorgproces coördineert, verantwoordelijk is voor het individueel begeleidingsplan en als eerste aanspreekpunt fungeert voor de ouders en andere hulpverleners rondom het kind. Maar ook met de andere kinderen in haar groep heeft ze een hechte band. ‘Vroeger nam ik wel eens problemen rondom de kinderen mee naar huis. Dat gebeurt trouwens nog wel eens, vooral als er problemen zijn in de thuissituatie van het kind. Maar daar kan ik meteen over praten met collega’s en met de teamleider. Eerder dan dat ik er thuis over zal praten. Hier weet iedereen waar je het over hebt. Dat is een fijn gevoel.’ Kim Heijkers is in verwachting van haar tweede kind. Toen de eerste werd geboren, is ze van fulltime werken teruggegaan naar drie dagen per week. Dat blijft ze ook na de geboorte van haar tweede kind doen. ‘Als ik hier ben, denk ik wel eens: ik zou best een dag extra willen werken. Maar als ik thuis ben, weet ik dat het zo goed is. Hier in ‘t Brombemke kan ik alles loslaten en het werk geeft me energie. Het is voor mij heel belangrijk. Maar ik wil ook graag thuis bij mijn eigen kinderen zijn. Het is voor mij een goede verhouding.’
Levensbeschouwing en ethiek; die termen klinken misschien beladen? En Praktijkgericht actieplan met name het woord ‘levensbeschouwing’ roept misschien als eerste een De nieuwe notitie vormt de opmaat voor een dertiental acties die vanaf relatie met religie op. Nel van Enckevort wil echter meteen benadrukken nu worden uitgewerkt. Acties die levensbeschouwing en ethiek beter tastdat er niets nieuws binnen PSW wordt geïntroduceerd. ‘Als je ‘de Taak’, baar gaan maken, zodat cliënten en medewerkers er hun voordeel mee onze mensvisie in een notendop, goed uitvoert, kom je vanzelf in het dage- kunnen doen. Nel van Enckevort licht enkele actiepunten toe. lijks handelen met cliënten uit bij ‘Als je ‘De Taak’ goed uitvoert, kom je vanzelf uit bij afwegingen afwegingen die met levensbeschouwing en ethiek te maken hebben. die met levensbeschouwing en ethiek te maken hebben.’ Het is een voor zichzelf sprekende beroepshouding waarvan alle medewerkers binnen PSW doordrongen zijn. Respectvolle bejegening vraagt ‘De commissie gaat de huidige handleiding bij het individuele begeleiimmers constant om inleving in de cliënt. Wat beleeft de cliënt? Voelt hij of dingsplan tegen het licht houden. Formuleringen moeten mogelijk worden aangepast en worden uitgebreid. Daarmee kunnen zowel begeleiders zij zich begrepen? Hoe gaat de cliënt om met z’n handicap?’ als ook gedragskundigen hun voordeel doen. Een verbeterde handleiding geeft hen meer houvast in de gesprekken met cliënten, ouders en teamleiders. Vanwege de gestaag groeiende groep senioren, verdient bijvoorbeeld een aspect als stervensbegeleiding de nodige aandacht en bijstelling. Verder gaan we de bestaande brochure ‘Wikken en wegen’ samen met begeleiders aanpassen. Ook hebben we de checklijst ‘omgaan met ethische vragen’ verder ontwikkeld en afgerond.’
Afwegingen en keuzes De nieuwe commissie leverde een nieuwe notitie ‘Levensbeschouwing en ethiek’ af. Naast ethiek werd ook het onderwerp levensbeschouwing opgenomen. Nel van Enckevort: ‘Levensbeschouwelijke aspecten hebben vooral te maken met vragen als: Wat zijn voor cliënten belangrijke waarden in het leven? Deze aspecten reiken veel verder dan het misschien voor de hand liggende godsdienstige aspect. Ethiek heeft vervolgens betrekking op vragen als: Wat is voor deze mens, hier en nu, het beste? Vragen die van levensbelang kunnen zijn, maar die evenzo betrekking kunnen hebben op alledaagse situaties. Levensbeschouwing en ethiek vragen van de begeleiders om afwegingen en keuzes te maken waarbij het welzijn en de eigenheid van de betreffende cliënt zoveel mogelijk moet worden onderkend en gerespecteerd. Dit samenspel tussen levensbeschouwing en ethiek hebben we in de notitie beschreven.’
Commissie als vraagbaak De commissie levensbeschouwing en ethiek bestaat naast Nel van Enckevort uit Jet Vinken,clustermanager, Cor Voermans, teamleider en Karin Wilms, geestelijk verzorger. De commissie gaat nog een begeleider als vijfde lid benoemen. Naast het schrijven van de nieuwe notitie, waarin vraagstukken opnieuw werden geordend, heeft de commissie vooral de taak om als vraagbaak te fungeren. ‘De commissie neemt op verzoek van teamleiders of gedragskundigen deel aan besprekingen van levensbeschouwelijke en ethische kwesties in de rol van begeleider/bewaker van het proces. Waar nodig of gewenst kan ook de hulp van externe professionals worden ingeroepen. Op verzoek van teamleider of gedragskundige geeft de commissie verder advies bij casussen uit de praktijk of bereid themabesprekingen voor en leidt deze besprekingen in teams, zo besluit Nel van Enckevort.
C o l u m n e n b ro c h u re In deze en de komende edities van PSW Info wordt een column geplaatst van Chiel Egberts, orthopedagoog bij collega-instelling Stichting Philadelphia Voorzieningen in de regio Utrecht, over herkenbare levensbeschouwelijke of ethische onderwerpen uit de praktijk. Verder wordt binnenkort de brochure “Levensbeschouwing en ethiek” uitgebracht. Deze is te bestellen via het Centraal Bureau.
