Inburgering in Krimpen aan den IJssel 2007-2012 en vanaf 2013
Inhoudsopgave
1. Inleiding ...................................................................................................................... 3 2. De Wet Inburgering van 2007 tot 2013 ..................................................................... 4 2.1 De Wet Inburgering op hoofdlijnen ................................................................... 4 2.2 Organisatie van de uitvoering van de Wet inburgering van 2007 tot 2013 ...... 5 3. De wijzigingen in de wet inburgering per januari 2013 .......................................... 6 3.1 Eigen (financiële) verantwoordelijkheid van de inburgeraar staat centraal ...... 6 3.2 Faciliteren door de overheid met informatie en leningen; geen rol meer voor gemeenten in de nieuwe wet? .......................................................................... 6 3.3 Sanctie: intrekken van de verblijfsvergunning .................................................. 7 3.4 Overgangsrecht voor bepaalde groepen .......................................................... 7 4. Resultaten van de Wet Inburgering vanaf de invoering......................................... 8 4.1 Aantal aangeboden voorzieningen ................................................................... 8 4.2 Uitval ................................................................................................................. 8 4.3 Slagingspercentage van Krimpense Inburgeraars ligt hoog ............................. 9 4.4 Het BPI is leeg .................................................................................................. 9 4.5 Kosten 2007-2012 ............................................................................................ 9 5. De rol van de gemeenten onder de Wet Inburgering na 1 januari 2013 ............. 10 5.1 De formele taken van de gemeente na 1 januari 2013 .................................. 10 5.2 Maatschappelijke begeleiding van asielgerechtigden blijft een taak van de gemeente ........................................................................................................ 11 5.3 Prognose van werkzaamheden van de gemeente in het kader van het overgangsrecht ............................................................................................... 12 5.4 Aanpassing van de verordening ..................................................................... 12 5.5 Kosten vanaf 2013 .......................................................................................... 12 6. Samenvatting en conclusie ..................................................................................... 13 BIJLAGE I
Begrippenlijst ........................................................................................ 14
2
1. Inleiding De Wet Inburgering, het besluit inburgering en de regeling inburgering zijn gewijzigd per 1 januari 2013. In de gewijzigde Wet Inburgering zijn er geen formele taken meer weggelegd voor de gemeente. In het kader van het overgangsrecht zijn er echter nog wel taken die de gemeente dient uit te voeren. Deze notitie beoogt u te informeren over de resultaten van de Wet Inburgering tot en met 2012, de wijzigingen in de Wet Inburgering in 2013 en de consequenties daarvan. Deze notitie is in verschillende paragrafen ingedeeld. In paragraaf 2 wordt de Wet Inburgering zoals deze gold tot 1 januari 2013 uiteengezet evenals de organisatie van de uitvoering. In paragraaf 3 worden de wijzigingen in de Wet inburgering in kaart gebracht. Paragraaf 4 beschrijft de resultaten van de uitvoering van de Wet in de periode 2007 tot 2013 waarna in paragraaf 5 de consequenties voor de praktijk van de gemeente Krimpen aan den IJssel worden geschetst. Een samenvatting treft u aan in paragraaf 6.
Afdeling Samenleving april 2013
3
2. De Wet Inburgering van 2007 tot 2013 2.1 De Wet Inburgering op hoofdlijnen Nederland kent een inburgeringsbeleid sinds 1996. Bij aanvang betrof het regelingen voor inburgering op vrijwillige basis en vanaf 1998, na de invoering van de Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN), werd inburgering verplicht voor nieuwkomers. Van 1999 tot 2007 waren er ook een aantal regelingen voor de inburgering van oudkomers op vrijwillige basis van kracht. In de periode van 2003 tot 2007 is gediscussieerd over, en gewerkt aan, een nieuw inburgeringsstelsel dat voor zowel oud- als nieuwkomers zou moeten gaan gelden. Dit resulteerde in de Wet Inburgering die op 1 januari 2007 van kracht werd. Daarnaast werd een regeling vrijwillige inburgering ontworpen voor inburgeringsbehoeftigen die niet verplicht konden worden tot inburgering. Deze regeling is in 2009 ondergebracht in de Wet inburgering. De doelgroep van de Wet Inburgering De doelgroep van de WI betrof vreemdelingen (oudkomers én nieuwkomers) tussen de 16 en 65 jaar van buiten de EU, EER of Zwitserland die rechtmatig in Nederland verblijven voor een niet tijdelijk doel en minder dan 8 jaar van de leerplichtige leeftijd in Nederland hebben verbleven. Daarnaast werden geestelijk bedienaren met een tijdelijke verblijfvergunning aangewezen als doelgroep voor de Wet Inburgering. De Inburgeringsbehoeftigen werden in 2009 als doelgroep onder gebracht bij de Wet Inburgering. Eigen verantwoordelijkheid en resultaatsverplichting In de nieuwe Wet Inburgering stonden 2 begrippen centraal; de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeraar (ook in financiële zin) en de resultaatsverplichting. Bij invoering van de wet werd een grote groep inburgeraars zelf verantwoordelijk voor de voorbereiding op het examen, al dan niet door zelf een cursus in te kopen. Het examen diende binnen een bepaalde termijn, behaald te worden op taalniveau A2 voor nieuwkomers en een iets lager niveau voor oudkomers. Marktwerking Met de Wet Inburgering werd ook de marktwerking geïntroduceerd in de inkoop van de inburgeringstrajecten. Gemeenten dienden een Europese aanbestedingsprocedure te starten voor de inkoop van inburgeringsvoorzieningen. Wijzigingen in de periode 2007 - 2013 In de periode 2007 -2013 zijn relatief veel wijzigingen aangebracht in de wet, de regeling en het besluit inburgering. Hieronder de belangrijkste wijzigingen. Omdat het aantal inburgeraars achter bleef kregen gemeenten al snel de mogelijkheid om aan een grotere groep een aanbod te doen. Het uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeringsplichtige voor de inkoop van een cursus werd hiermee na de inwerkingtreding van het stelsel sterk beperkt. In beginsel konden drie soorten voorzieningen aangeboden worden.Tijdens de looptijd van de wet zijn daar 4 soorten aan toegevoegd. Bovendien zijn de 2 profielen voor het inburgeringsexamen: Opvoeding, Gezondheid en Onderwijs en Werk, tijdens de looptijd van de wet uitgebreid met Maatschappelijke Participatie en Ondernemerschap. In 2009 werd het wettelijk mogelijk om in plaats van een aanbodstelsel een vaststellingenstelsel te hanteren en koos de gemeente Krimpen aan den IJssel voor het vaststellingenstelsel omdat dit de administratieve lasten voor zowel inburgeraar als gemeente verminderde. Bij invoering van de wet werden de gemeenten bekostigd door het verstekken van voorschotten op basis van een prognose van het aantal aan te bieden inburgeringsvoorzieningen. In 2009 werd de bekostiging van de Wet Inburgering opgenomen in de Wet Participatiebudget en kreeg de gemeente een budget op basis van geleverde prestaties in het jaar t-2 en daarnaast een budget voor de kosten van de uitvoering.
