M 201218
Meer snelgroeiende bedrijven en meer krimpende bedrijven in Nederland
drs. D. Snel drs. N. Timmermans Zoetermeer, november 2012
Relatief veel snelgroeiende bedrijven in Nederland In deze rapportage wordt de groei van Nederlandse bedrijven vergeleken met andere benchmarklanden. Hieruit blijkt dat het aandeel sterke groeiers (snelle groeiers + subtoppers) in Nederland vergelijkbaar is met dat in de andere landen. Nederland scoort hoog met het aandeel snelle groeiers. Daartegenover kent Nederland relatief veel krimpende bedrijven. De snelle groeiers zijn vooral te vinden in de dienstensector (diensten + vervoer). Dit wijkt niet af van de andere landen. Wanneer gekeken wordt naar de topsectoren, dan blijkt dat het beeld naar groeitypen, zowel voor Nederland als de andere landen, nauwelijks afwijkt van het totale beeld.
1
Inleiding
( S n e l) gr o e ie nd e b ed r i jve n i nt e rna t i ona a l v er g el e k e n In deze rapportage wordt inzicht gegeven in de omvang van (snel)groeiende bedrijven in Nederland, onderscheiden naar groeitypen en naar sector. Hierbij wordt Nederland vergeleken met andere benchmarklanden.
( S n e l) gr o e ie nd e b ed r i jve n g eba se e r d o p w erk ge l e g enh e id so nt w ik k e l in g De rapportage is gebaseerd op de bedrijfsontwikkeling in de periode 20072010 en heeft betrekking op bedrijven met 10 of meer werknemers. De volgende groeitypen op basis van werkgelegenheidsontwikkeling worden onderscheiden: − Snelgroeiende bedrijven (72,8% of meer in 3 jaar) − Gestage groeiers (15 - <72,8% in 3 jaar) − Gematigd groeiende bedrijven (0,5 - <15% in 3 jaar) − In omvang stabiele bedrijven (-0,5 -<= +0,5% in 3 jaar) − Krimpende bedrijven (krimp meer dan 0,5% in 3 jaar). In deze rapportage wordt ook gekeken naar de ontwikkeling van topsectoren in Nederland en andere benchmarklanden. Hierbij wordt de indeling naar topsectoren gehanteerd, zoals die door het CBS in de notitie 'CBSafbakening Topsectoren' van 18 juni jl. is gedefinieerd: − Agro&food − Life Science & Health − High Tech systemen en materialen (HTSM) − Chemie − Tuinbouw en uitgangsmaterialen − Logistiek − Water − Creatieve industrie.
2
2
Verdeling van het totale bedrijfsleven naar groeitypen
E en k wa rt va n de b e dr ij v en in N ed e r la n d g r oe it s te rk Bijna een derde van de ondernemingen (met 10 of meer werknemers) in Nederland is in de periode 2007-2010 gegroeid qua werkgelegenheid (zie Tabel 1). Een kwart van de bedrijven is aan te merken als een snelgroeiend bedrijf of subtopper, met een werkgelegenheidsgroei van 15% of meer in deze periode. Daar staat tegenover dat in bijna 60% van de ondernemingen de werkgelegenheid in de genoemde periode is afgenomen. Tabel 1
Verdeling ondernemingen naar groeitypen* en landen, in procenten van populatie bedrijven 10 of meer werknemers in de periode 2007-2010
snelgroeiend
subtopper
België
5
23
Denemarken
4
Duitsland
licht groeiend
stabiel
krimpend
Totaal
25
5
42
100
21
17
3
55
100
4
21
28
8
39
100
Finland
5
21
20
4
50
100
Frankrijk
4
19
23
7
47
100
Nederland
7
18
7
9
59
100
5
23
20
3
49
100
Verenigd Koninkrijk
* Groeitypen op basis van werkgelegenheidsgroei in 3 jaar. Bron: Panteia/EIM op basis van AMADEUS en de NFO/ABR van het CBS.
