Open (lange) brief aan de IT / ICT bedrijven en in Vlaanderen Voor de lezers en toevallige geïnteresseerden: deze open brief is vooral opgesteld in simpele termen en bewoordingen, u hoeft dus geen technische achtergrond te hebben, noch in de ITbranche gewerkt te hebben om deze brief te lezen. Ik besef dat dit schrijven een harde, lange brief is, waar ik mijn woede vaak niet kan verbergen. Ik vraag de lezer enkel geduld te hebben en door te lezen. Want in deze brief zit jaren woede, frustratie en denkwerk vervat, ik ben echter geen romanschrijver (jammer genoeg).
Wat en waarom?
Oorspronkelijk was dit een bescheiden blogpost, maar gaandeweg nam de woede en frustratie toe, wat resulteerde in een langere uiteenzetting om de echte inhoud te kunnen overbrengen.
De rededen van dit schrijven is vooral om mensen wakker te schudden, want deze sector heeft zeer dringend een “checkup” nodig naar mijn mening, te veel bedrijven bestaan op de goodwill van enkele witte raven, terwijl de rest het onderbetaalde voetvolk is.
Mijn woede kwam vooral uit het feit dat buitenstaanders, geïnformeerd door de media, me steeds vroegen waarom ik toch geen werk vond in zulke goede branche. Het aanzien van de ICT en IT heeft blijkbaar nog steeds geen deuk gekregen bij het grote publiek. Terwijl VDAB en allerlei werkgevers blijven roepen dat er informatici te kort zijn (tot je bij hun bedrijf komt solliciteren).
Het is mijn inziens al 5 over twaalf wat dat betreft... maar tegelijk wil ik toch een poging doen een aantal taboes te doorbreken (boreouts, vijftigers die de plak zwaaien en het
skeletoncrew principe, consultancy zwendel en zo veel meer...).
Hopelijk vermaak ik de lezer hier ook mee, want ik vertel graag anekdotes die me deze wereld zo vaak beter hebben leren kennen.
Hello world
Mijn gal spuwen begint al vast met te melden dat ik zelf nooit echt tot deze branche heb willen behoren. Mijn interesse lag in het technologische, maar niet in het pure corporategebeuren. Het einde van de weg is, mede dankzij de crisis in de financiële sector, voor mijn part bereikt. Het werken in deze sector levert niet voldoende op inzake voldoening, en alles wat er op de duur nog restte van al die idealen was in files zitten, ongezond eten, naar gezannik luisteren en eindeloze meetings zonder doel of spirit. Op de duur ben je leeg, moegestreden en vooral waardeloos op een arbeidsmarktsegment waar enkel het nu telt. Waar je enkel zo goed bent dan je laatste 15 minuten waren.
Vaak beseft men in IT bedrijven niet meer dat er aan het einde van heel de keten een klant staat, die betaalt en die daar ook iets voor in ruil wil.
Vele ICT bedrijven denken dat ze bestaan òmdat ze nuttig zijn en op zich ‘cool’ genoeg worden bevonden (ze vergelijken zich dan graag met Apple) om te blijven voort bestaan.
Ze verliezen meestal uit het oog dat de werkende mensen zo’n firma EN de klanten de boel laten draaien, niet de mensen die in meetings broodjes met geroosterde kip exotique eten à ratio van 6 euro per broodje, om daarna in hun Lexus of BMW te stappen en te
checken of hun smartphone al weet waar de files staan. Dit soort mensen is alle realiteitszin kwijt in mijn opinie (niet dat er geen luxe màg zijn uiteraard, maar meestal wordt die luxe de hoofdzaak in plaats van een mooi extraatje aan het einde van de rit).
De jaknikkers in deze branche varen weliswaar goed... ze weten immers dat het loont om de hielen te likken van vaak incompetente managers, iemand bevestigen in zijn of haar doen is wat in de ICT wereld als ‘volgen’ wordt beschouwd. Men doet een uiteenzetting in een meeting, en ‘de rest volgt mijn visie wel’. Vaak moet je zwaar je mond houden, ook al heb je gelijk op straffe van ontslag.
Bewijs hiervan de excollega’s van me die na vaak 10 tot 16 jaar later, nog steeds jaknikkend op hun stoel zitten weg te dromen op dezelfde job en inmiddels al lang vergeten zijn hoezeer ze ooit techies waren.
Zulke mensen (en zo zijn er een heleboel op IT diensten van grote firma’s en overheidsinstellingen) die anno 2013 hun eigen computer niet meer aan of uit kunnen zetten zonder de assistentie van een schoolverlater die ‘nog mee’ is, vaak dezelfde mensen die wanneer ze thuis een computer probleem hebben niet eens meer weten hoe er aan te beginnen. Maar de dag erna lijnen ze wel op met hun collega’s over de te volgen stappen in een process van een grote firma. 90% van deze mensen zijn lucht geworden, emotieloze, lege, energieloze loonslaven zonder meer. Geen wonder trouwens dat de omgeving van zulke mensen niet meteen warm loopt voor een studie in de ICT. Ik ken maar weinig mensen wiens zoon of dochter zelf ook IT’er zou willen worden,... zei weten beter.
Enige zelfkennis is me zelf ook niet vreemd. Ik geef nog voor u goed en wel begint te lezen grif toe dat ik geen ‘hoogvlieger’ ben. Daarvoor heb ik niet de juiste ingenieursdiploma’s of opgebouwde kennis, connecties, noch het geld om me er echt in te werken en nog de afkomst om in de juiste kringen te hebben vertoefd.
Ik ben iemand die puur uit interesse en voor de technologie (vooral op gebied van communicatie) in deze branche is gestapt.
Ik weet nog goed dat we met de startup verhuisd waren naar Brussel, en dat ik de eerste ‘suits’ zag binnenwandelen. Ik weet nog dat we als techneuten toen tegen elkaar zegden “Da’s het begin van het einde.” En gelijk hadden ze. Deze kostummventjes, die vanuit Amerika gingen komen vertellen hoe we moesten zaken doen, hebben het bedrijf opgekocht, gesjoemeld en het uiteindelijk aan hun grootste concurrent moeten doorverkopen voor een habbekrats.
Net op dat moment zijn er een heleboel uitgerangeerde verkopertjes en waaghalzen (cowboys) uit andere branches in de ICT en IT terecht gekomen... ze roken geld, ze wilden hun mislukkingen rechtzetten en hun ouderwetse manier van zakendoen opdringen aan een technologische sector die eigenlijk nog heel naïef was.
Nu, jaren later zijn we de financiële crisis nog volop aan het terugbetalen, zien we de werkloosheid alsmaar stijgen onder jongeren en krijgen we te maken met een soort neoliberale houding waarbij nietwerkenden als een soort paria’s door het leven moeten gaan. Ik ben zo’n werkloze geworden... ik ben zo’n ICT’er die eigenlijk niet meer verder wil in een sector waar men de hoofdzaak uit het oog is verloren en waar technologie ontwikkelen op de derde plaats komt, na meetings beleggen en elkaar schouderklopjes geven op Linkedin.
Zelf ben ik echter uptodate genoeg om te weten dat iemand die nog oplossingen uit 1999 voorstelt anno 2013 niet fit genoeg is om een technologiebedrijf te leiden op productgebied. Mijn ogen zijn open, mijn brein leest en leert... en da’s al meer dan wat er tegenwoordig gebeurt in deze sector vol maatpakken, mislukte Alex Agnewtypes met slechte grappen of
IT’ers die nog niets meer waard zijn dan hun steeds kleiner wordend netwerk van gelijkgestemden op hun sociale media profielen. De mensen die het goed menen, de techies en vooral de studenten en jongeren die een carrière in deze branche ambiëren, daar wil ik deze brief ook voor schrijven.
Denk goed na, voor je in deze krabbenmand stapt. Het draait niet om wat je denkt dat het draait, ook niet om poen trouwens, maar puur over het laten voortbestaan van een soort van zelfbediening waar op termijn niemand mee gediend zal zijn. Maar hierover meer, later in mijn brief.
We zijn allemaal schoenmakers zonder leest “Schoenmaker, blijf bij je leest” , was het maar mogelijk om die uitspraak werkelijk uit te voeren in dit land. Ik voel mezelf geen jobhopper, maar een jobnomade: ieamnd een zwerversbestaan leidde tussen allerlei telecom en IT bedrijven, zonder een vaste stek te vinden. Veelal om redenen buiten mijn wil om, en heel soms ook toegegeven door mijn persoonlijke visies (een visie waar je niet steelt van je leveranciers noch je klanten bedriegt waar ze bij staan bijvoorbeeld... ), veelal een unieke visie zo blijkt. Die spreuk, om vooral bij je leest te blijven als schoenmaker, krijgen vele bedrijven niet meer voor elkaar. Ze zijn zo erg weggestapt van het bezig zijn met technologie of communicatie, dat het enige dat nog over blijft een ‘shell’ is. Men stelt dingen voorop als: “meetings”, “Welke bedrijdswagen kies ik best?”, kortetermijnsplanning, “budgetcuts”, “outsourcing”, “cherrypicking” en andere termen die er vooral op neerkomen dat de leiding alles krijgt en de rest met zo’n laag mogelijk loon mogelijk, zo min mogelijk kennis en opleiding, zo veel mogelijk fysiek werk verricht terwijl de rest
in restaurants en foute Mr. McMahonmaatpakken heen en weer zit te lullen over theoretische zaken, de buzzwords van de maand of salesgezwets. Misschien schets ik een zwartwit beeld van de IT/ICT en telecom sector in dit land, maar wie er langer dan vijf jaar in werkt heeft meestal dezelfde visie dan mij, meer nog... ik durf beweren dat op enkele uitzonderingen na (Microsoft, Google, …) deze branche zo dood is als een pier in België (en zèker in Vlaanderen, waar de tikklok nog heerst en de managers zich nog steeds untouchable voelen of gewoon totaal onwetend zijn over wat er nu juist gemààkt wordt in hun bedrijf en door wie).
Geschiedenis.
Zoals gezegd ben ik ongeveer sinds eind jaren negentig werkzaam in de IT/ICT. Mijn geschiedenis begint bij een KMO, waar ik naast het magazijn, de sales, de boekhouding ook het kleine computerpark moest onderhouden (tussen het stofzuigen, sorteren van facturen en telefoons opnemen door). Hierna ben ik bij een startup terecht gekomen, in het Mechelse, die daarna naar Brussel verhuisde. Daarna ben ik bij een ISP terecht gekomen in het Brusselse om dan te verkasten naar een grote multinational in Antwerpen, daar werd ik vervangen door enkele Aziäten en kon ik daarna aan de slag bij een andere venture startup, die kort daarna over kop ging in OostVlaanderen. Hierna ben ik een cursus bij vdab gaan volgen (big mistake), waarna ik vijf maanden werd misbruikt door een bedrijf dat aan de lopende band mensen bij vdab wegplukt, ze even
‘opgebruikt’, en dan dumpt. Voor de mensen die het nog niet weten: VDAB richt deze cursussen vaak in, wetende dat ze de kandidaten nergens kwijt kunnen (daarvoor is de ervaring er niet, de kennis te ontoereikend en zijn de bedrijven te wantrouwig). Hierna was het de beurt aan een kleine oplichterKMO die me inschreef als consultant, maar in feite alle inkomsten voor zich hield in plaats van leveranciers te betalen. Daarna heb ik nog een korte opdracht voor een groot havenbedrijf gedaan en vele, vele sollicitaties (vaak bij mensen die een KMO bestuurden, de naam nauwelijks waardig). Ik ben dus bijgevolg geen hoogvlieger te noemen, geen superprogrammeur of wat dan ook, ik ben gewoon het ITequivalent van een bandarbeider, en ik weeet het van mezelf. Iemand die wat taken kan uitvoeren, vrij diepgaand kan problemen oplossen en goed kan analyseren. Ervaring genoeg, maar dat telt tegenwoordig niet meer mee... men durft zelfs aan iemand van 36 jaar te vertellen dat hij 1500 brutto kan verdienen en met z’n eigen wagen moet rondrijden in gans het land... om dan boos te worden wanneer je zegt dat je dat niet ziet zitten (je moet volgens bepaalde mensen maar willen werken, tegen eender welk loon, wetende dat je je CV verpest en je tijd zit te verdoen). Het niveau van deze sector (die geïnfecteerd is door mislukte managers uit de jaren ‘90) is zo laag geworden dat je nauwelijks nog van een sector kan spereken. In mijn opinie bestaat er enkel nog een waterhoofdtoplaag aan ICT mensen en bedrijven, die zowat alles dat niet neerkomt op het checken van rapportjes is beginnen outsourcen naar lage loonlanden of aan perfect daarvoor opgeleide “handen” die niet hoeven te denken maar enkele een kleine taak moeten uitvoeren en zeer vervangbaar en multiinzetbaar zijn. Hoezeer het ook om technologische vooruitgang en service zou moeten draaien, men kan niet eens meer eigen doelstellingen bepalen, laat staan zichzelf als sector nog serieus nemen. Lange termijnplanning is meestal onbestaande, de dagelijkse beslommeringen draaien meestal uit op elkaars vakantieplanning in’t oog houden en vooral ‘buiten schot’ blijven in riskante (lees: echt werk) projecten en vooral de tikkloksystemen laten draaien. In sommige bedrijven is het zelfs zo erg geworden, dat je haast niet meer naar het toilet kan gaan zonder ‘uit te klokken’. Over dit soort detailpolitiek later meer.
De fysieke arbeid wordt meestal verricht door omgeschoolde horecapersoneelsleden, hardwerkende maar meestal naïeve schoolverlaters en buitenlanders die anders geen kans zouden krijgen. Op zich een nobel doel zou je zeggen, maar van een branche die zichzelf afschildert als zeer hoogeisend en zeer innovatief mag je toch meer verwachten dan dat ze net als een goedkope discountketen steeds voor de makkelijkste bulk oplossing kiezen met de laagste lonen voor de werknemers, niet? Innovatie is een leugen meestal, zeker bij Belgische bedrijven in de ICT (enkele uitzondering niet te na gesproken uiteraard). Er mogen dan zogenaamd wel om en bij de 9000 IT’ers en ICT’ers te kort zijn volgens de werkgevers en vdab,... er daadwerkelijk 9000 jobs mee invullen lijkt iets waar men allerminst mee bezig is anno 2013. Ik zeg altijd, “Er zijn geen 9000 IT’ers te kort in ons land, wel 9000 zòtte IT’ers.” Zelfs wanneer je je looneisen bijstelt en zwaar door de knieën gaat, moet men niemand met ervaring meer hebben... da’s te gevaarlijk voor de bestaande “structuur” van laksheid en favoritisme. Bewijze hiervan de talloze telefoons die ik kreeg toen ik opeens mijn geboortedatum weg liet uit mijn CV. Men selecteert op leeftijd, puur omdat men weet dat men goedkope, jonge, kneedbare mensen wil. Niemand die deze stinkende branche echt kènt.