26
27
door Chiel Egberts
Motto studiedag cliëntenraden
Zandkasteel
‘ L a a t j e h o re n , l a a t j e z i e n ’
“Meneer, laat ik het u duidelijk zeggen. Ik kom hier één keer om u duidelijk te maken wat ik wil. Ik wil dat mijn dochter niet meer met die vent omgaat en al helemaal niet met zijn ouders mee gaat. En ik zal blijven controleren dat uw medewerkers zich aan deze afspraken houden. Meer vraag ik niet van u”. Duidelijk was hij zeker, de vader van Madelon. En hij heeft zijn redenen om duidelijk te zijn. Als kleuter was Madelon lastig gevallen. Het was dat een toevallige passant ingegrepen heeft. Sindsdien is hij extra op zijn hoede. Iedereen valt op haar leuke koppie en haar spontaniteit. Maar iedereen overschat haar en ziet maar niet hoe kwetsbaar Madelon is voor misbruik. Maar hij ziet het wel, en neemt zijn maatregelen. Zolang Madelon thuis woont, lukt het hem om altijd te weten waar zijn dochter is en met wie ze om gaat. Geregeld bezoekt hij het dagbestedingproject waar Madelon werkt. En hij organiseert het zo dat hij als vrijwilliger werkt op de soos waar Madelon elke vrijdagavond naar toe gaat. Na lang aandringen van Madelon gaat ze in een eigen appartement wonen bij vrienden die ze van de soos kent. Elk weekend is ze bij haar ouders en een paar keer per week komt haar vader bij haar. De bespreking van het ondersteuningsplan loopt stroef. Anke, de persoonlijk begeleider van Madelon, doet haar uiterste best om wat meer vrijheid voor haar cliënt te bepleiten. Maar haar vader geeft geen centimeter toe. “Juffrouw, u bent naïef. U hebt geen idee hoe gevaarlijk de wereld voor mensen als Madelon is”. En nu is Jos in de groep van Madelon komen wonen. Het was verliefdheid op het eerste gezicht. Een typische Jip en Janneke relatie. Niemand zag daar kwaad in. Integendeel, hun begeleiders waren verbaasd over de positieve invloed die deze relatie op beiden had. Net als bij Madelon was ook in het geval van Jos zijn vader de bepalende factor. Maar wat een verschil! De vader van Jos juichte de relatie juist toe. Jos was hun enig kind en vader had zijn leven om Jos heen geweven. Hij vond Madelon een prima partij voor zijn zoon en organiseerde het liefst elk weekend een gezamenlijk uitje. Hij zag hoe beide kinderen daar van genoten. En zelf genoot hij ook. Samen met Anke heb ik diverse keren met haar vader gesproken. Beetje bij beetje ontvouwt zich een verhaal waarin onbegrip, boosheid en vooral eenzaamheid de grote thema’s zijn. Hoe anders dan het verhaal van de ouders van Jos! Het gedrag van die beide vaders brengt me op een beeldspraak. Ik stel me voor dat Madelon een zandkasteel is en Jos de zee. Beide ouders staan aan weerszijden van het zandkasteel. De ene probeert uit alle macht de vloed tegen te houden. Maar hij vecht een hopeloze strijd. De andere vader spoort de vloed juist aan. “Kom vloed, doe je werk. Verzwelg dit kasteel!” En het zandkasteel geeft zich meer en meer gewonnen. De vader van Madelon vindt het een mooi beeld en het klopt precies met zoals hij het ervaart. “Maar ik zal blijven vechten, ook al heeft het geen enkele zin”. “En als u er niet meer bent, niet meer kunt vechten?” “Dan heb ik gedaan wat ik kon”.
Op zaterdag 27 september werd de 3-jaarlijkse studiedag voor cliëntenraden gehouden. Het gebouw van Activiteitencentrum Herten en het Centraal Bureau werd die dag in beslag genomen door een zestigtal cliënten, begeleiders, ouders, vrijwilligers, stagiaires en coaches van de zeven cliëntenraden van PSW. Het thema voor deze studiedag was ‘Laat je horen, laat je zien’. Een thema dat de cliënten konden uitdiepen in twee van de in totaal vijf workshops die door de coaches van de verschillende cliëntenraden waren opgezet. Zo was er een workshop ‘Je mening geven’, of ‘Onderwerpen in de raad’ en ‘Contact met je achterban’. Naast de workshops in de ochtend en middag, was er nog een rollenspel door de coaches over diverse ‘goed/fout- situaties’ in raadsvergaderingen. Doel van deze dag was om de cliënten kennis en ervaring te laten opdoen die hen nog beter in staat zou stellen medezeggenschap uit te oefenen. Tijdens de workshops werden allerlei werkvormen gehanteerd die de cliënten uitnodigen om mee te doen en te ervaren. Daarnaast zorgt het leggen van contacten met cliënten uit andere raden voor de nodige inspiratie voor het raadswerk. Ouders en vrijwilligers verzorgden de ontvangst en de catering en stagiaires vanuit de woonvoorzieningen en de activiteitencentra zorgden voor extra menskracht in de begeleiding van de cliënten. Het was een warme en leerzame dag met een overvol programma.