A a n d ee l sn e l gr oe i en d e b e d r i jv en Ne d e r la n d re la t i ef h oo g In vergelijking met andere benchmarklanden is het aandeel bedrijven met groeiende werkgelegenheid in de periode 2007-2010 in Nederland, met 32%, relatief laag. In de andere landen ligt dit percentage tussen de 42 en 54%. In Figuur 1 is te zien dat Nederland het hoogst scoort met het aandeel snelgroeiende bedrijven, met 7%.
3
Figuur 1
Percentage snelgroeiende bedrijven* naar landen, in de periode 20072010, in procenten van populatie bedrijven 10 of meer werknemers
Denemarken
3,9
Duitsland
4,0
Frankrijk
4,5
4,5
België
5,0
Finland
5,5
Verenigd Koninkrijk
Nederland
7,0 0,0
1,0
2,0
3,0
4,0
5,0
6,0
7,0
8,0
percentage snelgroeiende bedrijven
* Groeitypen op basis van werkgelegenheidsgroei in 3 jaar. Bron: Panteia/EIM op basis van AMADEUS en NFO/ABR van het CBS.
A a n d ee l su bt o pp e rs N ed e r la n d b l i jf t l ic ht a ch te r Met een aandeel van 18% is het aandeel subtoppers (werkgelegenheidsgroei in 3 jaar tussen 15 en 72,8%) in Nederland iets lager dan dat in de benchmarklanden. België en het Verenigd Koninkrijk kennen het hoogste aandeel subtoppers. Het aandeel stabiele of krimpende bedrijven in Nederland is relatief hoog ten opzichte van de benchmarklanden (zie Tabel 1 en Figuur 2). Figuur 2
Verdeling naar groeitypen* en landen, in de periode 2007-2010, in procenten van populatie bedrijven 10 of meer werknemers
100 90 80 70 krimp 60
stabiel
50
licht sub
40
snel 30 20 10 0 België
Denemarken
Duitsland
Finland
Frankrijk
Nederland
* Groeitypen op basis van werkgelegenheidsgroei in 3 jaar. Bron: Panteia/EIM op basis van AMADEUS en NFO/ABR van het CBS.
4
Verenigd Koninkrijk
3
Verdeling sectoren naar groeitypen
S n e lg r oe i en d e be d r i jv en in N ed e r la n d v oo ra l in d e s ect o r d ie nst en In Nederland zijn naar verhouding de meeste snelle groeiers te vinden in de sector diensten (vervoer en diensten), met 10% van alle bedrijven binnen deze sector (zie Figuur 3). In de sector nijverheid (industrie, energie en bouw) zijn naar verhouding weinig snelle groeiers (4%). In deze sector zijn veel bedrijven met een afname van de werkgelegenheid. In de handel (handel en horeca) ligt het percentage snelle groeiers op het gemiddelde, 7%. Figuur 3
Verdeling naar groeitypen* en sectoren in Nederland in de periode 20072010, in procenten van populatie bedrijven 10 of meer werknemers
100%
80%
krimp 60%
stabiel licht sub
40%
snel 20%
0% Nijverheid
Handel
Diensten
Totaal
* Groeitypen op basis van werkgelegenheidsgroei in 3 jaar. Bron: Panteia/EIM op basis van AMADEUS en NFO/ABR van het CBS.
B ee l d na a r s e cto r w i jk t n ie t a f t en o p z ich t e va n b en ch ma rk Net als in Nederland is ook in de andere landen het aandeel snelle groeiers binnen de sector diensten het hoogst en die in de sector nijverheid het laagst. Tabel 2
Percentage snelle groeiers*, naar sectoren en landen, in procenten van populatie bedrijven 10 of meer werknemers, in de periode 2007-2010
Nijverheid
Handel
Diensten
Totaal
België
2,4
3,7
5,4
4,6
Denemarken
1,5
3,1
4,4
4,0
Duitsland
2,0
4,0
4,3
4,0
Finland
2,6
4,5
5,6
5,0
Frankrijk
2,7
3,1
5,6
4,5
Nederland
4,0
7,0
10,0
7,0
Verenigd Koninkrijk
3,1
3,7
6,5
5,5
* Groeitypen op basis van werkgelegenheidsgroei in 3 jaar. Bron: Panteia/EIM op basis van AMADEUS en NFO/ABR van het CBS.