“Innovatie” Een passie voor technologie leidt tot innovatie, niets anders. Mijn introductie naar de Internetwereld (via Minitel, bbs’en over modems en breedband verbindingen) was iets dat me vooral facineerde omwille van de mogelijkheden die het creëerde naar een betere, snellere, wereld. Een wereld waarin meer thuiswerk mogelijk werd (iets dat in ons land maar niet door blijkt te
breken uit wantrouwen en enggeestigheid van de bedrijven), waardoor er meer milieuvriendelijke en vooral sneller kon gewerkt worden met meer tijd voor de echt belangrijke zaken in het leven. Niets is echter minder waar. Echte innovatie, op menselijk en technologisch vlak (ideaal zou zijn wanneer het menselijke en het technologische elkaar mooi aanvult) heeft plaatsgemaakt voor het denkpatroon waarbij men zichzelf wijsmaakt mega commerciëel te zijn door op korte termijn winst te willen maken, maar vooral nooit dient te investeren dat laten we aan ‘gekken’ over in startups, die we desnoods daarna uitkopen of het leven onmogelijk maken. Wanneer je niet wenst te investeren, waarom hou je dan een bedrijf open? Vraag ik me actief af. Want er zijn vele bedrijven die blijkbaar denken dat je zonder te investeren toch innovatief kan zijn, winst kan maken èn tegelijk nog jaren kan voortbestaan. Ik geloof hier niet in. Wanneer je enkel nog bespaart en het onderste uit de kan haalt, ben je enkel je eigen neerwaardse spiraal aan het rekken. Vele, vele belgische bedrijven zitten trouwens in deze situatie … ze doen wel voort, tegen beter weten in, nemen geen stock, ontslaan personeel en hebben evenveel innovativiteit dan een emmer zand. Waarom willen deze zogenaamde Vlaamse ondernemers (die politiek heel wat lawaai maken tegenwoordig, misschien omdat ze zich zo in het nauw gedreven voelen) zo graag heel veel winst maken, zonder daar echte innovatie en investeringen tegenover te zetten? En dan bedoel ik ECHTE innovatie, … niet het op papieren en octrooien beluste winsthandeltje dat met de nodige subsidies als innovatief wordt bestempeld. Echte innovativiteit zit’m in de hersenen van de mensen, en tot nader order nog steeds niet in een computerchip (alhoewel we kort bij zijn:). Het beeld komt in me op van de tijden dat ik bij Alcatel werkzaam was, en waar er in een “meeting” van tien mensen, waar er drie half slapend voor zich uitstaarden, twee andere hun hotmail aan’t lezen waren en twee voor eigen rekening aan’t werken waren (bijberoepen tieren welig in deze sector), terwijl de moderator vooraan een powerpoint afdreunde die gemaakt was door zijn assistente en waarbij de keyelementen niet opgenomen waren omdat deze op kritiek zouden kunnen stuiten, moest er al iemand opletten.
Men was daar in theorie misschien wel trots op de communicatiemiddelen die men ontwikkeld had, in de praktijk was men vooral bezig met “er bij hangen”, waarbij het er vooral op aan kwam om zo veel mogenlijk uren aanwezig te zijn geweest op het tikklok systeem (aanwezig zijn binnen in het gebouw werd automatisch als ‘werken’ geregistreerd... met alle nadelige gevolgen vandien). Vaak is het grappig om zien hoe het “de collega’s” principe van werken nog betstaan, niet in de ambtenarij, maar vooral in de privé. De “aanwezige uren” (en het teveel eraan) werd daarna door de complete insanity van hun HR departement, omgezet in betaalde vakantiedagen. (Spijtig genoeg zijn het dezelfde mensen die dan kritiek uitten op logge staatssystemen en ambtenarij, terwijl ze zelf op z’n minst even erg waren wie anders staat er met een chronometer in de lift, om de verloren tijd aan de tikklok door te kunnen geven aan HR?) Het antwoord is “niet iemand die om de technologie zijn job graag doet”. Doorzie deze fake... voor je in deze branche wil werken. Of denk op z’n mins na over welke firma’s nog wel met technologie bezig zijn en welke niet.
Terug naar deze tijd
Anno 2013 worden de prachtige communicatiemiddelen die voorhande zijn vooral gebruikt om vermakelijke filmpjes te bekijken, elkaars Facebook of Linkedin profiel te bespieden (vooral om na te gaan welke positie excollega’s hebben in andere firma’s) en webgames te spelen tijdens het werk (laats zag ik zelf een bibbediende achter de balie farmville spelen zonder zelfs op te kijken naar de klant die hem iets vroeg). Het zit me hoog eigenlijk, de reden hiervoor is niet dat men niet serieus genoeg zou zijn in al deze flitsende bedrijven, maar vooral dat de middelen meestal “ter entertainment” worden gebruikt (bv: het bekijken van een tennismatch wanneer er een Belgische deelnemer meedoet of het volgen van de nieuwste internet meme’s).
Men zooit meestal maar wat aan, waarbij het eigen plezier (in de ivoren toren van het kantoorgebouw) op de eerste plaats komt, en daarna pas het comfort van de klanten en de core van het bedrijf. (in schrik contrast met wat deze meestal blauweachtigen op politiek vlak uitkramen). Ik ben me er bewust van dat ik na enkele notoire ‘luie’ bedrijven van binnen te hebben meegemaakt, misschien een vertekend beeld heb. Maar ook na letterlijke tientallen sollicitaties is me opgevallen dat er bedrijven zijn waar je mensen ziet vegeteren achter een scherm. De websites die ik aldanniet in de haast heb zien wegklikken alleen al als sollicitant zijn meestel veelzeggend. De top vijf: Facebook, HLN.be, Clint.be, deredactie.be en reddit.com :) De nuttige, op mensen maat gemaakte technologie ontwikkelen of mogelijk maken, wordt meestal aan de kant geschoven. Meer nog, men heeft er schrik van gekregen dat men ècht meetbaar zou worden, dat er met andere woorden oprechte controle en efficiëntie zou ontstaan (niet de nepefficiëntie die men aankoopt door allerlei certificaten te behalen). De ICT bedrijven die nog actief zijn in ons land blinken daarom meestal uit in een ziekte die bij uitbreiding in heel ons land welig tiert:nl. “het op papier perfect in orde zijn”. Het probleem is zo wijd verspreid dat je zelfs geen echte productieve voorstellen meer kan doen binnen een firma zonder beschimpt te worden. Zolang iedereen kan facebooken en op youtube naar filmpjes van dronken Amerikanen op een BMX kan kijken, is men al lang ‘modern’ genoeg. De rest zal wel gebeuren door ‘de buitenlanders’ in een ver en onderbetaalde vestiging van een subfirmaatje. Globalisatie werkt niet op die manier, wanneer je de vergelegen lageloonlanden gewoon als ‘unter’ beschouwd. Getuige hiervan ook de dèdain tegenover werkende mensen die de kantine en keukens moesten opruimen en schoonmaken... vele ICT mensen kijken er zo erg op neer dat ze met opzet spullen
vuil maken, om er dan met een racistische opmerking bij te vermelden dat het tòch maar de buitenlanders zijn die de boel moeten schoonmaken. Een onderwerp dat me oa. bij Alcatel vaak discussies heeft opgeleverd, aangezien men daar vaak totaal degoutant deed tegenover de poetsvrouwen en andere mensen die de boel op orde hielden, maar de pech hadden er niet Vlaams genoeg uit te zien naar de zin van enkele ‘ingenieurs’. De officiëme policy was er dan misschien wel een van openheid en multicultureel samenwerken, de realiteit was vaak iets heel anders (om maar niet te zeggen dat ik mensen heb weten in dienst komen omdat ze duidelijk een zelfde “Vlaamsche” strekking hadden). Daar is men mee bezig, zijn/haar eigen status te bevestigen en te laten bevestigen door hun statusangst en misplaatst superioriteitsgevoel. Men vindt in deze sector allemaal elke dat het warm water uit, dus alle andere mensen zijn automatisch minderwaardig, zo lijkt het vaak. Maar vraag hen aub. niet om te onderzoeken of bepaalde afdelingen niet beter ⅘ thuis zouden werken via live feeds, CMS, collaboration tools of wat dan ook. Dan zwaait men meteen met allerlei excuses zoals kosten, beveiliging enzovoorts. Vraag hen ook niet waarom er twee dagen in de week enkel meetings plaatsvinden en je met je echte werk niet vooruit geraakt. En vraag hen al zeker niet, wat hun èchte functie is binnen de firma, los van hun titeltje op hun kartonnen visitekaartje dat ze nooit gebruiken en waar ze meestal nog stapels van hebben liggen in hun bureauschuif vol snoep en energiedrankjes. Jammer genoeg zijn het deze zelfde mensen die hoog oplopen met liberale politici en vooral neerkijken op alles dat progressief of rood is. Terwijl ze zelf meestal vergeten zijn wie ze zijn, en waarom ze ooit voor deze job kozen. Dat liberale tintje is al helemààl misplaatst in deze sector vind ik. Alsof het niets kost om met z’n allen aan een koffiemachine te staan kletsen of als was men überveilig bezig om met passwords te werken die door eender welke puber met een laptop in 2 min. kan gebruteforced worden, wanneer je dan toch economisch wil denken: ga dan voor echte efficiëntie. Maar daar heeft men schrik van, men vervangt deze term maar al te graag door: bezuinigen. Want met minder volk meer doen is volgens hen ook efficiënt. Een flagrante fout in mijn opinie. Men zit in Vlaanderen op ICT vlak in ons land nog in de begin jaren 2000, waar het er vooral op
aankomt veel buzzwords te gebruiken en brede epaulettes onder je H&M pak te dragen. Maar waar men intussen de kaas van het brood laat eten, de echt werkende mensen tegenwerkt en de eigen kortetermijnsplanning vooropstelt op alle andere zaken. (Ik moet er bij melden dat er een hele andere slag toffe, goede bedrijven aan het opkomen is, vanuit een marketingcrossoverICT hoek vooral... hou vooral die bedrijven in’t oog, want deze zullen de rest op termijn wegvegen qua echte innovatie). Men is zo verkeerd bezig, dat men zelfs zichzelf wijsmaakt dat zij de elite zijn, de gediplomeerde leiders van de ICT en IT, en dat de rest “maar” werkvolk is, net goed genoeg om hun order uit te voeren en hun vuile borden met mama haar lasagna die in der haast werd opgewarmd in een microgof over, af te wassen nadien. Maar men vergist zich, op enkele echte hoogvliegers na, zijn ook deze mensen zelf een onderdeel van ‘het werkvolk’. Maar daarvoor ontbreekt hen vaak het economisch inzicht, men is verblind door de statusdrang omdat men met een net iets duurdere wagen rijdt dan de buurman, dankzij de fantastische IT job. Losers.
Opleidingen: In ons land is er haast niemand die het beroep uitvoert waarvoor hij of zij heeft gestudeerd. De gimmick wil, naar het aloude liedje van Raymond Van het Groenewoud, dat “een diploma geen zin heeft”. Wel, ik kan alleen maar zeggen dat ik zelf nooit een diploma heb gehaald, omwille van verschillende omstandigheden en daar tot nu toe nooit echt spijt van heb gehad (wel twijfels). De moeite die het destijds zou gekost hebben om het wel te behalen (in erbarmelijke omstandigheden) zou nooit hebben opgewogen tegenover hetgeen het me zou hebben opgebracht, komt daarbij nog dat middenjury in die periode was niet echt een goedgeöliede machine, om het zacht uit te drukken). Ik wil hier ook zeker geen excuus van maken, want wie echt de wil heeft een diploma te halen, kan dat ook echt halen, desnoods met steun van het OCMW. Maar ik wilde meteen verder, ik wilde werken, paradoxaal genoeg is dat iets dat me daarna veel werkloosheid heeft opgelevert, die wil.
Niet alleen was ik een kind van het ‘eenheidstype’ (met dank aan wijlen ministern Coens, die naast de streek van Damme, ook het Belgische onderwijssysteem finaal naar de knoppen heeft geholpen), maar ben ik ook door eigen fouten en eigen financiële omstandigheden eind jaren ’90 in de ICT terecht gekomen. Zoals iedereen bijna, startende als 1st line helpdesk’er, om langszaam op te klimmen naar tester in een productie / R&Domgeving. Op dat ogenblik was deze sector aan het groeien, exponentiëel zelfs, waardoor er een tekort was aan om het even wie die een computer kon gebruiken. In die tijd kon je meteen beginnen wanneer je een minimum aan kennis in huis had en de wil had om bij te leren. De internet provider wereld, toen ook een bloeiende, interssante en leerrijke omgeving, was destijds de beste optie. Met het nodige werk en ervaring te combineren kon je er, ook zonder diploma, geld verdienen en vooruit geraken. Later werd ik omwille van diezelde ervaring ook opeens auserieu genomen in bekendere gevestigde waarden zoals Alcatel, waardoor ik een soort van carrière kon beginnen opbouwen. Doorheen de dotcom bubbel en de financiëlesector crisis van 2008 heen, heb ik me altijd weten stand te houden in deze sector, ook al werd die na 1999 stilaan vertroubeld en bezoedeld door het soort kartonnen sales mensen (decorstukken) die eigenlijk liever niets te maken hadden met technologie, maar er toch maar in ronddwaalden omdat men de geur van geld had opgevangen. Het soort mensen die tegen ‘de techneuten’ stonden te schelden wanneer er iets niet kon opgeleverd worden van hun praatjesmakerij zonder visie of technische backing. De mensen die, met andere woorden, puur voor het geld deze sector binnen kwamen gewandeld, en die systematisch negeerden dat er ook daadwerkelijk technologie moest werken om iets te kunnen verkopen... De goede sales mensen werden op deze manier snel een uitstervende soort, een soort die snel ander en beter werk vond aangezien je als verkoper nu eenmaal meerdere opties hebt eens je in de IT wereld hebt gescoord.
De foute soort “suits” zijn inmiddels vijftien jaar ouder, en opgeklommen tot midden of hoger kader in al deze IT bedrijfjes (het Dilbertprincipe, waarbij je blijft stijgen in de hyrarchie tot je je niveau van incompetentie hebt bereikt dus). Sommigen zijn nog erger en hebben hun vele ontslagpremies omgezet in een eigen bedrijfje, waar dan meestal niets meer gebeurd dan bodyshopping via het herkauwen van wat er op indeed.com, monster.be en vdab.be te vinden is (meestal door een HRmieke die google heeft leren gebruiken en net genoeg uren werkt per week om haar huishouden te combineren met het opbellen van werklozen en hen te vragen naar hun levensgeschiedenis) om hen vervolgens in een KMO te zetten puur ter meerdere eer en glorie van de genoemde manager. Dit soort ‘managers’ vinden het normaal dat de IT sector niets meer is dan poppetjes en dozen heen en weer schuiven en desnoods alles te outsourcen zodat ze intussen zelf in hun bureau Angry Birds kunnen spelen op hun iPad waar ze verder niets nuttigs mee uitvreten (buiten de stand van hun aandelen te checken met de nodige voorkennis). Dit heeft uiteraard zijn effect op de werknemers in dit soort ondernemingen (eerder bezigheidstherapie voor vijftigplus’ers). Hoewel ze zichzelf systematisch zien als dynamisch en hoog opgeleid, kortopdebal spelend en pragmatisch, is de realiteit vaak dat men te lui, dik, dom is en technisch minstens drie tot vijf jaar achter staat op de echte frontrunners. Men kent zich allerlei titels toe, maar heeft vaak nog een poster die waarschuwt voor de milenniumbug achter in hun bureel hangen (letterlijk meegemaakt anno 2010 trouwens, in een kantoor van een consultancy firma). De technische bazen die ik de laatste vijf jaar heb boven me gehad, hadden bijvoorbeeld al jaren geen enkele moeite gestopt in zich bij te scholen, laat staan enig benul te hebben van moderne toepasbare oplossingen binnen de IT omgeving. Ze zaten nog plannen te maken die gebaseerd waren op projecten uit 2002 tot 2005 terwijl we intussen al voorbij 2011 waren. Ze waren vaak met winstmarges bezig op producten die al lang niet meer relevant waren of zelfs niet meer bestonden. Op de duur vecht je niet meer tegen de bierkaai. Dit soort managers (en ik durf zeggen dat 80%
van hetgeen zich in de IT/ICT deze titel durft aanmeten hieronder valt) zijn technologisch te zeer achterop geraakt om nog enige relevante beslissingen te nemen, laat staan mensen aan te sturen. Als technische interesse bij de werknemers te meten is aan de graad waarin je nog nieuwe dingen wil bijleren in je vrije tijd, dan is die bij mij gedaald tot het af en toe doorklikken op een thenextweb report en het hier en daar lezen van een torrentfreakartikel. Nagenoeg nul dus, een resultaat van het jarenlang werken onder mensen die technologie als een noodzakelijk kwaad beschouwen op hun weg naar financiële rijkdom. Juist ja, iemand die een bekend certificaat heeft behaald is twee jaar later niets meer dan een ongeïnteresseerde, niet uitgedaagde werkloze, wiens betrachting vooral bestaat om uit de handen van de RVA te blijven. Mooie boel die ICT wereld... mensen motiveren heb nog nooit meegemaakt, motivatie komt uit jezelf hoor je dan van iemand die meestal drie keer je loon verdient en niet elke dag wordt afgeblaft.