Geen gemakkelijke driehoek. Geen driehoek met simpele oplossingen. Ook na diverse indringende gesprekken houden we het gevoel dat er familiegeheimen spelen, maar kunnen er de vinger niet opleggen. Madelon zelf voegt zich, geniet op haar manier van de extra aandacht die haar vader haar geeft in het weekend. De beide persoonlijk begeleiders hebben het lastig in deze dubbeldriehoek. De verleiding om ‘voor het belang van Madelon te gaan’ is groot. Ze weten zich gelukkig te beheersen. Anders zou Madelon binnen de kortste keren weer bij haar ouders thuis wonen. We hebben de relatie niet verboden. Ook de vader van Jos hebben we niet op diens gedrag aangesproken. Dat hebben we de vader van Madelon zelf laten doen. In het kantoor, met de locatiemanager als gespreksleidster. Dat werd een buitengewoon kort gesprek. Eigenlijk meer een mededeling. Ons laatste gesprek in inmiddels een jaar geleden. Er lijkt weinig veranderd. Anke gaat door met het verstevigen van de basis in deze driehoek. Hopelijk leidt dat ooit tot wat meer ruimte, tot wat meer geluk voor Madelon.
Tinie Kiesbrink en Wim van de Vorst, beide leden van een cliëntenraad, vertellen over de ervaringen die ze opdeden tijdens de studiedag.
Mijn eerste keer
Een leerzame dag Wim van de Vorst is vice-voorzitter van de cliëntenraad Dagbesteding Weert. Een nieuw gekozen raad die pas een paar maanden actief is. Wim werd lid van de raad, omdat cliëntenbelangen hem interesseren en omdat hij denkt dat zijn inbreng in de raad van meerwaarde kan zijn. ‘Van tevoren heb ik nogal lang moeten nadenken over welke workshops ik wilde volgen. Ik wilde geen workshop volgen waar ik al kennis over heb. Uiteindelijk heb ik de workshops ‘Voorzitten, hoe doe je dat?’ en ‘Contact met je achterban’ gevolgd. Tijdens de eerste workshop hebben we geleerd over zaken die andere cliëntenraden al gebruiken en waar wij nog geen weet van hadden. In de groepen zaten mensen van wonen en van de werkvloer. Daardoor konden wij van andere raden leren en zij misschien ook wel van ons. ’s Middags heb ik de workshop ‘Contact met de achterban’ gevolgd. Met picto’s van verschillende personen werd ons gevraagd wie er wel en wie niet bij de achterban horen. Aan wie moeten we onze zaken duidelijk
28
29
Verkooppunten PSW
maken? En ook…met welke middelen doen we dat? Zo kunnen we de cliënten bijvoorbeeld via de tafelkrant op de hoogte houden van wat er in de cliëntenraad is besproken. En met de achterbanformulieren kunnen de cliënten zaken doorgeven aan de cliëntenraad. Er waren ook nog rollenspelen die door de coaches werden gespeeld. Zij speelden allerlei situaties die in de raad kunnen gebeuren. Wij konden met groene- of rode duimen aangeven of een oplossing goed of fout was. Het ging om zaken als: de voorzitter wil het stil krijgen in de groep…hoe doet hij dat? Of, een paar leden zitten met hun GSM te spelen. Hoe krijg je ze weer bij de les? Ik heb veel gezien tijdens deze rollenspelen en daar ook veel van geleerd. Het was een leerzame dag, mijn eerste keer. Interessant om te horen hoe de andere cliëntenraden werken. Zo’n dag is natuurlijk bedoeld voor het werk in de cliëntenraad, maar zelf heb ik er ook iets aan.’
Op zoek naar een origineel ambachtelijk cadeau? Loop dan eens binnen bij een van de verkooppunten van PSW. In de winkelgedeeltes staan weer veel nieuwe, handgemaakte producten uitgestald: keramiekproducten, schilderijen, textielproducten, zeepjes, kaarsen. Ze zijn te koop tegen betaalbare prijzen. En als u even tijd heeft…loop dan gewoon door en neem een kijkje in het werkatelier waar onze cliënten druk doende zijn om de winkelvoorraad op peil te houden.
Tinie Kiesbrink
Goed gevoel bij deze dag
Wij verwelkomen u graag in de verkooppunten van een van onze ateliers!
Tinie Kiesbrink is penningmeester van de lokale cliëntenraad Wonen Heythuysen. Zij woont samen met haar man John. Tinie Kiesbrink werkt op detacheringbasis vanuit Westrom Roermond bij verpakkingsbedrijf Nepak in Swalmen. Een van haar taken als lid van de cliëntenraad is om als contactpersoon op te treden voor de mensen die in de zogenaamde ‘buitenprojecten’ wonen. Dit zijn de cliënten Ondersteund Wonen. Zij maakt sinds een jaar deel uit van de lokale raad. Tinie Kiesbrink geeft haar indrukken over de studiedag. ‘De dag was goed georganiseerd. Ik wist al veel dingen die werden besproken, maar ik denk dat ik daardoor andere mensen in de groepen nog wel iets heb kunnen leren. Ik heb gekozen voor de workshops over voorzitterschap en over de achterban. We hebben besproken wat het voorzitterschap inhoudt. Bij de workshop over de achterban werd er gepraat over welke mensen er bij de achterban horen.
Atelier Biest 24 Biest 24, 6001 AR Weert Tel. 0495 – 520441 Openingstijden maandag: 13.00 tot 16.00 uur dinsdag tot en met vrijdag: 09.00 – 16.00 uur
Verder heb ik aan een soort spel meegedaan met ‘ja/nee vragen’. Daarbij werden voorbeelden gegeven en je moest aangeven of ze wel of niet thuishoorden op de agenda van de cliëntenraad. Bijvoorbeeld; ‘Hoort een familieprobleem thuis in de cliëntenraad?’. Daarop was mijn antwoord natuurlijk ‘Nee’. Zelf heb ik best een goed gevoel overgehouden aan deze dag.’