4
2.2 Organisatie van de uitvoering van de Wet inburgering van 2007 tot 2013 De organisatie van de uitvoering van de Wet Inburgering lag van 2007-2013 met name bij de gemeenten en bij DUO (de voormalige IB groep).
Figuur 1 schema van de organisatie van de inburgering
DUO; informatiesystemen, leningen en vergoedingen DUO, de voormalige IBgroep, faciliteerde de gemeenten en de rijksoverheid door te voorzien in twee webbased informatiesystemen; het InformatieSysteem Inburgering (ISI) waarin de voortgang van inburgeraars en vrijwillige inburgeraars werd bijgehouden door de gemeenten en het Bestand Potentiële Inburgeringsplichtigen(BPI) waarin gemeenten een lijst konden inzien van mogelijk inburgeringsplichtige oudkomers. Beiden systemen waren gekoppeld aan de basisadministraties van de gemeenten, het registratiesysteem van de IND en de examenregisters. Verder had DUO de mogelijkheid om leningen te verstrekken aan inburgeraars die geen gebruik wilden of konden maken van een aanbod van de gemeente. Bij het behalen van het inburgeringsexamen verstrekte DUO een gemaximeerde vergoeding van de gemaakte kosten. De gemeente; informeren, handhaven en faciliteren Onder de werking van de WI werd de rol van de gemeente gezien als een spilfunctie. De inhoud van die functie omvatte een drietal kerntaken: Informeren van de doelgroep De gemeente diende de doelgroep te informeren over de inburgeringsplicht, de aanbieders van cursussen, de financiële faciliteiten en de rol van de gemeente. Identificeren, bewaken en handhaven De gemeente diende inburgeraars te identificeren, en te bewaken dat zij via een aanbod of zelfstandig toewerkten naar het behalen van het examen (handhaving). Indien een inburgeringsplichtige niet meewerkte aan een inburgeringsvoorziening kon de gemeente een bestuurlijke boete of een maatregel opleggen. De gemeente had tevens de mogelijkheid om personen die, op grond van lichamelijke, psychische of cognitieve belemmeringen, nooit aan de inburgeringsplicht zullen kunnen voldoen, te ontheffen van de inburgeringsplicht. Daartoe werd advies ingewonnen bij een, voor dat doel aangewezen, arts. Daarnaast kon de gemeente inburgeringsplichtigen vrijstellen van de inburgeringsplicht op grond van bepaalde, bij wet vastgelegde, diploma’s. Faciliteren De gemeente diende te faciliteren: de gemeente was verplicht een aanbod doen aan bepaald groepen inburgeraars (opvoeders, uitkeringsgerechtigden, oudkomers zonder inkomsten uit arbeid of uitkering, asielgerechtigden en geestelijk bedienaren).