5
4
Verdeling groeitypen in de topsectoren
V e r d e li ng g r oe i ty pe n t op s ec to re n in N e de r la n d w i jk t na uw e l i jk s a f va n tota a l b e el d Een kwart van de bedrijven in de topsectoren in Nederland is aan te merken als sterke groeier. In bijna 60% van de bedrijven is de werkgelegenheid in de periode 2007-2010 afgenomen. In Tabel 3 is te zien dat de verdeling naar groeitypen nauwelijks afwijkt van het beeld voor het totale bedrijfsleven. Tabel 3
Verdeling naar groeitypen* in de topsectoren in Nederland, in procenten van populatie bedrijven in de topsectoren met 10 of meer werknemers, in de periode 2007-2010
licht snelgroeiend
subtopper
groeiend
stabiel
krimpend
Totaal
Agro&Food
7
22
8
9
54
100
Life Science & Health
4
28
11
8
49
100
en materialen (HTSM)
7
19
8
10
56
100
Chemie
7
15
8
13
57
100
gangsmaterialen
8
20
7
11
54
100
Logistiek
5
15
6
10
64
100
Water
3
20
9
8
60
100
Creatieve industrie
6
14
8
7
65
100
Totaal topsectoren
7
18
8
10
57
100
Totaal bedrijfsleven
7
18
7
9
59
100
High Tech systemen
Tuinbouw en uit-
* Groeitypen op basis van werkgelegenheidsgroei in 3 jaar. Bron: Panteia/EIM op basis van de NFO/ABR van het CBS.
Binnen de groep topsectoren zijn kleine verschillen in de verdeling naar type werkgelegenheidsgroeiers. In de Tuinbouw ligt het aandeel snelle groeiers het hoogst (8%) en in Water en de Life Science (met respectievelijk 3 en 4%) het laagst (zie Figuur 4). Hier staat echter wel tegenover dat het totale aantal groeiende bedrijven in de sector Life Science het hoogst is van alle topsectoren. Het aandeel krimpende bedrijven is het hoogst in de sectoren Logistiek en Creatieve industrie, beide 65% (zie Tabel 3).
6
Figuur 4
Percentage snelgroeiende bedrijven* in de topsectoren in Nederland in de periode 2007-2010, in procenten van populatie bedrijven in de topsectoren met 10 of meer werknemers
Water
2,7
Life Science & Health
4,0
Logistiek
4,7
Creatieve industrie
5,5
Totaal topsectoren
6,8
Agro & Food
7,0
Chemie
7,2
High Tech systemen en materialen (HTSM)
7,3
Tuinbouw en uitgangsmaterialen
7,9 0,0
1,0
2,0
3,0
4,0
5,0
6,0
7,0
8,0
9,0
percentage snelgroeiende bedrijven
* Groeitypen op basis van werkgelegenheidsgroei in 3 jaar. Bron: Panteia/EIM op basis van de NFO/ABR van het CBS.
O ok in a n d er e la nd en wi j k t b e e ld t op se ct or en w e in i g a f va n to ta a l b ee l d Bij de internationale vergelijking van groeitypen binnen de topsectoren blijkt dat het beeld van Nederland ook van toepassing is voor de andere Europese landen. De verdeling van de groeitypen van bedrijven in de topsectoren komt vrijwel overeen met de verdeling van het gemiddelde bedrijf in de betreffende landen. Tabel 4
Verdeling naar groeitypen* en landen, in procenten van populatie bedrijven in de topsectoren met 10 of meer werknemers, in de periode 20072010
licht snelgroeiend
subtopper
groeiend
stabiel
krimpend
Totaal
België
6
21
26
4
43
100
Denemarken
5
21
22
3
49
100
Duitsland
3
23
29
8
37
100
Finland
5
26
16
4
49
100
Frankrijk
4
18
24
7
47
100
Nederland
7
18
8
10
57
100
6
23
20
3
48
100
Verenigd Koninkrijk
* Groeitypen op basis van werkgelegenheidsgroei in 3 jaar. Bron: Panteia/EIM op basis van AMADEUS en de NFO/ABR van het CBS.
7