Atelier Via Via Suikerdoossingel 59, 6051 HN Maasbracht Tel. 0475 – 461551 Openingstijden maandag tot en met vrijdag 09.00 – 12.30 uur en 13.30 – 16.00 uur Deze keer brengen we twee producten van Atelier Biest 24 in Weert onder uw aandacht. Het zijn wat ons betreft echte aanraders: • De TAS, gemaakt van theedoeken in verschillende kleuren. • Piramidekaarsen met waspentekening. Met een speciale waspen werden geheel eigen tekeningen op de kaarsen aangebracht.
Atelier no 37 Zwartbroekstraat 37, 6041 JL Roermond Tel. 0475 – 334318 Openingstijden Maandag tot en met vrijdag 09.00 – 16.00 uur
Schenking Maasveste Uit de zon en uit de drup De kinderwoonvoorziening van PSW in Horn heeft sinds deze zomer een prachtige overkapping in de tuin. De overkapping is geschonken door bouwbedrijf Maasveste in Sint Odiliënberg. Dit bedrijf heeft vorig jaar kerstmis geen kerstkaarten verstuurd. In plaats daarvan heeft Maasveste in de tuin van de kinderwoonvoorziening een zeer functionele én architectonisch speciale overkapping geplaatst. Het bouwwerk oogt “uit het lood”, maar biedt een stevige bescherming tegen zon in de zomer en regen bij kwakkelweer. Het team en de kinderen van de woonvoorziening zijn er erg blij mee en maken er veel gebruik van.
30
29
Pedagogische gezinsbegeleiding
Pedagogische gezinsbegeleiding zorgde voor begrip en structuur
Mensen op weg helpen om zelf verder te kunnen gaan
Rust teruggekeerd in gezin De zevenjarige Tycho Welten uit Weert heeft PDD-NOS en is qua intelligentie bijna hoogbegaafd. PDD-NOS is een vorm van autisme waarbij er een groot verschil bestaat tussen de verbale- en performale intelligentie. De diagnose werd gesteld na een lange zoektocht langs diverse instanties. Eindelijk vonden moeder Erika Janssen en stiefvader Jeffrey Janssen bevestiging en kon een gerichte begeleiding in het gezin starten. Pedagogisch gezinsbegeleider Inge Rijvers bracht in de afgelopen maanden rust en structuur terug in het zoekende gezin.
Pedagogische gezinsbegeleiding (PG) is een onderdeel van de Waaier, de ambulante afdeling van PSW. Het doel van pedagogische gezinsbegeleiding is om het vermogen van ouders te vergroten om problemen bij de opvoeding zelf op te kunnen lossen. PG is een vorm van kortdurende hulp. Het is de bedoeling dat ouders na de ondersteuning door de pedagogisch gezinsbegeleider de opvoeding zelf weer aankunnen. Vanuit de Waaier werken een tiental pedagogisch gezinsbegeleiders. Inge Rijvers is een van hen. Zij geeft een inkijk in de praktijk van alledag.
Pedagogische gezinsbegeleiding kan worden ingezet nadat ouders met hun hulpvraag hebben aangeklopt bij instanties als MEE, Bureau Jeugdzorg of rechtstreeks bij een van de maatschappelijk werkers van PSW. De vragen kunnen heel divers zijn, maar hebben steeds een gemeenschappelijk kenmerk. ‘Er lopen zaken niet lekker in de gezinssituatie. Er zijn problemen die direct verband houden met de aanwezigheid van een kind met een ontwikkelingsachterstand en/of autisme in het gezin. Ouders die bijvoorbeeld niet goed weten hoe om te gaan met het autisme van hun jonge kind of het puberende kind met een verstandelijke beperking vertoont gedrag waarmee de ouders niet goed uit de voeten kunnen’, zo legt Inge Rijvers uit. Observeren en werkplan opstellen Nadat de indicatie is afgegeven gaat de PG-er aan het werk. Er volgt een kennismakingsgesprek met de ouders in de thuissituatie en in samenspraak met hen worden enkele data gepland, waarop de pedagogisch gezinsbegeleider in het gezin komt om te observeren. Inge Rijvers: ‘Een gezin…ieder gezin, vormt als het ware een systeem waarin mensen op een bepaalde manier samenleven. Door op verschillende momenten in het gezin aanwezig te zijn, krijg ik een beeld van dit systeem en probeer op die manier de hulpvraag van de ouders verder te verduidelijken. Mijn observaties noteer ik daarna in een observatieverslag.’ Uit het observatieverslag volgt een werkplan waarin zo concreet mogelijk staat beschreven op welke manier de pedagogisch gezinsbegeleider de hulpvraag wil gaan aanpakken. Ook wordt de frequentie van de thuisbezoeken in dit plan afgesproken. Waar mogelijk en gewenst wordt er ook samengewerkt met het Kinderdagcentrum of de Thuiszorg om de voorgestelde aanpak te stroomlijnen. ‘Gaan we met video-opnames werken, omdat we bijvoorbeeld de communicatie tussen ouders en kind willen analyseren? Of gaan we zaken uit de dagelijkse praktijk aanpakken, zoals bijvoorbeeld zelfstandig eten en aankleden? Afhankelijk van de mate van de hulpvraag spreek ik samen met de ouders af hoe vaak en wanneer ik het gezin ga bezoeken. Het werkplan wordt gaandeweg soms bijgesteld, bijvoorbeeld als een doel al eerder dan verwacht wordt bereikt’, aldus Inge Rijvers. Samenwerken uitgangspunt Dan volgt een traject van een aantal maanden waarin de pedagogisch begeleider haar kennis in het gezin inbrengt. Inge Rijvers gaat zelf niet