De gemeente Krimpen aan den IJssel koos er voor de doelgroep waartoe zij verplicht was een aanbod te doen uit te breiden met de uitkeringsgerechtigde oud- en nieuwkomers en tevens gezinsvormers en vrijwillige inburgeraars (genaturaliseerden en EU burgers) mits deze laatste doelgroepen gemotiveerd waren om aan de slag te gaan. De gemeente Krimpen aan den IJssel heeft voor de inkoop van inburgeringsvoorzieningen een Europese aanbestedingsprocedure gevoerd en uiteindelijk gegund aan het Zadkine. Gedurende de afgelopen jaren is een intensief contact onderhouden inzake de plaatsing op, uitvoering en bewaking van de trajecten die bij het Zadkine zijn ingekocht Asielgerechtigden werden de eerste anderhalf jaar na hun vestiging in Krimpen aan den IJssel begeleid door een vrijwilliger met als doel ze meer bekend te maken met de (Krimpense) samenleving. In de “verordening Wet Inburgering 2007”, opgevolgd door de verordening “Wet inburgering 2009” waarin de keuze voor een vaststellingenstelsel werd gemaakt, heeft de gemeenten de basis van de eigen organisatie vastgelegd. 3. De wijzigingen in de wet inburgering per januari 2013 3.1 Eigen (financiële) verantwoordelijkheid van de inburgeraar staat centraal Met de wijzigingen in de Wet Inburgering per 1 januari 2013 beoogt het rijk de eigen verantwoordelijkheid van vreemdelingen voor de inburgering te versterken. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan het voornemen in het Regeerakkoord dat migranten en asielgerechtigden zelf zorg dragen voor hun inburgering in Nederland. Daarnaast sluit het aan bij de opvatting dat van iedere burger verwacht mag worden dat deze zelfredzaam is, deelneemt aan de samenleving en investeert in eigen kennis en vaardigheden. Inburgering, als eerste stap in het integratieproces en naar een zelfstandig bestaan, wordt als wezenlijke voorwaarde gezien om zelfstandig en actief deel te kunnen nemen aan de samenleving. Met de nadruk op de eigen verantwoordelijkheid van burgers wordt verder teruggegrepen op de Wet inburgering zoals deze oorspronkelijk bedoeld was (2007). Bovendien werd een wijziging van het inburgeringsstelsel noodzakelijk geacht in verband met de in de Rijksbegroting 2011 opgenomen bezuiniging op het inburgeringsbudget. 3.2 Faciliteren door de overheid met informatie en leningen; geen rol meer voor gemeenten in de nieuwe wet? De versterking van de eigen verantwoordelijkheid betekent niet dat de overheid zich geheel terugtrekt. De overheid blijft voorzien in faciliteiten die het mogelijk maken dat de inburgeraar zijn verantwoordelijkheid kan nemen en aan zijn plicht kan voldoen. Zo wordt gezorgd voor informatievoorziening via DUO, is het inburgeringsexamen zodanig herzien dat het toegankelijk en haalbaar is voor mensen die zich met minder of geen begeleiding willen voorbereiden en komen diegenen die over onvoldoende middelen beschikken om hun inburgering te bekostigen in aanmerking 1 voor een sociale lening . Ook wordt toegezien op voldoende aanbod van gekwalificeerde cursussen. De gemeenten hebben in het kader van de Wet Inburgering formeel geen rol meer in het proces van de inburgering; informeren, handhaven, sanctioneren en faciliteren is bij DUO belegd. Naast DUO heeft ook de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) een informerende rol. Echter vanuit de WMO en de uitvoering van de WWB heeft de gemeente wel degelijk belang bij, en taken in, de inburgering. Taal is een voorwaarde om te kunnen participeren in de samenleving. De gemeente dient minimaal de toegang tot de informatie ten aanzien van de rijksfaciliteiten voor inburgering te waarborgen. Vanuit de uitvoering van de WWB ligt er ook een opdracht én een financieel belang. Met name als het gaat om de inburgering van asielgerechtigden die in vrijwel alle gevallen in beginsel afhankelijk zijn van een bijstandsuitkering. Stagnatie in de inburgering van uitkeringsgerechtigden heeft direct invloed op de duur van de uitkering. Begeleiding en bewaking van de voortgang tijdens de inburgering van uitkeringsgerechtigde inburgeraars is derhalve essentieel. 1
Maximaal € 5.000 voor houders van een reguliere verblijfsvergunning, maximaal € 10.000 voor houders van een vergunning op asielgronden. Een draagkracht toets bepaalt de hoogte van het maandelijks terug te betalen bedrag, na 10 jaar wordt de restschuld kwijtgescholden.
6
DUO zal niet in staat zijn om in persoonlijk contact met de inburgeraar en vanaf het begin van een inburgeringstraject de voortgang te bewaken. Zij zullen pas aan het einde of na afloop van de termijn van drie jaar zien dat de inburgeraar het examen niet heeft afgelegd en dan sanctioneren. Dat is in het kader van de bijstandsverlening te laat. Het is van belang dat een inburgeraar direct na huisvesting in de gemeente start met een inburgeringsprogramma en op die wijze start met het traject op weg naar werk. 3.3 Sanctie: intrekken van de verblijfsvergunning Verder is uitvoering gegeven aan het in het Regeerakkoord opgenomen uitgangspunt dat het niet slagen voor het inburgeringsexamen, behoudens uitzonderingen, leidt tot intrekking van de reguliere verblijfsvergunning bepaalde tijd. Deze sanctie is niet van toepassing op asielgerechtigden. 3.4 Verandering van de doelgroep In de afgelopen jaren hebben gemeenten en het rijk er hard aangewerkt om alle oudkomers met een taalachterstand te bereiken en een aanbod te doen. Deze oudkomers waren opgenomen in het BPI. Dit BPI is landelijk inmiddels bijna leeg. Binnen de gemeente Krimpen aan den IJssel is het leeg. De gewijzigde Wet Inburgering is daarom nog slechts van toepassing op nieuwkomers. De inburgeringsplichtigen met een ingangsdatum van de vergunning van vóór 1 januari 2013 zijn daarmee oudkomers geworden en niet meer inburgeringsplichtig behoudens diegenen die onder het overgangsrecht vallen. De tabel hieronder brengt de wijzigingen in kaart.
Vóór 1 januari 2013
Ná 1 januari 2013
Tabel 1: wijzigingen Wet inburgering per 1 januari 2013 (bron: rijksoverheid.nl)
3.4 Overgangsrecht voor bepaalde groepen De gewijzigde Wet inburgering voorziet in een overgangsrecht voor de volgende groepen - personen die op het moment van inwerkingtreding van het wetsvoorstel al met een inburgeringsvoorziening zijn gestart; - personen die gehandhaafd werden vóór 1 januari 2013; - personen die gebruik maakten van een lening vóór 1 januari 2013 - voor asielgerechtigden die voor de inwerkingtreding van het wetsvoorstel hun status hebben gekregen; - voor geestelijke bedienaren die vóór 1 januari 2013 een verblijfsvergunning hebben gekregen. Deze personen blijven vallen onder de werking van de WI van vóór 1 januari 2013. De minister heeft bovendien in een brief aan de tweede kamer eind december 2012 toegezegd dat asielgerechtigden, die vanaf 1 januari 2013 hun verblijfsvergunning krijgen, recht hebben op een inburgeringsaanbod. Dit wordt gerealiseerd door de lening kwijt te schelden van personen met een verblijfsvergunning 'asiel bepaalde tijd', als deze personen binnen de inburgeringtermijn (3 jaar) aan de inburgeringsplicht hebben voldaan.