Waar dan wel?
De jobs waar ik wèl op solliciteerde en voor uitgenodigd werd (gemiddeld vijf per maand) waren nagenoeg allemaal te categoriseren in de volgende drie vakjes: 1 Noodlijdend kleine bedrijfje met een wankele, richtingloze ‘luie’ leiding, wiens wagens op de parking duurder was aan afbetaling per maand dan mijn gemiddeld maandloon en die concreet geen enkel vast contract kunnen aanbieden, noch werkzekerheid voor langer dan 6 maanden en waar het gemiddelde brutoloon net onder dat van een beginnende kappersassisten ligt (2100 brutto). Technische vragen stellen is in dit soort KMO’s ook niet aan de orde, aangezien ze niemand hebben om deze vragen en vooral de antwoorden, op hun juistheid te controleren. 2 Grote bedrijven met een uitgebreide, maar ozo vastgeroeste HRdienst, die vooral vitten, ziften en twijfelen tot ze een consensus figuur hebben gevonden die zeker alle talen spreekt, minder
dan 3 maanden werkloos is of bij een concurrent werkt (men rekent er altijd op dat de concurrentie wèl goede HR heeft), er goed uit ziet en vooral niet te veel eisen stelt, liefst met eigen wagen tot in alle uithoeken van Europa wil rijden om zijn wagen en een 100 euro extra te verdienen in vergelijking met de huidige werkloosheidsuitkering. Men hangt desnoods een worteltje voor je neus, zodat het ezeltje kan vertrekken in de hoop ooit het worteltje te pakken te krijgen (opslag, promotie, hogerop geraken...). 3 Bedrijven die snel, modern, efficiënt werken, en dus geen tijd hebben om zich zelf met lange selectieprocedures bezig te houden en deze dan maar uitbesteden aan selectiebureau’s en andere onderaannemingen. Resulterend in een lange selectie voor de kandidaat, veel extra energie en heenenweer gereis, om dan uiteindlijk in een loterij terecht te komen waar men steevast voor de jongste van de kandidaten kiest (helaas hoor ik daar meestal niet meer bij). Deze bedrijven hebben meestal het probleem dat ze politiek geladen zijn, je moet met andere woorden bij ‘de juiste’ vorige werkgevers hebben gewerkt of je komt er niet in, uit schrik dat je met verkeerde contacten praat over weet ik veel wat. Deze bedrijven zoeken meestal de witte raven er uit, maar vinden ze vanzelfspreken, nauwelijks.
En daar heb je het dan. Op je plus 35 jaar ben je in de IT / ICT ofwel manager, ofwel een nozem die blij mag zijn met een ‘junior’ loon. Je bent dus... te oud. Ook al heb je jaren en jaren ervaring en haal je tijdens je sollicitatiegesprek de nodige positieve referenties boven, je blijft een working poor, een loser die meteen in het hokje van de hooligans, marginalen en FCde kampioenenfans wordt geklasseerd door mensen die niet eens weten wat je jobinhoud precies echt betekent. Intussen heb ik ongeveer alle loonschalen wel voorgesteld gekregen, het record staat op naam van Fnac Antwerpen, die voor een IT job 1450 Euro over had, (brutto wel te verstaan). Voor deze functie moest je dan ook op zaterdag werken en stressbestendig zijn. Deze stressbestendigheid heb ik meteen gedemonstreerd door de sollicitatieafnemer niet meteen een fikse vuistslag te verkopen om hem vervolgens zijn eigen loonfiche te laten opvreten onder het oog van enkele klanten.
Ook voor een support job in het Antwerpse (waar je shiften moest draaien in een ongezonde omgeving en vier managers boven en rond je had zitten) kreeg ik 2100 aangeboden brutto, waar men dan trots bij vermeldde dat er een auto bij in het “pakket” zat, waar ik dan wel zelf voor zou moeten bijbetalen. Een auto, alsof dat nog iets is waar ik sta voor te springen in een tijdperk waar je continu in een file staat of roekeloze zatlappen tegen je aanbotsen. Het mooiste aan deze sector was dat je kon bijleren en vooral in een losse omgeving zat, waar je elke dag jezelf moest aanpassen, samen met de firma, aan de veranderende omstandigheden en daar appreciatie voor kreeg. In deze tijd draait het heel clichématig om andere zaken: snel geld. Dit soort CEO’s (en hun naaste medewerkers die meestal in de kenissenkring of familie moeten gerecruteerd worden), denken meestal trouwens dat ze Steve Jobs zijn (inclusief het zeggen van dingen als “And one more thing” op productpresentaties), terwijl ze in werkelijkheid hun nieuwtjes en zelfs de richting van hun bedrijf halen uit achterlijke magazines zoals den ‘Data News’, ‘Trends’, en zelfs hier en daar eentje die nog een abonnement op de ‘Clickx’ heeft. Ze komen je dan met een triomfantelijke glimlach “tech nieuws” van minstens twee weken oud melden, alsof ze net het warm water hebben uitegevonden. Deze ICT/Telcogerelateerde magazines zijn uitermate populair bij die uitgerangeerde vijftigers in de IT de indruk moeten geven dat ze nog ‘mee zijn’. In werkelijkheid zijn ze te laf, te meegaand en te dom om zelf een beslissing te maken op basis van rationeel denken of economische inzichten. Ze dobberen daarom maar wat mee op wat de magazines hen voorschrijven (en lopen dus achter). De tijd dat dit soort oelewappers trouwens spenderen met het doornemen van deze prulblaadjes is meestal omgekeerd evenredig met hoeveel ze over ‘omzet’ praten zonder zelfs de irrelevantie er van te begrijpen. Voeling met de producten en diensten beperkt zich meestal tot het GinTonic’s drinken op Duitse beurzen en kaartjes uitwisselen met leveranciers die hun salespakken met de klant hun salespakken laten praten over zaken waar ze allebei geen benul van hebben, om daarna de
historische binnenstad van deze steden onveilig te maken voor serveersters in elitaire bars (waar men dit soort heerschappen trouwens vierkant uitlacht achter de schermen). En ja, hier en daar zit er wel een technische knobbel tussen, die verdraaid goed weet hoe en wat hij wil, maar die verder 80% van de tijd tegen een lege doos zit te praten of beslissingen moet nemen op basis van een tekortkoming in het budget. Vooruit denken wordt meestal bestraft, of afgedaan als larie. Meedoen, lachen en ‘den toffe’ uithange zijn het hoogste goed geworden in dit soort firma’s. Men weet het dus niet, en dan eindigt men vaak in een bureau en op kleffe meetings broodjes etend, zodat er weer een dag gevuld is, en hun status nog weer een extra paar uurtjes blijft duren. Sommigen rekken dit tot aan hun pensioen zelfs, anderen zijn minder gelukkig en gaan dan roemloos ten onder, samen met hun personeel en hun in het Oosten meermaals gecopiëerde producten. De vakbonden (nauwelijks hoorbaar aanwezig in deze bedrijven) is intussen in hetzelfde bedje ziek. Normaal gezien zouden zij hun taak moeten vervullen en dit soort bedrijven wakker schudden (om de werknemers te verdedigen), maar dit gebeurd bijna nergens. De bedrijven binnen deze sector waar ik werkte en die al een vakbondswerking hadden, waren zo verrot vanbinnen dat zelfs de delegé van het ACV mee koffiekoeken zat te eten met de leiding, om daarna trots te melden aan zijn achterban dat er geen problemen waren. Men maakt dan trost melding dat men ‘iets heeft gedaan gekregen’, zoals een fruitmand voor de werknemers plaatsen op elke verdieping . Dit terwijl er al maanden een conflict woedde over de uitbetaling van de overuren en de berekening van de middagpauze. Nuja, het heerschap in kwestie (zelf een vijftiger die het allemaal wel mooi voor elkaar had en ik acht jaar lang maar twee keer ècht heb zien werken) was zelf iemand die elke middag twee uur pauze nam, en er officiëel maar 30 minuten voor moest inleveren. Zo wordt je natuurlijk 100 jaar op een job. Het siert de vakbonden niet dat men dit soort parasitaire clowns blijft steunen. Zelfs wanneer er een vakbondsactie was, kwam hij niet uit zijn stoel... ‘t was zelfs te veel om de leden info te geven over de actie.
Toen er echter vakbondspremies moesten betaald worden aan de leden, was hij er als de kippen bij om alle papieren (vooral voor zichzelf), in orde te brengen. Kwestie van ‘de achterban’ in check te houden... tja. In mijn regime zouden dit soort mensen achter prikkeldraad de rest van hun loopbaan doorbrengen met het verrichten van volstrekt nutteloze taken. Maar we leven in een democratie, waar ik word gedwongen mee te betalen voor mijnheer zijn pensioen en mee bijdraag aan zijn status van “vakbondsman”. Een keertje heb ik kritiek gehad op dit soort vakbondswerking die zichzelf voorstelde als ‘diplomatisch’ wanneer het ging over onderhandelingen met de leiding. Enkele weken later mocht ik vertrekken, aangezien ik waarschijnlijk iets te vaak commentaar leverde op de werking van de leiding van het bedrijf en de tekortkomingen van de zogenaamde vakbond. Ik geef toe, ik ben economisch gezien dom geweest. Ik had mee moeten corrupt zijn, frauderen met testresultaten en net zoals mijn collega’s mee moeten inklokken van thuis uit om extra uren te genereren. Ik had misschien ook vaker gewoon mee moeten stelen, bedriegen en liegen zoals daar gangbaar was. Ik troost me met de gedachte dat de oude collega’s die daar toen zo verveeld voor zich uit zaten te staren, dat die mensen daar nog steeds zitten (inmiddels jaren later) en vanbinnen doder zijn dan een zombie, kalend en oudbakken broodjes etend door het leven gaan, wetende dat ze nog xaantal jaren te doen hebben tot hun pensioen. Want dat bedrijf maakte je volledig ziek en kapot, omdat je elke dag opnieuw een mes in je rug kreeg, tenzij je mee deed met de groep uiteraard. Deze sector kan hard zijn, je moet meedoen en veel incasseringsvermogen hebben... maar dan nog breek je ooit.
Verantwoordelijkheid en problemen oplossen?
In mijn visie lost men in de ICT wereld van tegenwoordig geen technische problemen meer echt op (structureel of proactief), maar lost men HRproblemen op (wie doet wat tegen welke prijs en hoe snel?). De focus ligt niet meer op de (communicatie)technologie op zich, of op algemene technische vaardigheden, maar eerder op gebied van personeel (en dan nog oppervlakkig, men investeert niet in mensen, men gebruikt ze op en werpt ze weg). Men tracht controle te krijgen op technische situaties via rapportjes, ofwel gaat men hun verantwoordelijkheid afschuiven naar onderaannemers (of consultancy firma’s). Wanneer een onderaannemer iets fout doet, is het de manager niet die op z’n donder krijgt, maar kan je gewoon een andere externe firma onder de arm nemen. Er is een ware industrie ontstaan rond het uitpikken van de ‘juiste’ onderaannemer voor een taak, terwijl men vaak de ideale mensen voor zulke jobs buiten heeft gegooid of makkelijk en goedkoop zelf kan opleiden. Maar dan ben je in dat geval zèlf verantwoordelijk, en dat heeft men liever niet.
Vroeger kon je nog mensen verantwoordelijk stellen voor wat er fout liep op ‘de technische dienst’, maar deze dagen ben je al fulltime bezig om alleen al de echte uitvoerders van een taak terug te vinden. De echte verantwoordelijke te pakken krijgen is nagenoeg een onmogelijke taak geworden, en moest je daar toch in slagen is de kans enorm dat je zelf nog op de vingers wordt getikt omdat je te veel tijd stop in het oplossen van problemen die er niet toe doen (proactief denken noemt men dit dan, terwijl men in feite te laf is om hun eigen scheve structuur te durven erkennen voor wat het is). Zulke ingehuurde lagekost firma’s zijn trouwens zeer sterk in het uitzuigen van pas afgestudeerden of herschoolde werknemers die net door de vdab zijn ‘afgeleverd’. Om maar te zeggen dat de staat zelf dit systeem mee in stand houdt en nog voeding geeft ook. In het eerste geval tracht men controle te krijgen, en dat kan blijkbaar in onze Westerse manier van denken enkel nog door eindeloze rapportjes, meetings en cijfers te vergaren, en deze in een
eindeloze nutteloze stroom van data naar hun superieuren te dragen. Er zijn zelfs mensen die hun hele werkdag vullen met het vergaren van data (over werknemers en hun resultaten) om deze dan in makkelijke verteerbare brokken te verdelen (rapportjes) en deze dan opnieuw te laten verwerken tot een presentatie, … Helemaal van boven aan die top van zo’n berg rapportjes en presentaties zitten enkele boekhoudtypes, kapitalisten, aandeelhouders en bankiers, die het eigenlijk niet interesseert wat of hoe deze cijfers tot stand kwamen, en vaak nog veel minder over welke mensen er achter zitten. Het resultaat telt. Een nul of een één, positief of negatief, alles of niets, daar draait het dan om. Maar niemand wil de ‘niets’ horen. Of zoals het al ging ten tijde van de Zonnekoning: niemand wil slecht nieuws brengen, zeker niet in een technologische firma. Dus vervalst men desnoods rapportjes tot in het oneindige om toch maar in de gratie te komen van hun hogere laag. Middenkadermanagers zijn hier het ergste in, hen kan je om het even wat in een powerpoint laten gieten en ze zullen het nog verdedigen ook, zelfs wanneer ze staalhard moeten liegen om hun zogenaamde status te behouden. De vraag is vaak niet meer ‘Wie kan er deze vaardigheden?’ maar eerder: ‘Wie wil er tegen een zo laag mogelijk loon, zonder opleiding, materiaal of deftige begeleiding, zo veel mogelijk shitty jobs doen, zonder te zeuren en al te vaak ziek te vallen?’ Dit laatste schept een heleboel wantoestanden waarvan ik er hieronder enkele wil geven, puur ter vermaak en illustratie. Het is maar een kleine greep uit de vele, vele voorbeelden die ik zou kunnen geven. Ik beperk me dan nog tot diegenen die ik zelf heb meegemaakt. Ik heb in de IT/ICT wereld mensen als verkeersgekken door de straten weten razen omdat ze (zeer plichtsbewust maar naïef) toch maar hun vooropgestelde xaantal klanten per dag wilden halen halen. Ze rijden dan van hier naar daar, her en der te lande tegen een waanzinnige snelheid en met de nodige verkeersovertredingen (over de witte lijn, door het rood, rakelings
langst fietsers....). De ergste onder hen (iemand die zelden onder de 160 reed op de autostrades en zich een weg baande door eender welk klein zandweggetje om toch maar vooruit te geraken) vertelde me dat hij werkte zonder overuren op te nemen (daar werd de baas nogal boos over zo vertelde hij, en dat wilde de werknemer in kwestie vermijden). Hij werkte bij een service provider in het Waasland nota bene, waar hij niet alleen onderbetaald was, maar met eigen gekochte spullen de baan op moest om zijn taak uit te voeren (zelfs een zaklamp, schroevendraaier of kabels waren niet voorhande). Hij bezocht zaken en particulieren op verre lokaties en riskeert tot op de dag van vandaag nog steeds zijn leven om maar niet ontslagen te worden (enig minderwaardigheidscomplex dat hem op de werkplek was aangepraat was hem ook niet vreemd). De baas van die firma (een man die effectief vriendelijke was tegen zijn hond dan tegen zijn personeel) had er ook met de regelmaat van de klok genoeg van dat mensen overuren op wilden nemen of ‘op verlof’ gaan (zoals hij ziek zijn smalend noemde). Deze mensen werden dan ook snel ontslagen en vervangen door meegaande mensen die als slaven werden behandeld. Dezelfde werkplek was ook de thuis van twee ‘engineers’ die 15 uur aan een stuk werkten zonder te mogen eten van hun baas (dezelfde persoon die iedereen met een tweetal woorden toeblafte wanneer hij ‘orders’ gaf).