actief met het kind aan de slag. Zij is meer een coach aan de zijlijn, die de ouders op weg helpt. ‘Je probeert bij de mensen aan te sluiten. Ik breng de kennis in om probleemvragen samen met de ouders op te lossen, maar de ouders kennen hun eigen kind uiteindelijk het beste. Samenwerken met de ouders is bij ons werk altijd het uitgangspunt. Wat kunnen en wat willen de ouders? Dat is voor die samenwerking altijd een belangrijk gegeven. Vaak gaat het erom dat ik de ouders inzicht kan geven in hun eigen functioneren en daardoor ook in het functioneren van hun kind. De ouders leren als het ware begrijpen waarom een kind met die bepaalde vorm van autisme of ontwikkelingsachterstand reageert zoals het reageert. Soms doe je iets voor… een manier van omgaan met het kind, zodat ouders een voorbeeld aangereikt krijgen. Wij helpen ouders om op enig moment zelf verder te kunnen met de opvoeding van hun kind. We bieden hen daarvoor een nieuwe structuur aan.’ Vangnet Het werk van de pedagogisch gezinsbegeleider is nooit saai. De begeleiders komen steeds weer nieuwe gezinssituaties tegen, waarin altijd weer nieuwe hulpvragen leven. Deze ‘solisten in het veld’ moeten zelf hun plan trekken, maar kunnen binnen PSW altijd rekenen op voldoende feedback. Inge Rijvers: ‘Eén keer per maand is er werkbegeleiding samen met een gedragskundige en een collega. Zaken waar je tegenaan loopt of die niet lekker lopen, worden in dit overleg besproken. Zo kan het in een enkel geval soms voor komen dat de klik tussen de ouders en de pedagogisch begeleider ontbreekt. Niets menselijks is ons en de ouders immers vreemd. In zo’n geval komt een andere collega in actie om de begeleiding over te nemen. In de wandelgangen of via de telefoon overleg je verder soms met collega’s. De teamleider is altijd op kantoor te bereiken. Enkele malen per jaar hebben we intervisie, waarbij we situaties uit de praktijk met elkaar kunnen bespreken. Er is dus altijd een vangnet aanwezig.’ Pedagogische gezinsbegeleiding is één van de zorgvormen van PSW Junior. Veel kinderen en ouders krijgen naast PG nog andere begeleiding, bijvoorbeeld gespecialiseerde thuiszorg, of het kind gaat door de week naar het kinderdagcentrum van PSW. Inge Rijvers: ‘We stemmen met elkaar af en werken waar gewenst samen. Er zijn binnen PSW voor ons voldoende overlegmogelijkheden om dat goed te doen.’
Een lange lijdensweg Erika Janssen over de moeizame eerste jaren: ‘Toen Tycho vijf maanden oud was, begon zijn sterke eigen wil op te vallen. Hij kon om niets huilen, zelfs panisch schreeuwen. Als hem, toen hij wat ouder was, iets niet lukte bij het spelen barstte hij snel uit in hysterische driftbuien. Eerst dacht ik aan ADHD.’ Na een lange zoektocht werd door het RIAGG de diagnose PPDNOS gesteld. Een hele opluchting voor de inmiddels aan zichzelf twijfelende ouders, want Tycho’s Welten’s moeilijke gedrag kreeg eindelijk een naam en het probleem werd onderkend. De ouders zochten daarna hulp via MEE, waar hen de keuze voor pedagogische gezinsbegeleiding werd voorgesteld. De ouders kozen voor PSW en enkele maanden later kon de gezinsbegeleiding starten. Observeren en bespreken ‘Autisme… wat moesten we ons daarbij voorstellen? De pedagogisch gezinsbegeleider gaf ons een DVD met uitleg over PPP-NOS en ook de basisschool gaf ons informatie via het boek ‘Geef me de vijf’, waarin staat uitgelegd hoe men de belevingswereld voor kinderen met autisme zo goed mogelijk kan structureren. Zo leerden we begrijpen hoe de denkwereld van iemand met deze vorm van autisme in elkaar steekt en waarom hij zo driftig kan reageren’, vertelt Erika Janssen. Jeffrey Janssen vult aan: ‘We wisten ons soms echt geen raad meer als Tycho weer eens buiten zinnen was. We hebben hem soms gewoon onder de douche gezet om letterlijk af te koelen.’ Wat bleek, Tycho vat verbaal taalgebruik heel letterlijk op. Zijn ouders waren gewend om in uitgebreide bewoordingen zaken aan hem uit te leggen, compleet met grapjes en woordspelingen. Het zorgde ervoor dat Tycho overspoeld werd met informatie die hij moeilijk kon plaatsen. Die hem onrustig maakte en tot razernij kon brengen. Daarnaast had Tycho moeite om gebeurtenissen in de tijd te orde-
nen. De activiteiten die in de loop van de dag plaatsvinden, moeten voor hem volgens een bepaalde structuur en stap voor stap verlopen, zodat hij overzicht en duidelijkheid behoudt. Allemaal nieuwe informatie die de pedagogisch gezinsbegeleider na observaties samen met de ouders besprak, waarbij aan hen ook mogelijkheden werden voorgesteld om anders met hun zoon om te gaan. De stapsgewijze aanpak heeft inmiddels vruchten afgeworpen. Erika Janssen somt enkele voorbeelden van die aanpak op: ‘We gebruiken nu een pictosysteem waardoor Tycho plaatje voor plaatje kan zien wat er die dag gaat gebeuren. Het visueel maken van de dagelijkse gebeurtenissen zorgt ervoor dat hij veel rustiger is geworden. Zo gebruiken we nu ook een time-timer, een klokje waarop je precies kan zien hoe de tijd verstrijkt. Als Tycho bijvoorbeeld op de computer wil spelen, moet hij stoppen zodra de tijd zichtbaar is verstreken. Een hulpmiddel dat we trouwens ook gebruiken bij de andere kinderen.’ Ook de manier van communiceren met Tycho veranderde drastisch. Jeffrey Janssen geeft een voorbeeld: ‘We spreken hem nu met korte zinnen aan, waarin we duidelijk onze instructie geven. Geen uitleg meer over het hoe en waarom, want die verbale stortvloed kan Tycho niet goed plaatsen. Door kort en duidelijk te zijn, bepalen we voor hem de grenzen die hijzelf niet goed kan stellen.’ Rust en gezelligheid Vanuit een gegroeid begrip voor het probleem kwamen de ouders met vaak eenvoudige ingrepen tot een nieuwe manier van omgaan met hun zoon. Ingrepen die het resultaat zijn van de spiegel die de pedagogisch gezinsbegeleider de ouders regelmatig voorhield. Erika en Jeffrey Janssen zijn vol lof over de geboden hulp. ‘Inge Rijvers verstaat haar vak. Ze volgt Tycho en ons in verschillende dagelijkse situaties en voert gesprekken met ons over wat ze heeft gezien tijdens de interacties. Ze reikt ons praktische mogelijkheden aan en kijkt bij een volgend bezoek ook met ons terug op de afspraken die we de keer daarvoor hebben gemaakt. Ze geeft ons antwoord op onze vragen en als het eens voorkomt dat ze niet direct een antwoord paraat heeft, pleegt ze overleg met een collega. Dankzij de begeleiding van Inge weten we nu hoe kinderen zoals Tycho de wereld ervaren en op welke manieren we structuur in zijn leven kunnen brengen. Nu we daar consequent naar handelen is de rust en de gezelligheid in huis weer teruggekeerd.’ ‘Ik ben anders’ Behalve zijn ouders leert Tycho Welten gaandeweg steeds meer over zijn eigen beperking. Erika Janssen haalde boekjes uit de bibliotheek die Tycho vertellen over autisme. ‘Hij zei laatst tegen zijn broertje: ‘Ik ben anders, ik ben autistisch.’ Erika Janssen zegt het met een glimlach die een moeder verraadt die, nadat het probleem van haar zoon eenmaal is geduid, weer kan genieten van haar gezin.
32
Pedagogische gezinsbegeleiding maakte gedrag zoon voor moeder beter hanteerbaar
Vrijwilligers
Goed op de rails gezet
‘ I k h e b n i e u w e k r a c h t g e k re g e n ’ Julius Lackner is vijf jaar. Hij heeft het syndroom van Down en een ontwikkelingsachterstand. Tweeënhalf jaar na de geboorte van Julius scheidde moeder Dominique Boesten en verliet haar woon- en werkomgeving in Oostenrijk. Terug in Nederland vormden moeder en zoon tijdens de eerste jaren een zeer hechte twee-eenheid. Het vaak moeilijk te plaatsen gedrag van Julius dreef moeder Dominique Boesten echter regelmatig tot wanhoop. Ze zocht en vond uiteindelijk hulp bij PSW. Inmiddels heeft Dominique Boesten een nieuwe relatie. Met haar partner, diens vier kinderen en zoon Julius woont ze nu in Weert. Julius bezoekt sinds anderhalf jaar Kinderdagcentrum ’t Brombemke in St. Odiliënberg. Julius is een kind dat nog niet kan praten, maar wel al veel begrijpt en gefrustreerd kan raken door zijn eigen onvermogen tot communiceren. Een kind dat vaak erg dwars kan zijn en regelmatig in driftbuien uitbarst. Dominique Boesten had veel gelezen en wist al veel over het syndroom van Down, maar voelde zich steeds minder bij machte om de opvoeding en omgang met haar zoon in goede banen te leiden. ‘Ik had soms momenten van pure wanhoop en kon de situatie dan niet meer aan. Dan ga je overwegen om hulp te zoeken bij experts die misschien tips en ideeën kunnen aandragen. Dat vragen om hulp zag ik eerst als een zwaktebod, maar op een bepaald moment nam ik toch de stap,’ vertelt Dominique Boesten. Ze kwam in contact met Kim Loonen, maatschappelijk werker van PSW. Over haar inzet is Dominique Boesten zeer te spreken: ‘Samengevat luidde mijn hulpvraag: ‘Hoe kunnen wij Julius thuis helpen zodat hij zich zo goed mogelijk, zo zelfstandig mogelijk ook, kan ontwikkelen?’ Kim Loonen ging met deze hulpvraag voortvarend aan de slag. Een hele klus, want er waren tot dat moment van Julius nog geen onderzoeks- of dossiergegevens verzameld. De maatschappelijk werker heeft alle zaken rond de aanvraag voor pedagogische gezinsbegeleiding echt perfect voor me geregeld.’ Sparringpartner Nadat de indicatie was afgegeven, startte de pedagogische gezinsbegeleiding (PG) in september 2007. Eén maal per week bezoekt pedagogisch gezinsbegeleider Corrie Heijnen het gezin. ‘Ik zie Corrie Heijnen als een soort van sparringpartner, als een vertrouwenspersoon ook. Als een expert waarmee je een persoonlijke band krijgt. Iemand die begrip toont en bij wie je niet in de verdediging hoeft te gaan. Iets dat regelmatig wel moet bij de buitenwacht, die veelal tijdens korte momenten dat ‘lieve, schattige jongetje’ meemaakt. Wekelijks samen praten en doelen stellen bij de opvoeding en de aanpak van Julius, dat motiveert enorm. Zelf kan ik heel spontaan, ad hoc en soms over de top aan de slag gaan met een detail, waardoor andere zaken kunnen versloffen. Corrie houdt me echter regelmatig een spiegel voor en leert me de weg van de geleidelijkheid te bewandelen’, aldus Dominique Boesten. Aanpak delen Een van de manieren om de samenwerking tussen moeder en zoon inzichtelijk te maken was het gebruik van video-opnamen. Dominique Boesten enthousiast: ‘Wat zie je dan véél! Daardoor
33
PSW is op vele plaatsen in Midden-Limburg actief. Daarbij is de inzet van de vele vrijwilligers, die zich met hart en ziel belangeloos inzetten, onontbeerlijk. Zij bieden een wezenlijke bijdrage aan het succesvolle verloop van alle activiteiten. In PSW Info ruimen we dan ook graag plaats in om hen aan het woord te laten. In deze editie zoomen we in op de vrijwilligersactiviteiten van Bert Vallen uit Roermond.