7
4. Resultaten van de Wet Inburgering vanaf de invoering 4.1 Aantal aangeboden voorzieningen De afgelopen jaren (vanaf 2007) hebben 147 inburgeraars een traject aangeboden gekregen. Dit betrof alle asielmigranten (zowel oud- als nieuwkomers), alle uitkeringsgerechtigden met een taalachterstand (oud- en nieuwkomers en inburgeringsbehoeftigen), alle geestelijk bedienaren en een aantal gezinsvormers met een Nederlandse partner.
Aantal vastgestelde* voorzieningen Waarvan verplichte inburgeraars Aantal geslaagden
2007*
2008
2009
2010
2011
2012
totaal
0
30
30
39
24
25
148
Als % v/h totale aanbod 100%
0
29
22
33
19
25
128
86%
nvt
27
24
32
13
5**
101
7
22
13
14
77
68% v/h totale aanbod 91% (als % van de examendeelnemers) nvt
4
8
5
4
34
nvt
4 1
3 4
2 4
1 2
12 11
8% nvt
0
0
3
0
3
nvt
6 2
4 8
3 2
1 1
14 16
9% nvt
Aantal handhavingen zonder 10 11 aanbod Alfabetiseringtrajecten als 7 6 voorbereiding op inburgeringsvoorziening Uitval 0 2 Ontheffingen op medische 0 0 gronden Ontheffingen op grond van 0 0 aantoonbare inspanning Verlengingen 0 0 Vrijstellingen 0 3 Tabel 2: Resultaten in Krimpen aan den IJssel * Gecombineerd/duaal en regulier inclusief pardon ** 22 (15%)voorzieningen lopen nog door in 2013
In bovenstaande tabel zijn de hoeveelheden aangeboden voorzieningen in 2007 en 2010 opvallend. In 2007 zijn geen voorzieningen aangeboden die aan te merken waren als een inburgeringsvoorziening zoals beschreven in de Wet Inburgering. De reden daarvoor was dat de Wet niet zonder slag of stoot tot stand kwam. De wet werd, na veel aanpassingen, eind december 2006 aangenomen. 2007 werd aangemerkt als een overgangsjaar waarin de gemeenten een verordening dienden op te stellen en een Europese aanbestedingsprocedure startten. Dit proces werd bemoeilijkt doordat er ook na de invoering nog een groot aantal aanpassingen werden doorgevoerd in Wet, Besluit en Regelingen. In Krimpen zijn er in 2007 daarom geen formele voorzieningen onder de nieuwe Wet Inburgering vastgesteld; voor zoveel mogelijk inburgeraars werd nog een voorziening vastgesteld onder de voorloper van de wet inburgering; de Wet Inburgering Nieuwkomers. Voor 10 nieuwe inburgeraars werd eerst een traject ingekocht bij Promen waar zij, naast werkervaring ook taalervaring opdeden, indien mogelijk in combinatie met een alfabetiseringstraject bekostigd uit de Wet Educatie- en Beroepsonderwijs (WEB). Pas na de Europese aanbesteding zijn er in 2008 de eerste trajecten onder de Wet Inburgering aangeboden waarbij ook aanbod aan de oudkomers werd gedaan. Ook de cijfers in 2010 vallen op, in positieve zin. Nadat geconstateerd werd dat landelijk het aantal aangeboden inburgeringstrajecten achterbleef, heeft het rijk in 2010 extra moeite gedaan om gemeenten te stimuleren om zo veel mogelijk inburgeraars een traject aan te bieden. Gemeenten kregen een bonus in het vooruitzicht gesteld indien zij extra voorzieningen aanboden. Ook de gemeente Krimpen aan den IJssel heeft voldaan aan het gestelde aantal aan te bieden inburgeringsvoorzieningen om een bonus toegekend te krijgen. E.e.a. had wel als gevolg dat de vraag naar voorzieningen in 2011 terugliep omdat een aantal oudkomers vervroegd een aanbod werd gedaan. 4.2 Uitval In de totale periode 2007-2012 is er een uitval percentage van 8% berekend. Landelijk zijn er op dit moment geen cijfers bekend over uitval. Bij de voorloper van de Wet Inburgering, de Wet Inburgering Nieuwkomers was er sprake van een landelijk percentage van 15 tot 20% uitval. Bij de bekostiging van de Wet Inburgering werd door het rijk rekening gehouden met een uitval percentage van 10%.