Ik heb ook werknemers gezien die sociaal en mentaal geteroriseerd werden door hun bazen (een Internet provider in het Brusselse) een plek waar men zo ver ging om rokers in het zwart een extraatje te betalen om bij de andere rokers buiten te gaan staan en achteraf alles te gaan verklikken aan de managers over wat ze hoorden, vrouwen weten zichzelf te verkopen als vleeswaar om toch maar hun job te mogen houden (ISP in Brussel), hoewel ze die niet aankonden (de toiletten waren op die plek een oord om te mijden zo tussen 12 en 13u en zeker na de vrijdagavonddrink ;). Ter illustratie van wantoestanden heb ik ook collega’s meegemaakt die vijf jaar aan nuttige buginformatie werkten en hun werk weten zien vernietigd worden, puur uit racsisme tegenover collega’s (Antwerpen).
Ik heb gezien hoe mensen in shiften werkten die onmenselijk waren, ik heb mensen weten standby staan 7 dagen aan een stuk in ruil voor 4 virtuele overuren (Brussel, IT bedrijf). Ik heb boreouts meegemaakt, niet in het minst door het aan den lijve te ondervinden, bij een gerenommeerde firma in het Antwerpse, waar collega’s soms uit pure ellende zaten te wenen op het toilet. Bij hostbasket (nu telenet geworden) liep er zelfs iemand rond die me zei “Ge moet dat aan mijn baas vragen, ik kan u daar ook op antwoorden, maar als die vent me als een hond behandelt mag’m het zelf doen.” een toffe sfeer om mee binnen te komen als nieuwe klant alvast. De mens in kwestie heb ik niet meer teruggezien, en ik hoop dat hij intussen in gelukkigere oorden werkt, buiten deze branche.
Evenzeer heb ik burnouts gezien (bij mensen die zelfs toen hun kind werd geboren steevast op een vliegtuig zaten om hun producten voor te kunnen gaan stellen aan klanten), er waren ook vechtparijen tussen managers over vrouwen (Brusselse startup), verchtpartijen tussen basen over prijzen van producten, bazen die hun persoonlijke rekening nog snelsnel spekten om daarna de boel met opzet failliet te laten gaan (Kontich). Ik heb mensen gezien die rijk werden, meestal door louche truuks toe te passen, en sales mensen die met hun pantoffels aan durfden te vragen of ik een Kerstkaartje voor hen wilde maken om naar hun familie en vrienden te kunnen sturen wanneer ze op verlof gingen. Deze laatste was trouwens de sales ‘manager’ van het bedrijf in kwestie. Een ex manager van HP (een bron van vreselijk incompetente mensen om een of andere reden) die er niets beter op had gevonden dan zijn living naar zijn bureau te verhuizen, pantoffels, krant en drank inkluis. In zijn departement zaten ook mensen die vrouwen aan de receptie lastig vielen en toen hierop commentaar werd gegeven steevast antwoordden dat ze zich verveelden (hoe een verkoper zich kan vervelen is me een raadsel, maar in de ICT was het blijkbaar een aanvaardbaar excuus om zich te gedragen als een verveelde puber met grootheidswaanzin). Dezelfde ‘sales’ mensen waren meestal terug te vinden rondom het faxapparaat om de makkelijke ordertjes die binnen kwamen via dat kanaal weg te grissen en op die manier zonder te werken hun cijfers op te krikken (wat dan weer leidde tot ruzies en scheldpartijen in het soort frans dat je enkel op een Brusselse kermis te horen krijgt). Zo had ik ook medelijden met de dame van ca. 22 jaar, die in een telecom firma enkel diende om
op beurzen mee te staan presenteren naar klanten toe. De managers noemden haar ‘de klantenmagneet’ aangezien ze haar uiterlijk echt wel ‘mee had’. Hoe mooi ze er ook mocht bijlopen, ze deed haar best (had zelfs meer verstand over de technische zaken dan de meeste van haar collega’s) maar nog werd ze gewoon als ‘eye candy’ ingeschakeld, vooral op presentaties. De verkoper die haar meestal begeleide was ook niet weg te slaan uit haar buurt, mede omwille van de aandacht en verkoopsresultaten. Je kon de frustratie vaak zo van haar gezicht aflezen. Deze branche is echter meedogenloos: je bent meestal een smurf, iemand met maar één specifieke eigenschap of rol. Dat rolletje wordt van je verwacht, steeds weer opnieuw, en omdat men niet met mensen en hu capaciteit bezig is, kan het hen ook geen zier schelen dat je meer zou kunnen. Waarom zouden ze ook. In het smurfendorp is er altijd wel een goede ziel die je zaakjes op orde brengt. Gratis. De radeloosheid van sommigen kan misschien nog best geillustreerd worden door het volgende: zelf ben ik ooit ontslagen geweest om met de “foute” persoon te lunchen (blijkbaar iemand die enige zeggingschap had over de toekomst van de firma, maar die met mijn gezellig kwam bijpraten over enkele vroegere jeugdhuisfeestjes die we samen bijwoonden). Mijn toenmalige manager, een vrouw die enkele tafels verder aan het eten was in dezelfde nabijgelegen zaak, was zo furieus over mijn contacten dat ze me meteen de laan uistuurde (mits force uitbetaling om me vooral niet naar de arbeidsrechtbank te laten stappen of het voorvel aan de grote klokt te hangen). Ze kon het, naar eigen zeggen, niet hebben dat er werd gepraat met de mensen van het hoofdhuis. Tot mijn groot jolijt was een jaar laten heel de firma failliet wegens “gesjoemel aan de top” om het woord piramidespel niet te gebruiken. Zelf heeft ze nog enige excollega’s via chantage en sociale druk aangezet om lovende online comments te geven op Linkedin over haar managementkwaliteiten. Hetgeen nog beloond werd ook, met een nieuwe job bij een zeer gerenommeerde firma (de inteelt is oneindig in deze sector). De zieligste firma waar ik ooit werkte was meteen ook diegene die me het langst in dienst heeft gehouden (zegt ook al veel). Tot ik er uit pure verveling een boreout heb gekregen en mezelf heb laten hangen als iemand gewoon op zijn bureau ligt en zegt ‘of ik hier nu werk of niet, het
heeft geen zin’ ben je meteen bovenaan de lijst van te ontslagen werknemers gezet uiteraard.
Bore-out
Een taboeonderwerp misschien,... de boreout, of een chronische verveling. Een boreout is erger dan een burnout, gewoon omdat al je energie, heel je zelfbeeld en je motivatie tot depressieve laagtes daalt en je effectief niet meer in staat bent te werken, naar de winkel te gaan of je huishouden op orde te brengen. Men had mijn takenpakket namelijk systematisch uitgehold en uitbesteed. Waardoor van mijn oorspronkelijke job slechts een 5% vd tijd nuttig gevuld kon worden. Wanneer je hierover iets zei, vroeg men je gewoon om te zwijgen, omdat anders de cijfers en headcount niet meer klopten. (Ik ben nog liever werkloos dan een halve dode die op een werkvloer rondloopt zonder taak en doel).
Het kwam daarbij zo ver dat ik niet eens meer wist welke dag het was, niet meer naar meetings ging omdat er toch niets te vertellen was (of iets beslist werd) en waar men zelf mijn weinige afgeleverde werk van de taken die ik nog kon doen, herleid had tot niets (een consultant had blijkbaar het leuk gevonden alles te wissen en af te breken tijdsens mijn vakantie...). Erger werd het toen ook de mensen op mijn afdeling één voor één zonder werk begonnen vallen en dan maar werk begonnen faken. Men deed alsof men zijn taak nog aan’t doen was, maar in feite was er niets meer...
Het moment waarop het bij mij brak was toen ik half ingedommeld aan mijn bureau zat, mijmerend over betere tijden en ik opeens een klein spinnetje opmerkte. Het diertje was tussen mijn schouder en het computerscherm een web beginnen bouwen. Ik schoot in de lach en ben toen eigenlijk beginnen zoeken naar iets anders... iets beters. Iets waar je kunt werken en màg werken, zonder elke stap en elke beweging te moeten verantwoorden aan mensen met het verstand van een boon en de kledingsstijl van een
VTMpresentator uit de jaren ‘90.
De helden
Ik had het al over de onwil om problemen echt op te lossen, een aspect hiervan is inderdaad het afschuiven van de verantwoordelijkheid op een onderaannemer. Maar er is nog een andere reden waarom men problemen vaak laat aanslepen: men wil de held kunnen zijn. Ooit zei een IT’er op een bedrijf waar ik een werk uitvoerde me, dat hij zijn eigen manier van werken had. Ik had net een telefoon gekregen waarin ik werd aangemaand sneller door te werken, terwijl ik met onvoorziene problemen te maken had gekregen. De man hoorde mijn gesprek en zei me dat hij op de firma waar ik zat mensen gewoon liet barsten. “Dat loont ook” vertelde hij me, terwijl hij een éclair opslokte. Hij vertelde me dat hij vaak in mijn positie had gezeten. De man die het probleem fysiek tracht op te lossen krijgt de wind van voren en wordt vaak tien keer per dag opgebeld om een status mee te delen. Hij had er iets op gevonden: wachten. Hij was het zo beu dat de mensen die zeuren en rapportjes opvroegen met zijn pluimen en verdiensten gingen lopen dat hij hele afdelingen vaak urenlang zonder internet liet zitten. “Dan krijg je toch nog meer gezeur?” vroeg ik hem terwijl mijn telefoon nog een sms binnenkreeg van mijn baas. “Neen hoor, ik ben daarna de redder in nood. Ik had het vijf minuten nadat men het had gemerkt ook kunnen oplossen, maar dat doe ik met opzet niet. Anders denken ze dat ik niet werk.” hij dronk van zijn cola en was duidelijk in zijn nopjes over het kwijt kunnen van dit verhaal. “Wanneer ik binnenkom en zeg dat er allerlei toestanden aan de hand zijn en ik al uren mijn best
doe om het te fixen, dan appreciëert men me, zeker wanner ze al uren zelf kunnen zien dat er wel echt een probleem moet zijn.” Hij leunde ostentatief achterover in zijn stoel. “Wanneer ik echter met een druk op de knop alles na enkele ogenblikken terug in orde heb, denkt men dat ik hier heel de dag niets zit te doen. Ik moet mijn act dus opvoeren, met schroevendraaiers en hard drives liggen klooien en zwetend in een serverhok staan kabels heen en weer rommelen, … dan weet men dat ik hard werk en ben ik soms zelfs de held van de dag.” Ik stond perplex. De man was dik, at te veel, dronk cola bij de vleet en werd door de medewerkers op handen gedragen (gelukkig niet letterlijk) omdat hij zo hard werkte. Een echte held dus.
Klanten moet je niet verdienden, zij verdienen jou.
De visie bij ICT en IT bedrijven op klanten is vaak omgekeerd aan het vraagenaanbod principe van de echte economie. Men gelooft zo erg in het eigen kunnen om een vraag bij de klante te creëren, dat men verder (eens de bons, orders of bestellingen binnen zijn) niets meer doet met de orderflow dan berekenen wat de winst is. Sommige dozenschuivers (box movers voor de ingewijden) zijn zo erg bezig met hun percentjes, dat ze veek vergeten dat er buiten de 10% tot 25% winst op een ‘doos’ materiaal, ook nog daadwerkelijk een fysiek item moet geleverd worden. De meerwaarde van sommige firma’s is nagenoeg nul op dit gebeid. Men krijgt in België zeer vaak te maken met bedrijven die bij de hoofdverdelers en fabrikanten moeten inkopen, om dan terug te concurreren met diezelfde hoofdverdeler en fabrikant, die uiteraard een goed draaiende, meestal in Nederland gesitueerde webshop onderhouden.
Meer nog, specifiek voor grote merken zoals Cisco (om er maar één te noemen) kan je vaak aan veel lagere prijzen aan materiaal geraken door bij een zusterfirma van het belgische verkopertje
dat is langst geweest te kopen. Men loopt er vaak gewoon bij voor de lol in deze branche, wetende dat tussen nu en 3 à 4 jaar hun business model niets meer waard is dan het doordrengde bierviltje waar het destijds was op uitgedokterd.
De bedrijven buiten de technische sector die een systeem, beveiliging of netwerk aankopen tasten vaak zo zeer in het duister, dat ze dan maar vertrouwen op het persoonlijke netwerk van de aankoper of CEO. Daar loopt het dan meestal falikant fout. De onskentons mentaliteit op dit vlak gaat vaak erg ver, en dit is ook vaak de reden dat je als eindklant versteld staat van de inefficiëntie van bepaalde grote belgische bedrijven inzake facturatie, netwerk, website, database, stock, enz... De systemen die men om de boel vlot te laten draaien aankoopt zijn vaak gekocht op niets meer dan een de kennisenkring van de aankoper of beslissingsmakers. Waardoor er uiteraard de vijftiger op bedrijf ABC, een volledige firewall oplosing voor de veertien vestigingen koopt bij bedrijf DEF, waar de andere vijftiger (meestal account managers) die hij van vroeger kent dat wel ‘zal regelen’. Productkennis of godbetert enige technische inzichten gebeuren meestal door de vertrouwelingen van deze account mangers en aankopers, en laat ons eerlijk zijn, deze mensen vertellen je om het even wat hun baas wil horen. Dit soort praktijken gebeurd evengoed in overheidsinstellingen, scholen dan in grote privé firma’s. De uitvoering en implementatie van zo’n systemen (die meestal van bij het begin gedoemd zijn om te mislukken) gebeurd dan door onderaannemers en consultants, op wie de hoge heren zeer snel de schuld zullen beginnen afschuiven moest er iets mislopen met de oplevering. Zelf heb ik ooit een groot systeem mee helpen implementeren bij een zeer gekende grote firma in hartje Brussel, waar men op de lange duur alle infrastructuur moet vervangen omdat aankoper, zowel als mijn eigen baas, excollega’s waren. De grote deal was gesloten, maar de technische problemen (die ik en mijn collega’s voorspeld hadden) bleven zich opstapelen. Ergens loopt het dan falikant fout, en betaalt de klant en eindklant de rekening. De reden dat UW producten van deze firma zo duur zijn, is mede dankzij de nestbevuiling van enkele ICT bedrijven en de corrupte aankoop mentaliteit die er heerts in vele grote firma’.
De reden dat men enkele percentages meer moest vragen aan de eindklant was niet omdat de
grondstoffen duurder werden of de loonkost te hoog was, maar omdat twee corrupte mensen elkaar kenden en er bijgevolg een volledige IT infrastructuur enkele maanden later opnieuw moest opgebouwd worden door een nieuwe leverancier. Wat me doet walgen is dat de heren die dit soort constructies opzetten, enkele weken later gewoon in een ander dure wagen, met een nieuw maatpak bij een andere werkgever werken... want op papier (hun CV vol leugens) zijn ze immers topverkoper uit een concurrerend bedrijf. In werkelijkheid zijn ze de reden dat u en ik meer betalen voor producten en misschien vele goede IT’ers niet meer willen werken als de vuilmeid van enkele verkopers. Dit probeem is nochtans makkelijk op te lossen. Wanneer er systemen worden aangekocht, zou men de verkoper, zowel als heel de firma voor wie deze werkt, verantwoordelijk moeten stellen (niet alleen met geld, maar ook fysiek) voor de correcte oplevering. Een jaar nà de correcte oplevering zou er dan vanuit een centraal bonusfonds voor verkopers (naar analogie van de huidige regeling voor de vakantiegelden voor arbeiders) een bonus worden uitbetaald voor de gedane correcte verkoop. Het fysieke gedeelte zou heel simpel zijn: wanneer er fraude wordt bewezen, of opleveringen niet de beloofde technische kwaliteit hebben, zou de verantwoordelijke (dit kan ook een technisch iemand zijn dus) effectief de cel in gaan. Op deze manier krijg je een gezondere, eerlijkere concurrentie en een betere economie. Bijgevolg zullen ook de mensen die puur op vriendjespolitiek teren, of niet genoeg kennen van hun producten aan de dop staan, en niet de hardwerkende IT’ers die werden wegbezuinigd. Dit plan schept niet allen werkgelegenheid, het stop ook de roofbouw op de IT en ICT gerelateerde economie.