Op de rails gezet In zijn arbeidzame leven was Bert Vallen 38 jaar werkzaam als onderwijzer. Hij woont op een steenworp afstand van AC Pappelhof in Roermond en kwam zodoende elke dag langs de voorziening. ‘Ik zag en voelde dat er in dat gebouw een sfeer van warmte en veiligheid heerst. Ik bezocht soms een open dag en leerde de Pappelhof, de begeleiders en cliënten op die manier een beetje kennen. Nadat ik enkele jaren geleden stopte met werken, werd bij het vertrek van
krijg je echt inzicht in je eigen handelen en in het gedrag van Julius. Een voorbeeld: het eten thuis aan tafel verliep heel moeizaam. Julius gooide bijvoorbeeld met zijn bestek. Corrie Heijnen maakte opnames die we samen terugzagen en gaf een nuttige tip om dit ongewenste gedrag af te zwakken. Mijn reactie op zulk negatief gedrag is nu dat ik Julius met stoel en al wegdraai van de tafel. Het negatieve gedrag negeren. En genegeerd worden, dat vind hij niet leuk. De begeleiders van ’t Brombemke hanteren nu dezelfde aanpak. Naast het terugzien van situaties die problematisch verlopen, is het leuk om te zien dat er ook succeservaringen zijn en dat je in bepaalde situaties als moeder automatisch goed handelt.’ De door de pedagogisch gezinsbegeleider voorgestelde veranderingen reiken in sommige gevallen verder dan alleen moeder en zoon. Een van de veranderingen is in dit geval een gevolg van de observaties die ergotherapeut Jeanine Braat in het KDC deed. ‘Jeanine vermoedt een sensorisch integratieprobleem bij Julius. Hij kan overprikkeld raken en daar proberen we nu in de eetsituatie als we met z’n zevenen aan tafel zitten, rekening mee te houden. Dan doen we ons best om enkele regels te hanteren die voor ons allemaal gelden, zoals ‘niet opstaan onder het eten’ en ‘om de beurt praten’. Dat biedt rust en zorgt ervoor dat Julius niet zo snel uit balans raakt.’ Sterker mens Wat is voor Dominique Boesten tot nu toe het nut geweest van de pedagogische gezinsbegeleiding? ‘Door wekelijks met Corrie Heijnen te praten en doelen te stellen, ook al gaat het maar over hele kleine stapjes, heb ik nieuwe kracht en energie gekregen. Door de gesprekken met haar heb ik meer inzicht in het gedrag van Julius, waardoor ik op een betere manier naar hem kan reageren. Ik kan hem makkelijker uit z’n negatieve gedrag halen, door moeilijke situaties op een positieve manier aan te gaan. Zijn gedrag is voor mij nu veel hanteerbaarder geworden. Een professional als Corrie Heijnen drukt je met de neus op je eigen gedrag. Deze bewustwording heeft ervoor gezorgd dat ik zelf nu vaak een soort van toeschouwer ben bij mijn eigen handelen. Ik ben wat betreft mijn manier van omgaan met Julius meer in balans gekomen, ben een sterker mens geworden.’