De redenen voor de uitval zijn opgenomen in onderstaande tabel. Redenen uitval Verhuizing Overlijden Zelf organiseren Emigratie Motivatie Overig Totaal uitval 2007-2013 Tabel 3: oorzaken uitval
aantal 6 1 1 1 1 2 12
% 4% 0,7 % 0,7 % 0,7 % 0,7 % 1,4 % 8%
4.3 Slagingspercentage van Krimpense Inburgeraars ligt hoog Tot nu toe zijn 68% van de inburgeraars die een aanbod hebben gekregen van de gemeente geslaagd. 22 inburgeraars zijn nog bezig met de cursus. Als het slagingspercentage berekend wordt over het aantal personen dat deelgenomen heeft aan het examen (waarbij het aantal lopende voorzieningen, de uitval en de ontheffingen op grond van aantoonbare inspanning afgetrokken worden van het totale aanbod) is het slagingspercentage 91%. Dat ligt ruim boven het landelijk gemiddelde zoals hieronder te zien is in de laatste cijfers van het ministerie. Dit landelijke percentage wordt als percentage van het aantal deelnemers aan het examen. Landelijk slagingspercentage Landelijk slagingspercentage 2010 2011 72% 69% Tabel 4: landelijke slagingspercentages 2010, 2011 en 2012
Landelijk slagingspercentage 2012, t/m september 67%
Het relatief hoge slagingspercentage in Krimpen aan den IJssel heeft mogelijk te maken met de trajectbegeleiding (niet wettelijk verplicht) gedurende de cursus van zowel het Zadkine als de gemeente en het gegeven dat aan inburgeraars waarbij de inschatting was dat zij, buiten hun schuld, het examen niet zouden behalen een verlenging van de inburgeringsvoorziening is aangeboden 4.4 Het BPI is leeg Het rijk heeft aangedrongen op het leegmaken van het bestand potentieel inburgeringsplichtigen (BPI). In dit bestand zijn bij invoering van de wet de gegevens opgenomen van mogelijk inburgeringsplichtige oudkomers. De gemeenten hadden tot taak te beoordelen of de personen in dit bestand inderdaad inburgeringsplichtig waren op grond van hun verblijfsvergunning en of zij al voldeden aan het in de wet geëiste (taal)niveau. Bij invoering van de wet bevatte het bestand namen van circa 100 personen woonachtig in de gemeente Krimpen aan den IJssel. Het bestand is nu leeg wat betekent dat er op dit moment geen Oudkomers meer zijn die niet in beeld zijn; alle oudkomers zijn opgeroepen, en van allen is bepaald of een inburgeringsvoorziening noodzakelijk en mogelijk was. Uit het voorgaande kan de conclusie getrokken worden dat de gemeente Krimpen aan den IJssel de mogelijkheden van de Wet Inburgering in de periode 2007-2013 goed heeft benut; alle oud- en nieuwkomers zijn benaderd, het slagingspercentage is hoog en de uitval is laag. De kosten zijn ruim binnen het budget gebleven. 4.5 Kosten 2007-2012 De gemeente ontving bij invoering van de WI tot 2009 een gezamenlijke rijksbijdrage voor de uitvoering van de Wet Inburgering en de Regeling vrijwillige inburgering 2007. Het budget bestond uit drie componenten: een klein vast budget voor de informerende taak, een klein variabel budget voor de handhavende taak en een prestatieafhankelijk budget (voorschot) voor de inkoop van voorzieningen. Het prestatieafhankelijke budget is in 2012 afgerekend aan de hand van het totaal aantal gestarte, en binnen de termijn met een examen beëindigde, inburgeringsvoorzieningen. In 2009 werd het budget onderdeel van het budget Wet Participatiebudget waar ook de middelen voor reïntegratie en educatie deel van uitmaken. Er was geen sprake meer van drie componenten en bevoorschotting maar van een t-2 systematiek waarbij het budget in enig jaar (t) werd vastgesteld op grond van geleverde prestaties in het jaar t-2.
9
De uitvoering heeft, zoals afgesproken bij de start, binnen de bestaande budgetten plaatsgevonden. inkomsten
2007
€ 204.055
Inkomsten eigen bijdrage? --
kosten
Terug betaald
€ 20.406
€ 98.860
2008
€ 275.325
€ 6.480
€ 95.613
2009 2010 2011
€ 223.846 € 239.504 € 204.719*
€ 9.450 € 9.450 € 7.560
€ 96.697 € 277.486 € 136.182
2012
€ 124.212
€ 5.130
€ 120.699
Totaal € 1.066.942 € 38.070 € 760.288 Tabel 5: kosten inburgering 2007-2012 *daarnaast heeft de gemeente een bonus ontvangen over 2011 € 34.000 i.v.m. gerealiseerd extra aanbod. Deze was vrij besteedbaar en is toegevoegd aan algemene middelen
In de tabel is te zien dat de gemeente geld overhield aan de uitvoering van de inburgering. Deze gelden zijn vanaf 2009 ingezet ten behoeve van reïntegratie en participatie in het kader van de Wet Participatiebudget. Gezien de resultaten is er geen sprake van een onderbenutting van de budgetten maar slechts een onderbesteding. Naast de kosten voor de trajecten ontving de gemeente een budget voor de uitvoeringskosten in het gemeentefonds. Vanaf 2014 ontvangt de gemeente geen budget meer voor de uitvoeringskosten. Uitvoeringskosten gestort via gemeentefonds 2010 2011 2012 € 56.022 € 51.713 € 44.999
2013 € 29.441
2014 e.v. €0
5. De rol van de gemeenten onder de Wet Inburgering na 1 januari 2013 5.1 De formele taken van de gemeente na 1 januari 2013 In paragraaf 3.2 en 3.4 zijn de taken van de gemeente reeds besproken. In het kader van dit overgangsrecht heeft de gemeente nog een belangrijke taak in: -
-
-
-
De handhaving van inburgeraars die voor 1 januari 2013 inburgeringsplichtig werden, gehandhaafd werden door de gemeente én nog niet hebben voldaan aan hun inburgeringsplicht. Doorlopende trajecten: inburgeraars die vóór 1 januari 2013 gestart zijn met een inburgeringsvoorziening en deze nog niet afgerond hebben; zij mogen deze continueren in 2013 en verder. Beperkt aanbod aan asielgerechtigden evenals vrijstellingen en ontheffingen: de gemeente is verplicht een aanbod te doen aan asielgerechtigden die voor 1 januari 2013 hun verblijfsvergunning hebben gekregen, ook als zij na 1 januari 2013 in de gemeente geplaatst worden vanuit de opvang voor asielzoekers. Maatschappelijke begeleiding: de gemeente dient de maatschappelijke begeleiding van asielgerechtigden te organiseren.