Recruiters buiten de wet!
Aansluitend bij de vorige paragraaf zou je ook een maatregel kunnen invoeren waarbij een werknemer die voor een firma werkt, ook door deze firma op de payroll zou moeten komen. Met andere woorden: ik zou in mijn maatschappij niet toelaten dat een bedrijf iemand nodig heeft, maar een ànder bedrijf in huurt om deze persoon te werk te stellen (op enkele uitzonderingen na, waar je bijna niet anders kan, zoals seizoensarbeid of tijdelijk werk voor particulieren).
Op deze manier zou ik een ware oorlog beginnen tegen de tussenliggende parasitaire economie. De recruiters, de sociale bureau’s, de interimkantoren, de selectiebureau’s enz... Wanneer je iemand in dienst wil nemen, zal je als firma dit zelf moeten doen. De pure selectie (het solliciteren bijvoorbeeld) kan je eventueel nog overlaten aan een gespecialiseerde firma, net zoals de loonberekening en admin. Maar de persoon die fysiek aanwezig is in je firma, of ergens ten velde (of thuis) voor deze firma werks ZAL ook in diest zijn van deze firma. Deze maatregel zou een ware slachting aanrichten in de uitzendsector (om maar te zwijgen over de vele, vele recruiters en ICTselectiebureautjes). Er is inmiddels zo’n scheve situatie ontstaan inzake uitzendarbeid en onderaanneming dat je je eigen economie steeds meer tot een ‘kiekenkot’ laat verworden. Men heeft àltijd wel ergens een contractor, interim’er of wie dan ook klaar staan (de overheid heeft zelf nog extra’s zoals mensen met allerlei statuten die zo goed als gratis komen werken, … dingen als GESCO, artikel 60,....) Deze branche is zo verziekt, dat zelfs recruiters tegen elkaar vriendelijk doen om toch nog maar een paar maanden voort te kunnen blijven bestaan met elkaars kandidaten aan elkaars klanten voor te gaan stellen en er geld voor in ruil te krijgen (TalentIT en DEVOteam bijvoorbeeld, die me om beurten 5 min. na een sollicitatie, vroegen om niet meer via de andere te solliciteren:) maar er zijn er nog andere.... Geen wonder trouwens dat de lonen in deze branche zo hoog lijken voor grote bedrijven; de recruiters huren elkaar soms in een cascade van 4 bedrijven in, om kandidaten te zoeken, en voegen elks een 10 tot 30% van het loon toe om hun eigen werknemers te betalen. Een concreet voorbeeld van deze outsourcecascade uit mijn eigen sollicitatierondes: Een grote internet provider (laat ons voor de gemakkelijkheid het Xnet noemen) huurde Devoteam in, die op hun beurt TalentIT inhuurde, die op hun beurt Talents2test inhuurde (en daar kwam ik via een interim contact terecht, die ongetwijfeld ook een graantje meepikten). Heeft een bedrijf als Xnet zelf geen HRdienst? Heeft een grote firma er niet alle baat bij om zelf
hun mensen te zoeken en het niet over te laten aan mensen die gisteren nog achter de toog van een louche bar stonden en vandaag snelsnel een pak hebben aangetrokken om mensen te ‘recruiten’? Komt daarbij nog het financiële aspect... je kan je mensen veel beter betalen indien je rechtstreeks mensen aanwerft, in plaats van ⅓ van het loon aan de vingers te laten kleven van dubieuze outsourcefirma’s. De recruiters zouden in dit geval aan de dop moeten staan, niet de sollicitant (die dan wegens ‘te hoog loon’ niet wordt aangeworven meestal,... tja. Als je een loon van 2200 bruto op laat pompen naar 3100 omdat de recruiter ook boterhammen wil eten, dan ben je niet bezig met technologie of HR, maar met een piramidespel!!!). Wie wordt hier beter van? Niet de bedrijven die mensen willen tewerkstellen om hun vacatures in te vullen (deze betalen meer, en moeten lang wachten op resultaten die nogal bedroevend zijn meestal). Niet de werklozen of werkzoekenden, want deze moeten ènorm veel tijd besteden om in al deze kleine firmaatjes zich in te schrijven, voor te stellen en naar eindeloos veel sollicitaties te gaan (men werkt hier volgens quantiteit uiteraard, men wordt toch betaalt per kandidaat). De werkzoekenden moeten eigenlijk het heft hier in eigen handen nemen vind ik, en net zoals ik, de recruiters en de interimkantoren massaal laten stikken. Laat hèn maar werkloos worden,... bedrijven die nog echt iets produceren of diensten aanbieden zullen altijd nog mensen nodig hebben die echt iets kunnen. Terwijl we recruiters niet echt gaan missen niet? Deze mensen kunnen hier en daar wel eens een voltreffer scoren (er is altijd wel iemand tevreden met de selectie als je maar vaak genoeg probeert), maar over het algemeen doen ze niet veel meer dan CV’s dataminen en deze matchen met de vacatures. Om te beletten dat kandidaten zelf hun CV matchen met een vacature, sluiten de recruiters contracten af met deze bedrijven. Zo krijgen ze vaak bonussen ter waarde van 6 maanden loon van de aangeleverde kandidaat als bonus toegewezen, puur omdat ze een vacature WEL binnenkrijgen, en de kandidaat deze niet te zien kreeg, tenzij hij via de recruiter werkte. Meer nog, de recruiters in kwestie worden ook betaald per aangeleverde sollicitant... wat complete waanzin is in tijden van crisis!
Schaf deze boel af, stel het zelfs buiten de wet voor mijn part, en de “loonkost” van deze recruiters (plus hun bonussen) zullen al zeker wegvallen qua kost. Ik had zelf een paar keer kans op een uitstekende functie binnen een firma, maar door de hoge looneisen en onderhandelingen van de recruiters liep het telkens mis op het loon dat ZIJ vroegen voor mij. Men roomt hier af om hun eigen zelf bedruipend systeem in stand te houden terwijl men weinig tot geen meerwaarde biedt, en wie is er de dupe? Heel onze economie in feite. Mijn boodschap is duidelijk: stel recruiters gelijk aan koppelbazerij (bouwsector) en stel het dus bijgevolg buiten de wet.
Onderlaag, Opperlaag,...
Ik heb medelijden met iedereen die zich laat verleiden tot het volgen van een cursus naar een van de knelpuntberoepen binnen de IT en ICT. Echt waar, je komt meestal terecht bij VDAB, Syntra of een of ander opleidingscentrum waar je veel centen voor moet neertellen (of door de staat gepushed wordt), om dan geïndoctrineerd te worden over de technologische aspecten van je toekomstige job. Maar het eindigt in een firmawagen, snel je broodje opslokkend op weg naar de volgende klant waar je dan een kabel/server/router mag komen neerpoten. Je staat onderaan een omgekeerde piramide. Waar bovenaan de pakkendragers en ophoog gepromoveerde ‘onderonsjes’ zitten en onderaan de mensen die het werk moeten uitvoeren maar daar meestal niet de middelen toe krijgen, noch de tijd, noch de verloning en al zeker niet de appreciatie. In zulke branche kan je maar twee dingen doen: proberen manager te worden (geen middenkader, maar hoger!) om zo lang het kan je graantje mee te pikken, of het aftrappen voor
je gedegouteerd wordt of erger: mentaal neer gaat. Nog zeggen: Je zit vaak in een piramidebouw project, maar dan met twee slaven en 5 farao’s... met daartussen een hele hoop mensen met een zweepje die je aanmanen om de blokken steen snel bovenop de piramide te plaatsen, maar niet eens door hebben dat twee man de stenen zelf niet kunnen heffen en tegelijk te dom zijn om op het idee van een hefboom te komen.
De piramide geraakt niet af op deze manier, en dan haalt men er wel andere managers en outsourcing bij om het desnoods toch af te werken met 200 extra slaven die de taal niet kennen, maar wel goed kunnen heffen.
Deze situatie heb ik trouwens bijna letterlijk meegemaakt, bij een firma in het Antwerpse, waar ik 3 collega’s die op een beurs stonden, verving. Ik had een dringende opdracht gekregen en deze moest ik uitvoeren op de werkplek van de 3 afwezige collega’s (die trouwesn onbereikbaar waren). Na ongeveer een half uur had ik door dat er geen info was, noch materiaal, noch enige voorbereiding. Dus begon ik noodgedwongen van nul, met het beetje info dat ik van de klant zelf nog meekreeg na enkele telefoongesprekken. Vervolgens kwam vanuit de grot waar ze woonden (ik refereerde naar nauwelijks ooit door hen verlaten plek van een reeks bureau’s die mooi op een rij stonden onder een reeks hangplanten als ‘de grot’) alle vijf de managers klagen. Eerst om beurten, en daarna toen ze elkaar vanop twee meter afstand toch maar even hadden gemailed, alle vijf tegelijk. Om me te vragen waar het eindresultaat bleef. (Een eindresultaat dat ook de afwezige collega’s nooit hadden bij elkaar gekregen, omdat ze zelfs te lui waren geweest, of te ongeïnteresseerd, om zelfs de basis in orde te krijgen. Eentje werd er zelfs zo boos, dat hij “zijn stem ging verheffen” een nooit gezien feit in deze steriele omgeving, waar alle emotie zich buiten afspeelde in de vorm van ontsnappende winden uit hun pretentieuze aars. Ik legde hem uit dat er met zes ‘statusopvragende’ managers rondom me, inmiddels meer tijd was verloren gegaan door telken alles te moeten uitleggen (in kindertaal dan nog), dan dat ik echt iets had kunnen doen voor het project.
Deze laatste had gelukkig meer verstand dan zijn ondergeschikten (hij had ooit eens een boek gelezen denk ik) en gaf me de tijd en middelen om mijn project verder af te werken. Hoewel de anderen het me zijn blijven kwalijk nemen. Ik heb maar gezwegen over de drie dozen vuilnis die ik eerst van de testbenches heb moeten halen alvorens ik ook maar kon beginnen met het werk dat me was toegewezen. Er zijn tal van deze voorbeelden te vinden doorheen mijn zogenaamde carrière, maar ze komen er eigenlijk allemaal op neer dat de middenkader managers meestal de grootste oenen zijn, en zeker in een ICT bedrijf eigenlijk meer schade aanrichten dan goed doen. Er zijn uiteraard uitzonderingen, en voor die mensen heb ik alle respect, je met het tenslotte maar doen; tussen twee vuren zitten continue. Op deze manier stopt goodwill uiteraard bij een werknemer. Eén uitvoerende en meerdere gillende managers die enkel maar hun cijfertjes of rapportje willen sturen. . Het bedrijf ik kwestie heeft dit soort structuur nog steeds hoorde ik laatst van iemand die er nog steeds werkt maar naar een ver oord werd verbannen; de werknemer die me dat vertelde zij me er nog bij dat ik heel blij mocht zijn om daar niet meer te werken. Ik geloofde hem en knikte.
HR is onbestaande in ICT
Zoals gezegd lost men in ICT bedrijven vaak een HRprobleem op, geen technisch probleem,... de verantwoordelijkheden en kosten afschuiven op een ander is eenvoudiger dan iemand op te leiden blijkbaar. Ook de visie op IT en ICT in’t algemeen is er vaak een waar het een noodzakelijk kwaad is, waar je maar beter een paar ‘nerds’ mee kan laten doen, maar liefst zonder al te veel kosten. Meer nog, de bedrijven met veel geld (en zo zijn er toch nog wel een pak, in tegenstelling tot wat werkgeversorganisaties ons willen doen geloven), kiezen er systematsch voor om met een zo min mogelijk budget, zo veel mogelijk op goodwil te rekenen van hun technische mensen.
Hebben deze mensen dan een onderbetaalde hondenjob? Neen, dat niet, de meesten zijn goed betaald en hebben een functie die hen wel kan bekoren hoor. Het probleem zit’m dieper: de “happy few” die inderdaad niet te klagen hebben beseffen vaak niet in wat voor geprivelligeerde positie ze zitten. De anderen zijn weldegenlijk onderbetaald en doen vaak het vuile of stresserende werk (installaties, permanentie, interventies, afleveren van oplossingen, code debuggen, kabels leggen, servers installeren, …) De visie is blijkbaar dat technische taken niet echt uitgevoerd moeten worden, maar uitbesteed. Uiteindelijk moet er wel een pipo een server installeren ergens... maar wie dat precies uitvoert en fysiek in orde brengt is meestal van ondergeschikt belang. De meetings, planning en structuur om tot die oplossing te komen is belangerijker voor deze bedrijven. HR beperkt zich meestal tot het zorgen voor de oppervlakkige contacten en het regelen van minimum beslissingsnemers. Of deze zelf iets kunnen maakt in feite niet uit. Men gaat hier zelfs zo ver in dat men in deze sector meer recruiters heeft dan echte werknemers, men heeft vaak HR mensen in dienst die zich over alles en nog wat ontfermen, maar die volledig te kort schieten wanneer men opleiding vraagt. (Zo kreeg ik ooit een weblearning pakket aangeboden, waar men de basisbegrippen van een IPadres ging uitleggen, hoewel mijn dagtaak er in bestond IP paketten te analyseren). HR werkt volgens het principe: “ik ken niets van de werknemer’s jobinhoud, dus ik ga dan maar wat papierwerk in orde brengen” (of at random mensen lastig vallen met onnozeliteiten zoals enquêtes).. Men gebruikt zelfs het excuus dat men er enkel is om de administratie in orde te brengen bij een HR afdeling,... dat men met menselijke ‘grondstoffen’ werkt is hen compleet vreemd. Of de ICT en IT mensen nog gelukkig zijn, of ze voldoening hebben in hun job, voldoende middelen en verder hun omkadering in orde is, maakt in feite weinig uit. Waarom zou je ook? Technische mensen zijn immers toch een verlengde van hun computers (in hun visie). Bewijs hiervoor van mij is dat op de bedrijven waar ik ooit werkte maar twee maal een HRmedewerker heb gesproken: een keer bij de sollicitatie en/of tekenen van het contract en een tweede keer tijdens het exitgesprek.
De laatste HR “directeur” die ik op die manier voor mijn neus kreeg heb gevraagd of hij ooit wel eens op de verdieping is geweest waar ik mijn taak uitvoerde, of hij met andere woorden echt wist hoe het daar aan toe ging. Het antwoord was “neen, ik werk op het gelijkvloers” HR in een ICT bedrijf is eigenlijk een excuus om familie en kenissen een verdoken vorm van sociale zekerheid te gunnen. Hoe meer geld er is om op te souperen, hoe meer er van die mensen opeens opduiken in een HRafdeling, zo lijkt het.