een van de vrijwilligers aan mij gevraagd of ik als begeleider mee zou willen gaan tijdens de zwemactiviteit in zwembad de Roerdomp. Ik heb de stap genomen, enige schroom overwonnen en ben gewoon begonnen. En het is me vanaf het begin erg goed bevallen. Dat kwam mede door het feit dat je als vrijwilliger in het begin goed op de rails wordt gezet. Ik kreeg bijvoorbeeld veel hulp en feedback van begeleidster Dorien Dillmann. En dat vind ik heel prettig, want ik ben geen professional, maar probeer me wèl zo te gedragen’, vertelt Bert Vallen. Sterke kanten Die eerste kennismaking smaakte naar meer. Bert Vallen gaf aan ook op andere momenten actief te willen zijn en daar had PSW wel
oren naar. Naast de zwemactiviteit op maandag, volgden activiteiten op dinsdag en op woensdagavond. Bert Vallen: ‘Op dinsdagmorgen ga ik samen met Liesbeth Ververs en een aantal cliënten naar boerderij Asselterhof. Daar verrichten we voorkomende werkzaamheden, zoals het voeren van de koeien en we maken meestal een wandeling met de cliënten. De nadruk voor hen ligt bij deze activiteit vooral op de beleving. ‘ Op dinsdagavond runt Bert Vallen samen met vrijwilliger Xenia Feuler, stagiaire Rianne Driessen en Marga Rohmen of Nicole Leveau (begeleiders vanuit GJVW) actief bij de jongerenactiviteit tienerclub Coolhouse, die in het gebouw van Pappelhof plaatsvindt. ‘Het is leuk, maar ook pittig werk. Er komt nogal wat voorbereidingswerk kijken bij de tienerclub. We organiseren verschillende activiteiten die voorbereid moeten worden en waarvoor soms inkopen moeten worden gedaan.’ Bert Vallen’s hart ligt vooral bij de kook- of bakactiviteiten en het uitzetten van speurtochten. Als het om knutselen gaat, neemt hij liever niet het voortouw. ‘Knutselen is niet mijn sterkste kant, maar in dat geval kan ik altijd een beroep doen op mijn knutselkoningin Xenia Feuler. Zo heeft ieder van ons zijn sterke kanten en samen lukt het ons om de tienerclub, waaraan gemiddeld dertien cliënten deelnemen, tot een geslaagde avond te maken. Maar we zouden een extra vrijwilliger tijdens deze activiteit héél goed kunnen gebruiken’, aldus Bert Vallen. Een feest Na deze drukbezette dinsdag, volgt nog de begeleiding van de zwemactiviteit met cliënten uit de leefgroep die in het bad van Hornerheide gaan zwemmen. ‘Het was voor mij helemaal nieuw. Hoe doe je dat? Hoe begeleid je deze cliënten? Van vrijwilliger Jac Vullers heb ik wat dat betreft veel geleerd. Het is mooi om die weg als vrijwilliger te gaan en om nog steeds te blijven leren. Ik vind het elke keer weer een feest om als vrijwilliger op al die fronten binnen PSW mijn bijdrage te kunnen leveren.’
34
OPROEP PSW is voor het GJVW, de afdeling vrije tijd en vakantie op zoek naar:
35
Donatie F i e t s e n d e o n d e r n e m e r s We e r t
Enthousiaste vrijwilligers M/V ten behoeve van de Tienerclub Roermond voor tieners (13–20 jaar) met een verstandelijke handicap de Donderdagavondclub Roermond voor volwassenen met een verstandelijke handicap PSW organiseert verschillende wekelijkse clubavonden voor jongeren en volwassenen met een verstandelijke handicap, waaronder de Tienerclub en de Donderdagavondclub in Roermond. Belangrijkste doel daarbij is bijdragen aan plezier en gezelligheid voor de deelnemers. Tijdens de clubavonden worden verschillende activiteiten georganiseerd, zoals excursies, bakken, film kijken, bosspellen, karaoke en darten.
De clubavonden worden gedraaid door vrijwilligers. Zij worden waar nodig ondersteund door beroepskrachten. De taken van de vrijwilligers zijn voorbereiden van de wekelijkse clubavond begeleiden van de deelnemers aan de clubavond mede bijdragen aan een gezellige en veilige omgeving
De vrijwilligers die wij zoeken hebben affiniteit met tieners en volwassenen met een verstandelijke handicap kunnen vriendschappelijk en met respect omgaan met tieners en volwassenen met een verstandelijke handicap beleven plezier aan het opzetten en ondersteunen van activiteiten voor de deelnemers kunnen werken in teamverband zijn op de dinsdagavond / donderdagavond beschikbaar
Informatie/aanmelden Voor meer informatie over het werk als vrijwilliger kunt u terecht bij: Marga Rohmen, begeleidster GJVW, telefoon 06 22 38 75 44 Nicole Leveau, begeleidster GJVW, telefoon 06 51 78 39 86
Op zaterdag 30 augustus werd een delegatie van PSW, bestaande uit enkele cliënten van Wonen Weert en clustermanager Jet Vinken, door de Fietsende Ondernemers uit Weert verwelkomd bij de golfclub in Weert. Wonen Weert mocht namelijk een donatie in ontvangst nemen van de Fietsende Ondernemers (www.fietsendeondernemers.nl). Voor deze 26 leden tellende wielerclub uit het Land van Weert en Cranendonck vormde de locatie van de Golfclub het eindstation van de jaarlijkse sponsor wielertocht. Alle renners zijn tevens ondernemers die zich tijdens de jaarlijkse goede-doelen toertocht ‘Weert-Banneux-Weert’ individueel laten sponsoren. Iedere individueel afgelegde kilometer levert tijdens deze tocht een bepaald geldbedrag op. De Fietsende Ondernemers hebben zich tot doel
gesteld om verenigingen en instellingen in Weert te sponsoren. In het verleden kon ’t Zonnehuis al enkele malen rekenen op steun van de Wielerclub. WBC Weert had gevraagd om een donatie voor een grote breedbeeld TV die in het trefcentrum kan worden geplaatst. Een TV die vooral tijdens grotere evenementen waarbij heel veel cliënten aanwezig zijn (zoals voetbaltoernooien en het Songfestival) aan iedere bezoeker een goed zicht verschaft. Na de ontvangst van de koene fietsers op golfclub Weert mocht Jet Vinken samen met een aantal cliënten de cheque van € 1000,- in ontvangst nemen uit handen van de heer Wim Tax. Namens alle cliënten van Woonbegeleidingscentrum Weert…héél hartelijk bedankt!