Voor handhavingstaken van de nieuwe doelgroep, inburgeringsplichtigen met ontvangen verblijfsbeschikking IND op of na 1 januari 2013, moet de gemeente doorverwijzen naar DUO. DUO stelt voor deze groep de inburgeringsplicht, vrijstellingen, ontheffingen, boetes en verlengingen handhavingstermijn vast. Daarnaast kunnen nieuwe inburgeringsplichtigen een lening aanvragen. Een lening kan ook aangevraagd worden door vreemdelingen uit de Europese Unie en Turkije. Alle andere groepen die vrijwillig de Nederlandse taal willen leren (bijvoorbeeld EU-arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa, Turken of oudkomers met een Nederlands paspoort) kan de gemeente een taaltraject laten volgen op educatiemiddelen. Dit budget is echter sterk gereduceerd en wordt ook gebruikt voor de aanpak van laaggeletterdheid onder autochtone Nederlanders. In het nieuwe stelsel zijn gemeenten formeel niet langer verantwoordelijk voor inburgeraars. Maar inburgeraars wonen wel in de gemeente en zullen een beroep doen op andere voorzieningen en wettelijke regelingen waar gemeenten wél verantwoordelijk voor zijn.
Indien het een inburgeraar niet lukt om binnen een redelijke termijn te slagen voor het inburgeringsexamen brengt dat kosten mee voor de gemeente. Voor asielgerechtigde inburgeraars betekent dat stagnatie in het proces naar werk en dus een langere periode waarin een uitkering verstrekt dient te worden. Hoewel de gemeente strikt genomen geen informerende rol meer heeft is er dus een groot belang om er voor te zorgen dat inburgeraars een goede toegang tot informatie hebben. Bovendien is de gemeente voor veel inwoners de instantie waar zij als eerste een vraag neerleggen, ook als het om inburgering gaat. Deze informerende taak zal waarschijnlijk belegd moeten worden bij het klantencontactcentrum ondersteunend aan informatie op de gemeentelijke website. 5.2 Maatschappelijke begeleiding van asielgerechtigden blijft een taak van de gemeente De maatschappelijke begeleiding van asielgerechtigden betekent dat asielgerechtigden na huisvesting bijgestaan worden bij het vinden van hun weg in de Nederlandse samenleving. Dit blijft een wettelijk verplichte taak van de gemeente. Zij zal daarvoor in 2013 per volwassen asielgerechtigde nieuwkomer - die niet valt onder het overgangsrecht- € 2.000 kunnen declareren bij het COA (Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers). Vanaf 2014 kan maximaal € 1.000 gedeclareerd worden. In de afgelopen jaren werden asielgerechtigde inburgeraars gedurende anderhalf jaar begeleid door een groep vrijwilligers onder de coördinatie van de gemeente. De vrijwilligers bieden begeleiding in zaken rondom de vestiging zoals het afsluiten van het huurcontract, het regelen van water, gas en elektra in de woning, de aanvraag van een uitkering en leenbijstand, het inrichten van een woning met een beperkt budget en het afsluiten van verzekeringen. Daarnaast zijn zij behulpzaam bij het inschrijven van kinderen op scholen, het vinden van een tandarts en huisarts en het invullen van formulieren. Een aantal vrijwilligers biedt huiswerkbegeleiding ondersteunend aan het inburgeringstraject. De afgelopen jaren werd de begeleiding van de asielgerechtigden zwaarder. De volgende zaken speelden daarin mee: Asielgerechtigden verbleven korter in de opvang van het COA en hadden daarmee minder kennis van de Nederlandse samenleving op het moment van plaatsing; De afgelopen jaren werden relatief veel analfabete nieuwkomers geplaatst binnen de gemeente. Deze hebben meer ondersteuning nodig en het duurt langer voordat zij een basisniveau op het gebied van taalkennis bereiken; De culturele afstand tot Nederland van de geplaatste groepen was relatief groot waardoor het langer duurt voordat zij enigszins wegwijs zijn in de Nederlandse samenleving. De druk om binnen de termijn een inburgeringsexamen te behalen is de afgelopen jaren flink toegenomen. De begeleiding van het inburgeringsproces lag tot nu toe in handen van de taalaanbieder en de klantmanager inburgering waarbij de klantmanager inburgering het taaltraject organiseerde. Die taak is overgedragen aan de inburgeraar. Vanaf 2013 worden inburgeraars, en dus ook asielgerechtigde inburgeraars, zélf verantwoordelijk worden voor hun inburgering. Zij dienen dus een lening aan te vragen bij DUO indien zij niet over voldoende middelen beschikken. Vervolgens moeten zij offertes aanvragen bij taalaanbieders en daarin en keuze maken die bij hun past. Dat is geen sinecure voor de asielgerechtigde inburgeraars die over het algemeen niemand in hun directe netwerk hebben die Nederlands spreekt. Het staat buiten kijf dat de asielgerechtigde hierin ondersteuning nodig heeft. De gemeente heeft belang bij een snelle inburgering van deze groep. Niet alleen doordat taal een eerste voorwaarde is voor participatie maar ook omdat deze groep asielgerechtigde inburgeraars bijna zonder uitzondering een uitkering ontvangt. De gemeente heeft daardoor ook een financieel belang bij een snelle inburgering. De benodigde begeleiding is intensief en zal niet opgenomen kunnen worden door de klantmanagers inkomen van de gemeentelijke sociale dienst. Het ligt dan voor de hand om deze begeleiding bij het inburgeringproces te incorporeren in de maatschappelijke begeleiding. Die wordt daarmee nog zwaarder. Door het, op termijn, verdwijnen van de functie van klantmanager inburgering zal bovendien de kennis over inburgering en asielprocedures bij de gemeente verdwijnen en zal de gemeente geen vraagbaakfunctie meer kunnen hebben voor de begeleiders van de asielgerechtigden. Dat betekent geen extra verzwaring van de maatschappelijke begeleiding maar wel dat deze vraagbaakfunctie opgenomen moet worden in de nieuwe vorm die de maatschappelijke begeleiding moet krijgen.