“Skeleton crew” syndrome
Sinds de crisis is er ook een fenomeen opgedoken bij grote bedrijven dat ik het ‘skeletoncrew’ syndroom ben gaan noemen. Zelf bij bedrijven waar men nog zeer goed draait en fabelachtige winsten maakt, duikt dit syndroom op. De bestaande werknemers die in de IT en ICT werken (inclusief consultants) worden systematisch herleidt tot het uitvoerders van hun takenpakket, waarbij er zo veel mogelijk taken en overlappende bezigheden worden in elkaar gepuzzeld tot men werknemers kan ontslaan of hun contract niet meer hoeft verlengd worden. Kostefficiëntie noemt men zoiets... waar je tien man in een afdeling hebt rondlopen, kan je het zeker ook met negen mensen redden. En daarna met acht, en wanneer er een op pensioen gaat hoeft die ook niet vervangen te worden, en die consultant... tja, die gaat er ook uit. Op de lange duur is zo’n afdeling enkel nog bezig met de kerntaken. Op zich is dit economisch nog te verantwoorden (een bedrijf wil nu eenmaal winst maken). Maar wat ik niet begrijp is dat men deze houding zo ver doortrekt dat er op de lange duur enkel nog werknemers bezig zijn met het blussen van brandjes. De echte structurele opbouw van een IT en ICT omgeving, de onderhoud en planning van een serverpark, de uitbouw van een netwerk, worden allemaal
ondergeschikt aan het snel reageren voor er iets in de core fout loopt. Het gaat zelfs zo ver, dat in bepaalde firma’s er meer volk rondloopt op de paar echte werkende mensen in’t oog te houden en te sturen in deze korte termijnsvisie, dan dat er mensen echt iets doèn. Tot het moment dat de veer breekt, tot het moment dat het zo erg wordt dat zelfs de oude rotten in het vak het opgeven of elders werk zoeken. Waarna men desnoods een paar kernateken uitbesteed. De echte techniek en de doordachte opbouw van een ICTomgeving is compleet niet meer aan de orde bij vele firma’s. Een concreet voorbeeld van dit soort skeletoncrew syndroom wil ik toch gebruiken ter illustratie. Firma XYZ had een tiental lokaties in het buitenland overgenomen, waar er meestal enkel productie plaatsvond, en geen eigen IT werknemers aanwezig waren. De taak om de fysieke backups te nemen was doorgegeven aan een externe firma. (Ongeacht of deze taak nog nodig is in deze tijd, daar ga ik het niet eens over hebben). Deze externe firma had op haar beurt mensen ingehuurd om af en toe de backups te nemen en de tapes of disken (afhankelijk van de gebruikte software) te verwisselen. Op bepaalde locaties was er echter al maanden geen rapport meer te zien over deze taak. De ICT’er in het hoofdkantoor (die er alleen voor staat wegens skeletoncrew syndroom) verwittigde zijn overste hiervan. Deze reageerde met een mailtje (na een week). In het mailtje, stond de sales verantwoordelijke van de eerste externe firma in CC. Hier kwam geen reactie op (wat kan het een sales ook schelen dat er ergens ver weg in een land waar hij nog nooit heeft van gehoord een backup niet is gebeurd. Het contract is al lang binnen, zijn percentjes lopen op, en hij is al lang de volgende grote vis aan’t vangen). Daarna volgde een lange cascade van opeenvolgende mails en telefoons, waarbij de drie betrokken firma’s elkaar beschuldigden van allerlei niet ter zake doende feiten. Volgens de ene was het nooit hun taak geweest om dit te doen, volgens de andere was de onderaannemer in fout (èn onbereikbaar) en volgens de firma XYZ moest er snel een oplossing komen, vermits men daar toch voor betaald had. Een cluwen van semijuridische termen stapelde zich op, met als resultaat dat de ICT
werknemer ten einde raad maar zelf ter plekke is gereisd om enkele tapes te verwisselen. Dit, terwijl zijn echte taken op het hoofdkantoor bleven liggen. Een typerend voorval, waar menig IT’er en ICT’er zijn of haar eigen situatie zal in herkennen denk ik. Met meer personeel had dit totaal geen probleem hoeven zijn trouwens, dan had er zelfs geen salesboy van een onderaannemer iets verdient, want dan had men zelf voor een goede oplossing kunnen zorgen. De skeletoncrew werd hier toegepast, met alle gevolgen vandien: een hoog prijskaartje, afgeschoven verantwoordelijkheden en een heleboel ‘parasieten’ die mee profiteren zonder iets te hoeven doen eens het contract is afgesloten. Ik vraag me trouwens af waarom firma XYZ in dit geval ooit koos voor deze tactiek om kosten te besparen: ze bulkten van het geld en hebben de economische inzichten om in te zien dat dit contraproductief is. Ik begrijp zulke toestanden enkel in noodlijdende firma’s, waar men echt moet besparen zonder echt de keuze te hebben. Maar niet in goed draaiende multinationals, waar men honderden miljoenen winst maakt per jaar. Kan er dan ècht geen IT’erke af van 2000 in de maand? Of zijn de cadeau’s van de outsourcefirma’s aande managers zo riant dat men zonder blikken of blozen coretaken uitbesteed aan een stel parasieten (want dat zijn het, deze outsourcefirma’s werken meestal met extreem lage lonen en bijna criminele werkomstandigheden). Ze worden hier volop voor beloond door ‘het systeem’ ook nog, ze worden in feite betaald om een bestaande structuur kapot te maken en te vervangen door complete incompetentie en corruptie. Toch blijft de leiding van zulke firma’s resoluut voor deze aanpak kiezen... want ICT is immers niets anders dan dozen van A naar B brengen volgens hen. Mijn raad aan iedere techniche werknemer die in een bedrijf zit waar men het ‘skeleton crew syndrome’ begint te zien: rennen! Laat ze stoven in hun eigen nat.
Verveling en youtube
Het grootste taboe in de IT is meteen ook mijn grootste ergernis. Je moet er altijd werkend uitzien, ook al heb je niet echt iets om handen, ook al heb je al maanden een depressie, ook al is je omgeving een grote hoop ellendige mensen. Je moet blijven klikken, typen, rondzeulen en ‘werken’. Dit is maar een façade er heerst (en dat mag u gerust van me aannemen) in de onderlaag van de ICT en IT een absolute, verregaande verveling. IT’ers willen ook naar hun omgeving toe als hardwerkende overkomen, dus vaak weten zelfs vrienden en familie niet hoezeer ze zich wel vervelen. (Om maar te zwijgen over de techies die zogenaamd op meetings zitten terwijl ze in feite geen zin hebben om naar huis te komen omdat ze daar meestal harder moeten werken in het huishouden dan dat ze op hun bureau zitten te klikken en lui te wezen). Ik zeg niet dat iedereen in de IT/ICT niets om handen heeft, maar een flink percentage mensen wordt noodgedwongen herleid tot het achtereenschermzitten en wachten op werk of worden daartoe aangezet door een compleet demotiverende structuur. De verveling die ik zelf heb geobserveerd en meegemaakt kan jet niet uitleggen aan mensen die dit fenomeen niet kennen, maar je krijgt er op de lange duur een boreout van. De structuur dwingt sommige werknemers in een situatie waar ze tussen twee departementen vallen of op werk moeten wachten, of nog erger: waar de taken zijn geoutsourced naar het buitenland, maar waar de oorspronkelijk werknemer nog even wordt in dienst gehouden in geval er toch iets fout loopt bij de ingehuurde lageloon bedrijven. Enkele verveelactivitetien kunnen misschien een licht werpen op wat zo’n werknemer heel de dag uitvreet: jobsites afspeuren (dat gebeurd in’t begin vooral, wanneer je door hebt dat je job op de tocht staat en nog energie wil stoppen in het schrijven van sollicitatiebrieven).
youtube filmpjes bekijken (ik denk dat er geen bekend youtube filmpje is dat ik nog niet heb bekeken, van Maru de japanese kat, tot BMXstunts, zangers die flessen op hun hoofd krijgen tot en met ongeveer alles dat op dumpert.nl is verschenen :) je kan het zo gek niet bedenken of men mailt en IM’t links van filmpjes naar elkaar door op van die bedrijven. stressballetjes naar een ring gooien aan de muur webgames spelen (kingdom rush, tribalwars, stickarena, …) gewoon gamen (leage of legends, quake, C&C, starcraft, Enemy territory...) films bekijken (ja, ook ‘adult’ materiaal, zoals een consultant me ooit zei, die in een hoekje naar de pornografische versie van Sneeuwwitje was aan’t kijken: ‘ik heb dat per toeval gedownload’) bij collega’s langstgaan die meestal een langdradige uitleg doen (puur om de tijd vol te krijgen) lange pauzes nemen (ik maakte er op de duur een sport van om zoveel mogelijk collega’s zo lang mogelijk mee uit eten te nemen ofzo, gewoon om te zien hoe lang ik ze van hun ‘werk’ kon houden. Het record was drie uur en 14 min. Op het toilet gaan zitten met een goed boek (een van de betere tijdsbestedingen, ik ben er in geslaagd om een volledige Tad Williams boek uit te lezen op die manier) twitteren bloggen faceboek (uiteraard verveelde IT’ers en FB gaan goed samen) je eigen bedrijfje runnen (zo heb ik mensen gezien die testwerk voor een grote Telecom firma lieten liggen omdat ze nog snel even HUN eigen klanten eerst wilden verder helpen bij het instellen van hun televisie!) Op een van de firma’s waar ik de laatste jaren voor werkte zat ik en mijn collega soms dagen aan een stuk alleen in een kantoor, waar er verder niets te doen was en ook geen opdrachten binnen kwamen. (De sales man was immers er van overtuigd dat zijn klanten hem wel zouden “faxen” wanneer ze iets nodig hadden... we schrijven 2012). Wij zaten intussen ijsjes te eten op de parking of uit verveling te snoepen of in de buurt rond te wandelen. Enkele buren dachten op de duur dat we ‘hangjongeren’ of ‘inbrekers’ waren, maar we waren gewoon IT’ers met niets om handen. Het is uiteraard makkelijk om dan te zeggen: ga toch een andere job zoeken... welnu, dàt was de àndere job. Ik ben op bedrijf A gaan lopen uit pure verveling, en op bedrijf B was het zonodig nòg
erger. Op de lange duur ben je alle zelfrespect en je beheersing kwijt en zit je naar een youtube filmpje te kijken over iemand die 220 rijdt met zijn motor, terwijl je een aardbeientaartje eet. Ik ben daar niet trots op uiteraard, maar ik wil het taboe doorbreken: vele mensen die niet tot over hun oren in’t werk zitten in een ‘skeleton crew’ zitten in de verveling, de totale verveling. Het erge is dat ze zelfs door de crisis geen andere job kunnen vinden, omdat iedereen weet dat sommige jobs gewoon garant staan voor verveling (datacenter management, security consultant, telecom test engineer, project manager, Ops...)
Let the Salesforce be with you
Sales mensen, zijn tegenwoordig in de IT/ICT branche niet meer dan een maatpak en een company visa kaart. Een straffe uitspraak misschien, maar het is in mijn opinie volledig overbodig geworden om traditionele verkopers en sales te hebben. Maar ze lopen er nog wel lekker rond uiteraard. Mijn afkeer van deze praktijk ligt ook mee aan de grondslag waarom ik deze branche verlaat. Een sector waar in de bedrijven mensen rondlopen die enkel als jobinvulling hebben om ‘niets van technische zaken te kennen maar wel goede restaurantjes weten zijn’ is totaal niet te verantwoorden in een crisistijd, meer nog, het strookt niet met het doel van een tech. bedrijf: namelijk teschnische producten en diensten leveren en hier winst mee maken. Dat kan beter denk ik dan. In feite zou men naar klanten, samen met de offerte, een doos moeten opsturen met daarin een maatpak en een visa card + postit met de code van de visa card. Op deze manier kunnen de klanten en aankopers samen met dat lege maatpak tòch gratis gaan eten, en kost het het bedrijf geen loon voor een verkoper, en kost het de klant geen nodeloos
sociaal gelul met een veelal ongeloofelijk holle verkoper zonder technische bagage of meerwaarde.
De angst voor thuiswerk
Belgisceh firma’s zijn ook notoire tegenstanders van thuiswerk. Nog een reden waarom ik deze branche helemaal voor bekeken houd. De excuses om thuiswerk af te raden kennen we al, die ga ik niet opsommen, maar de echte reden ligt volgens mij elders. De thuiswerker is de vijand van de traditionele bedrijfsleider. De vijftigers waar ik het eerder over had met name, kunnen het niet hebben dat mensen niet op enkele meters van hen vandaan ‘klaarstaan’ om hen te dienen. Puur en simpel gesteld wil men niet dat er enige vrijheid is in het vervolledigen van je werk, wat perfect deels thuis kan gebeuren. Neen, men wil de ICT’er en IT’ers van dienst kunnen lastig valleen met allerei achterlijke vragen “Waarom is mijne laptop zo traag vandaag?” “Kunde gij eens kijken of ik powerpoint op mijne computer heb?” “Ik denk dat mijn emails allemaal weg zijn” “Er komt een nieuwe collega, maar die moet een andere laptop hebben” “Seg, weet gij geen goeie site om iets over wijn te vinden?” “Ik kan weer niet printen” De thuiswerker heeft van dit soort achterlijke vragen meestal geen last, of kan enkele de remote op te lossen vragen beantwoorden natuurlijk. En men valt de IT’ers die zich niet zitten dood te vervelen maar in een iets actievere omgeving werken, graag lastig met allerlei taken die er niet zouden mogen toe doen. De toppers die ik zelf heb meegemaakt zijn: het aquarium van de CEO uitschrobben, een pornoDVD branden voor een sales rep. die daar zelf te stom voor was, en een Kerstkaartje
maken voor de familie van een sales manager. Men wil graag controle, men wil graag aanwezigheid (het Belgische werkethos systeem is zo erg verziekt dat men van aanwezigheden opmeten een ware cultuur heeft gemaakt), meestal omdat men weet dat er buiten deze controle en het loon op zich, geen enkele goodwil meer overblijft bij de werknemers. Wanneer men toch maar een vervanbaar nummer wordt geacht in een branche die een noodzakelijk kwaad is, gaat deze drang naar controle alleen maar erger worden. De tegenstand tegen thuiswerk bij gevolg ook.
Upstairs, Downstairs
Nog een grote oorzaak waarom ik dee brache wil verlaten is eenvoudigweg dat ik ‘niet goed’ ben. Hoewel mensen uit mijn omgeving en zelfs excollega’s vaak vol lof zijn over mijn veelzijdigheid en mijn technisch kunnen, vind ik zelf dat ik niet goed genoeg ben. Meer nog, mijn kennis die ik in de loop van de jaren heb vergaard, is elke dag minder waard in een echte bedrijfsomgeving. Dit kan je enkel oplossen door constant bij te leren, naar workshops te gaan, cursussen te volgen en (dure) certificaten te behalen. Ik heb hier het geld, de tijd en de energie niet langer voor. Aangezien je toch steeds stank voor dank krijgt en je skills en opgebouwde kennis het toch steeds moet afleggen tegen het meerderheidsprincipe of het skeletoncrew gedoe. Meer nog, ooit heb ik om een bedrijf te helpen besparen een hele reeks telefonie over beginnen zetten naar een VOIP (voice over IP) oplossing, maar daar besliste men om net dàt departement te sluiten omdat men in budgetaire problemen zat. Je maakt keer op keer zulke stupide beslissingen mee, dat je op de duur afvraagt of een certificaat behalen nog wel zin heeft. De prijzen voor deze papiertjes swingen ook de pan uit, dus je kan niet eventjes proberen dat mee te pikken en dan kijken waar je uitkomt. Sommige freelancers zien deze opleidingen en certificaten als een investering in zichzelf en hun zaak, maar ook daar begint meer en meer volk op hun stappen terug te komen (niet verwonderlijk wanneer je de tijd en het geld gaat optellen).
Je behoort dus ofwel tot die bovenlaag van werknemers (topprogrammeurs, developpers, netwerkgoeroe’s....) die ècht beter zijn dan de rest en die haast kunnen vragen wat ze willen op gebied van looneisen en voorwaarden (thuiswerk is ècht geen probleem voor deze mensen trouwens) ofwel behoor je tot ‘de rest’. Deze onderlaag, is inderdaad de vergaarbak van iedereen die wel zijn zaken kent (of zelfs niet goed kent) en waar men als ware bandarbeiders taakjes aan toebedeelt zonder meer. Dit zijn de uitvoerders die vervangbaar en vooral uitknijpbaar zijn. Maak u geen illusies, de opperlaag is en blijft een clubje mensen die zo ver boven het niveau van de rest uitsteken, dat ze wel degelijk untouchable zijn geworden. Ze offeren hier ook vèèl voor op: tijd, geld, gezin, werkplek, woonst... alles staat in dienst van het bij blijven en het blijven horen bij de technische elite. Deze mensen zijn terug te vinden inde R&D departementen van gerenomeerde bedrijven, deze mensen hebben eigen startups, dit zijn de gasten die anderen betalen om hun blog bij te houden (in plaats van zoals ik, ze zelf neer te typen op een computer van vier jaar oud). De onderlaag wordt tot ongeveer hun 29 à 30 jaar vlot ‘gebruikt’ in allerlei firma’s om de andere taken uit te voeren, en daarna... volgt het grote niets. Want dan is men te oud om in te investeren, en staan er drommen schoolverlaters die net dezelfde skills hebben te trappelen om voor steeds lager loon je plek in te nemen (om het dan nog niet te hebben over buitenlanders waarnaar je ‘domme’ taak kan geoutsourced worden). Ik behoor duidelijk niet tot die toplaag, mijn conclusie is daarom duidelijk: ik ben te oud, te duur en te dom voor deze branche (net zoals iedere andere onderlaagwerknemer die de dertig is gepasseerd).