11
De afdeling Samenleving onderzoekt momenteel de mogelijkheden om de maatschappelijke begeleiding vorm te geven en te versterken. Daarover wordt separaat geadviseerd aan het college. 5.3 Prognose van werkzaamheden van de gemeente in het kader van het overgangsrecht Op basis van de taken van de gemeente in het kader van het overgangsrecht zijn in de volgende tabellen cijfers opgenomen ten aanzien van de aantallen voorzieningen en handhavingen in de komende jaren. Voor een gedeelte berusten de cijfers op inschattingen; het aantal trajecten dat in 2013 aan asielgerechtigden, met een verblijfsvergunning van vóór 2013, moet worden aangeboden is niet bekend noch het aantal verhuizers met een handhaving uit een andere gemeente. In theorie kunnen de werkzaamheden zelfs doorlopen tot de laatste inburgeraar 65 jaar oud is als deze weigert mee te werken aan zijn inburgeringsvoorziening.
Doorlopende voorzieningen uit 2012 27 Aantal nieuw te starten voorzieningen in 2013 3* Aanbod verhuizers vanaf 2013 2* Totaal voorzieningen 32 Aantal lopende handhavingen 29 Handhavingen verhuizers 5* Tabel 6: Prognose werkzaamheden vanaf 1 januari 2013 *betreft een inschatting op basis van de cijfers van de afgelopen jaren 2013 Aantal lopende voorzieningen 32 Aantal lopende handhavingen 34 Tabel 7: het aantal lopende voorzieningen per jaar
2014 15 30
Te beëindigen in 2013 2014 2015 17 3 7 1 1 1 1 17 5 9 4 15 4 1* 3*
2015 10 14
2016 1 1 5 1*
2016 2 7
Bovenstaande aantallen betekenen dat gedurende het eerste half jaar van 2013 de uitvoering van de inburgering bijna even veel tijd vergt als in de voorgaande jaren. De tweede helft van 2013 gaat dit afnemen tot een minimale werklast in 2016. Het is mogelijk dat een enkele inburgeraar door onvoorzien omstandigheden ook in 2017 nog bezig is met een inburgeringstraject. Dat betekent dan ook dat de afdeling Samenleving de taken anders gaat verdelen. 5.4 Aanpassing van de verordening De Gemeente Krimpen aan den IJssel kent een verordening Wet inburgering die gebaseerd is op het zogenaamde vaststellingsstelsel. Artikel 19A Wet inburgering is daarvoor de wettelijke basis. Het artikel 19A van de Wet inburgering is vervallen. De gemeenteraad zal om deze reden nieuwe regels moeten stellen, dit keer op grond van artikel 19 lid 5 Wet inburgering. De oude verordening blijft gelden voor lopende voorzieningen. 5.5 Kosten vanaf 2013 Gemeenten ontvangen alleen in 2013 nog financiering op grond van de Wet participatiebudget voor de taken voortvloeiend uit het overgangsrecht. De gemeente Krimpen aan den IJssel heeft daarvoor in 2013 €72.212 aan inburgeringsmiddelen in het participatiebudget ontvangen. Kosten 2013 €75.000 Tabel 8: verwachte kosten 2013 e.v.
Kosten 2014 € 25.000
Kosten 2015 € 13.000
Kosten 2016 € 1.000
Gemeenten worden geacht een deel van het participatiebudget van 2013 te reserveren voor uitgaven met betrekking tot de inburgering in 2014 en verder. Het is niet de bedoeling dat een inburgeringsvoorziening voor de inburgeringsplichtigen als hierboven bedoeld wordt bekostigd met de educatiemiddelen uit het participatiebudget. De opleidingen educatie als bedoeld in artikel 7.3.1 lid 1 onderdelen c tot en met e WEB, waaronder de opleidingen Nederlands als tweede taal, gericht op alfabetisering staan namelijk niet open voor de inburgeringsplichtige, ook niet als die inburgeringsplichtige valt onder de doelgroep van het overgangsrecht.