Lost in details
Bedrijven houden zich in deze technologie wereld ook steeds vaker bezig met onbenullige details; ik kon het vaak echt niet meer aanzien met wat voor regelrechte bullshit men vaak kwam aandraven. Een interne enquête over de kwaliteit van de koffie, discussies over gezonde snoep, de waaier van opties in de kantine, wisselgeld in de drankautomaten, foto’s nemen van je bedrijfswagen aan alle kanten, regeltjes voor het middagmaal, de kwaliteit van de broodjes van de nabijgelegen broodjeszaak, de geur uit de toiletten, de wifi ontvangst op de parking, het al dan niet doorgaan van een wekelijkse drink, uittik discussies, intik discussies, zeveren over wie er voor welk budget iets kon eten op ‘zakenreis’. Mensen van de ‘upper layer’ mochten eten in de meest gerenomeerde restaurants, terwijl ik als ‘grunt’ zelfs een bonnetje van een hamburgerkeet van 9 euro niet kreeg terugbetaald met het excuus dat “HR kon het toch niet zo heel goed lezen”. Dit soort ongeloofelijke pesterijen en rommel ben ja verloop van tijd zo verschrikkelijk beu dat je gewoon ander werk zoekt. Men heeft op dit soort bedrijven zelfs de tijd om te gaan discussiëren over waar de planten moeten staan, hoe hoog de kast van een manager màg zijn, en zelfs heb ik één keer meegemaakt dat er een vete ontstond tussen enkele afdelingen omdat er enkele mensen wel mochten gamen ‘s middags en anderen niet. Stop met de details, de bullshit, de zever, … focus terug op technologie en je producten en diensten. Het equivalent van “brood en spelen” is in de ICT: “bitneuken in meetings”. Moest het nog ergens over gaan zou ik me er mee in kunnen laten, maar de laatste paar jaren heb ik zelfs geweigerd nog aan één zulke meetings en rondvragen mee te werken. Niemand wilde over serieuze dingen ooit mijn mening weten (bijvoorbeeld waarom een coreproduct op een zeer eenvoudige wijze faalde), maar wanneer het gaat over “welke soort fruitjes” ik graag eet bij wijze van gezonde snoep dàn opeens mag mijn stem wel gehoord worden? Fuck that shit mensen... ik ben op de duur beginnen zwijgen. Over fouten die ik zag,
corruptie, pesterijen, producten die gingen falen,... ik dacht er het mijne van en zag het met plezier vaak foutlopen. De managers die er werden voor betaald om dit in’t oog te houden stonden intussen lekker met elkaar sterke drank binnen te gieten op zogenaamde ‘incentives’ (wat dat ook moge weze) en intussen produceerde men brol die na een maand allemaal terug moest gestuurd worden omdat de klant het niet kon gebruiken. Van gemotiveerde werknemer tot actieve ‘mol’ in enkele maanden tijd, en dat door alle onnodige zever en gezwets waar we ons mee moesten inlaten. De onderlaag dient nooit om goede feedback te geven (wat ik wel deed in’t begin) maar eerder om af en toe eens naar te luisteren wanneer het over niemendalletjes gaat. (Hebben jullie liever een Westerntheme of een Dinotheme in de kantine?) Whatever dudes...
Don’t trust the ‘Solutions’
Mijn vuistregel is: wanneer een dienst, software of bedrijf het woord “solutions” in z’n naam heeft staan, pas dan op! Meestal verbergt het woord solutions een hele hoop oppervlakkige visies. Men wil dan wel in theorie oplossingen bieden aan de klant, in werkelijkheid is men meer op zoek naar een excuus om tegen de klant te zeggen dat een bepaald onderdeel nèt buiten de scope valt van wat men aangeboden heeft. Met andere woorden: schermen met de term ‘solutions’ geeft de marketing en sales mensen een vrijgeleide om te liegen, of het bedrijf op te pompen naar hoogtes die het in werkelijkheid nooit kan halen (of zelfs wil halen). Solutions is een soort mantra geworden, een vlag die alle ladingen dekt, en die vaak een soort visie verraadt waarbij een bedrijf in oorsprong een totaaloplossing aanbood, maar stilaan (vaak omwille van plat winstbejag zonder vooruit denken) is verworden tot een bedrijf dat brandjes blust en enkel haar hoofdproduct nog voldoende weet te ondersteunen. Naar mijn ervaring is er geen enkele firma die tot nu toe de naam “solutions” echt heeft kunnen waarmaken, niet als werkgever, niet als klant en zeker niet als leverancier.
Zijn ze allemaal fake? Neen, uiteraard niet... maar de bedrijven die echt een totaaloplossing aanbieden tegen de nodige kwaliteit, zijn meestal niet zo achterlijk om het woord “solutions” te gebruiken. In tegendeel, zij weten best dat er meer schuilt achter zulke complexe materie dan een gimmick of buzzword.
Dinosaur jr. en de nepwerknemers
Als werkzoekende in deze sector heb ik het volgende zinnetje maar al te vaak gehoord: “We zoeken meer een junior”. Wat vlot vertaald kan worden als “U bent te oud”. Ik ben zelf in de dertig, wat moeilijk ‘oud’ kan genoemd worden... uiteraard ben ik geen jobstudent van 19 die snel even een bijverdienste zoekt om een nieuwe mp3speler te kunnen kopen, maar dan nog. Wanneer je echter op een vacature van zo’n firma in gaat, stelt men steeds voorop dat je genoeg ervaring hebt. Hetgeen regelrecht indruist tegen het “te oud” zijn van bepaalde kandidaten. Combineer deze houding met de torenhoge jeugswerkloosheid, en je weet dat ze staan te liegen. Men wil uiteraard wèl iemand met ervaring, men wil uiteraard iemand die al de taken in de vacature omschrijving kan uitvoeren, men wil er alleen niet meer voor betalen. De hoofdreden voo deze houding is vooral te zoeken in stuurloosheid. Men wil aan de ene kant goede werknemers vinden, en er aan de andere kant zo min mogelijk voor betalen (zeker wanneer het over het al te vervangbare voetvolk gaat zoals installateurs, field engineers, call center agents, helpdesk, support, system engineers, testers....) Je zit dus met jongeren die niet aan de bak komen wegens gebrek aan ervaring en tegelijk met iets oudere werknemers die ‘te duur’ of ‘te oud’ zijn en hun ervaring laten vergaan door werkloos te zijn.
Mijn zus zei me altijd: “If you throw peanuts, you’ll get monkeys”, welnu, in de ICT ligen er gigantisch veel nootjes op de grond, en er zitten al evenveel aapjes ze op te eten. Men gooit graag met naar ik vind, zeer lage lonen voor de “onderlaag”. Het voetvolk in de ICT mag deze dagen al lang tevreden zijn dat men per 200 euro in de maand zelf bij te leggen, in een autootje mag rondrijden van de firma. De lonen zijn eveneens met minstens een derde naar beneden gegaan, in combinatie met een verhoogde werkdruk voor de onderlaag. De opperlaag krijgt echter loon en voordeeltjes bij. Men wil deze mensen blijven in de watten leggen, niet omdat ze zo goed zijn in hun job, maar omdat ze deel uitmaken van het zelfbedruipende systeem. Net zoals een politieker de raden waar hij en zijn familie in zetelen, uiteraard niet zal afschaffen, noch de dotaties naar beneden zal halen (zonder elders te compenseren). In dat opzicht is het zelfs zo dat er een heleboel nepsociale zekerheid voor de vriendjes en familieleden is weggelegd in vele bedrijven (ik spreek hier over mijn sector, maar ik verondersteld dat er buiten de IT eenzelfde systeem heerst). Men kan het blijkbaar niet laten gebeuren dat een uitgebluste juriste in de familie niet èrgens een plekje vindt. Meestal plaatst men zulke mensen op de personeelsadministratie, middenkader, of nog erger: HR. Op deze manier hebben ze niet alleen werk, de vertrouwelijke figuren en hun aanhang verstevigen hiermee hun strategische positie binnen een firma. En geloof me, da’s vaak heel erg nodig wil men de kaas blijven wegeten aan de top. Intussen beknibbelt men maar al te graag op kleine uitgaven, zelfs op de basisbenodigdheden van het voetvolk. Die steeds vaker de taken niet kunnen uitvoeren omdat er geen budget meer over is. Terwijl aan de wagens, laptops, ipads en andere speeltjes van deze nep sociaaltewerkgestelden, niet kan geraakt worden. Deze laatsten hoeven zich ook nooit te ergeren aan selectieprocedures en allerlei andere HRrompslomp uiteraard, deze worden meteen op de juiste positie, onder de juiste beschermende hand geplaatst. Ooit geweten dat er iemand kloeg dat ze met haar 4000 euro bruto, bedrijfswagen, laptop, gsm abonnement en allerlei verzekeringen van de zaak ‘niet toekwam’. Terwijl ze buiten op recepties
aanwezig zijn en wat cijfertjes nakijken op haar laptop niet veel uitspookte. Officiëel was haar taak product manager, maar de bezigheden die hiervoor nodig waren werden door haar man waargenomen (die wist wèl waar het product over ging). Jammer genoeg moest men in dit bedrijf bezuinigen, en werden er enkele testers, helpdesk medewerkers en hardwerkende technische mensen buitengesmeten, ten voordele van mevrouw haar riante opslag dat jaar. Dit zijn geen uitzonderingen, onze bedrijven zitten naar wat ik al heb gezien vòl nepwerknemers (ik noem het een verdoken vorm van werkloosheid, gesonsord door de privé). Posities die meestal onnodig zijn, waar mensen wel loon krijgen, maar waar de top (of subtop) voor de nodige omkadering zorgt teneinde ze bezig te houden en te voorzien van de nodige ronkende titels die ze later op hun CV kunnen gebruiken. Om het maar niet te hebben over de kliekjes rondom de vakbondsmensen, maar da’s een heel ander verhaal (maar daarom niet minder om te kotsen). Uiteraard leven deze mensen niet rechtstreeks van overheidsgeld, zoals echte werklozen, en daarom kraait er geen haan naar. Maar u betaalt deze mensen wèl mee op een heel andere manier: product kosten in de winkels, werkgelegenheid van u (of iemand uit uw omgeving of gezin), enz...
The Consultancy Sect
De meest idiote mensen in heel de IT en ICT branche blijf ik de mensen vinden die voor bepaalde consultancy firma’s werken waar een soort sectaire houding heerst. Je bent er niet zomaar werknemer, maar je bent een deel van een ‘family’. Waar je een isigne moet dragen om elkaar makkelijk te kunnen herkennen (meestal worden deze pins of badges uitgedeeld aan de secteleden, na het vervolledigen van een brainwashsessie vermomd als opleiding). Je moet er dan ook hùn principers en mentaliteit op na houden (een meestal zeer bedenkelijke
reeks codes en gedragingen waar ik alleen maar kan van huiveren). Deze sectes bestaan meestal op het aloude piramidespelprincipe. Ze doen zich voor als consultantcy firma’s, maar eens er ook maar één consultant van hen in je bedrijf binnen zit, proberen ze àlles om andere leden van hun ‘familie’ binnen te krijgen. Geen wonder, de leden van dit soort firma’s worden gedwongen samen op vakantie te gaan, samen te eten, samen groepssessies te volgen en dezelfde soort insiderwaarden mee te dragen. Een beroemde firma (maar er zijn er andere) die deze praktijken toepast is de firma ‘Altran’, waar sommige leden me van vertelden dat ze zich vaak schaamden om bepaalde opdrachten te moeten uitvoeren en zich gevangen voelden in de ‘familie’. Enkele van dit soort mensen op je werkvloer hebben is niet bevorderlijk voor de sfeer uiteraard, ze willen tenslotte maar één ding: jouw job laten innemen door een van hen.
De anekdotes: Het gat in de beveiliging Aangezien je tijdens je loopbaan ook dingen meemaakt die je graag even kwijtwil, wil ik in het volgende stukje enkele anekdotes brengen die hopelijk allemaal een illustratie zijn van mijn beslissing. Ze hebben verder geen plaats in het verhaal, maar zijn misschien veelzeggend over welk soort firma’s er zoal bestaan in de IT wereld. Laat ik beginnen met een van de meest beschamende momenten die ik meemaakte als consultant. Een collega van me, had buiten mijn weten om, een externe firma een security audit laten voorbereiden bij een groot bedrijf in het Brusselse. Voor de leken onder jullie: zo’n audit houdt eigenlijk in dat je de beveiliging van oa. het netwerk gaat controleren op gaten. We zaten neer in een meeting enkele dagen later, waarbij ik naast mijn collega plaatsnam (hij had immers een laptop, ik niet het bedrijf vond het niet nodig een eigen consultant uit te huren
aan een bedrijf met laptop, ze vonden dat het bedrijf waar ik voor werkte dat maar moest bekostigen). Dit gezegd zijnde, ontstond er na enkele minuten een discussie tussen mijn collega en een IT’er van de klant. Deze beweerde dat we enkel maar sales en cijfers hadden getoond en hij wilde nu concreet iets kunnen zien op het scherm van mijn collega. Hij wilde logs, analyses of wat dan ook kunnen raadplegen. De man had overschot van gelijk uiteraard, je betaalt voor een analyse, dan wil je ook resultaten zien. Mijn collega opent hierna een programme op zijn laptop en vraagt aan mij of ik even kan helpen. Ik ken het programma op zich wel, maar ik had op voorhand nul komma nul info gekregen over wat er gebeurd was voorheen op deze firma. Maar vermits ik gewoon ben mijn mond te houden om dingen dan fout te laten lopen, deed ik het strikte minimum; namelijk op zijn scherm meekijken. Na enkele seconden wees ik naar een reeks aangeduide cijfers op het scherm. Mijn collega had duidelijk geen benul van wat hij aan het bekijken was, dus ik zeg hem dat het geen in aanduidde een apparaat was dat als voorbeeld kon dienen van wat er in het netwerk fout zat. Ik zei zelf “Ik weet niet wat er voorheen is gebeurd, maar afgaand van wat ik hier nu zie is er een probleem met dit toestel” De IT’er van de klant stond op, noteerde het IPadres van het toestel dat ik had aangeduid en zei me dat hij blij was om eens iets concreets voor zijn neus te krijgen. Hij wandelde de vergaderzaal uit, naar zijn bureau en kwam luttele ogenblikken later terug. “Ik heb het toestel nagekeken dat u me heeft aangeduid... er is inderdaad vanalles mee mis, dank u om dat te melden.” Mijn collega knikte triomfantelijk (uiteraard; hij dacht dat hij een held was op dat moment, zonder daar zelf iets voor te hoeven doen of te kennen). De man ging echter verder: “Er is echter een probleem, dat toestel werd hier door jullie zelf geplaatst enkele dagen terug!” Ik ben toen rechtgestaan, al lachend en naar mijn auto op de parking gewandeld. Blijkbaar had de ingehuurde firma een meettoestel geplaatst dat scans en onderzoeken deed, wat er uiteraard ‘raar’ uitziet voor iemand die het netwerk en zijn traffiek voor de eerste keer onder ogen krijgt zoals ik.
Het feit dat mijn collega niet eens door had wat er aan de hand was (maar er wel duizenden euro’s voor vroeg) zegt veel over waarom ik deze branche de rug toe keer. Men doet maar wat... kennis van zaken of echt meedenken met de klant is totaal vermarginaliseerd tot dit soort ‘probeersels’. De achterdeur staat altijd open Ik werkte bij een beveiligingsfirma voor ITnetwerken,... op het kleine (ongezellige) hoofdkantoor had men de assistente van de CEO opdracht gegeven een goede printer/scanner te zoeken, ter vervanging van de oude. Zonder iemand technisch te raadplegen, had ze gekozen voor een HP printer (notoir voor de vele onnodige snufjes die er op actief staan). Enige weken later merkten we dat er abnormale dingen gebeurden op ons netwerk. Niemand had er echt aandacht voor, tot ik even nadacht over het tijdstip waarop de problemen waren begonnen. Dezelfde dag dat we die nieuwe printer hadden gekregen. Blijkbaar had de dame in kwestie alles mooi aangekocht en neergepoot en had de CEO de poel aangesloten. Deze printer versie bleek echter de enige te zijn met een open security hole in het gamma van HP. Er stond namelijk een webservertje op actief (om printopdrachten vanop afstand te geven naar het hoofdkantoor toe, een snufje dat geen kat ooit gebruikt trouwens). Dit leidde tot een open gat in onze beveiliging en abnormale scans en traffiek. Ik printte het artikel over deze onveilige printer uit en kleefde het net boven het toestel. Gewoon om te zien wat er zou gebeuren. Klanten, leveranciers, werknemers en zelfs de CEO zèlf hebben allen dat papier gezien, gelezen en toch de printer gewoon blijven gebruiken. Niemand stelde zich vragen bij het hoe en waarom. Hoe het is afgelopen met dat toestel weet ik niet, maar het is samen met deze beveiligingsfirma ten onder gegaan enkele maanden later, vermoed ik. Aangezien het hele gebouw verlaten was.
We doen het graag fout Anekdote twee kan je best omschrijven als absurditeit. Ik werkte bij een bedrijf waar jaarlijks een audit werd uitgevoerd om een telecomclassificatie te halen. Dit certificaat (om u de vele
technische details te sparen) kwam er op neer dat men elk jaar vooruitgang moest kunnen aantonen in het oplossen van structurele problemen of algemene kwaliteitsproblemen in de producten en support. Op zich een nobel doel zou je denken, ware het niet dat dit certificaat enkel en alleen bedoeld is om te kunnen aantonen dat je het hebt gehaald tegenover potentiële grote klanten in de telecom. Het uitvoeren van dit doel was echter heel simpel: men stak met opzet zelf fouten die makkelijk op te lossen waren in hun supportflow. Waardoor de auditeur elk jaar mooi een aantal opvallende fouten vond, om het jaar daarna te merken dat deze waren opgelost. Tegelijk doken er dan nieuwe fouten op,... Elk jaar haalde men dit certificaat, en elk jaar opnieuw kregen me kleine aanpassingen in de instructies die we moesten opvolgen. Vaak met vertragingen en fouten naar de klant toe als gevolg; men wist dit te verantwoorden door ons te melden dat we anders enkele grote klanten zouden kwijtspelen (wat me deed vermoeden dat ook deze grote klanten dezelfde bullshit toepassen om zelf ook dat stomme certificaatterverbetering te halen).
Te gierig om een vijs te kopen. Ik werkte bij een niet nader te noemen bedrijf dat er een eigen datacenter op na hield. Het opzetten van zo’n datacenter is onderworpen aan een hele reeks normen, maar bij deze firma “AZERTY” kwam dat allemaal niet zo nauw. Op een dag kreeg ik de orders toegeblaft dat er een klant kwam om een server te vervangen in ons datacenter. Ik mocht de oude server uit het rack halen, de nodige configs aanpassen voor de nieuwe bekabeling en de nieuw plek in een heel nieuw rack. (Een rack is een kast om servers in te plaatsen trouwens). Het oude rack was zo overgroeid met allerlei in der haast aangebrachte kabels, dat er onmogenlijk was geworden om er de nieuwe apparatuur bij te voegen. Omdat mijn baas naar de zuinige kant was, checkte ik eerst of ik alle benodigdheden bij had. Bleek dat er maar enkele klemmetjes meer over waren om zo’n server in een rack te plaatsen. Ik ging naar mijn baas en vertelde hem dat de klemmen op waren, op enkele totaal versleten
exemplaren na (die al jaren dienst hadden gedaan blijkbaar) “Ge hebt er toch?” “Ja, maar deze zijn zo versleten dat ze gewoonweg los in de gaatjes zitten.” Hij griste de dingen uit mijn hand, stapte naar het datacenter en probeerde de klemmetjes er zelf in te plaatsen. “Kijk, dat kan toch gebruikt worden, ge moet er nog geen nieuwe bestellen hé, en neem er hier en daar bij een andere klant anders wat tussenuit ofzo” Hij keek me boos aan en rende weg, naar het volgende brandje dat hij moest blussen (dat was trouwens zijn dagtaak). De klant stond even later met een delegatie van vier webbuilders voor mijn neus. Ze babbelden wat met de sales mensen en andere techies terwijl ik de server in het rack plaatste. Aangezien er nog apparatuur kwam, moest en zou deze server in het midden van het rack hangen. Tegen beter weten in plaatste ik alles (met nog twee op de grond gevonden klemmetjes en de versleten exemplaren er bij). Men controlleerde of alles operationeel was, een van de webbuilders zette alles live vanop zijn laptop en daarbij openden ze een fles schuimwijn. Ze hadden zo lang aan dit project gewerkt dat ze me zelfs vroegen om een foto te nemen van hun vieren, staande voor hun nieuwe server, allen met een glas in de hand. Ik nam even later een foto, van de vier webbuilers die voor een server stonden, terwijl ik een luide metalen ‘knap’ hoorde en tegelijk de hele server zeker een halve meter naar beneden zag donderen. De flits ging hierna af, en de foto was naar’t schijnt ‘epic’.
De kostuumpjes. De meest belachelijke sollicitatie maakte ik mee bij een expeditiebedrijf. Waar men en allround IT’er wenste aan te werven. Bij de beveiligde deur bellen had enkel als resultaat dat er opeens een deur openging, waarna ik gescheld hoorde komen uit een van de kleine kantoortjes. Iemand kreeg allerlei verwijten naar z'n kop geslingerd, met daarbij enkele krachttermen die eerder thuishoren in een cafégevecht. Er kwam een mevrouw me tegemoet die ook net van haar middagpauze terug bleek te komen, en deze keek me boos aan: "Wat moet gij hiere? Wie zijde goa?" Ik stelde me voor, en vermeldde er bij dat ik voor een sollicitatiegesprek kwam.
Ze rommelde even haar tas neer en ging dan in een andere ruimte binnen, waar ik dan wat gegiechel hoorde uitkomen. Even later stonden er twee kerels voor mij die er uit zagen alsof ze de Charlston wilde gaan dansen. Ze hadden een duur net pak aan, met grote epauletten en een flashy das. De ene had een soort haarstijl die je enkel bij Nederlandse charmezangers ziet, de andere had een soort pladijs op z'n hoofd liggen, hetgeen met gel in een eeuwige 'good look' vast zat gespijkerd op z'n te dikke hoofd. Zijn boordje was zo strak aangespannen dat zijn nek nauwelijks lucht kreeg, zijn das was vergroeid met zijn persoonlijkheid. Ze waren super vriendelijk, dat wel, maar het was het soort professionele vriendelijkheid die me vooral deed denken aan een ter dood veroordeelde die zijn laatste avondmaal besteld bij de gevangenisdirecteur. We gingen een vergaderzaaltje binnen. We praattten en praatten, meer nergens werd er naar mijn skills gevraagd, wat me altijd nogal vreemd lijkt. Wanneer iemand beweert een goede timmerman te zijn, kan je op z'n minst vragen of hij iets van houtsoorten kent. Wanneer je een IT'er zoekt, vraag dan iets technisch. Maar nee, men ramde maar door over hoe goed het bedrijf het wel niet deed, wat voor een discipline men had, en dat alles in het teken stond van professioneel omgaan met klanten. Nuja,... diezelfde discipline en algemene ommegangsvormen zijn bij Schizoexport inc. niet aanwezig wanneer het aankomt om met elkaar om te gaan. Ik stelde me voor dat iemand mij als IT'er hier zo zou staan uitschelden... Daarna begon men met de kleding... je kon volgens hen geen IT'er zijn zonder een net pak aan te trekken en diezelfde 'professionaliteit' uit te stralen. Wat je uitstraalt is misschien wel de look'n feel van een proit team, maar daarmee is nog niets gezegd over je skills. Men vond dat ik vooral in een pak moest rondlopen dus. Ik vroeg hen of ik dan een server in elkaar moest puzzelen en in een rack plaatsten terwijl ik een H&Mkostuum met bijpassende das aan had. Men vond dit vanzelfsprekend... want er moest maar eens een klant langstkomen (moest ik zelf die klant zijn zou ik niet meer bijkomen van het lachen). Even later verliet ik deze vreselijke plek, waar mensen foute pakken dragen, elkaar voor 'onnozele kloot' uitschelden en vervolgens het hebben over professionaliteit.
Ik was letterlijk blij dat ik het gebouw verliet, en ik denk dat de kerel die er bij zat voor spek en bonen tijdens het hele gesprek, maar de zaak ging verlaten, daar niet anders over zal denken. Men was namelijk op zoek naar zijn vervanger. De arme stakker... Even later zat ik op de bus naar huis en mensen keken me raar aan toen ik niet kon stoppen met lachen.
WAT NU? Je kan je afvragen wat een technisch iemand nog kan doen, eens hij de IT en ICT de rug toekeert. Welnu, ik weet het niet meteen,... sowieso zal ik minder loon krijgen om meer te moeten werken (de verhouding loon tegenover de fysieke arbeid is nergens zo uit balans dan in deze sector denk ik.) Ik heb mensen geweten die letterlijk 6500 bruto kregen om absoluut niets te doen buiten in meetings zitten. De sector waar ik naar toe ga is niet meteen mijn eerste keuze, maar in ieder geval ben ik van het ‘warmwater uitvinden’ af, van de mensen die naar hun scherm staren, autistische neigingen veinzen om slim over te komen en flagrante bewijzen van iets naast zich neerleggen omdat het volgens hun wiskundig brien niet kan. Ik ben ook af van de secteleden, consultants, betweters, blaaskaken en ongeloofelijke oenen die deze sector bevolken,... ik moet ook niet langer toezien hoe keer op keer de slimste, hardwerkende mensen worden opzijgeschoven om complete incrowd nitwits te plezieren of aan een job te helpen. Ik zal niet langer gedwongen worden met potsierlijke grote auto’s rond te rijden uit prestigedrang van mijn bazen, en evenmin zal ik twintig keer per week moeten liegen over het waarom van een technisch falen, gewoon omdat men de waarheid zeggen tegen klanten nooit kan of wil
waarmaken (hoezeer men ook het tegendeel beweert, men kijkt neer op klanten, want deze dienen enkel om rekeningen te betalen). Is het gras echt groener aan de andere kant? Neen, wellicht niet... maar wanneer je zeker bent dat een branche bedorven is, kan je niet anders dan je eigen verdiensten en kennis ondergeschikt te maken aan het geluk van jezelf en je omgeving. Ik ben te lang een “IT’er” beschouwd door mijn omgeving, met alle gevolgen van dien. Waardoor je op de lange duur niets anders meer kan dan die rol vervullen. Je doet alles op de duur automatisch, terwijl je van binnen stilaan dood gaat. Er moeten andere en betere plekken zijn om te werken, waar je na het laatste uur werken de deur achter je sluit en je eigen leven nog verder kan leiden. Misschien een job waarbij je niet snelsnel een zompig broodje met karig uitgesmeerde kipcurry eet in je bedrijfswagen terwijl een collega tegen je mekkert over zijn reis naar Tunesië, terwijl je weet dat je nog twee uur meeting en twee uur file te gaan hebt voor je naar huis kan vertrekken (om dan opnieuw in de file te staan). Er moeten andere, motiverende, werkplekken zijn buiten de ICT en IT secrot, waar men het nog appreciëert dat er problemen worden opgelost.
Conclusie:
Om deze lange, lange brief te beëindigen wil ik vooruit kijken. Een lange opsomming van wat er in een sector allemaal niet deugt, is op zich misschien vermakelijk, echt iets veranderen zal het niet (daarvoor is er te veel geld gemoeid met het in stand houden van dit systeem). De ICT en IT wereld zal echter in de toekomst moeten veranderen, niet alleen onder de druk van de technologie zelf (want er zijn wel bedrijven die nog steeds echte innovatie op de markt brengen) maar ook omwille van het sociaaleconomische aspect. Net zoals de bonussen van de top bankiers niet langer door de beugel kunnen bij de gemiddelde
burger, zal ook het lakse beleid in bedrijven inzake nepwerknemers op een dag niet meer kunnen. Je ziet trouwens dat in het buitenland steeds vaker een meer correcte houding wordt toegepast naar familieleden in bedrijven toe. Ons land staat op dat punt nog enkele jaren achter, maar ook hier zal het vroeg of laat gedaan zijn met de neven en nichten die niet zo’n hoge werklust hebben toch op een managerspost te plaatsen. Ik kan met een gerust gemoed zeggen dat in mijn streek naar werk zoeken als simpele ICT werknemer, gewoonweg een hel is, maar dat ik het echt hard heb geprobeerd. Na bijna een jaar intensief zoeken en solliciteren ben ik maar twee keer bij een bedrijf geweest waar de job, het bedrijf en de inhoud me aanstond (maar daar viel ik net uit de boot). Al de rest van de sollicitaties (en dat zijn er tientallen) waren bij lapzwanzen, fantasten, bedrijven op compleet onbereikbare plekken, dronkaards (opvallend!), of mensen die naar de witte raaf zochten tegen bodemprijzen. Vandaar dat ik na enkele jaren ploeteren en tegenslagen incasseren er definitief de brui aan geef. Het percentage goede werkplekken is bedroevend, zeker wanneer je ziet dat de VDAB de afvaljobs in deze sector ook nog eens bevolkt met de meest domme en slecht opgeleide mensen, die niet uit motivatie, maar “van de moetens” in dit knelpuntberoep zitten. Of ik in betere oorden terecht zal komen weet ik niet, vanzelfsprekend heeft elke job en elke branche zijn specifieke voor en nadelen, wat ik wel zeker weet is dat ik niet meer in een company car zal zitten op de E40, me afvragend of mijn collega zijn stinkende adem kan bijhouden en hoe lang het nog zal duren voor ik thuis geraak. Wat ik ook zeker weet is dat ik niet meer met mensen zal samenwerken die denken dat ze het warm water hebben uitgevonden en 3500 bruto te weinig geld vinden om achter een computer te zitten vegeteren en een aquarium en halve botanische tuin onderhouden tijdens hun uren. Ik ben er zeker van dat ik mijn voorliefde voor techniek en informatica niet zal verloochenen, en het dus als een pure hobby zal bekijken vanaf nu. Wat me meteen ook de vrijheid geeft om mee te zijn met de zaken die me interesseren in plaats van opleidingen te volgen omdat je dan korting krijgt op het inferieure materiaal dat men via corrupte weg heeft aangekocht via contacten van de
baas. De vrijheid dus, om terug je “job” of je “stiel” te doen bij wijze van hobby, is misschien veel meer waard dan een tankkaart van de firma, filestress en bazen die buiten hun maatpak dragen geen enkele functie kunnen waarmaken. Ik ben niet alleen gedegouteerd geraakt, maar ik voel me momenteel echt bevrijd uit een soort branche die te verrot is geraakt voor woorden. Ik besef dat mijn analyse en mijn schrijfstijl een ronduit zwart, negatief beeld schetsen van deze branche, maar vergeet niet dat er ook schitterende firma’s bestaan, die àlles doen om het de werknemers het naar hun zin te maken en te ondersteunen (ze bestaan nog hoor). Indien je voor zulke firma kan werken, zet dan alles op alles om dit waar te maken... en blijf buiten bij de rest van de krabbers, parasieten, luchtbellen en corrupte piramidestructuren.
Hopelijk hebben mensen hier iets aan, enige reacties kan men altijd kwijt op het email adres:
[email protected]
een exICT werknemer in Vlaanderen