12
6. Samenvatting en conclusie De Wet inburgering die in 2007 van kracht werd is gewijzigd per 1 januari 2013. Gemeenten hebben tot 2013 een intensieve rol gehad in het kader van deze wet. De Wet had, mede door alle wijzigingen, een complexe structuur. Succesvolle uitvoering van de Wet Inburgering tot 2013 De uitvoering van de wet in Krimpen aan den IJssel is succesvol te noemen: - er is sprake van een relatief lage uitval - het slagingspercentage van 91% ligt ruim boven het landelijk gemiddelde - alle oud- en nieuwkomers zijn bereikt - de uitvoering heeft binnen de beschikbare budgetten plaatsgevonden Onder de gewijzigde Wet inburgering heeft de gemeente geen formele rol meer, deze wordt overgenomen door DUO. In het kader van het overgangsrecht blijft de gemeente nog taken behouden met betrekking tot het aanbod en begeleiding van inburgeringsvoorzieningen. Deze taken nemen al in 2013 af in intensiteit en zullen naar verwachting stoppen in 2017. Inburgeraars dienen door verwezen te worden naar DUO voor informatie over inburgering. De gemeente ontvangt voor deze taken vanaf 2014 geen budget meer. De maatschappelijke begeleiding voor asielgerechtigden blijft een taak van de gemeente en wordt van meer belang. De gemeente ontvangt een beperkt budget van € 1.000 per volwassen asielgerechtigde voor de maatschappelijke begeleiding. De gemeente heeft er belang bij om de maatschappelijke begeleiding te versterken: -
-
-
de begeleiding is de afgelopen jaren zwaarder geworden in verband met een doelgroep die een grotere culturele afstand heeft tot de Nederlandse samenleving; het verblijf in de asielzoekerscentra is korter en daarmee is minder kennis opgebouwd van de Nederlandse samenleving en de Nederlandse taal; een groot gedeelte van de doelgroep is analfabeet; de druk op het behalen van het inburgeringsexamen is de laatste jaren toegenomen en neemt nog steeds toe waardoor ook huiswerkbegeleiding steeds belangrijker wordt; de kennis van inburgering en asielprocedures zal, als gevolg van de wijzigingen in de Wet Inburgering en het wegvallen van een gemeentelijke taak daarin steeds minder aanwezig zijn bij de gemeente, begeleiders kunnen dus niet meer terug vallen op de gemeente; de asielgerechtigde inburgeraar moet zelfstandig een lening aanvragen voor zijn inburgeringstraject en dit traject zelf inkopen bij een taalaanbieder en zal dit niet zelfstandig kunnen; de gemeente heeft een financieel belang bij een snelle en soepele inburgering omdat deze groep bijna zonder uitzondering een uitkering ontvangt en beheersing van de Nederlandse taal een voorwaarde is voor het verkrijgen van werk.
In het kader van deze wijzigingen dient de gemeente: -
de verordening inburgering aan te passen. zorg te dragen dat de taken in het kader van het overgangsrecht in de komende jaren uitgevoerd worden. Hiervoor geldt dat dit niet meer als voorheen een fulltime functie is. een bedrag te reserveren in het participatiebudget voor kosten van de inburgeringsvoorzieningen vanaf 2014. de maatschappelijke begeleiding vorm te geven. de (beperkte) informerende rol te verankeren in de gemeentelijke organisatie.
BIJLAGE I
Begrippenlijst
Asielgerechtigde Asielzoeker A2
BPI
COA DUO
Gezinsvormer/hereniger Inburgeringsbehoeftigen
Inburgeringsplichtigen ISI
NT2 ROC
WEB
WI WIN
WWB
Persoon die een verblijfsvergunning heeft toegekend gekregen op basis vaneen asiel aanvraag. Persoon die de overheid verzoekt als vluchteling erkend en toegelaten te worden. Tweede niveau binnen het Europees Referentie Kader voor talen (ERK) Taalbeheersing is ingedeeld in 6 niveau’s: A1, A2, B1, B2, C1, C2. A2 is het verplichte eindniveau voor inburgeraars en voorwaarde voor naturalisatie. Bestand Potentiële Inburgeraars. Landelijk informatiesysteem ten behoeve van de selectie van inburgeringsplichtigen door de gemeenten. Gekoppeld aan de gemeentelijke basisadministratie en het examenregister van DUO. DUO is tevens beheerder. Centraal orgaan Opvang Asielzoekers Dienst Uitvoering Onderwijs. DUO is de uitvoeringsorganisatie van de Rijksoverheid voor het onderwijs. DUO financiert en informeert onderwijsdeelnemers en onderwijsinstellingen en organiseert examens. In het kader van de Wet Inburgering ook verantwoordelijk voor de vertrekking van leningen en vergoedingen aan inburgeraars en het afnemen van het examen. Tevens verantwoordelijk voor de landelijke centrale informatiesystemen (BPI en ISI) voor de inburgering in het kader van de Wet Inburgering. Met ingang van de wijzigingen in de Wet inburgering verantwoordelijk voor de gehele uitvoering van de Wet inburgering. Persoon die een verblijfsvergunning heeft toegekend gekregen op grond van verblijf bij partner. Personen met een niet-Nederlandse achtergrond (EU-burgers, genaturaliseerde Nederlanders) die de Nederlandse taal niet beheersen op niveau 2 maar op rond van de Wet Inburgering niet Inburgeringsplichtig zijn. Doelgroep van de Wet Inburgering. Informatie Systeem inburgering. Landelijk informatiesysteem ten behoeve van de uitvoering van de Wet Inburgering. In dit Systeem worden de Inburgeraars geregistreerd die een handhavingsbeschikking hebben ontvangen; een traject zijn gestart; een lening hebben ontvangen; een vrijstelling of ontheffing hebben gekregen en diegenen die hun inburgeringsexamen behaald hebben. Nederlands als tweede taal. Regionaal Opleidingen Centrum. In deze regio zijn 2 ROC’s Actief: het Albeda College en het ROC Zadkine, deze verzorgen opleidingen op het gebied van de basiseducatie, Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs en Middelbaar beroepsonderwijs. Wet Educatie en Beroepsonderwijs. In het kader van deze wet ontvangt de gemeente jaarlijks een budget voor de inkoop van basiseducatie. Tot 1 januari 2013 kon de gemeente hiermee ook de alfabetiseringstrajecten voor inburgeraars bekostigen. Wet Inburgering Wet Inburgering Nieuwkomers. De inburgeringswet die vooraf ging aan de Wet Inburgering. Deze is ingegaan per september 1998 en ingetrokken op 1-1-2007. Wet Werk en Bijstand